RAPPORT PERIODIEK KWALITEITSONDERZOEK o.b.s. Oetkomst
School Plaats BRIN-nummer Onderzoeksnummer
: : : :
o.b.s. Oetkomst Kolham 13DT 55309
Uitvoerend inspecteur(s): Dhr. drs. R.J. Puma Datum schoolbezoek Datum vaststelling
: 1 en 3 maart 2005 : 21 april 2005
Handtekening eerstverantwoordelijke inspecteur:
INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING ................................................................................................... 5 2 DE UITGANGSSITUATIE.............................................................................. 7 3 HET KWALITEITSPROFIEL ........................................................................... 9 4 BESCHOUWING ......................................................................................... 11 5 VERVOLG VAN HET TOEZICHT................................................................. 17 BIJLAGE I ...................................................................................................... 19 BIJLAGE II ..................................................................................................... 23
PKO rapport o.b.s. Oetkomst - 1 en 3 maart 2005
3
1 INLEIDING Op 1 en 3 maart 2005 bezocht de Inspectie van het Onderwijs o.b.s. Oetkomst in het kader van een periodiek kwaliteitsonderzoek (PKO). Daarbij heeft een onderzoek plaatsgevonden naar kwaliteitsaspecten, op grond van het door de inspectie gehanteerde waarderingskader. In de u toegezonden brochures 'Veranderend toezicht' en 'Toezichtkader Primair Onderwijs; inhoud en werkwijze van het inspectietoezicht conform de WOT' is dit waarderingskader alsmede de achtergronden beknopt weergegeven. Bij een PKO doet de inspectie onderzoek naar de kwaliteit van het onderwijs op de school. Daarbij komen alle acht kwaliteitsaspecten aan de orde: kwaliteitszorg, toetsing, leerstofaanbod, tijd, onderwijsleerproces, schoolklimaat, zorg en begeleiding en opbrengsten. Na overleg met de school, kan de inspectie specifieke accenten leggen. Bij uw school was dat niet het geval. Zoals in het toezichtkader is vastgelegd, gaat de inspectie zoveel mogelijk uit van de gegevens die de school reeds zelf over de eigen kwaliteit heeft verzameld. Zo sluit de inspectie aan bij de specifieke situatie van de school en wordt de school bovendien niet onnodig belast. Uw school heeft hiervoor relevante documenten ingestuurd zoals een schoolgids, een schoolplan, instrumenten en documenten in het kader van zelfevaluatie, jaarplannen en meerjarenplanningen en een document met betrekking tot het monitoren, evalueren en analyseren van de opbrengsten. De opzet van het onderzoek Het periodiek kwaliteitsonderzoek bestaat uit de volgende activiteiten: 1. Analyse van, indien beschikbaar, zelfevaluatiedocumenten en van andere documenten die de school voorafgaand aan het schoolbezoek heeft toegestuurd. 2. Onderzoek en analyse van documenten en gegevens over de school die bij de inspectie aanwezig zijn. 3. Schoolbezoek: a. gesprekken met de directie b. gesprekken met leraren c. gesprekken met de coördinatie leerlingenzorg d. gesprekken met leerlingen e. gesprekken met ouders f. lesbezoeken.
PKO rapport o.b.s. Oetkomst - 1 en 3 maart 2005
5
De inhoud van het rapport Het onderzoek naar de kwaliteit van het onderwijs levert een kwaliteitsprofiel van de school op. Na een korte beschrijving van de uitgangssituatie van de school (hoofdstuk 2), wordt in hoofdstuk 3 dat profiel in een schema op hoofdlijnen weergegeven. Dit profiel bestaat uit waarderingen die allemaal tijdens dit inspectiebezoek zijn gegeven. In hoofdstuk 4 wordt een beschouwing gegeven over de geconstateerde kwaliteit en wordt deze onder andere bezien in relatie tot de context of uitgangssituatie van de school. In hoofdstuk 5 is het vervolgtoezicht aangegeven en worden, indien noodzakelijk, aanwijzingen vermeld met betrekking tot wettelijke bepalingen waaraan de school niet voldoet. Bijlagen Bij het rapport zijn twee bijlagen gevoegd. Bijlage 1 geeft de waardering per kwaliteitsaspect en op de onderliggende indicatoren. Bijlage 2 beschrijft kort ieder kwaliteitsaspect.
