gemeente Eindhoven
Raadsnummer O8. R2 570. OOI Inboeknummer o8BSToo8So Dossiernummer Bry.4o4 zz april zoo8
Raads informatiebrief Betreft aanvraag offerte ’gebieds- en vraaggericht welzijnswerk in Eindhoven’, periode x januari aoo8 t/m Br december aoo8, gericht aan de Lumens Groep 1 Inleiding De gemeente heeft een subsidierelatie met de Lumens Groep, vormgegeven in een jaarlijks ’contract’, gebaseerd op het model van Beleidsgestuurde Contract Financiering (BCF). Hierin worden prestatie afspraken gemaakt. Per kalenderjaar wordt middels een offerte aanvraag vanuit de gemeente het ’contract’ op basis van BCF geactualiseerd. Ook worden per kalenderjaar de speerpunten binnen het BCF aangegeven. Omdat de activiteiten van de Lumens Groep gemeentebreed zijn, heeft bij de actualisatie van de opdrachtformulering voor 2008 afstemming plaatsgevonden met alle betrokkenen. Uiteraard heeft er ook intensieve afstemmingplaats gevonden op directieniveau tussen de gemeente en de Lumens Groep.
Middels deze raadsinformatiebrief willen wij u informeren over de "Aanvraag offerte" met betrekking tot het BCF 2008 Lumens Groep, over de door ons genomen besluiten, alsmede over de door de Lumens Groep op 28 februari 2008 ingediende offerte voor 2008.
2 Actuele ontwikkelingen Doelstellingen van het BCF 2008 met de Lumens Groep
De door de gemeente geformuleerde aanvraag offerte heeft als doel bij te dragen aan het behalen van de doelstellingen, zoals die geformuleerd zijn in de desbetreffende raadsprogramma’s en collegeproducten. Maar verder uiteraard ook aan de doelstellingen van het coalitieakkoord Eindhoven Een en de bestuurlijke thema’ s Meedoen, Actieve Jeugd, Burgerparticipatie en Veiligheidshuis. Daarnaast moet de reguliere inzet van de activiteiten van de Lumens Groep in het kader van het BCF een bijdrage leveren aan de inzet van de gemeente in de Krachtwijken. Tevens dienen de activiteiten van de Lumens Groep in 2008 invulling te geven aan de nieuwe beleidslijnen, zoals die o.a. zijn verwoord in het WMO-beleidskader ’Samen Sterk in Eindhoven’ 2008-2011, het (concept) Seniorenperspectief, het door
Raadsnummer O8.R257O.OOI
uw raad vastgestelde programma Diversiteit 2007-2009 en voor zover relevant aan de speerpunten opgenomen in de Nota Lokaal Gezondheidsbeleid 2007-2011.
Van oudsher is de offerte van de Lumens Groep een mengeling van verschillende werksoorten, (zoals algemeen maatschappelijk werk of opbouwwerk), doelgroepen (senioren, jongeren) en thema’s (huiselijk geweld, discriminatie). Deze historisch gegroeide opzet willen wij vervangen door een beleidsmatige benadering, zodat het verband tussen de uit te voeren activiteiten en de eerdergenoemde doelstellingen duidelijker tot uiting komt. Dit houdt in dat er nieuwe maatstaven moeten worden ontworpen om te bepalen welke resultaten er in termen van het beleid (moeten) worden behaald. Dergelijke maatstaven hebben niet langer betrekking op afzonderlijke werksoorten en activiteiten, maar op persoonlijke en vooral op maatschappelijke effecten. Het is de bedoeling dat de Lumens Groep in de offerte aangeeft welke activiteiten er worden ingezet om te bevorderen dat het beleid wordt gerealiseerd. Zover is het nog niet: hoewel de maatstaven waar mogelijk voor 2008 al zijn aangescherpt, is de volledige overgang van sturen op activiteiten (werksoorten) naar sturen op beleid niet in korte tijd te verwezenlijken. Er is in overleg met de Lumens Groep inmiddels een begin gemaakt met de soms ingrijpende omschakeling, maar in de aanvraag offerte voor 2008 zijn de oude activiteiten hier en daar nog aanwezig als uitgangspunt. De ontwikkeling naar een beleidsmatige aanpak moet zijn beslag krijgen in de aanvraag offerte 2009. Speerpunten 2008 In de aanvraag offerte staat beschreven wat de gemeente van de Lumens Groep
verwacht, rekening houdend met de doelstellingen, zoals hierboven aangegeven. Hierop heeft de Lumens Groep haar aanbod geformuleerd. Zie hiervoor haar offerte 2008 van 28 februari 2008. De speerpunten van de aanvraag offerte en de offerte zijn: Meedoen
1 Seniorenwerk: a uitbreiding signaleringsnetwerken en invulling van het casemanagement voor kwetsbare ouderen; b ondersteuning van eigen initiatieven en actief burgerschap van ouderen; c evaluatie infrastructuur maaltijdvoorzieningen in het kader van eenzaamheidsbestrijding. 2 Vrijwilligerswerk: a nadrukkelijke profilering van de vrijwilligerswinkel; b bundeling van ondersteuningsinitiatieven. 3 Mantelzorg (geen directe taak voor de Lumens Groep): a signalering behoefte aan respijtzorg en het toeleiden van mantelzorgers naar het steunpunt mantelzorg; b informatie verstrekken aan mantelzorgers.
Raadsnummer O8.R257O.OOI
4 Burgerparticipatie - MO-component (Opbouwwerk): a aandacht voor verhoging probleemoplossend vermogen van buurten; b aandacht voor interactieve beleidsvorming; c kwaliteitsverhoging en normering van opbouwwerk.
5 Woonservice: a ondersteuning uitbreiding naar 7 zones. 6 Stedelijk Kompas: a onderzoek naar en implementatie van de mogelijkheid van AWBZ financiering voor bijvoorbeeld dagbesteding ouderen, begeleiding zwerfjongeren en projecten voor begeleid wonen.
7 Diversiteit: a alle producten moeten aan de diversiteitsnorm (gaan) voldoen, dat wil zeggen toegankelijk voor en toegesneden op de diversiteit van de Eindhovense bevolking. 8 Armoede bestrijding (geen directe taak voor de Lumens Groep): a signaleren en bestrijden van armoede en sociale uitsluiting; b bevorderen van zelfredzaamheid en participatie; c verstrekken van informatie (ten aanzien van o.a. inkomensondersteuning en begeleiding).
Veiligheid 9 Relationeel geweld: a andere invulling coordinatierol jeugdprostitutie. Actieve Jeugd 10 Bepaling leeftijdsgrens doelgroep: jeugdigen van 0 t/m 23 jaar woonachtig in Eindhoven. Vooralsnog geen specifieke noodzaak en wens om de leeftijdsgrens op te rekken naar 27 jaar. Landelijke regels en richtlijnen met betrekking tot school- en arbeidsmarkttoeleiding lijken wel te gaan opschuiven naar 27 jaar, maar daarin zien we voor jeugdwelzijnswerk in 2008 concreet nog geen speerpunt om bij aan te sluiten.
11 Opvoedingsondersteuning: wijkgerichte opvoedingsondersteuning is in Eindhoven inmiddels gekoppeld aan het Spilconcept. Opvoedingsondersteuning binnen Spil betreft kinderen tussen 0-12 jaar en hun ouders. Een gezinsgerichte aanpak staat centraal. Per Spillocatie wordt maatwerk geleverd. Er is meer behoefte aan steun bij risicocumulatie, die samenhangt met de sociaal economische positie van mensen en vaker voorkomt bij allochtonen dan autochtonen. Er wordt een duidelijke prioriteit gelegd bij gezinnen waar sprake is van verhoogd risico. Hiertoe wordt de definitie gehanteerd die in het bestedingsplan opvoedingsondersteuning is gebruikt. De inzet van de formatie opvoedingsondersteuning wordt zodanig verdeeld over de Spilcentra, dat een zo groot mogelijk bereik van deze risicogroep gehaald kan worden. Tevens zal
Raadsnummer O8.R257O.OOI
op basis van een operationalisatie van deze definitie van risicogezinnen gemeten worden hoe groot het bereik is onder deze doelgroep. Daarnaast vindt afstemming met en aanvulling op het aanbod door het Centrum Jeugd en Gezin plaats. 12 Peuterspeelzalen: peuterspeelzaalwerk wordt op rijksniveau onderzocht. Dit kan er toe leiden dat in 2010 het peuterspeelzaalwerk in de Wet kinderopvang geintegreerd wordt. Bovendien loopt in de huidige situatie het aantal groepen peuterspeelzaalwerk terug. Ook ligt er een relatie naar de voorschoolse activiteiten. Over de gevolgen van de ontwikkelingen voor het BCF 2008 wordt nog overleg gevoerd. N.B.: vooruitlopend hierop had de Lumens Groep het product Peuterspeelzalen gewijzigd ten opzichte van de opdracht. Dit wordt nu aangepast conform oorspronkelijke opdracht. De bedoeling was dat dit voor 1 maart in het college besproken zou worden, maar door een sterfgeval bij de Lumens Groep is dit niet gehaald. Op korte termijn zal de invulling van dit product alsnog aan het college worden voorgelegd ter besluitvorming. 13 Jeugd- en jongerenwerk: de gemeentelijke visie op het jeugd- en jongerenwerk wordt geactualiseerd en is op basis van bestaande afspraken naar verwachting medio 2008 gereed. De nieuwe visie kan ook gevolgen hebben voor de inrichting van het kinderwerk en gebruik speeltuinen. In afwachting van de visie zijn voor 2008 voorlopig de uitgangspunten van het BCF 2007 gehanteerd. Indien nodig zal in 2008 het BCF Lumens Groep worden aangepast. Volgend op de visie zullen de gevolgen voor de ruimtes voor jongeren in beeld gebracht worden; Dynamo. Het structurele exploitatietekort van het gebouw Dynamo vraagt om ingrijpende oplossingen. Momenteel wordt daar onderzoek naar verricht. Besluitvorming door ons zal separaat plaatsvinden. Vandaar dat in het BCF 2008 alleen de inhoudelijke veranderingen die betrekking hebben op Dynamo verwerkt worden te weten uitbreiding met drie regisseurs. 14 Aanpak risicojeugd: Jeugd Preventie Programma (JPP). De verantwoording voor het JPP is thans ondergebracht bij de Lumens Groep. Momenteel vindt op regionaal niveau overleg plaats over de positionering van het JPP. Voor 2008
worden voorlopig de uitgangspunten van het BCF 2007 gehanteerd. Indien nodig zal in 2008 het BCF Lumens Groep worden aangepast; zowel de schoolmaatschappelijk werkers, als de jeugdmaatschappelijk werkers, als JPP-ers, als de Team Interventie Medewerkers dienen aangesloten te zijn op het signaleringssysteem Zorg voor Jeugd en indien nodig deel te nemen aan casusoverleggen rondom een risicokind/risicogezin. Het schoolmaatschappelijk werk krijgt in principe de zorgcoordinatie rondom een risicokind, indien het een jongeren betreft tussen de 4 en 18 jaar, waar geen Bureau Jeugdzorg bij betrokken Is;
Raadsnummer O8.R257O.OOI
bezien dient te worden in hoeverre deskundigheidsbevordering van schoolmaatschappelijk werkers toereikend is en welke alternatieven er zijn om dit op het noodzakelijk geachte peil te houden dan wel te brengen; in 2008 zullen de verschillende vormen van ondersteuning en hulpverlening aan risicokinderen en risicogezinnen, te weten JPP, SMW, OllrO, jeugdmaatschappelijk werk, gezinsondersteuning en gezinscoach goed tegen het licht gehouden moeten worden om afspraken te maken over taakafbakening en afstemming, om overlap te voorkomen en om te bekijken of eventuele samenvoeging van functies mogelijk en zinvol is; de buurtnetwerken12- en 12+ zullen op een andere wijze gecontinueerd worden. Het breed Spilzorgteam zal samen met de schoolmaatschappelijk werk de centrale spil zijn in de zorg rondom kinderen. Wanneer dit ontoereikend is zal de bespreking van het kind worden doorgeleid naar het casusoverleg risicojongeren of Bureau Jeugdzorg. De buurtnetwerken 12- en 12+ zullen minder frequent bij elkaar komen en meer een functie hebben in netwerkvorming en informatie-uitwisseling. Ook voor het voortgezet onderwijs zal in onderling overleg bekeken worden hoe de zorgteams kunnen aansluiten op het Centrum Jeugd en gezin en op functies als jongerenwerk en JPP; duidelijke afspraken moeten gemaakt worden tussen de functie van gezinsondersteuning met de nieuw te ontwikkelen functie van gezinscoach, welke via het Centrum Jeugd en Gezin ingezet kan worden in gezinnen met complexe meervoudige problematiek, waar geen jeugdzorginstelling in beeld is. Middels een losse subsidieverlening zullen afspraken gemaakt worden over de taken, inzet en methodiek van de gezinscoach; in 2008 wordt een jongerenloket geopend, dat een samenwerkingsverband is tussen de dienst Werk, Zorg en Inkomen, de dienst Maatschappelijke Ontwikkeling, CWI, UWV en ROC in combinatie met o.a. de Lumens Groep. Dit loket biedt naast informatie, advies en begeleiding over werk en scholing in toekomst, ook informatie en advies op een veel breder welzijnsterrein. Met het Faq zullen afspraken gemaakt moeten worden over taakverdeling, afstemming en uitwisseling en onderzocht zal worden over samenvoeging met Jongerenloket op termijn.
15 Speelgelegenheid: conform in het verleden gemaakte afspraken wordt voor de aansturing van de Splinter een sociaalcultureel werker gesubsidieerd die de vrijwilligers (50-70) aanstuurt. Een extra sociaal cultureel werker moet volledig worden gefinancierd uit de exploitatie (deze komt niet uit de reguliere formatie).
Krachtwijken
Raadsnummer O8.R257O.OOI
De Lumens Groep wordt in de aanvraag offerte gevraagd om in samenwerking met, en onder regie van, de sector Gebiedsgericht Werken en met het Veiligheidshuis en eventuele andere relevante partijen per wijk/stadsdeel te beschrijven wat de stand van zaken is ten aanzien van de beleidsthema’s van het coalitieakkoord en de programma’s Burgerparticipatie en Meedoen. Specifieke aandacht zal daarbij uiteraard uitgaan naar de Eindhovense Krachtwijken. Beheer ’kern’ VT’A’s en jongerencentra De Lumens Groep stelt in haar offerte dat een aantal VTA’s en jongerencentra cruciaal zijn voor de uitvoering van haar activiteiten. Deze VTA’s worden door de Lumens Groep aangeduid als ’kern’ VTA’s. Voor deze ’kern’ VTA’s en jongerencentra wil de Lumens Groep verantwoordelijk blijven voor het beheer. Het besluit hieromtrent is om het voorstel van de Lumens Groep mee te nemen in de discussie ten aanzien van het Maatschappelijk Beheer Bedrijf voor het beheer van de VTA’s, waar de sector Gebiedsgericht Werken van de dienst Maatschappelijke Ontwikkeling mee bezig is. Financiering De begroting is, met uitzondering van een correctie met betrekking tot de laatste bezuinigingsronde met betrekking tot volwassenenwerk, gelijk aan de begroting van 2007, opgehoogd met de accres percentages voor 2008. Met het doorvoeren van deze laatste bezuinigingsronde is de bezuinigingstaakstelling met betrekking tot het volwassenenwerk volledig en structureel gerealiseerd.
Bezuiniging BCF 2007 volwassenen Subtotaal Accres ’/o 2008 BCF 2008 werk Loon
ID-deel (structureel) Loonkosten totaal
1 0.883.786
1.877.522
1 2.761.308 -63.080 1 2.698.228
1,82 /o 1 2.929.336
Overige kosten 3.976.345 -19.920 3.956.425
1,75 /o 4.025.662
16.737.653 -83.000 16.654.653
16.954.998
Totaal
De structureel in het BCF opgenomen voorziening Team lnterventiemedewerkers (TIM) en een gedeelte van de formatie opvoedingsondersteuning werden sinds een aantal jaren gefinancierd vanuit de incidentele coalitiemiddelen 52 (resterende coalitiemiddelen Samen Stad Ononderbroken ontwikkelingslijn). De aanvullende formatie opvoedingsondersteuning maakt geen onderdeel meer uit van 52 maar valt vanaf 2008 binnen de beschikbaar gestelde structurele middelen voor Spil. TIM maakt onderdeel uit van de bestedingsvoorstellen 20082011 van de reserve Onderwijs, Jeugd en Gezin (OJG).
Raadsnummer O8.R257O.OOI
Besloten is het bedrag voor de aanvullende formatie opvoedingsondersteuning ad E 280.000,ÃćâĆňâĂİ te dekken uit de vanaf 2008 beschikbare structurele middelen SPIL en het bedrag voor onder meer TIM ad 0 282.000,ÃćâĆňâĂİ voor 2008 incidenteel dit te
dekken uit de reserve OJG. Meerj arenbegroti ng I umens Groep
De offerte van de Lumens Groep wordt vergezeld van een separate meerjarenbegroting. In de offerte wordt meermaals aangegeven dat de Lumens Groep, naast de activiteiten in het kader van de aanvraag offerte, ook eigen wensen heeft. Deze wensen worden in veel gevallen gefinancierd met ’eigen middelen’. In de meerjarenbegroting wordt aangegeven dat deze eigen middelen voortkomen uit het verwachte positieve resultaat voor 2007. De opbouw van dit positieve resultaat is echter nog niet duidelijk. Het zou (voor een gedeelte) kunnen bestaan uit onderuitputting van ontvangen gemeentelijke subsidiegelden. Het is derhalve wenselijk om bij de verantwoording van het subsidiejaar 2007 door de Lumens Groep een analyse te ontvangen van het (positieve) resultaat en, indien relevant, (mede) te bepalen wat de bestemming van deze middelen zou moeten zijn. Tot dat moment is besloten om de wensen in de offerte van de Lumens Groep niet te bekrachtigen, maar ter kennisgeving aan te nemen. Weerstandsvermogen In lijn met de meerjaren intentie om de Lumens Groep voor te bereiden op toenemende concurrentie, hebben wij eind 2006 het besluit genomen om de Lumens Groep toe te staan het weerstandsvermogen van de Lumens Groep naar 10a/o van de omzet te laten toenemen in 2010 ten laste van het BCP-subsidiebudget. Hiertoe is afgesproken dat in het gemiddeld uurtarief voor 2007 van 6 64,68 een toeslag verdisconteerd is van E 1,14 voor de opbouw van het weerstandsvermogen. Deze toeslag wordt per jaar bezien en hangt mede af van andere factoren die de
ontwikkeling van het weerstandsvermogen beinvloeden, zoals bijvoorbeeld het exploitatieresultaat. Aangezien het weerstandsvermogen eind 2006 op 8,6’/o is uitgekomen, is de verwachting dat, zeker met de toeslag die in het 2007 uurtarief zit verwerkt, onder normale omstandigheden het nagestreefde weerstandsvermogen in 2010 van 10’/o zonder verdere toeslagen in het uur tarief mogelijk moet zijn. Derhalve is besloten deze toeslag voor 2008 te laten vervallen. Moni tori ng
Verantwoording vindt plaats volgens de richtlijnen die gelden voor gesubsidieerde instellingen. Deze richtlijnen worden nader toegelicht in de subsidiebeschikking en de bijbehorende uitvoeringsovereenkomst. Een belangrijk onderdeel hiervan vormt de aanlevering van een voor- en najaarsrapportage, alsmede een jaarverslag en -rekening. Deze en de daaraan gekoppelde gesprekken vormen een belangrijke basis voor het oordeel over de rechtmatigheid.
