gemeente Eindhoven
Raadsnummer 07.R2I79.OOI Inboeknummer oybstor4ga Dossiernummer yzS.4o4 z6 juni zooz
Raads informatiebrief Betreft Preventie gehoorschade in horeca en bij popevenementen 1 Inleiding Naar aanleiding van een bezoek aan De Effenaar heeft het raadslid Jos Peters raadsvragen gesteld. Centraal staat zijn vraag of de gemeente Eindhoven de plicht zou moeten hebben om bezoekers van horecagelegenheden en popevenementen te attenderen op de gevaren van blootstelling aan te hoge decibellen en op het risico van mogelijk blijvende gehoorschade. De raadsvragen zijn mede gesteld naar aanleiding van het persbericht no.131 van 4 mei 2007, waarin de Gemeentelijke Gezondheidsdienst (GGD) Eindhoven melding maakt van een gehoorschadeonderzoek. Met deze raadsinformatiebrief informeren wij u over de resultaten van dit onderzoek en daaruit voortvloeiende vervolgstappen.
2 Actuele ontwikkelingen Dat blootstelling aan hoge geluidsniveaus kan leiden tot gehoorverlies is bekend. Vele onderzoeken maken dat duidelijk. Risico’s bij werkzaamheden in een lawaaiige omgeving zouden afnemen door maatregelen op de werkvloer en arbowetgeving. In de vrije tijd neemt in het algemeen de mate van blootstelling juist toe, zoals bij het beluisteren van luide muziek.
Steekproefsgewijze geluidsmetingen in horecagelegenheden van de Milieudienst Regio Eindhoven (MDRE) geven steeds vaker te hoge geluidsniveaus aan. De MDRE
doet deze geluidsmetingen buiten horecagelegenheden in opdracht van de gemeente Eindhoven ter beperking van geluidsoverlast voor omwonenden. Naar aanleiding van het signaal van de MDRE, verrichtte de GGD Eindhoven van november 2006 tot april 2007 onderzoek naar gehoorverlies bij bezoekers van een uitgaansgelegenheid in Eindhoven. Aan het onderzoek deden 30 proefpersonen mee. Doel van het onderzoek was inzicht te krijgen in het gehoor van bezoekers van
horecagelegenheden, die vrijwillig aan hoge geluidsniveaus worden blootgesteld. Onderzocht werd wat de korte termijngevolgen van de blootstelling aan hoge
Raadsnummer 07.R2I79.OOI
geluidsniveaus voor het gehoor zijn. De resultaten van dit onderzoek geven aan dat er sprake is van tijdelijke gehoorschade, die op termijn kan leiden tot gehoorverlies. 3 Besluit van college van burgemeester en wethouders Wij hebben besloten de directeur van de GGD Eindhoven opdracht te geven met een voorstel te komen waarmee het risico op gehoorschade in openbare gelegenheden, zoals horecagelegenheden, aantoonbaar verminderd kan worden. Eerst vindt een analyse, van de omvang en ernst van de geluidsproblematiek die gehoorschade teweeg zou kunnen brengen, plaats. Daarna kan gezocht worden naar specifieke instrumenten voor het verminderen van blootstelling aan lawaai in Eindhovense horecagelegenheden en bij popevenementen.
4 Ter inzage gelegde stukken Rapport onderzoek gehoorschade, mei 2007.
Burgemeester en wethouders van Eindhoven,
A. Brunninkhuis, secretaris
IB07000860
Gehoorschade o-nderzoek onder horecabezoekers in Eindhoven
Evie MJ. Houet-Lering
Semi-arts Wetenschapsparticipatie Studie Geneeskunde Universiteit Maastricht Id-nummer 133388 Dhr. G.S. van Lierop,
Semi-arts begeleider Arts Maatschappij en Gezondheid / Medisch Milieukundige GGD Eindhoven Mei 2007
Inhoudso ave Samenvattin Abstract
1. Inleidin 2, Literatuurverkennin Geluid en horen Gehoorverlies Audiometrje Otoaco ustische emissie Ver eli kin audiometrie ÃćâĆňâĂİ TEOAE
Geluidsmetjn en 3. Materialen en methoden Onderzoekso zet- en uitvoer in Relevante kenmerken van onderzoeks o ulatie
Selectie en uitval van roef ersonen Gebruikte ma erjalen en instrumenten en de evo de rocedures Be erkin en 5tatistische verwerkin en 4. Resultaten Vraa stejlin 1
17
20 22 22 22
23 23 27 27
29 29
Vraa stellin 2 Subvraa steilin en Subvraa steliin 2a Subvraa stellin 2b Subvraa stellin 2c Subvraa stellin 2d Vraa stejlin 3 Vraa stellin 4 Menin over ehoor veranderd2
32
Gehoorbescherm jn
41
Stelljn en over eluidsniveaus 5. Discussie Vraa stellin 1 Vraa steliin 2 Subvraa stejlin 2a Subvraa stejlin 2b
Subvraa ellin 2c Subvraa steilin 2d Vraa stellin 3 Vraa stellin 4 Menin over hoor vera nderd7
34 34 35
36 36
41
42 45
47 48 48 48
51 51
Gehoorbeschermin Steilin en over eluidsniveaus
51
Aanbevelin en voor reventie van ehoorschade Aanbevelin en: lan van aan ak
52
Conclusies Ljteratuurreferenties Bi’la en Gehoorachade-onderzoek onder horecahezoekera in Eindhoven
52
54 54 56
5emenvatrin Doelen: Blootstelling aan hoge geluidsniveaus kan leiden tot gehoorverlies, Risico’s bij werkzaamheden in een lawaaiige omgeving nemen af door maatregelen op de werkvloer en arbowetgeving. In de vrije tijd neemt in het algemeen de mate van blootstelling juist toe, zoals bij het beluisteren van luide muziek, In Nederland is niet eerder gepubliceerd onderzoek verricht naar het effect van blootstelling aan hoge geluidsniveaus op het gehoor, direct na de blootstelling in horecagelegenheden. Het doel van het onderzoek is om inzicht te krijgen in het gehoor vari bezoekers van een horecagelegenheid die vrijwillig aan hoge geluidsniveaus worden blootgesteld en wat de korte termijn gevolgen voor het gehoor zijn van de blootstelling aan deze hoge geluidsniveaus. Materialen en methoden : Proefpersonen zijn volwassen bezoekers van een uitgaansgelegenheid. Vdor, kort na en enige dagen na blootstelling aan hoge geluidsniveaus in een horecagelegenheid wordt een enquÃłte over determinanten van gehoorschade afgenomen en vinden Transient Evoked Otoacoustic Ernission (TEOAE)-metingen en audiometrie plaats. Geluidsniveaus worden geobjectiveerd middels geluidsmetingen op locatie. Resultaten: Bij aanvang van het onderzoek heeft volgens150-standaard 7029 58% van de proefpersonen geen normaal gehoor. Eenderde van deze proefpersonen ervaart hier last van, maar heeft nooit hulp gezocht. Na exclusie van een proefpersoon zijn de data van 58 oren van 30 proefpersonen geanalyseerd. Na blootsteliing aan hoge geluidsniveaus van 80 tot 118 dB(A) laat 63% van de proefpersonen significante gehoordrempelverschuivingen bij 4,000 Hz bij luchtgeleidingsaudiometrie zien, waarvan 59% unilateraal en 41% bilateraal. Bij TEOAE worden de grootste effecten gezien bij 1 414 Hz, waarbij 16 tot 1$% van de proefpersonen een significant verminderd gehoor laat gezien, Conclusies: Bij dit onderzoek bleek het moeilijk om toegang tot horecagelegenheden te krijgen voor gehooronderzoek. Ook waren bezoekers van horecagelegenheden om diverse redenen niet zonder meer bereid mee te werken aan dergelijk onderzoek, Daardoor waren de kenmerken van de proefpersonen niet representatief voor bezoekers van uitgaansgelegenheden in het algemeen. Van de proefpersonen is 35% werkzaam in de horeca en 42% is actief in de muziekwereld. TEOAE-metingen tonen minder overtuigende gehoordrempelverschuivingen dan audiometrie. Gehoorschadepreventie middels voorlichting over risico’ s op gehaorschade en toepassing van gehoorbescherming dient aangepast te worden aan de doelgroep. Zo’ n 50% van de proefpersonen gaf aan dat de muziek wat hen betreft ook zachter mag,
Gehoorschade-onderzoek onder horecabezoehers in Eindhoven
Abstract Objectives: Exposure to high sound levels can cause noise induced hearing loss. Risks of occupational noise decrease because of actions taken on the shop floor and because of Occupational Health and Safety Acts. On the other hand, leisure-time noise exposure is increasing, for example by listening to amplified music. In the Netherlands, no investlgations have been published about the effects of noise exposure on hearing immediateiy after exposure to noise in a cafÃľs. The purposes of this study are to investigate the hearing status of visitors of a cafÃľs and to investigate the short term effects on hearing after voluntary exposure to noise in a cafÃľs.
Materials and methods: Volunteers are adult visitors of a cafe. Before, immediately after and a coupie ofdays after exposure to noise in a cafis the volunteers are asked to fig in a questionnaire about determinants of hearing loss. In addition to this questionnaire Transient Evoked Otoacoustic Ernission (TEOAE) level measurements en pure tone audiometry measurements are carried out Sound Ievels are measured in the cafe Results: Compared to ISO-standard 7029, 58% of the volunteers did not have normal hearing at the start of the investigation. One-third of these volunteers experienced any symptorns of hearing los, but did not ask for help. After eXCluSiOn of One of’the voiunteers, data of 58 earS Of 30 volunteerS are analySed. VOlunteerS are eXpOSed to high sound levels of about 80 to 108 dB(A), After exposure, 63% of the volunteers have a significant hearing threshold shift at 4,000 Hz with pure-tone air audiometry: 59% unilateral and 41’ bilateral. A significant decrease in TEOAE-level is most obvious to be seen at 1.414 Hz, where 16 to 18’ih of the volunteers show a significant decrease in hearing, Conclusions: The charactedistics of the volunteers are not representative of the characteristics of visitors of places of entertainment in general. 353b of the volunteers work in a cafrk and 42% of the volunteers are active in the world of music. TEOAE-level-measurements give less convincing results of hearing threshold shifts than pure-tone audiornetry, Prevention of hearing loss by education about risks of hearing loss and about use of earplugs to prevent hearing ioss shauld be adjusted to the target group.
Gehoorschede-onderzoek onder horeca bezoekers in Eindhoven
1. lnleldln Het is bekend dat overmatige blootstelling aan hoge geluidsniveaus kan leiden tot gehoorschade. Dit gehoorver(ies is eerst reversibel en kan op termijn leiden tot blijvende slechthorendheid en eventueel doofheid.
Van deze overmatige biootstelling kan sprake zijn bij werkzaamheden in een lawaaiige omgeving, maar door maatregelen op de arbeidsplaats is de verwachting voor de toekomst dat de gevolgen hiervan zullen afnemen e’
Echter, de blootstel(ing aan hoge geluidsniveaus in de vrije tijd neemt duidelijk toe." ’ ’ Hierbij moet men onder andere denken aan het beluisteren van luide muziek in uitgaansge(egen""" "’", bij
concerten"’" ’, of thuis"’", eventueel via hoofdtelefoons"""’" " Bij de GGD Eindhoven is een signaal binnengekomen van de Milieudienst Regio Eindhoven. De Milieudienst doet geluidsmetingen in opdracht van de gemeente Eindhoven ter beperking van geluidsoverlast voor omwonenden. Echter, bij steekproefsgewijze geluidsmetingen binnen in horecagelegenheden worden steeds vaker geluidsniveaus gemeten van rond de 100 dB(A),
Zowel de Nederlandse als de Europese wetgeving heeft wettelijke voorschriften opgenomen met betrekking tot biootstelling aan schadelijk (versterkt) geluid op de werkvloer. Bij uitoefening van "podiurnkunsten" kunnen de belangen van kunstenaars botsen met de belangen van personeel op en rond de podia wat betreft bescherming van het gehoor.’ De "Branchecatalogus podiumkunsten, versterkt geluid bevat beleidsregels, maar dit is geen wetgeving. Echter, de arbeidsinspectie kan wel toetsen aan de hand van deze beleiclsregels.’ Naast deze regels voor werknemers op en rond podia is er geen wet- of regelgeving met betrekking tot blootstelt ing van bezoekers. Medewerkers van de Milieudienst legden bij de medisch milieukundige van GGD Eindhoven de vraag neer wat de gevolgen van blootstelling aan hoge geluidsniveaus in uitgaansgelegenheden voor bezoekers kunnen zijn.
In Nederiand is niet eerder gepubliceerd onderzoek verricht naar het effect van blootstelling aan hoge ge(uidsniveaus op het gehoor, direct na de blootste(ling in horecagelegenheden. (Gezocht met PubMed: Netherlands [and) hearing loss / temporary threshold shift"; W. Passchier-Vermeer, persoonlijke mededeling, sep 2006), Elders zijn wel onderzoeken gepubliceerd over de gevolgen van b(ootstelling aan hoge geluidsniveaus in de vrije tijd. Algemeen wordt aangenomen dat deze blootste(ling kan leiden tot zowel tijdelijk als permanent gehoorverlies. Deze onderzoeken worden besproken in hoofdstuk 2, literatuurverkenning, I
Onderzoeksdoei Met doel van het onderzoek is om op een wetenschappelijk verantwoorde wijze inzicht te krijgen in het gehoor van bezoekers van een horecagelegenheid op Stratumseind in Eindhoven die vrijwillig aan hoge geluidsniveaus worden blootgesteld en wat de korte termijn gevolgen voor het gehoor zijn van de blootstelling aan deze hoge geluidsniveaus.
Prob(eemsteHingen Ob eetlef deel
TEQAE’s bepalen bij proefpersonen, voor, kort na en twee tot zes dagen na blootstelling aan luide muziek in horecagelegenheden, om te bepalen wat de gevolgen van de hoge geluidsniveaus zijn voor de emissies.
Geboordrhede-onderzoeil onder h orerabeeoekerr in Eindhoven
Geluidsniveaus objectiveren in horecagelegenheden tijdens blootstelling aan luide muziek van uitgaand publiek en proefpersonen die deelnemen aan het onderzoek. Sub’ectief deel Het enquÃłteren van aan luide muziek blootgestelde proefpersonen over mogelijke determinanten van gehoorschade (o,a. gezondheidstoestand, externe factoren, psychosociale factoren). Gehoordrempels bepalen middels het vervaardigen van audiogramrnen bij proefpersonen, vo6r, kort na en twee tot zes dagen na blootstelling aan luide muziek in horecagelegenheden, om te bepaien of de proefpersonen bij aanvang van het onderzoek een normaal gehoor hebben en wat de gevolgen van de
hoge geluidsniveaus zijn voor de gehoordrempels. Tinnituskiachten uitvragen middels een eriqu6te bij proefpersonen, v(lor, kort na en twee tot zes dagen na blootstelling aan luide muziek (rorid de 100 dB(A) in horecagelegenheden,
Vraagstellingen 1) Hebben de proefpersonen bij aanvang van het onderzoek een normaal gehoor? 2) Is er een versrhil in gehoor aantoonbaar bij proefpersonen vozer en direct na blootstelling aan hoge geluidsniveaus in een horecagelegenheid? a) Hebben appreciatiefactoren invloed op het gehoor vo6r en direct na de blootstelling aan hoge geluidsniveaus? b) Heeft geslacht invloed op het gehoor voor en direct na de blootstelling aan hoge geluidsniveaus? c) Heeft de hoogte van het geluidsniveau tijdens de blootstelling invloed op het gehoor voor en direct na de blootstelling? d) Heeft lichamelijke inspanning tijdens de blootstel)ing invloed op het gehoor voor en direct na de blootstelling aan hoge geluldsnlveaus? 3) Is er een verschil in gehoor aantoonbaar bij proefpersonen v66r en twee tot zes dagen na blootstelling aan hoge geluidsniveaus in een horecageiegenheid? 4) Is er bij proefpersonen sprake van tinnitusklachten tijdens onderzoeksmomenten?
Nulhypothesen ; 1) De proefpersonen hebben bij aanvang van het onderzoek geen normaal gehoor. 2) Gehoordrempels en TEOAE-waarden direct na blootsteliing aan hoge geluidsniveaus in uitgaansgelegenheden zijn niet verschillend ten opzichte van gehoordrempels en TEOAE-waarden voorafgaand aan de blootsteiling, a) Appreciatie-factoren hebben geen invloed op het gehoor direct na blootsteiling aan hoge getuidsnlveaus. b) Indien sprake is van gehoordrempelverschuivingen zijn die gesiachtsonafhankelljk. c) Oe hoogte van de verhoogde geluidsniveaus heeft geen invloed op het gehoor direct na blootstelling, d) I ichamelijke inspanning heeft geen invloed op het gehoor direct na blootstelling. 3) Indien sprake is van gehoordrempelverschuivingen zijn die enkele dagen na de blootsteliing nog aa nwezig.
4) Op geen enkel meetrnoment is sprake van tinnitusklachten.
Beperkingen Het zal duidelijk zijn dat onderzoek van proefpersonen in de avond en nacht geen onderzoekstijdstip is waarop proefpersonen optimaal kunnen presteren. Bovendien vindt het onderzoek plaats in en onder bezoekers van een uitgaansgebied, waardoor de onderzoeksomgeving ook niet Ideaal is. De nul-hypothese ls gewoonlijk het tegenovergestelde van de hypothese die de onderzoeker In zijn hoofd heeft . Gehoorschade-onderzoek onder horera bezoekers in Eindhoven
2. Literatuur verkennin Geluid en horen Geluid wordt beschreven in termen van gelvidsgolven met een bepaalde amplitude en frequentie, die respectievelijk de luidheid en toonhoogte van het geluid bepalen. Geluid heeft een medium nodig, zoal s lucht, vloeistof of een vaste stof die In trilling gebracht kan worden.
’Wanneer geluidsgolven de gehoorgang bereiken, worden ze door het trommelvlies en de gehoorbeentjes doorgegeven, De stapesvoetplaat beweegt in het ovale venster, maar deze beweging kan geremd worden door de m. stapedius en de m. tensor tyrnpani. Hierdoor zullen geluidstrillingen minder sterk worden
doorgegeven." Beweging van de stapesvoetplaat in het ovale venster zorgt voor het ontstaan van een golfdruk in de (nietsamendrukbare) perilyrnfe in het vestibulum. De goifdruk wordt doorgegeven aan de perilymfe in de scala vestibuli van de cochlea, De scala vestibuii staat via de apex van de cochlea, het helicotrema, in verbinding met de scala tympani. De scala tympani wordt vervolgens ook een golfdruk bewogen, waardoor uiteindelijk de mernbrana tympani secundaris in het ronde venster op en neer zal bewegen, Daarnaast zorgt de beweging van de stapesvoetplaat in het ovale venster voor het ontstaan van een golfbeweging van de endolyrnfe in de ductus cochlearis, met beweging van het basilair membraan." Op het basilair membraan ligt het Orgaan van Corti. In het orgaan van Corti bevinden zich onder andere de binnenste en buitenste haarcellen. Op deze haarcellen bevinden zich stereocilia, die door de membrana reticuiaris van het Orgaan van Corti steken. Deze stereociiia raken het tectoriale membraan. Een beweging van de perilymfe in de scalae vestibuli en tympani zorgt voor beweging van zowel het basiiair membraan als het tectoriaal membraan, Hierdoor ontstaan enigszins verschillende bewegingen, waardoor de stereocilia op de haarcelien van het orgaan van Corti bewegen ten opzichte van het tectoriale membraan; de stereocilia worden op deze manier gestimuleerd. Deze stimulatie van stereocilia wordt doorgegeven aan de haarcellen, die zorgen voor stimulatie van de n, cochlearis, die de signalen doorgeeft aan de auditieve cortex.
Geluid zorgt voor beweging van onder andere het basiiaire membraan. Deze beweging is goifvormig en ontstaat aan de basis en breidt zich uit naar de apex van de cochlea. Dit membraan wordt naar de apex van de cochiea toe steeds breder, slapper en lichter. Ter plaatse van de grootste amplitude van de golf worden de stereocilia van de (binnenste) haarcellen gestimuieerd. Het gevolg is dat hoge geluidsfrequenties zorgen voor een maximale membraanverplaatsing ter hoogte van de basis van de cochlea. Lagere geiuidsfrequenties geven grotere uitslagen van de membraan richting de apex van de cochlea." Hoe harder het geluid is dat het oor binnenkomt, des te groter de amplitude van de drukgolven in de perilymfe za I worden, waardoor de haarcellen meer gestimuleerd zullen worden. Het geluid zal dan dus ook harder worden waargenomen.
Gehoorverlies Wanneer zich ergens tussen de gehoorschelp en de auditieve cortex een probleem voordoet, kan gehoorverlies ontstaan. Er kan dan sprake zijn van een geleidingsverlies en /of perceptieverlies. Indien er sprake is van een perceptief gehoorverlies als gevolg Iawaaiblootstelling wordt onderscheid gemaakt tussen een akoestisch trauma en een door lawaai geÃŕnduceerd gehoorverlies, Een akoestisch trauma treedt plotseling op als gevolg van een kortdurende blootsteiling aan een geluidsniveau van meer dan 140 dB(A)."" Dit leidt tot een permanente gehoorbeschadiging, doordat het orgaan van Corti los raakt van het basilaire membraan en er uiteindelijk op deze plaats littekenweefsel gevormd wordt."
