58
Radboud info Radboudstichting wetenschappelijk onderwijsfonds drs. Jan G.F. Veldhuis (65) voorzitter Radboudstichting
“Katholiciteit biedt opening dialoog” Het is nogal een overgang van de Universiteit Utrecht naar de Radboudstichting: van de grootste universiteit van Nederland naar die kleine ‘uitzenduniversiteit’ en daarbij ook nog eens van een openbare universiteit naar een duidelijk levensbeschouwelijk georiënteerd wetenschappelijk onderwijsfonds. Wie is hij? En wat bracht Jan Veldhuis tot die stap? Radboud info sprak met de nieuwe voorzitter.
November 2003 In dit nummer onder meer
Dit gesprek vindt plaats op het Utrechtse Universiteitscentrum de Uithof waar Jan Veldhuis ‘tot het zoete einde’, zoals hij het zelf uitdrukt, werkte als voorzitter van het College van Bestuur van de Universiteit Utrecht. Op 31 oktober nam hij daar afscheid, om op 1 november het voorzitterschap van de Radboudstichting in Vught te gaan vervullen, als opvolger van de oudlandbouwminister ir. Gerrit Braks. Intellectuele strijd
Jan Veldhuis is afkomstig van het platteland in Twente: Hasselo, parochie Deurningen, gemeente Weerselo, maar dicht bij Hengelo. Zijn vader was hoofdonderwijzer en land- en tuinbouwleraar; zijn moeder had het in zich om moeder overste van de Soeurs Blanches du Cardinal Lavigerie in Algiers te worden, maar het kwam er niet van – “gelukkig maar”, zegt hij. Hij zelf noemt zich een klassiek voorbeeld van de katholieke emancipatie. Veldhuis kon goed leren en ‘dus’ ging hij naar het aartsbisschoppelijk seminarie in Apeldoorn, waar hij tot zijn eigen genoegen het uitstekende, nog op jezuïetenleest geschoeide onderwijs van het gymnasium gevolgd heeft. Daarna begon hij de opleiding filosofie waarbij hij goede herinneringen heeft aan professor Möller, de latere bisschop van Groningen. Maar hij verliet het seminarie na een forse intellectuele strijd. Veldhuis kreeg zicht op de sociale bepaaldheid van zijn keuze. Bovendien kreeg hij steeds meer moeite met de afgeslotenheid van het denken, gebaseerd op een Exklu-
sivitätsanspruch van het christendom, die niet tot echte dialoog in staat was. In zijn ogen was dat niet te verdedigen. Hij switchte naar de studie geschiedenis aan de Universiteit Utrecht. Daar werd hij lid van de katholieke studentenvereniging Veritas, waarvan hij van 1962 tot 1963 preses was. Hij werkte daar aan de eerste democratiseringsgolf mee. Tevens ontdekte hij dat besturen zijn belangstelling had en hem goed afging. Reden om zijn studie uit te breiden met een pakket economie, staats- en administratiefrecht. Na voltooiing van zijn studie werd
1
Oratie Palmyre Oomen
pag 3
Brug tussen alfa en bèta Impressie Radboudcollege
pag 4
Katholieke reflectie in Leiden Nieuws
pag 5
Stefan Waanders directeur Interview Gerrit Braks
pag 6
“Radboudstichting blijft inspireren” Column Laatste groet van Van Veghel
›2
pag 8
›1
hem een Fulbright-beurs toegekend voor een jaar studie in de Verenigde Staten. Bij terugkeer in Nederland werkte hij ruim twee jaar op het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Vervolgens was hij vier jaar secretaris van het College van Bestuur van de Rijksuniversiteit Leiden. Daarna stapte hij over naar het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen en was plaatsvervangend secretaris-generaal, directeur-generaal en tevens inspecteur-generaal van het onderwijs. De laatste achttien jaren was hij voorzitter van het College van Bestuur van de Universiteit Utrecht. Daarbij onderhield hij veel contacten in het buitenland, waar zijn talenten ook niet onopgemerkt bleven, blijkend uit diverse voorzitterschappen en lidmaatschappen van buitenlandse instituten, en uit een eredoctoraat van de University of Florida, een Franse onderscheiding in het Légion d’Honneur en een Spaans commandeurschap Isabel la Catolica.
