RAPPORTAGE LUCHTKWALITEIT 2007 GEMEENTE WOENSDRECHT
RAPPORTAGE LUCHTKWALITEIT 2007 GEMEENTE WOENSDRECHT
Opdrachtgever: Datum rapport : Projectnummer: Status rapport: Soort rapport:
Gemeente Woensdrecht december 2008 61808767 definitief eindrapport
Uitvoering:
Regionale Milieudienst West-Brabant Team Geluid / Lucht Postbus 16 4700 AA ROOSENDAAL
Opsteller: J. Verswijveren Geaccordeerd door: M. Kieftenburg
---------------------------------------Handtekening opsteller
---------------------------------------Handtekening akkoord
Dit advies is gebaseerd op de geldende wet- en regelgeving. Indien u het advies niet direct gebruikt, dient u er rekening mee te houden dat wet- en regelgeving aan verandering onderhevig zijn en het advies naar verloop van tijd mogelijk (op onderdelen) niet meer correct is. Bij twijfel hierover kunt u met ons contact opnemen, zodat wij u kunnen adviseren over de bruikbaarheid van het advies.
Inhoudsopgave
1.
Inleiding........................................................................................................................2
2.
Wettelijk kader ..............................................................................................................3
2.1
Algemeen ................................................................................................................................... 3
2.2
Rapportageverplichting ........................................................................................................... 3
2.3
Zeezoutcorrectie ....................................................................................................................... 4
3.
Werkwijze onderzoek ....................................................................................................5
4.
Luchtkwaliteit in 2007 ..................................................................................................6
4.1
Uitgangspunten......................................................................................................................... 6
4.2
Samenvatting van resultaten ................................................................................................... 6
5.
Vergelijking met vorige jaren........................................................................................7
6.
Conclusie ......................................................................................................................9
7.
Vervolg........................................................................................................................10
Figuren a. b. c. d. e. f.
afbeelding afbeelding afbeelding afbeelding afbeelding afbeelding
van van van van van van
de jaargemiddelde concentraties NO2 op 5 meter van de wegrand de jaargemiddelde concentraties PM10 op 10 meter van de wegrand het aantal dagen overschrijding PM10 op 10 meter van de wegrand de jaargemiddelde concentraties NO2 op de gevelafstand de jaargemiddelde concentraties PM10 op de gevelafstand het aantal dagen overschrijding PM10 op de gevelafstand
Bijlagen 1. Toelichting bij afkortingen in tabellen g. tabel met de invoergegevens en resultaten van NO2 h. tabel met de invoergegevens en resultaten van PM10 jaar i. tabel met de invoergegevens en resultaten van PM10 dagen
1.
Inleiding
In dit rapport wordt inzicht gegeven in de luchtkwaliteit in de gemeente Woensdrecht in 2007. Het rapport is in opdracht van de gemeente Woensdrecht opgesteld door de Regionale Milieu Dienst West-Brabant, hierna te noemen de RMD. De gegevens die in dit rapport zijn verwerkt, zijn gegenereerd door adviesbureau GoudappelCoffeng, in opdracht van het ministerie van VROM. De gevolgde werkwijze, die afwijkt van die in de vorige rapportagejaren, wordt door het ministerie als volgt toegelicht. Vanwege de inwerkingtreding van het onderdeel Luchtkwaliteitseisen in hoofdstuk 5, titel 5.2 van de Wet milieubeheer, bekend als de 'Wet luchtkwaliteit', is een aantal zaken rondom rapportageen planplicht veranderd. In de nieuwe wet- en regelgeving neemt het zogenaamde Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) een belangrijke plaats in. Ten behoeve van het opstellen van het NSL is een nieuw instrument, de Saneringstool, ontwikkeld. De