Rapport luchtkwaliteit 2007 Gemeente Oegstgeest
Gemeente: Oegstgeest Datum: juni 2009
2
Samenvatting Dit rapport betreft de rapportage over de luchtkwaliteit van de gemeente Oegstgeest in de provincie Zuid-Holland voor het jaar 2007 conform de Wet luchtkwaliteit. Deze wet is per 15 november 2007 van kracht. Vanwege inwerkingtreding van het onderdeel luchtkwaliteitseisen in hoofdstuk 5 van de Wet milieubeheer (“wet luchtkwaliteit”), zijn een aantal zaken rondom rapportageplicht veranderd. Een belangrijk onderdeel is het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL), waarbinnen het rijk, de provincies en de gemeenten samenwerken om te kunnen voldoen aan de luchtkwaliteitseisen. In het kader van het NSL is een nieuw instrument, de saneringstool, ontwikkeld. De omvang van de saneringsopgave is op een eenduidige en uniforme wijze in kaart gebracht met behulp van de saneringstool. Het ministerie van VROM vindt dat consistentie in de gegevens ten aanzien van de rapportage van de luchtkwaliteit in Nederland van groot belang is. Daarom heeft ze besloten dat de jaarlijkse rapportage door gemeenten vanaf dit jaar (rapportage over 2007) met behulp van een rapportageversie van de saneringstool uitgevoerd moeten worden. Een belangrijk doel van de jaarlijkse rapportage is om de luchtkwaliteit te monitoren en op basis daarvan de nationale rapportage aan de Europese Unie op te stellen. Met de rapportagetool kan VROM in één keer deze nationale rapportage voor de EU maken. Het (voorheen) gebruikelijke traject van rapportages van gemeenten aan provincie en van provincie aan VROM wordt sinds 2008 niet meer gevolgd. Vanaf 2007 wordt de jaarlijkse rapportage via de rapportageversie van de saneringstool door Goudappel Coffeng in opdracht van VROM bekend gemaakt. Hierbij worden alleen de invoergegevens voor de berekeningen en de resultaten van de concentraties stikstofdioxide (NO2) en fijn stof (PM10) weergegeven. (Voor de overige stoffen (benzeen, koolmonoxide, lood, zwaveldioxide, ozon, arseen, cadmium, nikkel en benzo(a)pyreen) geldt dat in heel Nederland wordt voldaan aan de grenswaarden.)
Stikstofdioxide (NO2) Er komen geen overschrijdingen voor van de grenswaarde voor de jaargemiddelde concentratie van NO2 (40 g/m3).(provinciale/gemeentelijke wegen). Hierdoor worden geen personen blootgesteld aan een te hoge concentratie stikstofdioxide. In totaal wordt langs 0 meter snelweg A44 de grenswaarde voor stikstofdioxide overschreden. Hierbij worden geen personen aan te hoge concentraties blootgesteld. Fijn stof (PM10) Na aftrek van de zeezoutbijdrage, komen geen overschrijdingen van grenswaarde van de 24uurgemiddelde concentratie van fijn stof voor.
De jaargemiddelde concentratie van PM10 overschrijdt nergens de wettelijke grenswaarde (40 g/m3).
Er zijn langs de A44 geen overschrijdingen van de grenswaarden. Er worden dan ook geen personen aan te hoge concentraties blootgesteld.
Vergelijking rapportage 2006 en 2007 In de rapportage van 2006 zijn er langs de gemeentelijke/provinciale wegen zeven overschrijdingen van de grenswaarde voor stikstofdioxide geconstateerd. In 2007 zijn er geen overschrijdingen meer geconstateerd.
3
Net als in 2006 zijn er in 2007 geen overschrijdingen van de grenswaarde voor het jaargemiddelde fijn stof geconstateerd. Voor wat betreft het aantal overschrijdingen van het 24-uurgemiddelde fijn stof. In 2006 was het aantal overschrijdingen nog op vier locaties groter dan 35. In 2007 is het aantal overschrijdingen nergens groter dan 35. De afname van het aantal locaties met een overschrijding van de grenswaarde en de concentratiedaling ten opzichte van het voorgaande jaar wordt voornamelijk veroorzaakt door de actualisatie van het CAR II rekenmodel. In het CAR II model 7.0 is naast de actualisatie van de achtergrondconcentraties en meterologische gegevens, de dubbeltellingscorrectie aangepast, de meteogegevens specifieker toegewezen en een meer gedetailleerde beschrijving van de emissies van het o.a. verkeer. Hierdoor komen de resultaten van het CAR II model steeds beter overeen met de landelijke meetresultaten. Verder wordt er in dit model gerekend met gescheiden rijbanen. Indien in een binnenstedelijke situatie niet wordt gerekend met gescheiden rijbanen, blijken de resultaten te laag uit te vallen.