Raadsnummer O8.R257O.OOI
3 Besluit van college van burgemeester en wethouders Het college heeft in haar vergadering van 11 december 2007 besloten: 1 a in te stemmen met de "Aanvraag offerte gebieds- en vraaggericht welzijnswerk in Eindhoven, periode 1 januari 2008 tot en met 31 december 2008" en de daarin genoemde speerpunten; b voor de onder 1 a genoemde offerte maximaal 6 16.955.000,ÃćâĆňâĂİ beschikbaar te
stellen; c het onder 1b genoemde bedrag voort 16.393.000,ÃćâĆňâĂİ te dekken uit de
hiervoor in de begroting 2008-2011 opgenomen middelen; d het onder 1b genoemde bedrag voort 280.000,ÃćâĆňâĂİ ten behoeve van de
aanvullende formatie opvoedingsondersteuning te dekken uit de vanaf 2008 beschikbare structurele middelen SPIL en dit mee te nemen in het hiervoor separaat aan te leveren integraal bestedingsvoorstel; e het onder 1b genoemde bedrag voort 282.000,ÃćâĆňâĂİ ten behoeve van onder
meer Team lnterventiemedewerkers (TIM) voor 2008 incidenteel te dekken uit de reserve Onderwijs, Jeugd en Gezin. f de directeur van de dienst Maatschappelijke Ontwikkeling opdracht te geven om in 2008 middels een separaat voorstel structurele dekking te regelen vanaf 2009 voor het onderdeel voorziening Team lnterventiemedewerkers (TIM) van het BCF;
2 kennis te nemen van het door de Lumens Groep geformuleerde aanbod aan activiteiten, zoals verwoord in haar conceptofferte 2008 en de directeur van de dienst Maatschappelijke Ontwikkeling de opdracht te geven de (detail)discussie om tot een definitieve offerte te komen op zich te nemen en af te wikkelen; 3 kennis te nemen van de separaat door de Lumens Groep bijgeleverde begroting 2008 en de directeur van de dienst Maatschappelijke Ontwikkeling opdracht te geven het uiteindelijke resultaat 2007 te analyseren en overleg te voeren ten aanzien van de bestemming hiervan; 4 in te stemmen dat met betrekking tot Dynamo aanvullende separate besluitvorming zal plaatsvinden; 5 in te stemmen met het voor 2008 laten vervallen van de toegestane toeslag in het uur tarief van de Lumens Groep ten behoeve van het opbouwen van weerstandsvermogen ten laste van het BCF-budget; 6 de directeur van de dienst Maatschappelijke Ontwikkeling opdracht te geven de voorstellen van de Lumens Groep ten aanzien van het beheer van wat de Lumens Groep ’kern’ VTA’s en jongerencentra noemt, mee te nemen in de discussie over het Maatschappelijk Beheer Bedrijf voor VTA’s/BOR/jongerencentra en de uitkomst hiervan middels een separaat dossier aan het college voor te leggen; 7 de directeur van de dienst Maatschappelijke Ontwikkeling de opdracht te geven voor 1 maart 2008 te komen met voorstellen inzake invulling van het product peuterspeelza len.
Raadsnummer O8.R257O.OOI
N.B.: door een sterfgeval bij de Lumens Groep is dit niet gehaald. Er zal op korte
termijn alsnog een voorstel aan het college voorgelegd worden; 8 de directeur van de dienst Maatschappelijke Ontwikkeling opdracht te geven de gemeentebrede coordinatie van het BCF 2008 traject af te wikkelen; 9 de directeur van de dienst Maatschappelijke Ontwikkeling opdracht te geven om de begrotingswijziging (budgettair neutrale herschikking) resulterend uit de afstemming tussen de diensten en de Lumens Groep middels een dossier ter effectuering voor te leggen. Het college heeft in haar vergadering van 22 april 2008 besloten: de raad hierover te informeren.
4 Ter inzage gelegde stukken 1 Aanvraag offerte gemeente Eindhoven, november 2007. 2 Offerte 2008 Lumens Groep: "Welzijn doet mee", d.d. 28 februari 2008. N.B.: deze offerte vervangt de concept offerte van de Lumens Groep waar beslispunt 2 naar verwijst.
Burgemeester en wethouders van Eindhoven,
A. Brunninkhuis, secretaris
Raadsnummer O8.R257O.OOI
ua08006164
Aanvraag offerte ’Gebieds- en vraaggericht welzijnswerk in Eindhoven’ ]periode ox.ox.moo8 tot en met gx.xz.2008)
Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling
November 2007
Colofon Uitgave Dienst h/laatschappeiijke Ontwikkegng Datum November 2007
2 vatt 53
Inhoudsop ttve Inleiding Concept voorstel speerpunten 2008
I Maatschappelijke opvang en verslavingszorg 1.1 Beleid sultgangspunten
12 Doelstelling 1.3 Doelgroep 1,4 Opdracht 1.4.1 k/laatschappelijk werk 1,4.1.1 Regulier Algemeen HIaaischappelijk Werk
1.4.12 Specifieke hulpverlening
2 Inburgering en dlverslteitsbeleid 2,1 Beleidsultgangspunten
22 Doelstelling 23 Doelgroep 24 Opdracht 2.4.1 Diversiteitsbeleid 2.42 Bestrijding discdminatie
2,43 Emancipatie
3 Versterking maatschappelijk verkeer: Participatie en preventie 3.1 Beleldsultgangspunten
32 Doelstelling 3.3 Doelgroep 3.4 Opdracht 3,4.1 VolwaSSenenwerk 3.42 Actief burgerschap, algemene voorzieningen 3,4.3 Professioneel seniorenwerk
3.44 Integrale wijkvernieuwing
3.4.5 Opbouwwerk
4 Accomodatiebeleid 4.1 Beieidsuitgangspunten
42 Doelste8ing 43 Doelgroep 4.4 Opdracht 4,4,{\} Huisvesting VTA’s
4,4.2 Beheer accommodaties
5 Ononderbroken ontwikkelingslijn jeugd en jongeren 5.1 Bel eidsuitgangspunten 5,2 Doelstelling
53 Doelgroep 5.4 Opdracht 54,1 Opvoed-en opgroei ondersteuning
5.42 Peuterspeelzalen 5.4.3 Kindervverk 5 4.4 Jeugd- en jongerenvvark
5.45 Aanpak risicojeugd 5.4.6 Speeigelegenheid
Budget paragraaf
Inleiding Dit is de opdrachtbeschrijving voor ’gebieds- en vraaggericht welzijnswerk’ in Eindhoven voor het jaar 2008.
In lijn met de enkele jaren geleden gekozen systematiek van Beleidsgestuurde Contractfinanclering (BCF), waarbij een traject is ingezet gericht op een steeds verdere verbetering en concretisering van {subsidie)aispraken tussen de gemeente Eindhoven en insteliingen, worden per kalenderjaar de speerpunten binnen het BCF bepaald en de opdrachtformulering geactualiseerd. Per jaar zal op basis van de speerpunten en de geactualiseerde opdrachtformulering de subsidie beschikt worden. De belangrijkste doelstelling hierbij blijft het realiseren van een betere afstemming van vraag en aanbod waarbij, naast deze twee partijen, met name de gezamenlijke klant, de burgers van Eindhoven, gebaat is.
Het gezamenlijk doel van de gemeente Eindhoven en de welzijnsinstelling is dan ook te komen tot een zo goed mogelijke invulling van de vraag in de stad. Dit vereist een goede samenwerking tussen beide partijen met oog voor elkaars belangen en die van de burger. Alleen dan kan kwaliteit geleverd worden. Voorwaarde hierbij is voortdurend zicht te houden op de ontwikkelingen die de vraag
beÃŕnvloeden. Zowef de gemeente ais de weizijnsinstelling hebben hierin een signalerende functie. Als budgethouder bepaalt de Gemeente uiteindelijk aan welke vraag tegemoet wordt gekomen en welke prioriteiten worden gesteld. Binnen de kaders van de uitgezette opdracht heeft de wefzijnsinsteiling de ruimte om haar aanbod (tijdig) aan te passen op ontwikkelingen in de vraag in een bepaald gebied. Een flexibiliteit die wij graag vertaald zien in de offerte.
Inzichtelijkheid, duidelijkheid Als opdrachtgever, budgethouder en verantwoordelijke voor het welzijn van de stad, wil de gemeente een zo duidelijk mogelijke opdracht verstrekken aan de door haar gekozen welzijnsinsteliing binnen de tijd die daarvoor staat. Daarnaast is de welzijnsinstelling vroeg in het BCF2008-traject geinformeerd over de
door te voeren wijzigingen in haar producten en de van toepassing zijnde leveringsvoorwaarden. De gemeente beoogt hiermee de kwaliteit van zowel de offerte
aanvraag als de offerte in hoge mate te bevorderen binnen het daarvoor gestelde tijds pad.
Meerjaren intentie 2007-2010 Op I4 november 2006 heeft het college van B%W ingestemd met een meerjaren subsidiereiatie met de Lumens Groep voor de periode 2007-2010. Deze meerjaren subsidierelatie moet de Lumens Groep de gelegenheid geven zich voor te bereiden op veranderende marktomstandigheden, waar aanbestedingen en toenemende concurrentie belangrijke aspecten worden verwacht te zijn, en de daarmee
samenhangende meeveranderende relatie met de gemeente Eindhoven als opdrachtgever, ln de periode 2007-2010 wordt de Lumens Groep de ruimte gebaden toe te groeien naar deze nieuwe situatie. Daartoe zaf per jaar voor een nieuw deel van het BCF een risico dragende financiering worden ingevoerd als oefening, welke het jaar erop definitief wordt ingevoerd, wat betekent dat over dat deel het subsidie varieert met de realisatie van de afgesproken prestaties. Daarbij valt te denken aan: 2008 oefening, 2009 invoering: schoolmaatschappelijk werk (0,6 min bcf) 2009 oefening, 2010 invoering: welzijnsactiviteiten (1,3 min bcf) 2010 oefening, 20’l1 invoering: opvaedingsondersteuning en vrijwilligerswerk (’l,4 min bcf)
Concretisering zal met elke nieuwe jaar opdrachtverstrekking vastgesteld worden. Het spreekt voor zich dat om dit te realiseren heldere en controleerbare prestatieafspraken noodzakelijk zijn.
Weerstandsvermogen in lijn met de meerjaren intentie om de Lumens Groep voor te bereiden op toenemende concurrentie, heeft het college eind 2006 het besluit genomen om de Lumens Groep toe te staan het weerstandsvermogen van de Lumens Groep naar 10% te laten toenemen in 2010 ten laste van het BCF subsidie budget. Hiertoe is afgesproken dat in het gemiddeld uurtarief voor 2007 van E 64,68 een toestag verdisconteerd is van E1,14 voor de opbouw van het weerstandsvermogen. Deze toeslag wordt per jaar bezien en hangt mede af van andere factoren die de ontwikkeling van het weerstandsvermogen beTnvloeden, zoals bv het exploitatie resultaat. Aangezien het weerstandsvermogen eind 2006 op 8,6% is uitgekomen, is de verwachting dat, zeker met de toeslag die in het 2007 uurtarief zit verwerkt, onder normale omstandigheden het nagestreefde weerstandsvermogen in 2010 van 1096 zonder verdere toeslagen in het uur tarief mogelijk moet zijn. Derhalve zal de toeslag voor 2008 komen te vervallen,
Tarieven Voor 2008 en verder wordt de Lumens Groep, conform de TRiLL kostprijssystematiek, gevraagd inzicht te geven in de berekening van de tarieven per opleidingsniveau en de belangrijkste elementen daarbij: de aantallen fte’s per opieidingsniveau (praduct leve formatie, dus
averheadfarmatie niet meegerekend), de productieve uren per fte per opleidingsniveau (o.a. HBO-, HBO, HBO+) en het totaal aantal productieve uren van de Lumens Groep. de totale directe kasten horende bij de productieve uren de totale toe te rekenen overheadkosten de totale toe te rekenen indirecte variabele kosten
de opslag van de overhead+ indirecte variabele kosten per opleidingsniveau het (directe kosten) tarief per uur per opleidlngsnlveau+ de opslag per uur voor overhead en indirecte variabele Rosten per opleidingsniveau en het uiteindelijke tarief per uur per apieidingsniveau.
Beleidskaders De door de gemeente geformuleerde aanvraag offerte heeft als doel bij te dragen aan het behalen van de doelstellingen zoals die geformuleerd zijn ln de desbetreffende raadsprogramma’s en collegeproducten. Maar verder uiteraard ook aan de doelstellingen van het coalitieakkoord Eindhoven Ekn en de strategische programma’ s Mee Doen, Actieve Jeugd, Burgerparticipatie en Veiligheidshuis. Daarnaast moet de reguliere inzet van de activiteiten van de Lumens Groep in het kader van het BCF een bijdrage leveren aan de inzet van de gemeente ln de Krachtwijken. Tevens dienen de activiteiten van de Lumens Groep in 2008 invulling te geven aan de nieuwe beleidslijnen zoals die o.a. zijn verwoord in het (concept) WMO-beleidspian 2008-2011, het {concept) Senioren perspectief en het door de raad vastgestelde programma Diversiteit 2007-2009. NB. In de aanvraag offerte zijn een aantal indicatoren nog niet concreet ingevuld. Waar dat nog niet het geval is, wordt de Lumens Groep gevraagd met een voorstel te komen.
Kwaliteitsbor ging Bij alle werkveiden op het gebied van welzijn staat kwaliteit hoog in het vaandel. Deels
zal de gemeente daar zelf op sturen door eigen evaluatie-onderzoeken naar de dienstverlening op het gebied van weizijn uit te laten uitvoeren (bijvoorbeeld door BiO
of de GGD); deels is dat een eigen verantwoordelijkheid van de welzijnsinstelling. Dit zien wij dan ook graag geconcretiseerd terug ln de offerte en in de uitvoering van
taken. Hierbij dient rekening te worden gehouden met het feit dat eventuele tussentijdse onderzoeksuitkornsten, zoveel als mogelijk, meegenomen moeten worden In de uitvoering van de offerte.
Daarnaast verwachten we een duidelijke. 5MART-geformuleerde visie op het welzijnswerk. Met is niet voldoende te melden dat iets ’zal worden bevorderd’, echter er moet ook antwoord komen op de vragen ’hoe’, ’voor wie’, ’wat is het verwachte resultaat’ en ’met welke middelen’. HKZ certificering Twee andere aspecten van kwaliteit zijn de kwaliteit van de interne processen bij de Lumens Groep en de kwaliteit van de producten, diensten en activiteiten die door de Lumens Groep worden geleverd. De gemeente hecht bijzonder aan deze twee vormen van kwaliteit. Aangezien beide een belangrijk onderdeel zijn van een HKZ-certificering, wil de gemeente dat de Lumens Groep uiterlijk eind 2008 HKZ gecertificeerd is.
Eigendom methodieken Methodieken die ln opdracht van en gefinancierd door de gemeente Eindhoven zijn ontwikkeld, zijn voor de gemeente vrij beschikbaar en overdraagbaar naar andere gemeenten {kennisdeling) en instellingen (kennlsdeling, danwel opdrachtverstrekking). De Lumens Groep heeft het recht om de hiervoor bedoelde method! eken commercieel te exploiteren.
HB, Dit wordt zowel door de gemeente als door de l rrmens Groep juridisch getoetst,
AWBZ financiering De Lumens Groep wordt gevraagd zich maximaal in te spannen om zoveel als mogelijk haar diensten en producten AWBZ gefinancierd te krijgen, zodat er in het BCF-budget weer ruimte ontstaat voor nieuwe initiatieven. De Lumens Groep wordt verwacht over de voortgang van haar onderzoek naar de (on)mogelijkheden en de implementatie van AWBZ financiering te rapporteren,
Hoofdstukindeling van de offerte aanvraag
De hoofdstukken zijn ingedeeld naar de verschillende onderdelen van de gemeentelijke programmabegroting, welke voor de dienst Maatschappelijke Ontwikkeling is onderverdeeld in raadsprogramma’s, programmaonderdelen, collegeproducten en vakdienstproducten. Let op: vergeleken met de }ndeling 2007 is er het e,e.a. qua indeling gewijzigd. voorbeeld: Progrrrmmrronderdee(
23 Maatschappelijke opvang en verslavingszorg
CoHegeprodrr ct
vakdfenstpr oduct
23.1. Maatschappelijke opvang: activeren en hulyverlenen 2.3.1.2 Maatschappelijk- en vroirwenopvang
Bij ieder onderdeel wordt kort verwezen naar vigerend beleid, beoogde doelstelling en doelgroep. Deze kaders vormen het uitgangspunt voor de vraagstelling richting de welzijnslnstelling. De in de offerte opgenomen producten dienen steeds aan de betreffende beleldsuitgangspunten, getoetst te worden.