omvang van 'de saneringsopgave' van de NSL-gebieden wordt met dit instrument op eenduidige en uniforme wijze in kaart gebracht en is door alle NSL-partners vastgesteld. Het ministerie van VROM vindt dat consistentie in de gegevens ten aanzien van de rapportage van de luchtkwaliteit in Nederland van groot belang is. Daarom heeft ze besloten dat de (3-)jaarlijkse rapportage door gemeenten vanaf dit jaar (de rapportage over 2007) met behulp van een rapportageversie van de Saneringstool (verder te noemen: 'Rapportagetool') uitgevoerd moet worden. De gemeenten zijn vanaf 2008 niet meer verplicht om zelf een jaarrapportage te maken. De gegevens en resultaten van de Rapportagetool worden aan de gemeenten ter beschikking gesteld. Met deze gegevens en resultaten kan de gemeente eenvoudig zelf een jaarrapportage maken. Die rapportage kan bijvoorbeeld gebruikt worden om de gemeenteraad en burgers te informeren. De gemeente mag de resultaten van de eigen gemeente publiceren. Infomil en VROM hebben ervoor gekozen om de gegevens achter een login-procedure te publiceren. Het wordt als taak van gemeenten gezien om zelf de resultaten te publiceren, waarbij ook eventueel analyses en vergelijkingen met voorgaande jaren toegevoegd kunnen worden. Voor het gestructureerd publiceren van de resultaten raadt VROM aan om een eigen jaarrapportage te maken. De door de gemeente gemaakte jaarrapportage kan gepubliceerd worden op de gemeentelijke website en gebruikt worden om de gemeenteraad en burgers te informeren. Het voorliggende rapport heeft de volgende indeling. In hoofdstuk 2 is het wettelijke kader uiteengezet. In hoofdstuk 3 is de werkwijze van het onderzoek beschreven. In hoofdstuk 4 zijn de resultaten van het onderzoek vermeld. In hoofdstuk 5 worden de resultaten van 2007 vergeleken met die van de voorgaande jaren. In hoofdstuk 6 staat de conclusie. In hoofdstuk 7 is vermeld hoe de rapportage over het jaar 2008 zal worden aangepakt.
-2-
2.
Wettelijk kader
2.1
Algemeen
Op 15 november 2007 zijn in werking getreden: − de Wet tot wijziging van de Wet milieubeheer (luchtkwaliteitseisen), hierna te noemen de Wm; − het ‘Besluit niet in betekenende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen)’, hierna te noemen het Besluit nibm; − de ‘Regeling niet in betekenende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen)’, hierna te noemen de Regeling nibm; − de ‘Regeling projectsaldering luchtkwaliteit 2007’; − de ‘Regeling beoordeling luchtkwaliteit 2007’. Op 16 januari 2009 is het Besluit gevoelige bestemmingen (luchtkwaliteitseisen) in werking getreden. Voor de kwaliteit van de buitenlucht gelden de in bijlage 2 van de Wm opgenomen grenswaarden voor zwaveldioxide, stikstofdioxide (NO2), stikstofoxiden, zwevende deeltjes (PM10), lood, koolmonoxide en benzeen. Volgens de Regeling beoordeling luchtkwaliteit 2007 moet in de rapportage worden ingegaan op de stoffen stikstofdioxide, zwevende deeltjes, koolmonoxide en benzeen. Uit eerdere luchtkwaliteitonderzoeken in Nederland is gebleken dat voor de stoffen koolmonoxide en benzeen geen overschrijdingen van grenswaarden te verwachten zijn. In deze rapportage wordt daarom enkel ingegaan op NO2 en PM10. Tabel 1 Toetsingskader Wet milieubeheer Stof Plandrempel Grenswaarde 2007 NO2 46 µg/m3 40* µg/m3 Fijnstof (PM10)
Toetsingsperiode Jaargemiddelde
-
40
µg/m3
Jaargemiddelde
-
50
µg/m3
24 uur-gemiddelde, mag maximaal 35 maal per kalenderjaar overschreden worden.
*) grenswaarde geldt vanaf 2010
Hier wordt de plandrempel toegelicht. Omdat de grenswaarden voor NO2 en benzeen gerealiseerd moeten zijn per 1 januari 2010, bevat de Wm (art. 5.9 lid 1) naast grenswaarden ook plandrempelwaarden. Een plandrempelwaarde is een zogenaamde overgangswaarde. Bij overschrijding van de plandrempelwaarde is het waarschijnlijk dat de generieke maatregelen (= landelijke beleidsmaatregelen) onvoldoende zullen zijn om aan de grenswaarde te voldoen in het jaar dat deze definitief van kracht wordt. Bij overschrijding van de plandrempel moet de gemeente een luchtkwaliteitsplan (plandrempelplan) opstellen. Daarin staat aangegeven op welke wijze, binnen de gestelde termijn (2010), de grenswaarde wordt gerealiseerd.