Cehoorachade-onderroek onder horeoabezoekera re Eindhoven
Door lawaai geinduceerd gehoorverlies treedt op na langdurige blootstel)ing aan geluidsniveaus van 90 tot 140 dB(A) en ontwikkelt zich langzamer, in de loop van weken tot jaren."" Deze gehoorschade heeft eerder een rnetabole dan een mechanische oorsprong. Gehoorschade ontwikkelt zich in drie fasen. In de eerste fase gaan sensorische cochleacellen te gronde en worden vervangen door littekenweefsel, doordat regeneratie niet mogelijk is," Aanhoudende overmatige blootstelling zal leiden tot progressieve gehoorschade," Hierdoor kan in de tweede fase gehoorschade opgespoord worden middels audlometrie, aanvankelijk met name in het hoge tonen gebied, In de derde fase is het gehoorverlies uitgebreid naar lagere toonfrequenties," Het spraakverstaan, dat het frequentiegebied van 500 tot 2.000 Hz beslaat ’, zal problematisch worden." In dit stadium zal de getroffen persoon zich bewust worden van de opgetreden gehoorschade," Gehoorschade door lawaai treedt vaak in dezelfde periode op als beginnende ouderdomsslechthorendheid (presbyaÂńusis)." Hierdoor valt langzaam een steeds groter deel van het gehoorspectrum weg, waardoor de combinatie van beide gehoorverliezen in toenemende mate tot beperkingen kan leiden.
Gehoorverlies kan verschillende oorzaken hebben. Naast blootstelling aan hoge geluidsniveaus kan gehoorschade ook ontstaan als gevolg van blootstelling aan ototoxische stoffen.’" "Deze stoffen kunnen beschadiging van haarcellen geven, waardoor geluidsstimuli niet meer kunnen worden doorgegeven aan de n. cochlearis.’ Voorbeelden van stoffen die mogelijk ototoxische effecten kunnen hebben, zijn medicatie, zoals enkele soorten antibiotica en sommige cytostatica’, en chemicalien, zoals organische oplosmiddelen’ ’ en zware metalen".
Daarnaast kan een verminderd gehoor aangeboren of erfelijk zijn ofeen gevolg van bijvoorbeeld een beschadiging of operatie aan het oor of een CVA, Blootstel)ing aan hoge geluidsniveaus is een belangrijke oorzaak van gehoorverlies."
Het beluisteren van luide muziek in uitgaansgelegen""""" ", bij concerten"""’ " of thuis"’", eventueel via hoofdtelefoons""""""", gebeurt meestal met hoge geluidsniveaus. Daarnaast is ook luide muziek hoorbaar tijdens aerobiclessen" of het bespelen van muziekinstrumenten, individueel of in een g roe pa. r4,29 As
Men moet bij hoge geluidsniveaus ook denken aan het gebruik van electronische keuken- en huishoudelijke apparatuur", electrlsche gereedschappen ln en om het huis"" , bijvoorbeeld voor hout- of rnetaalbewerking", tuinieren met grasmaaiers, bladblazers of kettingzagen’ " en aan auto- en motorsport"’"""’, Een lawaaitrauma kan veroorzaakt worden door vuurwapengebruik""’" " , eventueei tijdens militaire dienst", vuurwerk of het horen van een explosie’, Op de werkvloer zijn werknemers die blootgesteld worden aan hoge geluidsniveavs inmiddels gebonden aan arbowetgeving. Desalniettemin krijgen werknemers rond een vliegtuig of in de machinekamer van een schip ondanks gehoorbescherming toch te maken met het ontstaan van gehoorver liezen." Het risico op het ontstaan van gehoorschade door blootstelling aan hoge geluidsniveaus is afhankelijk van een aantal factoren, zoals:
het geluidsniveau waaraan men wordt blootgesteld de tijdsduur dat men aan de hoge geluldsniveaus wordt blootgesteld de individuele gevoeligheid van het gehoororgaan de totale hoeveelheid blootstelling aan lawaai-bronnen, zowel tijdens werk als in de vrije tijd." Er zijn verschillende indelingen voor gehoorverliezen. Ebn van de indelmgen maakt onderscheid tussen tijdelijke en permanente gehoordrempelverschuivingen. Er bestaan verschillende theorieen over de ontstaansmechanlsmen van gehoordrernpelverschuivingen. De belangrijkste theorieÃńn zijn mechanische schade, metabole uitputting, ischemie en een ion-onba)ans.4’
Mogelijk hebben de tijdelijke en permanente gehoordrempelverschuivingen verschillende ontstaansmechanisrnen. Uit histopathologi sch onderzoek bij chinchilia’s concludeerden de onderzoekers dat het mechanisme dat leidt tot permanente gehoordrempelverschuivingen anders lijkt te verlopen dan het mechanisme dat leidt tot tijdelijke gehoordrempelverschuivingen. Er was minder variabiliteit in de grootte van de tijdelijke dan in grootte van de permanente gehoordrempelverschuivingen. Blootstelling aan geluidsniveaus van 86 dB(A) gedurende 24 uur kan mogelijk leiden tot verbuiging van de steunceilen, waardoor stereocilia op de buitenste haarcelien losgekoppeld worden van de tectoriale membraan. Dit resulteert in een tijdelijke gehoordrempelverschuiving in dat gebied. Lokaal verlies van haarcellen en aangrenzende afferente zenuwvezeis in het gebied van het orgaan van Corti corresponderen met de perma nente gehoordrempelverschuivingen.4’ Volgens het TNS-NIPO-onderzoeksrapport "Gehoor in Nederland zijn er momenteel 1,4 miljoen Nederlanders met een verminderd gehoor,’
De aanwezigheid van gehoorschade kan onderzocht worden middels verschillende onderzoeksmethoden, zoals audiometrie en OAE,
Audiometrie Audiornetrie is een essentieel en routinematig onderzoek om gehoorschade vast te stellen,’o
Het is een subjectieve onderzoeksmethode. Nauwkeurigheid van gehoordrempelmetingen met audiornetrie wordt beinvloed door zowel intrinsieke factoren, zoals aandacht van de te onderzoeken persoon, als extrinsieke factoren. Voorbeelden van extrinsieke factoren zijn de plaatsing van de koptelefoon op de oren die de intensiteit van de stimulus bij het trommelvlies beinvloedt en de expertise van de audiornetrist." inherent hieraan bestaat het risico op een relatief grote test-retest-variabiliteit, Oe sta ndaarddeviatie voor de gehoordrempel zou liggen tussen de 3 en 10 dB(A)." De grens voor onderscheid tussen een normaal en verminderd gehoor bij audiorhetrie ligt bij vele onderzoeken anders en varieert meestal van 15 tot 25 dB(A)."’" ’" "" De meeste onderzoeken hanteren een grens voor normaal gehoor van 20 dB(A) of minder, Na blootstelling aan hoge geluid sniveaus kunnen gehoordre mpelverschuivingen optreden. De grootte van de tijdelijke gehoordrempelverschuivingen is onder andere afhankelijk van de gehoordrernpel voorafgaand aan de blootsteiling aan hoge geluidsniveaus, Over het algemeen geldt: hoe lager de gehoordrempel dus hoe beter het gehoor, hoe groter de tijdelijke gehoordrempelverschulving." Daarnaast is de grootte van de tijdelijke gehoordrempelverschuiving afhankelijk van de hoogte van het geiuidsniveau waaraan men is blootgesteld. Er zijn vele onderzoeken uitgevoerd met audiometrie om te bepalen hoe het met het gehoor van verschillende populaties gesteld is, zoals bijvoorbeeld volwassenen, maar ook kinderen en jeugd. Het [ijkt steeds vaker voor te komen dat zelfs bij kinderen reeds gehoorverliezen worden vastgesteld. Bij a udiometrisch onderzoek in de Verenigde Staten onder 5249 kinderen van 6 tot en met 19 jaar oud is
gebleken dat er regelmatig gehoordrempelsverschuivingen bij een of beide oren worden vastgesteld die gerelateerd zijn aan iawaaiblootsteiling. 6.000 Hz isde freciuentie die het vaakst is aangedaan, gevolgd door respectievelijk 4.000 en 3.000 Hz. Deze bevinding wordt vaker gedaan bij jongens dan bij meisjes, waarbij de prevalentie respectievelijk 14,8% en 10,196 is.’ De prevalentie is hoger bij oudere kinderen; 15,5% van de kinderen van 12 tot en met 19 jaar in vergelijking met S,S% van de kinderen van 6 tot en met 11 jaar.’ Gehoorazhade-onderzoek onder horecebezoekera in Eindhoven
Het is niet bekend hoe flexibel het gehoor van kinderen is en hoe goed het gehoor zich kan herstellen na blootstelling aan hoge geluidsniveaus.’
Een groep Argentijnse jongeren zijn van hun 14’ tot en met hun 17’jaar gevolgd, onder andere middels audiometrie van zowel de reguliere frequenties als ook de hogere frequenties tot en met ’I6,000 Hz, In de vier jaar durende follow-up periode werden verhogingen van de gemiddelde gehoordrempels vastgesteld, met name bij 14 000 en 16 000 Hz. Een mogelijke verklaring is dat de frequentie van blootstel)ing aan hoge geluidsniveaus in het algemeen toenam, onder andere door een toename in muziekactiviteiten en discotheek- en concertbezoeken."
Bij jongens werden vaker gehoordrernpelverhogingen vastgesteld dan bij meisjes. jongens zijn meer blootgesteld geweest aan hoge geluidsniveaus dan meisjes door deelname aan muziekactiviteiten en luidruchtigere dagelijkse activiteiten, onder andere het gebruik van gereedschappen en vuurwapens," Bij leerlingen die bij aanvang van de eerste gehoortesten een normaal gehoor hadden, maar die gedurende de follow-up een achteruitgang in de gehoordrempels lieten zien, zijn mogelijk gevoeliger voor het optreden van gehoorschade." in het geval van grotere gehoordrempelverschuivingen bleek er anamnestisch sprake te zijn van deelname aan vele luidruchtige activiteiten in de vrije tijd.’4 Gehoordrempelverhogingen werden met name gezien bij de hogere frequenties, vanaf 3.000 Wz," Blootstel(ing aan hoge geluidsniveaus in de vrije tijd van jongeren kan bijdragen aan het ontstaan van permanente gehoorschade."" Deze personen hebben een significant hoger risico op gehoorschade dan personen die niet blootgesteld worden in de vrije tijd."
In de Verenigde Staten is een grootschalig onderzoek uitgevoerd onder 3571 personen met een leeftijd tussen de 48 en 92 jaar. Een enquete met vragen over blootstelling aan hoge geluidsniveaus in de vrije tijd werd gecombineerd met audiometrie." Mannen hadden vaker gehoorschade dan vrouwen." Mannen waren vaker actief in de vrije tijdsactiviteiten met zeer hoge geluidsniveaus, zoals hout- en metaalbewerking, het besturen van luidruchtige voertuigen en werkzaamheden in de tuin met lawaaige tuirigereedschappen zoals kettingzagen." Personen met als hobby houtbewerking hebben een significant hoger risico op gehoorschade van 30rlii dan personen die nooit hout bewerkt hadden. Eike 5 jaar extra biootstelling leidde tot een 6% hoger risico op gehoorschade." Vrouwen ondernamen in de vrije tijd activiteiten met minder hoge geluidsniveaus dan mannen, zoals het bespelen van muziekinstrumenten en het gebruik van keuken- en huishoudelijke apparatuur." Het aantal personen met gehoorschade nain toe met het stijgen van de leeftijd." Er wordt door zeer weinig personen gebruik gemaakt van gehoorbescherming." in 1994 is in Frankrijk een onderzoek uitgevoerd onder 683 proefpersonen die werden ingedeeld naar aanleiding van de voornaamste individueIe blootstellingsbron: discotheekbezoek (211 personen, 64% vaker dan twee maal per maand), walkmangebruik (195 personen 2-7 uur per week, 54 personenmeer dan 7 uur per week) en bezoek van concerten (136 personen rsen maal per maand, 87 personen minstens twee maa( per maand). De 358 controle-proefpersonen werden zelden tot nooit blootgesteld. De audiogrammen van de discotheekbezoekers verschilden niet onderling, ongeacht de frequentie van discotheekbezoek (meer of minder dan twee maalper maand), Ook waren er geen verschillen tussen de audiog rammen van discotheekbezoekers en gematchte controleproefpersonen. De audiogrammen van personen die 2 tot 7 uur per week een walkman gebruiken, laten geen verschillen zien in vergelijking met een controlegroep. Echter, de proefpersonen die minstens 8 uur per week een walkman gebruiken, hebben een hogere gehoordrempel dan de controlegroep. De verschillen zijn statistisch significant bij de 2,000, 3.000, 4.000, 6.000 en 12.000 Hz," De audiogrammen van personen die rock concerten bezoeken laten bij de 6,000 Hz een zeer sterk statistisch significante gehoordrern pelstijging zien in vergelijking met de controleproefpersonen. Tevens zijn statistisch
significante afwijkingen aanwezig bij 3,000, 4.000, 8.000 en 16.000 Hz, Wanneer de muzikanten die meer dan vier uur per week repeteren buiten beschouwing worden gelaten, veranderen de resultaten niet." Een mogelijke verklaring voor de verschillen bij audiometrie tussen de verschillende soorten blootstelling is dat discotheekbezoekers tijdens een bezoek de oren vaak relatief enige rust bieden door even van de dansvloer af te gaan, Walkmangebruikers en bezoekers van concerten hebben mogeiijk minder vaak rustmomenten.4’
Een andere mogelijke verklaring is dat in discotheken meer lage tonen te horen zijn; bij walkmans en concerten zal er mogelijk meer variatie in lage en hoge tonen zijn. Bij een onderzoek naar de gevolgen van het gebruik van walkmans voor het gehoor werden 21 proefpersonen van gemiddeld 15,3 jaar oud audiometrisch onderzocht, Audiogrammen werden vervaardigd zowel voor als na blootsteliing aan hoge geluldsniveaus vla walkmans. Proefpersonen ondergingen vier maal audiometrie: voor en na blootstelling aan een gefilterde roze ruis van 2,000 I-tz, 105 dB(A) SPL’ gedurende 10 minuten, aangeboden in @ren oor via een oordop en voor en na blootstellirig aan muziek naar keuze via een walkman met een hard, maar voor de proefpersoon nog comfortabel geluidsniveau, gedurende isbn uur, aangeboden aan beide oren via oordoppen die bijna de gehele oorschelp bedekten, Voorafgaand aan de blootstellingen hadden de proefpersonen een normaal gehoor met voor de onderzochte frequenties (250, 500, 1.000, 2.000, 3.000, 4.000, 6.000 en 8.000 Hz) ge hoordrem pels lager dan 20 dB(A),’4
Na blootstelling aan de ruis toonden alle proefpersonen een tijdelijke gehoordrempelverschuiving. De gemiddelde tijdelijke gehoordrempelverschuivingen vertoonden een maximum bij 3.000 Hz, Vrouwen lieten een significant grotere gehoordrem pelverschuiving zien dan ma nnen." Bij de blootstelling aan muziek werd gemeten hoe hard het geluid van de walkmans stond. Er werden waarden gevonden van 91 tot 97 dB(A).24
Na blootsteling aan de muziek werden bij de gehoordrempelverschuivingen grotere spreidingen gezien wat betreft de aangedane frequenties, Proefpersonen die een gehoordrempelverschuiving van meer dan 10 dB(A) lieten zien, waren blootgesteld aan de hoogste geluidsniveaus, namelijk gemiddeld 97,2 dB(A).’4 Vrouwen hadden significant grotere gehoordrempelverschuivingen dan mannen bij de frequenties 2.000 tot 8,000 Hz. Dit verschil werd gevonden ondanks dat er geen significante verschillen bestonden tussen de gemeten geluidsniveaus bij mannen en vrouwen." Lee c.s. onderzochten 50 studenten en kantoorpersoneelsleden een week voor de blootste! ling.’fwee proefpersonen werden geexcludeerd vanwege een niet normaal audiogram. De overgebleven 48 proefpersonen werden na de vier uur durende blootstelling binnen een half uur onderzocht en twee dagen na de blootstelling." De proefpersonen gingen uit in twee verschillende discotheken. In de discotheek waar de geluidsniveaus hoger waren, klaagden significant meer proefpersonen over tlnnitus." Bij 7596 van de proefpersonen was sprake van een significante gehoordrempelverschuiving: een gehoorverlies van minstens 15 dB(A). De gehoordrempelverschuiving was het meest uitgesproken bij 8.000 Hz.
Voor alle proefpersonen gold dat het gehoor en de tinnitus twee dagen na de blootstelling hersteid was,’4 Emmerich c.s. onderzochten 34 proefpersonen van 18 tot 24 jaar oud voorafgaand aan en direct, 2 uur en 2 dagen na een dlscotheekbezoek van vier uren. Bij alle proefpersone werd bij alle frequenties een tijdelijke gehoordrempelverschuiving van 20 tot 25 dB(A) gevonden, welke vrijwel verdwenen was na 2 uur hersteitijd.’o
’5oi2nd Pressure Level: met de toevoeging aan dB(A) wordt aangegeven dat het resultaat gebaseerd is op de
gemeten geluidsdruk, zonder enige vorm van filtering. Gehoorrc:hede-onderzoek onder horeoebezoekerr in Eindhoven
Bij 65% van de proefpersonen was sprake van tinnitus na het discotheekbezoek. Mannelijke proefpersonen hadden hier minder vaak last van dan vrouwen," Hoe vaker men discotheken bezocht, hoe vaker men tinnituskiachten bij de enquÃłte rapporteerde."
Personeelsleden van uitgaansgelegenheden worden gedurende lange tijd blootgesteld aan hoge geiuidsniveaus. De geluidsniveaus neinen in de loop van de avond toe,’" 5adhra c.s. deden onderzoek bij drie uitgaansgelegenheden. Bij 14 personeelsleden zijn audiogrammen vervaardigd voor en na blootstelling aan hoge geluidsniveaus tijdens het werk. De gemiddelde gehoordrem pels waren verhoogd bij de 2.000, 3.000, 4.000 en 8,000 Hz.’ Wanneer de geiuidsniveaus gecorreleerd werden aarr de gehoordrernpelverschuivingen was de sterkste correlatie aanwezig bij 4.000 Hz.’ De gehoordrempels waren binnen een dag hersteld tot het niveau voorafgaand aan de blootstelling,’ Een onderzoek onder 139 rock/jazz-muzikanten toonde aan dat 74% van de muzikanten problemen met het gehoor ervaarden, zoals gehoorverlies, tinnitus en hyperacusis.’4 Er was geen verschil in problemen met het gehoor tussen muzikanten die meer of minder uren per week werkten.
Wel was er een hogere prevalentie in problemen met het gehoor van muzikanten, vergeleken met verschillende referentie-populaties," Vrouwen hadden bilateraal een significant beter gehoor bij de frequenties 3,000,4.000 en 6.000 Hz dan
mannen. Bij vergelijking van muzikanten die minder dan 3 dagen per week maximaal 4,5 uur per dag werkten ten opzichte van muzikanten die meer dan 3,5 dag per week minstens 5 uur per dag werkten valt het op dat er bij vrouwen geen significante verschillen tussen de audiogrammen bestaan. Echter, bij de mannen die minder werkten werd bij 3.000 en 4.000 Hz van het rechter oor een significant slechter gehoor zien dan bij de mannen met meer blootsteiiingsuren per week." Bray c.s. deden onderzoek onder 23 DJ’ s. 13% van de DJ’s lieten bij audiometrie een lawaaidip zien. Deze DJ’ s
waren wel gemiddeld zeven jaar ouder en werkten gemiddeld acht jaar langer als DJ." De ernst van de gehoorschade was niet gerelateerd aan de blootstellingsduur, wat mogelijk samenhangt men een individuele gevoeligheid voor het optreden van gehoorschade.’" 61% van de DJ’s had een normaal gehoor. Na blootsteiling had 70% van de DJ’s minstens een uur last van een dof gehoor, soms wei twee dagen lang. Tevens had 74rib van de DJ’s dan last van tinnitus." De gemiddelde gehoordrempel van alle 83 muzikanten van gemiddeld 26,5 jaar lag bij aanvang van het onderzoek binnen de normaalwaarden, maar ’liet wel een lawaaidip bij 6.000 Hz zien. Verhoogde gehoordrempels van meer dan 20 dB(A) werden bij muzikanten vaker waargenomen bij 4.000 en 6.000 Hz dan bij 3.000 en 8.000 Hz.
