Raadsinformatiebrief Van: J. Ragetlie Aan: de leden van de Gemeenteraad Onderwerp: Voortgang museum de Wieger
Steller: F. Verspa
Datum: 22 maart 2012
Nr.:
RIB-JR-1215
Geachte heer, mevrouw,
Inleiding Op 9 maart 2012 bent u via een Raadsinformatiebrief (RIB-JR-1211) geïnformeerd over de stand van zaken bij de bezuinigingen bij de professionele instellingen. Een daarvan betrof museum de Wieger. Op 20 maart 2012 hebben wij in het college de tussenrapportage besproken en aan de hand daarvan de uitgangspunten bevestigd op basis waarvan het museum kan blijven doorfunctioneren. De volledige tussenrapportage inclusief bijlagen ligt voor u ter inzage bij de griffie. Graag informeer ik u hierbij over de standpunten die wij als college van B&W hebben ingenomen. Visie en ambitieniveau In overeenstemming met de visie “Deurne koerst op eigen kracht” is het college van B&W van mening dat door het museum op een geheel andere wijze vorm te geven, het museum voortgezet kan worden met een veel lagere gemeentelijke bijdrage. Hiertoe is het noodzakelijk dat het museum wordt geprivatiseerd en een kanteling wordt ingezet waarbij het museum grotendeels gedraaid wordt op kracht van vrijwilligers. Wat het college betreft mag daarbij ook het ambitieniveau stevig teruggebracht worden en mag het museum een meer lokaal en volkser karakter krijgen. Als voorbeeld daarbij denken wij aan de wijze waarop het Boerenbondmuseum, het Toon Kortoomspark en de Heemkundekring werken. Bij de oorspronkelijke bezuinigingen is de subsidie voor het museum geschrapt (ongeveer 2 ton) en enkel nog een bedrag begroot voor onderhoud van het gebouw (€ 27.000,- ). In het kader van het onderzoek naar de mogelijkheden voor privatisering van het museum is door de raad geconcludeerd dat niet alleen voor het onderhoud van het gebouw maar ook voor het onderhoud van de collectie een subsidie moet blijven bestaan. Op grond van dit bestuurlijk vastgestelde uitgangspunt is in de begroting 2012 de ambtelijke raming opgenomen van het onderhoudsbedrag voor gebouw én collectie. Dit betreft een bedrag van ruim € 43.000,-. Deze subsidie hebben we benoemd als subsidie voor de museale infrastructuur. Sinds het bekend worden van de bezuinigingsplannen hebben diverse bestuurlijke en ambtelijke gesprekken plaatsgevonden met een afvaardiging van het bestuur van De Wieger. Naar aanleiding van de vaststelling van de begroting 2012 is daarbij met name doorgesproken over de hoogte van het nieuwe subsidiebedrag. Tussen de becijferingen van stichting De Wieger en de gemeente Deurne bleek immers veel licht te zitten. Dit zat hem met name in de omstandigheid dat De Wieger in de onderhoudskosten ook instandhoudingskosten verrekent. Het gaat dan bijvoorbeeld om stookkosten, verzekering,
1
schoonmaakkosten, uren van medewerkers etc. De gemeentelijke berekening gaat er vanuit dat het nu geraamde bedrag in de begroting toereikend is voor sec het onderhoud van gebouw en collectie. Hoogte van de bijdrage In de begroting is een bedrag geraamd voor onderhoud aan gebouw en collectie van ruim € 43.000,-. Op basis van een door Bergopwaarts opgesteld meerjarenonderhoudplan (voor het gebouw) en de jaarcijfers van het museum over de afgelopen jaren (collectie) is geconcludeerd dat het bedrag in de begroting toereikend is voor sec de onderhoudskosten. Op 1 maart 2012 is een brief ontvangen namens de Wieger waarin een voorstel wordt gedaan om de gemeentelijke bijdrage vast te stellen op een bedrag van € 70.000,- per jaar. Wij zijn van mening dat niet aangetoond is dat de kosten voor onderhoud aan het pand en de collectie hoger zijn dan door ons geraamd. Ook zien wij, gelet op de vastgestelde visie, geen aanleiding om een bijdrage te gaan verstrekken in de instandhoudingskosten. Deze vallen ons inziens onder de exploitatielasten waarvoor het stichtingsbestuur in het geprivatiseerde model nu juist zelf verantwoording moet dragen. Op basis hiervan houden wij voor wat betreft de structurele gemeentelijke bijdrage vast aan het in de begroting 2012 geraamde bedrag van ruim € 43.000. In de begroting is daarbij een geleidelijke afbouw van de subsidie opgenomen. Over de periode 2013 tot en met 2015 zijn de onderstaande bedragen begroot voor het museum: 2013: € 161.768,2014: € 97.337,2015: € 43.179,Overige voorwaarden Randvoorwaarde die wij ten aanzien van een overdracht van het gebouw meegeven is dat het gebouw weer terug moet vallen aan de gemeente op het moment dat de stichting ophoudt te bestaan. Hoe om te gaan met de opgebouwde voorziening onderhoud (deze bevatte per december 2010 ruim een ton) in relatie tot de openstaande lening en gemeentelijke verantwoordelijkheid voor de vervanging van het dak is onderwerp van gesprek nadat met het bestuur van de Wieger overeenstemming is bereikt over de hoogte van de structurele bijdrage. Daarbij zal rekening gehouden worden met de kosten van de vervanging van het dak op basis van een reële inschatting. Verder zal – waar nodig - met de Belastingdienst worden afgestemd of er vrijstellingsmogelijkheden zijn voor wat betreft schenkbelasting en het toepassen van een hardheidsclausule ten aanzien van de overdrachtsbelasting in de situatie dat wij overgaan tot overdracht van een gebouw om niet. Risico In de overleggen die hebben plaatsgevonden is door het bestuur van de Wieger aangegeven dat het museum al ingeboet heeft op het ambitieniveau en dat daar wat het bestuur betreft een ondergrens aan zit. Daarbij is gesteld dat met een jaarlijkse bijdrage van € 60.000,- (of lager) volgens het bestuur geen deugdelijk beheer van het museum mogelijk is. Hiervan uitgaande is er een kans dat het bestuur overgaat tot beëindiging van hun activiteiten en het museum aan de gemeente zal overdoen. J.P.Ragetlie