2.2
Rapportageverplichting
In de EU-regelgeving is vastgelegd dat lidstaten aan de Europese Commissie moeten rapporteren over de luchtkwaliteit. Het Rijk stelt een landelijke rapportage op voor de Europese Commissie. De ‘Wet luchtkwaliteit’ (hoofdstuk 5 Wet milieubeheer) vraagt, ten behoeve van de landelijke rapportage, gemeenten die naar hun redelijke verwachting plaatsen hebben waar de bevolking direct of indirect kan worden blootgesteld aan grenswaardenoverschrijdingen, die overschrijdingssituaties te inventariseren en daarover te rapporteren. Gemeenten die een redelijke verwachting van dergelijke overschrijdingssituaties kunnen hebben, zijn: 1. Gemeenten die over 2005 en/of 2006 overschrijdingen hebben gerapporteerd; 2. Gemeenten die anderszins indicaties hebben dat de luchtkwaliteit vermoedelijk niet in overeenstemming is met de grenswaarden waaronder: • gemeenten met ten minste 100.000 inwoners;
-3-
• •
gemeenten behorend tot een agglomeratie zoals gedefinieerd in de ministeriële Regeling ‘Beoordeling Luchtkwaliteit 2007’ (RBL2007); gemeenten met andere indicatie, bijvoorbeeld eerdere luchtkwaliteitsonderzoeken.
De Regeling beoordeling luchtkwaliteit 2007 schrijft voor wanneer, waarover en hoe de gemeenten moeten rapporteren. Rapportage betreft de plaatsen in de gemeente waar de bevolking direct of indirect kan worden blootgesteld aan te hoge concentraties luchtverontreinigende stoffen. De gemeente maakt naar redelijke verwachting een inschatting van bedoelde situaties. Vervolgens bepaalt zij de concentratie van voorgeschreven stoffen en vergelijkt deze met de gestelde grenswaarden. Bij overschrijding moet de gemeente ieder jaar de ontwikkelingen rapporteren. Ingevolge artikel 4 van de ‘Regeling behoordeling luchtkwaliteit 2007’ moet eenmaal in de drie jaar de luchtkwaliteit in de gemeente worden geïnventariseerd. Zo’n inventarisatie is uitgevoerd in 2006 (betreffende de luchtkwaliteit in 2005) en wordt herhaald in 2009 (betreffende de luchtkwaliteit in 2008). Indien bij de inventarisatie een overschrijding van grenswaarde is gesignaleerd, moet de gemeente het jaar na de inventarisatie rapporteren over de ontwikkelingen van de luchtkwaliteit op de locatie waar de grenswaardeoverschrijding werd geconstateerd.
