Raadsinformatiebrief Onderwerp Aard Portefeuillehouder Datum college Openbaar
: Vsienota transitie AWBZ, Gebundelde reacties : Actieve informatie : Vervoort : : Ja
Afdeling Contactpersoon Telefoon E-mail
: RMO : Bernadette Heijmen : 0485-396638 :
[email protected]
In te vullen door de griffie
Nummer brief Datum verzending Nummer weekbericht
: 2012-242 : 20 december 2012 : 51
Aanleiding In het kader van de transitie AWBZ is in samenwerking met 12 gemeenten in de regio Brabant Noordoost-oost (BNO-o) en een groot aantal organisaties een conceptvisie ontwikkeld. Voor de verdere ontwikkeling van deze visie is aan alle betrokken gemeenteraden, gemeenten, organisaties en Wmo-raden (PRW) gevraagd een reactie te geven op de visie en deze aan te reiken bij kartrekker gemeente Oss. De reactie op de conceptvisie vanuit het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Cuijk is op 28 augustus 2012 door het college formeel vastgesteld en toegezonden aan de gemeente Oss. De gemeenteraad heeft middels een raadsinformatiebrief kennisgenomen van de visie en de reactie van de gemeente Cuijk en de reacties van de participatieraad welzijn (PRW) . De reacties vanuit de regio BNO-o zijn verzameld en per betrokken partij is een bundeling gemaakt van de reacties die zijn gegeven. Hieruit zijn 4 verslagen ontstaan. Inhoud In de regio Brabant Noordoost-oost (Bernheze, Boxmeer, Boekel, Cuijk, Grave, Landerd, Maasdonk, Mill en Sint Hubert, Oss, Sint Anthonis, Uden en Veghel) bereiden wij ons gezamenlijk voor op de transitie AWBZ. In samenwerking met uitvoerende organisaties hebben de 12 gemeenten een regionale visie voor de transitie opgesteld. De visie is een beschrijving van de ideale situatie en is het uitgangspunt voor verdere beleidsontwikkeling. Aan alle betrokken partijen vanuit de regio BNO-o is gevraagd een reactie te geven op de visie van de transitie AWBZ. De reacties vanuit de regio BNO-o zijn verzameld door de gemeente Oss en per betrokken partij is een bundeling gemaakt van de reacties die zijn gegeven. Hieruit zijn 4 verslagen ontstaan. Deze verslagen zijn; 1. 2. 3. 4.
De regionale reactie van de uitvoerende organisaties; De regionale reactie van de gemeenten (colleges en ambtenaren); De regionale reactie van Wmo- / burgerparticipatieraden en gebruikers; De regionale reactie van gemeenteraden.
Wij vragen u kennis te nemen van de regionale reacties van de betrokken partijen. Deze reacties zullen worden gebruikt als input voor verdere beleidsontwikkeling. Argumenten o Het voorstel sluit aan bij het Wmo-beleid Iedere gemeente afzonderlijk heeft de reactie van college B&W, gemeenteraad en burgerparticipatieraad aangereikt bij de gemeente Oss, kartrekker van de transitie AWBZ. Deze reacties en de input van uitvoerende organisaties en betrokken burgers zijn opgenomen in de regionale reacties. De regionale reacties bestaan uit vier verslagen.
1
Deze verslagen zijn een samenvatting van de meest in het oog springende reacties en de reacties die veel voorkomend waren. De verslagen geven een regionale reactie op de conceptvisie en geven daarnaast in grote lijnen aan waar het toekomstige beleidsplan aan moet voldoen. o Draagvlak: De visie is breed besproken met betrokken partijen Dit draagvlak zal naar verwachting ook een positief effect hebben op de uiteindelijke resultaten bij de invoering van de decentralisatie begeleiding naar de Wmo. Alle belanghebbenden hebben de visie transitie AWBZ kunnen inzien en indien gewenst kunnen voorzien van een reactie (verder vergroten van draagvlak). Op basis van deze inbreng blijkt de visie zoals die er nu ligt inderdaad een gedegen basis voor de verdere beleidsontwikkeling. De samenwerking in de regio heeft tot nu toe veel positieve energie en goede ideeën opgeleverd. Dit willen we vasthouden. Door de visie breed te bespreken is er een gedeeld beeld over de ideale situatie ontstaan. Beoogd effect: Een gedegen invoering van begeleiding in het kader van de Wmo. Kanttekeningen Niet alle reacties zijn opgenomen De verslagen geven een gebundelde reactie weer. De meest in het oog springende reacties en reacties die veelvoorkomend waren zijn in deze verslagen opgenomen. Dit betekent dat niet alle reacties hierin zijn opgenomen. Kabinetsbesluit Het kabinetsbesluit heeft duidelijkheid gegeven over de voortgang van de transitie-AWBZ. De overheveling van de AWBZ - Begeleiding naar de Wmo zal per 2015 plaatsvinden. Hieraan wordt door het nieuwe kabinet Persoonlijke Verzorging uit de AWBZ toegevoegd. De voorbereidingen voor invoering per 2013 zijn gestopt, maar de voorbereidingen voor de jaren erna zijn doorgegaan. Aan de voorbereidingen die al zijn uitgevoerd moeten de voorbereidingen voor Persoonlijke Verzorging worden toegevoegd. Ook hiervoor zijn de gemeenten in 2015 verantwoordelijk. De gemeenten nemen dit mee in de planning t.b.v. de transitie AWBZ. De Hulp Bij het Huishouden wordt inkomensafhankelijk beperkt. Dit gaat voor nieuwe cliënten in per 2014 en voor bestaande per 2015. Ook deze voorbereidingen worden in de planning meegenomen. Bijlagen 1. 2. 3. 4.
De regionale reactie van de uitvoerende organisaties; De regionale reactie van de gemeenten (colleges en ambtenaren); De regionale reactie van Wmo- / burgerparticipatieraden en gebruikers; De regionale reactie van gemeenteraden.
