Raadsvoorstel
MAASDRIEL
Gemeenteraad
7 maart 2013
Kerkdriel, 15 januari 2013
Onderwerp
Regionale visie op het sociale domein: de samenredzame samenleving
Beslispunten 1. Vast te stellen de regionale visie op de drie transities in het sociale domein.
Inleiding Voor u ligt de regionale visie op het sociale domein: de samenredzame samenleving. Deze visie is door de gezamenlijke programmaraden participerend en zelfredzaam van de Regio Rivierenland besproken. In een gezamenlijk ambtelijk overleg met de gemeenten uit Rivierenland is deze visie vervolgens uitgewerkt zodat deze toepasbaar is voor de tien Rivierenlandse gemeenten. Deze visie dient als kader voor de implementatie en de verbinding van de 3 transities. Binnen het sociale domein is veel in beweging. Gemeenten zijn vanaf 2007 al verantwoordelijk voor de Wmo. Met het regeerakkoord van Rutte II worden een aantal stelselwijzigingen doorgevoerd, waarbij gemeenten verantwoordelijk worden voor de uitvoering van: - De participatiewet (voorheen werken naar vermogen): Samenvoeging van Wet werk en bijstand, Wet sociale werkvoorziening en een deel van de Wajong met ingang van 1 januari 2014; - De overheveling van de functies begeleiding en persoonlijke verzorging uit de AWBZ; - De Jeugdzorg; - Korting van 75% op het budget huishoudelijke hulp. - Extramuralisering lichte zorgzwaartepaketten (zzp1-4). Kenmerkend is dat deze maatregelen gepaard gaan met omvangrijke bezuinigingen en een andere bekostigingssystematiek. Landelijk wordt er gestuurd op regionale samenwerking. De programmaraden zelfredzaam en participerend van de regio Rivierenland hebben deze opgaven centraal gesteld in hun programma's. Zij hebben aangegeven samenhang te willen aanbrengen tussen de drie transities. Daarbij is vooral behoefte aan een gezamenlijke visie. Immers er is veel samenhang en overlap in de doelgroep. Zij worden geconfronteerd met verschillende regelingen, loketten en professionals. Daarom moet gezocht worden naar slimme manieren van (samen)werken. Het is dan ook noodzakelijk dat de uitvoering integraal en ontschot plaats vindt. Reqionale visie In de regionale visie wordt op hoofdiijnen voortgeborduurd op het algemeen geaccepteerd gedachtegoed van de Kanteling in de Wmo en 'Welzijn Nieuwe Stijl'. Uitgangspunt is de eigen kracht van de burger. Het gebruik van collectieve voorzieningen geldt als voorliggend voorafgaand aan individuele voorzieningen. Er wordt gebroken met de claimcultuur en het aanbodgericht werken. De burger voert de regie en is aan zet. Het leveren van maatwerk met een duidelijke resultaatverantwoording staat voorop. Het streven is er op gericht de burger zo lang mogelijk in zijn/haar eigen omgeving te bedienen, waardoor aanspraak op langdurige, specialistische en dure zorg kan worden uitgesteld. Wijkgericht werken en 'zorg dicht bij de burger' zijn sleutelwoorden. De gemeente treedt op als regisseur, opdrachtgever en financier en is verantwoordelijk voor een visie dat als kader dient voor samenwerking met zorgaanbieders en maatschappelijke partijen.