Gelieve bij de indeling van de offerte, zoals eerder overeengekomen, de in deze opdracht genoemde indeling naar college- en vakdienstproducten aan te houden zodat aansluiting tussen vraag en aanbod direct inzichtelijk wordt, Naast een verwijzing naar de onderdelen van de prograntmabegroting, dient ook de koppeling met de inhoud gemaakt te worden. Daarnaast dienen zowel kwalitatieve als kwantitatieve gegevens per product ln het document behandeld te worden. Alle gegevens rn.b.t. het product staan bij elkaar. Voor de beoordeling van de offerte is inhoudelijk en fjnancieei inzicht noodzakelijk op vakdienstproductniveau. De ultvoeringsovereenkomst zal uiteindelijk worden afgesloten tussen het gemeentebestuur en de Lumens Groep op productniveau.
Kwalitatieve voorwaarden
De offerte bevat een vertellend en een tellend gedeelte. De relatie en samenhang tussen de beiden delen rnoeteÂńuidelijk naar voren komen.
Het vertellende deel is kwalitatief van aard met verwijzingen naar de aanvraag offerte. De offerte dient op kwalitatief niveau tenminste aan de volgende voorwaarden te voldoen:
Separate benoeming en beschrijving van producten en projecten en eventuele onderlinge verbanden;
Activiteiten die in opdracht van andere gemeentelijke diensten dan de Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling worden uitgevoerd, en die conform afspraak worden
gefinancierd uit het regulier budget, dienen separaat te worden toegelicht in de offerte onder het desbetreffende collegeproduct; Vermelding van activiteiten die in opdracht van andere gemeentelijke diensten dan
de dienst MO worden uitgevoerd en niet worden gefinancierd uit het reguliere budget, echter wel verband houden met reguliere activiteiten De onderlinge samenhang wordt eveneens toegelicht;
6ebiedsgerlcht aanbod weergeven; goed aansluitend op de vraag in betreffend stadsdeel en afhankelijk van de mate van problematiek en de grootte van de betreffende doelgroep. NB de sector gebiedsgerlchtwerken heeft hierin de uiteindelijke regie; inbouwen van een bepaalde mate van flexibiliteit door middel van het inzichtelijk inplannen van reservecapaciteit in de offerte.
Daarnaast dient per aangeboden product de volgende kwalitatieve informatie te worden verstrekt: Korte, kernachtige omschrijving Smartgeformuleerde doelstelling
Randvoorwaarden voor succes Onderscheid basis / specifiek product’
Specificatie en inschatting van de grootte van de doelgroep (afgebakend)
Looptijd 5 tijds pad
Wijze van aansluiting bij de vraag
Beoogde resultaten
Belangrijke, gerelateerde ontwikkelingen
Betreffend gebied/locatie
Te gebruiken of te ontwikkelen methoden
Kwantitatieve voorwaarden Het tellende deel is een vertaling van de te behalen inhoudelijke resultaten in meer bedrijfsmatige termen. De offerte dient op kwantitatief niveau tenminste aan de volgende voorwaarde te voldoen: Per vakdienstproduct een heldere offerteberekening met onderverdeling naar uren, uitvoeringskosten, activiteiten kosten, inkomsten (uitgespitst naar herkomst: OAB, eigen bijdrage, ...), totaalkosten en netto BCF.
’ Basis is vOOr iedereen toegankeiijk, specifiek is voer bepaalde doelgrOepen
Voorbeeld:
Diensten BCF
Sociaal raadsliedenwerk
Schuldhulpverlening Stop huiselijk geweld
Uren 6.250 5,417
500
Totaal kosten
491.344 353.938 32,300
349,938 4.000 353.938
32300 32.300
kosten
Uitvoering s Activiteiten Netto kosten kosten inkomsten
1.S30
103.991
98,991
4963
297.232 9.317
282232 9.317
297232 9317
4S.000 53.895
45.000 53.895
45.000 53.895
Totaal
Pro ecten
Uren
SRWeenmalige im uls Uitbreiding beg.wonen/mwe Stop huiselijk geweld gsb gelden
2.500
Sociaal Raadslieden NEOS
MW Vogelaarwijken Detacheringen WZI Bemoeizorg
Uitvoerings Activiteiten Netto kosten kosten inkomsten BCF
403.750 87,S 94 491344
5.000
103.991
2.084
1250 833
Per werkplan als bedoeld in 53 4.5 opbouwwerk, net als hierboven aangegeven per vakdienstproduct, een heldere offerteberekenlng met onderverdegng naar uren, uitvoerfngskosten, activiteiten kosten, inkomsten (ultgespitst naar herkomst: OAB, eigen bijdrage, ...), totaalkosten en netto BCF. Dit zodanig dat de optelsom van de
werkplannen gelijk is aan het totaalvan de vakdienstproducten opbouwwerk, seniorenwerk, kinderenwerk en jongerenwerk en eventuele andere vakdienstproducten indien relevant.
Daarnaast dient per aangeboden product de volgende kwantitatieve informatie te worden verstrekt;
kengetallen c.q. taakstellingen : afhankelijk van product in relatie tot doelstelling
prestatie-indicatoren : zoals benoemd in deze opdracht streefwaarden ik bereik ; bestaande producten; conform verwacht bereik 2007 : nieuwe producten; zoals benoemd in deze opdracht
Aan het eind van de periode moet de 1 umens Groep haar accountant, conform richtliJn 640 een uitspraak laten doen over de kwalitatieve elementen die in het jaarverslag worden verantwoord en deze in relatie brengen met de kwantitatieve elementen (onderwerp van de volgende paragraaf, zoals die in de Jaarrekening worden
verantwoord. N B. Zie voor verdere opmerkingen tav de verantwoording de budget paragraaf.
Voorwaarden m.b.t. de uitvoering De voorwaarden m.b.t. de uitvoering krijgen gestalte ln de uitvoeringsovereenkomst 2008 die in de bijlage van de verieningsbeschikking 2008 zal worden opgenomen. Twee belangrijke aandachtspunten met betrekking tot de uitvoering zijn flexibiliteit van de inzet en communicatie.
Binnen de kaders van de uitgezette opdracht vragen wij van de welzijnsinstelling flexibiiiteit in het (tijdelijk) aanpassen van het aanbod op ontwikkelingen in de vraag in een bepaald gebied. Vanuit de stadsdeeltearns is er bijvoorbeeld grote behoefte aan
een meer flexibele inzet van de Lumens Groep bij incidentele activiteiten in de stadsdelen.
Procedure De offerte dient gericht te worden aan het college van B%W ter attentie van de
wethouder Maatschappelijke zorg en aan de directeur van de dienst Maatschappelijke Ontwikkeling en deze uit rfi ko 23 no emb r digitaal toete sturen aan: e.den.dekkerC! indhoven.ni De offerte zal worden besproken en afgestemd met aile betrokken partijen. VMr januari 2008 zal aan het college een uitvoeringsovereenkornst 2008 worden
voorgelegd. N.B.: Bij de subsidieverlening kunnen nadere c.q. aanvullende (leverings) voorwaarden
worden gesteld.
Gebruikte afkortingen en uitdrukkingen
AMW AWBZ BCF OIA-project DMO MDT
Product SGE SRW Vakdienstproduct VIP WMO WZI
Algemeen Maatschappelijk Werk Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten Beleidsgestuurde Contractflnanciering Project integrale Diagnose Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling Muitidisciplinair Team Betreft de welzijnsacfiviteiten van de welzijnsinstelling
Stichting Gezondheidszorg Eindhoven Sociah RaadsliedenWerk Betreft een onderdeel uit de gemeentelijke programmabegrotlng van DMO Vreemdelingen informatie Punt Wet Maatschappelijke Ondersteuning Dienst Werk Zorg en Inkomen
Speer unten zoo8 Input gegeven door: Oe I.umens Groep Gemeente: MO Gemeente: WZI Gemeente: GGD
Gemeente: Stadsdeelteams (MO) Gemeente: Coalitie akkoord Eindhoven Ehn
Programma Mee Doen:
1. Seniorenwerk:
a. uitbreiding signaleringsnetw erken en invulling van het casemanagement voor kwetsbare ouderen
b. Ondersteuning van eigen initiatieven en actief burgerschap van ouderen c. Evaluatie infrastructuur maaltijdvoorzienfngen in het kader van eenzaamheidsbestrijding 2. Vrljwilllgerswerk: a. nadrukkelijke profilering van de vrijwHIigerswinkel b. Bundeling van ondersteuningsinitiatieven. 3. Mantelzorg: a. Slgnalering behoefte aan respijtzorg en het toeleiden van inantelzorgers naar het steunpunt manteizorg. b. informatie verstrekken aan mantelzorgers 4. Burger participatie- MO component (Opbouwwerk): a. Aandacht voor verhoging probleemoplossend vermogen van buurten b. Aandacht voor interactieve beleidsvorming
c. Kwallteitsverhoging en normering van opbouwwerk 5. Woonservlcei a. Ondersteuning uitbreiding naar 7 zones 6. StedeHJk Kompas:
a. Onderzoek naar en en implementatie van de mogelijkheid van AWBZ financiering voor bijvoorbeeld dagbesteding ouderen, begeleiding zwerfjongeren en projecten voor begeleid wonen.
7. Diversiteit a. AHe producten moeten aan de diversiteitsnonn (gaan) voidoen, dwz toegankelijk voor en toegesneden op de diversiteit van de Elndhovense bevolking 8. Armoede bestrijding: a. Signaleren en bestrijden van armoede en sociale uitsluiting,
b. Bevorderen van zelfredzaamheid en participatie. c. Verstrekken van informatie (tav oa inkomensondersteunlng en begeleiding).
Programma Veiligheid: 9. Relationeel geweld: a. Andere invulling co5rdinatierol jeugdprostitutie
Programma Actieve Jeugd
10. Bepaling leeftijdsgrens doelgroep Jeugdigen van 0 tot en met 23 jaar woonachtig in Eindhoven. Vooralsnog geen specifieke noodzaak en wens om de Ieeftljdsgrens op te rekken naar 27 jaar, l.andelljke regels en richtlijnen mbt school-en arbeidsmarkttoeleiding lijken wei te gaan opschuiven naar 27 jaar maar daarin zien we voor jeugdweizijnswerk in 2008 concreet nog geen speerpunt om bij aan te sluiten.
11. Opvoedlngsondersteuning Wijkgerichte opvoedingsondersteuning is in Eindhoven inmiddels gekoppeld aan-het Spil-concept Opvoedingsondersteuning binnen Spil betreft kinderen tussen 0-12 jaar en hun ouders, Een gezinsgerichte aanpak staat centraal. Per Spil-locatie wordt maatwerkgeleverd. Er is meer behoefte aan steun bij risicocumulatie, die samenhangt met de sociaal economische positie van mensen en vaker voorkomt bij allochtonen dan autochtonen. Er wordt een duidelijke prioriteit gelegd bij gezinnen waar sprake is van verhoogd risico. Hiertoe wordt de definitie gehanteerd die in het bestedlngsplan opvoedingsondersteuning is gebruikt. De inzet van de formatie opvoedingsondersteuning wordt zodanig verdeeld over de SPILcentra, dat een zo groot mogelijk bereik van deze risicog roep gehaald kan worden. Tevens zal op basis van een operationalisatie van deze definitie van risicogezinnen gemeten worden hoe groot het bereik is onder deze doelgroep. Daarnaast vindt afstemming met en aanvulling op het aanbod door het Centrum Jeugd en Gezin plaats I 2. Peuterspeelzalen Peuterspeeizaalwerk wordtop rijksnlveau onderzocht. Dit kan ertoe leiden dat in2010het peuterspeelzaalwerk in de Wet kinderopvang geintegreerd wordt. Bovendien loopt in de huidige situatie het aantal groepen peuterspeelzaal terug. Ook ligt er een relatie naar de voorschoolse activiteiten. Over de gevolgen van de ontwikkelingen voor het BCF 2008 wordt nog overleg gevoerd. Vandaar dat daadwerkelijke invuging van dit product nog niet opgenomen is in het BCF maar voor 1 maart 2008 aan het college ter besluitvorming wordt voorgelegd.
13, Jeugd- en jongerenwerk: De gemeentelijke visie op het jeugd- en jong erenwerk wordt geactualiseerd en is op basis van bestaande afspraken naar verwachting begin 2008gereed. De nieuwe visie kan ook gevolgen hebben voor de inrichting van het kinderwerk en gebruik speeltuinen. In afwachting van de visie zijn voor 2008 voorlopig de uitgangspunten van het BCF 2007 gehanteerd. Indien nodig zal in
2008 het BCF Lumens Groep worden aangepast. Volgend op de visie zuilen de gevolgen voor de ruimtes voor jongeren in beeld gebracht te worden. Dynamo. Het structurele exploitatietekort van het gebouw Dynamo vraagt om ingrijpende oplossingen. Momenteel wordt daar onderzoek naar verricht. Besluitvorming door het college zal separaat plaats vinden. Vandaar dat in het BCF 2008 alleen de inhoudelijke veranderingen die betrekking hebben op Dynamo verwerkt worden t.w. uitbreiding met 3 regisseurs.
14. Aanpak rislcojeugd: Jeugd Preventie Programma (JPP). De verantwoording voor het JPP fs thans ondergebracht bij de Lumens Groep. Momenteel vindt op regionaal niveau overleg plaats over de positionering van het JPP. Voor 2008 worden voorlopig de uitgangspunten van het BCF 2007 gehanteerd. Indien nodig zal in 2008 het BCF Lumens Groep worden aangepast, Zowel de schoolmaatschappehjk werkers, als de jeugdmaatschappelijk werkers, als JPPwrs, ais de Team Interventie Medewerkers dienen aangesloten te zijn op het signaleringssysteem Zorg voor Jeugd en indien nodig deel te nemen aan casusoverleggen rondom een risicokfnd/risicogezin. Het 5chooimaatschappelijk werk krijgt in principe de zorgco5rdinatie rondom een risicokind, indien het een jongeren betreft tussen de 4 en 18 jaar, waar geen Bureau Jeugdzorg bij betrokken is. Bezien dient te worden in hoeverre deskundigheidsbevordering van schoolmaatschappelijk werkers toereikend is en welke alternatieven er zijn om dit op het noodzakelijk geachte peil te houden dan wei te brengen In 2008 zullen de verschillende vormen van ondersteuning en hulpverlening aan risicokirideren en risicogezinnen, te weten JPP, SMW, O&O, jeugdmaatschappelijk werk, gezinsondersteuning en gezfnscoach goed tegen het licht gehouden moeten worden om afspraken te maken over taakafbakening en afstemming, om overlap te voorkomen en om te bekijken of eventuefe samenvoeging van functies mogelijk en zfnvol is. De buurtnetwerken12- en 12+ zullen op een andere wijze gecontinueerd worden. Het breed 5PILzorgteam zal samen met de schoolmaatschappelijk werk de centrale spil zijn fn de zorg rondom kinderen. Wanneer dit ontoereikend is zal de bespreking van het kind worden doorgeleid naar het casusoverleg risicojongeren of Bureau Jeugdzorg. De buurtnetwerken 12- en 12+ zullen minder frequent bij elkaar komen en rrieer een functie hebben in netwerkvorming en informatieuitwisseling, Ook voor het voortgezet onderwijs zal in onderling overleg bekeken worden hoe de zorgteams kunnen aansluiten op het Centrum Jeugd en gezin, en op functies als jongerenwerk en JPP.
Duidelijke afspraken moeten gemaakt worden tussen de functie van gezinsondersteuning met de nieuw te ontwikkelen functie van gezinscoach, welke via het Centrum Jeugd en gezin ingezet kan worden in gezinnen met complexe meervoudige problematiek, waar geen jeugdzorginstelling in beeld is. Middels een losse subsidieverlening zullen afspraken gemaakt worden over de taken, inzet en methodiek van de gezinscoach. fn 2007 wordt een jongerenloket geopend, dat een samenwerkingsverband is tussen WZf, MO, CWI, UWV en ROC in combinatie met oa de Lumens Groep. Dit loket bfedt naast informatie, advies en
begeleiding over werk en scholing in toekomst ook informatie en advies op een veel breder welzijnsterrein. Met het Faq zuilen afspraken gemaakt moeten worden over taakverdeling, afstemming en uitwisseling en onderzocht zal worden over samenvoeging met Jongerenloket op termijn.
15. Speelgelegenheid Conform in het verleden gemaakte afspraken wordt voor de aansturing van de Splinter 1 sociaal cultureel werker gesubsidieerd die de vrijwilligers (50-70) aaristuurt. Een extra sociaal cultureel werker moet volledig worden gefinancierd uit de exploitatie (deze komt niet uit de reguliere formatie).
x Maatscha eli ke o vart en verslavingszor (ag) Alaatschappetijke opvang: preventie, opvang en resoeialisatie (2.3.1) htaotschappelij k werk (2.5. t 3)
51.1 Belefdsuitcfangspunten De beleidsuftgangspunten voor het programrnaonderdeel Maatschappelijke opvang en verslavingszorg zijn ten opzichten van BCF2007 ongewijzigd. Kernbegrippen zijn: Ze ffredzaamhefd, empowerment, preventie en begeleid wonen.
01.2 Doelstelling De ambities die de gemeente Eindhoven nastreeft (in samenwerking met haar ketenpartners) zijrn Het voorkomen van maatschappelijke uitval; Het maximaal herstellen van maatschappelijke participatie; Het bevorderen van veiligheidsbeleving. Het bevorderen van activering. Het begeleiden bij (zelfstandig) wonen.
Q1.3 Ooefcfroep De doelgroep van het programma is: de kwetsbare groep met meervoudige problematiek, waarbij sprake ls van (een combfnatie van) dak- en thuisloosheid, chronische verslaving, psychiatrische en/of psycho-sociale problematiek. Daar vallen ook de zwerfjongeren en de veelplegers onder, evenals vrouwen, gezinnen, kinderen en/of mannen die te maken hebben met een onveilige of gewelddadfge thuissituatie.
De gemeente Eindhoven heeft voor deze doelgroep een belangrijke (regionale) taak, als verantwoordelijk centrumgemeente voor de maatschappelijke opvang, vrouwenopvang en verslavlngszorg. Maar ook in het licht van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning krijgt de gemeente een regierof over de samenhangende activiteiten van aanbfeders van zorg, wonen, welzijn en dienst-verfenfng.
