Minder Opvang, Beter Leven Eindevaluatie 2011-2014 30 maart 2015
Aanleiding Op 30 mei 2011 heeft de gemeenteraad van Arnhem het Masterplan Minder Opvang, Beter Leven (MOBL) vastgesteld. Het jaar 2014 was het laatste jaar van het Masterplan. Op 28 januari 2014 heeft het college het Uitvoeringsprogramma Minder Opvang, Beter Leven 2014 vastgesteld en ter kennisname aangeboden aan de raad. Het college biedt de raad hierbij de eindevaluatie aan van het Masterplan Minder Opvang, Beter Leven. Daarin zijn opgenomen de cijfers over de periode 2011-2014 (inclusief de laatste stand van zaken/cijfers geheel 2014) en een schets van de ontwikkelingen gedurende de vier jaren van het Masterplan voor elk van de twaalf sleutelprojecten die zijn uitgevoerd. Afsluitend worden de belangrijkste uitdagingen en aandachtspunten voor de komende jaren (waaronder de verbreding van het beleidsterrein met GGz-taken) nader toegelicht. Opbouw Deze eindrapportage is als volgt opgebouwd: 1. Omvang en samenstelling van de doelgroep 2011-2014 2.1 Ontwikkelingen sleutelprojecten 2011-2014 2.2 Beheersing van de risico’s 2.3 Vooruitblik 2015 e.v.
N.B. In het gemeentelijk jaarverslag komt de financiële verantwoording aan bod.
Gemeente Arnhem - Beleid & Regie
Eindevaluatie Minder Opvang, Beter Leven
1
1. Omvang en samenstelling van de doelgroep 2011-2014 Cijfers over de omvang en samenstelling van de doelgroep worden al geruime tijd bijgehouden in het CliëntVolgSysteem (CVS) regio Arnhem. In het CVS is procesinformatie opgenomen over de cliënten in de OGGz. Dit houdt in dat sinds 1 januari 2013 de monitoring betrekking heeft op de trajecten om de cliënten van A naar Beter te brengen. De overzichten hieronder zijn opgesteld op basis van informatie uit het CVS. In onderstaande tabellen staan telkens het aantal openstaande trajecten vermeld per de 1e van de aangegeven maand, tenzij nadrukkelijk anders is vermeld. De eerste tabel biedt een meerjarenperspectief. De tweede en derde tabel geven extra informatie over het laatste jaar van Minder Opvang, Beter Leven. Cijfers 2011-2014 Met betrekking tot onderstaande tabel dient het volgende opgemerkt te worden: - een klein aantal van de daklozen zonder maatschappelijke opvang wenst geen gebruik te maken van opvang en slaapt daadwerkelijk buiten; - het hoge aantal meldingen in de lokale zorgnetwerken in 2013 laat zich verklaren door een toename van het aantal lokale zorgnetwerken in 2013; de afname naar 88 heeft te maken met de komst van de wijkteams, waarbij problemen vaker in de lokale setting worden opgepakt. Doelgroep
jan-12
jan-13
jan-14
jan-15
- Daklozen in maatschappelijke opvang - Residentieel daklozen2 - Daklozen zonder maatschappelijke opvang3 Totaal
98 38 13 149
56 23 30 109
34 15 4 53
50 19 8 77
Zwerfjongeren4
56
77
53
78
Preventie Zorgwekkende zorgmijders5 Lokale Zorgnetwerken6 Potentiële daklozen7 Personen met een traject bij Rijnstad MPO8
137 101 39 -
112 117 33 6
40 142 17 36
51 88 24 59
Daklozen1
Cijfers 2014 Met betrekking tot onderstaande tabel dient het volgende opgemerkt te worden: - er lijkt in 2014 sprake te zijn van een toename van het aantal zwerfjongeren en het aantal zorgwekkende zorgmijders; er is echter sprake van invoering in het CVS met terugwerkende kracht gedurende de tweede helft van 2014. Doelgroep
apr-14
jul-14
okt-14
jan-15
- Daklozen in maatschappelijke opvang - Residentieel daklozen - Daklozen zonder maatschappelijke opvang Totaal
39 15 4 58
33 22 4 59
46 19 8 73
50 19 8 77
Zwerfjongeren
47
51
73
78
Preventie Zorgwekkende zorgmijders Lokale Zorgnetwerken Potentiële daklozen Personen met een traject bij Rijnstad MPO
43 135 14 58
38 123 8 60
59 120 16 53
51 88 24 59
Daklozen
Gemeente Arnhem - Beleid & Regie
Eindevaluatie Minder Opvang, Beter Leven
2
Als we terug kijken, zien we dat het aantal dak- en thuislozen ten opzichte van het startjaar van het programma Minder Opvang, Beter Leven is afgenomen. Naast de gebruikelijke piekmomenten, zien we het laatste halfjaar een grotere vraag naar maatschappelijke opvang. Zo zijn bij IrisZorg 10 extra passantenbedden bijgeplaatst sinds november. VGGM en IrisZorg blijven hier goed op monitoren, zeker gelet op de economisch mindere tijden. Door betere signalering en registratie zijn doelgroepen als de zorgwekkende zorgmijders en potentiële daklozen goed in beeld. Dat is ook het geval bij het Meldpunt Ontruimingen, waarbij de deelnemende partners de gescheiden werkprocessen hebben samengevoegd. Het aantal zwerfjongeren is goed in beeld. Jongeren en instellingen weten de voordeur van het JONA-huis aan de Parkstraat goed te vinden. Lindenhout, Pactum en RIBW realiseren gezamenlijk de dag- en logeeropvang en de trajecten. In- en Uitstroom 2014
Daklozen jan t/m jun-2014
Locatie IrisZorg Doorstroomvoorziening / dag- en nachtopvang (excl. dagopvang zonder nachtopvang) IrisZorg Crisisopvang
jul t/m dec 2014
Instroom
Uitstroom
Instroom
Uitstroom
52
57
68
57
4
7
13
10
IrisZorg begeleid wonen (WMO)
