Ontwikkelen van
toekomstscenario’s Vier mogelijke toekomstscenario’s voor patiëntenverenigingen
Visionaro workshop 4 oktober 2006 Uitgevoerd door Dexter Communicatie in opdracht van Fonds PGO
© Fonds PGO en Dexter Communicatie, november 2006. Alle rechten voorbehouden. Niets uit dit werk mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand en/of openbaar gemaakt, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemmi ng van het Fonds PGO en Dexter Communicatie.
1. INTRODUCTIE Aansluitend op het onderzoek is er gekeken naar de visie van de stuurgroepleden omtrent marktontwikkelingen van patiënten- en gehandicapt enorganisaties, gekoppeld aan mogelijk e toekomstscenario’s. Op 4 oktober is hiervoor in een vier uur durende sessi e de visionario workshop uitgevoerd. In de praktijk neemt een dergelijk traject zes tot negen maanden in beslag. Maar ook de korte workshop toont aan dat - ondanks de onzekerheid over toekomstige ontwikkelingen - het voor organisaties belangrijk is om nu beslissingen te nemen met gevolgen op lange t ermijn. Deze visionario workshop is een eerste aanzet om de discussie over de toekomst op gang t e brengen en dit bewustzijn van de mogelijke ontwikkelingen te structureren.
Doelst elling
Het zichtbaar en bespreekbaar maken van belangrijke onzekerheden in de huidige
omgeving van patiënten- en gehandicaptenorganisaties. Laten kennis maken met scenario denken en de visionario methodi ek. Het ontwikkelen van een viertal scenario’s die een beeld geven van de mogelijke
toekomsten waarin patiënten- en gehandicapten organisaties moeten werken. Een i mpuls geven om verder na te denk en over de toekomst.
Deelnemers De volgende personen uit de stuurgroep hebben aan de visionario workshop deelgenomen:
Mark Bekkers (Nederlandse Stomavereniging ‘Harry Bacon’) Marion Verhoeff (MS Vereniging Nederland) Jopie Verhoeven (Reumapatiëntenbond)
Dinant Haslinghuis (Fonds PGO) Gerard Plessius (Fonds PGO) Ivo Duchateau (Newcom Research & Consultancy)
Eelco Vreeling (Dexter Communicatie) De workshop werd begel eid door Bert Knol en Godfried Dhondt van Dexter Communicatie. 2. VISIONARIO METHO DE Het begrip visionario is eigenlijk een sa menvoegi ng van twee methodiek en. De ene methodi ek is gericht op het ontwikkelen van visie op de koers van een organisatie. Met name het ‘hart’ en de creativiteit (out-of-the-box denken) spelen een cruciale rol. Immers, de ideeën die bestaan ten aanzien van de toekomstige koers van een organisatie zijn nog niet getoetst en/of geverifieerd, maar zijn veeleer de uitkomst van te prefereren ontwikkelingen. Kortom: de emoti e/het gevoel voert de boventoon. De andere methodiek is gebaseerd op scenarioplanning. Op basis van harde cijfers en feiten kunnen toekomstscenario’s worden geschetst en afgewogen keuz es worden gemaakt. Het is duidelijk dat bij deze methodiek het ‘hoofd’/de ratio de boventoon voert. Door bei de methodi eken te combineren zijn beslissers van organisaties beter in staat toekomstige keuzes te verantwoorden.
3. VOORBEELD De visionario methodiek voorspelt dus ni et de toekomst maar stimuleert de organisatie om over mogelijk e scenario’s na te denk en en geeft richtlijnen hoe daarop te anticiperen. Het gaat om ‘wat als…’ vragen. Wat moet ik/ mijn organisatie doen als.... Belangrijk hierbij is de invloedclusters in kaart te brengen en uitei ndelijk hi eruit een keuze te maken. Di e keuze wordt bepaald door de twee k ernonzekerheden t e nemen die de grootste i mportantie en de grootste mate van onzekerheid hebben op de toekomstige ontwikkelingen en gebeurtenissen. De organisatie kan er weinig invloed op uitoefenen. Een voorbeeld: Stel u organiseert een BBQ in september. Met welke twee factoren moet u dan rekening houden om zo goed mogelijk op de situatie voorbereid te zijn? Als eerste gaat u nadenken over de kernonzekerheden waarop u niet of nauwelijks invloed kunt uitoefenen. Dat zijn bijvoorbeeld het w eer en de opkomst. Dez e twee kernonzekerheden van grote i mportantie worden op de extremen met elkaar gecombineerd, waardoor de basis ontstaat voor de vier scenario’s. Op basis hiervan kunnen er vier scenario’s ingevuld worden. In figuur 1 staat de situatie van elk scenario kernachtig beschreven.
