Raadsnotitie onderwerp
GEMEENTEBESTUUR Startnotitie "Venlo, bruisende studentenstad"
team ECCEA
26 april 2011
doorkiesnummer +31 77 3599643
Innovatieve en Excellente Stad M. Verheijen
registratienummer
Rn nummer 2011 collegevergadering d.d. raadsvergadering d.d. programma portefeuillehouder
steller JMJ van der Heijden e-mail
[email protected] datum 11 april 2011
Vraag aan de raad (gedachtewisseling) Het gaat om een startnotitie op een zogenaamd B-dossier van de strategische agenda van de gemeenteraad. Het thema ‘Bruisende studentenstad’ valt binnen meerdere raadsprogramma’s; belangrijkste zijn het programma ’Innovatieve en excellente stad’ en ‘Centrum Euregio’. Met deze startnotitie willen wij uw raad de context schetsen waarbinnen Venlo als bruisende studentenstad vorm kan krijgen. Tevens geven wij u inzicht in de externe factoren waarop Venlo zelf slechts beperkt invloed kan uitoefenen maar die wel direct bepalend zijn voor de ontwikkeling van Venlo als studentenstad. Op de terreinen “breder opleidingsaanbod”, “huisvesting en voorzieningen voor studenten” en “onderwijslocaties” beschrijven wij verschillende mogelijke opties. Wij vragen uw raad om, rekening houdend met de geschetste externe factoren: 1. zich een beeld te vormen van de betekenis van de verschillende opties voor Venlo en de impact die zij op de stad hebben. 2. daar waar mogelijk aan te geven welke opties of scenario’s de voorkeur van uw raad hebben en verder uitgewerkt moeten worden c.q. waarover het gesprek met de onderwijs- en kennisinstellingen verdiept of verbreed moet worden. Op basis van de behandeling van deze raadsnotitie zal het college verder invulling geven aan haar beleid met betrekking tot de ontwikkeling van kennisinfrastructuur en het daarmee samenhangend flankerend beleid. Tevens biedt behandeling van deze notitie het college handvaten voor de verdere dialoog met de voor Venlo relevante onderwijs- en kennisinstellingen. Burgemeester en wethouders van Venlo de secretaris de burgemeester
Mevrouw W.J.J. Meijering
drs. H.M.F. Bruls
Raadsnotitie
Samenvatting (Verplicht, maximaal een half A4) In de Strategische Visie Venlo 2030 wordt helder geformuleerd dat de ontwikkeling van de onderwijs- en kennisinfrastructuur van groot belang is voor het realiseren van de ambities van de stad Venlo. Het is dan ook niet voor niets dat deze ontwikkeling stevig is verankerd in de raadsprogramma’s Innovatieve & Excellente Stad en Centrumstad voor de Euregio. Vanuit haar visie en ambities zet Venlo in op economische ontwikkeling met een focus op innovatie en kenniseconomie (kennisintensieve en toekomstbestendige bedrijven), het verbinden van jonge, hoogopgeleide mensen aan de stad en het realiseren van een bruisend en dynamisch stedelijk centrum. Zo gezien is het evident dat een bruisende studentenstad een belangrijke bijdrage levert aan de ontwikkeling van Venlo zoals die in de Strategische Visie is verwoord. Met deze startnotitie willen wij uw raad de context schetsen waarbinnen Venlo als bruisende studentenstad vorm kan krijgen. Tevens geven wij u inzicht in de externe factoren waarop Venlo zelf slechts beperkt invloed kan uitoefenen maar die wel direct bepalend zijn voor de ontwikkeling van Venlo als studentenstad. Op de terreinen “breder opleidingsaanbod”, “huisvesting en voorzieningen voor studenten” en “onderwijslocaties” beschrijven wij verschillende mogelijke opties. Bijlagen Nr. 1. 2. 3. 4. 5.
Naam .. .. .. .. ..
Datum .. .. .. .. ..
2
Raadsnotitie - onderbouwing
Onderbouwing Algemene toelichting 1.
Wat is de kernopgave (Wat is de belangrijkste opdracht voor het bestuur?)
In de strategische visie Venlo 2030 is het thema Venlo, bruisende studentenstad een belangrijk thema. Om daadwerkelijk een bruisende studentenstad te worden ligt er een opgave op het gebied van verbreding en versterking van het onderwijsaanbod, het realiseren van aansprekende studentenhuisvesting en voorzieningen en het realiseren van onderwijslocaties die passen bij deze ambitie. In deze integrale notitie wordt de context waarbinnen deze opgave gerealiseerd dient te worden geschetst. 2.
