Bestuurlijke toekomstscenario’s Gemeente Oegstgeest
Nota t.b.v. dialoogfase
Dirk Louter Willem Goedhart Mathieu Wijnen
18 juli 2013
Scenario’s Oegstgeest Discussienota 18 juli 2013
Scenario’s bestuurlijke toekomst Oegstgeest 1. Inleiding 1.1 Aanleiding en doelstelling van de discussienota 1.2 Aanpak onderzoek bestuurlijke toekomstscenario’s gemeente Oegstgeest
2. Karakterisering en beeldvorming gemeente Oegstgeest 2.1 De SWOT-analyse 2.2 De ‘foto’: karakterisering en beeldvorming gemeente Oegstgeest 2.3 Toetsingskader opties bestuurlijke toekomst
3. Scenario’s bestuurlijke toekomst Oegstgeest 3.1 3.2 3.3 3.4
De opties in algemene zin De opvattingen van bestuurlijke partners Mogelijke opties voor de bestuurlijke toekomst van Oegstgeest Toetsing van de opties
4. Conclusies ten aanzien van scenario’s tbv dialoogfase
1 1 1
2 2 2 4
6 6 7 10 11
17
Bijlage 1. Verslagen gesprekken met expertgroep en bestuurlijke partners 19 Bijlage 2. SWOT-analyse Oegstgeest
39
Scenario’s Oegstgeest Discussienota 18 juli 2013
1. Inleiding
1.1 Aanleiding en doelstelling van de discussienota In het coalitieakkoord (addendum) van het college van B&W is één van de drie prioriteiten het komen tot scenario’s over regionale gemeentelijke samenwerking en/of samenvoeging. In het coalitieakkoord ‘Toekomstperspectief’ valt het volgende te lezen: “Wat betreft de bestuurlijke samenwerking in de regio, waarvan de urgentie door de voornemens van het regeerakkoord van het kabinet Rutte II alleen maar is toegenomen, komt het college op korte termijn, voor de zomer van 2013, met een plan waarin scenario’s worden geschetst voor gemeentelijke samenwerking en/of samenvoeging in de regio. In elk van de scenario’s dient het belang van de gemeenschap in Oegstgeest uitgangspunt te zijn. Dit plan komt tot stand na raadpleging van de omliggende gemeenten en voorziet in een tijdpad, waarin nadrukkelijk ook ruimte is voor consultatie van en discussie met de bevolking van Oegstgeest. Dit moet leiden tot een herkenbare voorzet voor een keuze aan het einde van 2013.” Het college van B&W stelde op 12 februari 2013 de bestuursopdracht vast en op 6 mei 2013 het plan van aanpak, mede op basis van een consultatie van een delegatie van de gemeenteraad. Het beoogd resultaat van de oriëntatie op bestuurlijke scenario’s is dat Oegstgeest eind 2013 een heldere koers / visie heeft op (verder)gaande samenwerking en/of samenvoeging. Om dit te bereiken is afgesproken dat voor de zomervakantie 2013 bij het college een concreet voorstel ligt met scenario’s. Het college legt deze scenario’s in een raadsvoorstel voor aan de raad, met het oog op de voorbereiding van de dialoog hierover. Deze nota is daarvoor bedoeld. In de dialoogfase (september/oktober 2013) worden deze scenario’s breed besproken en (zonodig) uitgewerkt, zodat de raad eind 2013 de definitieve keuze voor een scenario vast kan stellen.
1.2 Aanpak onderzoek bestuurlijke toekomstscenario’s gemeente Oegstgeest De aanpak heeft de volgende stappen doorlopen tot dit moment: 1. Er is bronnenonderzoek gedaan en door middel van dialoogsessies en interviews zijn ambities, doelen, strategische opgaven en ontwikkelingen in kaart gebracht met het ambtelijk apparaat, DMT, college, raad en de groep van experts van de toekomstvisie. 2. Op basis hiervan is een SWOT (samenvattend overzicht van Strengths, Weaknesses, Opportunities en Threats) opgesteld om inzichtelijk te krijgen op welke punten Oegstgeest versterking nodig heeft (zwakke punten/bedreigingen) en op welke punten Oegstgeest mogelijk ondersteuning kan bieden aan haar samenwerkingspartners (sterke punten/kansen). 3. Op basis van deze SWOT is een kader opgesteld voor de toetsing van de toekomstscenario’s van Oegstgeest. 4. Vervolgens is via overleg met bestuurlijke partners een beeld ontwikkeld hoe de omliggende gemeenten en de provincie aankijken tegen de sterkten en zwakten van Oegstgeest. Tevens is geïnventariseerd in hoeverre zij deel uit willen maken van de bestuurlijke toekomstscenario’s van Oegstgeest. 5. Met behulp van de informatie uit de voorgaande stappen is een shortlist opgesteld van mogelijke samenwerkingsvarianten voor de dialoogfase.
1
Scenario’s Oegstgeest Discussienota 18 juli 2013
2. Karakterisering en beeldvorming gemeente Oegstgeest
2.1 De SWOT-analyse Op basis van bronnenonderzoek , gesprekken met ambtenaren van Oegstgeest en enkele werksessies met resp. de expertgroep, een raadsdelegatie en B&W/DT is een gezamenlijk beeld opgesteld van de belangrijkste sterkten, zwakten, kansen en bedreigingen voor Oegstgeest. Hierbij is een indeling gemaakt in de dimensies: de gemeente Oegstgeest als ‘gebied’; de gemeente Oegstgeest als ‘gemeenschap’; de gemeente Oegstgeest als ‘instituut’. In bijlage 2 is het resultaat van dit overleg opgenomen. De essentie van deze SWOT-analyse is dat Oegstgeest als ‘gebied’ en ‘gemeenschap’ in veel gevallen als sterk kan worden gekenmerkt; overigens in zijn kracht en kwaliteit niet onbedreigd, vooral vanwege de verminderde financiële middelen. Tegelijk kent de gemeente Oegstgeest als ‘instituut’ een aantal duidelijk zichtbare en merkbare zwakheden zowel in bestuurlijk, ambtelijk-organisatorisch als financieel opzicht. De resultaten van de SWOT-analyse is vertaald in een ‘foto’ van de gemeente die gebruikt is om het gesprek met bestuurlijke partners over mogelijke samenwerking/samenvoeging te voeren. Deze foto is in de volgende paragraaf integraal opgenomen.
2.2 De ‘foto’: karakterisering en beeldvorming gemeente Oegstgeest Kwalitatief hoogwaardig wonen en leven Oegstgeest biedt veel kwaliteit aan zijn burgers. Een zeer aantrekkelijke, verzorgde en veilige woonen leefomgeving, met veel groen en uitstekende voorzieningen. Inwoners van Oegstgeest kunnen een beroep doen op de goede lokale voorzieningen en op de vele voorzieningen in omliggende gemeenten. Oegstgeest heeft een uitstekende ligging en bereikbaarheid, zowel met auto als OV. De gehele westelijke Randstad is bereikbaar voor werk en vele voorzieningen. Er zijn goede recreatiemogelijkheden binnen de gemeente en goede recreatieve verbindingen met de directe omgeving. Oegstgeest heeft (overwegend) het karakter van een woongemeente; er is een grote verscheidenheid aan hoogwaardige woonmilieus. Met de ontwikkeling van de bouwlocaties Poelgeest en Nieuw-Rhijngeest is Oegstgeest aan de grens van grootschaliger uitbreiding. Oegstgeestenaren werken in de gehele Randstad en in de directe omgeving (o.a. kennisinstituten Leiden, Bollenstreek). Het Bio Science Park en het zgn. MEOB-terrein vervullen een regionale e functie voor bedrijfsontwikkeling in de Leidse regio (2 kennisregio in Nederland). Binnen Oegstgeest zijn enkele grotere (ggz-) zorginstellingen een belangrijke werkgever. De gemeente biedt ook voorzieningen met een regionale functie, o.a. op het gebied van (speciaal en voortgezet) onderwijs. Zelfbewuste en actieve gemeenschap De inwoners van Oegstgeest hebben - in vergelijking met veel andere gemeenten- beperktere historische binding met de gemeente; ze zijn er minder vaak geboren en getogen. Er is veelal
2
Scenario’s Oegstgeest Discussienota 18 juli 2013
sprake van een zeer bewuste keuze om zich juist in Oegstgeest te vestigen, en bijgevolg veel waardering voor de ruimtelijke kwaliteiten en het centrum-dorpse karakter. Er is vanuit de bevolking veel inzet om de bewust gekozen woonkwaliteit (zowel ruimtelijk als sociaal) in stand te houden. Dit komt onder meer tot uiting in een actieve opstelling op dit punt naar de gemeente, en in het vele vrijwilligerswerk i.c. de vele sportieve en culturele activiteiten, clubs en verenigingen. Ook in de actieve inzet van niet-georganiseerde burgers in initiatieven als het Dorpslab. De bevolking is gemiddeld genomen relatief welvarend en hoog opgeleid. De leefstijl van veel inwoners is te omschrijven als (relatief) individualistisch, zelfredzaam, zelfbewust (ook tegenover de overheid). In de demografische situatie is een zekere oververtegenwoordiging van jonge gezinnen en van senioren. Vergrijzing en (verdere) ontgroening zijn het demografisch perspectief op dit moment. Binnen de gemeente zijn ook groepen bewoners die zijn aangewezen op overheidsondersteuning, echter minder dan in andere gemeenten. Het beroep op bijvoorbeeld bijstands- en WMOvoorzieningen is relatief laag. Bestuur en organisatie De kwaliteit van de dagelijkse dienstverlening wordt als hoog ervaren door de klanten van de gemeente. Toch ervaart Oegstgeest problemen in het adequaat organiseren van alle taken op het gewenste niveau. Dit wordt deels aangepakt door de eigen organisatie te vernieuwen en te ontwikkelen. Er wordt een zgn. kernorganisatie ingericht op de principes van ‘operational excellence’ en ‘customer intimacy’. Deze organisatorische vernieuwing kan de meer structurele (schaal)problemen die bestuur en organisatie ondervinden niet geheel opvangen. De ambitie en de uitdagingen die van buiten op de gemeente afkomen zijn groter dan organisatie en bestuur aankunnen. Dit heeft onder meer tot gevolg dat Oegstgeest niet altijd een optimale bijdrage kan leveren in de sturing en begeleiding van regionale ontwikkelingen. De gemeente maakt onderdeel uit van het Intergemeentelijk Samenwerkingsorgaan Holland Rijnland en werkt met de gemeenten in de Leidse regio samen in Servicepunt 71, de ‘Economische Agenda Leidse regio’ (Economie 071) en ‘Leidse Agglomeratie Bereikbaar’ (LAB 071). De discrepantie tussen ambitie/eisen enerzijds en mogelijkheden van organisatie en bestuur anderzijds zal worden vergroot door de komst van nieuwe taken - met beperktere budgets - in het sociaal domein. Ook de komende rijksbezuinigingen zullen de mogelijkheden van de gemeentelijke organisatie verder aantasten. Oegstgeest heeft een financiële positie die structureel gezond is wat betreft de reguliere exploitatie en reservepositie. Oegstgeest heeft daarnaast te kampen met ontwikkelingen en risico’s in de grondexploitatie; deze trekken een zware wissel op de financiële positie. Per saldo is nu sprake van een meerjarige sluitende begroting, doch ook van een niet toereikend weerstandsvermogen op basis van een redelijke inschatting van alle risico’s. De lasten voor de burgers zijn gemiddeld hetzelfde tot iets hoger dan in omliggende gemeenten, mede vanwege de hogere woningwaarde.
3
Scenario’s Oegstgeest Discussienota 18 juli 2013
2.3 Toetsingskader opties bestuurlijke toekomst In de bestuursopdracht die ten grondslag heeft gelegen aan het plan van aanpak voor deze scenario-afweging is aangegeven dat voor de keuze van een scenario een toetsingskader dient te worden geformuleerd met in ieder geval de volgende onderdelen: a) b) c) d) e) f) g)
Draagt het scenario bij aan realiseren van de strategische opgaven van Oegstgeest; Versterkt het scenario de bestuurlijke positie; Versterkt het scenario de ambtelijke positie/het ambtelijk apparaat; Versterkt het scenario de financiële positie; Versterkt het scenario de dienstverlening; Versterkt het scenario de leefomgeving; Versterkt het scenario de culturele positie van Oegstgeest.
Aan de expertgroep, de gemeenteraad en B&W/DMT is in de bijeenkomsten uit de eerste stap van dit afwegingstraject de vraag voorgelegd welke argumenten/onderwerpen bij besluitvorming over bestuurlijke scenario’s van het meeste gewicht worden geacht door de bevolking van Oegstgeest resp. de diverse gremia. Dit heeft geleid tot de formulering van kernpunten in de beoordeling van de bestuurlijke toekomst. De in de bestuursopdracht aangegeven onderdelen zijn hieraan deels te relateren. Dit is hieronder aangegeven: 1. Instandhouding en zo mogelijk versterking van karakter en identiteit van gebied en gemeenschap van Oegstgeest zoals omschreven in de notitie ‘beeldvorming en karakter Gemeente Oegstgeest’ (toetspunt ‘karakter en identiteit’, sluit aan bij punten f en g uit bestuursopdracht). 2. Zo groot mogelijke directe invloed van de Oegstgeester bevolking op beslissingen die van belang zijn voor de kwaliteit van wonen en leven in de gemeente (toetspunt ‘directe invloed’). 3. Blijvende aanvaardbare lastendruk voor de inwoners in relatie tot hun kwaliteit van wonen en leven in de gemeente (toetspunt ‘lastendruk’, sluit voor een deel aan bij punt d uit de bestuursopdracht). 4. Structurele versterking van de organisatorische en bestuurlijke randvoorwaarden voor de uitvoering van lokale taken en opgaven op zowel lokaal als (sub-)regionaal schaalniveau (toetspunt ‘versterking organisatie en bestuur’, sluit aan bij de onderdelen b, c, d en e uit de bestuursopdracht). Punt a uit de bestuursopdracht (bijdrage aan realiseren strategische opgaven) kan onzes inziens niet een-op-een worden gerelateerd aan de geformuleerde kernpunten en zal dus apart worden meegenomen in de toetsing. Punt e. uit de bestuursopdracht komt in het algemeen terug in het toetspunt ‘versterking bestuur en organisatie’, maar verdient gezien het direct belang voor burgers ook een aparte toets. Tenslotte is in beide overzichten niet expliciet iets opgenomen over ‘voorzieningen’; dit zal als expliciet punt meegenomen worden bij het toetspunt ‘karakter en identiteit’. De toetsing van varianten aan deze toetspunten zal plaatsvinden door de verwachte effecten van de varianten af te zetten tegen de uitgangssituatie (“ist-situatie”), met dien verstande dat voor wat
4
Scenario’s Oegstgeest Discussienota 18 juli 2013
betreft de uitgangssituatie de in gang gezette maatregelen op het terrein van financiële beheersing en organisatorische vernieuwing zijn uitgevoerd conform planning in de komende tijd. Naast deze algemene toetspunten zullen per scenario nog specifieke aandachts- of beoordelingspunten worden geformuleerd (kansen, risico’s, dilemma’s, randvoorwaarden e.d.) die voor de weging van belang zijn. Tevens wordt als toetspunt meegenomen het effect van keuzes voor de huidige, bestaande samenwerkingsconstructies. Samenvattend betekent dit dat de scenario’s worden beoordeeld op de volgende toetspunten: toetspunt ‘bijdrage aan strategie’; toetspunt ‘karakter en identiteit’; toetspunt ‘directe invloed’; toetspunt ‘lastendruk’; toetspunt ‘versterking organisatie en bestuur’; toetspunt ‘dienstverlening’; specifieke aandachts- of beoordelingspunten; het effect voor de huidige, bestaande samenwerkingsverbanden.
