Randstad Werkmonitor Samenwerking (tussen generaties) in Nederland en Duitsland state of mind arbeidsmarkt (werknemer perspectief) April 2008 B8868-1
Management Samenvatting
Omvang teams directe collega's 11-19 23% 20-29 17%
8-10 18% 30-49 15%
overig 17%
50-99 10%
n=830
Omvang teams directe collega's Dld 11-19 25%
20-29 15% 8-10 21%
30-49 15%
overig 16%
50-99 9%
n=744
Leeftijd meeste collega’s (NL)
Leeftijd meeste collega's Dld
29%
34%
17%
18-30 jaar
18-30 jaar
12%
11%
6%
18%
14% 54%
51% 70%
31-45 jaar
59%
69%
31-45 jaar
68%
63%
65%
9%
9%
9%
46 jaar en ouder
16%
46 jaar en ouder
22%
21%
13%
16%
8%
niet specifiek één bepaalde leeftijdsgroep
6%
niet specifiek één bepaalde leeftijdsgroep
5% 6% 6%
0% 18 t/m 30 jaar (n=112)
4% 6% 5%
10% 20% 30% 31 t/m 45 jaar (n=371)
40% 50% 60% 46 jaar en ouder (n=347)
70% 80% totaal (n=830)
0% 18 t/m 30 jaar (n=130)
10% 20% 30% 31 t/m 45 jaar (n=346)
40% 50% 60% 46 jaar en ouder (n=268)
70% 80% totaal (n=744)
Reden ontevreden spreiding naar leeftijd
Tevredenheid spreiding leeftijd 80%
40%
veel van 46 jaar en ouder 28%
weinig 18-30 jarigen
31%
22%
veel 31-45 jarigen
19%
24%
onvoldoende spreiding 17%
21%
veel 18-30 jarigen
54%
voldoende spreiding 82%
11%
15%
weinig 31-45 jarigen
1%
17%
te grote spreiding weinig van 46 jaar en ouder
1%
0% 10% 20% Nederland (n=830)
30%
40%
50%
60% 70% 80% 90% 100% Duitsland (n=744)
9% 4%
0% 10% Nederland (n=174)
20%
30%
40%
50% 60% 70% Duitsland (n=140)
80%
Geslacht collega’s NL
Geslacht collega’s Dld 72%
meer mannen
meer mannen
35%
24%
54%
22%
evenveel mannen als vrouwen
22%
21%
18%
22%
13%
18%
meer vrouwen
meer vrouwen
43%
55%
28%
0%
44%
14%
evenveel mannen als vrouwen
10%
man (n=448)
20%
34%
30%
40%
50%
60%
vrouw (n=382)
70%
80%
totaal (n=830)
0%
10%
zelf man (n=376)
20%
30%
40%
50%
zelf vrouw (n=368)
60%
meer mannen
34%
25% 23%
28%
40%
42%
evenveel mannen als vrouwen
evenveel mannen als vrouwen
32%
47% 43%
37%
7%
7%
meer vrouwen
6%
7% 7%
6%
31%
29%
geen voorkeur
geen voorkeur
28%
21% 27%
29%
0%
5%
80%
22%
22%
meer mannen
man (n=448)
70%
totaal (n=744)
Voorkeur geslacht collega’s Dld
Voorkeur geslacht collega’s NL
meer vrouwen
60%
10%
15%
20%
vrouw (n=382)
25%
30%
35%
40%
45%
totaal (n=830)
50%
0% zelf man (n=376)
5%
10%
15%
20%
25%
zelf vrouw (n=368)
30%
35%
40%
45%
totaal (n=744)
50%
Meest vertegenwoordigde opleidingsniveau Dld
Meest vertegenwoordigde opleidingsniveau NL 9%
hoog
23%
13%
25%
hoog
48%
46%
22%
30% 62%
68% 67%
midden
64%
midden
40%
46%
58%
60%
25%
8%
19%
laag
laag
9%
9% 5%
17%
8%
4%
niet specifiek één opleidingsniveau
1%
niet specifiek één opleidingsniveau
3% 3%
2% 3% 2%
0% laag (n=199)
10% 20% 30% midden (n=350)
40% 50% hoog (n=281)
60%
70% 80% totaal (n=830)
Tevredenheid spreiding opleidingsniveaus
0% laag (n=131)
10% 20% 30% midden (n=405)
40% 50% hoog (n=208)
60%
70% 80% total (n=744)
Ontevredenheid spreiding opleidingniveaus 41%
veel laagopgeleiden
79%
50%
voldoende spreiding 84%
18%
weinig middenopgeleiden
10%
18%
veel middenopgeleiden
17%
17%
onvoldoende spreiding veel hoogopgeleiden
13%
18% 4%
15%
weinig hoogopgeleiden
4%
45%
te grote spreiding weinig laagopgeleiden
3%
0% 10% 20% Nederland (n=830)
30%
40%
50%
60% 70% 80% 90% 100% Duitsland (n=744)
9% 3%
0% 10% 20% Nederland (n=168)
30%
40%
50% 60% 70% Duitsland (n=128)
80%
Dienstverband directe collega's NL
Dienstverband directe collega's Dld
79%
meer fulltimers
meer fulltimers
35%
53%
67%
84%
9%
8%
ongeveer evenveel fulltimers als parttimers
ongeveer evenveel fulltimers als parttimers
