Rapport CQI-meting Beschermd wonen (GGZ) Leger des Heils BW

Rapport CQI-meting Beschermd wonen (GGZ) Leger des Heils BW Versie 2.0.0 juli 2012 www.TRIQS.nl

Drs. A. Weynschenk

VOORWOORD Met genoegen bieden wij u hierbij de rapportage aan over de uitgevoerde CQI meting. Deze rapportage bevat de resultaten van de cliëntervaringsmeting op basis van de CQ-index Beschermd wonen (GGZ) versie 2.1. Het uitvoeren van deze CQI meting is onderdeel van het Jaardocument Maatschappelijke Verantwoording.

De afkorting CQI of CQ-index staat voor Consumer Quality Index. Dit is een gestandaardiseerde systematiek voor meten, analyseren en rapporteren van klantervaringen in de zorg. Deze systematiek is gebaseerd op een mix van de Amerikaanse CAHPS (Consumer Assessment of Healthcare Providers and Systems)-systematiek en de door het NIVEL ontwikkelde QUOTE (Quality Of care Through the patient’s Eyes) vragenlijsten. Beiden zijn wetenschappelijk gefundeerde instrumenten.

De resultaten van deze CQI meting bieden inzicht in, en aangrijpingspunten voor verbeteringen in de zorgen dienstverlening. Met die reden worden de resultaten van de eigen instelling vergeleken met resultaten van andere zorginstellingen (spiegelinformatie). De meetresultaten zullen na controle en opschoning worden aangeleverd bij een derde partij, de Trusted Third Party (TTP), ten behoeve van de landelijke benchmark (indien aanwezig).

De meting is uitgevoerd volgens de richtlijnen van het Centrum Klantervaring Zorg (CKZ) door onafhankelijk onderzoeksbureau TRIQS Onderzoek in opdracht van Leger des Heils BW. TRIQS is vanaf 2002 actief in het uitvoeren van cliëntervarings- en tevredenheidsmetingen bij zorginstellingen en voert vanaf het ontstaan van de CQ-index (2007) deze metingen uit.

De succesvolle uitvoering van deze CQI meting is voor een belangrijk deel afhankelijk geweest van de samenwerking met Leger des Heils BW. Op deze plaats bedankt TRIQS Onderzoek J. Sesink voor de plezierige samenwerking gedurende de meting. Tevens bedanken wij de cliëntenraad, de medewerkers en de cliënten van Leger des Heils BW voor hun medewerking aan de meting.

Zwolle, juli 2012

Drs. A. Weynschenk TRIQS Onderzoek

Leger des Heils BW| CQI Beschermd wonen (GGZ)

rapportage CQI meting

INHOUDSOPGAVE

INLEIDING......................................................................................................................................................... 4 DEEL 1 – OFFICIËLE RAPPORTAGE ..................................................................................................................... 5 01 |

LEESWIJZER .......................................................................................................................................... 6

02 |

METHODE ............................................................................................................................................ 9

03 |

RESPONSANALYSE ............................................................................................................................. 10

04 |

UITKOMSTEN METING ....................................................................................................................... 11

DEEL 2 – VERBETERSCORES............................................................................................................................. 28 05 |

METHODE VERBETERSCORES ............................................................................................................. 29

06 |

VERBETERKWADRANTEN ................................................................................................................... 31

07 |

SAMENVATTING ................................................................................................................................ 39

BIJLAGE 1 – KWALITEITSDIMENSIES................................................................................................................ 41 BIJLAGE 2 - VRAGENLIJST CQI BESCHERMD WONEN (GGZ) 2.1 ....................................................................... 46 BIJLAGE 3 – OVERZICHT VERBETERSCORES ..................................................................................................... 58

3

INLEIDING Aanleiding voor de meting Deze meting is uitgevoerd in navolging van de Kwaliteitswet, waarin staat vermeld dat alle aanbieders van geestelijke gezondheidszorg (GGZ) elk jaar een cliëntervaringsonderzoek met de CQI systematiek dienen uit te voeren. CQI meting De afkorting CQI of CQ-index staat voor Consumer Quality Index. Dit is een gestandaardiseerde systematiek voor meten, analyseren en rapporteren van klantervaringen in de zorg. Meestal wordt aan patiënten en cliënten een schriftelijke vragenlijst voorgelegd, maar afhankelijk van het type meting kan er ook worden gewerkt met online vragenlijsten of met interviews. Op deze manier kan - op een voor de respondent geschikte manier - worden achterhaald wat patiënten en cliënten belangrijk vinden in de zorg én wat hun concrete ervaringen zijn. Bij deze meting is gebruik gemaakt van een schriftelijke vragenlijst welke tijdens een groepsbijeenkomst door de cliënt ingevuld kon worden. Rapportage Deze rapportage dient een tweeledig doel. Enerzijds dient het als een opstap richting kwaliteitsverbeterplannen voor de organisatie. Met behulp van verbeterscores wordt een prioritering aangebracht om zodoende te bepalen welke onderwerpen in het jaarplan opgenomen dienen te worden. Anderzijds kan de rapportage worden gebruikt voor de externe verantwoording. Immers, er wordt een nauwkeurig en onafhankelijk beeld geschetst van de cliëntervaringen van de instelling. Omdat de meting is uitgevoerd volgens het protocol van Centrum Klantervaring Zorg (CKZ) kan aan deze rapportage het keurmerk CQI worden verbonden. Deze rapportage is opgesplitst in een aantal verschillende onderdelen, waarvan deel I het officiële gedeelte vormt. Dit gedeelte van de rapportage bevat een weergave van de uitkomsten zonder enige vorm van interpretatie, en valt derhalve onder de strikte CQI-richtlijnen. In de overige delen worden interpretaties, aanbevelingen en conclusies vermeld en daarom vallen deze niet onder de CQI-richtlijnen. Bijzonderheden meting Deze meting is uitgevoerd in de periode mei en juni 2012 en conform planning uitgevoerd. Er zijn geen bijzondere zaken opgetreden. Aan de uitvoering van deze meting en het schrijven van de rapportage hebben de volgende personen gewerkt: Projectleider:

Drs. A. Weynschenk

Dataverzameling:

H. van Oene

Rapportage:

A.J. Mijnders MSc



DEEL 1 – OFFICIËLE RAPPORTAGE

5

01 |

LEESWIJZER

Vraagtypen In de gebruikte vragenlijst komen verschillende typen vragen voor namelijk ervaringsvragen, screenervragen en overige vragen. Ervaringsvragen bevragen de ervaringen van cliënten met het desbetreffende onderdeel van de zorgen dienstverlening. Een voorbeeld van een ervaringsvraag is: komt de zorginstelling de afspraken over de zorg na? Een screenervraag stelt vast of een bepaald onderdeel van de zorgen dienstverlening van toepassing is op de situatie van de cliënt. Een voorbeeld van een screenervraag is: heeft u een zorgplan met daarin schriftelijke afspraken over uw zorg? Indien de cliënt een screenervraag met ‘nee’ beantwoord, zijn de ervaringsvragen die volgen op een screenervraag niet van toepassing op de situatie van de cliënt en hoeft hij/zij deze vragen niet te beantwoorden. De ‘overige vragen’ zijn vragen naar persoonskenmerken van de cliënt en zijn/haar zorgvraag (duur, frequentie, etc.).

Staafdiagram De resultaten van de meting worden weergegeven door middel van honderd procent gestapelde staafdiagrammen. Links van dit staafdiagram staat vermeld op hoeveel respondenten de resultaten zijn gebaseerd (n=...). De gekleurde staven bevatten de scores van de respondenten op de verschillende antwoordmogelijkheden. Onderin het staafdiagram staat een legenda met de betekenis van de gebruikte kleuren. Tevens wordt een tabel met het aantal gegeven antwoorden per antwoordcategorie weergegeven. De antwoordcategorieen ‘niet van toepassing’ en ‘weet ik niet’ zijn niet meegenomen in het staafdiagram, maar wel vermeld in de tabel. De ervaringsvragen uit de gebruikte vragenlijst kennen verschillende antwoordcategorieën. Voor de meeste vragen zijn dit de categorieën ‘nooit’, ‘soms’, ‘meestal’ en ‘altijd’. In het staafdiagram worden de categorieën ‘nooit’ en ‘soms’ samengevoegd omdat deze categorieën (en met name de categorie ‘nooit’) weinig aangevinkt worden door cliënten. Het kleurgebruik in deze staafdiagrammen is voorgeschreven door Centrum Klantervaring Zorg (CKZ) en is als volgt: paars (‘nooit/soms’), wit (‘meestal’) en groen (‘altijd’). Als een vraag negatief geformuleerd is zodat het antwoord ‘altijd’ een negatieve ervaring weergeeft en het antwoord ‘nooit’ voor een positieve ervaring staat, dan worden de categorieën altijd en meestal bij elkaar gevoegd en krijgen deze categorieën de kleur paars. Het antwoord ‘soms’ wordt dan weergegeven met de kleur wit en het antwoord ‘nooit’ met de kleur groen.