2
Tussenrapportage museum de Wieger
Bezuinigingsvoorstellen (Deurne koerst op eigen kracht) Op basis van de visie Deurne koerst op eigen kracht is voor wat betreft museum de Wieger in de oorspronkelijke bezuinigingsvoorstellen bepaald dat de subsidie voor het museum geschrapt wordt en dat enkel een beperkt budget behouden blijft voor onderhoud van het gebouw. Het college is van mening dat het museum een hoog ambitieniveau kent en dat dit ambitieniveau naar beneden bijgesteld mag worden en dat het museum op een geheel ander manier vormgegeven kan worden. Naar aanleiding van de bezuinigingsvoorstellen hebben een aantal gesprekken plaatsgevonden met een afvaardiging van het stichtingsbestuur van de Wieger waarbij gesproken is over de noodzakelijke veranderingen in relatie tot de bezuinigingsdoelstellingen. Het museum oriënteert zich op alternatieven en samenwerking.Verder is gesproken over de privatisering van het museum. Privatisering vergt een overdracht van het gebouw en de collectie van de gemeente aan de stichting. Overdracht pand en collectie Op 23 augustus 2011 is binnen het college gepolst of er draagvlak is voor een overdracht van het pand en de collectie. Met een aantal randvoorwaarden is hier door het college positief op gereageerd. Aan de Wieger is dit op 24 augustus 2011, via een mail van de portefeuillehouder, als volgt teruggekoppeld (samengevat): 1. er is bereidheid om tot eigendomsoverdracht van het gebouw over te gaan aan de stichting (om niet); met de aantekening dat geborgd moet worden dat het gebouw weer terugvalt aan de gemeente op het moment dat de stichting ophoudt te bestaan 2. er is bereidheid om tot eigendomsoverdracht van de collectie over te gaan (om niet) 3. er is bereidheid om te komen tot afspraken over kwijtschelding van openstaande leningen 4. er is bereidheid om mee te werken aan een passende bestemming van het gebouw (inpassen in reguliere bestemmingsplan procedure ter beperking van legeskosten) 5. conform raadsdebat is er bereidheid om een bepaalde subsidie in stand te houden (subsidie voor museale infrastructuur). Dit ten behoeve van het gebouwelijk onderhoud en de instandhouding van de collectie. Er komt geen subsidie voor de exploitatie. De hoogte van het bedrag moet in samenwerking tussen gemeente en de Wieger becijferd worden (bv 40.000 voor onderhoud en 20.000 voor collectie). Daarbij is nadrukkelijk aangegeven dat bovenstaande bereidheid nog geen beslissing is en dat daarvoor nog besluitvorming nodig is door een bestuursorgaan. Ten behoeve daarvan is een nadere uitwerking noodzakelijk.
Begroting 2012 Met het vaststellen van de begroting 2012 is het bezuinigingsvoorstel voor de Wieger definitief. Daarbij zijn de hiervoor genoemde ontwikkelingen (privatisering) in de toelichting onder hoofdstuk 2.7 bezuinigingen opgenomen. Vooralsnog is voor onderhoud van het gebouw (inclusief het dak) en de kunstcollectie een bedrag geraamd van € 42.000. En de aanvulling dat over de voortgang van de ontwikkelingen zal worden gerapporteerd aan de raad. Nadere uitwerking overdracht pand en collectie Gevraagd is om het voorstel tot overdracht van pand en collectie met een nadere onderbouwing in het college te brengen. Met daarbij een inzicht in de eventuele gevolgen voor de bezuinigingstaakstelling, respectievelijk de begroting. Ambtelijk is met deze opdracht aan de slag gegaan. Ook aan de Wieger is gevraagd om inzichtelijk te maken welke gemeentelijke bijdrage benodigd zou zijn om onder de gestelde randvoorwaarden een doorstart te kunnen maken. Namens de Wieger is hier gehoor aan gegeven waarbij van hun zijde ook al meteen kenbaar is gemaakt dat zij van mening zijn dat de door de gemeente geraamde bedragen in de begroting te laag zijn. In de periode oktober t/m december 2011 is er vervolgens diverse malen overleg geweest tussen de gemeente en de Wieger. Dit heeft tot op heden nog niet tot een resultaat geleid dat ter besluitvorming aan het college kan worden voorgelegd. Ambtelijk voorstel Op basis van de door de raad en college vastgestelde uitgangspunten en randvoorwaarden is een bedrag berekend dat benodigd zou zijn voor onderhoud van pand en collectie. Samengevat ziet dit er al volgt uit: Voor het pand komt het gemiddeld onderhoud per jaar (op basis van een door Bergopwaarts opgesteld meerjaren onderhoudsplan) uit op een bedrag van € 27.000 (excl. vervanging dak). Op basis van de daadwerkelijke uitgaven aan onderhoud van de collectie van afgelopen jaren is ingeschat dat een bedrag aan onderhoud van de collectie benodigd is van circa € 5.000 per jaar. In de bestaande subsidierelatie is de Wieger verantwoordelijk voor zowel het groot als klein onderhoud. Voor de financiering daarvan is de Wieger verplicht om vanuit de subsidie jaarlijks een bedrag te doteren in een voorziening onderhoud (circa € 20.000 per jaar). Alleen de vervanging van het dak komt voor rekening van de gemeente. Voor wat betreft het kwijtschelden van de nog openstaande lening (circa € 35.000) en de overname van de gemeentelijke verantwoordelijkheid voor vervanging van het dak, is in een van de overleggen voorgesteld om deze te verrekenen met de door de Wieger opgebouwde voorziening onderhoud. Dus dat de Wieger de opgebouwde voorziening onderhoud mag behouden in ruil voor overname van de gemeentelijke verantwoordelijkheid voor de vervanging van het dak en een verrekening van de openstaande lening. De stand van deze voorziening bedroeg per 31 december 2010 een bedrag van € 103.867. Met daarnaast per die datum een negatief eigen vermogen van € 6.945.