%1.4 Opdracht In onderstaande paragrafen wordt per vakdienstproduct de vraag geformuleerd met bijbehorende prestatie-eisen.
tr1A.1 Maatschappelijk werk (25.13) Doelstelling
Bevorderen en instandhouden van aelfredzaamheid van burgers door middel van:
Doelgroep
Alle burgers ln Eindhoven. Specifiek die burgers die ln ernstige
Het geven van informatie, advies en hulpvedenlng
Het bevorderen van de maatschappesjke participatie middels activering Het leveren van een bijdrage aan leefbaarheid door dienst- en huipverienlng
schuldenproblematlek of in een persoonlijke cstsis verkeren of dreigen te geraken,
en personen die dreigen dakloos te worden.
si1.4,1,1 Re uiierAI em enMaatscha eli’kWerk AMW 2.5.13.1 : a, Een evenwichtig aanbod over de groepen: ( 23 jaar; 23- SS Jaar en > SS jaar.
b. Extra of specifieke dienstverlening bij sociale problemen vallen voor het grootste deel buiten het regulier werk van de weizijnsinstelling, de nadruk ligt op de ’A’ van AMW; Âń. Aanbod AMW sluit aan op de werkzaamheden van het Bemoeizorgteam;
Algemeen maatschappelijkwerk Het beoogd effect van de inzet van maatschappelijk werk is met name ’duurzame zelfredzaamheid’. Het AMW maakt een ontwikkeling door van een breed aanbod naar een meer vraaggericht maatschappelijk werk gericht op doelgroepen.
Samenwerkende huisartsen en maatschappeiijkwerk ’Voortzetting van de intensieve en geprotocolleerde samenwerking tussen de huisartsen van vijf gezondheidscentra van de 56E, de projectrnaatschappelijk werkers van de Lumens Groep en de relaties met de (uit te breiden) woonservicezones. Maatstaf AMW
Het aantal eerste contacten met (potentiÃńle) klanten is in 2008,..., . Idem voor cli5nten uit de doelgroep jonder dan 23 jaar. Het aantal klanten in begeleiding (per leefUjdscategorie: 23, 23-65, >65) is .... Het percentage cliÃńnten uit de doelgroep tot 23 jaar is tenminste..... Met percentage cliÃńnten uit de doelgroep jonge Eindhovense moeders is tenminste ... âĂđ
Het aantal nieuwe hulpverleningstrajecten per perioderirt 2008 is,........... Het aantal afgestoten hulpverleningstrajecten per periode/ in 2008 is âĂđ.... Met aantal trajecten zorgcoordinatie (conform ahpraken Convenant risicojeugd) is tenminste ..... Met aantal interne en externe doorverwijzingen is ...., intern en ...,.extern.. Het percentage oude cliÃńnten met dezelfde hulpvraag is in 2008 ten hoogste O%%d
’ Clienten die ZiCh in het voOrgaande rappertagejaar al tOt AHlW hebben gewend met een hulpvraag.
Het percentage oude cliÃńnten met nieuwe hulpvraag is in 2008 ....,. %. Aantailen (dominante) hulpvragen per soort (bijv. financieel, huisvesting, relaties, etc.) Het aantal c.ci. percentage opgeloste hulpvragen per categorie is. in.2008 tenminste ...... Het percentage cliÃńnten uit de doelgroep (verminderd zelfredzaam)’ is in 2008 tenminste ....,
%1..12 5 ecifieke hul verleni 5ociaol Roor/slieden werk (5R IV) (2.5.13.2)
Sociaal RaadsliedenWerk uitvoeren in relatie met, en oonvo//enr/op, het Inkomensloket van de dienst WZI en de inforrriatietaken van andere (hulpverlenings)instanties. SRW geeft hulp & advies vanuit het oogpunt van bevordering van zelfredzaamheid van personen. Ooe/stel/ing 5oclaol Roads/ledenwerk
Ter bevordering van de zelfredzaamheid van personen wordt er praktische informatie, advies en ondersteuning aan kwetsbare Eindhovense burgers aangeboden op het gebied van: sociaal juridische onderwerpen uitkeringen en sociale zekerheid belastingen, onderwijs, huisvesting, arbeidsrecht, consumentenrecht, personen- en familierecht. Maatstaf:
Percentage clienten van SRW dat na beitindiging van de ondersteuning gedurende tenminste 1 jaar niet vaar nieuwe/hervatte hulpverlening wordt aangemeid. 2. Percentage en aantal opgeloste huipvragen (evt. per categorie). 3. Bereik percentage cliÃńnten uit de doelgroep (vertonen tenminste x kenmerken voor verminderde zelfredzaamheid), per leeftijdscategorie ((23 jr, 23 tot 65 jr, > 65jr.)..
u Met aantal eerste contacten met (potenti5e) klanten is in 2008 ...... Het aantal klanten in begeleiding (per leeftijdscategorie: %3, 23-65, >65) is,... Met aantal nieuwe hulpverleningscontacten per periode/in 2008 is ............ Het aantal afgesloten hulpverleningscontacten per periode/ in 2008 is ...... Het aantal interne en externe doorverwijzingen is ..... intern en ....,extern.. Het percentage oude clitsnten met dezelfde huipvraag is in 2008 ten hoogste .âĂđ,...u/e.
’Opgelost volgens huipverlener en hulpvrager afgerond. ’ Kenmerken nader vast te steilen. Bijvoorbeeld; alfabetisering, opleidingsniveau, vereenzaming, culturele achtergrond âĂđ.
’ Clianten die z/Ch in het VOOrgaande rapyOrtagejaar ai tot Ahllw hebben geWend met een huipyraag,
Het percentage oude clibnten met nieuwe hulpvraag is in 2008,..... %. Aantallen (dominante) hulpvragen per soort (bijv. financieel, huisvesting, relaties, etc.) Het aantal c.q. percentage opgeloste hulpvragen’ per categorie is in 2008 tenminste ...... Het percentage cli6nten uit de doelgroep (verminderd zelfredzaam)’ is in 2008 tenminste,. âĂđ.
Met percentage clitsnten uit de doelgroep (allochtone ouderen) is in 2008 tenminste ..... Advies- en Steun punt Huiselijk Geweld (2.3.f.4)
De Eindhovense backofflce van het regionaal opererende Hndhovense Avies- en Steunpunt Huiselijk Geweld is ondergebracht bij de Lumens Groep (frontofAce wordt uitgevoerd door stichting NEOS). De backofflce bestaat uit 3 fte maatschappelijk werkers die specifiek ingezet worden voor begeleiding/hulpverlening aan slachtoffers/daders/systemen (dit deel wordt separaat als project gefinancierd en verantwoord"). Voor de co0rdinatie van de aanpak huiselijk geweld ( de backofflce is Abn van de onderdelen van deze aanpak) heeft de Lumens Groep, binnen het BCF, een coordinator voor 32 uur in dienst. De coÃűrdinator onderhoudt de interne en externe netwerken. Tevens is de co0rdinator verantwoordeiijk voor financiÃńn, verslaglegging, en cijfers. De co5rdinator neemt deel aan het casusoverleg huiselijk geweld. "Flnanclerfng van het ASHG vindt gedeeltelijk plaats uit GSB-middelen en gedeeltelijk uit
rijksrnlddelen t.w. ’Fijdeiljke stimuleringsregeling advies- en steunpunten huiselijk geweld’, (zie ook Aanpak loverboys/Eergerelateerd geweld).
Schulddienstveriening (2.$.73.5)
Doelstelling Schuldhulpveriening Het bieden van hulp aan burgers met problematische schulden, met als doei een gezonde/inanciele huishouding te creeren viraarbjlsamenhangende psychosociale problematieken hanteerbaar worden gemaakt. Aan dit product bestaat behoefte vanuit zowei DMO als WZL Het betreft de samenwerking in het Inkomensondersteuningsloket (lO-loket) zoals vastgelegd in de ’Samenwerkingsovereenkomst WZl en de Lumens Groep’. en het "Protocol integrale schulddienstverlening". De Lumens Groep wordt geacht uitvoering te geven aan en verantwoording af te leggen over de voor haar hierin benoemde activiteiten.
Daarnaast:
Aanbieden van budgetcursussen aan 360 deelnemers (hierop rapporteren). Bij 12 deelnemers per cursus betekent dit het aanbieden van 30 cursussen. Voor 2008 is ’Opgelost: volgens hulpverlener en hulpvragerafgerond. r Kenmerken nader vast te stellen. 6ijvoorbeeld: alfabetisering, opleidingsniveau, vereenzaming, culturele achtergrond...
er, net als in 2007, extra aandacht voor preventie. De budgetcursus is hierbij belangrijk. Het aantal cursussen is daarom, net als in 2007, opgehoogd. NB. Deze extra cursussen zullen incidenteel voor 2008 onderdeel van het reguliere BCF budget uitmaken. Contfnuering van de extra budgetcursussen en de financiering daarvan zal per Jaar bezien worden. NB. Dit aantal betreft een inschatting. Gedurende het jaar kan, fn overleg, bijsteliing plaatsvinden; Uitvoeren van ten minste 200 individuele trajecten, bestaande uit budgetbegeleiding en psychosociale hulp. Het maximaal aantal sessies per cliÃńnt is 10.
Rapporteren op cli@ntniveau over de voortgang van een traject In een nader overeen te komen frequentie, af te spreken in het uitvoeringsoverleg;
Verdere uitbreiding van activiteiten op het gebied van schuldhulpverlening door De Lumens Groep moet afgestemd worden met WZI die hierover de coÃűrdinatie heeft. Dit om versnippering in het aanbod van schuldhulpverlening te voorkomen. D(A-methode De Lumens Groep is 44n van de organisaties in de stad die begeleiding, hulp- en dienstverlening biedt aan burgers van Eindhoven op een breed scala van doelgroepen en onderwerpen. Daarnaast zijn er andere organisaties die ook burgers van Eindhoven
voorzien van hufpvertening, behandeling en begeleiding. ledere organisatie heeft specieke expertise en kennis. Hiervan dient over en weer zoveel gebruik gemaakt te worden. De Lumens Groep dient (meer) samenwerking te zoeken met de andere Instellingen en op die wijze diensten op elkaar af te stemmen en overlap zoveel mogelijk te voorkomen. Niet de grenzen van de afzonderlijke organisaties staan hierbij centraal maar de burger. Integrale samenwerking is dus van cruciaai belang. De Lumens Groep zal zich Inzetten om hier (meer) vorm aan te geven. Specifiek: Het gaat hierbij om het multidicipiinafre samenwerkingsverband tussen Algemeen maatschappelijk werk, psychiatrie, verslavingszorg en WZI, al dan niet op stadswijk- of buurtniveau. Daar waar het gaat om inzet van Algemeen Maatschappelijk Werk, wordt deze vraag meegenomen in de opdracht van DMO aan De Lurnens Groep. Vraagsteiling: Deelname aan het multidisciplinair team (MDT) en aan de stuurgroep; Rapporteren over de voortgang van een traject in een nader overeen te komen frequentie, af te spreken in het MDT; Rapporteren bij afsluitfng van een traject; Deelnemers uit het DIA-project krijgen voorrang bij hulpverlening. Reden: wachttijd na ingang zetten traject verhoogt uftval; Meiding van, en overleg met WZI over, alle gezamenlijke ciiknten ook buiten het DIA-project (na toestemming van de clifint). Bovenstaand samenwerkingsverband is door de verschillende partners tevens vastgelegd in een convenant. In dit convenant staat opgenomen dat alle partijen zoveel mogelijk de regulfere middelen inzetten t.b.v. de uitvoering van de methode. Voor De Lumens Groep is dit de financiering via DMO. WZI financiert indien sociale activerfngs- of reintegratfetrajecten aanvullend ingezet dienen te worden.
Inbur erin en diversiteitsbeleid .Jij Di vers)te Jtrbererd (2,4.3)
Divetsiteits)Jereid (2,43, J) J)eSttij din(J diSCr )m(natie (2.4.32) Emanc Jpat Je (2.4.3.3)
g2.1 BeleMs uitgangspunten De bel eids uitgangspunten voor het programmaonderdeel tnburgering en diversiteitsbeieid zijn ten opzichten van BCF2007 ongewijzigd.
g2.2 Doelstelling Het stimuleren van actief burgerschap, ontmoeting en dialoog, participatie en gelijkwaardige posities in de samenleving alsmede het bieden van toekom stperspectief en kansen voor een
volwaardige deelname aan die samenleving.Te realiseren door.
Het versterken van de positie van zwakkere groepen; Het bevorderen van algemene bekendheid met en begrip voor de positie van die
groepen; Afname van discriminatie door actieve bestrijding en het geven van voorlichting; Het bevorderen van de dialoog tussen verschillende bevolkingsgroepen; Het bevorderen en organiseren van participatie van mensen aan buurt en wijk; Wet bevorderen van activiteiten ter verkrijging van een gelijkwaardige startkwaliflcatie.
Het bewerkstelllngen van interculturalisering van maatschappelijke instellingen, woningcorporaties, zorg-, onderwijs, welzijnsinsteliingen en vrijwiiligersorganisaties (sport, cultuur, wijk- en buurtorganisaties etc.) En daarmee input krijgen voor de verdere ontwikkeling en uitvoering van het Eindhovense
diversiteitsbeleid.
t32.3 Doelgroep Alie inwoners van Eindhoven.
%2.4 Opdracht In onderstaande paragrafen wordt per vakdienstproduct de vraag geformuleerd met bijbehorende prestatie-eisen.
$2.4.1 Diversiteitsbeleid (2.43.’i) Doeiste! ling
Ontwikkeling van een integraal diversiteitsbelekl en een programma diversiteit
Doelgroep
Ten behoeve van alle inwoners van Bndhoven
De grondhoudlng in het algemene proces van de welzijnsinsteliing moet gericht zijn op Diversiteit. Dit betekent dat de welzijnsinsteliing diversiteit integraal aanpakt en over de volle breedte van haar dienstverlening producten aanbiedt die toegankelijk zijn voor alle inwoners van Eindhoven. Met door het college van BSW vastgesteide Plan van Aanpak en uitvoeringsprogramma Diversiteit 2007-2009 schetst de gemeentelijke prograrnmastructuur Diversiteit en geeft een integraal gemeentebreed overzicht van alle activiteiten en projecten gericht ap het bereiken van de doelstellingen uit het diversiteitsbefeid (zorg en welzijn, onderwijs en Jeugd, kunst en cultuur, spart en recreatie, gebiedsgericht werken, arbeidsmarkt en reintegratie, gezondheidszorg, PBQ, etc...). Een dergelijke integrale werkwijze om inclusieve dienstverlening (= diversiteitsproof) te garanderen wordt ook binnen de welzljnsinstelling in 2008 ingevoerd. Aansluiting op het gemeentelijk programma is daarbij noodzakelijk. Naast het BCF wordt op dit moment gewerkt aan het project ’intercuituralisatie, Rolt Over Eindhoven" Doel is het i .m. Fontys ontwikkelen van een lnterculturele straataanpak die gepilot zal worden in Kronehoef en vervolgens uitgeroid over alle relevante (multiculturele) wijken van Eindhoven. Na ontwikkeling van deze methodiek moet deze ingebed worden in de totale manier van werken van de l.umens 6roep.
$2.42 Bestrijding disÂńrirninatie (2,4,3,2) Visie: De gemeente Eindhoven streeft ernaar dat minder bewoners zich gediscrimineerd voelen. Voor zover dat discriminatie voorkomt, streeft de gemeente ernaar dat bewoners zich ondersteund en beschermd voelen. De gemeente beseft dat het gevoel gediscrimineerd te worden een feitelijke component en een belevingscomponent kent.
Beleid en strategie Met beleid is gebaseerd op twee peilers: i. Voork(imen van discriminatie; Voorlichting en preventieve activiteiten leiden naar verwachting tot een afname van (de beleving van) discriminatie, waardoor burgers zich ook beter beschermd voelen. 2. Ade uate ondersteun n bi’ belevin van discriminatie: Een professionele behandeling van meldingen en klachten draagt er naar verwachting aan bij dat burgers zich beschermd voelen tegen discriminatie.
Randvoorwaarden - De anti
- Diversiteitsnorm": alle producten moeten aan de diversiteitsnorm (gaan) voldoen, d.w.z. dat ze toegankelijk moeten zijn, en toegesneden zijn op de diversiteit van de Eindhovense bevolking.
Professionaiiseringsslag Het Rijk investeert momenteel in de professionalisering van de bestrijding van discriminatie. Tegen deze achtergrond initieert de gemeente een traject, gericht op het nader uitwerken van de visie, het beleid en de strategie tz.v. deze problematiek. Als onderdeel hiervan vindt op korte termijn een heisessie plaats, waarmee in samenspraak met het ADZOB en met aanvullende antidiscriminatie expertise wordt gewerkt aan het verder vormgeven van de visie, het beleid, de strategie en een duidelijk beeld van de betrokken keten van sarnenwerkingspartners. Deze sessie zal ook inzichtelijk maken welke speerpunten gekozen dienen te worden. (Met welke 20% van de aspecten kunnen 80% van de problemen worden aangepakt? Welke keuzes dienen hierbij te worden gemaakt?) Vervolgens wordt toegewerkt naar een zo spoedig mogelijke aanpak van de speerpunten.
Prestatievetvrachtingen Gemeente Eindhoven - ADZOB Status: concept Datum. 11 september 2007 Prestatie veld. (
1. Laa dram li e voorzlenin Prestatieverwach5ngen Context:
Het ADZOB is de iaagdrernpelige front- en back-office van de antidiscriminatievoorziening ln Eindhoven. Zij heeft tot uitvoerende taken: De behandeling van klachten en meldingen (inclusief registratie en monitoring)
Voorlichtingsactiviteiten Projecten en pubiieksactiviteiten (preventie) Het Meldpunt bevordert met zijn activiteiten de positieve waardedng van diversiteit ais maatschappelijk gegeven en draagt bij, door het bevorderen van een positief (zelf)beeicl en het tegengaan van discriminatie, aan de bestrijding van radicalisering.
De gemeente Eindhoven ontwikkelt een monitor waarmeeinzicht verkregen wordt in ’de outcome’, zj inde de mate waarin burgers zich gediscnmineerd voelen en de mate waarin burgers zich in voorkomende val/en beschermd voelen tegen discriminatie. De activiteiten van ADZOB worden te zijner tjid bezien met deze outcomegegevens als achtergrond.
1. Behandeiing van minimaal 200 klachten en meldingen van burgers uit Eindhoven 2, Uitvoering van minimaal 40 voorlichtingsactiviteiten discriminatie binnen Eindhoven 3. Uitvoering van minimaal 4 projecten en publieksactiviteiten binnen Eindhoven
Presfatfevenyechtingen Gemeente Eindhoven - ADZOB Status: concept Datum: 11 september 2007
Prestatieveld: !