24%
17%
13%
9%
11%
4%
meer parttimers
meer parttimers
41%
30%
19%
7%
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 35 uur per week of meer (n=598) minder dan 35 uur per week (n=232) totaal (n=830)
Voorkeur dienstverband directe collega's (NL)
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 35 uur per week of meer (n=655) minder dan 35 uur per week (n=89) totaal (n=744)
Voorkeur dienstverband directe collega's (Dld)
80%
meer fulltimers
91%
meer fulltimers
35%
56%
68%
88%
15%
8%
ongeveer evenveel fulltimers als parttimers
52%
ongeveer evenveel fulltimers als parttimers
25%
1%
meer parttimers
13% 7%
34% 10%
5%
meer parttimers
88%
0% 10% 20% 35 uur per week of meer (n=598)
10% 1%
30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% minder dan 35 uur per week (n=232) totaal (n=830)
0% 10% 20% 35 uur per week of meer (n=574)
30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% minder dan 35 uur per week (n=56) totaal (n=630)
Samenwerking met directe collega's
Belang samenwerking
40%
70%
35%
60%
36% 32%
30%
55%
50%
29%
29%
27%
25%
40%
41%
20% 30%
18%
15%
15%
34% 30%
15%
20%
10%
10%
5%
10% 7%
0%
6%
4%
0% 6 of lager
7
8
Nederland
9 of hoger
1
2
n=830
Duitsland
3
6%
4
2%
2%
1%
6
Nederland
Beoordeling eigen prestatie
2%
5
0%
7
Duitsland
Belang eigenprestatie 70%
60%
60%
53%
50%
45%
50%
40%
48% 43%
40%
35%
30%
36%
30% 22%
20%
32%
21%
20% 10%
11%
0%
15%
10%
9%
9% 5%
3%
3%
0%
6 of lager Nederland (n=830)
7
8
9 of hoger Duitsland (n=744)
n=830
1
2 Nederland (n=830)
3
4
3%
2%
5
1%
0%
6
1%
0%
7
Duitsland (n=744)
Beoordeling samenwerking collega's - zeer slecht (1) vs. zeer goed (10) 50% 45%
40%
42% 36%
35%
30%
30%
34%
36% 33% 34%
30%
21%
23%
20% 14%
14%
10%
35%
28%
27% 20%
32%
17%
15%
14%
17%
16%
17%
15%
11% 8%
0% productie/industrie (n=209)
handel/distributie (n=150)
overheid/non-profit (n=276)
dienstverlening (n=195)
18 t/m 30 jaar (n=112)
31 t/m 45 jaar (n=371)
branche
46 jaar en ouder (n=347)
leeftijd 6 of lager
7
8
9 of hoger
Beoordeling samenwerking collega's - zeer slecht (1) vs. zeer goed (10) 50%
40% 36% 30% 30%
28% 28%
29%
27%
27%
31% 27%
27%
27%
28% 27%
27%
24%
20%
32%
30%
30% 24%
29% 26%
19% 15%
10%
16%
15%
13%
15%
13%
0% productie/industrie (n=165)
handel/distributie (n=112)
overheid/non-profit (n=277) 6 of lager
dienstverlening (n=190) 7
8
18-30 jaar (n=130) 9 of hoger
31-45 jaar (n=346)
46 jaar en ouder (n=268)
bonus bonus individuele bonus resultaat prestaties teamprestatie afdeling
bonus resultaat bonus vestigingbedrijfsresultaat
Bonusregeling Nederland (n=830)
29%
Duitsland (n=744) Nederland (n=830) Duitsland (n=744) Nederland (n=830)
71%
23%
94%
8%
92%
Duitsland (n=744)
6%
94%
Nederland (n=830)
8%
92%
Duitsland (n=744)
10%
Nederland (n=830) Duitsland (n=744)
ja
90%
20%
80%
28%
20%
72%
40%
90%
6%
77%
10%
0%
60%
80% nee
100%
Regels en procedures
Duitsland (n=802)
12%
Nederland (n=870)
12%
24%
Duitsland (n=802)
38%
35%
Duitsland (n=802)
34%
29%
10%
Duitsland (n=802)
27%
20%
zeer mee eens niet mee eens, niet mee oneens zeer mee oneens
15% 3%
29%
40%
11% 4%
25%
34%
60%
mee eens mee oneens
5%
10%
21%
30%
29%
16%
0%
24%
31%
4%
9%
19%
29%
25%
20%
80%
Nederland (n=870)
7%
Duitsland (n=802)
50%
16%
34%
44%
8% 1%
34%
5%1%
4% 3%
20%
35%
24%
19%
23%
29%
26%
15%
Nederland (n=870)
13% 2%
34%
30%
10%
10%
26%
41%
14%
Duitsland (n=802)
Nederland (n=870)
27%
31%
Nederland 7% (n=870)
7%
36%
35%
Duitsland (n=802)
Nederland (n=870)
34%
Ik werk het liefst in een organisatie met duidelijke regels en procedures.
