Raadsinformatiebrief Van: J. Ragetlie Aan: de leden van de Gemeenteraad en de commissie Samenleving Onderwerp: Beantwoording vragen commissie Samenleving n.a.v. presentatie Werkplein Datum: 7-2-2011
Steller: I.Thuis
Nr.:
RIB-JR-1108
Geachte heer, mevrouw, Zoals in de vergadering van de commissie Samenleving van 26 januari 2011 is toegezegd, beantwoord ik de aldaar gestelde vragen via deze weg schriftelijk. Onderstaand zijn (in samenvattende zin) de vragen aangegeven met de daarbij behorende antwoorden: Welke sturingsmogelijkheden behoudt de gemeente Deurne na de overgang naar Helmond? Aan de gemeente Helmond wordt alleen de uitvoering van de WWB, IOAW, IOAZ en Bbz overgedragen alsmede de taken met betrekking tot de Inburgering. Dat betekent dat de uitvoering van het Minimabeleid en schuldhulpverlening in Deurne blijft. De formele sturing op de beleidskeuzes voor zover deze vastgelegd dienen te worden in verordeningen, blijft het primaat van de gemeenteraad in Deurne. Afgesproken is wel dat het beleid van het Werkplein als uitgangspunt wordt gehanteerd om te bevorderen dat er binnen de samenwerkende gemeenten op het Werkplein zoveel als mogelijk sprake is van een eenduidig beleid. Dit bevordert ook de efficiënte bedrijfsvoering/uitvoering. Bovendien is het zo dat – als het gaat om de vaststelling van verordeningen – gemeenten over het algemeen de modellen van de VNG volgen. Tussen de gemeenten Deurne en Helmond is een overlegstatuut vastgelegd. Hierin is het overleg op een 3-tal niveaus benoemd inclusief de bevoegdheden. Daarmee is geregeld dat er zowel op beleidsniveau, het directieniveau als het bestuurlijke niveau overleg is en beïnvloedingsmogelijkheden zijn. Dit overleg geschiedt te samen met de andere aangesloten gemeenten. Wat gebeurt er met de beschikbare budgetten? Hoe wordt hierover verantwoording afgelegd? Wie draagt de verantwoordelijkheid? Het I-budget dat de gemeente Deurne ontvangt voor het verstrekken van uitkeringen, wordt doorgeboekt naar de gemeente Helmond. Met betrekking tot het door Deurne te ontvangen Participatiebudget van het ministerie van SZW, dient de gemeenteraad jaarlijks te bepalen welke deel van het ontvangen budget doorbetaald wordt aan de gemeente Helmond voor de uitvoering van de reintegratietaken. Vanuit Werkplein en boven genoemd overleg worden daar voorstellen voor gedaan aan de gemeente Deurne. Harmonisatie kan voordelen bieden. In artikel 6 van de Samenwerkingsovereenkomst (bijlage 1 van het Raadsvoorstel) staat vermeld op welke wijze de gemeente Helmond verantwoording aflegt aan de gemeente Deurne. Dit heeft zowel betrekking op financiële gegevens als op de reguliere bedrijfsvoeringsgegevens. In ieder geval wordt er per kwartaal managementinformatie verstrekt. Een voorbeeld van de informatie zoals deze thans beschikbaar is, is als bijlage bij het raadsvoorstel gevoegd. De gemeente Helmond is daarnaast bezig met de ontwikkeling van een nieuw managementinformatiesysteem en in gezamenlijk 1
overleg zal vervolgens bezien worden welke gegevens hieruit aan de gemeente Deuren verstrekt worden. In een jaarlijks op te stellen Termijnkalender wordt exact aangegeven op welke data gegevens tussen de gemeenten uitgewisseld worden. In het voorgestelde samenwerkingsconstruct is en blijft het de verantwoordelijkheid van de gemeente Deurne om de formele verantwoording af te leggen aan het ministerie van SZW. Wat gaat er gebeuren met het Arbeidsmarktbeleid? Door het ministerie van SZW zijn een 30-tal zogenoemde “plus-regio’s” aangewezen (Plusvestigingen Werkplein). Voor de regio Zuid Oost Brabant is dit de gemeente c.q. het Werkplein Eindhoven. Vanuit deze gemeente vinden initiërende en coördinerende acties plaats om het arbeidsmarktbeleid regionaal gezamenlijk vorm en inhoud te geven. Dit vindt plaats in samenwerking met UWV-Werkbedrijf, werkgevers en onderwijs. Daarnaast heeft ook het Werkplein Helmond hierin een belangrijke rol voor de gemeenten in de nabijheid van Helmond. Op ambtelijk niveau is hierover regelmatig overleg. Daar waar er echter sprake is van formele besluitvorming op Raadsniveau, zullen eventuele voorstellen aan de Gemeenteraad van Deurne worden voorgelegd. De documenten die door de Gemeenteraad vastgesteld moeten worden, zijn die uniek voor Deurne of zijn dat algemene documenten? De belangrijkste documenten die door de Gemeenteraad van Deurne vastgesteld moeten worden, zijn unieke documenten. Het gaat dan over de Samenwerkingsovereenkomst, mandaatbesluit en mandaatregister, beheerskostenstaat en productenlijst. Voor de op te stellen Samenwerkingsovereenkomst is weliswaar de overeenkomst tussen de gemeente Helmond en Geldrop-Mierlo als basis gebruikt, maar vervolgens op diverse fronten op verzoek van de gemeente Deurne aangepast. Ook de verordenende bevoegdheid blijft in Deurne; eerder is aangegeven dat omwille van efficiency is gekozen om hiervoor de verordeningen zoals deze nu al op het Werkplein worden gehanteerd, over te nemen. Harmonisatie van beleid heeft hier ook voordelen. De voorstelling over het functioneren van het Werkplein klinkt idyllisch. Is er al een evaluatie over de afgelopen periode? Hoe gaat de evaluatie in zijn werk? Er heeft nog geen aansluiting plaatsgevonden van de gemeente Deurne bij het Werkplein. Derhalve kan er nog geen evaluatie plaatsvinden over de afgelopen periode. In de af te sluiten samenwerkingsovereenkomst is in artikel 17 aangegeven hoe en wanneer een formele evaluatie van de samenwerking zal plaatsvinden. Aan het einde van het eerste uitvoeringsjaar wordt de aanloopperiode geëvalueerd en standaard wordt eens in de 4 jaar (voor het eerst in 2015) een evaluatie uitgevoerd. De concrete evaluatiecriteria worden op korte termijn vastgesteld en opgenomen in het Afsprakenlogboek tussen de gemeente Deurne en de gemeente Helmond. Bij het vaststellen van evaluatiecriteria zal ook de cliëntenraad worden betrokken. Zijn er cijfers beschikbaar over het Werkplein? Over de afzonderlijke Werkpleinen zijn op de website www.samenvoordeklant.nl een aantal Benchmarkcijfers beschikbaar. De belangrijkste cijfers over het jaar 2010 van het Werkplein te Helmond (Peelland) zijn hier toegevoegd. In de totale rangorde van “scores” van alle Werkpleinen, staat het Werkplein Helmond in december 2010 op de 27e plaats. De totale uitstroom van mensen die in het Werkplein geregistreerd staan in Sonar (registratiesysteem van UWV Werkbedrijf) bedraagt over 2010 4496 personen. Dit zijn mensen met en zonder uitkering die een beroep gedaan hebben op dienstverlening van het Werkplein. De rangorde qua uitstroomcijfers zet het Werkplein Helmond op een 63e plaats. Het laatste rapportcijfer voor Werkplein Helmond met betrekking tot de klantgerichtheid voor de Werkzoekenden, is een 7,2. Daarmee staat het Werkplein in de rangorde op de 3e plaats. Met betrekking tot de klantgerichtheid voor de Werkgevers is het rapportcijfer een 7,3. Daarmee is de plek op de rangorde de 57e plaats. 2
Het Werkplein Helmond wordt beschouwd als een “groen werkplein”. Dat betekent dat alle mijlpalen die door het ministerie van SZW en de samenwerkende partijen (VNG; Divosa; UWV-Werkbedrijf) zijn benoemd, inmiddels behaald zijn. Het aantal beschikbare vacatures per ultimo december 2010 bedraagt 2729. Dit is overigens een daling ten opzichte van de voorgaande maanden. Landelijk worden gemiddeld ongeveer 60 tot 70 % van de vacatures aangemeld bij het UWV-WERKbedrijf. Zou je in deze tijd niet beter anti-cyclisch kunnen werken? Door nu een investering te doen ten behoeve van de kwaliteit van de uitvoering van de WWB, is het de bedoeling dat de omvang van het cliëntenbestand niet alleen op de korte termijn gaat dalen, maar is ook de verwachting dat op de langere termijn meer mensen in een sneller tempo hun weg terug naar de arbeidsmarkt zullen vinden. In geval van dreigende werkeloosheid kan de dienstverlening op het Werkplein Helmond er voor zorgen dat mensen uiteindelijk niet van een uitkering gebruik hoeven te maken aangezien zij via het Mobiliteitscentrum op het Werkplein van Werk naar Werk begeleid zijn. Hoe kan het Werkplein mensen aan het werk krijgen als de werkgevers geen verplichte quota hebben om mensen in dienst te nemen? Hoe kijkt het werkplein hier tegen aan? Het opleggen van verplichte quota aan werkgevers behoort niet tot de mogelijkheden van het Werkplein Helmond. Dit is voorbehouden aan de Rijksoverheid. Op lokaal/regionaal niveau is het echter van groot belang om een goed netwerk met de werkgevers te onderhouden en waar mogelijk concrete afspraken te maken over het in dienst nemen van mensen met een uitkering. Mede in combinatie met de Atlant Groep, beschikt het Werkplein over een zeer uitgebreid netwerk van werkgevers en een aantal werkgevers hebben zich als partner aan het Werkplein verbonden. Een gezamenlijk Werkgeversbenadering van gemeente en UWV-Werkbedrijf is Daarnaast blijft het natuurlijk ook van belang om lokaal goede contacten met werkgevers te onderhouden om enerzijds de werkgevers te kunnen ondersteunen bij hun personeelsvraagstukken en anderzijds om een bijdrage te leveren aan het ter beschikking stellen van stage- en of arbeidsplaatsen voor mensen met een uitkering. Na de vergadering is een aantal aanvullende vragen per email aangeleverd: Hoeveel van de ingeschreven werkzoekenden/uitkeringsgerechtigden krijgen een traject aangeboden (scholing/stage etc. etc.) Op basis van ervaringscijfers zal naar verwachting aan 55% van de cliënten een traject worden aangeboden. Het is niet mogelijk gebleken om met betrekking tot onderstaande vragen op het gewenste detailniveau op korte termijn de informatie te verstrekken. Deze informatie moet veelal gegenereerd en verkregen worden door het UWV-WERKbedrijf. Wel is er veel informatie in veralgemeniseerde zin beschikbaar over de regio Zuidoost-Brabant. Daarom wordt een aantal documenten met relevante arbeidsmarktinformatie aan deze RIB toegevoegd. Een overzicht met meegezonden bijlagen is onderaan deze RIB opgenomen.
Wat was/is het marktaandeel van het Werkplein in het totaalaanbod van vacatures die er in de regio zijn? (Bedoeld wordt hier dus voor hoeveel vacatures er door de werkgevers op het Werkplein wordt "aangeklopt" en hoeveel er via de andere kanalen (krant/internet etc. etc.) wordt geworven.)
Hoeveel van de bij het Werkplein gemelde vacatures worden ook daadwerkelijk ingevuld door cliënten die bij het Werkplein als werkzoekende staan geregistreerd en daarnaast, hoeveel worden er daarvan dan weer ingevuld door de bij het UWV en Gemeentelijk Sociale Diensten ingeschreven uitkeringsgerechtigden.
Wat is de gemiddelde "wachttijd" voor een werkzoekende voordat er weer daadwerkelijk een baan wordt aangeboden en ingevuld. 3
Is er een significant verschil tussen de verschillende leeftijdsgroepen werkzoekenden aan te geven in relatie met de "wachttijd" voor een nieuwe baan.
Zo ja, als er een verschil te constateren is, welke activiteiten worden er door het Werkplein ondernomen om dit te compenseren.
Bij hoeveel van de voorgenoemde trajecten is er voor de werkzoekende/uitkeringsgerechtigde ook daadwerkelijk sprake van een baangarantie van tenminste één jaar.
Hoe ervaren de cliënten van het Werkplein zelf de bemiddeling naar werk door de op het Werkplein aanwezige organisaties.
Is er zicht op het aantal (absoluut en in percentages) cliënten dat na werkhervatting van een (tijdelijk) arbeidscontract, weer terugvalt naar een uitkering.
Ik hoop u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben.
Met vriendelijke groet, J.P. Ragetlie
Bijlagen (bijgevoegd): Basisset Regionale Arbeidsmarktinformatie december 2010 – Arbeidsmarktregio ZuidoostBrabant (bijgevoegd) Bijlagen (ter inzage map raadsinformatiebrieven griffie): Regionale arbeidsmarktschets Zuidoost-Brabant juni 2010 Monitor kans op werk – in regio’s en beroepen – 4e kwartaal 2010 Werkloosheid 45+ Arbeidsmarktregio Zuidoost-Brabant september 2010
4
december 2010
Basisset Regionale Arbeidsmarktinformatie
Arbeidsmarktregio Zuidoost-Brabant
Contactpersonen: Naam Gerald Ahn Michel van Smoorenburg Suzanne IJzerman Daniëlle Hofs
E-mail
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
Telefoon 06 5130 3843 06 5130 3799 040 851 4157 040 851 4166
Inhoudsopgave INLEIDING ................................................................................................................ 3 1 ARBEIDSMARKTONTWIKKELINGEN IN DE REGIO................................................... 4 1.1 IN VOGELVLUCHT ...................................................................................................................4 1.2 AANBODZIJDE ......................................................................................................................5 Stand- en stroomcijfers ........................................................................................................5 Leeftijd...............................................................................................................................5 Opleidingsniveau .................................................................................................................6 Duur niet-werkend ...............................................................................................................7 Beroep ...............................................................................................................................7 1.3 VRAAGZIJDE ........................................................................................................................9 Stand- en stroomcijfers ........................................................................................................9 Bedrijfstak ..........................................................................................................................9 Beroepsniveau................................................................................................................... 10 1.4 VRAAG EN AANBOD VERGELEKEN ................................................................................................ 12 De 25 beroepen waar de meeste NWW werk in zoeken ............................................................ 12 De 25 meest gevraagde beroepen door werkgevers ................................................................ 13 Inzicht in krapte en ruimte op de arbeidsmarkt ...................................................................... 14
2 ARBEIDSMARKTONTWIKKELINGEN IN NEDERLAND ............................................. 15 2.1 AANBODZIJDE VAN DE ARBEIDSMARKT ......................................................................................... 15 Stand- en stroomcijfers ...................................................................................................... 15 2.2 VRAAGZIJDE ...................................................................................................................... 16 Stand- en stroomcijfers ...................................................................................................... 16
3 AANBODCIJFERS OP LOKAAL NIVEAU .................................................................. 17 Standcijfers niet-werkende werkzoekenden ........................................................................... 17 Werkzoekenden naar leeftijd en duur niet-werkend................................................................. 18
Colofon
De Basisset Regionale Arbeidsmarktinformatie is een uitgave van de afdeling Arbeidsmarktinformatie van UWV WERKbedrijf. Aan het eind van elke maand publiceren wij een actuele basisset voor 30 arbeidsmarktregio's op www.werk.nl/arbeidsmarktinformatie. Voor vragen, suggesties kunt u mailen of bellen met de regionale adviseur(s) arbeidsmarktinformatie die op de voorkant van deze basisset staan vermeld. De gegevens in deze basisset zijn afkomstig uit de registratiesystemen van UWV WERKbedrijf. Het geheel of gedeeltelijk overnemen van informatie is toegestaan met bronvermelding (bron: UWV WERKbedrijf). Versie 1.0 Basisset Regionale Arbeidsmarktinformatie Zuidoost-Brabant
-2-
Inleiding Meer zicht op de regionale arbeidsmarkt Regionale arbeidsmarktinformatie is belangrijk voor de ontwikkeling van goed regionaal arbeidsmarktbeleid. UWV WERKbedrijf levert arbeidsmarktinformatie op basis van de eigen bestanden van werkzoekenden en vacatures, maar ook gecombineerd met informatie van anderen. De behoefte aan arbeidsmarktinformatie is zeer divers, afhankelijk van het doel van de gebruiker. Daarom biedt UWV WERKbedrijf haar arbeidsmarktinformatie ook langs verschillende wegen en via verschillende producten aan. Eén daarvan is deze Basisset Regionale Arbeidsmarktinformatie. Snel beeld Hoe sneller en minder voorspelbaar de economie en de arbeidsmarkt veranderen, hoe belangrijker het is om snel en actueel geïnformeerd te worden over ontwikkelingen op de arbeidsmarkt. Binnen vier weken na elke kalendermaand wordt een nieuwe basisset gepubliceerd op www.werk.nl. De basisset geeft de actuele stand van vraag en aanbod op de regionale arbeidsmarkt. Maar ook de stijging of daling in de afgelopen twaalf maanden. Confrontatie van vraag en aanbod geeft een indicatie van de krapte of ruimte op de arbeidsmarkt. Voor professionals De basisset is vooral bedoeld voor mensen die de regionale arbeidsmarkt als werkveld hebben. Dat varieert van bestuurders, beleidsmakers, managers en onderzoekers tot mensen in de uitvoering van arbeidsbemiddeling en re-integratie. Per arbeidsmarktregio De basisset biedt informatie op het niveau van de arbeidsmarktregio´s. Nederland is verdeeld in 30 arbeidsmarktregio´s. Bij de start van UWV WERKbedrijf is die indeling afgesproken in overleg met het ministerie van SZW en met de Vereniging van Nederlandse gemeenten (VNG). Ter vergelijking staat ook de landelijke ontwikkeling van werkzoekenden en vacatures in de basisset. Door de uniforme opzet zijn arbeidsmarktregio’s bovendien gemakkelijk met elkaar te vergelijken. Meer informatie Deze basisset biedt een eerste oriëntatie op de stand van de arbeidsmarkt. Op www.werk.nl/arbeidsmarktinformatie staat alle arbeidsmarktinformatie van UWV WERKbedrijf bij elkaar.
Basisset Regionale Arbeidsmarktinformatie Zuidoost-Brabant
-3-
1 Arbeidsmarktontwikkelingen in de regio In dit hoofdstuk staat de arbeidsmarktregio Zuidoost-Brabant centraal. Deze omvat de volgende vestigingen van UWV WERKbedrijf: Bladel
Eindhoven
Peelland
Valkenswaard
Hieronder staan eerst “in vogelvlucht” de belangrijkste ontwikkelingen op de arbeidsmarkt samengevat. In de volgende paragrafen staan die ontwikkelingen uitgewerkt in grafieken en cijfers, onderscheiden naar het aanbod (de werkzoekenden) op de arbeidsmarkt en naar de vraag (de vacatures). Het hoofdstuk sluit af met een overzicht van de discrepantie tussen vraag en aanbod.
1.1 In vogelvlucht Stijging aantal werkzoekenden in de regio Eind december 2010 stonden er 22.364 niet-werkende werkzoekenden (NWW) ingeschreven bij UWV WERKbedrijf in de arbeidsmarktregio Zuidoost-Brabant. Een jaar eerder waren dat er 23.686. Dat is een daling met 5,6%, ofwel 1.322 personen. In vergelijking met november 2010 is de omvang van het bestand niet-werkende werkzoekenden echter gestegen en wel met 390 personen (+1,8%). In Nederland waren eind december 490.497 NWW-ers geregistreerd. Vergeleken met een jaar geleden is dit een daling met 17.299 personen, ofwel -3,4%. Eind november stonden nog 484.375 NWW-ers ingeschreven bij UWV WERKbedrijf. De omvang van het NWW-bestand is daarmee toegenomen met 6.122 personen (+1,3%). Het NWW-percentage –dit zijn de niet-werkende werkzoekenden uitgedrukt als percentage van de beroepsbevolking- kwam in de arbeidsmarktregio Zuidoost-Brabant eind december 2010 uit op 6,8%. Landelijk was het NWW-percentage eind december 6,4%. De afstand tussen het landelijke en het werkloosheidsniveau in Zuidoost-Brabant– de regionale component – bedraagt daarmee 0,4 procentpunt. Van de niet-werkende werkzoekenden is 11% jonger dan 27 jaar, 38% is tussen de 27 en 45 jaar en 51% is 45 jaar en ouder. In alle drie de leeftijdscategorieën is de werkloosheid gedaald. De jeugdwerkloosheid daalde met 6,5%, de leeftijdscategorie 27 tot 45 jaar met 10% en tot slotte daalde de werkloosheid in de groep 45 jaar en ouder met 1,6%. Ultimo december 2010 heeft ongeveer 47% van de NWW geen startkwalificatie. Dat is het aandeel van de groep met basisonderwijs of VMBO als hoogste afgeronde opleiding in het totale bestand nietwerkende werkzoekenden. Stijging instroom en daling uitstroom De instroom van niet-werkende werkzoekenden in de maand december 2010 in de arbeidsmarktregio Zuidoost-Brabant bedroeg 2.209. Een jaar eerder waren dat er 2.485. Dat betekent een daling met 11%. De instroom is ten opzichte van een maand eerder echter gestegen en wel met 2,2% (+48 personen). De uitstroom in de maand november (cijfers voor december komen in januari beschikbaar) in de arbeidsmarktregio Zuidoost-Brabant bedroeg 1.811 personen. Een jaar eerder waren dat er 1.758. Dit is een stijging met 3%. De uitstroom is ten opzichte van een maand eerder echter gedaald en wel met 399 personen. Dit is een daling met 18%. Daling openstaande vacatures Eind december 2010 stonden bij UWV WERKbedrijf in de arbeidsmarktregio Zuidoost-Brabant 2.729 openstaande vacatures geregistreerd. Een jaar eerder waren dat er 2.397 (stijging met 14%). In vergelijking met november 2010 is het aantal openstaande vacatures echter gedaald en wel met 7,2% (211 personen). De top drie van de openstaande vacatures is productiemedewerkers, interieurverzorgers en verzorgend personeel. Gemiddelde arbeidsmarkt De arbeidsmarkt in de regio Zuidoost-Brabant wordt als gemiddeld gekarakteriseerd. Dit betekent dat er verhoudingsgewijs een gemiddeld aantal direct beschikbare werkzoekenden is ten opzichte van het aantal openstaande vacatures. Voor onder andere metaalarbeiders, procesoperators, sportinstructeurs, aannemers en installateurs is de arbeidsmarkt krap tot zeer krap.
