rapport Beter Leven kenmerk | 1
Ieder jaar een
beter leven voor steeds meer dieren
Jaarrapport Beter Leven kenmerk 2007 - 2010
IEDER JAAR EEN BETER LEVEN VOOR STEEDS MEER DIEREN Jaarrapport Beter Leven kenmerk 2007 - 2010
rapport Beter Leven kenmerk | 3
INHOUD
Voorwoord
3
Samenvatting
4
1.
Inleiding
5
2.
Aantallen Dieren Met Beter Leven 2007-2010
9
2.1 Kippen
10
2.2 Varkens
13
2.3 Runderen
15
2.4 Totaal aantal dieren met Beter Leven
16
3.
19
Het Sterrensysteem
3.1 Legkippen
20
3.2 Vleeskuikens
23
3.3 Varkens
26
3.4 Kalveren
29
3.5 Runderen
32
3.6 Verkrijgbaarheid producten met het
34
Beter Leven kenmerk
4.
Totstandkoming Normen Beter Leven Kenmerk
37
VOORWOORD
COLOFON Dit rapport is een uitgave van de Nederlandse Vereniging tot Bescherming van Dieren (Dierenbescherming).
De Dierenbescherming vindt dat er minder en beter vlees gegeten kan worden. Met “beter” bedoelen we het liefst biologisch, maar in elk geval beter
Redactie: Bert van den Berg, Annette Cornelisse, Jan Dobbe, Niels Dorland, Marijke de JongTimmerman, Judit Kossen, Denise Mellema, Monique Zaat Samenstelling en eindredactie: Jan Dobbe, Leiden Fotografie: Robin Utrecht, Rotterdam
dan vlees uit de huidige vee-industrie. Wij spannen ons dan ook al tientallen jaren in om de consument te helpen bij het maken van een verantwoorde keus. Helaas vinden de meeste mensen het prijsverschil tussen biologisch vlees en vlees uit de vee-industrie te groot, waardoor het marktaandeel van Frank Dales Algemeen directeur
biologisch slechts langzaam groeit. Tegen deze achtergrond werken we al sinds 2007 samen met het bedrijfsleven aan een acceptabele tussenkeuze: diervriendelijker dan de vee-industrie en toch betaalbaar. Om de consument het onderscheid te laten zien, ontwikkelde de Dierenbescherming het Beter Leven kenmerk dat met een sterrensysteem de mate van diervriendelijkheid aangeeft. En dat werkt. Nu een tussenstap mogelijk is, komen grote aantallen
Vormgeving: Boerenjongens, Rotterdam Druk: Edauw & Johannissen, Den Haag
consumenten in beweging – in de goede richting. Net als het bedrijfsleven, met een grote speler als Albert Heijn voorop. Een beter leven voor heel veel dieren is het resultaat – het is ons gelukt de bijl aan de wortel van de veeindustrie te leggen. Onze aanpak leverde ons in 2009 de titel op van ‘Maatschappelijke organisatie
Website: beterleven.dierenbescherming.nl © juni 2011, Nederlandse Vereniging tot
met de meeste invloed op de voedselketen’ (onderzoek Agrarisch Dagblad / Distrifood). Men constateerde dat wij met een grote achterban en een betrouwbare, degelijke inbreng de beslissers bij het bedrijfsleven en in Den Haag bereiken
Bescherming van Dieren
en concrete resultaten voor de dieren boeken. Onze aanpak is enerzijds de
Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvul-
vinger op de zere plek leggen, maar anderzijds ook samenwerken met par-
digd en/of openbaar gemaakt door middel van
tijen. Samenwerken aan een beter product met een beter leven voor dieren
druk, microfilm, fotokopie of op welke andere
werkt.
39
wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke
39
toestemming van de uitgever.
Toegegeven, we zijn er nog niet en er is nog een wereld te winnen. Maar de
5.1 Voorwaarden deelname 5.2 Contractant
39
5.3 Aanvraag
40
5.4 Ingangscontrole
40
5.5 Toekenning kenmerk
40
6.
Controle en toezicht
41
en beter is ‘in’.
6.1 Private kwaliteitssystemen
41
In dit eerste jaarrapport ‘Ieder Jaar een Beter Leven voor steeds meer Dieren’
6.2 Samenwerkingsovereenkomst
41
geven wij u actueel inzicht in de overwegingen die hebben geleid tot de opzet
6.3 Schaduwcontroles
41
van het Beter Leven kenmerk, de wordingsgeschiedenis en de systematiek,
6.4 Tekortkomingen en sancties
42
maar vooral ook de concrete groei van het aantal aangesloten bedrijven,
6.5 Wie controleert wie?
42
verkooppunten en aantallen dieren die ervan profiteren. U kunt met ons
4.1 Basis
37
4.2 Vervolgstappen
38
5.
Aanvraagprocedure Ondernemers
eerste belangrijke stappen zijn gezet en daar profiteren vele dieren nu al van.
No part of this book may be reproduced in any
En we hebben de wind mee. Tegenwoordig is het, mede onder invloed van
form by print, photocopy, microfilm or any other
een dreigende klimaatcrisis, in zwang om te pleiten voor minder vleescon-
means without the written permission from the
sumptie. Politieke partijen worden wakker en zelfs adviesorganen van de
publisher.
regering pleiten voor vermindering van onze vleesconsumptie en daarmee een drastische inkrimping van de veestapel. Veel en goedkoop is ‘uit’; minder
concluderen dat het om heel veel dieren gaat, het loopt in de miljoenen. En Bijlage: totaal aantal aangesloten bedrijven
we zullen doorgaan: ieder jaar een beter leven voor steeds meer dieren in de vee-industrie. Frank Dales Algemeen directeur
4 | rapport Beter Leven kenmerk
rapport Beter Leven kenmerk | 5
SAMENVATTING In de hedendaagse vee-industrie (intensieve veehouderij) worden in ons land jaarlijks ruim 400 miljoen dieren gehouden (vissen in aquacultuur niet meegerekend). Hierbij zijn de dieren totaal ondergeschikt gemaakt aan het productiesysteem, met als gevolg onacceptabele welzijnsproblemen. Onder invloed van tal van maatschappelijke ontwikkelingen is het breed gedragen inzicht ontstaan dat deze werkwijze een doodlopende weg is en dat er een fundamentele vernieuwing van de veehouderij in Nederland noodzakelijk is. De Dierenbescherming heeft haar rol in deze ontwikkeling genomen. Met als doel de consument weg te halen bij de dieronvriendelijke producten uit de vee-industrie, heeft de Dierenbescherming in samenwerking met de veehouderijsector en de detailhandel een betaalbaar, maar wel substantieel diervriendelijker alternatief ontwikkeld: het tussensegment. In de bedrijfsvoering die hier bijhoort zijn de meest schrijnende welzijnsproblemen in de
5.000.000
vee-industrie aangepakt: bij de vleeskippen de absurd snelle groei en ruim-
tegebrek; bij varkens en legkippen ruimtegebrek en verveling (stress) en bij
4.500.000
kalveren bloedarmoede en transportproblematiek.
Om het tussensegment herkenbaar te maken heeft de Dierenbescherming
5.000.000 4.000.000 het Beter Leven kenmerk ontwikkeld, dat door middel van sterren de mate 4.500.000 van diervriendelijkheid van een product weergeeft.
3.500.000
4.000.000 Nu, na een5.000.000 inwerkperiode van vier jaar, kunnen we rapporteren3.000.000 dat het kenmerk een enorme4.500.000 groei doormaakt. Terwijl 3.500.000 in het beginjaar (proefjaar) 2007 2.500.000 nog ‘maar’ ruim 523.000 dieren van het kenmerk profiteerden, steeg dit aan-
4.000.000
3.000.000
2.000.000 bijna 7 miljoen dieren in 2010. Een stijging van meer dan 300 procent in het tal naar respectievelijk bijna 662.000 in 2008, bijna 2,5 miljoen in 2009 en
3.500.000
2.500.000 1.500.000 laatste jaar. Overheid, bedrijfsleven en sector zijn positief gestemd en geven daar ook blijk van in het rapport. Inmiddels nemen anno 2010 drieëntwintig
3.000.000 2.000.000 1.000.000 grote supermarktketens, 106 ketenbedrijven en bijna vijfhonderd veehouders deel. En dit aantal2.500.000 groeit elke maand.
