RAPPORT ONDERZOEK REKENEN-WISKUNDE BASISSCHOOL DEN DIJK
School Plaats BRIN-nummer Onderzoeksnummer
: : : :
Basisschool Den Dijk Odiliapeel 05YW 95105
Datum schoolbezoek Datum vaststelling
: 23 augustus 2007 : 10 oktober 2007
INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING ................................................................................................... 5 2 KWALITEITSPROFIEL REKENEN-WISKUNDE ................................................ 7 3 BESCHOUWING REKEN-WISKUNDEONDERWIJS......................................... 9
Rapport onderzoek rekenen-wiskunde, Basisschool Den Dijk, d.d. 23 augustus 2007
3
1 INLEIDING Het onderzoek rekenen-wiskunde Op 23 augustus 2007 bezocht de Inspectie van het Onderwijs basisschool Den Dijk in het kader van een themaonderzoek rekenen-wiskunde. Dit onderzoek verving het reguliere PKO. Tijdens dit onderzoek onderzocht de inspectie de kwaliteit van het rekenwiskundeonderwijs op de school. Het gaat hierbij om indicatoren die betrekking hebben op het aanbod, de onderwijstijd, het didactisch handelen van leraren, de afstemming op de onderwijsbehoeften van leerlingen, de actieve en zelfstandige rol van leerlingen, de begeleiding, de zorg, de resultaten en de ontwikkeling van leerlingen. De indicatoren zijn specifiek voor het leer- en vormingsgebied rekenen-wiskunde geformuleerd. Indien de school in het kader van zelfevaluatie over een bepaalde indicator of over een bepaald kwaliteitsaspect dat een relatie heeft met het rekenwiskundeonderwijs voldoende betrouwbare en valide gegevens heeft verzameld kan in overleg tussen school en inspectie besloten worden om de oordelen uit de zelfevaluatie alleen te verifiëren en deze niet zelf opnieuw te onderzoeken. Zo sluit de inspectie niet alleen aan bij de specifieke situatie van de school, maar wordt de school bovendien niet onnodig belast. Uw school heeft naast de schoolgids en het schoolplan geen documenten ingestuurd die op uw zelfevaluatie-activiteiten betrekking hebben. De opzet van het onderzoek Het onderzoek bestond uit de volgende activiteiten. • Onderzoek en analyse van documenten en gegevens over de school die bij de inspectie aanwezig zijn. • Analyse van documenten die de school voorafgaand aan het schoolbezoek heeft toegestuurd. • Schoolbezoek, waarbij in een aantal groepen de onderwijspraktijk is geobserveerd door het bijwonen van lessen rekenen en wiskunde. Deze lesbezoeken vonden plaats in de groepen 2, 4, 6 en 8. • Bovendien heeft de inspectie over de kwaliteit van de indicatoren gesprekken gevoerd met de directie en de intern begeleiders. • Aan het eind van het schoolbezoek heeft de inspectie de kwaliteitsoordelen en de conclusies van het schoolbezoek besproken met directie en intern begeleiders. Daarbij was geen vertegenwoordiging van het bevoegd gezag aanwezig.
De inhoud van het rapport Het onderzoek naar de kwaliteit van het onderwijs levert een kwaliteitsprofiel op van de school (hoofdstuk 2). Vervolgens wordt in hoofdstuk 3 een beschouwing gegeven over de geconstateerde kwaliteit van het rekenwiskundeonderwijs.
Rapport onderzoek rekenen-wiskunde, Basisschool Den Dijk, d.d. 23 augustus 2007
5
2 KWALITEITSPROFIEL REKENEN-WISKUNDE Het kwaliteitsprofiel geeft een overzicht van de waarderingen die de inspectie heeft toegekend aan indicatoren voor het reken-wiskundeonderwijs. In de waardering is tot uitdrukking gebracht in welke mate de indicatoren bijdragen aan de kwaliteit van het onderwijs: 1. draagt niet of nauwelijks bij; 2. draagt onvoldoende bij; 3. draagt voldoende bij; 4. draagt in hoge mate bij; 5. niet te beoordelen (alleen bij Resultaten en Ontwikkeling van leerlingen). Deze waardering is gegeven indien de school over bepaalde indicatoren geen betrouwbare en valide gegevens beschikbaar heeft. Het kwaliteitsprofiel van Basisschool Den Dijk
Leerstofaanbod 3.1 De aangeboden leerinhouden voor rekenen-wiskunde zijn dekkend voor de kerndoelen 3.4 De leerinhouden voor rekenen-wiskunde worden aan voldoende leerlingen aangeboden tot en met het niveau van groep 8 3.5 De leerinhouden voor rekenen-wiskunde in de verschillende leerjaren sluiten op elkaar aan 3.6 De leerinhouden voor rekenen-wiskunde zijn afgestemd op de onderwijsbehoeften van individuele leerlingen
Tijd 4.4 De leraren maken efficiënt gebruik van de geplande onderwijstijd voor rekenen-wiskunde 4.5 De school stemt de hoeveelheid tijd voor leren en onderwijzen bij rekenen-wiskunde af op de onderwijsbehoeften van leerlingen
Didactisch handelen van leraren 6.1 De leraren realiseren een taakgerichte werksfeer tijdens de lessen rekenen-wiskunde 6.3 De leraren leggen bij rekenen-wiskunde duidelijk uit 6.5 De leraren bevorderen strategisch denken 6.9 De leraren dragen met behulp van leer- en hulpmiddelen bij aan een ondersteunende leeromgeving.