2.3
Zeezoutcorrectie
In de Wet milieubeheer is bepaald dat bij het vaststellen van het luchtkwaliteitsniveau (voor de in bijlage 2 van de wet vermelde componenten) stoffen in beschouwing worden genomen, die direct of indirect door de mens in de lucht worden gebracht en die schadelijke gevolgen kunnen hebben voor de gezondheid van de mens of het milieu. Daarom is in de Regeling beoordeling luchtkwaliteit 2007 een procedure opgenomen om bij zwevende deeltjes (PM10) de meet- en rekenresultaten te corrigeren voor zeezout. Deze ‘zeezoutcorrectie’ wordt hierna toegelicht, zowel voor de jaargemiddelde concentratie als voor de vierentwintig-uurgemiddelde concentratie. Voor zwevende deeltjes (PM10) geldt een grenswaarde van 40 microgram per m3 als jaargemiddelde concentratie (bijlage 2, voorschrift 4.1, onder b, van de wet). Het aandeel zeezout in de jaargemiddelde concentratie van zwevende deeltjes (PM10) varieert van circa 7 µg/m3 langs de westkust tot circa 3 µg/m3 in het oostelijk deel van Nederland. Om een voor zeezout gecorrigeerde jaargemiddelde concentratie te bepalen, is een plaatsafhankelijke correctie nodig. In de Regeling is per gemeente aangegeven met welke getalswaarde de op de gebruikelijke wijze bepaalde jaargemiddelde concentratie van zwevende deeltjes (PM10) gecorrigeerd dient te worden, om te komen tot een voor zeezout gecorrigeerde jaargemiddelde waarde. Voor de gemeente Woensdrecht is de correctie voor de jaargemiddelde concentratie van zwevende deeltjes (PM10) 4 µg/m3. Voor zwevende deeltjes (PM10) geldt een grenswaarde van 50 microgram per m3 als vierentwintiguurgemiddelde concentratie, waarbij geldt dat deze waarde maximaal vijfendertig maal per kalenderjaar mag worden overschreden (Bijlage 2, voorschrift 4.1, onder b, van de wet). Uit landelijke meetgevens blijkt dat overschrijding van de vierentwintig-uurgemiddelde concentratie van 50 µg/m3 met name plaats vindt bij oostelijke en zuidelijke windrichtingen, als de concentratiebijdrage van zeezout relatief beperkt is. Zeezout speelt dus vrijwel geen rol in het veroorzaken van de overschrijdingsdagen in een jaar. Dit leidt er toe dat voor de correctie van het aantal overschrijdingsdagen in verband met zeezout een andere berekeningswijze nodig is dan voor de correctie van de jaargemiddelde concentratie van zwevende deeltjes (PM10). Het blijkt dat de invloed van de in de buitenlucht aanwezige concentratie zeezout op het aantal dagen waarop de concentratie van zwevende deeltjes (PM10) de waarde van 50 µg/m3 overschrijdt, voor geheel Nederland nagenoeg gelijk is. Uitgaande van de niet voor zeezout gecorrigeerde jaargemiddelde concentratie van zwevende deeltjes (PM10), wordt het voor zeezout gecorrigeerde aantal overschrijdingsdagen van de vierentwintig-uurgemiddelde grenswaarde van 50 microgram per m3 verkregen, door het op de gebruikelijke wijze bepaalde aantal overschrijdingsdagen met 6 dagen te verminderen.
-4-
3.
Werkwijze onderzoek
In het voorjaar van 2008 heeft het ministerie van VROM de gemeenten op de hoogte gesteld van de nieuwe, centrale aanpak van de luchtkwaliteitsrapportage, die zou worden verzorgd door het adviesbureau Goudappel-Coffeng. De gemeente heeft in het voorjaar van 2008 de gelegenheid gekregen om wegen in de centrale database te laten opnemen. In de periode van 16 juni t/m 17 juli konden de invoergegevens via de website gecontroleerd en zonodig gemuteerd worden. Alle gemeenten kregen een gastaccount met inlogcode en password via e-mail toegestuurd. Met de gastaccount kon op de site ingelogd worden om de gegevens te bekijken en te controleren. Voor het wijzigen van de gegevens kon, nadat ingelogd was met de gastaccount, een persoonlijk account aangemaakt worden. Na inloggen met de persoonlijke account konden de gegevens gewijzigd worden. Dit is voor de gemeente Woensdrecht uitgevoerd door de RMD. In de zomerperiode heeft Goudappel-Coffeng