heeft als onderwerp het ‘vormgeven van de ruimte tussen steden’. Voor twee gebieden in de Randstad – de Vechtstreek en de Deltapoort – formuleerde de Eo Wijers-stichting samen met regionale opdrachtgevers de prijsvraagopgave. Dit rapport is het verslag van het werk van de vakjury, die onder leiding stond van de oud-rijksadviseur voor het landschap Dirk Sijmons. De jury wijst drie prijswinnaars aan onder de inzendingen voor de Deltapoort. Vooer de prijsvraag Vechtstreek wijst de jury geen prijswinnaars aan. Wel constateert de jury dat de ideevorming over het ‘ontwerpen aan de ruimte tussen de steden’ in beide
Eo Wijers-stichting – Prijsvraagronde 2008 – Rapport van de vakjury
De prijsvraagronde 2008 van de Eo Wijersprijsvraag
Eo Wijers-stichting – Prijsvraagronde 2008 Rapport van de vakjury Deltapoort en Vechtstreek – Vormgeven aan rust en dynamiek tussen steden
gebieden, door de prijsvraag een stevige impuls heeft gekregen.
De Eo Wijers-stichting heeft sinds 1985 als doel om het ruimtelijk ontwerpen op bovenlokaal niveau te
planvorming. Sinds 2003 is het opdrachtgeverschap in de vraagstelling centraal gesteld. Ook voor deze achtste prijsvraag is een aantal ambitieuze bestuurders, ondernemers en streekdeskundigen benaderd om bij te dragen aan het formuleren van de prijsvraag en het beoordelen van de inzendingen.
Buiten in de Randstad
stimuleren door het aanmoedigen van visionaire
Buiten in de Randstad
Eo Wijers-stichting – Prijsvraagronde 2008 Rapport van de vakjury Deltapoort en Vechtstreek – Vormgeven aan rust en dynamiek tussen steden
Buiten in de Randstad
Partners
De Eo Wijers-stichting staat niet alleen. Partnerships zijn gevonden in zowel financiële als inhoudelijke zin. De voorbereiding van de Eo Wijers-prijsvraagronde 2008 vond plaats in nauwe samenwerking met de prijsvraagregio's Deltapoort en Vechtstreek. Naast de grote inhoudelijke input dragen de betrokken partijen bij Deltapoort en de Provincie Utrecht voor de Vechtstreek, ook in financiële zin bij aan de prijsvraag. Daarnaast zijn subsidies van de ministeries van LNV, V&W en VROM belangrijke pijlers onder de prijsvraag. Daarnaast dragen de departementen ook bij aan publicitaire activiteiten.
Zuidvleugel Deltapoort www.zuid-holland.nl www.drechtsteden.nl Stadsregio Rotterdam Provincie Utrecht www.provincie-utrecht.nl Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit www.minlnv.nl Ministerie van Verkeer en Waterstaat www.minvenw.nl Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu www.minvrom.nl Eo Wijers-stichting www.eowijers.nl
Prof. ir. Leonard Wijers (1924–1982) was als hoogleraar in Delft en als directeur van de Rijksplanologische Dienst tot 1982 een belangrijk inspirator van het ruimtelijk ontwerpen op het bovenlokale schaalniveau. In een tijd dat veel ontwerpers verstrikt leken te raken in de bestuurlijke en juridische complexiteit van de ruimtelijke ordening, propageerde hij de kwaliteit van de vorm. Wijers pleitte niet alleen voor kwaliteit van een ruimtelijke ordening van het meetbare, maar ook voor karakter en uitstraling van de ruimte. Wijers’ ideeën vormen een blijvende bron van inspiratie voor de verdere ontwikkeling van het ruimtelijk beleid in Nederland. De stichting stelt zich ten doel: – het stimuleren van ruimtelijke vormgeving die boven het lokale belang uitstijgt; – het stimuleren van visievorming voor mogelijke ruimtelijke ontwikkelingen op lange termijn; – het bieden van mogelijkheden aan vakgenoten in de ruimtelijke vormgeving om hun ideeën los van concrete opdrachten te presenteren; – het stimuleren van jonge vakgenoten.
Voorwoord Wie geeft vorm aan de ruimte tussen steden?
Rotterdam, 23 januari 2009 Aan: Bart Krol, gedeputeerde van de provincie Utrecht, en Hans Spigt, wethouder van de gemeente Dordrecht
Beste Bart en Hans, Vandaag is de prijsuitreiking van de achtste Eo Wijersprijsvraag. Voor jullie en voor ons een belangrijke en spannende dag. Hier voor jullie ligt het juryrapport met de inzendingen voor de prijsvragen Vechtstreek en Deltapoort en met het oordeel van de vakjury. Dat oordeel is niet mals. Hou je vast! Zoals jullie weten is het redelijk toevallig dat de achtste Eo Wijersprijsvraag om de combinatie Vechtstreek en Deltapoort draait. De achtste ronde begon net als de zevende met de selectie van regio’s: waar spelen interessante bovenlokale ontwikkelopgaven en – vooral -– waar is zicht op een opdrachtgever die verder durft te kijken dan zijn neus (ambtstermijn, het haalbare, de gemeente of provinciegrens) lang is? Bij die selectie kwamen jullie twee als opdrachtgevers uit de bus. Dat compliment konden jullie toen al in je zak steken! Het toeval wilde dat het in beide regio’s gaat om tussenstedelijke zones in de Randstad. Als voorzitter van de Eo Wijers-stichting ben ik daar extra mee in mijn sas, omdat Eo Wijers ooit directeur was van een directie van de Rijksplanologische Dienst met de bijzondere naam ‘directie stadsgewesten’. Dat was in het begin van de jaren zeventig toen het stadsregionale schaalniveau in Nederland noch inhoudelijk, noch bestuurlijk vorm had gekregen. Dat is nu anno 2009 gelukkig anders. In de recente visie van het kabinet op de ontwikkeling van de Randstad (Randstad 2040) en ook in de Mobiliteitsaanpak staat het stadsregionale schaalniveau juist centraal. Samenwerkende gemeenten, provincies en het rijk werken daar aan het nieuwe Nederland. Maar wie kijkt er om naar de gebieden tússen de stadsregio’s? Wie geeft vorm aan de tussenstedelijke zones? Daar ligt voor mij de overkoepelende vraagstelling voor deze achtste prijsvraag. Toen ik jullie bij de bekendmaking van de prijsopgave in Utrecht vroeg naar jullie dromen over de toekomst van beide gebieden waren er natuurlijk verschillen. Mij viel vooral de overeenkomst op. Bart, jij had het toen over uitvoeringsgerichte plannen, die zouden helpen om de grote cultuurhistorische en natuurwaarden van de Vechtstreek te kunnen behouden. Hans, jij sprak over het belang van een sterke samenbindende regionale visie met erkenning van de ver-
knochtheid aan de harde, zware kant van industrie, boten en landbouw in de Deltapoort. Echt dromen gingen jullie bij het idee dat er in de toekomst oplossingen zouden komen voor de hard doorsnijdende infrastructuur in beide tussenstedelijke zones. Bij alle verschillen die er zijn tussen de Vechtstreek en de Deltapoort, geldt voor beide zones dat de meeste mensen ze vooral vanaf de snelweg of vanuit de trein zullen kennen. Over beide gebieden denderen onafgebroken stromen vrachtauto’s, personenauto’s, treinen en – niet te vergeten – binnenschepen. Daar heeft men in beide regio’s toenemend last en afnemend gemak van. De snelle wereld van onze grote infrastructuren schuift hier langs de historisch gegroeide verkavelingen en nederzettingen tussen de grote steden (Amsterdam en Utrecht respectievelijk Rotterdam en Dordrecht). Welke visies zijn er op de identiteit van deze gebieden? Kortom, voldoende aanknopingspunten in deze tussenstedelijke regio’s voor een meer dan interessante ontwerp- en ontwikkelopgave. Toen de prijsvraag na vijf werkconferenties was uitgeschreven brak voor ons een spannende tijd aan: hoeveel inzendingen zullen er binnenkomen, wat is de kwaliteit ervan en zullen jullie droombeelden er dichterbij mee komen en de Vechtstreek en de Deltapoort uiteindelijk mooier maken? Ik zei het al: het oordeel van de vakjury is niet mals. Noch voor de Vechtstreek, noch voor Deltapoort is dat ene alles en iedereen overtuigende plan naar boven gekomen. Dat gebeurt overigens zelden, ook in onze vorige prijsvragen niet. Zelfs op Plan Ooievaar werden aanmerkingen gemaakt. Opvallend is ook dat er voor Deltapoort heel wat meer en volgens de vakjury heel wat betere inzendingen zijn ontvangen dan voor Vechtstreek. Voor Vechtstreek heeft de vakjury zelfs geen prijzen toegekend. Zou dat verschil samenhangen met de constatering tijdens de vierde werkconferentie, dat het knuffelkind Vechtstreek tot nu toe zoveel meer ontwerpaandacht heeft gekregen dan het weeskind Deltapoort? Zouden de ontwerpers daarom nu meer uitdaging hebben gezien in Deltapoort? Het goede nieuws voor jullie beiden, en dus voor de Vechtstreek en de Deltapoort is dat de combinatie van meerdere inzendingen zicht geeft op een overtuigende regionale visie en ontwikkelingsstrategie. Alle drie de jury’s raakten geïnspireerd door de reeks aan inzendingen met elkaar aanvullende visies en ideeën. Bij Deltapoort was er zelfs sprake van een ‘wow-gevoel’. Ook bij Vechtstreek heeft de bestudering van en discussie over de inzendingen geleid tot een scherper en gemeenschappelijk zicht op de kansen van de streek. Denkend aan jullie dromen levert de prijsvraag inderdaad verrassen-
de ontwerpen op waarin de infrastructuurbundels beter opgaan in het tussenstedelijk landschap. Sleutel is steeds het versterken van de kwaliteit van het gebied tussen de steden. In sommige inzendingen biedt de historie aanknopingspunten. In andere juist het hedendaagse wonen en werken. Het is niet zo gek dat juist in de Vechtstreek behoud en versterking van bestaande kwaliteiten veel aandacht trekt. En het is ook begrijpelijk dat voor de Deltapoort gezocht is naar nieuwe kwaliteiten. Opvallend veel inzenders laten zien wat voor enorme impuls de organisatie van een evenement (bijvoorbeeld de Olympische Spelen) voor het gebied kan betekenen. Dan worden ruimtelijke ingrepen die onhaalbaar lijken ineens een hefboom voor gebiedsontwikkeling die kwaliteit toevoegt. In beide regio’s biedt versterking van de regionale identiteit samen met de aanpassingen die in de waterhuishouding nodig zijn kansen voor integrale gebiedsontwikkeling. Ook dat laten veel inzendingen zien. Het beste nieuws van deze achtste Eo Wijersprijsvraag is, wat mij betreft, dat jullie in beide streekjury’s mensen hebben gevonden met hart voor de streek, met het vermogen om echt samen te werken en met gevoel voor kwaliteit. Niet dat hun oordelen volstrekt overeenkwamen met die van de vakjury. Wel dat de oordelen voor de toekomst voor de regio’s echt dezelfde richting uitwijzen. En ook dat beide streekjury’s gemotiveerd zijn om de samenwerking in de streek vast te houden en uit te bouwen. Daarmee krijgt zowel inhoudelijk als bestuurlijk het bovenlokale schaalniveau in beide tussenstedelijke zones nu al vorm. Wat het bestuur van de Eo Wijers-stichting betreft zijn er dus, behalve de inzenders van de winnende ontwerpen, nog twee duidelijke winnaars van deze eerste fase van de achtste Eo Wijersprijsvraag: de twee streekjury’s onder leiding van respectievelijk Peter Rombouts en Jon Hermans. Hun grote betrokkenheid bij de streek en bij de ideeënrijkdom die deze prijsvraag opleverde en het grote netwerk waar zij deel van uitmaken belooft veel voor het vervolg van deze prijsvraag. Beide streekjury’s zijn gegrepen door de uitdagende ontwikkelopgave voor hun gebied. Het is nu zaak de energie van deze twee inspirerende groepen vast te houden, te blijven verbinden met de twee opdrachtgevers, de ontwerpers, de democratische organen in de streek en de partijen met grond en uitvoeringsmacht. Bart en Hans, vaandeldragers van deze expeditie, gefeliciteerd met dit resultaat! Op onze steun kunnen jullie bij het verder vormgeven aan de ruimte tussen de steden van de Randstad blijven rekenen. Hans Leeflang
Inhoud
Voorwoord Inhoud 1 ‘Drecht en Vecht’ 9 Prijsvraagopgave en plangebieden
2 Het oordeel van de jury 25 Vakjury en streekjury’s
3 Deltadijk of deus ex machina 31 Juryoordeel over de inzendingen voor de ideeënprijsvraag Deltapoort De inzendingen van de winnaars
4 Geen visie met alleen een achteruitkijkspiegel 67 Juryoordeel over de inzendingen voor de prijsvraag Vechtstreek
Inzenders prijsvraagronde 2008 78 Deltapoort en Vechtstreek
Colofon 80
Eo Wijers-stichting – Prijsvraagronde 2008 – Rapport van de vakjury
6
˚7
Eo Wijers-stichting – Prijsvraagronde 2008 – Rapport van de vakjury
8
Prijsvraagopgave en plangebieden
1 ‘Drecht en Vecht’
9
De route van de Eo Wijers-stichting
In 1985 werd de Eo Wijers-stichting als onafhankelijk netwerk opgericht met als doel om het ontwerpen op een bovenlokaal schaalniveau te stimuleren. De stichting streeft dit doel na door regelmatig (ideeën)prijsvragen uit te schrijven, zoals de eerste – Nederland Rivierenland – of de zevende over de regio’s IJmeer en Beerze Reusel. De ruimtelijke vraagstukken in onze maatschappij blijven volgens de oprichters een visionaire ontwerpende benadering vereisen die uitstijgt boven die van lokale en incidentele oplossingen. Bij de prijsvragen gaat speciale aandacht uit naar jonge vakgenoten, om hun de kans te geven om hun ideeën los van concrete opdrachten te presenteren. Aan de keuze van de opgave en het plangebied ligt steeds meer een gedegen voorbereiding ten grondslag, zodat actuele ruimtelijke kwesties centraal kunnen staan in de prijsvraag en een opdrachtgever kan worden gevonden die zich met de uitkomsten kan verbinden. Om de aansluiting op de streek verder te versterken, is aan de vakjury een streekjury toegevoegd. Deze bediscussieert de inzendingen onafhankelijk, maar regionaal geworteld en voorziet ze van een advies. Zo wil de stichting het contact stimuleren tussen enerzijds ontwerpers, onderzoekers en ontwikkelaars en anderzijds private of publieke opdrachtgevers, die zich over bestuurlijke grenzen heen inzetten voor concrete projecten en programma’s waarin het bereiken van ruimtelijke kwaliteit hoog in het vaandel staat. Na de zesde prijsvraag heeft de Eo Wijers-stichting zich beraden op de vorm van volgende prijsvragen. Het opdrachtgeverschap bleek een kritiek aspect bij ruimtelijke ontwikkelingen. Het is belangrijk om bestuurders én bewoners vroegtijdig bij de planvorming te betrekken. Simpele analyses en vraagstellingen kunnen ervoor zorgen dat genoeg mensen het proces dragen om levensvatbaar te zijn en dat geslaagde plannen worden gerealiseerd – opdrachtgevers dus die daadwerkelijk bijdragen aan de ruimtelijke kwaliteit van ons land. In Beerze Reusel, een van de twee regio’s van de zevende prijsvraag, zorgde de prijsvraag alsnog voor een schok, terwijl in de uitwerkingsronde van de prijsvraag de communicatie met de streek onderdeel van de opgave was. Toen de plannen klaar waren voor uitvoering realiseerden velen in de streek zich pas dat er echt iets stond te gebeuren. Om regionale planvorming te steunen en de uitvoering dichterbij te brengen is de Eo Wijers-stichting altijd op zoek naar ‘voorbeeldige’ opdrachtgevers voor gebiedsontwikkeling. Voor de Eo Wijers-prijsvraagronde 2008 zijn in twee regio’s opdrachtgevers gevonden, een in de Noordvleugel en een in de Zuidvleugel van de Randstad: in de Vechtstreek en in de
Eo Wijers-stichting – Prijsvraagronde 2008 – Rapport van de vakjury
Deltapoort. In beide gebieden moet de rol van het ontwerp de lopende processen versterken om een inspirerend toekomstbeeld te scheppen voor bestaande en nieuwe regionale en lokale initiatieven. De Eo Wijersprijsvraag is bedoeld voor multidisciplinaire teams. Centraal in de opdracht staat het ontwikkelen van ontwerpideeën op meerdere schaalniveaus, met zicht op daadwerkelijke uitvoering. De teams moeten zich bewust zijn van de bestuurlijke context waarin de ontwerpen tot realisatie moeten komen. De teams wordt niet alleen gevraagd om visuele ontwerpen in te dienen, maar ook analyses, ideeën over allianties en uitvoeringsstrategieën, en een financiële verkenning.
De achtste prijsvraag De prijsvragen van de Eo Wijers-stichting verlopen volgens een vast stramien, maar de uitwerking is elke keer anders. Dat hangt onder meer af van de bestuurlijke en maatschappelijke constellatie in het gebied van de prijsvraag en van de ontwikkelingsfase van het gebied. De eerste fase, de ideeënfase, staat open voor alle geïnteresseerde multidisciplinaire teams. De vakjury selecteert maximaal drie prijsvraagwinnaars en kan daarnaast de beste inzending van jonge vakgenoten een prijs toekennen. De streekjury adviseert de vakjury tijdens het jureringsproces over de mate waarin de inzendingen aansluiten bij de lopende planvorming, kunnen rekenen op draagvlak in het gebied en over meer concrete uitvoeringsaspecten van de inzendingen. Na de jurering en prijsuitreiking gaat de tweede, besloten, uitwerkingsfase van de prijsvraagronde van start voor de winnaars uit de eerste ronde. Daarbij treden de betrokken regionale besturen als opdrachtgevers op, opnieuw in nauwe samenwerking met de Eo Wijers-stichting. In deze uitwerkingsfase zijn de rollen van de jury’s omgedraaid: dan jureert de streekjury en adviseert de vakjury op vooral inhoudelijke aspecten.
Voorbereiding Aan de nominatie van de plangebieden en het prijsvraagprogramma ging een uitgebreide voorbereiding vooraf. Hierin werd de Eo Wijers-stichting gesteund door de vakjury, ‘het bureau’ (een groep ervaren vakgenoten die betrokken zijn bij de stichting) en een brede vertegenwoordiging van deskundigen in de streek. De eerste werkconferentie vond plaats op het provinciehuis van Utrecht, waar vertegenwoordigers van de Vechtstreek en de Deltapoort de problematiek van hun streek introduceerden. De lessen opgedaan in het proces van Beerze Reusel dienden bij deze en vol-
10
gende bijeenkomsten ter inspiratie. Net als in de vorige editie van de prijsvraag, vormt het water een verbindende schakel tussen de ontwerpopgaven – al verschillen de wateropgaven sterk van elkaar. In de tweede bijeenkomst in Den Haag stonden de vaandeldragers centraal. Wie zouden dat voor deze gebieden kunnen worden? Het antwoord kwam nog voor de derde bijeenkomst in Nieuwersluis in de personen van wethouder Spigt van Dordrecht en gedeputeerde Krol van Utrecht. Tijdens die derde bijeenkomst werden de opgaven per streek verder aangescherpt. Na een informatieve rondvaart vanuit Dordrecht over onder andere de Noord en Oude Maas begon de vierde werkconferentie met een terugblik op de voorbereiding van de zevende prijsvraag. De vergelijking leerde dat er nog stappen gezet moesten worden in de concretisering van de opgave en het organiseren van de belanghebbenden in de streek. Tevens werd geleidelijk het bijzondere contrast tussen de twee regio’s duidelijk: de Deltapoort als ontworteld weeskind en de Vechtstreek als troetelkind in de ruimtelijke planvorming. In de laatste staat ‘behoud door ontwikkeling’ centraal, terwijl in de Deltapoort een overdaad aan ontwikkeling de uitdaging vormt. Beide regio’s kregen hier groen licht van het bestuur en de vakjury om door te gaan met de prijsvraag. Bij de vijfde bijeenkomst werden uiteindelijk de flessen champagne aan de vaandeldragers van de Vechtstreek en de Deltapoort overhandigd om op hun deelname te klinken.
Vakjury.