Basisset Regionale Arbeidsmarktinformatie Zuidoost-Brabant
-4-
1.2 Aanbodzijde Het aantal niet-werkende werkzoekenden (NWW 1 ) ingeschreven bij UWV WERKbedrijf laat een belangrijk deel van het aanbod op de regionale arbeidsmarkt zien. Het aantal NWW aan het eind van de maand is een standcijfer, een momentopname. Veranderingen in de stand zijn het resultaat van in- en uitstroom van niet-werkende werkzoekenden. Die stroomcijfers geven de dynamiek op de arbeidsmarkt weer. Verbijzondering naar leeftijd, opleidingsniveau en duur niet-werkend geeft meer inzicht in het bestand niet-werkende werkzoekenden. Bijvoorbeeld hoe sterk de groep jongeren in het bestand groeit, hoe groot het aantal laag opgeleiden in het bestand is of hoe de verhouding is tussen mensen die al langer of pas sinds kort hun baan hebben verloren.
Stand- en stroomcijfers Instroom, uitstroom en stand niet-werkende werkzoekenden
afbeelding 1.1 3.500
24.500
3.000
24.000 23.500
2.500
23.000
2.000
22.500
1.500
22.000 21.500
1.000
21.000
500
20.500
0
20.000 dec 2009 jan 2010
feb
maa
apr
mei
jun
instroom
uitstroom
aug
sep
okt
nov
dec
stand
Instroom, uitstroom en stand niet-werkende werkzoekenden
tabel 1.1
stand einde maand instroom uitstroom
jul
dec 2009 23.686 2.485 1.758
jan 2010 23.990 2.918 2.519
feb 24.001 2.123 2.016
maa 23.772 2.488 2.693
apr 23.393 2.007 2.434
mei 22.967 1.758 2.082
jun 22.542 2.008 2.357
jul 22.424 2.097 2.174
aug 22.444 2.007 1.949
sep 21.972 2.193 2.645
okt 21.664 1.928 2.210
nov 21.974 2.162 1.811
NB: Uitstroomcijfers worden met een maand vertraging gepubliceerd. De reden hiervoor is dat werkzoekenden die zich binnen een maand opnieuw inschrijven, niet tot de uitstroom worden gerekend.
De kolommen in bovenstaande grafiek laten de in- en uitstroom van niet-werkende werkzoekenden zien. De aantallen zijn links in de grafiek af te lezen. De donkerblauwe lijn geeft de stand van het NWWbestand aan het eind van elke maand weer. De bijbehorende schaal staat rechts in de grafiek.
Leeftijd Eind december 2010 is 51% van de NWW 45 jaar of ouder, terwijl 11% jonger dan 27 jaar is. De groep ouderen (45+) vormt de grootste groep in het bestand. Vergeleken met de groep jongeren is de dynamiek van in- en uitstroom bij ouderen laag. Dat betekent dat ouderen minder snel niet-werkend worden, maar als ze het zijn, komen ze gemiddeld ook minder gemakkelijk weer aan het werk. De dynamiek onder jongeren is groter dan onder ouderen. Dat komt voor een deel doordat ze, meer dan ouderen, op basis van tijdelijke contracten werken. Het aantal jongeren in het NWW-bestand is een onderschatting van de werkelijke jeugdwerkloosheid, omdat werkzoekende jongeren die geen recht op een uitkering hebben niet verplicht zijn om zich in te schrijven bij UWV WERKbedrijf.
1
Een niet-werkende werkzoekende (NWW) is een bij UWV ingeschreven werkzoekende zonder werk of minder dan 12 uur per week werkzaam.
Basisset Regionale Arbeidsmarktinformatie Zuidoost-Brabant
-5-
dec 22.364 2.209
NWW naar leeftijd
afbeelding 1.2 14.000 12.000 10.000 8.000 6.000 4.000 2.000 0 dec 2009
maa 2010
jun
< 27
sep
27 - 45
dec
45 - 65
NWW naar leeftijd
tabel 1.2 dec 2009 2.719 9.484 11.483
15 - 27 jaar 27 - 45 jaar 45 - 65 jaar
maa 2010 2.824 9.280 11.668
jun
sep
2.607 8.640 11.295
dec
2.526 8.320 11.126
2.543 8.521 11.300
Opleidingsniveau Ultimo december 2010 heeft bij benadering 47% van de NWW geen startkwalificatie. Dat is het aandeel van de groep met basisonderwijs of VMBO als hoogste afgeronde opleiding in het totale bestand nietwerkende werkzoekenden. In oktober 2010 is de indeling en toewijzing van het opleidingsniveau gewijzigd. Daardoor verschillen de aantallen over 2010 met die in eerdere publicaties. Over 2009 zijn de gewijzigde opleidingsgegevens niet beschikbaar. Hierdoor vervalt de vergelijking met 2009. NWW naar opleidingsniveau
afbeelding 1.3 9.000 8.000 7.000 6.000 5.000 4.000 3.000 2.000 1.000 0 maa 2010
jun
Basisonderw ijs
tabel 1.3
Basisonderw ijs VMBO Havo/VWO MBO Hoger onderw ijs
VMBO
sep Havo/VW O
MBO
dec Hoger onderw ijs
NWW naar opleidingsniveau maa 2010 6.129 5.231 960 7.667 3.785
jun 5.835 4.900 924 7.171 3.712
sep 5.709 4.829 940 6.857 3.637
dec 5.592 4.870 839 7.388 3.675
Basisset Regionale Arbeidsmarktinformatie Zuidoost-Brabant
-6-
Duur niet-werkend Eind december 2010 had 68% van de NWW een grote(re) afstand tot de arbeidsmarkt. Dat is hier het aandeel van mensen die zes maanden of langer niet-werkend zijn in het totale NWW-bestand. In het algemeen geldt namelijk dat hoe langer mensen niet werken, hoe lastiger het wordt om weer werk te vinden. Daarmee is de duur niet-werkend een goede indicatie voor de afstand tot de arbeidsmarkt. NWW naar duur niet-werkend
afbeelding 1.4 18.000 16.000 14.000 12.000 10.000 8.000 6.000 4.000 2.000 0 dec 2009
maa 2010
jun
< 6 maanden
sep
dec
>= 6 maanden
NWW naar duur niet-werkend
tabel 1.4
< 6 maanden >= 6 maanden
dec 2009 8.600 15.086
maa 2010 8.333 15.439
jun 6.977 15.565
sep
dec
6.498 15.474
7.141 15.223
Beroep Eind december 2010 zocht 34% van de NWW werk in de technische en industrieberoepen, 24% in de economische en administratieve beroepen en 20% in de verzorgende en dienstverlenende beroepen. NWW naar beroepsniveau
afbeelding 1.5 9.000 8.000 7.000 6.000 5.000 4.000 3.000 2.000 1.000 0 dec 2009
maa 2010 elementaire
jun lagere
middelbare
sep
dec
hogere
Eind december 2010 had 25% van de werkzoekenden een beroepsinschrijving op elementair niveau, 32% op lager niveau, 25% op middelbaar niveau en 16% op hoger niveau. Het betreft hier voornamelijk technische en industrieberoepen, economisch-administratieve beroepen en verzorgende en dienstverlenende beroepen.
Basisset Regionale Arbeidsmarktinformatie Zuidoost-Brabant
-7-
tabel 1.5
NWW naar beroepsgroep
Elementaire beroepen Agrarische beroepen Economisch-administratieve beroepen Technische en industrieberoepen Transportberoepen Verzorgende en dienstverlenende beroepen Lagere beroepen Agrarische beroepen Economisch-administratieve beroepen Medische en paramedische beroepen Openbare orde- en veiligheidsberoepen Pedagogische beroepen Technische en industrieberoepen Transportberoepen Verzorgende en dienstverlenende beroepen Middelbare beroepen Agrarische beroepen Culturele beroepen Economisch-administratieve beroepen Informatica beroepen Medische en paramedische beroepen Openbare orde- en veiligheidsberoepen Pedagogische beroepen Sociaal-culturele beroepen Technische en industrieberoepen Transportberoepen Verzorgende en dienstverlenende beroepen Hogere beroepen Agrarische beroepen Culturele beroepen Economisch-administratieve beroepen Informatica beroepen Medische en paramedische beroepen Openbare orde- en veiligheidsberoepen Pedagogische beroepen Sociaal-culturele beroepen Technische en industrieberoepen Transportberoepen
dec 2009 5.828 80 402 3.711 190 1.445 7.621 232 1.376 43 74 * 2.218 1.751 1.922 6.082 83 121 2.460 162 193 82 60 225 1.647 * 1.043 3.691 23 259 1.465 418 142 * 399 347 627 *
maa 2010 5.788 77 429 3.635 188 1.459 7.714 224 1.374 42 74 * 2.207 1.822 1.967 6.058 80 130 2.413 159 177 94 61 233 1.605 * 1.099 3.725 24 282 1.493 411 144 * 396 354 607 12
jun
sep
5.588 74 416 3.478 164 1.456 7.017 213 1.380 44 78 * 1.781 1.576 1.943 5.825 74 123 2.362 166 168 99 63 222 1.435 * 1.105 3.687 21 281 1.441 408 144 * 416 354 611 *
5.569 74 421 3.514 149 1.411 6.768 220 1.376 40 74 * 1.686 1.496 1.874 5.661 73 125 2.347 167 163 94 61 201 1.347 * 1.076 3.688 31 276 1.370 376 133 * 521 386 589 *
Basisset Regionale Arbeidsmarktinformatie Zuidoost-Brabant
dec 5.694 83 436 3.627 150 1.398 7.178 238 1.324 40 69 * 2.126 1.518 1.861 5.696 102 145 2.308 168 159 100 69 199 1.318 * 1.120 3.587 25 293 1.334 360 147 * 483 379 559 *
-8-
1.3 Vraagzijde Het aantal bij UWV WERKbedrijf geregistreerde vacatures beschrijft de vraag naar personeel op de arbeidsmarkt. Standcijfers geven aan hoeveel vacatures er op dat moment open staan. Veranderingen in de stand zijn het resultaat van de instroom van nieuwe vacatures en de uitstroom van vacatures die zijn vervuld of ingetrokken. In deze paragraaf worden de openstaande vacatures verbijzonderd naar bedrijfstak, beroepsniveau en beroepsgroep.
Stand- en stroomcijfers Instroom, uitstroom en stand vacatures UWV WERKbedrijf
afbeelding 1.6 1.800 1.600 1.400
4.000 3.500 3.000
1.200 1.000 800 600 400 200 0
2.500 2.000 1.500 1.000 500 dec 2009 jan 2010
feb
maa
apr
mei
jun
instroom
jul
uitstroom
aug
sep
okt
nov
0
dec
stand
Instroom, uitstroom en stand vacatures UWV WERKbedrijf
tabel 1.6 dec 2009 2.397 1.174 895
stand einde maand instroom uitstroom
jan 2010 2.395 1.031 1.082
feb 2.211 763 971
maa 2.480 1.326 1.099
apr
mei
jun
jul
aug
sep
okt
nov
dec
2.356 1.106 1.261
2.530 926 793
2.901 1.654 1.308
3.364 1.546 1.116
3.192 1.005 1.204
3.273 1.322 1.327
3.077 1.017 1.276
2.940 1.278 1.459
2.729 780 1.024
In bovenstaande grafiek zien we het verloop van de openstaande vacatures bij UWV WERKbedrijf geregistreerd. De kolommen tonen de in- en uitstroom van vacatures. Wanneer de uitstroom groter is dan de instroom, zal de stand van het aantal openstaande vacatures dalen. Het aantal NWW zal als gevolg van het gebrek aan vacatures mogelijk stijgen. Als de in- en uitstroom met elkaar in balans zijn, zal het aantal openstaande vacatures vrijwel gelijk blijven. Wanneer het aantal nieuwe vacatures groter is dan de uitstroom, zal het aantal openstaande vacatures stijgen.
Bedrijfstak Vacatures per bedrijfstak (Top 5)
afbeelding 1.7 1.600 1.400 1.200 1.000 800 600 400 200 0 dec 2009 uitzendbureaus
industrie
maa 2010 handel
jun
sep
gezondheids- en w elzijnszorg
dec bouw nijverheid
NB.: Vacatures die door uitzendbureaus gemeld zijn bij UWV WERKbedrijf kunnen werkzaamheden in elk van de bedrijfstakken betreffen.
De top 5 per bedrijfstak is gebaseerd op het totaal aantal aangeleverde vacatures in de afgelopen dertien maanden. Van de 2.729 momenteel openstaande vacatures zijn er 1.169 afkomstig van uitzendbureaus; 446 vacatures zijn afkomstig uit de sector industrie, 137 uit de handel, 219 uit de gezondheids- en welzijnszorg en 121 uit de sector bouwnijverheid. Bij uitzendvacatures gaat het om werk in uiteenlopende sectoren.
Basisset Regionale Arbeidsmarktinformatie Zuidoost-Brabant
-9-
Vacatures per bedrijfstak
tabel 1.7
dec
maa
2009
2010
120 * * 258 * 120 323 101 60 13 949 80 106 164 102 * *
Land- en bosbouw Visserij Delfstoffenw inning Industrie Nutsbedrijven Bouw nijverheid Handel Horeca Vervoer en Communicatie Financiële instellingen Uitzendbureaus Openbaar bestuur Onderw ijs Gezondheids- en w elzijnszorg Overige dienstverlening Particuliere huishoudens Extraterritoriale lichamen
142 * * 286 * 153 176 103 63 * 1.117 65 119 164 82 * *
jun
sep
dec
32 * * 555 * 207 207 83 63 16 1.351 22 66 220 78 * *
26 * * 579 * 177 217 102 66 12 1.449 269 71 197 103 * *
26 * * 446 * 121 137 92 103 * 1.169 223 63 219 121 * *
De top 5 van bedrijfstakken met de meeste openstaande vacatures omvat 77% van alle openstaande vacatures bij UWV WERKbedrijf. Deze top 5 bestaat uit vacatures afkomstig van uitzendbureaus, de industrie, de handel, de gezondheids- en welzijnszorg en de bouwnijverheid.
Beroepsniveau Vacatures naar beroepsniveau
afbeelding 1.8 1.400 1.200 1.000 800 600 400 200 0 dec 2009
maa 2010
Elementaire beroepen
Lagere beroepen
jun
sep
Middelbare beroepen
dec
Hogere beroepen
25% van de openstaande vraag (694 vacatures) heeft betrekking op elementaire beroepen, 30% op lagere beroepen (819 vacatures), 35% op middelbare beroepen (968 vacatures) en 9% op hogere beroepen (237 vacatures). Eind december 2010 stonden er 2.729 vacatures open bij UWV WERKbedrijf. Een jaar eerder bedroeg het aantal openstaande vacatures 2.397. In december 2010 werden er 780 vacatures ingediend. In december 2009 bedroeg dit aantal 1.174.
Basisset Regionale Arbeidsmarktinformatie Zuidoost-Brabant
- 10 -
tabel 1.8
Vacatures naar beroepsgroep
Elementaire beroepen Agrarische beroepen Economisch-administratieve beroepen Technische en industrieberoepen Transportberoepen Verzorgende en dienstverlenende beroepen Lagere beroepen Agrarische beroepen Economisch-administratieve beroepen Medische en paramedische beroepen Openbare orde- en veiligheidsberoepen Pedagogische beroepen Technische en industrieberoepen Transportberoepen Verzorgende en dienstverlenende beroepen Middelbare beroepen Agrarische beroepen Culturele beroepen Economisch-administratieve beroepen Informatica beroepen Medische en paramedische beroepen Openbare orde- en veiligheidsberoepen Pedagogische beroepen Sociaal-culturele beroepen Technische en industrieberoepen Transportberoepen Verzorgende en dienstverlenende beroepen Hogere beroepen Agrarische beroepen Culturele beroepen Economisch-administratieve beroepen Informatica beroepen Medische en paramedische beroepen Openbare orde- en veiligheidsberoepen Pedagogische beroepen Sociaal-culturele beroepen Technische en industrieberoepen Transportberoepen
dec
maa
2009
2010
518 100 37 177 47 157 764 89 35 * 65 * 222 152 196 775 * * 221 15 25 38 41 23 263 * 143 340 * 13 86 57 12 * 19 99 50 *
524 117 26 217 48 116 694 21 33 * 52 * 259 151 175 988 11 * 275 24 20 14 16 16 452 * 157 274 * 16 75 49 15 * 17 16 86
jun
sep
594 15 27 329 29 194 962 28 31 * * * 493 228 173 1.078 18 * 336 29 25 40 18 40 419 * 148 260 * 11 70 28 15 * 20 24 91
707 13 29 416 38 211 1.177 22 25 * 165 * 527 187 247 1.089 13 * 274 40 21 45 18 * 513 * 154 299 * * 75 45 18 13 21 29 91
dec
694 * 21 364 46 263 819 40 30 * 119 * 297 172 159 968 * * 194 23 32 54 16 11 423 * 203 237 * * 68 35 27 13 * 14 64
Eind december 2010 heeft 42% van de bij UWV WERKbedrijf openstaande vacatures betrekking op personeel in de technische en industrieberoepen, 23% in de verzorgende en dienstverlenende beroepen en 11% in de economisch-administratieve beroepen.
Basisset Regionale Arbeidsmarktinformatie Zuidoost-Brabant
- 11 -
1.4 Vraag en aanbod vergeleken De vorige twee paragrafen beschrijven de vraag en het aanbod op de regionale arbeidsmarkt. Deze paragraaf vergelijkt vraag en aanbod om zo te laten zien waar krapte en ruimte is. Krapte op de arbeidsmarkt wil zeggen dat er verhoudingsgewijs weinig aanbod beschikbaar is voor de openstaande vacatures. In een situatie van ruimte is juist veel aanbod beschikbaar voor de openstaande vacatures.
De 25 beroepen waar de meeste NWW werk in zoeken tabel 1.9
NWW naar beroep versus vacatures
Totaal top 25 Productiemedew erkers Chauffeurs Receptionisten en administratieve employés Interieurverzorgers Commercieel employés Bouw vakkers Hulpkrachten horeca en verzorging Boekhouders en secretaresses Verkopers Verzorgend personeel Commercieel medew erkers Kantoorhulpen, inpakkers en colporteurs W inkeliers Aannemers en installateurs Systeemanalisten Medew erkers sociaal-cultureel w erk en personeel en arbeid Monteurs Assistent accountants Agrarische arbeiders Metaalarbeiders Activiteitenbegeleiders en medew erkers arbeidsbemiddeling Productieplanners Onbekend Bankw erkers en lassers Leraar basisonderw ijs
NW W < 6mnd >= 6mnd 5.430 12.019 732 2.895 480 1.038 375 913 241 1.038 436 633 600 441 252 783 306 581 244 557 228 411 209 305 112 324 159 255 156 212 121 203 146 175 96 188 86 145 84 147 67 140 71 128 70 125 43 143 50 135 66 104
Openstaande vacatures 2.020 364 172 26 261 111 101 106 28 53 179 46 21 23 106 30 13 99 * 39 83 11 27 * 112 *
Bovenstaande tabel laat de 25 beroepen zien waar de meeste niet-werkende werkzoekenden voor staan ingeschreven (78% van alle werkzoekenden). Daarbij wordt een onderscheid gemaakt tussen kortdurend en langdurend werkzoekenden. De grens ligt bij een duur niet-werkend van 6 maanden. De vergelijking tussen het aantal kortdurend werkzoekenden en het aantal openstaande vacatures vormt een indicatie voor de krapte op de arbeidsmarkt.