De negatieve ervaringen (kleur paars) staan altijd links in het staafdiagram. Hieronder vindt u een voorbeeld.

13. Legt uw begeleider u dingen op een begrijpelijke manier uit? (n=165)

0% Nooit/Soms

10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

Meestal

Altijd

Ook zijn er ervaringsvragen met de antwoordmogelijkheden ‘ja’ en ‘nee’. Hierbij is ‘nee’ paars en ‘ja’ groen, waarbij de negatieve score (´nee´) wederom links in het staafdiagram wordt getoond (zie voorbeeld hieronder).

1. Heeft u in de afgelopen 12 maanden in een instelling voor beschermd wonen gewoond? (n=261)

Nee

0%

10%

20%

30% Ja

40%

50%

60%

70%

80%

90% 100%

Voor het weergeven van de antwoordcategorieën van een screenervraag worden blauwtinten gebruikt. Hieronder ziet u een voorbeeld van een screenervraag.

53. Krijgt u behalve hulp van uw begeleider ook nog hulp van andere zorgverleners (bijvoorbeeld van de Riagg, polikliniek, of huisarts)? (n=100)

0%

10%

20%

Nee, ga verder met vraag 58

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90% 100%

Ja

De weergave van de overige vragen verschilt doordat de antwoordcategorieën per vraag verschillend zijn. Hieronder ziet u een voorbeeld van een dergelijk staafdiagram.

24. Is uw begeleidingsplan in overleg met u bijgesteld? (n=202)

Nee

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Ja, korter dan een jaar geleden Ja, langer dan een jaar geleden

7

Tabel Onder elk staafdiagram wordt een tabel getoond waarin per antwoordcategorie is af te lezen hoeveel respondenten dit antwoord gegeven hebben en welk percentage daar bij hoort. Indien er meerdere vragen in één staafdiagram worden getoond, worden er ook meerdere vragen in één tabel getoond. Niet altijd hebben alle vragen ook exact dezelfde antwoordcategorieën. Zo kan de antwoordcategorie ‘niet van toepassing’ bij de ene vraag wel voorkomen en bij een andere vraag niet. In dat geval geeft een ‘-‘ aan of een antwoordcategorie wel of niet van toepassing is op een vraag. Ook geldt dat voor antwoordcategorieën als ‘weet niet’ en ‘niet van toepassing’ geen percentage wordt getoond omdat deze niet zijn opgenomen in het staafdiagram. Een voorbeeld van een tabel ziet u hieronder.

nooit % v19 v20

6 2% 5 1,7%

soms %

meestal %

41 13,5% 58 19,1%

98 32,2% 119 39,3%

altijd % 159 52,3% 121 39,9%

n.v.t. 15 -

Aanknopingspunten voor verbetering Bovenstaande staafdiagrammen kunnen op verschillende manieren worden bekeken om er verbeterpunten voor de zorgen dienstverlening uit te halen. Wanneer de paarse kleur in het staafdiagram overheerst, zijn de antwoorden van de respondenten overwegend negatief geweest; deze vragen kunnen onderwerp van verbetering zijn. Het kan ook voorkomen dat de meningen van de respondenten sterk uiteenlopen, dit kan ook een punt van aandacht zijn. Door de mate van tevredenheid te verbinden aan het belang dat de cliënt hecht aan het betreffende onderwerp kan een matrix van verbeterscores worden samengesteld. Hoe hoger de verbeterscore, des te hoger de prioriteit om het desbetreffende onderdeel te verbeteren. Een overzicht van deze scores inclusief een grafische weergave vindt u in een apart gedeelte van deze rapportage.

Opbouw rapportage In deel van 1 deze rapportage wordt aandacht besteed aan de uitkomsten van het onderzoek zonder enige vorm van interpretatie hiervan. Er wordt eerst ingegaan op de methode van onderzoek en de responsanalyse alvorens de staafdiagrammen met daarin de uitkomsten worden getoond. Deel 2 van deze rapportage toont, zowel grafisch als in een tabel, de berekende verbeterscores. Het rapport eindigt met een samenvatting van de opvallendste uitkomsten.



02 |

METHODE

Vragenlijst Voor de cliënttevredenheidsmeting binnen Leger des Heils BW is gebruik gemaakt van de CQ-index Beschermd wonen (GGZ), versie 2.1. Deze vragenlijst bestaat uit 71 vragen en is bedoeld voor schriftelijke afname middels cliëntbijeenkomsten. De vragenlijst is anoniem afgenomen, de antwoorden zijn niet gekoppeld aan de naam van de respondenten. De vragenlijst begint met een aantal vragen over de bereikbaarheid van de begeleider. Daarna volgen vragen over achtereenvolgens de informatievoorziening, inspraak en keuzevrijheid, omgang met de begeleider, deskundigheid van de begeleider, veranderingen in klachten en functioneren, woon- en leefomstandigheden, aanbod van activiteiten, informatie-uitwisseling tussen zorgverleners en vragen over een algemene mening over de instelling waar binnen tevens een algemeen cijfer gegeven kan worden aan de instelling. Tot slot kan de cliënt nog een aantal vragen over zichzelf invullen.

Voorbereiding cliëntenraadpleging Een aantal weken voor de start van de meting heeft er overleg plaats gevonden met Leger des Heils BW over de organisatie en uitvoering van de CQI meting. Tevens is er contact geweest met Perspectief, de organisatie die de cliëntbijeenkomsten begeleidt. Leger des Heils BW heeft een planning gemaakt voor de verschillende cliëntbijeenkomsten. Deze bijeenkomsten zijn gehouden in mei en juni 2012. TRIQS heeft gezorgd voor de vragenlijsten en antwoordenveloppen, als ook voor de benodigde administratieve formulieren (zoals het logboek). De vragenlijsten, antwoordenveloppen en administratieve formulieren zijn verstuurd naar de verschillende locaties waar de bijeenkomsten gehouden werden.

Dataverzameling Middels cliëntbijeenkomsten zijn de vragenlijsten onder de cliënten afgenomen. Tijdens deze bijeenkomsten waren interviewers van Perspectief aanwezig om het onderzoek toe te lichten. Tevens waren deze interviewers beschikbaar voor vragen of andere vormen van hulp bij het invullen van de vragenlijst. Na afloop van een bijeenkomst werden alle ingevulde vragenlijsten verzameld en teruggestuurd naar TRIQS.

Dataverwerking De teruggestuurde vragenlijsten zijn, na controle op beschadigingen, gescand en ingevoerd in een database. Er heeft een 100% controle plaatsgevonden van de gescande vragenlijsten. Bij het inscannen is gebruik gemaakt van de unieke code op de vragenlijst. Daarmee is voorkomen dat antwoorden gekoppeld konden worden aan de naam van een respondent en kan de anonimiteit van de respondenten worden gewaarborgd.

Databewerking Op de data uit deze database is vervolgens (met behulp van SPSS) een aantal statistische bewerkingen uitgevoerd, alvorens deze in de rapportage te kunnen presenteren.

9

03 |

RESPONSANALYSE

Responsanalyse Hieronder volgt een analyse van de respons. Daarbij zijn een aantal, door het CKZ voorgeschreven, stappen gevolgd. Allereerst is bepaald hoeveel cliënten benaderd zijn. Vervolgens is gekeken hoe groot de nonrespons is. Onder non-respons wordt verstaan cliënten die niets van zich hebben laten horen/niet aanwezig waren en cliënten die niet mee wilden doen. Tot slot is gekeken of de vragenlijsten in de database voldoende en op een juiste manier zijn ingevuld. Vragenlijsten die die niet waren zijn verwijderd uit het databestand.

Onderstaande tabel geeft de beschreven stappen overzichtelijk weer.

