Raadsvoorstel
Reg. nr Ag nr.
: 0810436 : 10
Datum
:09-09-08
Onderwerp Ontwerp verordening geurhinder en veehouderij
Status Besluitvormend. Samenvatting De nieuwe Wet geurhinder en veehouderij (Wgv) die op 1 januari 2007 in werking is getreden biedt de mogelijkheid om binnen bepaalde grenzen af te wijken van de standaardnormen zoals gesteld in deze Wet. Tevens bevat de Wet wettelijke vaste afstanden waar veehouderijen met dieren zonder geuremissie aan moeten voldoen. Ook van deze vaste afstanden kan worden afgeweken. In de oude wetgeving gold een standaard geurnorm of vaste afstand zonder keuzemogelijkheid. Onderzocht is of het wenselijk is van de standaard geurnormen of vaste afstanden af te wijken. Voorafgaand aan de gebiedsvisie hebben wij een Quickscan laten uitvoeren (april 2007) en is een onderzoek verricht naar een viertal potentiële bouwlocaties. Uit de Quickscan is gebleken dat de achtergrondbelasting in de toekomst op een acceptabel niveau blijft en dat het toepassen van andere geurnormen niet nodig is. Op basis van de resultaten van de Quickscan hebben wij besloten tot het opstellen van een gebiedsvisie waarin is onderzocht of het mogelijk is om andere vaste afstanden te hanteren voor bedrijven met dieren waarvoor geen geuremissiefactoren gelden (melkrundveehouderijen).
Voorstel Vast te stellen de verordening geurhinder en ve ehouderij. Inleiding De nieuwe Wet geurhinder en veehouderij (Wgv) die op 1 januari 2007 in werking is getreden biedt de mogelijkheid om binnen bepaalde grenzen af te wijken van de standaardnormen zoals gesteld in deze Wet. Tevens bevat de Wet wettelijke vaste afstanden waar veehouderijen met dieren zonder geuremissie aan moeten voldoen. Ook van deze vaste afstanden kan worden afgeweken. In de oude wetgeving gold een standaard geurnorm of vaste afstand zonder keuzemogelijkheid. Onderzocht is of het wenselijk is van de standaard geurnormen of vaste afstanden af te wijken. Voorafgaand aan de gebiedsvisie is een Quickscan uitgevoerd (april 2007). Uit de Quickscan is gebleken dat de achtergrondbelasting in de toekomst op een acceptabel niveau (goed woon- en leefklimaat) blijft en dat het toepassen van andere geurnormen niet nodig is. Op grond hiervan heeft de raad indertijd het aanhoudingsbesluit ingetrokken. Om de gevolgen van de Wet geurhinder voor woningbouw te onderzoeken heeft ons college besloten om (aanvullend) een onderzoek te verrichten naar een viertal potentiële bouwlocaties. Het betrof de locaties: 1. 2. 3.
Esschebaan, de bouw van woningen. Lindenlust, de bouw van woningen vooral het westelijk van de Bosscheweg gelegen gedeelte. Roderweg Liempde, bouw van woningen i.h.k.v. de Ruimte voor ruimte regeling.
4.
Gehucht Hezelaar, bouw van woningen i.h.k.v. de Ruimte voor ruimte regeling.