1.500.000
500000
2.000.000 1.000.000 Aantal dieren met een beter leven dankij het Beter Leven kenmerk 1.500.000
500000
5.000.000
1.000.000
2007
2008
2009
4.500.000
4.000.000 3.500.000
2007
500000
2008
2009
3.000.000 2.500.000
2007
2.000.000
2008
1.500.000
1.000.000 500000
2007
2008
2009
2010
2009
2010
2010
‘De overheid streeft naar duurzame landbouw. Dat is een landbouw die goed is voor mens, dier en milieu. Het Beter Leven kenmerk staat voor betere leefomstandigheden voor het dier door hogere eisen te stellen aan huisvesting en verzorging. Dit vraagt een investering van de veehouder die daar voor beloond wordt. Dát is verduurzamen! ‘In het Convenant Marktontwikkeling Verduurzaming Dierlijke Producten zijn met Dierenbescherming en bedrijfsleven afspraken gemaakt tot eind 2011. Het is zeker mijn intentie om ook na 2011 diervriendelijker produceren te blijven ondersteunen, met geld (indien mogelijk ook deels met Europees geld) en met bijvoorbeeld kennisontwikkeling. Vanaf 2012 zullen nieuwe afspraken moeten worden gemaakt met de convenantpartijen en/of eventuele nieuwe partners. ‘De aandacht voor een meer diervriendelijke landbouw is geen hype gebleken, het maakt onderdeel uit van de verduurzaming van de landbouw. Ik verwacht een positieve verschuiving in alle segmenten, zowel in de gangbare als in de plus-segmenten. Dit is een grensoverschrijdende groeimarkt voor zowel de producten als de innovatieve stalsystemen zoals de Rondeelstal voor leghennen. Je merkt dat de consument gevoeliger wordt voor argumenten als diervriendelijker en milieuvriendelijker productie. ‘Ik zie voor het Beter Leven kenmerk een perspectiefvolle toekomst weggelegd, mits de eisen met de markt blijven meegroeien, er een goede controle op naleving wordt gewaarborgd en mits op termijn de eisen steeds meer geschoeid zijn op de wetenschappelijke leest van Welfare Quality® (onderzoeksprogramma EU, dat heeft geleid tot protocollen waarmee het welzijn van landbouwhuisdieren op grond van diergerelateerde parameters kan worden vastgesteld - red.).’ Henk Bleker, staatssecretaris Economische Zaken, Landbouw & Innovatie
2010
1. INLEIDING
Hoe komt het dat een dierenwelzijnsorganisatie zich gaat bezighouden met het in de markt zetten van een kenmerk voor vlees en eieren? Dat is minder verbazingwekkend dan het lijkt. Iets bereiken voor het welzijn van dieren vraagt geduld en doorzettingsvermogen. Het doel van de Dierenbescherming was en is om de productiewijze zo diervriendelijk mogelijk te krijgen, dat wil zeggen dat er zo veel mogelijk tegemoet wordt gekomen aan de natuurlijke behoeften van de dieren. We hebben anno 2011 te maken met jaarlijks 400 miljoen dieren in de veehouderij (exclusief vissen in de aquacultuur) waarvan slechts 3,1 miljoen dieren biologisch worden gehouden. Het aandeel van biologisch groeit weliswaar elk jaar gestaag, maar het is nog steeds een niche, die (te) langzaam groeit. De overstap naar biologische producten is voor zowel consumenten als producenten en supermarkten kennelijk nog te groot. De overgrote meerderheid van de dieren leeft onder onacceptabele omstandigheden. Het dier is daarbij volkomen ondergeschikt gemaakt aan de productie, het moet passen in het systeem en niet andersom. Er wordt niet of nauwelijks tegemoet gekomen aan zijn natuurlijke behoeften, wat leidt tot onacceptabele mentale en fysieke problemen. De meest schrijnende welzijnsproblemen zijn bij de (vlees)kippen de absurd snelle groei en ruimtegebrek, bij varkens ruimtegebrek en verveling (stress) en bij kalveren bloedarmoede en transportproblematiek. Het zijn deze zaken waar het eerst iets aan gedaan moet worden.
6 | rapport Beter Leven kenmerk
rapport Beter Leven kenmerk | 7
Maatschappelijke trends
‘Wat veehouders en dierenbeschermers deGeeft de Dierenbescherming al sinds de jaren ’70 van de vorige eeuw aan dat len, is hun zorg voor de levende have. Het Beter Leven kenmerk leidt tot onderscheid deze manier van produceren niet door de beugel kan, anno 2011 laat ook de op de markt en een aparte plek in de winmaatschappij duidelijke signalen horen dat het plafond van de vee-industrie kel. Kijk naar bijvoorbeeld de Volwaard-kip is bereikt. Voor veel consumenten zijn zaken als milieuvervuiling, dierenwel- en Rondeeleieren. Als veehouders investezijn, gebruik van gentechnologie en rechtvaardige handel, in uiteenlopende ren in een hoger niveau van dierenwelzijn, is het billijk dat zij hun meerkosten vergoed mate van betekenis voor hun aankoopkeuzes. Prijs, genot en kwaliteit zijn krijgen. niet meer allesbepalend. Naast de groep vleesminnaars (26,5%) en een groep vleesmijders (4%), is de laatste jaren een grote groep ontstaan van ettelijke mil- Het is geweldig dat al het varkensvlees in de grootste supermarkt binnenkort één ster joenen vleesminderaars (‘flexitariërs’). Deze nog diffuse groep beschouwt vlees heeft. De consument ziet dat zo’n product eten niet (meer) als vanzelfsprekend en denkt hier meer of minder bewust iets extra’s biedt, die extra kwaliteit staat over na. Een meer op deze groep gericht voorlichtingsbeleid, met als motto erop. Het systeem helpt ons bij verdere dat minder en bewuster vlees eten heel vanzelfsprekend is, ligt voor de hand. verduurzaming van de veehouderij. Het is een goede ontwikkeling dat ook in andere (Bron: ‘Vleesminnaars, vleesminderaars en vleesmijders. Duurzame eiwitconsumptie in sectoren, zoals de pluimvee- en de kalvereen carnivore eetcultuur’, studie LEI, juni 2010) houderij, het Beter Leven kenmerk bredere bekendheid krijgt. Dit wordt nog eens onderstreept door recent opinieonderzoek (Peil.nl, Bij onderscheid in productiewijze hoort een december 2010), waaruit onder meer blijkt dat ruim 41 procent van de Nesterkere marktpositie en een hogere prijs. Ik juich het toe dat veranderingen in de derlanders in 2011 zegt meer vlees te willen kopen geproduceerd met extra aandacht voor dierenwelzijn. Hetzelfde onderzoek toont aan dat men de aan- veehouderij door het Beter Leven kenmerk dacht voor dierenwelzijn als een positieve ontwikkeling ziet. Men beschouwt worden gestimuleerd in de overtuiging, dat het vooral via de markt zal moeten gebeudit niet als een hype maar als een gunstige ontwikkeling. Dit is volgens de ren. onderzoekers een goede basis voor een verstandig en voor de consument goed Meer investeren in het sterrensysteem blijft herkenbaar aanbod van diervriendelijkere producten. Herkenbaarheid van nodig met het oog op grotere bekendheid en herkenbaarheid bij de consument. LTO labels en wat die dan precies inhouden, is daarbij van groot belang. Nederland ziet het als de grootste uitdaging om duurzame productie inclusief dierenwelDat de maatschappij een andere koers wil, wordt mede beïnvloed door ontzijn in de winkel aan de man te brengen.’
wikkelingen die aantonen dat de vee-industrie op een doodlopend spoor zit. Zo groeit het inzicht dat de productie van dierlijke eiwitten (vlees en zuivel) tot het meest milieubelastende onderdeel van het voedselpakket behoort.
Albert Jan Maat, voorzitter LTO Nederland
‘De Dierenbescherming heeft dierenwelzijn hanteerbaar gemaakt voor de consument met de introductie van het Beter Leven kenmerk. De Dierenbescherming wordt door consumenten zeer serieus genomen, de organisatie heeft een grote geloofwaardigheid voor een grote groep Nederlanders en wordt gezien als een betrouwbare afzender. Het kenmerk moet overigens nog wel veel bekender worden. Er is nog veel werk te verzetten. Wij staan pas aan het begin van het vermarkten van dierenwelzijn en het bieden van een keuze bij de dagelijkse boodschappen. We moeten werken aan de communicatie naar de consument, het ontwikkelen van herkenbare verpakkingen, de producten moeten het winkelschap in, de keten moet goed afwegen welke kosten doorberekend kunnen worden, en noem maar op. Het Beter Leven kenmerk is een grote kans voor de landbouw om toegevoegde waarde te creëren en binnen te halen. Die kans moeten we pakken!’ Maurits Steverink, ketenmanager van het Convenant Marktontwikkeling Verduurzaming Dierlijke Producten
Ontwikkeling van een tussensegment De Dierenbescherming speelt in op de maatschappelijke ontwikkelingen zoals genoemd in de vorige paragraaf. Het beleid is gebaseerd op drie pijlers: 1.
‘opkrikken’ van het minimumniveau in de veehouderijsector,
2.
trekken aan het topsegment (biologische en daarmee vergelijkbare
producten),
3.
neerzetten van een tussensegment tussen gangbaar en biologisch in.
De strategie bij deze pijlers is gestoeld op samenwerking. Pijler 3, het zogenoemde ‘tussensegment’, is uitgegroeid tot het Beter Leven kenmerk. Het is ontwikkeld om de kloof tussen vee-industrie en biologische veehouderij te dichten, en zo een grote groep consumenten ‘weg te trekken’ van de vee-industrie. Met een sterrensysteem maakt het kenmerk de consument wegwijs in de keuzemogelijkheden tussen prijs, kwaliteit en dierenwelzijn op basis van Dierenbeschermingsnormen. Hoe meer sterren, des te diervriendelijker. Eén en twee sterren betreffen het feitelijke tussensegment, het drie-sterrenniveau is er om ook het topsegment zichtbaar te blijven steunen. Het Beter Leven kenmerk is hiermee het eerste kenmerk dat zich uitsluitend richt op dierenwelzijn. De Dierenbescherming ontwikkelde het tussensegment in samenwerking met de sector en het bedrijfsleven. De productiewijze is misschien nog niet zo diervriendelijk als de biologische, maar toch aanmerkelijk diervriendelijker dan de vee-industrie. Daarbij zijn per diergroep (kippen, varkens en runderen) de meest schrijnende welzijnsproblemen in de vee-industrie aangepakt (zie hoofdstuk 2 en 3). Deze problemen aanpakken was een absolute voorwaarde voor de Dierenbescherming. Voor de boeren moest deze aanpak qua bedrijfsvoering (investeringen en opbrengsten) rendabel zijn en voor de consument was uiteraard de betaalbaarheid een belangrijk gegeven.
Voor het produceren van vlees en zuivel is veel plantaardig materiaal vereist,
In het Convenant Marktontwikkeling Verduurzaming Dierlijke Producten, werken
en bijgevolg veel areaal, water en grondstoffen. De omzetting van granen en
onder andere het ministerie van Landbouw (EL&I), boerenorganisatie LTO
andere gewassen naar dierlijk voedsel kost dus veel energie. Dit maakt de pro-
Nederland, de koepel van supermarkten (Centraal Bureau Levensmiddelen-
ductie van dierlijke eiwitten tot een problematiek van de allerhoogste orde.
handel) en de Dierenbescherming samen aan een groter aanbod van dier-
(Bron: studie LEI, juni 2010).
vriendelijker geproduceerde vlees- en eierproducten in de supermarkten,
Een andere ontwikkeling is die van de antibioticaresistentie. In de loop van
bedrijfsrestaurants en speciaalzaken.
2010 steeg de maatschappelijke zorg omtrent het mogelijke ontstaan van antibioticaresistentie als gevolg van overmatig antibioticagebruik in de veehouderij. Opeenvolgende kabinetten hebben dan ook maatregelen genomen om het antibioticagebruik in drie jaar tijd met 50 procent te reduceren. Hoe intensiever de veehouderij, des te eerder de ondernemer zijn toevlucht moet zoeken in (preventief) gebruik van antibiotica.