15
8
15
16
Zonder opvang
2
2
8
2
Subtotaal
73
74
104
85
Zwerfjongeren
14
16
55
29
Totaal
87
90
159
114
We zien dat de doorstroom in de Doorstroomvoorziening in 2014 aanzienlijk is. Dit heeft met name te maken met het grote aantal passanten dat gebruik maakt van de 10 passantenbedden. Voor de in- en uitstroom bij de Crisisopvang van IrisZorg in de tweede helft van 2014 geldt: van de 13 gestarte trajecten zijn er 5 trajecten crisisopvang (individuen) en 8 trajecten tijdelijke gezinsopvang (gezinnen); van de 10 afgeronde trajecten zijn er 4 trajecten crisisopvang (individuen) en 6 trajecten tijdelijke gezinsopvang (gezinnen). Bij het Begeleid Wonen Wmo van IrisZorg zien we een relatief grotere in- en uitstroom gedurende geheel 2014. De registratie van de in- en uitstroom van 2 personen zonder opvang in de eerste helft van 2014 is te verklaren door 2 personen die buiten werden aangetroffen gedurende koude dagen die zijn toegeleid naar opvang. Deze personen verlieten kort daarna de opvang ook weer. In de tweede helft betrof het personen die gedurende het winterprotocol (in november) instroomden; 2 van hen zijn inmiddels ingestroomd in een traject van de maatschappelijke opvang. 1
Feitelijk daklozen zijn personen die niet beschikken over een eigen woonruimte en voor een slaapplek gedurende de nacht ten minste één nacht (in de maand) zijn aangewezen op buitenslapen, ofwel overnachten in de openlucht en in overdekte openbare ruimten, zoals portieken, fietsenstallingen, stations, winkelcentra of een auto; binnen slapen in passanten-verblijven van de maatschappelijke opvang, inclusief eendaagse noodopvang; binnen slapen bij vrienden, kennissen of familie, zonder vooruitzicht op een stabiele slaapplek. 2
Residentieel daklozen zijn personen die zijn ingeschreven bij instellingen voor maatschappelijke opvang, zgn. vervolgopvang (begeleid wonen). 3
De groep daklozen zonder maatschappelijke opvang is een gemêleerde groep, bestaande uit de thuislozen en de zogenaamde buitenslapers, waarvan er enkele geen status hebben. De groep buitenslapers heeft mogelijk wel recht op verblijf, maar is zodanig psychiatrisch dat toestemming / medewerking is vereist. Het betreft een groep die gedefinieerd wordt als feitelijk dakloos. Kenmerk is vooral geen stabiele slaapplek en een marginaal bestaan hebben. Slechts een kleine groep hiervan slaapt daadwerkelijk buiten. Het hoge aantal op 1 januari 2013 hangt samen met de start van het CVS, de verschillende systemen die daarbij werden samengevoegd en de winterperiode. 4 Definitie van zwerfjongeren in regio Arnhem: zwerfjongeren zijn feitelijk of residentieel daklozen tot 26 jaar met meervoudige problemen. Aanmelding bemoeizorg (RIBW Zorgbemiddeling/Bemoeizorg, Rijnstad bemoeizorg, opschaling OZO’s en meldingen centraal meldpunt Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden/GGD). 5
6
Cijfers zijn aangepast naar aantal nieuwe meldingen/casussen in lokale zorgnetwerken (hier: gemeenten Rijnwaarden, Zevenaar, Duiven, Westervoort, Lingewaard, Overbetuwe, Rheden, Rozendaal en Doesburg). 7
Betreft mensen met een (tijdelijke) daklozenuitkering die geen gebruik hoeven/willen maken van maatschappelijke opvang (thuislozen). 8
In januari 2012 is het Meldpunt Ontruimingen (MPO) van start gegaan. Doel is om dreigende ontruimingen in een vroeg stadium te signaleren en waar mogelijk te voorkomen. De registratie van dit project in het CVS ging eind 2012 van start, vandaar het lage aantal op 1 januari 2013.
Gemeente Arnhem - Beleid & Regie
Eindevaluatie Minder Opvang, Beter Leven
3
2.1 Ontwikkelingen sleutelprojecten 2011-2014 In 2008 is de gemeente Arnhem gestart met het Stedelijk Kompas. Als ambitieus doel is gesteld dat niemand buiten zijn wil om dakloos hoeft te zijn. Een evaluatie in 2010 leverde op dat de resultaten van het regionaal kompas goed zijn als het gaat om het bestrijden van overlast. Onvoldoende slaagden we er in om deze kwetsbare burgers weer zelfstandig, of, zo zelfstandig mogelijk, weer mee te laten doen in Arnhem. Verder werden we geconfronteerd met een bezuiniging van maar liefst 40% in 2014, ten opzichte van 2011. Daarom moest een herstructurering plaatsvinden, met vernieuwing langs drie lijnen: 1. preventie, 2. werken aan herstel, 3. nazorg. Onder het motto 'Minder opvang, beter leven' werden een twaalftal sleutelprojecten ingericht. In 2014, het laatste jaar van het Masterplan, zijn deze sleutelprojecten (grotendeels) afgerond. Dit betekent dat de werkzaamheden met ingang van 2015 onderdeel worden van de reguliere werkzaamheden. Hieronder worden de ontwikkelingen op de verschillende sleutelprojecten geschetst met aandacht voor de resultaten die behaald zijn. Ook de voortgang op de actiepunten van 2014 is hierin opgenomen. De belangrijkste actiepunten voor 2014 waren: trajectfinanciering (bouwstenen en trajectprijzen), toekomst van de Zorgzone en uitstroom uit de maatschappelijke opvang. Toelichting per sleutelproject
1.