5
Scenario’s Oegstgeest Discussienota 18 juli 2013
3. Scenario’s bestuurlijke toekomst Oegstgeest
3.1 De opties in algemene zin In Nederland is een rijke traditie aan samenwerkingsvormen tussen gemeenten opgebouwd. Deze verschillen naar inhoud, aard, intensiteit en vorm/constructie. In deze paragraaf geven we de (theoretisch) mogelijke opties weer, waaruit in de volgende paragrafen de op Oegstgeest van toepassing zijnde opties zullen worden geformuleerd. De meest vergaande vorm van samenwerking is die van gemeentelijke herindeling, ook wel genoemd bestuurlijke fusie of ‘samengaan’. Dat wil zeggen dat de betrokken zelfstandige gemeenten ophouden te bestaan en opgaan in 1 nieuw lokaal bestuursorgaan. Een gemeentelijke herindeling vindt plaats bij wet en de procedure daarvoor is ook wettelijk verankerd in de Wet Algemene Regels Herindeling (Wet Arhi). Een gemeentelijke herindeling gaat ook altijd gepaard met een volledige integratie/fusie van de betrokken ambtelijke organisaties. Aan het andere eind van de schaal zou kunnen staan een gemeente die op geen enkele wijze samenwerkt met andere gemeenten. Er is echter geen enkele gemeente in Nederland die niet voor een - desnoods klein - deel van de taken samenwerkt met anderen. De ontwikkeling van een minimum van samenwerking naar meer en steeds intensievere samenwerking verloopt in algemene zin langs twee assen/variabelen (zie schema): de mate van ‘vastheid’/exclusiviteit tussen de samenwerkingspartners (van ‘wisselende, selectieve’ partnerships naar meer ‘vaste’ partnerships). de omvang/aard van het takenpakket waarop wordt samengewerkt, van ‘zeer beperkt’ tot ‘alles’, met een mogelijke onderverdeling naar meer strategische (beleids)taken of meer operationele taken.
6
Scenario’s Oegstgeest Discussienota 18 juli 2013
Hoewel er sprake is van een glijdende schaal op deze twee assen zijn er wel vier hoofdvormen te onderscheiden (zie schema op vorige bladzijde). A. Gedeeltelijk pakket met wisselende partners. In zijn meest zwakke vorm een incidentele samenwerking op onderdelen die voorkomt in alle gemeenten. In iets sterkere vorm (meer gericht op samenwerking) een vorm die veel wat grotere gemeenten toepassen in de relatie naar hun omgeving. In het schema is Oegstgeest gepositioneerd tussen hoofdvorm A. en C. vanwege de bestaande samenwerkingen met de ‘vaste partners’ in de Leidse regio. B. (Bijna) compleet pakket met wisselende partners. Er zijn (over het algemeen grotere) gemeenten die proberen dit als regiegemeente vorm te geven; met een klein hoogwaardig kernapparaat wordt samenwerking geëntameerd (publiek/privaat) waar het het beste uitkomt voor zo veel mogelijk (uitvoerings)taken. C. Gedeeltelijk pakket met vaste partners. Goed voorbeeld is Drechtsteden (6 gemeenten) met enkele centrale taken/diensten (o.a. Sociale Zaken, SSC, gezamenlijke invulling strategische ontwikkeling), een in zekere mate gecentraliseerd bestuur (bv. Drechtraad en regioportefeuillehouders) en met uitvoeringstaken in lokale organisaties van de deelnemende gemeenten. D. Compleet pakket met vaste partners. De meest vergaande vorm is een ambtelijke fusie, waarbij de gemeenten bestuurlijk zelfstandig blijven (eigen gemeenteraad) maar wel (in zo vergaand mogelijk mate) hun ambtelijk apparaat delen en integreren. Er zijn hierbinnen nog 2 verschillende bestuurlijke (hoofd)vormen: een ambtelijke organisatie in een aparte gemeenschappelijke regeling (o.a. BEL-gemeenten) en een centrumconstructie met Dienstverleningsovereenkomst (DVO)(o.a. Groningen-Ten Boer, Aalsmeer-Amstelveen). Binnen deze hoofdcategorieën zijn weer gradaties aan te brengen. Zo sluit een zekere mate van ‘vastheid’ in de samenwerkingsrelaties in variant C incidentele samenwerking met andere partners niet uit. Ook kan de aard en het niveau van de samenwerking op taken verschillend zijn. Maar de indeling is wel vruchtbaar om de hoofdopties voor bestuurlijke toekomst van Oegstgeest in hoofdlijnen op te baseren. Dit komt terug in paragraaf 3.3.
3.2 De opvattingen van bestuurlijke partners Met de bestuurlijke partners in de omgeving, zijnde de gemeenten Hillegom, Katwijk , Leiden, Leiderdorp, Lisse, Noordwijk, Noordwijkerhout, Teylingen, Voorschoten, Wassenaar en Zoeterwoude en met de Provincie Zuid-Holland is gesproken over de volgende drie onderwerpen: De opvattingen van de partners op de geschetste karakterisering en beeldvorming van Oegstgeest (zie paragraaf 2.2) De opvattingen van de partners over hun eigen bestuurlijke toekomst (en wat betreft de Provincie de opvatting over de bestuurlijke ontwikkelingen in het gebied) De mogelijkheden die bestuurlijke partners voor de bestuurlijke toekomst van Oegstgeest, mede in relatie tot hun eigen bestuurlijke toekomst, zien. De samenvattende verslagen van de gesprekken zijn in bijlage 1 bij deze discussienota bijgevoegd. Voor de conclusies wordt ook geput uit die gedeelten van de gesprekken en indrukken van de onderzoekers die niet direct in de verslagen zijn opgenomen. De belangrijkste conclusies:
7
Scenario’s Oegstgeest Discussienota 18 juli 2013
Karakterisering en beeldvorming Gemeente Oegstgeest: 1. Alle bestuurlijke partners konden zich goed vinden in de beschrijving van de kracht en zwakten van Oegstgeest, zoals beschreven. Enkele partners gaven wel expliciet aan het beeld te hebben dat de financiële situatie van de gemeente (zeer) wankel is naar hun opvatting. 2. In enkele gesprekken kwam wat minder expliciet maar wel merkbaar naar voren dat eerdere samenwerking met Oegstgeest niet altijd positief is beleefd. Er werd soms een (te) vrijblijvende en opportunistische houding ervaren. 3. De meeste bestuurlijke partners hebben het beeld dat de natuurlijke oriëntatie (strategische ontwikkelingen, aard bevolking, bestaande samenwerkingsrelaties) van Oegstgeest richting Leiden/Leidse regio is. De meeste gesprekspartners zien versterking van Leiden/Leidse regio als de aangewezen weg voor Oegstgeest om haar sterke punten op de langere termijn zeker te stellen, de kansen te benutten en de bedreigingen het hoofd te bieden. Tegelijk bestaat het beeld dat met name de moeizame bestuurlijke relaties in dat gebied een hartelijke en vruchtbare functionele relatie tot nu toe in de weg hebben gestaan. 4. In de meeste gesprekken kwam veel begrip naar voren omtrent de opdracht die Oegstgeest zichzelf gesteld heeft om een keuze te maken voor verdergaande samenwerking of eventueel samenvoeging, gezien de ontwikkelingen in het lokaal bestuur (taken, financiën) en de geconstateerde zwakten in bestuur, organisatie en financiën van Oegstgeest. De visie op de eigen bestuurlijke toekomst van de omliggende gemeenten en mogelijke samenwerking/samenvoeging met Oegstgeest: 5. Alle gemeenten zijn op dit moment bezig met hun eigen oriëntatie op de bestuurlijke toekomst en hebben daarbij principe-keuzes gemaakt of zijn die aan het voorbereiden. 6. De gemeenten Wassenaar, Voorschoten, Teylingen, Hillegom, Lisse en Noordwijkerhout hebben aangegeven op dit moment geen ruimte te zien voor verdergaande samenwerking met Oegstgeest dan in hoofdvorm A (beperkt takenpakket met wisselende partners). De redenen hiervoor zijn deels inhoudelijk van aard; er worden te weinig inhoudelijke relaties of gezamenlijke agendapunten voor samenwerking gezien. Deels zijn de argumenten meer bestuurlijk; er wordt door deze gemeenten prioriteit bij andere samenwerkingsontwikkelingen gelegd zoals de samenwerking Voorschoten/Wassenaar (met op termijn LeidschendamVoorburg) en de samenwerking van de gemeenten in de Duin- en Bollenstreek. 7. De gemeenten Katwijk, Zoeterwoude, Leiderdorp, Leiden en Noordwijk, hebben aangegeven verdergaande samenwerking met Oegstgeest na te willen streven dan in hoofdvorm A. 8. Noordwijk opteert voor een netwerksamenwerking binnen de Duin- en Bollenstreek; op onderdelen kan dat ook met Katwijk (al dan niet in combinatie met Oegstgeest en Teylingen). Noordwijk ziet veel overeenkomsten tussen zichzelf, Teylingen en Katwijk, qua oriëntatie en opgaven (woonklimaat, recreatie/toerisme). Datzelfde geldt voor Oegstgeest al ligt daar wel de gemeente Teylingen tussen. De samenwerking met Oegstgeest kan derhalve enkel secundair zijn. De sleutel tot intensievere samenwerking in de toekomst ligt dan ook bij de gemeente Teylingen voor Oegstgeest. Als Teylingen zich nadrukkelijker op Oegstgeest oriënteert zal dat
8
Scenario’s Oegstgeest Discussienota 18 juli 2013
ook extra kansen voor de samenwerking tussen Noordwijk en Oegstgeest opleveren, naar de mening van Noordwijk. 9. De gemeente Katwijk wil eventuele organisatorische samenwerking met Oegstgeest vormgeven via zakelijke constructies (dienstverleningsovereenkomsten). Een ambtelijke en/of bestuurlijke fusie wordt uitgesloten vanwege de grote verschillen tussen de twee gemeenschappen. Mogelijke verregaande samenwerking volgens de ‘Ten Boer-variant’ (overnemen van een groot deel van de taken en het personeel van Oegstgeest en de taken vervolgens voor Oegstgeest uitvoeren op grond van een dienstverleningsovereenkomst) acht Katwijk niet voor de hand liggend om de volgende redenen: a. Veel van de bestaande relaties en samenwerkingsverbanden van Oegstgeest in met name de Leidse Regio worden dan doorbroken. Dit kan ook gevolgen hebben voor de bestuurlijke verhoudingen in bredere zin in het gebied. b. De gevolgen voor de organisatie van Katwijk zijn groot en op dit moment niet te overzien. Dat zou eerst nader onderzoek vergen. c. Een dergelijke vorm zou bij verdere bestuurlijke ontwikkelingen ook een opstap kunnen worden naar een bestuurlijke fusie en dat acht Katwijk ongewenst. 10. De gemeenten Zoeterwoude, Leiderdorp en Leiden willen een intensivering en versterking van de bestaande samenwerking met Oegstgeest in de Leidse regio. Voor allen geldt dat dit de vorm van een ‘netwerkstad’ kan aannemen, waarbij men zo goed mogelijk gebruik maakt van elkaars kwaliteiten. 11. Voor Zoeterwoude is intensivering van de samenwerking de enige optie omdat zij in ieder geval haar zelfstandigheid wil behouden. 12. Twee gemeenten, te weten Leiden en Leiderdorp zien ook een bestuurlijke fusie met Oegstgeest als mogelijke optie. Voor Leiden (“Als Oegstgeest een partner zoekt, dan willen wij graag die partner zijn”) is dit de voorkeursoptie (waar men ook graag Leiderdorp en bij voorkeur ook Zoeterwoude bij zou willen betrekken). Leiderdorp heeft bestuurlijke fusie onder bepaalde omstandigheden niet uitgesloten (Als Leiden en Oegstgeest een bestuurlijke fusie nastreven, wil Leiderdorp daarin meegaan, bij voorkeur ook in een combinatie met Zoeterwoude). 13. De Provincie Zuid-Holland ziet als meest logische optie voor Oegstgeest verdere samenwerking of desgewenst bestuurlijke fusie in de Leidse Regio, vanwege de inhoudelijke samenhang in het gebied en vanwege de reeds bestaande samenwerkingsrelaties, doch acht het van grote waarde als dit via een proces van eigen afweging wordt geformuleerd. Voor een mogelijke samenvoeging/samenwerking heeft Oegstgeest uiteraard partners nodig. Op basis van het uitgevoerde onderzoek zouden de volgende gemeenten bereid en in staat zijn een verdergaand partnership aan te gaan dan de huidige samenwerkingsbanden met Oegstgeest:
De gemeenten Katwijk, Noordwijk, Zoeterwoude, Leiderdorp en Leiden, hebben aangegeven tot verdergaande samenwerking met Oegstgeest bereid te zijn.
De gemeente Leiden en eventueel Leiderdorp hebben aangegeven een bestuurlijke fusie met Oegstgeest te willen overwegen (voor Leiden de wenselijke optie).
