RAPPORT PERIODIEK KWALITEITSONDERZOEK DE GRONINGSE SCHOOLVERENIGING INTERNATIONALE AFDELING
School Afdeling Plaats BRIN-nummer Onderzoeksnummer
: de Groningse Schoolvereniging Internationale
Datum schoolbezoek Datum vaststelling
: 6 april 2006 : 7 juni 2006
: Groningen : 07WT : 79535
INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING ................................................................................................... 5 2 KWALITEITSPROFIEL................................................................................... 7 3 BESCHOUWING ......................................................................................... 11 4 VERVOLG VAN HET TOEZICHT................................................................. 15
Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek de Groningse Schoolvereniging Internationale Afdeling - 6-4-2006
3
1 INLEIDING Het periodiek kwaliteitsonderzoek Op 6 april 2006 bezocht de Inspectie van het Onderwijs de Groningse Schoolvereniging Internationale Afdeling in het kader van een periodiek kwaliteitsonderzoek (PKO). Daarbij heeft een onderzoek plaatsgevonden naar de kernindicatoren van een aantal kwaliteitsaspecten, op grond van het door de inspectie gehanteerde toezichtkader primair onderwijs 2005. Bij dit PKO doet de inspectie onderzoek naar de kwaliteit van het onderwijs door zich te richten op de kern van goed onderwijs op de school. Het gaat hierbij om kernindicatoren die betrekking hebben op het aanbod, de onderwijstijd, het pedagogisch handelen van leraren, het didactisch handelen van leraren, de afstemming op de onderwijsbehoeften van leerlingen, de actieve en zelfstandige rol van leerlingen, het schoolklimaat, de begeleiding, de zorg, de resultaten en de ontwikkeling van leerlingen. In de brochure 'Toezichtkader PO 2005' vindt u achtergrondinformatie over de indicatoren die de inspectie bij haar toezicht in ogenschouw heeft genomen. U kunt deze brochure downloaden van de website van de inspectie: www.onderwijsinspectie.nl. Op grond van het kwaliteitsprofiel van de school dat naar aanleiding van een vorig inspectiebezoek is opgemaakt, op basis van risicofactoren die bij de inspectie bekend zijn of afspraken die met de school zijn gemaakt, of op basis van de informatie die door de school is toegestuurd kan de inspectie besluiten om niet alleen de kernindicatoren te onderzoeken maar meer indicatoren bij het onderzoek te betrekken. Dit is bij uw school niet aan de orde geweest. Indien de school in het kader van zelfevaluatie over een bepaalde indicator of over een bepaald kwaliteitsaspect voldoende betrouwbare en valide gegevens heeft verzameld kan in overleg tussen school en inspectie besloten worden om de oordelen uit de zelfevaluatie alleen te verifiëren en deze niet zelf opnieuw te onderzoeken. Zo sluit de inspectie niet alleen aan bij de specifieke situatie van de school, maar wordt de school bovendien niet onnodig belast. Uw school heeft naast de schoolgids en het schoolplan diverse documenten ingestuurd die op uw zelfevaluatie-activiteiten en schoolontwikkeling betrekking betrekking hebben. Bij de beoordeling van de kernindicatoren betreffende het pedagogisch handelen en het schoolklimaat heeft de inspectie gebruik gemaakt van het rapport van de risico-inventarisatie en -evaluatie van de Arbodienst, de oudertevredenheidspeiling, de resultaten van de quickscan en het diagnoserapport Investors in People.
De opzet van het onderzoek Het periodiek kwaliteitsonderzoek bestond uit de volgende activiteiten. • Onderzoek en analyse van documenten en gegevens over de school die bij de inspectie aanwezig zijn.
Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek de Groningse Schoolvereniging Internationale Afdeling - 6-4-2006
5
•
• • • •
Analyse van, indien beschikbaar, documenten die betrekking hebben op zelfevaluatie-activiteiten van de school en van andere documenten die de school voorafgaand aan het schoolbezoek heeft toegestuurd. Ook de vragenlijst periodiek kwaliteitsonderzoek is bij de analyse betrokken. Schoolbezoek, waarbij de onderwijspraktijk is geobserveerd door het bijwonen van lessen in alle groepen van de Internationale afdeling (ID1 tot en met ID4). Bovendien heeft de inspectie over de kwaliteit van de kernindicatoren gesprekken gevoerd met de directie en de intern begeleider. Op uw school zijn verder vragenlijsten ingevuld door leerlingen en door de inspectie geanalyseerd. Aan het eind van het schoolbezoek heeft de inspectie de kwaliteitsoordelen en de conclusies van het schoolbezoek besproken met directie en team.