18%
2%
8%
100%
Mijn werkgever kent veel regels en procedures.
Nederland 5% (n=870)
Sociale vaardigheden zijn erg belangrijk in mijn werk.
Mijn werkgever Regels en zorgt er te weinig Samenwerken zou procedures staan voor dat de Mijn werkgever Mijn kennis en Ervaring wordt meer door mijn veelal een goede stimuleert vaardigheden vaak onvoldoende kennis van oudere werkgever samenwerking worden te weinig beloond bij mijn werknemers goed samenwerken op beloond moeten met collega’s in benut. werkgever. wordt actieve wijze. de weg. worden.
Attitude werkgever tav samenwerken
Nederland (n=870)
20%
Duitsland (n=802)
42%
28%
Nederland (n=870)
35%
38%
Duitsland (n=802)
20%
24%
33%
40%
60%
zeer mee eens
mee eens
niet mee eens, niet mee oneens
mee oneens
zeer mee oneens
10% 3%
9% 4%
48%
40%
0%
24%
12% 2% 1%
20%
80%
5%2%
100%
Nederland (n=870)
19%
Duitsland (n=802)
Nederland (n=870)
20%
39%
20%
15%
39%
28%
zeer mee eens niet mee eens, niet mee oneens zeer mee oneens
11% 5%
37%
34%
40%
60%
mee eens mee oneens
8% 3%
10%2%
35%
32%
9%
0%
24%
44%
14%
5%1%
22%
41%
9%
Duitsland (n=802)
9% 4%
37%
53%
23%
Duitsland (n=802)
Nederland (n=870)
34%
3%
8% 6%
80%
100%
Ik werk het prettigst samen met generatiegenoten.
16%
8% 2%
38%
Ik werk liever met vrouwelijke dan mannelijke collega’s.
Duitsland (n=802)
43%
Ik werk liever met fulltimers dan met parttimers.
8%
Bij voorkeur werk ik met collega’s die dezelfde vooropleiding hebben gevolgd als ik.
Ik vind het van belang dat mijn werkgever zorgt voor de nodige spreiding naar leeftijd van werknemers. Ik vind het de verantwoordelijkheid van de werkgever dat de kennis van oudere werknemers goed wordt overgedragen. Ik vind het van belang dat mijn werkgever zorgt voor de nodige spreiding naar opleidingsniveau van werknemers. Ik vind het van belang dat mijn werkgever ervoor zorgt dat er zowel voldoende mannen als vrouwen in dienst zijn.
Nederland (n=870)
Gewenste diversiteit
Belang van diversiteit
Nederland 2% 18% (n=870)
47%
Duitsland 4% 14% (n=802)
Duitsland (n=802)
10%
13%
0%
50%
24%
39%
29%
19%
20%
zeer mee eens niet mee eens, niet mee oneens zeer mee oneens
49%
40%
60%
mee eens mee oneens
8%
14%
37%
40%
4%
9%
19%
55%
Nederland 3% 15% (n=870)
Nederland (n=870)
32%
50%
Duitsland 4% 8% (n=802)
7%
17%
57%
Nederland 2%7% (n=870)
Duitsland (n=802)
29%
5%
12%
17%
9%
80%
8%
5%
10%
100%
Zelfstandigheid
16%
Duitsland (n=802)
63%
17%
Nederland (n=870)
36%
19%
Duitsland (n=802)
17%
31%
51%
27%
0%
12%
25%
48%
20%
40%
zeer mee eens niet mee eens, niet mee oneens zeer mee oneens
21%
60%
80%
3% 0%
3%
4% 1%
4% 1%
100%
mee eens mee oneens
Nederland 1% 9% (n=870)
15%
Duitsland 3% 9% (n=802)
49%
20%
31%
Nederland 1% 4% 11% (n=870)
Duitsland 1%5% (n=802)
0%
26%
37%
54%
15%
30%
33%
20%
zeer mee eens niet mee eens, niet mee oneens zeer mee oneens
Als ik iets niet weet of kan vraag ik direct iemand anders om hulp.
Ik zie er tegen op om met een vraag bij ervaren collega’s aan te kloppen.
Ik zie er tegen op om met een vraag bij leidinggevenden aan te kloppen.
Pikorde
46%
40%
60%
mee eens mee oneens
80%
Ik werk het beste zelfstandig.
Nederland (n=870)
Het liefst werk ik in teamverband.
Ik werk het liefst in een informele werksfeer.
Mijn collega’s hoeven niet per sé mijn vrienden te worden.
Werksfeer
100%
Nederland (n=870)
15%
Duitsland (n=802)
Nederland (n=870)
39%
39%
20%
Duitsland (n=802)
14%
30%
52%
26%
51%
0%
20%
zeer mee eens niet mee eens, niet mee oneens zeer mee oneens
60% mee eens mee oneens
80%
8% 2%
10% 2%
6%2% 1%
41%
40%
3% 1%
11% 2%
41%
40%
10%
8% 1%
28%
43%
7%
Duitsland (n=802)
Nederland (n=870)
47%
100%
Nederland (n=870)
Duitsland (n=802)
7%
33%
37%
10%
27%
44%
Duitsland 6% (n=802)
36%
0%
33%
50%
29%
20%
40%
40%
10%2% 4%
16%
15%
60%
mee eens mee oneens n.v.t.