8 | rapport Beter Leven kenmerk
Het Beter Leven kenmerk draagt bij aan gedragsverandering bij de consument ten aanzien van dierlijke producten en bevordert het maatschappelijk verantwoord/duurzaam ondernemen op het gebied van dierenwelzijn. Zo wordt stap voor stap het welzijn van alle dieren in de veehouderij verbeterd.
rapport Beter Leven kenmerk | 9
‘De Dierenbescherming heeft met de zorgvuldige definitie van heldere criteria voor Beter Leven invulling gegeven aan een standaard die in de Nederlandse markt, onder consumenten, retailers en producenten een sterk draagvlak heeft, en groeiende bekendheid geniet. Plukon voert sinds de introductie van Volwaard-kip in 2007 het Beter Leven kenmerk op haar verpakkingen. In 2009 zijn wij samen met Albert Heijn gestart met het houden van scharrelkuikens die het Beter Leven kenmerk kregen. Dat gaat heel goed. Antibioticagebruik is een belangrijk punt van aandacht. Het scharrelhouderijconcept is een bijzonder en vitaal systeem. De kippen zijn van een langzaam groeiend ras en worden in een lage bezettingsdichtheid gehouden. Ze hebben dus letterlijk ruimte om te scharrelen en spelen op en rond de strobalen die in de stal geplaatst worden. De stallen hebben daglichtramen, waarmee het natuurlijke dag- en nachtritme gestimuleerd wordt. Een overdekte buitenuitloop maakt het voor de kippen mogelijk een eigen omgeving te kiezen. Het plantaardige voer met meer dan 70 procent granen zorgt voor een evenwichtige groei. Door de sterke gezondheid van de dieren hoeft een dierenarts zelden of nooit antibiotica voor te schrijven. Consumenten herkennen Beter Leven steeds vaker en begrijpen steeds beter waar het kenmerk voor staat. Beter Leven wordt een echte merkpropositie waarbij het nog meer dan nu van belang is dat de borging van het concept bij alle schakels van de productieketen goed georganiseerd wordt. Het uiteindelijke succes van het kenmerk wordt bepaald door de consument, die voor een gering bedrag een grote vooruitgang in dierenwelzijn kan bewerkstelligen.’ René Welpelo, ketenmanager Plukon
2. AANTALLEN DIEREN MET BETER LEVEN 2007 – 2010
Inleiding Hoe meer dieren uit de vee-industrie worden gehaald, des te beter het is. Daarom zijn de resultaten van het kenmerk afgemeten aan het aantal dieren dat in de aangesloten bedrijven wordt gehouden. In dit hoofdstuk staan de cijfers per diergroep weergegeven: kippen, varkens en runderen. Het Beter Leven kenmerk is begin 2007 gelanceerd, waardoor dit een overzicht is van de jaren 2007 tot en met 2010. Om de aantallen dieren die van het Beter Leven kenmerk hebben geprofiteerd zuiver te houden, zijn de biologisch gehouden dieren niet meegenomen in de tabellen; deze groep bestond immers al. Aan biologisch zijn geen extra eisen gesteld met betrekking tot drie sterren van het Beter Leven kenmerk.
10 | rapport Beter Leven kenmerk
rapport Beter Leven kenmerk | 11
2.1 Kippen 2007 Het startjaar van het Beter Leven kenmerk, toen nog exclusief gekoppeld aan de Volwaard-kip – een vleeskip. In 2007 werden er van deze kippen 10.000 per week geslacht. De Volwaard-kippen waren te koop bij Albert Heijn, Jumbo, Coop en Jan Linders. Deze supermarktketens waren betrokken bij de ontwikkeling van het concept. Doordat de Volwaard-kip van een sterker en robuuster ras is, dat minder snel groeit, gaat het ook met de ouderdieren beter, in totaal 2.600 dieren.
Kippen met Beter Leven in 2007
totaal
Volwaard kip met 1 ster
522.600
Totaal
522.600
522.600
2008 Vleeskuikens In 2008 nam de verkoop van Volwaard-kip een vlucht. De supermarktketens van Super de Boer en Plus namen hem op in hun assortiment, en Stegeman verwerkte Volwaard-kip in vleesbeleg. In september 2008 verkregen de vrije-uitloopkippen en biologische kippen van Kemper respectievelijk twee en drie sterren van het kenmerk. In november, tot slot, introduceerde Interchicken biologische kip met drie sterren. Eieren Half september 2008 kwamen de eerste eieren met één ster van het Beter Leven kenmerk op de markt, en wel bij Super de Boer.
‘Wij vinden het een heel goede zaak dat de Dierenbescherming met het Beter Leven kenmerk is gekomen. Juist omdat ze helemaal buiten de keten staat, kan de Dierenbescherming een onafhankelijk beeld schetsen. Bovendien heeft ze enorm veel expertise. We werken nog niet zo heel lang samen, maar ik vertrouw op een vruchtbare samenwerking in de toekomst. Waarom wij met het kenmerk zijn begonnen? MCD wil de verantwoordelijkheid nemen om dieren een beter leven te geven. Ook veehouders willen dit graag. “Met respect voor mens en dier”, is dan ook ons motto. Wij zijn al vijf achtereenvolgende malen uitgeroepen tot de meest klantvriendelijke supermarkten (bron GFK ) van Nederland. De klant staat centraal en het persoonlijke contact en de communicatie zijn van groot belang. Onze medewerkers nemen we mee naar het boerenerf om te laten zien wat daar allemaal gebeurt om het dier een goed leven te geven. Door het te zien en te beleven zijn wij in staat dit beeld op de klant over te brengen. De toekomst van het Beter Leven kenmerk ziet er wat ons betreft erg goed uit. Er zou nog meer binnen de keten gedacht moeten gaan worden, bijvoorbeeld over goede, gezonde voeding voor de dieren. Uiteraard moet er beweging in de zaak blijven, het Beter Leven kenmerk mag geen statisch concept zijn en moet doorontwikkeld worden.’
2009 Vleeskuikens In 2009 introduceerde Interchicken Label Rouge kip met drie sterren. Een belangrijke stap werd in oktober gedaan door Albert Heijn, die onder de noemer ‘puur&eerlijk’ kip met respectievelijk één (scharrel) en drie sterren (biologisch) introduceerde. Scheria en Vogely introduceerden scharrelkip met uitloop (twee sterren) in een aantal supermarkten. Eieren Albert Heijn introduceerde in oktober onder de noemer ‘puur & eerlijk’ vrijeuitloopeieren en biologische eieren met respectievelijk twee en drie sterren.
Kippen met Beter Leven in 2009 Johan van Blijderveen, productmanager Vers Vlees & Vis, MCD supermarkten
Vleeskippen Vleeskippen met 1 ster
Kippen met Beter Leven in 2008
Totaal
Vleeskippen Volwaard kip met 1 ster
Totaal
1.025.100
Vleeskippen met 2 sterren
502.500
Legkippen 522.600
Vleeskippen met 2 sterren
Leghennen met 1 ster 75.375
Leghennen 2 sterren
Legkippen
Totaal
Leghennen met 1 ster
60.000
Totaal
582.600
75.375
100.000
657.975
500.000 1.125.100
1.002.500
2.127.600
NB: Label Rouge kippen zijn niet meegeteld, omdat deze al bestonden en er geen extra eisen in het kader van het Beter Leven kenmerk zijn gesteld. Hetzelfde geldt voor biologisch.
12 | rapport Beter Leven kenmerk
rapport Beter Leven kenmerk | 13
2010 Vleeskippen In 2010 introduceerde Plukon scharrelkip met overdekte uitloop bij Albert Heijn. Er is afgesproken dat binnen 5 jaar alle stallen een overdekte uitloop hebben. Vleeskippen met Beter Leven in 2010 Vleeskippen met 1 ster
Totaal 3.391.903
Vleeskippen met 2 sterren Totaal
502.500 3.391.903
502.500
3.894.403
Eieren Dit jaar leverde de Rondeelstal de eerste eieren met drie sterren aan Albert
‘Het Beter Leven kenmerk heeft niet alleen commerciële organisaties in beweging gebracht, maar heeft óók de consument bewust gemaakt van zijn rol in het verduurzamen van de consumptie. Voor het varkensvlees met één ster hebben we in de driehoek Dierenbescherming, Vion en AH gezamenlijk regels vastgesteld. Dat was en is een voorwaarde om duurzaam vlees een grote rol te kunnen geven binnen ons assortiment. Voor het varkensvleesassortiment van AH gaan we vóór 1 juli 2011 alle gangbare producten vervangen door die met het Beter Leven kenmerk. Uiteindelijke doel is het gehele vleesassortiment te verduurzamen. Wij kunnen dat niet alleen: het vraagt om een ketenbrede aanpak, en de rol van de Dierenbescherming is daarbij zeer belangrijk. Niet alleen inzake de regels maar ook in haar rol als onafhankelijke partij die de consument informeert. Het Beter Leven kenmerk werkt, doordat de producten voor de consument relatief betaalbaar zijn. Daar zijn initiatieven in het verleden vaak over gestruikeld: de lat voor dierenwelzijn zeer hoog, maar vervolgens kleine volumes. Voor de toekomst is de uitdaging dat we gezamenlijk blijven streven naar verdere verbetering van de leefomstandigheden van alle dieren, dus niet voor een klein deel van het totale volume. Dat betekent dat we gefaseerd en gedoseerd verder zullen moeten gaan.’
2.2 Varkens 2007 Het eerste jaar van Beter Leven was nog een echt proefjaar, waarbij het accent vooral lag op kippen (Volwaard). Toch was er al een eerste kleine stap; de varkens uit de Canadese zaagselstal – welk systeem al door de Dierenbescherming werd gesteund en waarvan het vlees verkocht wordt bij Jumbo Supermarkten en het Huis van Beleg – kregen 1 ster.
Varkens met Beter Leven in 2007
Totaal
Varkens Canadese zaagselstal
1.000
Totaal
1.000
1.000
Erik Kieftenburg, manager Vlees, Gevogelte, Vis en Vegetarische producten Albert Heijn
2008
Heijn.