2. Belefdsadvfaertng
PrestatfevervvacMngen Context:
Naast de uitvoerende taken kent het ADZQB aanvullend befefdsondersteunende taken. De gemeente concentreert zich op haar kemtaken, zo veel magelijk verankerd binnen het collegeprograrnma en geconcretiseerd in (meerjaren)beleid en -doelstellingen, Voor wat betreft het voorkomen en bestrijden van discrimina5e wordt de gemeente hierbij gevoed door de informatie, inzichten en befeidsadviezen van het ADZOB, Het ADZOB voorziet de gemeente Eindhoven gevraagd en ongevraagd van adviezen.
Prestatieverwachting 4. ADZOB levert jaarlijks een trendrapportage met betrekking tot de aanwezigheid van discriminatie binnen de gemeente en het voorkomen en bestrijden hiervan. Deze trendrapportage bevat tevens conclusies en beleidsadviezen. 5. ADZOB levert de gemeente Eindhoven rninirnaal driemaal per Jaar een notitie waarin zij inhoudelijk dieper ingaat op een specifieke relevante doelgroep, trend of knelpunt en formuleert hierbi aansluitende bsleidsadviezen.
Preststfeverwachtingen Gemeente Eindhoven - ADZOB Status: concept Datum: 11 september 2007 Prestatieveld: c
3. innovatie en kwaliteltsverbeterin Prestatlevetvyachtfngen Context.
Nederland voldoet nog niet in voldoende mate aan de internationale verplichtingen. Vooral de registratie en monitoring zijn nog niet op niveau. De rijksoverheid ontwikkelt als reactie hierop maatregelen om verbetering aan te brengen. De aandacht voor het vraagstuk neemt toe, De Regiegroep Borst heeft met het rapport ’Perspectief op gelijke behandeling’ een set van duidelijke adviezen tot verbetering uitgebracht. Versterking van de anti discriminatie functie binnen de samenleving is geboden.
Prestatieverwachting 1, ADZOB versterkt haar proactieve rof binnen de keten fn het algemeen en met betrekking tot de politie en het Openbaar Ministerie in het bijzonder 2. ADZOB brengt systematisch de tevredenheid van cfi4nten en samenwerkingspartners in beeld en brengt jaarlijks rapport uit over algemene en specifieke ontwikkelingen in de mate en aard van deze tevredenheid 3, ADZOS ontwe t en im fementeert, in samens raak met de emeente Eindhoven, de
aanbevolen prestatiegerichte samenwerklngswerkwijze 4. ADZOB sluit in haar werkwijze aan bij de normen en inzichten die binnen de landelijke vereniging Art. 1 ontwikkeld worden en verbetert systematisch de kwaliteit van werken en resultaten. ADZOB rapporteert jaarlijks onderbouwd over de voorgang hierbij. 5, ADZOB verlaagt de drem pel voor inwoners van Eindhoven bij het indienen van meldingen en
kiachlen. ADZOB ra orteeit aarfi’ks onderbouwd over de voo an hlerbi’,
V/P - Vreemdelingen /n/oren ariepun r (2.4.2. 1)
Het VIP valt onder verantwoordelijkheid van de Lumens Groep en is per 2007 tevens onderdeel van het BCF. Het VIP moet een duidelijk herkenbare identiteit houden, maar moet in 2008 volledig zijn opgenomen in de registratie en andere monitoringsysteme n. Doelstellingen VIP:
Verhogen van de effectiviteit en efficiency van het aanbod op het gebied van informatie en advies m.b.t aanspraken door vreemdelingen op hulp en zorg door het organiseren van een netwerk en het inbrengen van deskundigheid daarin. Door het ontwikkelen van een stuitende keten van hulpverlening en doorverwijzing voorkomen dat als gevolg van zweifgedrag en/of kleine criminaliteit een openbare orde-vraagstuk ontstaat. Mogelijkerwijs het regiorialiseren van het VIP. Kerntaken van het VIP:
a. het verstrekken van informatie en advies aan Eindhovense burgers inzake de toepassing van de vreemdelingen wet, mn daar waar het gaat om reguliere aanvragen. Zolang de frontofff ce van de gemeente Eindhoven actief blijft zal e.e.a. in samenspraak met deze frontoffice moeten plaatsvinden. b, Het verlenen van consult en deskundigheidsbevordering aan medewerkers werkzaam binnen instellingen, werkvelden of anderszins (onderwijs, medische zorg, welzijn, gemeenten) waar men met vreemdelingen te maken heeft, Het signaleren van knelpunten van bijvoorbeeld niet rechtmatig verblijvende vreemdelingen op mn het terrein van de gezondheidszorg, onderwijs en rechtsbijstand.
Het organiseren van minimaal 10 bijeenkomsten gericht op voorlichting/deskundigheidsbevordering Naar tevredenheid van de aanvragers afhandelen van ca. 2000 aanvragen per jaar. Opensteiling van een dagelijks spreekuur. Analyse van de mogelijkheid/wenselijkheid tot verdere regionalisering van het VIP. Een kwalitatieve en kwantitatieve rapportage (vjr, njr en jr) op de activiteiten van het VIP. NB, Dit onderdeel moet in gezamenlijkheid door de betrokken
inhoudsdeskundigen uitgewerkt worden.
f2.4.3 Emancipatie (2.4.33) Doelstelling Het bevordemn van het proces van bewustwording en verandering waarbij: - voorwaarden geschapen en processen gestimuleerd worden, waardoor doelgroep in vrijheid en zelfstandigheid kan kiezen hoe vorm aan hun leven te geven;
- De in de maatschappij geldende verhoudingen veranderen ter wige van een gelijkwaardige politieke, sociale, economische en cuitureie positie,
Doelgroep ftnisÂńhe minderheden, homosexuele mannen, lesbische vrouwen, lichamelijk gehandicapten, ouderen 55+, vrouwen en meisjes,
Op 29 augustus 200$ heeft de raad het nieuwe diversiteitsbeleid van de gemeente Eindhoven vastgesteld. De wijzigingen in het diversiteitsbeleid hebben ook consequenties voor het emancipatiebeleid. Een van de uitgangspunten van het diversiteitsbeleid is namelijk het loslaten van het doelgroepenbeleid. Niet het feit dat je tot een doelgroep behoort betekent dat je "op achterstand staat"; het feit dat je belemmeringen ondervindt in de dee[rlame aan de samenleving (wellicht doordat je allochtoon bent, gehandicapt, of ) betekent dat je extra ondersteuning verdient, De opdracht is als volgt:
De emancipatiewerkers richten zich op alle vrijwilligersorganisaties die hun steun nodig hebben; Op 1 januari 2008 treedt de nieuwe subsidieverordening Diversiteit’in werking die de Subsidie emancipatie doelgroepen vervangt, Lumens zal alle emancipatiedoefgroepen voorlkhten over de wijzigingen en hen ondersteunen bij de overgang, Etnische vrijwHligersorganisaties worden aangespoord om in samenwerking met andere organisaties in de buurt/wijk activiteiten te organiseren; Er is sprake van tijdelijke ondersteuning: het bevorderen van zelfredzaamiieid blijft het uitgangspunt. Het rapporteren van de werkzaamheden (kwantitatief en kwalitatief) die ten aanzien van dit thema zijn uitgevoerd (welke organisaties, welke ondersteuning en welke inzet ln uren).
3 Versterking rnaatschappe1ijk verkeer: artici atie en preventie Voiwassenenwerk (2.5;13) vervallen Woonserv(ceprojecten (2.5.6, 1)
5amen!evingsopbouw en integrale wljkvernieuwing (2.5.7) integrale wijkvernleuwing (2.5.7. 1)
Opbouwwerk (2.5.72) Vrijetijdsbesteding verstande)ij k gehandicapten (2.5.7.3) Seniorenwerk (2,5,1 1) Professioneel seniorenwerkffl (2,5,11. 1)
Actief burgerschap en informele zorg (2.5.12)
Actiefburgerschap, algemene voorzieningen (2.512. 1)
53.1 Beleidsuitgangspunten De beleidsuitgangspunten voor het programmaonderdeel Versterking Maatschappelijk Verkeer zijn ten opzichten van BCF2007 ongewijzigd. Participatie en preventie zijn sleutelwoorden in het beleid van de gemeente Eindhoven.
Q3.2 Doelstelling Zorgdragen voor behoud of herstel van zeifsturing door ouderen en mensen met een functie beperking met betrekking tot wonen, welzijn en zorg, voor een waardige en respectvolle plaats in de maatschappij, beantwoordend enerzijds aan de behoefte van het individu en anderzijds aan de eisen van de maatschappij. Zorgdragen voor sociale cohesie en sociale activering.
en subdoelstellingen: Stilnuleren Van vrijWilligerswerk; Ontwikkelen woonsenricezones; Bevorderen participatie specifieke groepen.
%3.3 Doelgroep Alle inwoners van Eindhoven.
%3.4 Opdracht In onderstaande paragrafen wordt per vakdienstproduct de vraag geformuleerd met bijbehorende prestatiewisen.
53A.2 Volwassenenwerk (25.13)
Niet meer van toepassing.
$3.4.2 Actief burgerschap, algemene voorzieningen Q.5.12.])
Achtergrond beleid..
"hfethetbeleid gericht op Actiefburgerschap en Informelezorg streeft de gemeente Eindhoven na dot in Eindhoven mensen zich verantwoordelijk voelen voor de kwaliteit van de samenleving en daarom daaraan een actieve bijdrage leveren. Ook omdat zji zich ondersteund, erkend en gewaardeerd weten. De offerte betreft de gedeeltelijke uitvoering van het Beleidsprogramma Actief burgerschap en informele zorg 2008-20 2 2 en met name van het onderdeel steunpunt/ makelaar actiefburgerschap/steunpunt informele zorg met de functies ’vacature makelaar’, ’ondersteuning vrij willigersorganlsati es’en ’het I nitieren, coÃűrdineren en stimuleren van nieuweinitiatieven’.
Bovendien betreft de offerte de reservering van personele middelen voor deinzeten uitvoering van projecten gericht op ’Het bevorderen van de participatie van ’nieuwe senioren’, migranten en Jongeren (doelstelling 2.)
Maatscho eli’keffectdeel ro rammaActiefbur erscha er2022 De kw ali telt von de Eindhovense samenleving wordt voor een belongrijk deel gedrogen door de inzet van haar burgers en is sinds 2007 aanmerkelijk verhoogd. Actief te zijn in de samenleving wordt beschouwd als zinvolle bijdrage, maar ook als
bron vonindividueleinspiratie en ontplooiing 8eieidsdoelstelling 2008-202 2 2, Het faciiiteren van een steunpunt Actiefburgerschap/vrijwilllgerswfnkel als makelaar tussen vraag en aanbod, voor ondersteuning von vrijwilligersorganisaties en alsinitiator, coordlnator en stimulator van nieuweinitiatieven.
2, Hetbevorderen van participotle van ’nieuwe ouderen’, jongeren en allochtonen
ad 2. 5teunpunt/makelaar Actiefburgerschap/Vrijwilligerswinkei Onderstaande uitwerking dient als kaderstellend voor de uitwerking door de Lumens Groep te worden beschouwd. Oe uitwerking hiervan in een concreet werkplan met begroting dient in overleg met vrijwilligers en vrijwiillgersorganisaties plaats te vinden. Een belangrijke voorwaardeis de zelfstandige en onofhankefijke positie van het steunpuntin de Eindhovense samenleving.
Een belangrijk effect dat wij w/fien nastreven is dat de burger die zich actief inzet, zich
gewaardeerd en ondersteund weet, direct ofindirect via de eigen organisatie, maar vooral ookdoordeinzet van ditsteunpunt. Op drie fronten wordt van het steunpunt zichtbare inzet gevraagd.
fa. Als makelaar tussen burgeren vacatures De makelaar van de vraag naar en het aanbod van vrijwilligers dient een duidelijk profiel te hebben, zichtbaar en laagdrem pelig te zijn. Hij biedt daartoe een markt plaats; virtueel, fysieken op papier. De informatie en adviesfunctfe maakt hier integraal deel van uil’.
De makelaar kent een hoofdvestiging met neven vestigingen, vooruitgeschoven posten in de buurten, w aarbj ide marktpiaats een specifieke wfjkgerichte inkleuring kan krj lgen. De makelaaris een professionele organisatie, op de inzet waarvan men kan rekenen.
fb. Afs makelaar ondersteunen van organisaties bij ontwikkeling en uitvoering vrij wiiligersbeieid Organisaties die gebruik maken van vrijwilligers zij n talrijk, zowel in aard (van 100% vrijwillig tot 10096 professioneel) als naar doelstelling. Niet alle organisaties hebben voldoende middelen en kracht zich te bezinnen op de wijze waarop zfj vrijwilligers kunnen vinden en binden, ofin meer algemene zin op welke wijze de organisatie zo optimaal mogeljik ingericht kan worden voor de te verrichten activiteiten en realisatie van doelen. Dit wordtin toenemende mate van belang omdat vrijwilligers de beperkte tj/d die ze hebben zo goed mogefij kin willen zetten. Voor vrj iwilligersorganisatiesis het daarom van groot belang voor de huidige en nieuwe vrijwilligers aantrekkelijk te zijn en de zaken op orde te hebben, Daartoe is door CIYIQ, landelijk kenniscentrum voor vrijwillige inzet, een handreiking voor zeifevafuati e on twi kkeld waarmee door en voor de efgen organisatie in beeld gebracht kan worden wat de kwalfteitis van de vrij wiilige inzet,inclusiefde punten die om verbetering vragen. Bfj een bepaalde score verdient de organisatie de landelijke kwaliteitsonderscheiding Yrijwillfgeinzet: GOED GEREGELD/ Afet deze onderscheiding kan de organisatie op een meer objectieve manier laten zien dat zij het vrijwitligerswerk succesvol en aantrekkelijk heeft georganiseerd. Het belang van een dergeljike kwali teitsstandaard voor alie organisaties die met vrij wiffiger werken wordt erkend en beschouwd als een belangrijk speerpunt voor de komende beleidsperfode. De makelaar vervult een rol in de ondersteuning van organisaties hierbij. )Maar dit niet alleen. Belangrijkis dat vrijwilligersorganisaties maatwerk kunnen verwachten, passend bij de vraag om ondersteuning en deskundigheidsbevordering en dat kan dus op velerlei terrein zijn, zoals; ICl; hnanc/Pn, opleiding en training, verzekeringen, Organisaties kunnen op basis van een schriftelijk verzoek aanspraak doen op een onders teunfngstraject van een nog nader te bepalen aantal dagdelen perjaar.
fc, Alsinitiator, coordinator en stimulator van nieuweinitiatieven C/vil soc/e<, maatschappeljike participatie, actiefburgerschap, vrj /willige inzet en maatschappelijk verantwoord/ betrokken ondernemen zijn noemers waaronder ook heel veel nieuweinitiatieven en organisaties opbloeien en succesvol zijn.
Van her steunpunt mag verwacht worden deze lokale, maar ook de regionale en landelijke initiatieven te kennen en zo mogelijk deze actief re bemiddeien. De Fontysstudie ’Actiefburgerschap, het betere trek- en duwwerkrondom publieke dienstverlening (2005), ware hierbij nadrukkelijk te betrekken. Uitgangspuntis te voorkomen dat het wiel steeds opnieuw wordt uitgevonden. Het steunpunt vervult daarbij een centra!e rol,
ad 2. Bevorderen parricl patie van ’nieuwe senioren’, migranten enjongeren De gemeente neemt het initiatiefnieuwe groepen aan te boren, daartoe een samenhangend programma te ontwikkelen en de uitvoering daarvan als regisseur te begeleiden. Belangrijk daarbijis aan te sluiten bij bestaande activiteiten en initiatieven. A(: het gaat om de ’nieuwe :en(oren’wordt verbinding gezocht met’ het traject Zilveren Kracht. Als speerpunten zijn voor de periode 2006-2010 benoemd: Oudere werknemers op weg naar een nieuwe levensfase Nieuwe burger(ni tiatieven van senioren Vernieuwing in vergrijsde vrij+i((lgersorganisa tics. Actief ouder worden in een uitnodigende woonomgeving Vanuit het traject Zilveren Kracht zijn er verschil(ende mogelijkheden gemeenten en organisaties re ondersteunen bij de uitwerking van dit punt. Ook de provincie NoordBrabantzet met her Actieprogramma Zilver Actief in op het benutten van het enorme potentieel aan capaciteiten bij 55-plussersin Brabant. Dit onderwerp behoeft nadere uitwerking en toespirsing voor de Eindhovense couleur lacale. De gemeente zai het initiatief nemen om met betrokkenen te komen tot een deelprogramma Zilveren Kracht Eindhoven 2008-201 i.
Inspanningen gericht op het bevorderen van deinterculturalisatle van vrijwii(igersorganisaties en het stimuleren van de instroom van allochtonen in het reguliere vrijwilligerswerk hebben nog niet een wezenlijke verandering van samenste((ing van vrijvrl((igersbestanden, organisatiecu(tuur, werkwijze en activiteitenen dienstenaanbod richting diversiteit geleid. De noodzaak dringt zich op op dit punt een stevige stap vooruit te zetten. Daarom neemr ook hierin de gemeente hetinitlatief om met betrokkenen te komen tot een dee( programma Diversiteit en Actief burgerschap, waarin opgenomen is het project Duizend en Hn Kracht. Een andere belangrijk StreVen betreft het oOk Op deze terreinen betrekken van meer jongeren. Mede gezien de verwachte toename van het aantal maatschappelijke stages doorjongeren wordt in de eerste helft van de beieidsperiode vooralingezet op het verkleuren en verzilveren. Eind 2009za(bezien worden ofaanposslng in de prioriteitstelling gewenst is. "
Vertaling van het beleid naar het 13CF:
Doelgroepen vrijwilligerswinkel: (beoogde) Vrijwilligers: iemand die zich onbetaald en in georganiseerd verband inzet voor (mensen/groepen in) de samenleving, Conform het beleid van de gemeente worden rnantelzorgers en vrijwilligers voor sportverenigingen niet gerekend tot de doelgroep van de vrijwilligerswinkel. Vrijwllligersorganisaties: gesubsidieerde vrijwiiligersorganisatie al dan niet met betaalde beroepskrachten, niet zijnde de sportverenigingen. Prestatie-indicatoren;
1. Eind 2011 ls 50% van vrijwilligers en vrijwilligersorganisaties (zie doelgroepen hierboven) op de hoogte van de netwerken en ondersteuningsmogelijkheden voor vrijwilllgerswerk door de vrijwillige rswinkel. 2, ln de periode 2008-2011 stijgt het aantal duurzaam succesvolle bemiddelingen door de vrijwilHgerswinkel met 20% 2a- Aantal succesvolle matches voor senioren neemt toe met ....96, 2b Aantal succesvolle matches voor allochtonen neemt toe met 96, 2c Aantal succesvolle matches voor Jongeren neemt toe met ..96 3. Jaarlijks stijgt het percentage succesvolle matches in het kader van MVO met 35%.