Burgemeester en wethouders van Cuijk mr. R.P. Hoffmann secretaris
mr. W.A.G. Hillenaar burgemeester
2
Gebundelde reactie van de gemeenteraden uit Brabant Noordoost-oost op de visie transitie AWBZ
De 12 gemeenten in de regio Brabant Noordoost-oost hebben gezamenlijk de visie transitie AWBZ opgesteld. De visie is een discussiestuk dat met alle betrokken partijen wordt besproken. Dit verslag geeft de regionale reactie van de gemeenteraden van de 12 gemeenten. Naast dit verslag verschijnen er drie verslagen met de gebundelde reacties van uitvoerende organisaties, gemeenten intern (ambtenaren en colleges) en Wmoraden. Dit verslag geeft een samenvatting van de meest in het oog springende reacties en de reacties die veel voorkomend waren. Niet alle reacties zijn dus in dit verslag opgenomen. Dit verslag geeft een regionale reactie op de conceptvisie en geeft daarnaast in grote lijnen aan waar het toekomstige beleidsplan aan moet voldoen.
Algemene reactie op de visie De visie sluit aan bij de gekantelde Wmo. De gemeenteraden kunnen zich vinden in de uitgangspunten van de visie. De verdere beleidsontwikkeling kan dan ook volgens deze uitgangspunten plaatsvinden. Wel is de visie nog erg abstract. Daardoor wordt niet duidelijk wat deze beleidsontwikkeling precies betekent voor de burger. Ook vragen sommige gemeenteraden zich af of de ideale situatie ooit bereikt kan worden. Gemeenteraden geven aan dat een goede communicatie een voorwaarde is om de visie te laten slagen. Dit begint al met het starten van preventieve maatregelen om de burger voor te lichten over de veranderingen die de transitie AWBZ met zich meebrengt. Van belang is om in de communicatie de “taal van de burger” te spreken. De gemeenteraden zien de transitie AWBZ als een proces. Een groeiproces wat enkele jaren in beslag gaat nemen voordat we de gestelde uitgangspunten behaald hebben. Gemeenteraden geven aan gedurende dit proces meer betrokken te willen worden om duidelijker in beeld te krijgen wat de gevolgen zijn van het beleid. Suggesties voor verdere uitwerking Er is onduidelijkheid over verschillende termen in de visie: o De begrippen 0e, 1e en 2e lijn kunnen voor verwarring zorgen gezien de terminologie in de gezondheidszorg.
Gebundelde regional reactie gemeenteraden BNO-o November 2012
Omschrijf beter wat bedoeld wordt met de begrippen eigen verantwoordelijkheid, sociale verantwoordelijkheid en professionele verantwoordelijkheid. Blijf bij het uitwerken van de uitgangspunten realistisch en heb oog voor de praktische uitvoerbaarheid. Werk verder uit hoe we als gemeente ondanks de bezuinigingstaakstelling ook een kwaliteitsslag maken. Zorg voor voldoende mogelijkheid voor de “couleur locale”. Maak inzichtelijk welke voor- en nadelen deze uitgangspunten voor de afzonderlijke (kleine) gemeenten hebben. Maak een communicatieplan. o
Reactie op de kanteling De visie op de kanteling is goed vertaald in de uitgangspunten voor beleid. Gemeenteraden vinden het vooral goed dat er wordt gekeken naar wat mensen kunnen en dat de visie aansluit bij wijkgericht werken. Met de uitgangspunten kan verdere invulling worden gegeven aan beleid en uitvoering van taken die vanuit de AWBZ gedecentraliseerd worden naar de gemeenten Als kanttekening benoemen de gemeenteraden dat de kanteling geen doel op zich mag worden. Het gaat om creatieve oplossingen en zorg op maat. Goede ondersteuning van mantelzorgers en vrijwilligers is daarbij van groot belang. Gemeenteraden geven aan dat er grenzen zijn aan wat opgevangen kan worden door vrijwilligers en mantelzorgers. Gemeenten moeten er op blijven letten dat mantelzorgers niet te veel belast worden, zeker niet langdurend. Gemeenteraden vragen daarnaast ook aandacht voor mensen die niet in staat zijn om mee te kantelen. Specialistische hulp moet toegankelijk blijven. Niet voor iedereen kan namelijk in de 0e-lijn een oplossing worden gevonden. Ook hierbij is communicatie belangrijk. De kanteling is namelijk “nieuw” voor burgers. Zij moeten leren om eigen kracht en de sociale omgeving in te zetten. Professionals hebben scholing nodig om een omslag in denken en doen te kunnen maken. Om de kanteling te realiseren is communicatie dus belangrijk. Suggesties voor verdere uitwerking Maak een communicatieplan om de cultuurverandering van de kanteling bij gemeente, professionals en inwoners in gang te zetten. Betrek professionele instellingen (bijvoorbeeld scholen).
Reactie op het onderdeel toegang Gemeenteraden kunnen zich vinden in de omschreven toegang. Wel worden er voor de verdere uitgangspunten verschillende aandachtspunten benoemd. Een belangrijk aandachtspunt is volgens de gemeenteraden dat het “keukentafelgesprek” goed wordt uitgevoerd door deskundige professionals. Om
Gebundelde regional reactie gemeenteraden BNO-o November 2012
dit te bereiken is het nodig om te investeren in de kwaliteit van deze professionals. Daarnaast zijn gemeenteraden voorstander van een uniforme werkwijze voor de vraagverheldering en verslaglegging. Hierbij moet onnodige administratie zoveel mogelijk worden teruggedrongen. Door een uniforme werkwijze kunnen we voorkomen dat er willekeur ontstaat. Het moet niet zo zijn dat iets bij de ene consulent wel kan en bij de andere niet. Om dit proces te stroomlijnen zijn goede afspraken nodig. In de toegang moet worden gezocht naar kwalitatief goede, maar ook naar duurzame oplossingen. De financiën zouden hier in principe niet leidend in mogen zijn. Er wordt veel verwacht van de hulpvrager. Gemeenteraden vragen zich af of iedereen hiertoe in staat is – al dan niet met ondersteuning uit zijn sociale omgeving. Gemeenteraden vinden het dan ook van belang dat diegenen die geen ondersteuning kunnen krijgen uit de 0e lijn, toegang blijven houden tot de 1e en 2e lijn. Zij vragen speciaal aandacht voor mensen met een GGZ problematiek. Vertrouwen in elkaar is een belangrijke voorwaarde om de toegang te regelen zoals omschreven in de visie. Het vertrouwen wordt door de gemeenteraden nadrukkelijk uitgesproken. Tegelijkertijd moeten er wel keuzes gemaakt worden op het gebied van inkoop, opdrachtgeverschap en bekostiging. Uitdaging is om een balans te vinden tussen het vertrouwen en de te maken keuzes. Suggesties voor verdere uitwerking In de verdere uitwerking moeten rollen, taken en verantwoordelijkheden van iedereen binnen de keten worden vastgelegd. Ontwerp een sociale kaart die volledig en toegankelijk is. Reactie op het onderdeel ondersteuning (uitwerking van de taken) De uitwerking van de verschillende taken is in de conceptvisie nog erg abstract. De uitwerking is in lijn met de uitgangspunten en daar staan de gemeenteraden achter. De concrete uitwerking hoe ondersteuning geregeld wordt, moet duidelijk worden in het beleidsplan. Suggesties voor verdere uitwerking Voor de uitwerking van de taken kijken naar de combinatiemogelijkheden met bestaande vormen en taken van gemeenten. In de conceptvisie wordt nog te weinig aandacht besteed aan vrijwilligers. Vrijwilligers zijn echter erg belangrijk bij de kanteling. In het beleidsplan moet dit beter worden uitgewerkt.
