Aan de deelnemers van het Beter Leven kenmerk,

Ons kenmerk

UIT11.0086

Uw kenmerk Datum Behandeld door Onderwerp

14 januari 2011 Beleid, Dier en Maatschappij Ontwikkelingen Beter Leven kenmerk

Postbus 85980, 2508 CR Den Haag

Scheveningseweg 58 Postbus 85980 2508 CR Den Haag T 088-8113244 F 088-8113077 [email protected] www.dierenbescherming.nl Postbank 25685 Bank 24 51 87 510 Haaglanden 40407319

Aan de deelnemers van het Beter Leven kenmerk, Langs deze weg informeren wij u over de ontwikkelingen omtrent het Beter Leven kenmerk. Het afgelopen jaar is er veel gebeurd en daarvan stellen wij u door middel van deze brief op de hoogte. Beste wensen Allereerst maken we van de gelegenheid gebruik om u een gezond en succesvol 2011 te wensen. We hopen dat u het afgelopen jaar al veel succes hebt gehad met het voeren van het Beter Leven kenmerk. Subsidie voor dierenwelzijnverbeteringen Eind 2010 heeft de Dierenbescherming het Beter Leven kenmerk bij het ministerie EL&I ingediend onder artikel 38 van de GLB-inkomenssteun 2006. Dit houdt in dat getracht wordt veehouders die maatregelen ter verbetering van het dierenwelzijn hebben doorgevoerd èn een certificaat van de Dierenbescherming hebben, voor subsidie in aanmerking te laten komen. Zij kunnen dan in aanmerking komen voor een tegemoetkoming in de gemaakte kosten. Rond 15 februari 2011 horen we of het Beter Leven kenmerk inderdaad voor subsidie in aanmerking komt. De eventuele aanvragen en afhandeling ervan zal dan plaatsvinden via Dienst Regelingen. CPE Door de toenemende druk van de overheid op de Zelfstandige Bestuursorganen om zich te beperken tot de uitvoering van publieke taken, heeft het CPE zich genoodzaakt gezien om de voorgenomen werkzaamheden met betrekking tot de coördinatie en beoordeling van de Beter Levencontroles te heroverwegen. Hierdoor is een nieuwe situatie ontstaan, waarbij ervoor gekozen is om beoordeling en certificering te laten plaatsvinden door dezelfde geaccrediteerde Certificerende Instelling die ook de IKB, KAT en/of SKV beoordelingen uitvoert (45011 geaccrediteerd). Hierdoor kan een efficiënte afhandeling plaatsvinden. In de bijlage is dit schematisch weergegeven. In de praktijk betekent dit dat de beoordelingen zullen plaatsvinden door SKV (kalveren), Verin (IKB varken), ISACert (IKB Kip en Ei) en DGB (IKB Nederland Varken). Indas en CBD Daarnaast ontvingen wij het bericht dat het CBD alle werkzaamheden van Indas met ingang van 1 januari 2011 heeft overgenomen. Met betrekking tot de reeds uitgevoerde ingangscontroles op de pluimveebedrijven betekent dit dat de formele afhandeling ervan door CBD en ISACert zal gebeuren (inspectie door CBD, beoordeling en certificering door ISACert). Indien er nog vragen zijn, kunt u contact opnemen met CBD (telefoon: 030-6941880 of [email protected]).