1
2
3
4
l l l l
1
2
3
4
l l
1
2
3
4
l l l
Rapport onderzoek rekenen-wiskunde, Basisschool Den Dijk, d.d. 23 augustus 2007
l
7
Afstemming 7.1 De leraren volgen de vorderingen van hun leerlingen in rekenen-wiskunde systematisch 7.2 De leraren analyseren de vorderingen van de leerlingen om vast te stellen wat bij rekenen-wiskunde de aanpassingen van het aanbod en/of het onderwijsleerproces moeten zijn voor de groep 7.3 De leraren stemmen de instructie en verwerking bij rekenenwiskunde af op de verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen
Actieve en zelfstandige rol van leerlingen 8.1 De leerlingen zijn actief betrokken bij de onderwijsactiviteiten in het kader van rekenen-wiskunde
Begeleiding 10.1 De school gebruikt een samenhangend systeem van instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen met betrekking tot rekenenwiskunde
Zorg 11.2 Op basis van een analyse van de verzamelde gegevens met betrekking tot rekenen-wiskunde, bepaalt de school de aard van de zorg voor de zorgleerlingen 11.3 De school voert de zorg planmatig uit 11.4 De school gaat de effecten van de zorg na
Resultaten 12.1 De resultaten van de leerlingen voor rekenen-wiskunde liggen aan het eind van de schoolperiode ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht
Ontwikkeling van leerlingen 13.1 De resultaten van de leerlingen voor rekenen-wiskunde tijdens de schoolperiode liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht
1
1
2
3
4
l l l
1
2
3
4
l
1
2
3
4
l
1
2
3
4
l l l
2
3
4
5
4
5
l
1
2
3 l
Rapport onderzoek rekenen-wiskunde, Basisschool Den Dijk, d.d. 23 augustus 2007
8
3 BESCHOUWING REKEN-WISKUNDEONDERWIJS Algemeen beeld De inspectie constateert dat de opbrengsten van het reken-wiskundeonderwijs op basisschool Den Dijk gemiddeld genomen op het niveau liggen dat mag worden verwacht. Het merendeel van de indicatoren die betrekking hebben op het onderwijsleerproces dragen hieraan bij. Nog onvoldoende, maar wel in ontwikkeling zijn de differentiatie in onderwijstijd en de bevordering van het strategisch denken van leerlingen. Ook over de leerlingenzorg oordeelt de inspectie overwegend positief. Het oordeel heeft betrekking op de school als geheel en op de bezochte groepen 2, 4, 6 en 8 in het bijzonder. Wel heeft de inspectie kanttekeningen geplaatst bij de probleemanalyse ten behoeve van enkele leerlingen uit groep 7 die hardnekkige rekenproblemen vertonen en op een afbuigende leerlijn terechtgekomen zijn. Toelichting De opbrengsten De eindresultaten van de leerlingen op de Eindtoets liggen voor rekenen en wiskunde gedurende de afgelopen drie jaar enigszins boven het gemiddelde dat geldt voor scholen met een vergelijkbare leerlingenpopulatie. Ook de resultaten voor rekenen en wiskunde gedurende de basisschoolperiode beoordeelt de inspectie met een voldoende. Voor dit oordeel baseert zij zich op de opbrengstgegevens van de groepen 4 en 6 van het afgelopen schooljaar. Voor groep 4 zijn de resultaten zondermeer voldoende. Bij groep 6 liggen de resultaten enigszins onder de norm. Inzage in de tussenresultaten van zowel alle andere groepen gedurende hetzelfde schooljaar als van de groepen 6 in de voorafgaande jaren maakt echter duidelijk dat hier van een uitzonderlijke situatie sprake is. Ook de resultaten van de Entreetoets van groep 7 voldoen ruimschoots aan de norm. Het onderwijs en leren Het leerstofaanbod voor rekenen-wiskunde is dekkend voor de kerndoelen en komt voldoende tegemoet aan de onderwijsbehoeften van de leerlingenpopulatie. Met de weloverwogen vervroegde invoering van de nieuwe versie van Schatkist heeft de school ook het aanbod voor beginnende gecijferdheid in de kleutergroepen versterkt en daarmee de doorgaande lijn naar groep 3 gewaarborgd. Extra materialen en middelen maken een afstemming op verschillen mogelijk. De computer wordt structureel voor alle leerlingen ingezet als aanvulling op de methode en om het automatiseren te bevorderen. De meeste leerlingen in groep 8 werken op het niveau van dit leerjaar. Twee leerlingen hebben sinds midden groep 7 een eigen leerlijn met een aangepast rekenprogramma. Leerlingen die meer aankunnen volgen de methode in een sneller tempo en krijgen extra leerstof ter verrijking en verbreding. De hoeveelheid leertijd beoordeelt de inspectie met een voldoende. Leraren maken over het algemeen efficiënt gebruik van de geplande onderwijstijd. Er is sprake van duidelijke afspraken en een goed klassenmanagement. Nog onvoldoende is de afstemming in onderwijstijd. Deze blijft beperkt tot tempodifferentiatie. Het komt nauwelijks voor dat individuele of groepen leerlingen meer of minder tijd besteden aan rekenen en wiskunde dan regulier gepland is. Rapport onderzoek rekenen-wiskunde, Basisschool Den Dijk, d.d. 23 augustus 2007