53 van de 83 muzikanten ondergingen 16 jaar later opnieuw gehoortesten. Opnieuw bleek de gemiddelde gehoordrempel van alle muzikanten binnen de normaalwaarden te liggen, Echter, de spreiding was toegenomen, zowel voor de muzikanten die nog altijd actief waren als voor de muzikanten die niet meer actief waren ln de rnuZieweerel." Muzikanten die nog altijd actief waren, hebben relatief een goed bewaard gebleven gehoor. Vergeleken met i50-standaard 7029 hoorde men 16 jaar later zelfs relatief beter.4’ Tien muzikanten lieten in 16 jaar geen verandering in de gehoordrempefs zien."’ Een mogelijke verklaring voor resistentie van gehoor van muzikanten is een positieve houding ten opzichte van de muziek. Ze kiezen zelf welke muziek ze spelen. De werkomgeving van muzikanten wordt over het algemeen genomen als prettiger en einder stressvol ervaren dan de werkomgeving van mensen die werkzaam zijn in andere beroepen met hoge geluidsniveaus. Mogelijk is muziek minder schadelijk dan lawaai van vergelijkbare geluldsnlveaus." Gehoorarhade-onderzoekonder horeeebezoekera inBndhoven
Swanson c.s, deden onderzoek naar de invioed van appreciatie op gehoordrempelverschuivingen onder 20 mannelijke studenten. De helft van de proefpersonen vond pop/rock-muziek mooi, de andere heift juist niet. Proefpersonen werden twee maal gedurende 10 minuten blootgesteld aan hoge geluidsniveaus van 106 dB(A) via koptelefoons op beide oren: aan pop-rockrnuziek en aan lawaai, Voorafgaand aan en na de blootstel(ing werden de gehoordrempels bepaald voor 4.000 en 6.000 Hz in stapjes van 0,5 dB(A)," Bij aanvang van het onderzoek waren er geen verschillen in de gehoordrempels tussen beide groepen." Een tijdelijke gehoordrempelverschuiving werd bij beide groepen bij beide frequenties voor beide soorten blootstelling gevonden. Deze verschuivingen waren allemaal statistisch significant, met uitzondering van de gehoordrempelverschuiving bij 6.000 Hz na blootstelling aan lawaai van de groep die niet van pop/rockrnuziek houdt." Bij vergelijking van de twee onderzoeksgroepen werden bij 4.000 Hz geen significante verschillen gevonden. Bij 6.000 Hz was de tijdelijke gehoordreinpelverschuiving na blootstel ling aan de muziek significant groter in de groep die niet van deze soort muziek hield. Bovendien was in deze groep de tijdelijke gehoordrempelverschuiving groter na blootstelling aan muziek dan na blootsteiling aan lawaai. Voor de groep die pop/rock-muziek wel mooi vindt waren de bevindingen hieraan tegenovergesteld," Een mogelijke verklaring voor deze bevindingen is de subjectieve beleving van de soort blootstellin, Deze beleving is mogelijk gekoppeld aan hormonale veranderingen, die mogelijk de doorbloeding van de cochlea kunnen be1nvloeden. Hieraan is de hypothese gekoppeld dat een verminderde doorbloeding van de cochlea tot grotere gehoordrempelverschuivingen kan leiden," Axelsson c.s. onderzochten bij 30 proefpersonen, muzikanten en publiek, of er na blootsteiiing aan hoge geluidsniveaus bij concerten een gehoordrempelverschuiving waargenomen kon worden,’4 Drake-Lee voerde een vergelijkbaar onderzoek uit onder 4 rock-muzikanten," Yassi c,s, deed een vergelijkbaar onderzoek onder 22 bezoekers van concerten," De vier rock-muzikanten hadden bij 6.000 Hz reeds een lawaaidip." Bij de vier rock-muzikanten lieten alle blootgestelde oren bij alle frequenties gehoordreinpelstijgingen zien, met name bij de frequenties 500 en 1.000 Hz." Yassi c.s. spraken van een significante gehoordrernpelverschuiving bij een verschil van minstens 10 clB(A) tussen de meting voorafgaand aan en binnen 5 tot 25 minuten na afloop van het concert.81% van de proefpersonen liet een significante gehoordrempelstijging bij 4,000 Hz zien vlak na het concert, die een klein uur na het concert bij nog de helft van de proefpersonen aanwezig was," Opvallend is dat 10 van de 18 proefpersonen met een significante gehoordrempelstijging niets merkten van een verminderd gehoor.’
Na beeindiging van de blootstelling herstelden de gehoordrempelverschuivingen snel. Tijdelijke gehoordrem pelstijgingen bij 2.000 en 8.000 Hz herstelden sneller dan bij 4.000 Hz." Een dag later waren alle gehoordrempels hersteld," Bij vergelijking van proefpersonen met en zonder significante gehoordrempelstijging valt op dat de gemiddelde dosis voor de proefpersonen met een significante gehoordrempelstijging hoger was." Hogere geluidsniveaus leidden tot meer gehoordrempelverschuivingen. Er was echter geen duidelijke reiatie tussen de blootstellingsduur en een gehoordrempelverschuiving. Gehoordrempelverschuivingen werden voornamelijk waargenomen bij 4,000 Hz, maar ook bij 3.000 en 6.000 Hz,
Vergelijking van de metingen voor en na blootstelling leert dat publiek voorafgaand aan de bfootstelllng een beter gehoor had dan muzikanten. Echter, het publiek liet een grotere tijdelijke gehoordrernpelverschuiving Gehoorsrhade-onderaoekonder horecabeaoekera in Eindhoven
zien, welke statistisch significant groter was bij 3.OOO Hz.4’ Het lijkt erop dat muzikanten beter tegen
popmuzieklawaai kunnen dan hun publiek. Vrouwelijke iuisteraars lijken beter tegen popmuzieklawaai te kunnen dan mannelijke luisteraars. Vrouwelijke luisteraars laten namelijk bij minder frequenties tijdelijke gehoordrernpelverschuivingen zien en deze zijn bovendien minder uitgesproken, ondanks dezelfde blootstelling. Een onderzoek naar de effecten van gehoorbescherming op gehoordrernpels werden onderzocht bij 29 proefpersonen die 3 verschillende concerten bezochten, De helft van de vrijwilligers gebruikte wel gehoorbescherming, de anderen niet, Het aantal proefpersonen met significante gehoordrempelverschuivingen daalde van 649(a zonder gehoorbescherming naar 27(16 met gehoorbescherming middels oordopjes van schuim.’ Ge hoorbesc her ming ka n ook muzika nten beschermen tegen tijdelijke g e hoordrem pel verschuivingen."
Belevin van muziek Muziek kan de stemming en hoogte van waakzaamheid /alertheid snel veranderen," Florentine c.s. namen onder 90 vrijwilligers een enquÃłte af om te onderzoeken of het luisteren naar muziek kenmerken kan bezitten die overeenkomen met verslaving aan bijvoorbeeld alcohol of drugs. Het luisteren naar muziek kan inderdaad vormen aannemen die lijken op verslavingsgedrag, zoals aangetoond bij 11% van
de geenqu0teerden." Ervaringen die muziekluisteraars graag ondervinden zijn lage frequenties, trillingen voelen in de ledematen, viscera of thorax, lichteffecten en beinvloeding van de stemming. Echter, de beschreven ervaringen kunnen niet allemaal bereikt worden met waikmans, Om dit toch te benaderen, zetten veel walkmangebruikers het volume harder," Mogelijk wordt de plezierige ervaring van luide muziek versterkt door beinvloeding van zowel vibrotactiele als vestibulaire sensaties. Het vestibulaire systeem zou mogelijk geprikkeld kunnen worden door akoestische stimuli met een frequentie van tussen de 100 en 300 Hz vanaf 90 dB(A) 5PLss Er zijn verschillende verklaringen waarom muziekluiste raars geen problemen hebben met hoge geluidsniveaus zoals bij concerten en in discotheken. Deze hoge geluidsniveaus werken opwindend en zijn gerelateerd aan uitbundig gedrag," Door de hoge geluidsniveaus wordt communicatie bemoeilijkt, Personen die op zoek zijn naar een partner ervaren dit vaak als prettig, omdat intelligentie, verstand en sociale vaardigheden in deze situatie een ondergeschikte rol zouden gaan spelen. Daarnaast is communicatie alleen mogelijk wanneer men letterlijk dicht bij elkaar kan komen, wat zonder de hoge geluidsniveaus niet geaccepteerd zou worden." ln Florida is onderzoek gedaan naar emoties die luisteren naar muziek kunnen oproepen. Hierbij zijn een groep dove studenten vergeleken met een groep studenten met een normaal gehoor. Zij kregen twaalf muziekfragmenten te horen die een van de basale emoties blijdschap, verdriet of angst moesten voorstellen, 5tudenten zonder gehoorverlies kenden vaker de door de componist bedoelde emotie aan een rnuziekfragment toe dan dove studenten. Klankkleur, klankstructuur en ritme zijn mogelijk de belangrijkste componenten van muziek die emoties overbrengen op mensen met een gehoorverlies,’ Werken in lawaai
Een onderzoek onder 393 leerlingen uit de bouw leerde dat zij meer en vaker blootgesteld werden aan hoge geluidsniveaus dan 63 studenten, zowel onder werktijd als in de vrije tijd." Zowel met audiornetrie als DPOAE werden bij leerlingen uit de bouw bij 4.000, 6.000 en 8.0OO Hz duidelijke, maar niet-significante effecten van werk en leeftijd gezien. Elk jaar langer werken gaf een significante gehoordrempelstijging van 0,5 tot 0,7 dB(A) bij audiometrie voor de frequenties 4.000 tot 8.000 Hz. Bij dezelfde frequenties werd tevens Gehoorschade-onderzoek onder horecahezoekers in Eindhoven
een ernissiedaling van 0,2 tot 0,4 dB(A) gezien bij DPOAE. Deze gehoordreinpelstijging was duidelijker gerelateerd aan werk in de bouw dan aan btootstelling tijdens gebruik van vuurwapens of blootstelling aan hoge geluidsniveaus in de vrije tijd," DPOAE-waarden lieten meer variatie zien, wat mogelijk duidt op een hogere gevoeligheid voor het opsporen van gehoorschade dan audiometrie." 50 studenten van gemiddeld 22,1 jaar (’I 8-30 jaar) die regelmatig blootgesteld worden aan versterkte muziek ondergingen audiometrie. Er bleek geen relatie te bestaan tussen de audiograinmen en specifieke blootstellingsbronnen, zoals koptelefoons." Bovendien hadden alle proefpersonen normale gehoordrem pels "Wanneer de gehoordrempel bij rken van de frequenties van 3 000, 4.000 of 6.000 Hz 10dB(A) lager lag dan de gehoordrempel van een naastgelegen frequentie, werd gesproken van een dip. Echter, er bestond geen correlatie tussen de aan- of afwezigheid van een dip en blootstelling aan een of
meerdere geluldsbronnen." Mallmo c.s. onderzocht 167 mannen met een gemiddelde leeftijd van 45 jaar (18-59 jaar) die werkzaam waren in een lawaaiige omgeving. Men sprak van aanwezige gehoorschade door blootstelling aan hoge geluidsniveaus indien bij minstens een frequentie de gehoordrempel hoger was dan 20 dB(A) van de frequenties 3.000, 4.000 of 6,OOO Mz. Uitgaande van deze definitie was er bij 137 mannen sprake van bilateraal gehoorverlies, bij de overige 30 mannen van unilateraal gehoorverlies. Luchtgeleidingsaudiornetrie toonde in alle leeftijdscategorieen een gemiddelde gehoordrempelverhoging voor de frequenties 3.000, 4.000 en 6.000 Hz, maar ook voor de hogere frequenties van 9.000 tot ’I 8.000 Hz,"
Lichaineli ke ins annin In Johannesburg is een enquÃłte gecombineerd met geluidsmetingen tijdens aerobic-lesssen. 236 leerlingen uit 4 verschillende klassen met verschiilende geluidsniveaus vulden de enquikte in. De gemeten geluidSniveauS waren reSpeCtieVelijk 97, 89, 85 en 80 dB(A) gedurende 4kikn uur.4’ De geluidsniveaus van 85 en 89 dB(A) werden door ongeveer 7596 van de deelnemers als comfortabel ervaren, 97 dB(A) door 67% en 80 dB(A) door 4696.4’
De bijdrage van de luidheld van de muziek op het plezier van de les nam toe bij 769b van de leerlingen bij 89 dB(A), 6696 bij 85 dB(A), 57% bij 97 dB(A) en 38% bij 80 dB(A)."
Het effect van de luidheid van de muziek op de motivatie om harder te werken werd vooral gezien bij 89 eri 97 dB(A), waarbij 749(i van de leerhngen aangaf gemotiveerd te worden harder te werken. Bij 85 dB(A) was dit 70ri6 en bij 80 dB(A) was dit 389(r."’
Geluidsniveaus tussen de 85 en 89 dB(A) lijken door leerlingen van aerobic-lessen het meest gewaardeerd te
worden, Er zijn verschillende onderzoeken gedaan naar de effecten van lichamelijke inspanning op de gehoordrempei in combinatie met blootstelling aan hoge geluidsniveaus. Hierbij werden drie situaties vergeleken: ’l) enkel blootstelling aan hoge geluidsniveaus, 2) blootstelling aan hoge geluidsniveaus tijdens lichamelijke inspanning en 3) enkel lichamelijke inspanning. Bij het onderzoek van Alessio c.s. werden 16 proefpersonen voor en na blootstelling onderzocht middels audiometrie. De resultaten van de blootstelllng aan lawaai van 2,000 Hz met 104 dB(A) SPL met of zonder lichamelijke inspanning van 10 minuten verschilden niet significant." Het onderzoek van ’+ttitow c.s. toonde aan dat wanneer de 12 proefpersonen waren blootgesteld aan muziek van 96,4 dB(A) tijdens 20 minuten durende lichamelijke inspanning een significante gehoordrempelstijging bij 3,000, 4.000 en 6.000 Hz lieten zien in vergelijking met blootstelling aan enkel lawaai of lichamelijke inspanning.4e Engdahl toonde bij 8 proefpersonen aan dat wanneer 10 minuten fietsen werd gecombineerd met lawaai van 2,000 Hz van 102 dB(A) SPL er een significante toename in de tijdelijke gehoordrern pelverschuivingen werd gevonden bij zowel audiornetrie als voor de DPOAE-waarde," Gehnn rhade-Onderdek Onder hnrerabeZOekers in Eindheven
Enkel licharneiijke inspanning geeft geen significante gehoordrempelverschuivingen bij audiometrie of SignifiCant lagere DPOAE-Waarden,"4sd’
Otoacoustische emissie OAE is de afkorting van "OtoAcoustic Emission". Deze emissie is een geluid, voortgebracht door gezonde haarcellen in het orgaan van Corti in de cochlea. Dit geluid wordt via het middenoor en de gehoorgang naar buiten gezonden, waar het door de probe van OAE-apparatuur opgevangen en gemeten kan worden. Er zijn spontane en opgewekte OAEs. Spontane OAEs (SOAEs) zijn meetbaar bij personen met een gehoorverlies van minder dan 25-30 dB{A).’ Er bestaan verschiilende soorten opgewekte OAEs, zoals "Distortion Product" OAEs (DPOAEs) en "Transient Evoked OAEs (TEOAEs). Click Evoked OAE (CEOAE) en Tone Burst"OAE (TBOAE) zijn twee typen TEOAE. Bij CEOAE worden breedB(A)and-stimuli uitgezonden, bij TBOAE juist smal band-stimuli.
h/len verwacht dat OAEs bijproducten zijn van preneurale mechanismen van de cochlea en dat de aanwezigheid van OAEs samenhangt met een normale functie van de buitenste haarcellen.’ OAEs zijn meetbaar in bijna alle oren met een normaal gehoor en een normale middenoorfunctie. De minimale gehoordrempel voor meetbare opgewekte OAEs ligt bij ongeveer 25-40 dB(A) e OAEs zijn afwezig in bijna alle oren met een perceptief gehoorverlies van meer dan 30-50 dB(A).’
Er bestaat geen consensus over de diagnostische en prognostische waarde van afwezigheid van een emissie bij een TEOAE-meting bij personen met een normaal gehoor bij audiometrie," TEOAE is geschikt voor het opsporen van gehoorschade bij 2 en 4 kHz.’ TEOAE
Bij meting van TEOAEs is men met name geinteresseerd in de amplitude of waarde van de emissie. Hoe groter de emissiewaarde, hoe beter de functie van de
haarcellen. Het percentage reproduceerbaarheid, Hoe hoger dit percentage, hoe betrouwbaarder de meting. De verhouding tussen de emissiewaarde en omgevingsruiswaarde. fn het algemeen geldt dat bij minder omgevingsruis de meting betrouwbaarder is.’ De resultaten van een TEOAE meting zijn afhankelijk van meerdere factoren. Het gemeten spectrum is afhankelijk van het spectrum van de stimulus en de filtersetting en registratietijd van de meetapparatuur,’ De TEOAE-waarde is afhankelijk van individuele kenmerken. Deze individuele kenmerken zijn in principe stabiel in de tijd, met uitzondering van gehoorverlies ’ De TEOAE-waarde varieert met het stimulusniveau: hoe harder de stimulus, des te groter de emissie."’ Deze toename volgt een curve, welke afbuigt en ongeveer constant blijft bij een stimuluswaarde van ongeveer 80 dB(A).’
SOAEs beinvloeden zowel het emissiespectrum ais de emissiewaarden. Deze SOAEs komen boven op de uitgelokte OAEs, waardoor de gemeten uitgelokte emissie-waarde toeneemt. Vrouwen hebben grotere TEOAE-waarden dan mannen.""’ Mogelijke verklaringen hiervoor zijn het feit dat vrouwen smallere gehoorgangen hebben en vrouwen hebben vaker SOAEs.o Rechter oren hebben grotere TEOAE-waarden dan linker oren, zowel bij neonaten als bij volwassenen, wat mogelijk samenhangt met het vaker voorkomen van SOAEs rechts dan links. Een duidelijke verklaring is niet
bekend.
Het is niet geheel duidelijk of leeftijd op zich TEOAEs beinvloed. De verwachting is dat bij goed horende ouderen geen statistisch significant andere TEOAEs gemeten worden dan bij goed horende jong-
volwassenen.’ Verschillende soorten omgevingsruis, zoals geluiden in de omgeving, maar ook geluiden die de te onderzoeken persoon maakt, kunnen de resultaten van de TEOAE beinvloeden, Om dit te beperken, is het van belang om te letten op orngevingsgeiuiden, die zoveel mogelijk beperkt dienen te worden. Daarom is het belangrijk de te onderzoeken persoon goed te instrueren stil te zitten en geen geluid te maken." Slikken en gapen geven ook verstoring van de meting, doordat de middenoorimpedantie verandert.
Grotere emissiedalingen bij TEOAE na blootstelling geven een langer durende hersteltijd."
TEOAE-waarden van vrouwen zijn over het algemeen hoger dan van inannen." Vrouwen zouden een betere weerstand hebben tegen het ontwikkeien van schade aan de cochlea door een lawaaitrauma dan mannen." Vergelijking audiometrie - TEOAE TEOAE-metingen zijn bruikbaar om schade aan de buitenste haarcellen bij jongeren zonder gehoorklachten en met een normaal gehoor bij audiometrie vast te stellen." Audiometrie bleek niet geschikt om deze kleine "subklinische" verandering van de cochleafunctie te detecteren." Hiermee rijst de vraag of audiometrie geschikt is om tijdelijke en permanente gehoordrempelverschuivingen vast te stellen." Voordelen van OAE boven audiometrie: - sneller en betrouwbaarder."