Pagina 1
Raadsvoorstel
Reg. nr Ag. nr
: 0810436 : 10
Datum
: 09-09-08
Tevens werd besloten te onderzoeken of de afstanden voor “vaste afstandsdieren” (i.c. dieren zonder geuremissiefactoren, vooral rundveehouderijen) kunnen worden verkleind. Uit de onderzoeken van de potentiële bouwlocaties volgt dat de planologische beperkingen zich vooral voordoen vanwege de geurcontouren van in de directe nabijheid gelegen individuele agrarische bedrijven. Het middels een gebiedsvisie vaststellen van een afwijkende (hogere) geurnorm biedt hiervoor geen soelaas. Uit de Quickscan was al gebleken dat de achtergrondbelasting op een acceptabel niveau lag en geen gebiedsvisie rechtvaardigt. In bijgaand onderzoek “Gebiedsvisie ten behoeve van verordening geurhinder en veehouderij voor de gemeente Boxtel (SRE d.d. 6 maart 2008)” blijkt dat door het verkleinen van de afstanden voor “vaste afstandsdieren” een positief gevolg heeft voor: • •
Het stimuleren van grondgebonden bedrijven in hun ontwikkeling; Het oplossen van enkele knelpunten van rundveehouderijen in de directe omgeving van bebouwde kommen en kernen;
• Het mogelijk maken van gewenste planologische ontwikkelingen (Hezelaar). Aan de hand van het bestand aan grondgebonden bedrijven is onderzocht of alle bedrijven hiervoor in aanmerking kunnen komen. Er is in de aanbevelingen van het rapport (pagina 16) op grond van te verwachten geurhinder een differentiatie aangebracht tussen buitengebied en bebouwde kom. Een gebiedsvisie heeft op zichzelf geen juridische status. De normen die volgen uit de gebiedsvisie worden daarom vastgelegd in een gemeentelijke verordening. Uit de verordening moet in ieder geval duidelijk blijken wat de grenzen zijn van de onderscheiden (deel)gebieden en wat de maximale geurbelasting en de minimumafstanden zijn in een gebied voor zover daarbij wordt afgeweken van de normstelling en afstanden uit de Wgv. Buiten de gebieden genoemd in de verordening, dus voor het overige grondgebied van de gemeente, gelden de wettelijke standaardnormen. Dat wil zeggen de norm 3 voor geurgevoelige objecten gelegen binnen de bebouwde kom en de norm 14 voor geurgevoelige objecten gelegen buiten de bebouwde kom. Beoogd effect Het vaststellen van een verordening Wet geurhinder en veehouderij. Argumenten Volgens de Wgv is het mogelijk om de vaste afstanden binnen de bebouwde kom en binnen het buitengebied te verkleinen tot minimaal de helft van de wettelijke afstand (100 meter in de bebouwde kom en 50 meter in het buitengebied). Gelet op de lage huidige en de toekomstige voor- en achtergrondbelasting is het verkleinen van de vaste afstanden binnen de bebouwde kom en het buitengebied milieutechnisch verantwoord. Uit de bijgevoegde gebiedsvisie blijkt dat door de voorgestelde aanpassingen van de normering er nog steeds sprake is van een goed tot redelijk goed leefklimaat in de bebouwde kommen en buitengebied.
Pagina 2
Raadsvoorstel
Reg. nr Ag. nr
: 0810436 : 10
Datum
: 09-09-08
Kanttekeningen Het verkleinen van de vaste afstand naar 50 meter binnen de bebouwde kom voor bedrijven met een omvang van maximaal 56 dieren waarvoor vaste afstanden gelden en het verkleinen van de vaste afstand naar 25 meter in het buitengebied voor bedrijven met een omvang van maximaal 100 dieren waarvoor vaste afstanden gelden, voldoet aan alle randvoorwaarden en uitgangspunten. Uitvoering en planning Op basis van de uniforme voorbereidingsprocedure volgens afdeling 3:4 van de Algemene wet bestuursrecht heeft de ontwerpverordening en gebiedsvisie gedurende een periode van zes weken ter visie gelegen en zijn de Zuidelijke Land- en Tuinbouworganisatie (ZLTO) en omliggende gemeenten en de provincie in de gelegenheid gesteld tot het indienen van zienswijzen tegen dit beleidsvoornemen. Daarnaast is de informatie via de gemeentelijke website raadpleegbaar. Van de mogelijkheid tot het indienen van zienswijzen is gebruik gemaakt door de ZLTO afdeling BoxtelLiempde. De zienswijze treft u bij de stukken aan. Kort samengevat zijn de zienswijzen: 1.