Het tweede jaar van Beter Leven bleef het accent op kippen liggen. Het aantal Legkippen met Beter Leven in 2010 Leghennen met 1 sterren
Totaal 273.300
Leghennen met 2 sterren
Varkens met Beter Leven in 2008
1.554.893
Leghennen Rondeel 3 ster Totaal
varkens uit de Canadese zaagselstal onderging een verviervoudiging.
30.000 273.300
1.554.893
30.000
1.858.193
Totaal
Varkens Canadese zaagselstal
3.880
Totaal
3.880
3.880
14 | rapport Beter Leven kenmerk
rapport Beter Leven kenmerk | 15
2009 Het derde jaar van Beter Leven startte Albert Heijn in oktober met de verkoop van scharrelvarkensvlees met 2 sterren afkomstig uit Engeland en Schotland. Het vlees komt van varkens die buiten gefokt en met een uitloop binnen gemest worden. Het aantal varkens in de Canadese zaagselstal verdubbelde.
Varkens met Beter Leven in 2009 Varkens Canadese zaagselstal
Totaal 9.000
Varkens Groot-Brittannië Totaal
72.000 9.000
72.000
81.000
2010 Albert Heijn kondigde aan dat op termijn al het gangbare varkensvlees wordt vervangen door varkensvlees met één ster. In 2010 was er een enorme groei van het aantal varkens met het Beter Leven kenmerk, zowel met één, twee als met drie sterren. Uiteindelijk waren er dit jaar 201 varkenshouders aangesloten bij het Beter Leven kenmerk.
Varkens met Beter Leven in 2010
Totaal
Zeugen/gelten
34.463
Beren
130
Vleesvarkens
488.176
Opfok zeugen/beren
4.813
Varkens Canadese zaagselstal
9.120
Vleesvarkens Engeland
144.000
Vleesvarkens Schotland
144.000
Totaal
536.702
288.000
‘Ons bedrijf nam deel aan een proef van VION waarin werd onderzocht of wij in aanmerking konden komen voor het Beter Leven kenmerk. Wij behoorden tot de eerste bedrijven die opstartten, juni 2010. Om het kenmerk te verkrijgen hebben we extra afleidingmateriaal in de hokken geplaatst (strokokers) en de varkens in een lagere bezetting gehuisvest. Je moet dan in het begin extra verwarmen, omdat jonge dieren door de lagere bezetting elkaar minder goed warm houden. Qua bedrijfsvoering bevalt het goed, maar commercieel kan het nog wel beter. Ik had eigenlijk gehoopt dat we een wat grotere meeropbrengst zouden halen. Dat is nog niet zo, maar omdat het concept ons aanspreekt willen wij het zeker een kans geven. Ik denk dat een goed rendement voor een groot deel samenhangt met het goed omgaan en verzorgen van je dieren: goede huisvesting, klimaat en voeding zijn de basis. Meer ruimte voor de varkens is positief, en ook het gebruik van de strokoker vind ik een mooi aspect: het is praktisch goed uitvoerbaar, en het varken kan zijn speelbehoefte bevredigen. Hoe de toekomst eruitziet? Alles is afhankelijk van de consument: Wil die een keuze maken voor een duurzamer geproduceerd stukje vlees? Het zal die kant wel op moeten, want in kostprijs gaan wij het niet winnen van landen als Brazilië. Dit sterrenconcept betekent een mooie samenwerking voor alle partijen die erbij betrokken zijn. Er is en wordt in de sector veel over gesproken. Wel moeten we oppassen voor te grote stappen in één keer. De sector heeft tijd nodig om hierop te anticiperen en dat geldt ook voor de markt.’
‘Jumbo Supermarkten heeft maatschappelijk verantwoord ondernemen hoog in het vaandel staan. Daarbij onderscheiden we drie speerpunten, te weten milieu, energie en dierenwelzijn. In dat kader zoeken we de dialoog c.q. samenwerking met elke maatschappelijke organisatie die dit onderschrijft. Op het gebied van dierenwelzijn kom je dan natuurlijk met de Dierenbescherming te spreken. We werken goed samen. We zouden wel iets sneller willen gaan dan nu het geval is, maar we begrijpen dat de Dierenbescherming haar handen vol heeft aan alle aanvragen. ‘Of het ook commercieel een succes is? Dat is voor vlees moeilijk aan te geven. We zien wel steeds meer een verschuiving van ‘gangbare’ producten naar producten met 1 of 3 Beter Leven-sterren, waarbij de consument uiteindelijk zelf bepaalt. Jumbo doet van alles aan promotionele activiteiten, zoals proeverijen, winkeldemonstraties en receptideeën, om het Beter Leven-vlees onder de aandacht te brengen. ‘Hoe de toekomst eruit ziet? Wij gaan verder. Op dit moment zijn we samen met de Dierenbescherming o.a. bezig met de verdere uitrol van varkensvlees. Wij zouden hetzelfde willen doen met lamsvlees, maar daar heeft de Dierenbescherming (nog) geen richtlijnen voor. Diervriendelijker kalfsvlees verkoopt Jumbo reeds uitsluitend onder de noemer Jumbo Bewust, met 1 Beter Leven-ster.’
2.3 Runderen 2009 Runderen Vanaf oktober 2009 verkocht Albert Heijn rundvlees met één ster afkomstig uit Ierland. Het ging in de periode oktober t/m december om totaal 19.500 dieren. Het ging om de verkoop van rundvlees van Ierse runderen bij Albert Heijn over 3 maanden in 2009 en het hele jaar 2010. Op jaarbasis ging het daarbij om 78.000 runderen. Over de periode oktober 2009 t/m 2010 tellen we dan 97.500 runderen. Kalveren In de eerste twee jaren van het Beter Leven kenmerk werden er nog geen kalverhouderijen beloond met het Beter Leven kenmerk. Dat gebeurde vanaf februari 2009, maar toen meteen ook met flinke aantallen. Runderen met Beter Leven in 2009
Totaal
Ierse runderen Albert Heijn
19.500
Kalveren VanDrie Group
183.333
Totaal
202.833
202.833
2010 Runderen De verkoop van Iers rundvlees met één ster bij Albert Heijn zette zich door, dit jaar ging het om 78.000 dieren. Kalveren In 2010 werd de samenwerking met de VanDrie Group voortgezet. Daarnaast
Henny van Zijl, inkoper Slagerij, Jumbo Supermarkten
werd het Beter Leven kenmerk met 1 ster eind 2010 toegekend aan Peter’s Farm, een concept voor vleeskalverhouderij van Alpuro waarbij kalveren in grote groepen van dertig tot tachtig dieren worden gehouden. De verkoop van dit kalfsvlees startte pas in 2011, waardoor Peter’s Farm nog niet in de tabel staat.
824.702
Remco Beulink, varkenshouder Good Farming Star, één ster Beter Leven kenmerk
Runderen met Beter Leven in 2010
Totaal
Ierse runderen Albert Heijn
78.000
Kalveren VanDrie Group
200.000
Totaal
278.000
278.000
16 | rapport Beter Leven kenmerk
rapport Beter Leven kenmerk | 17
2.4 Totaal aantal dieren met Beter Leven 2010
Diersoort
Aantal
Basis
Vleeskippen 1 ster
3.391.903
5,5 rondes
Vleeskippen 2 ster
502.500
5,5 rondes
Totaal
Totaal
3.894.403
Leghennen 1 ster
273.300
1 ronde
Leghennen 2 ster
1.554.893
1 ronde
Leghennen 3 ster
30.000
1 ronde
Totaal
1.858.193
Varken 1 ster
536.702
Varken 2 ster
288.000
1/2 rondes
Totaal
824.702
Runderen 1 ster
78.000
5,5 rondes
Kalveren 1 ster
200.000
5,5 rondes
Totaal
278.000
Totaal
6.855.298
‘Wij hebben het Beter Leven kenmerk sinds 2008, als één van de eersten. We hebben een bedrijf met vrije-uitloopkippen. Aanvankelijk kregen we één ster, maar nu we de uitloop hebben geoptimaliseerd, komen we voor twee sterren in aanmerking. We doen er alles aan om de uitloop perfect te krijgen. We maken hem aantrekkelijk met strobalen, stenen, paddocks, fruitbomen en dergelijke zodat de kippen van de stal weggelokt worden. Dan zitten ze niet meer zo dicht op elkaar waardoor de infectiedruk afneemt. Zo krijg je gezondere dieren die beter in hun vel zitten. Verantwoordelijkheidsgevoel voor natuur en milieu heb ik van mijn vader meegekregen, maar ook vanuit mijn geloof. We moeten zuinig zijn op wat de aarde te bieden heeft. Dat dragen we graag uit, dus laten we goed aan de buitenwereld zien hoe wij onze dieren hier houden. Bezoekers aan ons bedrijf zijn steevast laaiend enthousiast over de manier waarop we dat doen. We krijgen hier scholieren, ambtenaren, onderzoekers en collega-pluimveehouders. Sommigen daarvan waren zo enthousiast, dat ze besloten over te stappen! Of het commercieel goed werkt? Het gaat, maar het kan beter. Dus wat ons betreft kan er nog wel wat meer promotie voor het kenmerk en onze diervriendelijkere eieren worden gemaakt!’ Geurt van Manen, legpluimveehouder vrije-uitloopkippen twee sterren Beter Leven kenmerk
‘Wij waren al ver voordat het Beter Leven kenmerk werd ingevoerd op een diervriendelijke manier bezig. Mijn varkens houd ik al sinds 2004 op zaagsel. Gewoon, omdat ze dat wroeten in de aarde nodig hebben. Ook lopen ze niet op een roostervloer, want dan verdwijnt het zaagsel al snel en ze bezeren hun poten. Binnenkort stop ik ook met couperen. Mijn motieven zijn zowel commercieel als idealistisch. Ik zie graag dat dieren zo veel mogelijk naar hun aard leven, maar het moet wel uit kunnen. Kan dat niet, dan is je bedrijf niet levensvatbaar. Dan is er geen bedrijf. We zijn in 2004 begonnen en nu, zeven jaar later, loopt het redelijk goed. Dat is investeren en hard werken, maar ik geloof erin. Nu grote supermarkten als Albert Heijn en Jumbo het hebben opgepakt, zit er eindelijk schot in. Dat geeft vertrouwen in de toekomst!’ Jan Broenink, varkenshouder Canadese zaagselstal, één ster Beter Leven kenmerk
Als het aandeel biologisch hierbij opgeteld wordt (3,1 miljoen), dan hebben in 2010 bijna 10 miljoen dieren een beter leven gehad ten opzichte van de het leven in de vee-industrie. Er worden 100 miljoen dieren in Nederland gehouden voor de binnenlandse consumptie, de rest (ca. 300 miljoen) is voor export. Ongeveer 10 procent van de 100 miljoen voor de binnenlandse markt bestemde dieren heeft dus een beter leven gehad.
