RAPPORT JAARLIJKS ONDERZOEK SBO SBO REHOBOTH
School Plaats BRIN-nummer Onderzoeksnummer
: : : :
SBO Rehoboth Rijswijk 19HH 58152
Datum schoolbezoek Datum vaststelling
: 7 april 2005 : 5 december 2005
INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING ................................................................................................... 5 2 ONTWIKKELINGEN DIE VAN INVLOED ZIJN OP DE KWALITEIT VAN HET ONDERWIJS .................................................................................................... 7 3 KWALITEITSPROFIEL................................................................................... 9 4 BESCHOUWING ......................................................................................... 11 5 TOELICHTING OP DE INDICATOREN ......................................................... 15 6 VERVOLG VAN HET TOEZICHT................................................................. 17
Rapport jaarlijks onderzoek SBO Rehoboth, 7 april 2005
3
1 INLEIDING
Op 7 april 2005 heeft de Inspectie van het Onderwijs SBO Rehoboth bezocht in het kader van de pilot jaarlijks onderzoek SBO, op grond van het door de inspectie gehanteerde nieuwe waarderingskader. Bij deze pilot jaarlijks onderzoek SBO vormt de inspectie zich een oordeel over: • De wijze waarop de school werkt aan de verbetering van de kwaliteit van het onderwijs. Het gaat daarbij onder meer om de schoolontwikkeling sinds het vorige inspectiebezoek; • De opbrengstgerichtheid van de school; • De mate waarin leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften zich ontwikkelen naar hun mogelijkheden; • De kwaliteit van de indicatoren die betrekking hebben op het kwaliteitsaspect 'De leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften krijgen passende zorg'. De inspectie gaat met de school ook na of er ontwikkelingen zijn die invloed hebben op het onderwijs. De inspectie gaat zo mogelijk uit van gegevens die de school door zelfevaluatie heeft verkregen. Zo sluit de inspectie aan bij de specifieke situatie van de school en wordt de school niet onnodig belast. U hebt verschillende documenten ingestuurd die betrekking hebben op de schoolontwikkeling, waaronder: • Het document betreffende de beleidsvoornemens naar aanleiding van het vorige inspectiebezoek (RST-2001). • Het document betreffende nieuwe ontwikkelingen die van invloed zijn op het onderwijs, • een korte beschrijving van een werkwijze voor specifieke leesbegeleiding van kinderen met leesproblemen (het Ralfi project). • Documenten over het Jonge Risicokind. • Het coachingsprotocol. • Een kort verslag van de evaluatie van de resultaten van het oudertevredenheidsonderzoek. • De analyse van de scores van de zelfevaluatie. • Evaluaties van de commissie leerlingenzorg, leerlingbespreking en interne leerlingenzorg.
De opzet van het onderzoek Het jaarlijks onderzoek SBO bestond uit de volgende activiteiten: 1. Onderzoek en analyse van documenten en gegevens over de school die bij de inspectie aanwezig zijn. 2. Analyse van andere documenten die de school voorafgaand aan het schoolbezoek heeft toegestuurd. 3. Gesprekken met de directie en de coördinatoren leerlingenzorg.
Rapport jaarlijks onderzoek SBO Rehoboth, 7 april 2005
5
De inhoud van het rapport In dit rapport noemt de inspectie allereerst ontwikkelingen die van invloed zijn op het onderwijs (hoofdstuk 2). Daarna geeft de inspectie een overzicht van de oordelen die gegeven zijn op de diverse indicatoren in een kwaliteitsprofiel (hoofdstuk 3). Vervolgens bespreekt de inspectie deze oordelen in onderlinge samenhang en in relatie met de gegevens uit de context in een beschouwing (hoofdstuk 4). Tot slot wordt een toelichting gegeven op de oordelen op de verschillende indicatoren door u de bevindingen van de inspectie mee te delen over de verbeteractiviteiten van de school, de opbrengstgerichtheid van de school, de vraag of leerlingen zich ontwikkelen naar hun mogelijkheden en de mate waarin de school inhoud weet te geven aan de diverse indicatoren die betrekking hebben op de diverse aspecten van de leerlingenzorg (hoofdstuk 5). In hoofdstuk 6 geeft de inspectie tot slot het toezichtarrangement aan.