Relatie met programma
Het thema Venlo, studentenstad heeft een belangrijke relatie met de programma’s Centrum voor de Euregio en Innovatieve & Excellente Stad. De ontwikkeling van onderwijs- en kennisinfrastructuur zijn geborgd in de programmalijn “Versterken Kennisinfrastructuur” uit het programma Innovatieve & Excellente Stad en levert een belangrijke bijdrage aan de ontwikkeling van de kenniseconomie in de regio Venlo en aan de opgave op het gebied van innovatie. 3.
Waarom? (Wat is de aanleiding voor de raadsnotitie?)
In het initiatiefvoorstel ‘Strategische agenda van de raad 2010’ (juni 2010) heeft de gemeenteraad het college de opdracht gegeven om op het zogenaamde B-dossier ‘Bruisende studentenstad en voorzieningen’ een startdocument uit te werken. Bij deze Bdossiers gaat het om onderwerpen die aan het begin van beleidsvorming staan en waarvoor de ontwikkelingsrichting nog nader moet worden bepaald. Bij een B-dossier gaat het om passieve kaderstelling; het college betrekt de raad in een vroeg stadium en legt de raad een startnotitie met scenario’s voor gekoppeld aan werkbezoeken.
4.
(Optie 1) Plan van aanpak (Bij behoefte aan startnotitie)
Inleiding “Het wetenschappelijk- en hoger beroepsonderwijs is onlosmakelijk met de stad en de regioverbonden geraakt en schept jaarlijks een rijk scala aan kenniswerkers en spin offs. De economische sectoren in Venlo zijn sectoren met een sterk kennisintensief en high-tech karakter,waardoor het toekomstbestendige sectoren zijn. De stuwende sectoren in Venlo zijn kennisintensief en innovatief. Op onze innovatieve bedrijfscampussen worden toepassingen ontwikkeld (zoals een logistieke campus en de glas- en energiecampus) waar de toepassing van kennis in
3
Raadsnotitie - onderbouwing
de markt centraal staat. De aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt is zeer goed georganiseerd. Hiermee hebben onderwijsinstellingen hun ankers stevig in de grond van Venlo geplant en ondernemers vinden gemakkelijk de weg naar nieuwe medewerkers die binnen de onderwijsinstellingen van nature worden opgeleid tot ondernemende medewerkers met een neus voor innovaties. Duitse maar ook Nederlandse studenten wonen nu in en rond het centrum omdat het onderwijs aanbod sterk verbreed is en de binnenstad voor deze groep allerlei vertier biedt.” De citaten uit de Strategische Visie Venlo 2030 hierboven geven aan dat de ontwikkeling van de onderwijs- en kennisinfrastructuur van groot belang is voor het realiseren van de ambities van de stad. Het is dan ook niet voor niets dat deze ontwikkeling stevig is verankerd in de raadsprogramma’s Innovatieve & Excellente Stad en Centrumstad voor de Euregio. Vanuit haar visie en ambities zet Venlo in op economische ontwikkeling met een focus op innovatie en kenniseconomie (kennisintensieve en toekomstbestendige bedrijven), het verbinden van jonge, hoogopgeleide mensen aan de stad en het realiseren van een bruisend en dynamisch stedelijk centrum. Zo gezien is het evident dat een bruisende studentenstad een belangrijke bijdrage levert aan de ontwikkeling van Venlo zoals die in de Strategische Visie is verwoord. Het begrip “bruisende studentenstad” impliceert de aanwezigheid van een sterk, onderscheidend cluster van opleidingen. Goed onderwijs en een passende opleiding zijn immers de eerste in een rij van factoren die maken dat studenten voor een opleidingslocatie kiezen. Het begrip “bruisende studentenstad” impliceert ook een focus op het Hoger- en Wetenschappelijk Onderwijs. Zij zorgen er immers het meest voor dat studenten zich aan een stad verbinden, daar gaan wonen en op allerlei manieren actief zijn. Dat laat onverlet dat ook de verbinding met het middelbaar en voortgezet onderwijs van belang is. Wanneer deze leerlingen er voor kiezen om in de eigen regio een vervolgopleiding te volgen, is de kans dat zij uiteindelijk voor vestiging