PKO rapport o.b.s. Oetkomst - 1 en 3 maart 2005
6
2 DE UITGANGSSITUATIE De openbare basisschool Oetkomst in Kolham valt onder de verantwoordelijkheid van het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Slochteren. De school maakt deel uit van een groep van tien scholen, welke aangestuurd wordt door een tweehoofdige bovenschoolse directie. De leerlingen zijn ingedeeld in groep 0-1-2, 2-3, 4-5, 6-7a en 7b-8. Basisschool Oetkomst wordt bezocht door ongeveer 115 leerlingen. De verwachting van de school is dat het leerlingenaantal min of meer stabiel zal blijven. De samenstelling van de leerlingenpopulatie is gemêleerd. Er is zowel aandacht nodig voor leerlingen met cognitieve problemen als meerbegaafde leerlingen. Ongeveer 90% van de leerlingenpopulatie bestaat uit ongewogen leerlingen. De school merkt op dat veel leerlingen extra en specifieke ondersteuning behoeven wat betreft de taalontwikkeling. Het schoolteam onderneemt gerichte activiteiten om een goede afstemming tot stand te brengen tussen de opdracht van de school in relatie tot de onderwijsbehoeften van de leerlingenpopulatie. In dit kader doorloopt de school het vernieuwingstraject Bouwen aan de Adaptieve School (BAS). De samenstelling van het schoolteam is in de afgelopen jaren gewijzigd, zowel waar leraren als waar het de schoolleiding betreft. Naast groepsleraren werkt de school met coördinatoren voor de leerlingenzorg en de computer. Volgens het schoolteam doen zich in de uitgangssituatie van de school geen expliciete knelpunten of risico's voor die van invloed zijn op de schoolontwikkeling en de kwaliteit van het onderwijs. De leraren geven aan dat er in principe goede voorwaarden en condities aanwezig zijn, die van belang zijn voor het realiseren van verantwoord onderwijs. Wel benoemt de school als aandachtspunt de huisvesting. Er zijn weinig extra ruimtes en goede werkplekken beschikbaar voor de begeleiding van (zorg)leerlingen buiten de groepslokalen.
PKO rapport o.b.s. Oetkomst - 1 en 3 maart 2005
7
3 HET KWALITEITSPROFIEL Het kwaliteitsprofiel van o.b.s. Oetkomst bestaat uit waarderingen die op acht kwaliteitsaspecten zijn gegeven, welke in onderstaand schema zijn weergegeven. De kwaliteit van o.b.s. Oetkomst is beoordeeld op 8 kwaliteitsaspecten, geordend in drie domeinen te weten Zorg voor kwaliteit, Onderwijs en leren en Opbrengsten. De oordelen zijn in het onderstaande schema samengebracht. De waarderingen worden op de volgende wijze uitgedrukt: 1. Slecht
2. Onvoldoende 3. Voldoende 4. Goed 5. NTB
Voor alle of vrijwel alle indicatoren geldt dat ze niet of nauwelijks bijdragen aan het realiseren van het kwaliteitsaspect. Eén of meer normindicatoren dragen onvoldoende bij aan het realiseren van het kwaliteitsaspect. De normindicatoren dragen in voldoende mate bij aan het realiseren van het kwaliteitsaspect. De kwaliteit van sommige indicatoren kan worden verbeterd. Alle indicatoren dragen in voldoende of hoge mate bij aan het realiseren van het kwaliteitsaspect. Dit kwaliteitsaspect is niet te beoordelen.
In bijlage 1 bij het rapport is een overzicht opgenomen van alle indicatoren met de waarderingen door de inspectie. In bijlage 2 is een korte beschrijving opgenomen van ieder kwaliteitsaspect. In de eerder genoemde brochure vindt u daarover nog meer informatie.
PKO rapport o.b.s. Oetkomst - 1 en 3 maart 2005
9
Kwaliteitsprofiel o.b.s. Oetkomst Domein: Zorg voor kwaliteit
1
1. Kwaliteitszorg 2. Toetsing
1
3. Leerstofaanbod 4. Tijd 5. Onderwijsleerproces 6. Schoolklimaat 7. Zorg en begeleiding
8. Opbrengsten
PKO rapport o.b.s. Oetkomst - 1 en 3 maart 2005
3
4
l
Domein: Onderwijs en leren
Domein: Opbrengsten
2 l
1
2
2
3 l
3 l l l l l
4
4
5
10
4 BESCHOUWING In dit hoofdstuk wordt een beschouwing gegeven over de kwaliteit van het onderwijs op de school. De inspectie typeert de school, geeft aan welke ontwikkeling de school doormaakt, legt zo mogelijk verbanden tussen de kwaliteitsaspecten en geeft de relatie aan met de uitgangspositie van de school. Kwaliteitszorg en schoolontwikkeling In het vorige schoolbezoek, een Jaarlijks Onderzoek in 2004, zijn de aspecten kwaliteitszorg, toetsing, zorg en begeleiding en opbrengsten onderzocht. Op een aantal kritische kanttekeningen na, zijn alle onderdelen als voldoende beoordeeld. De bevindingen in dit Periodiek Kwaliteits Onderzoek leiden tot dezelfde conclusies. Een belangrijke voorwaarde voor sc hoolontwikkeling is een goed systeem van kwaliteitszorg. Schoolontwikkeling staat of valt met de aanwezigheid van goed onderwijskundig leiderschap en een professioneel school- en werkklimaat. Naar aanleiding van het INK-model (Instituut Nederlandse