Basisset Regionale Arbeidsmarktinformatie Zuidoost-Brabant
- 12 -
De 25 meest gevraagde beroepen door werkgevers tabel 1.10
Vacatures naar beroep versus NWW
Totaal top 25 Productiemedew erkers Interieurverzorgers Verzorgend personeel Chauffeurs Aspirant politieagenten, soldaten en beveiligingshulpkrachten Bankw erkers en lassers Commercieel employés Aannemers en installateurs Hulpkrachten horeca en verzorging Bouw vakkers Monteurs Metaalarbeiders Elektromonteurs Politieagenten, onderofficieren en beveiligingsemployés Verkopers Commercieel medew erkers Laders en lossers Agrarische arbeiders Mechanisch operators Procesoperators Systeemanalisten Verplegenden en doktersassistenten W erktuigbouw kundig ontw erpers en hoofden technische dienst Boekhouders en secretaresses Productieplanners
Openstaande vacatures 2.325 364 261 179 172 119 112 111 106 106 101 99 83 62 54 53 46 46 39 37 32 30 29 29 28 27
< 6mnd 4.653 732 241 228 480 18 50 436 156 252 600 96 67 53 28 244 209 44 84 38 25 121 39 36 306 70
NW W >= 6mnd 10.466 2.895 1.038 411 1.038 51 135 633 212 783 441 188 140 92 62 557 305 106 147 132 49 203 82 60 581 125
De 25 meest gevraagde beroepen beschrijven 85% van alle openstaande vacatures. De vergelijking tussen het aantal openstaande vacatures en het aantal kortdurend werkzoekenden vormt een indicatie voor de krapte op de arbeidsmarkt.
Basisset Regionale Arbeidsmarktinformatie Zuidoost-Brabant
- 13 -
Inzicht in krapte en ruimte op de arbeidsmarkt Krapte en ruimte op de arbeidsmarkt
tabel 1.11
Rest van Nederland
Ruim of zeer ruim
Krap of zeer krap
Ruim of zeer ruim Krap of zeer krap W eg- en w aterbouw kundige arbeiders Metaalarbeiders Vakkenvullers Interieurverzorgers Chauffeurs Aannemers en installateurs Verkopers Sportinstructeurs W inkeliers Conciërges Grafische vakkrachten Bouw vakkers Kantoorhulpen, inpakkers en colporteurs Commercieel employés Boekhouders en secretaresses Activiteitenbegeleiders en medew erkers arbeidsbemiddeling Receptionisten en administratieve employés Agrarische bedrijfshoofden Productieplanners Agrarische hulparbeiders Grafisch ontw erpers Procesoperators Aspirant politieagenten, soldaten en beveiligingshulpkrachte Politieagenten, onderofficieren en beveiligingsemployés
De eerste twee tabellen in dit hoofdstuk laten zien voor welke beroepen de meeste NWW staan ingeschreven en voor welke beroepen werkgevers het meeste werk aanbieden via UWV WERKbedrijf. Tabel 1.11 vergelijkt vraag en aanbod met elkaar en geeft zo inzicht in de krapte en ruimte op de arbeidsmarkt. De krapte wordt bepaald door het aantal bij het WERKbedrijf openstaande vacatures per kortdurend werkzoekende (korter dan een half jaar niet-werkend) te meten. Werkzoekenden die minder dan een half jaar werkloos zijn, zijn doorgaans direct geschikt en beschikbaar voor de arbeidsmarkt. Deze vergelijking van vraag en aanbod beperkt zich tot elementaire, lagere en middelbare beroepen. Slechts een klein deel van de vacatures voor hoger opgeleiden wordt bij het WERKbedrijf geregistreerd, waardoor geen representatief beeld kan worden gegeven van de krapte op dit niveau. In tabel 1.11 worden krapte en ruimte van de arbeidsmarktregio afgezet tegen die van de rest van Nederland. Alleen de uitersten worden hier genoemd. Beroepen die in de arbeidsmarktregio en/of in de rest van Nederland een gemiddelde krapte vertonen staan niet in deze tabel. In de tabel zijn vier kwadranten, vier situaties, te onderscheiden. Elke situatie vraagt om een andere aanpak: • Ruimte in de arbeidsmarktregio en ruimte in de rest van Nederland: focus op brede inzetbaarheid van werkzoekenden. Dat kan zijn door het op peil houden van kwalificaties, waar mogelijk verhoging van het opleidingsniveau (minimaal startkwalificatie) en ontwikkeling van algemene vaardigheden. • Krapte in de arbeidsmarktregio, maar ruimte in de rest van Nederland: focus op vergroting van het zoekgebied van werkgevers en op stimulering van werkzoekenden uit de omliggende regio’s om in het krappe gebied te zoeken naar werk. • Ruimte in de arbeidsmarktregio, maar krapte in de rest van Nederland: focus op vergroting van het zoekgebied van werkgevers uit de omliggende regio’s en op stimulering van werkzoekenden van de arbeidsmarktregio om in de omliggende regio te zoeken naar werk. • Krapte in de arbeidsmarktregio en krapte in de rest van Nederland: focus op scholing van langdurig werkzoekenden en werkzoekenden met ruime beroepsgroepen richting deze krappe beroepsgroepen en op vraagombuiging bij werkgevers.
Basisset Regionale Arbeidsmarktinformatie Zuidoost-Brabant
- 14 -
2 Arbeidsmarktontwikkelingen in Nederland Het tweede hoofdstuk van de Basisset presenteert de arbeidsmarktontwikkelingen van Nederland aan de hand van stand- en stroomcijfers voor niet-werkende werkzoekenden en van geregistreerde vacatures. Deze cijfers kunnen vergeleken worden met de regionale stand- en stroomcijfers uit hoofdstuk 1.
2.1 Aanbodzijde van de arbeidsmarkt Stand- en stroomcijfers Instroom, uitstroom en stand niet-werkende werkzoekenden
afbeelding 2.1 70.000
530.000
60.000
520.000 510.000
50.000
500.000
40.000
490.000
30.000
480.000
20.000
470.000
10.000
460.000 450.000
0 dec 2009
jan 2010
feb
maa
apr instroom
mei
jun uitstroom
jul
aug
sep
okt
nov
dec
stand einde maand
De kolommen in bovenstaande grafiek tonen de in- en uitstroom van het NWW-bestand gedurende een maand. De bijbehorende schaal staat aan de linkerkant van de grafiek. De donkerblauwe lijn laat de ontwikkeling zien van het aantal NWW aan het eind van een maand. De bijbehorende schaal staat aan de rechterkant van de grafiek. tabel 2.1
stand einde maand instroom uitstroom
Instroom, uitstroom en stand niet-werkende werkzoekenden dec jan feb maa apr mei jun jul aug sep okt nov dec 2009 2010 507.795 520.446 525.428 522.935 510.833 500.265 491.487 489.260 486.637 482.859 479.824 484.375 490.497 49.386 59.949 49.694 54.297 44.040 37.448 42.041 44.871 44.955 46.132 44.081 49.396 47.848 41.106 47.040 44.140 56.679 57.649 46.587 49.799 46.452 46.325 50.245 45.012 44.110 -
NB: Uitstroomcijfers worden met een maand vertraging gepubliceerd. De reden hiervoor is dat werkzoekenden die zich binnen een maand opnieuw inschrijven, niet tot de uitstroom gerekend worden.
Het aantal NWW is op landelijk niveau met 3,4% afgenomen ten opzichte van een jaar geleden. In de Arbeidsmarktregio is in dezelfde periode het aantal NWW met 5,6% gedaald. De arbeidsmarktregio Zuidoost-Brabant heeft zich dus gunstiger ontwikkeld dan de rest van Nederland.
Basisset Regionale Arbeidsmarktinformatie Zuidoost-Brabant
- 15 -
2.2 Vraagzijde Stand- en stroomcijfers Instroom, uitstroom en stand vacatures UWV WERKbedrijf
afbeelding 2.2 30.000
60.000
25.000
50.000
20.000
40.000
15.000
30.000
10.000
20.000
5.000
10.000 0
0 dec 2009 jan 2010
feb
maa
apr
mei
instroom
jul
uitstroom
aug
sep
okt
nov
dec
stand einde maand
Instroom, uitstroom en stand vacatures UWV WERKbedrijf
tabel 2.2
stand einde maand instroom uitstroom
jun
dec 2009 39.695 17.507 22.600
jan 2010 42.091 21.627 20.478
feb 45.049 23.736 21.594
maa 47.181 26.193 25.085
apr 49.753 25.701 24.949
mei 47.488 19.919 23.016
jun 50.339 27.400 25.890
jul 52.013 24.641 24.974
aug 50.478 18.393 20.790
sep 50.207 24.091 25.114
okt 49.459 22.496 24.245
nov 47.821 21.236 23.874
De kolommen in bovenstaande grafiek laten de instroom van nieuwe vacatures en de uitstroom van vervulde of ingetrokken vacatures zien bij UWV WERKbedrijf. De bijbehorende schaal staat links in de grafiek. De donkerblauwe lijn geeft het verloop weer van het aantal vacatures aan het eind van elke maand. De aantallen zijn rechts in de grafiek af te lezen.
Basisset Regionale Arbeidsmarktinformatie Zuidoost-Brabant
- 16 -
dec 38.855 12.980 22.890
3 Aanbodcijfers op lokaal niveau Om een eerste indruk te krijgen van de stand van zaken op de regionale arbeidsmarkt wordt in dit hoofdstuk de ontwikkeling van de niet-werkende werkzoekenden vergeleken met Nederland als totaal en de provincies. Dat gebeurt voor het totaal aantal NWW, naar geslacht, leeftijd en duur niet-werkend. Het NWW-percentage is het aantal NWW in procenten van de beroepsbevolking. De gesignaleerde ontwikkeling van het aanbod in de arbeidsmarktregio kan regiobreed gelden of plaatselijk geconcentreerd zijn. Dat wordt zichtbaar door de arbeidsmarktregio als geheel te vergelijken met de WERKpleinen en de gemeenten binnen de arbeidsmarktregio.
Standcijfers niet-werkende werkzoekenden tabel 3.1
NWW nu en toen Aantal NWW in december 2010 Totaal
percentage
man
verschil met
vrouw
vorige maand
vorig jaar
Nederland
490.497
6,4%
256.205
234.292
6.122
1%
-17.298
-3%
Provincies Groningen Friesland Drenthe Overijssel Flevoland Gelderland Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland Zeeland Noord-Brabant Limburg
22.778 21.634 16.439 35.417 13.048 55.127 25.256 77.734 110.174 7.812 67.288 37.279
8,8% 7,3% 7,5% 6,8% 7,1% 6,0% 4,4% 6,1% 6,8% 4,7% 5,8% 7,4%
12.745 11.881 8.866 18.666 6.301 29.202 13.370 38.736 56.802 4.081 35.226 20.034
10.033 9.753 7.573 16.751 6.747 25.925 11.886 38.998 53.372 3.731 32.062 17.245
620 1.346 1.088 970 -138 607 5 -522 -244 62 1.314 1.029
3% 7% 7% 3% -1% 1% 0% -1% 0% 1% 2% 3%
-112 -471 -938 -2.017 26 -1.161 -2.265 -5.669 3.377 -526 -3.462 -3.710
0% -2% -5% -5% 0% -2% -8% -7% 3% -6% -5% -9%
Arbeidsmarktregio
22.364
6,8%
11.815
10.549
390
2%
-1.322
-6%
WERKpleinen Bladel Eindhoven Peelland Valkensw aard
1.398 11.507 7.809 1.650
3,4% 7,5% 7,1% 6,1%
819 5.966 4.179 851
579 5.541 3.630 799
64 -31 284 73
5% 0% 4% 5%
-68 -1.867 691 -78
-5% -14% 10% -5%
354 340 758 325 920 255 8.782 1.085 716 279 3.943 414 555 304 174 377 313 980 1.099 391
5,9% 4,3% 5,5% 2,8% 6,6% 3,4% 8,6% 6,8% 5,0% 4,4% 9,6% 3,9% 5,0% 3,8% 2,9% 4,4% 4,7% 6,5% 5,8% 6,9%
194 213 392 181 492 145 4.545 585 413 144 2.043 236 317 189 91 216 156 506 556 201
160 127 366 144 428 110 4.237 500 303 135 1.900 178 238 115 83 161 157 474 543 190
15 21 -10 9 51 13 21 11 60 23 84 30 -20 18 3 33 -3 37 -19 13
4% 7% -1% 3% 6% 5% 0% 1% 9% 9% 2% 8% -3% 6% 2% 10% -1% 4% -2% 3%
-12 -4 -100 -33 47 -33 -413 -52 50 -35 -423 -38 -37 33 -31 -18 -52 -73 -128 30
-3% -1% -12% -9% 5% -11% -4% -5% 8% -11% -10% -8% -6% 12% -15% -5% -14% -7% -10% 8%
Gemeenten Asten Bergeijk Best Bladel Deurne Eersel Eindhoven Geldrop-Mierlo Gemert-Bakel Heeze-Leende Helmond Laarbeek Nuenen Ca Oirschot Reusel-De Mierden Someren Son en Breugel Valkensw aard Veldhoven W aalre
Basisset Regionale Arbeidsmarktinformatie Zuidoost-Brabant
- 17 -
Werkzoekenden naar leeftijd en duur niet-werkend tabel 3.2
NWW naar leeftijd en duur niet-werkend Totaal
Leeftijd 15-27 jr
27-45 jr
Niet werkend >= 45 jr
< 6 mnd
>= 6 mnd
Nederland
490.497
54.869
195.609
240.019
173.216
317.281
Provincies Groningen Friesland Drenthe Overijssel Flevoland Gelderland Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland Zeeland Noord-Brabant Limburg
22.778 21.634 16.439 35.417 13.048 55.127 25.256 77.734 110.174 7.812 67.288 37.279
2.764 2.645 2.166 4.030 1.746 6.245 2.477 7.540 12.807 948 7.432 4.048
9.402 8.355 6.190 14.055 5.570 21.184 10.266 33.004 46.363 2.899 25.096 13.054
10.612 10.634 8.083 17.332 5.732 27.698 12.513 37.190 51.004 3.965 34.760 20.177
7.981 8.396 5.723 11.735 5.681 19.708 9.758 25.151 40.157 3.353 23.759 11.684
14.797 13.238 10.716 23.682 7.367 35.419 15.498 52.583 70.017 4.459 43.529 25.595
Arbeidsmarktregio
22.364
2.543
8.521
11.300
7.141
15.223
WERKpleinen Bladel Eindhoven Peelland Valkensw aard
1.398 11.507 7.809 1.650
117 1.343 966 117
422 4.579 2.962 558
859 5.585 3.881 975
545 3.482 2.505 609
853 8.025 5.304 1.041
354 340 758 325 920 255 8.782 1.085 716 279 3.943 414 555 304 174 377 313 980 1.099 391
49 18 52 34 103 21 1.129 113 100 20 512 47 48 19 25 42 20 66 94 31
118 97 250 102 317 83 3.671 391 238 89 1.609 149 161 87 53 140 119 344 378 125
187 225 456 189 500 151 3.982 581 378 170 1.822 218 346 198 96 195 174 570 627 235
119 134 227 115 283 124 2.599 325 289 103 1.190 167 160 104 68 132 106 364 390 142
235 206 531 210 637 131 6.183 760 427 176 2.753 247 395 200 106 245 207 616 709 249
Gemeenten Asten Bergeijk Best Bladel Deurne Eersel Eindhoven Geldrop-Mierlo Gemert-Bakel Heeze-Leende Helmond Laarbeek Nuenen Ca Oirschot Reusel-De Mierden Someren Son en Breugel Valkensw aard Veldhoven W aalre
Basisset Regionale Arbeidsmarktinformatie Zuidoost-Brabant
- 18 -
1
Regionale Arbeidsmarktschets Zuidoost-Brabant Juni 2010
Zuidoost-Brabant voorzichtig herstel in 2011 Zorgsector biedt kansen Aantrekkende werkgelegenheid In Zuidoost-Brabant zijn de sectoren zakelijke dienstverlening, industrie en zorg en welzijn sterk vertegenwoordigd. Daarmee is Zuidoost-Brabant meer conjunctuurgevoelig. Hierdoor had de regio in 2009 de sterkste economische krimp van Nederland. Voor komend jaar wordt vooral in de sector zorg en welzijn verdere groei van het aantal banen verwacht. In andere sectoren als zakelijke dienstverlening, horeca en transport wordt eveneens een voorzichtig herstel van de werkgelegenheid verwacht in 2011. Het aantal vacatures is in de regio even hard gedaald als landelijk. Er is vooral vraag naar hoger opgeleid personeel. Voor komend jaar wordt een toename van het aantal vacatures verwacht. De toename wordt in geringe mate veroorzaakt door uitbreidingsvraag. Het overgrote deel is vervangingsvraag. De zorg is de uitzondering met een groot aantal vacatures door zowel uitbreiding als vervanging. Beperkte toename van de werkloosheid De werkloosheid is beperkt gestegen. Het betreft vooral mannen, jongeren en middelbaar en hoger opgeleiden. Mannen werken in sectoren die doorgaans harder zijn getroffen door de economische crisis. Jongeren werken vaak in conjunctuurgevoelige uit-
zendbanen. Laag opgeleiden zijn al vaak werkloos en/of bieden zich minder vaak aan op de arbeidsmarkt. Dit en volgend jaar neemt de werkloosheid nog toe, maar in een afnemend tempo. De beroepsbevolking in Zuidoost-Brabant staat op een kantelpunt van groei naar krimp. Op langere termijn daalt de potentiële beroepsbevolking. De beroepsbevolking is op peil te houden door het vergroten van de arbeidsparticipatie, vooral bij laag opgeleiden, ouderen en vrouwen. Meer kansen door scholing en mobiliteit De komende jaren speelt vergrijzing een steeds grotere rol en wordt de arbeidsmarkt krapper. Dat biedt mogelijkheden voor groepen die in een ruime markt moeilijk aan een baan kunnen komen, zoals 45-plussers, laag opgeleiden en langdurig werklozen. De verdienstelijking van de economie leidt tot een verdere verschuiving van productiewerk naar dienstverlening. Dat vraagt om een hoger opleidingsniveau. Voor lager opgeleiden kan de afstand tot de arbeidsmarkt worden verkleind door (gerichte) scholing en het stimuleren van mobiliteit, zowel geografisch als intrasectoraal.
Regionale arbeidsmarktschetsen | juni 2010 | pagina 1
WERKGELEGENHEID Werkgelegenheid daalt licht in 2010. In 2011 voorzichtige groei, ook in marktsectoren. Voor bouw en industrie ook in 2011 nog geen groei.
Zuidoost-Brabant had in 2009 de grootste daling in economische activiteit van Nederland. In 2010 blijft de afname van werkgelegenheid beperkt. Het verlies van banen in de relatief grote industriesector wordt deels opgevangen door een sterke groei in zorg en welzijn. Verder economisch herstel leidt in 2011 tot een lichte toename van het aantal banen. Het niveau van voor de crisis wordt nog niet bereikt. Verdienstelijking en upgrading leiden tot verdere verschuiving naar meer banen op middelbaar en hoger niveau. Dit gaat ten koste van banen op lager en ongeschoold niveau. Nieuwe werkgelegenheid bestaat voornamelijk uit flexibele/tijdelijke banen. Aantal banen daalt licht in 2010 Zuidoost-Brabant telt in 2010 bijna 369.000 banen van werknemers, waarvan 22% in IT en overige zakelijke dienstverlening. Andere grote sectoren zijn de industrie (17%), zorg en welzijn (14%) en de detailhandel (10%).
In 2011 sterkste groei in zorg en welzijn, zakelijke diensten en horeca Naast de blijvende groei in zorg en welzijn en onderwijs profiteren in 2011 ook de meeste marktsectoren van de aantrekkende economie. Sommige sectoren, zoals industrie, bouw en handel laten wel een kleiner banenverlies zien, maar nog geen omslag naar uitbreiding. Per saldo groeit het aantal banen van werknemers met bijna 1%. Dat is iets sterker dan het landelijk gemiddelde en maakt ongeveer de helft van het verlies in 2010 goed. Hierbij is uitgegaan van een economische groei van 2% in 2011. Valt die groei mee of tegen dan heeft dat invloed op de werkgelegenheidsontwikkeling. De onzekerheid over de economische groei is momenteel groot. Verwachte ontwikkeling werkgelegenheid 2010 en 2011
afbeelding 1
Totaal Bouw en bouwinstallatie Industrie Detailhandel Landbouw en visserij IT en overige zakelijke diensten Financiële diensten Vervoer en telecom Toerisme en overige diensten Groothandel Openbaar bestuur
Het economisch herstel dat zich eind 2009 aankondigde zet volgens het CPB en de economische bureaus van de banken in de loop van 2010 voorzichtig door. In de conjunctuurenquête Nederland (COEN) van begin dit jaar zijn de brabantse ondernemers positief over de omzet, export en werkgelegenheidsontwikkeling. Het ondernemersvertrouwen in Zuidoost-Brabant is bovengemiddeld. Economische groei is nu vooral baanloze groei. Dat komt door verhoging van de arbeidsproductiviteit, maar is ook een saldo van groei en krimp in sectoren. Zo leidt de (dubbele) vergrijzing van de bevolking via een grotere zorgvraag tot meer banen in zorg en welzijn. Aan de ene kant stroomt het zorgpersoneel vanwege de leeftijd uit, aan de andere kant neemt, juist door de vergrijzing, de vraag naar zorg toe. Conjunctuurgevoeliger sectoren als industrie en handel laten nog een beperkte daling zien. De bouw krimpt nog sterk door het einde van lopende projecten en vermindering van nieuwe opdrachten. Eventuele nieuwe banen zijn veelal flexibele en tijdelijke banen, waaronder uitzendwerk dat wordt geregistreerd onder zakelijke diensten.