Nederland. De universiteit heeft, ondanks een lange traditie van antipapisme, op dit moment een uitstekende en intensieve samenwerkingsrelatie met de Katholieke Theologische Universiteit van Utrecht. “Ik was voldoende vertrouwd met het proces van overinstitutionalisering van het katholieke christendom in Nederland en de daarop volgende afbreuk ervan. Dit was ook nodig. Het maakte de weg vrij voor een herbezinning op het mijns inziens universele karakter van het christendom. Wezenlijk katholiek: kath olon, gericht op het geheel. Dit biedt weer nieuwe openingen voor dialogen met andere godsdiensten en levensbeschouwingen, zo broodnodig in deze tijd. En mogelijkheden voor nieuwe verbindingen met de wetenschap, die ook universeel van karakter is. Binnen de Radboudstichting ontdekte ik spannende opvattingen hierover. Men had iets van die veranderingen begrepen en zich weten aan te passen aan de nieuwe omstandigheden en wist daarbij Inhoudelijke drijfveer toch de eigen identiteit te behouden. Wat drijft deze man om voorzitter van de “Met name was ik door drie zaken aangeRadboudstichting te worden? “Om te beginnaam verrast. Allereerst door de bijzonder nen ben ik al bestuurslid sinds 1999. Ik ben hoogleraren van de Radboudstichting aan toegetreden tot het bestuur vanuit een inhoualle openbare universiteiten. Begonnen als delijke drijfveer. De Universiteit Utrecht marginale figuren aan de academie hebheeft de grootste theologische faculteit van ben zij zich ontwikkeld tot een interessant korps van geleerden. Hun colleges zijn niet meer apologetisch, maar gewoon gedegen en integer wetenschappelijk denkwerk. Daarbij zijn steeds meer hoogleraren behalve vertrouwd met filosofie, theologie of ethiek thuis in een tweede wetenschap, als scheikunde, mathematische biologie, rechten of gezondheidszorg, waardoor in toenemende mate een breder spectrum van de wetenschappen gecoverd wordt. Daar openen zich mogelijkheden die verder ontwikkeld mogen worden en die ook breder bekend mogen worden. Het is goed te merken dat de hoogleraren zich ook roeren in het maatschappelijk debat en vanuit hun katholieke achtergrond een bijdrage leveren. Ik zou hen willen stimuleren om die verantwoordelijkheid ook in de toekomst te nemen. Daarnaast zou ik het onderlinge gesprek tussen de hoogleraren willen aanmoedigen. Laat ze bezien of een gezaJan Veldhuis Foto: Foto Marius, Utrecht menlijk thema het gesprek tus-
2
sen geloof en wereld een impuls weet te geven en maak ook andere geïnteresseerden daarvan deelgenoot.” Toekomst
“Verder ben ik ingenomen met het beurzenprogramma. Ik was bij een kennismakingsbijeenkomst van scholars en het enthousiasme dat ik er ontmoet heb werkt aanstekelijk. De studieprogramma’s zijn nogal specialistisch, zodat studenten te weinig de gelegenheid krijgen om zich tijdens hun studie bezig te houden met zingevings- en grondslagenvragen. Na voltooiing van een eerste studie krijgen scholars met een beurs van de Radboudstichting de gelegenheid om zich op een vrije en toch serieuze wijze alsnog met dit soort vragen bezig te houden. En de ervaring leert dat dit extra jaar voor de meeste studenten vruchtbaar is. Ik ben ervan overtuigd dat een dergelijke investering een heel leven lang door werkt. “Ten slotte vind ik het een goede zaak dat het bestuur van de Radboudstichting de moed heeft om ook activiteiten te ontwikkelen voor het hbo-onderwijs. Een eerste module is al gerealiseerd en nieuwe modules staan op stapel. En vervolgens moet er voor gezorgd worden dat die modules filosofie, ethiek en levensbeschouwing ook daadwerkelijk hun weg naar de hbo-opleidingen vinden. Dat zal niet eenvoudig zijn, maar de contacten met de wereld van het hbo breiden zich uit en zullen op termijn vruchten gaan afwerpen. “Onder de huidige generatie studenten bespeur ik een grote openheid naar levensbeschouwing. De aversie en agressie tegenover religie zijn afgenomen. Er is überhaupt een sterkere behoefte aan doordenking waar we mee bezig zijn. Het waarden- en normendebat geeft dat ook aan. En er is een hernieuwde noodzaak om ons te bezinnen op de goede en de slechte functies van godsdienst. “Ik ben ook onder de indruk van de ondersteuning voor deze activiteiten. De groei van deze activiteiten in de afgelopen jaren was niet mogelijk geweest zonder de financiële support van gulle gevers: particuliere donateurs, religieuze ordes en congregaties, subsidiënten en ook bedrijven nemen daarin hun maatschappelijke verantwoordelijkheid. De komende jaren zullen we eraan moeten werken om dit werk een solide financiële onderbouwing te geven. Het belang van dit werk vraagt dat.”