- subklinische veranderingen cochleafunctie detecteren.’4 88 proefpersonen met een gemiddelde leeftijd van 22,9 jaar, met een met audiometrie vastgesteld normaal gehoor, ondergaan TEOAE-metingen. Wanneer jongeren vaker een bezoek brengen aan discotheken, daalt de amplitude en reproduceerbaarheid van de TEOAE-meting. Deze daling is statistisch significant bij 3.000 Hz.’o
Bij een onderzoek onder 345 jongeren veronderstelde men dat je mag spreken van afwezige TEOAE’s bij een emissie van minder dan 4 dB(A) en een reproduceerbaarheid van minder dan 75%." Proefpersonen met duidelijk aanwezige TEOAE’s hadden bij audiometrie een gemiddelde gehoordrempel bij 0,5 tot 4 kHz van 25 Gehoorechade-onderzoeir onder horerebezoeirersin Eindhoven
dB(A) af beter. Echter, niet bij alle proefpersonen met een gemiddelde gehoordrempel bij 0,5 tot 4 kHz van 25 dB(A) of beter waren TEOAE’s aanwezig.4’
Een onderzoek onder 69 jongvalwassenen van 18 tot 25 jaar toonde aan dat TEOAE’s gevoeliger zijn voor de opsporing van gehoorschade dan audiometrie." Bij vergelijking van oren met een normaal gehoor bij audiometrie (alle frequenties een gehoor van 20 dB(A) of beter) lieten oren, die een jaar lang in het leger zonder gehoorbescherming blootgesteld waren geweest aan vuurwapenlawaai statistisch significant lagere waarden bij TEOAE zien dan niet blootgestelde oren. Deze lagere waarden betroffen 2.000, 2.800 en 4.000 Hz voor zowel de signaal-ruis-verhouding, de reproduceerbaarheid als de emissiewaarden. De reproduceerbaarheid was tevens significant beter bij de gezonde oren bij 5,600 Hz en de emissiewaarden waren tevens significant hoger bij de gezonde oren bij 1.400 en 5,600 Hz." De oren van 22 aan vuurwapenlawaai blootgestelde proefpersonen werden middels audiometrie geclassificeerd: elke proefpersoon had ersn aangedaan en een niet-aangedaan oor. Bij vergelijking van de aangedane met de niet-aangedane oren met TEOAE werd enkel een statistisch significant verschil gevonden bij de repraduceerbaarheid bij 4.000 Hz," De overige TEOAE-parameters lieten geen statistisch significante verschillen zien." Een mogelijke verklaring is dat beide oren vergelijkbaar zijn blootgesteld en daardoor wat betreft de gehoorschade aan elkaar gecorreleerd zijn. Daarom is het ook van belang dat men zicht realiseert dat er een hoge correlatie bestaat tussen twee aren van isen persoon." Bevindingen bij verschillende personen zijn in principe onafhankelijk van elkaar, Bevindingen binnen een persoon, zoals bij gehoortesten van twee oren, zijn wel afhankelijk van elkaar. Hierdoor kunnen statistische analyses verkeerde resultaten leveren. statistisch significante verschillen bij vergelijking van oren hoeven in werkelijkheid niet statistisch significant te verschillen bij vergelijking van
personen." Vinck c.s. onderzochten honderden oren van proefpersonen, unilateraal, met zowel audiometrie als TEOAE. De 157 oren die bij audiometrie voor alle frequenties een gehoordrempel van 20 dB(A) of lager hadden, werden ingedeeld in een controlegroep. De overige 432 oren lieten bij minstens een frequentie een
verhoogde gehoardrempel zien. Bij al deze oren werden TEOAE-metingen verricht, zowel Tone Burst OAE (TBOAE) als Click Evoked OAE (CEOAE). Uit analyses is gebleken dat de combinatie van TBOAE en CEOAE de hoogste voorspellende waarde
heeft ten aanzien van gehoorverliezen bij audiometrie." TBOAE heeft volgens de onderzoekers klinische voordelen boven de CEOAE." Verschillende onderzoeken hebben audiometrie en TEOAE-metingen vergeleken. Hall c.s. onderzochten de relatie tussen de gehoordrempel bij audiometrie bij 4.000 Hz en verschillende typen OAE bij 38 proefpersonen met een normaal gehoor of een gehoorverlies tot 40 dB(A) bij 4.000 Wz Alle metingen werden twee maal verricht, met een tijdsinterval van minstens 24 uur. OAE-metingen bleken betrouwbaardere resultaten te geven dan audiometrie. De OAE-metingen zijn reproduceerbaar en gevoelig voor verschillen in gehoordrempels." Een onderzoek onder mensen die werkzaam zijn in een lawaaige omgeving leverde vergelijkbare resultaten pp. Beide oren van 38 werknemers werden onderzocht en vergeleken met de oren van de 10 controleproefpersonen, welke niet worden blootgesteld aan hoge geluidsniveaus tijdens werk. De audiogrammen van de 12 werknemers met een normaal gehoor bij 4.000 Wz verschillen niet significant van de auciiogrammen van de 10 controle-proefpersonen. Echter, met de TEOAE zijn wel significante verschillen tussen deze twee groepen aanwezig wat betreft de emissiewaarden en de reproduceerbaarheid." Hoe meer gehoorverlies bij audiometrie bij 4,000 Hz, hoe lager de TEOAE-emissie-waarden en reproduceerbaarheid." Met TEOAE-metingen kan gehoorschade in een vroeger stadium worden opgespoord dan met
audiometrie.""
Lee voerde een onderzoek uit onder 43 personeelsleden van discotheken en 37 gematchte cantrolepraefpersonen, namelijk studenten en kantoorpersoneel die niet bekend waren met langdurige blaotstelling aan industrielawaai of discotheekmuziek. Er werden statistisch significante verschillen vastgesteld ln de prevalentie van vroeg perceptiegehoorverlies; 41,9% bij discotheekpersoneel ten opzichte van 13,5’i6 van de controlepraefpersonen." Er was een trend dat een leeftijd boven de 30 jaar en meer dan een jaar werken in discotheken gerelateerd waren aan deze gehoorverliezen." Slechts 2,796 van de cantraleproefpersonen had klachten van recidiverende tinnitus, terwijl dit 2]9b van de personeeisleden trof, voornainelijk bij een leeftijd ander de 30 jaar en wanneer inen korter dan een jaar werkzaam was in discotheken." Vlnck c.s. hebben een onderzoek uitgevoerd waarbij acht proefpersonen van 19 tot 28 jaar 5 uur zijn b(aatgesteld aan hoge geluidsniveaus in een discotheek. Proefpersonen werden verzocht niet te roken en geen gebruik te maken van alcohol en drugs, Per proefpersoon is een oor onderzocht, voorafgaand aan en gedurende acht uren na de blootstelling elke 25 minuten. Er werden audiogrammen vervaardigd bij de frequentiesl 25, 250, 500, l.000, 2.000, 3.000, 4.000, 6.000, 8.000 Hz en bij de hogere frequenties van 10.000 tat 16.000 Hz. Alle proefpersonen hadden een normaal gehoor bij audiornetrie. Daarnaast werden TEOAE en DPOAE metingen verricht." Na 5 uur blootstelling aan hoge geluidsniveaus in de discotheek werden significante gehoordrempeiverschuivingen met audiometrie vastgesteld bij 4,000 en 6.000 Hz en bij 14.000 en 16.000 Hz. Het herstel van de gehoordrem pel bij deze frequenties oogde lineair en was compleet binnen vier uur hersteitijd." De TEOAE-waarden lieten eeri statistisch significante daling zien na de blootstelling. Het herstel in de eerst twee uren na de blootstelling oogde exponentieel, waarna het verdere herstel duidelijk trager ging, Acht uur na de bloatstelling waren de waarden nag niet hersteld tot de waarden voorafgaand aan de blootstelling," Wat betreft de reproduceerbaarheid was de grootste percentagedallng zichtbaar bij 4.000 Hz. Dit was ook de enige frequentie waarbij het percentage na acht uur hersteltijd nag niet hersteld was. Hieruit concludeerd men dat TEOAE-metingen gevoeliger zijn dan audiometrie, met name bij 4.000 Hz. Blaotstelling aan impuls-lawaai van schieten. Er zijn twee onderzaeksgroepen, te weten 18 jagers zonder gebescherming en 28 politie-agenten in opleiding, die tijdens de training wel gehoorbescherming gebruiken. Voorafgaand aan en na afloop van de blootstelling werden audiogrammen vervaardigd en TEOAE’s gemeten." De audiograrnmen voorafgaand aan de blootstelling liet voor alle proefpersonen een lawaaidip zien bij 6,000 Hz."
Audiometrie toonde bij beide onderzoeksgroepen geen significante verschillen aan tussen de metingen voorafgaand aan en na afloop van de blootstelflng. De TEOAE-waarden lieten bij de politie-agenten in opleiding met gehoorbescherming geen significante verschillen zien. Bij de jagers zander gehoorbescherming van een significante daling van de TEOAE-waarden waarneembaar, met name bij de1,5 en 2 kHz. Dit is extra opvallend aangezien de politie-agenten in opleiding veel meer schoten hadden gelost dan de jagers (4-144 in tegenstelling tot 3-4). Mogelijk is de TEOAE gevoeliger voor de opsporing van tijdelijke veranderingen in de cochlea." Er was geen correlatie tussen de TEOAE-waarden en de "peak sound pressure levels" aantoonbaar." Twee onderzoeksgraepen zijn onderzocht voor en na blootstelling aan zowel impact-lawaai als een witte ruis, Bij de impact-lawaai-blootstelling werd men gedurende vijf minuten 10 maal per seconde gedurende een miliseconde blootgesteld aan 100 dB(A) SPL Bij de witte ruis werd men gedurende vijf minuten blootgesteld aan een continu geluid van 1,8 tot 2 kHz, 88 dB(A)." De ene onderzoeksgraep bestond uit 20 gezonde proefpersonen, de controlegroep. De andere onderzoeksgroep bestond uit 26 militairen die na een schiettraining een significante Gehoorschade-ondermekonderhorer,abezoekerain Eindhoven
gehoordrempelverschuiving lieten zien." Voorafgaand aan het onderzoek werden CEOAE’s bepaaldbij alie proefpersonen: de militairen lieten (niet-significant) lagere waarden zien dan de gezonde proefpersonen." Een verschil van 10 dB(A) of meer betekende een significant verschil tussen twee audiogrammen. Een verschil van 4 dB(A) of meer betekende een significant verschil tussen twee CEOAE-waarden," Verschillen in CEOAE-waarden voor en na blootstelling waren bij de controlegroep niet significant, De militairen lieten wel significante verschillen zien. Na biootstelling aan impact lawaai liet 29,6r)ii van de militairen bij minStenS ikikn frequentie een SignifiCant andere waarde Zien, na blOOtStefling aan Witte ruiS WaS dit 234)h," Hieruit wordt de conclusie getrokken dat CEOAE’s mogelijk kunnen helpen bij de opsporing van personen met gevoeligere cochlea’s,’o CEOAE’s na biootstelling laten een significante toename in de emissie zien bij alleen 1 en 2 kHz. (Dit is na blootsteiling tegen de verwachting in,) Lagere of onveranderde CEOAE’s worden waargenomen bij met name 3 en 4 kHz."
CEOAE is een gevoeligere rkn objectieve methode om aanwezige functieveranderingen van de cochlea op te sporen dan audiometrie."
Lapsley Miller c.s. onderzochten inedewerkers van een vliegdekschip voorafgaand aan en na afloop van een zes maanden durende blootstelling aan hoge geluidsniveaus. Van 75 medewerkers werden complete datasets verzameld, Audiometrie liet geen significante verschillen zien voor en na de blootstel}ingsperiode. TEOAE, en in mindere mate ook DPOAE, lieten na de bl ootstellingsperiode wei significante verminderingen van de emissiewaarden zien. De TEOAE-waarde daalde gemiddeld 0,66 dB(A), bij 4.000 Hz was de gemiddelde daling ’i,0 dB(A).’4
Er bestonden geen correlaties tussen de veranderingen bij audiometrie en de verandering van de TEOAE- en de DPOAE-emissiewaa rden."
Proefpersonen met een permanente gehoordrempelverschuiving bij audiometrie na de b(ootstei(ingsperiode lieten bij de TEOAE voorafgaand aan de blootstelling reeds lage tot geen emissiewaarden zien, De beste voorspeller hiervan was de TEOAE-emissiewaarde bij 4.000 Mz voorafgaand aan de blootsteiiingsperiode.’4 66% van de proefpersonen met een permanente gehoordrempelverschuiving liet geen significante veranderingen in de TEOAE-emissiewaarden zien. De meest voorkomende verklaring hiervoor is dat de TEOAE-waarden voorafgaand aan de btootstellingsperiode reeds erg laag was. 13 gezonde inedewerkers van 18 tot 38 jaar, die in een lawaaiige omgeving werken, ondergaan gedurende drie aaneengesloten dagen gehoortesten, Er worden audiogrammen vervaardigd en TEOAE’s gemeten voorafgaand aan en na afloop van een dagelijkse, 7 uur durende biootsteiling aan hoge geluidsniveaus van 85 tot 90 dB(A). Op de eerste twee dagen wordt gehoorbescherming toegepast, op de derde dag niet." Na biootstelling worden bij audiometrie statistisch significante tijdeiijke gehoordrernpei-verschuivingen waargenomen bij 4.000 en 6.000 Hz, De gemiddelde TEOAE-waarde daalt significant na blootstelling. Echter, er is geen significante afname van de TEOAE-waarden bij 3,000 tot 6.000 Hz waargenomen." Er worden echter geen verschillen waargenomen tussen de waarden met en zonder gehoorbescherming. Hierbij kunnen eventueel de compliance van de proefpersonen en de kwaliteit van de gehoorbescherming in twijfel worden getrokken." Men concludeert dat blootstefling aan lawaai de cochleaire functie kan beinvloeden, wat geobjectiveerd is middels een daling van de gemiddelde TEOAE-waarden." Er is geen correlatie tussen de tijdelijke gehoordrempelverschuiving en de daling in gemiddelde TEOAE-
waarden," Wel bestaat er een significante correlatie tussen de TEOAE-waarden voorafgaand aan en na afloop van de blootstel ling." Voordelen van TEOAE boven audiornetrie:
hogere sensitiviteit"
objectieve informatie"" de meting kan in een paar minuten VerriCht wOrden en iS daarmee een Snellere meetmethOde’ean de meting is relatief eenvoudig uitvoerbaar’4"’ passieve medewerking is voldoende4’
metingen kunnen verricht worden in een niet-absoluut stille omgeving" de resultaten zijn constant." Geluid smetingen Een onderzoek onder 21 proefpersonen van gemiddeld 15,3 jaar oud met een normaal gehoor bij audiometrie (gehoordrempel < 20 d6(A)). Met behulp van metingen in de gehoorgang werd bepaald hoe hard walkmans staan bij normaal gebruik. Hierbij werden waarden gevonden van 91 tot 97 dB(A)." Maximale geluidsniveaus van waikmans varieren van 78 tot 136 dB(A).’4 Bij aerobic-lessen staat de muziek vaak vrij hard. Uit onderzoek is gebleken dat geluidsniveaus van ongeveer 85 tot 89 dB(A) als ideaal worden ervaren, omdat men dan de muziek goed kon horen, men beleefde dan plezier aan de muziek en was beter gemotiveerd om hard te werken," Geluidsmetingen in vijf discotheken in Singapore tussen 22.00 en 3.00 uur toonde aan dat de personeelsleden werden blootgesteld aan geluidsniveaus van minstens 89 dB(A)." ln drie uitgaansgelegenheden in Groot Brittanirs werden geluidsniveaus gemeten van 89 tot 98 d6(A),’ ln acht clubs in New York zijn geluidsmetingen uitgevoerd tussen 21.00 en 2.00 uur. Hierbij werden gemiddelde geluidsniveaus gevonden van 91,9 tot 99,8 dB(A), welke tijdens live-optredens opliepen tot 84,9 tot 106,7 dB(A).’o
Geluidsmetlngen in een discotheek in Duitsland gaf gemiddelde waarden van 95 dB(A) SPL De pieken namen in de loop van de avond in geluidsniveau toe van ’l 10-120 tot 125-130 d B(A) SPLeo
Crehnnrar:hade-OnderZOek ander harerabeZOekerr in Elndheeen
3. Materialen en methoden Onderzoeksopzet en -uitvoering Tijdens een vergadering van de horecabelangenvereniging van 5tratumseind in Eindhoven, een uitgaansstraat met een hoge dichtheid aan horecagelegenheden, is aandacht gevraagd voor het onderzoek. Belangstelling onder ondernemers voor medewerking aan het onderzoek viel tegen vanwege de verwachting dat de onderzoeksresultaten zullen leiden tot negatieve publiciteit voor 5traturnselnd. Een ondernemer was bereid om medewerking toe te zeggen, De horecag elegenheld van de betreffende onclernerner is een rock-cafe. Bezoekers moeten een leeftijd van minimaal 18 jaar hebben. In het cafe wordt muziek ten gehore gebracht via een geluidsinstallatie, maar er zijn ook regelmatig optredens van live-bands. Het onderzoek is gericht op bezoekers van het uitgaansgebied, maar proefpersonen zullen enkel geworven worden in het cafe dat medewerking verleent aan het onderzoek.
Relevante kenmerken van onderzoekspopulatie Het onderzoek wordt opgezet om te onderzoeken wat de gevolgen van de blootstelling aan hoge geluidsniveaus zijn voor het gezonde gehoor. Daarmee wordt automatisch verondersteld dat bezoekers van 5tratumseind een gezond gehoor hebben. in- en exclusiecriteria: Minimum leeftijd 18 jaar, geen maximum. Niet bekencl met gehoorverlies. Uitgaan op Stratumseind, Bij aanvang van het onderzoek nog niet blootgesteld zijn aan hoge geluidsnivea us. Bereid zijn om minimaal twee uur in het cafrk te verblijven dat medewerking verleent aan het onderzoek. Nederlandse taal voldoende beheersend om de enquÃłte te begrijpen en in te vullen en de instructies bij de gehooronderzoeken te begrijpen. Geen claustrofobie vanwege de kleine ruimtes in de audlornetrie-bus. Bij otpscopie mogen geen overmatige hoeveelheden cerurnen zichtbaar zijn. Bij audiometrie mag grsrsn geleidingsverlies worden gevonden. Wanneer de gehoordrempel bij een luchtgeleidingsaudiogram ’l0 dB(A) hoger ligt dan bij het beengeleidingsaudiogram is er sprake van een significant geleidingsverlies, wat overeen komt met het dragen van oordoppen. Gehoordrempel bij audiometrie tot 25 dB(A) is toegestaan. Bij een gehoordrempel van 25 dB(A) of hoger bij minstens twee frequenties wordt de proefpersoon geexcludeerd. Het exclusiecrlterium van een gehoordrem pel van 25 dB(A) of hoger bij minstens twee frequenties bij audiometrie is relatief aan de hoge kant in vergelijking met andere onderzoeken. Mier is bewust voor gekozen in verband met de niet ideale omstandigheden waarin het audiometreren plaatsvindt.
De in het onderzoek betrokken variabelen Er is gebruik gemaakt van enkel een exposuregroep. Alle proefpersonen zijn minimaal twee uren blootgesteld aan hoge geluidsniveaus.
Gezien de beperkte bereidheid van vrijwilligers tot medewerking aan het onderzoek is besloten geen controlegroep in het onderzoek op te nemen. Om te bepalen of proefpersonen bij aanvang van het onderzoek een gezond gehoor hadden, is als referentie gebruik gemaakt van l50-standaard 7029, Om te bepalen wat de effecten van hoge geluidsnivea us op het gehoor zijn, vormen de proefpersonen hun eigen controlegroep bij vergelijking van meting 1 en 2.
Gehoorechade-onderzoek onder horeoabezoeker a in Eindhoven
Selectie en uitval van proefpersonen Middels posters en flyers is getracht reeds voor aanvang van het onderzoek proefpersonen te werven. Bij alle Fontys-hogescholen-vestigingen in Eindhoven zijn posters opgehangen en in pauze-tijd studenten aarrgesproken in de kantines en zijn flyers uitgedeeld. Tevens zijn posters opgehangen binnen de GGD, bij de afdelingen reizigersvaccinatie en infectie-ziektebestrijding, omdat deze afdelingen regelmatig door jongeren bezocht worden. Daarnaast zijn ook in het cafe posters opgehangen, Aan alle posters zijn tevens enkele foyers bevestigd, Helaas leverde dit niet het gewenste resultaat op,
Op de geplande onderzoeksavonden zijn bezoekers die het cafe binnen kwamen direct aangesproken met de vraag of zij bereid waren medewerking te verlenen aan het onderzoek. Op deze manier waren wel enkele mensen te motiveren tot deelname aan het onderzoek. Het verrichten van geluidsmetingen bieek een goede manier om aandacht te trekken, Een deel van de cafebezoekers kwam uit nieuwsgierigheid bij de geluidsmetingen meekijken. Een groot deel van deze belangstellende bezoekers bleek interesse te hebben in geluid en geluidstechnische aspecten en daarmee ook in gehoor. Deze bezoekers waren makkelijker te motiveren tot deelname aan het onderzoek dan de overige cafÃľbezoekers, Het bleek zeer moeilijk om proefpersonen te motiveren tot deelname aan het onderzoek, Daarom is iedereen die bereid was om mee te werken aan het onderzoek onderzocht, Achterafzijn de oren met een te groot gehoorverlies alsnog ge6xcludeerd.
Doordat het onderzoek verspreid was over drie onderzoeksrnomenten, zijn er proefpersonen uitgevallen. Vier proefpersonen hebben alleen een eerste meting ondergaan, twee proefpersonen zijn niet teruggekomen voor de derde meting.
Gebruikte materialen en instrumenten en de gevolgde procedures Na het doorlezen van een informatiebrief vulden proefpersonen het informed consent formulier (zie bijlage i) in.
Voor dataverzameling van gehoorgegevens is bij alle drie de meetmomenten gebruik gemaakt van vier onderzoeksinstrumenten, te weten enquÃłte, otoscopie, TEOAE en audiometrie, weike in genoemde volgorde werden verricht. De metingen vonden plaats voorafgaand aan en direct na de blootstelling aan hoge geluidsniveaus in het cafÃľs en twee tot zes dagen later. Wat betreft de eerste meting komt de tijd die de otoscopie en TEOAE-meting in beslag nemen ongeveer overeen met de tijd van de audiometrie. Het iriforrned consent en de enquÃłte waren dan reeds voorafgaand aan de gehoortesten ingevuld. Bij de tweede en derde meting komt de tijd van de TEOAE-meting en de enquÃłte ongeveer overeen met de tijd van de audiometrie. Om de geluidsniveaus in het cafe te registreren is gebruik gemaakt van een decibelmeter en een dosismeter.
Onderzoekslokatie De metingen voor en direct na de blootstellling vonden plaats in de audiometrie-bus van Beter Horen, die in een voetgangerspad achter het cafe geparkeerd stond. De metingen enkele dagen later vonden voor bijna alle proefpersonen plaats in een gehoorwinkel van Beter Horen. Enkele proefpersonen kwamen voor de derde metingen opnieuw naar de bus op een andere onderzoeksavond.
De specificaties van de audiometrie-bus zijn niet bekend bij Beter Horen Nederland: pogingen om deze in Ita lie bij het moederbedrijf te achterhalen zijn mislukt.