de ingebrachte data gecontroleerd en berekeningen uitgevoerd. De luchtkwaliteit is met de Rapportagetool berekend conform de 'Regeling beoordeling luchtkwaliteit' (RBL), zoals die ten tijde van de publicatie van de gegevens op 15 maart 2008 gold. De berekeningen in de Rapportagetool zijn gemaakt met de volgende drie – door de minister goedgekeurde - rekenmodellen: • het VLW-model van ECN voor de autosnelwegen • het CAR-II-model versie 7.0 (zoals beschreven in de RBL) • het Pluim Snelweg model van TNO voor het onderliggend wegennet voorzover vallend binnen het toepassingsbereik van standaard rekenmethode 2 De resultaten van deze drie modellen zijn in de Rapportagetool gecumuleerd. Dat gebeurde als volgt. Door ECN is in opdracht van Rijkswaterstaat de luchtkwaliteit langs alle autosnelwegen in Nederland met behulp van het VLW-model berekend. Deze resultaten zijn tevens door Rijkswaterstaat gepubliceerd. De resultaten van ECN zijn in de Rapportagetool gebruikt door de berekende verkeersbijdragen, gecorrigeerd voor dubbeltelling, op te tellen bij de berekende luchtkwaliteit van het onderliggend wegennet. De luchtkwaliteit langs het onderliggend wegennet is berekend met het CAR-II-model voorzover de wegen vielen binnen het toepassingsbereik van standaard rekenmethode 1. De wegen die vallen binnen het toepassingsbereik van standaard rekenmethode 2 zijn met behulp van Pluim Snelweg berekend. Het uiteindelijke resultaat is een concentratie langs alle wegen op 5 meter vanaf de rand van de weg voor stikstofdioxide en op 10 meter voor fijnstof. Daarnaast is de concentratie berekend op de gevelafstand en is op basis van algemene regels het aantal blootgestelden vastgesteld. De resultaten van de Rapportagetool zijn door Infomil reeds in de nationale rapportage luchtkwaliteit aan de Europese Commissie opgenomen. De onderzochte wegen, voor zover in beheer bij gemeente of provincie, zijn vermeld in de tabellen in bijlage 1 van dit rapport. Het ministerie van VROM heeft ervoor gekozen om de gegevens (invoer en resultaten) van de autosnelwegen niet in de tabellen te vermelden. De resultaten van de autosnelwegen zijn wel opgenomen in de figuren (afbeeldingen a t/m f, afkomstig van VROM).
-5-
4.
Luchtkwaliteit in 2007
4.1
Uitgangspunten
Het ministerie van VROM heeft aan het einde van 2008 de volgende resultaten beschikbaar gesteld: a. b. c. d. e. f. g. h. i.
afbeelding van de jaargemiddelde concentraties NO2 op 5 meter van de wegrand; afbeelding van de jaargemiddelde concentraties PM10 op 10 meter van de wegrand; afbeelding van het aantal dagen overschrijding PM10 op 10 meter van de wegrand; afbeelding van de jaargemiddelde concentraties NO2 op de gevelafstand; afbeelding van de jaargemiddelde concentraties PM10 op de gevelafstand; afbeelding van het aantal dagen overschrijding PM10 op de gevelafstand; tabel met de invoergegevens en resultaten van NO2; tabel met de invoergegevens en resultaten van PM10 jaar; tabel met de invoergegevens en resultaten van PM10 dagen.
Verder zijn nog bestanden (in ‘shape’ voor verwerking in digitaal kaartmateriaal) beschikbaar gesteld met de invoergegevens en resultaten van NO2, PM10 jaar en PM10 dagen. Het ministerie heeft bij levering van de resultaten opgemerkt: • dat de resultaten van de autosnelwegen wel in de afbeeldingen zijn opgenomen maar niet in de tabellen en de shapes en dat deze resultaten verkrijgbaar zijn bij Rijkswaterstaat; • dat in de Rapportagetool de resultaten van verschillende modellen zijn gecumuleerd en het daardoor niet zonder meer mogelijk is om de berekeningen na te maken met bijvoorbeeld webbased CAR; • dat met de Rapportagetool desgewenst extra berekeningen kunnen worden gemaakt en dat de gemeente daarvoor contact kan opnemen met Goudappel Coffeng. Presentatie van resultaten De afbeeldingen a. t/m f. en de tabellen g., h. en i. zijn opgenomen in de bijlagen van dit rapport.