(1) aantal cliënten benaderd

1738

(2) cliënten die ten onrechte zijn benaderd: behoort niet tot de doelgroep

163 163

(3) aantal cliënten terecht benaderd (3=1-2)

1575

(4) non-respons: aantal lege vragenlijsten (minder dan 5 vragen ingevuld)

0

aantal cliënten dat niet heeft gereageerd

1117 1117

(5) bruto respons (5=3-4)

458

(6) aantal vragenlijsten verwijderd omdat ze onvoldoende of niet juist zijn ingevuld: meer dan 23 van de sleutelvragen zijn niet ingevuld *

-

vragen niet zelf beantwoord of het is onduidelijk welke hulp de cliënt gehad heeft

-

achtergrond gegevens niet of niet volledig ingevuld

0

(7) netto respons (7=5-6)

458

(8) bruto responspercentage (8=5/3)

29,08%

(9) netto responspercentage (9=7/3)

29,08%

* De sleutelvragen zijn vraag 1 t/m 21, 25 t/m 53, 58 t/m 60 en 63 t/m 70

In deze rapportage zijn de gegevens gebaseerd op de netto respons.



04 |

UITKOMSTEN METING

1 INLEIDING In dit hoofdstuk worden, per thema uit de vragenlijst, de resultaten van de meting gepresenteerd. De resultaten zullen op vraagniveau worden behandeld en waar mogelijk in 1 grafiek getoond (afhankelijk van het aantal antwoordcategorieën van een vraag).

In de gehanteerde vragenlijst zijn de volgende thema’s te onderscheiden: •

Vraag vooraf (vraag 1)

•

Bereikbaarheid van de begeleider (vraag 2 t/m 4)

•

Informatievoorziening (vraag 5 t/m13)

•

Inspraak en keuzevrijheid (vraag 14 t/m 24)

•

Omgang met uw begeleider (vraag 25 t/m29)

•

Deskundigheid van uw begeleider (vraag 30 t/m 37)

•

Veranderingen in klachten en functioneren (vraag 38 t/m 40)

•

Woon- en leefomstandigheden (vraag 41 t/m 47)

•

Aanbod van activiteiten (vraag 48 t/m 52)

•

Informatie-uitwisseling tussen zorgverleners (vraag 53 t/m 57)

•

Algemene mening over de instelling (vraag 58 t/m 59)

•

Over uzelf (vraag 60 t/m 71)

11

2 VRAAG VOORAF

1. Heeft u in de afgelopen 12 maanden in een instelling voor beschermd wonen gewoond? (n=458)

0%

10%

20%

Nee

30% Ja

40%

50%

60%

70%

80%

Nee % v01

90% 100%

Ja %

0 0%

458 100%

3 BEREIKBAARHEID VAN DE BEGELEIDER

2. Is het een probleem voor u om door de week overdag uw begeleider te spreken te krijgen? (n=452)

3. Is het een probleem voor u om in het weekend overdag een begeleider te spreken te krijgen? (n=450)

4. Is het een probleem voor u om ’s avonds of 's nachts een begeleider te spreken te krijgen? (n=445)

0% Een groot probleem

10%

20%

Een klein probleem

Een groot probleem %

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90% 100%

Geen probleem

Een klein probleem %

Geen probleem %

v02

34 7,5%

126 27,9%

292 64,6%

v03

35 7,8%

105 23,3%

310 68,9%

v04

86 19,3%

101 22,7%

258 58%



4 INFORMATIEVOORZIENING

5. Heeft u informatie gekregen over wat u moet doen in een noodsituatie (bijvoorbeeld als het niet goed met u gaat)? (n=454) 6. Heeft u informatie gekregen over de aanpak van uw begeleiding? (n=453) 7. Heeft u informatie gekregen over hoe u met uw klachten om kunt gaan? (n=455) 8. Heeft u informatie gekregen over het resultaat dat u van de begeleiding kunt verwachten? (n=452) 9. Heeft u informatie gekregen over uw rechten wat betreft het inzien van uw cliëntdossier? (n=452) 10. Heeft u informatie gekregen over de klachtenprocedure? (n=448)

11. Heeft u informatie gekregen over de cliëntenraad? (n=450)

12. Heeft u informatie gekregen over de cliëntvertrouwenspersoon? (n=449) 0%

10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

Nee

Ja

Nee %

Ja %

v05

186 41%

268 59%

v06

129 28,5%

324 71,5%

v07

166 36,5%

289 63,5%

v08

175 38,7%

277 61,3%

v09

225 49,8%

227 50,2%

v10

257 57,4%

191 42,6%

v11

238 52,9%

212 47,1%

v12

279 62,1%

170 37,9%

13. Legt uw begeleider u dingen op een begrijpelijke manier uit? (n=451) 0% Nooit/Soms

Nooit % v13

23 5,1%

10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

Meestal

Soms % 77 17,1%

Altijd

Meestal % 175 38,8%

Altijd % 176 39%

13

5 INSPRAAK EN KEUZEVRIJHEID

14. Kunt u kiezen wie uw begeleider is? (n=443) 15. Kunt u kiezen of uw familie of vrienden betrokken worden bij de begeleiding? (n=423) 16. Kunt u medicijnen weigeren zonder dat het gevolgen heeft ('straf')? (n=400) 17. Heeft u kunnen kiezen in welk huis u ging wonen? (n=447) 18. Heeft u kunnen kiezen met wie u ging samenwonen? (n=421) 19. Heeft u inspraak in het opstellen van huisregels in uw huis? (n=443) 20. Kunt u kiezen waar uw begeleidings-gesprekken plaatsvinden verwachten (bijvoorbeeld bij u thuis of op kantoor)? (n=441) 21. Heeft u een begeleidingsplan? (n=435) 22. Kunt u meebeslissen over de inhoud van uw begeleidingsplan? (n=346) 23. Heeft u ingestemd met uw begeleidingsplan? (n=351) 0%