Doorontwikkelen Centrale Toegang De OGGz-zorgstructuur is opgesteld door VGGM en in september 2011 vastgesteld door het directieoverleg MO/OGGz/Vz. Gestart werd met het maken van afspraken over trajecten van zittende en nieuwe cliënten, waarbij ook de behoefte aan woonruimte in beeld werd gebracht. Ook werden samenwerkingsafspraken met het Veiligheidshuis gemaakt in 2011. De Zorgmonitor is in het laatste kwartaal van 2012 aangepast naar het CliëntVolgSysteem (CVS) regio Arnhem. Hier werden in 2013 de trajecten ingevoerd. Pro Persona is in 2012 aangesloten op de OGGz-zorgstructuur, waarmee een betere verbinding met de FACT-teams tot stand kwam. In juni 2012 werden de beleidsregels voor regiobinding door het college vastgesteld. In 2013 werd het Vangnetteam opgeheven. Trajecten werden vervolgens via de Preventietafel (waar alle partijen al aanzaten) toegewezen. Het Brandpuntoverleg, met Zorg, Veiligheidshuis en Justitie ging proefdraaien op ingewikkelde casuïstiek. Met ingang van 1 januari 2014 worden trajecten vanuit de Centrale Toegang (VGGM)) met een 'go or no-go’ toegewezen aan een instelling. Dit gebeurt op basis van de invoer in het CVS. In 2012 is de Centrale Toegang gestart. Binnen de CT worden de aanmeldingen voor de opvang en bredere Openbare Geestelijke Gezondheidszorg geregistreerd en beoordeeld. Hieraan liggen een samenwerkingsovereenkomst en privacyreglement ten grondslag. Er is een overlegstructuur ingericht, en een gezamenlijk registratiesysteem, het CliëntVolgSysteem regio Arnhem (CVS). Achterliggende gedachte daarbij is de zorgstructuur zo op te zetten, dat er voor zowel de cliënt als de hulpverlener een standaard route wordt ontwikkeld voor het handelen en aanbieden van hulpverlening. Grote winst in efficiency is dat instanties en hulpverleners niet per situatie/cliënt zelf aan veel touwtjes hoeven te trekken om te kijken wat werkt. Voordeel is ook dat inzichtelijk wordt wat werkt en wat niet of vertraagd. Door het delen van keteninformatie en door de opgezette structuur, worden professionals beter gefaciliteerd in hun zoektocht naar samenwerking en afstemming. Deelnemers aan de OGGz-zorgstructuur zijn: gemeente Arnhem, VGGM, IrisZorg, Leger des Heils, RIBW AVV, Pro Persona, GGNet, Lindenhout, Pactum, Rijnstad. Daarnaast is in 2012 de regiobinding ingevoerd, waarmee de landelijke toegankelijkheid van de maatschappelijke opvang werd gewaarborgd, en waarmee mensen in de maatschappelijke opvang worden opgenomen binnen hun eigen regio.
Gemeente Arnhem - Beleid & Regie
Eindevaluatie Minder Opvang, Beter Leven
4
2.
Invoering Trajectfinanciering In het Uitvoeringsprogramma MOBL 2011-2014 zijn beschrijvingen van de trajecten maatschappelijke opvang in eerste aanleg vastgelegd. In 2011 zijn we gestart met een voorbereidingstraject voor de invoering van trajectfinanciering. Uitgangspunt van de trajectfinanciering is de gedachte dat trajecten uitgaan van voortuitgang: van A naar Beter! In 2012 zijn de trajecten verder op inhoud uitgewerkt binnen de werkgroep Trajectontwikkeling, om de inhoud van de trajecten te beoordelen. Daarnaast is een werkgroep Bedrijfsvoering ingesteld om de financiële aspecten uit te werken. De afspraken over de trajecten en de daarbij behorende criteria zijn verwerkt in de subsidiebeschikkingen voor het jaar 2013 aan de betrokken instellingen. In het laatste kwartaal van 2012 is de laatste hand gelegd aan de ontwikkeling en vulling van het CliëntVolgSysteem (CVS) regio Arnhem. De registratie van trajecten startte op 1 januari 2013. Na het eerste kwartaal van 2013 vond de eerste monitoring plaats van de trajecten. Het ging om de resultaten (lukt het om door te stromen binnen de afgesproken periode?) en de werkelijke kosten ten opzichte van de eerder berekende kosten. In 2013 bleek dat de afspraken rond het monitoren van de trajecten, uren, uurtarieven en doorstroomtijden niet soepel verliepen. De rapportages van de instellingen waren onderling niet goed vergelijkbaar. In het laatste kwartaal van 2013 is gewerkt aan een systematiek om (af)rekenen met trajecten mogelijk te maken. Uitgangspunten zijn de beschreven bouwstenen, waaruit de trajecten kunnen zijn opgebouwd. Omdat iedere cliënt een andere begeleidingsvraag heeft, kunnen de afzonderlijke trajecten uit verschillende bouwstenen zijn opgebouwd. Deze systematiek doet recht aan de diversiteit in de populatie van de Maatschappelijke Opvang. Daarnaast is afgesproken dat: - invoer in het CVS voorafgaand aan een mogelijk traject plaatsvindt; - VGGM een toets doet op de screening van de trajecten en een ‘go’, of een ‘no-go’ afgeeft; - In 2014 met de afrekensystematiek geoefend wordt, en dat daar geen financiële consequenties aan verbonden zijn. In 2014 is de financiële systematiek achter de trajecten aangepast. De trajecten zijn opgebouwd uit bouwstenen. Het CVS is hierop ingericht. In 2014 is verder met de bouwstenen-systematiek geoefend. Op basis hiervan is een kostprijsberekening per bouwsteen voor 2015 bepaald. Deze werkwijze brengt met zich mee, dat de instellingen zelf geen (kwartaal)rapportages meer hoeven te leveren, maar dat de informatie die in het CVS is opgenomen bepalend is. Hiermee is het probleem van de verschillen in de onderlinge rapportages van de afzonderlijke instellingen opgelost. In 2015 wordt de trajectfinanciering definitief ingevoerd.
3.