Afzet in de markt De Dierenbescherming wil dat het Beter Leven kenmerk niet ten koste gaat van de biologische veehouderij. En dat lukt: het aandeel biologische producten èn het aandeel producten van het tussensegment met het Beter Leven kenmerk groeien flink. In 2008 gaven Nederlandse consumenten 21,5 miljoen euro uit in de supermarkt aan diervriendelijkere producten (eieren en vlees). In 2009 steeg dit naar 40,7 miljoen euro, dat is bijna het dubbele (bron: Monitor Duurzame Dierlijke Producten 2009, LEI). In het onderzoeksrapport Monitor Duurzaam Voedsel 2010 (Ministerie van EL&I) zijn -naast supermarkten- voor het eerst ook andere kanalen meegenomen in de meting, zoals slagerijen, (bedrijfs)restaurants en cateraars. Daaruit blijkt dat de bestedingen in Nederland aan diervriendelijkere producten (het tussensegment) zijn gegroeid naar maar liefst 83,3 miljoen euro. Hierbij was de ontwikkeling binnen de supermarkten het grootst. Ook de omzet van biologisch vlees en vleeswaren steeg in 2010: van 88,7 miljoen euro naar 98,5 miljoen euro, een stijging van 11%. Deze onderzoeksresultaten bevestigen de strategie van het Beter Leven kenmerk om het marktaandeel van de gangbare vee-industrie gestaag af te laten nemen.
18 | rapport Beter Leven kenmerk
rapport Beter Leven kenmerk | 19
3. HET STERREN SYSTEEM VAN HET BETER LEVEN KENMERK
De Dierenbescherming heeft anno 2011 al aan een flink aantal aanbieders één, twee of drie sterren toegekend. In dit hoofdstuk staat per sterniveau aangegeven welke welzijnswinst er wordt geboekt. Ook geven we aan waar deze producten verkrijgbaar zijn.
Winstpunten algemeen Eén ster Gebaseerd op de gangbare veehouderij, met daar bovenop belangrijke welzijnsverbeteringen. De ergste knelpunten worden daarbij als eerste aangepakt. Dat verschilt per diersoort. Twee sterren De criteria voor twee sterren hebben met name de in Nederland al langer bestaande regels voor ‘scharrel met uitloop’ als basis. De verbeteringen gaan verder dan bij één ster, maar is nog niet gelijk aan biologisch. Er is meer ruimte voor soorteigen gedrag en een uitloop is verplicht. Drie sterren Het kenmerk met drie sterren wordt toegekend als het gaat om een biologisch product. Dit product krijgt dan tegelijk ook het EKO-keurmerk. Drie sterren kunnen ook gegeven worden als de dieren een vergelijkbaar welzijn hebben als bij het biologisch houden van dieren.
20 | rapport Beter Leven kenmerk
rapport Beter Leven kenmerk | 21
Voorbeeld Rondeeleieren (3 sterren)
3.1
Legkippen
Bij legkippen zijn de hoge bezettingsdichtheid in de stal en het verenpikken de grootste problemen. Eén ster •
De stal heeft daglicht en is voorzien van legnesten, zitstokken en
strooisel (stro, turfmolm, houtkrullen of zand) om in te kunnen
scharrelen.
•
Dagelijks wordt er graan gestrooid en krijgen de kippen stro, ter
verrijking van de leefomgeving.
•
Minimaal acht uur per dag is er toegang tot een ruime overdekte uit
loop. Deze beslaat minimaal 20 procent van de oppervlakte van de stal.
De Rondeelstal is het resultaat van samenwerking en overleg tussen de Dierenbescherming en wetenschappers van de Animal Sciences Group van Wageningen Universiteit en Research en de legkippensector. Het unieke van dit onderzoek naar een nieuw stalsysteem voor leghennen is dat het diergedrag en de behoeften van de leghennen (mede) centraal staan in de ontwerpfase. Wetenschappelijke inzichten in diergedrag en dierenwelzijn zijn nader uitgewerkt in een stalsysteem dat ook voor de boeren een ‘dankbaar’ systeem is om in te mogen werken. Onderzoekers hebben onlangs achttien systemen voor het houden van leghennen met elkaar vergeleken. Dit onderzoek richtte zich vooral op de kwaliteit van die systemen voor het welzijn en de gezondheid van de leghennen. Gebaseerd op de zogenaamde ‘Fowelscore’ komt het Rondeelsysteem als minimaal gelijkwaardig systeem aan biologische houderijsystemen uit de bus. Op een aantal onderdelen scoort het Rondeelsysteem zelfs beter. Ook de totaalscore is hoger dan van de andere houderijsystemen, zelfs in vergelijking met biologisch. Uit een onderzoek van Wageningen Universiteit in de Rondeelstal blijkt dat de stal ook in de praktijk goed werkt. De onderzoekers hebben een Welfare Quality® audit gdaan. Uit het gedragsonderzoek en deze audit bleek dat de Rondeelstal net zo goed scoort als biologische stallen. In de Rondeelstal is er veel daglicht en minstens acht uur per etmaal is het donker. Er is een uitloop naar buiten: deels overdekt, deels vrij in de zogeheten bosrand. Elke twee weken krijgen de kippen maagkiezel en zijn er gasbetonblokken voor afleiding. In de stal zijn er maximaal drie leefniveaus en zitstokken.
Twee sterren Naast de criteria die gelden bij één ster, gelden de volgende aanvullende voorwaarden: •
Minimaal acht uur per dag is er toegang tot een ruime overdekte
uitloop. Deze beslaat minimaal 50 procent van de oppervlakte van de
stal.
•
Er is een vrije uitloop van 4m2 per kip. In de uitloop is beschutting in
de vorm van boompjes, struiken en/of schuiltafels.
Drie sterren Naast de criteria voor twee sterren, gelden de volgende aanvullende voorwaarden: •
Kippen hebben minimaal acht uur per dag toegang tot een uitloop in de
open lucht. Deze uitloop is voorzien van beschutting in de vorm van
bomen en/of struiken.
•
De snavels van de kippen worden niet gekapt.
•
Maximaal zes kippen per m2 (in plaats van 9 per m2).
22 | rapport Beter Leven kenmerk
rapport Beter Leven kenmerk | 23
Legkippen
3.2 Vleeskuikens De vleeskuikenhouderij is één van de meest intensieve vormen van vee-industrie. Dit brengt ernstige welzijnsproblemen voor de vleeskuikens met zich mee. Door jarenlange eenzijdige fokkerij op snelle groei en hoog gewicht kunnen de kuikens de snelle groei letterlijk niet meer bijbenen en daardoor hebben ze pootaandoeningen, chronische pijn bij het lopen en hartstoornissen. Jaarlijks sterven ongeveer 14 miljoen vleeskuikens voortijdig! De ouderdieren van deze kippen lijden hun hele leven chronisch honger doordat ze beperkt gevoerd worden.
1,0m²
kappen: snavel
gangbaar
afleiding: baal stro
20% van staloppervlak overdekte uitloop
1,0m²
Graan strooien
kappen: snavel
1,0m²
afleiding: baal stro
50% van staloppervlak overdekte uitloop
4m² vrije uitloop per kip met beschutting
Eén ster
Graan strooien
kappen: snavel
1,0m²
afleiding: baal stro
4m² vrije uitloop per kip met beschutting
kappen: snavel
•
Maximaal twaalf kippen per m2 (in plaats van 21 kippen per m2).
•
De kippen krijgen meer tijd om te groeien, minimaal 56 dagen.
•
Ze zijn van een langzamer groeiend ras, waardoor ze veel sterker en
gezonder zijn, geen hartklachten hebben en niet door hun poten zakken.
•
95 procent is antibioticavrij.
•
De stal heeft daglicht en is voorzien van strooisel (stro of houtkrullen)
om in te kunnen scharrelen.
•
Dagelijks wordt er graan gestrooid en hebben de kippen de beschikking
over strobalen, ter verrijking van de leefomgeving.
•
Minimaal acht uur per dag is er toegang tot een ruime overdekte uit-
loop. Deze is minimaal 20 procent van de oppervlakte van de stal.
•
De bedwelming is met 2-fasen CO2-gas. Hierdoor raken de dieren snel
buiten bewustzijn. Dit in tegenstelling tot de gangbare elektrische
waterbadmethode, die veel stress voor de kippen oplevert.
24 | rapport Beter Leven kenmerk
Twee sterren Naast de criteria voor één ster, gelden de volgende aanvullende voorwaarden: •
De kippen kunnen naar buiten: in plaats van de overdekte uitloop is er
1m2 vrije uitloop per kip.
Drie sterren Naast de criteria voor twee sterren, gelden de volgende aanvullende voorwaarden: •
Maximaal tien kippen per m2.
•
De kippen krijgen meer tijd om te groeien, minimaal 81 dagen.
•
De kippen hebben 4m2 vrije uitloop buiten.
rapport Beter Leven kenmerk | 25
Vleeskuikens
Voorbeeld Label Rouge (3 sterren) Kippenvlees van het Franse keurmerk Label Rouge krijgt het maximale aantal sterren, omdat het welzijn vergelijkbaar is met het welzijn van biologische vleeskuikens. Het houden van de dieren vindt plaats op kleinschalige veehouderijen, waar met zowel het dierenwelzijn als het milieu rekening wordt gehouden. De kippen krijgen 100 procent plantaardige voeding op basis van granen, aangevuld met erwten en soja.