Stefan Waanders
Intreerede prof. dr. Palmyre Oomen
Zoektocht naar dwarsverbanden Op vrijdag 26 september sprak de nieuwe Radboudhoogleraar aan de Technische Universiteit Eindhoven, Palmyre Oomen, haar oratie uit. De publieke belangstelling was groot: er waren ruim 300 aanwezigen. Collega-Radboudhoogleraar René Munnik was erbij en houdt Oomens oratie – getiteld Werkelijkheid. Over materie en geest, alfa en bèta, en de zaak van de wijsbegeerte – tegen het licht. De wijsbegeerte heeft, aldus Oomen, de taak om te zoeken naar samenhang in de werkelijkheid, zonder een overkoepelende eenheid dogmatisch vooraf te poneren en met respect voor een pluraliteit aan kennis- en ervaringsgebieden. Uit de ondertitel van haar oratie blijkt al tussen welke gebieden zij naar samenhang zoekt: die van natuur- en geesteswetenschappen. Oomen, die in het verleden mathematische biologie, theologie en filosofie studeerde en promoveerde op het werk van Alfred North Whitehead, is sinds 1998 coördinator van de sectie Theologie en exacte wetenschappen van het Heyendaal Instituut te Nijmegen. Als zodanig is deze taakstelling haar op het lijf geschreven. Materie en geest
In de moderne filosofie kennen we het beruchte dualisme van René Descartes (1596-1650) tussen lichaam en ziel. In een historische schets geeft Oomen aan dat dit dualisme allerminst van alle tijden is, alhoewel het tegenwoordig haast onontkoombaar lijkt. In de filosofie van Aristoteles bijvoorbeeld, was er geen plaats voor een dergelijk dualisme. Aristoteles werkte met twee andere begrippen, namelijk materie en vorm; van alle dingen is de materie datgene waaruit ze bestaan, terwijl de vorm bepaalt wat voor ding het is. Zodoende ging het altijd om twee aspecten van één en dezelfde werkelijkheid, want alles is ergens van gemaakt en heeft een bepaalde hoedanigheid. De hoedanigheid van levende wezens is hun bezield-zijn en dat is dus hun vorm, zodat lichaam en ziel voor Aristoteles ook twee aspecten waren van het ene levende wezen. Bij Descartes ging die samenhang echter verloren omdat hij de materie niet opvatte als een aspect van alle dingen, maar als een zelfstandige werkelijkheid buiten de menselijke geest. De materiële werkelijkheid werd toen de sfeer van ‘blinde natuurprocessen’ die het object ging vormen van de klassieke natuurwetenschappen, en de ‘geest’ werd het ‘bewustzijn’ of het ‘subject’, dat vanaf die tijd door filosofie en geesteswetenschappen wordt bestudeerd. En tussen die twee, materie en geest, gaapt een onoverbrugbare kloof. Die kloof komt ook tot uitdrukking in de buitengewoon moeizame verhouding tussen de ‘alfa-’ en ‘bètawetenschappen’, die welhaast twee totaal verschillende intellectuele culturen lijken te vormen. Bovendien is in de moderne tijd de wetenschappelijke belangstelling dermate sterk in de richting van de bètawetenschappen gegaan, dat geesteswetenschappen zoals filosofie en theologie naar de marge werden gedrukt. Mogelijke dwarsverbindingen
In het tweede deel van haar oratie laat Oomen een aantal mogelijke dwarsverbindingen of ‘traversen’ zien, waarlangs de breuk tussen ‘alfa’ en ‘bèta’ wellicht kan worden hersteld. Een eerste bestaat uit een herleving van het vormdenken. Eigenlijk is dit denken in de natuurwetenschappen nooit geheel verdwenen. Deze wetenschappen beschouwen de dingen immers louter naar hun structurele, for-
3
mele eigenschappen en ze proberen die verbanden in mathematische formules te vatten. Wat dat betreft is de natuurwetenschap altijd gericht geweest op de vormen. Dat wordt nog duidelijker in het hedendaagse informatieparadigma dat enige verwantschap vertoont met het tekstparadigma uit de geesteswetenschappen. Nog manifester komt het vormaspect naar voren in het wetenschappelijk onderzoek naar zelforganiserende systemen. Dat zijn complexe processen waarin spontaan, dus zonder een uitwendige
Volle zaal bij Oomens oratie
Foto: Odette Beekmans
‘vormgever’, een stabiele orde ontstaat. Biologische processen laten zich zo begrijpen, net als de complexe structuur van onze hersenen als een zelflerend systeem. Ook hier zou het de organisatievorm zijn, die de hersenen (brain) de mogelijkheid tot denken (mind) biedt. Oomen: “Ik wil er expliciet uw aandacht op vestigen dat we hier – in een uiterst modern en mathematisch jasje – een parallel aantreffen van filosofische denkbeelden van Aristoteles en Thomas van Aquino, over de ziel als vorm-van-het-lichaam.” Niet alleen in het vormdenken vinden we een dwarsverband, ook het hedendaagse denken over de materie biedt nieuwe mogelijkheden. Terwijl in het verleden materie meestal werd geassocieerd met passiviteit en ‘traagheid’, is het hedendaagse fysische materiebegrip in hoge mate gedynamiseerd: materie is een vorm van energie. De filosoof Whitehead gaat zelfs zo ver dat hij de fysische werkelijkheid primair opvat als ‘proces’, en het ‘materiële’ aspect daarvan opvat als pure activiteit. Zodoende verliest de materie haar karakter van intrinsieke waardeloosheid; natuurprocessen in de materiële wereld verlopen wellicht minder ‘blind’ dan we altijd gedacht hebben. Godsverlangen
Daarmee komen we in de buurt van begrippen als ‘geest’ en ‘vrijheid’. Vrijheid, opgevat als de gerichtheid van een ‘zelf’ op een ‘object van verlangen’. Dat is een klassiek begrip uit de katholieke theologie (waarin ieder menselijk verlangen uiteindelijk een vorm van godsverlangen is). Maar de hedendaagse natuurwetenschap biedt wellicht aanknopingspunten om aan deze vrijheid een veel bredere strekking te verlenen dan enkel die van de menselijke geest: ieder zelforganiserend systeem wordt geleid door attractors. Oomen: “Er is een meer dan opvallende parallellie tussen dit type theologisch-filosofisch denken en huidige natuurwetenschappelijke visies op zelforganisatie.” Mede rond deze thema’s verzorgt prof. dr. Oomen al enige tijd onderwijs aan de TU/e. Het grote aantal studenten dat haar colleges bezoekt is een signaal dat haar zoektocht naar dwarsverbanden op een grote interesse mag rekenen.