°
Overige aandachtspunten: - Lokaal maatwerk, waarbij het netwerk en de buurt een hoofdrol hebben (0-de lijn); - Samenwerking tussen vrijwilligers en 1e lijnsprofessional in gebiedsteams;
<
1
M
Raadsvoorstel
MAASDRIEL - Integrale benadering en vraagverheldering door professional van gemeente Maasdriel of maatschappelijke partner; - Centrale casusregie in multiproblemsituaties; - Sturing op preventie; - Van verzorging- naar ondersteuningsgemeente Deze visie laat voldoende ruimte voor een lokale invulling. Kernvraag Kunt u instemmen met de regionale visie op het sociale domein? Beoogd effect Hanteren van gezamenlijke uitgangspunten voor de uitvoering van de drie transities in het sociale domein, dat leidt tot een betere dienstverlening voor de klant. Argumenten 1.1 De visie biedt kader op hoofdiijnen met veel ruimte voor lokale uitwerking. Door de overheveling van taken in het sociale domein neemt het aantal burgers dat een beroep doet op de gemeenten de komende jaren toe. Gegeven de eveneens daarmee gepaard krimpende budgetten wordt van gemeenten gevraagd om een aantal fundamentele keuzes te maken voor de wijze waarop kwetsbare burgers nog adequaat kunnen worden ondersteund en hoe ze dat willen organiseren. De regionale visie geeft hier handvatten voor. Er wordt uitgegaan van de leefwereld van burgers op lokaal, kern-of wijkniveau. Dat betekent het organiseren van maatwerk in de lokale uitvoering, terwijl tegelijkertijd gezocht wordt naar een werkbare en efficiente samenhang op onderdelen waar samenwerking op subregionaal of regionaal niveau meerwaarde biedt. 1.2 De gemeenteraden zijn bevoegd De regionale visie gaat om kaderstellende uitgangspunten voor de inhoud en organisatie van de 3 transities en is dus per definitie een verantwoordelijkheid van de gemeenteraad om hier uitspraken over te doen. 1.3 Zowel ambtelijk, bestuurlijk en op secretarissenniveau
is er draagvlak.
1.4 Met betrekking tot de inkoop van diensten kunnen schaalvoordelen
worden
behaald.
Kanttekeningen A. Algemeen Geen. B. Relatie met Maasdriel Geen.
2020+
Bedrijfsvoering Financieei Geen. Personeel en organisatie Geen. Communicatie De bestuursdienst van de regio Rivierenland wordt geinformeerd over het raadsbesluit. Juridische zaken Geen. Evaluatie Geen.
Raadsvoorstel
MAASDRIEL
f
Bijlage(n) Steller Portefeuillehouder Documentnaam
: 1. Raadsbesluit 2. Regionale visie "samenredzame samenleving". : Johan Reuser : J.J.T.M. Leijdekkers : Rv regionale visie 3
Raadsbesluit
MAASDRIEL
Raadsbesluit De raad van de gemeente Maasdriel, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 15 januari 2013, gelet op de omvangrijke stelselwijzigingen in het sociale domein die in voorbereiding zijn, gelet op de noodzaak tot het aanbrengen van samenhang in de drie transities, besluit: 1.
Vast te stellen de regionale visie op de drie transities in het sociale domein.
<2
<
1
De samenredzame Samenleving Visie op het sociale domein. Motto: Zelf doen, samen doen, laten doen Inleiding Binnen het sociale domein is veel in beweging. Sinds 2006 is de gemeente verantwoordelijk voor de WMO. Het uitgangspunt van de wet is: gemeenten zijn in staat de ondersteuning van mensen beter te organiseren dan nu het geval is en kunnen een belangrijke rol spelen in het versterken van de sociale samenhang en kunnen zorgen dat iedere inwoner in staat wordt gesteld volwaardig aan het maatschappelijke leven deel te nemen. De bedoeling is dat de samenleving weer meer zelf aan zet is en dat er geen sprake is van verzekerde rechten. De gemeente vormt een vangnet om de minder zelfredzame burger in zijn beperkingen te compenseren. Naast de ontwikkelingen van de WMO spelen er ook ontwikkelingen Centra jeugd en gezin ( 1 kind, 1 gezin, 1 plan), welzijn nieuwe stijl en het scheiden van wonen en zorg. Deze ontwikkelingen gaan vooral over wat genoemd wordt 'de overgang van verzorgingsstaat naar participatiemaatschappij'. Daarnaast staan in het regeerakkoord