in de eigen regio kiezen aanmerkelijk groter. Het voortgezet en middelbaar onderwijs is echter al veel sterker in onze regio aanwezig en verankerd dan HBO en WO. Focus op HBO- en WO onderwijs betekent wel dat de beïnvloedingsmogelijkheden van de gemeentelijke overheid beperkt zijn. Dit onderwijs kent een eigen dynamiek en valt qua verantwoordelijkheid direct onder de rijksoverheid. Inzetten op versterking van (de aanwezigheid van) HBO- en WO onderwijs betekent kiezen voor samenwerking en partnerschap. Het feit dat er landelijk geen beleidsruimte is voor het opzetten van een nieuwe hogeschool of universiteit, versterkt de afhankelijkheid van en relatie met bestaande onderwijs- en kennisinstituten. Met deze startnotitie willen wij uw raad de context schetsen waarbinnen Venlo als bruisende studentenstad vorm kan krijgen. Tevens geven wij u inzicht in de externe factoren waarop Venlo zelf slechts beperkt invloed kan uitoefenen maar die wel direct bepalend zijn voor de ontwikkeling van Venlo als studentenstad. Op de terreinen “breder opleidingsaanbod”, “huisvesting en voorzieningen voor studenten” en “onderwijslocaties” beschrijven wij verschillende mogelijke opties. Wij vragen uw raad om, rekening houdend met de geschetste externe factoren: 1. zich een beeld te vormen van de betekenis van de verschillende opties voor Venlo en de impact die zij op de stad hebben. 2. daar waar mogelijk aan te geven welke opties of scenario’s de voorkeur van uw raad hebben en verder uitgewerkt moeten worden c.q. waarover het gesprek met de onderwijs- en kennisinstellingen verdiept of verbreed moet worden.
4
Raadsnotitie - onderbouwing
Tegelijkertijd mogen we constateren dat er al heel veel in gang is gezet. De onderwijsinstellingen hebben de uitdagende handschoen uit de Visie Venlo 2030 opgepakt en zijn reeds gestart met ontwikkelingen die in belangrijke mate bijdragen aan de ambities van Venlo om uit te groeien tot een studentenstad met een eigen gezicht en bijzonder karakter. Huidige ontwikkeling onderwijs- en kennisinfrastructuur Fontys Venlo heeft in de afgelopen jaren flink geïnvesteerd in de kwaliteit van haar opleidingen en is er in geslaagd haar bestaande opleidingen hoog in de ranking van beste opleidingen te positioneren. Daarnaast is Fontys Venlo, samen met de regionale MBO-instellingen begonnen met de ontwikkeling van de Greenport Venlo Onderwijscampus, gericht op de sectoren agro-food en logisitek.
Fontys Hogescholen, HAS Den Bosch en Wageningen Universiteit en Researchcentrum zijn in dit kader (Greenport Campus) bezig met het borgen van afspraken over samenwerking in Venlo zowel op het gebied van regulier onderwijs als bedrijfsopleidingen en kennisoverdracht naar het bedrijfsleven. Het ministerie van Economie Landbouw&Innovatie heeft HAS den Bosch opdracht gegeven een plan op te stellen voor een vestiging in (Greenport)Venlo, een plan dat nog voor de zomervakantie gereed moet zijn.
De Universiteit van Maastricht (UM) is druk bezig met de verdere uitrol van de 2 masteropleidingen die ze in Venlo hebben opgezet (Health Food Innovation Management & Global Supply Chain Management and Change) en hebben de inspanningsverplichting op zich genomen de UM vestiging Venlo te laten uitgroeien tot een volwaardige vestiging waaraan ook onderzoeksprogramma’s worden gekoppeld. De leerstoel Document Services Innovation aan de UM, recent door Canon aan Venlo aangeboden, maakt een wezenlijk onderdeel van deze ontwikkeling.
Zeer recent is ook de samenwerking tussen Venlo en de Universiteit van Twente met betrekking tot de leerstoel en de masteropleiding C2C&Design bekrachtigd door de ondertekening van een overeenkomst. De gemeente Venlo is in gesprek met deze universiteit om de activiteiten van deze master zoveel mogelijk in Venlo te laten plaatsvinden met als uiteindelijk doel volledige vestiging in onze gemeente.