Prijzen Het prijzengeld voor de ideeënfase van de prijsvraag Vechtstreek bedraagt 38.500 euro, waarvan 2500 euro is gereserveerd voor jonge vakgenoten. De rest van het prijzengeld wordt gelijk verdeeld onder maximaal drie prijswinnaars. In de uitwerkingsfase worden de prijswinnaars gekozen door de streekjury. De winnaars ontvangen een onderscheiding en een geldbedrag. Het prijzengeld voor de ideeënprijsvraag Deltapoort bedraagt 20.000 euro voor de eerste prijs, 10.000 euro voor de tweede prijs en 6000 euro voor de derde prijs. Daarnaast is ook hier een prijs van 2500 euro voor jonge vakgenoten. De inzendingen van de teams van jonge vakgenoten worden op dezelfde wijze en met gelijke criteria beoordeeld als de andere inzendingen. Pas na de jurering wordt bekeken welk ‘jong’ team het beste is beoordeeld.
Streekjury Deltapoort
Streekjury Vechtstreek
11
Ideeënprijsvraag Deltapoort: ‘Focus voor realisatie’
Molens bij Kinderdijk, in het veenlandschap van de Alblasserwaard. De combinatie van groen en water in de Deltapoort biedt perspectief voor (nieuwe) natuur, recreatie en hoogwaardige leefmilieus.
Eo Wijers-stichting – Prijsvraagronde 2008 – Rapport van de vakjury
12
Nieuwerkerk a/d IJssel
De Deltapoort is het gebied in de Zuidvleugel van de Randstad langs en tussen de grote waterwegen van Dordrecht naar Rotterdam. Het ligt gevangen tussen deze twee stedelijke gebieden die op het eiland IJsselmonde als tektonische schollen tegen elkaar aanschuren met steeds verder afbrokkelende randen. Als kruispunt van corridors kampt het gebied met grote ruimtelijke spanningen. Er bestaat dringend behoefte aan een sterke kwaliteitsimpuls. De opgave voor de prijsvraag was hier dan ook om met het regionale ontwerp een antwoord te geven op verschillende soorten ruimtelijke dynamiek en een nieuw evenwicht te scheppen met bestaande en nieuw te ontwikkelen gebiedskwaliteiten. De Deltapoort is aangewezen als urgent nationaal herstructureringsgebied vanwege de concurrentiepositie van de Zuidvleugel. Verdere verrommeling moet worden tegengegaan en de kwaliteit van de leefomgeving moet verbeteren. Daarnaast speelt in de Deltapoort een interessante wateropgave – gelegen tussen de zee en het achterland –, waarin het gebied een nieuwe balans behoeft. Hier is boven alles behoefte aan een stevige (ruimtelijke) kwaliteitsimpuls om toekomstige ontwikkelingen een plek te geven, de impasse in de vele bestaande plannen te doorbreken, de uitvoering van die projecten te stimuleren en in samenhang uit te voeren.
Op zoek naar een hefboom Voor de herstructurering is aandacht (investeringen en uitvoeringskracht) nodig ‘om verdere verrommeling tegen te gaan en de kwaliteit van de leefomgeving te verbeteren met het oog op de internationale concurrentiepositie’ (zie: Zuidvleugelvisie Motor in de Delta, 2006). Drie rijksadviesraden hebben de problematiek verder aangescherpt. ‘De herstructureringsopgave is enorm en de noodzakelijke basiskwaliteit in termen van de Nota Ruimte, wordt niet gehaald. (...) Met name het gebrek aan natuur, landschap en recreatiemogelijkheden, de slechte luchtkwaliteit en stedenbouwkundige kwaliteit maken het gebied onaantrekkelijk. (...) Voorkomen moet worden dat dit gebied in een neerwaartse spiraal raakt en daarmee het imago en de concurrentiekracht van de Zuidvleugel negatief beïnvloedt.’ (zie: Raad voor Verkeer en Waterstaat, VROM-raad en Raad voor het Landelijk Gebied, Briefadvies Zuidvleugel, 19 maart 2007). De hoop is dat zich in de Eo Wijersprijsvraag een hefboom aandient om de immense economische dynamiek van het gebied duurzaam te verbinden met zijn natuurlijke en cultuurhistorische kwaliteiten.
Schaalniveaus en krachtenvelden De Deltapoort bestaat uit de Drechtsteden en het zuidelijk deel van
13
Ouderkerk Schoonhoven Bergambacht
Capelle a/d IJssel
am
Rotterdam Liesveld
Nederlek
Krimpen a/d IJssel
Nieuw-Lekkerland
Graafstroom
Ridderkerk Alblasserdam 1
Giessenlanden Albrandswaard
Barendrecht Hendrik-Ido-Ambacht Papendrecht
Sliedrecht
HardinxveldGiessendam
6
Zwijndrecht
Oud-Beijerland Binnenmaas
Dordrecht ‘s-Gravendeel
Strijen
Cromstrijen
Een mozaïk aan plannen in de Deltapoort, juni 2007. de Stadsregio Rotterdam. Het gebied maakt deel uit van de Zuidvleugel, van de Randstad. Gezien de mainportfunctie heeft de Deltapoort intensieve (fysieke) relaties met en belangen in het Brabantse achterland en in de Rijn-Scheldedelta. Rotterdam en de Drechtsteden vormen, samen met de havens en de transportbundels, een sterk vervlochten gebiedseenheid die onlosmakelijk verbonden is met de rest van de Zuidvleugel. Op al die bestuurlijke schaalniveaus zijn vele partijen, organisaties en instanties actief. De Stadsregio Rotterdam en de Drechtsteden opereren op verschillende niveaus tegelijk, zodat beslissingen op meerdere niveaus gevolgen kunnen hebben, met alle risico’s op grote bestuurlijke drukte en grensconflicten. Een mozaïek aan plannen en projecten is hiervan het resultaat. Tegelijkertijd wordt er op het niveau van de Rijn-Scheldedelta gezocht naar nieuwe en innovatieve samenwerkingsverbanden tussen bedrijven en overheden. Die samenwerking moet leiden tot betere kwaliteit van de bereikbaarheid en de leefomgeving in de corridor tussen Rotterdam en Antwerpen. In het verlengde van de visies van Rotterdam en de Drechtsteden zijn ruimtelijke plannen en projecten gedefinieerd waarover bestuurlijke overeenstemming bestaat. De uitvoering stagneert echter, onder andere doordat sommige problemen als de externe veiligheid nog niet zijn opgelost. De bestuurders in de regio stellen zich steeds vaker de vraag hoe bestaande en nieuwe projecten met meer kwaliteit en samenhang kunnen worden gerealiseerd. Dat was mede de aanleiding voor deelname aan de Eo Wijersprijsvraag.
Ideeënprijsvraag Deltapoort: ‘Focus voor realisatie’
Stompwijk
Hazerswoude-dorp
Bodegraven
Leidschendam Benthuizen
Den Haag
Nieuwerbug Boskoop
Voorburg
Waarder
Zoetermeer
Reewijk
Nootdorp
Moerkapelle
Rijswijk
Monster
Waddinxveen
Gouda
Wateringen
Poeldijk
Driebruggen
Pijnacker
Kwintsheul Honselersdijk Naaldwijk
Zevenhuizen Haastrecht
Delft
s-Gravenzande
Bleiswijk
Berkel en Rodenrijs
Bergschenhoek
Moordrecht Gouderak Stolwijk
Hoek van Holland
De Lier
Schipluiden
Nieuwerkerk a/d/ IJssel Schoonhoven
Ameide
Berkenwoude Bergambacht
Groot Ammers
Rotterdam
Krimpen a/d IJssel
Noorderloos
Vlaardingen
Rozenburg
Nieuwpoort Ammerstol
Schiedam Oostvoorne
Ouderkerk a/d IJssel
Capelle a/d IJssel
Maasland
Maassluis
Lekkerkerk
Streefkerk
Krimpen a/d Lek
Brielle
Ottoland Molenaarsgraaf
Nieuw Lekkerland Bleskensgraaf
Vierpolders Zwartewaal Ridderkerk Rockanje
Heenvliet Geervliet Hendrik Ido Ambacht
Spijkenisse
Abbenbroek
Heerjansdam Oudenhoorn
Hekelingen Zuidland Nieuw-Beijerland
Sliedrecht
Hardinxveld Giesendam
Zwijndrecht
Heinenoord Oud-Beijerland
Dordrecht
Puttershoek Stellendam
Schelluinen
Go Papendrecht
Hellevoetsluis Goedereede
Giessenburg
Oud Alblas
Barendrecht
Nieuwenhoorn
Ouddorp
Hoornaar
Alblasserdam
Mijnsheerenland
Piershil
Maasdam
Goudswaard
Westmaas 's-Gravendeel Klaaswaal
Melissant
Mookhoek
Zuid-Beijerland
Sommelsdijk Middelharnis
Strijen
Schenkeldijk
Dirksland Stad aan 't Haringvliet
Numansdorp Strijensas
Herkingen
Nieuwe Tonge
Den Bommel
Deltapoort: drie niveaus.
Een hoogdynamische omgeving De grote rivieren van de Deltapoort doorsnijden en omgeven het gebied. De eilanden ertussen vormen samen met de rivieren de morfologische bouwstenen van de Deltapoort. Niet voor niets komen de aanduidingen ‘dam’ en ‘drecht’ overal terug. De dorpen en stadjes ontstonden bij de afdamming van veenriviertjes waar ze in de grote rivieren uitmondden (dam) of bij een doorwaadbare plek in de rivier (drecht). In dit gebied, dat al duizenden jaren de invloed ondergaat van zoet en zout water, komen drie grote landschappen bij elkaar: het kleilandschap van de Hoeksche Waard, het veenlandschap van de Alblasserwaard (tevens onderdeel van het Groene Hart) en de Biesbosch. De Deltapoort zou het scharnierpunt kunnen zijn tussen deze natuurrijke landschappen. De combinatie van groen en water biedt perspectief op (nieuwe) natuur, recreatie en hoogwaardige leefmilieus. In dit gebied ligt de kern van de grote Nederlandse wateropgave: risico’s en veiligheidsaspecten, de relatie tussen kust en delta, bo-
Eo Wijers-stichting – Prijsvraagronde 2008 – Rapport van de vakjury
demdaling en zeespiegelrijzing, de verwachte verhoogde rivierenafvoer en zoet-zoutproblematiek. Het omgaan met water is een steeds terugkerend element in de ontwerpopgaven in dit gebied. De kernen in het gebied vormen niet alleen een verstedelijkt landschap, maar ook een verzameling eilanden, ieder met hun eigen karakter. De versnippering van het gebied door grootschalige infrastructuur versterkt het eilandkarakter. Twee belangrijke internationale corridors van snelwegen en spoorverbindingen doorsnijden de Deltapoort: een noord-zuidcorridor van Amsterdam naar de Vlaamse Ruit en Parijs, en een west-oostcorridor die de mainport Rotterdam verbindt met het achterland, Duitsland en MiddenEuropa. Deze doorkruising veroorzaakt spanning tussen enerzijds de stijgende vraag naar vervoersmodaliteiten en anderzijds een toenemende druk op het leefklimaat, een gebrek aan bijzondere woonmilieus en de geringe aantrekkelijkheid vanuit internationaal concurrentieoogpunt. De komst van de Tweede Maasvlakte dreigt dit effect nog te versterken. Het logistieke netwerk van de regio
14
Zicht over de Noord en de Nieuwe Maas vanaf Kinderdijk. Kansen voor (nieuwe) bedrijvigheid en wonen langs de oevers, ook op de lange termijn.
15
Ideeënprijsvraag Deltapoort: ‘Focus voor realisatie’
Verkeersknooppunt Ridderster.
HSL-zuid.
biedt daarentegen ook volop kansen, bijvoorbeeld voor zogeheten value-added logistics. De ideeënprijsvraag Deltapoort bestaat uit drie ontwerpopdrachten op drie schaalniveaus. Op het hoogste niveau wordt de grootstedelijke agglomeratie van Rotterdam met de Drechtsteden bekeken, desgewenst in een ruimere context. Het tweede schaalniveau zoomt in op de Deltapoort, het gebied waar Rotterdam en de Drechtsteden tegen elkaar aan schuren als tektonische schollen. Op het laagste niveau worden de ambities van een deel van de Deltapoort uitvergroot, te weten in het Land van Waal, Devel en Oude Maas (IJsselmonde). Deze drie niveaus zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden, waarbij het de opgave voor de inzenders is om de ruimtelijke dynamiek in overeenstemming te brengen met bestaande en nieuwe gebiedskwaliteiten. Bovendien wordt de deelnemers gevraagd hun inzending in een essay te verwoorden en op een A3-pagina samen te vatten.
• de belangrijke stakeholders en hun belangen en ambities; • de meerwaarde en mogelijkheden van nieuwe kansen en allianties met respect voor bestaande visies; • een toespitsing op de Deltapoort met uit deze verbeelding voortvloeiende randvoorwaarden en criteria voor de ontwikkeling van dit tussengebied.
Niveau 1: De grootstedelijke regio Rotterdam-Drechtsteden
Het eerste deel van de prijsvraag betreft een verbeelding van de gewenste koers op basis van een krachtenveldanalyse op het niveau van (ten minste) de Stadsregio Rotterdam en de Drechtsteden. Het is essentieel om dit ruimtelijke krachtenveld inclusief zijn randvoorwaarden en allianties in beeld te brengen, omdat dit van invloed kan zijn op de hiervoor genoemde stads- en regionale visies en daaruit voortkomende programma’s en projecten. De aandacht op dit niveau gaat uit naar: • de relevante (geselecteerde) krachtenvelden en schaalniveaus;
Eo Wijers-stichting – Prijsvraagronde 2008 – Rapport van de vakjury
Niveau 2: Deltapoort
Deze koers voor de gehele regio moet leiden tot een heldere positionering van de Deltapoort inclusief bijbehorend ruimtelijk beeld en realisatiestrategie. Het eindproduct van deze fase moet een aansprekend ontwerp met toelichting op een schaal van 1:25.000 zijn. De opgave is ook hier om met het ontwerp een antwoord te geven op de verschillende soorten ruimtelijke dynamiek en een nieuw evenwicht te scheppen met bestaande en nieuw te ontwikkelen gebiedskwaliteiten. Ook hier kan een vernieuwd ruimtelijk ontwerp in combinatie met bijbehorende aanpak leiden tot een versterkt opdrachtgeverschap en dus realisatie van de gewenste ontwikkelingen. Uitgangspunt voor deze fase zijn de eerder door de regio gedefinieerde plannen en projecten. De groen-blauwe problematiek is op dit tweede niveau een integraal onderdeel van de prijsvraagopgave. De aandacht op dit niveau gaat uit naar: • de lopende plannen dienen als gegeven (zie kaarten); • de gekozen strategie als stimulans voor de uitvoering; • het benutten van de kansen en mogelijkheden voor een regio die internationaal moet concurreren;
16
Riviertjes als de Devel en de Waal dooraderen het gebied.
• impulsen aan de kwaliteit van de leefomgeving, de ruimtelijke kwaliteit en de leefbaarheid en de versterking van de economische positie van het gebied; • het antwoord op de wateropgave. Niveau 3: Land van Devel, Waal en Maas
Uitgaande van de eerste twee niveaus is de deelnemers gevraagd om hun ideeën vervolgens te concretiseren. Bij deze stap wordt ingezoomd op een specifiek deel van de Deltapoort, namelijk het gebied omsloten door Waal, Devel en Oude Maas. Er kan voor een of meer sleutelprojecten worden gekozen, uitgewerkt op kaarten met een schaal van 1:2500, waarin de strategie tot een uitvoeringsstrategie wordt vertaald. De aandacht op dit niveau gaat uit naar: • de benodigde ruimtelijke ingrepen, de inpassing in het gebied en (ontwerp)principes; • water en oevers, cultureel en natuurlijk erfgoed, ecologische verbindingen, groen en recreatie; • de benodigde investeringen en instrumenten; • prioriteitstelling; • een voorstel voor te betrekken en uitvoerende partijen en netwerken op de juiste schaalniveaus.
Eindoordeel De volgende criteria zijn bij de beoordeling van de inzendingen gehanteerd:
17
• Het moet gaan om een overtuigende, consistente en realistische ontwerpvisie en bijbehorende ontwikkelingsstrategie, die goed overdraagbaar is en zorgvuldig uitgewerkt op de drie niveaus van de prijsvraagopgave. • De plannen moeten integraal zijn en de creativiteit stimuleren in het vinden van een nieuwe balans tussen economie inclusief infrastructuur, leefklimaat inclusief groen-blauwe functies, en de wateropgave. • Er moeten originele en kansrijke functiecombinaties in het plan zitten. • Het besef moet doorklinken dat de komende 15 à 20 jaar de druk op de Deltapoort verder toeneemt door economische ontwikkelingen (waaronder uitbreiding van de infrastructuur) en door de wateropgave (zeespiegelrijzing en hogere rivierafvoeren). • De plannen moeten een momentum creëren, getuigen van de sense of urgency nu iets goeds te doen omdat anders kansen vervliegen om de kwaliteit van de Deltapoort te versterken. • De plannen moeten voorstellen bevatten voor het realisatietraject wat betreft opdrachtgeverschap, (financiële) haalbaarheid en communicatiestrategie.
Ideeënprijsvraag Vechtstreek: ‘Het buiten van de Randstad’
Een van de vele statige buitens aan de Vecht in de traditie van de Gouden Eeuw.
Eo Wijers-stichting – Prijsvraagronde 2008 – Rapport van de vakjury
18
De Vechtstreek is van oudsher het buiten van de Randstad. De spanning groeit tussen enerzijds het trage Vechtlandschap met zijn internationaal vermaarde kwaliteit en anderzijds de hoge ruimtelijke dynamiek in de Noordvleugel met zijn bundels infrastructuur en stedelijke druk. Voorkomen moet worden dat door kleine maar onsamenhangende ingrepen deze schitterende parel langzaam om zeep wordt geholpen. De opgave is om voor dit gebied inspirerende toekomstbeelden te maken die de bestaande initiatieven op een hoger plan kunnen tillen. De Eo Wijers-stichting heeft voor Vechtstreek in de voorbereiding met de streek in een tweede, besloten fase voorzien. Daarin krijgen de winnaars van de eerste fase de opdracht om met partijen uit de streek sleutelprojecten uit te werken en daar draagvlak voor te verwerven, zodat daadwerkelijke uitvoering mogelijk wordt. In de oprukkende verstedelijking van de Randstad vormt het gebied van de Vecht een welkome groene oase. De keten van statige buitenplaatsen langs de rivier, getuigt van de rijkdom van de Gouden Eeuw. Hoewel in de loop der tijden de stadsranden van Amsterdam en Utrecht in de richting van de Vechtstreek opschoven en de dorpen Maarssen en Breukelen aanzienlijk groeiden, bleven de landschappelijke kwaliteiten van de Vecht overeind. Inmiddels fungeert de Vechtstreek als het buiten van de noordelijke Randstad.
De Vechtstreek, vroeger.
Tot de Vechtstreek behoren ook delen van het cultuurhistorisch erfgoed Nieuwe Hollandse Waterlinie en Stelling van Amsterdam. Alleen langs het middendeel van de Vecht, de zogenoemde Herenvecht, wordt de Nieuwe Hollandse Waterlinie overklast door de cultuurhistorische laag van het lint van buitenplaatsen uit de zeventiende eeuw. De Herenvecht is daarmee de parel van de streek. De rivier heeft hier de potentie van een internationale toeristische trekpleister. De hoge landschappelijke, cultuurhistorische en ecologische kwaliteiten maken dat de Vechtstreek onderdeel is van de nationale landschappen Groene Hart, Nieuwe Hollandse Waterlinie en Stelling van Amsterdam en van de robuuste ecologische verbinding Natte As. De populariteit van de Vechtstreek als recreatiegebied en exclusief woon- en werkgebied zorgt voor economische impulsen, maar tegelijk voor toenemende druk op de landschappelijke en cultuurhistorische kwaliteiten.
Vier sferen van de Vechtstreek • Zuiderzeevecht: het meest noordelijke deel van de rivier waar de invloed van de Zuiderzee de steden een bijzonder karakter geeft. • Boerenvecht: verder in zuidelijke richting bepaalt het open agra-
19
De Vechtstreek, nu.
Ideeënprijsvraag Vechtstreek: ‘Het buiten van de Randstad’
rische landschap met verspreid liggende boerderijen de sfeer. • Herenvecht: hier zijn beeldbepalend de statige buitenplaatsen met hun parken en de afwisselende doorzichten op het achterliggende agrarische gebied. • Parkvecht: een bijzonder gedeelte met een stedelijk karakter in de stad Utrecht en met een overgang naar het parklandschap bij het dorp Maarssen.