Verder is in een van de overleggen gewezen op mogelijk fiscale consequenties bij een overdracht om niet (schenkbelasting, overdrachtsbelasting). Door het bestuur van de Wieger is daarop aangeven dat zij hier zelf navraag naar zouden doen. Aan het verzoek om mee te werken aan een passende bestemming van het gebouw is tegemoet gekomen. In het ontwerp bestemmingsplan Koolhof is de betreffende locatie bestemd voor Cultuur en Ontspanning. De gronden zijn onder andere bestemd voor gebouwen voor: 1. het bedrijfsmatig verrichten van culturele activiteiten; 2. horecavoorzieningen die ten dienste staan van de doeleinden als genoemd onder 1. Berekening de Wieger Dit voorstel komt niet in de buurt van het bedrag dat volgens de Wieger nodig is om het gebouw en museum in stand te houden. De berekening van de Wieger komt uit op een bedrag van afgerond € 120.000 (waarvan circa € 80.000 voor het gebouw en circa € 40.000 voor de collectie). Daarbij is door de Wieger aangeven dat door creatief mee te denken in bepaalde oplossingsrichtingen (kwijtschelden leningen, afschrijvingslasten, etc.) dit bedrag van € 120.000 verlaagd zou kunnen worden. De volledige berekening van de Wieger is als bijlage toegevoegd. Belangrijkste oorzaak van het verschil wordt veroorzaakt door het feit dat de Wieger uitgaat van een bedrag voor instandhouding en de gemeente uitgaat van een bedrag voor sec het onderhoud. In de berekening van de Wieger worden bijvoorbeeld ook stookkosten, verzekering, schoonmaakkosten, uren van medewerkers etc. meegenomen. Daarnaast is er nog verschil van mening over de door het college gestelde randvoorwaarde met betrekking tot de situatie dat de stichting ophoudt te bestaan. Het college wil in dat geval dat het gebouw terugvalt aan de gemeente. De Wieger geeft aan dat de gemeente in dat geval het gebouw terug kan kopen (tegen een “gematigd” bedrag). Op 24 januari 2012 is een brief ontvangen namens de Wieger waarin zij hun ongenoegen uiten over het verloop van de procedure. Ook vragen zij het college om duidelijkheid te verschaffen inzake het bedrag dat de gemeente ter beschikking wil stellen bij overdracht van pand en collectie. De brief is als bijlage toegevoegd. Overleg afvaardiging bestuur de Wieger en college Op 25 januari 2012 heeft er een overleg plaatsgevonden tussen de Wieger en een afvaardiging van het college. Tijdens dit overleg is namens de Wieger nogmaals aangegeven dat ze teleurgesteld zijn over de procedure zoals die tot dusver gelopen is. Enerzijds vanwege de langzame voortgang en anderzijds vanwege het gevoel dat heerst dat er vanuit de gemeente onvoldoende draagvlak is om de noodzakelijke randvoorwaarden te scheppen voor een instandhouding van het museum. Door de portefeuillehouder is aangegeven dat in augustus 2011 is teruggekoppeld onder welke voorwaarden de gemeente bereid is tot overdracht van het pand en de collectie over te gaan. Ook zijn daarbij indicatieve bedragen genoemd met de aanvulling dat daar nog door beide partijen aan gerekend zou worden. Verder wordt toegelicht dat in de visie van het
college een nadrukkelijke verantwoordelijkheid bij de instellingen en verenigingen wordt neergelegd om te komen tot creatieve oplossingen. In dat kader past het dus niet om de bal tekens bij de gemeente neer te leggen, maar moet het bestuur van de Wieger zelf keuzes maken en creatief zijn. Bij de Wieger zijn in dat verband al veel positieve ontwikkelingen merkbaar. Maar wellicht dat het ambitieniveau van het museum verder getemperd zou kunnen worden. Volgens de Wieger heeft die bijstelling van het ambitieniveau reeds plaatsgevonden en zit daar wat betreft het bestuur van het museum een ondergrens aan (géén schip in een fles museum). Door de Wieger wordt aangegeven dat zij een berekening hebben opgesteld die uitkomt op een benodigd bedrag voor instandhouding van gebouw en collectie van € 120.000. En dat ze in alle redelijkheid samen met de gemeente willen bezien hoe het benodigde bedrag verder te verlagen. Maar daarbij wordt gesteld dat voor een bedrag van rond de € 60.000 geen deugdelijk beheer van het museum mogelijk is. Het bestuur van de Wieger geeft aan mee te willen werken aan oplossingen om hun inkomsten te vergroten (genoemd wordt o.a. de huisvesting van de VVV en onderhoud van kunst in de openbare ruimte). Maar deze mogelijk extra inkomsten dienen dan vooral om het bedrag dat ze zelf op moeten brengen (door hun berekend op meer dan € 100.000) bij elkaar te krijgen. Verder wordt opgemerkt dat de gestelde voorwaarde dat het pand om niet terug moet vallen aan de gemeente indien de stichting ophoudt te bestaan hun beperkt in het vinden van aanvullende financiering. Ook vindt het bestuur van de Wieger dat uit het ambtelijk voorstel van de gemeente om de door hen opgebouwde voorziening ten behoeve van het onderhoud in te zetten voor vervanging van het dak en verrekening met de nog openstaande lening en het feit dat gewezen is op mogelijk fiscale gevolgen bij een schenking, niet blijkt dat de gemeente er veel aan gelegen is om het museum in stand te houden. Namens de gemeente wordt medegedeeld dat gestreefd wordt naar instandhouding van het museum en borging van de kunstcollectie maar dat de voortzetting wel binnen het gemeentelijk raamwerk moet passen en dat de rek wat dat betreft er uit is. In de begroting is vooralsnog rekening gehouden met een geraamd bedrag van rond de € 42.000. Mogelijk dat er politiek draagvlak is voor een hoger bedrag, maar als maximum wordt daarbij een bedrag genoemd van € 60.000. Daarvoor is het wel noodzakelijk dat het onderbouwd kan worden en het museum ook daadwerkelijk een kanteling inzet. In de huidige berekening van de Wieger staan bijvoorbeeld nog altijd veel salariskosten (bijna € 90.000). Het overleg wordt beëindigd met de afspraak dat de bedragen uit de begroting (na verwerking bezuinigingsvoorstellen) aan het bestuur van de Wieger worden toegezonden. Mogelijk dat een geleidelijke afbouw van de subsidie (zoals voorzien in de meerjaren begroting) bij kan dragen aan een oplossing.