De voorgestelde halvering van de vaste afstand voor bedrijven met dieren zonder geuremissie, met name rundveehouderijen, is gekoppeld aan een bedrijfsomvang van 56 dieren in de bebouwde kom en 100 dieren buiten de bebouwde kom. Omdat de gemiddelde omvang van agrarische bedrijven veelal groter is wordt gevreesd dat de gewenste stimulering van deze bedrijven en de oplossing van knelpunten niet tot stand komt. Daarnaast wordt gewezen op de steeds beter wordende technieken van emissiearme stal-
2.
systemen die in Boxtel veelvuldig worden toegepast. Dit betekent dat de geuremissie lager zal zijn dan in de gebiedsvisie berekend. Met betrekking tot de ontwikkelingsmogelijkheden voor woningbouw in de 4 onderzochte plangebieden wordt opgemerkt dat, indien daarbij wordt gesproken over het uitkopen van agrarische bedrijven om woningbouw mogelijk te maken, de ZLTO een actieve opstelling van de Gemeente Boxtel verwacht en geen passief “uitrookbeleid”.
3.
De ZLTO valt het op dat woningbouwplannen vaak (gedeeltelijk) binnen de bestaande geurcontouren van veehouderijen zijn gelegen. Deze bedrijven mogen daardoor niet doelbewust (negatief) beoordeeld worden bij bedrijfsontwikkelingsplannen om zodoende toekomstige woningbouw makkelijker te kunnen realiseren.
Met betrekking tot de zienswijzen merken wij het volgende op: Ad. 1. Bedrijfsomvang • Voor de bebouwde kom wordt voor dieren met geuremissiefactoren een wettelijke norm van 3 Ou/m3 gehanteerd, ofwel een hinderpercentage van 8 % in overeenstemming met een goed leefklimaat. Bij het bepalen van het aantal dieren zonder geuremissiefactoren is aangesloten op deze norm. Er mag weliswaar een enigszins hogere norm worden toegepast, echter deze heeft direct gevolg voor het woon en leefklimaat zonder dat daardoor het aantal dieren substantieel stijgt (bij norm 3 is dat 56 en bij norm 14 (25 % gehinderden met een slecht leefklimaat) is dat 100 dieren). Uitgangspunt dient ons inziens een goed leefklimaat in de bebouwde kom te zijn.
Pagina 3
Raadsvoorstel
•
Reg. nr Ag. nr
: 0810436 : 10
Datum
: 09-09-08
Opgemerkt door de ZLTO wordt dat door steeds beter wordende technieken de emissie zal afnemen. In het onderzoek is uitgegaan van de gemiddelde stankemissie van de huidige (rundvee)stallen. Als er sprake is van (verder) emissiebeperkende voorzieningen bij deze stallen kan hiermede in de toekomst rekening worden gehouden. Wij stellen voor hiervoor een evaluatiemoment in te lassen.
Ad. 2. Ontwikkelingsmogelijkheden In voorkomende gevallen zullen de betreffende agrariërs door de gemeente actief worden benaderd en zal geen sprake zijn van een “uitrookbeleid”. Ad. 3. Woningbouwplannen binnen geurcontouren. Bedrijfsontwikkelingsplannen voor agrarische bedrijven worden getoetst aan de hand van de RO- (bestemmingsplan Buitengebied) en milieuregelgeving (Wet milieubeheer). Hierbij worden objectieve criteria (richtlijnen) gehanteerd en zal niet doelbewust een negatieve beoordeling plaatsvinden. De rechtsbescherming tegen de vastgestelde gemeentelijke verordening is gelijk aan die van elke andere krachtens de gemeentewet vastgestelde verordening. Tegen deze verordening staat geen beroep open bij de bestuursrechter (artikel 8:2 van de Awb). Toepassing van de afwijkende normen (afstanden) vindt wel plaats op basis van besluiten waartegen beroep en bezwaar kan worden aangetekend, namelijk in besluiten op vergunningaanvragen. Wanneer tegen dergelijke besluiten beroep wordt aangetekend, kan de rechter de totstandkoming van de andere normen op hoofdlijnen beoordelen (motiveringsbeginsel). Uiterlijk 2 jaar na het vaststellen van de verordening zal worden bezien of aanpassing van de gebiedsvisie en verordening noodzakelijk is. Het eerder aanpassen van de verordening is mogelijk op basis van concrete ontwikkelingen. Communicatie Na vaststelling van de nota zal hieraan aandacht worden besteed in het Brabants Centrum en zullen de gebiedsvisie en de verordening geplaatst worden op de website.