4.2
Samenvatting van resultaten
NO2 De jaargemiddelde concentraties van NO2 op 5 meter van de wegrand (afbeelding a) waren in 2007 langs de onderzochte wegen lager dan de grenswaarde. De jaargemiddelde concentraties van NO2 op de gevelafstand (afbeelding d) waren in 2007 langs de onderzochte wegen lager dan de grenswaarde. PM10 De jaargemiddelde concentraties van PM10 op 10 meter van de wegrand (afbeelding b) waren in 2007 langs de onderzochte wegen lager dan de grenswaarde. Het aantal dagen met overschrijding 24-uursgemiddelde 50 µg/m3 PM10 op 10 meter van de wegrand (afbeelding c) was in 2007 langs de onderzochte wegen kleiner dan de grenswaarde. De jaargemiddelde concentraties van PM10 op de gevelafstand (afbeelding e) waren in 2007 langs de onderzochte wegen lager dan de grenswaarde. Het aantal dagen met overschrijding 24-uursgemiddelde 50 µg/m3 PM10 op de gevelafstand (afbeelding f) was in 2007 langs de onderzochte wegen kleiner dan de grenswaarde.
-6-
5.
Vergelijking met vorige jaren
De gemeente Woensdrecht heeft, conform de wettelijke verplichting, al eerder gerapporteerd over de luchtkwaliteit. In 2006 is het briefrapport ‘Inventarisatie luchtkwaliteit 2005’ opgesteld, waarin wegen met hoge verkeersintensiteiten in de gemeente Woensdrecht werden beschouwd. Uit die inventarisatie bleek dat er werd voldaan aan de luchtkwaliteitsnormen. Alleen de 24-uurgemiddelde grenswaarde voor fijn stof wordt langs een weggedeelte (provinciale weg richting Putte) overschreden. In 2007 is het rapport ‘Inventarisatie luchtkwaliteit 2006 gemeente Woensdrecht’ opgesteld, waarin alle relevante wegen in de gemeente werden beschouwd. Uit dat onderzoek is het volgende gebleken. Wat betreft stikstofdioxide waren er langs de onderzochte wegen in 2006 geen overschrijdingen van de plandrempel. Wat betreft fijn stof was langs de onderzochte wegen geen sprake van overschrijding van de jaargemiddelde grenswaarde. De 24-uurgemiddelde grenswaarde werd wel overschreden, te weten langs de Raadhuisstraat te Hoogerheide. In tabel 2 zijn ter vergelijking de resultaten van de luchtrapportages over de jaren 2005, 2006 en 2007 vermeld.
-7-
Tabel 2 Maximaal berekende concentraties langs wegen voor NO2 en PM10 in 2006 (incl. zeezoutcorrectie). NO2 jaargem. PM10 jaargem. PM10 24-uurµg/m³ µg/m³ gemiddelde # overschrijdingen 2005 2006 2007 2005 2006 2007 2005 2006 2007 Niet 40 35 Niet 28 25 Niet 33 21 Duinstraat Hoogerheide bebebepaald paald paald 42 38 Niet 29 26 Niet 36 24 Niet Raadhuisstraat Hoogerheibebebede paald paald paald N289 Putte t.h.v. kom30 29 29 28 26 24 39 24 18 grens Putte Plandrempelwaarde 50 48 46 Grenswaarden 40* 40 35 *) grenswaarde geldt vanaf 2010
Uit de vergelijking van de gegevens in tabel 2 kan worden geconcludeerd dat de luchtkwaliteit langs de onderzochte wegen in de loop van de jaren 2005 tot 2007 is verbeterd.
-8-
6.
Conclusie
Uit de resultaten van het onderzoek, uitgevoerd door Goudappel Coffeng in opdracht van het ministerie van VROM, komt naar voren dat in 2007 langs de onderzochte wegen geen sprake was van overschrijding van de grenswaarden van NO2 of PM10. Uit de vergelijking van de resultaten van 2007 met die van de voorgaande twee jaren komt naar voren dat de luchtkwaliteit langs de onderzochte wegen in de loop van de jaren 2005 tot 2007 is verbeterd.
-9-
7.