Bedragen begroting Op 30 januari 2012 is het onderstaande overzicht aan de Wieger toegezonden.
Kostenplaats kostensoort
2012
2013
2014
2015
primaire begroting museum de wieger
65412101
442502
totaal primaire begroting
Deurne koerst op eigen kracht museum de wieger Totaal DKOEK museum de wieger
Begroting 2012, aanpassing
189.558 177.768 168.337 169.179 189.558 177.768 168.337 169.179
65412101
442502
65412101
442502
resteert als budget
36.000 91.000 146.000
0
36.000 91.000 146.000 ‐20.000 ‐20.000 ‐20.000 ‐20.000 ‐20.000 ‐20.000
189.558 161.768
97.337
43.179
Verder is op 30 januari 2012 met de portefeuillehouder de afspraak gemaakt om een tussenrapportage aan het college voor te leggen. Daarbij dienen duidelijke uitgangspunten geformuleerd te worden op basis waarvan een vervolg overleg met de Wieger plaats kan vinden. Op 30 januari 2012 is het bestuur van de Wieger hierover geïnformeerd. Reactie de Wieger 16 februari 2012 Op 16 februari 2012 heeft een gesprek plaatsgevonden tussen een vertegenwoordiger van bestuur de Wieger en de portefeuillehouder. Tijdens dit gesprek zijn namens de Wieger mondeling de voorwaarden aangegeven waaronder de Wieger nog mogelijkheden ziet om het voortbestaan van het museum vorm te geven. Dit betreft de onderstaande voorwaarden: 1. De gemeente verkoopt het gebouw aan de Stichting voor € 1,00 onder gelijktijdige wijziging van de bestemming van “woning” in museum. De Stichting verklaart het gebouw bij eventuele liquidatie van de Stichting terug te verkopen aan de gemeente voor hetzelfde bedrag, mits wordt voorzien in het huidige achterstallig onderhoud en er jaarlijks (structureel) voor de noodzakelijke instandhouding een bedrag van € 60.000 wordt betaald. 2. De gemeente verkoopt de huidige collectie aan de stichting voor € 1,00 en is gerechtigd die bij eventuele liquidatie van de Stichting terug te kopen voor een gelijk bedrag mits er jaarlijks (structureel) € 20.000 voor het huidig achterstallig onderhoud en de instandhouding van de collectie wordt betaald. 3. Bij ingebreke blijven van de gemeente terzake van betaling vervalt genoemde verplichting tot terugverkoop. 4. Bij kwijtschelding van bestaande leningen en afschrijvingskosten door de gemeente aan de Stichting wordt jaarlijks een bedrag van € 10.000 in mindering gebracht op de lasten van de gemeente en bedraagt de jaarlijkse bijdrage € 70.000 in totaal. 5. Op genoemde jaarlijkse bedragen wordt eerst vanaf 1 mei 2016 inflatiecorrectie toegepast. 6. De verkoop vindt plaats per 1 januari 2014, tot die tijd gelden de vigerende afspraken.
Conclusies Ondanks de diverse overleggen die hebben plaatsgevonden zit er nog altijd veel verschil tussen datgene dat de Wieger zou willen verkrijgen als bijdrage en datgene dat de gemeente op basis van de vastgestelde uitgangspunten beschikbaar heeft. Ook zit er verschil in interpretatie van de bestuurlijk vastgestelde uitgangspunten. Om een vervolgoverleg met de Wieger aan te kunnen gaan moet duidelijkheid verschaft worden ten aanzien van het maximaal beschikbare budget en de randvoorwaarden. In ieder geval moet een standpunt worden ingenomen ten aanzien van onderstaande vragen: 1. Wat wordt onder een bijdrage voor de museale infrastructuur verstaan? Wordt een bedrag beschikbaar gesteld ten behoeve van sec het onderhoud van pand en collectie of dient dit ruimer geïnterpreteerd te worden, bijvoorbeeld een bijdrage ten behoeve van de instandhouding van de museumfunctie ? Voorstel: overeenkomstig de visie van het college (Deurne koerst op eigen kracht) vast blijven houden aan het uitgangspunt dat alleen voor onderhoud een bijdrage wordt verstrekt en niet voor instandhouding. 2. Welk bedrag wordt maximaal beschikbaar gesteld aan de Wieger ? Voorstel: het geraamde bedrag in de begroting is voldoende om de onderhoudskosten aan pand (conform meerjarenonderhoudsplan Bergopwaarts) en collectie te kunnen voldoen. Door de Wieger is niet aangetoond dat voor sec het onderhoud de geraamde bedragen ontoereikend zijn. Tegemoet komen aan het voorstel van de Wieger betekent een structurele bijdrage van € 70.000. Indien als bijdrage voor de museale infrastructuur een hoger bedrag beschikbaar wordt gesteld dan € 43.179 gaat dit per 2015 leiden tot een tekort in de gemeentelijke begroting. 3. Blijft de gemeente de voorwaarde hanteren dat het gebouw om niet moet terugvallen aan de gemeente indien de stichting of het museum ophoudt te bestaan ? Voorstel: ja. 4. Hoe wenst het college om te gaan met de opgebouwde voorziening onderhoud ? Voorstel: bij overdracht van pand en collectie vooralsnog de opgebouwde voorziening verrekenen met overname van de gemeentelijke verantwoordelijkheid voor vervanging van het dak. Ook de openstaande lening van circa € 35.000 hierbij betrekken. Hierover pas een definitief standpunt innemen nadat bekend is wat de daadwerkelijke kosten zijn van de vervanging van het dak (op basis van een reële inschatting). 5. Wat te doen met eventuele aanslag belasting in verband met schenking (schenkingsbelasting en/of overdrachtsbelasting) ? Voorstel: afstemming zoeken met de belastingdienst of er vrijstellingsmogelijkheden zijn voor wat betreft schenkbelasting en mogelijkheden voor toepassing hardheidsclausule voor wat betreft overdrachtsbelasting bij gemeentelijke overdracht van het pand om niet aan de Wieger.