Kwaliteit) heeft de school instrumenten in het kader van zelfevaluatie en kwaliteitszorg ingevoerd, zoals een kwaliteitsmeter primair onderwijs, een personeelsenquête en een ouderenquête. Vervolgens zijn actie- en verbeterplannen opgesteld. De school gebruikt een objectief en landelijk genormeerd toetsinstrumentarium, zowel tussentijds als op het einde van het basisonderwijs. Over de afname en normering heeft de school verantwoorde afspraken gemaakt. Op gemeentelijk niveau worden jaarlijks de opbrengsten van het onderwijs gemonitord. Het schoolteam beschikt over meerjarenplanningen voor onderwijsinhoudelijke vernieuwingen, een routebeschrijving voor de ontwikkeling van het schoolconcept en een tweetal verbeterplannen gerelateerd aan de (meerjarige) schoolontwikkeling. Het centrale verbeter- en scholingsonderwerp is Bouwen aan de Adaptieve School (BAS). De planvorming is fragmentarisch van aard, staat over diverse documenten verspreid en een aantal plannen/planningen zijn vooral managementdocumenten. De inspectie merkt op dat de verbeteractiviteiten in het kader van kwaliteitszorg niet voldoende systematisch aangepakt worden volgens de Plan Do Check Act (PDCA)-cyclus. Bovendien merkt zij op dat het jaarplan en de planning niet in alle opzichten concreet en meetbaar zijn uitgewerkt. Alhoewel de school over het geheel genomen voldoet aan een basisvoorziening van kwaliteitsbeleid, behoeven het volgende aspect een nadere ontwikkeling:
PKO rapport o.b.s. Oetkomst - 1 en 3 maart 2005
11
•
Jaarplan : het is essentieel dat alle gegevens met betrekking tot het gericht werken aan kwaliteitsverbetering van het onderwijs, ondergebracht worden in een concreet, meetbaar en smartuitgewerkt jaarplan. Ook kan het jaarplan meer in samenhang met alle onderdelen die op school zich afspelen worden beschreven, zodat in één oogopslag duidelijk wordt welke verbeteractiviteiten per schooljaar worden uitgevoerd, wat de concrete doelstellingen zijn, wie waarvoor verantwoordelijk is, op welke wijze er wordt geëvalueerd en op welke wijze ingevoerde vernieuwingen worden geborgd
De kwaliteit van onderwijs, leren en opbrengsten Leraren en leerlingen gaan op een respectvolle wijze met elkaar om en zij voelen zich veilig binnen de school. Er is meer sprake van een functionele dan een stimulerende en talige leeromgeving. De school beschikt over groeps- en schoolregels, voert activiteiten uit ter versterking van de sociale vaardigheden en heeft een procedure c.q. een protocol om in preventieve zin pestgedrag te voorkomen. Er is een gedragscode voor zowel leerlingen als het personeel. Er is een goede relatie tussen ouders en school. Ouders zijn betrokken bij de school wat onder andere blijkt uit een ouderenquête en interne werkdocumenten die aangeven dat ouders ondersteuning bieden bij diverse activiteiten zowel buiten als in de school. Genoemde aspecten zijn een basis voor het welbevinden van leerlingen en een goed platform van waaruit onderwijs-/leeractiviteiten kunnen plaatsvinden. Uit de lesobservaties en de gesprekken met ouders en leerlingen blijkt dat leerlingen en leraren positief met elkaar omgaan. De school hanteert duidelijke omgangsregels die naar zeggen van leerlingen en ouders goed werken. Ook ouders ervaren de sfeer op school als plezierig. Ouders geven aan dat de school hun voldoende gelegenheid biedt om te participeren in schoolactiviteiten en dat zij over het algemeen goed en tijdig geïnformeerd worden over de gang van zaken op de school. Over de communicatie tussen school en ouders zijn de meningen verdeeld. Ouders geven aan dat dit leraarafhankelijk is. Ook geven ouders aan dat niet alle leraren onderling adequaat communiceren. Ouders vinden dat vooral de informatievoorziening over de zorg verhelderd kan worden. De leraren zijn over het geheel genomen tevreden over het werkklimaat. Wel zijn de meningen zeer uiteenlopend over het onderling functioneren, de samenwerking - onderstening - feedback en de ondersteuning door de schoolleider. Ten behoeve van een gunstige schoolontwikkeling vraagt dit om sturend en controlerend onderwijskundig leiderschap, een professioneel werklimaat en adequate communicatieprocessen. Het traject moet zich vooral richten op een meer gemeenschappelijk kader, werken vanuit eenzelfde visie met éénduidige bedoelingen en effecten op schoolniveau. Het kwaliteitsprofiel van basisschool Oetkomst laat zien dat de school opbrengsten realiseert die in elk geval overeenkomen met verwachtingen op grond van kenmerken en capaciteiten van leerlingen. De eind- en tussentijdse opbrengsten zijn positief beoordeeld en voldoen aan de door de inspectie gestelde normen.