een aantal stelselwijzigingen die worden doorgevoerd waaronder:De participatiewet (voorheen Wet Werken naar Vermogen) • De Overheveling van de functies begeleiding en persoonlijke verzorging uit de AWBZ • De Jeugdzorg • Korting van 75% van het budget op huishoudelijke hulp uit de WMO Bovengenoemde regelingen hebben alien betrekking op burgers met een beperking (van licht tot zwaar). Het aantal te ondersteunen burgers/klanten voor de gemeente zal toenemen; de hoeveelheid taken voor de gemeente neemt toe; de problematiek waar gemeenten mee te maken krijgen worden complexer, het aantal partners waar de gemeente mee samenwerkt neemt toe en de financiele risico's nemen toe. De verschillende ontwikkelingen vragen van gemeenten dat zij zich bezinnen op hun rol ten opzichte van haar burgers en ten opzichte van haar partners. Om de samenleving weer zelf aan zet te krijgen is het noodzakelijk om fundamenteel ruimte te creeren voor de kracht van de burger. Daarbij blijft de ondersteuningsnoodzaak van de burger wel centraal staan voor de gemeente. De bezinning biedt de mogelijkheid om te komen tot een nieuwe inrichting van het sociale domein. Naast inzet van burgers is ook de verticale verkokering van het sociale domein een onderwerp dat aandacht nodig heeft. Op dit moment is sprake van bureaucratie, regeldruk en een groeiende zorgvraag. Het gaat in het sociale domein vaak om dezelfde doeigroepen. Zij worden geconfronteerd met meerdere regelingen, loketten en professionals die soms nauwelijks met elkaar communiceren. Gezien de stijgende kosten en dalende budgetten is het ook belangrijk dat we op zoek gaan naar slimme manieren van werken en samenwerkingsvormen. Integraal en ontschot ondersteuning organiseren is noodzakelijk. Uitgangspunten De visie samenredzame samenleving geeft een richting aan de manier waarop de gemeente kan komen tot een effectieve en efficiente aanpak in het sociale domein. Daarbij hanteren wij het motto; zelf doen, samen doen, laten doen. De uitgangspunten van deze visie zijn: • Burger, huishouden, buurt centraal • Wereld terug naar de burger (zelfstandige burger en terugtredende overheid) • Ondersteuning integraal en ontschot organiseren • Krachtige burgers en krachtige professionals
1
Doel en resultaat H e f realiseren van een kwalitatief goede maatschappelijke ondersteuning, die uitgaat van de eigen kracht en verantwoordelijkheid van burgers en ruimte geeft aan stevige professionals met een brede blik. Resultaat is een kwalitatief goede, effectieve en efficiente dienstverlening voor de kwetsbare burgers. We hebben een samenredzame samenleving waarin meer wordt gevraagd van burgers, maar waar de gemeente en haar partners zorg dragen voor laagdrempelige voorzieningen voor, tijdelijk en permanent, minder zelfredzame burgers met als doel deze weer zelfredzaam te maken en instroom in duurdere (individuele en soms justitiele) hulpverlening te voorkomen. Subdoelstellingen: • Meer nadruk op preventie en tijdige signalering • Verminderen van de mate en duur van afhankelijkheid van onze burgers; • Terugdringen van bureaucratische last voor burgers, professionals en maatschappelijke organisaties; • Voorkomen van schrijnende gevallen • Beheersen van gemeenschappelijke kosten Model samenredzame samenleving
O
Speelveld van de burger
*
mm
0>
%
%
A
-
n
9
°
o-
uaurmsjapuQ
T
32
U36U1U3IZJOOA
(aianpi.M.puO apj33sne . 3 ,
^>
^
:53ds3
BmiirmsjapuoapJMsnepw*^
*Een portaal (van het Latijn porta - deur, poort) is de algemene benaming van de ingang bij een groot, meestal publiek gebouw (tempel, iustitiepaleis, kerk, etc.) Bij kerken doet het portaal ook dienst als overgang tussen buiten en binnen. Men bevindt zich in het portaal reeds onder de bogen van de kerk, maar nog niet voorbij de kerkdeur. In de middeleeuwen een geliefkoosde plek voor bedelaars en zwervers die daar een beschutte (werk)plek vonden. De benaming van Netwerk en gebiedsteams kunnen lokaal ingevuld worden.