9
Scenario’s Oegstgeest Discussienota 18 juli 2013
3.3 Mogelijke opties voor de bestuurlijke toekomst van Oegstgeest Kijkend naar de samenwerkingsvormen zijn er op basis van het schema in theorie vier varianten voor Oegstgeest vanuit de huidige situatie:
A. Een ‘0-scenario’, waarbij geen grote intensivering van de samenwerking plaatsvindt en de huidige banden met partners (met name Leidse Regio, deels Holland Rijnland en beperkt in de Duin- en Bollenstreek) blijven bestaan (model A. uit het schema). Dit scenario bevat geen verbetering van de huidige situatie op geen enkel van de toetspunten. Op basis hiervan en van de uitgangspunten van dit onderzoek en de ervaren noodzaak in Oegstgeest om te komen tot versterking door samenwerking geen reële optie om verder mee te nemen in het onderzoek. B. Een ontwikkeling naar een regiegemeente met sterke, wisselende samenwerkingsbanden met andere publieke en private partijen. Ook dit is geen reële optie, omdat die uitgaat van de randvoorwaarden van een sterke kernorganisatie, een sterk bestuur en de inhoudelijke en financiële ruimte om de eigen toekomst in grote lijnen te bepalen. Dit past niet bij de kenmerken van Oegstgeest op dit moment. Deze randvoorwaarden zijn niet op eigen kracht te bereiken. C. Een ontwikkeling naar een vast partnership met bepaalde partijen met 2 mogelijkheden: a. Met de gemeenten in de Leidse regio: de bestaande banden met de gemeenten in de Leidse Regio worden dan geïntensiveerd. Dit heeft mogelijke gevolgen voor de politiekbestuurlijke organisatie en de ambtelijke organisatie (verdergaande integratie), beleid wordt verder geharmoniseerd en er wordt meer samen opgetrokken richting andere overheden op basis van een gedeelde gebiedsagenda. Dit is voor Leiden een second-best oplossing.
10
Scenario’s Oegstgeest Discussienota 18 juli 2013
b. Tot op zekere hoogte zou verdergaande samenwerking met de gemeente Katwijk ook tot de mogelijkheden behoren (evt. aan te vullen met Noordwijk). Deze zal, gezien de oriëntaties en agenda’s van beide gemeenten, dan primair gericht zijn op ambtelijke samenwerking in bedrijfsvoering en (uitvoerings)taken. D. Een ontwikkeling naar een gezamenlijke ambtelijke organisatie met andere gemeenten. Dit zou een mogelijke uitwerking kunnen zijn van het onder C. genoemde ‘Leidse regio-scenario’, doch alleen als opstap naar een bestuurlijke fusie wat Leiden betreft. Het zou in theorie ook het resultaat van het ‘Katwijk-scenario’ kunnen zijn, maar dan alleen als er géén bestuurlijk fusieperspectief is wat de gemeente Katwijk betreft. Wat betreft de verregaande samenwerking volgens het zgn. ‘Ten Boer-model’ acht de gemeente Katwijk dit niet voor de hand liggend, doch heeft het gesprek daarover niet geheel uitgesloten. Op basis van de reacties bij bestuurlijke partners is er één variant voor een mogelijke gemeentelijke herindeling/bestuurlijke fusie (‘samengaan’): een samengaan met Leiden (eventueel gezamenlijk met Leiderdorp). Leiden heeft hier duidelijk voorkeur voor en vanuit de gemeente Leiderdorp is aangegeven dat zij zich hierbij wil aansluiten indien door Oegstgeest gewenst. Het bovenstaande overziend zijn er op dit moment 3 denkbare scenario’s voor de bestuurlijke toekomst van Oegstgeest: I.
Zelfstandigheid in het ‘Leidse Regio-scenario’, waarin met de gemeenten Leiderdorp, Leiden en Zoeterwoude verdere vormen van samenwerking worden geëxploreerd en ontwikkeld. Hierbij zijn verschillende varianten en einduitkomsten mogelijk, die uiteraard altijd in overeenstemming tussen de partners met elkaar moeten worden overeengekomen. Belangrijk aandachtspunt hierbij is de ontwikkeling en rationalisatie van de bestuurlijke organisatie en politieke aansturing in de regio wat betreft de gemeente Leiden. II. Zelfstandigheid in het ‘Katwijk-scenario’, waarin intensieve ambtelijke samenwerking met de gemeente Katwijk wordt aangegaan, mogelijk uitlopend naar een gezamenlijke ambtelijke organisatie (Ten-Boer variant). Aard, intensiteit, vormgeving en randvoorwaarden nader uit te werken en in te vullen door de gemeenten op basis van verder overleg en uitwerking. III. Het scenario ‘Samengaan Oegstgeest-Leiden-(evt.)Leiderdorp’, waarbij Oegstgeest en Leiden een bestuurlijk samengaan nastreven en Leiderdorp zich bij dat proces aansluit. Aansluiting van Leiderdorp is niet zeker, maar kan eventueel wel rand voorwaardelijk worden gesteld voor dit scenario. Eventuele aansluiting van Zoeterwoude is volgens deze gemeente niet aan de orde.
3.4 Toetsing van de opties De 3 scenario’s worden getoetst aan de in paragraaf 2.3 geformuleerde criteria: toetspunt ‘bijdrage aan strategische doelstellingen’; toetspunt ‘karakter en identiteit’; toetspunt ‘directe invloed’; toetspunt ‘lastendruk’; toetspunt ‘versterking organisatie en bestuur’; toetspunt ‘dienstverlening’; eventueel aanvullende aandachts- of beoordelingspunten; het effect voor de huidige, bestaande samenwerkingsconstructies.
11
Scenario’s Oegstgeest Discussienota 18 juli 2013
I.
Toetsing ‘Zelfstandigheid in Leidse regio-scenario’
Verdergaande samenwerking in de Leidse regio levert een positieve bijdrage aan de strategische doelstellingen van Oegstgeest, op voorwaarde dat vanuit een gezamenlijke gebiedsvisie inhoudelijk wordt samengewerkt op de voor de toekomst van Oegstgeest belangrijke beleidsterreinen. Voor de economische ontwikkeling zijn hierin reeds stappen gezet (Economie 071) en ook op het gebied van de bereikbaarheid is hiermee een begin gemaakt (LAB71). Andere voor Oegstgeest belangrijke onderwerpen in zo’n gezamenlijke gebiedsvisie is een visie op bouwen en wonen en op voorzieningen. Echte samenwerking in de Leidse regio betekent geven en nemen op inhoud en belangen, dit geldt ook voor Oegstgeest. Per saldo kan Oegstgeest zich hierbij versterken, maar dat vraagt wel een stevige plek aan tafel en een heldere eigen inbreng. Verdergaande samenwerking in de Leidse regio zal naar verwachting geen directe negatieve of positie effecten hebben op de instandhouding van karakter en identiteit van Oegstgeester gebied en gemeenschap. Mogelijk wel indirect (positief en negatief) via de uitvoering van de strategische agenda en de mogelijke versterking van organisatie en bestuur. Op het terrein van voorzieningen kan de voorzieningenstructuur in het gebied worden heroverwogen, waarbij zowel voordelen als nadelen voor de Oegstgeester voorzieningen kunnen ontstaan. Verdergaande samenwerking in de Leidse regio betekent dat de bevolking via de gemeenteraad van Oegstgeest direct invloed heeft op de zelf-beïnvloedbare, relatief kleinschalige, ontwikkelingen op het eigen grondgebied. Op meer grootschalige ontwikkelingen in het gebied neemt de directe invloed af en wordt de invloed meer indirect (getrapt/afgeleid). Verdergaande samenwerking betekent dus enerzijds behoud van zelfstandigheid, doch anderzijds ook minder directe politieke legitimatie. Om dit in enige mate te ondervangen kan wel de ‘lappendeken’ van bestuurlijke regelingen binnen het gebied worden gerationaliseerd en kunnen mogelijk nieuwe constructies worden ontwikkeld voor regiobesturing, zoals dat ook in onder meer de Drechtsteden is gebeurd en waarover ook in andere regio’s wordt gesproken (o.a. ‘Bollenraad’). Verdergaande samenwerking in de Leidse regio heeft geen directe invloed op de lastendruk in Ogstgeest. Er vindt geen harmonisatie van tarieven plaats, zoals bij een gemeentelijke herindeling. Tegelijk blijft Oegstgeest een eigen huishouding voeren met alle huidige financiële problemen van dien. Zelfstandigheid brengt met zich mee dat Oegstgeest zelf verantwoordelijk blijft voor de financiële situatie en de mogelijke gevolgen voor de lastendruk. Verdergaande samenwerking in de Leidse Regio kan – mits goed afgesproken en geregisseerd – leiden tot versterking van de organisatie (kwaliteit, continuïteit); ambtelijke samenwerking in deze constructie leidt in het algemeen wel tot efficiencyvoordelen, maar door de getraptheid in de aansturing zal dit beperkt zijn. Dit scenario kan onder omstandigheden ook leiden tot mogelijke versterking van het bestuur . Dat laatste door goede samenwerking tussen de Colleges en Raden, goed gezamenlijk naar buiten optrekken en stabiliteit/kwaliteit in de ondersteuning. Om dit te bereiken dient met de partners in het gebied op positieve en constructieve wijze een plan voor afstemming en gezamenlijkheid in de bestuurlijke en organisatieontwikkeling te worden gemaakt. De directe dienstverlening aan de Oegstgeester burger zal flinke veranderingen kunnen ondergaan door digitalisering en innovatieve dienstverleningsconcepten (bv. meer bezoek aan huis). Door goed
12
Scenario’s Oegstgeest Discussienota 18 juli 2013
samen te werken kan Oegstgeest beter inspelen op deze vernieuwingen en de dienstverlening minimaal op peil houden of zelfs verbeteren. Bij verdergaande samenwerking in de Leidse regio geldt als belangrijkste aandachtspunt de relationele kant van de samenwerking, die mede gezien de historie, een vruchtbare functionele relatie in de weg kan (blijven) staan. Constructieve investering in de relatie vanuit alle partijen (dus ook Oegstgeest) is daarbij geboden. Een tweede aandachtspunt betreft de noodzaak van een gestructureerde en intensieve aanpak van de bestuurlijke en ambtelijke inrichting van de samenwerking met het oog op de beperking van de bestuurlijke drukte en het creëren van echte meerwaarde uit ambtelijke samenwerking. Tenslotte dient als aandachtspunt te worden geformuleerd dat verdergaande samenwerking in de Leidse regio steeds moeilijker ontvlechtbaar wordt en daarmee een redelijk fundamentele oriëntatie voor mogelijk verdergaande bestuurlijke keuzes in de toekomst inhoudt. Verdergaande samenwerking in de Leidse regio sluit op een enkele uitzondering aan bij de bestaande samenwerkingsrelaties in het gebied. In dit kader zou de samenwerking van Oegstgeest in SW-bedrijf ‘de Maregroep’ wellicht nader moeten worden bezien. Bij de invoering van de Participatiewet zou het mogelijk aanbeveling verdienen om alle re-integratieactiviteiten binnen/met de Leidse regio te ontwikkelen. Doch hiervoor zijn mogelijk ook verbindings- of overgangsconstructies te formuleren. II.
Toetsing ‘Zelfstandigheid in Katwijk-scenario’
Verdergaande samenwerking met Katwijk levert geen directe bijdrage aan de strategische doelstellingen van Oegstgeest , omdat de samenwerking uitsluitend gericht is op ambtelijkorganisatorische samenwerking. Er is een risico dat het kiezen voor Katwijk de bestaande functionele relaties in de Leidse Regio (economie, bereikbaarheid, voorzieningen etc.) onder druk zet en de positie van Oegstgeest in de Leidse regio negatief beïnvloedt op belangrijke dossiers. Verdergaande samenwerking met de gemeente Katwijk heeft in principe geen invloed op karakter en identiteit van Oegstgeester gebied en gemeenschap (incl. voorzieningen). Beleid en bestuur blijven ingericht op de Oegstgeester samenleving. Verdergaande samenwerking met de gemeente Katwijk betekent dat de bevolking via de gemeenteraad van Oegstgeest directe invloed houdt op de zelf-beïnvloedbare ontwikkelingen in het gebied. Verdergaande samenwerking betekent daarbij enerzijds behoud van zelfstandigheid en in geval er een ‘Ten Boer’-variant zou worden uitgewerkt, komt er geen nieuwe bestuurslaag; wel wordt de uitvoering van taken meer op afstand van de politiek gezet. Op meer strategische ontwikkelingen in het gebied heeft de bevolking minder directe of indirecte invloed dan op dit moment omdat veel van de beslissingen daarover in/rond de Leidse regio worden genomen. Verdergaande samenwerking met de gemeente Katwijk heeft geen directe invloed op de lastendruk in Oegstgeest. Er vindt geen harmonisatie van tarieven plaats, zoals bij een gemeentelijke herindeling. Zelfstandigheid brengt met zich mee dat Oegstgeest zelf verantwoordelijk blijft voor de financiële situatie en de mogelijke gevolgen voor de lastendruk.
13
Scenario’s Oegstgeest Discussienota 18 juli 2013
Verdergaande samenwerking met de gemeente Katwijk kan – mits goed afgesproken en geregisseerd en betrekking hebbend op een substantieel takenpakket – leiden tot versterking van de organisatie en onder omstandigheden ook tot mogelijke (beperkte) versterking van het bestuur . Dat laatste door betere stabiliteit/kwaliteit in de ondersteuning. Om dit te bereiken dient met de gemeente Katwijk op positieve en constructieve wijze een plan voor afstemming en gezamenlijkheid in de organisatieontwikkeling te worden gemaakt. Katwijk heeft daarbij aangegeven dat er sprake moet zijn van een ‘win-win’ situatie. De taken die in aanmerking komen om gezamenlijk uit te voeren moeten dus op mogelijke synergie effecten beoordeeld worden, waarbij ook mogelijke desintegratie- en ontvlechtingskosten moeten worden betrokken. De directe dienstverlening aan de Oegstgeester burger zal flinke veranderingen kunnen ondergaan door digitalisering en innovatieve dienstverleningsconcepten (bv. meer bezoek aan huis). Door goed samen te werken kan Oegstgeest beter inspelen op deze vernieuwingen en de dienstverlening minimaal op peil houden of zelfs verbeteren. Als aandachtspunt geldt in dit scenario dat bij veel functionele relaties van en inhoudelijke ontwikkelingen in Oegstgeest er geen relatie is met die van de gemeente Katwijk. Dit hoeft niet per se te verhinderen dat hierbij toch ambtelijke ondersteuning vanuit Katwijk wordt geboden, doch het zal wel (eventuele grote) complicaties op inhoud, proces en financiën kunnen geven. Deze dienen vooraf goed in kaart gebracht en overwogen worden. Bij verdergaande samenwerking met de gemeente Katwijk geldt mede daarom als aandachtspunt de noodzaak van een gestructureerde en intensieve aanpak van het samenwerkingstraject om hierin de goede gezamenlijke organisatorische en financiële keuzes te kunnen maken. Tevens dient als aandachtspunt te worden geformuleerd dat verdergaande intensieve ambtelijke samenwerking met de gemeente Katwijk feitelijk niet meer ontvlechtbaar is en daarmee een redelijk fundamentele oriëntatie voor mogelijk verdergaande bestuurlijke keuzes in de toekomst inhoudt Verdergaande samenwerking met de gemeente Katwijk sluit niet aan bij bestaande samenwerkingsrelaties in het gebied. Voor wat betreft de operationele samenwerking in SP71 zijn er directe consequenties. Als voor wat betreft de bedrijfsvoeringstaken voor het ‘Katwijk-scenario’ worden gekozen zou dit ontvlechting van SP71 moeten betekenen; dit zal frictie- en transitiekosten geven mede vanwege mogelijke personele consequenties. Voor de uitvoering van de gebiedsagenda samen met de andere gemeenten in het gebied (met name Leiden) is onvoorspelbaar wat de effecten van dit scenario zijn. Mogelijk zijn er geen consequenties en blijft die samenwerking onverkort in stand; voorstelbaar is ook dat Oegstgeest bij belangrijke beleidsontwikkelingen (wonen, bedrijventerreinen, bereikbaarheid e.d.) meer een eigen koers moet ontwikkelen en (meer) te maken zal krijgen met competitie hierin vanuit andere gemeenten/gebieden. III.