Re istratie an laats ti d en ersoon
Gehoorschade-onderzoek onder horecahezoekers in Eindhoven
Met behulp van een "proefpersoon-registratieformulier" (zie bijlage il) worden per proefpersoon de plaats en tijd van het onderzoek en de onderzoeker genoteerd. Met de plaats wordt de iokatie bedoeld waar de metingen plaatsvinden: in de audiometrie-bus of in de gehoorwinkel. Hierbij is tevens genoteerd welke metingen in een geluidsarrne ruimte zijn verricht en welke niet. Metingen in de audiometrie-bus en in de onderzoeksruimte in de gehoorwinkel zijn in principe bestempeld als geluidsarm". In het geval van metingen in overige ruimtes of bij veel omgevingsgeluiden waarbij proefpersonen spontaan aangeven dat de gehoortesten gestoord worden, worden "niet-geluidsarrn" genoemd. per meetmoment zijn de datum en tijdstippen genoteerd, waarmee bepaald kan worden hoeveel uren zich tussen twee verschillende meetmomenten bevinden, Tot slot is per onderzoeksmethode aangegeven door welke onderzoeker deze is uitgevoerd. (Zie bijlage lil,) En uete Er is bij alle onderzoeksmomenten een enquiste afgenomen om determinanten van de status van het gehoor uit te vragen.
De eerste enquete is een uitgebreide enquÃłte die proefpersonen voorafgaand aan de gehoortesten moeten invuilen. Wet eerst invullen van de vragenlijst is essentieel, omdat er ook vragen in verwerkt zijn over de mening over het eigen gehoor. Wanneer deze vragen ingevuld wordt na afname van de eerste gehoortesten zullen de antwoorden niet betrouwbaar zijn. EnquÃłte 1 is opgenomen in bijlage IV, De enquetevragen die in de eerste enquÃłte opgenomen zijn, betreffen de eigen mening over het gehoor en mogelijke eigen verklaringen voor een eventueel bij onderzoek gevonden verminderd gehoor. Deze verklaringen kunnen erop nageslagen worden wanneer bij de gehoortesten een verminderd gehoor wordt vastgesteid. Er worden vragen gesteld over blootstelling aan hoge geluidsniveaus in de vrije tijd, zoals bezoek van uitgaansgelegenheden en hobby’s binnen of buiten de muziekwereld. Daarnaast worden vragen gesteld over blootstelling aan fioge geluidsniveaus tijdens werk. Hierbij wordt ook gevraagd naar blootstelling aan oplosmiddelen, omdat dit ook gehoorverliezen kan
induceren. Tot slot worden algemene vragen gesteld, zoals geslacht, leeftijd en opleidingsniveau, Met deze vragen wordt afgesloten, omdat hiermee de makkelijkste vragen tot het laatst worden bewaard. De tweede en derde enquete zijn minder uitgebreid dan de eerste enquÃłte en worden mondeling afgenomen. Met name bij de tweede enquete is dit van belang, omdat de meeste proefpersonen dan alcohol gedronken hebben, Men kan zich afvragen of en hoe serieus proefpersonen in die situatie de enquÃłte in zullen vullen. Door de enquÃłte mondeling af te nemen, kan de interviewer ervoor zorgen dat de enquÃłte volledig wordt ingevuld. Bovendien geldt voor het mondeling afnemen van een vragenlijst dat dit door proefpersonen als minder belastend zal worden ervaren, omdat een "gesprek" voeren leuker dan het invullen van een vragenlijst. De tweede enquÃłte (zie bijlage V) gaat voornameiijk over de blootstelling aan de hoge geluidsniveaus in het cafÃľs. Woe lang men in het cafe is geweest en of men continu binnen is geweest, Ook wordt gevraagd wat men van de muziek vond, of men tinnitusklachten ervaart, of men veel gedanst heeft en of men alcohol gedronken heeft’. Uit onderzoek is overigens gebleken dat alcohol geen invloed heeft op gehoordrempels, Tot slot wordt gevraagd of men in een plattegrond aan kan geven waar men het grootste deel van de tijd in het cafe geweest is, Bij enquÃłte drie (zie bijlage Vl) worden enkele vragen van de eerste enquete herhaald, zoals of men aorklachten of tinnitus heeft en of men recent blootgesteld is geweest aan hoge geluidsniveaus. Daarnaast
wordt gevraagd of de mening over het gehoor veranderd is en of men van plan is om in de toekomst gebruik te gaan maken van gehoorbescherrning tijdens uitgaan en/of werk.
De resultaten van de enqurstevragen kunnen uiteindelijk gekoppeld worden aan de verkregen meetresultaten om op die manier mogelijk verklaringen voor bevindingen te kunnen vinden.
o tosco ie Voorafgaand aan de TEOAE wordt otoscopie uitgevoerd om te controleren op de aanwezigheid van (overmatig) cerumen. Er was geen mogelijkheid dit te verwijderen, Bij overmatige hoeveelheden cerumen dienden proefpersonen geexcludeerd te worden. EOAE Besloten is om OAE-metingen toe te voegen aan de audiog rammen, om een objectieve met een subjectieve methode te vergelijken. Er is gekozen voor de TEOAE omdat apparatuur voor deze onderzoeksmethode ter beschikking is gesteld door de opleiding Audiologie van Fontys Hogescholen in Eindhoven.
De metingen zijn verricht door studenten audiologie die ervaring hebben in het werken met deze apparatuur. De uitvoerder van de metingen wisselde wel regelmatig, met als gevolg dat bij slechts enkele proefpersonen alle metingen door dezelfde persoon zijn uitgevoerd. De metingen zijn wel op een vergelijkba re manier uitgevoerd, De proefpersoon werd duidelijk geinstrueerd voor de TEAOE-meting, De proefpersoon werd verteld dat er een klein, rubberen dopje in de gehoorgang werd gebracht. Dit dopje ls verbonden met een apparaat dat pieptoontjes uitzendt. Hier hoeft de proefpersoon niet op te reageren. De proefpersoon wordt verzocht zo stil mogelijk te blijven zitten, zo stil mogelijk te zijn en niet te slikken. Opvailend is dat de proefpersonen goed te instrueren waren, ook bij de 2’ meting na het nuttigen van alcohol. I
Tijdens de metingen was soms sprake van veel omgevingsgeluid van bijvoorbeeld passerende pratende en schreeuwende mensen. Bij veel omgevingsgeluiden, die vaak net onder de drempelwaarde bleven en dus niet automatisch verwijderd werden, werd de betrouwbaarheid van de metingen duidelijk minder, Ook bleek verkeer op een nat wegdek bij de gehoorwinkel voor de deur funest voor de metingen. Bij teveel omgevingsruis en een totale betrouwbaarheidspercentage en de reproduceerbaarheid van minder dan 7096 werd de meting herhaaid.
Audiometrie Bij alle drie de onderzoeksmomenten zijn audiogrammen vervaardigd om de gehoordrempels te bepalen. Luchtgeieidingsaudiometrie werd beiderzijds gedaan, beengeleidingsaudiometrie unilateraal aan de zijde van beste gehoor. Wanneer geen duidelijk links-rechtsverschil werd gevonden, werd de beengeleider voor practisÂńh gemak in audiometrie-bus achter het linker oor geplaatst, Beengeleidingsaudlograrnmen zijn onder andere vervaardigd om bij de eerste meting te bepalen of er eventueel sprake zou zijn van een geleidings- of perceptief gehoorverlies. Proefpersonen met een geleidingsverlies dienden geexcludeerd te worden, omdat dit een vergelijkbaar effect op het gehoor heeft
Gehoorsshsde-onderzoek onder horeenbezeekers in Eindhoven
als het gebruik gehoorbescherming. Daarom vallen deze personen buiten het interessegebied van het onderzoek.
Bij de beengeieidingsaudiometrie gaven de eerste acht proefpersonen aan veel hinder te ondervinden van omgevingsgeluiden. Hierdoor werden de onderzoeksresultaten verstoord. Daarom is besloten om vanaf proefpersoon nummer negen gebruik te gaan maken van universele oordopjes. Een nadeel hiervan is dat de resultaten van de beengeleidingsaudiometrie niet meer vergeleken mogen worden met de luchtgeleidingsaudiometrie, Bij de Weber-test ziet men een lateralisatie naar het aangedane oor indien er sprake is van een unilateraal geleidingsverlies." Universele oordopjes induceren aIs het ware een geleidingsverlies, waardoor het signaal van een bepaald geluidsniveau sterker zal worden waargenomen dan zonder het gebruik van universele oordopjes. Het blijft wel mogelijk de beengeleidingsaudiogra rnmen onderling te vergelijken, wanneer op verschillende meetmomenten dezelfde meetmethode is toegepast, in dit geval dus met universele oordopjes in de oren. Gehoordrempeis zijn bepaald voor de octaafbanden van 250 tot en met 8.000 Hz. Er zijn geen gehoordrempels bepaald bij 3.000 en 6.000 Hz mede op advies van de audicien en een audioloog.
Er werden duidelijke instructies gegeven aan de proefpersoon. De koptelefoon werd op het hoofd geplaatst en op maat gebracht, zodat het membraan van de hoofdtelefoon zoveel mogelijk recht tegenover de gehoorgang geplaatst werd. Er werd altijd gestart met een drempelbepaling aan het rechter oor, Testtonen werden 1-2 sec aangeboden. De tijdsinter vallen tussen de testtonen werd gevarieerd. Wanneer de toon gehoord werd, drukte de proefpersoon een drukknop in, De bepaling van de gehoordrempel gebeurde volgens de ascending-descending methode, Bijna alle audiogrammen zijn vervaardigd door dezelfde ervaren audicien. Enkele audiograrnmen zijn vervaardigd door een andere ervaren audicien of door studenten audiologie. Bij de metingen in de audiometrie-bus werd gebruik gemaakt van de audiometrie-apparatuur die reeds in de bus aanwezig was. In de gehoorwinkel werd gebruik gemaakt van de daar aanwezige apparatuur. (Zie bijlage VI.) Het was niet mogelijk op alle rneetmomenten gebruik te maken van dezelfde audiometrie-apparatuur.
Vol orde van de ehoortesten Wanneer een proefpersoon in de audiometrie-bus kwam, werd eerst een TEOAE-meting gedaan en vervolgens audiometrie, Wanneer twee proefpersonen tegelijkertijd in de audiometrie-bus aankwamen, werden de proefpersonen over beide onderzoekskamertjes verdeeld. Bij de ene proefpersoon werd eerst de TEOAE-meting gedaan in combinatie met de enquÃłte en vervolgens werd het audiog ram vervaardigd; bij de andere proefpersoon was de volgorde omgekeerd, Na de e h op r testen
Na afronding van een gehoortest is de proefpersonen uitleg gege en over de resultaten van de gehoortest en de eerste indruk van de kwaliteit van hun gehoor. Na de tweede gehoortesten is tevens een globale vergelijking gemaakt tussen de resultaten van de eerste en tweede gehoortesten.
Geluidsmetingen zijn verricht met behulp van een decibelmeter en een dosisrneter. Met de decibeimeter werden telkens op drie plaatsen in het cafÃľs gedurende rsrkn minuut metingen verricht De drie lokaties zijn:
A: tussen de bar en het raam, met de rug van de onderzoeker naar de raam gekeerd en de geluidsmeter het cafrk in gericht,
B: naast de bar, halverwege de bar ter hoogte van de draaitafel, met de rug van de onderzoeker naar de bar gekeerd en de geluidsmeter op de geluidsbox gericht. C: achter de bar, voor het podium, waar de meeste mensen zich bevinden. Met de rug van de onderzoeker richting bar gekeerd en de geluidsineter op de geluidsbox het dichtste bij het podium gericht. Er is voor deze drie lokaties gekozen vanwege de verwachting dat op deze drie plaatsen verschillende geluidsniveaus gemeten zullen worden, inherent aan de wetgeving waarbij rekening wordt gehouden met overlast voor omwonenden. Met andere woorden worden achter in het cafe hogere geluidsniveaus verwacht dan bij de uitgang.
De proefpersonen geven bij de tweede enquete aan op welke plaats in het cafe zij zich het grootste deel van de tijd bevonden. Deze gegevens kunnen dan achteraf gekoppeld worden aan de gemeten geluidsniveaus. Naast de decibelmeter is gebruik gemaakt van een dosismeter. Ook deze dosismeter is ter beschikking gesteld door de opleiding Audiologie van Fontys Hogescholen in Eindhoven. Deze dosisrnerer is op drie avonden door proefpersonen meegenomen, op twee andere avonden is de meter achter de bar gelegd. Op twee avonden is geen gebruik gemaakt van de dosismeter,
Blootstellin Proefpersonen worden vrijwillig gedurende minimaal twee uur blootgesteld aan hoge geluidsniveaus, De proefpersonen is gevraagd zoveel mogelijk binnen te blijven en bij voorkeur alleen in het medewerking verlenende cafrs te verblijven, voor zo betrouwbaar mogelijke onderzoeksgegevens. StratumsEind is een uitgaansstraat, waar het de gewoonte is van caftk naar caftk te gaan. Vandaar dat het laatstgenoemde verzoek aan de proefpersonen van belang is. Daarnaast is de proefpersonen gevraagd rekening te houden met de derde meting. Bij voorkeur zijn zij voorafgaand aan die laatste meting niet blootgesteld geweest aan hoge geluidsniveaus in de afgelopen 8 en 16 uur.
Beperkingen Het zal duidelijk zijn dat onderzoek van proefpersonen in de avond en nacht geen onderzoekstijdstip is waarop proefpersonen optimaal kunnen presteren. Bovendien vindt het onderzoek plaats in en onder bezoekers van een uitgaansgebied, waardoor de onderzoeksorngevfng ook niet ideaal is.
Statistische verwerkingen De verzamelde data zijn aanvankelijk allemaal in Excel ingevoerd, zodat ze later makkelijk getransporteerd kunnen worden naar SP55. Om het transporteren zo makkelijk mogelijk te maken, zijn alle data per proefpersoon in isskn rij gezet.
ro uitte Van rsen enquete is een soort draaiboek gemaakt. Elke vraag werd op volgorde gekoppeld aan een standaard kolomnaam in Excel. Wanneer bij een vraag meerdere antwoorden gegeven dienden te worden, zijn hier meerdere kolommen in Excel gebruikt. Bijvoorbeeld vraag 11 uit enquete 1. Deze vraag bestaat eigenlijk uit twee vragen en hier moeten daarom twee antwoorden ingevuld worden,
Gehoorscharie-onderzoek onder horecabezoekers in Eindhoven
Op deze manier was het mogelijk om twee vragen in een keer te stellen, waardoor de lengte van de enquete voor de proefpersonen beperkt is gebleven. Voor de verwerking van de antwoorden was het uiteraard noodzakelijk de vragen weer te "scheiden",
De antwoorden op de enquetevragen zijn gecodeerd. Wanneer bij een vraag slechts een antwoord mogelijk is, worden de antwoorden als normaal genummerd: 1,2,3,4,5 etc. Wanneer meerdere antwoorden mogeHjk gegeven mogen worden, zijn de antwoorden binair genummerd: 1, 2, 4, 8, 16, 32, etc. De getallen bij de verschillende antwoorden worden bij elkaar opgeteld en de som hiervan is de antwoordcode, Op deze manier is altijd terug te herleiden welke antwoorden de proefpersoon oorspronkelijk heeft gegeven. De resultaten van enquÃłte 1, 2 en 3 zijn, in deze volgorde, achter elkaar op een rege I (per proefpersoon) ingevoerd in Excel, Nadat invoering van alle data is de inhoud van het bestand naar eeri databestand van SPSS gekopieerd, In SPSS zijn de kolomnarnen gewijzigd, Vervolgens is gestart met de analyse van de resultaten.
Audiometrie Om bij audioinetrie van een significant andere meetwaarde te mogen spreken, moet de waarde meer dan 5 dB(A) afwijken ten opzichte van een andere waarde bij dezelfde frequentie. Wanneer het verschil tussen twee metingen 10 dB(A) of meer bedraagt, wordt aangenomen dat de twee metingen sig nifica nt van elkaar
verschillen." Om te bepalen of de proefpersonen bij aanvang van het onderzoek een normaal gehoor hebben, worden de resultaten van de eerste luchtgeleidingsaudiogrammen vergeleken met de waarden per leeftijd volgens ISOstandaard 7029. Er is aangenomen dat in deze standaard de gehoerdrempels normaal verdeeld zijn en dat de leeftijdscategoriebn, zoals vermeld bij tabel 3 van de iSO-standaard, vanaf-leeftijden zijn, Voor proefpersonen van 18 en 19 jaar oud zijn de gehoordrempelwaarden vergeleken met de waarden voor 20jarigen. Voor proefpersonen met een leeftijd van 21 tot en met 29, 31 tot en met 39 en 41 tot en met 49 jaar oud is per frequentie berekend wat de te verwachten waarde voor een normaal gehoor bij deze leeftijd is.
Om te bepaien of proefpersonen een normaal gehoor hadden, zijn de berekende normaalwaarden per frequentie per proefpersoon vergeleken met de audiometrieresultaten. Wanneer een gehoordrempel meer dan 5 dB(A) boven de normaalwaarde lag, werd deze ais significant slechter beschouwd. Wanneer bij de luchtgeleidingsaudiogrammen minstens de helft van de waarden significant slechter was dan de normaalwaarden, werden de proefpersonen geclassificeerd ais "Geen normaal gehoor volgens ISO-standaard 7G29", Deze berekeningen zijn gedaan met behulp van Excel. Vergelijking van meting 1 en 2 en van meting 1 en 3. Een beter gehoorheeft een lagere gehoordrempelwaarde dan een slechter gehoor. De audiometriewaarden van de laatste meting worden bij de vergelijking van de waarden van de eerste meting afgetrokken. Bij een negatieve uitkomst lag de gehoordrempel bij de laatste meting hoger dan bij de eerste meting, wat overeenkomt met een slechter gehoor bij de laatste meting, Bij een positieve uitkomst lag de gehoordrempel bij de laatste meting lager dan bij de eerste meting, wat overeenkomt met een beter gehoor bij de laatste meting. Deze berekeningen zijn gedaan met behulp van Excel, TEOAE
Alleen de data inet een betrouwbaarheidspercentage van 7096 of meer geanalyseerd, Deze betrouwbaarheidspercentages zijn per meting per frequentie bekeken en alleen de niet-betrouwbare frequenties zijn uit de analyse gehaaid,
iaehoorsrhade-onderzoek onder horeca bezoekers in Bridhoven
Om bij TEOAE van een significant andere meetwaarde te mogen spreken, moet de waarde meer dan 4 dB(A) afwijken ten opzichte van een andere waarde bij dezelfde frequentie. Wanneer het verschil tussen twee metingen 5 d8(A) of meer bedraagt, wordt aangenomen dat de twee metingen significant van elkaar verschillen,
Vergelijking van meting 1 en 2 en van meting 1 en 3. Een beter gehoor heeft een hogere emissiewaarde dan een slechter gehoor. De TEOAE-waarden van de laatste meting worden bij de vergelijking van de waarden van de eerste meting afgetrokken. Bij een positieve uitkomst ligt de waarde van de eerste meting hoger, wat overeenkomt met een slechter gehoor bij de laatste meting. Bij een negatieve uitkomst ligt de waarde van de eerste meting lager dan bij de laatste meting, wat overeenkomt met een beter gehoor bij de laatste meting. Deze berekeningen zijn gedaan met beh lp van Excek
Gehoorechade-onderzoeir onder horecabezoekersin Eindhoven
4. Resultaten Proefpersonen In totaal zijn 31 proefpersonen geincludeerd, 18 mannen en 13 vrouwen. In figuur 1 is duidelijk zichtbaar dat bij de mannelijke proefpersonen sprake was van een grotere leeftijdsspreiding dan bij de vrouwen. De mannelijke proefpersonen waren gemiddeld 28,8 jaar oud, terwijl de vrouwelijke proefpersonen gemiddeld 24,2 jaar oud waren. De oudste proefpersonen waren respectievelijk 49 en 32 jaar oud, terwijl bij beide groepen de jongste proefpersonen 18 jaar oud zijn.
Figuur 1. Leefttjdsverdeling van de proefpersonen per geslacht.
Het opleidingsniveaus van de proefpersonen is normaal tot hoog. Tien proefpersonen hebben een vmbo, mavo of mbo-opleiding afgerond, terwijl de overige 21 proefpersonen een opleiding aan de havo, vwo, hbo of universiteit afgerond hebben.
Vraagstelling 1: Hebben de proefpersonen bij aanvang van het onderzoek een normaal gehoor? Om te bepalen of de 31 geinciudeerde proefpersonen een normaal gehoor hebben, is gebruik gemaakt van 150-standaard 7029, Uit tabel ’I kan afgelezen worden dat bij alle frequenties hoge percentages gevonden worden van proefpersonen met een gehoor slechter dan normaai volgens de ISO-standaard. De hoogste percentages worden gevonden bij 250 en 500 Hz beiderzijds en bij 8.000 Hz voornamelijk links. Het aantal proefpersonen met een beter gehoor was duidelijk lager, 4.000 Hz was de frequenties waar het vaakst een beter gehoor werd gevonden.
Gehoorschade-ondergoek onder horecabeaoekersin Eindhoven
Tabel 1, Luchtgeleidingsaudiometrie: percentages van proefpersonen met significante verschillen tussen meting 1 en de 150 standaard
De decibelwaarden van de 150-standaard zijn van de waarden van meting 1 afgetrokken. Een verschil var meer dan 5 dB(A> wordt als
significant beschouwd. < -5 4B(A): Bij een uitkOrnSt Van kleiner dan-5 lag de gehOOrdrem pel Van de praefperSOOn Significant hOger dan de nOrmaalwaarde.