Prof.dr.ing. René Munnik bijzonder hoogleraar vanwege de Radboudstichting aan de Universiteit Twente
Katholieke cultuurreflectie in Leiden
Brugmans’ eye-opener Ze verzorgen tezamen een indrukwekkend collegeaanbod, de bijzonder hoogleraren vanwege de Radboudstichting. Radboud info woont vanaf dit nummer geregeld zo’n Radboudcollege aan één van de openbare universiteiten bij. Aflevering 1: Reflecties over onze cultuur, door prof.dr. Edith Brugmans, bijzonder hoogleraar filosofie aan de Universiteit Leiden. Een kleine, maar enthousiaste groep toehoorders is op komen dagen bij het laatste college van Edith Brugmans reeks over cultuurfilosofie vanuit de katholieke levensbeschouwing. Vier mensen zijn aanwezig in het kleine lokaaltje van de Leidse universiteit, op de late maandagmiddag. Normaal zijn het er wat meer, vertelt Brugmans, maar er waren wat afmeldingen om diverse redenen, en tevens bestuderen twee studenten de materie zelfstandig van huis uit. “Overigens is dit een normale opkomst voor een doctoraalcollege hier”, aldus Brugmans. “Het is een kleine faculteit, en in Leiden blijkt het nogal een probleem om mensen van andere faculteiten te mobiliseren.” Het is wel even wat anders dan in haar thuisbasis Nijmegen, waar zij aan de rechtenfaculteit doceert. “Daar geef ik colleges voor Edith Brugmans driehonderd man. Al moet ik zeggen dat zo’n kleine groep de mogelijkheid vergroot van een intensieve gedachtewisseling.” Want zoals gezegd, de toehoorders zijn erg enthousiast. De cursisten hadden Brugmans nadrukkelijk gevraagd om ook de andere wereldgodsdiensten bij de stof te betrekken. Wat geen probleem was, aangezien het door Brugmans samengestelde standaardwerk Cultuurfilosofie aan de basis van de colleges ligt. En de problematiek van dat boek wordt immers belicht vanuit zowel katholieke als reformatorische, joodse, islamitische en humanistische zienswijze. Wezenlijk probleem
Die diversiteit is dan ook terug te vinden in de zevendelige hoorcollegereeks Reflecties over onze cultuur. Na een inleidend college kwamen respectievelijk de epistemologische status van het levensbeschouwelijk denken, een inleiding in het katholieke denken, het thema ‘wetenschap, filosofie en katholieke levensbeschouwing’, het thema ‘recht, ethiek en katholieke levensbeschouwing’, transcendentie en het denken over de beeldcultus aan de orde. De laatste, de beeldcultus, staat in dit zevende, afsluitende college centraal. Brugmans behandelt het verbod op gesneden beelden zoals die in het Oude Testament is verwoord, in relatie tot de beeldende kunst. Het “wezenlijke probleem van de beeldende kunst” bestaat volgens haar in de spanning tussen de realistische afbeelding enerzijds en leegte anderzijds. Beide extremen doen geen recht aan de transcendente God en zijn schepping. Beide zijn ook geen kunst te noemen, maar de kunst balanceert wel tussen die twee. Kunst is verbeelding, wat het domein van
het symbolische bewustzijn is. Het klinkt allemaal wat droog en abstract, maar Brugmans slaagt erin om deze materie – voor zover mogelijk – tastbaar te maken. In eerste instantie door het verhaal voortdurend met voorbeelden te doorspekken. Zo wordt bijvoorbeeld door een schilderij van de joodse kunstenaar Cecile Roth duidelijk dat ook gelovige joden, ondanks hun strenge naleving van het beeldverbod, bepaalde manieren zoeken om de transcendente God te verbeelden. En de magnifieke kalligrafie van de Koran moet duidelijk maken hoe symbolische verbeelding ook bij moslims niet onder alle omstandigheden taboe is. Kunstenaars als Andy Warhol, Edvard Munch en Mark Rothko passeren de revue om respectievelijk de houding van katholieken, humanisten en gereformeerden ten aanzien van het beeldverbod te illustreren. Ook wordt de materie concreet gemaakt doordat Brugmans de tijd neemt om in te gaan op voorbeelden die de cursisten zelf aandragen. Zo vertelt een van de aanwezigen over haar reizen naar Jemen, ter illustratie van de soms wat paradoxale houding van moslims ten aanzien van het beeld. Zij maakte mee dat mensen per se niet op de foto wilden, omdat zij dat als heiligschennis ervoeren. Aan de andere kant getuigen de weelderige mozaïeken in moskeeën in bepaalde islamitische landen weer van een heel andere houding ten aanzien van de beeldende kunst. Weer een ander merkt op dat dit ook te maken heeft met het feit dat het moeilijk is om over ‘de’ islam te praten, wat zij weer illuFoto: Stef Willems streert met ervaringen uit haar werk in een ziekenhuis. Invalshoek
“Jammer dat het maar zeven weken heeft geduurd”, is een veelgehoorde opmerking van studenten aan het einde van dit laatste college. “Erg leerzaam”, luidt het algemene oordeel dan ook, en: “een eye-opener”. Dat laatste was ook precies de bedoeling vertelt Brugmans na het college. “De stap naar de filosofie is niet vanzelfsprekend, ook voor katholieke gelovigen niet. Katholiek zijn wordt door velen geassocieerd met naar de kerk gaan. Terwijl het natuurlijk veel meer is dan dat.” Naar haar mening kan deze cursus en het bijbehorende boek daarom een constructieve bijdrage leveren aan de maatschappelijke discussie over levensbeschouwing, die volgens haar nog wel eens ongenuanceerd is. “Het is goed om eens in te gaan op de vraag waar de gelijkenissen en de verschillen liggen tussen de diverse levensbeschouwingen. Toen we jaren geleden begonnen aan de voorbereiding van de module over cultuurfilosofie, had niemand verwacht dat dat de insteek zou zijn. We wilden aanvankelijk zaken als milieu en techniek vanuit een levensbeschouwelijke optiek beschouwen. Maar door de gebeurtenissen van de afgelopen jaren is de focus naar de levensbeschouwing zelf verschoven. Dat merk je bij studenten ook. Eerst was geloof een invalshoek, nu is het zelf het onderwerp.”