Hoge en lage dynamiek
De vier sferen van de Vechtstreek: Zuiderzeevecht, Boerenvecht, Herenvecht en Parkvecht.
De Vechtstreek kampt met de opdringerige aanwezigheid van de verkeersinfrastructuur. De hoge dynamiek van de noord-zuidverbindingen (snelweg A2, de spoorlijn Utrecht–Amsterdam, het Amsterdam-Rijnkanaal) vormt een groot contrast met de trage Vecht, zijn buitens en priëlen, zijn pittoreske kernen. Het creëren van groen-blauwe oost-westverbindingen tussen de Loosdrechtse Plassen en de Vinkeveense Plassen is gecompliceerd vanwege de kruising met de dichte bundel van noord-zuidverbindingen. De uitdaging is om samenhang tot stand te brengen tussen die hoge en lage dynamiek. Verder moeten de vele plannen die van binnen en buiten op het gebied afkomen in samenhang worden gebracht. Als ergens de aanpak ‘behoud (en versterking) door ontwikkeling’ van toepassing is, dan is het in dit gebied.
Gebiedsvisie Vechtstreek als uitgangspunt Muiden Weesp
Amsterdam Vecht
Abcoude
Am st er da
Angstel
m -R ijn ka
na al
Gein
Nederhorst den Berg
Vreeland
Loenen
* *
Loosdrechtse Plassen
Breukelen
Maarssen MaarssenBroek
Utrecht
De Vechtstreek: drie niveaus.
Eo Wijers-stichting – Prijsvraagronde 2008 – Rapport van de vakjury
Op verzoek van Provinciale Staten van de provincie Utrecht en van partijen uit de streek is de Gebiedsvisie Vechtstreek geschreven. Deze is gericht op het scheppen van samenhang en op het regisseren van de druk die op het gebied staat. De Gebiedsvisie past in de nationale programma’s Groene Hart, Nieuwe Hollandse Waterlinie, Stelling van Amsterdam, Natte As en de Kaderrichtlijn Water. Ook sluit zij aan op de provinciale kaders en de programma’s Groene Uitweg en Groene Ruggengraat. De visie is bedoeld om lopende programma’s versterken. De Gebiedsvisie streeft naar een landschappelijke eenheid van formaat om weerstand te bieden aan de verstedelijkingsdruk en de – soms sluipende – versnippering van het landschap. Deze doelen moeten worden bereikt door: • behoud en ontwikkeling van gebiedskwaliteit; • het op elkaar afstemmen van gebruiksfuncties; • het ontwikkelen van netwerken voor recreatief verkeer; • en het investeren in informatie, communicatie en educatie. De Gebiedsvisie Vechtstreek vormt het uitgangspunt voor de prijsvraag. De opgave van de Eo Wijersprijsvraag is om de doelstellingen van de Gebiedsvisie op een beeldende wijze te vertalen in een inspirerend ontwerp voor de toekomst, inclusief een uitvoerings-
20
versterking, vooral door het scheppen van grotere landschappelijke eenheden.
Cultuurhistorie Hoe is het erfgoed te behouden (door ontwikkeling) en samenhang te brengen in acties van bewaring en ontsluiting van de cultuurhistorische objecten?
Veenstroompje dat onder het spoor door in de Vecht uitkomt. strategie. Ontwerpers kunnen samenhangende oplossingen zichtbaar maken en draagvlak en enthousiasme opwekken bij de betrokken partijen. Deze eerste ideeënfase van de prijsvraag Vechtstreek bevat ontwerpopdrachten op drie schaalniveaus. Het hoogste schaalniveau is de hele Vechtstreek in de Noordvleugel van de Randstad. Op het tweede schaalniveau zoomen we in op de parel van de zeventiende eeuw, de Herenvecht van Maarssen tot Vreeland. In dit centrum van het Vechtgebied verhevigt de dynamiek van de hele Vecht zich. Op het derde niveau gaat het om lokale opgaven binnen de Herenvecht. De drie niveaus zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. De plannen moeten op alle niveaus samenhang brengen in lopende initiatieven die in de Gebiedsvisie zijn beschreven. Steeds moet de ruimtelijke dynamiek in overeenstemming gebracht worden met bestaande en nieuw te ontwikkelen gebiedskwaliteiten. Bovendien wordt de deelnemers gevraagd hun inzending in een essay te verwoorden en op een A3-pagina samen te vatten.
Landbouw De schaalvergroting van de landbouw verhoudt zich slecht tot de landschappelijke en cultuurhistorische ambities. Waar is ruimte voor ontwikkeling van een vitale landbouw en waar zijn goede combinatiemogelijkheden met andere functies mogelijk? Recreatie Vanuit natuurbelang is recreatie vaak bedreigend, maar voor recreatie is natuurontwikkeling een kans vanwege het streven naar kwaliteit en authenticiteit. De mogelijkheden voor synergie van cultuurhistorie, natuur en recreatie vragen om een visie op recreatieve ontsluitingen, verbindingen en knooppunten. Ecologie Centraal staan robuuste ecologische eenheden en verbindingen, met goede waterkwaliteit en afgestemd waterbeheer. Bijzondere opgave in het gebied is de invulling van de Natte As: een groene ruggengraat die het gebied van oost naar west doorkruist en mededrager moet worden van het landschap. Water De belangrijkste wateropgaven voor de Vecht en zijn omliggende polders zijn de waterkwaliteitsmaatregelen die in de Kaderrichtlijn Water zijn opgenomen.
Niveau 1: De Vechtstreek
Het eerste niveau betreft de bovenregionale opgave, een ruimtelijk beeld voor de gehele Vechtstreek op een schaal van 1:100.000. In de inzendingen moeten de cultuurhistorische en landschappelijke kwaliteiten van de Vechtstreek leidend zijn en moet tegelijk ruimte worden geboden aan gebruiksfuncties. Zowel vanuit de wijdere omgeving als van binnenuit. Belangrijke deelaspecten zijn:
Landschap De ruimtelijke drager van het landschap is de Vecht met zijn zijtakken. Ingrepen moeten de verschillende sferen van de Vecht versterken. De landschappelijke kwaliteiten, zoals de contrasten tussen de open veenweidegebieden en besloten oeverwallen vragen om
21
Wonen en werken Er zijn stimulansen mogelijk zoals de realisatie van buitenhuizen, buitenplaatsen en herenhuizen in landelijke stijl. Daarnaast moet er ruimte zijn voor hoogwaardig wonen en werken bij kernen. Niveau 2: De Herenvecht
Het tweede niveau betreft de Herenvecht. Dit is het hart van de prijsvraag. Hier moet zichtbaar worden welke samenhang in de initiatieven kan zorgen voor versterking van de gebiedskwaliteit. De deelnemers moeten aandacht hebben voor de mogelijke synergie tussen gebiedskwaliteit en gebruiksfuncties en voor de dilemma’s die die oproepen. Op welke wijze kan de Herenvecht met de gege-
Ideeënprijsvraag Vechtstreek: ‘Het buiten van de Randstad’
ven dynamiek zijn bijzondere kwaliteiten behouden en hoe kan deze parel verder worden uitgebouwd? Ook zal een hiërarchie in de strevingen moeten worden aangebracht, waarin duidelijk wordt dat de cultuurhistorie als leidend thema overeind blijft. In de plannen moet een balans zijn tussen waardebehoud en dynamiek. De visie van de inzenders moet tot uiting komen in een regionaal ontwerp met inspirerende beelden, die vanzelfsprekend veel concreter zijn dan bij het toekomstbeeld voor het gehele Vechtgebied. Hier wordt ook de esthetische opgave zichtbaar. In het regionaal ontwerp moet een aantal aspecten aan de orde komen. • De aanleg van een robuuste ecologische structuur met een goede waterkwaliteit moet verweven worden met de fijnmazige groene structuur van de landgoederen. Anders gezegd: hoe kan de groene ruggengraat als oost-westverbinding fungeren en tegelijk bijdragen aan de kwaliteiten van de Herenvecht? • Er moet een balans komen tussen het behoud van het cultuurhistorisch erfgoed en de inrichting als trekker voor kwaliteitstoerisme. De Vecht is de parel van dit erfgoed en de Hollandse Waterlinie staat op een mooie tweede plaats. Het te ontwikkelen recreatieraster (de combinatie van netwerken) moet een bruikbare structuur opleveren voor automobilist, wandelaar, fietser en kanovaarder. • Omdat het niet de bedoeling is dat de streek in een openluchtmuseum verandert, moet er ook aandacht zijn voor nieuwe landgoederen, ‘Vechts bouwen’ bij de kernen, kleinschalige woon- en werklocaties en leefbaarheid voor de bewoners. De behandeling van deze thema’s moet een duidelijk kader bieden voor de uitwerking via sleutelprojecten op het derde niveau van de prijsvraag is. Daar laten de inzenders namelijk zien dat hun ontwerp geschikt is voor de uitwerking van uitvoeringsgerichte ontwerpopgaven op het lokale niveau. Het regionaal ontwerp voor de Herenvecht moet worden ingediend op een schaal van 1:25.000. Niveau 3: Sleutelprojecten
Het derde niveau betreft sleutelprojecten die bepalend zijn voor de realisatie en uitvoering van de ontwikkelingen uit de eerste twee niveaus. Inzenders moeten één sleutelproject uitwerken tot op een schaal van 1:5000. De inzenders mogen zelf een project bepalen of een van de volgende kiezen: • Nieuwersluis, knooppunt in de groene ruggengraat. Hier kruist deze groen-blauwe drager het Amsterdam-Rijnkanaal, de Vecht, de Nieuwe Hollandse Waterlinie en de buitenplaatsen. • Breukelen-dorp met verbinding naar Scheendijk, knooppunt in
Eo Wijers-stichting – Prijsvraagronde 2008 – Rapport van de vakjury
het recreatieraster. Aandacht voor dwarsverbanden en balans met netwerken: ecologie, recreatie en infrastructuur. Deze uitwerkingslocaties liggen op knooppunten van laag- en hoogdynamische netwerken. De inzending moet een concreet, realistisch, haalbaar ontwerpidee bevatten voor een project en voorzien zijn van een uitvoeringsstrategie en financiële onderbouwing.
Beoordeling De volgende criteria zijn bij de beoordeling van de inzendingen gehanteerd: • De plannen moeten een aansprekende meerwaarde hebben voor de vele lokale initiatieven en daardoor partijen motiveren de ontwikkeling van de streek tot een gezamenlijke opgave te maken en te participeren in de uitvoering. • De plannen moeten op innovatieve wijze de streekidentiteit versterken. • De plannen moeten integraal zijn en zicht bieden op een bestendig evenwicht tussen de toenemende economische dynamiek en de kwaliteit van het Vechtlandschap. Er moeten originele en kansrijke functiecombinaties in zitten. • De plannen moeten overtuigen van de noodzaak nu iets goeds te doen, omdat anders kansen gemist worden om de unieke kwaliteit van de Vechtstreek als buiten van de Randstad te behouden en te verrijken. • De ontwerpvisies moeten realistisch en consistent zijn op de drie niveaus van de prijsvraag, creativiteit uitstralen en goed overdraagbaar zijn. • De uitwerking van de sleutelprojecten moet inzicht bieden in financiële haalbaarheid en draagvlak.
De uitwerkingsfase Op een soortgelijke wijze als bij de ontwerpopgave voor het gebied Beerze Reusel in de zevende prijsvraag is voor Vechtstreek een tweede fase voorzien, waarin de ideeën verder worden uitgewerkt. Het zal dan gaan om de uitwerking van een of meer sleutelprojecten samen met betrokken partijen in de streek en het opstellen van een uitvoeringsprogramma voor die sleutelprojecten.
22
De Vecht, het Amsterdam-Rijnkanaal en diverse wegen doorsnijden het landschap van de 'Parkvecht' tussen Maarssen en Oud-Zuilen.
23
Eo Wijers-stichting – Prijsvraagronde 2008 – Rapport van de vakjury
24
Vakjury en streekjury’s
2 Het oordeel van de jury
25
Winnaars Deltapoort Geen winnaars Vechtstreek De winnaars voor de prijsvraag Deltapoort zijn:
Eerste prijs € 20.000,–: Kerend tij
Gedeelde tweede prijs € 8.000,–: Overhoekse Waard
Gedeelde tweede prijs € 8.000,–: Blauw Bloed Er waren onder de inzenders slechts twee teams van jonge ontwerpers, namelijk ‘Leefruimte voor ontwikkeling’ en ‘Frisse Wind’, waarbij het laatste team zelf niet aangaf uit ‘jonge vakgenoten’ te bestaan, maar dat wel volledig uit studenten was samengesteld. De vakjury waardeert deze inzendingen bijzonder, maar acht ze te mager voor een prijs. De inzendingen voor Vechtstreek leverden niet de antwoorden op waarnaar in het prijsvraagprogramma werd gevraagd. De vakjury heeft daarom besloten om voor deze ideeënprijsvraag geen winnaars aan te wijzen en het prijzengeld aan de Eo Wijers-stichting terug te geven.
Eo Wijers-stichting – Prijsvraagronde 2008 – Rapport van de vakjury
26
Het werk van de jury en de interactie met de streekjury’s
Streekjury Deltapoort Net als bij de zevende prijsvraag is deze keer gekozen voor een getrapt model met een vakjury en een streekjury. De vakjury is samengesteld uit deskundigen op het gebied van het regionaal ontwerpen, van het organiseren van publiek en privaat opdrachtgeverschap en van het koppelen van ontwerp aan uitvoering op bovenlokaal niveau. De vakjury vertegenwoordigt het wetenschappelijke veld, het rijksbeleid en de advieswereld. De vakjury vervulde tijdens de voorbereiding van de prijsvraag een belangrijke ondersteunende rol bij het doorgronden van de regionale problematiek en het formuleren van de opgaven. De streekjury bestaat uit betrokken burgers, ondernemers en bestuurders. De leden van de streekjury hebben bestuurlijke of zakelijke betrokkenheid bij de regio en kennen het gebied goed. Hierdoor kan de streekjury het draagvlak voor de verschillende inzen-
dingen op waarde schatten, de koppeling met lopende planvorming leggen en de realiseerbaarheid inschatten. De vakjury beoordeelde de inzendingen, bepaalde de prijswinnaars van de ideeënprijsvraag Deltapoort en adviseerde de Eo Wijersstichting over de inzendingen voor Vechtstreek. De streekjury’s adviseerden de vakjury welke inzendingen zij realistisch, oplossend en realiseerbaar achten, en in hoeverre de inzendingen aansluiten bij lopende planvorming en kunnen rekenen op draagvlak bij de bevolking. In een volgende fase voor Vechtstreek worden de rollen omgedraaid. Dan neemt de streekjury de leiding en krijgt de vakjury de rol van adviseur.
De aankomst van de inzendingen Op de informatiemarkt van 30 mei in het Utrechtse Paushuis klonk het officiële startschot voor de achtste prijsvraag. Op de uiterste inleverdatum 17 oktober konden de zeventien secretarissen negentien inzendingen – veertien voor Deltapoort, vijf voor Vechtstreek – uitpakken, ordenen en controleren op formele aspecten. Alle inzendingen voldeden aan de eisen en waren compleet, al misten soms digitale bestanden van de inzending. De essays en samenvattingen werden gekopieerd en samen met een dvd met alle digitale bestanden naar de vak- en streekjuryleden verzonden. De A0-panelen gingen naar de twee streekjury’s die in drie bijeenkomsten tot een advies aan de vakjury kwamen. Ruim voor 19 november kwamen de panelen van beide regio’s weer retour om op het Schip van Blaauw in Wageningen te worden uitgestald voor de voorselectie van de vakjury.
Streekjury Vechtstreek
27
Voorselectie door de vakjury Op 19 november vond de voorselectie door de vakjury plaats. De juryleden lazen en bekeken stukken. De panelen stonden opgesteld door het gebouw en werden van een kleurcode voorzien: geel voor afvallers, blauw voor twijfelgevallen en groen voor kanshebbers. De jury beoordeelde op creativiteit en vindingrijkheid, volledigheid en realiteit, consequentheid en doorwerking op de verschillende schaalniveaus. De essays en panelen werden eveneens bekeken op helderheid en presentatie. Vervolgens bekeek de jury alle inzendingen nogmaals gezamenlijk en voorzag ze van commentaar. Daarbij vielen voor Deltapoort acht inzendingen af, over vier werd getwijfeld en twee werden als kanshebber gezien. Voor Vechtstreek vielen drie inzendingen in deze ronde af en kwamen er twee terecht in de categorie ‘twijfel’.
Deltastad 2040, Deltadynamiek en Blauw Bloed. Met een kleiner aantal inzendingen had de streekjury van Vechtstreek het nog niet makkelijker, vertelde voorzitter Peter Rombouts. Hij werd vergezeld door secretaris Aart Kees Evers, Steven de Clercq van de Vechtplassencommissie en adviseur Rien van den Berg van de Eo Wijers-stichting. Hoewel de verwachtingen niet door de inzendingen werden ingelost, prikkelden de ontwerpen wel de nieuwsgierigheid en werden aanknopingspunten gezien voor een volgende fase. De streekjury acht drie inzendingen kansrijk voor een uitwerking, namelijk Dutch Paradise, Vlechtwerk en Vechtcode. De vakjury complimenteerde de streekjury’s met hun enthousiasme en ambitie, en bedankte hen voor de gedegen adviezen. Over het eigen oordeel kon de vakjury nog niets loslaten.
De streekjury’s adviseren
De vakjury beraadslaagt en oordeelt
Op basis van hun bevindingen in de eerste weken van november kwamen de streekjury’s ieder tot een advies. De drie samenkomsten werden door beide streekjury’s al als bijzonder prettig ervaren. De energie die de discussies over de ontwerpen opleverden werd als eerste winst voor de regio gezien. In beide regio’s was de beoordeling een intensief proces met grote betrokkenheid en goede begeleiding. Zowel de streekjury van Deltapoort als die van Vechtstreek kwam tot drie favoriete inzendingen. Het advies van de streekjury’s werd door hun secretarissen op schrift gesteld en aan de vakjury verstuurd. Op 26 november lichtten de streekjury’s hun adviezen aan de vakjury toe, wat vaak gepaard ging met een indringend vraaggesprek. Het advies van Deltapoort werd toegelicht door de voorzitter van de streekjury, Jon Hermans-Vloedbeld, burgemeester van Ridderkerk. Zij werd daarbij ondersteund door een delegatie van de streekjury, bestaande uit Jaap den Ouden, Martijn Boelhouwers, Jan de Bont en Gerdien Muilman-Boersma. Jos Lambrechtsen en Chaja Heyning waren aanwezig als adviseurs namens de Eo Wijersstichting. De streekjury was bijzonder enthousiast over de plannen en het proces en zag een nieuwe toekomst voor de Deltapoort voor zich ontvouwen. Enkele ingrediënten bleken voor de streekjury cruciaal voor een positieve beoordeling van een plan, zoals het oplossen van de problematiek van Kijfhoek en het ontlasten van de infrastructuur door aanleg van de A4. Daarnaast meende de streekjury dat een impuls van formaat nodig is om een kwaliteitsverbetering in gang te zetten. De streekjury herkende de grootste kansen in drie inzendingen:
Op 26 november viel het oordeel van de vakjury. De kanshebbers en twijfelaars die de vakjury de week ervoor had geselecteerd kwamen voor Deltapoort niet volledig overeen met het advies van de streekjury, al bleken de kanshebbers van de vakjury ook pas in tweede instantie bij de streekjury te zijn afgevallen. De inzendingen werden opnieuw uitgebreid bestudeerd. Dit leidde tot enkele aanvullende argumenten, maar de jury bleef bij zijn oordeel van 19 november dat Kerend Tij en Overhoekse Waard boven de andere inzendingen uitstijgen. In het positieve advies voor Blauw Bloed volgde de vakjury uiteindelijk de streekjury, gezien het visionaire concept van het plan. De vakjury verwacht met deze drie inzendingen drie goede adviseurs voor Deltapoort te hebben gevonden, zodat de streekjury wellicht de impuls kan vinden om zijn ambities te verwezenlijken. In het geval van Vechtstreek stond de vakjury uitgebreid stil bij de rol die de plannen kunnen spelen in het gebiedsproces. De twee inzenders waar de vakjury over twijfelde waren door de streekjury voorgedragen, alsmede een derde: Dutch Paradise. De vakjury zag echter in deze inzendingen onvoldoende realiteit, diepgang en ontwerpkracht om daarmee op de rijdende trein van de planvorming in het gebied te springen. Daarvoor was blijkbaar de opgave van de prijsvraag niet scherp genoeg geweest. Door de bal weer in de streek te leggen, wil de vakjury de streek de kans geven om de opgave alsnog te concretiseren.