Versterken Zorgnetwerken Met het inrichten van de OGGz-zorgstructuur is de ‘Preventietafel’ ingericht voor aansluiting op lokale zorgstructuur (OZO’s). In 2012 is zowel in de regiogemeenten als in de Arnhemse wijken (specialistische bemoei)zorg georganiseerd. In 2013 is scherp gekeken naar de rol van de Preventietafel en de inzet van specialistische bemoeizorg. Zorg kan eerst vanuit de eerste lijn worden ingezet, wat preventief werkt en zwaardere inzet kan voorkomen. Verbinding is gelegd met de politie, het OM en het Veiligheidshuis om handhaving in te zetten waar nodig. Het Veiligheidshuis is geautoriseerd voor het CliëntVolgSysteem zodat dubbelingen opgemerkt worden en informatie kan worden gedeeld. In 2015 moet de aansluiting op de wijkteams gestalte krijgen. Zij nemen de toeleiding naar zorg over en de overlastcoördinatoren van de OZO's richten zich op de overlast.
Gemeente Arnhem - Beleid & Regie
Eindevaluatie Minder Opvang, Beter Leven
5
4.
Voorkomen huisuitzettingen Het Meldpunt Ontruimingen (MPO) is gestart op 1 januari 2012. Het convenant dat hieraan ten grondslag ligt, is in december 2011 ondertekend door de samenwerkingspartners. Eind 2013 heeft de eerste uitgebreide evaluatie plaatsgevonden van het Meldpunt Ontruimingen. De resultaten van het MPO zijn, zeker ten opzichte van de landelijke trends, als zeer positief te bestempelen. We mogen constateren dat de samenwerking een beter vangnet biedt waardoor huisuitzettingen ten gevolge van huurschulden vaker worden voorkomen. Aanbevelingen vormen aanleiding om de aanpak verder te verbeteren. In 2013 is tevens een start gemaakt met de aanpak van waterafsluitingen door Vitensschulden d.m.v. koppeling aan het MPO. Er zijn afspraken gemaakt met het Huurdershuis. Wanneer door hen huisuitzetting wordt gesignaleerd, wordt aansluiting gezocht bij het meldpunt. In 2015 wordt de verdere verbreding van de aanpak onderzocht naar schulden bij de energieleverancier en de zorgverzekering zodat een sluitend geheel ontstaat op het in een vroeg stadium voorkomen van schulden.
5.
Werken aan financiële stabiliteit De nieuwe werkwijze Schulddienstverlening uit 2011 is buiten het uitvoeringsprogramma MOBL ontwikkeld. De Dienst Inwonerszaken levert sinds 2011 een deelnemer aan de Doorstroomtafel die zorgt voor verbinding intern en met het BAC. In 2012 zijn gesprekken gevoerd met de ketenpartners om te komen tot een uniforme werkwijze voor financiële ondersteuning bij dak- en thuislozen en de OGGz doelgroep. Per 1 januari 2013 is gestart met het Activerend Beheer OGGz. Medewerkers van Rijnstad bieden op locatie schuldhulpverlening aan de OGGz doelgroep. Daarnaast heeft Rijnstad een projectplan opgesteld gericht op het inzetten van extra vrijwilligers, aanvullend op de schulddienstverlening vanuit BAC en Rijnstad. Het project Activerend Beheer wordt ondersteund door de Arnhemse fondsen (2013 en 2014). Speciaal voor de OGGz-doelgroep is deze methode van financieel beheer ontwikkeld waarbij gedurende maximaal een jaar gewerkt wordt aan financiële stabiliteit en zelfredzaamheid. In 2015 wordt deze aanpak voortgezet. Ook voor 2015 is de vraag voor aanvullende financiering door de fondsen gehonoreerd. In 2016 moet deze vorm van ondersteuning worden opgenomen in het reguliere aanbod. Dit zou geplaatst kunnen worden bij het project 'budgetondersteuning op maat' (BOOM) aangevuld met extra inzet op locatie voor de OGGz doelgroep.
6.
Begeleiden Zwerfjongeren De gemeente heeft Lindenhout, Pactum en Jona gevraagd om met een integraal zorgaanbod te komen voor zwerfjongeren. Dit is inmiddels gerealiseerd; door Lindenhout en Pactum voor de trajecten en RIBW voor de logeer- en dagopvang. Zij werken gezamenlijk vanuit 1 voordeur aan de Parkstraat, geheten het JONAhuis. Steeds meer partijen haken aan om samen de verantwoordelijkheid te nemen voor de juiste hulp aan deze jongeren: Rijnstad (voor activerend beheer), Plurijn, Pro Persona en Iriszorg. Alle jongeren worden gemeld in de Centrale Toegang van de VGGM en aan de zwerftafel besproken. De ZRM wordt toegepast, waardoor de zorgvraag objectief wordt vastgesteld en beter gestuurd kan worden op doelen en resultaten op de diverse leefgebieden. De zorg voor 'jonge moeders' is toegevoegd aan de aanpak. Door het Consultatie Bureau (CJG) wordt de zorg voor 'jonge moeders' gesignaleerd en doorverwezen naar de juiste hulp. Als er sprake is van problemen op meer dan 3 leefgebieden wordt de zorgvraag besproken aan de ‘zwerftafel’.
Gemeente Arnhem - Beleid & Regie
Eindevaluatie Minder Opvang, Beter Leven
6
In 2014 is het JONA-huis verbouwd en zit het hele team van de Integrale Aanpak Zwerfjongeren (IAZ) op de Parkstraat. Dit onder de aanvoering van één coördinator. Activering krijgt vanuit deze stabiele positie beter vorm. Ook 'jonge moeders' worden geregistreerd in het CVS. In 2015 wordt gezocht naar een beter betaalbare vorm voor de logeeropvang. Doordat er momenteel een aparte locatie is voor 6 plaatsen is dit zeer onvoordelig.
7.