10% 20%

Nee

30% 40% 50% 60%

70% 80% 90% 100%

Ja

Nee %

Ja %

v14

312 70,4%

131 29,6%

v15

160 37,8%

263 62,2%

v16

181 45,3%

219 54,8%

v17

314 70,2%

133 29,8%

v18

367 87,2%

54 12,8%

v19

272 61,4%

171 38,6%

v20

125 28,3%

316 71,7%

v21

81 18,6%

354 81,4%

v22

42 12,1%

304 87,9%

v23

37 10,5%

314 89,5%

24. Is uw begeleidingsplan in overleg met u bijgesteld? (n=346) 0% Nee

Nee % v24

10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

Ja, korter dan een jaar geleden

Ja, langer dan een jaar geleden

Ja korter dan een jaar geleden %

83 24%


226 65,3%

Ja langer dan een jaar geleden % 37 10,7%


5 OMGANG MET UW BEGELEIDER

25. Heeft uw begeleider genoeg tijd voor u? (n=448)

26. Luistert uw begeleider aandachtig naar u? (n=446)

27. Is uw begeleider beleefd tegen u? (n=449)

28. Neemt uw begeleider u serieus? (n=445)

29. Houdt uw begeleider zich aan afspraken met u? (n=450)

0% Nooit/Soms

Nooit %

10%

20%

30%

Meestal

Soms %

40%

50%

60%

70%

80%

90% 100%

Altijd

Meestal %

Altijd %

v25

27 6%

119 26,6%

155 34,6%

147 32,8%

v26

17 3,8%

67 15%

146 32,7%

216 48,4%

v27

9 2%

42 9,4%

117 26,1%

281 62,6%

v28

22 4,9%

64 14,4%

145 32,6%

214 48,1%

v29

14 3,1%

64 14,2%

160 35,6%

212 47,1%

15

6 DESKUNDIGHEID VAN UW BEGELEIDER

30. Begrijpt uw begeleider wat uw klachten zijn? (n=441)

31. Besteedt uw begeleider voldoende aandacht aan uw lichamelijke gezondheid? (n=436)

32. Stelt uw begeleider de juiste vragen? (n=446)

33. Zorgt de begeleiding voor een veilige sfeer in huis? (n=448)

34. Gaat de begeleiding goed om met ruzie in huis? (n=437)

35. Is er genoeg begeleiding in huis aanwezig? (n=450)

0%

10%

Nooit/Soms

Nooit % v30

30 6,8%

v31 v32

20%

30%

Meestal

40%

50%

60%

70%

80%

90% 100%

Altijd

Soms %

Meestal %

Altijd %

107 24,3%

160 36,3%

144 32,7%

60 13,8%

92 21,1%

126 28,9%

158 36,2%

32 7,2%

114 25,6%

175 39,2%

125 28%

v33

52 11,6%

83 18,5%

168 37,5%

145 32,4%

v34

51 11,7%

117 26,8%

153 35%

116 26,5%

v35

30 6,7%

88 19,6%

163 36,2%

169 37,6%

36. Is de begeleiding naar uw mening de juiste aanpak voor uw klachten? (n=431)

37. Wordt het begeleidingsplan naar uw wens uitgevoerd? (n=424) 0% Nee

10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Ja

Nee %

Ja %

v36

162 37,6%

269 62,4%

v37

127 30%

297 70%



7 VERANDERINGEN IN KLACHTEN EN FUNCTIONEREN

38. Vergeleken met 12 maanden geleden, hoe vindt u dat u nu functioneert? (n=447)

39. Vergeleken met 12 maanden geleden, hoe vindt u dat u nu met uw klachten omgaat? (n=443)

40. Vergeleken met 12 maanden geleden, hoe beoordeelt u nu uw klachten? Het gaat nu: (n=444)

0% Veel minder/iets minder goed

Veel minder % goed

10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

Ongeveer hetzelfde

Iets minder %

Ongeveer %

goed

Veel beter/een beetje beter

Een beetje %

hetzelfde

Veel beter %

beter

v38

32 7,2%

43 9,6%

105 23,5%

136 30,4%

131 29,3%

v39

34 7,7%

35 7,9%

126 28,4%

129 29,1%

119 26,9%

v40

34 7,7%

44 9,9%

126 28,4%

122 27,5%

118 26,6%

8 WOON- EN LEEFOMSTANDIGHEDEN

41. Met hoeveel mensen woont u in één huis? (n=433)

0% Ik woon alleen Ik woon met 2 of 3 andere personen Ik woon met 6 of meer andere personen, namelijk:

Ik woon alleen Ik woon met één ander persoon Ik woon met 2 of 3 andere personen Ik woon met 4 of 5 andere personen Ik woon met 6 of meer andere personen namelijk:

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

Ik woon met één ander persoon Ik woon met 4 of 5 andere personen

v41 51 10 18 14 340

% 11,8% 2,3% 4,2% 3,2% 78,5%

17

42. Is de grootte van uw woonruimte een probleem voor u? (n=450)

43. Is de kwaliteit van uw woning een probleem voor u? (Denk bijvoorbeeld aan geluidsoverlast door dunne muren) (n=451)

44. Is de staat van onderhoud van uw woning een probleem voor u? ((Denk bijvoorbeeld aan het schilderwerk of kapotte dingen) (n=451)

45. Is de mate waarin uw gemeenschappelijke huiskamer wordt schoon gehouden een probleem voor u? (n=448)

0% Een groot probleem

10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

Een klein probleem

Een groot probleem %

Geen probleem

Een klein probleem %

Geen probleem %

v42

66 14,7%

105 23,3%

279 62%

v43

123 27,3%

133 29,5%

195 43,2%

v44

80 17,7%

125 27,7%

246 54,5%

v45

62 13,8%

95 21,2%

291 65%

46. Besteed de begeleiding aandacht aan de brandveiligheid op uw afdeling? (n=443)

47. Voelt u zich veilig in huis? (n=447)

0%

10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

Nooit/Soms

Meestal

Nooit %

Soms %

Altijd

Meestal %

Altijd %

v46

49 11,1%

74 16,7%

102 23%

218 49,2%

v47

30 6,7%

72 16,1%

149 33,3%

196 43,8%



9 AANBOD VAN ACTIVITEITEN

48. Heeft u betaald of vrijwillig werk? (n=442)

0% Nee

Nee % v48

10%

20%

Ja, betaald werk

30%

Ja betaald werk %

176 39,8%

40%

50%

Ja, vrijwillig werk

60%

70%

Ja vrijwillig werk %

77 17,4%

80%

90%

100%

Ja, beide

Ja beide %

153 34,6%

36 8,1%

49. Neemt u deel aan dagactiviteiten (bijvoorbeeld op een DAC of zorgboerderij)? (n=448)

52. Kunt u bij uw instelling een cursus volgen om aan uw herstel te werken? (n=429) 0%

10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

Nee

Ja

Nee %

Ja %

v49

259 57,8%

189 42,2%

v52

263 61,3%

166 38,7%

50. Spoort uw begeleider u aan om dagactiviteiten te ondernemen? (Denk hierbij aan (vrijwillig) werk en activiteiten bij een DAC of een zorgboerderij) (n=432) 51. Spoort uw begeleider u aan om buitenshuis iets in uw vrije tijd te doen? (Denk hierbij aan vrienden en familie bezoeken, of een cursus doen in een buurthuis) (n=441) 0% Nooit/Soms

Nooit % v50

93 21,5%

v51

117 26,5%

10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Meestal Altijd

Soms % 127 29,4% 172 39%

Meestal %

Altijd %

100 23,1%

112 25,9%

77 17,5%

75 17%

19

10 INFORMATIE-UITWISSELING TUSSEN ZORGVERLENERS

53. Krijgt u behalve hulp van uw begeleider ook nog hulp van andere zorgverleners (bijvoorbeeld van de Riagg, polikliniek, of huisarts)? (n=438) 0%

10% 20% 30%

40% 50% 60% 70%

Nee, ga verder met vraag 58

80% 90% 100%

Ja

Nee % v53

Ja %

170 38,8%

268 61,2%

54. Heeft uw begeleider aan u toestemming gevraagd om informatie over u met deze zorgverleners te delen? (n=273) 0% Nee

Ja, eenmalig

Nee % v54

10%

20%

30% 40%

50%

60% 70%

80%

90% 100%

Ja, verschillende keren

Ja eenmalig %

63 23,1%

Ja verschillende keren %

110 40,3%

100 36,6%

55. Moest u aan de andere zorgverlener(s) alles opnieuw vertellen over uw klachten? (n=271)

57. Geven uw begeleider u tegenstrijdige informatie? (n=271)

0% Altijd/Meestal Nooit %

10% 20% Soms

30%

Soms %

40% 50% Nooit

60%

70%

80%

Meestal %

90% 100%

Altijd %

v55

41 15,1%

94 34,7%

67 24,7%

69 25,5%

v57

104 38,4%

126 46,5%

22 8,1%

19 7%

56. Zitten uw begeleider en de andere zorgverlener(s) op één lijn als het gaat over de beste behandeling voor uw klachten? (n=264) 0% Nooit/Soms

Nooit % v56

30 11,4%


10% 20% Meestal

30%

Soms % 73 27,7%

40% 50% Altijd

60%

Meestal % 100 37,9%

70%

80%

90% 100%

Altijd % 61 23,1%


11 ALGEMENE MENING OVER DE INSTELLING

58. Welk cijfer geeft u aan de instelling waar u woont. Een 0 betekent: heel erg slecht. Een 10 betekent: uitstekend. (n=447)

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% 6 tm 8 9 tm 10

0 tm 5

v58 % 0

15 3,4%

1

8 1,8%

2

7 1,6%

3

11 2,5%

4

24 5,4%

5

48 10,7%

6

53 11,9%

7

111 24,8%

8

94 21%

9

29 6,5%

10

47 10,5%

Cijfer

6,6

59. Zou u deze instelling bij andere mensen aanbevelen? (n=446)

0% Beslis niet/Waarschijnlijk niet

Beslist niet % v59

63 14,1%

10%

20%

30%

Waarschijnlijk wel

Waarschijnlijk niet % 87 19,5%

40%

50%

60%

70%

80%

90% 100%

Beslist wel

Waarschijnlijk wel % 199 44,6%

Beslist wel % 97 21,7%

21

12 OVER UZELF

60. Hoe zou u over het algemeen uw gezondheid noemen? (n=448)

61. Hoe zou u over het algemeen uw psychische gezondheid noemen? (n=442)

Slecht

Uitstekend %

Matig

0% 10% 20% 30% 40% 50% Goed Zeer goed Uitstekend

Zeer goed %

Goed %

60%

70%

80%

Matig %

90% 100%

Slecht %

v60

39 8,7%

44 9,8%

153 34,2%

161 35,9%

51 11,4%

v61

45 10,2%

49 11,1%

164 37,1%

149 33,7%

35 7,9%

62. Hoe ervaart u de kwaliteit van uw leven op een schaal van 0 tot 10. Een 0 betekent: heel erg slecht. Een 10 betekent: uitstekend. (n=446) 0% 0 tm 5