Anton de Wit
4
K o r t
N i e u w s
Stefan Waanders directeur Radboudstichting
Drs. Stefan Waanders is per 1 oktober benoemd tot directeur van de Radboudstichting. Met zijn benoeming worden de functies van wetenschappelijk directeur (tot 1 oktober 2001 vervuld door prof.dr. Wil Derkse) en financieel directeur (tot 1 oktober 2002 vervuld door ing. Hans van Poppel) in één functie verenigd. Stefan Waanders (1954, Leiden) studeerde geschiedenis en godsdienstwijsbegeerte aan de Rijksuniversiteit Groningen en verbleef een jaar bij de oecumenische broedergemeenschap van Taizé in Frankrijk. Hij is getrouwd en vader van twee zonen. Achtereenvolgens was hij betrokken bij de opbouw van een huis voor thuis- en daklozen, werkzaam als stadsbuschauffeur en negen jaar werkzaam in diverse managersfuncties bij KPN. Waanders is sinds 1997 werkzaam bij de Radboudstichting, aanvankelijk als wetenschappelijk medewerker, en sinds oktober vorig jaar als waarneStefan Waanders Foto: Gerard van den Heuvel mend directeur (zie Radboud info 54).
P u b l i c a t i e s Recent verschenen B. Blans en S. Waanders (red.), Contemplatie in actie. Religieuze ordes en congregaties en de Radboudstichting, uitgeverij Damon Budel 2003, € 8,90 P.A. van Gennip (red.), Zakelijkheid met ziel. Bijdrage van ethiek en spiritualiteit aan maatschappelijk ondernemen en integer leiderschap, uitgeverij Damon, Budel, 2002, € 9,90 D. Loose & T. Slootweg (red.), Kant~lijnen. Filosofie en de idee van de universiteit, uitgeverij Damon, Budel, 2002, € 14,90 A. Peperzak, D. Loose, F. Maas, De God van Europa (Alfrinklezing 2002), Radboudstichting, Vught, 2002, € 5,E. Brugmans (red.), Cultuurfilosofie. Katholieke, reformatorische, humanistische, islamitische en joodse reflecties over onze cultuur, uitgeverij Damon, Budel, 2002 (2e druk is in voorbereiding), € 42,25 C. Vergeer, De gaasvlieg. Vragen naar zin, uitgeverij Damon, Budel, 2002, € 9,90
Radboudstichting en KUN Het College van Bestuur van de Katholieke Universiteit Nijmegen heeft bekend gemaakt de naam van haar instelling te veranderen in Radboud Universiteit Nijmegen. Het bestuur van de Radboudstichting in Vught is door deze mededeling overvallen. Over de gevolgen van deze naamswijziging wordt overlegd.
Nog verkrijgbaar R. Safranski, G. Groot, R. Kuiper, D. Loose (red.), S. Waanders (red.), Nihilisme en Transcendentie, uitgeverij Damon, Budel, 2001, € 9,R. Safranski, F. Maas, F. Kortmann, Wat moeten wij hopen? Nihilisme en geestelijke gezondheid,
Voormalig Radboudhoogleraar naar Unesco
KSGV, Tilburg, 2001, € 11,12 C.O. Jellema, E.J. van Wolde, Poëzie, wijsheid en
Prof.dr. Henk ten Have is per 1 september 2003 benoemd tot directeur van de afdeling Ethiek van de Unesco in Parijs. Ten Have was van 1984 tot 1991 bijzonder hoogleraar vanwege de Radboudstichting aan de Universiteit Maastricht met als leeropdracht wijsbegeerte m.b.t. de katholieke levensbeschouwing, met bijzondere aandacht voor de gezondheidsethiek.
mystiek. Wetten tegen afbakening, (Alfrinklezing 2000), Radboudstichting Vught, € 5,J. De Visscher, Onderkennen wat beschikbaar is. Een niet zo nieuwe taak voor onze tijd, uitgeverij Damon, Budel, 2000, € 9,Henk ten Have K. de Groot, J. Michel, K. Toma, S. Waanders (red.), Atheïst Katholiek Evangelisch, en andere
Oud-scholars geëerd
essays van Radboudscholars, uitgeverij Damon, Budel, 2000, € 9,-
Aan drs. Janske Hermens (scholar in 1997) is op 8 november, voor haar betrokkenheid bij de Stichting Straatmensen voor Straatmensen, een van de drie Marga Klompé Prijzen 2003 toegekend. De Marga Klompé Prijs, vernoemd naar de eerste vrouwelijke katholieke minister van Nederland, wordt jaarlijks uitgereikt aan jonge mensen die zich sterk maken voor vrede, gerechtigheid en emancipatie. Dr. Ciano Aydin (scholar in 1997) is op 15 september gepromoveerd aan de Katholieke Universiteit Nijmegen op het proefschrift Zijn en worden. Nietzsches omduiding van het substantiebegrip.