Vervolg
Ingevolge artikel 4 van de ‘Regeling behoordeling luchtkwaliteit 2007’ moet eenmaal in de drie jaar de luchtkwaliteit in de gemeente worden geïnventariseerd. Voor de plaatsen waar de bevolking naar redelijke verwachting direct of indirect kan worden blootgesteld aan hoge concentraties stikstofdioxide, zwevende deeltjes, koolmonoxide en benzeen worden die concentraties bepaald en hierover wordt gerapporteerd. Zo’n inventarisatie is uitgevoerd in 2006 (betreffende de luchtkwaliteit in 2005) en wordt herhaald in 2009 (betreffende de luchtkwaliteit in 2008). Het ministerie van VROM vindt dat consistentie in de gegevens ten aanzien van de rapportage van de luchtkwaliteit in Nederland van groot belang is. Daarom heeft ze besloten dat de rapportage door gemeenten met behulp van de centrale 'Rapportagetool' uitgevoerd moet worden. Het ministerie van VROM zal de gemeente in het voorjaar van 2009 op de hoogte stellen van de te volgen werkwijze bij de centrale aanpak van de luchtkwaliteitsrapportage over 2008. Op basis van de bestaande prognoses wordt verwacht dat de concentraties van luchtverontreinigende stoffen in 2008 lager waren dan die in 2007. De afname wordt veroorzaakt door de verwachte daling van de achtergrondconcentraties en doorwerking van de maatregelen.
- 10 -
Figuren
a. jaargemiddelde concentraties NO2 op 5 meter van de wegrand
b. jaargemiddelde concentraties PM10 op 10 meter van de wegrand
c. aantal dagen overschrijding PM10 op 10 meter van de wegrand
d. jaargemiddelde concentraties NO2 op de gevelafstand
e. jaargemiddelde concentraties PM10 op de gevelafstand
f. aantal dagen overschrijding PM10 op de gevelafstand
BIJLAGEN
Bijlage 1 Toelichting bij afkortingen in tabellen In de tabellen g, h en i staan de volgende gegevens per kolom: Kolomnaam Omschrijving STT_NAAM
Straatnaam
WEGNR
Wegnummer
WEGBR
Wegbeheerder (G= gemeente, P= Provincie)
WEGTYP
Wegtype behorende bij Standaardrekenmethode 1 (bijlage 1 RBL)
CARSP
Snelheidstype behorende bij Standaardrekenmethode 1 (bijlage 1 RBL)
BOOMF
Bomenfactor behorende bij Standaardrekenmethode 1 (bijlage 1 RBL)
PCT_STAG07
Percentage stagnerend verkeer behorende bij Standaardrekenmethode 1 (bijlage 1 RBL)
LOADPA
Verkeersintensiteit personenauto's (weekdagen)
LOADMV
Verkeersintensiteit middelzwaar vrachtverkeer (weekdagen)
LOADZV
Verkeersintensiteit zwaarvrachtverkeer (weekdagen)
LOADBV
Verkeersintensiteit busverkeer (weekdagen)
PROV
Provinciecode
AchtConc
Achtergrondconcentratie uit de GCN incl. verkeersbijdrage autosnelwegen (in µg/m3)
ConcGevR
Concentratie aan de gevel rechterzijde van het segment (in µg/m3 of dagen)
AdressenR
Aantal adressen rechterzijde van het segment
BltGestR
Aantal blootgestelden rechterzijde van het segment
ConcGevL
Concentratie aan de gevel linkerzijde van het segment (in ug/m3 of dagen)
AdressenL
Aantal adressen linkerzijde van het segment
BltGestL
Aantal blootgestelden linkerzijde van het segment
Conc_5m
Concentratie op 5 meter van wegrand (voor NO2) van dit segment (in µg/m3 of dagen)
Conc_10m
Concentratie op 10 meter van wegrand (voor PM10) van dit segment (in µg/m3 of dagen)
PLUIM
Concentratie berekend met SRM2 ipv SRM1 (1= ja, concentratie berekend met Pluim Snelweg)
Shape_Leng
Lengte van het totale wegvak (bij gescheiden rijbanen is dit de lengte van een richting)
Kl_5m
Klasse indeling concentraties op 5 meter (tbv de kaarten)
Kl_10m
Klasse indeling concentraties op 10 meter (tbv de kaarten)
Kl_GevR
Klasse indeling concentraties op de gevel rechts (tbv de kaarten)
Kl_GevL
Klasse indeling concentraties op de gevel links (tbv de kaarten)
g. invoergegevens en resultaten van NO2
h. invoergegevens en resultaten van PM10 jaar
i. invoergegevens en resultaten van PM10 dagen