Rapport jaarlijks onderzoek SBO Rehoboth, 7 april 2005
6
2 ONTWIKKELINGEN DIE VAN INVLOED ZIJN OP DE KWALITEIT VAN HET ONDERWIJS
Leerlingenpopulatie De school verwacht met ingang van het komend schooljaar een daling van het leerlingenaantal ondermeer omdat een aantal grote scholen uit het samenwerkingsverband vertrekken. De scholen vertrekken vanwege fusie of vanwege het oprichten van scholen voor speciaal onderwijs in de vinexlocaties. De school ervaart een verdichting van de problematiek bij de leerlingen doordat er voornamelijk leerlingen instromen met een combinatie van laag intellectueel vermogen en gedragsproblemen. Ontwikkelingen binnen het team en de directie De school ervaart al jaren een hoge werkdruk vanwege het niet kunnen vinden van vervangend personeel voor afwezige collega's. Na vertrek van de adjunctdirecteur is deze functie niet opgevuld. Dit heeft tot extra hoge werkdruk geleid bij de directeur. Hierdoor was er minder ruimte om te werken aan de beleidsontwikkeling. Ondanks de hoge werkdr uk heeft de school gezorgd voor voortgang van haar jaarplannen. Sinds het afgelopen schooljaar wordt de directie ondersteund door een coördinatiegroep die bestaat uit twee bouwcoördinatoren en de intern begeleider. De coördinatiegroep helpt bij de beleidsontwikkeling. Bovendien heeft de school gekozen voor uitbreiding van het ondersteunend personeel met meer uren voor de maatschappelijk werker en de psycholoog. De school ervaart dat door deze nieuwe constellatie de werkdruk wat is afgenomen. De directie kan nu samen met de coördinatiegroep intensiever werken aan de beleidsontwikkeling. Het samenwerkingsverband De Rehobothschool verzorgt ambulante begeleiding aan scholen binnen het samenwerkingsverband. Als volgend schooljaar het aantal scholen in het samenwerkingsverband minder wordt, zal het verwijzingspercentage van de scholen voor regulier primair onderwijs in het samenwerkingsverband hoog worden (3.7%). Het zorgbudget voor de reguliere scholen wordt hierdoor minder. Het samenwerkingsverband vreest voor haar bestaansrecht. Er is nauwelijks sprake van grensverkeer.
Rapport jaarlijks onderzoek SBO Rehoboth, 7 april 2005
7
3 KWALITEITSPROFIEL
Het kwaliteitsprofiel geeft een overzicht van de waarderingen die de inspectie heeft toegekend aan de indicatoren die tijdens dit bezoek zijn besproken en onderzocht. In de waardering is tot uitdrukking gebracht in welke mate indicatoren bijdragen aan de kwaliteit van het onderwijs: 1. draagt nauwelijks bij; 2. draagt onvoldoende bij; 3. draagt voldoende bij; 4. draagt in hoge mate bij; 5. niet te beoordelen. De oordelen: 1.5 De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten. 1.2 Het beleid van de school is opbrengstgericht. 13.2 Leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften ontwikkelen zich naar hun mogelijkheden. 11.0 De school stelt bij plaatsing voor iedere leerling een ontwikkelingsperspectief vast. 11.1 De school signaleert vroegtijdig welke leerlingen zorg behoeven. 11.2 De school analyseert de aard van de zorg die de zorgleerlingen nodig hebben, op basis van de verzamelde gegevens. 11.3 De school voert de zorg planmatig uit. 11.4 De school gaat de effecten van de zorg na. 11.5 De school betrekt de ouders van leerlingen bij de zorg van hun kind.
1
2
1
l 2
3 l
4
3
4
5 l
1
2
3
4
l l l l l l
De nummering in de tabel verwijst naar het volledige waarderingskader Primair Onderwijs.