4. Jaarlijks heeft de vrijwilligerswinkel van de door haar ondersteunde vrijwilligersorganisaties: 5. 25% van startend naar aanwezige basiskennis weten te brengen; 6. 2596 van basiskennis naar zelfstandige organisatie met onderhoudscontract weten te brengen; 7. 25% dusdanig voldoende ondersteunt in verzelfstandiging dat zij niet meer terugkomen; 8. 25% komt terug met een (repeterende) vraag. 9. Jaarlijks beoordelen de klanten de geboden ondersteuning met minimaal een 7.
$3.4.3 Professioneel seniorenwerk (2,5.11.1)
De maatstaven voor het seniorenwerk zijn afgeleid van de speerpunten uit het Seniorenperspectief en de bestaande acliviteiten. In een aantal gevallen betreft het activiteiten die de inzet van vrijwilligers veronderstellen en via de vnjwilligerswinkel i.o. worden gerealiseerd. Om te voorkomen dat dezelfde activiteit onder twee noemers wordt opgevoerd, wordt teikens aangegeven welke keuze daarin wordt gemaakt. Digitale snelweg-projecten Inrichten van een hulpdienst van vrijwilligers voor het installeren en onderhouden van internetvoomeningen ten behoeve van ouderen, Via de vrijwilligerswinkel, maar op te voeren bij seniorenwerk,
jffa f Percentage ouderen per categorie met internettoegang (vgl. Seniorenmonitor, p. 25/6). 2, Aantai (relevante) hulpvragen van ouderen c.q. verzoeken om ondersteuning. (Het laatste zegt tegelijk iets over hat bestaan van de huipdienst, de bekendheid/het bereik, en de behoefte).
Oudere werknemers Voor Lumens is aileen onbetaalde arbeid van belang, en dat is strikt genomen niet de hoofdzaak van dit aandachtspunt. Ouderen als vrijwilligers en rnantelzorgers worden onder het onderdeel Vrijwllligerswerk geschaard. Afaafsfaf 1. Het aantal ouderen dat als coach wordt ingezet om jongeren te begeleiden is in 2008 minstens .....
Eenzaamheid Maatstaf Percentage eerzame ouderen (56/o van 65-85 jarigen; objectief volgens GGD). 2. Percentage ouderen dat eenzaamheid ervaart (subjectief volgens GGOmeting).
3. Aantal eenzame ouderen’ dat met signalering en activiteiten wordt bereikt.
Bereik van signaleringsnetwerken: het aantal (juiste) meldingen over vereenzamende ouderen per periode is in 2008 ..., (per wijk). Het percentage vervoigcontacten na meldingen uit signaleringsnetwerken is in 2008 minstens .....’/o.
Het percentage geslaagde bemiddeling (i.e. duurzame participatie, d.w.z, deelname aan tenminste 4 activiteiten per jaar) is in 2008 minstens,....% Daarvan is het aantal allochtone ouderen in 2008..... Buurten op straat/eetpunten, Het aantal activiteiten is in 2008 .... âĂđ....
Het gemiddeld aantal deelnemers per activiteit is ... âĂđ..., .. personen,
Het percentage deeinerners uit de doelgroep eenzame ouderen (volgens GGD-kenmerken) is ......% Het percentage cMnten uit de doelgroep (allochtone ouderen) is in 2008 tenminste ..... MfoonSerVice en getl/edsgericht werken
’ Nader te definisren. Liefst volgens de objectieve kenmerken van de GGD-meting,
Lumens heeft een aandeel in lhuishuis Kronehoef in de vorm van ondersteuning van de vrijwilligers die het thuishuis tot stand moeten brengen, Voorlopig kan het enige echte resultaat de feitelijke stichting van het thuishuis zijn, Dit soort ondersteunende activiteiten hoort te worden ondergebracht bij de vrijwilligerswinkel.
Sokfariteit tussen de generaties
Maatsfaf Het aantal gezamenlijke activiteiten voor jongeren en senioren is in 2008
Het percentage senioren dat aan dergelijke activiteiten deelneemt is in 2008 Het aantal senioren dat actief is in de begeleiding van jongeren (< 23 jaar) is Het aantal jongeren betrokken bij vrijwHIigersactiviteiten voor senioren is
De laatste twee maatstaven hebben betrekking op activiteiten die bij voorkeur via de vrijwllligerswinkel worden geregistreerd.
Gezondheidsbevordering Dit betreft voor Lumens 55+ fit (Voorma1ig MBVO)
Maatstaf Het aantal activiteiten voor 55+ fit: aantal groepen is,......, aantal bijeenkomsten, Het gemiddeld aantal deelnemers per groepibijeenkornst is âĂđâĂđ,. âĂđ,
Het percentage cliÃńnten uit de doelgroep (aitochtone ouderen) is in 2008 tenminste .....
Vrjiwitiigers en mantetzorgers
Maatstaf Het aantal /percentage ouderen (per leeftijdscategorie) dat rnantelzorg krijgt is in 2008.âĂđâĂđ,
2. Het aantaUpercentage ouderen dat rnantelzorg verleent is in 2008,...., 3. Het aantal/percentage ouderen dat vnjwilligerswerk’ verricht is in 2008
Senioren vormen een specifieke doelgroep van de vrijwilllgerswinkel, zowei voor mantelzorg als voor vrijwilligerswerk. De resultaten worden vanwege die invalshoek bij dat cndemleel meegeteld. Vlfjik- en dienstencentra Hetaantalactiviteitenis in 2008,.âĂđ,...âĂđ
Het gemiddeld aantal deelnemers per activiteit is ...
’ Te dennieren in termen van een minimaal aaotal uren per periode.
., personen.
Het percentage deelnemers uit de doelgroep eenzame ouderen (volgens
GGD-kenmerken) is....,% Het percentage cliÃńnten uit de doelgroep (allochtone ouderen) is in 2008 tenminste .....
Allochtone ouderen De indicatoren bij de relevante onderdelen toegevoegd. Woonserviceprojecten (2.5.6.1) => wordt nog geevalueerd. inzet t.b.v. de pilotzones Woonservice in samenwerldng met de gemeente. De gemeente verwacht van De Lumens Groep een actieve bijdrage aan de zeven woonservicezones. Woonservice Eindhoven loopt (in ieder geval) gedurende het huidige college van B%W 2006-2010
koe: deelname aan elk van de zeven pilotoverleggen (frequentie max 10 per jaar) deelname aan activiteiten en projecten die meerdere domeinen bestrijken binnen een of meerdere zones. Inzet passend bij de core business van De Lumens Groep (inhoud, inzet en planning worden per jaar in de pilot voorbereid en door de projectleider vastgesteld, voortouw nemen mbt innovaties, verbeteringen en continuering binnen het domein welbevinden. Partners uit andere domeinen enthousiasmeren tot participatie Indien dit meerwaarde heeft. meewerken aan ad hoc verzoeken van projectleiding passend binnen de targets en doelen van woonservlce
II3.4.4 Integrale wi kvernieuwin (2.5.7.’I) Doelstelling - Het actief deelnemen van mensen In wljkvernieuwtngsgebiaden aan de betreffende leef- en vruunomgaving en sociaal ’op elkaar betrokken’ zijn.
Verbeteren van de orga nisatiegraad en verwerven van draagvlak voor bnvronersorganfsatins in deze wijknn,
Het activeren van bewoners om deel te nemen aan betekenisvolle activiteiten die de
zeifredzaamheid van hat individu en de sociale cohesie in de samenleving verbeteren.
Verbindingen leggen tussen sociaal en fysiek bij vernieuwen en samenhang brengen in
voorzieningen, Doelgroep
Bewoners in door de gemeente aangewezen wijkvnmiauwingsgebieden in Bndhovan.
a. Binnen de reguliere werkzaamheden zorg dragen voor afstemming met interne en externe partijen als het gaat over activiteiten ln wijkvernieuwingsgebieden;
b. Eventuele extra inspanningen op bijvoorbeeld ptanvorming, externe co0rdinatie tussen instellingen, specifieke bewonersondersteuning vallen buiten het BCF contract.
c. Toepassen methodiek bruggenbouwers; In 10 wijkvernleuwingsgebleden is het betrekken van allochtone buurtbewoners een blijvend thema. Deze 10 gebieden zijn o.a. de Doornakkers 1, Woensel- Zuid, West, Oud Woensel, de Bennekel, Genderdal e.d.. In al deze en andere wijken moet de bruggenbouwers methode, conform de afspraak die is opgenomen in de eind evaluatie van de Lumens Groep (Loket W) in 2005, toegepast worden.
53.4.5 Opbouwwerk g.s, z) Voor het Opbouwwerk zijn nog geen nieuwe maatstaven ontwikkeld, omdat de wijkgerichte aaripak onder meer vanwege de formule voor de krachtwljken niet beperkt blijft tot ondersteuning van organisaties e.dâĂđ in de toekomst moet opbouwwerk een integrale benadering apleveren van de specifieke kansen en problemen van de verschillende vrijken in termen van de beleidsthema’s van de gemeente. Opbouwwerk is in die opvatting niet zozeer een afzondedijke werksaart met eigen maatstaven, het is de bundeiing van verschillende werksoorten, afgestemd op de behoeften en mogelijkheden van de wijk, Maatstaven moeten dan worden afgeieid van de doelen die per wijk worden gedefinieerd, en die zijn nog niet beschikbaar. Dit betekent dat Lumens wordt gevraagd am voor 1 maart 2008 in samenwerking met en onder regie van de sector gebiedsgericht werken en met het veiligheidshuis en eventuele andere relevante partijen per wijk/stadsdeel te beschrijven wat de stand van zaken is voor de onderstaande beleidsthema’s:
Gebiedsgerichte orlilntatie ap buurten en wijken met achterstanden; Probleemoplossend vermogen van een buurt of wijk vergroten en hierbij ondersteuning bieden; Zeggenschap en beslissingsbevoegdheid van burgers in hun eigen buurt vergroten; Stimuleren van samenwerking tussen burgers, ondernemers, woningbauwcarparaties, politie, welzijnswerk, schoten en andere instellingen die op buurt- en wijkniveau actief zijn; versterken zeifredzaamheid; activering van inwoners; vermindering eenzaamheid. Veiligheid en leefbaarheid; Omgang met culturele diversiteit; Versterking vrijwilligerswerk: Verschuiving naar preventie bewerkstelligen, zonder dat dit ten koste gaat van de kwalIteit van de meer curatieve ondersteuning; Verbetering van de gezandheidsbeleving en vermindering van de sociaaleconomische gezandheidsverschilien; De thema’s zijn ontleend aan het coaiitieakkoard en de programma’ s Burgerparticipatie en Meedoen.
De uitwerking kan volgens het onderstaande voorbeeld worden weergegeven:
Concrete doelen Programma
Burgerpartidpatie
Bewerkstelligen dat de betrokkenheid en
het zelforganiserend vermogen van burgers toeneemt Bewoners nemen actief deeI in stadsdeel, wijk of buurt Mierdoor
ontstaan veilige wijken met een goed
leefldimaat. voorzieningenniveau, imago
- ondersteunen van Initiatieven van bewoners en streven naar
vertegenwoordiging in elke buurt (straatgroepen,
buurtcomit*, wilkvereniglngen e d.);
en sociaie cohesie.
- stimuleren van initiatieven in
Uitsluiting tegengaan en de
- sociale participatie bevorderen
buurten waar deze nog niet zi n,
Programma Ivleedoen
zelfredzaamheid en de talenten van
Inwoners versterken door onder meen
zoals contacten in de buurt,
lidmaatschap van verenigingen
het vergroten v/d deelname aan het
sociale leven; het verbeteren en ondersteunen van de
inkomenssituatle;
- preventieve en curatieve aanpak
van problemen bil huishoudens [’ achter de voordeur’aanpak).
ÃćâĆňâĂİ het verbeteren van de toegang tot en
beschikbaarheid van allerlei voo rzlenin en.
Oe realisatie en verantwoording dient aan te sluiten bij de doelstellingen die staan geformuleerd in de werkplannen op stadsdeelniveau.
Daarnaast Met betrekking tot "Gezond in de buurt" graag aandacht voor. Deelname aan projectgroepoverieg gen per buurt (6-8 x per jaar per buurt, 6 buurten) en daarbij: inbrengen van signalen van problemen/knelpunten op buurtniveau t,a,v, leefbaarheid, veiligheid en gezondheid. M.a.w. ogen en oren zijn in de buurt. Beleidsadvisering/meedeflken t.a.v. lokale oplossingen/mterventies voor de aanpak van gesignaleerde problemen/knelpunten. Daarbij hoort adviseren over concrete mogelijkheden en (welzijns)methoden om specifieke
doelgroepen te bereiken; Leveren van een concrete bijdrage aan voorbereiding, uitvoering en evaluatie van gezondheidsinterventies in de 6 buurten van gezond in de buurt, gericht op diverse gezondheidsthema’s en risico- en doelgroepen. Bijdragen aan het vergroten van de participatie van inwoners aan preventieve gezondheidsactiviteiten, Focus bij dit alles zijn jongeren, ouderen, maar zeker ook de middengroeplll
Huisvestin vri eti dsaccommodaties (z.g.8) HuiSvesting VTA’s (2.5.8.1)
Beheer VTA’s (2$.8.3)
%4.1 Beleidsuitgangspttnten Uitgangspunt is het door de gemeenteraad vastgestelde beleid inzake gebiedsgerichten aanpak en het beleid voor VTA’s en Buuttontmoetingsruimten. De bestaande VTA’s worden afgebouwd en vervangen door buurtontmoetingsruimten en per stadsdeei een aantal (in Woensel-Noordmeerdere) bovenwijkse accommodaties. Hiertoe zijn alle VTA’s verdeeld in 3 categorieÃńn: A (in samenhang met andere initiatieven), 8 (sectoraal actlefj, C (responsiefj.
Momenteel wordt de overdracht van het eigendom van de VTA-panden en de daarmee gepaard gaande onderhouds- en beheersverantwoordelijkhekl (eigenaars-deel) geconcretiseerd. Tot de overdracht een feit is blijft de Lumensgroep verantwoordelijk voor de in het verleden aan haar toebedeelde taken en verantwoordelijkheden.
54.2 Doelstelling Het stimuleren en initieren van initiatieven om in samenwerking met partners buurtontmoeting op zowel buurt- als stadsdeelniveau mogelijk te maken, om van daaruit bij te dragen aan het bevorderen van de sociale cohessie en de sociale stijging en het ontwikkelen van een samenhangende maatschappelijke voorzieningenstructuur en bij te dragen aan het versterken van de identiteit van een bepaald stadsdeel.
ti4.3 Doelgroep Alle inwoners van Eindhoven
54,4 Opdracht In onderstaande paragrafen wordt per vakdlenstproduÂńt de vraag geformuleerd met bijbehorende prestatlewlsen.
%4A.1 Huisvesting VTA’s (2.5.8.1) Doelstelling
Aan inwoners van Eindhoven op wijkniveau een aantal vrlietijdsatzomrnodaties beschikbaar stellen, zodat de sociale cohesie in een wijk gestalte kan krijgen dan
wel inwoners in de gelegenheid stelt om op een betaalbare manier te kunnen
deelnetnen aan activiteiten op het gebied van opvang, ontmoeting, ontspanning
en ontpioonng, Doelgroep
Alle inwoners van Eindhoven
Tot er duidelijkheid is wat de consequenties van de overdracht zullen zijn, zal de Lumens Groep de volgende taken voortzetten: a. Ondersteuning en begeleiding van de beheerstichtingen m.b.t. het dagelijks
beheer; b. Ondersteuning aan organisaties bij het opstellen van een programmeringsrapport t,b.v. het stichten van een nieuwe accommodatie voor sociaal culturele activiteiten; c. Begelefding in de bemiddeling van vraag en aanbod van ruimte voor sociaa! culturele activiteiten en zelforganisaties binnen het welzljnsveld. Prestatie-indicator, Het gemiddelde bezettingspercentage per VTA is 55% met gemiddeld 950 bezoekers per week.
54.4.2 8eheer accommodaties (2.5,8.3) Doelstelling
Doelgroep
Beeindiging technisch beheer VTA’s Zodra de discussie mbt de VTA’s afgerond is, zal De Lumens Groep niet langer
verantwoordelijkzijn voor het technisch beheer (eigenaars-deel) van gebouwen van de gemeente (VTA’s, peuterspeelzalen en kinderopvang). De hiermee gepaard gaande in ct van taken en middelen zullen dan worden ontvlochten uit het SCF en worden overgedragen aan het Vastgoedbedrijf van de gemeente Eindhoven (DAPZ). Momenteel wordt onderzocht in hoeverre het wenselijk eniof haalbaar is om de taken verder over te dragen aan een (nieuw op te richten) maatschappelijk beheerbedrijf, Het overhevelen van deze functie heeft natuurlijk consequenties voor het aanbod van de Lumens Groep. Echter, tot het moment dat afspraken met de Gemeente Eindhoven over overdracht van het beheer en de fasering daarin geconcretiseerd zijn, blijven de huidige exploitatie- en beheertaken gehandhaafd, Tot dat moment maakt de inzet integraal deel uit van BCF 2008 en gelden de daarin geformuleerde eisen ten aanzien van beheer, kwaliteit en verantwoording en de verplichtingen voor de gebruiker conform de "verordening subsidiÃńring vrijetijdsaccornmodaties en speeltuinen.
