gemeente Eindhoven
Raadsnummer O8.R2403.OOI Inboeknummer oybstoa86r Dossiernummer ySr.qr8 8 januari aoo8
Raads informatiebrief Betreft resultaten Ouderenmonitor Gemeentelijke Gezondheidsdienst
1 Inleiding De Gemeentelijke Gezondheidsdienst houdt zicht op de gezondheidstoestand van de inwoners van de gemeente Eindhoven en de regio Zuidoost-Brabant door jaarlijks een monitor uit te voeren gericht op een bepaalde leeftijdsgroep. Er worden vier monitors uitgevoerd, die iedere vier jaar worden herhaald: 1 de jeugdmonitor 0- t/m 11-jarigen; 2 de jeugdmonitor 12- t/m 18-jarigen; 3 de volwassenenmonitor 19- t/m 64-jarigen; 4 de Ouderenmonitor 65 jaar en ouder. In 2006 is de Ouderenmonitor uitgevoerd. Hiervan zijn nu de resultaten beschikbaar. Voor het Senioren perspectief is gebruik gemaakt van de gegevens van de Seniorenmonitor van het bureau Beleidsinformatie en Onderzoek (BiO). In het overleg met BiO is gebleken dat voorlopige gegevens uit de Ouderenmonitor zijn verwerkt in de Seniorenmonitor. Daarnaast zijn ook de vervroegde resultaten van de Ouderenmonitor bij de samenstelling van het Seniorenperspectief met name op het gebied van gezondheidszorg betrokken. Het Seniorenperspectief berust daardoor in feite al op de gegevens van zowel de Seniorenmonitor als die van de Ouderenmonitor. Om redenen van zorgvuldigheid zijn nu de gegevens van de definitieve Ouderenmonitor vergeleken met de informatie waarop de speerpunten van het Seniorenperspectief zijn gebaseerd. Hiermee is tevens voldaan aan de aanbeveling van de Senioren Adviescommissie op pagina 3 van het advies (bij raadsvoorstel 07.R2342.001) om de resultaten van het Gemeentelijke Gezondheidsdienst te vergelijken met de uitgangspunten van het Seniorenperspectief die aan de Seniorenmonitor 2006 van BiO zijn ontleend. De uitkomsten zijn in dit advies opgenomen. De algemene conclusie is dat in de vergelijking geen aanleiding te vinden is om het Ouderenbeleid, zoals dat in het Seniorenperspectief is verwoord, aan te passen.
2 Actuele ontwikkelingen
Raadsnummer O8. R2403. OOI
De resultaten van de Ouderenmonitor zijn weergegeven in de vorm van een tabellenboek, aangevuld met toegankelijke informatiekaarten. Deze informatiekaarten geven een beknopt overzicht van de belangrijkste conclusies. Ze worden middels dit dossier aan ons ter kennisname aangeboden, samen met het tabellenboek. De informatiekaarten worden ook toegezonden aan de Seniorenadviescommissie en de leden van de raad.
In het oog springende conclusies uit de Ouderenmonitor zijn: Lichamelijke gezondheid: 74a/o van de Eindhovense ouderen heeft een chronische ziekte; chronische ziekten komen vaker voor bij alleenstaanden en ouderen die alleen AOW ontvangen; 11a/o van de ouderen in Eindhoven heeft de afgelopen drie maanden letstel opgelopen, meest rondom het eigen huis door een val; 80a/o van de ouderen gebruikt medicijnen op recept en 12a/o heeft problemen
met het eigen medicijngebruik. In het Seniorenperspectief valt dit onderwerp onder het speerpunt Gezondheidsbevordering. De gegevens van de Ouderenmonitor wijken niet sterk af van de informatie waarop de doelstelling voor dit speerpunt is gebaseerd. Er is dan ook geen aanleiding om het Seniorenperspectief op dit punt inhoudelijk of in termen van de maatregelen aan te passen. Kwaliteit van leven:
de eigen gezondheid wordt relatief vaker als matig tot slecht beoordeeld door 75-plussers, ouderen met alleen AOW en ouderen met een chronische ziekte; vergeleken met landelijke cijfers ervaren ouderen in Eindhoven hun gezondheid positiever. De lichamelijke en psychische kwaliteit van leven komen overeen met het landelijk gemiddelde; ouderen met lichamelijke beperkingen zijn een risicogroep als het gaat om matig tot slecht ervaren gezondheid, verlies van kwaliteit van leven en psychische ongezondheid; 26a/o van de ouderen in Eindhoven voelde zich de afgelopen maand psychisch ongezond; 30a/o van de ouderen voelde zich in de afgelopen maand niet gelukkig; 24a/o van de ouderen in Eindhoven voelde zich de afgelopen 12 maanden vrolijk tot zeer vrolijk. In het Seniorenperspectief valt het onderwerp ’Kwaliteit van leven’ onder het speerpunt Gezondheidsbevordering. De bevindingen uit de Ouderenmonitor sluiten goed aan bij de beleidsdoelstellingen, zoals gedefinieerd.