1,0m²
snelgroeiend:
40-42 dagen
antibioticavrij:
gangbaar
11-35%
1,0m² 20% van staloppervlak overdekte uitloop
Graan strooien
afleiding: baal stro
langzamer groeiend:
56 dagen
antibioticavrij:
95%
1,0m² 1m² vrije uitloop per kip
Graan strooien
afleiding: baal stro
langzamer groeiend:
56 dagen
antibioticavrij:
95%
1,0m² 4m² vrije uitloop per kip
Graan strooien
langzaam groeiend:
81 dagen
antibioticavrij:
95%
26 | rapport Beter Leven kenmerk
rapport Beter Leven kenmerk | 27
Voorbeeld Canadese zaagselstal (1 ster) In de Canadese zaagselstal hebben de varkens meer ruimte en strooisel in de vorm van zaagsel. Dit biedt het nodige ligcomfort en wroetgelegenheid, een verbluffend eenvoudige manier om het dierenwelzijn fors te verhogen. Daarnaast hebben de varkens een afzonderlijke mestruimte. Samen met de betrokken varkenshouders werkt de Dierenbescherming aan verdere welzijnsverbeteringen, ook in de fokkerijfase, onder meer door te stoppen met het couperen van de varkensstaart.
3.3 Varkens Ruimtegebrek en verveling zijn de grootste problemen voor varkens in de vee-industrie. Dit leidt tot gedragsproblemen. Varkens zijn namelijk intelligente dieren. In de vee-industrie gaan ze elkaar van verveling bijten.
Eén ster
Twee sterren Naast de criteria voor één ster, gelden de volgende aanvullende voorwaarden: •
1,1 m2 ruimte per varken.
•
De varkens hebben stro om op te liggen.
•
Er is een overdekte uitloop naar buiten.
•
De vrouwelijke varkens (zeugen) mogen het hele jaar naar buiten, waar
•
Elk varken heeft meer ruimte ter beschikking (1m2 per varken). Dit
minimaal evenveel ruimte is als die ze binnen hebben. Daar kunnen ze
geeft de dieren meer ruimte om natuurlijk gedrag te vertonen, en lig-,
natuurlijk gedrag vertonen, zoals wroeten en modderbaden nemen.
eet- en mestruimte gescheiden te houden.
•
De staarten worden niet gecoupeerd.
•
De varkens krijgen speelmateriaal in de vorm van een stuk touw, hout of
een strokoker. Het speelmateriaal voldoet aan drie van de vijf welzijnsbe-
Drie sterren
hoeften van varkens: het moet wroetbaar, bijtbaar, eetbaar, afbreekbaar
Naast de criteria voor twee sterren, gelden de volgende aanvullende voor-
en/of iets nieuws zijn.
waarden:
•
De biggen worden niet gecastreerd.
•
Twee keer zoveel binnenruimte als in de vee-industrie (1,3m2).
•
Vervoer van biggen is maximaal zes uur, vervoer van vleesvarkens naar
•
De zeugen hebben 1,9m2 ruimte en krijgen weidegang.
het slachthuis maximaal acht uur.
28 | rapport Beter Leven kenmerk
rapport Beter Leven kenmerk | 29
Varkens
afleiding: ketting met bal
0,7m² couperen
castratie
gangbaar
afleiding: ketting met hout, touw of strokoker
1,0m²
couperen
castratie
1,1m² stro om op te liggen
0,3m² uitloop
couperen
3.4 Kalveren Het voornaamste welzijnsprobleem bij kalveren is bloedarmoede. In de gang-
castratie
bare veehouderij zit er te weinig ijzer in het voer, zodat het vlees blank is. Daarnaast worden ze gehouden op een roostervloer zonder zachte ligplek en duurt het transport van kalveren vaak veel te lang. Eén ster
1,3m²
stro om op te liggen
1,9m² uitloop
couperen
castratie
•
Kalveren krijgen ruim voldoende ijzer, zodat ze een hoog bloedijzer-
gehalte hebben, om bloedarmoede te voorkomen.
•
Vanaf veertien dagen oud krijgen de kalfjes naast moedermelk ruwvoer.
Ze krijgen tweemaal zoveel ruwvoer dan wettelijk voorgeschreven.
•
In plaats van een kale roostervloer, ligt er in de stal stro, een kunststof
mat of is de vloer bedekt met een rubber toplaag (dit wordt de komende
jaren gefaseerd ingevoerd).
•
Vervoer naar de kalvermesterij is maximaal acht uur, naar het slacht
huis maximaal vier uur.
30 | rapport Beter Leven kenmerk
rapport Beter Leven kenmerk | 31
Kalf
Voorbeeld Biologisch rosékalfsvlees van Ecofields (3 sterren)
1,8m²
ijzer in voeding:
onvoldoende
vervoer:
gangbaar
langer dan 8 uur
2,0m² roostervloer met mat om op te liggen
Twee sterren Naast de criteria voor één ster, gelden de volgende aanvullende voorwaarden: • De kalveren hebben meer ruimte (2m2). • Er is een uitloop naar buiten van 2m2 per kalf. • Er wordt nog meer ijzer aan de voeding toegevoegd zodat het bloedijzer- gehalte nog gezonder is.
Tot 2006 gingen ook de kalfjes van de biologische melkveehouderijbedrijven naar de intensieve vleeskalverhouderij. Daar werden ze in zes tot twaalf maanden in hokken van zo’n vier tot twaalf dieren op een roostervloer en op een dieet van kalvermelk en ruwvoer en zonder weidegang vetgemest. Sinds 2006 kunnen biologische kalveren ook naar een biologisch vleeskalverbedrijf: Ecofields in Gelderland. Tot 14 weken houdt men de kalfjes binnen in ruime hokken op stro, waarna ze van de melk af gaan. Dan krijgen ze alleen nog maar ruwvoer, worden gehuisvest in een ruime potstal met riet en mogen de wei in. Op een leeftijd van acht tot tien maanden worden ze geslacht op een slachterij in de buurt.
Drie sterren Naast de criteria voor twee sterren, gelden de volgende aanvullende voorwaarden: • De kalveren hebben nog meer ruimte (2,5 tot 4m2). • Ze krijgen weidegang.
ijzer in voeding:
voldoende
vervoer
max. 8 uur
2,0m² roostervloer met mat om op te liggen
2m² vrije verharde uitloop
ijzer in voeding:
ruim voldoende
vervoer:
max. 8 uur
2,5-4m² stro om op te liggen
weidegang
ijzer in voeding:
ruim voldoende
vervoer
max. 8 uur
32 | rapport Beter Leven kenmerk
rapport Beter Leven kenmerk | 33
Voorbeeld Scharrelrundvlees van Albert Heijn (1 ster)
3.5 Runderen
kalfjes bij moeder:
gangbaar
niet verplicht
Winstpunten: - De runderen lopen het grootste deel van het jaar buiten in de wei. - De kalfjes mogen minstens drie maanden bij hun moeder zogen. - De runderen worden niet onthoornd, gebrandmerkt of gecoupeerd. - De gezondheid wordt bewaakt en er is onafhankelijke controle op naleving van alle regels. - De meeste boerderijen liggen op minder dan twee uur rijden van het slachthuis.
5,4m²
6,8m² stro om op te liggen
Twee sterren Naast de criteria voor één ster, gelden de volgende aanvullende voorwaarden: • De runderen lopen tenminste 180 dagen van het jaar twaalf uur per dag buiten. • Kalfjes blijven minimaal vijf maanden bij de moeder.
kalfjes bij moeder:
min. 5 maanden
8,5m²
stro om op te liggen
weidegang: 210 dagen, 12 uur per dag
Drie sterren Naast de criteria voor twee sterren, gelden de volgende aanvullende voorwaarden: • De runderen lopen tenminste 210 dagen van het jaar twaalf uur per dag buiten. • Kalfjes blijven minimaal zes maanden bij de moeder, net als in de natuur.
roostervloer met mat om op te liggen kalfjes bij moeder:
min. 3 maanden
weidegang: 180 dagen, 12 uur per dag
Eén ster • De runderen lopen tenminste 150 dagen van het jaar acht uur per dag buiten, zodat de dieren de ruimte hebben voor natuurlijk kuddegedrag, zoals grazen, herkauwen of rusten. • Kalfjes blijven minimaal drie maanden bij de moeder. • Als stieren gecastreerd worden moet dit verdoofd en met pijn bestrijding achteraf gebeuren. • De runderen krijgen binnen een zachte ligplaats.
2,5-5m²
weidegang: 150 dagen, 8 uur per dag
Stieren worden of gecastreerd (vaak onverdoofd), of mogen vanaf 8 à 12 maanden niet meer naar buiten en worden in plaats daarvan binnengehouden, vaak op harde roostervloeren zonder zachte ligbedding. In de winter worden ook de koeien en kalveren binnengehouden, dikwijls op een kale roostervloer.
weidegang: niet verplicht
Albert Heijn haalt het grootste deel van zijn rundvlees uit Ierland en Noord-Ierland. De Dierenbescherming heeft de houderij daar onderzocht en vastgesteld dat dit voldoet aan de eisen voor het Beter Leven kenmerk met 1 ster. Er zijn nog wel enkele punten die beter moeten, maar daar willen Albert Heijn en zijn Ierse en Noord-Ierse leveranciers graag aan meewerken.