Bespreking in college op 28 februari 2012 Op 28 februari 2012 is deze rapportage in het college besproken. Ook is daarbij gesproken over het voorstel dat namens het bestuur van de Wieger op 16 februari 2012 is overgebracht. Door het college is ten aanzien van een aantal punten nog geen keuze gemaakt en om die reden is de rapportage met de daarin opgenomen voorstellen aangehouden. Door de portefeuillehouder is deze uitkomst op 28 februari 2012 teruggekoppeld aan het bestuur van de Wieger met daarbij de opmerking dat het streven is om in maart 2012 de gevraagde duidelijkheid te kunnen geven inzake het financiële kader. Daarnaast is gevraagd om in de tussenrapportage ook in te gaan op de mogelijkheid om de subsidie over een langere termijn af te bouwen (verlengen met bijvoorbeeld een jaar). Derhalve wordt hieronder vraag 6 toegevoegd en voorzien van een voorstel. 6. Is er bereidheid om de termijn waarop de subsidie wordt afgebouwd op te rekken ? Voorstel: in de huidige begroting is te zien dat de subsidie wordt afgebouwd in 3 termijnen naar uiteindelijk een bedrag van € 43.179 ingaande 2015. Indien besloten wordt om de subsidie af te bouwen naar € 43.179 ingaande 2016 en dus af te bouwen in vier termijnen heeft dit effecten op de begroting. In onderstaande overzicht zijn daarvoor 2 alternatieven in beeld gebracht. kostenplaats kostensoort
2012
2013
2014
2015
2016 formatie €
189.558
177.768
168.337
169.179
169.179
189.558
177.768
168.337
169.179
169.179
36.000
91.000
146.000
36.000
91.000
146.000
‐20.000 ‐20.000
‐20.000 ‐20.000
‐20.000 ‐20.000
161.768 16.000 31.500
97.337 71.000 63.000
43.179 126.000 94.500
43.179 126.000 126.000
15.500
-8.000
-31.500
0
146.268
105.337
74.679
43.179
16.000
43.500
71.000
126.000
161.768
124.837
98.179
43.179
0
-27.500
-55.000
0
15.500
19.500
23.500
primaire begroting museum de wieger
65412101
442502
totaal primaire begroting
Deurne koerst op eigen kracht museum de wieger
65412101
442502
Totaal DKOEK
0 museum de wieger
65412101
442502
Begroting 2012, aanpassing resteert als budget Bezuiniging begroting 2012 alternatief voorstel afbouwen in 4 termijnen ipv 3 nadeel op begrotingssaldo begroot voor wieger op basis van alternatief: 25%50%75%100%
bezuinigingen alternatief begroot voor wieger op basis van alternatief: €16000 in 2013, vervolgens 33%in2014; 66%in2015;100%in2016 nadeel begroting
189.558
Het eerste alternatief levert een incidenteel nadeel voor de begroting op van € 24.000. Bovendien zal in dit alternatief het museum zelf in 2013 een lagere bijdrage ontvangen dan waar in de huidige begroting rekening mee is gehouden.
-24.000
-82.500 58.500 -24.000
Het tweede alternatief levert een nadeel op van € 82.500. Op basis hiervan wordt voorgesteld om vast te blijven houden aan de voorgenomen afbouw van de subsidie conform begroting. Brief namens de Wieger Op 1 maart 2012 is een nieuwe brief ontvangen namens de Wieger. Hierin spreken zij wederom hun ontevredenheid uit ten aanzien van de aanpak door de gemeente en de voortgang. Daarnaast is in deze brief het mondelinge voorstel van 16 februari 2012 bevestigd, waarbij het aanbod wordt gedaan om een gemeentelijke bijdrage te hanteren van structureel € 70.000. Ook deze brief is als bijlage toegevoegd.
Bijlagen: - eigen berekening van de Wieger - brief namens de Wieger van 22 januari 2012 (ontvangen 24 januari 2012) - brief namens de Wieger van 29 februari 2012 (ontvangen 1 maart 2012)
M j Y l U S C U I Ï l
De
P&C
w. 1
,
Wïe2 ©:r
Oude Liesselseweg 29
enm sti den di t/m z
°p g J
-
5751 WN Deurne
i2
u
i7
°- -°° - -°°
0493 - 322 95 jt
u
GEMF.f-NTEDEURNK
iJ-Tj^M (I Avieger. nl
LBH
HM
Burgemeester en Wethouders van Deurne, Postbus 3 5750 AA Deurne
www. dewieger 'i KCC
Ik JAN 2012
PRJ
BMO
13 OR Griffie
Nr.
BRW
KI.