Gebundelde regional reactie gemeenteraden BNO-o November 2012
Wijkgericht werken, dicht bij de burger kan veel bieden. De mogelijke rol van de wijkverpleegkundige in de 1e lijn verwerken in het beleidsplan. Versterken en stimulering van de 0e lijn kan gerealiseerd worden als gemeenten zorgen voor een goede infrastructuur. Blijf het proces begeleiden. Ook als het goed gaat met de burger. Er liggen kansen voor mooie, nieuwe initiatieven.
Reactie op het onderdeel opdrachtgeverschap Gemeenteraden vinden het een goed streven om zorgaanbieders op een andere manier te belonen. Dus niet meer uurtje factuurtje, maar kijken naar maatschappelijke resultaten. Voorwaarde om deze vorm van beloning uit te kunnen voeren is dat de maatschappelijke resultaten meetbaar gemaakt worden. Onderzoek daarbij de mogelijkheden om de cliënt te financieren en niet de organisatie. Gemeenteraden willen andere vormen van PGB onderzoeken. Het zou mooi zijn als het lukt om de positieve kanten van een PGB te behouden en de negatieve kanten te minimaliseren. Wat gemeenteraden graag willen behouden is de flexibiliteit van de zorginzet. Gemeenteraden zijn voor een eigen bijdrage naar draagkracht. Gemeenteraden zijn voor een gezamenlijke inkoop. Daarnaast vinden zij het van belang om waar mogelijk Social Return in te zetten. Suggesties voor verdere uitwerking Probeer los te komen van huidige structuren met aandacht voor het financieringsvraagstuk. Om tot zorgvernieuwing te komen zal er out-of-the-box gedacht moeten. Ontwikkel een keurmerk voor aanbieders.
Reactie op regionale samenwerking De verschillende gemeenteraden zien de duidelijke meerwaarde van de regionale samenwerking. Daarnaast is ook de intensieve samenwerking met de diverse organisaties en instellingen goed. Van belang is om de goede regionale samenwerking vast te houden. Wel willen gemeenteraden de ruimte benutten om wensen in de lokale situatie aan te brengen met “de couleur locale”. Om deze regionale samenwerking te behouden vinden gemeenteraden het bij een aanbesteding van belang om goede afspraken te maken over prijzen, kosten en kwaliteit. Ook vinden zij het belangrijk dat de regionale gemeenten een eenduidige partij zijn.
Gebundelde regional reactie gemeenteraden BNO-o November 2012
Gebundelde reactie van de gemeenten uit BNO-o op de visie transitie AWBZ De 12 gemeenten in de regio Brabant Noordoostoost hebben gezamenlijk de visie transitie AWBZ opgesteld. De visie is een discussiestuk dat met alle betrokken partijen wordt besproken. Dit verslag geeft de regionale reactie van de gemeenten intern (ambtenaren en de colleges). Naast dit verslag verschijnen er nog drie verslagen van de reacties van uitvoerende organisaties, gemeenteraden en wmoraden/cliënten. Dit verslag geeft een samenvatting van de meest in het oog springende reacties en de reacties die veel voorkomend waren. Niet alle reacties van de gemeenten zijn hierin opgenomen. Dit verslag geeft een regionale reactie op de conceptvisie en geeft daarnaast in grote lijnen aan waar het toekomstige beleidsplan aan moet voldoen.
Algemene reactie op de visie De visie is goed leesbaar en te begrijpen. De gemeenten kunnen zich vinden in de uitgangspunten van de visie. De verdere beleidsontwikkeling kan dan ook volgens deze uitgangspunten plaatsvinden. Wel is de visie nog erg abstract, waardoor nog niet duidelijk wordt hoe we het precies gaan doen. Ook vragen sommige gemeenten zich af of de ideale situatie ooit bereikt kan worden. De verschillende gemeenten zien de duidelijke meerwaarde van de regionale samenwerking en de samenwerking met de diverse organisaties en instellingen. Van belang is om de goede regionale samenwerking vast te houden om de uitgangspunten in de visie te bereiken. Suggesties voor verdere uitwerking De visie moet worden uitgewerkt in een gestructureerd stappenplan om uiteindelijk de ideale situatie te bereiken. In het beleidsplan moet meer worden benadrukt wat de regionale samenwerking precies betekent en wat het nog kan opleveren in de toekomst. In de verdere beleidsuitwerking moet een beter koppeling worden gemaakt naar andere beleidsterreinen, zoals Wonen, Welzijn en Zorg, de Transitie Jeugdzorg en Werk en Inkomen. Gemeenten pleiten er voor om demografische gegevens in de beleidsontwikkeling te verwerken. Hierdoor wordt de situatie duidelijker en dit brengt de mogelijke regionale verschillen in beeld. Voorliggende voorzieningen en de collectieve voorzieningen moeten voldoen aan de behoeften. Een (regionale) sociale kaart kan zorgen voor een duidelijk overzicht van de mogelijkheden in de verschillende manieren van ondersteuning in de regio.