Deze proefpersoon heeft een significant beter gehoor dan normaal. > 5 dB(A): Bij een som van groter dan 5 lag de gehoordrempe( van de proefpersoon significant lager dan de normaalwaarde. Deze proefpersoon heeft een sign(fi ca nt slechter gehoor dan normaal.
Uit tabel 2 kan opgemaakt worden dat meer dan de helft van de proefpersonen geen normaal gehoor heeft. Hiervan heeft bijna de helft geen last, terwijl een derde van de proefpersoneri wel last heeft, maar geen hulp heeft gezocht. Opvallend is dat 2 personen met een normaal gehoor wel "last hebben van een verminderd gehoor" hebben. De proefpersoon die bij een KNO-arts is geweest heeft als kind buisjes gehad. Tabel z. Het ondervinden van last van een verminderd gehoor en het bezitten van wel of geen normaal gehoor bij vergelijking van
audi rammen met lso-standaard 7DZ9,
Normaal geh (50-standaar
Normaal 11
2
0 13
In tabel 3 is af te lezen dat met name lawaai of harde muziek in vrije tijd en lawaai tijdens werk de meest
voorkomende mogelijke verklaringen zijn van de proefpersonen voor mogelijk aanwezige gehoorschade.
Gehoorschade.onderzoek onder horecabezoekers in Eindhoven
Tabel 3.flat ondervinden van last van een vermmderd ehooren mp elijke eigen verklaringen voor een eventueel verminderd ehoor.
i id’ h Ja, hulp
Ja, nooit hulp gezocht bij
h ah ikd
Nee
Verklaring
Nee
nl In Cl e I’
Ja, lawaai tijdens werk Ja, lawaai / harde muziek
gehoor?
in vrije tijd
Ja, gehoortrauma Ja, I erfelijke) oorklachten Ja, anders, namelijk’ Totaal
’I
0
2
2
2
0
19
8
"Gegeven antwoorden verkoudheid, veel bellen.
In tabel d is te zien dat het grootste deel van de proefpersonen een beroep heeft zonder geluidsbelasting. Echter, 11 proef personen zijn werkzaam in de horeca, waarvan de meesten parttime.
Werkomgeving Zonder eluidsbelastin
Aantallen 18
Fabriek Horeca Iyjuziekbranche
Andere relevante geluidsbelastende omgeving, namelijkÂż
4
" Gegeven antwoorden: werkplaals ltwee maai). televisie, kaas s mj- en verpak kin gs machine.
Uit tabel 5 blijkt dat meer dan de helft van de proefpersonen niet actief is in de muziekwere Id. Van de proefpersonen die wel actief zijn in de muziekwereld, is een groot aantal lid van een popgroep of band. Bij de wervjng van de proefpersonen was al reeds gebleken dat muzikanten in het algemeen meer belangstelling
tonen voor geluid en gehoor. Tabel s. Ben je, beroepsmatig of als hobb . actief in de muziekwereld? (Meerdere antwoorden waren mogelijk.l
Actief in de muziekwereld? Aantallen Nee
18
Ja, ik bespeel een muziekinstrument
Ja, ik ben lid van een harmonje / orkest 2 Ja, ik ben lid van een pop roep/band Ja, ik ben disk’ockey Ja, anders, nameli’k " Gegeven antwoordenffi: horeca, fotograaf en manager van m v zie kbands, video’s maken voor televisie. thuis muziek tuisteren.
Op de vraag of men een hobby buiten de muziekwereld heeft, waarbij de oren worden blootgesteld aan hoge geluidsniveaus / lawaai, antwoordde slechts is&n proefpersoon met ja. De hobby was houtbewerken. Tijdens uitoefening van deze hobby werden meestal op maat gemaakte gehoorbeschermers gedragen,
Vraagstelling 2: ts er een verschil in gehoor aantoonbaar bij proefpersonen voftr en direct na blootstelling aan hoge geluidsniveaus in een horecagelegenheid? Een van de exclusiecriteria is een gehoordrernpel van 25 dB(A) of hoger bij minstens twee frequenties bij audiornetrie. Hier voldeden vier oren van drie mannelijke proefpersonen aan. De leeftijden van deze mannen zijn 18 en 39 voor degenen waarbij een oor aan de exciusiecriteria voldeed, De proefpersoon waarbij beide oren aan de exclusiecriteria voldeden is 49 jaar oud. Overigens is dit de enige proefpersoon waarbij overmatige hoeveelheden cerumen gezien zijn bij otoscopie, De drie proefpersonen waarvan oren geexcludeerd zijn, behoren respectievelijk tot de vier jongste en drie oudste proefpersonen. Van de 30 proefpersonen kunnen 58 oren meegenomen worden in verdere analyses.
Van deze 30 proefpersonen zijn er 26 teruggekomen voor de 2’ metingen. ln de analyse ter vergelijking van de eerste en tweede meetresuitaten zijn voor de luchtgeieidingsaudiometrie en TEOAE 25 linker en 25 rechter oren opgenomen. Voor de beengeleidingsaudiometrie zijn 26 oren meegenomen in de analyse.
Lucht eleidin saudiometrie In tabel 6 valt op dat de hoogste percentages significante gehoordrempelverhogingen gevonden worden bij 4.000 Hz. Het betreft ongeveer de helft van de proefpersonen. Naar de lagere frequenties toe nemen de percentages af. Bij de iaagste en hoogste frequenties hoorden enkele proefpersonen na bjootsteiling aan hoge geluidsnivea us juist beter. n meting i en 2 per frequentie.
Luchtgeleidingsaudiometrie: 2G proefpersonen,25 oren rechts en 25 oren links, De decibelwaarden van meting 2 zijn van de waarden van meting ’i afgetrokken. Een verschil van meer dan 5 da(Ai wordt als significant
beschouwd. < -5 dag): Bij een uitkomst van kleiner dan -5 lag de gehoordrempel bij de tweede meting signiacant hoger dan bij de eerste meting:
een slechter gehoor direct na blootstelling, > 5 dB(A) : Bij een som van groter dan 5 lag de gehoordrernpel bij de tweede meting significant lager dan bij de eerste meting: een beter
gehoor direct na blootstelling.
In tabel 6 is gekeken naar het aantal oren met significante gehoordrempelverschuivingen, ln tabel 7 wordt gekeken naar het aantal proefpersonen, en dan specifiek naar het aantal significante gehoordrempelverhogingen bij 4.000 Hz. De aanta’llen proefpersonen met unilateraie gehoordrempelverhogingen zijnhoger dan het aantal bilaterale gehoordrempelverhogingen, Tabel 7. Lirchtgeieidingsaudiometrie: aantallen proefpersonen met significante gehoOrdrempel-verhogingen bij 4.080 Hz uni- en bgateraal.
Zijde Aantallen
Rechts 4 Links
Beiderzijds 7
Totaal 17 Been eleidin saudiometrie Bij de eerste acht proefpersonen zijn beenaudiogrammen gemaakt zonder gebruikte maken van universele oordopjes, Deze proefpersonen gaven aan bij deze meting veel hinder te ondervinden van omgevingsgeluiden. Daarom is besloten vanaf proefpersoonnummer negen gebruik te gaan maken van universele oordopjes, Tabel 8. Beengeleidingsaudiometrie: percentages van proefpersonen met significante verschillen tussen metin 1 en 2 per frequentie.
Meting 1-2 Beengeleidingsau iometrie zon er oordoppen F requenties (Hz)
250 500 ’)000 2000 4000 8000 96 0 25 0 0500133813 25 r)(r (-5 > 5 dB(A) dB {A) 25 25 II B aanga eirlingsandiometrie met oordoppen
60 06 11 0 336 22 6 F requenties (Hz)
250 500 201IO 2000 r)(5 (-5 dB(A) 9(2 ) 5 dB (A)
8000
Beengeleidingsaudiometrie zonder oordoppen: 8 proefpersonen. Beengeleidingsaudiornetrie met oordoppen: 18 proefpersonen,
< -5 dB(A) : Bij een uitkomst van kleiner dan -5 lag de gehoordrempel bij de tweede meting signifiicant hoger dan bij de eerste meting:
een slechter gehoor direct na blootstelling. > 5 dB(A): Bij een som van groter dan 5 lag de gehoordrem pel bij de tweede meting significant lager dan bij de eerste meting: een beter
gehoor direct na blootsteuing,
Uit tabel 8 valt op te maken wanneer geen gebruik gemaakt is van universele oordopjes dat na blootsteging enkel een significant slechter gehoor wordt gevonden bij 4.000 en 8.000 Hz, respectievelijk bij drie en twee proefpersonen. Echter, bij vele frequenties is juist sprake van een beter gehoor na blootstelling. Wanneer wel universele oordopjes zijn toegepast, wordt bij elke frequentie minstens isrsn proefpersoon gezien met een slechter gehoor na blootsteiling. De helft van de proefpersonen heeft een slechter gehoor na blootstelling bij 4.000 Hz. Het aantal proefpersonen met een significant beter gehoor na blootstelling is afgenomen tot in totaal drie en betreft de drie hoogste frequenties.
Qrn te bepalen of met het gebruik van universele oordopjes de metingen betrouwbaarder zijn, is gekeken naar het aantal frequenties waarbij het gehoor na blootstelling significant beter was, Bij de metingen zonder
universele oordopjes betreft dit 12 van de 48, dus 25% van de metingen. Bij de metingen met gebruikmaking van universele oordopjes zijn dit 3 van de 108, dus 2,896 van de metingen.
Gehoorschade-onderzoek onder horeca bezoeisers In Eindhoven
TEOAE
Uit tabel 9 kan opgemaakt worden dat het aantal metingen waarbij na de blootstelling een significant slechter gehoor gevonden is, duidelijk lager is dan bij audiometrie. De hoogste percentages voor beide oren worden gezien bij 1.414 Hz, Vergelijkbare percentages worden gezien bij 2,828 Hz rechts en bij 2.000 Hz links. Bij 4.000 Hz rechts heeft 10’ van de proefpersonen een significant slechter gehoor na de blootsteliing. Links heeft geen enkele proefpersoon een significant slechter of beter gehoor bij 4.000 Hz na de blootsteiling, Etsn proefpersoon heeft links bij 2.000 Mz na de blootstelling een significant beter gehoor dan voor de blootste l i ing. centages significante verschillen tussen de emissiewaarden van meting ’i en 2 per frequentie.
De deCibelwaarden van meting 2 zijn Van de waarden van meting i afgetrekken. > 4 dB(Ak Bij een som van groter dan 4 was de emissiewaarde bij de eerste meting significant groter dan bij de tweede meting en dos
was het gehoor bij de eerste meting beter. < -4 dB(A) : Bij een SOm Van k! einer dan -4 waS de erniSSie Waarde bij de eerSte meting SignifiCant kleiner dan bij de tWeede meting en du S
was het gehoor bij de eerste meting slechter.
Subvraag stellingen Deze vraagstellingen zullen geanalyseerd worden met gebruikmaking van de resultaten bij luchtgeleidingsaudiometrie bij 4.000 Hz, De resultaten van de beengeleidingsaudiometrie zullen niet meegenomen worden vanwege de complexiteit van de metingen met en zonder universele oordopjes, Vanwege het zeer beperkte aantal significante gehoordrempeiverhogingen worden de TEOAE-gegevens ook niet meegenomen bij de beantwoording van de subvraagstellingen,
Subvraagstelling 2a: Hebben appreciatiefactoren invloed op het gehoor vobr en direct na de blootstelling aan hoge geluidsniveaus? Uit de enqurste is gebleken dat 11 van de 26 proefpersonen de muziek mooi vonden, terwijl 9 proefpersonen de muziek niet mooi vonden, Zeven proefpersonen vonden de muziek wisselend.
Gehoorschade-onderzoetonderhoreÂńabezoekeis in Eindhoven
Tabel 10. Aantallen proefpersonen met een significante gehoordrempelverhoging bij 4.000 Hz bij luchtgeleidingsaudioinetrie en de
menin van de proefpersonen over hoe mooi men de ehoorde muziek vond.
Significante gehoordrempeiverhoging bij 4 000
Hztu’lucht eleldin saudiometrie
Rechts Links Beiderzrds Totaal Muziek cafe
Ja
1
vanavond mooi?
Nee Wisselend
2
Totaal
7 6
1
4
4
’l?
Vit tabel 10 kan opgemaakt worden dat de aantallen proefpersonen met significante gehoordrempelverhogingen bij 4.000 Mz die de muziek wel en niet mooi vinden vergeiijkbaar zijn. Uit de enquiste is tevens gebleken dat 15 van de 26 proefpersonen de muziek te hard vonden staan. Negen proefpersonen vonden het geluidsniveau precies goed, terwijl volgens eisn proefpersoon de muziek te zacht stond. Deze ene proefpersoon bezocht het cafe op een avond dat er geen live-muziek te horen was. Tabel 11. Aantallen proefpersonen met een significante gehoordrempelverhoging bij 4,000 Hz bij luchtgeleidingsaudiornetrie en de
mening van de proef ersonen over het eluidsniveau vande ehoordemuziek.
Significante gehoordrernpelverhoging bij 4.000
Hz hi’lucht efeidin saudiometrie
Rechts Links Beiderzijds
Proefpersonen die vonden dat de muziek in het cafe te hard stond, laten vaker significante gehoordrempelverhogingen zien dan proefpersonen die het geluidsniveau precies goed vonden. Zie tabel 11.
5ubvraagstelling 2b: Meeft geslacht invloed op het gehoor voor en direct na de blootstelling aan hoge
geluidsniveaus? Met aantal mannen en vrouwen met significante gehoordrempelverhogingen is vergelijkbaar. Ook het aantal mannen met uni- of bilaterale gehoordrempelverhogingen is vergelijkbaar met de aantallen voor de vrouwen. Zie tabel 12.
GehnnrSCnade-OnderZOek Onder hOreCabezOekerS in EindhOVen
Tabel 12. Aantallen proefpersonen met een significante gehoordrempelverhoging bij 4.000 Hz bij luchtgeleidingsaudiometdie en het
qeslacht van de proefpersonen.
Significante gehoordrempelverhoging bij 4,000 tazbi’ tuchtseeleldjh ttaudiomettie
Man 3 33 43 89 Vrouw 4 6 7 17
Rechts Links Beiderzijds Totaal
Geslacht Totaal
Subvraagstelling 2c: Heeft de hoogte van het geluidsniveau van de blootstelling invloed op.het gehoor vbor en direct na de blootstelling? Op avonden dat live-muziek te horen was in het caftk waren de ge!uidsniveaus hoger dan op avonden dat er geen live-muziek te horen was, Op avonden met live-muziek reikten de geluidsniveaus op de momenten dat de bands speelden tussen de 102 en 118 dB(A). Op avonden zonder live-muziek waren de geluidsniveaus aan het rond 22.00 uur rond de 80dB(A) en rond 0.00 uur rond de 95 dB(A).
ln totaal zijn 13 van de 26 proefpersonen blootgesteld geweest aan hoge geluidsniveaus, geproduceerd door live-bands. Tabel 13. Aantallen proefpersonen met een significante geh oordrempelverhoging bi) 4 000 Wz bij luchtgeleidingsaudiometrie en de
blootsteilin aan live-muziek.
Significante gehoordrempelverhoging bij 4,000
bz bz iucht eteidio caudiometzie Rechts
Live muziek? Ja nee Totaa!
Totaal 8 9 17
1-let aantal proefpersonen met significante gehoordrem pelverhogingen dat blootgesteld is aan live-muziek is vergelijkbaar met het aantai proefpersonen dat is blootgesteld aan luide muziek op avonden zonder livemuziek. (zietabel13)
Subvraagstelling 2d: Heeft lichamelijke inspanning tijdens de blootstelling invloed op het gehoor vodr en direct na de blootstelling aan hoge geluidsniveaus? Observaties in het cafe maakten duidelijk dat het grootste deel van de bezoekers van het cafÃľs rustig wat dronken aan de bar of een tafeltje. Er werd relatief weinig gedanst. h/let de toename van de geluidsniveaus over de avond nam ook het aantal dansende bezoekers m het cafe toe,
Gehooizchbde-andezzaekondet hazecabezaekets in fandhoven
Bi de tweede enquEte hebben 20 proefpersonen aangegeven het grootste deel van de tijd rustig wat gedronken te hebben. Vier proefpersonen hebben ongeveer evenveel tijd gedanst als rustig vrat gedronken en 2 proefpersonen hebben het grootste deel van de tijd gedanst. Tabel 1 4. Aantalfen proefpersonen met een significante gehoordrempelverhoging bij 4,006 Hz bij luchtgeleidingsattdiornetrie en dansen
Significante gehoordrempelverhoging bij 4.000 Hz bij
tuchtcteleidtndsaudtumetrie
010
ReÂńhts Links Beiderzrds
Totaal
15 17
Uit tabel 14 blijkt dat veruit de meeste proefpersonen die een significante gehoordrempelverhoging laten zien het grootste deel van de tijd rustig wat gedronken hebben. Dit ls 75% van de proefpersonen die rustig wat gedronken hebben. Van de proefpersonen die minstens de helft van de tijd gedanst hebben heeft 3316 een significante gehoordrempelverschuiving bij 4.000 Hz.
Vraagstelling 3: Is er een verschil in gehoor aantoonbaar bij proefpersonen vbbr en twee tot zes dagen na blootstelling aan hoge geluidsniveaus in een horecagelegenheid? Van de 26 proefpersonen bij de tweede metingen zijn 24 proefpersonen teruggekomen voor de derde metingen. Tabel 1 S. Het aa nta
ede en de derde meting,
5,6 0,7 17,8 4s9
Uit tabel 15 blijkt dat er gemiddeld ruim 5 dagen tussen de tweede en derde meting zat. Het minimum aantal dagen bedroeg 0,7, wat betekende dat men vroeg op de avond na de blootstelling de derde meting onderging.
Lucht eleidin saudiornetrie Tabel 16 laat opvailend hoge percentages van significante verschillen tussen de eerste en derde meting zien. Frequenties waarbij proefpersonen bij de derde meting beter hoorden dan bij de eerste meting betreffen voornamelijk de laagste en hoogste frequenties, namelijk de 250, 500 en S.OOO Hz. Men hoort bij de derde meting juist slechter bij de "middenfrequenties" 1.000 en 2.000, maar voornamelijk bij de 4.000 Hz,
Gehoordrhade-onderzoek onder horecabezookersin Eindhoven
’fabel 16. LuchtgeleidingSaudiometrie: percenta es van roef erSonen met si nificante verschillen tussen meting 1 en 3 per frequentie.
i. u chtgeleidings audiometrie rec hts F requenties (Hz)
250 500 1000 2000 4000 8000
0 4 4 4 17 4
35 30 4 9 0 13 Luthtgeleidingsaudiometrie links F requenties (Kz)
250 500
00
39 17 Luchtgeleidingsaudiometrie: 24 proefpersonen, 23 oren rechts en 23 oren links, De deCibelwaarden van metinq 3 zijn van de waarden van meting 1 afgetrokken.
c-5 dB(A): Bij een uitkomst van kleiner dan-5 lag de gehoordrempel bij de derde raeting significant hoger dan bij de eerste meting, wat
overeenkomt met een slechter gehoor bij de derde meting. > 5 dB(A): Bij een som van groter dan 5 lag de gehoordrempei bij de derde meting significant lager dan bij de eerste meting, wat
overeenkomt met een beter gehoor bij de derde meting.
Been eleidin saudiometrie in tabel 17 valt op dat de frequentie 8.000 Hz ontbreekt. Omdat de audiometrie-apparatuur in de gehoorwinkei van Beter koren door een technisch mankement geen 8.000 Hz-meting kon verrichten, is deze frequentie uit de analyse ter vergelijking van de eerste en derde meting gehaald, Tabel 17, Been eleidin saudiornetrie: ercenta es van roef ersonen met si nificante verschillen tussen meting 1 en 3 perfrequentie,
Meting 1-3 idingsaudiometrie zonder oor oppen Frequenties (Mt)
500 1000 2000 4000
’)(2 25 0250 38 13 5)(3(-5 > cIB(A) 5 dB(A) 0 13 Meting 1-3
eidingsaudiometrie metoorrloppen
t)to < -5 dB(A) 5)fg > 5 dB (A)
Beengeleidingsaudiometriezonder oordoppem B proefpersonen. Beengeleidingsaudiometrie met oordoppen: 16 proefpersonen, < -5 dB(A) : Bij een uitkomst van kleiner dan -5 lag de gehoordrempel bij de derde meting significant hoger dan bij de eerste meting, wat
overeenkomt met een slechter gehoor bij de derde meting. > 5 dB(A) : Bij een som van groter dan 5 lag de gehoordrempel bij de derde meting signiacant lager dan bij de eerste meting, wat
overeenkomt met een beter gehoor bij de derde meting.