5
W. Derkse, J. van der Lans, S. Waanders (eds.), In Quest of Humanity in a Globalising Word. Dutch Contributions to the Jubilee of Universities in Rome 2000, uitgeverij Damon, Budel, 2000, € 22,50 Al deze publicaties zijn ook verkrijgbaar bij de Radboudstichting, 073 - 657 90 17.
Scheidend voorzitter ir. Gerrit J.M. Braks (71):
“Het was een periode met een spectaculaire groei” Hij was graag nog even doorgegaan, maar vanwege zijn leeftijd is de tijd van het afscheid aangebroken. Gerrit Braks was vanaf 1996 met veel plezier voorzitter van de Radboudstichting, en geeft de fakkel nu door aan Jan Veldhuis. Een gesprek met de oud-politicus over de verdiensten en de toekomst van deze organisatie. “Steeds opnieuw moeten we mensen overtuigen van de betekenis en de noodzaak van dit werk.” “Ik kan het woord afscheid niet meer horen”, verzucht Gerrit Braks. In juni legde hij de voorzittershamer van de Eerste Kamer neer, waarmee een einde kwam aan een imposante politieke loopbaan van ruim vijfentwintig jaar. En per 1 november houdt zijn voorzitterschap bij de Radboudstichting ook nog eens op. “Dat heb je als je zeventig wordt, dan krijg je te maken met statutaire grenzen, waardoor het beter is om te stoppen.” Gerrit Braks (1933), onder meer oud-minister van Landbouw, oud-Eerste- en Tweede-Kamerlid en voormalig voorzitter van de KRO, vindt het wel jammer dat hij ermee op moet houden. “Ik had best nog even voorzitter willen blijven. Zeker nu ik weer wat meer tijd heb. Dan zou ik er eindelijk eens aan toekomen om wat meer te lezen van onze publicaties. Ik heb heel vaak moeten volstaan met een samenvatting, en ik kon op de presentatie ook niet altijd aanwezig zijn. Dat hoefde ook niet per se, maar ik vond het toch jammer, omdat het voor mij zeer verrijkend geweest zou zijn.” Als mensen hem vragen waarom hij destijds voorzitter van de Radboudstichting is geworden, grapt hij wel eens: “Ik moet toch iets doen om in de hemel te komen”. Maar alle gekheid op een stokje, zijn benoeming in 1996 was “een logische stap”, aldus Braks. “Ik was voorzitter van de KRO en van de Stichting Katholieke Noden, waardoor ik verbonden was geraakt met de katholieke maatschappelijke organisaties. Toen ik ophield bij de KRO ben ik weer een heleboel andere dingen gaan Gerrit Braks
doen, naast de Eerste Kamer. Maar ik wilde ook graag iets doen in de katholieke wereld, dus toen ik gevraagd werd hoefde ik niet lang na te denken. En ik heb het met veel
“In de tijd dat ik voorzitter was heeft de Radboudstichting zichzelf hervonden en bevestigd”
plezier gedaan. Het is een periode geweest met een spectaculaire groei voor de Radboudstichting. In de tijd dat ik voorzitter was heeft de Radboudstichting zichzelf hervonden en bevestigd.” In welk opzicht?
“Er is opnieuw een aantal zeer gekwalificeerde hoogleraren aangesteld, en we heb-
ben ook nog eens een heel beurzenprogramma weten te ontwikkelen, dat afgestudeerden de mogelijkheid geeft van een aanvullend studiejaar. We hebben publicaties tot stand gebracht zowel in eigen land als internationaal. Ook hebben we het bestuur kunnen versterken en reorganiseren. En het budget voor al die belangrijke activiteiten is in de afgelopen zeven jaar ongeveer verdubbeld. We hebben daarnaast goede relaties weten te onderhouden met de universiteiten van Nijmegen en Tilburg. Dat zijn toch onze kinderen – al horen ze dat niet graag, maar dat heb je nu eenmaal met volwassen kinderen. Ik vertrouw erop dat de Radboudstichting, die nu bijna honderd jaar geleden is opgericht, aanvankelijk met het oogmerk van emancipatie van katholieken, ook nu doorgaat met haar doelstellingen.” Die emancipatie van katholieken is inmiddels voltooid en u geeft zelf al aan dat de kinderen volwassen zijn. Wat is dan nog de betekenis van de Radboudstichting?