PKO rapport o.b.s. Oetkomst - 1 en 3 maart 2005
12
Voor de overige vaardigheden die voor het maatschappelijk functioneren van leerlingen van belang zijn, kijkt de inspectie onder andere naar de scores voor de leer-, studie- en informatieve vaardigheden van de eindtoets basisonderwijs van de laatste drie schooljaren. Alhoewel de informatieve vaardigheden als voldoende zijn beoordeeld, is een kritische analyse van belang. De sociale vaardigheden zijn niet gewaardeerd, aangezien de school hierover geen gegevens ter beschikking had. Gezien de invoering van een objectief instrument voor de sociaal-emotionele ontwikkeling, kan dit onderdeel vanaf het volgend schooljaar beoordeeld worden. Op dit moment is de inspectie nog niet in staat vast te stellen of leerlingen zich naar verwachting ontwikkelen. Daarom waardeert zij dit onderdeel nog niet. De inspectie neemt alleen kennis van het aantal leerlingen met een versnelde of vertraagde schoolloopbaan en van het aantal leerlingen dat verwezen is naar het speciaal basisonderwijs. Op basisschool Oetkomst ligt het percentage leerlingen dat in de groepen 3 tot en met 8 doubleert onder het landelijk gemiddelde. Het percentage leerlingen dat verwezen wordt naar het speciaal basisonderwijs is beperkt. De inspectie onthoudt zich van een oordeel of de leerlingen met succes hun schoolloopbaan in het vervolgonderwijs vervolgen. De gegevens die de school hierover van het voortgezet onderwijs ontvangt, zijn onvoldoende systematisch om het succes van leerlingen te kunnen analyseren. De inspectie raadt de school aan om van de schoolverlaters gedurende drie jaar bij te houden op welk niveau zij functioneren in het voortgezet onderwijs en of zij al dan niet zijn blijven zitten. Deze gegevens kunnen dan geplaatst worden naast het advies dat de school gegeven heeft. Naar aanleiding van het vorige schoolbezoek heeft de school met deze gegevensverzameling een start gemaakt. De leerresultaten vertonen (per schooljaar) op zowel de eindtoets als de tussentijdse toetsen een wisselend karakter. De inspectie vindt dat de school: • de leerresultaten (zowel eind als tussentijds) op een gedetailleerde wijze moet monitoren, evalueren en analyseren. De school zal de kenmerken van de leerlingenpopulatie moeten analyseren, alsmede vaststellen in hoeverre de aangeboden leerinhouden aansluiten bij de onderwijsbehoeften van de leerlingenpopulatie. In dit kader is het mede van belang dat er een goede relatie en afstemming plaatsvindt tussen voorschoolse voorzieningen en de onderbouw van de basisschool; • afspraken moet maken over zowel de procedure, de verslaglegging als hoe om te gaan met de uitkomsten van de evaluaties; • vervolgbeleid moet vaststellen ter verbetering van de leerresultaten (op schoolniveau). Basisschool Oetkomst werkt met een verantwoord aanbod basisvaardigheden. Het leerstofaanbod Nederlandse taal en rekenen en wiskunde voldoet aan de kerndoelen. Voor het leerstofaanbod van de taalmethode en de methode rekenen en wiskunde heeft de school zodanige afspraken gemaakt, dat de kernleerinhouden aangeboden worden tot en met het niveau groep 8. Dit blijkt uit de groepsadministratie en de resultaten van het toetsinstrumentarium. De inspectie concludeert dat de aandacht voor een brede persoonlijke ontwikkeling van leerlingen vergroot kan worden. Eén van de aspecten daarvan is de kunstzinnige oriëntatie. PKO rapport o.b.s. Oetkomst - 1 en 3 maart 2005
13
Ook constateert de inspectie dat de doorgaande lijn in het leerstofaanbod niet op alle onderdelen gewaarborgd is. In de groepen 3 tot en met 8 wordt de doorgaande lijn vooral bepaald door de methoden. Tussen leraren van opeenvolgende groepen vindt overleg plaats ten behoeve van de aansluiting van de leerstof. Echter het ontwikkelingsaanbod voor het jonge kind in de groepen 1 en 2 is niet vastgelegd. Een dergelijk overzicht zou de basis moeten vormen voor de invulling van de onderwijsactiviteiten. Wel maken leraren gebruik van actuele bronnenboeken, die passen bij de methoden in groep 3 tot en met 8. Zowel via de methoden voor de basisvaardigheden als de orthotheek beschikt de school over voldoende basismaterialen in het kader van zorgleerlingen en meerbegaafde leerlingen. Andere aandachtspunten vormen de leergebiedoverstijgende kerndoelen, met name het ontwikkelen van een zelfstandige leerhouding en het omgaan met nieuwe media (ICT). Het opdoen van sociale vaardigheden heeft wel een vaste plaats in het onderwijsaanbod. Leerlingen krijgen voldoende onderwijstijd aangeboden om zich het leerstofaanbod eigen te maken. De beschikbare onderwijstijd voor de basisvaardigheden van groep 3 tot en met groep 8 wordt evenwichtig ingezet. De school gaat doelmatig om met de beschikbare tijd. Op schoolniveau zijn afspraken gemaakt over school- en klassenregels, de klassenorganisatie en de wijze waarop leraren de lessen inrichten. Mede daardoor heerst er tijdens de lessen orde en in de meeste gevallen een productieve werksfeer in de groepen. Voor individuele (of groepjes van) leerlingen wordt niet op een gevarieerde wijze van de onderwijstijd gebruik gemaakt. Wel wordt voor bepaalde leerlingen de beschikbare tijd ingevuld door te werken met handelingsplannen en in verschillende groepen worden thuiswerkopdrachten