Gebundelde reactie gemeenten BNO-o Oktober 2012
Reacties op het onderdeel van de kanteling De visie straalt de kantelgedachte uit. Hier zijn de gemeenten blij mee, omdat dit aansluit bij waar de verschillende gemeenten in de wmo naar toe willen. Echter in de praktijk draagt nog niet iedereen de kanteling uit. Hier is een cultuurverandering voor nodig bij burgers, organisaties en gemeenten. Als kanttekening benoemen de gemeenten dat het toepassen van de kantelgedachte niet bij iedereen mogelijk is. Gemeenten moeten in dat opzicht erop blijven letten dat het begrip eigen verantwoordelijkheid in balans is met de mogelijkheden van de burger.
Suggesties voor verdere uitwerking Een cultuurverandering is een groeiproces dat veel tijd kost. Dit groeiproces kan inzichtelijk worden gemaakt door een tijdpad aan dit proces te koppelen. Door het proces tussentijds te evalueren kan er waarnodig worden bijgestuurd. Gemeenten spelen zelf ook een belangrijk rol in het uitdragen van de kanteling. Bijvoorbeeld door goede voorlichting, het geven van het goede voorbeeld en belonen van goede initiatieven. De rol van de gemeenten moet in het vervolg verder worden uitgewerkt. Stel een (regionaal) communicatieplan op.
Reacties op het onderdeel van de toegang Gemeenten kunnen zich vinden in de omschreven toegang. Wel worden er voor de verdere uitwerking nog verschillende aandachtspunten genoemd. Een belangrijk aandachtspunt is volgens gemeenten dat de betrokken organisaties goed voorbereid en gemotiveerd zijn om mee te kantelen. Alleen dan is de ideale situatie haalbaar. Organisaties zullen buiten hun eigen bedrijfsvoering moeten leren kijken en handelen in het belang van de klant. De professional die betrokken is bij de toegang mag niet te veel sturen en zelf oplossingen aandragen. Dit vraagt een meer generalistische rol.
Gebundelde reactie gemeenten BNO-o Oktober 2012
Daarnaast vraagt de benadering van mensen uit verschillende doelgroepen mogelijk om specifieke kennis en vaardigheden. Vraagverheldering vraagt om korte lijnen tussen organisaties om benodigde informatie snel op de juiste plaats te krijgen en doorverwijzingen snel te realiseren. In de toegang moeten worden gezocht kwalitatief goede, maar ook duurzame oplossingen. De financiën zouden hier in principe niet leidend in mogen zijn. Er wordt daarnaast veel verwacht van de hulpvrager. Gemeenten vragen zich af of iedereen hiertoe in staat is - al dan niet met ondersteuning uit zijn sociale omgeving. Gemeente vinden het dan ook van belang dat diegenen die niet kunnen putten uit de 0e lijn, toegang blijven houden tot de 1e en 2e lijn. Gemeenten vinden het belangrijk om te zorgen voor uniformiteit in de vraagverheldering evenals de kaders van het verslag wat daaruit voorvloeit. Het zou inefficiënt zijn als instellingen te maken krijgen met 12 verschillende soorten uitwerkingen van “het gesprek”. Suggesties voor verdere uitwerking In de verdere uitwerking moeten de rollen, taken en verantwoordelijkheden van iedereen binnen de keten worden vastgelegd. Een integraal dossier van iedere klant opbouwen dat door meerdere instanties te raadplegen is, kan bijdragen aan een betere samenwerking. De kwaliteit van de dienstverlening (output) moet meetbaar worden gemaakt om goede ondersteuning als gemeenten te kunnen garanderen.
Reactie op het onderdeel ondersteuning (de uitwerking voor de taken) De gemeenten kunnen zich vinden in de uitgangspunten van de conceptvisie. Hoe we deze uitgangspunten in de praktijk uitvoeren, moet vooral duidelijk worden in de verdere uitwerking. Het uitgangspunt van de visie is dat individuele begeleiding zoveel mogelijk wordt voorkomen. Wel vinden gemeenten het belangrijk dat voor diegenen die niet kunnen putten uit de 0e lijn, de 1e en 2e lijn toegankelijk blijft. Suggesties voor verdere uitwerking Voor vervoer moet worden gekeken naar de combinatiemogelijkheden met andere vervoersvormen. Bijvoorbeeld het leerlingenvervoer en de regiotaxi. In de conceptvisie wordt nog te weinig aandacht besteedt aan vrijwilligers. Terwijl zij erg belangrijk zijn bij de kanteling. In het het beleidsplan moet dit daarom beter worden uitgewerkt.
Gebundelde reactie gemeenten BNO-o Oktober 2012
Reactie op het onderdeel opdrachtgeverschap Gemeenten vinden het een goed streven om zorgaanbieders op een andere manier te belonen. Dus niet meer uurtje factuurtje, maar kijken naar maatschappelijke resultaten. Gemeenten willen andere vormen van PGB onderzoeken en proberen de positieve kanten van een PGB te behouden en de negatieve kanten van een PGB te minimaliseren. Wat gemeenten graag willen behouden is de regie van de hulpvrager en de flexibiliteit van de zorginzet. Gemeenten zijn voor een eigen bijdrage naar draagkracht. De gemeenten ervaren de regionale samenwerking bij de Transitie AWBZ als prettig. Voor de toekomst willen gemeenten waar mogelijk blijven samenwerken. Wel willen gemeenten de ruimte benutten om wensen in de lokale situatie aan te brengen met “de couleur locale”. Suggesties voor verdere uitwerking Een aandachtspunt is hoe we de kwaliteit van de dienstverlening meetbaar maken. Onderzoeken van verschillende vormen van PGB.
Gebundelde reactie gemeenten BNO-o Oktober 2012
Gebundelde reactie van de Wmo-raden uit Brabant Noordoost-oost en de cliëntenbijeenkomst GGZ/verslavingszorg op de visie transitie AWBZ. De 12 gemeenten in de regio Brabant Noordoost-oost hebben gezamenlijk de visie transitie AWBZ opgesteld. De visie is een discussiestuk dat met alle betrokken partijen wordt besproken. Dit verslag geeft de regionale reactie van de lokale Wmo-raden aangevuld met de reacties uit de cliëntenbijeenkomst GGZ/verslavingszorg georganiseerd met Door en Voor. Naast dit verslag verschijnen er nog drie verslagen met de gebundelde reacties van uitvoerende organisaties, gemeenteraden en gemeenten intern (ambtenaren en colleges). Met een vertegenwoordiging van cliënten met een verstandelijk gehandicap en hun ouders/verzorgers is een bijeenkomst gepland. Hiervan volgt een afzonderlijk verslag. Dit verslag geeft een samenvatting van de meest in het oog springende reacties en de reacties die veel voorkomend waren. Niet alle reacties zijn hierin opgenomen. Dit verslag geeft een regionale reactie op de conceptvisie en geeft daarnaast in grote lijnen aan waar het toekomstige beleidsplan aan moet voldoen.