Onderwijs Horeca en catering Gezondheidszorg Welzijn
-10%
-8%
-6%
-4%
-2%
0%
2010
2%
4%
6%
2011
Meer banen op middelbaar en hoger niveau, minder op lager niveau In de economie van Zuidoost-Brabant hebben dienstensectoren al een groot aandeel en dat belang neemt verder toe. Dienstensectoren vereisen gemiddeld een hoger opleidingsniveau. Daarnaast neemt het aantal banen in sectoren met veel lager opgeleiden zoals de bouw en de industrie af. Samen versterken deze effecten de algemene tendens van upgrading. Hierdoor neemt het aantal banen vooral toe voor middelbare en hogere beroepen. Het aandeel banen op het lagere beroepsniveau wordt structureel kleiner in alle sectoren. Herstel van de werkgelegenheid leidt tot iets meer uitbreidingsvraag, maar het grootste deel van de vacatures bestaat uit vervangingsvraag. Hierdoor kan de ontwikkeling van vacatures per sector een ander beeld laten zien dan de ontwikkeling van banen.
Regionale arbeidsmarktschetsen | juni 2010 | pagina 2
De vacaturemarkt in Zuidoost-Brabant is in 2009 sterk gekrompen, maar herstelt zich geleidelijk in de komende twee jaar. Dit herstel bestaat vooral uit vervangingsvraag. In 2011 is er ook weer enige uitbreidingsvraag vanuit marktsectoren. De verschuiving van werkgelegenheid naar dienstensectoren werkt door in meer vacatures voor middelbaar en hoger personeel. Geleidelijk herstel in 2010 In 2009 was de vacaturemarkt in ZuidoostBrabant 30% kleiner dan het jaar daarvoor. Deze daling is vergelijkbaar met het landelijk gemiddelde, maar is wel aanzienlijk sterker dan de krimp in het aantal banen.
markt, maar wel indicatief. Met een aandeel van 45% is de zakelijke dienstverlening (inclusief uitzendbureaus) nog steeds de grootste leverancier van vacatures. Groei zit vooral in onderwijs en in mindere mate in industrie en vervoer. Andere grote sectoren als zakelijke dienstverlening en zorg en welzijn blijven stabiel. In de horeca en detailhandel is het aantal vacatures verder afgenomen. afbeelding 3
Top 5 nieuwe vacatures Zuidoost-Brabant
1600 1400 1200 1000 800 600 400 200
Ondanks de grote conjunctuurgevoelige industriesector ontwikkelt de regionale vacaturemarkt zich vergelijkbaar met het landelijk niveau. De grotere vergrijzing in de bouw, industrie en collectieve sectoren zorgt voor extra vervangingsvraag. Daardoor ontstaan zelfs in sectoren met teruglopende werkgelegenheid zoals industrie en bouw toch vacatures. Uitbreidingsvraag wordt verwacht in zorg en welzijn, maar niet of nauwelijks in de marktsectoren. Per saldo groeit de vacaturemarkt in 2010 tot ongeveer 39.000 vacatures. Dit is een toename van 16% en is vergelijkbaar met het landelijk gemiddelde. Op internet zijn in het eerste kwartaal 2010 de meeste nieuwe vacatures afkomstig uit de detailhandel, vooral voor middelbare administratieve en commerciële beroepen zijn veel nieuwe vacatures geplaatst. Ook bij het WERKbedrijf in Zuidoost-Brabant werden in 2009 minder vacatures ingediend. Vooral de maanden april tot augustus (m.u.v. juni) waren slechte maanden. Sinds dit jaar stijgt het aantal vacatures weer. In het eerste kwartaal van 2010 zijn er ruim 20% meer vacatures bij het WERKbedrijf ingediend dan in 2009. Vacaturemarkt 2008-2011 (prognoses) Zuidoost-Brabant
afbeelding 2
60.000
50.000
40.000
30.000
20.000
10.000
0 2008
2009
2010
2011
0 Zakelijke dienstverlening incl uitzendbureaus
Industrie
2008 1e kw
Gezondheids- en Bouwnijverheid welzijnszorg
2009 1e kw
Onderwijs
2010 1e kw
Verder herstel in 2011. Meer uitbreidingsvraag uit marktsectoren In 2011 zet de groei van het aantal vacatures door. Een voorzichtige prognose komt uit op 46.000 vacatures. Dit is nog steeds overwegend vervangingsvraag. Door de aantrekkende werkgelegenheid groeit ook de uitbreidingsvraag in de meeste marktsectoren. Vacatures in de zakelijke dienstverlening zijn vooral uitzendvacatures, dus ook voor banen in andere sectoren. In de industrie, bouw en handel wordt geen uitbreidingsvraag verwacht. Daar krimpt het aantal banen nog. Een deel van de vacaturegroei is toe te schrijven aan de flexibilisering van de arbeidsmarkt. Allerlei vormen van tijdelijke contracten zorgen bij een gelijkblijvend aantal banen toch voor meer vacatures. Bovendien neemt in een aantrekkende markt de baanmobiliteit van werkenden toe. Meer vraag naar middelbaar en hoger personeel. Door upgrading neemt in Zuidoost-Brabant in vrijwel alle sectoren het aandeel vacatures voor middelbaar en hoger personeel toe. De verdienstelijking van de werkgelegenheidsstructuur betekent dat het aandeel van vooral de zakelijke dienstverlening, zorg en welzijn en onderwijs in de totale vacaturemarkt toeneemt. In Zuidoost-Brabant is het aandeel van de zakelijke dienstverlening nu al hoog. De vraag is vervolgens of er voor die vacatures ook voldoende aanbod is, zowel kwantitatief als kwalitatief.
Het vacaturebestand van het WERKbedrijf is niet representatief voor de totale vacature-
Regionale arbeidsmarktschetsen | juni 2010 | pagina 3
VACATURES Geleidelijk herstel van de vacaturemarkt in 2010 en 2011. Het eerst in de collectieve sector. Marktsectoren volgen.
Potentiële beroepsbevolking daalt. Hogere arbeidsparticipatie nodig om vergrijzing te compenseren.
De potentiële beroepsbevolking, het deel van de bevolking tussen 15 en 65 jaar, groeide in Zuidoost-Brabant tot tot een vijftal jaar geleden erg sterk. De laatste jaren is er sprake van stabilisatie. Na 2011 volgt een langdurige periode van daling. Ruimte voor verhoging van de participatiegraad is er vooral bij ouderen en vrouwen, maar ook bij lager opgeleiden. Een aantrekkende economie zorgt voor nieuwe schaarste aan hoger opgeleiden en aan middelbaar opgeleiden op de hogere niveaus. Zuidoost-Brabant heeft een klein inkomend pendelsaldo. Potentiële beroepsbevolking daalt De potentiële beroepsbevolking en de participatiegraad bepalen de omvang van de beroepsbevolking. In recente prognoses van het CBS tot 2040 telt de potentiële beroepsbevolking van Zuidoost-Brabant ongeveer 478.000 personen. Na 2011 volgt een langdurige periode van daling die zich verhoudt met de landelijke trend, zowel qua timing als qua grootte. In 2040 is de potentiële beroepsbevolking in Zuidoost-Brabant 9% kleiner dan in 2010. Het potentiële aanbod voor de beschikbare banen en vacatures wordt dus kleiner. In 2010-2011 blijft de beroepsbevolking nog nagenoeg gelijk. Dit komt vooral doordat de krimp in potentiële beroepsbevolking vooralsnog wordt opgeheven door een hogere arbeidsparticipatie. Ontwikkeling potentiële beroepsbevolking 2010 - 2040
afbeelding 4
11,2
490
11,0
480
10,8
470
10,6
460
10,4 450
10,2
440
10,0
430
9,8
2010
2015
2020
Zuidoost-Brabant
2025
2030
Nederland
2035
Ruimte voor hogere participatie bij ouderen, vrouwen en lager opgeleiden De ruimte voor verhoging van de arbeidsparticipatie hangt samen met de samenstelling van de beroepsbevolking. De participatiegraad is gemiddeld hoger naarmate het opleidingsniveau stijgt. Naar leeftijd is de participatiegraad hoog tussen 25 en 55 jaar. Bij jongeren is dat lager, omdat een deel nog op school zit. Onder ouderen boven de 55 jaar neemt de arbeidsparticipatie wel sterk toe, maar blijft onder het gemiddelde. De participatie van vrouwen is gemiddeld lager dan van mannen. In Zuidoost-Brabant zijn de aandelen middelbaar (44%) en hoger opgeleiden (33%) vergelijkbaar met het land. De afgelopen jaren was er in Zuidoost-Brabant echter minder upgrading van de beroepsbevolking waardoor het aandeel lager opgeleiden dan ook minder is gedaald. Ook naar leeftijd en geslacht is de samenstelling vergelijkbaar: 11% is jonger dan 25 jaar, 13% is 55+ en 43% is vrouw. Bruto-participatiegraad naar opleidingsniveau 2004 en 2009
afbeelding 5
80 60 40
420
9,6
rieën 45-55 jaar en 55-65 jaar (vergrijzing). De babyboomgeneratie gaat met pensioen en verlaat de arbeidsmarkt. Er is onvoldoende aanwas van jongeren om die uitstroom te compenseren. In ZuidoostBrabant vergelijkt het proces van vergrijzing zich goed met andere arbeidsmarktregio’s.
100
Arbeidsmarktregio (x 1.000)
Nederland (x mln.)
BEROEPSBEVOLKING
2040
Bron: CBS/Statline
Huidige arbeidsparticipatie te laag om vergrijzing te compenseren Vergroting van het feitelijke aanbod, de beroepsbevolking, moet in de toekomst dus gevonden worden in verhoging van de arbeidsparticipatie. De huidige bruto participatiegraad in Zuidoost-Brabant is 69%. Dit ligt dicht onder het landelijk niveau en blijft ruim achter bij de overheidsdoelstelling van 80% (Lissabon-akkoord). Binnen de beroepsbevolking vindt een verschuiving plaats naar de leeftijdscatego-
20 0 2004
2009
2004
2009
Nederland
Nederland
Zuidoost Brabant (RPA)
Zuidoost Brabant (RPA)
Laag
Middelbaar
Hoog
Bron: CBS/Statline
Op de arbeidsmarkt is niet alleen de omvang, maar ook de kwaliteit van het aanbod belangrijk in verhouding tot de vraag. Inkomende pendel groter dan uitgaande pendel Dankzij goede verbindingen trekt Eindhoven werkverkeer uit alle omliggende regio’s, met name in de hightech-industrie. Er komen 56.000 mensen uit andere regio’s in Zuidoost-Brabant werken, terwijl 12% (in 2008 circa 38.000 personen) van de lokale werkzame beroepsbevolking in andere regio`s werkt. Voor beide pendelstromen ligt het accent op Noordoost-Brabant en Noord- en Midden-Limburg.
Regionale arbeidsmarktschetsen | juni 2010 | pagina 4
Zuidoost-Brabant kende in 2009 een sterke stijging van de werkloosheid, afgemeten aan het aantal bij het WERKbedrijf ingeschreven niet-werkende werkzoekenden (nww). Dat heeft te maken met de grote industriesector die het zwaar te verduren heeft gehad. De stijging van de werkloosheid onder jongeren is erg hoog. Naar verwachting groeit de werkloosheid nog door tot ruim 30.000 personen in 2011. De stijging vlakt wel af. Grote stijging werkloosheid Ultimo maart 2010 bedraagt het aantal nietwerkende werkzoekenden (nww) iets meer dan 23.800. Dat is 24% meer dan een jaar eerder. De gemiddelde toename in Nederland was 13%. Door de structuur is de Zuidoost-Brabantse economie erg conjunctuurgevoelig. Dit verklaart de grote werkloosheidsstijging in 2009, maar ook het feit dat het aantal nww ten opzichte van december 2009 nog nauwelijks is gestegen dankzij seizoensinvloeden. De verwachting is dan ook dat met de aantrekkende economie de werkloosheid in 2010 en 2011 minder snel stijgt. Het aantal nww’ers groeit waarschijnlijk nog tot 27.700 personen in 2010 en 30.700 in 2011. afbeelding 6
Nww-percentage maart 2010
8% of meer 7% - 8% 6% - 7% 5% - 6% minder dan 5%
fen door de crisis. Die sectoren hebben het nog steeds moeilijk. De werkloosheid onder mannen is dan ook fors gestegen. Het CBS signaleerde onlangs dat het voor vrouwen nu ook langer duurt om werk te vinden. Naar opleidingsniveau bezien heeft de crisis de middelbaar en hoger opgeleiden het sterkst getroffen. In verhouding tot de beroepsbevolking is de werkloosheid nog veruit het grootst onder ongeschoolden en lager opgeleiden. Sterkste stijging onder jongeren, maar ouderen vormen de grootste groep Tussen maart 2009 en maart 2010 is het aantal ingeschreven jongeren met 40% gestegen. Onder de 45-plussers is de stijging het laagst (19%). Landelijk is hetzelfde beeld te zien. Absoluut gezien is de groep 45-plussers de grootste leeftijdsgroep met een aandeel van 49%. Jongeren worden in eerste instantie sterker door de crisis getroffen dan ouderen doordat ze vaker uitzendwerk of tijdelijke banen hebben. Voor schoolverlaters is het gebrek aan werkervaring een extra belemmering. Desondanks is ook nu de dynamiek van inen uitstroom uit het nww-bestand onder jongeren veel hoger dan onder ouderen. Bij herstel van de economie profiteren jongeren daar via uitzendwerk ook weer sneller van. Als ouderen werkloos worden, komen ze minder snel weer aan het werk. Zij lopen grotere kans op langdurige werkloosheid. Daarom is voor ouderen mobiliteit van werk naar werk extra belangrijk. afbeelding 7
Verwacht nww-percentage 2011
8% of meer 7% - 8% 6% - 7% 5% - 6% minder dan 5%
Het nww-percentage (het aantal nww’ers ten opzichte van de beroepsbevolking) loopt op van ruim 7% nu naar meer dan 9% eind 2011. Landelijk liggen die percentages lager. Net als andere grotere steden hebben Eindhoven en Helmond een hoger nwwpercentage. In de omliggende gemeenten is dit percentage juist lager dan gemiddeld. Sterke stijging bij mannen en middelbaar opgeleiden Verschillende sectoren waar relatief veel mannen werken, zoals de industrie, bouw en transport, werden als eerste hard getrof-
Waar vraag en aanbod op de arbeidsmarkt niet goed op elkaar aansluiten ontstaan discrepanties.
Regionale arbeidsmarktschetsen | juni 2010 | pagina 5
WERKLOOSHEID Afnemende groei van de werkloosheid. Jongeren profiteren het eerst.
DISCREPANTIES Nu economisch herstel zich aankondigt, worden de structurele uitdagingen op de arbeidsmarkt weer zichtbaar: vergrijzing van de beroepsbevolking, verdienstelijking van de economie en nieuwe kraptes op de arbeidsmarkt.
Actuele en toekomstige discrepanties op de arbeidsmarkt doen zich voor als het aanbod van werkzoekenden niet overeenkomt met de voorkeuren die werkgevers hebben. Daarbij spelen structurele landelijke ontwikkelingen een belangrijke rol, maar deze verschillen regionaal in tempo en timing. Deze veranderingen bieden kansen voor participatie van werklozen op de arbeidsmarkt. In Zuidoost-Brabant doen zich onder andere discrepanties voor op de arbeidsmarkt in de sector zorg en welzijn en onder lager opgeleiden. Een arbeidsmarkt in verandering De arbeidsmarkt in Zuidoost-Brabant is de laatste jaren geconfronteerd met een aantal structurele veranderingen: regelgeving rondom uitkeringen (strengere selectie, kortere termijnen), veranderend gedrag op de arbeidsmarkt, demografische factoren en een gewijzigde werkgelegenheidsstructuur. De flexibele schil wordt steeds belangrijker op de arbeidsmarkt. Deze schil bestaat niet alleen uit personeel met een tijdelijk contract, maar ook uit zelfstandigen zonder personeel (zzp'ers) en uitzendkrachten. Werkgevers hadden in de periode van hoogconjunctuur grote tekorten aan vakbekwaam personeel. Om na de huidige recessie verzekerd te zijn van voldoende gekwalificeerd personeel zijn veel werkgevers nu bereid te investeren in het vasthouden van deze vakkrachten. Met maatregelen zoals werktijdverkorting en deeltijd-WW heeft de overheid daar op ingespeeld. Dat biedt ook voor de nabije toekomst perspectief voor afspraken met werkgevers over personeelsvoorziening. Een deel van de werkzoekenden die niet afhankelijk zijn van een uitkering trekt zich terug van de arbeidsmarkt (‘discouraged worker effect’) en is niet altijd zichtbaar in de werkloosheidsstatistieken. Dit effect wordt versterkt door kortere WW-rechten; met een werkende partner komen ze door de inkomenstoets niet altijd in de WWB terecht. De omvang van de (verborgen) arbeidsreserve beweegt zo met de conjunctuur mee. Het is zaak deze reserves tijdig te mobiliseren en fit te houden voor arbeidsmarkt om nieuwe krapte te helpen opvangen. De babyboomgeneratie verlaat het arbeidsproces met als gevolg een neerwaartse druk op beroepsbevolking, aantal werkzame personen, maar ook op de werkloosheid. De
vergrijzing manifesteert zich de komende jaren steeds sterker en levert een belangrijke bijdrage aan nieuwe kraptes op de arbeidsmarkt. Sterk vergrijsde sectoren zijn het onderwijs, overheid en landbouw. Door vergrijzing ontstaan kansen voor werkzoekenden. Sectorale structuren en daarmee ook de samenstelling van de werkgelegenheid veranderen. Dit heeft grote consequenties voor de arbeidsmarkt. Er vindt een verdere verschuiving plaats van productiewerk naar diensten. Niet alleen de vraag naar arbeid verandert, maar ook de daarbij behorende kwalificaties. Actuele en toekomstige kraptes op de regionale arbeidsmarkt staan niet los van deze algemene en structurele ontwikkelingen. Herstel leidt met vertraging tot daling van de werkloosheid In Zuidoost-Brabant is door de genoemde veranderingen op de arbeidsmarkt een omvangrijke verborgen arbeidsreserve ontstaan. In combinatie met een dempend effect op de werkloosheid van maatregelen als deeltijd-WW en School-ex, leidt economisch herstel niet meteen tot lagere werkloosheid. Mogelijk schuiven bedrijven de rekening van de kosten van de deeltijd-WW door naar de toekomst. Dit is een rem op het aantrekken van nieuw personeel. Herstel van de arbeidsmarkt verloopt via een proces van afroming. Een deel van het economisch herstel valt toe aan de ‘discouraged workers’ en aan de jongeren die er aan het begin van de recessie voor gekozen hebben om langer door te leren. Verder worden eerst deeltijd-ww'ers weer maximaal ingezet, wordt de arbeidsproductiviteit verhoogd en ‘consumeren’ zzp'ers een deel van de groei. Groepen die in de hoogconjunctuur moeilijk aan werk kwamen profiteren als laatste van een herstel: ouderen, langdurig werklozen, werklozen met een meervoudige arbeidsmarktproblematiek en arbeidsgehandicapten. Voor een belangrijk deel betreft het hier laag opgeleiden. Gericht arbeidsmarktbeleid kan helpen om de positie van deze zwakste groepen op de arbeidsmarkt te verbeteren. Lager opgeleiden krijgen het moeilijk Structurele verandering van de arbeidsmarkt vraagt om een ander gedrag van werkgevers en werkzoekenden: langer doorwerken, van baanzekerheid naar werkzekerheid, een leven lang leren en competentiegericht matchen. Het onderzoek ‘Vacatures in Nederland 2009’ laat zien dat ouderen nauwelijks worden aangenomen. Dat was in de tijd van
Regionale arbeidsmarktschetsen | juni 2010 | pagina 6
hoogconjunctuur ook al zo. Daarom is bemiddeling van werk naar werk voor ouderen extra belangrijk. Een ander hardnekkig verschijnsel is dat werkgevers vaak kandidaten aannemen met een hoger opleidingsniveau dan vereist. Deze verdringing gaat uiteindelijk ten koste van de laagst opgeleiden.
pedagogische en (para)medische beroepen is er op dit moment nog sprake van krapte. Voor de overige beroepen is de markt op dit moment (voorjaar 2010) ruim tot zeer ruim. Ontwikkeling krapte-indicator (t/m MBO niveau)
afbeelding 9
Zuidoost-Brabant 1,20 1,00
KRAP
0,80
Verdeling aangenomen personen naar leeftijdsklasse per eind juni 2009
afbeelding 8
District Zuidoost
Jonger dan 25 jaar
25-39 jaar
40-54 jaar
55 jaar en ouder
0%
10%
20%
30%
District Zuidoost
40%
50%
60%
Nederland
Hoger opgeleide werkzoekenden zijn in Zuidoost-Brabant relatief sterk vertegenwoordigd. In tijden van recessie groeit deze groep sterker dan gemiddeld. Ondanks dat het aantal hoger opgeleiden in de regio Zuidoost-Brabant relatief hoog is, geldt dat in absolute aantallen de lager opgeleiden ook in de huidige recessie de grootste groep is. De structurele veranderingen van de arbeidsmarkt (upgrading, switch naar diensten-sectoren) in de regio bieden voor deze groep weinig alternatieven. Tegengaan van verdringing kan ruimte scheppen. Ruimere arbeidsmarkt door recessie De arbeidsmarktregio Zuidoost-Brabant wordt voor 2007 en 2008 getypeerd als een zeer krappe arbeidsmarkt. De regio laat daarmee een iets extremer beeld zien dan het Nederlands gemiddelde, waar in die jaren sprake was van een krappe arbeidsmarkt. De grotere pieken en dalen op de arbeidsmarkt komen overeen met het beeld dat in Zuidoost-Brabant relatief grote conjunctuurgevoelige sectoren heeft zoals industrie en handel. Door de recessie is de arbeidsmarkt in Zuidoost-Brabant nu te typeren als ruim. Alleen voor de argrarische,
GEMIDDELD
0,40 0,20
RUIM
0,00
jan feb mrt apr mei jun jul au sep okt nov dec jan feb mrt apr mei jun jul au sep okt nov dec jan feb mrt apr mei jun jul au sep okt nov dec jan feb mrt
Hoewel er op dit moment terecht veel aandacht is voor jeugdwerkloosheid, moet op tijd de aandacht worden gericht op ouderen. Jongeren behoren tot de groep werkzoekenden die over het algemeen voldoen aan de voorwaarden om snel werk te vinden (jong, goedkoop, goed en recent opgeleid). De uitstroom van ouderen naar de arbeidsmarkt blijft ook bij economisch herstel problematisch.