en huiswerk op een structurele wijze aangeboden. De inspectie is van mening dat het didactisch handelen van de leraren het leren van de leerlingen over het algemeen ondersteunt. Dit uit zich onder andere in een actieve betrokkenheid van leerlingen bij de onderwijsactiviteiten. Leerlingen zijn geconcentreerd en taakgericht bezig met hun werk en nemen op een actieve manier deel aan het onderwijsleerproces. Wel wordt opgemerkt dat de lessen/activiteiten vooral een klassikaal karakter hebben. Leerlingen worden leerinhouden aangeboden die passen bij hun onderwijsbehoeften. In voldoende mate wordt de verwerking van de leerstof op een gedifferentieerde wijze ingezet. In de geobserveerde lessen wordt tijdens de instructie een overwegend klassikale aanpak gehanteerd. Het adaptieve karakter is sterk in ontwikkeling. Verschillende groepen beschikken over een instructietafel en er wordt een dusdanig klassenmanagement gevoerd, dat leerlingen zelfstandig werken en de leraar gerichte activiteiten naar (zorg)leerlingen kan uitvoeren. De school volgt op een systematische wijze de vorderingen van de leerlingen. In dit kader gebruikt de school een valide en betrouwbaar toetsinstrumentarium in alle leerjaren. Bovendien benut de school een procesgerichte instrument in de kleuterbouw en methodegebonden toetsen voor de basisvaardigheden in de groepen 3 tot en met 8. De inspectie merkt op dat de administratie van het leerlingvolgsysteem uniform is. In relatie tot de aanbodgebonden toetsing en de administratie daarvan in de groepsadministraties, kan de school meer eenduidige afspraken maken over foutenanalyses en verder diagnostisch handelen. PKO rapport o.b.s. Oetkomst - 1 en 3 maart 2005
14
Alhoewel de school voorziet in een basisvoorziening voor de leerlingenzorg, is de zorg niet een gemeenschappelijke aangelegenheid. Leerlingresultaten, analysegegevens en voortgangsrapportages worden geadministreerd in zorgmappen en het centrale leerlingendossier. De school heeft een systeem van leerlingenzorg dat ertoe leidt dat zorgleerlingen planmatig extra hulp krijgen. De zorgstructuur wordt gekenmerkt door aandacht voor preventieve zorg in de groepen en door overleg tussen intern begeleider en groepsleraren. Hierdoor is de school in staat om vroegtijdig (mogelijke) zorgleerlingen op te sporen en extra hulp te bieden. Er is een structuur van leerlingbesprekingen en overleg tussen intern begeleider en externe deskundigen. De handelingsplannen worden in toenemende mate door de groepsleraar opgesteld, eventueel met ondersteuning van de intern begeleider. De documenten voldoen aan de eisen van een beschrijving van de beginsituatie, geformuleerde streefdoelen, de organisatie van de hulp en de termijn waarop wordt geëvalueerd. De inspectie merkt op, dat de geboden hulp gerichter kan plaatsvinden door de streefdoelen concreter te formuleren en de uitkomsten van de evaluatie, met de consequenties over de voortgang, op het handelingsplan zelf te vermelden. In geval van een verlenging van de leerweg of van het overgaan op een individuele leerweg vindt er overleg plaats zowel in de school als met ouders. Deze procedures heeft de school vastgelegd. Zoals eerder beschreven is, zijn de ouders van mening dat de geboden zorg en de communicatie over de zorg leraarafhankelijk is. Ofschoon essentiële aspecten van het primaire onderwijsleerproces als voldoende zijn gewaardeerd, heeft de inspectie een aantal onderdelen aangemerkt die op schoolniveau een kwaliteitsverbetering behoeven. • Leerstofaanbod: de school zal zorg moeten dragen voor een breed onderwijsaanbod, passend bij de kerndoelen en de onderwijsbehoeften van de leerlingen. • Onderwijsleerproces: leraren kunnen meer uiting geven aan een goede lesindeling. Niet alle leraren besteden in hun les op een expliciete wijze aandacht aan de terugblik, het activeren van voorkennis, het doel en de afronding van de les. Leerlingen kunnen in meer specifieke zin ondersteund worden in het toepassen van leer- en denkstrategieën. Ook kan de onderlinge interactie tussen leerlingen over oplossingsmogelijkheden en strategisch handelen meer gestimuleerd worden. Bovendien kunnen leraren meer stelselmatig reflecteren op leerprocessen van leerlingen. In preventieve zin kunnen leraren de uitleg meer differentiëren door aparte voor-, her- of neveninstructies aan te bieden, maar ook door leerlingen die minder instructies behoeven op een eerder tijdstip aan het werk te zetten. Leraren kunnen dit aspect zichtbaar maken in de groepsadministratie onder andere door voor de basisvaardigheden een overzicht te geven van kenmerken van leerlingen in relatie tot de benodigde instructievorm. Het onderwijsleerproces zal vooral een meer adaptief karakter moeten hebben.
PKO rapport o.b.s. Oetkomst - 1 en 3 maart 2005
15
•
Zorg en begeleiding: het is essentieel dat de zorg plaatsvindt vanuit een gemeenschappelijk referentiekader en volgens de in het zorgprofiel vastgelegde procedures en protocollen. Een aandachtspunt is het planmatig vastleggen van de zorg binnen de groep en het monitoren van afspraken en de voortgang van de zorg door de intern begeleider. Ook is voor een goede voortgang van de zorg een periodiek overleg tussen intern begeleider en schoolleider van belang.