Toetsing van het scenario ‘samengaan Oegstgeest-Leiden-(evt. Leiderdorp)’
Samengaan met Leiden (+ evt. Leiderdorp) kan een positieve bijdrage leveren aan de strategische doelstellingen van Oegstgeest. De aantrekkelijkheid van Oegstgeest als woongemeente wordt mede bepaald door de aantrekkelijkheid van het gebied als geheel (ligging/bereikbaarheid en hoogwaardige werkgelegenheid/economische ontwikkeling, voorzieningen, recreatie). Met zo’n
14
Scenario’s Oegstgeest Discussienota 18 juli 2013
bestuurlijk samengaan ontstaat een krachtige gemeente op een schaal waarop de economische – en bereikbaarheidsagenda met meer kracht, effectiviteit en efficiency kunnen worden uitgevoerd. Ook kan het gebied zich sterker presenteren aan andere bestuurlijke tafels en bij belangrijke maatschappelijke partners en daarmee voordeel realiseren. Ook zal de bestuurlijke drukte, inclusief grensconflicten, onnodige competitie en moeizame relatievorming afnemen. De afweging met betrekking tot voorzieningen en bedrijfsterreinen kan tot veel effectievere resultaten leiden voor de inwoners van het gebied. Dit biedt op de langere termijn een (betere) borging van het hoogwaardige woonklimaat van Oegstgeest en daarmee van het karakter en identiteit van gebied en gemeenschap. Een samengaan met Leiden (+ evt. Leiderdorp) zal niet direct (positieve of negatieve) invloed hebben op instandhouding van karakter en identiteit van het Oegstgeester gebied en gemeenschap. Oegstgeest heeft op enige termijn het karakter van een ‘beheer gemeente’ en er zijn geen grootschalige ontwikkelingen meer op het grondgebied van Oegstgeest te verwachten. Beide gemeenten hebben relatief veel hoogopgeleide professionals, die het niveau van het maatschappelijk leven op een hoog niveau brengen en mede hun invloed doen gelden op het maatschappelijk debat. Wel kan door het feit dat afwegingen over een grote grondgebied worden gedaan op enige termijn invloed worden verwacht op karakter en identiteit van Oegstgeest. Dit kan negatief zijn (bv. iets andere bevolkingssamenstelling), maar ook positiever (bv. behoud van voorzieningen met een bovenlokaal karakter). De Gemeente Leiden heeft in dit verband aangegeven bereid te zijn goede (en voor een langere periode) afspraken te maken over de zaken die voor Oegstgeest essentieel zijn. Bijvoorbeeld afspraken over de kwaliteit van de openbare ruimte, de bouwopgave, voorzieningen, bevolkingsparticipatie bij belangrijke beslissingen en op het aanboren en gebruik maken van de kracht van de gemeenschap. Uiteraard zal dit in dat geval nog goed uitgewerkt en geborgd moeten worden. Een samengaan met Leiden (en mogelijk Leiderdorp) betekent dat de bevolking direct invloed heeft op de ontwikkelingen in het gehele gebied via de gemeenteraad van de gefuseerde gemeente. Een nieuwe bestuurlijke entiteit voor de gefuseerde gemeente betekent directe politieke legitimatie op bijvoorbeeld de economische – en bereikbaarheidsagenda en op de strategische keuzes hierin voor het gebied. Voor de meer kleinschalige beslissingen in het huidige Oegstgeest (ruimtelijke ontwikkeling, openbare ruimte, voorzieningen e.d.) is er minder directe politiek-bestuurlijke invloed. Desgewenst kan een wijk- of kerngerichte participatiestructuur worden ingericht. Het succes hiervan hangt enerzijds af van een nieuw te vormen gemeentebestuur doch zeker ook van de activiteit en kracht in de Oegstgeester gemeenschap. Bij een samengaan vindt harmonisatie van belastingtarieven plaats, en dit zal directe invloed hebben op de lastendruk in Oegstgeest. Hoe dit precies uitwerkt zal onderzocht moeten worden. De eerste indruk is dat de gevolgen gedifferentieerd en genuanceerd liggen. Globaal gezegd zullen Oegstgeestenaren met een lagere WOZ-waarde er iets op vooruit gaan en die met een hogere er iets op achteruitgaan, op basis van huidige tarieven en gegevens. In een grotere gemeente zullen de financiële afwegingen op een hoger schaalniveau plaatsvinden. Dit betekent enerzijds dat de huidige financiële problematiek van Oegstgeest in een breder kader beter kan worden opgelost; tegelijk betekent het dat financiële afwegingen en problemen die nu alleen betrekking hebben op
15
Scenario’s Oegstgeest Discussienota 18 juli 2013
het grondgebied van Leiden (en Leiderdorp) invloed zullen kunnen hebben op het grondgebied van Oegstgeest. Een samengaan zal (op enige termijn) leiden tot versterking van de organisatie en versterking van het bestuur . Beide worden als het ware ‘nieuw’ neergezet op een grotere schaal. Wel is in de gesprekken de vraag gesteld (o.a. Leiderdorp) of de organisatie van Leiden ‘hier klaar voor is’. Leiden zelf is daar positiever over, maar het is duidelijk dat het hier zal gaan om een majeure veranderingsoperatie, die van alle partners het nodige zal vergen. Dit moet wel gebeuren in een tijd van economische crisis, waarin ook nog eens veel taken op de gemeenten af komen. Aan de andere kant biedt dit ook weer de mogelijkheid dit organisatorisch in één keer goed te regelen. De directe dienstverlening aan de Oegstgeester burger zal flinke veranderingen kunnen ondergaan door digitalisering en innovatieve dienstverleningsconcepten (bv. meer bezoek aan huis). Door bundeling van krachten kan Oegstgeest beter inspelen op deze vernieuwingen en de dienstverlening minimaal op peil houden of zelfs verbeteren. Het te kiezen dienstverleningsconcept zal dan nog wel aandacht en eventueel onderhandeling vragen. Aanvullende aandachts- of beoordelingspunten Belangrijkste aandachtspunten bij het fusiescenario is het goed communiceren van de ratio van een dergelijke stap (waarom is dit goed voor de bevolking van Oegstgeest) en het omgaan met de emoties en gevoeligheden omtrent dit onderwerp. Zaken als zelfstandigheid, kleinschaligheid, identiteit en (woon)kwaliteit zijn zaken die door de bevolking van Oegstgeest worden gekoesterd. Bij het fusiescenario moeten de effecten op deze essentiële zaken expliciet (en bij voorkeur ‘fact based’) in de dialoog met de bevolking aan de orde komen. Dit geldt ook voor nut en noodzaak van een dergelijke ingrijpende stap. De ‘expertgroep’ en ‘Dorpslab’ in Oegstgeest kunnen betrokken worden bij de discussie over de varianten voor de bestuurlijke toekomst in deze richting. Ook om te toetsen of de (nog altijd hoorbare) emoties rondom bestuurlijke samenwerking en fusie vooral een echo zijn uit het verleden, of dat zij ook nog sterk geworteld zijn in het hier en nu. Een ander aandachtspunt is dat de gemeente Katwijk heeft aangegeven dat wanneer Oegstgeest bij een gemeentelijke herindeling betrokken raakt, men wil praten over de gemeentegrens met de nieuw te vormen gemeente. Dit omdat de huidige grens naar hun opvatting niet op een logische plaats ligt (over het veilingterrein). Effect op de huidige, bestaande samenwerkingsconstructies. Een fusie-scenario met Leiden (en Leiderdorp) sluit op een enkele uitzondering aan bij de bestaande samenwerkingsrelaties in het gebied. In dit kader zou de samenwerking van Oegstgeest in SW-bedrijf ‘de Maregroep’ nader moeten worden bezien. Vanwege de invoering van de Participatiewet zou het mogelijk aanbeveling verdienen om alle re-integratieactiviteiten binnen/met de Leidse regio te ontwikkelen. Doch hiervoor zijn mogelijk ook verbindings- of overgangsconstructies te formuleren.
16
Scenario’s Oegstgeest Discussienota 18 juli 2013
4. Conclusies ten aanzien van scenario’s tbv dialoogfase
In onderstaand overzicht worden de resultaten uit de toetsing van paragraaf 3.4 samengevat in een plussen/minnen-overzicht. Dit gebeurt op basis van “professional judgment” van de onderzoekers. Voor de onderbouwing en de nuancering van de scores en meer precieze betekenis wordt verwezen naar de tekst van paragraaf 3.4.Uiteraard kan vanuit het maatschappelijk perspectief en het politiek perspectief waardering en normering leiden tot andere uitkomsten. De scores hebben betrekking op het te verwachten effect van het betreffende scenario ten opzichte van de huidige situatie van Oegstgeest, rekening houdend met de doorgevoerde verbeteringen/aanpassingen op financieel en organisatorisch terrein zoals door dit College van B&W aangekondigd voor de komende periode. Toetspunten
Zelfstandig in Leidse Regioscenario
Zelfstandig in Katwijkscenario
Samengaan met Leiden (+evt. Leiderdorp)
Strategie
+
0/?
++
Karakter/identiteit
0
0
0 (korte termijn) ?/ +/- (langere termijn)
Directe invloed
0/-
0/-
+/-
Lastendruk
0
0
+/-
Dienstverlening
0/+
0/+
0/+
Organisatie/bestuur
+
+
+(+)
Aandachtspunten
Effect op huidige samenwerking
Relatie Verschil in functionele Rationaliteit versus emotie en organisatorische Gestructureerde aanpak Communicatie oriëntatie Bestuursvorm Nadere afspraken nodig om karakter/identiteit te Niet meer ontvlechtbaar Gestructureerde aanpak Niet meer ontvlechtbaar borgen Mogelijke grenscorrectie veilingterrein Beperkt/geen Heroriëntatie op inhoud Beperkt (evt. oriëntatie op en relaties SW-bedrijf) Ontvlechting (m.n. SP71) Risico op schade aan huidige relaties
Legenda: 0 Geen grote verandering t.o.v. huidige situatie + Positief effect t.o.v. huidige situatie - Negatief effect t.o.v. huidige situatie +/- Zowel positief als negatief effect mogelijk to.v. huidige situatie ? Onzeker effect/ risico
17
Scenario’s Oegstgeest Discussienota 18 juli 2013
Dit overzicht leidt tot de conclusie dat het fusiescenario de meeste plussen heeft ten opzichte van de huidige situatie, maar ook nog de meeste onbekendheden, aandachtspunten en ‘spannende’ effecten en ook nog veel gevoeligheden die niet direct in een rationalisatie van een schema zijn te vatten. Het is ook het meest ingrijpend uiteraard. Van de samenwerkingsscenario’s heeft het Leidse Regioscenario als voordeel dat aangesloten kan blijven worden bij de huidige gebiedsagenda (strategisch voordeel) en bij bestaande samenwerkingsverbanden. Organisatorische en bestuurlijke voordelen zijn niet vanzelfsprekend maar wel goed voorstelbaar. Dit laatste geldt ook voor het Katwijkscenario, maar dit kent geen voordelen op strategisch gebied en een stevige(financiële) hobbel vanwege ontvlechting van SP71. Opvallend is dat in alle drie de scenario’s er geen sterk negatief (of positief) effect uitgaat op karakter en identiteit van gebied en gemeenschap van Oegstgeest, al is dat in het fusiescenario wel het meest onzeker in deze fase van de uitwerking van de varianten. Ook verschillen de drie scenario’s niet op het toetspunt directe dienstverlening.