10% 6 tm 8

20%

30%

40% 50% 9 tm 10

60%

70%

80%

90% 100%

v62 % 0

6 1,3%

1

9 2%

2

11 2,5%

3

23 5,2%

4

20 4,5%

5

69 15,5%

6 7

70 15,7% 107 24%

8

70 15,7%

9

21 4,7%

10

40 9%

Cijfer

6,4



63. Bent u een man of een vrouw? (n=438)

0%

10%

20% Man

30% 40% Vrouw

50%

60%

70%

80%

Man % v63

90%

100%

Vrouw %

349 79,7%

89 20,3%

64. Wat is uw leeftijd? (n=458)

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

jonger dan 18 jaar

18 t/m 24 jaar

25 t/m 34 jaar

35 t/m 44 jaar

45 t/m 54 jaar

55 t/m 64 jaar

65 t/m 74 jaar

75 jaar of ouder

v64 % jonger dan 18 jaar

0 0%

18 t/m 24 jaar

71 15,5%

25 t/m 34 jaar

39 8,5%

35 t/m 44 jaar

98 21,4%

45 t/m 54 jaar

162 35,4%

55 t/m 64 jaar

76 16,6%

65 t/m 74 jaar

11 2,4%

75 jaar of ouder

1 0,2%

23

65. Wat is uw hoogst voltooide opleiding (een opleiding afgerond met diploma of voldoende getuigschrift )? (n=442)

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90% 100%

Geen opleiding Lager onderwijs Lager of voorbereidend beroepsonderwijs Middelbaar algemeen voortgezet onderwijs Middelbaar beroepsonderwijs en beroepsbegeleidend onderwijs Hoger algemeen en voorbereidend wetenschappelijk onderwijs Hoger beroepsonderwijs Wetenschappelijk onderwijs (universiteit) Anders, namelijk:

v65 % Geen opleiding Lager onderwijs Lager of voorbereidend beroepsonderwijs

46 10,4% 56 12,7% 109 24,7%

Middelbaar algemeen voortgezet onderwijs

76 17,2%

Middelbaar beroepsonderwijs en beroepsbegeleidend onderwijs

72 16,3%

Hoger algemeen en voorbereidend wetenschappelijk onderwijs

38 8,6%

Hoger beroepsonderwijs

17 3,8%

Wetenschappelijk onderwijs (universiteit)

13 2,9%

Anders namelijk:

15 3,4%



66. Wat is het geboorteland van uzelf? (n=455)

67. Wat is het geboorteland van uw vader? (n=446)

68. Wat is het geboorteland van uw moeder? (n=448)

Nederland Marokko (voormalig) Nederlandse Antillen

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% Indonesië/voormalig Nederlands-Indië Suriname Turkije Duitsland Aruba Anders, namelijk:

Nederland Indonesië/voormalig Nederlands-Indië

90%

100%

v66 %

v67 %

v68 %

330 72,5%

280 62,8%

289 64,5%

4 0,9%

12 2,7%

13 2,9%

Suriname

32 7%

43 9,6%

44 9,8%

Marokko

16 3,5%

23 5,2%

20 4,5%

Turkije

2 0,4%

6 1,3%

4 0,9%

Duitsland

5 1,1%

7 1,6%

7 1,6%

(voormalig) Nederlandse Antillen

11 2,4%

Aruba Anders namelijk:

9 2%

8 1,8%

6 1,3%

3 0,7%

4 0,9%

49 10,8%

63 14,1%

59 13,2%

69. In welke taal praat u thuis het meeste? (n=429)

0% Nederlands Indonesisch Turks Anders, namelijk:

10%

20%

Fries Sranan (Surinaams) Duits

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

Nederlands dialect Marokkaans-Arabisch Papiaments (Nederlandse Antillen)

v69 % Nederland Fries Nederlands dialect

354 82,5% 4 0,9% 19 4,4%

Indonesisch

1 0,2%

Sranan (Surinaams)

5 1,2%

Marokkaans-Arabisch

7 1,6%

Turks

3 0,7%

Duits

1 0,2%

Papiaments (Nederlandse Antillen)

4 0,9%

Anders namelijk:

31 7,2%

25

70. Heeft iemand u geholpen om deze vragenlijst in te vullen? (n=445)

Nee

0%

10%

20%

30% Ja

v70

40%

50%

60%

70%

80%

90% 100%

Nee %

Ja %

370 83,1%

75 16,9%

71. Hoe heeft die persoon u geholpen? (U mag meer dan één vakje aankruisen). (n=120)

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

Heeft de vragen voorgelezen

Heeft mijn antwoorden opgeschreven

Heeft de vragen in mijn plaats beantwoord

Heeft de vragen in mijn taal vertaald

80%

Heeft op een andere manier geholpen, namelijk:

v71 % Heeft de vragen voorgelezen

56 46,7%

Heeft mijn antwoorden opgeschreven

40 33,3%

Heeft de vragen in mijn plaats beantwoord

0 0%

Heeft de vragen in mijn taal vertaald

8 6,7%

Heeft op een andere manier geholpen namelijk:


16 13,3%

90% 100%


12 EXTRA VRAGEN LEGER DES HEILS

72. Weet jij wat je zelf aan jouw begeleiding en/of jouw verblijf als eigen bijdrage moet betalen? (n=436)

73. Word je geholpen bij het (herstel van het) contact met jouw familie of vrienden? (n=423)

74. Wordt je geholpen om jouw vrije tijd leuk en zinvol door te brengen? (n=439)

76. Heb je toegang tot internet? (n=440)

77. Heb je vervoer naar school, werk of andere dagbesteding? (n=433)

78. Is jouw kamer afsluitbaar? (n=447)

79. Mag je bezoek op jouw eigen kamer ontvangen? (n=440)

80. Zijn de medewerkers gastvrij? (n=432)

0% Nee

10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Ja

Nee %

Ja %

v72

235 53,9%

201 46,1%

v73

261 61,7%

162 38,3%

v74

237 54%

202 46%

v76

136 30,9%

304 69,1%

v77

182 42%

251 58%

v78

29 6,5%

418 93,5%

v79

73 16,6%

367 83,4%

v80

56 13%

376 87%

27

DEEL 2 – VERBETERSCORES In deel 2 van deze rapportage worden de verbeterscores ten behoeve van interne kwaliteitsverbetering gepresenteerd. Dit gedeelte van de rapportage valt niet onder de door CKZ gestelde CQI-richtlijnen.



05 |

METHODE VERBETERSCORES

Om inzichtelijk te maken welke aspecten van de zorgverlening verbeterd kunnen worden, zijn verbeterscores berekend. Deze verbeterscores zijn berekend op basis van de antwoorden op de vragen uit de vragenlijst en de zogenaamde belangscores.

Tijdens de ontwikkeling van het sectorspecifieke CQI meetinstrument is er tevens een belangenvragenlijst ontwikkeld en afgenomen bij de pilot. Deze belangenvragenlijst meet hoe belangrijk de respondent een bepaalde vraag uit de vragenlijst vindt. Bijvoorbeeld:

•

Vraag uit de CQI vragenlijst: Staat de zorginstelling open voor uw wensen?

•

Vraag uit de belangenvragenlijst CQI: Vindt u het belangrijk dat de zorginstelling open staat voor uw wensen?

De antwoordmogelijkheden voor de belangenvragenlijst zijn: ‘niet belangrijk’, ‘eigenlijk wel belangrijk’, ‘belangrijk’, ‘heel erg belangrijk’. Door aan elk van deze antwoorden een score te koppelen (1=niet belangrijk, 2=eigenlijk wel belangrijk, 3=belangrijk, 4=heel erg belangrijk) kan een belangscore worden berekend. Deze belangscore is dan het gemiddelde van de antwoorden van alle cliënten (uit de pilot) samen, en ligt dus tussen de 1 en 4. Hoe hoger de belangscore, hoe belangrijker de vraag is voor de cliënten. Anders gezegd: hoe hoger de belangscore, hoe belangrijker het betreffende aspect van de zorgverlening is.

Om tot de verbeterscore te komen wordt de belangscore vermenigvuldigd met het percentage negatieve antwoorden dat gegeven is op de corresponderende vraag uit de CQI vragenlijst (ter illustratie: de paarse staaf in het staafdiagram).

Vraag 6, 7, 8, 21, 36, 37, 38, 39, 40, 41, 48 en 49 komen niet voor in de belangenvragenlijst. Voor deze vragen kan dan ook geen verbeterscore berekend worden.

29

Als de belangscore afgezet wordt tegen het percentage negatieve ervaringen ontstaat de volgende figuur waarin 4 verschillende kwadranten te onderscheiden zijn.

De vier kwadranten van een verbeterkwadrant hebben elk een eigen betekenis. Deze is als volgt: I.

Hoewel het belang van de vragen in dit kwadrant hoog is, is er weinig tot geen verbetering nodig omdat relatief weinig cliënten een negatief antwoord hebben gegeven. Het zijn de pluspunten van de zorginstelling en het advies is om deze op peil te houden.

II.