Fi guur 1
Scenario 1: Veel mensen zijn vroeg
Scenario 2: Ondanks het slechte
aanwezig want het weer vormt geen belemmering. De bbq speelt
weer komt ieder een, maar wat later. De bbq staat buiten onder
zich in de tuin af. Mensen zijn
een partytent maar men moet
vr olijk en drinken veel omdat het
binnen eten vanwege de r egen.
warm is. De dr ank gaat snel op en
Omdat het koud en nat is, staat
de koelkast kan het niet aan. Het
ieder een binnen waar door het erg
mooie weer zorgt ervoor dat men toch lang blijft hangen omdat het
vol en benauwd is in de kamer. Niet iedereen kan zitten en men
te warm is om te slapen.
gaat daar om vr oeg naar huis.
Scenario 3: Vanwege het mooie
Scenario 4: Door het slechte weer
weer en de enorme files blijven een aantal mensen op het strand.
bellen veel mensen af. Degenen die wel komen zijn doorweekt en
Omdat er gr oot aantal mensen niet
ver kleumd. Afwisselend ber eid
is gekomen is er eten en drinken
men het vlees onder de partytent.
in over vloed. Het mooie weer zorgt
Door het weer is het een intiem
ervoor dat men lang blijft hangen.
gezelschap. Maar door de kou,
Omdat het een klein gezelschap betr eft is er r egelmatig een
r egen en natte kleding gaat men toch vroeg weg. Er is ontzettend
gespr ek met de hele groep.
veel eten en drinken over.
De helft komt niet
Slecht weer
Goed weer
Iedereen komt
Op deze wijze krijgt men op voorhand inzicht in mogelijke situaties. I n plaats van te hopen dat het allemaal goed komt, kan de organisator van de BBQ alvast een worse case scenario bedenken. Zo kan een partytent geleend worden bij de buren of een el ektrische BBQ. De organisator kan ook afspraken maken met de slijt er en afspreken dat in het geval er drank overblijft dit weer terug genomen wordt of dat er bij warm weer een extra koelkast wordt gehuurd of een tap. 4. TRENDS Er is een stap voorafgaand aan het bepalen van de kernonzekerheden. Als eerste worden aan de hand van de SEPTED megatrends onderschei den die van invloed hebben op de omgeving waarin patiënten- en gehandicaptenorganisaties zich bew egen. Mede met behulp van deze megatrends kan later de basis worden gelegd voor de vier scenario’s. De afkorting SEPTED staat voor sociaal-maatschappelijk, economi e, politiek, technologie, ecol ogie en demografie. De stuurgroepleden zijn in twee groepen verdeeld zodat iedere groep de trends kon uitwerken. Hierna ziet u de uitkomsten van de brainstorm. Daarbij is ecologie buiten beschouwing gelaten omdat bleek dat deze factor weinig tot geen invloed had op de patiëntenorganisaties.
Sociaal-maatschappelijke ontwikkelingen
Eigen verantwoordelijk neem toe. Het zorgstelsel is en wordt hier steeds meer op ingericht.
De mate van zelforganisatie (van het individu/de patiënt) krijgt een steeds belangrijkere rol. Bijvoorbeeld door persoonsgebonden budget. Belonen vs. Bestraffen. Mensen di e gezond zijn worden beloond, mensen die ziek zijn
worden bestraft. ‘Supermensen’. Focus op gezondheid zorgt ervoor dat we zo veel mogelijk gezonde nakomelingen willen produceren, ook vanwege economisch nut.
Eenzaamheid neemt toe door o.a. technologische ontwikkelingen. Een tegenbeweging is dat de behoefte aan sociale relaties ook weer toeneemt.