Herstructureren Opvangvoorzieningen Het college heeft op 4 oktober 2011 gekozen voor de Remisestraat om de Doorstroomvoorziening te realiseren. In november heeft de raad de kredietaanvraag daarvoor gehonoreerd. Het Dranklokaal is in december 2011 gesloten. Sinds 1 januari 2012 bestaat de crisisopvang uit: 6 wooneenheden voor gezinnen met ambulante begeleiding (in eerste instantie aan de Eusebiusbuitensingel, sinds mei aan de Stationssingel), 3 crisisbedden in Wolfheze voor alleenstaanden. Alleenstaande vrouwen worden doorverwezen naar Moviera. Geconstateerd kan worden dat de Doorstroomvoorziening in 2013 goed wordt gebruikt. Los van de piek tijdens de vorstperiode (extra bedden volgens Winterprotocol) zijn er genoeg plekken. De Gezinsopvang zit permanent vol. In 2013 en 2014 heeft IrisZorg door een herschikking van enkele van haar panden de benodigde bezuiniging grotendeels gerealiseerd. In 2012 constateerde de gemeente dat ongeveer een kwart van de bezoekers van St. Kruispunt en St. Stoelenproject "De Duif" bestond uit personen van Midden- en OostEuropese afkomst. De gemeente besloot hierop St. Barka in te huren, een Poolse organisatie die zich specifiek richt op de re-integratie van daklozen en alcoholverslaafden uit MOE-landen. Met de inzet van twee medewerkers, gedurende een dagdeel per week (hoofdzakelijk in de winterperiodes) wist deze stichting van juli 2012 tot december 2014 20 personen terug te leiden naar het land van herkomst. Het aantal dak- en thuislozen uit Midden en Oost-Europa is sterk afgenomen; de overlast is teruggebracht. Vanaf eind 2014 wordt St. Barka flexibel, op oproep-basis, ingezet.
8.
Concentreren medische voorzieningen Het college besloot op 4 oktober 2011 af te zien van verplaatsing van de methadonpost naar de tijdelijke locatie Broerenstraat. Onderzocht werd of deze langer kon worden gehandhaafd op of nabij de huidige locatie aan de Westervoortsedijk. Het college besloot eind 2011 om de Methadonpost tijdelijk te verplaatsen binnen het gebied aan de Westervoortsedijk. Deze post werd in februari 2012 in gebruik genomen. Op 14 mei 2013 heeft het college een besluit genomen over de locatie van de polikliniek opiatenbehandeling aan de Oude Veerweg. Verplaatsing van de Methadonpost en de Medische Heroïne Unit vond plaats naar deze locatie en de nieuwe voorziening is in december 2013 in gebruik genomen. Met IrisZorg zijn afspraken gemaakt over vermindering van het aantal cliënten dat naar de opiatenpoli gaat, door het realiseren van meer verstrekkingen op locatie.
9.
Toekomst bepalen Zorgzone De Zorgzone is bedoeld voor verslaafde prostituees, die op die locatie met het aanbieden van hun diensten hun inkomen kunnen verdienen. IrisZorg heeft op de Zorgzone een huiskamer ingericht, waar toezicht wordt gehouden en vrouwen tot rust kunnen komen. Daarnaast wordt beperkt zorg verleend. Met het openen van de Zorgzone (in 2003 met 45 afgegeven vergunningen) is het illegaal tippelen afgenomen. In 2010 werd gestart met het eerste Next Step project. Dit project had als doel prostituees uit te laten stromen, door begeleiding en verbetering van de leefdomeinen van de vrouwen.
Gemeente Arnhem - Beleid & Regie
Eindevaluatie Minder Opvang, Beter Leven
7
In 2012 zijn college en raad akkoord gegaan met extra inzet op de uitstroom van vrouwen via Next Step, het openhouden van de Zorgzone en een stop op nieuwe vergunningen. In 2012 is het aantal vrouwen met een vergunning voor de Zorgzone gedaald van 34 naar 24. In april 2013 waren hiervan 16 vrouwen in begeleiding; voor zoveel mogelijk vrouwen wordt een indicatie aangevraagd voor langdurige zorg in een beschermd wonen-voorziening. Nu de extra capaciteit Beschermd Wonen in twee stappen wordt gerealiseerd (Groningensingel), wordt uitstappen beter haalbaar. Eind 2014 konden we constateren dat het aantal vrouwen met een vergunning voor de Zorgzone sinds begin 2011 is gedaald van 36 naar 16. Het Ministerie van Veiligheid en Justitie heeft voor 2014/2015 opnieuw middelen toegekend voor een hernieuwd uitstapprogramma voor prostituees; i.e. een vervolg op het uitstapproject Next Step. Dit uitstapprogramma (Next Step 2) wordt vanaf 1 november 2014 voorbereid.
10.
Uitbreiden woonvoorzieningen In november 2011 is een Raamovereenkomst met 5 corporaties getekend. De eerste woningen voor de OGGz-doelgroep zijn in december 2011 ingezet. In 2012 is de opzet van een pilot Housing First onderzocht en is gezocht naar een vervangende locatie voor de wooneenheden Anders Wonen bij de Rijnhal en een nieuwe uitbreidingslocatie. Voor dak- en thuislozen stellen de corporaties jaarlijks 20 woningen beschikbaar, de zogenaamde convenantwoningen. Aan deze woningen, die met voorrang beschikbaar worden gesteld voor de doelgroep, zijn aanvullende voorwaarden verbonden, zoals het accepteren van begeleiding. In 2012 en 2013 werd geconstateerd dat de beschikbare woningen van corporaties te weinig werden benut door cliënten uit de maatschappelijke opvang. Knelpunten in de doorstroming werden in beeld gebracht. In 2014 zijn alle 20 convenantwoningen toegewezen. In 2013 is Housing First als pilot gestart, met het oogmerk deze definitief op te nemen in het aanbod van woonvormen. Uit de evaluatie in 2014 is Housing First een zeer positief concept gebleken. De komende jaren wordt dit concept verder uitgebreid naar 25 woningen, geleverd door de 3 grote corporaties. De Dullertsstichting blijft het project financieel ondersteunen (woninginrichting) en Presikhaaf Bedrijven zet zich in voor het woonklaar maken van de woning. Verder heeft IrisZorg in april 2013 bekend gemaakt dat ze de capaciteit van Beschermd Wonen aan de Groningensingel 1221 met 30 plaatsen gaat uitbreiden. Samen met tien wooneenheden die aan de Remisestraat gehandhaafd blijven, komt de totale capaciteit eind 2013 op 70 wooneenheden. De eerste fase werd in de zomer van 2013 opgeleverd, de tweede fase werd in 2014 voorzien. In 2014 zijn 70 plaatsen gerealiseerd. Van de zes vrijgevallen plaatsen aan de Remisestraat worden 3 plaatsen gebruikt voor mensen met een forensische titel. Knelpunten in de doorstroming binnen de Gezinsopvang zijn sinds 2013 voortdurend in beeld gebracht. In het najaar van 2013 en het voorjaar van 2014 is met de diverse partijen overleg gevoerd, over door te voeren verbeteringen. Dit heeft tot nu toe niet tot de gewenste resultaten geleid. Mede daarom heeft de gemeente recent besloten om maatwerk in te gaan zetten. Inmiddels is tevens het woonprogramma jeugd 2014 / 2015 vastgesteld waarin woonplekken voor kwetsbare jongeren worden uitgebreid met 25 plaatsen. De uitbreiding Anders Wonen (met 5 containers) is niet gerealiseerd; de regiogemeenten zijn er niet in geslaagd om de uitbreiding in de regio mogelijk te maken. Het aantal Anders Wonen plekken op dit moment is 5; het betreft hier de containers bij de Rijnhal.