2
Toelichting op het model Lokaal maatwerk We streven zoveel mogelijk naar lokaal maatwerk waarbij we de burger, zijn netwerk en de buurt een hoofdrol toedichten. Iedereen maakt gebruik van zijn of haar mogelijkheden om zijn leven in balans te krijgen vanuit een omgeving waarin men het best tot zijn recht komt. We willen van een verzorgingsgemeente naar een ondersteuningsgemeente. Daarmee bedoelen we niet dat we een doe-het-zelf samenleving nastreven. Met maatschappelijke partners, burgers en het netwerk vormen we een samenredzame samenleving. Bij meervoudige problematiek hanteren wij herstel van het gewone leven als randvoorwaarde voor de verbetering van andere levensdomeinen. Het speelveld van de burger en het portaal Het speelveld van de burger en zijn huishouden omvat 9 levensdomeinen: Wonen, huishouden voeren, ontmoeten, meedoen, werken, opgroeien, rondkomen, leren en zorgen. Professionals die de vraagverheldering op deze levensdomeinen uitvoeren, hebben een brede blik. Zij hebben een signaalfunctie op alle levensterreinen. D.m.v. een keukentafelgesprek dat overal kan plaatsvinden (het portaal) wordt door een goed opgeleide professional de vraagverheldering op deze levensdomeinen uitgevoerd. De professional kan zowel werkzaam bij de gemeente zijn als bij een maatschappelijke partner. Uitgangspunt is dat de 'professional' ongeacht zijn achtergrond werkt vanuit dezelfde visie, dezelfde gesprekstechniek hanteert, dezelfde taal spreekt, dezelfde boodschap uitdraagt, dezelfde aanpak hanteert en alert is op duikers en vragers. Uitgangspunt bij de vraagverheldering is dat de burger zijn verhaal siechts een keer hoeft te doen, mits hij in het kader van zijn privacy het niet wenselijk acht dat zijn verhaal doorgegeven wordt. Organisatie van de ondersteuning Wij willen voorkomen dat bij meervoudige problematiek professionals ongeregisseerd en onwetend van elkaar binnen een huishouden opereren. Daarom is ons uitgangspunt dat we per huishouden een centrale casusregie beleggen. Vanuit deze regierol wordt met doorzettingsmacht de ondersteuning van het betreffende huishouden gecoordineerd. Uit weike hoek de casusregie komt, is afhankeiijk van het primaat en/of de zwaarte van de problematiek. Wie de casusregie voert, bepalen we in samenspraak met de burger. Via het keukentafelgesprek moet duidelijk worden waar het zwaartepunt van de problematiek ligt waarna vervolgens in samenspraak met de burger wordt wie de casusregie gaat voeren. Dat kan een professional zijn maar het kan ook de burger zelf of iemand uit het netwerk zijn. Ondersteuning vanuit de 0 lijn; Netwerken Burgers die niet volledig op eigen kracht of met behulp van hun persoonlijke netwerk kunnen functioneren, krijgen ondersteuning vanuit de wijk of het dorp, ledere burger is omgeven door een netwerk van andere krachtige burgers en vertegenwoordigers van organisaties (zoals scholen of sportverenigingen). Samen vormen deze de ogen en oren van de wijk of het dorp. Zij signaleren problemen, bieden elkaar ondersteuning waar mogelijk en geleiden daar waar noodzakelijk door naar de gebiedsteams. e
De 1 lijn als verbindende factor; Gebiedsteams Binnen de gebiedsteams werken professionals en vrijwilligers samen in het bieden van laagdrempelige en ontschotte ondersteuning aan burgers. Uitgangspunten bij de ondersteuning zijn dat het dichtbij, laagdrempelig, samenhangend, afgestemd en proactief moet zijn. e
Individuele gespecialiseerde ondersteuning; de 2 lijn Daar waar de kortdurende ondersteuning in de wijk of via het persoonlijk netwerk niet toereikend is om de beperkingen te compenseren wordt individuele gespecialiseerde zorg geboden. Het gaat bv. om de jeugdGGZ, ambulante begeleiding, beschutte werkplekken, gespecialiseerde dagbesteding, logeerplekken en re-integratietrajecten e