Ons kenmerk

UIT11.0086



Nieuw reglement Door de nieuwe situatie, zonder het CPE, is de Dierenbescherming genoodzaakt om het Reglement op het gebruik en het toezicht met betrekking tot het collectief beeldmerk “Beter Leven”, aan te passen. U treft daarvan de laatste versie aan bij deze brief. U wordt gevraagd de oude versie, die u bij de ondertekende aanvraag tot het gebruik van het collectieve beeldmerk “Beter Leven” ontving, te vervangen. Website Dierenbescherming Op korte termijn zal de website van de Dierenbescherming ook een apart gedeelte voor de deelnemers bevatten. Op dit bedrijfsgedeelte kunt u onder meer de criteria vinden, de nieuwsbrief, een register met deelnemers, de digitale versie van de aanvraag om mutaties door te geven, protocol voor de verwerking van Beter Levenvlees en achtergrondinformatie die voor u van belang kan zijn. Organisatieontwikkeling Beter Leven Naast alle bovenstaande ontwikkelingen is de Dierenbescherming ook bezig om te onderzoeken in welke organisatievorm het Beter Leven kenmerk het best ondergebracht kan worden. Een extern bureau brengt eind januari een advies uit aan de Dierenbescherming en schrijft vervolgens een businessplan. Uitgangspunt is onder andere dat de nieuwe organisatievorm kostendekkend zal werken. In het vervolg zullen wij u via een nieuwsbrief informeren over alle belangrijke en interessante informatie over het Beter Leven kenmerk. Met vriendelijke groet, Nederlandse Vereniging tot Bescherming van Dieren

F.C. Dales, Algemeen directeur Bijlage 1: Organisatiestructuur Bijlage 2: Reglement

Ons kenmerk

UIT11.0086



Bijlage 1:

Dierenbescherming

• • • •

- controleresultaten - planning controles

intakegesprekken vaststellen normen, interpretaties en sancties afspraken en beoordelen communicatie-uitingen borging: o beheren database o risicoanalyse

- samenwerkingsovereenkomst - adressen deelnemers

• Controlerende instellingen

• • • •

• Contractant / verpakker

• • • •

Uitvoeren ingangs- en jaarlijkse controles BLK, IKB, SKV, KAT beoordelen controlerapporten afhandeling (her)controles schaduwcontroles sancties opleggen en uitvoeren namens DB of versturen certificaat BLK

Doorgeven adressen en mutaties aan Dierenbescherming toelaten controles (primaire) bedrijven afdracht kosten controles afstemming communicatie certificaat of sancties BLK

Ons kenmerk

UIT11.0086



Bijlage 2: Reglement op het gebruik en het toezicht met betrekking tot het collectief beeldmerk “Beter Leven”, eigendom van de Nederlandse Vereniging tot Bescherming van Dieren, gevestigd te Den Haag. Het bestuur van de Nederlandse Vereniging tot Bescherming van Dieren, Gelet op artikel 29, tweede lid, eerste volzin, van de statuten van de Nederlandse Vereniging tot Bescherming van Dieren; heeft op 1 juni 2009 vastgesteld het navolgende reglement: Begripsbepalingen Artikel 1 In dit reglement wordt verstaan onder: a. Dierenbescherming: Nederlandse Vereniging tot Bescherming van Dieren, gevestigd en kantoorhoudende te Den Haag; b. bestuur: de algemeen directeur van de Dierenbescherming; c. collectief beeldmerk: het collectief beeldmerk Beter Leven van de Dierenbescherming, gedeponeerd bij het Benelux-Merkenbureau onder inschrijvingsnummer 0856148. Aanvraag en verlening Artikel 2 1. De Dierenbescherming kan op aanvraag van een natuurlijke of rechtspersoon een recht verlenen op het gebruik van het collectief beeldmerk. 2. Een recht op het gebruik van het collectief beeldmerk kan uitsluitend worden verleend voor activiteiten die bijdragen aan een (verdere) verbetering van het dierenwelzijn. 3. De aanvrager dient te voldoen aan de voorwaarden en verplichtingen, bedoeld in de betreffende voor hem voor hem van toepassing zijnde criteria. 4. Een aanvraag tot verlening van een recht op gebruik van het collectief beeldmerk wordt ingediend bij het bestuur van de Dierenbescherming op een daartoe door het bestuur vastgesteld formulier. De aanvraag dient vergezeld te zijn van een door de aanvrager naar waarheid ingevulde en ondertekende verklaring, dat de categorie dierlijke producten ter zake waarvan hij het collectief beeldmerk wenst te gebruiken, zal voldoen aan de voor die categorie van toepassing zijnde criteria, als bedoeld in de bijlagen. 5. Het bestuur doet de juistheid van de door de aanvrager overgelegde gegevens onderzoeken, alvorens op een verzoek om het recht van gebruik van het collectief beeldmerk te verlenen, te beslissen. 6. Indien na onderzoek blijkt dat de aanvrager niet kan voldoen aan de in het tweede en derde lid bedoelde voorwaarden, weigert het bestuur het gebruiksrecht van het collectief beeldmerk aan de aanvrager te verlenen. 7. Onverminderd hetgeen gesteld is in lid 1 tot en met 6 van dit artikel behoudt de Dierenbescherming zich het recht voor een aanvraag tot gebruik van het collectief beeldmerk af te wijzen op basis van beleidsmatige afwegingen, die onder meer gelegen kunnen zijn in haar dierenwelzijnstandpunten, haar eigen beleid met betrekking tot het al dan niet toestaan van het gebruik van het collectief beeldmerk en de doelstellingen die de Dierenbescherming met het Beter Leven kenmerk nastreeft. 8. Over een besluit van de Dierenbescherming als bedoeld in lid 7 kan niet worden gecorrespondeerd. Bezwaren en/of klachten tegen dit besluit worden niet in behandeling genomen. 9. De Dierenbescherming stelt de aanvrager schriftelijk van een besluit als bedoeld in lid 7 op de hoogte, en kan er voor kiezen dit zonder opgaaf van redenen te doen.