Gemeente Arnhem - Beleid & Regie
Eindevaluatie Minder Opvang, Beter Leven
8
In 2013 is gekeken naar de wenselijkheid van het 2e Fasehuis voor Stichting de Instap. Naast het 1e Fasehuis wordt individueel maatwerk geleverd in afwachting van de realisatie van het 2e Fasehuis. In 2014 is begonnen met het inrichten van een 2e fasehuis met de bedoeling eind 2014 / begin 2015 de opvang te starten. Er is, binnen het samenwerkingsverband van het Veiligheidshuis regio Arnhem, subsidie ad € 51.000 aangevraagd en toegekend door het ministerie van V&J voor nazorg ex-gedetineerden. Het is de intentie van de Rijksoverheid om de subsidie een structureel karakter te geven. Nadere uitwerking van de structurele subsidieregeling vindt naar verwachting in 2015 plaats. De toegekende subsidie over 2014 wordt, conform de intentie van de regeling, met name ingezet voor nazorgtrajecten gericht op het toeleiden naar participatie/werk.
11.
Activering door participatie Voor 1 april 2014 lag de uitvoering van activering van dak- en thuislozen bij IrisZorg. Ook de participatiecoaches hebben zich ingezet voor deze doelgroep. In 2013 is door de gemeente, Presikhaaf Bedrijven en IrisZorg onderzocht op welke wijze de activering van dak- en thuislozen verbeterd vormgegeven kon worden. IrisZorg en Presikhaaf Bedrijven zijn op 1 april 2014 een samenwerkingsproject voor de activering van dak- en thuislozen gestart. Het grootste deel van de cliënten gaat naar Presikhaaf Bedrijven (32 activeringstrajectplaatsen); een klein deel blijft voor activering in de Dagopvang van IrisZorg (8 activeringstrajectplaatsen). Doel is doorstroom op de participatieladder. Doorstroom naar reguliere arbeidstrajecten is afgestemd. De partners werken vraaggericht; IrisZorg zorgt voor afstemming met acties op het gebied van wonen, zorg en schulddienstverlening. Op basis van een eerste positieve evaluatie wordt het project voortgezet. De komende jaren houdt de gemeente bij wat de resultaten zijn van de projecten om te bepalen of dit de juiste inzet van middelen is. Versterking van de samenwerking met andere partners in de stad (waaronder St. Kruispunt) en het vergroten van de toegankelijkheid van ander aanbod kan daarbij tot meer maatwerk leiden. In samenwerking met het Cliënt Participatie Panel voor de dak- en thuislozen (Straatzaken) wordt een pilot opgezet uitgaande van vraaggerichte arbeidsparticipatie. Doel is te onderzoeken welke mogelijkheden er zijn om de doelgroep op een vraaggerichte wijze tot activering te krijgen. De inventarisatie van wensen van potentiële deelnemers is inmiddels door Straatzaken uitgevoerd.
12.
Ontwikkelen beheersplannen In 2011 is het Beheersplan Remisestraat geëvalueerd. Het Beheersplan Westervoortsedijk functioneerde sinds de zomer 2012. Er wordt regelmatig overleg gevoerd met buurt en omliggende bedrijven. De overlast is beheersbaar. Het Beheersplan Westervoortsedijk werd aangepast omdat de Opiatenpolikliniek in dit gebied een definitieve plek kreeg. In het najaar van 2013 is het beheersplan aangescherpt om veilige inpassing van de Opiatenpoli aan de Oude Veerweg te kunnen garanderen. In het voorjaar en de zomer van 2014 is (hardnekkige) overlast van enkele methadongebruikers geconstateerd bij winkelcentrum De Lely en omliggende bedrijven. Door extra inzet van politie en doelgroephandhavers wordt deze overlast aangepakt. Het winkelcentrum behoeft extra aandacht. Tevens blijkt er geprostitueerd te worden buiten de Zorgzone. Ook hier wordt extra op ingezet. In de omliggende woonwijken (Arnhemse Broek, Van Verschuerbuurt) is de overlast tot nul gereduceerd. Om de incidenten goed in beeld te hebben is er een doelgroepmonitor. Voor bedrijven en omwonenden is een meldingsprotocol opgesteld. In het najaar 2013 is het Beheersplan Groningensingel vastgesteld. Net als bij de Westervoortsedijk is er met omwonenden en betrokkenen een beheergroep opgericht die de ontwikkelingen nauw volgt. Met de komst van de (met name alcohol)verslaafde bewoners is in het begin stevig ingezet op de overlast die zij veroorzaakten. De abstinente bewoners veroorzaken geen overlast. Om de incidenten goed in beeld te hebben is er een doelgroepmonitor. Voor bedrijven en omwonenden is een meldingsprotocol opgesteld.