Conclusie Binnen de gemeente Oegstgeest worden er in 2007 langs de gemeentelijke/provinciale wegen geen grenswaarden overschreden. Er worden geen personen blootgesteld aan te hoge concentraties. Naar aanleiding van deze rapportage is de gemeente niet verplicht om voor het komende jaar plannen op te stellen ter verbetering van de luchtkwaliteit. Het is de verwachting dat door het schoner worden van de autotechniek de concentratie van met name stikstofdioxide alleen maar lager wordt. Er worden in de toekomst dan ook geen overschrijdingen van de grenswaarden verwacht. In totaal wordt langs 0 meter snelweg A44 de grenswaarde voor stikstofdioxide overschreden. Hierbij worden geen personen aan te hoge concentraties blootgesteld. Ook voor wat betreft fijn stof zijn er langs de A44 geen overschrijdingen van de grenswaarden. Er worden dan ook geen omwonenden aan te hoge concentraties blootgesteld.
4
Inhoudsopgave Samenvatting
3
1. Inleiding
6
1.1. Algemeen ___________________________________________________________________ 6 1.2. Wettelijk kader luchtkwaliteit __________________________________________________ 6 1.3. Milieubeleid__________________________________________________________________ 7 2. Gebruikte gegevens en methoden
8
2.1. Het CAR II model _____________________________________________________________ 8 3. Resultaten en beoordeling 2007
10
3.1. Stikstofdioxide______________________________________________________________ 10 3.2. Fijn stof ____________________________________________________________________ 10 3.3. Vergelijking rapportage 2006 en 2007 _________________________________________ 10 4. Toekomstverwachtingen
11
5. Conclusies
11
6. Bijlagen
11
5
1. Inleiding
1.1. Algemeen In dit rapport wordt de luchtkwaliteit van de gemeente Oegstgeest beschreven voor het jaar 2007. Vanwege inwerkingtreding van het onderdeel luchtkwaliteitseisen in hoofdstuk 5 van de Wet milieubeheer (“wet luchtkwaliteit”), zijn een aantal zaken rondom rapportageplicht veranderd. Een belangrijk onderdeel is het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL), waarbinnen het rijk, de provincies en de gemeenten samenwerken om te kunnen voldoen aan de luchtkwaliteitseisen. In het kader van het NSL is een nieuw instrument, de saneringstool, ontwikkeld. De omvang van de saneringsopgave is op een eenduidige en uniforme wijze in kaart gebracht met behulp van de saneringstool. Het ministerie van VROM vindt dat consistentie in de gegevens ten aanzien van de rapportage van de luchtkwaliteit in Nederland van groot belang is. Daarom heeft ze besloten dat de jaarlijkse rapportage door gemeenten vanaf dit jaar (rapportage over 2007) met behulp van een rapportageversie van de saneringstool uitgevoerd moeten worden. Een belangrijk doel van de jaarlijkse rapportage is om de luchtkwaliteit te monitoren en op basis daarvan de nationale rapportage aan de Europese Unie op te stellen. Met de rapportagetool kan VROM in één keer deze nationale rapportage voor de EU maken. Het (voorheen) gebruikelijke traject van rapportages van gemeenten aan provincie en van provincie aan VROM wordt sinds 2008 niet meer gevolgd. Daarom geldt er voor deze rapportage een andere planning. In de voorgaande jaren werd de rapportage luchtkwaliteit opgesteld door de milieudienst WestHolland. De benodigde verkeer- en andere invoergegevens werden door de milieudienst zelf verzameld. Deze werden in het meest recente CAR II model ingevoerd. De rekenresultaten vond u terug in tabellen en werden ook ter verduidelijking weergegeven op een plattegrond. Vanaf 2007 wordt de jaarlijkse rapportage via de rapportageversie van de saneringstool door Goudappel Coffeng in opdracht van VROM bekend gemaakt. Hierbij worden alleen de invoergegevens voor de berekeningen en de resultaten van de concentraties stikstofdioxide (NO2) en fijn stof (PM10) weergegeven. (Voor de overige stoffen (benzeen, koolmonoxide, lood, zwaveldioxide, ozon, arseen, cadmium, nikkel en benzo(a)pyreen) geldt dat in heel Nederland wordt voldaan aan de grenswaarden.) De milieudienst West-Holland heeft ter verduidelijking van de bovengenoemde resultaten dit rapport opgesteld. Wellicht ten overvloede wijst de milieudienst erop dat zij geen invloed heeft gehad op de resultaten die door VROM bekend zijn gemaakt. Er is alleen de mogelijkheid geweest om de invoergegevens in de rapportagetool te controleren en zonodig aan te vullen of te corrigeren. Dit heeft de milieudienst gedaan. Eventuele vragen over de resultaten zullen wij dan ook aan Infomil moeten stellen.