Ons kenmerk

UIT11.0086



Artikel 3 Het recht op gebruik van het collectief beeldmerk wordt verleend onder de volgende voorwaarden: a. Het voornoemde recht wordt - behoudens het bepaalde in de artikelen 7 en 11 - verleend voor onbepaalde tijd, waarbij tussentijdse beëindiging door de Dierenbescherming mogelijk zal zijn indien dringende redenen daartoe noodzaken; hierbij zal een redelijke opzeggingstermijn in acht worden genomen; b. Het voornoemde recht mag uitsluitend worden gebruikt ten aanzien van de categorie dierlijke producten waarvoor aan de betrokkene dat recht is verleend en die voldoen aan de desbetreffende criteria, zoals weergegeven in de bijlagen, zulks onverminderd de naleving van bij of krachtens wettelijke voorschriften met betrekking tot de desbetreffende diergroepen en/of dierlijke producten gestelde criteria; De aanvrager dient zich tegenover de Dierenbescherming te verplichten zijn toeleveranciers te verplichten op hun bedrijven controles door controleurs van door de Dierenbescherming daartoe aangewezen controle-instellingen toe te staan waarbij deze toeleveranciers aanwijzingen van die controleurs, betrekking hebbende op organisatorische en administratieve voorzieningen op het bedrijf, op dienen te volgen. Artikel 4 1. Het bestuur houdt een openbaar register bij waarin de tot het gebruik van het collectief beeldmerk gerechtigden worden ingeschreven. 2. Het recht tot gebruik van het collectief beeldmerk ontstaat op het tijdstip van inschrijving in het openbare register, welke inschrijving onverwijld na de toekenning van het gebruiksrecht zal plaatsvinden. 3. In het openbare register worden de volgende gegevens opgenomen: -bedrijfsnaam en rechtsvorm -vestigingsadres -toepassingsbereik -ingangsdatum gebruik collectief beeldmerk Gebruik collectief beeldmerk in communicatie Artikel 5 1. De tot het gebruik van het collectief beeldmerk gerechtigde kan dit collectief beeldmerk op de betreffende door hem conform de eisen van dit reglement geproduceerde waar, dan wel op de verpakking daarvan, aanbrengen. 2. De gerechtigde mag het collectief beeldmerk gebruiken in van hem uitgaande reclame-uitingen en andere vormen van communicatie over het product, mits de reclame-uiting en de andere vormen van communicatie vooraf zijn voorgelegd aan de Dierenbescherming en de gerechtigde vervolgens schriftelijk toestemming is verleend. 3. De gerechtigde dient zijn of haar toeleveranciers en afnemers van dierlijke producten te verplichten van hen uitgaande reclame-uitingen en andere vormen van communicatie waarbij wordt gerefereerd aan het collectief beeldmerk, aan de Dierenbescherming voor te leggen. Zonder voorafgaande, schriftelijke toestemming van de Dierenbescherming zal het de hiervoor bedoelde toeleveranciers en afnemers niet zijn toegestaan in reclame-uitingen en/of andere vormen van communicatie melding te maken van het (gebruik van het) collectief beeldmerk.