Deurne, 22 januari 2012
Geacht College,
Gaarne vragen wij uw aandacht voor navolgende. Op woensdag 25 januari 2012 om 17.00 uur hebben wij met u een afspraak om te overleggen 'hoe verder met De Wieger'. Directe aanleiding om voorafgaand aan dit overleg aan u een brief te schrijven is dat onze ervaringen uit het jongste verleden met dergelijk overleg ons hinderen bij de voortzetting van de reddingsoperatie rondom het voortbestaan van De Wieger. En om dat te adstrueren volgt onderstaand een resumé van die ervaringen. - op 18 augustus 2011 heeft de secretaris van ons bestuur overlegd met Wethouder Ragetlie met de vraag of overdracht in eigendom van gebouw en collectie aan stichting De Wieger bespreekbaar is, aangezien enige inwoners van Deurne zich bij De Wieger gemeld hadden met ideeën om De Wieger (in enigerlei aangepaste vorm) voor Deurne te behouden. Dat zou echter alleen kunnen lukken indien genoemde eigendomsoverdracht vergezeld zou gaan met een bijbehorend budget instandhoudingskosten (door wethouder Ragetlie spontaan becijferd op €40.000 resp. €20.000, maar door onze secretaris meteen weersproken omdat uit de cijfers wel zou blijken dat er meer nodig was!) - op 24 augustus meldt wethouder Ragetlie -na terugkoppeling in B&W- dat bedoelde eigendomsoverdracht met genoemde budgetten bespreekbaar is en wordt vastgelegd dat De Wieger zou komen met een onderbouwing van het voor instandhoudingskosten benodigd budget en dat het overleg daarover zou gebeuren 'en petit comité'. - op 19 oktober 2011 vindt het eerste geplande overleg plaats over onze cijfers; Wethouder Ragetlie kwam, omdat de behandelend ambtenaar ziek was, samen met het afdelingshoofd naar de bespreking, maar naar onze cijfers was in verband met die ziekte niet gekeken. De wethouder bracht een aantal goede suggesties in over overdracht van taken mét budgetten zoals 'kunst in de openbare ruimte' en 'huisvesting VW-post. - op 22 november 2011 is er weer overleg; de wethouder wordt nu vergezeld door de behandelend ambtenaar; heel snel blijkt dat van ambtelijke zijde niet wordt uitgegaan van het begrip instandhoudingskosten, maar van onderhoudskosten; dit 'misverstand' werd door de wethouder meteen rechtgezet, maar dat betekende wel dat die dag van voortzetting van overleg over onze cijfers niet serieus sprake kon zijn, omdat met dat uitgangspunt van ambtelijke zijde geen rekening was gehouden. Dus werd weer een nieuwe datum geprikt.
KvK nr. 4 1 0 9 2 4 7 3
Bankrek. nr. i 7 . Q 8 . 6 l . 3 0 9
BTW nr. 8 0 1 4 . 7 1 . 2 0 5 . B . O I . 3 2 7 0
- op 22 december is er overleg met enkel de behandelend ambtenaar en een collega van 'techniek', weliswaar een geanimeerd leuk gesprek, maar weer ging het niet over onze specificaties, maar nu over een onderhoudsrapport van Bergopwaarts: alsof niet was afgesproken dat het zou gaan over met welke posten men kon instemmen en welke posten discutabel waren. Erger nog de door u gevraagde opheldering daaromtrent en de door ons gegeven specificaties van kosten bleken er helemaal niet toe te doen. Door ons is toen de conclusie getrokken dat er 'op twee borden werd geschaakt' en is dit overleg opgeschort in afwachting van nadere instructie van Wethouder Ragetlie aan de ambtenaren dat het uitgangspunt van overleg is het begrip instandhoudingskosten en dat zulks meer is dan enkel gepland onderhoud! Woensdag 25 januari 2012 komen we dus weer bij elkaar om samen met u een proces aan te gaan om De Wieger, een instituut waar Deurne trots op mag zijn, te doen overleven. Wij realiseren ons dat de nodige veranderingen resp. bezuinigingen moeten worden doorgevoerd, maar zijn inmiddels enigszins teleurgesteld in het verloop van het proces aan uw zijde. De inwoners van Deurne die bereid zijn de mouwen op te stropen hebben zich verbaasd getoond en raken gefrusteerd over de langzame voortgang: nu reeds 5 maanden vertraging. De tijd dringt. Het is dus nodig dat u aan de voorwaarden tegemoetkomt die noodzakelijk zijn voor continuïteit en stabiliteit. Dat geldt niet alleen financieel maar ook qua maatschappelijk draagvlak. Zonder vertrouwen van uw college en van de Raad van Deurne is instandhouding van De Wieger niet mogelijk. Als beide er wel zijn kan de particuliere markt bewerkt worden. Wij stellen ons voor dat u thans 'hom of kuit' geeft over de bij de overdracht van gebouw en collectie behorende bruidsschat. Deze zal meer moeten zijn dan de hierboven genoemde bedragen van €40.000 en €20.000. Wij hebben aangetoond op basis van onze cijfers dat wij jaarlijks voor instandhouding van gebouw en collectie €120.000 nodig hebben om De Wieger mét gewijzigd beleid -zoals u heeft gesteld- in stand te houden op een manier dat Deurne er toch trots op is. (Indien u overigens in het kader van de eigendomsoverdracht bereid bent tot kwijtschelding van bestaande leningen en afschrijvingslasten, alsook bereid bent creatief mee te denken over meer van dergelijke mutaties dan zou dit bedrag verlaagd kunnen worden). Voor ons impliceert dit dat wij zelf jaarlijks meer dan €100.000 zullen moeten 'ophalen'! Het leek ons goed u bovenstaande te berichten! En wij wensen u en ons succes toe! \
\ Hoogadhtehd /f Namens Bestuur Museum De Wieger mr.U.A.I. Oomen, secretaris
ïïmk. M B
J V I U S e U l l l
v\r
/iarrat»
Oude Liesselseweg 29
5751 W N Deurne
0493 - V 2 <) '>n
openingstijden di. t / m zo. 12.00u - 17.00u
vü<w d c u : . - c ) nl
j P&C 1 EC'
^ N\ \N d c u n - e i -i!
GEMEEN! P. DEURNE BMO KCC
i
BOR
0 1 MKT 2012
! PR.1 Burgemeester en Wethouders van Deurne, Postbus 3 5750 AA Deurne
: lil 1 Nr.