1.2. Wettelijk kader luchtkwaliteit Uit deze rapportage blijkt of de gemeente aan de wettelijke luchtkwaliteitsnormen uit de Wet milieubeheer voldoet. Op 15 november 2007 is de Wet milieubeheer gewijzigd. Aan hoofdstuk 5 is een titel toegevoegd: titel 5.2 luchtkwaliteitseisen. Deze regelgeving vervangt het Besluit luchtkwaliteit 2005.
6
Het doel van de wet is het beschermen van mens en milieu tegen de negatieve effecten van luchtverontreiniging. Daartoe zijn in de wet luchtkwaliteitsnormen vastgelegd. De normen zijn op basis van gezondheidskundige aspecten bepaald, maar ook onder de norm kunnen gezondheidseffecten optreden, zij het vooral bij mensen die er gevoelig voor zijn, zoals kinderen en ouderen. Bij concentraties onder de 40 μg/m3 neemt de kans op effecten wel geleidelijk af. Voor fijn stof is geen gezondheidskundige grenswaarde vast te stellen. De luchtkwaliteitsnormen zijn vastgelegd in de vorm van grenswaarden en plandrempels voor zwaveldioxide, stikstofdioxide, stikstofoxiden, zwevende deeltjes (PM10), lood, koolmonoxide, benzeen, ozon, arseen, cadmium, nikkel, benzo(a)pyreen opgenomen. Grenswaarden geven een niveau van de luchtkwaliteit aan dat, op een aangegeven tijdstip (2005 voor fijn stof en 2010 voor stikstofdioxide) moet zijn bereikt. Plandrempels geven het kwaliteitsniveau aan waarboven het maken van plannen verplicht is. Die plannen zijn erop gericht om uiterlijk op de bij de grenswaarden vermelde termijnen aan de grenswaarden te voldoen. Het niveau van de plandrempels ligt boven dat van de grenswaarden, en wordt jaarlijks aangescherpt tot het jaar wanneer de plandrempels op hetzelfde niveau liggen als de grenswaarden. Indien de grenswaarde wel wordt overschreden maar de voor dat jaar geldende plandrempel niet, is de verwachting dat de luchtkwaliteit zal verbeteren door het effect van generieke maatregelen. De gemeenten hoeven dan geen lokale maatregelen te treffen maar moeten voor die locaties wel jaarlijks de luchtkwaliteit vaststellen. Bij overschrijden van plandrempels zijn er wel lokale maatregelen nodig.
Tabel 1: Overzicht van luchtkwaliteitsnormen Stof Type norm NO2
Grenswaarde (jaargemiddelde in µg/m3) 3
Plandrempel (jaargemiddelde in µg/m ) PM10 Grenswaarde (jaargemiddelde in µg/m3) Grenswaarde (24-uurgemiddelde dat 35 keer per jaar mag worden overschreden in µg/m3)
2007
2008
2009
2010
40
40
40
40*
46
44
42
40
40
40
40
40
50
50
50
50
* Jaar waarin de grenswaarde voor de betreffende stof moet zijn gehaald.