Rund
kalfjes bij moeder:
min. 6 maanden
34 | rapport Beter Leven kenmerk
rapport Beter Leven kenmerk | 35
3.6 Verkrijgbaarheid producten met het Beter Leven kenmerk in 2010 SUPERMARKTEN SUPERMARKTEN
Albert Heijn
Varkensvlees Kalfsvlees Maaltijdsalade met scharrelkip
Eieren van hennen met vrije Biologisch vlees uitloop Biologische eieren Scharrelvarkensvlees Biologische vleeswaren
Hoogvliet
Scharrelei Plus Rosé kalfsvlees
Eieren van hennen met vrije Biologisch vlees uitloop Biologische vleeswaren Scharrelkip met uitloop Biologische eieren
Volwaard kip
Scharrelkip met uitloop
Biologische zuivel
Scharrelkippenvlees
Label Rouge kip
Scharrelrundvlees
Jan Linders
Rondeeleieren
Volwaard kip
Biologisch vlees Biologische eieren Biologische vleeswaren
Bas
Scharrelkip met uitloop
Biologisch vlees Biologische vleeswaren
C1000
Jumbo
Biologisch vlees
Biologische eieren Biologische vleeswaren
Kalfsvlees
Eieren van hennen met vrije Biologisch vlees uitloop Biologische eieren Scharrelkip met uitloop Biologische vleeswaren Label Rouge kip
Varkensvlees Varkensvleeswaren
Volwaard kip
Lidl
Kalfsvlees
Scharrelkip met uitloop
Biologisch rundvlees
Eieren van hennen met vrije Biologische eieren uitloop Coop
Volwaard kip
Scharrelkip met uitloop
Biologisch vlees Biologische eieren
Plus
Biologische vleeswaren
Deen
Volwaard kip
Kalfsvlees
Biologisch vlees
Scharrelrundvlees
Biologische eieren
Volwaard kip
Biologische vleeswaren
Scharrelei Plus
Biologisch vlees Poiesz
Digros
Biologisch vlees
Biologisch vlees Biologische vleeswaren
Spar
Scharrelei Plus
Biologisch vlees Biologische eieren
Dirk van den Broek
Scharrelkip met uitloop
Biologisch vlees Biologische vleeswaren
Super de Boer
Scharrelei Plus
Scharrelkip met uitloop
Volwaard kip
Label Rouge kip
Biologisch vlees Biologische vleeswaren Label Rouge kip
EM-TE
Scharrelkip met uitloop
Biologisch vlees Biologische vleeswaren
Golff
Scharrelkip met uitloop
Biologisch rundvlees
Vomar
Scharrelkip met uitloop Biologische vleeswaren
36 | rapport Beter Leven kenmerk
rapport Beter Leven kenmerk | 37
SLAGERIJEN
4. TOTSTANDKOMING NORMEN Groene Weg slagers
Biologisch vlees
Slagerij van der Gracht, A’dam
Biologisch vlees
Biologische vleeswaren
Biologische vleeswaren
Verder verkopen tal van slagers en poeliers: Beter Leven kenmerk 2 sterren: Kemper Mais scharrelkip en Scharrelhoen Beter Leven kenmerk 3 sterren: Kemper biologische kip, Polderhoen biologische kip, Klavertje biologische kip, biologische parelhoen, Encebe biologische vleeswaren en Eco Fields biologisch kalfsvlees.
FOODSERVICE & CATERING De Koning Vlees
Kalfsvlees
Deli XL
Volwaard kip
Ecofields
Biologische vleeswaren
Biologisch kalfsvlees
Groothedde
Scharrel rundvlees
Hanos
Kalfsvlees
Biologisch kalfsvlees Label Rouge kip
Huis van Beleg
Kipvleeswaren
Biologische vleeswaren
Varkensvleeswaren
La place
Eieren van hennen met vrije Biologische zuivel uitloop Biologisch kalfsvlees
Makro
Sleegers Quality Meat products
Label Rouge kip
Kalfsvleeswaren Kipvleeswaren Varkensvleeswaren
Sligro
Kalfsvlees Volwaard kip
Biologische vleeswaren
4.1 Basis De basis voor de normen die de Dierenbescherming hanteert voor het Beter Leven kenmerk wordt gevormd door de resultaten van wetenschappelijk onderzoek naar gedrag en welzijn van de desbetreffende dieren. De minimumnormen worden gevormd door de bestaande wetgeving, daarbovenop zijn extra welzijnsnormen geformuleerd. Daarvoor zijn de normen van de Europese lobbyorganisatie Eurogroup for Animals genomen, die wat betreft de Europese dierenbeschermingsorganisaties het absolute minimum zijn voor dierenwelzijn. Voor het Beter Leven kenmerk heeft de Dierenbescherming deze normen nog verder aangescherpt. Naast genoemde basisnormen zijn er normen van bestaande ketenkwaliteitssystemen en specifieke kwaliteitssystemen met dierenwelzijn als uitgangspunt (zoals Scharrel en Freedom Food) met elkaar vergeleken als voorbeeld en ter inspiratie. De belangrijkste daarvan zijn ook in de normen van het Beter Leven kenmerk opgenomen. Voorop staat dat de grootste excessen worden uitgebannen.
38 | rapport Beter Leven kenmerk
Uitgangsmateriaal • wetenschappelijke kennis: behoeften van dieren en natuurlijk gedrag • normen Eurogroup for Animals • bestaande normen - wetgeving - kwaliteitssystemen - normen Freedom Food - scharrel (scharrelvarken, scharrelrund, scharrelkip) • randvoorwaarden Dierenbescherming (‘no go areas’), zoals: - langzamer groeiende rassen - geen bloedarmoede - niet onbedwelmd slachten
4.2 Vervolgstappen De eerste conceptcriteria die de Dierenbescherming heeft opgesteld, zijn besproken met diverse wetenschappers. Daarbij is getoetst of inderdaad de belangrijkste punten zijn opgenomen en of er – met name bij de criteria voor het kenmerk met één ster – daadwerkelijk sprake is van welzijnsverbetering. Ook zijn de criteria besproken met de diverse betrokkenen uit het bedrijfsleven, waaronder veehouders, slachterijen en geïnteresseerde supermarkten. Daarbij is vooral gekeken naar de praktische haalbaarheid, draagvlak en op welke termijn de criteria ingevoerd zouden kunnen worden. Zo kan er op sommige punten (bijvoorbeeld als er een ingrijpende verbouwing of aanpassing van de stal nodig is) een contractueel vastgelegde afspraak worden gemaakt over een verbetertraject op termijn. De bedrijven krijgen dan wat langer de tijd om de noodzakelijke aanpassingen te realiseren. Maar over het geheel genomen moet een bedrijf al vanaf het begin aan de criteria van het Beter Leven kenmerk voldoen. Dat wil zeggen dat men boven het wettelijke minimumniveau moet uitstijgen en dat men werkelijk een verbetering van het welzijn realiseert. Voor het definitief vaststellen van de criteria worden diverse aspecten meegewogen, zoals de mate waarin het dierenwelzijn verbetert, praktische haalbaarheid, acceptatie door consumenten en prijsverschil. Er vindt jaarlijks een evaluatie van de criteria plaats. Proces • raadplegen wetenschappers • overleg met producent en/of supermarkt: - praktische haalbaarheid (verbouwingen) - inschatting
rapport Beter Leven kenmerk | 39
5. AANVRAAGPROCEDURE ONDERNEMERS 5.1 Voorwaarden deelname Voorwaarde voor deelname aan het Beter Leven kenmerk is dat men werkt in ketens en deelneemt aan een privaat kwaliteitssysteem. Voor leghennen betekent dit dat de dierhouders in het bezit moeten zijn van een IKB-Kip, IKBei of een KAT (Duits ketensysteem vergelijkbaar met IKB-ei) certificaat. Voor varkens is deelname aan IKB (Nederland) Varken(s) vereist, en voor kalveren deelname aan SKV/IKB Kalf. Voor de runderen in Ierland en Noord-Ierland moet deelgenomen worden aan nationale kwaliteitssystemen vergelijkbaar met de Nederlandse IKB-systemen. De controle-instellingen die jaarlijks de bedrijven bezoeken voor het verlopen van het IKB-, SKV-, KAT certificaat (een certificaat is één jaar geldig) zijn daarvoor geaccrediteerd door de Raad voor Accreditatie. Tijdens een audit van de Raad voor Accreditatie bij de controle-instellingen wordt vastgesteld of de controle-instellingen voldoende onafhankelijk, deskundig en onpartijdig zijn. Zo’n audit wordt jaarlijks uitgevoerd.
5.2 Contractant Bij het gebruik van het Beter Leven kenmerk is de systematiek gekozen dat de verpakker c.q. aanvrager van het logo een contract afsluit met de Dierenbescherming. De contractant is degene die recht heeft op het gebruik van het kenmerk en is degene die het product waarop het Beter Leven kenmerk komt te staan verpakt. Dat kan bijvoorbeeld een eierpakstation, een slachterij of een vleesverwerker zijn. De contractant is ervoor verantwoordelijk dat de toeleveranciers en afnemers (bedrijven waar de dieren worden gehouden en eventuele vervolgschakels) voldoen aan de door de Dierenbescherming opgestelde criteria. Zo zorgt de contractant ervoor dat: • de primaire bedrijven en vervolgschakels bekend zijn bij de Dierenbescherming; • de deelnemende schakels controles voor Beter Leven toelaten; • de rekeningen van de controles en eventueel noodzakelijk uit te voeren hercontroles en schaduwcontroles betaald worden; • communicatie-uitingen waarin het Beter Leven kenmerk gebruikt wordt, vooraf aan de Dierenbescherming ter goedkeuring worden voor gelegd.
40 | rapport Beter Leven kenmerk
5.3 Aanvraag Ketenpartijen die opteren voor deelname aan het Beter Leven kenmerk, krijgen een aanvraagformulier en een reglement toegestuurd. In het reglement staan de regels voor logogebruik, controles en borging. Het aanvraagformulier moet ingevuld worden geretourneerd, vergezeld van een uittreksel uit het Handelsregister en een overzicht van toeleveranciers en afnemers. Gaat het om een bewerkt product, zoals vleeswaren, dan moet het bedrijf aanvullende documentatie overleggen: - procedures kwaliteitshandboek, - receptuur en massabalans, - processtromen en beschrijving van het productieproces. De betrokken toeleveranciers worden gecontroleerd op hun deelname aan een privaat kwaliteitssysteem zoals IKB, KAT en/ of SKV. Na positieve beoordeling worden de bedrijfsgegevens en de toeleveranciers verwerkt en wordt de controle-instantie op de hoogte gebracht voor het inplannen van de ingangscontroles voor de primaire bedrijven.