Ons kenmerk

UIT11.0086



Toezicht en controle op gebruik collectief beeldmerk Artikel 6 1. De tot het gebruik van het collectief beeldmerk gerechtigden zijn verplicht controleurs van de door de Dierenbescherming daartoe aangewezen controle-instellingen op elk door hen gewenst tijdstip tot hun handelsondernemingen, bedrijfsgebouwen en -terreinen als ook tot hun administratie toe te laten, hen bij de uitoefening van hun taak in het kader van dit reglement alle gewenste medewerking te verlenen en hen alle verlangde informatie te verschaffen, zodat kan worden onderzocht of de gebruikers van het collectief beeldmerk blijven voldoen aan de vereisten voor de waarborging van de gemeenschappelijke kenmerken van de waren die onder het collectief beeldmerk in de handel worden gebracht. 2. Niet-nakoming van het in lid 1 gestelde kan één van de in artikel 7 lid 1, genoemde sancties ten gevolge hebben, in welk geval de leden 3 tot en met 8 van artikel 7 van overeenkomstige toepassing zijn. Sancties Artikel 7 1. Indien bij een onderzoek als bedoeld in artikel 6 lid 1, wordt geconstateerd dat de in artikel 3 onder b, bedoelde voorwaarden door een tot het gebruik van het collectief beeldmerk gerechtigde niet of onvolkomen worden nagekomen, is het bestuur bevoegd één of meer van de volgende maatregelen te nemen tegen, respectievelijk sancties op te leggen aan de in overtreding zijnde gerechtigde tot het gebruik van het collectief beeldmerk. a. Waarschuwing, gevolgd door een hercontrole op kosten van de betreffende gerechtigde tot het gebruik van het collectief beeldmerk. b. Schorsing van het recht tot het gebruik van het collectief beeldmerk. c. Intrekking van het recht tot het gebruik van het collectief beeldmerk. 2. De Dierenbescherming initieert controles uit eigen beweging, of op basis van een of meerdere ontvangen klachten. 3. Het bestuur doet het besluit tot het geven van een waarschuwing, schorsing of intrekking schriftelijk en met redenen omkleed aan de betrokkene toekomen. 4. De betrokkene, die zich niet kan verenigen met een onder artikel 7 lid 3 genoemd besluit, kan binnen één maand na de datum van verzending van de schriftelijke kennisgeving van voornoemd besluit, daartegen bezwaar aantekenen bij de door het bestuur daartoe te benoemen bezwaarschriftencommissie van de Dierenbescherming. Het bezwaar dient schriftelijk en met redenen omkleed te worden ingediend ten kantore van de Dierenbescherming. De bezwaarschriftencommissie doet een onderzoek naar de omstandigheden van de zaak, kan hierbij desgewenst klager horen, en/of het College van Deskundigen om advies vragen, en brengt vervolgens zo spoedig mogelijk advies uit aan het bestuur ten aanzien van de door het bestuur te nemen beslissing op het bezwaarschrift.