Dit zijn de verbeterpunten met een hoge prioriteit. Er valt veel winst te behalen door met de vragen in dit kwadrant aan de slag te gaan. Ze kennen een hoog belang en relatief veel cliënten hebben een negatieve ervaring.

III.

Vanwege een laag belang van deze vragen en een laag percentage negatieve antwoorden is weinig verbetering nodig.

IV.

Een laag belang en relatief veel negatieve antwoorden: Verbetering is mogelijk maar de prioriteit van deze verbeterpunten is laag.

De indeling van de kwadranten is gemaakt aan de hand van de gemiddelde belangscore en de gemiddelde score van de negatieve ervaringen. Dit gemiddelde is berekend door alle scores bij elkaar op te tellen en vervolgens te delen door het aantal vragen in de belangenvragenlijst. De uitkomst hiervan bepaalt waar de assen in het diagram worden geplaatst. De gemiddelde belangscore is een vast gegeven en is 2,83 (verticale as). Het gemiddelde van de negatieve ervaringen voor Leger des Heils BW is 38,73% wat te zien is aan de horizontale as in de navolgende diagrammen.



06 |

VERBETERKWADRANTEN

Hieronder wordt per thema uit de vragenlijst een verbeterkwadrant getoond.

1 BEREIKBAARHEID VAN DE BEGELEIDER

hoog belang

3,5

3

2,5 0%

20%

40%

60%

80%

2

1,5

100%

hoog % negatieve ervaringen

laag % negatieve ervaringen

4

v02

v03

v04

1

laag belang

vraag 2. Is het een probleem voor u om door de week overdag uw

Belangscore

% negatieve ervaringen

verbeterscore

2,76

35,4

0,98

2,38

31,1

0,74

2,46

42

1,03

begeleider te spreken te krijgen? (n=452) 3. Is het een probleem voor u om in het weekend overdag een begeleider te spreken te krijgen? (n=450) 4. Is het een probleem voor u om ’s avonds of 's nachts een begeleider te spreken te krijgen? (n=445)

31

2 INFORMATIEVOORZIENING

hoog belang

3,5

3

0%

20%

2,5 40%

60%

80%

100%

2

1,5



4

v05 v09 v10 v11 v12 v13

1

laag belang

vraag

Belangscore


verbeterscore

3,12

41

1,28

2,79

49,8

1,39

2,53

57,4

1,45

11. Heeft u informatie gekregen over de cliëntenraad? (n=450)

2,1

52,9

1,11

12. Heeft u informatie gekregen over de cliëntvertrouwenspersoon? (n=449)

2,34

62,1

1,45

13. Legt uw begeleider u dingen op een begrijpelijke manier uit? (n=451)

3,12

22,2

0,69

5. Heeft u informatie gekregen over wat u moet doen in een noodsituatie (bijvoorbeeld als het niet goed met u gaat)? (n=454) 9. Heeft u informatie gekregen over uw rechten wat betreft het inzien van uw cliëntdossier? (n=452) 10. Heeft u informatie gekregen over de klachtenprocedure? (n=448)



3 INSPRAAK EN KEUZEVRIJHEID

hoog belang

3,5

3 0%

20%

40% 2,5

60%

80%

100%

2

1,5



4

v14 v15 v16 v17 v18 v19 v20 v22 v23 v24

1

laag belang

vraag

Belangscore


verbeterscore

14. Kunt u kiezen wie uw begeleider is? (n=443)

2,76

70,4

1,94

15. Kunt u kiezen of uw familie of vrienden betrokken worden bij de begelei-

2,36

37,8

0,89

2,65

45,3

1,20

17. Heeft u kunnen kiezen in welk huis u ging wonen? (n=447)

2,93

70,2

2,06

18. Heeft u kunnen kiezen met wie u ging samenwonen? (n=421)

2,67

87,2

2,33

19. Heeft u inspraak in het opstellen van huisregels in uw huis? (n=443)

2,76

61,4

1,69

20. Kunt u kiezen waar uw begeleidings-gesprekken plaatsvinden verwachten

2,36

28,3

0,67

22. Kunt u meebeslissen over de inhoud van uw begeleidingsplan? (n=346)

2,23

12,1

0,27

23. Heeft u ingestemd met uw begeleidingsplan? (n=351)

3,16

10,5

0,33

24. Is uw begeleidingsplan in overleg met u bijgesteld? (n=346)

3,09

24

0,74

ding? (n=423) 16. Kunt u medicijnen weigeren zonder dat het gevolgen heeft ('straf')? (n=400)

(bijvoorbeeld bij u thuis of op kantoor)? (n=441)

33

4 OMGANG MET UW BEGELEIDER

hoog belang

3,5 0%

3 20%

40%

60%

80%

100%

2,5

2

1,5



4

v25 v26 v27 v28 v29

1

laag belang

vraag

Belangscore


verbeterscore

3,12

32,6

1,02

3,3

18,8

0,62


3,11

11,4

0,35


3,46

19,3

0,67

29. Houdt uw begeleider zich aan afspraken met u? (n=450)

3,23

17,3

0,56

25. Heeft uw begeleider genoeg tijd voor u? (n=448) 26. Luistert uw begeleider aandachtig naar u? (n=446)



5 DESKUNDIGHEID VAN UW BEGELEIDER

hoog belang

3,5

3 0%

20%

40%

60%

80%

100%

2,5

2

1,5



4

v30 v31 v32 v33 v34 v35

1

laag belang

vraag

Belangscore % negatieve ervaringen

verbeterscore

30. Begrijpt uw begeleider wat uw klachten zijn? (n=441)

3,31

31,1

1,03

31. Besteedt uw begeleider voldoende aandacht aan uw lichamelijke

2,86

34,9

1

32. Stelt uw begeleider de juiste vragen? (n=446)

2,95

32,8

0,97

33. Zorgt de begeleiding voor een veilige sfeer in huis? (n=448)

2,95

30,1

0,89

34. Gaat de begeleiding goed om met ruzie in huis? (n=437)

3,16

38,5

1,22

35. Is er genoeg begeleiding in huis aanwezig? (n=450)

2,69

26,3

0,71

gezondheid? (n=436)

35

6 WOON- EN LEEFOMSTANDIGHEDEN

hoog belang

3,5

3 0%

20%

40%

60%

80%

100%

2,5

2

1,5



4

v42 v43 v44 v45 v46 v47

1

laag belang

vraag

Belangscore


verbeterscore

42. Is de grootte van uw woonruimte een probleem voor u? (n=450)

2,86

38

1,09

43. Is de kwaliteit van uw woning een probleem voor u? (Denk bijvoor-

3,05

56,8

1,73

2,98

45,4

1,35

3,07

35

1,07

3,12

27,8

0,87

3,19

22,8

0,73

beeld aan geluidsoverlast door dunne muren) (n=451) 44. Is de staat van onderhoud van uw woning een probleem voor u? ((Denk bijvoorbeeld aan het schilderwerk of kapotte dingen) (n=451) 45. Is de mate waarin uw gemeenschappelijke huiskamer wordt schoon gehouden een probleem voor u? (n=448) 46. Besteed de begeleiding aandacht aan de brandveiligheid op uw afdeling? (n=443) 47. Voelt u zich veilig in huis? (n=447)



7 AANBOD VAN ACTIVITEITEN

3,5

3

2,5 0%

20%

40%

2 60%

80%

100%

1,5



hoog4belang

v50 v51 v52

1

laag belang

vraag 50. Spoort uw begeleider u aan om dagactiviteiten te ondernemen? (Denk

Belangscore % negatieve ervaringen

verbeterscore

2,25

50,9

0,68

2,21

65,5

0,88

2,17

61.3

1,09

hierbij aan (vrijwillig) werk en activiteiten bij een DAC of een zorgboerderij) (n=10) 51. Spoort uw begeleider u aan om buitenshuis iets in uw vrije tijd te doen? (Denk hierbij aan vrienden en familie bezoeken, of een cursus doen in een buurthuis) (n=10) 52. Kunt u bij uw instelling een cursus volgen om aan uw herstel te werken? (n=10)

37

8 INFORMATIE-UITWISSELING TUSSEN ZORGVERLENERS

hoog belang

3,5

3 0%

20%

40%

60%

80%

100%

2,5

2

1,5



4

v54 v55 v56 v57

1

laag belang

vraag 54. Heeft uw begeleider aan u toestemming gevraagd om informatie over

Belangscore


verbeterscore

2,87

23,1

0,66

2,76

50,2

1,39

3

39,1

1,17

3,26

15,1

0,49

u met deze zorgverleners te delen? (n=273) 55. Moest u aan de andere zorgverlener(s) alles opnieuw vertellen over uw klachten? (n=271) 56. Zitten uw begeleider en de andere zorgverlener(s) op één lijn als het gaat over de beste behandeling voor uw klachten? (n=264) 57. Geven uw begeleider u tegenstrijdige informatie? (n=271)



07 |

SAMENVATTING

Respons Van de 1575 cliënten die terecht zijn benaderd voor deelname aan het onderzoek zijn uiteindelijk 458 valide vragenlijsten teruggekomen. Het netto responspercentage is 29,08%.