Het fundament voor een sterkere onderwijs- en kennisinfrastructuur op HBO en WO niveau is gelegd. De komende jaren is het zaak alle businesscases, projectplannen, inspanningsverplichtingen en intenties om te zetten in concrete resultaten. De gemeente Venlo heeft hierbij niet het roer in handen maar heeft wel een belangrijke faciliterende rol.
Strategisch programmatisch kader Onderwijs als basis voor een bruisende studentenstad, 2 mogelijke benaderingen Zonder onderscheidend onderwijs geen studenten, zonder studenten geen bruisende studentenstad. In de inleiding is al aangegeven dat goed onderwijs en passende opleidingen voor potentiële studenten de belangrijkste factor is in het bepalen van de stad waar zij onderwijs willen volgen. Dit betekent ook dat de aanwezigheid van goed onderwijs vanuit een onderwijsprogramma dat bij Venlo past een van de prioritaire acties voor de gemeente Venlo is. Op basis van gesprekken met onderwijsinstellingen en de rijksoverheid is duidelijk dat een aantal (externe) factoren van invloed zijn op de mogelijkheden om de kennis- en onderwijsinfrastructuur te versterken en te verbreden. Deze factoren vormen
5
Raadsnotitie - onderbouwing
gezamenlijk de kaders die bepalen op welke wijze de gemeente Venlo invulling kan geven aan haar ambities met betrekking tot Venlo, bruisende studentenstad. Externe factoren en het belang van onderwijsinstellingen en rijksoverheid Bij de keuze voor een van de scenario’s hebben we te maken met een aantal factoren dat buiten de invloedsfeer van de gemeentelijke overheid ligt en waarmee rekening gehouden moet worden bij het realiseren van de ambities om een bruisende studentenstad te worden: 1. Venlo is geen traditionele onderwijsstad in tegenstelling tot Eindhoven, Nijmegen en Maastricht, steden in de directe omgeving. In de ambitie van Venlo om te groeien naar een bruisende studentenstad moet gekeken worden naar het opleidingsaanbod in deze steden vanuit concurrentieoverwegingen. Specifieke opleidingen met een onderscheidend vermogen en een hoge kwaliteit versterken de concurrentiepositie van het onderwijs in Venlo. 2. De ontwikkeling van een nieuwe universiteit en/of hogeschool is geen haalbare kaart. Dit betekent dat Venlo voor de inrichting van de gewenste onderwijs- en kennisinfrastructuur afhankelijk is van bestaande instellingen die al op andere plaatsen zijn gevestigd. Het ligt niet voor de hand (en blijkt ook uit gesprekken die tot nu toe zijn gevoerd) dat deze instellingen in Venlo opleidingen zullen realiseren die direct concurrerend zijn met bestaande opleidingen elders. 3. Onderwijsinstellingen zijn meer en meer gericht op nieuwe verdienmodellen en nieuwe inkomstenbronnen. Kennisontwikkeling, -toepassingen en –overdracht naar het bedrijfsleven is een van de belangrijkste mogelijkheden voor deze instellingen om daarin te voorzien. Zij zoeken daarom steeds meer de verbinding met het bedrijfsleven. 4. Innovatie en kennisvalorisatie (omzetten van kennis in producten en daarmee inkomsten) zijn voor de rijksoverheid belangrijke thema’s bij de ontwikkeling van de kenniseconomie in Nederland. Het rijk stuurt daarom op een kanteling van zogenaamde aanbodgestuurde kennisontwikkeling naar vraaggestuurde kennisontwikkeling waarbij de kennisvragen met name uit het bedrijfsleven komen. Inzet van rijksmiddelen voor onderzoeksprogrammering wordt hiervan afhankelijk gesteld. In de bedrijfslevenbrief en de topsectoren (basis voor het nieuwe kabinetsbeleid) zijn dit belangrijke uitgangspunten. Kijkend naar de Visie Venlo 2030 en het programma Innovatieve & Excellente Stad is dit ook voor Venlo een belangrijk thema. 5. Ten aanzien van nieuwe opleidingen dient altijd een zogenaamd accreditatie- en doelmatigheidstraject te worden doorlopen. Nut, noodzaak en toegevoegde waarde voor een regio zijn voor het rijk belangrijke criteria om in het kader van doelmatigheid een opleiding op een nieuwe locatie te starten. Dit betekent dat, indien niet kan worden aangetoond dat een nieuwe opleiding toegevoegde waarde heeft voor de regio Venlo of een vergelijkbare opleiding al in de onmiddellijke nabijheid aanwezig is, toestemming van het rijk niet of slechts zeer moeizaam verkregen wordt. 6. Fontys Venlo heeft op dit moment een groot aandeel Duitse studenten. Dit is ook een aantrekkelijke markt voor andere onderwijs- en kennisinstellingen. Of het in de toekomst voor Duitse studenten even gemakkelijk blijft in Venlo te studeren is op dit moment onduidelijk en onzeker. Dit betekent dat het voor onderwijsinstellingen zoals Fontys Hogescholen van belang is ook meer Nederlandse studenten te 6