Algemene reactie op de visie De visie is goed leesbaar. De Wmo-raden kunnen zich vinden in de uitgangspunten van de visie. Het belang van het centraal stellen van de cliënt en maatwerk worden benadrukt. De Wmo-raden vinden de visie nog erg abstract. Hierdoor wordt nog niet duidelijk hoe gemeenten de ideale situatie willen bereiken en wat dit gaat betekenen voor de individuele burger. Ook vragen sommige Wmo-raden zich af of de ideale situatie ooit bereikt kan worden. Niet iedereen in onze samenleving is immers in staat om eigen verantwoordelijkheid te nemen. Vragen/zorgen die worden genoemd: - Zijn er wel genoeg vrijwilligers? - Kunnen mantelzorgers dit aan? - Hoe gaan gemeenten om met zorgmijders en mensen met een klein netwerk? - En hoe zijn de bezuinigingen op het welzijnswerk te rijmen met nieuwe taken die in de visie worden benoemd?
Gebundelde reactie Wmo-raden/cliëntenbijeenkomst BNO-o Oktober 2012
Verschillende Wmo-raden geven aan blij te zijn met de regionale samenwerking. Deze samenwerking is belangrijk voor het slagen van de transitie. Maar er moet ook ruimte blijven voor lokale invulling. Suggesties voor verdere uitwerking De visie moet worden uitgewerkt in een gestructureerd stappenplan om uiteindelijk de ideale situatie te bereiken. De Wmo-raden pleiten voor een goede ondersteuning van mantelzorgers en vrijwilligers.
Reacties op het onderdeel van de kanteling De Wmo-raden kunnen zich vinden in de uitgangspunten van de kanteling. Men geeft aan dat de kanteling is vastgelegd in het lokale Wmo-beleid of wordt gezien als een verdere uitwerking van Agenda 22. Opgemerkt wordt dat de Kanteling (kijken naar mogelijkheden, niet naar beperkingen) vraagt om een cultuurverandering niet alleen bij de burgers maar zeker ook bij de professionals. Ook wordt aangegeven dat de kanteling vaak wordt gezien als een bezuiniging. Het is belangrijk de positieve kanten van de kanteling goed voor het voetlicht te brengen. Als kanttekening benoemen de Wmo-raden dat het toepassen van de kantelgedachte niet bij iedereen mogelijk is. Gemeenten moeten in dat opzicht erop blijven letten dat het begrip eigen verantwoordelijkheid in balans is met de mogelijkheden van de burger. Verder blijkt uit de reacties onduidelijkheid over de indeling van organisaties in de 0de, 1ste en 2de lijn. Suggesties voor verdere uitwerking Een cultuurverandering is een groeiproces dat veel tijd kost. Dit groeiproces kan inzichtelijk worden gemaakt door een tijdpad aan dit proces te koppelen. Uitdragen van de kanteling door (gezamenlijke) communicatie. Aandacht voor anti-stigmatisering. Wanneer je steunsystemen/de nulde lijn wilt activeren, is bekendheid met de ‘doelgroep’ essentieel. In de nulde lijn worden de ervaringsdeskundigen gemist. Het begrip ‘wederkerigheid’ verder uitwerken. Wederkerigheid moet in samenhang met de mogelijkheden van mensen worden gezien. Mensen komen in hun kracht te staan als je hen aanspreekt op hun mogelijkheden.
Gebundelde reactie Wmo-raden/cliëntenbijeenkomst BNO-o Oktober 2012
Reacties op het onderdeel van de toegang De Wmo-raden/cliënten kunnen zich vinden in de omschreven toegang. Wel worden er voor de verdere uitwerking nog verschillende aandachtspunten genoemd. Een belangrijk aandachtspunt is volgens de Wmo-raden/cliënten dat de vraagverheldering goed wordt uitgevoerd door deskundige en onafhankelijke professionals. Bureaucratie moet zoveel mogelijk worden teruggedrongen. Als valkuil bij vraagverheldering wordt genoemd, dat de hulpverlener zoekt naar een bestaande passende oplossing. Verder wordt gewezen op het risico van ‘overdiagnostiseren’ door gespecialiseerde hulpverleners. Cliënten kunnen met hulp op soms maar 1 of 2 levensgebieden al een heel eind geholpen zijn. Bepaalde groepen, zoals GGZ-cliënten, zullen zichzelf vaak niet melden. Je moet ze zoeken. Dus signalering is uitermate belangrijk. Hier geldt: samenwerking met huisarts, opbouwwerker, wijkagent, etc. Suggesties voor verdere uitwerking In de verdere uitwerking moeten de rollen, taken en verantwoordelijkheden van iedereen binnen de keten worden vastgelegd. Versnippering en onduidelijkheid moeten worden voorkomen. Maak aan de voorkant goede afspraken over de beslissingen, die meteen in het keukentafelgesprek genomen kunnen worden. Zorg dat een vertrouwenspersoon (mantelzorger, vrijwilliger of professional) bij het keukentafelgesprek aanwezig kan zijn. Leg de in het keukentafelgesprek gemaakte afspraken schriftelijk vast. Maak met de cliënt ook afspraken over de evaluatie. Maak goede afspraken over de signalerende rol van scholen, verenigingen etc. Wat gesignaleerd wordt zal in eerste instantie door de signaleerder bij de persoon zelf ter sprake moeten worden gebracht. De burger kan andere normen en waarden nastreven en helemaal geen probleem ervaren.