1.3. Milieubeleid In 2003 is door de Milieudienst West-Holland het milieubeleidsplan 2003-2010 vastgesteld. De belangrijkste ambities ten aanzien van luchtkwaliteit in dit milieubeleidsplan zijn: In 2010 vinden geen overschrijdingen van de grenswaarden uit het besluit luchtkwaliteit meer plaats; Op het merendeel van de plaatsen waar mensen wonen, sporten of anderszins langdurig verblijven is de concentratie aan luchtverontreinigende stoffen beduidend lager dan de grenswaarden; Verkeer en bedrijvigheid veroorzaken minder luchtverontreiniging. In het kader van een tussentijdse evaluatie van genoemd milieubeleidsplan is de Milieuagenda 2010 opgesteld. De milieuagenda laat de resultaten zien van de afgelopen periode maar zet ook op de agenda wat er nog moet gebeuren om de doelstellingen van het milieubeleidsplan voor 2010 te halen. De in het milieubeleidsplan en de milieuagenda genoemde ambities op het gebied van luchtkwaliteit zullen, daar waar mogelijk, geconcretiseerd worden in specifieke maatregelen in het uitvoeringsprogramma milieu voor Oegstgeest. Deze maatregelen en de maatregelen uit de landelijke en provinciale actieprogramma’s moeten er voor zorgen dat bovenstaande doelen worden bereikt.
7
2. Gebruikte gegevens en methoden In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe de rapportage tot stand is gekomen. De rapportage 2007 is in opdracht van het ministerie van VROM gemaakt door Goudappel Coffeng. De benodigde gegevens in de rapportagetool heeft Goudappel Coffeng gehaald uit de Regionale verkeersmilieukaart (RVMK). In de RVMK zijn de verkeerscijfers voor het jaar 2005 opgenomen. Voor het bepalen van de verkeerscijfers voor 2007 is een groeipercentage van 1 % per jaar aangehouden. Rijkswaterstaat heeft de gegevens voor de snelwegen aangeleverd, de provincie voor de provinciale wegen. De berekening heeft plaatsgevonden volgens de `Regeling beoordeling luchtkwaliteit` die op 15 maart 2008 van toepassing was. In de rapportagetool is voor de berekeningen gebruik gemaakt van drie rekenmodellen: - het VLW-model van ECN voor autosnelwegen - het CAR II model versie 7.0 - Het pluim Snelweg model van TNO voor het onderliggend wegennet voorzover vallend binnen toepassingsbereik standaard rekenmethode 2. De resultaten van de drie modellen zijn in de rapportagetool gecumuleerd. Het uiteindelijke resultaat is een concentratie op 5 meter voor stikstofdioxide en 10 meter voor fijn stof. Verder is de concentratie op de gevel bepaald. De concentraties voor de gevel worden in dit rapport alleen getoond indien er op respectievelijk 5 of 10 meter van de wegrand overschrijdingen van de grenswaarden aanwezig zijn. Bij de berekening voor 2007 is bij de aanwezigheid van een middenberm, cumulatie van gescheiden rijbanen toegepast. Dit is een nieuwe systematiek die ook in de saneringstool wordt toegepast en die meer recht doet aan de invloed van beide rijbanen op de luchtkwaliteit. In veel binnenstedelijke situaties bleek namelijk de veronderstelling dat verkeersemissies worden uitgestoten vanaf het midden van de middenberm te leiden tot een onderschatting van de berekende concentraties. In voorgaande rapportagejaren is voor de luchtkwaliteit langs de wegen steeds het wegvak berekend met de hoogste concentraties stikstofdioxide en fijn stof. Voorwaarde bij de keuze van dit wegvak was wel dat het wegvak representatief moest zijn voor het overgrote deel van de weg. In deze rapportage is de luchtkwaliteit berekend voor ieder wegvak van ong. 100 meter. In de eerste planning zouden de resultaten van de rapportage 1 augustus 2008 beschikbaar zijn. Deze planning is niet gehaald. Uiteindelijk waren de resultaten vanaf 24 november 2008 beschikbaar. De resultaten zijn aangeleverd in de vorm van een plattegrond en spreadsheetbestand met de in- en uitvoergegevens. De plattegronden zijn in dit rapport terug te vinden. Hierop is naast de gemeentelijke- en provinciale wegen ook de luchtkwaliteit langs de rijkswegen te zien.