Eo Wijers-stichting – Prijsvraagronde 2008 – Rapport van de vakjury
28
Vakjury
Streekjury Vechtstreek
Dirk Sijmons (voorzitter) – directeur H+N+S Landschapsarchitecten en hoogleraar TU Delft Albert van Hattum – associé Boer en Croon Kees Lever – directeur Regionale Zaken bij het ministerie van LNV Henk Ovink – directeur Nationale Ruimtelijke Ordening bij het ministerie van VROM Renske Peters – directeur Water bij het ministerie van VenW Paul Rüpp – gedeputeerde Noord-Brabant Geert Teisman – hoogleraar bestuurskunde Erasmus Universiteit Rotterdam en bestuurslid Habiforum Ada Wildekamp – zelfstandig adviseur, oud-bestuurder in NoordHolland
Peter Rombouts, voorzitter Bert Nagel, wethouder gemeente Breukelen Margot Rehbock, wethouder gemeente Loenen Warner van Vossen, wethouder gemeente Maarssen Annemarie Worm-de Moel, burgemeester gemeente Muiden Steven de Clercq, vicevoorzitter Vechtplassencommissie Henk Jan Soede, voorzitter Agrarische Natuur- en Landschapsvereniging Vechtvallei Taco Jansonius, accountmanager Kamer van Koophandel MiddenNederland Yvonne Horsten-van Santen, regiodirecteur Staatsbosbeheer Marion di Bucchianico, Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht (AGV) Ted van Paassen, coördinator AVP Utrecht-Midden provincie Utrecht.
Ondersteuning vakjury
Hans Leeflang (voorzitter bestuur Eo Wijers-stichting) Corné Paris (bestuur Eo Wijers-stichting) Henk van Blerck (secretaris vakjury) Kees van Dam (secretaris vakjury)
Streekjury Deltapoort Jon Hermans-Vloedbeld, voorzitter, gemeente Ridderkerk Jaap den Ouden, Mercon Peter Bos, regionale brandweer ZHZ Freek van Valk, Van der Valk Ridderkerk Martijn Boelhouwers, Buro Ma-am Jan de Bont, De Bont Solutions BV Carol Hol, Concire Ellen Verkoelen, Zuid-Hollandse Milieu Federatie Marcel Doodkorte, gemeente Hendrik-Ido-Ambacht Arie Dost, gemeente Zwijndrecht Dick Verheijen, gemeente Dordrecht Martin van Engelshoven-Huls, provincie Zuid-Holland Ondersteuning
Gerdien Muilman-Boersma, secretaris streekjury, gemeente Dordrecht Chaja Heyning, bureau Eo Wijers-stichting Jos Lambrechtsen, bureau Eo Wijers-stichting
29
Ondersteuning
Aart Kees Evers, secretaris streekjury, provincie Utrecht Dienke van der Werf, bureau Eo Wijers-stichting Rien van den Berg , bureau Eo Wijers-stichting Frans de Nooij, bureau Eo Wijers-stichting Carola Berkelaar, provincie Utrecht
Eo Wijers-stichting – Prijsvraagronde 2008 – Rapport van de vakjury
30
Juryoordeel over de inzendingen voor de ideeënprijsvraag Deltapoort De inzendingen van de winnaars
3 Deltadijk of deus ex machina
31
Juryoordeel over de inzendingen voor de ideeënprijsvraag Deltapoort
Wat is de identiteit van het gebied van de Deltapoort?
heid relatief weinig werkgelegenheid oplevert. Zo
Zijn dat de lichtjes van het werklandschap Europoort?
werkt de functionele ruimtelijke scheiding tussen
Net als een luchthaven trekken hoogdynamische plek-
stad en haven door in het maatschappelijk tekort aan
ken bevolking aan, ondanks de geluidsoverlast en
voldoende gekwalificeerd havenpersoneel.
veiligheidsrisico’s. Hoe kan betekenis worden gegeven aan fluviatiele plekken in de maatschappij?
Uit de plannen van veel inzenders zou je een treurige
Enkele plannen spelen op deze aantrekkingskracht in,
conclusie kunnen trekken: op eigen houtje kan een
zoals het plan Overhoekse Waard met zijn werkland-
regio geen structurele verbetering bewerkstelligen.
schappen en ‘De schakelaar’.
Een aanjager van het formaat ‘Olympische Spelen’ vinden de opstellers van het plan Deltastad 2040 no-
In de regio spelen tal van problemen, onder meer op
dig om de in elkaar verstrengelde problemen los te
het gebied van infrastructuur, locaties voor bedrijfs-
schudden. Er is een deus ex machina nodig: iets wat
vestiging en werkgelegenheid. De tragiek van de wa-
of iemand die op een beslissend ogenblik als het
tergebonden bedrijvigheid rondom Dordrecht is dat
ware uit het niets de oplossing tevoorschijn tovert in
deze te kleinschalig en weinig kapitaalkrachtig is om
een hopeloos vastgelopen situatie.
zich zonder externe financiële impuls naar elders te
Als organisatorisch en logistiek model werkt een ge-
verplaatsen. Deltapoort zou wel eens de eerste grote
meenschappelijk project met een duidelijke deadline
krimpregio van de Randstad kunnen worden. Nu al
als die van een Olympische Spelen perfect. Zelfs het
komen 55.000 mensen dagelijks uit Brabant voor hun
proces van kandidaatstelling is van belang. Parijs
werk naar de regio Deltapoort. Studenten blijven na
heeft de reputatie zich overal kandidaat voor te stel-
hun opleiding niet in deze regio wonen, vooral omdat
len, niet om verkozen te worden, maar omdat het ma-
opleidingen niet aansluiten op de bedrijvigheid in de
ken van een presentatie zo veel energie, ideeën en
Deltapoort en omdat veel havengebonden bedrijvig-
synergie oplevert dat wenselijke ontwikkelingen van
Eo Wijers-stichting – Prijsvraagronde 2008 – Rapport van de vakjury
32
de grond komen. Ook zonder een uitverkiezing. Wel is de vakjury van mening dat het mikken op een icoon en aanjager buiten het Nederlandse systeem een grote gok is. Stel dat die Olympische Spelen hier niet komen. Wat dan? Is er dan inderdaad zoveel synergie ontstaan dat, net als in Parijs, de streekontwikkeling wel doorgaat? Bij de vakjury heeft een inzending die voortbouwt op de kwaliteiten in de streek en de karakteristieke structuren van het landschap een streep voor. Aan de voorstellen voor het grote rangeerterrein Kijfhoek midden in het gebied besteedde de vakjury veel aandacht, omdat dit in veel inzendingen terecht een centrale rol speelt. Sommigen verplaatsen Kijfhoek, anderen koppelen er nieuwe ontwikkelingen aan. Verplaatsing lijkt weinig realistisch nu het goederenvervoer per spoor groeit. Hier worden treinen vanuit heel Nederland geheuveld om na hergroepering weer in de richting van bijvoorbeeld Duitsland te gaan. Kijfhoek fungeert als draaischijf en deze logistieke functie vergt nu eenmaal ruimte. Wanneer het hart tussen de slagaders Amsterdam–Rotterdam–Antwerpen en de Betuwelijn wordt verplaatst, dreigt een logistiek infarct.
33
Kerend Tij Eerste prijs
Kerend Tij laat zien dat het complexe logistieke netwerk van de regio volop kansen biedt. De voorgestelde Deltadijk is een ingreep in het waterhuishoudkundig en veiligheidssysteem die weliswaar ingrijpend is – en zeker nog niet volledig doordacht op alle mogelijkheden en consequenties – maar wel kansrijk en een logische en tegelijkertijd onverwachte stap in de historische ontwikkeling van het gebied. De beelden vertellen minder dan gehoopt. Daardoor blijft de uitwerking, hoe concreet ook, nogal schemerig. Zo verrijst een geheel nieuwe stad buiten de Deltadijk – is dat wel wenselijk? Waarom wordt de nieuwe dijk op de locatie van de N3 gelegd en niet elders? In ieder geval krijgt het gebied drie verschillende woonmilieus: veilig achter de dijk, hoogwaterbestendig verhoogd, en waterrijk als de Biesbosch. Het verstedelijkingsprogramma is fors, maar gaat gepaard met herstructurering van bestaande wijken. De streekjury vindt Kerend Tij niet realistisch door de oplossing die bij Dordrecht werd gevonden voor het spoor en het station. Die is volgens de streekjury niet levensvatbaar. Door het station in de richting van het water te verschuiven wordt volgens de vakjury inderdaad ingeboet op reizigerspotentieel. Daarentegen geeft het plan een oplossing voor het gevaarlijke goederenvervoer over het spoor door dit via het zuiden om te leiden. De infrastructuur wordt gebundeld, en tegelijkertijd worden lokaal en doorgaand verkeer ontkoppeld. Kerend Tij stelt de toevoeging voor van verschillende interessante woon- en werkmilieus zonder kostbare en ongewisse ingrepen zoals het verplaatsen van Kijfhoek. De vakjury is ten slotte van mening dat Kerend Tij eerder de prijs verdient dan de drie favorieten van de streekjury omdat deze inzending een samenhangende visie biedt met oplossingen waarnaar de streekjury op zoek is geweest getuige hun appreciatie van een aantal vergelijkbare (losse) onderdelen in de drie genomineerde inzendingen.
Eo Wijers achtste prijsvraag
Uit de inzending spreekt een groot gevoel van eigenwaarde en trots voor het gebied. Daarmee worden negatieve ontwikkelingen omgebogen in positieve. Hoge en lage delen in het gebied krijgen eigen functionele invullingen. Daarnaast is het plan mooi vormgegeven en goed toegelicht met een helder geschreven tekst. De niveaus zijn goed en consequent uitgewerkt. De aanleg van de nieuwe Deltadijk past in een visie op de Deltapoort als deel van de waterhuishoudkundige organisatie van West-Nederland. De infrastructurele organisatie wordt binnen die visie aangepast en ingepast. Weinig inzenders verankeren hun voorstellen in een visie op die op alle schaalniveaus uitgewerkt is. Tot slot richt de inzending de aandacht op een pretentieuze uitvoeringsstrategie met een gefaseerd uitvoeringsprogramma en bestuurlijke arrangementen waarmee het regiobestuur aan slagkracht kan winnen.
34
Essay Kerend Tij
Dordrecht, ooit de poort van Holland. Strategisch gelegen op de rand van zee en rivier. Belangrijk geworden door stapel en tol. Later een vanzelfsprekend knooppunt in de nationale infrastructuur van water, weg en rail. Maar nu gaan de HSL en de Betuweroute om de stad heen. Ze hebben geen functie voor het gebied zelf. Met de ontwikkeling van de andere Drechtsteden is de afgelopen decennia een stedelijk gebied ontstaan met 260.000 inwoners in een waterrijke omgeving temidden van grote landschappen. In deze Deltapoort weegt het belang van de corridors van en naar de mainport zwaar. De kwaliteit van het gebied heeft te weinig aandacht, verrommeling heerst. Een neerwaartse spiraal dreigt. De vraag om meer aandacht voor de Deltapoort is terecht. De watergebonden maakindustrie, waarin de Drechtsteden ooit zo sterk waren, neemt verder in betekenis af. De economische herstructureringsopgave is groot en komt moeilijk van de grond. Wijken in Dordrecht als Krispijn, Wielwijk en Crabbehof kampen met sociaaleconomische problemen en hebben een geringe kwaliteit. Deze regio zal als een van de eerste in de Randstad krimp voelen door leegloop en vertrek van het draagkrachtige deel van de bevolking. Niets doen is geen optie. Het duurzaam verbinden van dynamiek en leefbaarheid vraagt naar onze overtuiging om een samenhangende visie op het dynamische landschap van de Deltapoort én de Drechtsteden. Met deze inzending willen wij het tij keren. In een wenkend perspectief geven wij aan hoe de zo verschillende belangen verenigd kunnen worden. Geen eindbeeld, maar een verbeelding van onze visie. Geen plan, maar een toekomst. Op zoek naar de hefboom De zeven gemeenten aan de rivier werken samen als de Drechtsteden. Dit samenwerkingsverband lijkt vooral bezig met het bereiken of behouden van consensus tussen de gemeenten. Het ruimtelijk beleid is te defensief, het ambitieniveau te laag – te veel een optelsom van projecten. De zo noodzakelijke kwaliteitsslag komt niet van de grond. Er ligt geen degelijke ruimtelijke analyse, er is geen samenhangende ruimtelijke toekomstvisie. Wethouder Spigt van Dordrecht zegt het zo: ‘We kunnen daarover eindeloos vergaderen, maar we kunnen ook meedoen aan de Eo Wijersprijsvraag. Ik hoop dat daar zulke sterke visies uit voortkomen dat de overheden in het gebied gedwongen worden tot een inhoudelijk gesprek erover en dat ze met heel goede argumenten moeten komen als we goede ideeën niet zouden uitvoeren. Als je met goede oplossingen komt, wordt de ruimte om te praten groter.’ De Drechtsteden zoeken een hefboom, een strategie, een koers. De
Eo Wijers-stichting – Prijsvraagronde 2008 – Rapport van de vakjury
Drechtsteden moeten zich uitgedaagd voelen om deze kans te vertalen in een wenkend perspectief, een gedragen strategie. De Drechtsteden moeten daartoe meer zijn dan een platform. Het bestuur van de Drechtsteden neemt de regie bij de uitvoering van het proces van duurzame gebiedsontwikkeling dat noodzakelijk is voor de realisatie van deze strategie. Het idee dat wij verbeelden is geen eindbeeld, maar een strategie of koers. Het is een wenkend perspectief, dat de projecten en partijen bij elkaar brengt op basis van urgentiebesef, gedeeld verlangen en afhankelijkheid. Het moet de Drechtsteden, maar ook de partners binnen de Zuidvleugel, de provincie en het rijk op één lijn brengen. Het moet de Drechtsteden de focus en bestuurskracht geven om deze kans voor een kwaliteitsslag in de stedelijke ruimte optimaal te benutten. Wij hopen dat dit beeld inspireert. Alleen als mensen, instellingen, bedrijven en marktpartijen willen investeren, is er draagvlak voor deze strategie. Perspectief Waterstad 2048 Holland heeft weer een poort om trots op te zijn. De stad aan het water is goed bereikbaar en gastvrij. De stad is duidelijk trots op de ingenieurskunst en de vele waterwerken in en om de stad. Hij staat internationaal bekend als the place to be van het waterwerk. Er is een breed aanbod aan hoger onderwijs. Het voorzieningenniveau heeft een schaalsprong gemaakt. Het Kenniscentrum voor de Delta is nu hier ondergebracht. Vanuit één gemeenschappelijk gedragen visie, één krachtig ruimtelijk concept hebben de Drechtsteden zich ontwikkeld tot een stedelijk gebied met een eigen profiel: Waterstad. Het netwerk van waterbussen en -taxi’s draagt bij aan deze identiteit. De stadsdelen concurreren niet met elkaar, maar bieden met elkaar een mozaïek aan woonmilieus, werkplekken en maatschappelijke en culturele voorzieningen. Het is een stedelijke archipel waarin elke plek een eigen karakter en aantrekkingskracht heeft. De belangen van de corridor en de belangen van de leefruimte zijn door duurzame gebiedsontwikkeling met elkaar verbonden. De corridors zijn duurzaam veiliggesteld. Door het goed inpassen van de transportassen heeft het stedelijk gebied aan leefkwaliteit gewonnen. Op de randen van land en water zijn hoogwaardige woonmilieus gerealiseerd. Het is een gebied waar mensen graag willen wonen en waar bedrijven zich graag vestigen. Strategie: Stromenland en Eilandenrijk Onze strategie om dit perspectief te realiseren is gericht op het duurzaam veiligstellen van de corridorfunctie in het gebied en het vergroten van de kwaliteit van het leefgebied van de Deltapoort,
38
inclusief de Drechtsteden en het Eiland van Dordrecht. De strategie is uitgewerkt in twee programmalijnen: Stromenland en Eilandenrijk.
Stromenland Het programma Stromenland is gericht op de betekenis van het gebied op het hogere schaalniveau. De corridorfunctie van het gebied staat centraal, waarbij ook aandacht is voor een goede inpassing van de corridors in het (stedelijk) landschap.
Waterveiligheid Op het Eiland van Dordrecht wordt een nieuwe Deltadijk aangelegd, die in combinatie met de Merwede- en Drechtkering de primaire waterveiligheid biedt. De Deltadijk wordt gebundeld met het tracé van de N3. De N3 wordt deels in het talud van de dijk opgenomen. Daarmee wordt het stedelijk gebied ontlast. Op basis van een ‘hoogwatertoets’ wordt vastgesteld wat er gedaan moet worden om de veiligheid en het functioneren van de hoofdassen ook bij hoogwater te verzekeren. Corridors water, weg en rail In de corridor Rotterdam–Breda–Antwerpen worden de hoofdassen van weg en rail gebundeld. De A16 wordt deels verbreed, om het doorgaande verkeer van het bestemmingsverkeer te scheiden. Het spoor kruist de Oude Maas in een spoortunnel. In deze spoortunnel komt het nieuwe NS-station Drechtsteden. Direct aan de A16 en bij het station komt het transferium Deltapoort. Waar de spoorlijn in het stedelijk gebied op maaiveld ligt wordt deze gecombineerd met een (secundaire) dijk. Daarmee wordt het stedelijk gebied ontlast. Duurzame ruimtelijke inpassing infrastructuur Door het verlengen en deels overkluizen van de tunnelinritten van A16 en A15 worden deze hoofdwegen beter in het (stedelijke) landschap ingepast. Dit beperkt de barrièrewerking en in het stedelijk gebied komt nieuwe ruimte beschikbaar (dubbel grondgebruik). Op de plekken waar de corridors verbonden zijn met het stedelijk gebied komen nieuwe stedelijke knopen.
Eilandenrijk Het programma Eilandenrijk is gericht op het versterken van de kwaliteit van de leefomgeving in het gebied van de Deltapoort inclusief de Drechtsteden.
39
Waterveiligheid Het Eiland van Dordrecht bestaat straks uit drie typen woongebieden. Ten zuiden van de Deltadijk ontstaat een nieuw waterrijk woongebied waar het water verweven is met het woonlandschap. De Biesbosch komt hier het stedelijk gebied binnen. In de nieuwe woongebieden aan de zuidkant zijn alle woningen hoogwaterbestendig gebouwd. Het bestaande stedelijk gebied ten zuiden van de deltadijk wordt zo ingericht dat het water van de rivier hier bij hoogwater kan worden toegelaten zonder risico voor de bevolking en zonder grote schade aan de bebouwing of infrastructuur. Kwetsbare functies worden boven de hoogwaterlijn gebracht. Met een hoogwatertoets wordt bepaald welke aanpassingen noodzakelijk zijn. Omdat rekening wordt gehouden met een hoogwaterstand die pas over 100 of 150 jaar wordt bereikt is er voor deze transformatieopgave voldoende tijd. De mensen in dit gebied leven in en met het water, het deltagevoel is hier sterk. Nutsvoorzieningen worden zo aangelegd dat ze ook bij hoogwater functioneren. Het meest noordelijke deel van het Eiland van Dordrecht, achter de nieuwe Deltadijk, blijft ook bij hoogwater droog. Een hoogwatertoets geeft aan wat er nodig is om voldoende secundaire waterveiligheid te bieden. Versterken van de stedelijke ruimte De Drechtsteden ontwikkelen zich van zeven gemeenten langs de rivier tot één stedelijke ruimte, verbonden door het water. Bestaande gebieden behouden hun eigen identiteit. Het zijn geen eilanden meer, maar een stedelijke archipel. De stedelijke ontwikkeling wordt vanuit één perspectief gestuurd, waarbij de regie ligt bij het bestuur van de Drechtsteden. Er is een hoogdynamisch gebied (Land van Devel, Waal en Maas, en Eiland van Dordrecht) en een laagdynamisch gebied (Hoeksche Waard en Alblasserwaard). Aan de rivieren en op het Eiland van Dordrecht wordt op de randen van land en water een bijzonder woonlandschap gerealiseerd. De herstructurering van woon- en werkgebieden wordt geïntensiveerd tot een transitieopgave. Hoogwaterveiligheid is het uitgangspunt. Door het vervangen van Dordrecht CS door het nieuwe station Drechtsteden kunnen de stedelijke gebieden aan weerszijden van het huidige station beter met elkaar worden verbonden. Het stedelijk gebied groeit naar 300.000 inwoners. Dit maakt een schaalsprong mogelijk in het stedelijk voorzieningenniveau. Drechtsteden functioneert als een draaischijf tussen de landschappen Biesbosch, Alblasserwaard en Hoeksche Waard. De waterbus en -taxi doen dienst als schakels in de recreatieve routes tussen de stad en de landschappen. Het water biedt een kans voor nieuwe recreatie en ecologische verbindingen. De voormalige
Essay Kerend Tij
rijksbufferzone op het Land van Devel, Waal en Maas wordt een stedelijk parklandschap, de moestuin van Rijnmond.