4%2% 3%
18%
13%
80%
Duitsland (n=802)
26%
7%
20%
Duitsland 4% (n=802)
18%
3%4%
8% 3%
100%
39%
34%
Nederland 3% (n=870)
3%3%
4% 8%
Nederland 4% (n=870)
Nederland 3% (n=870)
9% 5%4%
28%
43%
31%
zeer mee eens niet mee eens, niet mee oneens zeer mee oneens
15% 2% 3%
31%
8%
Nederland 3% (n=870)
5%4% 2%
34%
38%
13%
7%1% 3%
20%
39%
15%
Nederland 4% (n=870)
Duitsland (n=802)
41%
Nemen oudere werknemers te weinig aan van jongere werknemers?
28%
Duitsland (n=802)
Nederland (n=870)
28%
Kunnen oudere werknemers de technologische ontwikkelingen vaak niet bijhouden?
Duitsland (n=802)
50%
Dragen oudere werknemers hun kennis te weinig over?
11%
Staan oudere werknemers de groei van jongere werknemers in de weg?
Nederland (n=870)
Attitude oudere werknemers (2)
Zijn oudere werknemers vaker ziek dan jongere werknemers?
Zouden oudere werknemers meer hun best moeten doen om hun kennis over te dragen?
Zouden oudere werknemers bijgeschoold moeten worden voor ICT kennis?
Zijn oudere werknemers loyaler dan jongere werknemers?
Nemen oudere werknemers net zo veel initiatieven als jongere werknemers?
Zijn oudere werknemers onmisbaar voor de groei van jonge werknemers?
Attitude oudere werknemers
21%
Duitsland 6% (n=802)
35%
35%
27%
Duitsland 2%8% (n=802)
26%
14%
8% 4%
22%
13% 2%
6%4%
24%
23%
0% 20% zeer mee eens niet mee eens, niet mee oneens zeer mee oneens
21%
40% 60% mee eens mee oneens n.v.t.
4% 4% 4% 6% 100%
14% 4%
15%
38%
41%
34%
7% 3%
29%
44%
30%
4%3%
29%
37%
26%
Duitsland 2% 11% (n=802)
30%
38%
Nederland 2% 9% (n=870)
Nederland 1%5% (n=870)
24%
20%
26%
80%
12%
8%
Duitsland (n=802)
10%
Nederland (n=870)
9%
Duitsland (n=802)
Nederland (n=870)
Duitsland (n=802)
8%
30%
35%
31%
31%
35%
35%
31%
29%
38%
34%
33%
25%
0% 20% zeer mee eens niet mee eens, niet mee oneens zeer mee oneens
12% 2% 3%
30%
36%
13%
Nederland 6% (n=870)
Duitsland (n=802)
43%
15%
8%
32%
10% 3% 2%
20%
15%
6%3%
19%
3% 3%
13% 5%4%
18%
36%
35%
37%
40% 60% mee eens mee oneens n.v.t.
4%3%
2% 3%
Nemen jongere werknemers te weinig initiatief om van oudere werknemers te leren?
Nederland (n=870)
44%
Stellen jongere werknemers te weinig vragen?
Duitsland (n=802)
8%
Staan jongere werknemers niet genoeg open voor de kennis en ervaring van oudere werknemers?
Nederland (n=870)
Attitude jongere werknemers (2) Nederland 5% (n=870)
Duitsland (n=802)
33%
8%
41%
Nederland 4% (n=870)
Duitsland (n=802)
37%
32%
30%
9%
40%
33%
Nederland 4% (n=870)
15%
36%
35%
34%
2% 3%
12% 5%3%
20%
35%
29%
Duitsland 6% (n=802)
21%
2% 3%
5%3%
24%
3% 3%
16%
6%3%
11% 4%3%
22%
21%
80%
2% 2%
7%2%
100%
Maken jongere werknemers veel meer uren dan oudere werknemers?
Hebben jongere werknemers te weinig vakkennis?
Zouden jongere werknemers meer respect mogen tonen voor leidinggevenden?
Zijn jongere Voelen jongere werknemers werknemers zich vaak tegenwoordig minder te groot voor goed opgeleid voor de bepaalde praktijk dan vroeger? werkzaamheden?
Overschatten jongere werknemers zichzelf?
Attitude jongere werknemers
Nederland 1% 13% (n=870)
Duitsland 4% (n=802)
15%
35%
35%
42%
12% 3%
18%
0% 20% 40% 60% zeer mee eens mee eens niet mee eens, niet mee oneens mee oneens zeer mee oneens n.v.t.