Rapport jaarlijks onderzoek SBO Rehoboth, 7 april 2005
9
4 BESCHOUWING
De inspectie geeft hier een korte beschouwing over de oordelen op de indicatoren in onderlinge samenhang. Na een strategische verandering van de organisatiestructuur waarbij er nu sprake is van meer ondersteuning door gespecialiseerd personeel en ondersteuning van de directie door een coördinatiegroep, komt de school sinds het afgelopen schooljaar weer meer naar eigen wens toe aan beleidsontwikkeling. Er is een aantal verbeteractiviteiten gestart waaronder de verandering van de structuur van het klassenmanagement. Hiermee beoogt de school te werken volgens het model van ontwikkelingsgericht onderwijs. Deze werkwijze moet differentiatie bij instructie en planmatige begeleiding van zorgleerlingen in de groepen mogelijk maken. De school geeft aan in breder opzicht dit schooljaar bezig te zijn met het wederom opzetten van haar zorgstructuur om de begeleiding van zorgleerlingen te verbeteren. In dit kader is de school gestart met een pedagogisch didactisch registratiesysteem. Met dit systeem wil de school alle gegevens van individuele leerlingen digitaal registreren en centraal beheren. Voorts voert de school een aantal nieuwe leermethodes in en introduceert zij een nieuwe aanpak bij hardnekkige leesproblemen, de Ralfi aanpak. De school werkt tevens aan het nader vormgeven van het aanname beleid voor jonge risicoleerlingen en de begeleiding van deze leerlingen. Uit het gesprek blijkt dat de school in feite een grootse verandering wil van haar microproces waarbij er vanaf de kleutergroep tot de hoogste groep gewerkt wordt volgens het model van ontwikkelingsgericht werken en waarbij er sprake is van integratie van de specifieke zorg voor individuele leerlingen in de groepen. Deze verandering is nog in ontwikkeling. Naar het oordeel van de inspectie maakt de school het inhoudelijke plan voor de nieuwe werkwijze, uitgedrukt in concrete doelen en geplande activiteiten en middelen om de doelen te realiseren, nog niet voldoende zichtbaar. Concrete doelen kunnen uitgedrukt worden in zichtbaar en/of meetbaar gedrag of vaardigheden (opbrengsten) bij de actoren (de actoren zijn ondermeer de leerkrachten en de leerlingen). Vanwege het ontbreken van een dergelijke uitwerking van deze grootse verbeteractiviteit, zegt de inspectie dat deze verbeteractiviteit nog niet zichtbaar planmatig wordt opgezet en uitgevoerd. Het beleid krijgt daardoor het karakter van een mondeling beleid. Naar het oordeel van de inspectie heeft de school wel aandacht voor een nauwkeurige invoering van de nieuwe werkwijze: zij zorgt voor scholing en coaching en er worden afspraken gemaakt tijdens teambijeenkomsten. Deze worden echter niet nadrukkelijk ingekaderd bij de verbeteractiviteit.
Rapport jaarlijks onderzoek SBO Rehoboth, 7 april 2005
11
Wat wel planmatig wordt uitgevoerd is de nieuwe manier waarop de school werkt aan hardnekkige leesproblemen (Ralfi). Deze verbeteractiviteit is vooraf uitgewerkt met vermelding van de doelen en de werkwijze. Een evaluatie is gepland voor het einde van dit schooljaar. Deze werkwijze wordt vooralsnog door de twee bouwcoördinatoren gepland en uitgevoerd. De inspectie merkt op dat als de school in de toekomst deze werkwijze ook wil introduceren als een andere vorm van werken bij groepsleerkrachten, zij er goed aan doet om de nagestreefde verandering in werkwijze bij leerkrachten ook als te bereiken doelen op leerkrachtniveau te formuleren. De positieve waardering van de inspectie voor het planmatig werken aan verbeteractiviteiten (indicator 1.5) is gebaseerd op het feit dat de school verbeteractiviteiten heeft geformuleerd en deze ook daadwerkelijk uitvoert. Doorslaggevend is de wijze waarop de nieuwe aanpak van hardnekkige leesproblemen (Ralfi) is uitgewerkt en ingevoerd. De inspectie gaat ervan uit dat de school hiermee een goed voorbeeld heeft voor de opzet van de overige verbeteractiviteiten. De school kan de mate waarin de leerlingen zich ontwikkelen naar hun mogelijkheden en de mate waarin alle leerlingen passende zorg krijgen, niet voldoende inzichtelijk maken. Op leerlingenniveau verwacht de inspectie dat de school voor iedere leerling bij instroom of kort daarna, een ontwikkelingsperspectief vaststelt. Deze school formuleert geen ontwikkelingsperspectief op basis van kenmerken die bekend zijn van de instroomgegevens (indicator 11.0). Er wor den wèl startplannen gemaakt op basis waarvan de leerlingen in een groep worden geplaatst. De indeling in groepen vindt plaats op basis van kenmerken als sociaal gedrag, aanspreekniveau, intellectueel vermogen en leerprestaties. Voorts is het aanbod groepsgericht met niveaugroepen bij de vakgebieden rekenen, begrijpend lezen, technisch lezen, spelling en schrijven. In feite wordt ervan uitgegaan dat de leerlingen meegaan met de niveaugroep waarin ze zijn ingedeeld. Er is voor de meeste leerlingen in eerste instantie geen sprake van een tweesporenbeleid. In dat geval wordt, naast plaatsing in een niveaugroep, aan alle leerlingen ook planmatig systematische hulp gegeven voor de specifieke leerproblemen waarvoor de leerling is verwezen naar een SBOschool (11.2). Bij uitval op de toetsen wordt binnen een procedure van leerlingenbespreking en interne zorg, naar een oplossing gezocht (11.1). De oplossing varieert van extra uitleg en extra verwerkingsopdrachten, extra hulp en begeleiding tot plaatsing in een andere niveaugroep. Uitval wordt door de school doorgaans gedefinieerd als lager presteren dan verwacht op basis van het groepsaanbod en niet als lager presteren dan verwacht van de individuele leerling op basis van een eerder geformuleerd ontwikkelingsperspectief. Bij leerlingen waar er sprake is van blijvende stagnatie van de leerresultaten, is de hulp intensiever. Voorts worden de leerresultaten aan het eind van de basisschool uitgedrukt in termen van doorstroom naar type school voor het voortgezet onderwijs. Het is moeilijk te volgen in hoeverre het type onderwijs waarnaar het kind uitstroomt ook het maximaal mogelijke is en/of ook het beste bij de leerling past. De gepresenteerde uitstroomgegevens op schoolniveau kunnen nog niet worden gerelateerd aan het bij instroom geformuleerde ontwikkelingsperspectief (indicator 13.2).