“De wenselijkheid om bij de vorming van studenten de katholieke levensbeschouwing te betrekken blijft natuurlijk bestaan. Alleen doen we dat niet aan een eigen instelling, maar aan de openbare universiteiten; in een open en integere dialoog met andersdenkenden. Het hebben van hoogleraren aan elke openbare universiteit in Nederland is op
Foto: Foto Marius, Utrecht
6
we assistenten worden aangetrokken. De zichzelf al zo’n voortreffelijke prestatie, gecharmeerd. Ik merk dat er overal aan aanpak van de fondsenwerving zal verdat dat het bestaan van de Radboudstichgerefereerd wordt. En verder nog het boek nieuwd moeten worden. Er zal ook naar ting volledig rechtvaardigt. En ook het beurIn Quest of Humanity in a Globalising nieuwe bronnen uitgekeken moeten worzenprogramma hoort bij onze primaire World, dat ik samen met de vorige direcden. En bovendien zal hij de identiteit en taak. Dat loopt eveneens heel goed. Al 171 teur Wil Derkse persoonlijk aan de paus de goede naam van de Radboudstichting mensen hebben een beurs gekregen, en heb mogen aanbieden. We waren troumoeten bewaken, om verwarring met andezij komen op allerlei verantwoordelijke wens de enigen uit de hele wereld die tijre instituten te voorkomen.” posities in de samenleving terecht. Bovendens deze jubileumconferentie van de unidien is de Radboudstichting bezig met het versiteiten een publicatie hebben Is hij daarvoor geschikt? steeds verder aanhalen van de banden met aangeboden. Daar heeft Nederland een “Absoluut. Hij heeft geweldig veel ervahet hbo, in het kader van levensbeschougoede beurt mee gemaakt. ring met het besturen van een universiwelijke vorming. Het is opmerkelijk dat Persoonlijk zou ik nog wel wat meer publiteit, en met onderwijs in het algemeen. Ik we dat alles doen zonder overheidssubsicaties van de Radboudhoogleraren willen ken hem goed. Hij was een gezagdie. Steeds opnieuw moeten we hebbend directeur-generaal op het mensen overtuigen van de bete“Je moet altijd met goede argumenten Ministerie van Onderwijs en kenis en de noodzaak van dit komen en aantonen dat we met zinvol Wetenschappen. Ook niet onbewerk.” werk bezig zijn” langrijk is dat hij al een tijdje in het Hoe doet u dat? bestuur van de Radboudstichting “Dat is moeilijk te zeggen, maar ik denk zit, dus hij kent de organisatie goed. zien. Ze zijn, zoals ik al zei, gekwalificeerd, in mijn geval door een algemene houding. Ik heb er kortom alle vertrouwen in dat de hebben allemaal hun eigen specialiteit en Ik verloochen nooit dat ik van katholieke Radboudstichting door blijft gaan met het ik vind dat we ook naar buiten toe wat huize ben. Ik denk dat dat belangrijk is belangrijke werk dat zij doet. Ik zal het ook meer van ons moeten laten horen. Ook voor de uitstraling van een organisatie. Je met veel belangstelling blijven volgen. Nu naar een breder publiek. We leven nu eenmoet altijd met goede argumenten komen, heb ik meer tijd om dingen te lezen en zo maal in tijdperk waarin veel via de media en aantonen dat we met zinvol werk bezig nu en dan naar een symposium te gaan. wordt gecommuniceerd naar bredere lagen zijn. Bijvoorbeeld door het programma van Zo zal de Radboudstichting me blijven van de bevolking.” activiteiten te laten zien, want dat maakt inspireren.” Wat ziet u als de belangrijkste opdracht altijd indruk. En kijk eens naar onze publivoor uw opvolger, Jan Veldhuis? caties. Zo’n boek als Cultuurfilosofie, dat “Consolideren en voltooien van wat we de Anton de Wit recentelijk in samenwerking met de Open laatste jaren op gang hebben gebracht. Er Universiteit is uitgegeven, dat is natuuris een nieuwe directeur, er moeten nog nieulijk een uniek project. Ik ben er zelf van
Kort Nieuws Bestuurlijke benoemingen
Oratie Oomen
In deze Radboud info heeft u kunnen lezen dat er de nodige wisselingen op het personele vlak zijn geweest binnen de Radboudstichting. Bij deze een overzicht van de mutaties. Het Algemeen Bestuur van de Radboudstichting heeft benoemd: • •
drs. S.J.M. Waanders tot directeur per 1 oktober 2003 (zie ook pag. 5) drs. J.G.F. Veldhuis tot voorzitter van het Algemeen Bestuur per 1 november 2003 (zie interview pag. 1 en 2).
Ook heeft het Algemeen Bestuur herbenoemd: • prof.dr. R.H.J. ter Meulen tot bijzonder hoogleraar wijsbegeerte in relatie tot de katholieke levensbeschouwing, met speciale aandacht voor gezondheidsethiek en medische ethiek aan de Universiteit Maastricht per 1 februari 2003 • prof.dr. R.A. te Velde tot bijzonder hoogleraar betrekkingen tussen christendom en wijsbegeerte aan de Universiteit van Amsterdam per 1 mei 2003 • mw. prof.dr. E.H.L. Brugmans tot bijzonder hoogleraar wijsbegeerte in relatie tot de katholieke levensbeschouwing bij de Universiteit Leiden per 1 mei 2003.
7
in druk en op website
De oratie van prof.dr. Palmyre Oomen aan de Technische Universiteit Eindhoven (zie ook pag. 3 van deze Radboud info) wordt in december aan de aanwezigen toegestuurd. Daarna kan de intreerede bij het secretariaat van de Radboudstichting worden opgevraagd door storting van € 5,- op giro 933 van de Radboudstichting in Vught, o.v.v. oratie TU/e. De tekst is dan tevens op internet beschikbaar, op www.tue.nl/bib, onder ‘Publikaties TU/e – Redes’.