17%
80%
4%
100%
Eigenschappen Nederland (2)
Eigenschappen Nederland 5%
ambitie
37%
2% 48%
19%
4% 11%
28%
12%
13%
26%
11% 9%
initiatief
17%
1%
20%
18%
6%
27%
1% 0%
16%
5%
24%
24%
2%
socialevaardigheden
1%
16%
2%
21%
8%
creativiteit
18%
3% 13%
13% 6%
minste
10%
snelheid werken
21%
4%
Flexibiliteit
8%
17% 6%
17%
initiatief
20%
13%
11%
38%
2% 1%
19%
3%
sociale vaardigheden
21%
5%
6%
30%
2%
minste
12% 19%
meeste
11%
12%
12%
motivatie
2%
12%
12%
9%
10%
6%
1%
21%
12%
4% 5%
ziekteverzuim
18%
5%
5%
18%
6% 4%
2% 0%
5%
14%
4%
meeste
7%
snelheid werken
10% 2%
17%
19%
2%
16%
16%
9% 10%
productiviteit
6% 3%
9%
20%
17% 7%
11%
5%
11% 15%
minste
13%
motivatie
ziekteverzuim
4%
17%
7% 2%
verantwoordelijkheidsgevoel
25%
29%
18%
14%
Eigenschappen Duitsland (2)
19%
6%
7% 0%
minste
18% 3%
18% 7%
16%
Eigenschappen Duitsland ambitie
1% 21%
meeste
8%
12%
13%
meeste
Ik beschik over In een groep Ik heb in uitstekende ben ik meestal Ik ga het vergelijking sociale Ik wil conflict met degene die met de meeste vaardigheden oudere met de uitgedaagd collega’s een collega’s niet in vergelijking oplossing worden in mijn sterke met collega’s. uit de weg. komt. werk. prestatiedrang.
Zelfbeeld
Nederland (n=870)
8%
Duitsland (n=802)
30%
15%
Nederland (n=870)
57%
5%
Duitsland (n=802) Nederland (n=870)
30%
15%
Nederland (n=870)
15%
Duitsland (n=802)
zeer mee eens
mee eens
20%
40%
40%
60%
niet mee eens, niet mee oneens
zeer mee oneens
8% 1%
19%
59%
20%
7% 1%
45%
31%
0%
5%1%
46%
30%
1% 1%
9% 1%
46%
39%
Duitsland (n=802)
13%
55%
39%
7%
3%1%
21%
50%
9%
3%
10% 1%
41%
36%
Nederland (n=870)
mee oneens
34%
18%
Duitsland (n=802)
16%
42%
80%
6% 1%
8% 2%
100%
Mobiliteitsindex 120
110
100
90
80
70 jul septnov jan mrt mei jul septnov jan mrt mei jul septnov feb apr jun aug okt nov feb meiseptdec mrt
'03
'04
Zelfde werk andere werkgever (Dld) ander werk andere werkgever
'05
'06
Zelfde werk andere werkgever (NL) ander werk huidige werkgever
'07
'08
NL n=870 Dld n=802
NL Switch op arbeidsmarkt afgelopen zes maanden man (n=471) 10%
Dld Switch op arbeidsmarkt afgelopen zes maanden man (n=394) 7%
90%
geslacht
93%
geslacht vrouw (n=399)
13%
18 t/m 30 jaar (n=119) 31 t/m 45 jaar (n=389)
leeftijd
hoogst genoten opleiding
22%
11%
laag (n=208) 5%
95%
9%
hoog (n=292)
20%
hoogst genoten opleiding
80%
91%
13%
87%
branche
31-45 jaar (n=369) 6%
94%
46 jaar en ouder 4% (n=285)
96%
90%
midden (n=436) 6%
94%
hoog (n=223) 5%
95%
productie/industrie 6%
94%
handel/distributie 8%
92%
branche overheid/non11% profit (n=282) dienstverlening (n=204)
88%
laag (n=143) 10%
91%
productie/industrie 9% (n=220) handel/distributie (n=164)
leeftijd
89%
96%
93%
18-30 jaar (n=148) 12%
78%
46 jaar en ouder 4% (n=362)
midden (n=370)
vrouw (n=408) 7%
87%
14%
0% ja
overheid/non4% profit
89%
20%
40%
96%
dienstverlening 9%
86%
60% nee
80%
100%
0% ja
91%
20%
40%
60% nee
80%
100%
Om ontwikkelingen in de tijd zuiver te kunnen meten wordt onderstaande verdeling constant gehouden. Consequentie hiervan is dat de daadwerkelijke verdeling van de populatie in verloop van tijd licht kan afwijken van de steekproef. Voor Duitsland geldt een vergelijkbare indeling.
Leeftijd
Geslacht 18 t/m 30 jaar
man
20%
50%
31 t/m 45 jaar
vrouw
46%
50%
46 jaar en ouder
34%
0% 0%
10%
20%
30%
40%
50%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
60% n=880
n=880
Branche-indeling
Opleiding productie/industrie laag
37%
23%
handel/distributie
midden
23%
47%
hoog
30%
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60% n=880
overheid/non-profit
20%
dienstverlening
20%
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60% n=880
In dit hoofdstuk zal worden besproken op welke wijze het onderzoek met betrekking tot de state of mind op de arbeidsmarkt is uitgevoerd. Er zal hierbij onder andere worden ingegaan op de steekproeftrekking, het veldwerk, de dataverwerking en indexberekening.