0,60
2007 Krapte-indicator Nederland
2008
2009
2010
Krapte-indicator Zuidoost-Brabant
De ruime arbeidsmarkt is ook af te lezen aan het hoge nww-percentage voor de regio van 7,2% in 2010 tegenover 5,5% voor de crisis in maart 2008. Als gevolg van een stijgende arbeidsproductiviteit in combinatie met gelijkblijvende werkgelegenheid in 2010 en 2011 wordt er een verdere stijging van de werkloosheid verwacht in ZuidoostBrabant naar ruim 9%. Tekorten in de zorgsector verwacht De enige sector waarvoor in 2011 een substantiële groei van het aantal banen wordt verwacht is de zorgsector. Dit betekent dat de deelkraptes in deze sector zullen terugkeren: verpleegkundigen (niveau 4) en gespecialiseerde verpleegkundigen (operatie-assistenten, intensive careverpleegkundigen, anesthesie-assistenten en dialyseverpleegkundigen). Kansen voor lager gekwalificeerd personeel zijn er ook. Uit de Colo-barometer blijkt dat door de introductie van zorgzwaartepakketten meer lager gekwalificeerd personeel wordt ingezet. Hierop kan actief worden ingespeeld door het inzetten van arrangementen. Zuidoost-Brabant moet maximaal inzetten op mobiliteit. Intersectorale mobiliteit wordt steeds belangrijker. Een deel van het verlies aan banen in de industrie komt niet meer terug. Dit betekent dat werkzoekenden zich moeten richten op banen in andere sectoren. De inspanningen die hiermee gepaard gaan zijn groot, aangezien de kwalitatieve discrepanties groter zijn dan bij intrasectorale mobiliteit. Daarnaast is het van belang interregionale mobiliteit te versterken. Gezien de ruime arbeidsmarkt in de arbeidsmarktregio Zuidoost-Brabant moet een deel van de werkzoekenden actiever op zoek naar werk buiten de eigen regio. Op deze wijze verkleint men ook de kwalitatieve mismatch tussen de beschikbare banen en werkzoekenden.
Regionale arbeidsmarktschetsen | juni 2010 | pagina 7
Colofon Regionale arbeidsmarktschetsen, juni 2010 De regionale arbeidsmarktschets is een uitgave van UWV WERKbedrijf, die twee maal per jaar verschijnt voor 30 arbeidsmarktregio’s. Arbeidsmarktregio samenstelling De arbeidsmarktregio Zuidoost-Brabant bestaat uit de WERKpleinen Bladel, Eindhoven, Peelland en Valkenswaard. De gemeenten Asten, Bergeijk, Best, Bladel, Deurne, Eersel, Eindhoven, Geldrop-Mierlo, Gemert-Bakel, HeezeLeende, Helmond, Laarbeek, Nuenen Ca, Oirschot, Reusel-De Mierden, Someren, Son en Breugel, Valkenswaard, Veldhoven en Waalre maken deel uit van deze arbeidsmarktregio. Redactie Yves Pilet (tevens eindredactie), Suzanne IJzerman, Roland Keiren, Erik Siebers, Erik Stam, Roelof van der Velde en Willem van der Velde. Auteurs District Midden- en Oost-Brabant Gerald Ahn, Jeroen van den Berg, Daniëlle Hofs, Suzanne IJzerman en Michel van Smoorenburg Redactieadres UWV WERKbedrijf Afdeling Arbeidsmarketing, team arbeidsmarktinformatie Waagstraat 1 Postbus 6407 5600 HK Eindhoven
Alles uit deze uitgave mag worden overgenomen, echter uitsluitend met bronvermelding. Aan deze uitgave kunnen geen rechten worden ontleend. © UWV WERKbedrijf, Amsterdam.
Regionale arbeidsmarktschetsen | juni 2010 | pagina 8
Monitor kans op werk - in regio’s en beroepen 4e kwartaal 2010
Monitor Kans op Werk – 4e kwartaal 2010
Inhoudsopgave Samenvatting ....................................................................................................... 3 1. Inleiding ........................................................................................................... 4 2. Uitstroompercentage naar beroep en regio............................................................ 5 2.1 Mogelijkheden naar beroep ............................................................................. 5 2.2 Mogelijkheden naar regio ............................................................................... 6 3. Krapte naar beroepsgroep en regio .....................................................................10 3.1 Definitie krapte ............................................................................................10 3.2 Mogelijkheden naar beroep ............................................................................10 3.3 Mogelijkheden naar regio ..............................................................................12 4. Vacatures ........................................................................................................16 4.1 Vacaturemarkt en vacaturegraad ....................................................................16 4.2 Vacature top 10 UWV WERKbedrijf .................................................................17 Bijlage 1
Uitstroom ...........................................................................................18
Bijlage 2
Krapte ...............................................................................................20
2
Monitor Kans op Werk – 4e kwartaal 2010
Samenvatting Waar vind ik op dit moment een baan? De Monitor kans op werk geeft belangstellenden en vakdeskundigen inzicht in welke beroepsgroepen en regio’s de ‘beste’ mogelijkheden zijn om een baan te vinden. Daarbij is gekeken naar drie indicatoren: het uitstroompercentage, de krapte en de vacaturemarkt in Nederland en de vacature top 10 van UWV WERKbedrijf. Een indicator voor de kansen op de arbeidsmarkt is het uitstroompercentage naar beroepsgroep en regio. Hierbij wordt gedurende drie maanden de totale uitstroom van niet-werkende werkzoekenden vergeleken met het aantal niet-werkende werkzoekenden. Dit levert een percentage op (uitstroompercentage) wat gezien kan worden als indicator voor de kans op werk. De beroepsklassen met de hoogste uitstroom zijn informaticaberoepen en medische en paramedische beroepen (zie hoofdstuk 2). De beroepsklassen met de laagste uitstroompercentages zijn de verzorgende en dienstverlenende beroepen en de agrarische beroepen. Bij het lage uitstroompercentage van de agrarische beroepen spelen seizoensinvloeden een duidelijke rol. Naar regio zijn er grote verschillen. De hoogste uitstroompercentages zijn te vinden in Midden- en West-Brabant, Zeeland, Midden- en Oost-Utrecht, Zuid-Kennemerland en Noord-Kennemerland en West-Friesland. In Zuid-Gelderland is het uitstroompercentage laag. De krapte-indicator biedt inzicht in de arbeidsmarktkansen in regio’s en beroepsklassen tot en met mbo-niveau. De krapte-indicator geeft de verhouding weer tussen het aantal openstaande vacatures (bij UWV WERKbedrijf ingediend) en het aantal kortdurend werklozen tot en met mbo-niveau. Zijn er veel vacatures ten opzichte van het aantal kortdurend werklozen, dan wordt gesproken van een krappe arbeidsmarkt; zijn er juist weinig vacatures dan wordt de arbeidsmarkt getypeerd als ruim. De arbeidsmarkt in Nederland is in het 4e kwartaal van 2010 te typeren als ruim. Daarbinnen is echter onderscheid naar beroepsklasse en naar arbeidsmarktregio. Zo is de arbeidsmarkt voor openbare orde en veiligheidsberoepen te typeren als krap. Voor de overige beroepsklassen is de arbeidsmarkt te betitelen als ruim. Binnen de regio’s is er sprake van een gedifferentieerd beeld. Alleen in Zuid-Kennemerland is de arbeidsmarkt momenteel krap; in de overige regio’s varieert de typering van de arbeidsmarkt van gemiddeld tot zeer ruim. Het aantal ontstane vacatures in Nederland is in 2010 hoger dan in 2009. In het derde kwartaal van 2010 zijn er 197.000 vacatures ontstaan (tegenover 183.000 een jaar eerder). Aan het eind van het derde kwartaal 2010 zijn er 123.400 openstaande vacatures. Het aantal openstaande vacatures kan afgezet worden tegen het aantal banen van werknemers. Dit is de vacaturegraad. In 2009 was de vacaturegraad laag (<10%). In 2010 is de vacaturegraad in het derde kwartaal toegenomen tot 16%. Een aantal sectoren kent een hoge vacaturegraad, zoals delfstoffenwinning en informatie en communicatie. Sectoren met een lage vacaturegraad zijn onderwijs en openbaar bestuur (CBS). Bij UWV WERKbedrijf worden ook vacatures ingediend door werkgevers. In het vierde kwartaal van 2010 zijn er in totaal bijna 41.000 openstaande vacatures gemiddeld per maand. De meeste openstaande vacatures zijn voor middelbaar en lager geschoold personeel als productiemedewerkers, chauffeurs, commercieel employés, interieurverzorgers en verzorgend personeel. Uit onderzoek van UWV Werkbedrijf blijkt onder meer dat slechts een klein deel van de werkgevers in het afgelopen jaar problemen heeft ondervonden bij de personeelsinvulling. Het aantal moeilijk vervulbare vacatures is afgenomen van 40% in 2008 naar 20% in 2010. Dit duidt op een ruime arbeidsmarkt. Werkgevers verwachten echter in de komende twee jaar meer moeite te gaan krijgen met het vervullen van vacatures. Waar er nu nog, in zijn algemeenheid, sprake is van een ruime arbeidsmarkt, verwacht UWV, dat de arbeidsmarkt de komende jaren steeds krapper zal worden als gevolg van o.a. vergrijzing, ontgroening en technologische innovatie. Daarbij zal het niet alleen gaan om een kwantitatief probleem, maar er zullen vooral ook kwalitatieve uitdagingen liggen. Als regio’s met en zonder krapte, maar ook met hoge en lage uitstroom bij elkaar in de buurt liggen, biedt interregionale samenwerking en bemiddeling meer kans op vacaturevervulling en hogere uitstroom.
3
Monitor Kans op Werk – 4e kwartaal 2010
1. Inleiding De behoefte aan arbeidsmarktinformatie is zeer divers, afhankelijk van het doel van de gebruiker. Daarom biedt UWV WERKbedrijf haar arbeidsmarktinformatie langs verschillende wegen en via verschillende producten aan. Eén daarvan is deze Monitor kans op werk. Doel Monitor kans op werk Waar vind ik op dit moment een baan en in welke beroepsgroep? Beide vragen staan centraal in deze Monitor kans op werk in regio’s en beroepen. UWV WERKbedrijf heeft als één van haar wettelijke taken de arbeidsmarkt transparant te maken. Door een optimale transparantie worden vacatures namelijk sneller opgevuld en wordt de werkloosheidsduur geminimaliseerd. Werkgevers willen geïnformeerd worden waar zij geschikt personeel kunnen vinden. Werkzoekenden willen weten waar mogelijkheden zijn om een baan te vinden. Deze Monitor helpt bij het inzichtelijk maken in welke beroepen er mogelijkheden zijn en welke regio’s ruimte bieden voor arbeidsinpassing. Doelgroep en frequentie Monitor kans op werk De Monitor kans op werk verschijnt één keer per kwartaal en is vooral bedoeld voor mensen die de regionale arbeidsmarkt als werkveld hebben. Denk hierbij onder andere aan: UWV WERKbedrijf gemeenten, provincies en onderwijs. Concreet is deze Monitor nuttig voor degenen die op het niveau van management, bestuur en beleid acteren. Ook voor de werkcoaches kan deze Monitor als achtergrondinformatie nuttig zijn. Door de per 1 juli 2008 ingevoerde Wet Passende Arbeid Werkaanbod (PAWA) is de werkloze verplicht om binnen de door de wet gestelde grenzen een werkaanbod van ieder opleidingsniveau te accepteren. Dit rapport kan nuttig zijn om werklozen te wijzen op kansen en mogelijkheden op de (regionale) arbeidsmarkt. Bereik Monitor kans op werk De cijfers die in deze Monitor gebruikt worden, zijn afkomstig uit: de bij UWV WERKbedrijf geregistreerde vacatures en niet-werkende werkzoekenden (zowel stand als uitstroom). Tenzij anders vermeld, hanteert deze Monitor de gemiddelde maandcijfers over het afgelopen kwartaal (oktober t/m december 2010); cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) die betrekking hebben op de totale Nederlandse arbeidsmarkt. De arbeidsmarktkansen zijn gebaseerd op twee indicatoren, te weten het uitstroompercentage en de krapte-indicator. Het uitstroompercentage is gebaseerd op de verhouding van de totale uitstroom gedurende de laatste 3 maanden en het gemiddeld aantal werklozen en geeft daamee een indicatie voor de kans op werk. De krapte-indicator is gebaseerd op de verhouding van het aantal openstaande vacatures en het aantal kortdurend werklozen geregistreerd bij UWV WERKbedrijf tot en met mbo-niveau. De krapte-indicator geeft daarmee een typering van de arbeidsmarkt tot en met mbo-niveau. Inhoud In de Monitor komen in de afzonderlijke hoofdstukken de volgende onderwerpen aan de orde: uitstroompercentages naar beroepsgroep en regio; krapte naar beroepsgroep en regio; de vacaturegraad (CBS) en vacature top 10 (UWV WERKbedrijf). Deze informatie levert een zo goed mogelijk beeld op van de kansen op de arbeidsmarkt. Meer informatie De Monitor kans op werk biedt inzicht in de mogelijkheden naar werk en regio. Verdere informatie over de arbeidsmarkt treft u aan op www.werk.nl onder het tabblad “UWV WERKbedrijf” en de rubriek “arbeidsmarkt”.
4
Monitor Kans op Werk – 4e kwartaal 2010
2. Uitstroompercentage naar beroep en regio In dit hoofdstuk wordt gekeken naar de uitstroommogelijkheden voor de verschillende beroepsklassen en regio’s. De uitgebreide tabellen (gemiddelde uitstroom en aantal niet-werkend werkzoekenden naar beroepsklasse en arbeidsmarktregio) zijn in bijlage 1 opgenomen.
2.1 Mogelijkheden naar beroep In diverse rapportages van UWV WERKbedrijf wordt het aantal niet-werkende werkzoekenden weergegeven. Deze aantallen worden vaak vergeleken met de aantallen een bepaalde periode eerder, de standcijfers. UWV WERKbedrijf beschikt ook over dynamische cijfers, de in- en uitstroomcijfers. Deze aantallen geven de dynamiek in een bepaalde periode weer. Er zijn diverse redenen om uit te stromen uit de bestanden van UWV. Naast het uitstromen naar werk, kan hierbij gedacht worden aan uitstromen in verband met het behalen van de pensioengerechtigde leeftijd. Niet iedere niet-werkende werkzoekende (of nww) stroomt derhalve uit naar werk. Het uitstroompercentage1 kan wel worden beschouwd als een indicatie voor mogelijkheden om werk te vinden. De uitstroomcijfers zijn gebaseerd op de maanden september, oktober en november. De definitieve uitstroomcijfers van december zijn pas bekend in februari 2011. In onderstaande tabel wordt het uitstroompercentage getoond voor de verschillende beroepsklassen op landelijk niveau. Over alle beroepsgroepen gemeten is het gemiddelde uitstroompercentage 9,7%. Tabel 1
Uitstroompercentage naar beroepsklasse
Beroepsklasse
%
Informatica beroepen
11,0%
Medische en paramedische beroepen
11,0%
Pedagogische beroepen
10,6%
Openbare orde- en veiligheidsberoepen
10,5%
Sociaal-culturele beroepen
10,4%
Transportberoepen
10,4%
Economisch-administratieve beroepen
10,0%
Technische en industrieberoepen
9,8%
Culturele beroepen
9,7%
Agrarische beroepen
9,3%
Verzorgende en dienstverlenende beroepen
8,8%
Gemiddeld
9,7%
In tabel 1 is te zien dat de uitstroom en dus de reële mogelijkheid om werk te vinden, het grootst is in de bovenste beroepsgroepen van de tabel, met name de informaticaberoepen en medische en paramedische beroepen. De uitstroom voor agrarische beroepen is momenteel laag; hierbij spelen seizoensinvloeden een duidelijke rol.
1
Het uitstroompercentage is gebaseerd op de uitstroomquote: de verhouding tussen de uitstroom nww in een bepaalde maand en de stand nww aan het begin van die maand. De uitstroom is gecorrigeerd voor administratieve mutaties.
5
Monitor Kans op Werk – 4e kwartaal 2010
2.2 Mogelijkheden naar regio Nederland is verdeeld in 30 arbeidsmarktregio’s. Bij de start van UWV WERKbedrijf is die indeling afgesproken in overleg met het ministerie van SZW en met de Vereniging van Nederlandse gemeenten (VNG). Met een indeling in 30 arbeidsmarktregio’s wordt een redelijk fijnmazig beeld van de arbeidsmarkt gepresenteerd. In deze paragraaf worden de uitstroompercentages naar beroepsklassen en arbeidsmarktregio getoond. In de uitstroompercentages naar beroepsklasse treden aanzienlijke verschillen op tussen arbeidsmarktregio’s. Onderstaande figuren tonen per beroepsklasse de uitstroompercentages aan voor iedere regio.
Afbeelding 1
Uitstroom totaal (links) en informaticaberoepen (rechts)
Uitstroompercentage 11% of meer 10% tot 11% 9% tot 10% 8% tot 9% minder dan 8%
De mogelijkheden voor het vinden van een baan zijn het beste in Midden- en West-Brabant, Zeeland, Midden- en Oost-Utrecht, Zuid-Kennemerland en Noord-Kennemerland en West-Friesland. Het totale uitstroompercentage in Zuid-Gelderland is laag (zie afbeelding 1 links). Het uitstroompercentage van informaticaberoepen is hoger dan gemiddeld (zie tabel 1). Daarmee is het vinden van een baan in informaticaberoepen in een groot deel van Nederland relatief makkelijker dan gemiddeld. Dit geldt echter niet voor Zuid-Gelderland, Holland Rijnland, Zaanstreek/Waterland en Zeeland (zie afbeelding 1 rechts).
6
Monitor Kans op Werk – 4e kwartaal 2010
Afbeelding 2
Uitstroom (para)medische beroepen (links) en pedagogische beroepen (rechts)
Uitstroompercentage 11% of meer 10% tot 11% 9% tot 10% 8% tot 9% minder dan 8%
Het uitstroompercentage voor de medische en paramedische beroepen is in een groot deel van Nederland hoger dan gemiddeld. Het vinden van een baan in de medische en paramedische beroepen is relatief makkelijker in de zuidelijke helft van Nederland, met uitzondering van Zuid-Limburg (zie afbeelding 2 links). Dit geldt ook voor de pedagogische beroepen. In en rondom Groot Amsterdam en Rijnmond zijn de uitstroompercentages voor de pedagogische beroepen lager dan gemiddeld (zie afbeelding 2 rechts).