Rapport jaarlijks onderzoek SBO Rehoboth, 7 april 2005
12
De school geeft aan zich optimaal in te zetten voor de ontwikkeling van de leerlingen. Naar het oordeel van de inspectie kan de school de wijze waarop zij toewerkt naar de optimale ontwikkeling bij de leerlingen nadrukkelijker documenteren. Zo geeft de inspectie in overweging om bij instroom voor iedere leerling een ontwikkelingsperspectief, liefst per ontwikkelingsgebied, te formuleren op basis van de instroomgegevens. In dat ontwikkelingsperspectief kan de school ook aangeven welke groei zij verwacht bij de betreffende leerling op grond van het periodieke aanbod. De specifieke hulp aan individuele leerlingen kan gebaseerd worden op criteria voor uitval geformuleerd naar aanleiding van de periodiek verwachte groei (11.1). De school geeft aan deze visie te delen. De directie zegt echter het niet noodzakelijk te vinden om voor alle leerlingen een handelingsplan te maken omdat ze reeds ingedeeld zijn in een groep en in een niveaugroep bij de verschillende vakgebieden. Zij wil dat wel het geval laten zijn voor individuele kinderen die uitvallen binnen hun niveaugroep en/of stagneren in hun ontwikkeling. Naar het oordeel van de inspectie ontneemt de school zich met deze opstelling, de kans om het onderwijs voor leerlingen die aangewezen zijn op onderwijs in een speciale school voor basisonderwijs, vanaf de start daadwerkelijk af te stemmen op hun onderwijsbehoeften. Zonder een nadere analyse van het leerprobleem van deze leerlingen laat de school niet zien dat zij meer beoogt dan onderwijs op een lager niveau of in een lager tempo met gerichte hulp (slechts) bij meer ingewikkelde problemen. Met andere woorden, zij kan met deze werkwijze niet voldoende zichtbaar maken dat zij alle leerlingen passende zorg geeft (indicatoren 11.2 en 11.3). De school geeft in de vragenlijst voor de inspectie aan waar nodig hulp te geven aan individuele leerlingen, maar deze niet consequent vast te leggen in een handelingsplan. Vanaf dit schooljaar werkt ze toe aan een verbetering van de criteria voor planmatige hulp en het consequent geven van hulp op basis van een handelingsplan (ook door groepsleerkrachten in de groep). De hulp die door remedial teacher, logopedist en andere deskundigen wordt gegeven bij ingewikkelde problemen, wordt reeds vooraf gepland en vastgelegd. De indicatoren 11.2 en 11.3 worden echter pas met een voldoende beoordeeld als de school zichtbaar maakt dat zij consequent voor alle leerlingen de specifieke achterstand die ze vertonen analyseert en de hulp die gegeven wordt vastlegt in een handelingsplan. Daar waar er sprake is van planmatige hulp gaat de school ook de effecten van de hulp na (11.4). De school doet er voorts goed aan om op schoolniveau de instroom- en uitstroomgegevens van leerlingen met vergelijkbare kenmerken, mede te gebruiken voor een analyse van haar opbrengsten (indicator 1.2). Deze gegevens zijn ook relevant in het kader van de kwaliteitszorg van de school.