Raadsnotitie - onderbouwing
trekken. Voor Duitse studenten is het onderscheidend vermogen van de opleidingen vooral gelegen in de kwaliteit en de projectmatige en probleemgerichte benadering. Voor Nederlandse studenten is deze kwaliteit meer vanzelfsprekend en zal het onderwijs een ander onderscheidend vermogen moeten realiseren. Mogelijke scenario’s? Vanuit een inhoudelijke, neutrale benadering zijn de volgende 2 scenario’s denkbaar: Scenario “onderwijs gericht op de economische speerpunten” In dit scenario wordt uit gegaan van het realiseren van een opleidingsaanbod dat nauw aansluit bij de economisch sterke sectoren in de regio Venlo, gebaseerd op samenwerking en interactie met het bedrijfsleven. Voordeel van dit scenario is dat de binding van studenten met stad en regio groter is en dat vanuit de directe relatie met het bedrijfsleven studenten sneller praktijkcomponenten en onderzoeksopdrachten bij bedrijven in onze regio zullen uitvoeren. De vroege relatie die hiermee ontstaat tussen bedrijven en studenten verhoogt de kans dat studenten ook na hun studie zullen kiezen voor vestiging in stad of regio. Door de combinatie van onderwijs en bedrijfsleven ontstaat een dermate hoge kwaliteit van onderwijs dat studenten die belangstelling hebben voor “onze”economische speerpunten juist eerder voor Venlo kiezen. Nadeel van dit scenario is dat er “selectie aan de voordeur” plaatsvindt omdat het onderwijs een minder breed publiek bedient.. Uit verschillende studies is gebleken dat in de uiteindelijke vestigingskeuze van studenten en gezinsvormers de vrouwelijke partner vaak een bepalende rol speelt. De economische speerpunten (en daarmee in dit scenario ook de opleidingen) hebben een sterk technologie en economie georiënteerd karakter. Hoewel over het algemeen vrouwen ook in deze sectoren steeds beter hun weg vinden, is binnen dit scenario de herkenbaarheid en aantrekkelijkheid van opleidingen in Venlo voor vrouwelijke studenten een aandachtspunt.. Scenario “breed onderwijscluster met een grote diversiteit aan opleidingen” In dit scenario wordt uit gegaan van het realiseren van een breed en divers aanbod aan opleidingen op HBO en WO niveau in Venlo. Venlo als echte “Onderwijsstad”. Voordeel van een dergelijk scenario is dat dit in potentie een grote en diverse groep aan studenten naar Venlo kan trekken waarmee het studentenleven een belangrijke impuls krijgt. Een belangrijk nadeel van dit scenario is dat de concurrentie met andere, meer traditionele onderwijssteden groot is. Bovendien is de binding van studenten met de stad en haar bedrijfsleven minder groot omdat er geen directe relatie is met de economie in de regio. Als de beide scenario’s worden geconfronteerd met de externe factoren, die feitelijk het afwegingskader vormen voor de wijze waarop de gemeente Venlo wil inzetten op versterking en verbreding van haar kennis- en onderwijsinfrastructuur, wordt duidelijk dat alleen het scenario “Onderwijs gericht op economische speerpunten” voldoende perspectief biedt voor Venlo. C2C als toegevoegde waarde in de kennisinfrastructuur, unieke kans voor Venlo Los van de verschillende scenario’s is duidelijk dat integratie van C2C in het onderwijs een belangrijke bijdrage levert aan het onderscheidend vermogen van de opleidingen. Voor Venlo biedt dit welhaast unieke kansen, gelet op de voorsprong die Venlo met betrekking tot de implementatie van C2C inmiddels heeft. Vanuit alle (potentieel) aanwezige instellingen in onze regio en vanuit landelijke en internationale instituten is met grote
7
Raadsnotitie - onderbouwing
belangstelling gereageerd op de plannen om C2C integraal onderdeel van de opleidingen te maken. Inmiddels is met Citaverde, Fontys Venlo, ROC Gilde en Onderwijsgemeenschap Venlo en Omstreken gestart met een C2C educatie team om de integratie van C2C in het onderwijs te begeleiden. De ambitie wordt voortvarend opgepakt maar zal nog de nodige inspanningen vergen. C2C is immers nog niet voor iedereen een vanzelfsprekend gedachtegoed. Om deze ambitie daadwerkelijk om te zetten in een concrete aanpak en succes, wordt van de gemeente Venlo een regierol gevraagd waarbij nadrukkelijk ondersteuning kan worden verleend door het C2CExpoLAB.