3
De pijl naar rechts: van preventie naar zorgen Preventieve maatregelen prevaleren boven curatieve maatregelen, maar curatieve maatregelen kunnen weer een preventief effect hebben op bijvoorbeeld een volgende generatie of het escaleren van situaties. De pijl naar links: van gespecialiseerde zorg naar eigen kracht Idealiter werken we vanuit de gespecialiseerde ondersteuning toe naar afschaling tot het niveau van de eigen kracht; de nulde lijn. Echter gezien het feit dat we te maken hebben met mensen met matige tot zware beperkingen is het een illusie om ervan uit te gaan dat dit resultaat te alien tijde behaald kan worden. Sommige burgers zullen structureel ondersteuning nodig hebben. Samenvattend We willen komen tot een samenhangende effectieve en efficiente aanpak in het sociale domein. Uitgangspunt is dat we in principe uitgaan van zelfstandige en zelfredzame burgers. Daar waar ondersteuning nodig is, zien we een gedeelde verantwoordelijkheid met het eigen netwerk en maatschappelijke partners. We houden toezicht op de kwaliteit van de geleverde ondersteuning. We sturen op preventie. We zijn solidair met de zwakste in onze samenleving en we hanteren het kantelingprincipe van de Wmo. Dat wil zeggen dat niet langer het recht op zorg van de burger uitgangspunt is maar het bieden van compenserende maatregelen voor zijn beperkingen. De ondersteuning bepalen we niet door wat aangeboden wordt door instellingen, maar we kijken samen met de burger naar wat nodig is om deze mee te laten doen. Daar waar mogelijk hanteren we klantvolgende financiering. We geven de burger meer zeggenschap. We organiseren ondersteuning efficienter, integraler, innovatiever en dichter bij huis, om zo beter maatwerk te leveren en rekening te houden met de kracht van onze wijken en onze burgers Verdere uitwerking Wat wordt de aanpak? • Meer presteren minder verantwoorden • Inzet van middelen koppelen aan de vraag: maatwerk, resultaat- en effectgericht • Uniform breed portaal bij gemeente en partners • Regievoering om overlap en leemtes te voorkomen • 1 klantvolgsysteem (intern en extern, lokaal en regionaal) • Terug naar de normaliteit is leidend bij multiproblematiek • Elkaar aanspreken op zijn/haar verantwoordelijkheid; niemand tussen wal en schip. • Collectief als het kan, individueel als het moet. • Klantvolgende financiering daar waar mogelijk • Sturen op Verdiend" vertrouwen Hoe benaderen wij de burger? • Uitgaan van de eigen kracht van de burger en zijn/haar netwerk • 1 casusregisseur per huishouden • 1 boodschap, 1 aanpak, 1 taal • Elke burger is uniek; maatwerk vereist • Aandacht voor zorgwekkende zorgmijders en -vragers • Regisseert daar waar mogelijk zijn eigen ondersteuning • Verleent daar waar nodig ondersteuning • Elke burger heeft iets te bieden als tegenprestatie Wat verwachten wij van onze professionals en van onze samenwerkingspartners? • Open houding en flexibel; de vraag is het vertrekpunt niet het aanbod • Samenwerken en opereren in netwerken • Stimulerende en activerende rol (durven Ioslaten) • Verwachtingen managen, goede afspraken maken Geemancipeerde en gekantelde houding • Creatief, kostenbewust, resultaatgericht • Ontschotte werkwijze door inzet generalisten • Maatschappelijk rendement van investeringen
4
Wat doen we regionaal en lokaal Regionaal • Een Visie • Een Methodiek inkoop • Een Instrument vraagverheldering • Een klantproces, klantvolgsysteem en privacyreglement • Verplichte taken op het gebied van de jeugdzorg Lokaal • • • • •
Portaal Netwerken Gebiedsteams Werkcentrum/participatiehuis/maatschappelijke activering Samenwerking lokale partners m.b.t. jeugdzorg