Afbeelding 3
Uitstroom openbare orde en veiligheidsberoepen (links) en sociaal-culturele beroepen (rechts)
Uitstroom percentage 11% of meer 10% tot 11% 9% tot 10% 8% tot 9% minder dan 8%
Bij de openbare orde- en veiligheidsberoepen is het verschil tussen Groningen (laag) en Drenthe (hoog) opvallend. Dit geldt ook voor Zuid-Gelderland en Noordoost-Brabant (afbeelding 3 links). De uitstroompercentages van de sociaal-culturele beroepen leveren een divers beeld op (afbeelding 3 rechts).
7
Monitor Kans op Werk – 4e kwartaal 2010
Afbeelding 4
Uitstroom transportberoepen (links) en economisch-administratieve beroepen (rechts)
Uitstroompercentage 11% of meer 10% tot 11% 9% tot 10% 8% tot 9% minder dan 8%
Bij de transportberoepen zijn de hoge uitstroompercentages in Zuid-Nederland opvallend (afbeelding 4 links). Bij de economisch-administratieve beroepen scoren de regio’s in en rond Utrecht hoog, evenals Noord-Kennemerland en West-Friesland (afbeelding 4 rechts). In deze regio’s is het relatief makkelijk om een baan te vinden in de genoemde beroepen.
Afbeelding 5
Uitstroom technische en industrieberoepen (links) en culturele beroepen (rechts)
Uitstroompercentage 11% of meer 10% tot 11% 9% tot 10% 8% tot 9% minder dan 8%
De mogelijkheden voor de technische en industrieberoepen zijn goed in (een groot deel van) Noord-Brabant en Zeeland, evenals in Utrecht, Achterhoek en Noord-Kennemerland en WestFriesland (afbeelding 5 links). Voor de culturele beroepen zijn de uitstroompercentages in het algemeen het hoogst in het westen van Nederland (afbeelding 5 rechts).
8
Monitor Kans op Werk – 4e kwartaal 2010
Afbeelding 6
Uitstroom agrarische beroepen (links) en verzorgende en dienstverlenende beroepen (rechts)
Uitstroompercentage 11% of meer 10% tot 11% 9% tot 10% 8% tot 9% minder dan 8%
Voor de agrarische beroepen zijn de mogelijkheden in het algemeen het beste in het westen en zuiden van Nederland, behalve in Rijnmond (afbeelding 6 links). Voor de verzorgende en dienstverlenende beroepen zijn de mogelijkheden voor het vinden van een baan het beste in het zuiden van Nederland, in en rond Utrecht en Noord-Kennemerland en West-Friesland (afbeelding 6 rechts). UWV WERKbedrijf verwacht voor 2011 een verdere daling van het aantal niet-werkende werkzoekenden. Dit komt met name door een herstel van de werkgelegenheid en een aantrekkende vacaturemarkt. Het herstel geldt voor vrijwel alle sectoren, met uitzondering van de overheid en de financiële sector. Voor de sector bouw wordt een moeilijk jaar verwacht. Verder worden er vooral meer banen verwacht in de sectoren zorg en welzijn, horeca, handel en in de zakelijke dienstverlening. Verwacht mag worden dat de uitstroompercentages in 2011 in deze sectoren hoger liggen dan in andere sectoren. In dit hoofdstuk was te zien dat de uistroompercentages voor iedere beroepsklasse en regio erg verschilden van elkaar. In sommige regio’s is het uitstroompercentage laag voor bepaalde beroepsklassen, terwijl in nabijgelegen regio’s het uitstroompercentage hoog is. Interregionale bemiddeling kan een rol spelen bij het verhogen van het uitstroompercentage.
9
Monitor Kans op Werk – 4e kwartaal 2010
3. Krapte naar beroep en regio Een andere indicator voor de kansen op de arbeidsmarkt is de krapte. In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de krapte naar beroepsgroep en regio. De uitgebreide tabellen (aantal openstaande vacatures, aantal kortdurend werklozen en typering van de arbeidsmarkt) zijn in bijlage 2 opgenomen.
3.1 Definitie krapte Krapte is de verhouding tussen vraag en aanbod. Kort gesteld geeft krapte aan hoeveel werkzoekenden er zijn voor een vacature. Daarbij wordt uitgegaan van het direct bemiddelbaar aanbod van UWV WERKbedrijf. Dit zijn niet-werkende werkzoekenden die maximaal 6 maanden werkloos zijn. Als er sprake is van relatief veel openstaande vacatures ten opzichte van het aanbod, wordt gesproken van een (zeer) krappe arbeidsmarkt. Dit betekent dat het voor werkgevers moeilijk is om personeel te vinden. Als er sprake is van relatief weinig openstaande vacatures ten opzichte van het aanbod, wordt gesproken van een (zeer) ruime arbeidsmarkt. Voor werkzoekenden betekent dit dat het moeilijk is om een baan te vinden. Onderstaande tabel laat zien hoe de verhouding is tussen het aantal openstaande vacatures en het aantal niet-werkende werkzoekenden bij de verschillende arbeidsmarkttyperingen.
Tabel 2 Vacatures
Betekenis krapte Nww
Verhouding
Typering
10
> 40
< 0,25
10
40 - 25
0,25 - 0,40
Zeer ruime arbeidsmarkt Ruime arbeidsmarkt
10
25 - 18
0,40 - 0,55
Gemiddelde arbeidsmarkt
10
18 - 14
0,55 - 0,70
Krappe arbeidsmarkt
10
< 14
> 0,70
Zeer krappe arbeidsmarkt
Hierbij moet worden aangetekend dat ook in een (zeer) ruime markt, door dynamiek van vervangingsvraag, altijd mensen een weg naar een andere baan weten te vinden.
3.2 Mogelijkheden naar beroep De arbeidsmarkt wordt op verschillende manieren beïnvloed door de economie. De vraag naar uitzendmedewerkers en het aantal openstaande vacatures is in 2009 snel en sterk teruggelopen. In 2010 en met name in de laatste maanden groeit de vacaturemarkt weer. In het algemeen is het aantal openstaande vacatures in 2010 beduidend hoger dan in 2009. Uit onderzoek van UWV Werkbedrijf blijkt onder meer dat slechts een klein deel van de werkgevers in het afgelopen jaar problemen heeft ondervonden bij de personeelsinvulling. Het aantal moeilijk vervulbare vacatures is afgenomen van 40% in 2008 naar 20% in 2010. Dit duidt op een ruime arbeidsmarkt. Werkgevers verwachten echter in de komende twee jaar meer moeite te krijgen met het vervullen van vacatures. Waar er nu nog sprake is van een ruime arbeidsmarkt, verwacht UWV WERKbedrijf dat de arbeidsmarkt de komende jaren steeds krapper wordt als gevolg van o.a. vergrijzing en ontgroening. Daarbij zal het niet alleen gaan om een kwantitatief probleem. Er liggen vooral ook kwalitatieve uitdagingen, waarbij gekeken moet worden of de werkervaring en/of opleiding van werklozen aansluit bij de vraag. In onderstaande tabellen wordt de verhouding getoond tussen het aantal openstaande vacatures (vraag) en het aantal kortdurend werklozen (aanbod) naar beroepsklasse voor Nederland. Dat is vraag en aanbod op landelijk niveau, zoals door UWV WERKbedrijf is geregistreerd over het vierde kwartaal van 2010. In het vierde kwartaal van 2010 is de krapte-indicator te typeren als ruim. De indicator is daarmee ongewijzigd gebleven ten opzichte van het derde kwartaal van 2010. In de meeste beroepsklassen is een ruim tot zeer ruim aanbod aanwezig. Dit betekent dat het voor veel werkzoekenden moeilijk is een baan te vinden.
10
Monitor Kans op Werk – 4e kwartaal 2010
In tabel 3 worden de krappe beroepsklassen getoond.
Tabel 3
Vraag, aanbod en krapte-indicator (t/m mbo-niveau) gemiddelde 4e kwartaal 2010
Beroepsklasse
Aantal
ROA-indeling
Nww
Krapte
Typering
40.794
134.283
0,30
Ruim
1.601
2.042
0,79
Zeer krap
Vacatures
Alle beroepen
Openbare orde- en veiligheidsberoepen
Openbare orde- en veiligheidsberoepen Er bestaat voor deze beroepssector een grote mate van krapte op de arbeidsmarkt. De krapte strekt zich uit over leger, politie, brandweer en beveiliging. Het gaat dan vooral om lagere en middelbare uitvoerende beroepen. In tabel 4 is af te lezen dat voor bijna alle overige weergegeven beroepsklassen de arbeidsmarkt ruim tot zeer ruim is te noemen. Alleen voor de medische en paramedische beroepen is de arbeidsmarkt te typeren als gemiddeld.
Tabel 4
Vraag, aanbod en krapte-indicator (t/m mbo-niveau) gemiddelde 4e kwartaal 2010
Beroepsklasse
Nww
Krapte
Typering
40.794
134.283
0,30
Ruim
852
1.615
0,53
Gemiddeld
Technische en industrieberoepen
14.025
42.997
0,33
Ruim
Verzorgende en dienstverlenende beroepen
11.738
35.445
0,33
Ruim
ROA-indeling Alle beroepen
Medische en paramedische beroepen
Transportberoepen
Aantal vacatures
4.380
13.698
0,32
Ruim
Informaticaberoepen
421
1.395
0,30
Ruim
Pedagogische beroepen
146
573
0,25
Ruim
Agrarische beroepen
953
4.103
0,23
Zeer ruim
6.168
29.568
0,21
Zeer ruim
Sociaal-culturele beroepen
402
1.926
0,21
Zeer ruim
Culturele beroepen
107
922
0,12
Zeer ruim
Economisch-administratieve beroepen
Als er binnen deze overige beroepsklassen gekeken wordt naar de afzonderlijke beroepen dan zijn er de volgende mogelijkheden. Medisch en paramedische beroepen De sector als geheel is te typeren als gemiddeld. Binnen de sector is krapte voor de verpleeghulpen en (leerling)verpleegkundigen. Agrarische beroepen Het seizoenswerk loopt ten einde en daarmee verdwijnt de krapte in deze sector naar de achtergrond. Technische en industrieberoepen
11
Monitor Kans op Werk – 4e kwartaal 2010
Er is voor deze beroepssector als geheel sprake van een ruime markt. In vergelijking met het vorige kwartaal is de situatie verslechterd door een afname van het aantal vacatures. Er is nog wel krapte in enige deelsectoren. Deze spitst zich toe op bankwerkers en lassers, weg- en waterbouwkundige arbeiders, procesoperators en mechanisch operators en diverse elektro- en elektronicamonteurs. Transportberoepen Voor deze beroepssector is de situatie sterk verslechterd voor werkzoekenden ten opzichte van het vorige kwartaal. Nu is er sprake van een ruime markt. Alleen voor enkele binnenvaartberoepen is nog sprake van krapte. Overige beroepsklassen Voor de overige beroepsklassen is soms sprake van krapte in specifieke beroepen. Bij de informaticaberoepen is er krapte bij gespecialiseerde programmeurs; Bij de verzorgende en dienstverlenende beroepen is sprake van krapte bij gespecialiseerde koks (exotisch).
3.3 Mogelijkheden naar regio In de vorige paragraaf is de krapte naar beroepsklasse voor heel Nederland aan de orde geweest. In deze paragraaf wordt gekeken of de krapte zich in iedere arbeidsmarktregio voordoet en in welke beroepsklasse. Voor Nederland is de arbeidsmarkt te typeren als ruim. Er zijn regio’s waar de arbeidsmarkt zeer ruim te noemen is (zoals bijvoorbeeld Midden-Brabant, Rijnmond en Twente). Er zijn ook regio’s waar de arbeidsmarkt te typeren is als gemiddeld (zoals Zuidoost-Brabant, IJsselvechtstreek en Rijnmond). Alleen in de regio Zuid-Kennemerland is de arbeidsmarkt te typeren als krap (zie afbeelding 7 links). De verdeling van de krapte over de regio’s en beroepsklassen levert een gedifferentieerd beeld op. In de volgende figuren is te zien hoe de krapte op de regionale arbeidsmarkt in het vierde kwartaal van 2010 voor de beroepsklassen tot en met het mbo-niveau er uitziet. De regio’s met beroepsklassen met een “zeer krappe” arbeidsmarkt zijn in de kaarten rood gemarkeerd en die met een “krappe” arbeidsmarkt zijn oranje gemarkeerd. De regio’s met een “(zeer) ruime” arbeidsmarkt zijn in de kaarten groen gemarkeerd. Gebieden met onvoldoende waarnemingen worden blanco afgebeeld. Landelijk is er grote krapte te zien bij de openbare orde en veiligheidsberoepen. Dat vertaalt zich in een fors aantal regio’s waar sprake is van een (zeer) krappe arbeidsmarkt, maar ook regio’s waar nog een overschot aan personeel bestaat voor deze beroepsgroep. Zo bestaat er grote krapte in Oost-Utrecht en Midden-Gelderland en een zeer ruime markt in Flevoland en Gooi- en Vechtstreek en de Achterhoek (zie afbeelding 7 rechts). Bij de medische en paramedische beroepen is te zien is dat de aanduiding “zeer krap” en “zeer ruim” in elkaars nabijheid voorkomen. Zo is die deelmarkt in Noordoost-Brabant en Midden-Utrecht “zeer krap” maar in aangrenzende regio’s zoals Zuid-Gelderland en Flevoland juist “zeer ruim”. Ook in het westen komt deze situatie voor. Een zeer krappe markt in Haaglanden en een ruime markt in Rijnmond geeft aan dat er kansen liggen om mensen aan het werk te helpen (zie afbeelding 8 links).
12
Monitor Kans op Werk – 4e kwartaal 2010
Afbeelding 7
Krapte totaal (links) en openbare orde en veiligheidsberoepen (rechts)
Typering krapte zeer krap krap gemiddeld ruim zeer ruim
Afbeelding 8
Krapte (para)medische beroepen (links) en verzorgende en dienstverlenende beroepen (rechts)
Typering krapte zeer krap krap gemiddeld ruim zeer ruim
13
Monitor Kans op Werk – 4e kwartaal 2010
Afbeelding 9
Krapte technische en industrieberoepen (links) en transportberoepen beroepen (rechts)
Typering krapte zeer krap krap gemiddeld ruim zeer ruim
Afbeelding 10
Krapte informaticaberoepen (links) en pedagogische beroepen (rechts)
Typering krapte zeer krap krap gemiddeld ruim zeer ruim
14
Monitor Kans op Werk – 4e kwartaal 2010
Afbeelding 11
Krapte agrarische beroepen (links) en sociaal-culturele beroepen (rechts)
Typering krapte zeer krap krap gemiddeld ruim zeer ruim
Afbeelding 12
Krapte economisch-administratieve beroepen (links) en culturele beroepen (rechts)
Typering krapte zeer krap krap gemiddeld ruim zeer ruim
In bovenstaande afbeeldingen is de krapte naar beroepsklasse en regio weergegeven. Opvallend is dat regio’s met grote krapte naast regio’s kunnen liggen waar geen krapte is. Betere samenwerking en vormen van interregionale bemiddeling kunnen geografische fricties op deelmarkten verminderen. Zo zijn er mogelijkheden om de plaatsing te stimuleren door bij de arbeidsbemiddeling verder te kijken dan alleen de eigen arbeidsmarktregio. Pendel is één van de oplossingen om in de krapte te voorzien. De bereidheid om een flinke afstand te pendelen is vooral bij hoger opgeleiden en in de bouw groot. Daarvoor is ook een rol weggelegd voor werkgevers-organisaties om financiële of organisatorische belemmeringen weg te nemen.
15
Monitor Kans op Werk – 4e kwartaal 2010
4. Vacaturemarkt, vacaturegraad en vacatures UWV WERKbedrijf In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de vacaturegraad (Centraal Bureau voor de Statistiek, CBS) en op de vacatures die door werkgevers zijn ingediend bij UWV WERKbedrijf.
4.1 Vacaturemarkt en vacaturegraad Aan het eind van het derde kwartaal van 2010 meet het CBS 123.400 openstaande vacatures in Nederland. De meeste openstaande vacatures in Nederland zijn voor de sector handel (24.400). Daarnaast zijn er nog veel openstaande vacatures voor de sectoren zorg en welzijn(17.700), specialistische zakelijke diensten (12.200) en industrie (11.400). Ten opzichte van vorig jaar is vooral het aantal openstaande vacatures in handel en industrie toegenomen. In het derde kwartaal zijn er 197.000 vacatures ontstaan in Nederland. Het aantal ontstane vacatures in het derde kwartaal van 2010 is hoger dan in 3e kwartaal van 2009. Om een totaal beeld van de vacaturemarkt te krijgen –waarin vacatures op ieder niveau zijn vertegenwoordigd- wordt in afbeelding 13 de vacaturegraad per bedrijfstak van het CBS getoond. De vacaturegraad is het aantal openstaande vacatures per ultimo kwartaal per 1.000 werknemersbanen. Deze indicator geeft daarmee een indruk van de omvang van de vacaturemarkt aan het einde van een kwartaal. De ontwikkeling van de vacaturegraad kan, behalve de conjunctuurbeweging ook het seizoenspatroon laten zien. Door de krapte op de arbeidsmarkt was de vacaturegraad (openstaande vacatures gedeeld door het aantal banen van werknemers) in 2007 opgelopen tot ruim 14%. Tijdens de recessie liep dit percentage terug tot iets meer dan 9% in 2009. In 2010 is de vacaturegraad weer toegenomen.
Vacaturegraad in Nederland naar sector 3e kwartaal 2010
Afbeelding 13 Delfstoffenwinning
35
Informatie en communicatie
32
Horeca
27
Energievoorziening
24
Specialistische zakelijke diensten
23
Financiële dienstverlening
23
Overige dienstverlening
19
Handel
19
Cultuur, sport en recreatie
17
Bouwnijverheid
16
Alle economische activiteiten
16
Gezondheids- en welzijnszorg
14
Industrie
14
Waterleidingbedrijven en afvalbeheer
13
Verhuur en handel van onroerend goed
12
Landbouw, bosbouw en visserij
12
Verhuur en overige zakelijke diensten
11
Vervoer en opslag
10
Openbaar bestuur en overheidsdiensten
9
Onderwijs
7 0
10
20
30
40
Een vacaturegraad die boven het gemiddelde uitkomt, geeft aan dat in die sector veel personeel moet worden geworven. Dat kan veroorzaakt worden door o.a. vervanging in verband met uittreding en pensionering. Daarbij kan gedacht worden aan sectoren die behoorlijk vergrijsd zijn zoals de sector energievoorziening. Ook personeelsuitbreiding kan een rol spelen als oorzaak voor een hoge vacaturegraad zoals in een sector als informatie en communicatie. Tenslotte zijn er sectoren die vanouds een hoge “labour turnover” hebben zoals de horeca waarbij in hoog tempo vacatures worden vervuld en weer openvallen. Sterk vergrijsde sectoren zoals onderwijs, openbaar bestuur en landbouw kennen een zeer lage vacaturegraad. Blijkbaar weet men andere (organisatorische) oplossingen te bedenken dan het opvullen van openvallende arbeidsplaatsen. In ieder geval blijkt dat er relatief veel vacatures zijn –
16
Monitor Kans op Werk – 4e kwartaal 2010
en daarmee mogelijkheden voor mensen die een baan zoeken- in de verschillende onderdelen van de dienstensector.
4.2 Vacature top 10 UWV WERKbedrijf UWV WERkbedrijf heeft voornamelijk vacatures op lager en middelbaar niveau. Werkgevers melden minder vacatures op hbo- en wo-niveau aan bij UWV WERKbedrijf. In onderstaande tabel wordt de top 10 aan vacatures van het afgelopen kwartaal, die werkgevers bij UWV WERkbedrijf hebben aangemeld, weergegeven. Bij UWV WERKbedrijf hebben de meest voorkomende vacatures betrekking op lager gekwalificeerd personeel. Denk hierbij aan onder andere productiemedewerkers, winkelpersoneel, verzorgend personeel, schoonmakers en chauffeurs. Tabel 5
Vacature top 10 4e kwartaal 2010
Productiemedewerkers
Gemiddeld aantal openstaande vacatures 3.964
Chauffeurs
3.477
Commercieel employés
3.432
Interieurverzorgers
3.130
Verzorgend personeel
3.115
Hulpkrachten horeca en verzorging
2.824
Bouwvakkers
1.894
Verkopers
1.862
Aannemers en installateurs
1.498
Monteurs
1.333
Voor meer regionale informatie over de top 10 vacatures wordt verwezen naar de Basisset arbeidmarktinformatie. In deze Basisset wordt per arbeidsmarktregio ingegaan op de top 25 vacatures. De Basisset komt maandelijks uit en is terug te vinden op www.werk.nl onder de rubriek “algemene regionale arbeidsmarktinformatie”.
17
Regio in beeld 2010-2011
Bijlage 1
Uitstroom
Gemiddelde uitstroom, periode september, oktober en november 2010 Uitstroom, gemiddeld per maand periode september, oktober en november 2010 Arbeidsmarktregio Totaal
Agrarische beroepen
Culturele beroepen
Openbare orde- en veiligheids-
Pedagogische
beroepen
Informatica beroepen
(para)Medische beroepen
beroepen
beroepen
beroepen
Economischadmin.