Opvallende scores Vraag 18 Heeft u kunnen kiezen met wie u ging samenwonen? Vraag 14 Kunt u kiezen wie u begeleider is? En vraag 17 Heeft u kunnen kiezen in welk huis u ging wonen? wordt door een opvallend hoog percentage respondenten met ‘nooit’ of ‘soms’ beantwoord. De percemtages zijn respectievelijk 87,2%, 70,4% en 70,2%. Alle vragen zijn onderdeel van het thema Inspraak en keuzevrijheid.

Algeheel oordeel Respondenten beoordeelden Leger des Heils BW gemiddeld met een 6.4. Het cijfer 10 wordt door 9 procent (40 cliënten) van de respondenten gegeven en 1,3 procent (6 cliënten) van de respondenten geeft het cijfer 0.

Verbeterscores Vraag 18 is de vraag met de hoogste verbeterscore, te weten . Deze wordt opgebouwd vanuit 87.2 procent negatieve ervaringen en een belangscore van 2,67. Vraag 17 is de vraag met de daaropvolgende hoge verbeterscore, te weten 2.06 . vraag

thema

belangscore

% negatieve

verbeterscore

18. Heeft u kunnen kiezen met wie u ging

Inspraak en keuzevrijheid

2,67

87,2

2,33


2,93

70,2

2,06



2,76

70,4

1,94

43. Is de kwaliteit van uw woning een probleem

Woon- en leefomstandigheden

3,05

56,8

1,73


2,76

61,4

1,69


Omgang met uw begeleider

3,11

11,4

0,35

23. Heeft u ingestemd met uw begeleidings-


3,16

10,5

0,33


2,23

12,1

0,27

ervaringen

samenwonen? (n=421) 17. Heeft u kunnen kiezen in welk huis u ging wonen? (n=447)

voor u? (Denk bijvoorbeeld aan geluidsoverlast door dunne muren) (n=451) 19. Heeft u inspraak in het opstellen van huisregels in uw huis? (n=443)

plan? (n=351) 22. Kunt u meebeslissen over de inhoud van uw begeleidingsplan? (n=346)

39

Van de drie vragen met de laagste verbeterscores vallen er twee in het thema ‘Inspraak en keuze vrijheid’. Zo heeft vraag 22 Kunt u meebeslissen over de inhoud van uw begeleidingsplan de laagste verbeterscore van 0.27. Vraag 23 Heeft u ingestemd met uw begeleidingsplan? (Zijn de huisregels duidelijk?) in datzelfde thema heeft een verbeterscore van 0.33.

In bijlage 3 vindt u een overzicht van de verbeterscores van hoog naar laag.



BIJLAGE 1 – KWALITEITSDIMENSIES Op basis van de vragen uit de vragenlijst kunnen kwaliteitsdimensies opgesteld worden. Een kwaliteitsdimensie voegt een aantal vragen uit de vragenlijst samen waarvan (statistisch) vastgesteld is dat ze hetzelfde aspect van de zorgverlening meten, bijvoorbeeld het aspect ‘zorgafspraken’.

Op basis van de vragenlijst voor cliënten opvang kunnen vier kwaliteit dimensies berekend worden. Onderstaande tabel laat zien welke kwaliteitsdimensies gevormd kunnen worden en uit welke vragen deze kwaliteitsdimensies bestaan. Bejegening

V13 – Legt uw begeleider u dingen op een begrijpelijke manier uit? V25 – Heeft u begeleider genoeg tijd voor u? V26 – Luistert uw begeleider aandachtig naar u? V27 – Is uw begeleider beleefd tegen u? V28 – Neemt uw begeleider u serieus? V29 – Houdt uw begeleider zich aan afspraken met u?

Kwaliteit huisvesting

V42 – Is de grootte van uw woonruimte een probleem voor u? V43 – Is de kwaliteit van uw woning een probleem voor u? V44 – Is de staat van onderhoud van uw woning een probleem voor u? V45 – Is de mate waarin uw gemeenschappelijke huiskamer wordt schoon gehouden een probleem voor u?

Informatie over cliëntenrechten

V9 – Heeft u informatie gekregen over uw rechten wat betreft het inzien van uw cliëntdossier? V10 – Heeft u informatie gekregen over de klachtenprocedure? V11 – Heeft u informatie gekregen over de cliëntenraad? V12 – Heeft u informatie gekregen over de cliëntvertrouwenspersoon?

Bereikbaarheid begeleiders

V2 – Is het een probleem voor u om door de week overdag uw begeleider te spreken te krijgen? V3 – Is het een probleem voor u om in het weekend overdag een begeleider te spreken te krijgen? V4 – Is het een probleem voor u om ’s avonds of ’s nachts een begeleider te spreken te krijgen?

Deskundigheid begeleiders

V30 – Begrijpt uw begeleider wat uw klachten zijn? V31 – Besteedt uw begeleider voldoende aandacht aan uw lichamelijke gezondheid? V32 – Stelt uw begeleider de juiste vragen? V33 – Zorgt de begeleider voor een veilige sfeer in huis? V34 – Gaat de begeleiding goed om met ruzie in huis? V35 – Is er genoeg begeleiding in huis aanwezig? V47 – Voelt u zich veilig in huis?

Keuzemogelijkheid

V14 – Kunt u kiezen wie uw begeleider is? V17 – Heeft u kunnen kiezen in welk huis u ging wonen? V18 – Heeft u kunnen kiezen met wie u ging samenwonen? V19 – Heeft u inspraak in het opstellen van huisregels in uw huis?

Informed consent

V22 – Kunt u meebeslissen over de inhoud van uw begeleidingsplan? V23 – Heeft u ingestemd met uw begeleidingsplan? V24 – Is uw begeleidingsplan in overleg met u bijgesteld?

Samenwerking meerdere hulpver-

V55 – Moest u aan de andere zorgverlener(s) alles opnieuw vertellen over uw klachten?

leners

V56 – Zitten uw begeleiders en de andere zorgverlener(s) op één lijn als het gaat over de beste behandeling over uw klachten?

41

V57 – Geven uw begeleiders u tegenstrijdige informatie?

Informatie over de begeleiding

V6 – Heeft u informatie gekregen over de aanpak van uw begeleiding? V7 – Heeft u informatie gekregen over hoe u met uw klachten om kunt gaan? V8 – Heeft u informatie gekregen over het resultaat dat u van de begeleiding kunt verwachten?

Ervaren functioneren

V38 – Vergeleken met 12 maanden geleden, hoe vindt u dat u nu functioneert? V39 – Vergeleken met 12 maanden geleden, hoe vindt u dat u nu met uw klachten omgaat? V40 – Vergeleken met 12 maanden geleden, hoe beoordeelt u nu uw klachten? Het gaat nu:

Voor elke kwaliteitsdimensie kan een gemiddelde verdeling worden berekend en een gemiddelde score. De gemiddelde verdeling laat zien hoe de antwoorden van respondenten op alle vragen behorende tot de betreffende kwaliteitsdimensie, verdeeld zijn over de antwoordcategorieën. De verschillende vragen die onderdeel zijn van een kwaliteitsdimensie worden dus samengevat in één grafiek (staafdiagram). Bij het berekenen van de gemiddelde verdeling worden alleen respondenten meegenomen die meer dan de helft van de vragen per kwaliteitsdimensie beantwoord hebben.

De gemiddelde score laat zien hoe er gemiddeld genomen gescoord wordt op de vragen die onderdeel zijn van een kwaliteitsdimensie. Om de gemiddelde score te berekenen zijn er aan de antwoordopties punten toegekend (zie onderstaande tabel). Vervolgens is per respondent berekend hoe hij/zij gemiddeld scoort op de vragen behorende tot de kwaliteitsdimensies. Het gemiddelde van deze score is de gemiddelde score voor een kwaliteitsdimensie. De maximale score die behaald kan worden is 4 punten (voornamelijk positieve antwoorden) en de minimale score is 1 punt (voornamelijk negatieve antwoorden). Bij het berekenen van de gemiddelde score worden alleen respondenten meegenomen die de helft of meer van de vragen per dimensie beantwoord hebben.