Raadsnummer O8. R2403. OOI
Kwetsbare ouderen:
36o/o van de ouderen in Eindhoven heeft een hoge draaglast door beperkingen in lichamelijke gezondheid en/of niet zelfredzaam zijn; 37o/o van de ouderen in Eindhoven heeft een lage draagkracht doordat ze alleenwonend zijn en/of alleen AOW als inkomen hebben (15’/o); 22o/o van de ouderen in Eindhoven is kwetsbaar: heeft een hoge draaglast en een lage draagkracht; 12’/o van de ouderen wil meer zorg of hulp en die vraag is groter onder kwetsbare ouderen; kwetsbare ouderen weten vaker niet waar ze met hun hulpvraag terecht kunnen; bijna 25o/o van de ouderen heeft behoefte aan gezondheidsinformatie en advies om de lichamelijke gezondheid onder controle te krijgen; bijna de helft van de ouderen wil gebruik maken van een uitnodiging van het Consultatiebureau 55 plus.
De uitkomsten van de Ouderenmonitor leiden niet tot aanpassing van de doelstellingen van het Seniorenperspectief. De overeenkomstige speerpunten zijn Inkomensondersteuning en Gezondheidsbevordering. Aanvullende maatregelen en activiteiten zijn dan ook voor dit onderwerp niet nodig. Eenzaamheid: 56’/o van de ouderen in Eindhoven is matig tot zeer eenzaam. 12’/o is (zeer)
ernstig eenzaam; eenzaamheid komt meer voor bij mannen, alleenstaanden en ouderen die beperkt zijn door de lichamelijke gezondheid; een op de zes ouderen in Eindhoven verricht vrijwilligerswerk; de meeste ouderen verplaatsen zich per fiets of te voet, gevolgd door met de eigen auto of het openbaar vervoer; 25o/o van de ouderen in Eindhoven geeft aan door vervoersproblemen ergens niet naar toe te gaan. In het Seniorenperspectief valt dit onderwerp onder de speerpunten Eenzaamheid, Mobiliteit en Vrijwilligerswerk en Mantelzorgers. De gegevens van de Ouderenmonitor wijken niet sterk af van de informatie waarop de doelstellingen voor deze speerpunten zijn gebaseerd. Er is dan ook geen aanleiding om het Seniorenperspectief op dit punt inhoudelijk of in termen van de maatregelen aan te passen. Leefstj ih
68o/o van de ouderen eet onvoldoende groenten en 53o/o onvoldoende fruit; 40’/o van de ouderen voldoet niet aan de norm voor gezond bewegen; 58o/o van de ouderen heeft overgewicht en 14’/o ernstig overgewicht; 3o/o beoordeelt de eigen manier van leven ongezond; 20’/o rookt en 2’/o is zware roker;
Raadsnummer O8. R2403. OOI
het alcoholgebruik wijkt niet af van het landelijk gemiddelde: 22o/o gebruikt alcohol; 29o/o van de ouderen heeft geen eigen tandarts en 50o/o poetst minder van twee
keer per dag de tanden; veel senioren zijn zich onvoldoende bewust van hun ongezonde leefstijl. De resultaten van de Ouderenmonitor ten aanzien van leefstijl sluiten aan bij de beleidsdoelstellingen, zoals geformuleerd in het Seniorenperspectief met betrekking tot Gezondheidsbevordering. Manrelzorg: 15o/o van de ouderen maakt gebruik van mantelzorg, meest gegeven door kinderen en partner en vooral gericht op huishoudelijke hulp; 13o/o van de ouderen in Eindhoven verleent mantelzorg, meer vrouwen dan mannen. Deze mantelzorg is vooral in de vorm van troost, gezelschap en afleiding en wordt het meest aan partners gegeven; ongeveer de helft van de mantelzorgers van 65 jaar en ouder geeft langer dan drie maanden en meer dan 8 uur per week mantelzorg; ongeveer 20o/o van de mantelzorgers geeft aan zich tamelijk zwaar belast tot overbelast te voelen.