Fysieke kader Onderwijslocaties In de inleiding van deze notitie is reeds opgemerkt dat door verschillende onderwijsinstellingen al gestart is met activiteiten en ontwikkelingen die leiden tot een hogere concentratie van opleidingen in Venlo. Indien de inzet vanuit de onderwijs- en kennisinstellingen en de inzet vanuit de gemeente Venlo succesvol is, ligt het voor de hand dat het huidige aanbod van onderwijslocaties voor hoger onderwijs in Venlo, nu geconcentreerd op het terrein van Fontys Hogescholen, ontoereikend zal zijn. De komst van HAS, de uitbreiding van de UM vestiging Venlo en de ontwikkeling van nieuwe opleidingen en joint degrees bij Fontys zal leiden tot een uitbreidingsvraag en de vraag waar deze uitbreiding het best plaats kan vinden. Alhoewel de eerste opgave ligt bij het verdere ontwikkelen van het onderwijsprogramma op HBO en WO niveau, is het verstandig nu reeds na te denken over voorkeurslocaties en de kansen die dit biedt voor Venlo om huidige ontwikkelingen in en om de stad te versterken. Bij het ontwikkelen van nieuwe en/of aanvullende onderwijslocaties zijn vier scenario’s denkbaar: 0. Scenario middengebied Dit is feitelijk het vigerende scenario uit de structuurvisie waarbij de huidige Fontyslocatie het hart van verdere ontwikkeling voor onderwijsfuncties vormt. Een voordeel van deze locatie is dat er al sprake is van enige clustering van onderwijsfuncties en er sportfaciliteiten in de buurt zijn. Een belangrijk nadeel is dat er door de goede ontsluiting van dit gebied, de parkeermogelijkheden en beperkte bereikbaarheid met het openbaar vervoer vooral sprake is van pendel met weinig toegevoegde waarde voor (de levendigheid in) het stedelijk centrum van Venlo. Hierbij moet overigens worden opgemerkt dat door het toenemend aantal studenten dat met de auto komt, de parkeervoorziening in dit gebied steeds meer onder druk komt te staan. 1. Scenario stedelijk centrum In dit scenario worden alle onderwijsfaciliteiten gerealiseerd in het stedelijk centrum (in het binnenstedelijk gebied). Daarbij zijn verschillende modellen mogelijk zoals het zogenaamde Angelsaksische model (model gehanteerd in Maastricht waarbij onderwijs op verschillende locaties in het stedelijk centrum wordt ondergebracht), het campusmodel (concentratie van alle onderwijsfaciliteiten op een locatie met een onderlinge relatie en gezamenlijk gebruik van voorzieningen) en een groeimodel (model waarbij wordt gestart op basis van het Angelsaksische model, zoveel mogelijk gebruik gemaakt wordt van bestaand vastgoed en uiteindelijk wordt toe gewerkt naar een campusmodel). In dit scenario is de campus een nieuwe locatie in de binnenstad die aanvullend op of zelfs in plaats van de huidige Fontyslocatie gerealiseerd wordt. Het voordeel van dit scenario is dat het stedelijk centrum optimaal profiteert van de aanwezigheid van studenten. Het nadeel is dat de verbinding met het bedrijfsleven, voor Venlo van cruciaal belang, moeilijker tot 8
Raadsnotitie - onderbouwing
stand zal komen. 2. Scenario “economische hotspots” In dit scenario worden de onderwijsfaciliteiten gecombineerd met de ontwikkeling van de economische hotspots in Venlo. Het gaat hierbij vooral om de Sunrisecampus, Greenpark Venlo en Document Service Valley (Océ). Het voordeel van dit scenario is dat de verbinding tussen onderwijs en bedrijfsleven optimaal kan plaatsvinden en dat de genoemde hotspots in hun ontwikkeling en exploitatie versterkt worden door bijvoorbeeld shared facilities, voor zover dat binnen de huidige planontwikkeling mogelijk is. Een belangrijk nadeel is dat het stedelijk centrum van Venlo nauwelijks zal profiteren van de aanwezigheid van studenten. Dit laatste lijkt zich niet te verhouden tot het thema Venlo, bruisende studentenstad. 