5.4 Ingangscontrole
rapport Beter Leven kenmerk | 41
‘Bij Peter’s Farm werken we al meer dan tien jaar op een diervriendelijke manier. Onze dieren leven in grote kuddes, krijgen drie tot vijf keer per dag melk en ruwvoer op momenten die ze zelf kiezen, er zijn schuurborstels en skippyballen voor afleiding en ze kunnen hun zuigbehoefte bevredigen met fopspenen. Wij monitoren elk individueel dier met een computersysteem, zodat we kunnen ingrijpen als een kalf niet lekker in z’n vel zit. In 2010 hebben we het Beter Leven kenmerk met één ster gekregen. Qua welzijn hadden wij verwacht op twee sterren uit te komen, maar het feit dat onze kalveren niet naar buiten kunnen, houdt dat tegen. Wat ons betreft hebben wij ten opzichte van de ‘gewone’ groepshuisvesting wel degelijk de nodige unieke plussen. Deze worden ook onderschreven door de Dierenbescherming. Maar goed, we zijn heel blij met de ster die we nu hebben. De toekomst van het Beter Leven kenmerk zie ik rooskleurig in. Onze maatschappij is zo welvarend dat de voedselvoorziening wel gewaarborgd is – het gaat nu om kwaliteit en daar hoort diervriendelijk produceren zeker bij. En uiteraard blijven wij ons ook steeds verder ontwikkelen op dit gebied.’
De controleur voert de ingangscontrole uit op het bedrijf op basis van een checklist met vragen die specifiek voor het Beter Leven kenmerk gelden. Zijn bevindingen worden overgezet in het systeem van de controle-instantie, een afschrift gaat naar de Dierenbescherming. Op basis van het door de Dierenbescherming opgestelde sanctiekader voor de diverse sterren en diersoorten, worden de bedrijven nagekeken op eventuele tekortkomingen. De resultaten van deze beoordeling en de bijbehorende maatregelen die al dan niet tegen het bedrijf worden genomen, worden in een controlerapport aan de bedrijven en aan de Dierenbescherming verzonden. Indien blijkt dat het bedrijf voldoet aan de uitgangspunten van het Beter Leven kenmerk kan de aanvraag Ine Veltkamp, in behandeling genomen worden. kalverhouder Peter’s Farm, 1-ster
5.5 Toekenning kenmerk Toekenning van het Beter Leven kenmerk kan alleen plaatsvinden nadat alle ingangscontroles hebben plaatsgevonden en er geen tekortkomingen zijn vastgesteld tijdens de jaarlijkse gecombineerde IKB, KAT, SKV en Beter Leven controle. Daarnaast moeten de eventuele aanvullende documenten (procedures, recepturen, massabalansen en processtromen) akkoord zijn bevonden. Als de Dierenbescherming besluit om het kenmerk aan een gebruiker van het logo toe te kennen, wordt dit schriftelijk kenbaar gemaakt. De contractant krijgt het logo met het correcte aantal sterren per mail toegezonden.
‘ISACert BV is een certificatie-instelling. Al onze certificatiediensten voor de landbouw gebeuren onder toezicht van de Raad voor Accreditatie. Voor de pluimveesector werken we samen met het CBD te Zeist, dat de inspecties uitvoert. ISACert controleert de resultaten en vraagt de pluimveehouder zo nodig tekortkomingen te corrigeren. We hebben een overeenkomst met de Dierenbescherming, waarbij het CBD de eerste (vervolg) inspecties uitvoert. Hoe de desbetreffende agrariërs op onze controlewerkzaamheden reageren? Dat gaat goed, zij zijn al vele jaren betrokken bij vrijwillige certificatieschema’s zoals IKB en KAT. De meeste pluimveehouders staan positief tegenover certificatie. Het is een middel om met onafhankelijke toetsing aan te tonen dat de sector zijn zaken op orde heeft en bereid is maatregelen te nemen als er zaken verbeterd moeten worden. Het Beter Leven kenmerk kun je beschouwen als een extra module, bovenop IKB of KAT, die laat zien dat de pluimveehouder óók voldoet aan de strengere welzijnsnormen van de Dierenbescherming. Pluimveehouders die via hun afzetorganisatie kiezen om deel te nemen aan het Beter Leven kenmerk maken een bewuste keuze om te produceren op basis van strengere welzijnseisen en zijn doorgaans goed gemotiveerd om hieraan te voldoen. Naast onderscheid in de markt tussen reguliere pluimveeproducten en producten met het kenmerk, heeft het Beter Leven kenmerk ook een functie in de bewustwording van alle betrokkenen ten aanzien van dierenwelzijn. De eisen van het kenmerk zullen ook de eigenaren van de reguliere schema’s aanmoedigen om dierenwelzijn meer aandacht te geven.’
6. TOEZICHT EN CONTROLE
6.1 Private kwaliteitssystemen Zoals we in hoofdstuk 5 aangaven, is deelname aan een privaat kwaliteitssysteem zoals IKB-Ei of Kip, KAT certificaat, IKB (Nederland) Varken en SKV/ IKB Kalf voorwaarde voor deelname aan het Beter Leven kenmerk. Bovenop de jaarlijkse IKB-, SKV-, KAT-controle bij de deelnemende primaire bedrijven, zullen de controle-instanties ook een Beter Leven controle uitvoeren aan de hand van de eisen die specifiek voor het Beter Leven kenmerk gelden. De controle-instellingen krijgen hiervoor op verzoek bijscholing van de Dierenbescherming, opdat de controles zo goed en uniform mogelijk worden uitgevoerd. Voor het Beter Leven kenmerk is dezelfde systematiek gekozen als die bij IKB, de controle-instellingen zijn hiermee bekend. Als er geen afwijkingen zijn geconstateerd op zowel IKB als Beter Leven criteria, wordt het Beter Leven-certificaat voor de duur van maximaal een jaar verstrekt.
6.2 Samenwerkingsovereenkomst
De Dierenbescherming geeft de adressen van de te controleren bedrijven aan de controle-instellingen. Die moeten op hun beurt de gegevens van de Gerard van der Ven, controles verstrekken aan de Dierenbescherming. Om ervoor te zorgen dat de certificatiemanager landbouw, ISACert: controle-instellingen dat allemaal op dezelfde wijze en onder dezelfde voorwaarden doen, wordt een samenwerkingsovereenkomst tussen de Dierenbescherming en de controle-instellingen opgesteld. In de samenwerkingsovereenkomst worden onder andere procedureafspraken gemaakt omtrent het aanleveren van de controleplanning, de toezending van de controlerapporten inclusief afwijkingen, vervolgstappen en de termijn waarop dit gebeurt en afgegeven certificaten.
42 | rapport Beter Leven kenmerk
rapport Beter Leven kenmerk | 43
6.3 Schaduwcontroles
BIJLAGE: Totaalaantal aangesloten bedrijven 2010
Aangezien de Dierenbescherming de controleresultaten van de controle-instellingen ontvangt, zicht heeft op de aangesloten ketenpartijen en geluiden (klachten bijvoorbeeld) uit het veld en de samenleving hoort, wordt op basis daarvan een risicoanalyse gemaakt en kan zij overgaan tot het laten uitvoeren van schaduwcontroles bij de verschillende schakels. Afhankelijk van de aard van de klacht kunnen deze aangekondigd, dan wel onaangekondigd zijn.
6.4 Tekortkomingen en sancties Eventuele tekortkomingen die bij een controle worden geconstateerd, dienen te worden opgelost. Afhankelijk van de zwaarte van de afwijking volgt als sanctie respectievelijk een administratief herstel, een herstelinspectie, een schorsing van drie maanden of uitsluiting van het Beter Leven kenmerk voor minimaal 1 jaar. Als een bedrijf de tekortkoming herstelt, zal de controleinstantie aanvullende informatie aanleveren bij de Dierenbescherming, die dient als basis voor het toekennen van het Beter Leven certificaat voor primaire bedrijven.
6.5 Wie controleert wat?
Diersoort
CI
Werkzaamheden
Schema
Accreditaat
Pluimvee
CBD
Controle
IKB Kip / Ei
17020
ISACert
Beoordeling/ certificering
IKB Kip / Ei
45011
CBD
Ingangs-/ jaarlijkse controle
IKB Varken
17020
jaarlijkse controle
Milieukeur
17020
Beoordeling/ certificering
IKB Varken
45011
Beoordeling/ certificering
Milieukeur
45011
DGBB
Ingangs-/ jaarlijkse controle
IKB Nederland
17020
Producert
Beoordeling/ certificering
Varkens
Verin
Varken IKB Nederland
45011
Varken Kalveren
CGD
Ingangscontrole milieukeur
Milieukeur
45011
SKV
Controle/ beoordeling/
IKB Kalf
45011
certificering
1a Supermarkten Albert Heijn Bas C1000 Coop Deen Digros Dirk van den Broek EM-TE Golff Hoogvliet Jan Linders Jumbo Lidl MCD Plus Poiesz Spar Super de Boer Vomar 1b Slagers en andere verkooppunten Groene Weg slagers Slagerij van der Gracht, A’dam Biologische Boerderij ‘t Schop 2. Slachterijen en eierpakstations Alpuro / Peters’ Farm Arrivé.SAS Maître Coq Coöperatie Heibloem Eieren U.A. Eicom Barneveld Eieren Glorie Vermeulen BV Eierhandel Natuurfarm de Boed Eierhandel R. van Zetten E.W.N. Eierencentrale Gebr. Van Beek Guliker & Roodbol BV Kemper Uden BV Kwetters en Zn. Plukon Poultry BV Rondeel BV Van Drie Group Vereniging van Keurslagers VION Food Nederland 3. Groothandels/ vleesserviceverleners De Koning Vlees Deli XL Ecofields
44 | rapport Beter Leven kenmerk
Groothedde La Place Hanos Huis van Beleg Makro Sligro
4. Vlees en vleeswaren verwerkers Berkhout Verssnijlijn BV Branderhorst freshfood BV Canter Vleeswarenfabriek bv Commandeur Eko Vlees De Groene Weg Eco Fields BV Egbert Kruiswijk Vleesproducten BV Exellent Food en Snacks BV Geertsen Vlees BV Groothedde Vaassen BV Het Groene Woud Rund Hilton Meats Zaandam BV Interpoule BV Luiten Vleeswaren BV Menken Vleeswarensnijlijn B.V. Sleegers Quality Meat Products Société Normande de Volaille Stegeman C.V. Topquisine BV Van Loon Vlees BV Van Oers Snacks BV Van Pelt Retail BV Vogely Wildgroothandel BV World Wide Food Trade Zwanenberg Food Group 5. Aangesloten veehouders in Nederland Diersoort Vleeskuikens Leghennen Varkens Kalveren Totaal
Aantal aangesloten bedrijven excl. Skal 207 71 168 33 479
b