Griffie BRW
KI.
Deurne, 29 februari 2012
Geacht College, Als bestuur van de Stichting De Wieger wenden wij ons met het volgende tot U. Wij doen dit naar aanleiding van het feit dat U de afspraken die wij met U maakten tijdens de vergadering die wij met U hadden op 25 januari j.L, niet blijkt te zijn nagekomen. Dit feit voegt zich bij al het eerder overleg dat wij met Uw wethouder dan wel Uw ambtenaren hebben gehad. Bij al die gelegenheden zijn afspraken gemaakt en die zijn in geen van de gevallen nagekomen. Deze gang van zaken zet het voortbestaan van het museum De Wieger op het spel; de door U voorgenomen bezuiniging op Uw bijdrage aan de begroting van het museum leidt op deze wijze onvermijdelijk tot sluiting. Het is onmogelijk om financiële ondersteuning van burgers dan wel bedrijven uit de gemeente Deurne te krijgen als er geen absolute helderheid is over de bedragen waarmee Uw Raad de verplichtingen aan het museum zal nakomen. Hieronder volgt een resumé van de ervaringen van ons met Uw College respectievelijk met Uw ambtenaren, volgend op het in de voorjaarsnota 2011 vastgelegde beleidsvoornemen de subsidie aan De Wieger te verlagen tot € 22.000, te weten een korting van 90 % van het totaal. Wij hebben U er onmiddellijk op gewezen dat wij een beheersstichting vormen met als doel Uw eigendommen, t.w. de collectie en het gebouw van het museum, te beheren en in te zetten voor museale taken. Onze verplichtingen liggen in de eerste plaats bij museale taken; de Gemeente heeft een zorgplicht voor gebouw en collectie. De Gemeente heeft geen verplichting museale taken uit te voeren en zou daarop kunnen bezuinigen of de bijdragen daarvoor zelfs geheel kunnen beëindigen. Wij hebben ons in het overleg bereid verklaard om zelfs bij beëindiging van de subsidie terzake de museale taken voort te zetten. De voorwaarde daarbij is echter wel dat de Gemeente onderhowd van gebouw en collectie blijft betalen, tenzij we daar in gezamenlijk overleg een andere oplossincj voor zouden vinden. Van die premisse uitgaande is een overleg gestart.
KvK nr. 4 I O 9 2 4 7 3
Bankrek. nr. i 7 . 0 8 . 6 l . 3 0 9
BTW nr. 8 0 1 4 . 7 1 . 2 0 5 . B . O I . 3 2 7 O
Op 18 augustus 2011 heeft de secretaris van ons bestuur overlegd met Wethouder Ragetlie met de vraag of overdracht in eigendom van gebouw en collectie aan stichting De Wieger mogelijk is. Er hebben zich enkele inwoners van Deurne bij ons bestuur gemeld met ideeën om De Wieger (in aangepaste vorm) als functioneel museum voor Deurne te behouden. Dat zou echter alleen kunnen lukken indien gebouw en collectie eigendom zouden zijn van de Stichting; dit vanwege juridische fiscaliteiten waarvan particuliere instellingen gebruik kunnen maken. Zulks doet de kosten niet afnemen, maar schept wel een aantal extra mogelijkheden om het museum budgettair beter te doen functioneren. De kosten van het instandhouden van gebouw en collectie moesten dan wel onverkort door de Gemeente gedragen blijven worden, omdat die ook zonder museum-exploitatie grotendeels zouden blijven bestaan. Dat werd door wethouder Ragetlie tijdens het overleg spontaan geschat op €40.000 resp. €20.000 voor gebouw respectievelijk de collectie, maar door onze secretaris meteen weersproken omdat uit de cijfers van afgelopen jaren wel zou blijken dat er meer nodig was! Voorts is in het gesprek door ons aangegeven dat de formele bestemming van het gebouw veranderd diende te worden van "woonhuis" in "museum". Dit was niet alleen voor functioneren noodzakelijk, maar moest ook voorkomen dat het gebouw ooit onttrokken kon worden aan de functie van museum. Daarmee werd speculatieve verkoop onmogelijk gemaakt. Op 24 augustus meldt wethouder Ragetlie -na terugkoppeling in B&W- dat bedoelde eigendomsoverdracht met genoemde budgetten bespreekbaar is en wordt vastgelegd dat De Wieger zou komen met een onderbouwing van het voor instandhoudingskosten benodigd budget en dat het overleg daarover zou gebeuren 'en petit comité'. Op 19 oktober 2011 vindt het eerste geplande overleg plaats over onze cijfers; Wethouder Ragetlie kwam, omdat de behandelend ambtenaar ziek was, samen met het afdelingshoofd naar de bespreking, maar naar onze cijfers was in verband met die ziekte niet gekeken. De wethouder bracht een aantal goede suggesties in over overdracht van taken mét budgetten zoals 'kunst in de openbare ruimte' en 'huisvesting VW-post', waarmee De Wieger een inkomen(tje) zou kunnen verwerven dat exploitatie zou vergemakkelijken. Op 22 november 2011 is er weer overleg; de wethouder wordt nu vergezeld door de behandelend ambtenaar; heel snel blijkt dat van ambtelijke zijde niet wordt uitgegaan van het begrip instandhoudingskosten, maar van onderhoudskosten; dit 'misverstand' werd door de wethouder meteen rechtgezet. Door gebrek aan interne communicatie werden onze cijfers niet besproken. Op 22 december is er overleg met enkel de behandelend ambtenaar en een collega van 'techniek', weliswaar een geanimeerd leuk gesprek, maar weer ging het niet over onze specificaties, maar nu over een onderhoudsrapport van Bergopwaarts m.b.t. het gebouw van de Wieger: alsof niet was afgesproken dat het zou gaan over met welke posten men kon instemmen en welke posten van onze gespecificeerde kostenverantwoording discutabel geacht werden. Erger nog, de door u gevraagde opheldering daaromtrent en de door ons gegeven specificaties van kosten bleken er helemaal niet toe te doen. De wethouder en de ambtenaren hadden verschillende opvattingen over het begrip instandhoudingskosten en communiceerden daarover blijkbaar niet. Wij hebben toen als bestuur de conclusie getrokken dat er 'op twee borden werd geschaakt'; klaarblijkelijk zijn opdrachten van een wethouder ondergeschikt aan ambtelijk beleid. Op die manier kunnen we geen zeken doen.