Methode Randstad wil uitspraken kunnen doen over ontwikkelingen in de mobiliteit van werknemers in de tijd. Tevens, in aanvulling hierop, zou men graag aandacht besteden aan één of meerdere sentimentindices die het sentiment op de arbeidsmarkt weergeven t.a.v. een aantal mobiliteitsgerelateerde issues én een periodiek thema (vooraf geagendeerd). Om deze reden is gekozen voor een kwantitatief onderzoek. Hierbij is gebruik gemaakt van een online vragenlijst. Online onderzoek is voor dit vraagstuk een geschikte methode aangezien er geen aanleiding is om aan te nemen dat de online populatie van de totale populatie verschilt in attitude ten aanzien van het te onderzoeken onderwerp. Met online onderzoek kan zonodig door middel van weegtechnieken representativiteit naar de onderzoekspopulatie bereikt worden. Met de keuze voor deze online methode wordt tijd-efficiëntie bereikt ten aanzien van het veldwerk en de verwerking van de vragenlijsten. Steekproefprocedure De onderzoekspopulatie van het onderzoek bestond uit mensen van 18 jaar en ouder die minimaal 24 uur per week betaald werk verrichten en niet zelfstandig werkzaam zijn. De steekproefomvang was in de eerste meting in juli 2003 320. Vanaf de tweede meting in september 2003 tot aan november 2005 is dit aantal op 400 gesteld. Daarna betrof de gewenste steekproefomvang 800 werknemers. Bij deze steekproefomvang kunnen er met voldoende nauwkeurigheid uitspraken worden gedaan over de belangrijkste subgroepen binnen de steekproef. Aan de 26ste meting hebben 870 mensen meegewerkt. De steekproeftrekking vindt plaats in BlauwNL, het online panel van Blauw Research. BlauwNL is eind 2005 gestart en telt op dit moment zo’n 50.000 panelleden waarvan reeds een groot aantal achtergrondkenmerken bekend is. Het Duitse veldwerk is uitgevoerd via SSI.
Verloop van het onderzoek en veldwerk Om de validiteit van de indicatoren van de mobiliteitsindex te garanderen, is per indicator een drietal variabelen vastgesteld. Een verkennend kwalitatief onderzoek (n=23) voorafgaand aan de eerste meting heeft daarbij als leidraad gediend. Tevens had het kwalitatieve vooronderzoek ten doel eventueel nog bestaande onduidelijkheden in de formulering van de vragen weg te nemen. De juistheid van de onderzoeksmethodiek en vragenlijst is vervolgens beoordeeld en bevestigd door de onafhankelijke hoogleraar Prof. dr. E.A.G. Groenland, verbonden aan de Universiteit Nyenrode. In de tweede meting is besloten hieraan een aantal actuele vraagpunten toe te voegen, welke iedere meting een andere inhoud zullen hebben. Nadat de vragenlijst online geprogrammeerd was, zijn mensen uitgenodigd mee te werken aan het onderzoek met behulp van een e-mail met een link naar de online vragenlijst. In totaal hebben 870 mensen, die aan de selectiecriteria voldeden, de vragenlijst volledig ingevuld. Het invullen van de vragenlijst duurde gemiddeld 11 minuten en geschiedde van 22 februari tot en met 5 maart 2008. In Duitsland werd het veldwerk parallel uitgevoerd en deden uiteindelijk 802 respondenten mee. Blauw Research onderschrijft de ESOMAR/IKK codes voor het uitvoeren van het veldwerk.
Verwerking, analyse en indexopbouw Na afloop van het veldwerk is het opgebouwde databestand gecontroleerd op validiteit en consistentie en vervolgens geschikt gemaakt voor statistische analyse. Voor de in dit rapport beschreven 26ste meting (maart 2008) is gewogen naar opleiding, leeftijd, geslacht en branche. De resultaten zijn geijkt naar cijfers van de Gouden Standaard (leeftijd, opleiding, geslacht) en het CBS (branche). Daar in metingen voor de zestiende meting de branche-verdeling en de verdeling over de opleidingscategorieën afweek van de gehanteerde verdeling in de februari en april 2006 metingen, zijn alle voorgaande metingen herwogen naar deze nieuwe verdelingen. Hierdoor wordt uitgesloten dat een ontwikkeling in de index een gevolg is van een afwijking in de steekproef. De mobiliteitsindex wordt gevormd uit de verdeling van mensen die positief of negatief antwoorden op de vraag of men verwacht binnen nu en zes maanden daadwerkelijk hetzelfde of vergelijkbaar werk te doen bij een andere werkgever.
Aan de index worden twee eisen gesteld. Ten eerste dient de index te reageren op ontwikkelingen in iedere antwoordcategorie. Daarnaast dient de index een redelijk verloop te hebben; bij in de toekomst te verwachten waarden dient de index geen extreem hoge of lage waarde aan te nemen. Om deze redenen is gebruik gemaakt van een gewicht voor iedere antwoordcategorie. Gewichten worden vaker gebruikt bij vergelijkbare intentievragen. Degenen die de vraag niet konden beantwoorden zijn in de index achterwege gelaten. De index wordt derhalve berekend zoals getoond in onderstaande tabel.