Verbeteren van de bereikbaarheid De interne bereikbaarheid van het stedelijk gebied wordt verbeterd door het openbaar vervoer over water te versterken en een stedelijk lightrailnetwerk te ontwikkelen. De waterbus en -taxi worden gekoppeld aan het nieuwe treinstation van de Drechtsteden en verbinden de bestaande stedelijke centra langs de rivier. De woon- en werkgebieden aan de rivier worden door dit zeer flexibele openbaarvervoerssysteem direct gekoppeld aan het NS-station. Het openbaar vervoer over water versterkt het profiel van Waterstad en heeft een belangrijke recreatieve en toeristische betekenis. Op het land wordt het bestaande spoor gebruikt voor een stedelijk lightrailnetwerk, dat de verschillende delen van stedelijke archipel met elkaar verbindt. De Merwede-Lingelijn wordt daarin opgenomen. Het tracé van de N3 wordt grotendeels met de nieuwe Deltadijk gecombineerd. Door het beperken van het aantal aansluitingen wordt de capaciteit van deze weg vergroot. Door de ligging in de dijk is de weg beter ingepast in het stedelijk gebied. Sleutelproject De sleutelprojecten zijn in onze strategie de echte hefbomen. Zij laten zien hoe de beide programmalijnen in de strategie op projectniveau met elkaar kunnen worden verbonden en welke meerwaarde dit biedt. In feite wordt er een laag aan het projectprogramma toegevoegd. De projecten winnen daarmee aan ambitie en kwaliteit én dragen bij aan het beoogde evenwicht tussen het belang van de corridor en van de plek. Maasterras 2.0 Het bestaande project Maasterras is gericht op het gebied direct ten zuiden van de spoorlijn in Zwijndrecht en Dordrecht. Het plan voorziet in nieuwe woningen, kantoren, bedrijfsruimte, detailhandel en voorzieningen. Het huidige plan voor het Maasterras is een herontwikkelingsplan. Voor deze bijzondere plek is meer ambitie nodig. Op deze plek komen corridors, de rivier en het centrum van de Drechtsteden samen. Door het bundelen van het spoor met de A16 en het realiseren van een nieuw NS-station Drechtsteden ontstaat het project Maasterras 2.0. Door het spoor Rotterdam–Breda de Oude Maas in een tunnel te laten passeren wordt het stedelijk gebied op maaiveld ontlast. Het toenemende goederenvervoer kan vanaf het rangeerterrein Kijfhoek in zuidelijke richting de stad verdiept passeren zonder overlast te veroorzaken. Het station is een echte draaischijf van openbaar vervoer. Het schakelt het
Eo Wijers-stichting – Prijsvraagronde 2008 – Rapport van de vakjury
spoor, lightrail, watervervoer en bus. Dit is straks een logische stop voor de Randstadshuttle. Het is een perfecte plek voor een hogeschool. Direct boven de A16 en de ondergrondse perrons van station Drechtsteden staat het transferium Deltapoort – een markant herkenningspunt, perfect ontsloten vanaf de A16. Het is een unieke plek om de snelweg te verknopen met het nationale, regionale en lokale openbaarvervoersysteem. Het oude spoor wordt nu gebruikt door de lightrail. Langs beide oevers van de Oude Maas is een breed terras aangelegd, een podium aan de Maas. De ontsluiting van Zwijndrecht en Dordrecht wordt sterk vereenvoudigd. Daardoor komt ruimte vrij voor ontwikkeling. Aan de westzijde van de Oude Maas stroomt het water van de Devel door het plangebied. Een nieuw stadspark biedt ruimte aan voorzieningen, winkels en woningen. Het stedelijk weefsel aan weerszijden van de corridor wordt beter met elkaar verbonden. Maasterras 2.0 brengt de stedelijke allure die Drechtsteden niet alleen verdient, maar ook ontbeert. De Deltapoort krijgt op een logische en voor de forens aantrekkelijke plek een koppeling tussen snelweg en openbaar vervoer. Het railverkeer bedient de stad en de mainport, maar belast het stedelijk gebied niet meer. Ontwikkelstrategie In dit gebied moet de negatieve spiraal van waardevermindering worden omgebogen naar waardevermeerdering. Een verleidelijk toekomstbeeld is niet voldoende, er is inzet nodig op verschillende niveaus. Niet alleen van de overheden, maar ook van het bedrijfsleven, burgers, maatschappelijke organisaties en projectontwikkelaars. het rijk, de provincie, de Zuidvleugel, Waterschappen en de Drechtsteden sluiten een bestuurlijk samenwerkingsconvenant. De partners ontwikkelen, in dialoog met andere partijen, een visie op de ruimtelijke ontwikkeling van het gebied. Die visie is de basis voor een integraal, gefaseerd te realiseren uitvoeringsprogramma dat wordt gerealiseerd door een ontwikkelingsmaatschappij van de samenwerkende partijen. Bij het open planproces zijn de belanghebbenden en bewoners vanaf het allereerste begin actief betrokken. De regie over dat proces ligt nadrukkelijk bij de Drechtsteden. Door op onorthodoxe manieren te werken, bijvoorbeeld met advertenties of een internationale startconferentie, worden ook partners gevonden die niet direct voor de hand liggen. Bij innovatieve bedrijfstakken ontstaat nieuwsgierigheid naar dit gebied, de ontwikkelingspotentie moet ervan afspatten. Tegelijk met de visievorming wordt dan ook gewerkt aan een stevige imagocampagne om het gebied in de etalage te zetten. Bestuurlijk gezien zijn er meerdere mogelijkheden om slagvaardig te werk te gaan. Zonodig worden taken, bevoegdheden en man-
40
kracht overgeheveld naar het bestuur van de Drechtsteden. Ook een alternatief is om van de ontwikkeling van de Deltapoort een Randstad Urgent project te maken. Essentieel is in onze optiek dat het regiobestuur sterk aan slagkracht wint. Daarmee keert het tij. Drechtsteden, straks weer de poort van Holland.
41
Blauw Bloed Gedeelde tweede prijs
Blauw Bloed is een mooi verbeeld plan met een veelzijdige aanpak. De aanleg van een doorbraakvrije ‘CO2-dijk’ vrijwaart de Randstad van waterproblematiek. In de dijk komt een serie tunnels voor verschillende vervoersstromen. De scheiding tussen hoog en laag land met een multifunctionele dijk is een aardig idee. De drie steden worden tot één stad bij elkaar gebracht. Maar waar zijn dit eigenlijk oplossingen voor? De koppeling van dijk, spoor en snelweg brengt het risico mee dat realisatie van de bundel meer tijd kost dan een gangbare oplossing, zodat andere projecten wellicht blijven stilliggen. Veel problematische functies worden naar de Tweede Maasvlakte verplaatst, maar de vraag is of daarmee de positie van het rangeerterrein Kijfhoek niet wordt onderschat. Dan hebben we het nog niet eens over de kosten van een dergelijke verplaatsing. De CO2-dijk is een project dat groter is dan de Deltawerken, maar het gebied wordt er wel beter en duurzamer bewoonbaar door. De streekjury roemt dit als ‘echt Dutch design’. De vakjury ziet het als voorbeeld van een deus ex machina. Met één grote ingreep bespaar je op een groot aantal gedetailleerde lokale plannen. Het plan sluit goed aan op het rapport van de commissie Veerman en het conceptplan van Ties Rijcken van de TU Delft om ‘kleppen’ in de rivieren aan te brengen om het rivierwater te sturen. Het hoofdprobleem van de Nederlandse delta is namelijk dat zowel het zeewaterniveau als de rivierwaterafvoer bedreigend hoog kunnen zijn. De Maeslantkering is bijvoorbeeld wel berekend op hoogwater in de Noordzee, maar niet op een hoge waterstand van de rivieren, die deze kering zo de zee in kunnen spoelen. De CO2-dijk van Blauw Bloed zal het water via het Volkerak afleiden. De vakjury plaatst enkele kanttekeningen. Dijkring 14 wordt met de aanleg van de CO2-dijk verder naar het zuiden uitgebreid, zonder referentie naar vigerende studies voor compartimentering van het gebied. Ook zal de tunnel in de dijk niet het CO2-probleem van de Randstad oplossen.
Eo Wijers-stichting – Prijsvraagronde 2008 – Rapport van de vakjury
In de uitwerking komt de multifunctionele dijk niet terug. De dijk met infrastructuurbundels loopt oost-west, terwijl de belangrijkste routes noord-zuid liggen. Waar de dijk wel in noord-zuidrichting loopt, namelijk langs de kust, is de aanleg van een dergelijke dijk niet reëel. De ‘Winsemiusvariant’ voor de A4, die is ingetekend voor Midden-Delftland, ziet de vakjury overigens wel als ideaal, omdat de open polder van Midden-Delftland niet wordt doorsneden en het Westland wordt ontsloten. Het grootse gebaar van de dijk is aansprekend en de lokalisering is grotendeels correct. Het idee om een dijk en infrastructuur te combineren is inspirerend en verdient verdere uitwerking. De oplossingen worden echter in deze inzending nog voornamelijk buiten het gebied van de Drechtsteden gezocht. Ook de verkaveling van de polders vergt een nadere stedenbouwkundige uitwerking. Daarmee is de inzending op het uitwerkingsniveau teleurstellend. De vakjury heeft bij Blauw Bloed, maar ook bij andere inzenders geen goede argumenten of financiële onderbouwing gezien voor de verplaatsing van Kijfhoek. Daarbij komt dat Blauw Bloed (net als Deltastad 2040) Kijfhoek naar de Tweede of Derde Maasvlakte verplaatst, terwijl dat bijzonder dure vierkante meters zijn voor een rangeerterrein.
42
Essay Blauw Bloed
Delta De delta in IJsselmonde is prachtig. Maar doordat alle stromen van water, mensen en goederen hier gebundeld zijn, dreigt het gebied te verstikken. De pracht van de delta is niet meer zichtbaar en dat is niet goed. Door de concentratie van activiteiten heeft IJsselmonde zichzelf op slot gezet. Er moet weer ruimte komen om te leven. De wateropgave maakt aanpassingen in het watersysteem noodzakelijk. In het kielzog van deze inspanningen moet IJsselmonde behalve veilig vooral ook weer mooi worden en profiteren van de fantastische ligging tussen rivieren en unieke landschappen. Blauw Bloed staat voor een aantrekkelijke leefomgeving met ruimte voor een nieuwe economie die de bewoners aan ‘Drechtstad’ bindt, nieuwe inwoners en nieuwe bedrijvigheid aantrekt, en een vernieuwde identiteit geeft: stad doorbloed met water. Waterbestendige en leefbare Delta Het economisch hart van Nederland, de Randstad, is ontstaan dankzij de strategische ligging in de delta en dankzij de kunde om de watersystemen te benutten en steeds aan veranderende omstandigheden aan te passen. Door de klimaatverandering stijgt de komende eeuw de zeespiegel, wordt de regen heviger, krijgen de rivieren meer piekafvoeren te verwerken, en komen er langere periodes van droogte. Om Nederland leefbaar en veilig te houden is aanpassing aan de gevolgen van klimaatverandering onvermijdelijk. Een grote verhuizing naar de Veluwe is ondenkbaar, dus moeten stevige dijkringen de kust en het achterland beschermen tegen overstroming. De kustverdediging wordt op sterkte gebracht met zandsuppleties en verbreding van de duinen. De rivier krijgt meer ruimte om de piekafvoeren op te kunnen vangen door dijkverhoging (verticale ruimte), het vergraven van uiterwaarden (horizontale ruimte) of het verleggen van de dijkringdijk (nieuwe ruimte). Het estuarium ontwikkelt zich als één geheel met open verbindingen met de zee, waardoor een stabiel en dynamisch watersysteem ontstaat. Het veenweidegebied gaat vernatten. Lage delen worden van het boezemsysteem afgekoppeld. Zo kan efficiënter met het soms beperkt beschikbare zoetwater in West-Nederland worden omgegaan. In de kustzone en de polders ontstaat een lappendeken van verschillende kwaliteiten.
Eo Wijers-stichting – Prijsvraagronde 2008 – Rapport van de vakjury
Een waterbestendig plan... CO2-dijk – Dijkring Holland Om de veiligheid de komende eeuwen te garanderen wordt de CO2-dijk gebouwd. De dimensionering (hoogte x breedte) van de dijk is omgekeerd evenredig met de snelheid waarmee we de uitstoot van vervuilende gassen beperken. Holland wordt veiliggesteld. Er ontstaat de veiligste en mooiste delta van de wereld. De CO2dijk voegt een aantal dijkringen samen. De CO2-dijk heeft een normfrequentie van 1/oneindig. De dijk komt ten noorden van de Waal, van de kust tot het hoge land. Bij extreme rivierwaterafvoer wordt het water ten zuiden van Rotterdam naar zee geleid. Het tracé volgt na de toekomstige Maeslantsluis – Rozenburg – Botlek – de Bernisse – de zuidrand van de Hoeksche Waard – Eiland van Dordrecht en ligt ten oosten van Gorinchem langs de noordoever van de Waal. De huidige dijken blijven functioneren als overgedimensioneerde compartimenteringsdijken. De rivier- en zeewaterkering is mede bedacht omdat dijkverzwaring van de vele dijkringen kostbaar is en in het stedelijk gebied moeilijk uitvoerbaar. Bovendien ontstaan kansen voor nieuwe ontwikkelingen langs de oevers. Een deel van de investering kan worden terugverdiend. Afgedamde wateren kunnen op eenvoudige wijze weer worden aangetakt op de rivieren, waardoor het waternetwerk wordt uitgebreid en achter de veilige, grote dijk een waterrijke leefomgeving gebouwd kan worden. Hoog water In een normale situatie blijft het systeem functioneren zoals het nu doet. Met kunstwerken wordt bij extreme afvoer de bulk van het rivierwater omgeleid ten zuiden van de nieuwe waterkering. Er komen hoogwaterkeringen in de Beneden Merwede, de Dortse Kil, het Wantij en het Spui. In het estuarium kan het water bij hoge zee worden gebufferd in het Haringvliet en de Grevelingen. Bij extreem hoogwater wordt Voorne weer een eiland. Goudswaard ligt dan als een vooruitgeschoven bastion in de woeste delta. Binnen de nieuwe veilige dijkring voorzien zoetwaterbuffers in het veenweidegebied de regio van voldoende schoon water tijdens perioden van droogte. Buiten de dijkring wordt bovenstrooms water aan de rivier onttrokken voor de drinkwatervoorziening. Bij een permanent hoge zeespiegel (t=200 jaar?) gaat de CO2–dijk permanent dicht met sluizen. De badkuip wordt gesloten en Rotterdam komt aan binnenwater te liggen.
46
dooraderd met slimme infrastructuur... Het is te voorzien dat de verschuiving van de Rotterdamse haven naar zee voortzet. Over 50 jaar zal de haven transformeren door de aanleg van de Derde Maasvlakte en door het terugvallen van fossiele brandstoffen. Rotterdam breidt uit aan de kades van de Waalhaven en verder westwaarts. In Europoort wordt energie en voedsel geproduceerd. Hier is ook de overslag van zeeschepen naar binnenvaart, vrachtwagens en de trein. Het rangeerterrein Kijfhoek verhuist op termijn naar het Beerkanaal. In IJsselmonde komt daarmee ruimte voor nieuwe woon- en recreatiegebieden. Stadsboulevards Een nieuwe goederensnelweg die gekoppeld wordt aan de nieuwe waterkering ontlast de huidige binnenstedelijke transportnetwerken en speelt deze vrij voor nieuwe doeleinden. Het huidige snelwegennetwerk wordt omgevormd tot 80 kilometer per uur stadssnelwegen. Aan deze groene stadsboulevards liggen clusters voor stedelijke functies. De N3 door Dordrecht wordt een stadsweg die stedelijke clusters koppelt: een gezondheidspark bij het ziekenhuis, het leerpark, de sportboulevard. Dit kan worden uitgebreid met een uitgaanshaven, een kantorenboulevard en bijvoorbeeld een ‘wateracademie-eiland’.
met ruimte voor nieuwe economie... De A4 wordt via de dijk aan de A29 geknoopt en verbindt Amsterdam, Schiphol, Aalsmeer, het Westland, de haven en Antwerpen. De A4 hoeft dan niet het stadspark Midden-Delfland te doorsnijden. Deze snelweg verzorgt de noord-zuidlopende goederenstroom in de Randstad. In de dijk is ruimte voor een 15 kilometer lang lint van bedrijvigheid. Als de goederenstroom is gebundeld op de A4 (noord-zuid) en A15 (oost-west) kunnen de andere snelwegen worden getransformeerd in stadsboulevards.
en een verleidelijk leefklimaat Ruimte In Drecht (de fusiegemeente rond het rivierenknooppunt) is het water overal zichtbaar en voelbaar. De kracht van Drecht zit niet in de goede bereikbaarheid, niet in de ligging bij mainport Rotterdam, niet in de ligging in de schaduw van de Randstad. De kwaliteit is het overal aanwezige water, het wonen en werken aan het water, de bedrijvigheid op het water, de verbindingen via het
47
water. In de bestaande situatie zijn de bewoners van de regio bepaald niet verwend met een bereikbaar en aantrekkelijk buitengebied. In een internationaal sterk concurrerende regio is een aantrekkelijke woonomgeving van het grootste belang. Water dus! Nieuwe waterverbindingen verbinden stedelijke concentraties met elkaar en met de omliggende landschappen. De Drechtenaren komen achter de hoge dijken vandaan en gaan weer aan de rivier leven. Het water bepaalt de identiteit van Drecht – een stad met bijna 300.000 inwoners rondom de grote rivier, dooraderd met water, beschermd door de grote dijk. Drechtoevers Op de Drechtoevers is een rijke geschiedenis van industrie, watergebonden bedrijven in scheepsbouw, metaal en waterbouw. Sommige zijn uitgegroeid tot wereldformaat. De terreinen komen vrij en krijgen deels een nieuwe bestemming. De buitendijkse gebieden hoeven niet verder te worden opgehoogd omdat bij gevaarlijk hoog water de keringen in de CO2-dijk sluiten. Aan de oevers ontstaat een afwisselend beeld van haventjes, kades, moderne scheepsbouw, rivierparken, waterinstituten en woningen – naar het voorbeeld van Dordrecht als een zee van huisjes met daartussen enkele markante torens. De rivierenknooppunten worden de centrale pleinen in de stad, vol beweging. Druk bevaren routes door de beroepsvaart, pleziervaart, watertaxi’s van oever naar oever en ferry’s naar Hoek van Holland, Spijkenisse en Gorinchem. Als in de tijd van Albert Cuyp. De Sophiapolder wordt stadspark, de Krabbepolder huisvest de campus van de WaterAcademie. Naar buiten Het grote landschap van de rivierdelta wordt verknoopt met de woonwijken en werkgebieden. Geen snippers ‘compensatiebos’, maar grote rivierparken, kreeklinten en fietsvaarten die een delta vormen waarin het prettig wonen, werken en recreëren is. IJsselmonde wordt dooraderd met waterlopen en parken. Hierlangs wordt IJsselmonde verder verstedelijkt in relatie met het omliggende landschap. Buiten IJsselmonde wordt niet meer gebouwd, niet in de Alblasserwaard, Hoeksche Waard of de Biesbosch. Vrijwaard de waard! Volgens de canon van het Nederlandse landschap is de Hoeksche Waard ‘nurks’. Het is vruchtbare grond, de voorraadschuur van Holland, met superboeren met grote machines. Maar ook met mooie populierendijken. Want in het veilige binnendijkse gebied is ook ruimte voor voedselproductie. In het midden van de waard ligt het diepe Oudeland van Strijen, dat ontkoppeld wordt van het
Essay Blauw Bloed
boezemwater en wordt vernat. De waard wordt doorsneden door kreken die aantakken op de Oude Maas. Met het fietspadennetwerk en veerpontjes zijn akkers ontsloten voor recreanten. Rivierpark De Oude Maas biedt veel waterplezier. De Oude Maas wordt druk bevaren door pleziervaart en beroepsvaart. De waterstand volgt het getij van eb en vloed. Dit centrale park in de regio heeft een afwisseling van vloedbossen, golfbanen, havens, tweede huisjes en nieuwe buurtschappen. Zowel natuur en buitenwonen worden verder ontwikkeld langs de groene rivier. De Alblasserwaard bewaart het zoete water. Het peil van de sloten wordt verhoogd. In een grote ring aan de oostzijde van Rijnmond komen zoetwaterbuffers. Het water dient als drinkwater, voor de landbouw, natuurontwikkeling of om verzilting tegen te gaan. Tussen de moerassige weilanden groeien nieuwe woonlinten naar het voorbeeld van Oud Alblas: stroken landgoederen langs de boezemwateren. In de tussengebieden langs de weteringen kunnen stroken moerasbos groeien. Het zoetwater wordt hierdoor geschoond en de verdamping beperkt. De Biesbosch wordt, uitgerekt tot aan de kust, het grootste natuurgebied van Nederland. Hollands Diep en Haringvliet worden een uitgestrekt zoetwatergetijdenestuarium. Bij extreem hoogwater stroomt ook de Bernisse over en wordt Voorne weer een eiland, beschermd door de dijk van het Spui. Goudswaard komt in dat geval in het water te liggen – een nieuwe vestingstad. Hier wordt tol geheven op het voorbij stromende water. Zo draagt Europa bij aan de financiering van de CO2-dijk. De Zwijndrechtse Waard door de tijden heen De Zwijndrechtse Waard blijft voorlopig transitoruimte, beperkt in ontwikkeling door de risicocontouren van rangeerterrein Kijfhoek, ingeklemd tussen buitenwijken en hoofdinfrastructuur en stap voor stap dichtslibbend met vooral tuinbouwbedrijven. Maak een groot park langs de ingedamde Waal. Deze wordt weer aan de Oude Maas gekoppeld. Bij het sluisje groeit een buurtschap met woningen aan het water, een haventje en een scheepshotel. Het ‘parklindt’ verbindt de Zwijndrechtse Waard met de Alblasserwaard en Hoeksche Waard. Tot aan het rangeerterrein is ruimte voor bos en buitenhuisjes. Bij rangeerterrein Kijfhoek leidt het gevaar van ongelukken tot stilstand. Bosaanplant is mogelijk, ook als strategische ruimtereserve, maar ook is ontwikkeling tot tuinbouwgebied mogelijk. Kijfhoek GreenPort, de groentetuin van Rijnmond. Efficiënt en duurzaam opgezet, doorweven met recreatieve routes. Stel dat het rangeerterrein op termijn naar de logistieke draaischijf in Europoort verhuist, dan komt er ruimte voor een nieuwe buitenplaats.