SociaalTechnische culturele en industrie-
Transport-
Verzorgende en dienstverl.
beroepen
beroepen
beroepen
Drenthe
1.483
45
16
287
24
28
20
48
42
536
122
315
Friesland
1.950
53
26
357
37
38
33
63
58
712
136
438
Groningen
1.738
36
29
348
44
44
18
65
84
527
141
402
Flevoland
1.241
16
22
332
41
20
19
29
29
380
106
247
528
<10
24
168
21
<10
<10
15
18
129
32
104
Gooi- en Vechtstreek Midden-Utrecht Oost-Utrecht Drechtsteden
1.869
21
65
595
79
61
19
61
80
371
145
373
885
<10
23
279
25
21
11
21
40
207
70
181 204
991
16
36
251
17
17
14
29
23
298
86
Rijnmond
4.384
109
84
1.025
83
66
82
82
132
1.284
441
995
IJsselvechtstreek
1.044
17
19
263
21
17
9
31
39
324
93
211
Stedendriehoek
1.356
22
19
366
35
26
17
42
47
402
104
275
Twente
1.967
25
27
416
36
34
21
52
50
731
144
432
Haaglanden
3.143
118
80
806
92
56
49
69
96
803
220
752
Holland Rijnland
1.080
29
25
308
25
26
16
27
40
267
91
225
Midden-Holland
471
15
<10
129
13
<10
<10
13
18
131
44
88
1.878
41
22
491
34
33
22
55
49
591
185
354
Zeeland
826
20
<10
164
10
13
10
24
24
264
82
207
Achterhoek
772
12
<10
165
17
10
<10
19
20
305
69
143 364
West-Brabant
Midden-Gelderland
1.652
35
31
418
40
40
18
48
59
475
125
Rivierenland
462
10
<10
119
13
<10
<10
10
14
131
57
88
Zuid-Gelderland
805
<10
26
177
15
21
<10
34
40
234
71
173
N-Kennemerland & W-Friesland Zaanstreek/Waterland Zuid-Kennemerland
1.513
49
23
374
32
30
22
43
41
453
103
343
777
<10
15
212
17
21
14
14
20
212
59
186
901
13
29
265
27
19
12
18
31
235
75
177
Midden-Brabant
1.222
14
21
309
29
17
<10
35
30
378
150
230
Noordoost-Brabant
1.603
26
22
395
37
30
16
52
44
545
150
286
Zuidoost-Brabant
2.212
42
32
593
60
42
15
66
69
693
191
410
Groot Amsterdam
3.646
43
241
1.045
115
73
57
85
140
689
253
907
Noord- en Midden-Limburg
1.529
64
19
332
29
31
16
55
33
481
157
313
Zuid-Limburg Totaal
2.041
23
23
418
44
34
27
75
46
663
168
522
45.968
939
1.027
11.406
1.110
895
588
1.279
1.456
13.451
3.871
9.946
18
Regio in beeld 2010-2011
Gemiddeld aantal niet-werkende werkzoekenden, periode augustus, september en oktober 2010 Aantal nww, gemiddeld per maand periode augustus, september en oktober 2010 Arbeidsmarktregio Totaal
Agrarische beroepen
Culturele beroepen
Openbare orde- en veiligheids-
Pedagogi-sche
beroepen
Informatica beroepen
(para)Medische beroepen
beroepen
beroepen
beroepen
Economischadmin.
SociaalTechnische culturele en industrie-
Transport-
Verzorgende en dienstverl.
beroepen
beroepen
beroepen
Drenthe
14.945
509
178
3.028
252
270
175
394
410
5.021
1.207
3.499
Friesland
20.427
586
325
3.983
349
351
305
614
695
6.718
1.598
4.903
Groningen
20.826
491
515
4.049
442
420
261
623
818
6.084
1.557
5.567
Flevoland
12.386
165
190
3.290
387
195
174
239
288
3.640
998
2.820 1.187
Gooi- en Vechtstreek Midden-Utrecht Oost-Utrecht Drechtsteden
5.638
55
229
1.755
153
128
35
162
198
1.374
363
16.175
210
620
5.133
595
402
169
602
751
3.174
1.330
3.188
7.714
72
187
2.476
218
149
67
230
280
1.854
542
1.639
8.958
154
206
2.236
178
109
121
191
234
2.876
800
1.854
Rijnmond
51.343
1.406
874
11.441
863
709
907
963
1.336
15.306
4.729
12.808
IJsselvechtstreek
10.272
211
204
2.593
192
199
96
318
375
2.973
906
2.205
Stedendriehoek
15.070
223
273
3.877
318
269
136
421
508
4.712
1.125
3.207
Twente
20.870
260
336
4.394
296
331
220
479
504
7.493
1.690
4.868
Haaglanden
31.861
1.411
686
7.876
809
526
404
655
886
8.468
1.969
8.171
Holland Rijnland
11.137
271
275
3.076
299
260
136
324
352
2.904
926
2.313 1.159
Midden-Holland West-Brabant Zeeland Achterhoek
5.368
140
103
1.535
140
81
61
120
155
1.447
427
16.784
348
233
4.546
283
264
164
402
439
5.339
1.449
3.317
7.160
165
109
1.634
99
114
102
187
208
2.050
665
1.827
6.910
131
93
1.645
116
118
50
186
171
2.464
568
1.367
17.333
369
412
4.196
349
369
177
492
577
5.104
1.304
3.986
4.857
119
71
1.200
84
93
50
106
121
1.505
615
892
Zuid-Gelderland
10.882
149
316
2.175
196
224
119
361
461
3.331
799
2.752
N-Kennemerland & W-Friesland
12.517
396
232
3.159
261
255
184
362
363
3.451
901
2.952
8.203
79
162
2.248
206
148
105
157
196
2.377
583
1.941
Midden-Gelderland Rivierenland
Zaanstreek/Waterland Zuid-Kennemerland
8.074
110
243
2.352
222
145
90
200
256
2.178
623
1.655
Midden-Brabant
10.665
141
187
2.890
195
135
91
247
292
3.419
1.105
1.963
Noordoost-Brabant
14.606
247
240
3.706
296
245
123
436
395
4.871
1.253
2.793
Zuidoost-Brabant
21.763
392
407
5.490
544
340
172
590
587
7.203
1.669
4.370
Groot Amsterdam
43.836
495
2.236
10.124
1.112
713
518
1.115
1.322
8.459
2.596
15.145
Noord- en Midden-Limburg
13.777
575
144
3.070
197
229
141
326
309
4.518
1.325
2.943
Zuid-Limburg
21.926
271
309
4.459
393
379
274
545
495
6.937
1.624
6.239
472.282
10.152
10.595
113.633
10.046
8.170
5.629
12.044
13.982
137.250
37.246
113.533
Totaal
19
Regio in beeld 2010-2011
Bijlage 2
Krapte
Gemiddeld aantal openstaande vacatures per maand, 4e kwartaal 2010
Arbeidsmarktregio Totaal
Agrarische beroepen
Culturele beroepen
Openstaande vacatures, gemiddeld per maand in 4e kwartaal 2010 Openbare (para)orde- en Technische PedagogiSociaalMedische veiligheidssche culturele en industrieInformatica
Economischadmin. beroepen
beroepen
beroepen
beroepen
beroepen
beroepen
Transport-
Verzorgende en dienstverl.
beroepen
beroepen
beroepen
Drenthe
1.074
10
<10
157
11
23
20
<10
<10
440
107
292
Friesland
1.149
21
<10
270
<10
10
26
<10
<10
403
83
318
Groningen
1.149
15
<10
160
20
37
24
<10
<10
481
74
322
845
12
<10
206
<10
<10
15
<10
<10
347
63
173 155
Flevoland Gooi- en Vechtstreek Midden-Utrecht Oost-Utrecht Drechtsteden
409
<10
<10
84
<10
22
<10
<10
<10
92
40
1.767
10
<10
285
25
90
31
<10
<10
441
437
442
874
108
<10
111
<10
18
45
<10
<10
137
42
403 193
941
25
<10
135
<10
25
15
<10
<10
424
114
Rijnmond
3.667
47
70
558
38
60
204
16
46
1.358
287
982
IJsselvechtstreek
1.316
10
<10
124
<10
13
154
<10
<10
543
155
305
Stedendriehoek
1.388
62
<10
164
<10
33
119
<10
<10
496
132
371
Twente
1.039
27
<10
204
<10
<10
14
<10
<10
400
86
276
Haaglanden
2.942
57
<10
518
101
121
53
18
14
659
341
1.051
Holland Rijnland
996
10
<10
122
<10
18
31
<10
<10
339
126
339
Midden-Holland
351
15
<10
46
<10
28
<10
<10
<10
181
44
33
West-Brabant
1.392
121
<10
209
<10
25
28
<10
13
522
171
292
Zeeland
1.280
52
<10
142
<10
15
31
<10
<10
442
140
449
576
10
<10
39
<10
<10
<10
<10
<10
294
61
153
Achterhoek Midden-Gelderland Rivierenland Zuid-Gelderland N-Kennemerland & W-Friesland Zaanstreek/Waterland Zuid-Kennemerland Midden-Brabant
1.184
13
<10
250
<10
28
85
<10
12
388
102
294
601
<10
<10
87
<10
<10
<10
<10
<10
274
83
136
614
<10
<10
151
34
<10
<10
<10
10
183
18
204
1.377
38
<10
187
12
30
40
<10
<10
425
121
508
684
12
<10
77
<10
<10
<10
<10
<10
392
107
77
1.483
19
<10
201
<10
20
13
10
<10
776
53
381
781
<10
<10
116
<10
20
11
<10
22
253
123
227
Noordoost-Brabant
1.381
14
<10
259
<10
32
24
<10
53
494
189
299
Zuidoost-Brabant
2.652
51
<10
278
29
34
172
21
13
1.140
237
673
Groot Amsterdam
3.819
70
<10
627
22
27
367
<10
<10
763
564
1.361
Noord- en Midden-Limburg
1.395
84
<10
143
<10
16
18
<10
109
516
171
322
Zuid-Limburg
1.666
22
<10
257
31
60
49
<10
<10
422
110
707
40.794
953
107
6.168
421
852
1.601
146
402
14.025
4.380
11.738
Totaal
20
Regio in beeld 2010-2011
Gemiddeld aantal kortdurend werklozen per maand, 4e kwartaal 2010
Arbeidsmarktregio Totaal
Agrarische beroepen
Aantal nww korter dan 6 maanden werkloos, gemiddeld per maand in 4e kwartaal 2010 Openbare Economisch(para)orde- en Technische PedagogiSociaaladmin. Informatica Medische veiligheidssche culturele en industrieCulturele beroepen beroepen beroepen beroepen beroepen beroepen beroepen beroepen
Transport-
Verzorgende en dienstverl.
beroepen
beroepen
Drenthe
4.103
199
19
767
36
58
55
24
67
1.536
356
985
Friesland
6.368
249
49
1.076
59
84
89
37
92
2.378
604
1.653
Groningen
5.737
172
40
1.044
72
71
74
31
109
1.964
543
1.617
Flevoland
4.654
94
24
1.060
53
49
99
17
56
1.512
440
1.251
Gooi- en Vechtstreek
1.365
20
18
378
18
21
15
<10
13
360
139
376
Midden-Utrecht
4.349
57
44
1.221
75
63
64
23
81
1.057
508
1.156
Oost-Utrecht
2.261
31
20
648
34
29
24
10
31
604
200
629
Drechtsteden
3.194
62
16
699
30
29
57
12
46
1.156
333
754
16.187
594
98
3.338
150
190
365
60
206
5.134
1.872
4.180
IJsselvechtstreek
3.134
93
24
687
23
35
30
14
60
1.036
304
827
Stedendriehoek
4.579
95
25
1.069
47
53
51
17
76
1.607
403
1.136
Twente
5.207
99
27
1.028
53
63
53
22
72
1.949
462
1.380
Haaglanden
9.218
588
71
2.027
114
107
185
35
135
2.516
764
2.676
Holland Rijnland
2.721
101
19
690
25
38
43
<10
37
769
318
675
Midden-Holland
1.815
56
13
470
18
22
29
<10
17
522
187
473
West-Brabant
5.188
173
32
1.223
41
54
69
24
63
1.793
579
1.137
Zeeland
2.685
66
10
506
19
31
47
11
33
816
312
834
Achterhoek
2.188
52
13
429
16
34
22
<10
24
868
201
521
Midden-Gelderland
5.341
112
38
1.175
51
71
67
22
85
1.732
544
1.443
Rivierenland
1.338
44
<10
319
11
15
16
<10
15
424
229
255
Zuid-Gelderland
3.070
56
18
549
31
41
37
14
55
1.077
293
900
N-Kennemerland & W-Friesland
4.371
177
26
928
44
60
78
20
70
1.338
413
1.217
Zaanstreek/Waterland
2.251
26
14
586
23
35
44
11
34
706
189
582
Zuid-Kennemerland
2.480
53
21
574
33
34
48
12
28
775
270
632
Midden-Brabant
3.442
56
23
789
32
24
39
<10
59
1.071
506
834
Noordoost-Brabant
4.077
111
21
926
29
34
27
13
53
1.551
469
844
Zuidoost-Brabant
5.295
142
46
1.347
59
64
47
32
70
1.809
494
1.185
Groot Amsterdam
8.466
109
96
2.205
135
102
162
33
122
1.890
858
2.754
Noord- en Midden-Limburg
3.725
295
20
756
28
36
41
14
56
1.197
400
882
Zuid-Limburg
5.476
117
28
1.055
39
69
66
22
62
1.850
509
1.658
134.283
4.103
922
29.568
1.395
1.615
2.042
573
1.926
42.997
13.698
35.445
Rijnmond
Totaal
21
Regio in beeld 2010-2011
Typering arbeidsmarkt, 4e kwartaal 2010
Arbeidsmarktregio
Drenthe
Totaal
Agrarische beroepen
Culturele beroepen
Typering arbeidsmarkt, gemiddeld per maand in 4e kwartaal 2010 Openbare Economisch(para)orde- en Technische PedagogiSociaaladmin. Informatica Medische veiligheidssche culturele en industrieberoepen
beroepen
beroepen
beroepen
beroepen
beroepen
beroepen
Transport-
Verzorgende en dienstverl.
beroepen
beroepen
Ruim
Zeer ruim
Zeer ruim
Zeer ruim
Ruim
Ruim
Ruim
Ruim
Zeer ruim
Ruim
Ruim
Ruim
Friesland
Zeer ruim
Zeer ruim
Zeer ruim
Ruim
Zeer ruim
Zeer ruim
Ruim
Zeer ruim
Zeer ruim
Zeer ruim
Zeer ruim
Zeer ruim
Groningen
Zeer ruim
Zeer ruim
Zeer ruim
Zeer ruim
Ruim
Gemiddeld
Ruim
Zeer ruim
Zeer ruim
Zeer ruim
Zeer ruim
Zeer ruim
Flevoland
Zeer ruim
Zeer ruim
Zeer ruim
Zeer ruim
Zeer ruim
Zeer ruim
Zeer ruim
Ruim
Zeer ruim
Zeer ruim
Zeer ruim
Zeer ruim
Ruim
Zeer ruim
Zeer ruim
Zeer ruim
Zeer ruim
Zeer krap
Zeer ruim
Zeer ruim
Gemiddeld
Ruim
Ruim
Gemiddeld Ruim
Gooi- en Vechtstreek Midden-Utrecht
Gemiddeld
Zeer ruim
Zeer ruim
Zeer ruim
Ruim
Zeer krap
Gemiddeld
Zeer ruim
Zeer ruim
Gemiddeld
Zeer krap
Oost-Utrecht
Ruim
Zeer krap
Zeer ruim
Zeer ruim
Zeer ruim
Krap
Zeer krap
Zeer ruim
Zeer ruim
Zeer ruim
Zeer ruim
Krap
Drechtsteden
Ruim
Gemiddeld
Zeer ruim
Zeer ruim
Zeer ruim
Zeer krap
Ruim
Zeer ruim
Zeer ruim
Ruim
Ruim
Ruim Zeer ruim
Rijnmond IJsselvechtstreek Stedendriehoek Twente
Zeer ruim
Zeer ruim
Zeer krap
Zeer ruim
Ruim
Ruim
Krap
Ruim
Zeer ruim
Ruim
Zeer ruim
Gemiddeld
Zeer ruim
Zeer ruim
Zeer ruim
Zeer ruim
Ruim
Zeer krap
Zeer ruim
Zeer ruim
Gemiddeld
Gemiddeld
Ruim
Ruim
Krap
Zeer ruim
Zeer ruim
Zeer ruim
Krap
Zeer krap
Zeer ruim
Zeer ruim
Ruim
Ruim
Ruim Zeer ruim
Zeer ruim
Ruim
Zeer ruim
Zeer ruim
Zeer ruim
Zeer ruim
Ruim
Zeer ruim
Zeer ruim
Zeer ruim
Zeer ruim
Haaglanden
Ruim
Zeer ruim
Zeer ruim
Ruim
Zeer krap
Zeer krap
Ruim
Gemiddeld
Zeer ruim
Ruim
Gemiddeld
Ruim
Holland Rijnland
Ruim
Zeer ruim
Zeer ruim
Zeer ruim
Zeer ruim
Gemiddeld
Zeer krap
Zeer ruim
Zeer ruim
Gemiddeld
Ruim
Gemiddeld
Zeer ruim
Ruim
Zeer ruim
Zeer ruim
Zeer ruim
Zeer krap
Zeer ruim
Zeer ruim
Zeer ruim
Ruim
Zeer ruim
Zeer ruim
Ruim
Zeer krap
Zeer ruim
Zeer ruim
Zeer ruim
Gemiddeld
Gemiddeld
Zeer ruim
Zeer ruim
Ruim
Ruim
Ruim
Gemiddeld
Zeer krap
Zeer ruim
Ruim
Zeer ruim
Gemiddeld
Krap
Zeer ruim
Zeer ruim
Gemiddeld
Gemiddeld
Gemiddeld
Midden-Holland West-Brabant Zeeland Achterhoek
Ruim
Zeer ruim
Zeer ruim
Zeer ruim
Ruim
Zeer ruim
Zeer ruim
Gemiddeld
Zeer ruim
Ruim
Ruim
Ruim
Zeer ruim
Zeer ruim
Zeer ruim
Zeer ruim
Zeer ruim
Gemiddeld
Zeer krap
Zeer ruim
Zeer ruim
Zeer ruim
Zeer ruim
Zeer ruim
Gemiddeld
Zeer ruim
Zeer ruim
Ruim
Zeer ruim
Krap
Zeer ruim
Zeer ruim
Ruim
Krap
Ruim
Gemiddeld
Zeer ruim
Zeer ruim
Zeer ruim
Ruim
Zeer krap
Zeer ruim
Zeer ruim
Ruim
Zeer ruim
Zeer ruim
Zeer ruim
Zeer ruim
N-Kennemerland & W-Friesland
Ruim
Zeer ruim
Zeer ruim
Zeer ruim
Ruim
Gemiddeld
Gemiddeld
Gemiddeld
Zeer ruim
Ruim
Ruim
Gemiddeld
Zaanstreek/Waterland
Ruim
Gemiddeld
Zeer ruim
Zeer ruim
Zeer ruim
Zeer ruim
Zeer ruim
Zeer ruim
Zeer ruim
Krap
Krap
Zeer ruim
Zuid-Kennemerland
Krap
Ruim
Zeer ruim
Ruim
Zeer ruim
Krap
Ruim
Zeer krap
Zeer ruim
Zeer krap
Zeer ruim
Krap
Zeer ruim
Zeer ruim
Zeer ruim
Zeer ruim
Zeer ruim
Zeer krap
Ruim
Zeer ruim
Ruim
Zeer ruim
Zeer ruim
Ruim Ruim
Midden-Gelderland Rivierenland Zuid-Gelderland
Midden-Brabant Noordoost-Brabant
Ruim
Zeer ruim
Zeer ruim
Ruim
Ruim
Zeer krap
Zeer krap
Krap
Zeer krap
Ruim
Gemiddeld
Zuidoost-Brabant
Gemiddeld
Ruim
Zeer ruim
Zeer ruim
Gemiddeld
Gemiddeld
Zeer krap
Krap
Zeer ruim
Krap
Gemiddeld
Krap
Groot Amsterdam
Gemiddeld
Krap
Zeer ruim
Ruim
Zeer ruim
Ruim
Zeer krap
Zeer ruim
Zeer ruim
Gemiddeld
Krap
Gemiddeld
Noord- en Midden-Limburg
Ruim
Ruim
Zeer ruim
Zeer ruim
Ruim
Gemiddeld
Gemiddeld
Gemiddeld
Zeer krap
Gemiddeld
Gemiddeld
Ruim
Zuid-Limburg
Ruim
Zeer ruim
Zeer ruim
Zeer ruim
Zeer krap
Zeer krap
Zeer krap
Zeer ruim
Zeer ruim
Zeer ruim
Zeer ruim
Gemiddeld
Totaal
Ruim
Zeer ruim
Zeer ruim
Zeer ruim
Ruim
Gemiddeld
Zeer krap
Ruim
Zeer ruim
Ruim
Ruim
Ruim
22
Colofon Monitor kans op werk, januari 2011 De Monitor kans op werk een uitgave van UWV WERKbedrijf, die ieder kwartaal wordt uitgebracht. Deze uitgave is ook te downloaden op www.werk.nl/arbeidsmarktinformatie.