De inhoud van het rapport Het onderzoek naar de kwaliteit van het onderwijs levert een kwaliteitsprofiel op van de school (hoofdstuk 2). In hoofdstuk 3 wordt een beschouwing gegeven over de geconstateerde kwaliteit en wordt deze onder andere bezien in relatie tot de context of uitgangssituatie van de school. Indien van toepassing worden in deze beschouwing ook de toegevoegde indicatoren betrokken. In hoofdstuk 4 is het vervolgtoezicht aangegeven en worden, indien noodzakelijk, afspraken vermeld met betrekking tot wettelijke bepalingen waaraan de school niet voldoet.
Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek de Groningse Schoolvereniging Internationale Afdeling - 6-4-2006
6
2 KWALITEITSPROFIEL Het kwaliteitsprofiel geeft een overzicht van de waarderingen die de inspectie heeft toegekend aan kernindicatoren die betrekking hebben op belangrijke kenmerken van goed onderwijs. De nummering in de tabellen verwijst naar het volledige waarderingskader primair onderwijs. In de waardering is tot uitdrukking gebracht in welke mate de indicatoren bijdragen aan de kwaliteit van het onderwijs: 1. draagt niet of nauwelijks bij; 2. draagt onvoldoende bij; 3. draagt voldoende bij; 4. draagt in hoge mate bij; 5. niet te beoordelen (alleen bij Resultaten en Ontwikkeling van leerlingen). Deze waardering is gegeven indien de school over bepaalde indicatoren geen betrouwbare en valide gegevens beschikbaar heeft. Het kwaliteitsprofiel van de Groningse Schoolvereniging, Internationale afdeling Kwaliteitszorg
1.7 De school waarborgt de sociale veiligheid voor leerlingen en personeel.
1
2
3
4
l
Indicator: De aangeboden leerinhouden voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde zijn dekkend voor de kerndoelen. 1 2 3 4 3.4 De leerinhouden voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde worden aan voldoende leerlingen aangeboden tot en l met het niveau van leerjaar 8. 3.5 De leerinhouden in de verschillende leerjaren sluiten op elkaar l aan. 3.6 De leerinhouden voor Nederlandse taal en rekenen en wiskunde zijn afgestemd op de onderwijsbehoeften van l individuele leerlingen. 3.8 De school met een substantieel aantal leerlingen met een leerlingengewicht biedt leerinhouden aan bij Nederlandse taal die l passen bij de onderwijsbehoeften van leerlingen met een taalachterstand.
Tijd 4.4 De leraren maken efficiënt gebruik van de geplande onderwijstijd. 4.5 De school stemt de hoeveelheid tijd voor leren en onderwijzen bij Nederlandse taal en rekenen en wiskunde af op de onderwijsbehoeften van leerlingen.
Pedagogisch handelen 5.3 De leraren zorgen ervoor dat leerlingen op een respectvolle manier met elkaar omgaan.
1
2
3
4
l l
1
2
Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek de Groningse Schoolvereniging Internationale Afdeling - 6-4-2006
3
4 l
7
Didactisch handelen
1
6.1 De leraren realiseren een taakgerichte werksfeer. 6.3 De leraren leggen duidelijk uit. 6.5 De leraren geven expliciet onderwijs in strategieën voor denken en leren.
1
7.1 De leraren volgen de vorderingen van hun leerlingen systematisch. 7.3 De leraren stemmen de instructie en verwerking af op de verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen.
4 l l
2
3
4
l l
Actieve en zelfstandige rol leerlingen
1
8.1 De leerlingen zijn actief betrokken bij de onderwijsactiviteiten. 8.3 De leerlingen hebben verantwoordelijkheid voor de organisatie van hun eigen leerproces die past bij hun ontwikkelingsniveau.
2
3
4 l
l
Sfeer op school 9.3 De ouders/verzorgers tonen zich betrokken bij de school door de activiteiten die de school daartoe onderneemt. 9.5 De leerlingen en het personeel voelen zich aantoonbaar veilig op school.