De gedachte achter de index is dat ontwikkelingen in de index worden voorspeld uit een aantal variabelen. De verklarende rol van deze variabelen in de voorspelling van de mobiliteit van werknemers (en daarmee het gewicht) is door middel van twee analyses (chaid- en regressieanalyse) in kaart gebracht.
% binnen nu en 6 maanden daadwerkelijk hetzelfde of vergelijkbaar werk bij andere werkgever
Juli 2003 (1 meting)
result
Mrt. 2004 (5 meting) gewicht
result
Mei. 2004 (6 meting)
result
gewicht
result
gewicht
result
gewicht
6%
0.9
5.7%
7%
0.9
6.7%
7%
0.9
5.9%
5%
0.9
4.6%
5%
0.9
4.3%
8%
0.9
18%
0.6
10.9%
17%
0.6
10.0%
15%
0.6
9.2%
17%
0.6
9.9%
14%
0.6
8.5%
16%
0.6
9.3%
waarschijnlijk niet'
31%
0.2
6.2%
37%
0.2
7.5%
41%
0.2
8.1%
43%
0.2
8.6%
39%
0.2
7.8%
45%
0.2
9.0%
zeker niet'
gewicht
result
44%
0.1
4.4%
39%
0.1
3.9%
38%
0.1
3.8%
35%
0.1
3.5%
42%
0.1
4.2%
31%
0.1
totaal
27.3%
28.0%
27.0%
26.7%
24.8%
index
100
103
99
98
91
Juli 2004 (7 meting) zeker wel' waarschijnlijk wel'
Sept. 2004 (8 meting) gewicht
result
Nov. 2004 (9 meting) gewicht
result
Jan. 2005 (10meting) gewicht
result
result
7.6%
3.1% 29.0% 106
Mrt. 2005 (11meting) gewicht
gewicht
Mei 2005 (12meting) gewicht
result
gewicht
9%
0.9
7.8%
4%
0.9
3.2%
5%
0.9
4.4%
7%
0.9
6.0%
6%
0.9
5.6%
6%
0.9
15%
0.6
9.2%
20%
0.6
11.9%
14%
0.6
8.3%
15%
0.6
8.8%
16%
0.6
9.5%
16%
0.6
5.6% 9.5%
waarschijnlijk niet'
36%
0.2
7.1%
43%
0.2
8.5%
44%
0.2
8.8%
42%
0.2
8.5%
41%
0.2
8.1%
41%
0.2
8.1%
zeker niet'
40%
0.1
4.0%
34%
0.1
3.4%
38%
0.1
3.8%
36%
0.1
3.6%
37%
0.1
3.7%
37%
0.1
3.7%
totaal
28.2%
index
27.0%
104
25.2%
99
Juli 2005 (13meting) result
gewicht
result
26.9%
93
Sept 2005 (14meting)
99
Nov 2005 (15meting) gewicht
result
27.0% 99
Feb 2006 (16meting) gewicht
result
99
April 2006 (17meting) gewicht
result
gewicht
0.9
6.4%
6%
0.9
5.1%
6%
0.9
7.9%
waarschijnlijk wel'
14%
0.6
8.2%
16%
0.6
9.3%
12%
0.6
7.4%
16%
0.6
9.3%
14%
0.6
8.4%
17%
0.6
10.1%
waarschijnlijk niet'
38%
0.2
7.6%
37%
0.2
7.3%
42%
0.2
8.4%
41%
0.2
8.1%
40%
0.2
7.9%
39%
0.2
7.8%
zeker niet'
42%
0.1
4.2%
41%
0.1
4.1%
40%
0.1
4.0%
38%
0.1
3.8%
38%
0.1
3.8%
35%
0.1
3.5%
27.1%
Aug. 2006 (19meting) result zeker wel'
Okt. 2006 (20meting) gewicht
24.9%
99
result
gewicht
26.4%
91 Nov. 2006 (21meting) result
result
7.9%
29.4%
103 Mei. 2007 (23meting)
gewicht
9%
28.0%
97 Feb. 2007 (22meting)
gewicht
0.9
gewicht
7%
95
9%
result
5.9%
25.8%
5.2%
Juni 2006 (18meting)
0.9
index
0.9
27.0%
7%
totaal
result
108 Sept. 2007 (24meting)
gewicht
result
gewicht
7%
0.9
6.6%
7%
0.9
6.2%
7%
0.9
6.1%
7%
0.9
6.1%
10%
0.9
8.8%
10%
waarschijnlijk wel'
16%
0.6
9.4%
15%
0.6
8.8%
19%
0.6
11.5%
17%
0.6
10.1%
15%
0.6
9.0%
15%
0.6
8.8%
waarschijnlijk niet'
37%
0.2
7.4%
40%
0.2
8.0%
39%
0.2
7.8%
35%
0.2
7.1%
39%
0.2
7.8%
41%
0.2
8.2%
zeker niet'
40%
0.1
4.0%
38%
0.1
3.8%
35%
0.1
3.5%
41%
0.1
4.1%
36%
0.1
3.6%
34%
0.1
totaal
27.4%
index
result zeker wel' waarschijnlijk wel'
26.9%
101 Nov. 2007 (25meting)
99
gewicht
result
0.9
5.4%
8%
0.9
0.6
8.7%
11%
0.6
27.4% 101
29.3% 107
3.4% 29.3% 108
6.9% 6.4%
40%
0.2
8.0%
43%
0.2
8.7%
zeker niet'
40%
0.1
4.0%
38%
0.1
3.8%
26.0%
100%
index
106
8.8%
gewicht
6% 15%
100%
28.9%
0.9
Maart. 2008 (26meting)
waarschijnlijk niet' totaal
Jan. 2004 (4 meting)
waarschijnlijk wel'
zeker wel'
Resultaten
Nov. 2003 (3 meting)
zeker wel'
result
Op basis daarvan kan geconcludeerd wordend dat de index wordt voorspeld uit vier variabelen: vertrouwen in het vinden van nieuw werk, de angst om ontslagen te worden, het op zoek zijn naar een nieuwe uitdaging en de tevredenheid met de huidige werkgever.