9
Het didactisch handelen van de leraren is over het algemeen van voldoende niveau en bevordert in voldoende mate de actieve betrokkenheid van de leerlingen. Orde en structuur kenmerken de lessen. In de meeste gevallen leggen de leraren duidelijk uit. Zowel bij de instructie als bij de verwerking maken leraren gebruik van aanschouwelijk materiaal. In de onderbouw stimuleert bovendien de aankleding van het lokaal de wiskundige oriëntatie. Een ontwikkelpunt is het bevorderen van het strategisch denken. Leraren besteden weliswaar aandacht aan denk- en oplossingsstrategieën die de methode aanreikt, maar benutten met name bij de extra instructie onvoldoende expliciet de kansen om leerlingen zelf over oplossingswijzen te laten nadenken of deze met andere leerlingen te vergelijken. Ook over de drie indicatoren met betrekking tot afstemming oordeelt de inspectie overwegend positief. Leraren volgen de vorderingen en de ontwikkelingen van hun leerlingen op het gebied van rekenen en wiskunde met methodegebonden en methodeonafhankelijke toetsen. In de kleutergroepen worden tevens observaties uitgevoerd. In de groepsmappen zitten methodische materialen waarmee de leraren de vorderingen registreren en analyseren. Dit levert gegevens op over de verschillen in onderwijsbehoeften van de leerlingen en bepaalt mede op welke wijze de leraren de instructie en verwerking op de individuele leerlingen afstemmen. Hoewel de kwaliteit van de afstemming wisselend is, heeft de inspectie diverse goede voorbeelden gezien. Zo mogen sommige leerlingen eerder met de verwerking van de leerstof beginnen, terwijl anderen individueel of aan een instructietafel aanvullende instructie krijgen. Leerlingen bij wie op basis van toetsresultaten is vastgesteld dat ze meer aankunnen, worden in de gelegenheid gesteld zich de stof van de methode in een sneller tempo eigen te maken. Bovendien krijgen ze verrijkingsmateriaal, zoals plustaken en rekentoppers. Van differentiatie in het taakwerk is nog slechts in beperkte mate sprake. De school heeft dit en andere verbeterpunten in dit verband benoemd en is planmatig bezig het adaptieve onderwijs verder te versterken. De leerlingenzorg Ten slotte heeft de inspectie zich een beeld gevormd van de zorg en begeleiding die de school biedt aan leerlingen die problemen ondervinden op het gebied van rekenen-wiskunde. Op basisschool Den Dijk zijn de gemiddelde resultaten voor rekenen en wiskunde ruim voldoende. Het percentage leerlingen dat een leerachterstand vertoont is laag, waardoor ook het aantal handelingsplannen beperkt blijft. Een uitzondering vormt de huidige groep 7. In deze groep, die door een eenmalige toename van de instroom veel groter is dan gebruikelijk, had een aanzienlijk aantal leerlingen moeite met automatiseren. Met behulp van een groepshandelingsplan heeft de school geprobeerd het probleem op te lossen. Voor een kleine groep leerlingen had dit echter niet het gewenste effect. Deze leerlingen zijn uiteindelijk op een eigen leerlijn beland. De inspectie heeft erop gewezen dat de systematiek die hierbij gehanteerd is, een aantal kwetsbaarheden vertoont. Zo is onvoldoende duidelijk op basis van welke criteria tot de afbuigende leerlijn besloten is. De rekenproblemen van de leerlingen zijn onvoldoende grondig geanalyseerd om op basis daarvan handelingsgericht zorg en begeleiding te kunnen bieden. Er zijn geen individuele handelingsplannen of dossierstukken waarmee de
Rapport onderzoek rekenen-wiskunde, Basisschool Den Dijk, d.d. 23 augustus 2007
10
gemaakte keuzes kunnen worden onderbouwd. Op dit moment hebben deze leerlingen een gezamenlijk begeleidingsplan. Daarin liggen de doelen voor uitstroom en het daarbij behorende onderwijsaanbod vast. Wat ontbreekt is een individueel ontwikkelingsperspectief, waarmee tussentijds kan worden vastgesteld of de leerling zich ook naar verwachting ontwikkelt en het optimale bereikt wordt.
Rapport onderzoek rekenen-wiskunde, Basisschool Den Dijk, d.d. 23 augustus 2007
11