2.1. Het CAR II model Voor de berekeningen is gebruik gemaakt van het CAR II-model (versie 7.0.). Het CAR II model wordt jaarlijks door TNO in opdracht van het ministerie van VROM geactualiseerd met betrekking tot achtergrondconcentraties en meteorologische gegevens. In 2008 zijn er enkele aanpassingen in de Regeling beoordeling luchtkwaliteit 2007 (SRM1) doorgevoerd. Deze aanpassingen zijn verwerkt in CAR. Samengevat betreft het de volgende aanpassingen:
8
De dubbeltellingcorrectie is aangepast: naast kaarten met achtergrondconcentraties zal CAR gebruik maken van kaarten met dubbeltellingcorrecties die door VROM bekend worden gemaakt. De dubbeltelling strekt zich tot drie cellen aan weerzijden van een snelweg uit. De vuistregel voor dubbeltelling mag niet meer worden gebruikt.
De meteogegevens in SRM1, zijn specifieker toegewezen aan de locatie waarop gerekend wordt. CAR rekent met de meteofactor die behoort bij de gridcel van de gekozen rekenlocatie. De meteofactoren worden aangeboden via APS-bestanden.
Met ingang van 2008 voert het MNP de concentratieberekeningen ten behoeve van de Grootschalige Concentraties Nederland (GCN kaarten) voor alle bronnen uit op een resolutie van 1x1 km. Daarnaast is uitgegaan van een meer gedetailleerde of betere beschrijving van de emissies van verkeer, fijn stof uit stallen en fijn stof door op- en overslag activiteiten. Als gevolg hiervan zijn het hoofdwegennet en diverse andere bronnen beter zichtbaar in de GCNkaarten. De concentraties in de gridcellen waarbinnen hoofdwegen liggen, zullen nu bijvoorbeeld duidelijk hoger zijn dan nabijgelegen gridcellen waarbinnen geen hoofdwegen liggen.
CAR 7.0 is de implementatie van standaard rekenmethode 1 (zie Regeling beoordeling). CAR geeft inzicht in de luchtkwaliteit in straten en langs verkeerswegen. CAR II werkt op basis van klassen (straattypen, snelheidsklassen etc.). Mede door deze klasse-indeling is CAR II minder geschikt voor complexe situaties. Hiervoor zijn uitgebreidere modellen zoals bijvoorbeeld Computational Fluid Dynamics (CFD) modellen beschikbaar of kan windtunnelonderzoek worden uitgevoerd. De concentraties in straten en langs wegen kunnen ook worden vastgesteld met behulp van metingen. De methode is bedoeld voor het berekenen van de gevolgen voor de luchtkwaliteit bij een weg. Bij toepassing van deze methode voldoet de beschouwde situatie aan de volgende voorwaarden: a. de weg ligt in een stedelijke omgeving; b. de maximale rekenafstand is de afstand tot de bebouwing, met een maximum van 30 of 60 meter ten opzichte van de wegas, afhankelijk van het straattype; c. er is niet of nauwelijks sprake van een hoogteverschil tussen de weg en de omgeving; d. langs de weg bevinden zich geen afschermende constructies; e. de weg is vrij van tunnels. CAR II is niet geschikt voor: - rekenen in situaties die buiten SRM1 van de Regeling beoordeling vallen.
9
3. Resultaten en beoordeling 2007 3.1. Stikstofdioxide De achtergrondconcentratie bepaalt voor het grootste deel de hoogte van de jaargemiddelde concentraties stikstofdioxide. In de bijlage is een kaart opgenomen met de resultaten op 5 meter van de wegrand. Uit de resultaten blijkt dat langs de gemeentelijke en provinciale wegen de grenswaarde niet wordt overschreden. De maximale concentratie stikstofdioxide is 38,6 µg/m3. Deze is geconstateerd langs de Rijnzichtweg. In totaal wordt langs 0 meter snelweg A44 de grenswaarde voor stikstofdioxide overschreden. De maximale concentratie is 39,3 µg/m3 .( grenswaarde is 40 µg/m3 ) Hierbij worden geen personen aan te hoge concentraties blootgesteld.
3.2. Fijn stof Voor fijn stof geldt hetzelfde als stikstofdioxide namelijk dat de achtergrondconcentratie voor het grootste deel de hoogte van de concentraties fijn stof bepaalt. In de bijlage zijn kaarten opgenomen met de resultaten van zowel de jaargemiddelde concentraties van PM10 als het aantal overschrijdingen van de 24-uurgemiddelde norm voor PM10 Uit de resultaten blijkt dat de grenswaarden niet worden overschreden. De maximale concentraties fijn stof is 22,8 µg/m3 .( grenswaarde is 40 µg/m3 ) Het maximale aantal overschrijdingen van het 24-uurgemiddelde fijn stof is 20 keer. Voor wat betreft fijn stof zijn er langs de A4 geen overschrijdingen van de grenswaarden. Er worden dan ook geen personen aan te hoge concentraties blootgesteld.