Sept. 2003 (2 meting)
96
25.8% 95
Onderhavig rapport is beschrijvend van aard en bestaat uit een management samenvatting en een beschrijving van de onderzoeksresultaten, grafisch ondersteund door grafieken. Bij de analyses is uitgegaan van een significantieniveau van 10 procent. Als bijlagen zijn de tabellen met de resultaten op geaggregeerd niveau en uitgesplitst naar verschillende achtergrondvariabelen opgenomen. Bij uitsplitsingen naar opleiding is de volgende indeling aangehouden: Laag= Midden= Hoog=
lager onderwijs en lager beroepsonderwijs middelbaar algemeen onderwijs, middelbaar beroepsonderwijs en hoger algemeen onderwijs hoger beroepsonderwijs en wetenschappelijk onderwijs.
Mobiliteitsindex De mobiliteitsindex wordt gevormd uit de verdeling van mensen die positief of negatief antwoorden op de vraag of men verwacht binnen nu en zes maanden daadwerkelijk hetzelfde of vergelijkbaar werk te doen bij een andere werkgever. Ontwikkelingen in de index worden voorspeld uit een aantal variabelen. De index wordt voorspeld uit vier variabelen: vertrouwen in het vinden van nieuw werk, de angst om ontslagen te worden, het op zoek zijn naar een nieuwe uitdaging en de tevredenheid met de huidige werkgever.
Vertrouwen in vinden nieuwe baan
Angst om baan te verliezen
Mobiliteits index Mate waarin toe aan nieuwe uitdaging
Tevredenheid met de werkgever
Vertrouwen, ontslagangst en uitdaging Vertrouwen in vinden werk elders
Angst om baan te verliezen 100%
100%
80%
80%
60%
60%
40%
40%
20%
20%
0%
jul sep nov jan mrt mei jul sep nov jan mrt mei jul sep nov feb apr jun aug okt nov feb apr sep nov mrt
0% jul sep nov jan mrt mei
'03
'04
'05
'06
'07
'08
algemeen vertrouwen in vinden werk elders (% zeker wel + vertrouwen vinden zelfde werk of vergelijkbaar werk % waarschijnlijk wel) vertrouwen in vinden ander soort werk
Toe aan nieuwe uitdaging
'03
jul sep nov jan mrt mei
'04
jul sep nov feb apr jun aug okt nov feb apr sep nov mrt
'05
% groot + % niet groot, maar ook niet klein
'06
'07 % groot
'08
60%
100
40%
90
20%
80
0% jul sep nov jan mrt mei jul sep nov jan mrt mei jul sep nov feb apr jun aug okt nov feb apr sep nov mrt
70
'04
'05
'06
% sterk + enigszins toe aan nieuwe uitdaging
110
80%
'03
120
100%
n=870
Mobiliteitsindex
n=870
'07
'08
n=870 % sterk toe aan nieuwe uitdaging
jul sept nov jan mrt mei
jul sept nov jan mrt mei jul sept nov feb apr jun aug okt nov feb apr sept nov mrt
'04 '06 '07 '05 '08 '03 Zelfde werk andere werkgever ander werk huidige werkgever n=870 ander werk andere werkgever
Tevredenheid met de werkgever Tevredenheid huidige werkgever 17%
man (n=471)
45%
21%
7%
geslacht vrouw (n=399)
20%
18 t/m 30 jaar (n=119)
50%
17%
12%
51%
6%
18%
31 t/m 45 jaar (n=389)
leeftijd
20%
46 jaar en ouder (n=362)
18%
laag (n=208)
hoogst genoten opleiding
46%
46%
15%
15%
48%
19%
midden (n=370)
17%
6%
9% 6%
23%
49%
13%
17%
hoog (n=292)
22%
44%
productie/industrie (n=220)
21%
46%
8%
7% 6%
6%
18%
handel/distributie (n=164)
18%
overheid/non-profit (n=282)
17%
49%
18%
dienstverlening (n=204)
17%
51%
15%
45%
13%
7%
9%
branche
0%
zeer tevreden enigszins tevreden enigszins ontevreden zeer ontevreden
20%
40%
60%
6%
6%
80%
tevreden niet tevreden, niet ontevreden ontevreden
100%