Ononderbroken ontwikkelingslijn
jeu denjon eren g.x)
Opvoed- en opgroeiondersteuning (3.1 33)
Peu(erspee)za)en (onderdeel peuterwerk en klnderopvong 3.1.6) K)ndervrerk (onderdee j Jeugd- en jongerernverk 3.1.7)
Jeugd- enj ongerenvrerk(3. 1,7)
Aanpakrisieoj eugd(3.1$) S pee)gelegenheid de 5pl)nrer (onderdeel Jeugd- en jongerenwerk 3. 1,7)
55.1 Beleid suitgangspunten Kembegrippen zijn. Versterking van de pedagogische infrastructuur, streven naar een ononderbroken ontwikkelingslijn met specifieke aandacht voor risicojeugd
55.2 Doelstellfng Bevorderen dat jeugdigen (0 tot en met 23 jaar) opgroeien tot volwaardige en zelfstandige deelnemers aan de maatschappij en dat zij verantwoordelrjkheid kunnen dragen voor hun eigen leven en dat van anderen. Hiertoe wordt een ononderbroken ontwikkellngslljn in stand gehouden, en versterkt. Deze omvat wet- en regelgeving,
beleidSVOrrnln, vOOrzieningen en aCtiviteiten die ziCh riChten Op Opvoeding, onderwijs, ontwikkeling en participatie van 0-23 jarigen. Streven is dat alle jongeren tot 23 jaar op school zitten of werk hebben. Daarnaast zijn ze actief in sport, cultuur en
ontmoeting en zetten zich in voor buurt en vereniging. Neveneffect is dat ouders en mede-opvoeders hun taken en verantwoordelijkheden kunnen vervullen.
%5.3 Doelgroep Jeugdigen van 0 tot en met 23 jaar woonachtig in Eindhoven
%5.4 Opdracht ln onderstaande paragrafen wordt per collegeproduct de vraag geformuleerd met bijbehorende prestatie-eisen.
Naast de hieronder genoemde vraagstellingen geldt verder dat: de welzijnsinstelling zal meewerken aan de realisatie van spilcentra in de stad; bij de financiele vertaling van alle in de hierna volgende paragrafen genoemde producten verheldering moet wordt gegeven over de verschillende geldstromen, gekoppeld aan input, fte’s en output
55.4.1 Opvoed- en opgroeiondersteuning (3,1.8)
Opvoedondersteuning omvat al die activiteiten en interventies, die zich richten op de ondersteuning van het opvoedproces en die de competentie van het pedagogisch handelen van opvoeders vergroten en de opvoedingssituatle verbeteren, Opvoedondersteuning en ontwikkelingsstimuiering zijn onlosmakelijk met elkaar
verbonden. In het BCF zijn 11> FTE opgenomen voor uitvoering van opvoedondersteuning en daarnaast wordt na besluitvorming door de raad 3 FTE separaat van het BCF gefinancierd. Hiermee is een stadsbrede inzet van de functie opvoedondersteuning
gerealiseerd, Daarnaast wordt via aparte subsidie inzet van pedagogische adviseurs geleverd aan het Centrum jeugd en Gezin,
Wljkgerichte opvoedondersteuning is in Eindhoven inmiddels gekoppeld aan het Spilconcept. Opvoed- en opgroeiondersteuning binnen Spil betreft kinderen tussen 0-12 jaar en hun ouders. Een gezinsgerichte aanpak staat centraal. Per Spil-locatie wordt maatwerk geleverd. Er is meer behoefte aan steun bij risicocumulatle, die samenhangt met de sociaal economische positie van mensen en vaker voorkomt bij allochtonen dan autochtonen. Er wordt een duidelijke prioriteit gelegd bij gezinnen waar sprake is van verhoogd risico. Hiertoe wordt de definitie gehanteerd die in het bestedingspian opvoedondersteuning is gebruikt. De inzet van de formatie opvoed- en opgroeiondersteuning wordt zodanig wijkgericht ingezet, dat een zo groot mogelijk bereik van deze risicogroep gehaald kan worden, Tevens zal op basis van een operationalisatie van deze definitie van risicogezinnen gemeten worden hoe groot het bereik is onder deze doelgroep. Daarnaast vindt afstemming met en aanvulling op het aanbod door het Centrum jeugd en Gezin plaats.
Het takenpakket is als volgt onder te verdelen:
1) informatie en advies De functionaris werkt op basis van signalen vanuit ouders, kinderen en professionals.
Ouders en kinderen:
individueel: laagdrempelige individuele informatie en advisering door aanwezigheid op de vindplaats, via contactleg ging op haal- en brengmoreente, inloopmomenten in het spiicentrum, ouderbijeenkomsten vanuit het onderwijs, rapportbesprekingen, bijzondere gebeurtenissen, etc. Daarnaast verspreiden van folders en nieuwsbrieven onder ouders. Groepsgericht het organiseren van themabijeenkomsten over opvoeding; dit kunnen eenmalige bijeenkomsten zijn of cursussen.
Professionals:
informatie en advies aan spilpartners en samenwerkingspartners via themabijeenkomsten, coliegiale consultatie, advisering over zorgkinderen, observatie van kinderen.
Onderdeel van de collegiale consultatie is ook deskundigheidsbevordering met betrekking tot de signaleringsfunctie van professionals.
2) Licht pedagogische ondersteuning Licht pedagogische ondersteuning houdt in dat de functionaris spreekuur houdt en huisbezoeken aflegt. In de ondersteuningstrajecten worden maximaal 5 gesprekken gevoerd. Bij deze vorm van ondersteuning gaat het om de alledaagse aspecten binnen opvoeding, opvoedingsspanning of opvoedingscrisis. De draagkracht van ouders wordt versterkt door het toevoegen van beschermende factoren als opvoedingscompetentie en/of het verkrijgen en vergroten van het sociale steunnetwerk.
3) Doorverwijzing In gevallen waarin hulpverlening noodzakelijk ls vindt doorverwijzing plaats naar schoolmaatschappelijk werk of naar het algemeen maatschappelijk werk indien er sprake rs van meer dan 4 risicofactoren wordt de gezinscoach van het algemeen maatschappelijk werk ingeschakeld. Indien sprake is van ernstige situatie waarin een indicatie voor jeugdzorg aan de orde is, wordt doorverwezen naar het bureau Jeugdzorg Daarnaast doorverwijzing naar gezinsgerichte WE-programma’ s, speciaal onderwijs, homestart, klnderopvang plus, jeugdgezondheidszorg, etc. 4) CoÃűrdinatie en afstemming De OMer heeft kennis van de sociale kaart en draagt zorg voor een goede signalering door professionals en een goede en toegankelijke pedagogische infrastructuur in de buurt. De 0&Oers werken nauw samen met de overige professionals in het spiicentrurn van basisonderwijs peuterspeelzaalwerk en kinderopvang en maken deel uit van het zorgteam van het spilcentrum. De 0&Oer heeft de coÃűrdinatie van specifieke zoals opstap en spel aan huis. De 08 Oer beoordeelt de kwaliteit van de pedagogische omgeving in de buurt en levert waar nodig plannen ter verbetering aan. Om deze functie goed te kunnen vervullen neemt de 0&Oer deel aan de buurtnetwerken 12- en aan het spiloverstijgend/gebiedsgericht overleg. De 0&O-er zorgt voor afstemming met het Opvoedcentrum van het Centrum Jeugd en Gezin.
0 voedondersteunin 12e Vanaf 1 augustus 2006 is een pilot gestart met opvoed- en opgroeiondersteunlng 12+ op 2 VM80 scholen. Hierbij wordt de werkwijze van 12- als uitgangspunt genomen, met inachtneming van de wezenlijke verschillen tussen deze leeftijdsgroepen, zoals ten aanzien van de vindplaats van ouders, maar ookzal de ondersteuning zich meer richten op de kinderen zelf, naast ondersteuning van ouders en professionals. Prestatie-indicator: - Het bereik van zowel Op Stap als Spel aan Huis is 500 deelnemers per jaar; - Taakstellingen opvoedondersteuning (2008 aangevuld met 3 fte extra)
! per fte per jaar
I
bereik
2006 l 2007 i 2008
ouders- individueel 40 460! 460 580
2006 ’ 20O7! 2008 : i
4.600 4.600 5800
ouders- groepsgÂńicht 100 1,150 1.150 1.450
230 230 290
professionals 20
Licht lsedagogische ondersteuning 430 Ondersteunlngs-
5520 5520 6.960
60 l I
trajecten
Doorverwijzing 1 30 100- ,345 345 435
1,150 1,150 . ’1.450 I f
3.795 3.795 4,78$
coardinatle en afstemming Totaal aantal uren fte
t
15.o65 15.o65 18,99s
Registratie van uitvoeringstaken eli bijbehorende prestaties en urenbesteding; jaarlijks evalueren: dit levert, naast de uitwerking van de pedagogische plannen, informatie voor de benodigde inzet van 060-ers. Bewaken van evenwicht tussen de onderdelen van de taakstelling, waarbij steeds gezocht moet worden naar het efficiÃńnt en doelmatig inzetten van middelen. Bijvoorbeeld door gebruik te maken van mail en groepsbljeenkomsten.
55.4.2 Peuterspeeizafen (3,1.66) Peuterspeelzaalwerk wordt op rijksniveau onderzocht. Dit kan er toe leiden dat in 2010 het peuterspeeizaalwerk in de Wet kinderopvang geintegreerd wordt, Bovendien loopt in de huidige situatie het aantal groepen peuterspeelzaalwerk terug. Ook Bigt er een relatie naar de voorschoolse activiteiten. Over de gevolgen van de ontwikkelingen voor het BCf 2008 wordt nog overleg gevoerd. Vandaar dat de daadwerkelijke invulling van dit product nog niet opgenomen kan worden in het BCf maar voor 1 maart 2008 separaat aan het college ter besluitvorming voorgelegd wordt. Bij de uitwerking geldt dat de uitgangspunten zowel financieel als inhoudelijk van 2007 blijven gelden en dat het kostenoverzicht 2006als basis gehanteerd wordt. Budget dat overblijft omdat er minder groepen zijn wordt in mindering gebracht op subsidie kneipunten peuterspeelzalen. Mogelijke nieuwe pilots worden separaat van het BCF gesubsidieerd.
ti5.4.3 Kinderwerk (3.1.7.1) Begin 2008 wordt de gemeentelijke visie op het jongerenwerk (kinder- en jeugd en jongerenwerk) geactualiseerd, Dit ieidt ertoe dat de rol van de Lurnens Groep en de
wijze van uitvoering wordt gewijzigd. Deze wijzigingen zullen in de loop van 2008 in overleg met de Lumens Groep binnen het BCF 2008 worden aangebracht. Doelstelling Gezinsgerichte en individuele ontwikkelingsstirnulering voor kinderen in de ieeftijd van 415 jaar zodat zij zich ontwikkelen tot individuen die een volwaardige zeggenschap hebben
en verantwoordelijkheid kunnen dragen voor eigen leven en leefornstandigheden op latere
leeftijd, passendbinnenhet streven van een ononderbroken ontvrikkelingslijn voor
jongeren,
Doelgroep Kinderen van 4-15 jaar en de gezinnen waartoe zij behoren.
a. Een basisaanbod aan activiteiten op sociaal-cultureel gebied, gericht op ontmoeting, talentontwikkeling, ontplooiing en sportstimulering. Dit wordt zoveel mogelijk samen met kinderen en hun ouders vormgegeven en toegesneden op de behoefte van de kinderen uit het gebied. b, Alle kinderen zijn in beeld en hebben een aanbod. Binnen het klnderwerk wordt echter extra aandacht besteed aan de leeftijdsgroep van 10 tot 1S jaar, Ten aanzien van deze groep wordt samengewerkt met het jongerenwerk en vindt een overdracht vanuit het kinderwerk plaats. c. Het kinderwerk heeft, samen met andere partners een gedeelde taak in de directe maatschappelijke omgeving van kinderen en hun gezinnen, gericht op een prettig samenleven in de wijk d, Zorgdragen voor: contactleg gen met kinderen, organiseren van ontmoeting voor kinderen en educatie en vorming van kinderen,
e. De kjnderwerker participeert in netwerken, waaronder het netwerk 12+, op vraag in het breed SPlLzorgteam, op adhoc basis in het casusoverleg risicojeugd en in overleg met het SDT in leefbaarheidsteams met als doel het inbrengen van signalen over kinderen, uitzetten van acties en doorgeleiding naar de hulpverlening
f. Structurele inbeddlng van de methodiek ’veilig buitenspelen’ binnen het kinderwerk, waarbij werving en ondersteuning van vrijwilligers een prioriteit heeft. g. Het kinderwerk heeft haar activiteiten vooral op de momenten dat de jeugd vrije tijd heeft, zoals ’s avonds, in het weekend en ln de vakanties. h. De inzet van het kinderwerk is gebaseerd op een combinatie van buurtthermometer en het aantal kinderen in de wijk. Jaarlijks (in december) wordt door LUrnens Groep in samenwerking met de sector gebiedsgericht werken een voorstel voor deze verdeling aan OHO aangeboden.
Wizi in en enaanvullin envoor2008 De methodiek veiljg buiten spelen’ wordt geimplernenteerd binnen het kinderwerk
’ het aantal locaties waar het kindenrierk in samenwerking met vrijwgligers de methodiek "veilig buiten spelen" aanbiedt gaat van 3 naar 6.
%5.4.4 Jeugd- en jongerenwerk (3.>.7) Begin 2008 wordt de gemeentelijke visie op het Jeugd- en Jongerenwerk geactualiseerd. Dit kan er toe leiden dat de rol van de Lumens Groep en de wijze van uitvoering van het Jeugd- en jongerenwerk gewijzigd wordt. Mogelijke wijzigingen zullen dan in overleg met de Lumens Groep binnen het BCF 2008 aangebracht worden. Tot dat moment wordt het jeugd en jongerenwerk uitgevoerd zoals opgenomen in het BCF 2007. Volgend op de visie zullen de gevolgen voor de ruimtes voor jongeren in beeld gebracht te worden.
Met betrekking tot Dynamo loopt een onderzoek naar de mogelijkheden om de bestaande expioitietekorten op te lossen en de beeldvorming te verbeteren. Dit traject wordt buiten het proces van het BCF vorm gegeven. Wel kan bij de offerte rekening gehouden worden met de inhoudelijke verandering t.w. uitbreiding met 3 regisseurs,
Re ulier totdat de visie o eu d-en ongerenwerk geactualiseerdis Doestelin Hetreaiserenvaneenvraa eri t eu d-en’on erenwerk
g gg J g J g opzwel stedelijk ais wijkniveau dat in belangrijke mate bijdraagt aan de ontwikkelingsstimulering, bevordering sociale competenties en het vergroten van de zelfredzaamheid van jongeren
het doorjongeren zelf actief vormgeven aan hun eigen leven op de terreinen van onder andere gezondheid, welbevinden, werk, scholing en vrije tijd
betrokkenheid van jongeren naar hun directe maatschappelijke om gevin
Doelgroep Jeugd en Jongeren van 10toten rnet23 jaar met specifieke aandacht voor
kansarme’on eren"
a. Een basisaanbod aan activiteiten op sociaal-cultureel gebied, gericht op ontmoeting, talentontwikkeling, ontplooHng en sportstimulering. Dlt wordt zoveel mogelijksamen met jongeren wordt vormgegeven en toegesneden op de behoefte van de jongeren uit het gebied of de stad. Deze activiteiten vinden plaats vanuit de verschillende jongerencentra (onder andere de ruimten voor jongeren), Dynamo en in de openbare ruimte b. Het basisaanbod in de wijk wordt afgestemd en samen ontwikkeld met het stedelijke aanbod aan jeugd en jongerenwerk vanuit Dynamo. Alle jongeren zijn in beeld en hebben een aanbod. Wel wordt binnen het jongerenwerk extra aandacht besteed aan de leeftijdsgroep van 10 tot 15 jaar. Ten aanzien ’4 Onder kansarme jongeren wordt verstaan: jongeren reet een achterstand op verschillende terreinen, zoals onvoldoende sociale vaardigheden en eenzijdige dagbesteding, laag opleidingsniveav en laag inkomen 0 Uders.
van deze groep wordt samengewerkt met het kinderwerk en vindt een overdracht vanuit het kinderwerk plaats. Met betrekking tot het basisaanbod richt het jongerenwerk zich in toenemende mate op ondersteuning van initiatieven, het opzetten van een vrijwilligerskader en bieden van instrumenten tot zelfontplooiing, met als doel participatie onder jongeren bij het opzetten en uitvoeren van activiteiten (genoemd onder a) te vergroten.
d. Minimaal f 5% van de tijd van de jongerenwerker wordt besteed aan ambulant werken in de wijk, waarbij het accent ligt op contactlegging met jongeren en jeugdgroepen en sig nalering. Ambulant werken is een voorwaarde om goed te kunnen participeren in netwerken
e. De jongerenwerker participeert in netwerken, waaronder in ieder geval 3eugdgroepen in beeld en het netwerk12+, en op ad hoc basis in het casusoverieg risicojongeren en in diverse buurtoverieggen/leefbaarheidsteams (dit laatste in overleg met het 5DTj met als doel het inbrengen van signalen over Jongeren(groepen), uitzetten van acties, hulpverlening en coÃűrdinatie van zorg.
Het Jongerenwerk heeft, samen met andere partners een gedeelde taak in de directe maatschappelijke omgeving van de jongeren en Jongerengroepen, vooral bij het in contact brengen van jongeren en buurtbewoners, gericht op een prettig samenleven in de wijk
g. Het stedelijke jeugd- en jongerenwerk vanuit Dynamo biedt een informatieen advtesfunctie via het in 2005 opgezette FAQ. h. Het jeugd- en Jongerenwerk werkt in toenemende mate samen met het onderwijs. Vanuit Dynamo wordt in samenwerking met Eindhovense scholen activiteiten ontwikkeld op het gebied van naschoolse opvang, lesmoduies en het gezamenliJk gebruik van het Dynamo pand Met name het stedelijk Jeugd en jongerenwerk richt zich op een uitbreiding van het aantal vrouwelijke bezoekers door speciale programma’s te ontwikkelen en organiseren voor meisjes of accenten te verleggen in de programmering van activiteiten Het Jongerenwerk heeft haar activiteiten vooral op de momenten dat de Jeugd vrije tijd heeft, zoals ’s avonds, in het weekend en in de vakanties.
k. De inzet van het wijkgerichte jeugd- en jongerenwerk is gebaseerd op een combinatie van de buurtthermornete, het aanta! jongeren in een wijk, en signalen uit het overieg Jeugdg roepen in beeld. Jaarlijks (in december) wordt
door Lumens Groep in samenwerking met gebiedsprogrammeurs en Stadsdeelteams een voorstel voor deze verdeling aan DMO aangeboden.