Begeleiding 10.1 De school gebruikt een samenhangend systeem van instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen.
Zorg
1
2
3
4
l l
1
2
3
4
l
1
11.2 Op basis van een analyse van de verzamelde gegevens, bepaalt de school de aard van de zorg voor de zorgleerlingen. 11.3 De school voert de zorg planmatig uit. 11.4 De school gaat de effecten van de zorg na.
12.1 De resultaten van de leerlingen aan het eind van de schoolperiode liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht. 12.2 De sociale vaardigheden van de leerlingen liggen op een niveau dat mag worden verwacht.
3
l
Afstemming
Resultaten
2
2
3
4
l l l
1
2
3
Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek de Groningse Schoolvereniging Internationale Afdeling - 6-4-2006
4
5 l l
8
Ontwikkeling van leerlingen 13.1 De resultaten van de leerlingen voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde tijdens de schoolperiode liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht. 13.2 Leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften ontwikkelen zich naar hun mogelijkheden. 13.3 De leerlingen doorlopen in beginsel de school binnen de verwachte periode van 8 jaar.
1
2
3
4
5 l l
l
Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek de Groningse Schoolvereniging Internationale Afdeling - 6-4-2006
9
3 BESCHOUWING In dit hoofdstuk wordt een beschouwing gegeven over de kwaliteit van het onderwijs op de school. De inspectie typeert de school, geeft aan welke ontwikkeling de school doormaakt, legt zo mogelijk verbanden tussen de kernindicatoren en geeft de relatie aan met de uitgangspositie van de school. Uitgangssituatie De Groningse Schoolvereniging (GSV) is een algemeen bijzondere basisschool die bestaat uit twee afdelingen: de Nederlandse en de Internationale Afdeling (International Department/ID). Het bevoegd gezag van de school berust bij het bestuur van de Stichting GSV. Het totaal aantal leraren van de school bedraagt 42, waarvan 19 in deeltijd werken. Het onderhavige rapport betreft de Internationale afdeling van de GSV. Op 1 oktober 2005 had deze afdeling 51 leerlingen. Deze zijn verdeeld over 4 groepen. Er doen zich op dit moment geen bijzondere risicofactoren voor in de context van de school die van invloed zijn op de kwaliteit van het onderwijs. Wel heeft de afdeling te maken met een toenemende instroom van niet-Engelstalige leerlingen, waardoor meer onderwijs gegeven moet worden in Engels als tweede taal. Op huisvestingsgebied doen zich enkele knelpunten voor, die betrekking hebben op de beschikbare ruimte en het onderhoud van het schoolgebouw. Dit is voor een deel gerenoveerd en er bestaan plannen tot nieuwbouw. Deze zijn echter vertraagd door het wachten op de verkoop van de dependance. Wanneer dat niet doorgaat, zal besloten worden tot verdere renovatie van het huidige gebouw, inclusief de dependance, en tot uitbreiding van lokalen. Het schoolplein zal in de meivakantie een opknapbeurt krijgen. De inspectie heeft in 2005 een jaarlijks onderzoek uitgevoerd op de GSV. Daarbij heeft zij de kwaliteitsaspecten kwaliteitszorg, toetsing en opbrengsten beoordeeld. Deze kregen een positieve waardering. Een aandachtspunt binnen de kwaliteitszorg vormde de uitwerking van het ontwikkelingsplan in een jaarplan. De directie heeft het voornemen om voor het komend jaar een stappenplan te maken, waarin ook de benodigde financiën opgenomen zijn. Het laatste uitgebreide schoolbezoek van de inspectie op de GSV vond in 2002 plaats in de vorm van een regulier schooltoezicht. De inspectie stelde toen vast dat de indicatoren die de kern van goed basisonderwijs vormen, in voldoende mate aanwezig waren. Vanwege het ontbreken