Reactie op het onderdeel ondersteuning (de uitwerking voor de taken) De Wmo-raden/cliënten kunnen zich vinden in de uitgangspunten. Als voorwaarden om de ideale situatie te kunnen bereiken worden genoemd: - Een goed vrijwilligersbeleid; - Ondersteuning bij de opbouw van het sociaal netwerk van de cliënt; - Een goede balans tussen het inzetten van iemands sociale netwerk en voldoende ondersteuning van mantelzorgers; - In te zetten algemene en collectieve voorzieningen moeten passend zijn in de specifieke situatie van de cliënt; - Flexibele inzet van ondersteuning (iemands mogelijkheden hoeven niet op ieder moment hetzelfde te zijn); - Maatwerk bij het combineren van groepen; - Werken aan anti-stigmatisering (van groepen en activiteiten).
Gebundelde reactie Wmo-raden/cliëntenbijeenkomst BNO-o Oktober 2012
Suggesties voor verdere uitwerking Formeer wijkteams van meerdere onafhankelijke generalisten, waar de burger/cliënt met vragen en voor ondersteuning terecht kan. In deze wijkteams kunnen ervaringsdeskundigen een belangrijke bijdrage leveren. Verenigingen en vrijwilligers organisaties kunnen (ondersteunende) activiteiten verzorgen, maar zijn hier nog onvoldoende klaar voor. Communiceer tijdig met deze partijen zodat zij ook kunnen nadenken over hun eigen rol en potentie. Kortdurend verblijf is belangrijk om mantelzorgers te ontlasten en/of als noodopvang in crisissituaties (bijvoorbeeld bij ziekenhuisopname partner/mantelzorger). Verder zou het goed zijn als mantelzorgers ook voor een wat langere vakantie kunnen sparen. Maak slimme verbindingen, bijvoorbeeld het combineren van hulp bij het huishouden en individuele begeleiding. Maak de brede ontmoetingfunctie (in de wijk) los van de specialistische instellingen/hulpverleners. Aandachtspunt is wel, dat voor een bepaalde groep een ‘specialistische’ inloop/ontmoetingsplek nodig blijft. Maak met vergoeding vervoer door vrijwilligers of carpoolen mogelijk. Creëer een (nieuwe) vorm van dagbesteding, waarmee de groep die nu tussen wal en schip valt (Wsw en AWBZ-arbeidsmatige dagbesteding), wordt voorbereid op betaalde arbeid.
Reactie op het onderdeel opdrachtgeverschap De Wmo-raden constateren dat ook hier tijd nodig is om tot de gewenste situatie te komen. Dit vraagt een goede planning en communicatie. In de nieuwe situatie is de gemeente niet sec opdrachtgever, maar soms ook cocreator en/of facilitator. Al naar gelang de fase van het traject om de gewenste ondersteuning gerealiseerd te krijgen. Dit blijkt onvoldoende uit de tekst. Aandacht wordt gevraagd voor de beloning van bestuurders van instellingen waar de gemeente bij inkoopt. Vraagtekens zijn er bij de mate waarin doelen concreet en toetsbaar (SMART) beschreven kunnen worden. Suggesties voor verdere uitwerking Bij ondersteuning zijn flexibiliteit en passendheid belangrijk. Administratie bij huidig PGB is een crime. Geld zou niet rechtstreeks naar cliënt moeten gaan; eigen regie is ook mogelijk wanneer het geld bij de gemeente blijft. Koop in bij aanbieders met vernieuwende visie op zorgverlenen en zorgconcepten.
Gebundelde reactie Wmo-raden/cliëntenbijeenkomst BNO-o Oktober 2012
Gebundelde reactie van de organisaties op de platformbijeenkomst Regionale conceptvisie transitie AWBZ
Op 13 juni 2012 vond de platformbijeenkomst Wonen Welzijn Zorg plaats. De platformbijeenkomst stond deze keer geheel in het teken van de transitie AWBZ. In een “open space” hebben 130 mensen vanuit 80 instellingen en organisaties gesproken over de conceptvisie. Naast gemeenten, zorginstellingen en welzijnsorganisaties waren ook de Wmo-raden uit de regio aanwezig. De aanwezigen hebben in verschillende groepen het gesprek gevoerd over de volgende thema’s: Groepsbegeleiding, inloopfunctie GGZ en vervoer Individuele begeleiding Toegang Kanteling Kortdurend verblijf en onder-steuning mantelzorg Financiering en opdrachtgeverschap Dit verslag bevat een samenvatting van de reacties. Daarbij is geprobeerd om de reacties zoveel mogelijk per thema weer te geven. Dat betekent dat onder één thema onderdelen uit verschillende groepen terug komen, omdat het thema op verschillende plekken aan de orde is geweest. Voor het overzicht is in dit verslag een wat verdere uitsplitsing van onderwerpen gehanteerd dan de genoemde gespreksthema’s.
De kanteling Reactie op de visie De kanteling wordt als een noodzaak gezien en niet alleen vanuit financiële afwegingen. Juist de inhoudelijke meerwaarde moet aandacht krijgen. Wel zijn er nog veel vragen, die in de uitwerking van de verschillende onderdelen beantwoord moeten worden. Hoe voer je het gesprek? Hoe bepaal je waar en wanneer je anderen moet inschakelen? Hoe neem je de drempels weg in de nulde en de eerste lijn, bijvoorbeeld voor GGZ-cliënten? Hoe afhankelijk worden mensen van hun omgeving, en willen we dat? Er wordt gepleit voor kleine stappen. We moeten vooral niet te hard willen of doorschieten in kantelen. Daarnaast wordt benadrukt dat we realistisch moeten blijven. De ideale samenleving bestaat niet, en daar moeten we dus ook niet te veel van uit gaan. Suggesties voor verdere uitwerking Benut kansen op gebieden waar de gemeenten nu ook al verantwoordelijk voor zijn, bijvoorbeeld gezondheidspreventie. Zorg zonodig via een noodvoorziening voor voldoende tijd /ruimte om goede oplossingen te vinden. Maak in “het gesprek” gebruik van ervaringsdeskundigen. Zorg voor de juiste financiële kaders om de kanteling mogelijk te maken Kijk naar wat mensen te bieden hebben, niet alleen naar wat ze nodig hebben (en laat mensen zelf ook hun eigen mogelijkheden zien / ontdekken). Blijf vrijwilligers faciliteren.