Gemeente Arnhem - Beleid & Regie
Eindevaluatie Minder Opvang, Beter Leven
9
Om de overlast van de doelgroep verslaafden en dak- en thuislozen zoveel mogelijk te beperken zijn er zogenaamde doelgroephandhavers bij de gemeente in dienst. Zij handhaven op basis van aanwijzingsbesluiten in de APV (alcolholverboden, bedelverboden, samenscholingsverboden, verblijfsontzeggingen|). De doelgroephandhavers nemen ook deel ook aan diverse beheeroverleggen. Er wordt nauw samengewerkt met de politie.
Gemeente Arnhem - Beleid & Regie
Eindevaluatie Minder Opvang, Beter Leven
10
2.2 Beheersing van de risico’s Aan het begin van de herstructurering van de maatschappelijke opvang is een overzicht gemaakt van alle mogelijke risico’s. In deze eindevaluatie een laatste stand van zaken per risico. 1 = gaat goed 2 = aandacht vereist 3 = knelpunt Risico’s
Januari 2012 2
Januari 2013 1
Januari 2014 1
Januari 2015 2
2. Invoering Trajectfinanciering Eind 2013 zijn de uitgangspunten voor de afrekensystematiek opgeleverd. In de beschikkingen voor 2014 zijn afspraken gemaakt op basis van trajecten. In 2014 wordt ervaring opgedaan, door te oefenen met de bouwstenen, waaruit de trajectprijzen zijn opgebouwd. Met ingang van 2015 zal ook op basis van trajecten worden afgerekend met de zorgaanbieders.
1
1
2
1
3. Maatschappelijke acceptatie voorzieningen In 2014 is de herstructurering van de voorzieningen gerealiseerd. Alle locaties zijn daarmee ingevuld. Door intensieve inzet rondom de voorzieningen is de overlast beheersbaar.
2
2
1
1
4. Extra flankerende bezuinigingen De gevolgen van het nieuwe Rijksbeleid voor het sociale domein zijn groot en nog niet geheel te overzien.
2
2
2
2
5. Overheveling AWBZ naar Wmo Voor Beschermd Wonen is de contractering voor 2015 afgerond. Het beleid wordt in 2015 verder vorm gegeven in nauwe samenwerking met regiogemeenten en partnerorganisaties. In samenwerking met de stad zijn de kaders en uitgangspunten voor de Inloopfunctie GGZ opgesteld. Eind 2014 heeft dit geleid tot concrete afspraken met uitvoerende partijen over de uitvoering. In het najaar van 2014 en in 2015 wordt gewerkt aan het aansluiten van de OGGz-zorgstructuur op de lokale toegangsfunctie (in Arnhem is dit het wijkgericht werken). Ook wordt in 2015 gewerkt aan het aansluiten van beleid daar waar het gaat om de OGGz-doelgroep (waaronder de maatschappelijke opvang), en de GGz-doelgroep binnen de Wmo (waaronder het Beschermd Wonen).
1
2
2
2
6. Te weinig woningen voor doorstroming Er zijn verschillende vormen van huisvesting beschikbaar. Uit de eerste evaluatie blijkt dat de doorstroming hiermee nog niet vanzelf op gang komt. In het 3e en 4e kwartaal van 2013 hebben de corporaties, zorgaanbieders en gemeente gezocht naar oplossingen hiervoor. De beschikbare woningen van corporaties worden beperkt benut door cliënten uit de maatschappelijke opvang, omdat de uitstroom niet in alle gevallen goed op gang komt. Knelpunten in de doorstroming zijn in het voorjaar 2014 in beeld gebracht. Daarop is opnieuw met de zorgaanbieders en corporaties overleg gevoerd, over door te voeren verbeteringen.
2
2
2
2
1. Te weinig tijd In 2012 is een grote bezuiniging doorgevoerd. In de MJPB 2013-2016 is een deel van de bezuinigingen op de maatschappelijke opvang in 2013 en 2014 gecompenseerd door verschuiving van middelen binnen het programma 7: Zorg voor kwetsbare burgers. In 2014 is, door de vele ontwikkelingen die samenhangen met de transformatie van het sociaal domein, de beleidscapaciteit zeer beperkt geweest.
Gemeente Arnhem - Beleid & Regie
Eindevaluatie Minder Opvang, Beter Leven
11
7. Omvang en samenstelling doelgroep Het CliëntVolgSysteem (CVS) regio Arnhem is steeds verder gevuld met cliënten uit de opvang en de doelgroep OGGz. De rapportages van 2013 en 2014 geven een goed beeld van de omvang en samenstelling van de doelgroep. Het aantal dak- en thuislozen dat een beroep doet op de maatschappelijke opvang kan, gelet op de aanhoudende crisis, verder toenemen. Het verbeteren van de doorstroming in de opvang moet het mogelijk maken om meer cliënten (tijdelijk) op te kunnen vangen.
1
1
1
2
8. Onttrekken van cliënten aan trajecten Er zijn nog geen signalen dat cliënten zich systematisch aan trajecten onttrekken. De doelgroepen die nog niet door de professionele zorgaanbieders worden bereikt, komen nu wel beter in beeld dankzij de intensivering van de afstemming en uitwisseling van informatie tussen de Centrale Toegang en St. Kruispunt en St. Stoelenproject. Er is wel een beperkte groep zorgmijders in beeld.
1
1
1
1
9. Meewerkende partijen Tot op heden is de bereidheid bij partners tot meewerken aan de herstructurering, mede gezien de ingrijpende bezuinigingen, groot te noemen.