C o l u m n
Agenda
Vierhonderd woorden van het einde
Hoe gaat het met je? Druk. Toen ik merkte dat me dit standaardantwoord iets te vaak over de lippen kwam, ben ik overgegaan op: ik verveel me niet. En zo is het ook. Maar ik heb een mooi vak, en daarbij hoort dat ik overal bepleit dat men ruimte moet maken voor reflectie, dat men toekomt aan het stellen van de vraag naar het waarom, dat niet alles op de automatische piloot mag gaan waarin het leven van alledag altijd genoeg redenen heeft om te doen wat het doet. Hypocriet? Het kan erger. Weldadige momenten van helemaal niets aan mijn hoofd heb ik sinds enige tijd voornamelijk op de snelweg. Zolang ik rijd kan niemand anders me bereiken – telefoon aannemen mag ik niet, maar ook mijn innerlijke onrust moet haar mond houden: autorijden is een volledig tijdvullende bezigheid. Zo kwam ik pas uit München gereden. De omstandigheden waren ideaal. Mooi zonnig herfstweer, droge weg, niet teveel verkeer, de prachtige bergen van Beieren tot het Rijnland trokken aan me voorbij. Een volle dag gegarandeerd genieten. Maar na een paar honderd kilometer deed
ik bij mijzelf een verschrikkelijke ontdekking: ik verveelde me. Ik heb geprobeerd om het weg te stoppen, maar het is echt gebeurd: een ogenblik had ik het wel gezien met die bergen en herfstbossen. Dit is een teken aan de wand. Hoe sterk heeft de inflatie al toegeslagen als je razend over de snelweg een gevoel van verveling kunt krijgen? En erger: hoeveel versnelling kun je velen voordat je fouten gaat maken in je werk, of de herfst en de bergen, gezin, gezondheid, hond verwaarloost? Wanneer zal het op gaan vallen dat het woord stilte, uit mijn tekstverwerker komend, een betekenisloze lettercombinatie is? Waar ligt het einde van deze weg? Mijn eerste actie bij thuiskomst was een flinke filosofische tekst lezen, woord voor woord, in één adem, in twee dagen. Dat was een goed medicijn. Maar er komen meer ingrepen. Om te beginnen schrijf ik niet meer voor u. Mag ik u vragen dat we, wanneer we elkaar tegen zouden komen bij een vergadering of een symposium, discreet mogen zwijgen over deze column, terwijl we elkaar vragen hoe het gaat (druk)? Maar wanneer we elkaar tegenkomen in de herfst, terwijl we door een bos lopen, laten we dan betekenisvol lachen en zwijgend verder gaan. Nog tien woorden van het einde: het ga u goed.
Harald van Veghel
3 december 2003, 19.00-20.30 uur Het is ons Ernst, Dementie: solidariteit en verdeling van zorg Meneer Alzheimer op zoek naar zorg in balans sprekers: prof.dr. Ruud ter Meulen e.a. locatie: Academisch Ziekenhuis Maastricht, nivo 4, Greepzaal 4.01 informatie: Alzheimer Centrum Limburg tel. 043 – 388 40 95/388 40 98 e-mail:
[email protected] 9 december 2003 voortgangsgesprekken scholars locatie: Katholieke Universiteit Nijmegen informatie: Radboudstichting 16 december 2003 voortgangsgesprekken scholars locatie: Katholieke Universiteit Nijmegen informatie: Radboudstichting 18 december 2003 voortgangsgesprekken scholars locatie: Katholieke Theologische Universiteit Utrecht, informatie: Radboudstichting 14-16 mei 2004 Seminar Radboudscholars 2003-2004 locatie: abdij van Berne, Heeswijk-Dinther informatie: Radboudstichting 17 september 2004 Radboud Charity Golf 2004 locatie: golfbaan De Steenoven, Postel, België informatie: Radboudstichting zie ook: www.radboudstichting.nl onder ‘agenda’. Radboud info is een kwartaaluitgave van de Radboudstichting Wetenschappelijk Onderwijsfonds
Gezocht: nieuwe lezers (m/v) De Radboudstichting is een kostbaar netwerk in ontwikkeling. Radboud info zoekt daarom altijd nieuwe lezers, die graag op de hoogte blijven van haar activiteiten. Kent u iemand die u blij kunt maken met een kosteloos abonnement op Radboud info? Knip de bon uit en stuur die op! Bellen, faxen of e-mailen kan natuurlijk ook (zie colofon).
Adres
postbus 37, 5260 aa Vught
Telefoon
073 - 657 90 17
Telefax
073 - 656 72 51
Internetadres
www.radboudstichting.nl
E-mail
[email protected]
Gironummer
270.000, ten name van Radboudstichting, Vught
Naam nieuwe abonnee: ______________________________________________ M/V
Redactieraad
Liesbeth Eugelink, Joan Hemels, Theodoor van Leeuwen, Ben Spekman
Titel: __________________________________________________________________
Redactie
Stefan Waanders, Anton de Wit (eindredacteur)
Adres: __________________________________________________________________ Postcode/woonplaats: ____________________________________________________
Redactieassistente Ans Frumau Basisontwerp
Maarten Meevis, Tilburg
Cartoon
Len Munnik
Druk & lay-out
(LET OP: Wij gaan ervan uit dat de door u opgegeven persoon op de hoogte is van zijn of haar aanmelding) ISSN 1382-0729
8
Drukkerij van Gerwen, ’s-Hertogenbosch