Auteurs Danielle Hofs Suzanne IJzerman Rob de Munnik Feike Reitsma Niek Veeken
Redactieadres UWV WERKbedrijf Afdeling Arbeidsmarketing, team arbeidsmarktinformatie Postbus 58285 1040 HG Amsterdam
[email protected] Alles uit deze uitgave mag worden overgenomen, echter uitsluitend met bronvermelding. Aan deze uitgave kunnen geen rechten worden ontleend. © UWV WERKbedrijf, Amsterdam.
Werkloosheid 45+ Arbeidsmarktregio Zuidoost-Brabant WERKbedrijf Toelichting gegevens 45-plussers Deze rapportage gaat over alle bij UWV WERKbedrijf ingeschreven niet-werkende werkzoekenden (NWW) van 45 jaar en ouder. Ze geeft een beeld van de werkloosheid onder de 45-plussers in Nederland en in de arbeidsmarktregio Zuidoost-Brabant. Het landelijke en regionale deel geven dezelfde informatie, maar op een verschillend niveau. Daardoor is gemakkelijk te zien in hoeverre de regionale situatie afwijkt van het landelijke beeld. Een korte toelichting bij de opbouw van de rapportage De grafiek toont zowel de stand als de in- en uitstroom van niet-werkende werkzoekenden per maand. De kolommen laten de in- en uitstroom zien. De aantallen zijn links in de grafiek af te lezen. De donkerblauwe lijn geeft de stand van het NWW-bestand aan het einde van elke maand weer. De bijbehorende schaal staat rechts in de grafiek. In- en uitstroom geven een beeld van de dynamiek achter de standcijfers. Tabel 1 bevat de gegevens voor de grafiek en geeft een overzicht van niet-werkende werkzoekenden van de meest recente maand en de twaalf voorafgaande maanden. Hierdoor wordt niet alleen de ontwikkeling in de afgelopen maanden duidelijk, maar is ook snel de vergelijking met een jaar geleden te maken. Bij de uitstroom is de laatste maand nog leeg. Dat komt doordat wordt gecorrigeerd voor werkzoekenden die binnen dertig dagen weer worden ingeschreven. Deze informatie is pas een maand leter bekend. De tabellen 2 tot en met 5 geven meer in detail informatie over de 45-plussers. Het gaat dan met name om geslacht, beroepsniveau, opleidingsniveau en de werkloosheidsduur. De laatste maand wordt telkens vergeleken met de situatie drie maanden eerder en met een jaar geleden. Tabel 6 combineert de beroepsniveaus van tabel 3 met de verdeling naar beroepsklassen. Dat geeft een indicatie van het soort beroepen waarvoor de 45-plussers zijn ingeschreven. De laatste maand wordt vergeleken met de situatie drie maanden eerder. In tabel 7 wordt de verdeling naar beroepsniveau en -klassen in de rapportagemaand ook nog weergegeven per geslacht. Bij de arbeidsmarktregio is tabel 8 toegevoegd met aantallen niet-werkende werkzoekende 45-plussers per gemeente. Deze categorie is onderverdeeld naar leeftijdsgroepen van 5 jaar en naar geslacht.
© UWV WERKbedrijf Afdeling Arbeidsmarktinformatie september 2010
Contactpersonen: Naam Gerald Ahn Michel van Smoorenburg Suzanne IJzerman Daniëlle Hofs
E-mail
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
Telefoon 06 5130 3843 06 5130 3799 040 851 4157 040 851 4166
Werkloosheid 45+ in Zuidoost-Brabant WERKbedrijf
1.000
11.800
900
11.600
800 700
11.400
600 500
11.200
400
11.000
300 200
10.800
100 0
10.600 sep 2009
okt
nov
dec
jan 2010
feb
instroom
sep 2009
okt
uitstroom
mei
jun
jul
aug
sep
stand einde maand
11.483 760 531
jan 2010 11.626 888 760
feb 11.671 640 556
maa 11.692 771 764
apr
mei
11.601 640 758
11.484 512 611
Mutaties niet-werkende werkzoekenden mutatie sep / jun -1,5% -2,8% 0,1%
sep 2010 2.594 3.413 2.852 2.172 140
jun 2010 2.498 3.459 2.913 2.196 274
mutatie sep / jun 3,8% -1,3% -2,1% -1,1% -48,9%
sep 2010 2.429 2.947 3.656 2.139 0
jun 2010 2.465 2.961 3.745 2.169 0
sep 2009 10.972 6.070 4.902
mutatie 2010 / 2010 1,8% 0,5% 3,4%
sep 2009 2.562 3.339 2.736 2.020 315
mutatie 2010 / 2010 1,2% 2,2% 4,2% 7,5% -55,6%
sep 2009 2.460 3.015 3.521 1.973 3
mutatie 2010 / 2009 -1,3% -2,3% 3,8% 8,4% -100,0%
Beroepsniveau
Opleidingsniveau
tabel 4
basisonderwijs vmbo / mavo mbo / vwo / havo hbo en wo onbekend
dec
sep jun 2010 2010 11.171 11.340 6.100 6.275 5.071 5.065
tabel 3
elementaire beroepen lagere beroepen middelbare beroepen hogere beroepen onbekend
nov
10.972 11.008 11.265 630 677 737 536 651 478
tabel 2
totaal mannen vrouwen
apr
instroom, uitstroom en stand niet-werkende werkzoekenden
tabel 1
stand einde maand instroom uitstroom
maa
mutatie sep / jun -1,5% -0,5% -2,4% -1,4% -
jun 11.340 616 759
jul 11.311 627 669
aug
sep
11.339 11.171 593 620 592
Duur niet-werkend
tabel 5
< 3 maanden 3 - 6 maanden 6 - 12 maanden >= 12 maanden
sep 2010 1.197 1.003 1.935 7.036
jun 2010 1.220 1.299 1.885 6.936
tabel 6
Totaal nww elementaire beroepen Agrarische beroepen Economisch-administratieve beroepen Technische en industrieberoepen Transportberoepen Verzorgende en dienstverlenende beroepen lagere beroepen Agrarische beroepen Economisch-administratieve beroepen Medische en paramedische beroepen Openbare orde- en veiligheidsberoepen Pedagogische beroepen Technische en industrieberoepen Transportberoepen Verzorgende en dienstverlenende beroepen middelbare beroepen Agrarische beroepen Culturele beroepen Economisch-administratieve beroepen Informatica beroepen Medische en paramedische beroepen Openbare orde- en veiligheidsberoepen Pedagogische beroepen Sociaal-culturele beroepen Technische en industrieberoepen Transportberoepen Verzorgende en dienstverlenende beroepen hogere beroepen Agrarische beroepen Culturele beroepen Economisch-administratieve beroepen Informatica beroepen Medische en paramedische beroepen Openbare orde- en veiligheidsberoepen Pedagogische beroepen Sociaal-culturele beroepen Technische en industrieberoepen Transportberoepen onbekend
mutatie sep / jun -1,9% -22,8% 2,7% 1,4%
sep 2009 1.382 1.347 1.690 6.553
mutatie 2010 / 2009 -13,4% -25,5% 14,5% 7,4%
45+ naar beroep sep 2010
jun 2010
mutatie
11.171
11.340
-169
-1,5%
2.594
2.498
96
3,8%
36 170 1.685 59 644
34 169 1.592 61 642
2 1 93 -2 2
5,9% 0,6% 5,8% -3,3% 0,3%
3.413
3.459
-46
-1,3%
113 749 21 40 1 911 719 859
116 731 23 39 1 934 754 861
-3 18 -2 1 0 -23 -35 -2
-2,6% 2,5% -8,7% 2,6% 0,0% -2,5% -4,6% -0,2%
2.852
2.913
-61
-2,1%
38 60 1.150 76 87 42 22 103 761 2 511
36 55 1.153 72 83 48 24 107 824 4 507
2 5 -3 4 4 -6 -2 -4 -63 -2 4
5,6% 9,1% -0,3% 5,6% 4,8% -12,5% -8,3% -3,7% -7,6% -50,0% 0,8%
2.172
2.196
-24
-1,1%
12 166 821 229 75 0 320 182 365 2
11 152 857 235 80 0 291 178 388 4
9,1% 9,2% -4,2% -2,6% -6,3% 10,0% 2,2% -5,9% -50,0%
140
274
1 14 -36 -6 -5 0 29 4 -23 -2 -134
abs
%
-48,9%
tabel 7
45+ naar beroep en geslacht
Totaal nww elementaire beroepen Agrarische beroepen Economisch-administratieve beroepen Technische en industrieberoepen Transportberoepen Verzorgende en dienstverlenende beroepen lagere beroepen Agrarische beroepen Economisch-administratieve beroepen Medische en paramedische beroepen Openbare orde- en veiligheidsberoepen Pedagogische beroepen Technische en industrieberoepen Transportberoepen Verzorgende en dienstverlenende beroepen middelbare beroepen Agrarische beroepen Culturele beroepen Economisch-administratieve beroepen Informatica beroepen Medische en paramedische beroepen Openbare orde- en veiligheidsberoepen Pedagogische beroepen Sociaal-culturele beroepen Technische en industrieberoepen Transportberoepen Verzorgende en dienstverlenende beroepen hogere beroepen Agrarische beroepen Culturele beroepen Economisch-administratieve beroepen Informatica beroepen Medische en paramedische beroepen Openbare orde- en veiligheidsberoepen Pedagogische beroepen Sociaal-culturele beroepen Technische en industrieberoepen Transportberoepen onbekend
man 6.100 1.042 10 24 895 50 63 1.715 75 99 2 29 1 761 623 125 1.665 25 27 541 67 8 37 18 26 709 2 205 1.617 8 108 661 213 32 0 161 89 343 2 61
september 2010 vrouw totaal 5.071 11.171 1.552 2.594 26 36 146 170 790 1.685 9 59 581 644 1.698 3.413 38 113 650 749 19 21 11 40 0 1 150 911 96 719 734 859 1.187 2.852 13 38 33 60 609 1.150 9 76 79 87 5 42 4 22 77 103 52 761 0 2 306 511 555 2.172 4 12 58 166 160 821 16 229 43 75 0 0 159 320 93 182 22 365 0 2 79 140
% vrouw 45,4% 59,8% 72,2% 85,9% 46,9% 15,3% 90,2% 49,8% 33,6% 86,8% 90,5% 27,5% 0,0% 16,5% 13,4% 85,4% 41,6% 34,2% 55,0% 53,0% 11,8% 90,8% 11,9% 18,2% 74,8% 6,8% 0,0% 59,9% 25,6% 33,3% 34,9% 19,5% 7,0% 57,3% 49,7% 51,1% 6,0% 0,0% 56,4%
45+ per gemeente
tabel 8 TOTAAL TOTAAL Asten Bergeijk Best Bladel Deurne Eersel Eindhoven Geldrop-Mierlo Gemert-Bakel Heeze-Leende Helmond Laarbeek Nuenen Ca Oirschot Reusel-De Mierden Someren Son En Breugel Valkenswaard Veldhoven Waalre
11.171 169 200 459 183 491 148 3.912 617 353 168 1.803 199 361 182 100 190 179 565 654 238
45 - 50 jaar man vrouw totaal 1.471 1.492 2.963 26 17 43 28 18 46 66 59 125 24 18 42 60 67 127 20 17 37 541 534 1.075 82 83 165 47 52 99 18 22 40 262 255 517 13 21 34 39 46 85 22 14 36 14 16 30 23 22 45 29 31 60 54 86 140 75 76 151 28 38 66
man 1.525 11 29 53 28 62 24 546 77 57 23 235 32 49 44 15 26 14 81 89 30
50 - 55 jaar vrouw totaal 1.361 2.886 13 24 21 50 60 113 23 51 65 127 19 43 497 1.043 73 150 33 90 21 44 234 469 25 57 33 82 20 64 14 29 20 46 21 35 63 144 79 168 27 57
55 - 60 jaar man vrouw totaal 1.536 1.208 2.744 26 26 52 * * 44 65 53 118 27 22 49 65 59 124 24 15 39 507 439 946 81 67 148 51 37 88 18 14 32 240 202 442 36 21 57 57 33 90 24 13 37 13 10 23 34 13 47 20 19 39 86 55 141 83 86 169 43 16 59
60 - 65 jaar man vrouw totaal 1.568 1.010 2.578 33 17 50 40 20 60 68 35 103 30 11 41 77 36 113 * * 29 491 357 848 93 61 154 47 29 76 28 24 52 219 156 375 35 16 51 67 37 104 30 15 45 * * 18 33 19 52 30 15 45 85 55 140 95 71 166 30 26 56
Waarnemingen herleidbaar tot individuele personen (<10) worden niet getoond. Deze worden vervangen door een sterretje (*). Als alleen het aantal mannen of het aantal vrouwen <10 is dan wordt toch bij beide groepen een sterretje gezet.
Werkloosheid 45+ in Nederland WERKbedrijf
245.000
20.000 18.000
240.000
16.000 14.000
235.000
12.000 10.000
230.000
8.000 6.000 4.000
225.000
2.000 0
220.000 sep 2009
okt
nov
dec
jan 2010
feb
instroom
sep 2009
okt
jun 2010 54.238 74.839 58.519 40.385 8.915
sep 2010 58.006 60.285 76.538 40.830 0
jun 2010 59.083 60.816 76.643 40.354 0
jul
aug
sep
stand einde maand
dec
jan 2010
feb
maa
apr
mutatie sep / jun -0,5% -1,0% 0,0%
mutatie sep / jun 0,3% -0,3% 0,4% 2,6% -27,6%
mutatie sep / jun -1,8% -0,9% -0,1% 1,2% -
sep 2009 230.904 121.942 108.962
mutatie 2010 / 2010 2,1% 3,1% 0,9%
sep 2009 55.246 71.857 54.873 38.717 10.211
mutatie 2010 / 2010 -1,5% 3,8% 7,1% 7,0% -36,8%
sep 2009 60.416 61.042 70.856 38.397 188
mutatie 2010 / 2009 -4,0% -1,2% 8,0% 6,3% -100,0%
sep 2009 29.031 24.175 34.527 143.168
mutatie 2010 / 2009 -4,0% -4,2% 17,7% 0,6%
Duur niet-werkend sep jun 2010 2010 27.864 26.936 23.164 27.615 40.628 39.349 144.001 142.994
mutatie sep / jun 3,4% -16,1% 3,3% 0,7%
mei
jun
jul
aug
sep
243.649 240.723 238.564 236.896 237.099 236.626 235.659 15.097 13.122 11.254 12.627 13.660 13.215 13.299 15.942 17.160 13.685 14.535 14.137 13.988
Opleidingsniveau
tabel 5
< 3 maanden 3 - 6 maanden 6 - 12 maanden >= 12 maanden
jun
Beroepsniveau sep 2010 54.416 74.578 58.778 41.433 6.454
tabel 4
basisonderwijs vmbo / mavo mbo / vwo / havo hbo en wo onbekend
mei
Mutaties niet-werkende werkzoekenden sep jun 2010 2010 235.659 236.896 125.743 126.976 109.916 109.920
tabel 3
elementaire beroepen lagere beroepen middelbare beroepen hogere beroepen onbekend
nov
230.904 232.379 234.863 237.144 242.190 243.814 13.607 14.094 14.891 14.605 17.637 13.609 13.653 12.846 12.328 12.431 14.159 12.432
tabel 2
totaal mannen vrouwen
uitstroom
apr
instroom, uitstroom en stand niet-werkende werkzoekenden
tabel 1
stand einde maand instroom uitstroom
maa
tabel 6
Totaal nww elementaire beroepen Agrarische beroepen Economisch-administratieve beroepen Technische en industrieberoepen Transportberoepen Verzorgende en dienstverlenende beroepen lagere beroepen Agrarische beroepen Economisch-administratieve beroepen Medische en paramedische beroepen Openbare orde- en veiligheidsberoepen Pedagogische beroepen Technische en industrieberoepen Transportberoepen Verzorgende en dienstverlenende beroepen middelbare beroepen Agrarische beroepen Culturele beroepen Economisch-administratieve beroepen Informatica beroepen Medische en paramedische beroepen Openbare orde- en veiligheidsberoepen Pedagogische beroepen Sociaal-culturele beroepen Technische en industrieberoepen Transportberoepen Verzorgende en dienstverlenende beroepen hogere beroepen Agrarische beroepen Culturele beroepen Economisch-administratieve beroepen Informatica beroepen Medische en paramedische beroepen Openbare orde- en veiligheidsberoepen Pedagogische beroepen Sociaal-culturele beroepen Technische en industrieberoepen Transportberoepen onbekend
45+ naar beroep mutatie abs %
sep 2010
jun 2010
235.659
236.896
-1.237
54.416
54.238
178
0,3%
391 4.484 30.959 1.500 17.082
401 4.496 30.567 1.537 17.237
-10 -12 392 -37 -155
-2,5% -0,3% 1,3% -2,4% -0,9%
74.578
74.839
-261
-0,3%
3.288 16.355 473 1.178 69 16.609 15.647 20.959
3.349 16.167 460 1.172 62 16.714 15.966 20.949
-61 188 13 6 7 -105 -319 10
-1,8% 1,2% 2,8% 0,5% 11,3% -0,6% -2,0% 0,0%
58.778
58.519
259
0,4%
916 1.320 21.498 1.373 1.737 1.069 556 2.363 15.762 255 11.929
901 1.279 21.273 1.310 1.662 1.045 523 2.392 16.031 250 11.853
15 41 225 63 75 24 33 -29 -269 5 76
1,7% 3,2% 1,1% 4,8% 4,5% 2,3% 6,3% -1,2% -1,7% 2,0% 0,6%
41.433
40.385
1.048
2,6%
390 4.303 15.490 3.452 2.084 31 6.628 4.603 4.337 115
373 4.248 15.349 3.387 2.078 35 6.033 4.389 4.364 129
17 55 141 65 6 -4 595 214 -27 -14
4,6% 1,3% 0,9% 1,9% 0,3% -11,4% 9,9% 4,9% -0,6% -10,9%
6.454
8.915
-2.461
-27,6%
-0,5%
tabel 7
45+ naar beroep en geslacht september 2010 vrouw totaal
man
% vrouw
Totaal nww elementaire beroepen Agrarische beroepen Economisch-administratieve beroepen Technische en industrieberoepen Transportberoepen Verzorgende en dienstverlenende beroepen lagere beroepen Agrarische beroepen Economisch-administratieve beroepen Medische en paramedische beroepen Openbare orde- en veiligheidsberoepen Pedagogische beroepen
125.743
109.916
235.659
46,6%
22.253
32.163
54.416
59,1%
Technische en industrieberoepen Transportberoepen Verzorgende en dienstverlenende beroepen middelbare beroepen Agrarische beroepen Culturele beroepen Economisch-administratieve beroepen Informatica beroepen Medische en paramedische beroepen Openbare orde- en veiligheidsberoepen Pedagogische beroepen Sociaal-culturele beroepen Technische en industrieberoepen Transportberoepen Verzorgende en dienstverlenende beroepen hogere beroepen Agrarische beroepen Culturele beroepen Economisch-administratieve beroepen Informatica beroepen Medische en paramedische beroepen Openbare orde- en veiligheidsberoepen Pedagogische beroepen Sociaal-culturele beroepen Technische en industrieberoepen Transportberoepen onbekend
156
235
391
60,1%
967
3.517
4.484
78,4%
17.467
13.492
30.959
43,6%
1.222
278
1.500
18,5%
2.441
14.641
17.082
85,7%
38.094
36.484
74.578
48,9% 31,0%
2.269
1.019
3.288
2.563
13.792
16.355
84,3%
51
422
473
89,2%
931
247
1.178
21,0%
25
44
69
63,8%
13.993
2.616
16.609
15,8%
14.029
1.618
15.647
10,3%
4.233
16.726
20.959
79,8%
34.675
24.103
58.778
41,0%
717
199
916
21,7%
724
596
1.320
45,2%
9.838
11.660
21.498
54,2%
1.237
136
1.373
9,9%
332
1.405
1.737
80,9%
907
162
1.069
15,2%
429
127
556
22,8% 69,7%
717
1.646
2.363
14.847
915
15.762
5,8%
184
71
255
27,8%
4.743
7.186
11.929
60,2%
28.196
13.237
41.433
31,9%
309
81
390
20,8%
2.562
1.741
4.303
40,5%
11.960
3.530
15.490
22,8%
3.190
262
3.452
7,6%
925
1.159
2.084
55,6%
26
5
31
16,1%
3.125
3.503
6.628
52,9%
2.021
2.582
4.603
56,1%
3.971
366
4.337
8,4%
107
8
115
7,0%
2.525
3.929
6.454
60,9%