1
1
1
1
Gemeente Arnhem - Beleid & Regie
Eindevaluatie Minder Opvang, Beter Leven
12
2.3 Vooruitblik 2015 e.v. In het voorgaande hoofdstuk zijn de ontwikkelingen van het Masterplan gedurende de periode 20112014 per sleutelproject beschreven. Het Masterplan is inmiddels afgerond. Vanaf 2015 zijn de werkzaamheden onderdeel van het reguliere beleid. Deze eindevaluatie wordt afgerond met de belangrijkste uitdagingen en aandachtspunten voor de komende jaren: 1) Aansluiting van de OGGz op de transformatie in het sociale domein (AWBZ, Jeugdwet, Participatiewet) Met de decentralisatie van AWBZ-taken naar de Wmo in 2015 ontstaat een aantal raakvlakken met de OGGz. Het gaat met name om ambulante begeleiding, Beschermd Wonen en Inloopfunctie GGZ. Met betrekking tot de toegang tot deze functies zijn eind 2014 de volgende afspraken gemaakt: • De toegang tot de ambulante begeleiding (die in de fasen van preventie en herstel van de maatschappelijke opvang geboden wordt), loopt net als de overige ambulante begeleiding, via de Wijkteams: het gaat hierbij immers net zozeer om inwoners van een wijk, of mensen die dat 'weer' zijn geworden. • De toegang tot de opvang (waarbij het gaat om (tijdelijk) intramuraal verblijf in een opvanginstelling; niet-ambulante ondersteuning) is centraal geregeld. Er is een aantal opvanglocaties in de stad, waar dakloze mensen uit de regio gebruik van kunnen maken. Deze personen, die niet zozeer aan een wijk in de stad te koppelen zijn, komen in de opvang via de Centrale Toegang van VGGM. • De toegang voor Beschermd Wonen verloopt via de Wijkteams, via een regionale 'pool' van een beperkt aantal daarvoor aangewezen generalisten. Deze generalisten kunnen bij de beoordeling of er beschermd wonen ingezet moet worden een deskundige raadplegen, zoals een praktijkverpleegkundige of een psychiatrisch verpleegkundige. • In 2014 heeft de gemeente in samenspraak met partners uit de stad kaders en uitgangspunten opgesteld voor de Inloopfunctie GGZ, die met ingang van 2015 onder de verantwoordelijkheid van de gemeente valt. De Inloop GGZ is een breed toegankelijke, open en laagdrempelige voorziening in de wijk, waar iedereen in principe kan binnenlopen en gebruik van kan maken. Cliënten GGZ en burgers met een beperkte zelfredzaamheid kunnen er in een veilige setting (georganiseerde) activiteiten ondernemen en zelfvertrouwen opbouwen. De gemeente stuurt op de samenwerking, tussen de uitvoerende partijen en met de wijkteams. In 2015 wordt gewerkt aan het aansluiten van de OGGz-zorgstructuur op de lokale toegangsfunctie (in Arnhem is dit het wijkgericht werken) en het aansluiten van beleid daar waar het gaat om de OGGzdoelgroep (waaronder de maatschappelijke opvang), en de GGz-doelgroep binnen de Wmo (waaronder het Beschermd Wonen). De maatschappelijke opvang is een verantwoordelijkheid van de centrumgemeente. De specialistische bemoeizorgtrajecten maken daar tot op heden deel van uit. Sinds de transitie in het sociale domein vormen alle regiogemeenten hun eigen zorgstructuur. Er moet bekeken worden of de specialistische bemoeizorg daar onderdeel van gaat uitmaken in 2016. 2) Toekomst bepalen Zorgzone Het Ministerie van Veiligheid en Justitie heeft voor 2014/2015 opnieuw middelen toegekend voor een hernieuwd uitstapprogramma (Next Step 2) voor prostituees. De voorbereidingen hiervoor zijn gestart in november 2014. Bij de uitvoering van het programma worden diverse uitvoeringspartners betrokken. De duur van het project is een jaar. Het streven is om 25 prostituees (zowel op de Zorgzone als degenen die vanuit huis prostitutie bedrijven) te bereiken die in een zorgwekkende situatie verkeren. Streefdoel is een uitstroom van tien prostituees. Het programma wordt verbreed naar vrouwen die vanuit huis of club prostitutie bedrijven en in zorgelijke omstandigheden verkeren. Momenteel hebben er nog slechts 16 vrouwen een vergunning om hun diensten te mogen aanbieden op de Zorgzone. De toekomst van de Zorgzone is afhankelijk van de resultaten van het uitstapprogramma Next Step 2. 3) Gezinsopvang: maatwerk inzetten In de gezinsopvang verblijven veelal gezinnen met meervoudige problematiek, waardoor er veel tijd gemoeid is met o.a. het regelen van schuldsanering en bewindvoering. Ook zijn er gezinnen die (voorlopig) niet in aanmerking komen voor een convenantwoning, omdat er sprake is geweest van hennepteelt en/of overlast. Er moet kritisch gekeken worden naar de instroom. Met betrekking tot de uitstroom uit de gezinsopvang is het besluit genomen maatwerk in te zetten. Daarmee kan beter ingespeeld worden op de situatie per gezin, waarbij de juiste zorg kan worden ingezet en het gezin sneller weer
Gemeente Arnhem - Beleid & Regie
Eindevaluatie Minder Opvang, Beter Leven
13
gebruik kan maken van vormen van reguliere huisvesting. Het stellen van een aantal duidelijke voorwaarden is daarbij cruciaal. 4) Bed/Bad/Broodregeling / Samenwerking met St. Stoelenproject "De Duif" In december 2014 hebben de ECSR en de CRvB uitspraken gedaan op basis waarvan de gemeente verplicht is mensen zonder rechtmatig verblijf onvoorwaardelijk het hele jaar door op te vangen in een sobere nachtopvang. Momenteel wordt deze nachtopvang gerealiseerd door St. Stoelenproject "De Duif". Zij verzorgt deze opvang alleen gedurende de wintermaanden. Er wordt op korte termijn een voorstel uitgewerkt om te komen tot een opvang die het gehele jaar sobere nachtopvang biedt aan kwetsbare daklozen en mensen zonder rechtmatig verblijf en zonder opvang. Hierbij wordt samengewerkt met St. Stoelenproject "De Duif". Het gaat om een geschat aantal van rond de 20 personen. In het onderzoek worden tevens de mogelijkheden onderzocht of de logeeropvang van zwerfjongeren in Arnhem bij de BBB-regeling kan worden betrokken. De gemeente gaat hierbij natuurlijk uit van een scheiding in opvang tussen de jongeren en de volwassen bezoekers, maar ziet kansen om het toezicht en de beveiliging te combineren, waardoor kosten gedeeld kunnen worden.
Gemeente Arnhem - Beleid & Regie
Eindevaluatie Minder Opvang, Beter Leven
14