Eo Wijers-stichting – Prijsvraagronde 2008 – Rapport van de vakjury
Langs de ‘groene rivier’ – waarvan het waterpeil onder controle is – ontwikkelt zich een reeks buurtschappen. Nieuwe dorpjes, havenbuurtjes, recreatieoorden, themaparken – alle in relatie met de rivier en met de waterlopen die hierop aantakken. De getijdenbossen vormen een doorlopend park. Bij Heerjansdam wordt de Waal weer aangesloten op de Maas. Achter de voormalige dijkring dijk ligt buurtschap Heerjanssluis. Hier sluit het ‘ParkLindt’ aan op de Maas. Het Lindt tussen de veerponten naar Alblas en Maasdam is de grens tussen RotterdamZuid en Drecht. Het kan een vestigingsplaats worden voor de kantoren van de grote water- en scheepsbouwbedrijven die in de regio hun oorsprong hebben. Een voorbeeld van de mooie waterwoonomgevingen die kunnen groeien achter de grote dijk. In de Heerlijkheid Holland. Blauw Bloed – veilig en zoet. Geachte bestuurders: Het bouwen aan een verleidelijk leefklimaat kan al in 2010 starten! Op dit moment zit de realisatie van plannen in de Deltapoort in een impasse. Door versnippering, milieucontouren en dreiging van het water zit de Deltapoort op slot. De urgentie van de wateropgave is echter zo groot dat het aanleggen van de CO2-dijk onvermijdelijk is, binnen enkele tientallen jaren. De CO2-dijk, in combinatie met de transformatie van grote infrastructuur tot stadboulevards en de verplaatsing van Kijfhoek, zal lucht en ruimte geven in de Deltapoort. Met dit lonkend vooruitzicht kunnen nu al ontwikkelingen worden gestart – bijvoorbeeld ontwikkelingen aan water en de aanleg van water- en parkstructuren in combinatie met stedelijke functies. Hiermee kan nu al gebouwd worden aan veilige en aantrekkelijke Deltastad.
48
49
Overhoekse Waard Gedeelde tweede prijs
De inzending Overhoekse Waard is een compleet verhaal, waarbij IJsselmonde nieuwe, aantrekkelijke woon- en werkmilieus krijgt zonder dat Kijfhoek wordt verplaatst. De inzending is overtuigend in haar opbouw en analyse, en wordt op bijzonder fraaie wijze gepresenteerd. Er wordt een aansprekend perspectief op het eiland IJsselmonde gegeven. IJsselmonde blijft daarbij als eenheid bestaan. Het plan lijkt in eerste instantie een ouderwets stedenbouwkundig plan dat als blauwdruk wordt gepresenteerd, maar bij nadere bestudering blijken de gekleurde vlakken legenda-eenheden te zijn waar nog veel speelruimte in zit. Rangeerterrein Kijfhoek blijft in het plan bestaan, maar wordt grotendeels ondertunneld – wat op lange termijn een hele goede investering zal blijken. De A4 wordt in het plan niet gerealiseerd, maar door het open houden van de zone wordt de aanleg niet geblokkeerd. Omdat deze snelweg veel verkeerdruk van de Drechtsteden wegneemt, kan het niet-aanleggen een omissie in het plan betekenen. Overhoekse Waard bevat interessante nieuwe combinaties. De aanleg van een park fungeert als aanjager van kwaliteitsverbetering. De inzender heeft uitvoerige aandacht voor de wateropgave: het plan speelt in op toekomstig veiligheidsbeleid, op lokale berging van water, en op de aanpak van de verzilting. Bij de oplossingen wordt gezocht naar nieuwe combinaties. Ook heeft de inzender durven kiezen, zodat de eenvoud van een gekozen richting de inertie van het complexe gebied kan doorbreken. De keuze is die voor een strategie van concentratie en deconcentratie van activiteiten. Toch rijst de vraag of het reëel is om het hele gebied dienstbaar te maken aan Mainport Rotterdam en of er genoeg reden is om zo hoog in te zetten op de aansluiting op en bundeling van de noord-zuidverbindingen. In ieder geval kunnen de werklandschappen, in combinatie met hoogwaardige woonmilieus, werkgelegenheid terugbrengen in de regio. De hoogwaardige woonmilieus vormen een suburbane waas langs ‘vlechtdijken’, waarvan een deel buitendijks ligt en eens in de honderd jaar kan overstromen. De vakjury betreurt wel de privatisering en ontwikkeling van lintbebouwing net op de assen waarlangs de kwaliteit van het gebied beleefbaar is.
Eo Wijers-stichting – Prijsvraagronde 2008 – Rapport van de vakjury
De streekjury is gecharmeerd van de ‘doedokken’ en de ‘vlechtdijken’ al heeft hij twijfels bij de werking ervan. De futuristische beelden op het derde paneel spreken de vakjury weinig aan. Daarnaast lijkt de context buiten het eiland IJsselmonde genegeerd te zijn, al kan het ook een sterk punt zijn om alle afwegingen binnen het eiland af te handelen. Deze inzending geeft met een ‘grand design’ een nieuwe impuls aan de regio op het gebied van infrastructurele oplossingen, een aanjagende icoon en het tegengaan van verrommeling.
50
Essay Overhoekse Waard
Op het eiland IJsselmonde liggen de grootste uitdagingen op het gebied van de ruimtelijke structuur en de infrastructuur. Ook biedt IJsselmonde kansen voor het oplossen van een deel van de waterproblematiek. Centraal element in het regionaal ontwerp is de ontwikkeling van een grootstedelijk park, de Overhoeksche Waard, midden op IJsselmonde. Het Metropolitaan Park Overhoeksche Waard is een strategische ingreep die een aantal doelgerichte ingrepen op lokaal en regionaal schaalniveau combineert. De samenhang tussen verschillende ingrepen op verschillende schaalniveaus maakt het mogelijk om waarden te stapelen. De Overhoeksche Waard is meer dan een recreatieve voorziening voor de regio. Het is een aanjager voor ingrepen in de economische structuur, de waterstructuur en de infrastructuur, die tezamen zorgen voor een nieuwe positionering van de bestaande woonmilieus. Metropolitane parken: nieuw stedelijk landschap Het rijk stelt in zijn visie voor de Randstad in 2040 voor een aantal grote metropolitane parken te ontwikkelen. Deze parken zijn een belangrijke impuls voor het stedelijk gebied. Een groen project van deze schaal kent in Nederland geen precedent. Het grootste stedelijke park van Nederland, het Amsterdamse Bos, is klein in vergelijking met de metropolitane parken die bijvoorbeeld voor Midden-Delfland of IJsselmonde worden voorgesteld. Nederland heeft een rijke geschiedenis in de grootschalige landschapsbouw, maar een landschappelijke interventie met een intensieve verweving van ‘stedelijke’ en ‘landelijke’ vormen van programmering, beheer en ontwikkeling is nieuw. Aanjager voor een regionale transformatie Het Metropolitaan Park Overhoeksche Waard biedt een nieuwe context voor de bestaande woonmilieus en maakt het mogelijk nieuwe woonvormen toe te voegen. Het park levert een bijdrage aan een duurzame toekomst voor de landbouw en helpt de waterproblematiek op te lossen. Deze ambitie kan alleen worden gerealiseerd wanneer de ontwikkeling van het park de strikte grenzen van het park overschrijdt, want zonder ingrepen op regionaal niveau is het park niet levensvatbaar. Met andere woorden: IJsselmonde heeft park nodig en het park kan niet zonder IJsselmonde. Voor een sterk samenspel zijn fundamentele ingrepen nodig. Een gefragmenteerd gebied IJsselmonde wordt doorsneden door snelwegen en spoorwegen, waardoor de vier gemeenten Barendrecht, Ridderster, HendrikIdo-Ambacht en Zwijndrecht van elkaar zijn afgescheiden. Het
Eo Wijers-stichting – Prijsvraagronde 2008 – Rapport van de vakjury
Metropolitaan Park Overhoeksche Waard in het midden van de vier gemeenten moet voor een nieuwe samenhang zorgen. Tegelijkertijd is het gebied door de gefragmenteerde structuur een onwaarschijnlijke plek voor een park. Het parkgebied valt uiteen in een groot aantal fragmenten die nauwelijks met elkaar zijn verbonden. Een aaneengesloten parklandschap is uitgesloten. Het gebied is een ‘tussenland’, een restgebied dat bestaat uit boerderijen, lintbebouwing, bedrijfsgebouwen, kassen, afgedamde rivierarmen en ‘nieuwe natuur’. Diversiteit en kleinschaligheid De plek vraagt om een ander parkconcept, dat een grote diversiteit aan programma’s kan opnemen. Door uit te gaan van kleinschalige landschappen wordt de beleving van het landschap in het park geïntensiveerd. Het park moet geschikt zijn voor verschillende gebruikers. Een landschap dat voor een deel al voldoet aan deze voorwaarden is dat van de bebouwde dijken langs het Waaltje en de Devel. De woningen en werkplaatsen op de dijken, maar ook de boomrijen, kassen en schuren, ontnemen het zicht op de grootschalige infrastructuur en richten de blik op de ruimte van de dijk. Hier en daar is een doorzicht mogelijk naar de riviertjes en de oude uiterwaarden. In dit gemengde landschap gaan landbouw, natuur, recreatie, werken en wonen naadloos in elkaar over. Vergroting van de draagkracht Door het opdelen van het gebied in kleinere, intiemere delen kan het ‘laadvermogen’ worden vergroot. De verweving van publieke, collectieve en private onderdelen is beleefbaar via lange verbindende lijnen: de nieuwe Vlechtdijken en Boezemkaden. Deze lijnen verbinden het park met de stedelijke omgeving. Het Metropolitaan Park Overhoeksche Waard is een kader voor een diverse, heterogene ontwikkeling, die mogelijk wordt gemaakt door een fijnmazig netwerk van water, beplanting, bebouwing en infrastructuur. De verschillende programmatische claims worden niet in grote vlakken naast elkaar gezet, maar subtiel in elkaar verweven. Dit resulteert in meervoudig ruimtegebruik, niet door letterlijk de programma’s te stapelen maar door kwaliteiten te stapelen. De ontwikkeling van het Metropolitaan Park Overhoeksche Waard en de daaraan gekoppelde regionale ingrepen hebben tot doel een oplossing te bieden voor drie belangrijke opgaven: de economische opgave, de wateropgave en de infrastructuuropgave. Economie: Deltapoort en mainport De Deltapoort is de zwakke schakel in de Zuidvleugel van de
54
Randstad. Economisch en sociaal gezien staat de regio op achterstand. De schaalvergroting en specialisatie van productie- en logistieke processen leidden ertoe dat een groot deel van de havenactiviteiten in de Deltapoort is verplaatst naar de grootschalige en diepe havens van de Maasvlaktes. Bovendien is een deel van de productie naar lagelonenlanden vertrokken. Maar de economische rol van de Deltapoort binnen de mainport is zeker niet uitgespeeld. Integendeel, het verschuiven van het zwaartepunt van de havens biedt nieuwe kansen voor de economie van de Deltapoort en de zuidvleugel als geheel. Door een strakkere taakverdeling kunnen de Deltapoort en de mainport elkaar versterken. In het plan Overhoeksche Waard ontwikkelt de Deltapoort zich tot het facilitaire bedrijf van de Randstad en in het bijzonder van de mainport. De regio leent zich door het relatief hoge percentage middelbaar opgeleiden bij uitstek voor de verdere ontwikkeling van ondersteunende bedrijven – van schoonmaakbedrijven tot gespecialiseerde havengerelateerde dienstverlening. Herontwikkeling rivieroevers Veel haventerrein in de Deltapoort is nu in gebruik bij niet-havengerelateerde bedrijven. In het plan Overhoeksche Waard zijn de kleinschalige ondersteunende bedrijven verplaatst naar de Vlechtdijken in het Metropolitane Park Overhoeksche Waard. Deze bedrijven zijn onderdeel van een gemengd woon-werkmilieu. De grootschalige ondersteunende bedrijven zijn verhuisd naar de bedrijfsterreinen langs de snelwegen. Door de niet-havengeoriënteerde bedrijven te verplaatsen kunnen de rivieroevers opnieuw ontwikkeld worden. Belangrijkste doel daarvan is de oriëntatie op de rivier te herstellen. In het plan Overhoeksche Waard gebeurt dat op vier manieren: het terugbrengen en versterken van de havenfunctie, het creëren van woonmilieus aan de rivier, het ontwikkelen van werkgebieden voor hoogwaardige, innovatieve bedrijfsterreinen en het creëren van een recreatieve (groene) rand langs de rivier. De herontwikkeling van de rivieroevers biedt ruimte aan havengeoriënteerde bedrijven waarvoor in de Rotterdamse haven geen plaats is. De ontwikkeling van de Shortsea overslagterminal in de Dordtse Zeehaven en meer ruimte voor binnenvaartschepen zijn daar voorbeelden van. Kleine en grote wereldleiders in Doedokken Een aantal bedrijven binnen de Deltapoort is internationaal succesvol. Zij opereren over het algemeen binnen nichemarkten. Dit zijn kleine wereldleiders. Voortdurend investeren in innovatie en onderscheidende producten is voor deze bedrijven noodzakelijk
55
en samenwerking tussen bedrijven wordt steeds belangrijker. Deze eigen regionale kracht kan in het plan verder groeien in thematische clusters in Doedokken. Clusters met veel potentie zijn de hoogwaardige jachtbouw (consumer maritimes) en ecologie en floodproof bouwen. Het cluster ‘Consumer Maritimes’ omvat behalve scheepsbouw en interieurbedrijven ook ontwerpbureaus en hoogwaardige verblijfsfaciliteiten. De wateropgave: droog en nat De commissie Veerman heeft onlangs voorgesteld het Rijnmondgebied (inclusief de Drechtsteden) te beschermen tegen hoge waterstanden met beweegbare keringen. Hiervoor moeten naast de bestaande stormvloedkeringen tegen het hoge zeewater rivierkeringen komen bij de Beneden Merwede, de Dordste Kil en het Spui om het water uit de Waal tegen te houden. Ook stelt de commissie Veerman voor een beweegbare kering bij de Lek aan te leggen. Wanneer door een gelijktijdige stormvloed en hoge rivierafvoer extreem hoge waterstanden ontstaan, dan worden de keringen gesloten en zal het water via de Biesbosch worden afgevoerd naar het Krammer-Volkerak-Zoommeer. IJsselmonde helpt de regio Het plan Overhoeksche Waard stelt voor een deel van het water lokaal te bergen. Het nieuwe watersysteem draagt behalve aan de waterberging ook bij aan de ontwikkeling van nieuwe woonmilieus en de uitbreiding van de regionale infrastructuur. Om de waterberging mogelijk te maken is een nieuwe boezem aangelegd die dwars door het eiland IJsselmonde loopt. De boezem vormt de grens tussen het metropolitane park en de bestaande woonmilieus, en omsluit het nieuwe centrale park. De inlaten van de boezems liggen bij de Schakelaar en naast de waterzuivering op de Hoge Nesse. Bij hoogwater wordt water in de verbrede sloten in de lagergelegen polders gelaten. Bij extreem hoge waterstanden kunnen delen van de polder geheel onder water worden gezet. De woonmilieus langs de Devel en het Waaltje worden beschermd door nieuwe Vlechtdijken. Op de dijken liggen gemengde woonwerkmilieus met ruimte voor eigen initiatief. De compartimenten tussen de Vlechtdijk blijven in gebruik voor de landbouw. Verspreid in deze compartimenten liggen waterwoningen die meebewegen met de veranderende waterpeilen in het compartiment. De waterberging maakt het mogelijk om een permanente zoetwatervoorraad aan te houden die gebruikt kan worden om de verzilting van de polder tegen te gaan én om bij hoge zeewaterstanden de zoetwaterinname te garanderen. De nieuwe boezemkade sluit hiervoor aan op de bestaande waterzuivering op de Hoge Nesse.