De verbeteractiviteiten hebben een kans van slagen indien er een versterking plaatsvindt van het leraarhandelen en er teamgericht gehandeld wordt vanuit gericht onderwijskundig management. Dit zal (op termijn) mede een bijdrage kunnen leveren aan een meer stabiel patroon van opbrengstgegevens.
PKO rapport o.b.s. Oetkomst - 1 en 3 maart 2005
16
5 VERVOLG VAN HET TOEZICHT Op basis van dit PKO heeft de inspectie geen aanwijzingen gegeven met betrekking tot wettelijke bepalingen waaraan de school niet voldoet. De schoolgids en het schoolplan voldoen aan de bedoelingen van de wetgever. Wel merkt de inspectie op dat de samenstelling van de klachtencommissie in de schoolgids moet worden opgenomen. De bevindingen in dit PKO leiden tot de volgende conclusie over het vervolg van het toezicht (toezichtarrangement). Het volgende bezoek van de inspectie zal plaatsvinden volgens de reguliere planning van vervolgtoezicht.
PKO rapport o.b.s. Oetkomst - 1 en 3 maart 2005
17
BIJLAGE I Overzicht waardering indicatoren Bij elk kwaliteitsaspect (hoofdstuk 3) zijn indicatoren geformuleerd. Deze bijlage geeft een overzicht van die indicatoren met de waardering die de inspectie daaraan heeft toegekend. In de waardering is tot uitdrukking gebracht in welke mate de indicatoren bijdragen aan de kwaliteit van het desbetreffende kwaliteitsaspect: 1 draagt niet of nauwelijks bij; 2 draagt onvoldoende bij; 3 draagt voldoende bij; 4 draagt in hoge mate bij. 5 Bij het domein 'Opbrengsten' is ook de categorie '5' (betekent 'niet te beoordelen') toegevoegd. In sommige gevallen kan de inspectie hier namelijk geen gefundeerd oordeel geven. Bij elk kwaliteitsaspect is een beslisregel geformuleerd. Deze beslisregel geeft aan welke indicatoren ten minste in voldoende mate van toepassing moeten zijn voor een waardering 'voldoende' voor het kwaliteitsaspect. Dit vormt de onderbouwing van het kwaliteitsprofiel van de school, zoals dat is gepresenteerd in hoofdstuk 3. Onder iedere tabel is een ruimte voor toelichting. De inspectie geeft hier een toelichting als zij afwijkt van de beslisregel.
PKO rapport o.b.s. Oetkomst - 1 en 3 maart 2005
19
Overzicht van o.b.s. Oetkomst Domein 'Zorg voor kwaliteit' Kwaliteitsaspect: Kwaliteitszorg De school bewaakt systematisch de kwaliteit van het onderwijs en neemt maatregelen om de kwaliteit te behouden en zo nodig te verbeteren.
1
2
3
4
3
4
l
1 2 1.1 De school heeft inzicht in de eigen uitgangssituatie. l 1.2 De school heeft haar doelen geformuleerd. 1.3 De school evalueert systematisch de kwaliteit van haar opbrengsten en van het onderwijs en leren. 1.4 De school werkt gericht aan verbetering van de kwaliteit van l haar onderwijs. 1.5 De school legt verantwoording af aan belanghebbenden over de gerealiseerde onderwijskwaliteit. 1.6 De zorg voor kwaliteit is systematisch. l Beslisregel: Voor een waardering 'voldoende' dragen ten minste de volgende indicatoren 'voldoende' bij: indicator 1.4 en twee van de andere indicatoren.
l l
l
Toelichting: Kwaliteitsaspect: Toetsing De school waarborgt de kwaliteit van de toetsing.
1
2
3 l 3
4
3
4
1 2 2.1 De school waarborgt de kwaliteit van de toetsing aan het l einde van het primair onderwijs. 2.2 De school waarborgt de kwaliteit van de toetsing gedurende l de schoolloopbaan van leerlingen. Beslisregel: Voor een waardering 'voldoende' dragen ten minste de volgende indicatoren 'voldoende' bij: één van de twee indicatoren.
4
Toelichting:
Domein 'Onderwijs en leren' Kwaliteitsaspect: Leerstofaanbod Het leerstofaanbod stelt leerlingen in staat zich optimaal te ontwikkelen en voor te bereiden op het vervolgonderwijs.
1
2
1
2
l
3 3.1 Het leerstofaanbod bereidt leerlingen voor op het l vervolgonderwijs. 3.2 De school voorziet in een breed aanbod gericht op de l verwerving van kennis, inzicht, vaardigheden en houdingen. 3.3 Het leerstofaanbod vertoont samenhang. l 3.4 Het leerstofaanbod is afgestemd op de onderwijsbehoeften l van de leerlingen. Beslisregel: Voor een waardering 'voldoende' dragen ten minste de volgende indicatoren 'voldoende' bij: indicatoren 3.1 en 3.4.