Op 25 januari 2012 hebben we opnieuw overleg gehad met wethouder Ragetlie in aanwezigheid van burgemeester Mak en een tweetal ambtenaren. Om inhoudelijke teleurstellingen te voorkomen hadden we het gesprek vooraf doen gaan door een brief waarin we nogmaals onze uitgangspunten over voorwaarden voor overleving hadden uiteengezet, alsmede onze uitdrukkelijke wens om nu duidelijkheid te krijgen over mogelijke verkoop van De Wieger aan de Stichting en over het basisbedrag voor instandhouding. Wij hadden al eerder berekend en gespecificeerd dat instandhouding € 120.000 per jaar zou vergen. De specificatie van instandhoudingskosten bleek wederom niet gelezen, althans niet gekend. Het voortbestaan van De Wieger werd daarom verder niet op grond van inhoudelijke argumenten besproken. Het overleg ontaardde in loven en bieden. Daarop hebben we het volgende gesteld Een door burgers resp. bedrijven geïnitieerd reddingsplan zou mogelijk € 40.000 per jaar kunnen opbrengen, zodat nog een gat van € 80.000 gedicht zou moeten worden. De wethouder gaf aan dat de Gemeente een dergelijk bedrag niet beschikbaar had, maar dat hij "de zaak opnieuw zou bekijken". Hij zegde toe vóór 3 februari 12.00 uur uitsluitsel te geven, omdat De Wieger op die middag een persconferentie zou geven over een mogelijk reddingsplan. Beide ambtenaren meldden geen probleem te hebben met snelle herberekening van de mogelijkheden. Op 3 februari kwam er geen mededeling van de Gemeente, er kwam geen persconferentie en het mogelijke reddingsplan gaat voorlopig niet door. Voor het bestuur van De Wieger is het eind van overleg met het college van B&W bereikt. Het niet lezen van toegezonden stukken, althans die niet kennen, het zich niet herinneren van gemaakte afspraken, het stelselmatig weigeren vergaderingen te notuleren, het gebrek aan interne communicatie, het op de lange baan schuiven van beslissingen aan de zijde van B&W en aan onze kant het gevoel niet serieus genomen te worden, maken een verder gesprek niet nuttig. Wij delen U daarom het volgende mede. De Wieger had voor exploitatie en museale taken een door Uw Raad goedgekeurde jaarlijkse begroting van om en nabij € 250.000. Wij achten het redelijk dat bezuinigingen die vanuit de landelijke overheid aan de Gemeente worden opgelegd hun weerslag hebben in de vorm van een bezuiniging van 20% op onze begroting, zoals reeds eerder afgesproken. Wij begrijpen dat de bezuinigingen die in Deurne noodzakelijk zijn verlaging van uitgaven ten aanzien van kunst en cultuur als gevolg hebben. Wij zijn bereid sterk te bezuinigen op personele lasten en het museale beleid van De Wieger zo te veranderen dat met minimale kosten gewerkt kan worden. Wij garanderen voortzetting van de pedagogische activiteiten voor de schooljeugd. Dat kan alleen door vele activiteiten van vrijwilligers die ondanks fiscale richtlijnen geen financiële beloning ontvangen. Wij zullen het budget daarmee verlagen met een bedrag van ongeveer € 100.000 en zullen als onbetaald bestuur daarvoor het risico dragen. Een groepering uit de burgers en bedrijven van Deurne stelt zich ten doel jaarlijks € 40.000 te genereren voor redding van De Wieger. Er is gerede kans dat het zal lukken om met gezamenlijke inspanning € 140.000 te korten op het jaarlijks bedrag dat de Gemeente aan De Wieger spendeert. Daartoe moet echter aan een aantal nadere voorwaarden wordt voldaan.
1. De Gemeente Deurne verkoopt het gebouw van De Wieger aan de Stichting voor € 1.- onder gelijktijdige wijziging van de bestemming van "woning" in "museum". De Stichting verklaart het gebouw bij eventuele liquidatie van de Stichting teryg te verkopen aan de Gemeente voor eenzelfde bedrag, mits wordt voorzien in het huidige sfchterstaWige onderhoud en mits er jaarlijks (structureel) voor de noodzakelijke instandhoudihg een bedrag van € 60.000 wordt betaald. 2. De Gemeente verkoopt de huidige collectie aan de Stichting voor €1,- en is gerechtigd die bij eventuele liquidatie van de Stichting terug te kopen voor een gelijk bedrag mits er jaarlijks (structureel) € 20.000 voor het huidige achterstallig onderhoud en de instandhouding van de collectie wordt betaald. 3. Bij ingebreke blijven van de Gemeente terzake van betaling vervalt genoemde verplichting tot terugverkoop. 4. Bij kwijtschelding van bestaande leningen en afschrijvingskosten door de Gemeente aan de Stichting wordt eën jaarlijks bedrag van€ 10.000 in mindering gebracht op de lasten van de Gemeente en bedraagt de jaarlijkse bijdrage € 70.000 in totaal. 5. Op genoemde jaarfijkse bedragen wordt eerst vanaf 1 mei 2016 inflatiecorrectie toegepast. 6. De verkoop vindt plaats per 1 januari 2014, tot die tijd gelden de vigerende afspraken. Mocht U met bovenstaande niet vóór 22 maart 2012, 17.00 uur accoord gaan, dan stoppen wij verder overleg met U.
Hoogachtend Voor het Bestuur van de Stichting De Wieger,
Prof. dr. L.J.L.D. van Griensven, voorzitter \
Mr.^|.A.I. Oomfen, secretaris.