van referentiegegevens was de inspectie zowel tijdens de jaarlijkse onderzoeken als tijdens het regelulier schooltoezicht niet in staat het niveau van de leerresultaten op de Internationale afdeling te waarderen. Kwaliteit van het onderwijs Door de positieve waardering van de kwaliteitszorg in 2005 heeft de inspectie thans niet opnieuw de indicatoren betreffende de kwaliteitszorg gewaardeerd. Een uitzondering hierop vormt de nieuwe indicator die de inspectie hierbij ingevoerd heeft. Deze heeft betrekking op de zorg voor de sociale veiligheid van leerlingen en personeel. Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek de Groningse Schoolvereniging Internationale Afdeling - 6-4-2006
11
De inspectie constateert dat de school op dit gebied een gericht preventief beleid voert en duidelijke afspraken heeft over het optreden bij incidenten. Het pestprotocol, de gedragscode en de omgangsregels vormen belangrijke elementen van dit beleid, evenals het bevragen van leraren over hun welbeleving. Bij leerlingen is dit op de Internationale Afdeling nog niet gedaan. Het is in verband met een vroegtijdige signalering van mogelijke problemen van belang om zowel bij leraren als bij leerlingen minimaal eens in de twee jaar hun veiligheidsbeleving te peilen. In de praktijk is waarneembaar dat leerlingen geleerd hebben op een respectvolle manier met elkaar om te gaan. Met name tijdens het Topic Work wordt hier veel aandacht aan besteed. Leraren vervullen bovendien een goede voorbeeldfunctie. Hun omgang met leerlingen is respectvol en stimulerend. De resultaten van de ouderenquête bevestigen dit beeld. Uit de in hoofdstuk 2 genoemde onderzoeken onder het team, het gesprek met het team en de door leerlingen ingevulde vragenlijsten blijkt dat er gesproken kan worden van een voldoende veilig schoolklimaat, zowel voor het personeel als voor de leerlingen. Wel raadt de inspectie aan speciale aandacht te besteden aan de relatie met de leerlingen van de Nederlandse afdeling. Uit de analyse van de vragenlijsten blijkt dat een belangrijk deel van de leerlingen dit een knelpunt vindt. De school heeft inmiddels een integratiecommissie gevormd die zich onder andere over dit probleem zal buigen. Wat betreft het onderwijskundig beleid concludeert de inspectie dat de geplande vernieuwing van het onderwijsaanbod goed gevorderd is. Het methodisch materiaal is geactualiseerd en er wordt actief gewerkt aan de invoering van het International Primary Curriculum (IPC). Dit curriculum zal vooral de basis worden van het Topic Work. Het team heeft ervoor gekozen om voor English en mathematics het British National Curriculum te blijven volgen, omdat dit een duidelijke opbouw in de basisvaardigheden biedt vanaf de jongste groep (ID1). Bovendien biedt de lijn van het BNC en de daarop afgestemde methoden leraren goede mogelijkheden om voor elke leerling een passend onderwijsaanbod samen te stellen uitgaande van het niveau waarop zij instromen. De inspectie staat op het standpunt dat het aanbod dat de school realiseert via het BNC en het IPC vergelijkbaar is met het aanbod dat volgens de Nederlandse kerndoelen gerealiseerd moet worden. Het verschillende instroomniveau van leerlingen stelt aan het didactisch handelen van leraren hoge eisen. De inspectie waardeert het dat leraren erin slagen de individuele instructies die leerlingen nodig hebben voor hun gedifferentieerde programma's, af te wisselen met groepsinstructies bij leerstofonderdelen die voor alle leerlingen van belang zijn. De uitleg die zij daarbij geven is van goede kwaliteit. Leraren weten daarbij een actieve betrokkenheid van leerlingen te realiseren en hen tot denken aan te zetten.
Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek de Groningse Schoolvereniging Internationale Afdeling - 6-4-2006
12
Ook tijdens de overige onderwijsactiviteiten is de betrokkenheid van leerlingen goed te noemen. Er heerst in alle groepen een taakgerichte werksfeer en leerlingen zijn goed in staat om zelfstandig aan hun eigen programma te werken. Wel constateert de inspectie dat sommige leerlingen geneigd zijn bij een probleem te wachten tot de leraar tijd heeft om hen verder te helpen. Het zou zinvol zijn om een symbool in te voeren dat leerlingen kunnen gebruiken wanneer zij hulp van de leraar nodig hebben. Op deze manier kan de leraar bepalen op welk moment hij/zij hulp biedt en kunnen leerlingen intussen doorwerken aan hun taken. De basis voor het bepalen van de individuele programma's voor leerlingen, een samenhangend systeem voor het volgen van de prestaties en ontwikkeling van leerlingen, is in voldoende mate aanwezig. Het team hanteert voor alle essentiële onderdelen van de cognitieve ontwikkeling een combinatie van methodegebonden en genormeerde toetsen. Deze zijn in overleg met de andere Internationale Afdelingen in Nederland uitgezocht. Leraren houden de resultaten voornamelijk per leerling bij, alleen voor maths bestaan er groepsoverzichten. Het is met name voor invallers van belang om ook voor reading en language groepsoverzichten te maken van de levels waarop leerlingen werken. Voor het volgen van de sociaal-emotionele ontwikkeling hanteert de school een observatiesysteem. Zoals hierboven al opgemerkt is, is het ook raadzaam om in de hogere groepen leerlingen zelf regelmatig te bevragen over hun welbevinden. De extra zorg die aan leerlingen gegeven wordt op basis van hun toetsresultaten, vindt deels in de groepen plaats en deels erbuiten, afhankelijk van de problematieken die zich voordoen. Op dit moment is de begeleiding buiten de groep vooral gericht op de leerlingen die het Engels onvoldoende beheersen. Getracht wordt hen zo snel mogelijk op een dusdanig niveau te brengen dat zij de rest van het onderwijsprogramma op een bij hun leeftijd passend niveau kunnen volgen. De handelingsplannen die voor de extra zorg gehanteerd worden zijn concreet, met name wat betreft de omschrijving van het doel waar naar toegewerkt wordt. Het valt op dat goed bijgehouden wordt of leerlingen voldoende resultaat boeken op de voor hen geformuleerde doelen en goede aandacht besteed wordt aan het analyseren van de oorzaken van tegenvallende resultaten. Over de leerlingresultaten van de Internationale Afdeling onthoudt de inspectie zich, evenals bij de voorafgaande inspectieonderzoeken van een oordeel vanwege het ontbreken van voldoende vergelijkbare gegevens. Wel constateert de inspectie dat de doorstroming naar het voortgezet onderwijs goed verloopt. De meeste leerlingen die in Nederland blijven stromen door naar de school voor voortgezet onderwijs met een Internationale Afdeling. Ten behoeve van de eigen kwaliteitszorg is het van belang dat de school zelf de overzichten van de cognitive ability tests benut om te analyseren of leerlingen hun verwachte uitstroomniveau behalen. De interne doorstroming laat een gunstig beeld zien. Bijna alle leerlingen die in Nederland blijven, verlaten de school op 11-jarige leeftijd in verband met de aansluiting op de Internationale afdeling van het voortgezet onderwijs. Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek de Groningse Schoolvereniging Internationale Afdeling - 6-4-2006
13
Samengevat concludeert de inspectie dat het team op de Internationale Afdeling hard werkt aan het realiseren van goed internationaal onderwijs. Leraren zijn zich bewust van de hoge verwachtingen die zij moeten stellen aan de leerlingen opdat zij goede aansluiting vinden bij de overgang naar vervolgscholen en tonen veel inzet en didactische kwaliteit om deze verwachtingen waar te maken. Punten van aandacht vormen het analyseren van het uitstroomniveau van de leerlingen, het peilen van het welbevinden van de leerlingen en de relatie tussen de leerlingen van de Nederlandse en de Internationale Afdeling.
Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek de Groningse Schoolvereniging Internationale Afdeling - 6-4-2006
14
4 VERVOLG VAN HET TOEZICHT Bij dit PKO heeft de inspectie ook een onderzoek gedaan naar de naleving van een aantal wettelijke voorschriften. Dit onderzoek betrof de wettelijke voorschriften over de geplande onderwijstijd en over een door het bevoegd gezag vastgestelde schoolgids en schoolplan. Op basis van dit onderzoek concludeert de inspectie dat de school aan deze wettelijke bepalingen voldoet.
De bevindingen van dit PKO leiden tot het volgende arrangement voor het vervolg van het toezicht (toezichtarrangement). De aangetroffen kwaliteit van het onderwijs op de school vraagt geen aanpassing van de reguliere onderzoeksplanning van de inspectie. In beginsel volgt over vier jaar opnieuw een periodiek kwaliteitsonderzoek. In de tussenliggende periode vindt jaarlijks een onderzoek plaats, waarbij de school eenmaal wordt bezocht.
Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek de Groningse Schoolvereniging Internationale Afdeling - 6-4-2006
15