Ons kenmerk

UIT11.0086



5. Het bezwaar schort de gevolgen van het bestreden besluit van het bestuur op, totdat op het bezwaarschrift is beslist, tenzij er naar het oordeel van het bestuur directe nadelige gevolgen zijn voor het welzijn van de dieren, alsmede indien sprake is van recidive of een naar het oordeel van het bestuur buitengewoon ernstige inbreuk op het gebruiksrecht op het collectief beeldmerk. 6. De schorsing van het recht tot het gebruik van het collectief beeldmerk beloopt ten hoogste één jaar. 7. Het bestuur laat, bij intrekking van het recht tot het gebruik van het collectief beeldmerk of bij verwerping van een bezwaar tegen een intrekking, de naam van de betrokkene doorhalen in het openbaar register zoals bedoeld in artikel 4 lid 1. Hiervan wordt mededeling gedaan aan de participanten. 8. De Dierenbescherming is, noch tegenover de (ex) gerechtigde tot het gebruik van het collectief beeldmerk, noch tegenover diens toeleveranciers en afnemers van de dierlijke producten, op geen enkele wijze aansprakelijk voor welke schade dan ook, als gevolg van een op grond van dit artikel opgelegde sanctie. Aansprakelijkheid Artikel 8 1. De tot het gebruik van het collectief beeldmerk gerechtigde is er tegenover de Dierenbescherming volledig voor aansprakelijk dat zijn toeleverancier(s) hem of haar producten levert die afkomstig zijn van dieren ten aanzien waarvan volledig is voldaan aan de betreffende criteria, als bedoeld in artikel 3 van dit Reglement. 2. Tekortkomingen van de zijde van de toeleverancier(s) zullen dan ook aan de tot het gebruik van het collectief beeldmerk gerechtigde worden aangerekend. De kosten van benodigde hercontroles en de beoordeling die het gevolg zijn van bedoelde tekortkomingen zullen aan de betreffende gerechtigde tot het gebruik van het collectief beeldmerk in rekening worden gebracht. Overige verplichtingen gebruiker collectief beeldmerk Artikel 9 De kosten verbonden aan controles, hercontroles en de beoordeling ervan, zowel die ten aanzien van de toeleveranciers als ook die betrekking hebben op de gerechtigden tot het gebruik van het collectief beeldmerk, zijn voor rekening van bedoelde gerechtigden tot het gebruik van het collectief beeldmerk en zullen aan laatstbedoelden in rekening worden gebracht. Artikel 10 In het geval, dat de inschrijving van een tot het gebruik van het collectief beeldmerk in het openbaar register zoals bedoeld in artikel 4 lid 1. wordt doorgehaald, een gerechtigde tijdelijk het gebruiksrecht is ontzegd, of het gebruiksrecht anderszins is beëindigd, is hij verplicht op eerste schriftelijke aanmaning van het bestuur de nog in zijn bezit zijnde afbeeldingen van het collectief beeldmerk onder toezicht van het bestuur te stellen. Artikel 11 1. De tot het gebruik van het collectief beeldmerk gerechtigden zijn verplicht iedere hen ter kennis komende inbreuk op dat merk ter kennis van het bestuur te brengen. 2. Het bestuur zal op een door hem te bepalen wijze in en buiten rechte optreden tegen inbreuk op het collectief beeldmerk, zowel tegenover derden / niet-gebruiksgerechtigden, als tegenover hen, die het recht om dit collectief beeldmerk te gebruiken hebben verloren.

Ons kenmerk

UIT11.0086



Wijziging en toepassing reglement Artikel 12 Het bestuur kan, indien naar zijn oordeel daartoe redenen aanwezig zijn, dit reglement wijzigen. De tot het gebruik van het collectief beeldmerk gerechtigden zullen hiervan zo spoedig mogelijk, schriftelijk op de hoogte worden gesteld. Artikel 13 In alle gevallen waarin dit reglement niet voorziet, is het bestuur bevoegd een beslissing te nemen. Citeertitel en inwerkingtreding Artikel 14 1. Dit reglement treedt in werking met ingang van de tweede dag na de datum waarop zij op de website van de Dierenbescherming is geplaatst. 2. Wijzigingen als bedoeld in artikel 12 treden in werking met ingang van de tweede dag na de datum waarop het aldus gewijzigde reglement op de website van de Dierenbescherming is geplaatst. 3. Dit reglement wordt aangehaald als: “Reglement op het gebruik en het toezicht met betrekking tot het collectief beeldmerk ‘Beter Leven’ “. Dit reglement zal op de website van de Dierenbescherming worden geplaatst.

Nederlandse Vereniging tot Bescherming van Dieren,

F.C. Dales Bestuur

Aan de deelnemers van het Beter Leven kenmerk,

Recommend Documents