Essay Overhoekse Waard
De dijken en boezemkades zijn gebruikt om het nieuwe regionale netwerk aan te leggen. Infrastructuur: de lasten en ook de lusten De Drechtsteden liggen langs alle belangrijke vervoersassen van Nederland, maar de aansluiting op deze assen is beperkt. Een deel van de infrastructurele lijnen (de HSL en de Betuwelijn) sluit niet aan op het gebied. Doordat het zwaartepunt van de overslag is verschoven naar de diepere zeehavens is de logistieke betekenis van de rivier voor de Drechtsteden afgenomen. Terwijl de drukte op de vaar- en spoorwegen toeneemt, neemt het profijt ervan voor de regio af. Voor een deel geldt dit ook voor de snelwegen. Van oudsher zijn de Drechtsteden op de rivier georiënteerd. Daardoor ligt het stedelijk gebied met de rug naar de snelwegen. Bundeling en ondertunneling In het plan Overhoeksche Waard wordt de verlengde A4 gebundeld met de A15/A16. Een deel van de A15 en de A16 is hiervoor verdubbeld. Deze nieuwe infrastructuur is aangegrepen om de A16 ter plaatse van het Metropolitaan Park Overhoeksche Waard te ondertunnelen. De duurzame inpassing van de snelweg maakt de bundeling van de A4 en de A15/A16 mogelijk en zorgt tegelijkertijd voor een impuls voor het stedelijk gebied. De belangrijkste reden voor ondertunneling is een goede relatie tussen het stedelijk gebied en het Metropolitaan Park Overhoeksche Waard mogelijk te maken. De afslag van de A16 bij Hendrik-Ido-Ambacht is verplaatst naar de Schakelaar. Hier zijn op één plek de internationale, nationale en regionale netwerken aan elkaar gekoppeld. Het effect van de bundeling van de A4-A15/A16 is tweeledig: het maakt het mogelijk de Hoeksche Waard open te houden en de regio beter aan te sluiten op het internationale netwerk. Regionale ring Met de aanleg van de nieuwe dijkenstructuur zijn de missing links in de regionale wegenstructuur gerepareerd. De boezemkade vormt de ruggengraat van Zwijndrecht en Hendrik-Ido-Ambacht en sluit aan op de Schakelaar. Over de dijk die het emplacement bij overstroming van de polder moet beschermen, loopt een nieuwe directe verbinding tussen Barendrecht en Zwijndrecht. Langs de rivier en via de Schakelaar loopt een ringweg die Zwijndrecht, Hendrik-Ido-Ambacht en Ridderkerk met elkaar verbindt. Het verbeterde regionale netwerk is een voorwaarde om op de schaal van de Zuidvleugel de faciliterende rol goed te kunnen spelen. Impuls gebiedsontwikkeling en regionale regie
Eo Wijers-stichting – Prijsvraagronde 2008 – Rapport van de vakjury
De introductie van het Metropolitane Park Overhoeksche Waard is een veelbelovende stap in het ruimtelijk beleid. Het is een belangrijke impuls voor het ontwikkelen van integrale ruimtelijke plannen (gebiedsontwikkeling) en voor het versterken van de greep op de regionale ontwikkeling (regionale regie). Het markeert het definitieve afscheid van de schematische rode en groene contouren in het planologisch rijksbeleid. Het park is de ultieme lakmoesproef voor de gebiedsontwikkeling. Aangetoond moet worden dat de oude ‘meekoppelende belangen’ uit de naoorlogse ruimtelijke ordening, het rood en het groen, nu op een lager schaalniveau elkaar kunnen versterken. Ontwikkelstrategie: regie én ruimte voor initiatief Het Metropolitaan Park Overhoeksche Waard is tegelijk project en planologie. Voor de ontwikkeling van het park is een aantal concrete projectmatige ingrepen nodig zoals de ondertunneling van de A16 en het verplaatsen van de afslag naar de Schakelaar. Tegelijkertijd kan een levendig en productief landschap alleen ontstaan door ruimte te bieden aan private initiatieven. Dit vraagt om een planologische aanpak. De kunst is om een goede balans te vinden tussen het koppelen van projecten binnen een hecht samenwerkende alliantie en het bieden van ruimte voor het eigen initiatief. Allianties voor de lange termijn Een aantal grote ingrepen in het plan Overhoeksche Waard moet worden gekoppeld. De overheid, maatschappelijke partijen maar ook private partijen zullen moeten investeren in de waardeontwikkeling op de lange termijn. Dit betekent dat partijen voor de Overhoeksche Waard allianties moeten vormen die oog hebben voor de ontwikkeling op de lange termijn. Het plan Overhoeksche Waard is in drie aparte gebiedsontwikkelingen verdeeld. In de eerste combinatie zijn de aanleg van de A4, het openhouden van de Hoeksche Waard, de ondertunneling van de A16 (respectievelijk A4), de aanleg van de Schakelaar en de aanleg van het centrale park met de aanliggende woonmilieus aan elkaar gekoppeld. In de tweede combinatie zijn de aanleg van de Vlechtdijken en Boezemkades, de aanleg van de regionale wegen op de dijken, het waterwonen in het Metropolitaan Park Overhoeksche Waard en de gemengde woon-werkmilieus aan elkaar gekoppeld. In de derde combinatie zijn het aanleggen van de regionale ring langs de rivier, het verplaatsen van de laagwaardige bedrijven langs de rivier, het herontwikkelen van de rivieroever (stedelijk en groen) en het ontwikkelen van Doedokken aan elkaar gekoppeld. De opdeling in een aantal losse combinaties maakt het mogelijk
56
om concrete ingrepen en partijen te koppelen. De partijen hebben zo een overzichtelijk gezamenlijk belang. Het gebrek aan slagkracht door de stroperigheid van een totale integrale regionale gebiedsontwikkeling wordt zo vermeden. De Overhoeksche Waard stapelt waarden door gericht ingrepen te koppelen maar vermijdt één totale samenhangende ontwikkeling. Het Metropolderpark is aanjager voor de regionale gebiedsontwikkeling.
57
Overige inzendingen Deltapoort (tweede ronde beraadslagingen vakjury)
Deltadynamiek – (ver)binding als kracht Eindelijk krijgt de HSL een P+R-station met voldoende parkeergelegenheid: bij Kijfhoek. Daarmee wordt Kijfhoek niet als onoverbrugbare barrière gezien, maar als station voor omwonenden. Het is echter onduidelijk of dit het leefbaarheidprobleem oplost, nog los van de vraag of er rekening wordt gehouden met de veiligheidszones om geluidoverlast en risico’s voor omwonenden te vermijden. Er wordt een nieuwe Biesbosch gecreëerd als aantrekkelijk woongebied. Met diverse nieuwe woonmilieus neemt de inzender de uitdaging aan om te reageren op de krimp van de bevolking. Ondanks de juiste belichting vanuit drie thema’s (deltadynamiek, verbinding en binding) ontstaat er geen samenhangend concept. Het is goed dat de inzenders ingaan op de bestaande stedenbouwkundige structuur, maar bij de uitwerking is het de vraag of stedelijke woonwerkgebieden in de voorgestelde vorm en omvang reëel zijn. De vormgeving van de nieuwe woonwijk met een darmvormige waterpartij spreekt de vakjury weinig aan. Willen welgestelde mensen
Eo Wijers-stichting – Prijsvraagronde 2008 – Rapport van de vakjury
wel zo dicht naast Kijfhoek wonen? Misschien wanneer het als ‘Keijfhoeck’ geschreven wordt... Wanneer de inzender met getijdenwoningen ‘op actuele golven van verandering’ wil surfen, moet de hoogste dynamiek niet aan de randen worden gezocht. Bij de plannen mist een kwantitatieve onderbouwing over het aantal woningen, hoeveelheden verkeer en de grondbalans, waardoor de oplossing erg vrijblijvend is. Ook is de opdracht sterk versmald en is het watersysteem niet als drager van het plan genomen, zodat in de uitwerking verschillende aspecten missen. Het plan is uiteindelijk wat saai, maar wel relatief eenvoudig uitvoerbaar. Het programma blijft helaas te beperkt en het plan te weinig geïntegreerd, zodat – ondanks de detaillering in de uitwerking – er te weinig samenhang is met de totale problematiek van het gebied.
58
hohohuphupho – quickstep in de delta Door de kaarten 180 graden te draaien geven de inzenders een frisse en creatieve kijk op het gebied. De presentatie is fraai vormgegeven en verbeeld, met een eigen handschrift. De strategie van het ‘actief nietsdoen’ voor de bedrijventerreinen langs de Nieuwe Maas, spreekt de jury aan. De kracht van het ene systeem dreigt echter het andere systeem te overheersen. De plannen op de verschillende schaalniveaus werken helaas niet op elkaar door. De eigen identiteit van de eilandbewoner wordt wel in de tekst beleden, maar niet in beeld. Vanuit het regionale perspectief wordt de blik naar binnen gekeerd. De constatering van ‘eilanden in het estuarium’ wordt niet verder uitgewerkt in de oplossingen op het derde paneel. Door met één icoon te werken op één plek wordt voorbijgegaan aan de verscheidenheid in het gebied. Het concept van ontvlechting van landschappen met verschillende snelheden is mooi gekoppeld aan de eilanden, maar dit is niet terug te vinden in de uitwerking.
59
Overige inzendingen Deltapoort (tweede ronde beraadslagingen vakjury)
Deltastad 2040 De Olympische Spelen van 2028 zijn de katalysator voor een ambitieus plan voor de herstructurering van het verkeer en de industrie. De inzenders durven een sterke visie neer te zetten die ze visueel fraai verbeelden. De gedachte dat een motor nodig is, is goed. Maar als de Olympische Spelen nodig zijn om een regio uit de put te krijgen is het wel heel erg gesteld met Nederland. Daarbij komt dat voor de regio Deltapoort ‘alles verloren’ zou zijn, wanneer de Spelen naar een ander land zouden gaan. Daarnaast zweven de twee pijlers, Olympische Spelen en Deltapoort, nog te veel als eilanden om elkaar heen. Wat is de betekenis van de
Eo Wijers-stichting – Prijsvraagronde 2008 – Rapport van de vakjury
Deltastad ten opzichte van de grote ruimtelijke ingrepen? Is de Deltastad een oplossing voor IJsselmonde of een schrikbeeld? Ten slotte worden alle problematische functies verschoven naar de Tweede Maasvlakte. Daarmee krijgt het plan wel erg het karakter van het afschuiven van problemen naar internationale organisaties of gebieden buiten de regio. Het plan is bijzonder gedetailleerd uitgewerkt, maar er spreekt wel veel projectontwikkelaargejubel uit de mooie woorden die nodig zijn voor de nieuwe woonmilieus, zoals ‘gouden randjes’ en ‘Hollands Venetië’.
60
Delta plateau Als je de romantische plaatjes bij deze inzending ziet zou je niet zeggen dat het hier om een verloederd gebied gaat. Delta Plateau is een fantastisch gedachte-experiment dat het oplossen van onveiligheid combineert met het verbeteren van de infrastructuur en het milieu op hogere delen in het landschap. Daarbij is veel aandacht besteed aan de kwaliteit van de leefomgeving. Zo wordt de omgeving van Kijfhoek opgehoogd en het terrein deels overkluisd. Daarmee is het een verrassende omkering van het perspectief in een fraai vormgegeven presentatie. Met een grote maar simpele ingreep ontstaat een helder concept voor IJsselmonde, al zal de grondbalans van de ophogingen niet uitkomen. In het middendeel van IJsselmonde komt een grote water-
61
plas, terwijl juist hier de planvorming vast zit op traditionele agrarische beelden van de bewoners. Is een stad langs de Oude Maas winst voor het gebied? Lokaal vermindert wellicht de omgevingskwaliteit, maar op regionaal niveau is er veel winst te boeken op gebied van milieuverbetering. Het plan speelt echter erg sterk in op infrastructuur en veiligheid en minder op bijvoorbeeld waterkwaliteit, waardoor het een wat eenzijdige benadering is. De inzending is wat betreft grondbalans onhaalbaar en geeft daarvoor ook geen kwantitatieve onderbouwing. Met een groene aankleding van de infrastructuur wordt geen kwaliteitsimpuls aan het totale gebied gegeven.
Overige inzendingen Deltapoort (eerste ronde beraadslagingen vakjury)
Frisse wind
Centripetaal
Deze inzending is in haar veelzijdige analyse erg positief. Aardige vondsten zijn de drie poorten, Stadspoort, Transpoort en Waterpoort, en perspectieven voor diverse radialen. Door de positieve houding van de analyse dreigen in het plan de problemen te blijven liggen. De oplossing van een grote ‘Beijerse Plas’ wordt niet overtuigend beargumenteerd, terwijl de Hoekse Waard daarvan wel de sigaar is. Daarmee is ‘water’ niet als richtinggevend thema genomen, maar slechts ingezet voor een nieuw woonmilieu. De verschillende oplossingen, waarbij de nieuwe waterfronten als belangrijkste oplossing wordt aangedragen, blijken op regionaal niveau incidenten en op het laagste schaalniveau een verzameling losse projecten. De drie schaalniveaus missen verbinding. De drie poorten zijn semantisch interessant, maar in werkelijkheid liggen deze abstracties niet naast elkaar, maar boven op elkaar. Een echte oplossingsrichting mist, al zullen enkele accenten bij bestuurders of makelaars goed vallen.
Het centrale idee bij deze inzending is de plaatsing van een tuibrug tussen Dordrecht, Zwijndrecht en Papendrecht. In de pyloon komen allerlei publiekstrekkers. Een sluitende begroting – met de overheid als belangrijkste geldschieter – siert de toelichting. Hiermee is deze inzending een fantastisch voorbeeld van acupunctuurplanning. Op intrigerende wijze wordt een prachtige brug centraal gezet. Deze oplossing komt echter voort uit een vrij eenzijdige benadering, waarbij andere problemen blijven liggen. In de verkeersberichten zal deze brug als de fraaiste filetopper van Nederland figureren. Tenminste als je in die file staat. Als je vanaf de oevers over het – nu nog ongeschonden – watervlak kijkt zal hét stadsgezicht dat zo vele schilders inspireerde voorgoed verdwenen zijn.
Eo Wijers-stichting – Prijsvraagronde 2008 – Rapport van de vakjury
62
2+2=16 Het plan is verfrissend in zijn eenvoud tegenover de enorme problematiek van het gebied. Met een groots verhaal wordt het plan opgetuigd om met een eenvoudig idee van de aanleg van enkele ommetjes te eindigen. Het is interessant hoe vanuit het perspectief van de wandelaar de ontdekkingstocht door de problematische gebieden wordt gemaakt.
63
Een zee van ruimte De bestaande parken in het gebied zijn weinig aantrekkelijk. Dit plan voorziet op fraaie wijze in de aanleg van nieuwe getijdennatuur in contrast met de omliggende steden. Gemeenten zullen deze eenzijdige oplossing echter niet ondersteunen. Is een verhoogde snelweg door dit gebied dan wel attractief voor de recreant? De spanningsvelden die de inzenders in de analyse uiteenzetten, komen in de uitwerking niet terug. Kijfhoek wordt in deze inzending het eerste geïnundeerde, buitendijkse rangeerterrein ter wereld. De fraaie tekeningen verbeelden waar het om te doen is, maar kloppen niet met de conclusies. De hoogte van de investeringen op dijkniveau geeft blijk van te veel geloof in maakbaarheid. Met zo’n grootse oplossing en een dergelijk aantrekkelijk park had een publieksprijs er wel dik ingezeten.
Overige inzendingen Deltapoort (eerste ronde beraadslagingen vakjury)
Deltapoort metropolitan park system (52tn8)
Leefruimte voor ontwikkeling
Dit plan is een betaalbare oplossing om het gebied van groen te voorzien. Bovendien past het goed op de bestaande ontwikkelingen. Rond de belangrijkste infrastructuur worden grondwerken gelegd en bestaande en nieuwe waterpartijen veranderen in parkstroken. Daarmee blijven de oplossingen echter mitigerende ingrepen die voor een regio, bijna beyond repair, geen soelaas bieden. Ook stellen de inzenders dat de woning- en arbeidsmarkt van Deltapoort onlosmakelijk verbonden is met de Randstad, wat voor de huidige situatie een te rooskleurig beeld is. Enkel ruimtelijke oplossingen, zoals hier aangedragen, helpen deze opgave niet. Het opliften van infrastructuur tot groenstructuur is simpel en bruikbaar, maar biedt volgens de jury niet de juiste oplossing voor de opgaven.
De jury is gecharmeerd van de consequente analyse van de inzending. Maar de oplossing is nogal eenzijdig: om de problemen op het gebied van de leefkwaliteit aan te pakken wordt de infrastructuur grotendeels ondertunneld. Wanneer de diagnose klopt dat er behalve de leefkwaliteit weinig aan de hand is, is ondertunneling een aannemelijke oplossing. In dit gebied is echter meer aan de hand. Daarnaast is de presentatie wat rommelig en zijn er veel woorden nodig voor veel losse zaken. De tekening van een snelweg die wegduikt onder een landschap dat rechtstreeks uit de boeken over Dik Trom of de jongens van de Kameleon lijkt te komen, verdient wel alle lof.
Eo Wijers-stichting – Prijsvraagronde 2008 – Rapport van de vakjury
64
Maak D’R ECHT stad van Voor de visie op de Deltapoort wordt bij deze inzending zelfs gekeken naar onze zuiderburen, na de kaart 90 graden te hebben gedraaid. Historisch is de vergelijking van het landschap tussen de Noordzee en de Antwerpse Haven met dat bij Rotterdam niet geheel correct. De inzending biedt een versimpeling van de werkelijkheid, waarbij enkel belangrijke zaken worden vastgelegd en de rest wordt overgelaten aan de willekeur. Doordat veel obstakels voor gebiedskwaliteit worden ontkend, volgt geen oplossing voor het geheel. De retoriek over een verdwijnend Nederland is prikkelend, maar krijgt geen reële uitwerking in het vervolg. Water wordt als oplossing aangegrepen en tot en met instrumentarium uitgewerkt, maar verdere doorwerking mist. Ook mist een integrale benadering. Dit complexe gebied vraagt daar wel om. Is het verstedelijken van oevers wel de ‘echte stad’ die wordt gewenst? Een duidelijke visie op woningbouw en woonmilieus blijft uit.
65
Eo Wijers-stichting – Prijsvraagronde 2008 – Rapport van de vakjury
66
Juryoordeel over de inzendingen voor de prijsvraag Vechtstreek
4 Geen visie met alleen een achteruitkijkspiegel
67
Juryoordeel over de inzendingen voor de prijsvraag Vechtstreek
Waarom heeft deze prijsvraag zo weinig inzendingen
van de burger wordt niet gerept. Het plan kan de
uitgelokt? Waarom is het niveau van die paar inzen-
streek reactiveren in toeristisch-recreatief perspec-
dingen zo mager dat er geen winnaar is aangewezen?
tief, al is de inzending erg vanuit de achteruitkijk-
Was de urgentie wel duidelijk genoeg? De Vecht is
spiegel geformuleerd.
toch een van Nederlands recreatieve toppers met allerlei aanknopingspunten voor ontwerpers. Werd de
De vakjury heeft bij het bestuur van de Eo Wijers-
opgave te ambtelijk geformuleerd? Werd de opgave
stichting geen prijswinnaars voor de prijsvraag voor
bestuurlijk te veel dichtgetimmerd?
de Vechtstreek voorgedragen. Wel heeft de vakjury gesproken over het mogelijke vervolg van deze
Volgens de vakjury stijgen twee inzendingen boven
ideeënprijsvraag.
de andere uit in hun ruimtelijke synthese, namelijk
Deze prijsvraag is geenszins mislukt, ook al heeft hij
Vlechtcode (eigenlijk ook Vlechtwerk getiteld) en
geen winnende inzendingen opgeleverd. De Vecht-
Vlechtwerk. Vlechtwerk begrijpt het gebied goed,
streek zelf is als winnaar uit de bus gekomen. De pro-
maar de grote mate van verstedelijking schrikt af.
blematiek van het gebied is door de besprekingen
Vlechtcode daarentegen sluit met een paragraaf over
van de inzendingen in de streek- en vakjury scherper
particulier initiatief goed aan op de streekprocessen
op het netvlies gekomen. Dat is winst!
en doorbreekt het denken dat de overheid voor de oplossing moet zorgen.
De streekjury meent dat de discussie een enorme sti-
Als nostalgisch en tegelijkertijd utopisch plan spreekt
mulans is voor een vliegende start van de binnenkort
Dutch Paradise aan, maar het antwoord klinkt de vak-
in te stellen gebiedscommissie. De vakjury kan zich
jury minder reëel in de oren. Het is een uiterst correct
goed voorstellen dat inzenders van de prijsvraag door
plan, met de wortels in de tuinkunst, aldus de bron-
die gebiedscommissie worden uitgenodigd voor een
vermelding, maar over de openbare ruimte of de rol
atelier of werkbijeenkomst met als opgave het trans-
Eo Wijers-stichting – Prijsvraagronde 2008 – Rapport van de vakjury
68
formatieproces in goede banen te leiden. Zo’n atelier
singen voor deze waterproblematiek aan. In het voor-
vergt wel een verdere aanscherping van de probleem-
gestelde atelier dient men wel naar die oplossingen
stelling door de opdrachtgever.
op zoek te gaan.
De Vecht is een ‘Stalinistische rivier’ die geforceerd
Veel ontwerpers doen wanneer zij met een ontwerp-
de andere kant op stroomt. De kwaliteit van het water
opgave beginnen, alsof de tijd opnieuw begint. Het
van zowel de Vecht (vanuit het IJmeer) als van het
kan geen kwaad om het ontwerpend onderzoek dat
Amsterdam-Rijnkanaal (thermisch slecht rivierwater)
collega’s al eerder hebben uitgevoerd – wellicht in
is matig. Ontvlechting van de Vecht en het
interdisciplinaire onderzoeksteams – als basis te
Amsterdam-Rijnkanaal is complex. Het water van de
nemen. Voor de Vechtstreek bestaan al veel goede
Vecht komt onder meer vanaf de rioolwaterzuive-
ontwerpideeën waarop inzenders hadden kunnen
ringsinstallatie van Utrecht, dat altijd restvervuiling
voortbouwen.
bevat. Als er een ontkoppeling plaatsvindt, gaat de afvoer ervan alleen via de Vecht naar het noorden.