Rapport jaarlijks onderzoek SBO Rehoboth, 7 april 2005
13
De school geeft aan de ouders te betrekken bij de zorg voor hun kind. Dit gebeurt ondermeer door de ouders bij instroom en tijdens de rapportbesprekingen te informeren over eventuele extra zorg voor hun kind. De school organiseert ook informatiebijeenkomsten met een opvoedkundig thema. Zij ervaart het echter veelal als lastig om ouders te informeren over een eventueel ontwikkelingsperspectief, met name vanwege de reacties van ouders op dergelijke informatie. Zij informeert ouders ook nog niet over de handelingsplanning en over de resultaten van de extra begeleiding. Dit kan betekenen dat de school de ouders onvoldoende actief betrekt bij de zorg van hun kind (indicator 11.5). Op basis van de informatie van de school, gaat de inspectie er vooralsnog van uit dat de school een andere manier heeft gevonden om de ouders actief te betrekken bij de zorg voor hun kind, namelijk door de ouders tijdens rapportbesprekingen de nodige informatie te geven over de specifieke zorg aan hun kind. Tot slot In een gesprek na het schoolbezoek heeft de school documenten overhandigd waaruit blijkt dat zij daadwerkelijk van start is gegaan met een voortgangs- en een effectevaluatie van het Ralfi programma.
Rapport jaarlijks onderzoek SBO Rehoboth, 7 april 2005
14
5 TOELICHTING OP DE INDICATOREN
De beoordeling op de indicatoren is toegelicht in de beschouwing.
Rapport jaarlijks onderzoek SBO Rehoboth, 7 april 2005
15
6 VERVOLG VAN HET TOEZICHT
De school heeft voldoende onderwijstijd gepland. Daarbij heeft zij er wel voor gekozen om de maximale lengte van een schooldag te overschrijden. De inspectie maakt de school er op attent dat dit volgens de vigerende onderwijswet en regelgeving alleen mogelijk is in het kader van het bestrijden van onderwijsachterstanden. Op de Rehobothschool is de verlenging van de schooldag bedoeld om studiedagen voor de groepsleerkrachten mogelijk te maken. De inspectie heeft met de school afgesproken dat met ingang van het komende schooljaar (2005-2006) de schooldagen, conform de onderwijswet en regelgeving, niet langer zullen zijn dan 5,5 uur.
Het volgende bezoek van de inspectie zal plaatsvinden in het kader van een periodiek kwaliteitsonderzoek (PKO). Dit onderzoek zal zo mogelijk plaatsvinden in 2006.
Reactie van de school op het inspectierapport Ten aanzien van indicator 11.2 vermeldt de Rehobothschool het volgende als verschil in zienswijze met de onderwijsinspectie: "Kinderen worden op de SBO Rehoboth in een stamgroep geplaatst op grond van leeftijd, niveau en sociaal emotionele ontwikkeling. Dit gebeurt systematisch naar aanleiding van verzamelde gegevens uit het dossier PCL, uitgewerkt in een startplan. Naast de stamgroep werken we met niveaugroepen. De indeling van de niveaugroepen is gebaseerd op de laatste toetsgegevens. De kinderen werken in de volgende niveaugroepen: rekenen, begrijpend en technisch lezen, spelling en schrijven. Mocht het daarnáást nog nodig zijn dat een kind planmatig extra ondersteund wordt, komt het in aanmerking voor logopedie, remedial teaching sova-begeleiding op school, of wanneer nodig buitenschoolse begeleiding (fysiotherapie, sova-training, logopedie)." Ten aanzien van indicator 11.3 vermeldt de Rehobothschool het volgende als verschil in zienswijze met de onderwijsinspectie: "De Rehobothschool is van mening dat het niet noodzakelijk is om voor alle leerlingen individuele handelingsplannen te maken. Zorg op maat start op het moment als een kind bij ons op school komt in de vorm van een 'startplan'. Zorg op maat gaat verder door de leerlingen, naast de stamgroep in een niveaugroep te plaatsen op basis van de recente toetsgegevens. In de stamgroep- en niveaugroepen krijgen de kinderen zorg op maat door gebruik te maken van methodes die speciaal ontwikkeld zijn voor SBO kinderen: • Leeslijn; • Wis en Reken; • SET: ik, jij, wij, samen; • Taaltrapeze
Rapport jaarlijks onderzoek SBO Rehoboth, 7 april 2005
17
Wanneer een kind binnen een stam- of niveaugroep uitvalt wordt er een individueel handelingsplan gemaakt."
Rapport jaarlijks onderzoek SBO Rehoboth, 7 april 2005
18