Boxtel, 15-07-08 BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN BOXTEL de secretaris, de burgemeester, drs. J.K. Fraanje F.H.J.M. van Beers
Bijlagen 1. Gebiedsvisie t.b.v. de verordening geurhinder en veehouderij gemeente Boxtel (SRE 6 maart 2008).
Pagina 4
Raadsvoorstel
Reg. nr Ag. nr
: 0810436 : 10
Datum
: 09-09-08
Ter inzage 1. Zienswijzen ZLTO Afdeling Boxtel-Liempde, kenmerk MVH.08.022 van 5 juni 2008. 2. Quick-scan Wet geurhinder en veehouderij (SRE 4 juni 2007) 3. Deelonderzoeken: • Plangebied Esschebaan te Boxtel (SRE 31 oktober 2007) • Plangebied Lindenlust te Boxtel (SRE 31 oktober 2007) • •
Plangebied Roderweg te Liempde (SRE 3 september 2007) Plangebied Hezelaar (SRE 31 oktober 2007)
Contactpersoon Afdelingshoofd Wonen en Milieu, M. Snellen, 0411-655276,
[email protected]
Pagina 5
Gewijzigd Raadsbesluit
Reg. nr Ag. nr
: 0810436 : 10
Datum
: 09-09-08
Aanhef De raad van de gemeente Boxtel; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 15-07-08 ; gehoord de commissie Ruimtelijke Zaken;
Besluit BESLUIT: Vast te stellen de volgende verordening houdende regels met betrekking tot beslissingen inzake vergunningen krachtens de Wet milieubeheer voor veehouderijen, voor zover het betreft geurhinder vanwege tot die veehouderijen behorende dierverblijven: Verordening geurhinder en veehouderij. Artikel 1:
Begripsbepaling
In deze verordening wordt verstaan onder: Veehouderij: inrichting die tot een krachtens artikel 1.1, derde lid, van de Wet milieubeheer aangewe-
Wet:
Artikel 2:
zen categorie behoort en is bestemd voor het fokken, mesten, houden, verhandelen, verladen of wegen van dieren. de Wet geurhinder en veehouderij.
Andere waarden voor de vaste afstanden
In de bebouwde kom van de gemeente Boxtel, geldt de volgende andere afstand. Op grond van artikel 6, lid 3 van de Wet en in afwijking van artikel 4, lid 1 van de Wet bedraagt de afstand tussen een veehouderij waar dieren worden gehouden van een diercategorie waarvoor niet bij ministeriële regeling een geuremissiefactor is vastgesteld, en een geurgevoelig object ten minste 50 meter voor zover dit betrekking heeft op bedrijven met maximaal 56 stuks dieren waarvoor vaste afstanden gelden. In het buitengebied van de gemeente Boxtel, geldt de volgende andere afstand. Op grond van artikel 6, lid 3 van de Wet en in afwijking van artikel 4, lid 1 van de Wet bedraagt de afstand tussen een veehouderij waar dieren worden gehouden van een diercategorie waarvoor niet bij ministeriële regeling een geuremissiefactor is vastgesteld, en een geurgevoelig object ten minste 25 meter voor zover dit betrekking heeft op bedrijven met maximaal 200 stuks dieren waarvoor vaste afstanden gelden.
Pagina 1
Gewijzigd Raadsbesluit
Artikel 3:
Reg. nr Ag. nr
: 0810436 : 10
Datum
: 09-09-08
Citeertitel
Deze verordening kan aangehaald worden als de “Verordening geurhinder en veehouderij”.
Aldus vastgesteld in zijn openbare vergadering van 09-09-08 DE GEMEENTERAAD VAN BOXTEL, de griffier, drs. J. Vis
de voorzitter, F.H.J.M. van Beers
Pagina 2