4
Toelichting:
PKO rapport o.b.s. Oetkomst - 1 en 3 maart 2005
20
Kwaliteitsaspect: Tijd Leerlingen krijgen voldoende tijd om zich het leerstofaanbod eigen te maken.
1
2
1
2
1
2
1
2
3
4
l
3 4.1 De school programmeert voldoende onderwijstijd. l 4.2 De leertijd is voor leerlingen voldoende om zich het l leerstofaanbod eigen te maken. 4.3 De tijd voor onderwijs en leren is afgestemd op de l onderwijsbehoeften van leerlingen. Beslisregel: Voor een waardering 'voldoende' dragen ten minste de volgende indicatoren 'voldoende' bij: indicatoren 4.1 en 4.2.
4
Toelichting: Kwaliteitsaspect: Onderwijsleerproces De onderwijsleersituaties bieden leerlingen voldoende gelegenheid, uitdaging en ondersteuning voor het leren.
3
4
l
5.1 De school zorgt voor een functionele en uitdagende leeromgeving. 5.2 De onderwijsactiviteiten zijn gestructureerd en doelmatig. 5.3 Leraren zorgen voor voldoende ondersteuning en uitdaging van de leerlingen. 5.4 Leraren begeleiden op een systematische en stimulerende l wijze onderwijsleerprocessen. 5.5 Leerlingen zijn actief gericht op leren. 5.6 Leraren volgen de vorderingen en ontwikkeling van hun leerlingen. 5.7 Leraren zorgen ervoor dat het onderwijsleerproces is l afgestemd op de onderwijsbehoeften van de leerlingen. Beslisregel: Voor een waardering 'voldoende' dragen ten minste de volgende indicatoren 'voldoende' bij: indicatoren 5.2, 5.3, en 5.6 en één van de andere indicatoren.
3
4
l l l
l l
Toelichting: Kwaliteitsaspect: Schoolklimaat De school zorgt voor een veilig, ondersteunend en uitdagend schoolklimaat.
1
2
1 2 6.1 Personeelsleden en leerlingen gaan op een positieve manier met elkaar om. 6.2 De school zorgt voor een aangename, motiverende omgeving voor leerlingen. 6.3 De school zorgt voor een aangename, stimulerende l werkomgeving voor personeelsleden. 6.4 De school stimuleert de betrokkenheid van ouders en verzorgers. 6.5 De school speelt een functionele rol binnen de lokale en l regionale gemeenschap. 6.6 De school zorgt voor veiligheid. Beslisregel: Voor een waardering 'voldoende' dragen ten minste de volgende indicatoren 'voldoende' bij: indicatoren 6.1, 6.2 en 6.6 en één van de andere indicatoren.
3
4
l 3
4
l l
l
l
Toelichting:
PKO rapport o.b.s. Oetkomst - 1 en 3 maart 2005
21
Kwaliteitsaspect: Zorg en begeleiding
1
De school begeleidt leerlingen systematisch tijdens hun schoolloopbaan en bij de keuze voor vervolgonderwijs en zorgt voor een systematische begeleiding van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften.
2
3
4
l
1 2 7.1 De school kent gunstige voorwaarden voor de begeleiding l van leerlingen. 7.2 De school begeleidt leerlingen systematisch tijdens hun schoolloopbaan. 7.3 De school kent gunstige voorwaarden voor de begeleiding van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften. 7.4 De school zorgt voor begeleiding van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften. 7.5 De school betrekt ouders/verzorgers bij de zorg en l begeleiding van de leerlingen. Beslisregel: Voor een waardering 'voldoende' dragen ten minste de volgende indicatoren 'voldoende' bij: indicatoren 7.2, 7.3 en 7.4.
3
4
l l l
Toelichting:
Domein 'Opbrengsten' Kwaliteitsaspect: Opbrengsten
4
5
1 2 3 4 8.1 De resultaten liggen ten minste op het niveau dat mag l worden verwacht. 8.2 De leerlingen beheersen aan het einde van de opleiding l vaardigheden op een niveau dat mag worden verwacht. 8.3 Leerlingen ontwikkelen zich naar verwachting. 8.4 Leerlingen vervolgen met succes hun schoolloopbaan. Beslisregel: Voor een waardering 'voldoende' dragen ten minste de volgende indicatoren 'voldoende' bij: indicatoren 8.1 en 8.3.
5
De prestaties van leerlingen liggen ten minste op het niveau dat op grond van hun kenmerken mag worden verwacht.