Er is geen significant verschil tussen de bevindingen van de Ouderenmonitor en de gegevens die in het Senioren perspectief zijn gebruikt voor de uitwerking van het speerpunt Vrijwilligerswerk en Mantelzorgers. Aanpassing van de inhoud of de maatregelen van het Seniorenperspectief is daarom voorshands niet nodig. Welzijn en zorg:
32o/o van de ouderen in Eindhoven maakt gebruik van een of meer welzijnsvoor-
zieningen; er is vooral behoefte aan hulp in en om het huis vanuit een vrijwilligersorganisatie; een op de vijf ouderen in Eindhoven ontvangt professionele zorg; 8o/o heeft behoefte aan (meer) zorg vanuit de thuiszorg, een verpleeg- of verzorgingshuis; ouderen in Eindhoven vinden vooral de tandarts en het gemeenteloket onvoldoende aanwezig in hun buurt.
De resultaten van de Ouderenmonitor sluiten aan bij de formulering van de speerpunten lnkomensondersteuning, Eenzaamheid, Vrijwilligers, Allochtone ouderen, Wijk- en dienstcentra en Gezondheidsbevordering in het Seniorenperspectief.
Raadsnummer O8. R2403. OOI
Wonen:
van de oudere Eindhovenaren woont 37o/o alleen, 0,9o/o is niet in staat
zelfstandig te wonen en woont in bij kinderen of familie (van de niet geinstitutionaliseerde oudere Eindhovenaren); 59o/o van de ouderen woont in een eengezinswoning en tweederde woont in een huurwoning; een kwart van de Eindhovense ouderen zou willen verhuizen, liefst naar een ouderenwoning. Deze behoefte is vooral aanwezig bij ouderen die beperkt worden door hun lichamelijke gezondheid; 78o/o van de ouderen in Eindhoven in een huurwoning kent de opplusregeling; Er is een sterke behoefte aan voorzieningen om de veiligheid in huis te vergroten, met name aan sociale alarmering; 46o/o van de ouderen is ontevreden over de contacten met en tussen buurtgenoten; 70o/o van de ouderen in Eindhoven kent het begrip Woonservice niet; ouderen die niet in een Woonservicezone wonen denken vaker dat ze bij toekomstige gezondheidsproblemen niet in de eigen wijk kunnen blijven wonen dan ouderen die wel in een Woonservicezone wonen.
In het Seniorenperspectief valt dit onderwerp onder de speerpunten Woningbehoefte en Woonservice. De gegevens van de Ouderenmonitor wijken niet sterk af van de informatie waarop de doelstellingen voor deze speerpunten zijn gebaseerd. Er is dan ook geen aanleiding om het Seniorenperspectief op deze punten inhoudelijk of in termen van de maatregelen aan te passen. A a nsturi ng
De aandachtspunten die in het Seniorenperspectief staan vermeld, worden ook als speerpunten bij de offerte 2008 van de Lumens Groep meegenomen. Het ouderenwerk van de Lumens Groep omvat meer dan alleen de aandachtspunten van het Seniorenperspectief. Vanaf 2008 willen we hier verandering in brengen. Samen met de Lumens Groep worden er prestatieafspraken gemaakt en besproken welke resultaten we willen behalen. Om het sturen op resultaten te verstevigen en de kwaliteit te verhogen wordt de frequentie van tussentijdse rapportages opgevoerd. Door hier meer aandacht aan te besteden willen wij op deze manier de regie op het ouderenwerk van de Lumens Groep versterken om te verzekeren dat de resultaten worden behaald.
3 Besluit van college van burgemeester en wethouders Wij hebben besloten: 1 kennis te nemen van de resultaten van de Ouderenmonitor, blijkend uit het tabellenboek en de informatiekaarten; 2 de resultaten van de Ouderenmonitor te betrekken bij de behandeling en vaststelling van het seniorenperspectief.
Raadsnummer O8. R2403. OOI
4 Ter inzage gelegde stukken Informatiekaarten Ouderenmonitor. Burgemeester en wethouders van Eindhoven,
A. Brunninkhuis, secretaris
wz07016140