Hoe kun je de kracht van de streek inzetten om ruim-
Wat dit betekent voor de monding, de benodigde
telijke ontwikkelingen te genereren of een halt toe te
ruimte en de neerslag van vervuild slib, vereist nade-
roepen? De top van de Nederlandse vastgoedwereld
re studie. Bij een lage wateraanvoer vanuit het regio-
woont aan de Vecht. Wordt deze door de inzenders
naal systeem stroomt water via het IJmeer juist weer
uitgedaagd en op zijn verantwoordelijkheid aange-
zuidwaarts, zeker als het IJmeer een seizoensafhan-
sproken door de metafoor van het landgoed? In de
kelijk peil zou krijgen. Er vindt dus wisselwerking
Verenigde Staten kocht Rockefeller ooit een heel bos
plaats tussen de stroomrichtingen. Hoe beide stro-
aan de overkant van de rivier om het uitzicht vanuit
men zich verhouden is complex en een extra afvoer
zijn woning veilig te stellen. Een dergelijke mentali-
via het Amsterdam-Rijnkanaal kan daar een rol in ver-
teit tegenover de eigen omgeving zou de welgestelde
vullen. De inzenders dragen slechts sporadisch oplos-
Vechtbewoner sieren.
69
Juryoordeel over de inzendingen voor de prijsvraag Vechtstreek
Geen enkele inzending voor de Vechtstreek boort de
termijn zelfs een betere investering te zijn dan welke
kans aan om gebruik te maken van de kapitaalkrach-
andere investering ook. Bedenk dat in het verleden
tigste bewoners van Nederland. Zonder burgers en
aankoop van gronden de beste oplossing voor het be-
boeren te betrekken blijft de uitwerking van nieuwe
houd van openheid is gebleken.
functies erg vaag. De vakjury adviseert het bestuur van de Eo WijersToeristen ervaren de Gouden Eeuw als het onder-
stichting het eerder voorgestelde atelier actief te en-
scheidende hoogtepunt van Nederland. Dat vinden zij
tameren. De vakjury kan hierbij ondersteuning aan-
op de eerste plaats in steden, zoals Amsterdam, maar
bieden, maar waakt voor zijn onafhankelijke positie.
vervolgens in de cultuur die erbij hoort, zoals
De vier rijksadviseurs kunnen worden gevraagd voor
Rembrandts Nachtwacht. Landschappen die die tijd
een prikkelende, inhoudelijk inbreng. Daarnaast zal
vertegenwoordigen – zoals de vroege droogmakerij-
voor de toeristisch-recreatieve kant naar externe
en, de molencomplexen en de reeksen buitenplaatsen
expertise moeten worden gezocht, bijvoorbeeld geba-
aan rivieren en gegraven vaarten – kunnen zich ook
seerd op vergelijkbare projecten in Italië of de
verheugen in steeds meer belangstelling. Daarmee
Verenigde Staten.
heeft de Vechtstreek een enorm toeristisch-recreatief potentieel. Daarbij kan aangesloten worden op de Nieuwe Hollandse Waterlinie. De inzenders gaan niet in op de kwaliteiten en potenties van dit project, terwijl het een van de meest succesvolle communicatiestrategieën en publieke gebiedsorganisatie van de laatste jaren heeft ontwikkeld. Restauratie blijkt op lange
Eo Wijers-stichting – Prijsvraagronde 2008 – Rapport van de vakjury
70
71
Inzendingen Vechtstreek
Dutch Paradise Deze inzending biedt een fraaie analyse, waarbij op het hoogste schaalniveau onderscheid wordt gemaakt tussen high-fast en lowslow en op het laagste schaalniveau de tuin als uitgangspunt wordt genomen. Zoals in de Gouden Eeuw het geld in Amsterdam werd verdiend, speelt ook nu nog de Amsterdamse Zuidas een financiële rol voor de Vecht. Deze constateringen krijgen echter geen vervolg in de uitwerking. Het creëren van een vijgenblad in de polder bij Nieuwersluis als verwijzing naar het paradijs zou Abu Dabi niet misstaan, maar is hier enkel leuk voor mensen in een vliegtuig. De streekjury wordt verleid door het ‘Vechtgevoel’ dat uit deze inzending straalt. De vakjury waarschuwt dat de inzending blijft steken in een fraaie collage van beelden in de achteruitkijkspiegel. Een plan als Dutch Paradise kan wel belangrijk zijn als het de verschillende partijen kan binden aan een gemeenschappelijk toekomstperspectief.
Eo Wijers-stichting – Prijsvraagronde 2008 – Rapport van de vakjury
72
Vlechtwerk alias vlechtcode Het essay begint met de historische woorden: ‘De ontwikkeling van de maatschappij in Nederland vindt haar ruimtelijke beslag in het fysieke aanzien van het land. De gebruikers, inwoners en bedrijven, wonen, leven, recreëren, werken en ondernemen. De overheid faciliteert de gemeenschappelijke functies en reguleert de private activiteiten.’ Het plan heeft een op alle schaalniveaus doorgecomponeerd verhaal, waardoor de panelen goed samenhangen. De presentatie van de kaartbeelden is fraai. Toch rijst bij nadere bestudering de vraag hoe de Mijndense Polder als sleutelproject in de regionale visie is verwerkt. Het plan toont de ontwikkeling van veel nieuwe woonlocaties, maar onduidelijk blijft of het gebied wel zo veel verstedelijking kan dragen, ook omdat de noodzaak hiervan niet wordt aangetoond. Een effectieve combinatie met de Natte As wordt betwijfeld. De Vlechtcodes staan voor een verhouding tussen diverse ruimtelijke functies die samen een ontwikkelingsrichting voor een gebied bepalen. De codes lijken in eerste instantie moeilijk te kraken: leveren deze technische constructies mogelijk interessante combinaties en accentverschillen? De code lijkt te zeggen: ‘Don’t try this at home.’ Zijn ze enkel voor de regionale schaal bedoeld?
73
De initiatieven vanuit particulier opdrachtgeverschap in het plan dienen gestuurd te worden door een kader van de overheid. Dit opdrachtgeverschap blijft echter vrij utopisch met onzekerheid over de werkelijke ruimtelijke implicaties. Willen bewoners wel de motor van de planvorming gaan vormen of wensen ze bovenal rust? Een groot aantal particuliere ontwikkelaars wordt betrokken, maar de Quote 500 die in het gebied woont wordt vergeten. In zijn advies wijst de streekjury erop dat wordt gepleit voor individuele kavelgewijze ontwikkelingsvrijheid, maar dat die ‘verplicht’ gebonden is aan een gecombineerde toeristische, cultuurhistorische en ecologische compensatie, waarvan niet duidelijk wordt hoe die afgedwongen kan worden of tot stand komt. De infrastructuur is ondergeschikt gemaakt aan andere functies in het gebied. Mocht dat slagen, dan verdient dit plan de Nobelprijs voor de landschapsarchitectuur. Hoe deze nieuwe rol van infrastructuur concreet wordt ingevuld blijkt echter niet uit een strategie. Het blijft onduidelijk of dit plan werkt, al wordt het sterk gepresenteerd.
Inzendingen Vechtstreek
Vlechtwerk De redeneerlijn van analyse op Groene-Hartniveau tot idee-uitwerking is consistent. Door het duidelijk schematisch in beeld brengen van de landschapskwaliteiten krijgt de inzender vat op de opgave. Met het toevoegen van de duurzaamheidsopgave wordt de urgentie gevonden het plan te realiseren. Door biomassa voor energieproductie op te voeren als nieuwe economische structuur om het gebied groen te houden, is het plan rijker dan enkel een rood-voor-groenconcept. Het voorstel om de beheerder vroeg aan tafel bij de ontwikkelaar te vragen is nastrevenswaardig. Het gebied zal sterk verdichten vergeleken met de huidige situatie, zij het op een landgoedachtige wijze. Daarbij lijken veel zaken te worden gestapeld in plaats van dat keuzes worden gemaakt. Het gebied kampt met veel verrommeling en stadsrandverschijnselen. In het plan wordt dat geherwaardeerd tot maatschappelijk nut, waarbij het als nieuw stedelijk gebied wordt omarmd. De Vecht en het Amsterdam-Rijnkanaal worden losgekoppeld. Wat is hiervan de betekenis voor de recreatievaart, bedrijfsvaart en de waterkwaliteit?
Eo Wijers-stichting – Prijsvraagronde 2008 – Rapport van de vakjury
Wel is er aarzeling over de verrommeling die mogelijk juist als gevolg van dit plan ontstaat. Bouwontwikkelingen vinden dwars op de huidige occupatielijnen plaats, waarbij een nieuwe aansluiting vanaf de A2 (als toegangslaan tot de Vecht) op infrastructurele bezwaren zal stuiten. Ook levert de wijze waarop nieuwe infrastructuur is aangebracht geen kwaliteit op. Het is de vraag of in dit gebied met een van de hoogste grondprijzen van Nederland biomassaproductie genoeg toegevoegde waarde genereert. De energieproductie per hectare griend lijkt een factor twee te hoog te zijn genomen. Enerzijds worden de ontwikkelingen sterk op het AmsterdamRijnkanaal georiënteerd: doe je de Vecht daarmee niet tekort? Anderzijds wordt de onderliggende verkavelingstructuur als richting genomen voor ontwikkelingen, terwijl het Amsterdam-Rijnkanaal op kavelniveau juist wordt genegeerd. De vraag blijft dan wat voor waterfront ontstaat en hoe met de oevers van het kanaal moet worden omgegaan. Het verhaal is goed opgebouwd – tot op de komma –, maar zaken die niet bij het eindbeeld passen zijn ook in de analyse weggelaten. Hierdoor wordt de complexiteit van het gebied geen recht gedaan.
74
The Other Life De filosofie over het Groene Hart als een sterk gebied met een offensieve in plaats van kwetsbare houding, is aansprekend. Door de tijd te geven aan het gebied om zich kwalitatief te ontwikkelen worden slechte ontwikkelingen voorkomen. Het plan zoomt vanuit een Europees perspectief in tot op regionaal niveau. Daarmee is de onderbouwing goed ingeleid, maar de uitwerking en uitvoering doen geen recht aan het idee achter de onderbouwing. De samenhang tussen zaken is matig onderbouwd, ook omdat verschillende invalshoeken, op de occupatie na, niet worden belicht. Daarnaast bevat de analyse een groot aantal ongefundeerde aannames. De uitwerking komt zo niet van de grond. De stap van Groene Hart naar de uitwerking voor Nieuwersluis is te groot. De wijze van presenteren is erg druk en schematisch, waardoor het breiwerk van mooie woorden uiteindelijk geen ontwikkelingsstrategie omvat. Al met al is de offensieve insteek sterk, maar deze wordt niet waargemaakt.
75
v.m De inzending is charmant in haar uitwerkingsniveau tot op de kavels van buurman Van den Engel. Het sleutelproject heeft wellicht een hoge haalbaarheid. De oplossingen blijven immers dicht bij de huidige inzichten. De visie en samenhang op regionaal niveau zijn echter weinig verrassend. De doorwerking van gedachten op de verschillende niveaus ontbreekt. De regionale visie is in abstractie een extreme opschaling van de concrete oplossing op lokale schaal. .
Achterste rij: Steven de Clercq, Aart Kees Evers, Peter Rombouts, Jos Lambrechtsen. Daarvoor: Hans Leeflang, Jeroen Blom, Kees van Dam, Ada Wildekamp, Henk van Blerck, Albert van Hattum. Eo Wijers-stichting – Prijsvraagronde 2008 – Rapport van de vakjury
76
Achterste rij: Chaja Heyning, Jaap den Ouden, Jan de Bont, Gerdien Muilman-Boersma, Martijn Boelhouwers. Daarvoor: Dirk Sijmons, Henk Ovink, Geert Teisman, Paul Rüpp, Kees Lever.
77
Inzenders prijsvraagronde 2008 Deltapoort
Frisse Wind
Deltadynamiek – (ver)binding als kracht
Team ‘Nieuwe Uitstraling’: Willem de Kock (student Planologie aan de Universiteit van Utrecht) Wilrik Hengstmengel (student Planologie aan de Universiteit van Utrecht) Boaz Spermon (student Planologie aan de Universiteit van Utrecht) Giel Soetens (student Planologie aan de Universiteit van Utrecht) Gerjan van Geest (student Industrieel Ontwerp aan de TU Delft) Rolf Willems (student Landschapsarchitectuur aan Universiteit Wageningen) Ronald Gijzel (afgestudeerd Master Urbanism aan de TU Delft) Evelien Brandes (begeleiding, docent Urbanism, coördinator Minor Stedenbouw in de Delta)
Team ‘Delft United’: Laura de Bonth (Urban Synergy) Beitske Boonstra (TNO-Bouw en Ondergrond) Willem van Deursen (Carthago Consultancy) Wouter Jonkhof (TNO- Bouw en ondergrond) Henk Puylaert (H2Ruimte, hoofdverantwoordelijke) Theo Reijs (TNO- Bouw en ondergrond) Egbert Stolk (TU Delft – Bouwkunde) Dirk Verhagen (Urban Synergy); Henk Werksma (H2Ruimte) Pier Werksma
Kerend Tij Centripetaal Willemsburo B.V. & Partners: Willem G. van der Wiel (hoofdverantwoordelijke) S.P. Huizinga (socioloog) H.G. van der Wiel-Goppel (psycholoog, beeldend kunstenaar)
Maarten Lenis (DHV B.V., hoofdverantwoordelijke) Marco Farla (DHV B.V.) Jeroen van Doorn (Enno Zuidema Stedebouw bv) Willem van der Grinten (Enno Zuidema Stedebouw bv) Ruud van Stralen (Espresse Publishing) Met bijdragen van: Roel Bakker (BGSV bureau voor stedebouw) Paul van Oort (Van Oort Culturele Zaken)
Overhoekse Waard Team ‘Deltawerven’: Peter Veenstra (Lola landscape architects) Cees van der Veeken (Lola landscape architects) Eric-Jan Pleijster (Lola landscape architects, hoofdverantwoordelijke) Marieke de Keijzer (Lola landscape architects) Marcel Musch (BVR Adviseurs ruimtelijke ontwikkeling) Alma Ploeger (BVR Adviseurs ruimtelijke ontwikkeling) Jasper Nijveldt (BVR Adviseurs ruimtelijke ontwikkeling) Ad de Bont (BVR Adviseurs ruimtelijke ontwikkeling) Bin Krens (BVR Adviseurs ruimtelijke ontwikkeling) Arjan Dekker (BVR Adviseurs ruimtelijke ontwikkeling) Willem Sulsters (WSA Procesarchitectuur en management stedelijke ontwikkeling)
Eo Wijers-stichting – Prijsvraagronde 2008 – Rapport van de vakjury
2+2=16 Team ‘URA + Jan Zaman’: Jan Zaman (hoofdverantwoordelijke)
Hohohuphupho – quickstep in de delta Ellen Holleman (Islant atelier voor stedebouw, hoofdverantwoordelijke) Sjoerd Cusveller (Islant atelier voor stedebouw) Remco Reijke (Islant atelier voor stedebouw) Miebet van der Poel (Islant atelier voor stedebouw) Patricia Scholte (Islant atelier voor stedebouw) Hilde Vriens (Islant atelier voor stedebouw) Leo Versteijlen (Site urban development) Geurt van Randeraat (Site urban development) Tom Bade (kenniscentrum Triple E) Mirjam Koevoet (1 op 1 stadslandschappen) Dave Hoop (O2-design)
78
Een zee van ruimte
Delta plateau
BTL Advies B.V.: Bart van der Westen (hoofdverantwoordelijke) David van Uden Barbara Hoevenaars
Kraaijvanger – Urbis: Peter van der Helm (Kraaijvanger – Urbis, hoofdverantwoordelijke) Tomas van der Meer (Kraaijvanger – Urbis) Vincent van der Meulen (Kraaijvanger – Urbis) Isabella Boon (Kraaijvanger – Urbis) Bob Geirnaerdt (Kraaijvanger – Urbis) Hiroko Kawakami Elsbeth Peper (Ruimteprojecten) Jeroen van Herk (LinkIT Consult) Anton de Engelse (BBN adviseurs voor gebouwen en gebieden) Desiree Scheid (BBN adviseurs voor gebouwen en gebieden)
Deltapoort Metropolitan Park System (52tn8) David Verhoestraete (hoofdverantwoordelijke) Sofie Depauw
Deltastad 2040 Wissing stedebouw en ruimtelijke vormgeving b.v.: Hilke Batist Désirée de Jonge Peter Kodde Eveline van der Schee (hoofdverantwoordelijke) Esther Stuijts
Leefruimte voor ontwikkeling Witteveen+Bos: John van Tilburg (hoofdverantwoordelijke) Régis Leijs Koen Haans Ruben Klijn Jan Grit Johan Olsthoorn Ronald Groen Sven Turnhout (woningcorporatie Vivare)
Maak D'R ECHT stad van Team ‘Familie van Dijk’: Caroline E. van Veen (hoofdverantwoordelijke) Danny Edwards Joris Dresen
79
Blauw Bloed KuiperCompagnons Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw, Architectuur, Landschap B.V. Edwin van der Hoeven Gijs van den Boomen Mark Niesten Hans Ophuis Edyta Wisniewska Alex de Jong Evert Slootweg Milena Zaklanovic
Inzenders Vechtstreek
Colofon
The other life
Dit juryrapport is opgesteld in opdracht van het bestuur van de Eo Wijers-stichting en onder supervisie van de vakjury van prijsvraagronde 2008 van de Eo Wijersprijsvraag.
SOFTGRID, Architecture, Urbanism & Design: Pim van Wylick (hoofdverantwoordelijke) Ulysses Sengupta
Secretariaat v.m Team ‘Vrienden van polder Mijnden’: A.H. van den Engel (hoofdverantwoordelijke) Klaas-Jan Tol (buro Abocad) Lubica Tol-Gabriskova (buro Abocad) Ciska Nieuwendijk
Vlechtwerk (vechtcode) Team ‘Groene Glorie’: J. Heij (Adviesbureau Haver Droeze, hoofdverantwoordelijke) J. W. Iestra A. M. M. Hoppenbrouwer-Dijt F. J. Haver Droeze
Henk van Blerck (Schokland, Rhenen) Kees van Dam met dank aan Jeroen Blom en Berbel Ferwerda
Tekst Henk van Blerck en Kees van Dam Onder supervisie van de vakjury en met dank aan de Eo Wijersstichting en de secretarissen van de streekjury Deltapoort (Gerdien Muilman-Boersma, gemeente Dordrecht) en de streekjury Vechtstreek (Aart Kees Evers, provincie Utrecht).
Eindredactie Ettema journalistieke producties, Maarten Ettema
Vlechtwerk (2) Team ‘Vechtdelta’: Michiel Huls (Delta Vorm Groep, landschapsarchitectuur en stedebouw, hoofdverantwoordelijke) Anneke van Mispelaar (BUITEN, bureau voor Economie en Omgeving) Dennis Broos (Broos de Bruijn architecten) Vincent de Bruijn Jelle Bennema (Delta Vorm Groep, landschapsarchitectuur en stedebouw) Willem Jan van Ras (Delta Vorm Groep, landschapsarchitectuur en stedebouw) Mireille Jeurnink (Fortis Vastgoed Ontwikkeling) Marianne Timmer (Fortis Vastgoed Ontwikkeling) Gideon Maasland (T.T.B. Duurzame Architectuur) Nikki Brand (promovendus ‘Randstad’)
Dutch paradise tlu landschapsarchitecten i.s.m. Inge Dekker
Eo Wijers-stichting – Prijsvraagronde 2008 – Rapport van de vakjury
Fotografie Hans Dijkstra, bvBeeld (jurybijeenkomsten Wageningen), Kees van Dam, Chaja Heyning
Ontwerp en opmaak Harry Harsema en Michel Backus, Grafisch Atelier Wageningen Bestwerk.nl (huisstijl)
Druk Drukkerij Modern, Bennekom
Contact Eo Wijers-stichting p/a Nirov T.a.v. Vivian Sonnega, stafmedewerker Postbus 30833 2500 GV DEN HAAG 070 302 84 73
[email protected] www.eowijers.nl © copyright Eo Wijers-stichting 2009
80