18
Scenario’s Oegstgeest Discussienota 18 juli 2013
Bijlage 1. Verslagen gesprekken met expertgroep en bestuurlijke partners
19
Scenario’s Oegstgeest Discussienota 18 juli 2013
IMPRESSIE GESPREK EXPERTGROEP SWOT OEGSTGEEST dd. 21 mei 2013 Aanwezig: mevrouw Goulmy, de heren van Woerkom, Koridon, Lazarom,Yesilkagit, HL van Mierlo, Geelhoed en Cremers. Deze impressie is opgesteld om een indruk te geven van de denkrichtingen en ideeën die in dit overleg aan de orde gekomen zijn. Het betreft dus niet noodzakelijkerwijs afgeronde standpunten van de expertgroep en soms ook niet van individuele leden, omdat het een bijeenkomst was met een sterk brainstormend karakter. Ten aanzien van de SWOT (concept) zoals gepresenteerd Het gepresenteerde overzicht (SWOT) roept veel herkenning op. Er worden enkele aanscherpingen voorgesteld, dan wel suggesties gedaan voor verdere discussie. Deze hebben vooral betrekking op: Het als kans, dan wel bedreiging zien van de intermediaire ligging van Oegstgeest (en van de Leidse Regio als geheel) tussen de Noord- en Zuidvleugel (kan je dan profiteren van ontwikkelingen van beide of ben je juist “stuck in the middle”). Geconstateerd werd wel dat Oegstgeest betrekkelijk weinig invloed heeft op beïnvloeding van die strategische positionering. Enkele deelnemers waren ook van mening dat een keuze daarin eigenlijk weinig invloed zou hebben op karakter en kenmerken van Oegstgeest. Gewezen werd nog wel op het feit dat Oegstgeest geografisch ook uit meerdere eenheden bestaat. Over de kenmerken van Oegstgeest en de Oegstgeester gemeenschap werd toegevoegd/aangescherpt dat die als bijzonder en uniek konden worden gekenschetst. Daarbij kwamen zaken als modern burgerschap aan de orde (met veel eigen verantwoordelijkheid en betrokkenheid bij betrekkelijk geringe historische binding), de kosmopolitische inslag van veel Oegstgeestenaren, waardering voor Oegstgeest is hoger dan de binding met Oegstgeest, “intellectueel eiland”, “stadsdorp”, Oegstgeest geeft identiteit aan de bewoners (en andersom). Oegstgeest sluit je in, terwijl je elders als buitenstaander eerder wordt uitgesloten. Over de kwaliteit van de gemeente als instituut werd als specifieke “zwakheid” toegevoegd de politiek-bestuurlijke cultuur waarbij elementen als (gebrek aan) onderling vertrouwen en bestuurskracht werden benoemd. Dit moet ook meegenomen worden als een factor in de afweging rond de bestuurlijke toekomst. Ten aanzien van de varianten voor de bestuurlijke toekomst Tijdens en na de bespreking van de SWOT kwam op tafel wat deze SWOT nu betekent of moet betekenen voor de afwegingen rond de bestuurlijke toekomst. Daarbij werden een aantal suggesties gedaan voor het proces van afweging: Formuleer vanuit de SWOT de kernwaarden van Oegstgeest en gebruik die in de toetsing van de bestuurlijke varianten. Uit de discussie bleek dat de kracht en de bijzonderheid van de Oegstgeester samenleving in samenhang met de quality of life in ieder geval tot die kernwaarden moeten worden gerekend. Bepaal vooraf de beïnvloedbaarheid van bepaalde factoren en bezie wat dus je ruimte is (eventueel om te onderhandelen) en bepaal daarbinnen het optimum In verlengde van het voorafgaande: werk vanuit een doelstellingen- en krachtenveldanalyse Denk niet (alleen) vanuit een bestuurlijke visie, maar primair vanuit een visie op de samenleving en de vernieuwende rol van de overheid daarin (enerzijds terugtrekkend, anderzijds verbindend). Ga het gesprek met buurgemeenten open in, en probeer helder boven water te krijgen wat beiden voor elkaar kunnen betekenen. Probeer in dat verband ook een beeld te krijgen van hun sterke en zwakke punten. Ook is er tentatief gesproken over mogelijke opties voor samenwerking/fusie :
20
Scenario’s Oegstgeest Discussienota 18 juli 2013
Enkele deelnemers geven aan het jammer te vinden dat er kennelijk een bestuurlijke structuurdiscussie nodig is, daar waar naar hun mening de samenleving en de economie zich op andere manieren aan het vernieuwen zijn en de bestuurlijke discussie daar eigenlijk op zou moeten aansluiten. Een visie op dit maatschappelijke veranderingsproces wordt gemist. Tegelijk is er ook het besef dat door zowel interne ontwikkelingen binnen Oegstgeest als externe ontwikkelingen (taakverzwaring gemeenten, ontwikkelingen regio etc.) noodzaak is om tot (verdere) samenwerking of fusie te komen en dat de “nuloptie” niet realistisch (meer) is. Kijkend naar diverse opties tot fusie of samenwerking komt naar voren dat er verschillende afwegingen aan de orde kunnen zijn. Een primair zakelijke (hoe organiseer je met name uitvoerende processen zo effectief en efficiënt mogelijk) en een meer culturele/identiteitsafweging (bij wie pas je het beste, waar zit op identiteit verbinding/meerwaarde). En die leidt mogelijk niet tot dezelfde resultaten. Zonder daarover een eindoordeel uit te spreken is bij de meeste deelnemers wel het gevoel aanwezig dat samenwerking met andere gemeenten meer kansen biedt op instandhouding van de eigen identiteit van Oegstgeest dan fusie. O.a. omdat in een nieuwe gemeenteraad de vertegenwoordiging uit Oegstgeest beperkter/zwakker zal zijn. Als randvoorwaarde voor een succesvolle samenwerking wordt gesteld dat dan gekozen moeten worden voor een of meer vaste samenwerkingspartners (dus geen lappendeken). Gewezen wordt op het belang om samen te werken met partners die een zekere mate van gelijkwaardigheid hebben, dat biedt de meeste zekerheid op respect voor elkaars cultuur/identiteit. Er is in de groep niet een eenduidige mening of het ook zou moeten gaan om gelijksoortigheid; diversiteit/complementariteit kan juist ook verrijkend zijn. Verregaande samenwerking en zeker fusie met Leiden wordt wel als bedreigend gezien vanwege het verschil in grootte (“overname”) en het daarbij verwachte verlies van identiteit. Ook door het feit dat Leiden (in bepaalde opzichten) niet als krachtige partner wordt gezien (“zaken niet op orde”). Ook dat een deel van het in Oegstgeest opgebrachte belastinggeld ingezet zal kunnen worden elders in het gebied. Tegelijk wordt wel erkend dat er vanwege ligging en een aantal functies wel heel veel relaties zijn met Leiden. Het wordt als nuttig/waardevol gezien om minimaal te onderzoeken of er een soort “westelijke alliantie” (met o.a. Teylingen en eventueel Voorschoten, Katwijk en andere bollengemeenten) mogelijk is. Dat zal dan wel de nodige diplomatie vragen.
Naschrift de heer Douwe Breimer (niet aanwezig): “Uit het verslag komt naar voren dat we erg hechten aan ons mooie dorp en plezierige woonklimaat en dat vooral zo willen houden. Natuurlijk onderschrijf ik dat ook, maar als de externe (ook politieke) randvoorwaarden veranderen en samenwerking, eventuele fusie, met andere gemeenten in zicht komt, cq onvermijdelijk wordt, moet je wel goed je positie in de regio weten neer te zetten. Daarbij zou ik dan eerder onder bepaalde voorwaarden op Leiden koersen, waarmee sterke functionele banden bestaan, en waarbij het ook in de rede ligt dat Oegstgeest mede-agenda-bepalend voor de ontwikkeling van de regio zal zijn. Wel moet dmv bijv "een deelraad" de mogelijkheid blijven bestaan om eigen input te leveren en eveneens om eigen voorzieningen in stand te houden (satelliet-gemeentehuis met bepaalde diensten e.d.). In het telefoongesprek dat ik met Dirk Louter voerde meldde hij dat dit type scenario's in de vervolgfase aan de orde komt. Ik wacht die fase nu maar even af”.
21
Scenario’s Oegstgeest Discussienota 18 juli 2013
SAMENVATTEND VERSLAG GESPREK GEMEENTE ZOETERWOUDE DD. 17 juni 2013. Het gesprek wordt namens het College van B&W gevoerd met de burgemeester L. Bloemen en gemeentesecretaris W. Zoetemelk- Van der Hulst. Zoeterwoude kan op de huidige schaal heel goed zelfstandig functioneren en wil dat blijven doen. Fusieopties zijn dan ook niet aan de orde. Elke taak heeft een andere schaal waarop zij optimaal uitgevoerd kan worden. Het is de kunst de samenwerkings- (of uitbestedings-)variant te kiezen/organiseren op een schaal die past bij de inhoud van de taak. Waarom kan/wil Oegstgeest dit niet op dezelfde wijze doen? Oegstgeest zou dat ook moeten kunnen. Een gedragen koers, visie en missie en daarbij horende cultuur van samenwerking en vertrouwen is daarvoor nodig. Dit vraagt een ander houding van raad en college en het aanhaken van organisatie en gemeenschap. Aparte samenwerking met Oegstgeest zowel op bestuurlijk als ambtelijk vlak is voor Zoeterwoude niet aan de orde. Men grenst niet aan elkaar. Binnen het verband van de Leidse regio en Holland Rijnland is samenwerking wel nadrukkelijk aan de orde. Een voorbeeld van het eerste is de samenwerking op bedrijfsvoeringsgebied binnen SP 71. Deze samenwerking legt wel het nodige bloot op kwaliteitsgebied. Leiden heeft zijn zaakjes nog niet op orde en dat werkt ook door naar SP71. Zoeterwoude streeft naar uitbreiding van het aantal gemeenten dat deelneemt aan SP 71. Een voorbeeld van het tweede is de strategische samenwerking op 3 D gebied binnen Holland Rijnland (‘voorbakken’) en de uitvoering op lokaal niveau ( ‘afbakken’) Verdere samenwerking in de Leidse Regio (bijv. via een concept van de ‘netwerkstad’) is een mogelijkheid, maar Leiden moet zijn zaken wel op orde hebben. Als dit de kant op gaat van een bestuurlijke fusie binnen de Leidse regio dan zou dat een te dominante positie voor Leiden betekenen.
22
Scenario’s Oegstgeest Discussienota 18 juli 2013
SAMENVATTEND VERSLAG GESPREK GEMEENTE NOORDWIJKERHOUT DD. 17 juni 2013. Het gesprek wordt namens het College van B&W gevoerd met de burgemeester G. Goedhart en regiocoördinator S. van der Sman. Door de 5 Bollengemeenten wordt op grond van de overeenstemming over 37 samenwerkingspunten, die door de 5 raden op 14 februari zijn vastgesteld, gewerkt aan intensivering van de samenwerking. Belangrijkste speerpunten zijn een gezamenlijke sociale agenda en uitvoeringsorganisaties voor de 3 D’s en een gezamenlijke ruimtelijk/economische agenda voor de streek. In het Rapport ‘Strategische samenwerking D&B streek’ van 6 juli tenderen ambtelijke werkgroepen naar voorkeur voor fusie. Voor Noordwijkerhout en Noordwijk is dit politiek niet gewenst. Er wordt daarom in het rapport een bestuurlijke constructie voorgesteld met een ‘Bollenraad’, met raadsleden uit het gebied en daarboven een DB (wethouders uit de deelnemende gemeenten). Er zijn al veel samenwerkingsverbanden, zoals een intergemeentelijke sociale dienst van de 5 en een Greenport ontwikkelingsmaatschappij waarin ook Katwijk meedoet. Katwijk is uitgenodigd om aan de samenwerking deel te nemen op grond van het aantal samenwerkingsinitiatieven van de Bollengemeenten waar Katwijk al aan deelneemt. Voor de zomer komt het rapport en de voorgestelde structuur naar de gemeenteraden en na de zomer zal er besluitvorming volgen. Op 10 juli komt het rapport naar buiten. Nu Oegstgeest een inventarisatie naar samenwerking (en/of samenvoeging) start, is Noordwijkerhout er geen voorstander van Oegstgeest bij het ‘bollenproces’ te betrekken. Noordwijkerhout ziet Oegstgeest toch vooral in het Leidse regio cluster, gezien de inhoudelijke opgaven en ruimtelijke integratie. Noordwijkerhout ziet dat de leiding die Leiden aan het proces in de Leidse regio moet geven moeizaam verloopt. Toch moet Oegstgeest het daar zoeken, want aansluiting zoeken bij de D&B streek (bijv. via samenwerking met Noordwijk en/of Katwijk en/of Teylingen) heeft in de ogen van Noordwijkerhout nauwelijks inhoudelijke basis en zal vooral gezien worden als weglopen van Leiden. In het verband van Holland Rijnland(HR) werkt men met elkaar samen, maar dat is in de tweede ring. Wat Noordwijkerhout betreft is de ontwikkeling vooral, dat de gemeente lokaal zoveel mogelijk regelt wat lokaal kan, dat de samenhang in het gebied vooral inhoudelijk en op clusterniveau (D&B streek) wordt opgepakt en dat op HR niveau alleen de strategische onderwerpen resteren (bijv. 3 D decentralisaties ‘voorbakken’. ‘Afbakken’ gebeurt in de clusters) en de lobby richting Provincie en Rijk.
23
Scenario’s Oegstgeest Discussienota 18 juli 2013
SAMENVATTEND VERSLAG GESPREK GEMEENTE VOORSCHOTEN Het gesprek wordt namens het College van B&W gevoerd met de burgemeester J. Staatsen en hoofd communicatie & kabinet A. Oostermeijer op 17 juni 2013 te Voorschoten. Voorschoten heeft één gezamenlijke ambtelijke organisatie met Wassenaar.(Werkorganisatie Duivenvoorde) plus de bestuurlijke en beleidsmatige samenwerking. Inhoudelijke redenen daarvoor zijn de sterke overeenkomst in het sociaal economisch profiel (woonklimaat/kenmerken bevolking) en de gezamenlijke opdracht in het ‘groen’ houden van de zone tussen Den Haag en Leiden. Daarnaast is er een oriëntatie op Leidschendam-Voorburg en sowieso steeds meer oriëntatie op de Haagse regio/Zuidvleugel. In theorie is het denkbaar dat Oegstgeest aansluit bij Voorschoten en Wassenaar, maar daar zou dan een goed inhoudelijk verhaal onder moeten liggen. Niet alleen defensief. Waarom is dit goed voor de bevolking van Oegstgeest? Dat verhaal ziet de gemeente Voorschoten vooralsnog niet. Er is weliswaar veel overeenkomst in woonklimaat, maar men grenst niet aan elkaar en het ‘zoneringsverhaal’ geldt ook niet voor Oegstgeest. Men ziet dit dus niet als een reële optie. Bovendien is de huidige verwevenheid van Oegstgeest met Leiden zeer groot. De fysieke grens tussen de twee gemeenten is nauwelijks waarneembaar en er is een vergaande ambtelijke samenwerking in SP71. Een ambtelijke-bestuurlijke samenwerking met Oegstgeest is in theorie denkbaar, maar ziet Voorschoten ook niet als een reële mogelijkheid. Alles wijst erop dat Oegstgeest in de Leidse regio thuis hoort. Vòòr de vorming van Teylingen was Warmond een ideale partner geweest (veel overeenkomsten). Dat is nu een gepasseerd station. De Leidse regio is morfologisch één gebied en vooral Oegstgeest en Leiderdorp hebben een zo verweven relatie met Leiden dat zij snel werk moeten maken van intensieve samenwerking want anders bestaat de gehele Leidse regio straks alleen nog virtueel. Bovendien vindt Voorschoten dat de Leidse regio zich primair moet richten op de ontwikkelingen in de Zuidvleugel en de Haagse regio, omdat hier zeer veel gezamenlijke opgaven liggen. Het verhaal ‘scharnier tussen noord- en zuidvleugel’ betekent geen keuze en is risicovol omdat je nergens volwaardig meedoet.