De percentages voor de beengeleidingsaudiogrammen in tabel 17 zijn hoger dan de percentages voor de Iuchtgeieidingsaudiogrammen Met name bij de 2.000 Hz wordt zowel bij de metingen met als zonder universele oordopjes een slechter gehoor bij de derde meting gezien, in mindere mate bij 1.000 en 4.000 Hz. Slechts enkele proefpersonen laten bij de derde meting een beter gehoor zien en dit zijn met name proefpersonen met universele oordopjes,
TEOAE
Uit tabel 18 kan worden afgelezen dat bij 2.000 Mz bij relatief veel derde metingen het gehoor beter wasdan bij de eerste meting. Daarnaast valt op dat relatief veel proefpersonen bij 1.000 Hz rechts een slechter gehoor hadden bij de derde meting ten opzichte van de eerste meting. De overige percentage zijn redelijk vergelijkbaar en laag.
t utte.tegee: t t iti t ettt t d t t d tt gt epe teeuetttte. c ts
09 17 4 00 F requenties (Hz)
1414 2000 2828 ks
F requenties (Hz)
1414
4000
2828 4000
8- 0
De decibelwaarden van meting 3 zijn van de waarden van meting i afgetrokken. ) 4 d5(A): Bij een SOrn Van grOter dan 4 waS de emiSSiewaarde bij de eerSte meting SignifiCant grater dan bij de derde meting en dOS WaS
het gehoor bij de eerste meting beter. e.–4 dB(A); Bij een som van kleiner dan -4 was de emissiewaarde bij de eerste meting significant kleiner dan bij de derde meting en dvs
was het gehoor bij de eerste meting slechter,
Vraagstelling 4: Is er bij proefpersonen sprake van tinnitusklachten tijdens onderzoeksrnomenten? Voor beantwoording van deze onderzoeksvraag is gebruik gemaakt van alle verzamelde data, inclusief de antwoorden van de geexcludeerde proefpersoon,
Alle 31 geincjudeerde proefpersonen hebben deze vragen beantwoord. Zeven proefpersonen hebben aangegeven nooit tinnitus ervaren te hebben en zijn daarom weggelaten. Uit tabel 19 blijkt dat ruim driekwart van de proefpersonen (24 van de 31) wel eens tinnitus heeft ervaren. De meest aangegeven oorzaak is uitgaan met luide muziek. Etsn proefpersoon heeft zelfs continu tinnitusklachten. Twee proefpersonen hebben aangegeven dat ze in het verleden wel tinnitus-klachten hebben gehad, maar dat ze daar tegenwoordig geen last meer van hebben. Deze twee proefpersonen zijn beiden reeds meer dan 5 jaar meer dan 40 uur per week werkzaam in de horeca,
Gehoorschademnderzoek onder horecabazOekers in Gtodhoven
Tabel lei Hebben de roefpersonen ooit tinnitus ervaren en wat zi n mo eli ke uitlokkende factoren bil deze proefpersonenr
Ooit tinnitus ervaren?
Vroeger wel, nu nooit meer 2 0 0 0 0
Ja, soms
Mogelijk uitlok-
kende factoren van tinnitus.
Uitgaan met luide muziek Uitgaan en werk Gebruik hoofdtelefoon Spontaan Spontaan en uitgaan Spontaan, gebruik hoofdtelefoon en werk
Totaal 10 2 1
4 2
Anders. namelijk Uitgaan en anders, namelijk" Totaal
24
21
"Gegeven antwoorden. vermoeidheid. verkoudheid en nekklachren. Tabel 2ei Geeft blooksieiiing aan live-muziek met hogrre gelui dsnnieaus meer tinniiusklaChten dan biooksteilmg aan niet.live-mudiek
mek minder ho e eiuldsniveausr
Live muziek?
Ja Nee Totaal
Tinnitus Nee
8
na bloot- Ja, in beide oren stelling? Ja, in het rechter oor
5
9 0
3 1
Ja, in het linker oor
Totaal
13 ’12 1
0
1
1
12
15
27
Na de blootstelling aan hoge geluidsniveaus zijn 27 proefpersonen terug gekomen voor de tweede metingen, waarbij bovenstaande vragen gesteld zijn. Hierbij zijn ook de antwoorden van de geexclu deerde proefpersoon meegenomen, Uit tabel 20 blijkt dat de helft van de proefpersonen geen tinnitus heeft na blootstelling. Van de 14 proefpersone n die wel tinnitus ervaren, zijn slechts vier proefpersonen blootgesteld geweest aan live-muziek en dus aan hogere geluidsniveaus. Tabel 21:HoelangervarenProef erepneniinnitus emiddefdenhebbende roef ersonenenkeiedegennadebiootstegingtinnitusr
Tinnitus enkele dagen na
blootstellin ?
Ja, in beide Ja, in het
Nee oren rechteroor Totaal Duur tinnitus
Minuten
11
gemiddeld?
Uren
4
Dagen Totaal
12 4
0
1
15
17
Uit tabel 19 is gebleken dat 24 proefpersonen ooit tinnitusklachten hebben ervaren. Uit tabel 21 blijkt dat in totaal slechts 17 van hen de vraag beantwoord hebben over hoe lang zij hier gemiddeld last van hebben isn zijn teruggekomen voor de derde metingen.
Tweederde deei van de proefpersonen heeft meestal minuten last van tinnitus, eerderde deel heeft hier uren last van.
Enkele dagen na de blootstelling ervaren twee proefpersonen tinnitus.
Mening over gehoor veranderd? rzoek veranderdr"
" Gegeven antwoorden: een proefpersoon groter links rechtsverschil dan gedacht, zes proefpersonen beter gehoor dan verwacht, dhdhn
proefpersoon een slechter gehoor dan gedacht.
in totaal hebben 2S proefpersonen alle metingen ondergaan, inclusief de gekxcludeerde proefpersoon. Uit tabel 22 kan opgemaakt worden dat tweederde deel van de proefpersonen geen andere mening hebben gekregen over het gehoor. Van de acht proefpersonen die inmiddels wel een andere mening hebben, zijn zes proefpersonen van mening dat het gehoor beter is dan verwacht.
Gehoorbescherming Uit tabel 23 blijkt dat keen op de vijf proefpersonen soms gebruik maken van gehoorbescherming tijdens uitgaan,
T b 122’ht* kf I h Ik h b wl I etddd I tf Itg t"
"gegeven antwoorden: vijf maal "oordoppen", e&n maal "op maat gemaakte oordoppen". De 25 proefpersonen die zijn teruggekomen voor de derde metingen zijn gevraagd of ze van plan zijn om in de toekomst gehoorbescherming te gaan gebruiken
’I h 122: "e ’e b, a af,tf’d It h d hÂń I t gebulk Aanta Ilen
17
Uit tabel 2zi blijkt dat 00nderde van de proefpersonen misschien van plan is om in de toekomst gehoorbesche rrning te gaan gebruiken.
Gehoorschade-onderzoek onder horecabezaekers in Brkdhoven
Tabel 2S: Maak je wel eens gebruik van gehoorbescherrningsrniddelen tijdens uitgaan en ben je van plan om tijdens uitgaan
gehoorbescherrning te gaan gebruiken?
5lechts een proefpersoon die soms gehoorbescherrning gebruikt is in de toekomst van plan altijd gehoorbescherming te gaan gebruiken tijdens uitgaan. Van de proefpersonen die soms gehoorbeschermirig gebruiken is er een die dit misschien blijft doen en twee dit niet meer van plan zijn. Zes van 25 proefpersonen die nooit gehoorbescherming hebben gebruikt, zijn dit misschien we! in de toekomst van plan. Echter, 15 van deze 25 proefpersonen zijn dit niet van plan.
Stel jingen over geluidsnivea us ln de eerste enquete zijn twee stellingen opgenomen over gejuidsnjveaus in uitgaansgelegenheden, Alle 31 proefpersonen hebben deze vragen beantwoord. Op de vraag "Wat vind je van de stelling; "Hoe harder tje muziek staat, hoe beter de sfeer!" antwoorden alle proefpersonen dat ze het niet met de stelling eens zijn, Daarnaast is een vraag gesteld wat men ervan zou vinden als in de toekomst de muziek in uitgaa nsgelegenheden zachter zou staan, Tabel 2tk "Wanneer de muziek in de toekomst in uit aans ele enheden zachter zou staan. vind ’e dat een oed lan?"
Antwoorden
Aantallen
ja, dat zou ik prettig vinden! Dan wordt het eindelijk mogelijk om ook in
uitgaansgelegenheden een gesprek te voeren, Het maakt me niets uit, ik ga toch wel uit!
Nee, het zou daardoor saaier worden, maar ik zou nog wel uitgaan. Nee, het zou daardoor saaier worden, dus ik zou niet meer uitgaan.
0
Totaal
Ujt tabel 26 kan opgemaakt worden dat de helft van de proefpersonen aangeeft het prettig te vinden wanneer de muziek zachter zou staan. Niemand heeft geantwoord niet meer uit te zullen gaan wanneer cle muziek zachter staat.
5. Discussie Onderzoekslokatie Het zal duidelijk zijn dat de onderzoeksomgeving, een uitgaansgebied in de avond- en nachturen, niet ideaal is. De proefpersonen verkeerden in een uitgelaten stemming en waren, met name bij de tweede meting, vaak onder invloed van alcohol. Daarnaast zullen de proefpersonen in de avond en nacht onder invloed van alcohol en vermoeidheid niet optimaal presteren.’
Andere bezoekers van het uitgaansgebied zorgden bovendien regelmatig voor verstoring van de metingen doordat men vaak luidruchtig de audiornetrie-bus van Beter Horen passeerden. De derde metingen vonden plaats in een gehoorwinkel van Beter Horen. Hierdoor was de onderzoeksomgeving bij de derde metingen duidelijk anders dan bij de eerste en tweede metingen: de metingen vonden vroeger op de avond plaats en op een door-de-weekse avond in plaats van in het weekerid, de omgeving oogde serieuzer en er was minder verstoring van de metingen door omgevingsgeluiden Daarnaast was er de beperking dat slechts 4+n cafÃľs bereid was medewerking te verlenen aan het onderzoek, Hierdoor is het onderzoek niet representatief voor het uitgaansgebied, omdat direct sprake is van een
onbedoelde selectie van proefpersonen,
Proefpersonen Helaas waren weinig bezoekers van het cafÃľs bereid medewerking te verlenen aan het onderzoek. Bij de werving sactie bij Fontys Hogescholen bleek het feit dat er geen keuzevrijheid was met betrekking tot het cafÃľs van blootstelling een groot struikelblok. Als men al open stond om medewerking aan het onderzoek te verlenen, was men niet bereid het medewerking-verlenende cafÃľs te bezoeken, omdat men daar geen vaste bezoeker was,
De wervingsactie in het cafe zelf verliep beter, mogelijk mede doordat vaste bezoekers het als een sociale verplichting richting cafÃľs-eigenaar ervaarden. De meerderheid van niet-reguliere bezoekers van het cafe die gemotiveerd konden worden tot deeiname hadden over het algemeen vanuit hobby of beroep interesse in gehoor en geluid. Vaak betrof dit geluidstechnici of bandleden die wei benieuwd waren naar de status van hun gehoor. Een veel gehoorde reden waarom men niet bereid was medewerking te verlenen. was het feit dat men een gezellig avondje uit wilde zijn en geen zin had in een serieus onderzoek. Het onderzoek zou het plezier van de avond in de weg staan.
Vanwege de rnoeizarne proefpersonenwerving zijn alle 31 proefpersonen die wel bereid waren mee te werken aanvankelijk geincludeerd. Achteraf zijn de oren van de proefpersonen die geexcludeerd dienden te worden alsnog geexludeerd. Een proefpersoon is geexcludeerd omdat beide oren een te slecht gehoor lieten zien en bovendien had deze proefpersoon te grote hoeveelheden cerurnen. Aanvankelijk bestond het plan een exposureg roep van 30 tot 50 proefpersonen te onderzoeken en een even grote controlegroep. Bij dit onderzoek zijn twee typen controle-proefpersonen mogelijk. l. Mensen die een gezond gehoor hebben, doordat ze nooit zijn blootgesteld aan lawaai en geen gehoorklachten hebben. Op deze manier kan gecontroleerd worden of de exposuregroep bij aanvang van het onderzoek een normaal gehoor heeft. 2, Bezoekers van Stratumseind die niet zijn blootgesteld aan hoge geluidsniveaus, maar die wel bezoekers zijn van 5tratumseind en hier de avond doorbrengen, Een mogelijke optie is een biercaf4 zonder luicle muziek hiervoor te benaderen. Met deze controlegroep kan bepaald worden wat vermoeidheid en alcohol voor effect op het gehoor hebben.
Gehoorschade-onderzoek onder horeoebezoekers in Eindhoven
Uiteindelijk is besloten geen controlegroep te includeren, omdat de werving van een exposureg roep al veel moeizamer is verlopen dan vooraf verwacht. Om tevens een controlegroep te includeren zouden nog veie extra meetmomenten nodig zijn, waardoor het niet haalbaar was aile data binnen de geplande tijdsperiode te verzamelen. Een gevolg van het niet includeren van een controlegroep was dat zowel het onderzoeksdoel, de vraagstellingen en de nulhypothesen gewijzigd dienden te worden en opnieuw geformuleerd. Als alternatief voor een controlegroep is gebruik gemaakt van l SO-standaard 7029. Met behulp van deze standaard kan bepaald worden of de proefpersonen bij aanvang van het onderzoek een normaal gehoor hebben of dat er reeds sprake is van een significant slechter gehoor. Echter, op deze manier is geen analyse mogelijk om te bepalen wat de effecten van verinoeidheid en alcohol op het gehoor zijn, Bij onder andere een foilow-up-studie onder muzikanten is eerder melding gemaakt van gebruik van de ISO-standaard als
referentie." Een groot deel van de proefpersonen is werkzaam in het cafÃľs dat medewerking verleende aan het onderzoek Deze medewerkers waren in de vrije tijd tevens reguliere bezoekers van het cafe. Door de veelvuldige blootstelling, tijdens werk en in de vrije tijd, zijn de proefpersonen niet geheel representatief voor het uitgaan spubliek. Daarnaast is een groot deel van de proefpersonen lid van een rnuziekband of werkzaam met geluid en techniek. Zij toonden interesse bij de verrichting van de geluidsmetingen en konden relatief makkelijker gemotiveerd worden om deel te nemen aan het onderzoek dan andere bezoekers van de uitgaansgelegenheid. De bandleden waren vaak benieuwd hoe het zou zijn gesteld met het gehoor vanwege de veeivuldige blootstelling aan hoge geluidsniveaus. De technici waren met name vanwege de interesse in de onderzoeksopzet en methoden bereid medewerking te verlenen aan het onderzoek. EnquÃłte
Zoals bij elke enquete doet zich de situatie voor dat niet alle vragen beantwoord zijn, Daarnaast zijn er tijdens de uitvoering van het onderzoek nog een aantal vragen gerezen waarvan het fijn zou zijn geweest wanneer daar antwoorden op bestonden. Voorbeelden van dergelijke vragen zijn of proefpersonen last hadden van een vermoeidheidsgevoel op is&n van de onderzoeksmomenten. Bij de tweede enquete is wel gevraagd naar alcoholgebruik, maar niet naar roken en drugsgebruik.
Otoscopie Dit onderzoek is zeer subjectief. Echter, grote hoeveelheden cerumen zijn niet moeilijk op te sporen, Hiervan was bij slechts een proefpersoon sprake, Deze proefpersoon is geexcludeerd, ook omdat deze proefpersoon bij beide oren een te slecht gehoor liet zien.
Audiometrie Mede op advies van een audioloog en audicien is besloten geen gehoordrempels te bepalen bij 3.000 en 6.000 Wz. Achteraf gezien is het jammer dat deze frequenties niet gemeten zijn, omdat vele onderzoeken melding maken van significante onderzoeksresultaten bij deze frequenties. Bovendien hadden de resultaten van de inetingen bij 3,000 Hz bij audiometrie vergeleken kunnen worden met de resultaten bij de TEOAE. Om te voorkomen dat de duur van de metingen langer zouden worden, zou het verstandiger geweest zijn om metingen te verrichten bij 3.000 en 6.000 Hz in plaats van bij 250 en 500 Hz. Bij deze lagere frequenties zijn de resultaten namelijk niet betrouwbaar gebleken.
Vraagstelling 1: Hebben de proefpersonen bij aanvang van het onderzoek een normaal gehoor? De verwachting dat de proefpersonen bij aanvang van het onderzoek een normaal gehoor zouden hebben, viel tegen. Er werden erg hoge percentages gevonden van proefpersonen met een significant slechter gehoor dan normaal. De frequenties met de hoogste percentages zijn de laagste en hoogste frequenties. De hoge percentages bij 250 en 500 Hz kunnen mogelijk verklaard worden door de grote hoeveelheden orngevingsgeluiden tijdens de metingen, waardoor proefpersonen een slechter gehoor laten zien dan normaal. Bij de 8.000 Hz lijken de resultaten asymmetrisch. Echter, de proefpersoonaantallen zijn mogelijk te beperkt om hier een goede uitspraak over te kunnen doen.
Wanneer naar resultaten in de literatuur wordt gekeken, worden het vaakst verhoogde gehoordrempels vastgesteld bij 6.000 Hz.’ "" Daarnaast worden vaak verhoogde gehoordrempels gevonden bij 3.000, 4.000"’ en 8.000" Hz. Bij muzikanten worden vaker verhoogde gehoordrempels gezien bij 4,000 en 6,000 Hz dan bij 3.000 en 8.000 Hz, Bij leerlingen uit de bouw werden met name bij 4.000, 6,000 en 8.000 Hz hogere gehoordrempels gezien dan bij studenten met minder blootsteliing tijdens werk en vrije tijd." Bij mannen met een leeftijd van 18 tot 59 jaar werden in alle leeftijdscategorieen gemiddelde gehoordrempelverhoglngen gezien bij 3.000, 4.000 en 6.000 Hz." 5tatistisch significant verhoogde gehoordrempels worden vastgesteld bij 3.000, 4.000, 8.000 en 16.000 Hz bij frequente bezoekers van rockconcerten. Opvallend is dat twee proefpersonen denken een verminderd gehoor te hebben, maar dat uit de analyse blijkt dat zij wel een normaal gehoor hebben, Zij zijn ervan uitgegaan dat zij door de hoge mate van blootstelling aan hoge geluidsniveaus tijdens werk en/of ln de vrije tijd inmiddels een beschadigd gehoor zouden hebben, Een relatief groot deel van de proefpersonen is werkzaam in de horeca en/of actief in de rnzzikweerll, waardoor de representativiteit van de onderzoeksresultaten niet optimaal is. Met name bandleden blijken zich toch bewust van de risico’s die zij lopen op mogelijke gehoorschade. Mede daardoor waren zij benieuwd naar de status van hun gehoor. Dit bleek een belangrijke motivatie te zijn om medewerking te verlenen aan het onderzoek. Ehn proefpersoon had als hobby houtbewerken. Uit onderzoek is gebleken dat dit een risicovolle hobby is voor de ontwikkeling van gehoorschade."
Nulhypothese 1: De proefpersonen hebben bij aanvang van het onderzoek geen normaai gehoor. Deze nulhypothese kan niet verworpen worden,
Vraagstelling 2: Is er een verschil in gehoor aantoonbaar bij proefpersonen vbbr en direct na blootstelling aan hoge gelukdsniveaus in een horecagelegenheid? De enige proefpersoon die vanwege de slechte audiometrieresultaten van beide oren geisxcludeerd is, diende ook vanwege de hoeveelheid cerumen bij otoscopie gersxciudeerd te worden. Mogelijk is de hoeveelheid cerumen een verklaring voor het slechte gehoor. Deze proefpersoon is geadviseerd de huisarts te bezoeken, Opvallend is dat de vier oren die geexcludeerd zijn een grote leeftijdsspreiding laten zien. Bij de twee oudere proefpersonen spelen mogelijk veelvuldige blootstelling aan hoge geluidsniveaus en/of presbyacusls een rol. srehoorschade-onderzoek onder horecabezoekers in Eindhoven
De proefpersoon van 18 jaar is lid van een band en werkzaam in de horeca, Op deze manier vinden meerdere malen per week blootstelling aan zeer hoge geluidsniveaus plaats. Bovendien komen gehoorklachten bij familieleden voor op relatief jonge leeftijd. Deze proefpersoon is geadviseerd na te denken over op maat gemaakte gehoorbescherming voor muzikanten.
Vier proefpersonen zijn niet teruggekomen voor de gehoormetingen direct na de blootstelling. Telefoontjes werden niet opgemerkt of beantwoord en de proefpersonen waren niet meer in het cafe aanwezig.
Lucht eleidin saudiometrie Direct na blootstelling hebben meer proefpersonen een slechter gehoor dan een beter gehoor. Dit is in lijn met de verwachting. Audiometrie op late tijdstippen kan ertoe leiden dat de proefpersonen niet meer optimaal kunnen presteren, Vermoeidheid en alcohol kunnen hierbij een rol spelen.’ Mogelijk dat deze factoren naast de blootsteiling aan de hoge geluidsniveaus een rol spelen bij de gehoordrempelstijgingen, Echter, een slechter gehoor wordt met name gezien bij 4.000 Mz, een frequentie waarbij vaak door lawaaigeinduceerde gehoorschade wordt vastgesteld.
Significante gehoordrempelverhogingen bij 4.000 Hz worden vaker unilateraal dan bilateraal gezien. Mogelijk dat dit gerelateerd is aan de zijde waaraan men het meest aan de hoogste geiuidsniveaus is blootgesteld. Dit kan het oor zijn dat het meest richting geluidsboxen gericht is geweest of juist het oor waarin anderen het meest geschreeuwd hebben om boven de rnuziekgeluidsniveaus uit te komen ln een poging tot communicatie. Proefpersonen kunnen zelf geen uitsluitende verklaring voor linksrechtsverschillen geven.