3. Combinatie scenario In het combinatiescenario wordt gekozen voor het onderbrengen van reguliere onderwijsfuncties (lessen, colleges etc.) in het stedelijk centrum volgens scenario 1 en worden alle activiteiten waarbij nauw wordt samengewerkt met het bedrijfsleven (bijvoorbeeld lectoraten en kennisinstituten, masterclasses voor ondernemers, shared facilities, en bedrijfsgerichte kennisoverdracht) ondergebracht op de eerder genoemde economische hotspots. De voorzieningen die daar worden gerealiseerd (Innovatoren, Biotoop op Sunrise campus en een te realiseren campus gekoppeld aan Document Services Valley) bieden daartoe de mogelijkheden. In dit scenario worden de nadelen van beide vorige scenario’s ondervangen. Er dient wel rekening te worden gehouden met het realiseren van een optimale verbinding (OV) tussen het onderwijs in de stad en de faciliteiten op de bedrijvencampussen. Daarnaast betekent dit dat de onderwijs- en kennisinstellingen vorm moeten geven aan een nieuw onderwijsmodel waarin samenwerking met het bedrijfsleven volledig wordt geïntegreerd. Er is nadrukkelijk sprake van een relatie tussen de programma’s Innovatieve & Excellente Stad en Centrumstad in de Euregio en in het bijzonder de, daaruit voortvloeiende, visie op het stedelijk centrum. Het verdient dan ook aanbeveling discussie en afwegingen met betrekking tot de hier geschetste scenario’s te betrekken op de ontwikkeling van het stedelijk centrum in zijn totaliteit en uw visie daarop. Studentenhuisvesting en –voorzieningen Er broeit iets in Venlo. De gemeente Venlo wordt steeds vaker benaderd door partijen die belangstelling hebben voor het realiseren van studentenhuisvesting of integrale woonconcepten voor studenten. Waar in de inleiding is aangegeven dat het onderwijsprogramma de belangrijkste keuzebepalende factor was, is studentenhuisvesting en zeker ook voorzieningen voor studenten een zeer belangrijke tweede factor. Kijkend naar de ambities van de stad gericht op het binden van jonge, hoogopgeleide mensen en de toegevoegde waarde van studenten bij het realiseren van een meer dynamische binnenstad, is het van groot belang studentenhuisvesting op de juiste wijze in te zetten. Hierbij zijn er verschillende mogelijkheden te onderscheiden die op zichzelf of gezamenlijk goede mogelijkheden bieden studenthuisvesting te realiseren. 1. Realiseren van nieuwe locaties Op verschillende locaties in de stad kunnen nieuwe voorzieningen voor studentenhuisvesting worden gerealiseerd zoals Antares onlangs op de van
9
Raadsnotitie - onderbouwing
Nijvenheimstraat heeft gedaan, waarbij sprake is van voorkeurslocatie binnenstad. 2. Omzetten leegstaand vastgoed in studentenhuisvesting De binnenstad van Venlo wordt geconfronteerd met leegstand van bestaand vastgoed. Gelet op het feit dat studentenhuisvesting in beginsel niet vraagt om hoge kwaliteit van vastgoed en overwegend flexibel kan worden gerealiseerd, biedt dit uitstekende mogelijkheden om leegstaand vastgoed in Venlo een nieuwe bestemming te geven. Daarnaast biedt ook Wonen boven Winkels uitstekende mogelijkheden voor studentenhuisvesting. 3. Campusontwikkeling Het realiseren van studentenhuisvesting nabij de onderwijsinstellingen, vaak op eigen terrein, is eveneens een mogelijkheid. Daarbij dient er wel rekening mee te worden gehouden dat, indien de onderwijslocaties niet in of nabij de binnenstad is gelegen, het positieve effect van de aanwezigheid van studenten op de levendigheid in de binnenstad zeer beperkt is. Met betrekking tot het thema studentenhuisvestiging heeft het college reeds toegezegd hierover met uw raad in debat te gaan conform de gemaakte afspraak. Indien de gemeente Venlo haar ambities van een bruisende studentenstad wil realiseren, dient ook te worden voorzien in voorzieningen die passen bij het studentenleven. Ook in het Duitse grensgebied wonen “Venlose” studenten (400 in Kaldenkerken) die nog maar beperkt op de Venlose binnenstad zijn georiënteerd maar wel een grote toegevoegde waarde kunnen hebben voor de levendigheid in het stadscentrum. Vanuit de ambitie om een bruisende studentenstad te worden, ligt er nog een opgave voor het realiseren van meer op studenten gerichte voorzieningen. De ervaringen van andere studentensteden en van de onderwijsinstellingen leert dat het hierbij vooral gaat om voorzieningen als:
een studentensociëteit en ondersteunde functies die daarmee gecombineerd worden (kamerbemiddeling, dienstverleningsloket etc.)