Intramurale ‘care’ verdwijnt. Andere communicatievormen. Het aanbod van zorg verandert.
De ervaren ziektelast neemt toe.
Economi e
Zorg wordt steeds meer een product. Zorg wordt een markt waar verschillende aanbieders op gaan opereren. Internationalisering zorgmarkt door bijvoorbeeld gezamenlijk inkopen met buitenlandse
partijen. Privé-klinieken gaan een grotere rol spelen.
Politiek
Terugtredende overheid waardoor de zorgmarkt zich sterker zal ontwikkelen en er meer
ruimte is voor particulier initiatief. Belangenverenigingen gaan zich meer politiek organiseren om druk te kunnen uitoefenen om issues op de agenda te krijgen.
De tweedeling van zorgtaken zal verschuiven van een meer landelijk naar regionaal/lokaal beleid van de overheid. Output financiering. De politiek zal steeds meer organisaties gaan beoordelen op resultaat en kosten/baten.
Technologie
ICT zorgt enerzijds voor veel kansen om een betere di enstverlening na te streven maar anderzijds ook voor bedreigingen van bijvoorbeeld privacy en ethische kwesties. De randvoorwaarden rondom de ICT zull en een belangrijke rol spel en. Ontdekkingen en doorbraken om t e komen tot genezing, levensverbetering en – verlenging zal door ICT gesti muleerd worden.
Demografie
Sociaal culturele verdeeldhei d blijft bestaan en de t egenstellingen nemen mogelijk nog meer toe. Met een uitgebreid diversiteitbelei d kan er op di e verscheidenhei d worden ingespeel d. Het gaat dan niet alleen om etniciteit, maar ook om seksuele geaardheid,
leeftijd, inkomen, enzovoort. Verstedelijking zal verder doorzetten.
5. HET SAMENSTELLEN VAN HET ASSENSTELSEL Nadat de megatrends aan de hand van de SEPTED in kaart gebracht zijn, zijn de kernonzekerheden voor het assenstelsel bepaald. Hierbij is zoals eerder aangegeven de importantie en de mate van onzekerheid van de invloedclusters van groot belang. Zowel het voortrazen van de technologie en het toenemen van de diversiteit is een feit. Ondanks dat deze trends tw ee belangrijke invloedclusters zijn, zijn ze niet op een as gezet omdat ze allebei wel een grote i mportantie hebben maar geen grote mate van onzekerheid. De twee groepen zijn met de volgende vijf invloedclusters gekomen:
Proactieve overheid vs. Reactieve overheid Individueel vs. Collectief Ziekte vs. Gezondhei d
Markt die bepaald wordt door zorgvraag vs. Markt die bepaald wordt door zorgaanbod Markt die gericht is op preventie vs. Markt die gericht is op behandeling
Alle stuurgroepleden hebben de invloedcl usters gescoord wat tot de keuze van de volgende twee kernonzek erheden heeft gel eid: 1. Proactieve overheid vs. Reactieve overheid. Met proactief wordt bedoel d de dienstverlening waarbij de overheid op eigen i nitiatief een di enstverleningsproces richting de klant start op basis van reeds bekende infor matie bij de overheid zelf. De
overheid anticipeert dus op maatschappelijke ontwikkelingen en wat er onder burgers leeft. Dat wil zeggen dat de overheid nog voordat de burger aangeeft dat hij een probleem of een behoefte heeft, contact legt met de burger en oplossingen aandraagt. De overheid wordt een verkoper van haar eigen ‘producten en dienst en’ en gaat op acquisitiepad. Een reactieve overheid gaat pas tot actie over als zij echt moeten ingrijpen en reageert daarmee op de agenda van anderen. Bij een reactieve overheid wordt uitsluitend antwoord gegeven op de ingedi ende vraag van een burger of een bedrijf. Ze zien burgers eerder als een gegeven i.p.v. een klant. De betrokkenheid met de burgers is hierdoor lager dan bij een proactief ingest elde overheid. 2. Individueel vs. Collectief. Hier mee wordt de sa menleving bedoeld waarbij het belang van het individu boven dat van de gemeenschap worden geplaatst of andersom. Individualisme i mpliceert een los sociaal ‘kader’ waarin mensen verondersteld worden alleen voor zichzelf en hun directe familie te zorgen. V eel waarde wordt gehecht aan individuele beslissingen. Coll ectivisme wordt gekenmerkt door een hechte sociale samenstelling van de maatschappij. De mensen verwachten dat familie, vrienden en organisaties voor hen zorgen en zij voelen op hun beurt absolute loyaliteit ten opzichte van hen. De groep beslist. 6. DE SCENARIO’S ONTWIKKELEN Vervolgens zijn de kernonzek erheden in het assenstelsel door beide groepen uitgewerkt. Normaliter zijn er vier groepen waardoor er vier scenario’s ontstaan, maar door de omvang van de stuurgroep zijn alleen de scenario’s ‘Zorg op maat’ en ‘Zorglobby’ tijdens de workshop uitgewerkt. Dexter heeft de overige twee scenario’s achteraf ingevuld. De uitwerking van de scenario’s staat in figuur 2 en is in een uitgebreidere beschrijving toegelicht.