Antwoordcategorie

score

Antwoordcategorie

score

Nooit

1

Geen

1

Soms

2

Klein

2

Meestal

3

Groot

3

Altijd

4

Antwoordcategorie

score

Antwoordcategorie

score

Veel minder

1

Nee

1

Iets minder

2

Ja

2

Hetzelfde

3

Beetje beter

4

Veel beter

5



1. GEMIDDELDE VERDELING

Onderstaande grafieken tonen de gemiddelde verdeling van de 10 kwaliteitsdimensies.

1. Dimensie Bejegening (n=450)

5. Dimensie Deskundigheid begeleiders (n=451)

8. Dimensie Samenwerking meerdere hulpverleners (n=272)

0%

10%

nooit/soms

20%

30%

meestal

40%

50%

60%

70%

80%

90% 100%

altijd

2. Dimensie Kwaliteit huisvesting (n=453)

4. Dimensie Bereikbaarheid begeleiders (n=455)

0% geen

10%

20% klein

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

groot

43

3. Dimensie Informatie over cliëntenrechten (n=452)

6. Dimensie Keuzemogelijkheden (n=444)

7. Dimensie Informed consent (n=344)

9. Dimensie Informatie over de begeleiding (n=457)

0%

10%

20%

nee

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

ja

10. Dimensie Ervaren functioneren (n=448)

0%

10%

veel minder/iets minder


20%

30%

hetzelfde

40%

50%

60%

beetje beter/veel beter

70%

80%

90%

100%


2. GEMIDDELDE SCORE Onderstaande grafiek toont de gemiddelde score van de tien kwaliteitsdimensies.

Leger des Heils BW 1 0,90 10

0,80

2

0,70 0,60 0,50 0,40 0,30

9

3

0,20 0,10 0,00

8

4

7

5 Leger des Heils BW 6

Dimensie

Leger des Heils BW n=

score %

Dimensie Bejegening

452

3,22 74,0

Dimensie Kwaliteit huisvesting

454

2,38 46,0

Dimensie Informatie over cliëntenrechten

455

1,44 44,0

Dimensie Bereikbaarheid begeleiders

455

2,52 50,7

Dimensie Deskundigheid begeleiders

451

2,98 66,0

Dimensie Keuzemogelijkheden

454

1,28 28,0

Dimensie Informed consent

344

1,86 86,0

Dimensie Samenwerking meerdere hulpverleners

272

2,75 58,3

Dimensie Informatie over de begeleiding

457

1,66 66,0

Dimensie Ervaren functioneren

448

3,60 65,0

45

BIJLAGE 2 - VRAGENLIJST CQI BESCHERMD WONEN (GGZ) 2.1



47



49



51



53



55



57

BIJLAGE 3 – OVERZICHT VERBETERSCORES

vraag

thema

belangscore

% negatieve

verbeterscore

ervaringen 18. Heeft u kunnen kiezen met wie u ging


2,67

87,2

2,33


2,93

70,2

2,06



2,76

70,4

1,94

43. Is de kwaliteit van uw woning een probleem


3,05

56,8

1,73


2,76

61,4

1,69

Informatievoorziening

2,53

57,4

1,45


2,34

62,1

1,45

Aanbod van activiteiten

2,21

65,5

1,45


2,79

49,8

1,39

55. Moest u aan de andere zorgverlener(s) alles

Informatie-uitwisseling tussen zorgverle-

2,76

50,2

1,39

opnieuw vertellen over uw klachten? (n=271)

ners

44. Is de staat van onderhoud van uw woning


2,98

45,4

1,35


2,17

61,3

1,33


3,12

41

1,28

Deskundigheid van uw begeleider

3,16

38,5

1,22


2,65

45,3

1,20

3

39,1

1,17


2,25

50,9

1,15


2,1

52,9

1,11

samenwonen? (n=421) 17. Heeft u kunnen kiezen in welk huis u ging wonen? (n=447)

voor u? (Denk bijvoorbeeld aan geluidsoverlast door dunne muren) (n=451) 19. Heeft u inspraak in het opstellen van huisregels in uw huis? (n=443) 10. Heeft u informatie gekregen over de klachtenprocedure? (n=448) 12. Heeft u informatie gekregen over de cliëntvertrouwenspersoon? (n=449) 51. Spoort uw begeleider u aan om buitenshuis iets in uw vrije tijd te doen? (Denk hierbij aan vrienden en familie bezoeken, of een cursus doen in een buurthuis) (n=441) 9. Heeft u informatie gekregen over uw rechten wat betreft het inzien van uw cliëntdossier? (n=452)

een probleem voor u? ((Denk bijvoorbeeld aan het schilderwerk of kapotte dingen) (n=451) 52. Kunt u bij uw instelling een cursus volgen om aan uw herstel te werken? (n=429) 5. Heeft u informatie gekregen over wat u moet doen in een noodsituatie (bijvoorbeeld als het niet goed met u gaat)? (n=454) 34. Gaat de begeleiding goed om met ruzie in huis? (n=437) 16. Kunt u medicijnen weigeren zonder dat het gevolgen heeft ('straf')? (n=400) 56. Zitten uw begeleider en de andere zorgver-


lener(s) op één lijn als het gaat over de beste

ners

behandeling voor uw klachten? (n=264) 50. Spoort uw begeleider u aan om dagactiviteiten te ondernemen? (Denk hierbij aan (vrijwillig) werk en activiteiten bij een DAC of een zorgboerderij) (n=432) 11. Heeft u informatie gekregen over de cliën-



tenraad? (n=450) 42. Is de grootte van uw woonruimte een


2,86

38

1,09


3,07

35

1,07

Bereikbaarheid van de begeleider

2,46

42

1,03


3,31

31,1

1,03


3,12

32,6

1,02

2,86

34,9

1,00


2,76

35,4

0,98


2,95

32,8

0,97


2,36

37,8

0,89


2,95

30,1

0,89


3,12

27,8

0,87


2,38

31,1

0,74


3,09

24

0,74

47. Voelt u zich veilig in huis? (n=447)


3,19

22,8

0,73

35. Is er genoeg begeleiding in huis aanwezig?


2,69

26,3

0,71


3,12

22,2

0,69


2,36

28,3

0,67



3,46

19,3

0,67

54. Heeft uw begeleider aan u toestemming


2,87

23,1

0,66

gevraagd om informatie over u met deze zorg-

ners


3,3

18,8

0,62

29. Houdt uw begeleider zich aan afspraken met Omgang met uw begeleider

3,23

17,3

0,56

probleem voor u? (n=450) 45. Is de mate waarin uw gemeenschappelijke huiskamer wordt schoon gehouden een probleem voor u? (n=448) 4. Is het een probleem voor u om ’s avonds of 's nachts een begeleider te spreken te krijgen? (n=445) 30. Begrijpt uw begeleider wat uw klachten zijn? (n=441) 25. Heeft uw begeleider genoeg tijd voor u? (n=448) 31. Besteedt uw begeleider voldoende aandacht Deskundigheid van uw begeleider aan uw lichamelijke gezondheid? (n=436) 2. Is het een probleem voor u om door de week overdag uw begeleider te spreken te krijgen? (n=452) 32. Stelt uw begeleider de juiste vragen? (n=446) 15. Kunt u kiezen of uw familie of vrienden betrokken worden bij de begeleiding? (n=423) 33. Zorgt de begeleiding voor een veilige sfeer in huis? (n=448) 46. Besteed de begeleiding aandacht aan de brandveiligheid op uw afdeling? (n=443) 3. Is het een probleem voor u om in het weekend overdag een begeleider te spreken te krijgen? (n=450) 24. Is uw begeleidingsplan in overleg met u bijgesteld? (n=346)

(n=450) 13. Legt uw begeleider u dingen op een begrijpelijke manier uit? (n=451) 20. Kunt u kiezen waar uw begeleidingsgesprekken plaatsvinden verwachten (bijvoorbeeld bij u thuis of op kantoor)? (n=441)

verleners te delen? (n=273) 26. Luistert uw begeleider aandachtig naar u? (n=446)

u? (n=450)

59

57. Geven uw begeleider u tegenstrijdige infor-


3,26

15,1

0,49

matie? (n=271)

ners



3,11

11,4

0,35

23. Heeft u ingestemd met uw begeleidings-


3,16

10,5

0,33


2,23

12,1

0,27

plan? (n=351) 22. Kunt u meebeslissen over de inhoud van uw begeleidingsplan? (n=346)


Rapport CQI-meting Beschermd wonen (GGZ) Leger des Heils BW

Recommend Documents