De toegang Reactie op de visie De visie is op het punt van de toegang niet of nauwelijks ter discussie gesteld. Wel zijn er veel vragen en aandachtspunten als het gaat om de verdere uitwerking. Een goede invulling vraagt veel van de generalist die het gesprek voert en die daar ook de goede tools voor moet hebben. In ieder geval moet goed gekeken worden naar de randvoorwaarden. Duidelijke afspraken tussen toegang en zorginstellingen en een goede ictondersteuning (allemaal hetzelfde systeem) zijn daar in ieder geval onderdeel van. Een ander aandachtspunt dat wordt meegegeven is dat bij het zoeken/vinden van de oplossing financiën niet leidend mogen zijn. Er moet gekeken worden naar de meest passende oplossing. Een duurdere oplossing is op de lange termijn wellicht goedkoper. Suggesties voor verdere uitwerking Stem monitoring en verantwoording af op doel en visie 'de kanteling' Stem de financiering af op het nieuwe doel en de opdracht gericht op vergroten zelfredzaamheid burger In het plan van aanpak altijd een regisseur benoemen (naast de burger) die de voortgang van het plan coördineert en indien nodig bijstuurt of bijstelt Investeer aan de voorkant. Degene die de gesprekken voert met de burger (vraagverheldering) moet een generalist zijn die het eigen organisatiebelang kan loslaten en een goede kennis heeft van de sociale kaart Gebruik bestaande expertise, bv. bij de huidige aanbieders. Tegelijkertijd is er het risico dat instellingen de vraag (onbewust) vertalen naar het eigen aanbod. Hoe bewaak je dat? Vind de generalist op het juiste moment de specialist in de 2e lijn? Hiervoor zijn goede afspraken nodig en “elkaar kennen”. Goede ict ondersteuning is essentieel voor een goede overdracht van informatie van bestaande klanten in de keten (nu werken organisaties met diverse systemen).
Individuele begeleiding Reactie op de visie Kortere lijnen, ondersteuning dichter bij de cliënt en zijn sociale omgeving, minder nadruk op indicatie en meer op de behoefte; dat zijn zaken die worden onderschreven. Er is aandacht gevraagd voor intake/diagnose/indicatie: doe niet over wat al is gedaan, bouw voort op de kennis die bij instelling en partners bekend is en voorkom onnodige herindicaties. Vaak volstaat een evaluatie en bijstelling, zeker in situaties waar langdurige ondersteuning aan de orde is. Maar durf ook af en toe in de begeleiding een stap te evalueren en te bedenken of dit nog steeds de meest passende vorm van ondersteuning is. Verder is aandacht gevraagd voor de ouders / mantelzorgers. Soms is begeleiding nodig om de sociale context op sterkte te houden. Tot slot is er de opmerking dat het niet gaat om kiezen tussen 0e, 1e en 2e lijn of een scherp onderscheid, maar juist om een goed samenspel tussen de lagen, dus kijk naar de verbindingen en wat nodig is uit elk van de lijnen. Suggesties voor verdere uitwerking Kijk naar mogelijkheden van maatjesprojecten, zelfhulpgroepen en inzet van ervaringsdeskundigen. De bejegening van cliënten is belangrijk. Gemeenten worden vaak geassocieerd met controle, niet met hulp. Kijk ook naar de taal van bijvoorbeeld brieven en beschikkingen. De omslag die we van hulpvragers en burgers vragen, vergt een goed communicatietraject.
Groepsbegeleiding Reactie op de visie Begeleiding dicht bij huis en combinatie van functies en doelgroepen vindt ondersteuning. Er moet wel aandacht blijven voor wat nodig en mogelijk is. Niet alles en iedereen kan worden gecombineerd. Variatie in mogelijkheden is nodig om iedereen naar behoefte te kunnen begeleiden. Het stellen van een goede diagnose blijft belangrijk.
Inloopfunctie GGZ Reactie op visie De kern van de visie (de inloopfunctie vormgeven in de wijk en aansluitend bij andere wijkvoorzieningen / activiteiten) ondervindt weinig kritiek. Wel is er de nodige zorg. Niet iedereen zal zich thuis en veilig voelen in brede voorzieningen en goede begeleiding is noodzakelijk. Er is gepleit voor een goede aansluiting met de 2e lijn. De 2e-lijnszorg moet mee “verhuizen” naar de wijk en daar ook vrijwilligers en de 1e lijn ondersteunen. Meer inzet van vrijwilligers wordt als mogelijkheid gezien, maar naarmate meer (en moeilijkere) doelgroepen in een voorziening opgevangen worden is meer begeleiding en ondersteuning nodig. Suggesties voor verdere uitwerking Houd rekening met de groep mensen voor wie de drempel in de wijk (te) hoog is. Combineer met outreachend werken. Combineer met uitwisselingsmogelijkheid van vragen / diensten. Verbindt (zware) psychiatrische hulp aan de wijk, bijvoorbeeld door wijkteams, FACT-teams, verbinding / samenwerking met 0e en 1e lijn (welzijn, corporaties enzovoort). Zo kan GGZ ook bijdragen aan beeldvorming en acceptatie in de wijk. Houd rekening met beeldvorming: bij wijkbewoners over GGZ-cliënt en bij GGZ-cliënten over de wijkbewoners. Bedenk een andere naam. Zoek variatie: meerdere oplossingen, passend bij de lokale situatie.
Vervoer Reactie op de visie: M.b.t. vervoer is in reactie / aanvulling op de visie de opmerking gemaakt dat begeleiding bij vervoer belangrijk is. Daarbij wordt ook toegevoegd dat deze begeleiding vaak het beste door specialisten in begeleiding kan worden uitgevoerd. Daarnaast is in de visie benoemd dat wanneer een inwoner kiest voor een voorziening die verder weg ligt, terwijl deze ondersteuning dichterbij huis ook mogelijk is, dat de extra kosten hiervoor dan voor rekening zijn van de inwoner zelf. Er wordt benadrukt dat de financiering bij het kiezen van de meest passende oplossing niet leidend moet zijn. Bij het bepalen van de meest passende vorm van ondersteuning moet vooral worden gekeken naar wat werkt. Suggesties voor verdere uitwerking: Zorg voor (meer) activiteiten in de wijk, dan is er (veel) minder vervoer nodig. Zoek naar meerdere oplossingen. Genoemd is de inschakeling van ‘maatjes’.