Fi guur 2
Zorg op maat: Van burger naar
Polder zorg: Maatwer k op
cliënt. Alles m.b.t. gezondheid
gr oepsniveau. De p/g org. weten
wor dt via pgb gefinancierd. De overheid betrekt de burger nauw
op welke diensten en producten klantgr oepen aanspraak kunnen
bij producten/diensten. De cliënt
maken door gebruik van EPD en
bepaald het zorgaanbod. Rol van
hebben daarom een belangr ijke r ol
p/g or g. is voor al op gebied van
in het proces. De zorg wordt deels
voorlichting en lotgenotencontact. Belangenbehartiging is
betaald uit contributiegelden van de organisaties.
mar ginaal.
Eigen Zorg BV: Cliënten dienen zelf
Zorglobby: De politiek bemoeit
uit te zoeken hoe en waar ze hun
zich nauwelijks met de zor g dus
zor g inkopen. Het aanbod van zor gaanbieder s is ster k ver -
lobbyen is belangrijk evenals samenwer king met ander e p/g
snipperd. Verschillen nemen toe:
or ganisaties en zorgmar ktpartijen.
van basiszorg tot ‘vijfsterren
Individuele mensen met een
zor g’. P/g or g. hebben een
chronische aandoening zoeken de
belangr ijke r ol in het informer en van aantr ekkelijke zorgaanbieders
meest ideale or ganisatie om zich daar mee als groep te kunnen laten
en wer ken veel met hen samen.
gelden. Overheid houdt toezicht.
Collectief
Indivi dueel
Proactieve overheid
Reactieve overheid
Scenario 1 – Zorg op maat Van burger/patiënt naar cliënt. De overheid hanteert het principe ‘klant is koning’. Iedere burger in dit scenario is cliënt en vice versa; iedereen koopt zorg. Alles m.b.t. gezondhei d wordt persoongebonden gefinancierd en voor afwijkingen op de regel kan maatwerk worden geleverd. Met na me gemeentelijk e overheden kunnen hun werkprocessen effectiever en klantvriendelijker maken omdat ze over veel klantinformatie beschikken. Het niet-gebruik van bepaalde regelingen zal afnemen en de rechtsgelijkhei d neemt toe (i edere burger weet op welke dienst en hij aanspraak kan maken). De overheid heeft er belang bij om zoveel mogelijk mensen in te schakelen bij het arbeidsproces en om zo min mogelijk mensen aan de kant te laten staan vanwege het kostenaspect. I edere individuele burger is feitelijk een ‘koper van zorg’ geworden, mondig en zich bewust van kosten en baten. De cliënten maken slechts gebruik van een patiëntenen gehandicaptenorganisatie als het gaat om voorlichting en/of lotgenot encontact. Dat is dan de k ernactiviteit van p/g organisaties geworden. De rol van belangenbehartiging is marginaal. Tevens bepaalt de cliënt in belangrijke mate het zorgaanbod. Echter, in deze
situatie dreigt de zorgsector wel geconfronteerd te worden met een overdaad aan regels, richtlijnen en wetgeving op het gebied van zorg. Enerzijds marktwerking door vraag & aanbod, anderzijds een door de overheid gestuurde markt. De eigen verantwoordelijkheid m.b.t. gezondheid lijkt beperkt. De cliënt dreigt af te glijden naar een situatie waarin hij/zij ‘eigen doktertje’ speelt. Scenario 2 – ‘Polderzorg’ Patiënten- en gehandicaptenorganisaties vieren hoogtijdagen. Iedere p/g organisatie heeft een sterke politieke lobby om haar achterban zo concreet mogelijk te bedienen. De p/g organisaties zijn sterk versnipperd, omdat voor iedere variant een oplossing mogelijk lijkt. Er bestaat een katholieke kankerbestrijdingsorganisatie. De overheid is continue in