1
2
3 l
l l
Toelichting:
PKO rapport o.b.s. Oetkomst - 1 en 3 maart 2005
22
BIJLAGE II
Kwaliteitsaspect 1: Kwaliteitszorg Toelichting: Scholen zijn primair zelf verantwoordelijk voor de kwaliteit van het gegeven onderwijs. In de Wet op het primair onderwijs wordt voorgeschreven dat scholen een kwaliteitszorgbeleid dienen te voeren. Dit beleid moet ook in het schoolplan beschreven zijn. Kwaliteitszorg betreft activiteiten die erop gericht zijn de kwaliteit van het onderwijs te bepalen, te bewaken, te borgen en te verbeteren. Elke school zal daartoe, rekening houdend met de kenmerken van de leerlingen en met de wensen van belanghebbenden uit de omgeving van de school, dienen aan te geven wat zij onder kwalitatief goed onderwijs verstaat. Ze zal die opvattingen dienen te vertalen in doelen en zal systematisch moeten nagaan of zij die doelen ook bereikt. Op basis daarvan zal zij zich doelen voor verdere verbetering moeten stellen, die worden opgenomen in een meerjarig schoolontwikkelingstraject. Ze zal vervolgens dienen na te gaan wat de effecten van die verbeteractiviteiten zijn en zal daarover dienen te communiceren met de betrokken geledingen. Het geheel kenmerkt zich door een cyclische aanpak. Kwaliteitsaspect 2: Toetsing Toelichting: Regelmatig nagaan of leerlingen de aangeboden leerstof beheersen en/of bepaalde leerdoelen bereikt hebben, is belangrijk. Bovendien kan uit de opbrengsten van het onderwijs worden afgeleid hoe een school haar functies vervult en haar doelstellingen bereikt. Derhalve gaat de inspectie na in hoeverre de school de kwaliteit van toetsinstrumenten en het juiste gebruik ervan garandeert. Kwaliteitsaspect 3: Leerstofaanbod Toelichting: Het leerstofaanbod, dat de kennis, vaardigheden en houdingen bepaalt die leerlingen door het onderwijs kunnen verwerven, dient leerlingen in staat te stellen zich optimaal te ontwikkelen en voor te bereiden op het vervolgonderwijs. Daarom behoort het te voldoen aan de kerndoelen en te voorzien in een breed aanbod van kennis, vaardigheden en houdingen. Bovendien dient het voldoende structuur en samenhang te vertonen en afgestemd te zijn op de onderwijsbehoeften van de leerlingen. Kwaliteitsaspect 4: Tijd Toelichting: Een noodzakelijke voorwaarde voor leren is dat leerlingen ook de tijd hebben om zich het leerstofaanbod eigen te maken. Een school behoort daarom voldoende onderwijstijd te programmeren en deze evenwichtig over de vakken te verdelen. Daarnaast dient de onderwijstijd efficiënt te worden ingezet en te worden afgestemd op de onderwijsbehoeften van leerlingen.
PKO rapport o.b.s. Oetkomst - 1 en 3 maart 2005
23
Kwaliteitsaspect 5: Onderwijsleerproces Toelichting: De onderwijsleersituaties dienen leerlingen voldoende gelegenheid, uitdaging en ondersteuning te bieden voor het leren. Daartoe behoort er sprake te zijn van een functionele en uitdagende leeromgeving, waarbinnen gestructureerde en doelmatige onderwijsactiviteiten plaatsvinden. De leerlingen dienen zich ondersteund en uitgedaagd te voelen. Er behoort sprake te zijn van een systematische en stimulerende begeleiding van onderwijsleerprocesse n en van leerlingen die actief zijn gericht op leren. Bovendien dienen leraren de vorderingen en ontwikkeling van leerlingen te volgen en het onderwijsleerproces af te stemmen op de onderwijsbehoeften van de leerlingen. Kwaliteitsaspect 6: Schoolklimaat Toelichting: De school hoort voor een veilig, ondersteunend en uitdagend schoolklimaat te zorgen. Dit dient tot uiting te komen in de positieve manier waarop personeelsleden en leerlingen met elkaar omgaan, in een aangename en motiverende omgeving voor leerlingen en leraren, in een goede betrokkenheid van ouders bij de school, in de functionele rol die de school speelt in de gemeenschap en in de zorg die er is voor veiligheid. Kwaliteitsaspect 7: Zorg en begeleiding Toelichting: De school behoort leerlingen systematisch te begeleiden tijdens hun schoolloopbaan en bij de keuze voor vervolgonderwijs. Daarnaast dient ze te zorgen voor een systematische begeleiding van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften. Daartoe is het nodig dat de school gunstige voorwaarden kent voor de begeleiding van leerlingen, dat er duidelijke procedures zijn voor in-, door - en uitstroom en dat er functionele contacten zijn met scholen waar leerlingen vandaan komen of naartoe gaan. Leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften behoren tijdig te worden gesignaleerd en ook op planmatige wijze hulp te krijgen. De school behoort ouders in voldoende mate bij de begeleiding te betrekken. Kwaliteitsaspect 8: Opbrengsten Toelichting: Bij het kwaliteitsaspect opbrengsten wordt nagegaan of de prestaties van leerlingen ten minste het niveau hebben dat op grond van de kenmerken van de populatie leerlingen verwacht mag worden. Dit betreft zowel de leerresultaten aan het einde als gedurende de schoolperiode, alsook de beheersing van een aantal vaardigheden die voor maatschappelijk functioneren gewenst zijn. Daarnaast is er aandacht voor aantallen zittenblijvers en verwijzingen in relatie tot het totaal aantal leerlingen van de school. Ten slotte worden ook de adviezen voor het voortgezet onderwijs en het functioneren van de leerlingen in het voortgezet onderwijs hierbij betrokken.
PKO rapport o.b.s. Oetkomst - 1 en 3 maart 2005
24