24
Scenario’s Oegstgeest Discussienota 18 juli 2013
SAMENVATTEND VERSLAG GESPREK GEMEENTE LISSE DD. 18 juni 2013. Het gesprek wordt namens het College van B&W gevoerd met de burgemeester L. Spruit, wethouder A. de Roon, gemeentesecretaris J. Schellevis en regio coördinator mw. Star. Voor Lisse is Oegstgeest (bestuurlijk gesproken) ver weg. Ambtelijk zijn er ook weinig contacten. Oegstgeest doet mee in werkvoorzieningsschap ‘Mare Groep’ en ‘Bibliotheek Bollenstreek’. Daarnaast participeren beide gemeenten in Holland Rijnland, maar daar zie je een beweging terug naar de subregio’s. De 5 gemeenten in de Duin- en bollen streek zijn een gezamenlijk proces gestart naar intensivering van de samenwerking (met wellicht op termijn samenvoeging). Rapport Blauwberg (Aart van e Bochove) Dit rapport komt voor de zomer uit en het is de bedoeling dat in de 2 helft van dit jaar besluitvorming volgt over de voorgestelde bestuurlijke structuur. De 5 deelnemende bollengemeenten vinden elkaar op de inhoud, een gezamenlijke economische agenda. Katwijk is waarnemer/agendalid bij dat proces. Nog afgezien van het feit dat dat het proces al dermate ver is dat Oegstgeest daar moeilijk meer op kan aansluiten, ziet Lisse ook inhoudelijk hier geen enkele reden toe. Er is te weinig gezamenlijkheid in de opgavenen er zijn te grote verschillen (sociaal economisch/kenmerken van de bevolking). Ambtelijk komt men elkaar ook nauwelijks tegen, dus ook op dat gebied is er geen perspectief voor samenwerking. Oegstgeest is op veel punten dermate sterk verweven met Leiden dat “de beste missie voor Oegstgeest is het versterken van Leiden!” Dit geldt in feite ook voor Leiderdorp. De bestuurskracht in de Leidse regio zou erbij gebaat zijn als Oegstgeest en Leiderdorp hier samen met Leiden hun schouders onder kunnen zetten. Lisse ziet in ‘economie 071’ en’ LAB 071’ hier al goede aanzetten. Idem voor de bedrijfsmatige samenwerking in de Leidse regio vanuit Servicepunt 71.
25
Scenario’s Oegstgeest Discussienota 18 juli 2013
SAMENVATTEND VERSLAG GESPREK GEMEENTE LEIDERDORP dd. 18 juni 2013. Namens B&W wordt het gesprek gevoerd door de heren Wassenaar en van der Eng. Zij geven aan zich te kunnen herkennen in het beeld dat geschetst wordt in de notitie Karakterisering en Beeldvorming Gemeente Oegstgeest ten aanzien van gebied, gemeenschap en gemeentelijk instituut. Hun beeld ten aanzien van de financiële situatie is dat Oegstgeest geen nieuwe risico’s of tegenvallers meer kan dragen. Het beeld is ook dat Oegstgeest geen duidelijke visie/inzet heeft op samenwerking en dat daarbij meer uit onzekerheid en negatieve beelden wordt geopereerd, dan vanuit een positieve visie en zelfvertrouwen. De gemeente Leiderdorp heeft haar eigen visie op de toekomst vervat in de toekomstvisie Leiderdorp 2025 “Samenwerken en Verbinden”. (“samen leven in rust en ruimte met een open oog naar de regio”). Het zelfbeeld is dat van een suburbane gemeente met een afwisseling in woon- en leefstijlen en inkomensgroepen. De gemeente wil in principe zelfstandig blijven en via samenwerking met andere partijen dat blijven bevorderen (“we moeten het van samenwerking hebben”). Ook vanuit meer zakelijke argumenten zin kiest Leiderdorp nu niet voor fusie, omdat de voor de hand liggende fusiepartner, Leiden, hier in de ogen van Leiderdorp “niet klaar voor is”. Als Oegstgeest op enig moment zou kiezen voor een (verkenning van een) fusie met Leiden, Leiderdorp ook aan tafel zou willen schuiven. Het liefst ook met Zoeterwoude. Voor wat betreft de operationeel-tactische samenwerking richt men zich op de Leidse Regio (bij voorkeur ook met Oegstgeest). Voor strategische samenwerking op die partners waarmee die strategische belangen het meest gediend zijn. Dan kan zijn binnen de Leidse regio, maar ook in grotere of eventueel andere verbanden. Leiderdorp zou graag met Oegstgeest willen (blijven) samenwerken om samen in de Leidse regio op te trekken en samenwerking met Leiden en Zoeterwoude verder vorm te geven in een concept dat aansluit bij de kwaliteiten en diversiteit in het gebied. Kansen liggen er dan vooral op economisch terrein, op het terrein van bereikbaarheid, complete woon- en werkmilieus, voorzieningen. Voor de taken die dat nodig hebben kan nabijheid dicht bij burgers en wijken worden georganiseerd. Daartoe wil Leiderdorp aan Oegstgeest de ruimte bieden voor eigen invulling en prioriteiten, wil Leiderdorp bijdragen aan gezamenlijke visievorming en bouwen aan vertrouwen. Dan kan zo goed mogelijk gebruik gemaakt worden van elkaars kwaliteiten, waaronder ook die van Leiden (met name schaalvoordelen en kwaliteits- en continuïteitsmogelijkheden). De bestaande samenwerking in o.a. Servicepunt 71 kan dan ook succesvoller worden. Ontvlechting hiervan is overigens materieel al nauwelijks meer mogelijk zonder grote kosten.
26
Scenario’s Oegstgeest Discussienota 18 juli 2013
SAMENVATTEND VERSLAG GESPREK PROVINCIE ZUID-HOLLAND DD. 20 juni 2013 Het gesprek wordt namens Gedeputeerde Staten gevoerd met de Commissaris des Konings Franssen en gedeputeerde Janssen en hun ambtelijke ondersteuning. Het voornemen tot besluitvorming over de bestuurlijke toekomst van Oegstgeest wordt als positief beoordeeld. De wens/noodzaak tot het aangaan van verdergaande partnerships door Oegstgeest wordt herkend en gedeeld. Positief wordt benoemd de poging dit nog voor de Gemeenteraadsverkiezingen te doen, mits de uitkomst voldoende duurzaam is om ook in een nieuwe Gemeenteraad draagvlak te kunnen hebben. Positief wordt ook benoemd het proces van dialoog met de eigen bevolking vooraleer tot een besluit wordt gekomen. Gesproken wordt over de ontwikkelingen in het gebied en de (mogelijke) gevolgen voor de bestuurlijke toekomst van Oegstgeest. Daarbij komen aan de orde de decentralisaties (waarover recent een gesprek heeft plaatsgevonden met de gemeenten in de Leidse regio), de ontwikkeling van Holland Rijnland en in buurgemeenten (o.a. Bollen5 ontwikkeling en Wassenaar-Voorschoten). Mede op basis hiervan wordt als meest kansrijke en wenselijke optie voor samenwerking voor Oegstgeest de samenwerking in de Leidse regio (met Leiderdorp, Leiden en Zoeterwoude) geschetst van de zijde van GS. Feitelijk wordt dit als de enige realistische optie voor Oegstgeest beschouwd. Sprekend over deze optie komt aan de orde het belang om samenleving en gemeenteraden van de betrokken hier goed bij te betrekken, zodat verdergaande samenwerking of eventuele samenvoeging in dit gebied ook via een zorgvuldig proces en met draagvlak in samenleving en politiek tot stand kan komen. Mogelijke voorbeelden voor zo’n aanpak zijn de vinden in de Drechtsteden en de BAR-gemeenten (Barendrecht – Albrandswaard - Ridderkerk) of (mogelijk) in de Bollen5. Ook wordt gewezen op het belang van de ontwikkeling van goede relaties op persoonsen bestuurdersniveau in het gebied.
27
Scenario’s Oegstgeest Discussienota 18 juli 2013
SAMENVATTEND VERSLAG GESPREK GEMEENTE NOORDWIJK DD. 20 juni 2013. Het gesprek wordt namens het College van B&W gevoerd met de burgemeester J.P. Lokker en wethouder L.J. van Ast. Fusie met wie dan ook is op dit moment voor Noordwijk niet aan de orde. Een fusieproces zou voor jaren veel bestuurlijke en ambtelijke energievragen, die onder de huidige (economische) omstandigheden beter op de inhoud kan worden gericht. Op veel gebieden is al het nodige via samenwerking geregeld. De veiligheidsregio is geïnstitutionaliseerd, voor de infra worden de bovenlokale zaken via Holland Rijnland (HR) en de provincie geregeld, in het sociale domein (vooral 3D) vinden de strategische zaken in HR plaats en de uitvoeringszaken op clusterniveau en lokaal. Het is de opvatting van Noordwijk dat je de schaal moet kiezen die hoort bij het probleem dat je wil oplossen of de kans die je wil pakken. Het hangt dus af van het onderwerp. Noordwijk is daarbij voorstander van een flexibele netwerkstructuur, waarbij de democratische legitimiteit gewaarborgd blijft. Door de 6 gemeenten in de Duin- en Bollenstreek wordt gewerkt aan een gezamenlijke ruimtelijk/economische agenda voor de streek. Rapport Blauwberg: ‘Strategische samenwerking D&B streek’. Dit vloeit voort uit het ‘Valentijnsakkoord’. Noordwijk doet daar van ganser harte aan mee. Dit soort strategische samenwerking past in de filosofie, maar men krijgt er nu ook een geadviseerde bestuurlijke structuur (’Bollenraad’) bij. Daar is Noordwijk op tegen. Creëert alleen maar meer bestuurlijke drukte en afstemmingsproblematiek. Binnen de Duin- en Bollenstreek kan op de gezamenlijke economische agenda en bijv. op bedrijfsvoeringsissues nuttig worden samengewerkt, maar het gebied is niet homogeen genoeg om er één bestuurlijke eenheid van te maken. De noordelijke gemeenten zijn meer ‘agrarisch/bollen’ en ‘noordvleugel’ gericht en de zuidelijke zijn meer ‘toeristisch/woonklimaat/space’ en ‘zuidvleugel’ gericht. Nog afgezien van het feit dat Noordwijk vindt dat de schaal van één bollengemeente te groot wordt met te verspreid liggende kernen, om er een efficiënte en effectieve bestuurlijke eenheid van te maken. Noordwijk opteert voor een netwerksamenwerking binnen de Duin- en Bollenstreek; op onderdelen kan dat ook met Katwijk (al dan niet in combinatie met Oegstgeest en Teylingen). “Noordwijk ziet veel overeenkomsten tussen zichzelf, Teylingen en Katwijk, qua oriëntatie en opgaven (woonklimaat, recreatie/toerisme). Datzelfde geldt voor Oegstgeest al ligt daar wel de gemeente Teylingen tussen. De samenwerking met Oegstgeest kan derhalve enkel secundair zijn. De sleutel tot intensievere samenwerking in de toekomst ligt dan ook bij de gemeente Teylingen voor Oegstgeest. Als Teylingen zich nadrukkelijker op Oegstgeest oriënteert zal dat ook extra kansen voor de samenwerking tussen Noordwijk en Oegstgeest opleveren."
28
Scenario’s Oegstgeest Discussienota 18 juli 2013
SAMENVATTEND VERSLAG GESPREK GEMEENTESECRETARISSEN DUIN- EN BOLLENSTREEK dd. 20 juni 2013 Het gesprek wordt gevoerd met de (loco-)secretarissen van de gemeenten Noordwijkerhout, Hillegom, Lisse, Teylingen, Noordwijk en Katwijk. De gemeentesecretarissen verwijzen voor de bestuurlijke standpunten over mogelijke samenwerking met Oegstgeest naar de gevoerde of nog te voeren gesprekken met de bestuurders. Het algemene beeld dat zij schetsen daaruit kan worden samengevat in het beeld dat de Bollen5 nu in eerste instantie inzetten op hun gezamenlijk traject, waarover binnenkort verdere knopen moeten worden doorgehakt (rapportage Blauwberg, begin juli). Met Oegstgeest zijn geen of beperkte inhoudelijke relaties die het nodig maken om deze gemeente erbij te betrekken en het proces is met de 5 gemeenten al zodanig complex dat betrekken van nog een gemeente als Oegstgeest tot ongewenste complexiteiten en vertraging kan leiden. Voor nuanceringen en kanttekeningen wordt verwezen naar de bestuurlijke gesprekken. Katwijk neemt hierin een eigen positie in waarvoor ook verwezen wordt naar het bestuurlijk gesprek. De gemeentesecretarissen willen vanuit hun professionele blik op het vraagstuk van Oegstgeest en op de ontwikkelingen in de regio het volgende meegeven voor het maken van een goede afweging door Oegstgeest: De wens/noodzaak om te komen tot samenwerking/samenvoeging wordt herkend. Voor een gemeente met ruim 20.000 inwoners met een groeiend takenpakket en een smalle financiële basis zeer logisch en noodzakelijk. In het algemeen zou er minder bestuurlijke drukte moeten komen om het optreden van de (lokale) overheid in het gebied effectiever te maken (“meer convergentie, minder spaghetti”). Laat bij partnership de inhoud leidend zijn. De gemeentesecretarissen nemen waar dat hier en daar bestuurlijke strategie of tactiek leidend is in de keuze van partners of positionering in een samenwerking- of samenvoegingsproces, doch menen dat dit niet de hoofargumentatie moet bepalen. Dit moet komen uit de samenhang in inhoudelijke opgaven en ontwikkelingsvragen voor gebied en gemeenschap. Werk vanuit kracht en positieve drijfveren aan partnerships, laat je niet te veel leiden door dingen die je niet wil. Als opties voor partnership voor Oegstgeest zien de gemeentesecretarissen in eerste instantie de Leidse regio, vanwege de bestaande relaties en verbanden en vanwege de inhoudelijke samenhang in het gebied. Vanuit hun ambtelijke verantwoordelijkheid zouden ze praktische samenwerkingsopties op onderdelen (bv. sociale zaken) niet willen uitsluiten. Vanuit Katwijk wordt een eventuele verdergaande ambtelijke samenwerking in een DVO-constructie ook niet uitgesloten, zij het onder heldere voorwaarden en op zakelijke basis.