Kortdurend verblijf Reactie op de visie Kortdurend verblijf wordt in de visie met name gekoppeld aan het ontlasten van mantelzorgers en benoemd als sluitstuk. Kortdurend verblijf is echter ook een instrument om een kind vaardigheden aan te leren en dus verder te helpen in de ontwikkeling. Bijvoorbeeld als tussenstap naar zelfstandig/begeleid wonen. Kortdurend verblijf is daarmee niet altijd het sluitstuk. Kortdurend verblijf werkt dan preventief om intramurale opname te voorkomen. Vraag is dan wel wat voor de gemeente de prikkel kan zijn om dit te financieren. Het ontlasten van mantelzorgers is wel een belangrijk onderdeel van kortdurend verblijf. Preventie is hierbij erg belangrijk, evenals de keuze om meer mogelijkheden in de eigen omgeving te zoeken. Daarnaast wordt aangegeven dat het belangrijk is om duidelijke doelen te verbinden aan kortdurend verblijf. Nu is te vaak onduidelijk wanneer kortdurend verblijf wordt stopgezet. Verder moet er oog zijn voor complexe beperkingen, waarbij een oplossing in de nulde lijn niet altijd mogelijk is.
Suggesties voor verdere uitwerking Vergroten van begrip voor mensen met een beperking (hoe ga je om met mensen met een beperking?). Hier kunnen bijvoorbeeld verenigingen meer worden ondersteund. Aandacht voor inzet vrijwilligers: kan wel, maar er moet “achtervang” zijn bij vragen en als vrijwilliger stopt / uitvalt. Betrek het sociale netwerk; maar ook: ondersteun het netwerk en kijk bij eerste contact al welke ondersteuning kan helpen. Denk in oplossingen. Herkenning/ erkenning van de beperking is belangrijk. Voorkom dat goedkope oplossingen op de korte termijn leiden tot dure oplossingen op de lange termijn. Kijk naar mogelijkheden om maatschappelijke stages, mensen met een uitkering (bijstandsmoeders) in te zetten voor vormen van kortdurend verblijf. Kleinschalige organisatie helpt bij vorming van eigen netwerken. Specifieke activiteiten /dagdelen voor kinderen met een beperking binnen of naast reguliere clubs. Ondersteuning mantelzorg Reactie op de visie Ondersteuning van mantelzorgers is vooral in relatie tot kortdurend verblijf besproken. Uit de reacties blijkt in meer algemene zin de wens om de sociale omgeving vanaf het eerste contact mee te nemen: welke behoefte is er bij de mantelzorgers aan ondersteuning? Ondersteuning wordt beter wanneer vanaf het begin naar het hele gezin/de sociale omgeving wordt gekeken. Preventie kan hier helpen om overbelasting op een later moment te voorkomen. Herkenning en erkenning van een beperking zijn belangrijk. Via (kleinschalige) voorzieningen kunnen eigen netwerken worden opgebouwd / uitgebreid waarbinnen mensen ondersteuning en erkenning vinden.
Suggesties voor verdere uitwerking Ondersteuning aan mantelzorgers goed (formeler) regelen. Zorgpunt: deskundigheid van vrijwilligers die zorg overnemen. “Slechte” opvang bij complexe beperkingen leidt tot extra problemen thuis, waardoor er geen sprake meer is van lastenverlichting. Oftewel: als er behoefte is aan “echte zorg” moet je dat ook overlaten aan professionals.
PGB Reactie op de visie: Het PGB kent voor- en nadelen. We moeten voorkomen dat PGB als instrument te snel wordt geschrapt vanwege de nadelen, zonder te kijken of die ondervangen kunnen worden. Nu is de controle op PGB’s slecht. De suggestie is gedaan om PGB’s via een bureau te laten verlopen, waardoor de cliënt het geld niet meer zelf ontvangt. PGB als instrument om eigen regie te houden is belangrijk voor cliënten. We zullen moeten zoeken naar alternatieven om de mogelijkheid van optimale eigen regie niet te verliezen: een beter PGB, of andere vormen waarin die eigen regie tot zijn recht komt. Suggesties voor verdere uitwerking: Alternatieven onderzoeken. Cliënten betrekken en mee laten denken. Financiering / opdrachtgeverschap Reactie op de visie Ook rond dit onderwerp worden nog vooral vragen en zorgen zichtbaar. Samenvattend zijn we op zoek naar een systeem dat: Recht doet aan de belangen van de cliënt, maar ook zorgt dat instellingen enige zekerheid hebben omtrent hun voortbestaan (is vooral voor kleine instellingen een zorg) Samenwerking en gezamenlijk verantwoordelijkheid nemen stimuleert en laat prevaleren boven het instellingsbelang. Ook kleine partijen kansen geeft. Recht doet aan de kanteling, maar tevens instellingen niet in hun bestaan bedreigt. Vertrouwen als basis heeft en onnodige bureaucratie schrapt. Het is van belang om het gesprek over de financiering samen te voeren en daarin mogelijkheden en variaties te onderzoeken. Ook kan het nodig zijn om verschillende soorten instellingen of activiteiten verschillend te financieren. Financiering en doelen bepalen en afspraken per doelgroep kan helpen om indicaties (deels) overbodig te maken. In de 0e en 1e lijn is het de vraag of gemeenten middelen moeten oormerken, of erop moeten vertrouwen dat instellingen de juiste keuzes maken en op basis van een “overall afspraak” ook ruimte bieden aan de moeilijkere doelgroepen. En financieren we instellingen of cliënten? Tot slot moeten ook gemeenten nadenken over hun eigen belang versus het algemene belang. Welke prikkel hebben gemeenten bijvoorbeeld om door een goede extramurale zorg meer (door anderen gefinancierde) intramurale zorg te voorkomen? Suggesties voor verdere uitwerking Financier de cliënt in plaats van de instelling. Oormerken naar lijnen? Kijk naar de diversiteit die je wil hebben (bv. grote vs kleine voorzieningen) en houd daar in de financiering rekening mee. Kijk ook wat de zorgverzekeraars willen en hoe je samen verder kunt ontschotten. Hoe gaan gemeenten om met voorzieningen die ook cliënten uit andere gemeenten / van buiten de regio hebben? Kijk of je kwaliteit kunt meten bij de cliënt, bijvoorbeeld door klanttevredenheidsonderzoek. Stem monitoring en verantwoording af op doel en visie van de kanteling. Stem de financiering af op het nieuwe doel en de opdracht gericht op vergroten zelfredzaamheid burger