gesprek met deze organisaties om het zorgbeleid goed af te kunnen st emmen. Zorg staat in ieder geval bovenaan de politiek e agenda. De overheid heeft er i mmers baat bij de p/g organisaties te vriend te houden en de individuele l eden coll ectief te benaderen. Iedere cli ënt is verplicht lid van één p/g organisatie om te krijgen wat hij wil. De overheid doet jaarlijks ‘voorstelrondes aan p/g organisaties’ om sociale onrust te voorkomen. Er is een ‘Stichting Zorgbelang’ in het leven geroepen, waarin vertegenwoordigers van patiëntenverenigingen en het Ministerie van Gezondheid elkaar regel matig consulteren. Patiënten zijn vaak lid van meerdere verenigingen om hun belangen zo goed mogelijk te laten vertegenwoordigen. De zorg wordt voor een groot deel betaald uit de contributiegelden van deze verenigingen. De overheid vult tekorten aan en roomt overschotten af. Scenario 3 – ‘Ei gen Zorg BV’ Van cliënten wordt verondersteld dat ze zelf in hun zorgbehoeften voorzien. De patiënt is rechtstreeks in gesprek met zorgaanbieders. Maar de markt van zorgaanbieders is zeer divers. Mede omdat de overheid zich er nauwelijks mee bemoeit en er niet of nauwelijks belemmeringen zijn om tot dez e markt toe te treden. M en kan bel eggen in zorgfondsen, die in beheer zijn van p/g organisaties. Deze organisaties spelen een belangrijke rol om hun individuele l eden goed te informeren over de aantrekkelijkste zorgaanbieders. Zij nemen een deel van het takenpakket van zorgverzekeraars over en/of werken nauw samen. Door middel van contacten en contracten met zorgfabrikanten worden deals gesloten. De verenigingen bedingen kwantumkortingen en servicecontracten door aan de zorgfabrikanten meerdere en grotere opdrachten te verstrekken. De t egenstellingen worden groter tussen de inkomensgroepen. De financieel draagkrachtige cliënten kunnen gebruikmaken van 5-sterren zorginstellingen en de lagere inkomens zijn veroordeeld tot de ‘zorgbank’. Uit kostenoverwegingen maken z e nauwelijks aanspraak op de zorg. Zij worden slechts bedient als de algehel e volksgezondheid in gevaar komt. Alleen bij de p/g organisaties kunnen de allerarmsten nog i n aanmerking komen voor een zorgsubsidie. De overheid geeft weinig geld uit aan zorg en beperkt zich tot controleur van de volksgezondheid. Daarvoor zijn beperkte standaarden en regelgeving van kracht.
Scenario 4 - Zorglobby Patiënten- en gehandicaptenorganisaties werken nauw samen. Zorg staat nauwelijks op de politieke agenda, dus lobbyen is een belangrijke taak voor genoemde verenigingen. Individuele leden/patiënten zijn op zoek naar de voor hen meest ideale vereniging om zich daarmee als groep t e kunnen laten gelden. Er is zelfs een politiek e partij die het zorgvraagstuk volledig centraal stelt. Deze ‘Partij voor de Zorg’ wordt gezien als de belangrijkste oppositiepartij. Aangezien de overheid geen dui delijke stempel op de zorg wil zetten, gaan p/g organisaties diverse samenwerkingsverbanden aan met marktpartijen zoals ziekenhuizen, farmaceuten en maatschappelijke organisatie om schaalvoordelen te verkrijgen en de coll ectieve belangen van hun leden te behartigen. De overheid houdt toezicht op regelgeving en uitvoering van een standaard pakket, waarbij de algehel e volksgezondheid mini maal wordt gegarandeerd.