29
Scenario’s Oegstgeest Discussienota 18 juli 2013
SAMENVATTEND VERSLAG GESPREK GEMEENTE KATWIJK DD. 20 juni 2013. Het gesprek wordt namens het College van B&W gevoerd met de burgemeester J. Wienen. 1. Dhr. Wienen stelt op voorhand dat gezien het profiel en de opgaven van Oegstgeest (en de huidige samenwerkingsconstructies binnen de Leidse regio) een zelfstandige positie van Oegstgeest een reëel scenario zou kunnen zijn. Mits de financiële problematiek beheersbaar blijft.(heeft hij niet helemaal zicht op) Oegstgeest moet dan (beperkt maar hoogwaardig) strategische- en beleidscapaciteit organiseren. Ambtelijke uitvoeringscapaciteit kan goed worden opgelost met uitbestedings- en samenwerkingsarrangementen. Ook Katwijk kan daarin een rol spelen. 2. Wel constateert hij dat Oegstgeest bij samenwerking- c.q. fusiescenario’s zijn imago tegen heeft. (Niet altijd bestuurlijk consistent, Raad die ‘eigen koers vaart’ en qua financiële verplichtingen wordt de daad niet altijd bij het woord gevoegd.) 3. Vervolgens stelt Wienen dat Oegstgeest de meest voor de hand liggende en natuurlijke oriëntatie op Leiden heeft (ruimtelijk/economisch verweven, mobiliteit, voorzieningen), maar dat er op onderdelen spanning op de relatie zit (traditionele ‘links’ vs ‘rechts’ tegenstelling, maar ook ‘gestolde’ beeldvorming over en weer). Wienen stelt dat ook Leiden waarschijnlijk het onder 2. gestelde ervaart, maar ook Leiden heeft last van een slecht imago van haar ambtelijke organisatie (dat ook doorwerkt in SP71) en bestuur (een Raad die te weinig in de Leidse regio investeert.) Leiden is de meest logische optie voor Oegstgeest. Er wordt daar al veel samengewerkt en dat kan verder versterkt worden in een ‘netwerksamenwerking’, ook met Leiderdorp en Zoeterwoude erbij. Voorschoten lijkt definitief gekozen te hebben voor Wassenaar. 4. Een bestuurlijke fusie tussen Oegstgeest en Katwijk is uitgesloten. De huidige schaal van Katwijk is qua maatvoering goed en uitbreiding met Oegstgeest voegt qua schaal nauwelijks iets toe, het sociaal/economisch profiel van Katwijk is homogeen en de sociaal/culturele verschillen met Oegstgeest zijn te groot. Ook een ambtelijke fusie is uitgesloten, want dat heeft alleen zin als opmaat naar een bestuurlijke fusie. 5. Katwijk is wel geïnteresseerd in ‘samenwerking à la carte’, waarbij op onderdelen toegevoegde waarde en schaalvoordelen kunnen worden gerealiseerd. Iets dergelijks heeft Katwijk al met Noordwijk (gezamenlijke werf/milieustraat) en uitvoering van ‘Archeologie’ voor de Bollenstreek. Katwijk voert dan de taak uit op basis van een dienstverleningsovereenkomst. 6. Ten aanzien van verregaande samenwerking volgens de “Ten Boer-variant” (overnemen van een groot deel van de taken en het personeel van Oegstgeest en de taken vervolgens voor Oegstgeest uitvoeren op grond van een dienstverleningsovereenkomst) geeft Wienen aan dat deze vorm van samenwerking wat Katwijk betreft niet voor de hand ligt om de volgende redenen: - Veel van de bestaande relaties en samenwerkingsverbanden van Oegstgeest in met name de Leidse Regio worden dan doorbroken. Dit kan ook gevolgen hebben voor de bestuurlijke verhoudingen in bredere zin in het gebied.
30
Scenario’s Oegstgeest Discussienota 18 juli 2013
-
De gevolgen voor de organisatie van Katwijk zijn groot en op dit moment niet te overzien. Dat zou eerst nader onderzoek vergen. Een dergelijke vorm zou bij verdere bestuurlijke ontwikkelingen ook een opstap kunnen worden naar een bestuurlijke fusie en dat acht Katwijk ongewenst.
7. Verder noemt Wienen nog een aantal alternatieven, waarbij hij wel aantekent dat ze waarschijnlijk zullen worden gepercipieerd als ‘ontwijken’ van Leiden: - ‘Naar het zuiden, met Voorschoten-Wassenaar’; Niet reëel. V-W zal eerder richting Leidschendam-Voorburg bewegen. Bovendien geen grens met Oegstgeest. - Teylingen: Zou mooie schaal opleveren. Bovendien veel gezamenlijkheid en herkenbaar profiel voor de bewoners, vooral met Warmond. Gemiste kans voor Oegstgeest ten tijde van tot stand komen van Teylingen. Nu geen reële optie meer. Wienen ziet vanuit Teylingen geen beweging richting Oegstgeest. Berichten uit Teylingen zijn dat men zich op de Bollenstreek richt. - Noordwijk – Teylingen-Oegstgeest: geldt hetzelfde voor als bij vorige punt. Omvang wel wat aan de forse kant. Kan overigens wel een ‘samenwerkingsverhaal’ zijn. Bijv. op deelaspecten. Hier kan ook Katwijk rol in spelen. Zie punt 5. - Aansluiting van Oegstgeest bij een ’grote bollengemeente’(Bollen 5). Is theoretisch en niet waarschijnlijk. Voor de overige bollengemeenten waarschijnlijk onaantrekkelijk. 8. Tot slot stelt Wienen dat wanneer Oegstgeest bij een bestuurlijke fusie betrokken raakt, Katwijk wil praten over de gemeentegrens. Deze loopt nu bijvoorbeeld dwars door het veilingterrein/gebouw heen. De snelweg zou een meer ‘natuurlijke’ grens zijn.
31
Scenario’s Oegstgeest Discussienota 18 juli 2013
SAMENVATTEND VERSLAG GESPREK GEMEENTE WASSENAAR DD. 21 juni 2013. Het gesprek wordt namens het College van B&W gevoerd met de burgemeester Hoekema en wethouder de Lange. Zij geven aan zich te herkennen in het beeld dat geschetst wordt in de notitie Karakterisering en Beeldvorming Gemeente Oegstgeest ten aanzien van gebied, gemeenschap en gemeentelijk instituut. Zij constateren dat wat aard en gemeenschap de gemeente Oegstgeest inhoudelijk en qua sociale kaart sterke overeenkomsten vertoont met de gemeente Wassenaar. Wat betreft de financiële situatie van Oegstgeest geven zij aan dat die ongetwijfeld feitelijk juist wordt omschreven, maar wellicht onbedoeld toch een wat te optimistisch beeld schetst in relatie tot de huidige beeldvorming. De gemeente Wassenaar kan zich goed herkennen in de noodzaak die Oegstgeest voelt voor meer structurele partnerships met andere gemeenten gezien de schaal, het toenemende takenpakket en de financiële situatie. Er is vanuit Wassenaar ook redelijk zicht op de situatie in de Leidse regio en de daarbij soms moeizame bestuurlijke relaties. Die situatie zou voor Oegstgeest uitgangspunt moeten zijn bij het nadenken over de toekomst. De gemeente Wassenaar heeft gekozen voor een ambtelijk samenwerkingstraject met de gemeente Voorschoten (ambtelijke fusie in de werkorganisatie Duivenvoorde) en een gezamenlijke sociale dienst en 3D samenwerking met Voorschoten en Leidschendam-Voorburg , samen met Voorschoten. Wassenaar richt zich op verdergaande intensivering van de samenwerking met Leidschendam-Voorburg. Op dit moment is daarbij een bestuurlijke fusie politiek niet aan de orde. Vanuit Voorschoten leeft dit gedachte in de politiek wat sterker. Vanuit de gemeente Wassenaar is er geen actieve interesse voor samenwerking met Oegstgeest op een meer structurele basis. Enerzijds vanwege de beperkte inhoudelijke verbanden in gebied en gemeenschap en anderzijds vanwege de lopende samenwerkingstrajecten. Uitbreiding daarvan met een nieuwe partner leidt tot ongewenst te achten complexiteiten. Wassenaar oriënteert zich meer (zoals aangegeven) op de verdergaande samenwerking met Leidschendam-Voorburg en Voorschoten. Voor de verdere afweging wordt aan Oegstgeest nog meegegeven om bondgenootschappen op inhoud te zoeken en in de relatie met Leiden vooral zakelijk op te treden en (historische) gevoeligheden niet de boventoon te laten voeren. Opties die daarbij aan bod zouden kunnen komen voor een bestuurlijke oriëntatie betreffen Katwijk (onwaarschijnlijk gezien aard en historie), Teylingen/Bollenstreek (niet direct haalbaar gezien Noordelijke oriëntatie van Teylingen op Bollenstreek), en last but not least Leiden. Toenadering maar dan wederzijds, zou in die redenering prioritair moeten zijn in de toekomst.
32
Scenario’s Oegstgeest Discussienota 18 juli 2013
SAMENVATTEND VERSLAG GESPREK GEMEENTE TEYLINGEN DD. 26 juni 2013. Het gesprek wordt namens het College van B&W gevoerd met de burgemeester Van KampenNouwen en Jos Augustinus De gemeenten in de Duin- en Bollenstreek zitten in een gezamenlijk proces, gericht op intensivering van de ambtelijke en bestuurlijke samenwerking in het gebied. Dit proces (gestart door Teylingen, Lisse, Hillegom en Noordwijk) vloeit voort uit eerdere rapporten van Berenschot en Blauwberg. Toen de focus van het proces meer op intensivering van de samenwerking (i.p.v. samenvoeging) kwam te liggen sloot Noordwijkerhout zich bij het proces aan. Op verzoek van Noordwijk doet ook Katwijk (als waarnemer) mee. In het ‘Valentijnsakkoord’ zijn dit voorjaar afspraken gemaakt die in de gemeenteraad van Teylingen in april 2013 zijn bevestigd. Deze afspraken worden in het ‘nieuwe rapport Blauwberg’ verder e uitgewerkt o.l.v. een stuurgroep. Het rapport komt 10 juli beschikbaar. In de 2 helft van dit jaar volgt verdere besluitvorming over de voorgestelde bestuurlijke structuur voor. Teylingen wil via deelname aan dit proces strategische slagkracht binnenhalen: men wil dit realiseren via een intensivering van de samenwerking in de D&B streek (conform rapport Blauwberg), met als mogelijk einddoel een bestuurlijke fusie. Als deze intensivering onverhoopt niet mogelijk blijkt, zal men vanuit eigen (bestuurs)kracht samenwerking willen aangaan met gelijkgestemde partners, gericht op het realiseren van de inhoudelijke punten zoals die in het rapport Blauwberg worden aangegeven. Oegstgeest speelt in bovenstaand proces geen rol. Dat heeft wat Teylingen betreft primair een inhoudelijk oorzaak. Teylingen richt zich op de ruimtelijk-economische agenda in de D&B streek en Oegstgeest zit in de Leidse regio, en doet daar mee in de economische(economie 071) en ruimtelijke (LAB071)agenda. Wat Teylingen betreft is dat ook de meest logische positionering. Opgemerkt wordt hierbij nog dat bij eerder ervaringen in de samenwerking de houding van Oegstgeest zijn niet altijd als consistent is beleefd. Teylingen constateert dat men weliswaar zelf een heldere koers voor ogen heeft, maar dat het proces in de D&B streek complex is, en derhalve de bestuurlijke toekomst nog veel onzekerheden bevat. Bij alle denkbare uitkomsten ziet Teylingen Oegstgeest primair als goede buur.
33
Scenario’s Oegstgeest Discussienota 18 juli 2013
SAMENVATTEND VERSLAG GESPREK GEMEENTE HILLEGOM dd. 26 juni 2013. Namens het College van B&W wordt het gesprek gevoerd door de heer Broekhuis. De heer Broekhuis geeft aan dat Hillegom zich goed kan herkennen in de karakterisering van de Gemeente Oegstgeest. Ook is zeker herkenbaar dat met de schaal van Oegstgeest beperkingen kunnen ontstaan in het goed omgaan met de opgaven waarvoor gemeenten zich gesteld zien. Hillegom zit daarom zelf al enige jaren in een proces van intensivering van samenwerking in de Duin- en Bollenstreek. Dit proces is al enige tijd bezig en komt in een belangrijke fase van keuze òf voor een samenwerkingsmodel òf voor fusie tot 1 gemeente. Gezien de opvattingen bij de betrokken gemeenten lijkt intensivering van de samenwerking de meest realistische en haalbare optie op dit moment. Hillegom wil daar ook voor gaan en fusie op termijn niet uitsluiten. Hillegom merkt geen bijzondere relatie met de gemeente Oegstgeest. Op enkele deelterreinen wordt samengewerkt (o.a. Veiligheidsregio), maar de inhoudelijke agenda en de oriëntatie van Hillegom is gericht op de Duin- en Bollenstreek. Mogelijk betrekken van Oegstgeest is om inhoudelijke redenen wat Hillegom betreft dus niet aan de orde. Daarnaast is het traject met de overige gemeenten in de Duin- en Bollenstreek complex en veelomvattend. Dit openbreken voor een nieuw partnership is niet gewenst.