makkelijk toegang naar het verenigingsleven door bijvoorbeeld een sportpas voor studenten
op studenten gerichte culturele voorzieningen en een meer op studenten toegesneden uitgaansleven.
Het verdient aanbeveling om met de studentenverenigingen in Venlo het gesprek aan te gaan en samen te werken bij het inventariseren en realiseren van voorzieningen die het voor studenten aantrekkelijk maken voor een studie in Venlo te kiezen en zich ook daadwerkelijk in de stad te vestigen. De gemeente Venlo zal bovendien de samenwerking met partners in de (binnen)stad moeten aangaan om de gewenste voorzieningen te realiseren. Venlo Partners heeft, samen met de woningcorporaties, de eerste stappen gezet in het realiseren van een studentensociëteit.
Dialoog In de inleiding is reeds aangegeven dat de sturingsmogelijkheden van de gemeentelijk overheid op ontwikkelingen in het Hoger- en Wetenschappelijk onderwijs beperkt zijn. Samenwerking en partnerschap zijn nodig om gezamenlijk de ambities van Venlo en van de onderwijsinstellingen te realiseren. Daarom verdient het aanbeveling om in het kader van het thema Venlo, bruisende studentenstad en de onderliggende opgaven ook vanuit
10
Raadsnotitie - onderbouwing
de gemeenteraad vanuit haar kaderstelende rol voortdurend de dialoog met de onderwijsen kennisinstellingen aan te gaan. Zij zullen immers substantiële investeringen moeten doen om de gewenste ontwikkelingen in Venlo mogelijk te maken. Vanuit de gewenste verbinding tussen kennis en bedrijfsleven is het nodig daar waar mogelijk het bedrijfsleven te betrekken. In dit kader adviseren wij de raad op korte termijn te starten met een bezoek aan Fontys Hogescholen waarbij de andere relevante onderwijs- en kennisinstellingen worden uitgenodigd. Ook valt te overwegen een bezoek te brengen aan steden waar de geschetste scenario’s voor studentenhuisvesting en onderwijslocaties reeds zijn toegepast bijvoorbeeld Nijmegen (campusmodel en huisvesting in binnenstad), Maastricht (Angelsaksich model met groei naar campus), Enschede (campusmodel ver buiten stedelijk centrum). Indien de raad dit wenselijk acht zullen wij te zijner tijd voorstellen voor dergelijke werkbezoeken uitwerken. 5.
Financiële paragraaf
N.v.t. 6.
Risicoparagraaf (welke risico’s spelen een rol bij de besluitvorming?)
Wel of geen risico Juridische aspecten en wettelijk kader Financiële risico’s en aspecten Economische risico’s Maatschappelijke risico’s Exploitatie, realisatie, ontwikkeling, beheer, bouw- en planschade Afbreukrisico’s en mogelijke contractschade (in relatie tot externe partners)
+ of – of n.v.t. n.v.t n.v.t n.v.t n.v.t n.v.t n.v.t
Overige strategische risico’s
n.v.t
Toelichting (Benoem de relevante, strategische risico’s) .. 7.
Vervolgprocedure voor de raad
In het fractievoorzittersoverleg van 9 mei 2011 zal de vervolgprocedure besproken worden.
11