3.3. Vergelijking rapportage 2006 en 2007 In de rapportage van 2006 zijn er langs de gemeentelijke/provinciale wegen zeven overschrijdingen van de grenswaarde voor stikstofdioxide geconstateerd. In 2007 zijn er geen overschrijdingen meer geconstateerd. Net als in 2006 zijn er in 2007 geen overschrijdingen van de grenswaarde voor het jaargemiddelde fijn stof geconstateerd. Voor wat betreft het aantal overschrijdingen van het 24-uurgemiddelde fijn stof. In 2006 was het aantal overschrijdingen nog op vier locaties groter dan 35. In 2007 is het aantal overschrijdingen nergens groter dan 35. De afname van het aantal locaties met een overschrijding van de grenswaarde en de concentratiedaling ten opzichte van het voorgaande jaar wordt voornamelijk veroorzaakt door de actualisatie van het CAR II rekenmodel. In het CAR II model 7.0 is naast de actualisatie van de achtergrondconcentraties en meterologische gegevens, de dubbeltellingscorrectie aangepast, de meteogegevens specifieker toegewezen en een meer gedetailleerde beschrijving van de emissies van het o.a. verkeer. Hierdoor komen de resultaten van het CAR II model steeds beter overeen met de landelijke meetresultaten. Verder wordt er in dit model gerekend met gescheiden rijbanen. Indien in een binnenstedelijke situatie niet wordt gerekend met gescheiden rijbanen, blijken de resultaten te laag uit te vallen.
10
4. Toekomstverwachtingen Het is de verwachting dat door het schoner worden van de autotechniek de concentratie van met name stikstofdioxide in de toekomst alleen maar lager wordt. Er worden in de toekomst dan ook geen overschrijdingen van de grenswaarden verwacht.
5. Conclusies Binnen de gemeente Oegstgeest worden er in 2007 langs de gemeentelijke/provinciale wegen geen grenswaarden overschreden. Er worden geen personen blootgesteld aan te hoge concentraties. Naar aanleiding van deze rapportage is de gemeente niet verplicht om voor het komende jaar plannen op te stellen ter verbetering van de luchtkwaliteit. Het is de verwachting dat door het schoner worden van de autotechniek de concentratie van met name stikstofdioxide alleen maar lager wordt. Er worden in de toekomst dan ook geen overschrijdingen van de grenswaarden verwacht. In totaal wordt langs 0 meter snelweg A44 de grenswaarde voor stikstofdioxide overschreden. Hierbij worden geen personen aan te hoge concentraties blootgesteld. Voor wat betreft fijn stof zijn er langs de A44 geen overschrijdingen van de grenswaarden. Er worden dan ook geen omwonenden aan te hoge concentraties blootgesteld.
6. Bijlagen -
Jaargemiddelde concentratie NO2 op 5 meter van de wegrand. Jaargemiddelde concentratie PM10 op 10 meter van de wegrand. Aantal dagen overschrijding van de grenswaarde voor PM10 op 10 meter van de wegrand
11
N
Concentratie in µg/m ³ 0-30,5 30,5-35,5 35,5-40,5 40,5-46,5 >46,5
0
1
2
Kilometers
Jaargemiddelde concentratie NO2 (expositieafstand) 2007 Gemeente Oegstgeest
Rappportagetool 2007 Kenmerk: IFM003/Bkf Datum: 1 oktober 2008
N
Aantal dagen 0-25 26-30 31-35 36-40 >40
0
1
2
Kilometers
Aantal dagen overschrijding grenswaarde PM10 (expositieafstand) 2007 Gemeente Oegstgeest
Rappportagetool 2007 Kenmerk: IFM003/Bkf Datum: 1 oktober 2008
N
Concentratie in µg/m ³ 0-30,5 30,5-35,5 35,5-40,5 40,5-46,5 >46,5
0
1
2
Kilometers
Jaargemiddelde concentratie PM10 (expositieafstand) 2007 Gemeente Oegstgeest
Rappportagetool 2007 Kenmerk: IFM003/Bkf Datum: 1 oktober 2008