34
Scenario’s Oegstgeest Discussienota 18 juli 2013
SAMENVATTEND VERSLAG GESPREK GEMEENTESECRETARISSEN LEIDSE REGIO dd. 28 juni 2013 Het gesprek wordt gevoerd met de secretarissen van de gemeenten Leiden, Leiderdorp, Zoeterwoude en Voorschoten, alsmede de regio coördinator van de gemeente Leiden. De secretaris van Oegstgeest, normaal ook deelnemer aan dit overleg, is voor dit punt afwezig om zijn collega’s de ruimte te geven volledig ‘open te kunnen praten’. De gemeentesecretarissen verwijzen voor de bestuurlijke standpunten over mogelijke samenwerking met Oegstgeest naar de gevoerde of nog te voeren gesprekken met de bestuurders. De in de notitie beschreven positie van Oegstgeest wordt herkend. De beschreven financiële positie wordt daarin wellicht wat te gunstig beschreven. Voorschoten wijst erop dat de gemeenten Voorschoten en Wassenaar hun ambtelijke organisaties hebben samengevoegd in een gezamenlijke werkorganisatie ‘Duivenvoorde’. Dit moet gezien worden als een mogelijke opstap naar een bestuurlijke samenvoeging van de twee gemeenten. Verder oriënteren de twee gemeenten zich ook op een nadere samenwerking met Leidschendam Voorburg. Samenwerkingsvarianten met Oegstgeest liggen, gezien het voorgaande, niet in de eerste instantie voor de hand. Zoeterwoude heeft geen bilaterale samenwerking met Oegstgeest en streeft dat ook niet na. Wel wordt intensief samengewerkt in de Leidse regio, o.a. in SP71. Alleen ‘Groene Hart’ gerelateerde onderwerpen kunnen niet optimaal in de Leidse regio worden behandeld, maar voor het overige kiest Zoeterwoude voor continueren en versterken van de ambtelijke samenwerking in de Leidse regio, waar het overigens ook Voorschoten en Katwijk als belangrijke spelers ( en het liefst deelnemers) in ziet. Leiderdorp is van mening dat de Leidse regio een samenhangend gebied is en wil de ambtelijke samenwerking in de Leidse regio verder versterken. Leiderdorp wil dit vooral samen doen met Leiden, Oegstgeest en Zoeterwoude. Ook Katwijk zou zij erbij willen betrekken. Mocht op de korte termijn Oegstgeest voor een nadere samenwerking met Leiden kiezen, dan wil Leiderdorp hierin ook meegaan. Leiden wil ook zoveel mogelijk in de Leidse regio samenwerken. Bestuurlijke constructies zoals SP71 moeten zoveel mogelijk voorkomen worden (ingewikkeld, formeel e.d.). Het formeel samenvoegen van ambtelijke organisaties (à la Duivenvoorde) wordt ook niet nagestreefd. Leiden zoekt het in zo veel mogelijk praktische samenwerking en gebruik maken van elkaars sterke punten en capaciteiten. “Als het nodig is weten we elkaar te vinden”. Leiden kijkt daarbij in eerste instantie naar Leiderdorp, Oegstgeest en Zoeterwoude, maar zou ook Katwijk hier meer bij willen betrekken. Verder ziet het ook Voorschoten als onderdeel van de Leidse regio, maar onderkent men de ontwikkelingen zoals dier hiervoor door Voorschoten zijn beschreven.
35
Scenario’s Oegstgeest Discussienota 18 juli 2013
SAMENVATTEND VERSLAG GESPREK GEMEENTE LEIDEN dd. 3 juli 2013 Namens het College van B&W wordt het gesprek gevoerd door burgemeester Lenferink, wethouder Strijk, gemeentesecretaris Nauta en regiocoördinator Van Walsem. Zij geven aan het beeld te herkennen dat geschetst wordt in de notitie Karakterisering en Beeldvorming Gemeente Oegstgeest. Zij geven aan dat het hoogwaardige woonklimaat van Oegstgeest mede de aantrekkelijkheid (ook in economische zin) van de regio rond Leiden en Leiden bepaalt. Ook herkennen zij dat het vanuit de schaal van Oegstgeest niet gemakkelijk is een substantiële bijdrage (zowel financieel als qua ontwikkelkracht) te leveren aan economische- en bereikbaarheidsvraagstukken in de Leidse regio, die op zich sterk mede bepalend (zeker voor de lange termijn) zijn voor Oegstgeests sterkste punt: de woonaantrekkelijkheid. Dat geldt ook voor hoogwaardige werkgelegenheid c.q. voorzieningen ‘onder handbereik’ zoals de universiteit, LUMC en Bio Science Park. Ook op het gebied van voorzieningen en recreatie hebben Leiden en Oegstgeest elkaar veel, en ook aanvullends, te bieden. De historische binnenstad van Leiden met cultuur- en winkelvoorzieningen enerzijds en de gezellige winkelvoorzieningen in ‘Lange Voort’ en parken van Oegstgeest anderzijds. Leidenaren maken in hun ‘wooncarrière’ vaak ook de switch naar Oegstgeest. De bevolking is in de loop der jaren ook ‘meer naar elkaar toegegroeid’. Beide gemeenten hebben een hoog aantal zelfbewuste hoogopgeleide professionals, die het niveau van het maatschappelijk leven op een hoog niveau brengen en mede hun invloed doen gelden op het maatschappelijk debat. ‘Stadslab’ in Leiden en ‘Dorpslab’ in Oegstgeest zijn hier exponenten van. Leiden acht het ook van belang dat bij de planning van voorzieningen (nu actueel i.v.m. de keuze voor een zwembad voor het ‘noord-west’ gebied van de regio), de ligging van gemeentegrenzen ondergeschikt is aan de belangen en behoeften van de bewoners van het gebied. Leiden zou het wenselijk vinden als er één democratisch gekozen bestuur voor de gehele agglomeratie zou komen. De economische – en bereikbaarheidsagenda zouden een enorme impuls kunnen krijgen doordat zij met veel meer kracht, effectiviteit en efficiency kunnen worden uitgevoerd. Ook kan het gebied zich sterker presenteren aan andere bestuurlijke tafels en bij belangrijke maatschappelijke partners en daarmee voordeel realiseren. De afweging met betrekking tot voorzieningen en bedrijfsterreinen kan tot veel effectievere resultaten leiden voor de inwoners van het gebied. De voorkeursoptie voor Leiden is dan ook een bestuurlijke fusie met Oegstgeest. Leiderdorp heeft aangegeven dan ook daarbij te willen worden betrokken en dat heeft ook de voorkeur van Leiden. Maar het primaat van de keuze ligt, gezien het feit dat zij het huidige onderzoek hebben geëntameerd, uiteraard bij Oegstgeest zelf. Op het moment dat Oegstgeest een fusiepartner zoekt, wil Leiden heel graag die fusiepartner zijn! Een intensivering van de samenwerking op het niveau van de Leidse agglomeratie ziet Leiden op dit moment vooralsnog als een alternatief voor bestuurlijke fusie, maar dan zou wel, met een gezamenlijke inspanning en in onderling overleg, tot een ‘rationalisering’ van de samenwerkingsverbanden moeten worden gekomen (minder bestuurlijke structuren naast elkaar, meer bundeling).
36
Scenario’s Oegstgeest Discussienota 18 juli 2013
Leiden is zich bewust van gevoeligheden (vanuit het verleden) in de relatie met Oegstgeest (zowel bestuurlijk als vanuit de bevolking). Daar zijn in het verleden zeker feiten voor aan te wijzen, maar op dit moment zijn het ook vooral emoties. Maar ook emoties zijn reëel en Leiden wil er van haar kant alles aan doen om deze te benoemen en een plaats te geven in een proces erop gericht zou moeten zijn om in een verdergaand bestuurlijk verband goede (en voor een langere periode) afspraken te maken over de zaken die voor Oegstgeest essentieel zijn. Dit kan betrekking hebben op voor Oegstgeest relevante inhoudelijke thema’s, op afspraken over bevolkingsparticipatie bij belangrijke beslissingen en op het aanboren en gebruik maken van de kracht van de gemeenschappen in het gebied.
37
Scenario’s Oegstgeest Discussienota 18 juli 2013
38
Scenario’s Oegstgeest Discussienota 18 juli 2013
Bijlage 2. SWOT-analyse Oegstgeest
39
Scenario’s Oegstgeest Discussienota 18 juli 2013
SWOT-analyse Oegstgeest Ruimtelijk/ economisch Ligging
Strengths
Weaknesses
Opportunities
Threats
Ligging in (economisch sterke) Leidse regio, tussen grote steden en dicht bij strand/duin en Groene Hart.
Mogelijkheden uitbreiding (woningen, bedrijven, voorzieningen) zijn beperkt.
Strategisch gelegen woongebied tussen Noord- en Zuidvleugel
Gemeente kan beperkt aan (toekomstige) ruimtevraag voldoen
Bereikbaarheid auto
Oegstgeest is goed bereikbaar via A44, N206.
Oegstgeest is matig bereikbaar vanaf A4 (doorstroming Leiden).
Verbetering ontsluiting (vanuit A4-zone) door realisatie Rijnlandroute.
Bereikbaarheid OV/fiets
Nabij NS Leiden CS en NS Sassenheim Snelle busverbinding naar Den Haag Goede fietsverbindingen(Leiden/regio)
Economische positie Bedrijvigheid Werkgelegenheid
Relatief weinig werkgelegenheid/bedrijvighei d binnen gemeentegrenzen
Verdere specialisatie op zorg- en life sciences sector?
Woonkwaliteit
Beschikt over aantal grote (ggz)zorginstellingen en onderwijsinstellingen (voortgezet- en speciaal onderwijs) Dicht bij werkgelegenheid in Leiden e e.o..(2 kennisregio in Ned.) Zeer hoogopgeleide bevolking/ Professionals/zakelijke dienstverlening/kenniswerkers/Zzpers/Expats Bio Science Park en MEOB terrein vervullen regionale functie voor bedrijfsontwikkeling
Sterke afhankelijkheid van zorgsector en life sciences, zowel wat bedrijvigheid als werkgelegenheid betreft.
Meer aanhaken bij Bio Science Park?
Woonkwaliteit hoog gewaardeerd door inwoners (top 10 van Nederland). Aantrekkelijke/verzorgde/groene woonomgeving met stedelijke voorzieningen ‘om de hoek’(‘Centrumdorps’)
Aantrekkelijke gemeente voor hoogopgeleiden.
1
Afkalving voorzieningen (niveau, beschikbaarheid) door demografische veranderingen en noodzakelijke bezuinigingen
Scenario’s Oegstgeest Discussienota 18 juli 2013
Recreatie
Veel sportvoorzieningen op hoog niveau Goede recreatieve voorzieningen in regio
Oriëntatie
Oriëntatie wat betreft werk en economie deels op Leiden/Leidse Regio (kerngemeente in regio), ook veel pendel/ uitwisseling naar Amsterdamse Regio/Schiphol en Den Haag.
Beperkt ruimte beschikbaar voor ontwikkeling recreatieve voorzieningen.
Vermindering financieel draagvlak zowel publiek (subsidies) als privaat (sponsoring, particulieren bestedingen)
Ruimtelijk sterk verweven met Leiden. Sociaalmaatschappelijk Gemeenschapszin en identiteit
Strengths
Weaknesses
Opportunities
Veel actieve clubs/organisaties. Partijen in dorp zijn goed georganiseerd op lokaal niveau (sport, wijk, ondernemers, etc.) Zeer bewuste keuze voor vestiging in Oegstgeest vanuit ruimtelijke kwaliteiten en ‘centrum-dorpse karakter’. Inwoners afficheren zich graag met imago van Oegstgeest (“chique”). Inwoners zelfredzaam/ individuele leefstijl.
Door snelle groei en groot aantal forensen is de historische binding met de gemeente minder sterk.
Actieve bevolking en ontwikkeling naar “nieuw burgerschap” en sociale innovatie
Goed op peil, inwoners tevreden (over o.a. winkels, zorg, sport). Regionaal voorzieningenniveau “om de hoek”
Afhankelijkheid omringende gemeenten ( recreatie / cultuur).
Voorzieningenstructuur
Kenmerken bevolking (leeftijd, inkomen, zorgbehoefte)
Threats
Welvarende inwoners. Zekere oververtegenwoordiging van jonge gezinnen en senioren Relatief klein ‘bijstandbestand’ Voor de WMO is sprake van een
2
Vergrijzing inwoners leidt tot toenemende druk op zorgvoorzieningen. Bezuinigingen leggen druk op voorzieningen Vergrijzing van inwoners: leidt tot groeiende zorgbehoefte. Uitstroom jongere inwoners.
Scenario’s Oegstgeest Discussienota 18 juli 2013
reserve van € 1 mln. Hoogopgeleide inwoners (61% is hoogopgeleid).
Oriëntatie van de bevolking
3. Bestuurlijk en organisatorisch Organisatie
‘verborgen’ kwetsbaarheid (o.a. relatief hoge schulden) Extra beroep op voorzieningen/bijdragen overheid
Luxe woongebied voor hoogopgeleiden die buiten de regio werken Oegstgeest is meer woon- dan werkgemeente ( ”woonenclave”) Zelfbewuste en actieve opstelling t.o.v. gemeente om bewust gekozen woonkwaliteit (zowel ruimtelijk als sociaal) in stand te houden Oriëntatie op Leiden voor stedelijke voorzieningen, maar ook op voorzieningen buiten de regio (Amsterdam/Den Haag). Voor recreatieve voorzieningen ook op plassen- en strand/duingebied.
Strengths
Weaknesses
Opportunities
Threats
Realiseren van ‘operational excellence’. Uitbesteden van taken als oplossing voor schaalprobleem Regionaal samenwerken als oplossing voor schaalprobleem. Buurgemeenten worstelen Ook met schaal- en decentralisatieissues.
Decentralisatie vanuit het Rijk: schaalvergroting en de daarmee samenhangende gemeentelijke opgaven. ‘juridificering’ van de relatie tussen samenleving en lokale overheid
Betrekken van inwoners via het dorpslab. Meewerkkracht
‘Cliënte-isme’: te grote ‘customer intimacy’/ op lokaal niveau kan verlammend werken op
‘Customer intimacy’: organisatie weet wat er speelt onder inwoners en richt zich ook daarop. Ontwikkeling naar kernorganisatie met ‘operational excellence’ Inwoners ervaren dienstverlening als kwalitatief goed en toegankelijk.
Gemeentelijke organisatie is kwetsbaar en te klein voor een aantal taken. Mist capaciteit/daadkracht om regionaal mee te doen : bestuurlijke ambities groter dan ambtelijke capaciteit.
Bestuurskracht
3
Bestuurskracht op regionaal niveau matig, beperkte invloed. Geen balans tussen
Scenario’s Oegstgeest Discussienota 18 juli 2013
Financiën
Regionale positionering
bestuurlijke ambities op regionaal niveau en ambtelijke (uitvoerings) capaciteit. Politieke cultuur mede gekleurd door vertrouwenskwesties en matige omgangsvormen
Structureel gezonde financiële positie, wat betreft reguliere exploitatie en reservepositie. Meerjarenbegroting sluitend (met incidentele uitnamen uit reserves). Forse financiële risico’s en afboekingen in grondexploitatie Weerstandvermogen negatief Totale lasten gemiddeld meerpersoonshuishouden iets boven (meeste) andere gemeenten in regio Samenwerking op operationeel en beleidsmatig gebied in Leidse Regio (o.a. Servicepunt 71, economie/wonen) Beleidsmatige samenwerking in Holland Rijnland. Voorbereiding 3-D samenwerking met de gemeenten in Holland Rijnland)
4
organiseren via dorpslab
bestuurskracht op regionaal niveau vanwege potentiële spanning tussen lokaal (deel)belang en regionaal (algemeen) belang)
Onzekerheid ten aanzien van uitkeringen Gemeentefonds
Toekomst/focus Holland Rijnland onzeker Veel gemeenten in regio oriënteren zich op vormen van samenwerking/fusie (o.a. Bollenstreek)