I, Het wijkgerichte en stedelijk jeugd- en jongerenwerk signaleert Jongeren zonder startkwaliffcatie en/of dagbesteding en stimuleert, motiveert en verwijst deze jongeren naar instanties zoals het onderwijs, RMC, CWI en de dienst Werk, zorg en Inkomen.
-1 fte jongerenwerk wordt geacht met minimaal 125 verschilfende jongeren frequent (= minimaal 5 maal per jaar) face to face en intensief contact te hebben, waarbij de jongerenwerker zicht heeft op de feefsituatie, dagbesteding en thuissituatie van de
jongeren - Minimaal 15% van de beschikbare uren van een jongerenwerker wordt besteed aan ambulant werken en contactleggenin de wijk, zodat er een goed zicht is op Jongeren(groepen) en de jongerenwerker een signalerende functie vervult ten behoeve van participatie in de netwerken - jaarlijks worden in de verschillende gebieden per jongerenwerker (uitgaande van een dienstverband van 0,75 fte) 2 projecten opgestart met directe ondersteuning van de lumens Groep, waarbij aantoonbaar binnen een jaar de betreffende inzet van de Jongerenwerker met ca. 50% is teruggebracht door de inzet van jongeren, aarbij deze zelf sterk participeren in en/of trekken van het project - Dynamo moet zich in 2008 richten op een uitbreiding van het aantal vrouwelijke bezoekers: 3596 van de bezoekers is vrouw - Hnd 2008 zijn minimaal 8 zelfstandige gebruikersgroepen actief in Dynamo - Eind 2008 heeft Dynamo met minirnaaf 8 Eindhovense scholen activiteiten ontw ikke i d op het gebied van naschoolse opvang, lesrnodu’les en het gezamenlijk gebruik van het Dynamo pand.
5$.4.5 Aanpak risicojeugd (3.1.5) Doelstelling Vroegtijdige signalering, doorverwijzing en aanpak van problemen bij (risico)jongeren,ter voorkoming van grotere problemen en het doorbreken van de negatieve spiraal waarin
deze jongeren zich bevinden zodat jongeren in Eindhoven een opleiding volgen, werken
oranderszins actiefbeiig zijn. DOelgroep Jeugd en jengeren Van 0 t/nt ZS jaar woonaChtig in Eindhoven
a. De organisatie rondom het jeugd Preventie Programma- binnen het gezin waarvan het kind in aanraking is gekomen met politie, voorkomen dat de jeugd verder afglijdt ; wordt binnenkort ingrijpend gewijzigd. Voorlopig in het BCF 2008 de situatie van BCF 2001 voortzetten. Zodra duidelijk is wat de
gevolgen van de reorganisatie zijn zullen indien nodig de inhoud van het BCF en het budget 2008 aangepast worden.
b. Via interventies bij overlast van jongerengroepen door het Team interventie Medewerkers bmnen de jongerengroep het verder voorkomen van overlast en voorkomen van escalatie en criminalisering, Via het overleg Jeugdg roepen ln beeld (zie jongerenwerk) wordt vroegtijdig gesignaleerd waar interventie door het TiM noodzakelijk is.
Via het schoolmaatschappelijk werk bieden van kortdurende hulpverlening ten behoeve van kinderen, ouders en leerkrachten bij psychosociale problemen die door of op scholen gesignaleerd worden. De schoolmaatschappelijk werker draagt zorg voor een brugfunctie tussen onderwijs en jeugdzorg. De schoolmaatschappelijk werker brengt casussen in in het zorgtearn, stelt handelingspiannen op, legt huisbezoeken af, verleent ambulante hulp en verwijst door naar andere hulpverleningsinstanties (zoals Buro Jeugdzorg). Het Schoolmaatschappelijk werk wordt breed ingezet in het primair en voortgezet onderwijs en als pilot op het ROC en neemt deel aan zorgteams in het p.o., v.o. en RGC. Naast de financiering vanuit het BCF
worden projectmiddelen toegevoegd, uren schoolmaatschappelijk werk ingekocht door het samenwerkingsverband weer samen naar schoot en rechtstreeks door een aantal scholen. Afspraken over de ureninzet van het schoolmaatschappelijk werk worden jaarlijks gemaakt in overleg tussen de gemeente Eindhoven, Lumens en vertegenwoordigers van het onderwijsveld. Het schoolmaatschappelijk werkt vervult een spllfunctie in het breed SP(Lzorgtea m en bij de doorverwijzing zowel naar Bureau Jeugdzorg als naar het Centrum Jeugd en Gezin. Daar dit onderdeel de basis is voor de
afrekentrajectoefening 2008 zal in onderling overleg bezien worden welke indicatoren zinvol zijn en op welke wijze afgerekend zou kunnen worden. d. Vanuit het team Algemeen Maatschappelijk Werk is formatie {6 FTE) jeugdmaatschappegjk werk besch1kbaar voor begeleiding aan jeugdigen in de context van het gezin, waar geen sprake is van een indicatie van BJZ. Deze formatie wordt outreachend en gebiedsgerlcht ingezet. Verwijzing van jongeren gebeurt via het Faq.
e. Het Faq biedt informatie en advies aan jongeren op terrein van welzijn, arbeid en scholing en is dagelijks geopend. Via het Faq kan direct jeugdmaatschappelijk werk worden ingezet voor hulpverlening. Het Faq zal zoveel mogelijk hierin samenwerken (en op termijn mogelijk samengaan) met het jongerenloket, dat in oprichting is. Digitale hulpverlening, informatie en advies aan jongeren (mailmaat) vanuit het Algemeen Maatschappelijk Werk.
inzet maatschappelijk werk ten behoeve van het project Jonge Bndhovense moeders. (De coÃűrdinatie van dit project vindt via een aparte subsidleverlening plaats). De Inzet maatschappelijk werk richt zich met name op de begeleiding van jonge moeders in het verkleinen van de afstand tot.en het vergroten van de toegankelijkheid van instellingen. Daarnaast wordt ingezet op empowerrnent van de jonge moeders. Met maatschappelijk werk werkt hierin zoveel mogeVijk samen met andere producten binnen en buiten de t.umensgroep, zoals O&O, AMW, JPP en jongerenwerk.
Gezinsondersteuning aan gezinnen met meervoudige problematiek. Het betreft dan gezinnen waar de lichte functie van opvoedondersteuning onvoldoende toereikend is om deze gezinnen te begeleiden. Zowel de schoolmaatschappelijk werkers, als de jeugdmaatschappelijk werkers, ais JPP-ers, als de Team Interventie Medewerkers dienen aangesloten te zijn op het sig naieringssysteem Zorg voor Jeugd en indien nodig deel te nemen aan casusoverleggen rondom een risicokind/risicogezin. Het Schoolmaatschappelijk werk krijgt in principe de zorgcoi5rdinatle rondom een risicoklnd, indien het een jongeren betreft tussen de 4 en18 jaar, waar geen Bureau Jeugdzorg bij betrokken is. ln 200B zullen de verschillende vormen van ondersteuning en hulpverlening aan risicokinderen en risicogezinnen, te weten JPP, smw, 0&0, jeugdmaatschappeiljk werk, gezinsondersteuning en gezinscoach goed tegen het licht gehouden moeten worden om afspraken te maken over taakafbakening en afstemming, om overlap te voorkomen en om te bekijken of eventuele samenvoeging van functies mogelijk en zinvol is.
Empowermenttralningen verzorgen aan risicojongeren (bijvoorbeeld op het gebied van dreiging van loverboy/jeugdprostitutie problematiek)
Wizi I
n en a nvullin en v r 2008: De buurtnetwerken12- en 12+ zuiien op een andere wijze gecontinueerd worden. Het breed SPitzorgteam zal samen met de schoolmaatschappelijk werk de centrale spil zijn in de zorg rondom kinderen. Wanneer dit ontoereikend is zal de bespreking van het kind worden doorgeleid naar het casusoverieg risicojongeren of Bureau Jeugdzorg. De buurtnetwerken 12- en 12+ zullen minder frequent bij elkaar komen en meer een functie hebben in netwerkvorrning en informatie-uitwisseling,Ook voor het voortgezet onderwijs zal in onderling overleg bekeken worden hoe de zorgteams kunnen aansluiten op het Centrum Jeugd en gezin, en op functies als jongerenwerk en JPP.
Duidelijke afspraken moeten gemaakt worden tussen de functie van gezinsondersteuning met de nieuw te ontwikkelen functie van gezinscoach, welke via het Centrum Jeugd en gezin ingezet kan worden in gezinnen met
complexe meervoudige problematiek, waar geen jeugdzorginstelling in beeld is. Middels een losse subsidleveriening zullen afspraken gemaakt worden over de taken, inzet en methodiek van de gezinscoach.
ln 2007 wordt een jongerenloket geopend, dat een samenwerkingsverband is tussen WZl, MO, CWI, UWV en ROC. Dit loket biedt naast informatie, advies en
begeleiding over werk en scholing in toekomst ook informatie en advies op een veel breder weizijnsterrein. Met het Faq zullen afspraken gemaakt moeten worden over taakverdeling, afstemming en uitwisseling en onderzocht zal worden over samenvoeging met Jongerenloket op termijn.
Bezien dient te worden in hoeverre deskundigheidsbevordering van schoolmaatschappelijk werkers toereikend is en welke alternatieven er zijn om dit op het noodzakelijk geachte peil te houden dan wel te brengen. Presta tieindicatoren:
Het leveren van 180 begeleidingen door het Jeugd Preventie Programma op jaarbasis Het Signaieringssysteem Zorg voor Jeugd wordt bijgehouden door het schoolmaatschappelijk werk, Tim en JPP
Bereik aantal jongeren door Team interventie Medewerkers is 120 op jaarbasis 1 fte schoolmaatschappeRjk werk kent een caseload van 80 cjlenten op jaarbasis Het FAQ biedt informatie en advies aan jaarlijks 1500jongeren 1 fte jeugdmaatschappelijk werk biedt kortdurende hulpverlening (maxjmaaj 3 maanden) aan jaarlijks 80 jongeren Mailmaat biedt informatie en advies jaarlijks aan 50 jongeren tussen de 8 en 23 jaar Gezinsondersteuning biedt jaarlijks begeleiding aan 100 gezinnen In 2008 heeft Lumens een praktisch voorstel ontwikkeld omtrent
taakverdeling,- afbakening, informatie-uitwisseling (en elkaar vertegenwoordigen in overleggen) en eventueel samenvoegen van de verschillende vormen van begeleiding en hulpverlening aan jongeren en gezinnen Begeleiding en ondersteuning van 35 jonge Eindhovense moeders en hun kinderen.
%5.4.6 Speelgelegenheid Doeisteging
- Ontwikkegngsstimuiedng en vergroten van zelfredzaamheild van tieners en jongeren zodat zij zich ontwikkelen tot individuen die een volwaardige zeggenschap en
verantwoordelijkheid kunnen dragen voor eigen leven en ieefomstandigheden, binnen het streven van een ononderbroken ontwikke!ingsiijn voor jongeren;
- Bevorderen dat jongeren opgroeien tot evenwichtige volwassenen en voiwaardige participanten in de maatschappij
Doelgroep Jeugd en jongeren van 0 tot en met 23 jaar woonachtig in Eindhoven.
Een vraag gericht aanbod buitenspeelvoorziening voor kinderen in de basisschoolleeftijd (de Splinter) in stand houden of ontwikkelen
a. De Splinter ln samenwerking met partners uit het veld zal de methodiek van de Splinter worden vertaald naar andere buurten zo mogelijk in samenwerking met Spilcentra; Het aantal sociaal-culturele activiteiten in De Splinter wordt uitgebreid en dienen tweewekeHjks plaats te vinden, De Lumens Groep geeft aan wanneer er sprake is van een goede bezetting van de activiteiten. Daarnaast vinden in de vakantieperiodes extra activiteiten plaats; Lumens dient in 2008 inzicht te geven in de positionering van de Splinter in relatie tot het kinderwerk en waar Lurnens, met het oog op de expioitatie, de focus zou willen leggen (stedelijk of buurtgericht). Voor aansturing van De Splinter wordt 1 sociaal cultureel werker gesubisidieerd die de vrijwilligers ($0-70) aanstuurt. Een extra sociaal cultureel werker moet volledig worden gefinancierd uit de exploitatie (deze komt niet uit de reguliere formatie).
Prestatie-indic en: Het aantal groepsbezoeken aan de Splinter; 100, waarbij er onderscheid wordt aangegeven tussen groepen afkomstig uit Eindhoven en groepen van buiten Eindhoven. N8: Waar het gaat om groepen van buiten Eindhoven, dient de
entree kostendekkend te zijn. Onder beide groepen dient een tevredenheidsonderzoek plaats te vinden; De Splinter moet zo’n 120.000 bezoekers per jaar trekken, Genoemde indicatoren dienen meetbaar en controleerbaar in beeld te worden
gebracht. Daarnaast zijn de prestatie-indicatoren sociaal cultureel werk dezelfde als de te ontwikkelen prestatie-indicatoren voor jeugd- en jongerenwerk.
Bud et ara raaf Beschikbaar BCF budget:
BCF 2007 9 9 sufs totaal BCF 2000 votwassenwerk 2008
loon 10 3383.786
IDdeel 1.877922 loonkosten totaal 12,761308 overige kosten totaal
-63,080 12.698228 1,82% 12.929.336
3.976.345
-19.920 3.956.425
1,75% 4.025.662
16.737.65 3
-83.000 ’l6.654.653
16 954.998
Toeffchting financiÃńle paragraaf Het budget voor 2008 is op een kleine correctie en het accrrss na gelijk aan 2007
gebleven. Wel kunnen er binnen het BCF, conform de opdracht formulering en de speerpunten verschuivingen ontstaan.
Bezulni in vol assenwerk Op volwassenwerk rust nog een restant bezuinigingstaakstelling voor 2008 van 6 83,000.
Pre’eet etd e Projectgelden zijn buiten beschouwing gelaten in deze opdrachtverstrekking en bovengenoemd budget Wel is het zo dat er enkele structurele activiteiten nog gefinancierd zijn met incidentele middelen: o.a. JPP, SMW, TlM. Voor deze activiteiten
geiden, zoais bekend, additionele verantwoordingseisen. Zfe hiervoor onze brief met verantwoordingseisen dd f 9 januari 2006 met kenmerk: 8/UA/NR.06 UfTOf 439.
Verantwoordfng Op alle producten is de subsidieverordening van de gemeente Eindhoven van toepassing.
Verantwoording vindt plaats volgens de richtlijnen die gelden voor gesubsidieerde instellingen. Deze richtlijnen worden nader toegelicht in de subsidiebeschikkfng en de bijbehorende uitvoeringsovereenkomst. Een belangrijk onderdeel hiervan vormt de aanievering van een voor- en najaarsrapportage en een jaarrekenfngfjaarversfag. De verantwoording dient op dezelfde wijze en het zelfde niveau te geschieden als beschreven ln de 5 kwantitatieve voorwaarden, maar dan obv werkelijke uren "de
overeengekomen voorcalculatorische tarieven (zoals die zijn berekend als beschreven in de 5 tarieven), de werkelijke activiteiten kosten en inkomsten en het werkelijk netto BCF resultaat. Dit geldt zowei voor de vakdienstproducten, ais ook voor de werkplannen als bedoeld in %3.4.5 opbouwwerk, Tea aanzien van de verantwoording van de werkplannen geldt dat de optelsom van de verantwoording van deze werkplannen gelijk moet zijn aan de verantwoording van de vakdienstproducten opbouwwerk, seniorenwerk, kinderenwerk en jongerenwer en eventuele andere vakdienstproducten indien relevant, Ten aanzien van het product Aanpak Risicojeugd onderdeel 5choofmaatschappefijk f/f’erk en het product Peuterspeefzafen onderdeel Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) geldt nog het volgende: U dient het onderdeel 5choolmaatschappeiijk werk en het onderdeel Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) conform het geldende G5B- verantwoordingsformat te verantwoorden. Tevens dient u het verantwoordingsformat als bijlage bij uw jaarrekening op te nemen. De te overleggen accountantsverklaring bij dejaarrekening dient expliciet ook te gaan over het verantwoordingsformat. ln deze te overleggen accountantsverkfaring moet worden opgenomen dat is voldaan aan de subsidievoorwaarden (vanuit de Algemene wet bestuursrecht, de5ubsidieverordenlng en opgelegd bj iverlening) en datde subsidiegelden zij n besteed conform het doe! waarvoor de gemeente ze beschikbaar heeft gesteld (rechtmatigheidstoets). Zie hiervoor ook het aansturingsformat. Tevens dient de accountant een oordeel te geven over de deugdelijke totstandkoming van de niet-financiefe verantwoordingsgegevens (de evaluatie -indicatoren) indien deze opgenomen zijnin het verantwoordingsformat (onderdeel evafuatie indicatoren). Daarnaast, zoals eerder aangegeven, moet de Lumens Groep haar accountant, conform richtlijn 640 een uitspraak laten doen over de kwalitatieve elementen die in het jaarverslag worden verantwoord en deze in relatie brengen met de kwantitatieve elementen, zoals die in de jaarrekening worden verantwoord. Hiertoe is de opmerking van de accountant van de Lumens Groep van belang. Deze stelt (zie de mail van Jan Appels aan Ernst-Jan den Dekker mbt rechtmatigheid op 18f 0-2007):
"... denk ik dat het voor ons bij na niet mogelijk za!zijn om een oordeel te geven over de betrouwbaarheid van de registratie binnen Lumens Groep ... Dit omdat niet-ffnanclefe gegevens vaakgeen onderdeel uitmaken van een AO/fC binnen een organisatie. ik wil graag van Lumens vernemen welk soort registratie dit betreft,in welk systeem dit wordt vastgefegd en welke AO/fC maatregelen hiervoor binnen de organisatfe zijn getroffen om de betrouwbaarheid von deze administratie te waarborgen.. ",
De gemeente sluit zich in het licht van bovenstaande aan bij de vraag van de accountant. De Lumens Groep wordt hiermee verzocht de betrouwbaarheid van haar registratie systeem aantoonbaar te borgen en de benodigde AO/IC maatregelen te implementeren en op te nemen in haar HKZ-procedures, zodat deze onderwerp worden van de benodigde interne en externe audits.