Been eleidin saudiometrie Analyse van de resultaten van de audiogrammen laat zien dat de beenaudiogrammen, vervaardigd met toepassing van universele oordopjes, betrouwbaardere, meer consistente resultaten laten zien dan de resultaten van de audiogrammen waarbij geen gebruik is gemaakt van universele oardopjes. Daarom lijkt de beslissing om universele oordopjes toe te gaan passen de juiste te zijn geweest,
De betrouwbaarheid van de beengeleidingsaudiogrammen die vervaardigd zijn zonder gebruik te maken van universele oordopjes moet in twijfel worden getrokken. Een belangrijke verklaring waarom de beengeleidingsaudiogrammen zonder universele oordopjes verminderd betrouwbaar zijn, is de aanwezigheid van omgevingsgeluiden. De audiometrie-bus bleek minder omgevingsgeluiden van buiten tegen te houden dan verwacht. Bovendien vonden in twee kamertjes van de bus tegelijkertijd metingen plaats. wanneer in het ene kamertje gesproken werd, hoorde men in het andere kamertje geluiden hiervan. Omdat bij de beengeleldingsaudlometrie de oren niet afgeschermd waren, ervaarden de proefpersonen veel verstoring van de metingen. De omgevingsgeluiden zijn uiteraard moeilijk beinvloedbaar, zeker in een uitgaansgebied in de avond- en nachturen. Met het gebruik van universele oordopjes kan niet meer bepaald worden of er eventueel sprake is van een geleidingsveriies. Echter, het is de vraag of beengeleidlngsaudiogramrnen vervaardigd zonder universele oordopjes voldoende betrouwbaar zijn om ze met de bijbehorende luchtaudiogrammen te mogen vergelijken. Een voordeel van gebruikmaking van universele oordopjes is dat eventuele gehoordrempelverhogingen na blootstel ling nu wei betrouwbaar kunnen worden onderzocht.
De resultaten van de beengeleidingsaudiogrammen met universele oordopjes voor en na blootstelling zijn vergelijkbaar met de resultaten van de luchtgeleidingsaudiograrmme, Ook bij de beengeleidingsaudiogrammen wordt met name bij 4.000 Hz een slechter gehoor gezien.
Gehoorschnde-onderzoek onder horerahezoekerv in Eindhoven
Audiometrie Enkele proefpersonen laten direct na blootstelling een beter gehoor zien. Mogelijk spelen cafeine of andere stimulerende middelen een rol, waardoor deze proefpersonen bij de tweede meting alerter zijn met als mogelijk gevolg een significante gehoordrempefdaiing, Omdat de eerste en tweede meting relatief snel na elkaar plaats vinden, moet mogelijk rekening worden gehouden met een "leereffect"."
4.000 Hz is de frequentie waar meerdere onderzoeken de grootste gehoordrempelverhogingen hebben gevonden na blootstelling aan hoge geiuidsniveaus. Bij een onderzoek onder bezoekers van concerten werd vlak na het concert bij 81% van de proefpersonen een significante gehoordrempelverschuiving bij 4,000 Hz gezien," Een ander onderzoek liet ook voornainelijk gehoordrempelverschuivingen bij 4.000 Hz zien, maar ook bij 3.000 en 6.000 Hz. Ha een verblijf van vijf uren in een discotheek" en na werken in een lawaaiige omgeving" werden significante gehoordreinpelverschuivingen vastgesteld bij 4.000 en 6.000 Hz. Bij een onderzoek na vier uur blootsteliing in een discotheek was de gehoordrempelverschuiving het meest uitgesproken bij 8.000 Hz." Een ander onderzoek vond na een vergelijkbare blootsteliing significante gehoortirempelverschuivingen bij aile frequenties," Rock-muzikanten lieten na een concert bij alle frequenties gehoordrempelverschuivingen zien, maar met name bij juist de lagere frequenties 500 en 1.000 Hz." TEOAE
Bij de analyse van TEOAE-waarden worden geen uitgesproken bevindingen gedaan. De percentages proefpersonen met een significant slechter gehoor bij de tweede meting zijn voor alle frequenties lager dan 20iii’. Bij 4.000 Hz worden opvallend iage percentages gevonden, terwijl bij audiometrie bij deze frequentie juist de meest uitgesproken verschillen worden waargenomen. Uit de literatuur is gebleken dat na een schiettraining de TEOAE-waarden significant lager waren bij de frequenties 1,000,2.000, 3.000 en 5.000 Mz" en bij een ander onderzoek bij 2,000 en 4.000 Hz," Een onderzoek onder jagers na een jacht liet significant lagere TEOAE-waarden zien bij 1.500 en 2.000 Hz. Dit resultaat komt beter overeen met de resultaten van dit onderzoek. Echter, de gevonden percentages bij dit onderzoek zijn discutabel laag.
Uit de literatuur kan geconcludeerd worden dat OAE-metingen nauwkeuriger en betrouwbaardere resultaten kunnen leveren dan audiometrie. Echter, dit onderzoek kan deze bevinding niet bevestigen.
hfulhypothese 2: Gehoordrempels en TEOAE-waarden direct na blootstelling aan hoge geluidsniveaus in uitgaansgelegenheden zijn niet verschillend ten opzichte van gehoordrempels en TEOAE-waarden voorafgaand aan de blootstelling.
Uitgaande van de resultaten bij audiornetrie kan deze hypothese voor ongeveer de helft van de proefpersonen verworpen worden. Echter, voor de andere helft niet, Wat betreft de resultaten bij TEOAE karr deze hypothese niet verworpen worden.
Subvraagstelling 2a: Hebben appreciatiefactoren invloed op het gehoor voor en direct na de blootstelling aan hoge geluidsniveaus? Uitgaande van literatuurbevindingen zou je verwachten dat wanneer men de muziek mooi vindt minder gehoordrempelverhogingen gevonden worden."4’ Dit is ook een mogelijke verklaring waarom publiek bij bezoek van een concert grotere gehoordrernpelverschuivingen laat zien dan de muzikanten zelf, Mogelijk dat de muzikanten beter tegen popmuzieklawaai kunnen dan hun publiek. Bij dit onderzoek lijkt het wel of niet mooi vinden van muziek geen invloed te hebben op het gehoor. Echter, proefpersonen die de muziek als te luid ervaren laten iets vaker gehoordrernpelverhogingen zien. Mogelijk dat de beleving van de muziek als te hard gerelateerd is aan het wel of niet waarderen van de gehoorde muziek. Het staat vast dat luisteren naar hoge geluidsniveaus van mooie muziek als minder vervelend ervaren wordt dan luisteren naar hoge geluidsniveaus van muziek die men niet mooi, vind. Helaas zijn de proefpersoonaantalien te beperkt om hier een goede uitspraak over te kunnen doen.
Nulhypothese 2a: Appreciatie-factoren hebben geen invloed op het gehoor direct na blootstelling aan hoge geluidsnivea us. Deze nulhypothese kan niet verworpen worden.
Subvraagstelling 21: Heeft geslacht invloed op het gehoor vbhr en direct na de blootstelling aan hoge geluidsniveaus? Meerdere artikelen zijn gepubliceerd waarin beschreven is dat er een verschil in gevoeligheid bestaat tussen mannen en vrouwen wat betreft het ontstaan van significante gehoordrempelverschuivingen.Jongens zouden vaker een hogere gehoordrempel hebben dan meisjes’" en mannen vaker dan vrouwen"". Dit is gerelateerd aan de hogere frequentie blootstellingen aan hoge geluidsniveaus door jongens en manrien."’"" Echter, wat betreft gehoordrempelverschuivingen is nog geen consensus bereikt. Volgens het ene artikel tonen vrouwen significant grotere gehoordrempelverschuivingen dan mannen’4en volgens het andere artikel is dit andersom", Dit onderzoek heeft geen verschil aangetoond. Echter, het aantal proefpersonen was hier mogelijk te beperkt voo I’.
Nulhypothese 2b: Indien sprake is van gehoordrempelverschuivingen zijn die geslachtsonafhankelijk, Deze hypothese kan niet verworpen worden,
Subvraagstelling 2c: Heeft de hoogte van het geluidsniveau tijdens de blootstel ling invloed op het gehoor voor en direct na de blootstelling? De observatie dat op alle avonden de geluidsniveaus gedurende de avond continu toenamen, is ook bij
andere studies gedaan.’" Op avonden met live-muziek zijn er opvallend genoeg niet meer proefpersonen met significante gehoordrempelverhogingen dan op andere avonden. De verwachting dat hogere geluidsniveaus meer gehoordrempelverhogingen geven, kan hiermee niet bevestigd worden. Bij andere onderzoeken resulteerde een biootstelling aan hogere geluidsnlveaus in een toename van het aantal proefpersonen met gehoordrempelverschuivingen." Gehooiachade-onderzoek onder hore
Mogelijk dat de aantallen proefpersonen bij dit onderzoek te beperkt zijn om significante verschillen waar te kunnen nemen,
Nulhypothese 2c. De hoogte van de verhoogde geluidsniveaus heeft geen invloed op het gehoor direct na blootstelling. Deze hypothese kan niet verworpen worden.
Subvraagstelling 2d: Heeft lichamelijke inspanning tijdens de blootstelling invloed op het gehoor voor en direct na de blootstelling aan hoge geluidsniveaus? Lichamelijke inspanning lijkt in dit onderzoek geen invloed te hebben op het ontstaan van een gehoordrempelverhoging bij 4.000 Hz. Het zijn juist de proefpersonen die rustig wat gedronken hebben die duidelijk vaker significante gehoordrempelverhogingen laten zien, Dit is tegen de bevindingen van enkele studies in. Bij de combinatie van lichamelijke inspanning en blootstelling aan lawaai werden significant grotere gehoordrempelverschuivingen gevonden bij 3.000, 4.000 en 6,000 Hz dan bij blootstelling aan enkel lawaai of lichamelijke inspanning."
Nulhypothese 2d: Lichamelijke irisparining heeft geen invloed op het gehoor direct na blootstelling. Deze hypothese kan niet verworpen worden.
Vraagstelling 3: Is er een verschil in gehoor aantoonbaar bij proefpersonen vozer en twee tot zes dagen na blootstening aan hoge geluidsniveaus in een horecagelegenheid? Aanvankelijk was het de bedoeling dat proefpersonen tussen de twee en zes dagen na blootstelling terug zouden komen voor de derde meting, Voor de ondergrens van twee dagen was gekozen om te zorgen dat een eventuele tijdelijke gehoordrempelverschuiving de tijd had gekregen te herstellen. De uiterlijke tijd van zes dagen was gekozen om te verkomen dat er een week tussen de tweede en derde meting zat, Hiermee is rekening gehouden met het feit dat mensen die uitgaan meestal op dezelfde dag van de week uitgaan. Echter door overmacht, zoals onverwachte afzeggingen door proefpersonen en een weeralarm, is het noodzakeiijk geweest bij enkele proefpersonen grotere tijdsperioden tussen de tweede en derde meting te accepteren. Kortere tijdsperioden tussen de tweede en derde meting kunnen verkiaard worden door het feit dat een aantal proefpersonen niet in de gelegenheid was meerdere dagen later voor de derde meting terug te kunnen komen. Om toch een derde meting te kunnen doen, is afgeweken van het protocol en zijn deze derde metingen minder dan twee dagen na de blootstelling gedaan.
Audiometrie Een factor waar rekening mee dient te worden gehouden, is dat in de gehoorwinkel andere audiometrleapparatuur gebruikt is dan in de audiometrie-bus, Mogelijk dat dit zorgt voor een vertekenlng van de onderzoeksgegevens. De verwachting is dat er minimale verschillen bestaan tussen de eerste en de derde meting, uitgaande van de veronderstelling dat men in de afgelopen uren niet blootgesteld is geweest aan hoge geluidsniveaus. Als er verschillen worden verwacht dan ls het dat de proefpersonen bij de derde meting een beter gehoor hebben. Deze verwachting is gebaseerd op een aantal factoren:
De onderzoeksomgeving: in de gehoorwinkel, waar de meeste derde metingen hebben plaatsgevonden, zijn minder omgevingsgetuiden aanwezig die de metingen kunnen verstoren dan in de audiometrie-bus. Proefpersonen zijn serieuzer en hierdoor mogelijk alerter. Bij de derde meting is het vroeger op de avond en men verkeert in een minder uitgelaten stemming, Daarnaast is men serieuzer door de onderzoeksomgeving (men komt niet net uit het cafe) en de dag in de week (een door-de-weekse (werk)dag in plaats van een uitgaansdag irk het weekend). Minder blootstelling aan hoge geluidsniveaus op een werkdag dan overdag op een vrije dag. Een leereffect: Dit kan er mogelijk voor zorgen dat men bij latere metingen een beter audiogram iaat zien dan bij de eerste meting. Des te opvallender is het dat juist de proefpersonen zonder universele oordopjes bij de derde meting een slechter gehoor laten zien, terwijl zij in de gehoorwinkel aangaven minder gestoord te worden door orngevingsgeluiden. Mogelijk is dit tegelijkertijd de verklaring: doordat er minder omgevingsgeluiden waren, waren de proefpersonen mogelijk minder alert om toch de aangeboden pieptonen te horen. Een slechter gehoor wordt bij onverwacht veel proefpersonen gezien, met name bij de 4.000 Hz, Bij de luchtgeleidingsaudiometrie hebben relatief veel proefpersonen enkele dagen na de blootstell ing een slechter gehoor bij 4.000 Hz, maar bij de beengeleidingsaudiometrie zijn deze percentages nog groter. Het slechtere gehoor bij de derde meting kan mogelijk verklaard worden door het feit dat er reeds permanente gehoorschade is opgetreden. Dit zou overigens wel erg snel zijn, Helaas zijn de aantallen proefpersonen te beperkt om hier een goede uitspraak over te kunnen doen. iEen significant beter gehoor bij de derde meting wordt met name bij 250 en 500 Hz gevonden. Omgevingsgeluiden bij de eerste meting zijn hiervoor de meest waarschijnlijke verklaring, omdat deze meestal laag frequent in toonhoogte zijn, Dit is mogelijk een verklaring voor het significante betere gehoor bij de derde meting bij deze frequenties.
Uit andere onderzoeken is gebleken dat gehoordrempelverschuivingen srkel verminderen na beeindiging van de blootstelling." Dit herstel kan al binnen minuten optreden.’Tijdelijke gehoordrempelstijgingen bij 2.000 en 8.000 Hz herstellen sneller dan bij 4.000 Hz. Een dag na de blootstelling waren alle gehoordrempels hersteld." EOAE Bij alle metingen is gebruik gemaakt van dezelfde meetapparatuur, De verwachting is dat er minimale verschillen bestaan tussen de eerste en de derde meting, uitgaande van de veronderstelling dat men in de afgelopen uren niet blootgesteld is geweest aan hoge geluidsniveaus. De omgeving waarin de TEOAE-metingen plaats hebben gevonden is vergelijkbaar wat betreft de omgevingsgeluiden. ln de gehoorwinkel werden de ’KOAE-metingen na sluitingstijd in de winkel zelf verricht en niet in een aparte ruimte, zoals de audiornetrie. Aangezien de winkel aan een drukke, doorgaande weg ligt, zorgden passerende auto’s regelmatig voor verstoring van de meetresultaten, met name bij een nat
wegdek. Bij de analyse van TEOAE-waarden worden geen uitgesproken bevindingen gedaan. Alle percentages zijn bij alle frequenties lager dan 20%. Het lijkt er dus op dat er geen grote verschillen tussen de eerste en de derde meting zijn.
Echter, vanwege het beperkte aantal proefpersonen en door het feit dat bij een aantal proefpersonen enkele frequenties uit de analyse zijn gehaald vanwege een te beperkte betrouwbaarheid, kunnen geen goede uitspraken worden gedaan.
Gehoo rschade-onderme k onder horeca besoekers in Bndhoven
Nulhypothese 3: Indien sprake is van gehoordrempelverschuivingen zijn die enkele dagen na de blootstelling nog aanwezig. Wat betreft de TEOAE kan deze hypothese verworpen worden, Wat betreft de audiometrie Ran deze hypothese niet verworpen worden.
Vraagstelling 4: Is er bij proefpersonen sprake van tinnitusklachten tijdens onderzoeksmomenten? Uit de enquete is gebleken dat het grootste deel van de proefpersonen wel eens tinnitusklachten heeft ervaren.
De twee proefpersonen die tegenwoordig geen last meer hebben van tinnitus worden reeds vele jaren tijdens hun werk in de horeca vaak en lang blootgesteld aan hoge geluidsniveaus. Uit een onderzoek onder personeelsleden van discotheken bleek dat personeelsleden jonger dan 30 jaar die korter dan een jaar werkzaam waren in discotheken meer klachten hadden van recidiverende tinnitus dan oudere personeelsleden die al langer dan een jaar dit werk deden." Dit komt overeen met de twee genoemde proefpersonen van dit onderzoek. Uit de resultaten blijkt dat er minder proefpersonen tinnitus ervaren na blootstelling aan hogere geluidsniveaus dan na blootsteliing aan minder hoge geluidsniveaus. Dit is in tegenstelling met wat uit andere onderzoeken is gebleken. Hieruit bleeR namelijk dat wanneer proefpersonen blootgesteld waren geweest aan hogere geluidsniveaus, vaker klaagden over tinnitus, Na een discotheekbezoek van vier uren had bij het onderzoek van Emmerich c.s. 6596 van de proefpersonen tinnitus.’4 Een onderzoek door Bray c,s, toonde aan dat 7496 van de DJ’s na het werk tinnitusklachten had." Uitgaande van het antwoord op de vraag uit de eerste enquÃłte dat de meeste proefpersonen minuten of uren last hebben van tinnitus Ran aangenomen worden dat bij de derde meting geen van de proefpersonen tinnitus ervaart, Dit is ook de verwachting, uitgaande van resultaten bij andere onderzoeken," Voor de twee proefpersonen die wel tinnitus ervaren, zijn duidelijke verklaringen te geven. De ene proefpersoon gaf aan inmiddels verkoudheidsklachten te hebben, die vaker gepaard gaan met tinnitus, De tinnitus die de proefpersoon ervaren had na de blootstelling aan hoge geluidsniveaus is tussentijds wel verdwenen geweest. De andere proefpersoon had bij de eerste enquÃłte reeds aangegeven continu tinnitus te ervaren, welke in de loop van de dagen wel verminderd was,
Nulhypothese 4: Op geen enkel meetmoment is sprake van tinnitusklachten. Deze hypothese moet verworpen worden. Bij de tweede meting heeft de helft van de proefpersonen tinnituskiachten, uitgelokt door blootstelling aan de hoge geluidsniveaus in de uitgaansgelegenheid. Een proefpersoon heeft het gehele onderzoekstraject tinnitusklachten ervaren. Eisn proefpersoon ervaarde tinnitusklachten bij de derde meting als gevolg van verkoudheidsklachten.
Mening over gehoor veranderd? De verwachting bestond dat veel proefpersonen zouden schrikken van de onderzoeksresultaten en dat zij een slechter gehoor zouden hebben dan ze van tevoren hadden gedacht. Echter, het tegenovergestelde bleek waar te zijn. Een kwart van de proefpersonen gaf aan een beter gehoor te hebben dan van tevoren gedachten waren juist opgelucht "waarom zouden ze gehoorbescherming gaan gebruiken als het gehoor riog goed was". Helaas was deze reactie niet de reactie die verwacht werd en waarop gehoopt was.
Ge hoorbesch erming Gehoors
Dat ongeveer 20% van proefpersonen soms gebruik maakt van gehoorbescherming tijdens uitgaan is hoger dan verwacht. Het aantal proefpersonen dat van plan is om in de toekomst misschien gehoorbescherming te gaan gebruiken is met acht niet veel hoger dan het aantal van zes dat nu al soms gebruik maakt van gehoorbescherming. Een mogelijke verklaring waarom men niet open staat voor het gebruik van gehoorbescherming is dat men biootstelling aan hoge geluidsniveaus kan associeren met een aantal positieve ervaringen, zoals het vertonen van uitbundig gedrag en een excuus om lichamelijk contact met andere personen te hebben." Het is de vraag of de enige proefpersoon die van plan is in de toekomst altijd gehoorbescherming te gaan gebruiken een sociaal wenselijk antwoord heeft gegeven. Overigens is dit wel een van de proefpersonen die reeds soms gebruik maakt van gehoorbescherming tijdens uitgaan.
Opvallend is dat twee proefpersonen die soms gehoorbescherming gebruiken dit in de toekomst niet meer van plan zijn. Een reden voor deze verandering in gedrag is hiervoor niet aangegeven. Een kwart van de proefpersonen die nooit gehoorbescherming gebruikte Is dit in de toekomst misschien wel van plan. Het blijft echter natuurlijk altijd de vraag wat er van dergelijke voornemens in de praktijk terecht zal komen,
Stellingen over geluidsniveaus Een aantal ondernemers deelt de mening dat hoe harder de muziek staat, hoe meer bezoekers de uitgaansgelegenheid zullen bezoeken, Ondernemers hebben aangegeven bang te zijn dat wanneer in de toekomst de muziek in ultgaansgelegenheden zachter moet, dat er dan minder bezoekers zullen komen. De angst bestaat dat er dan faillissementen zullen volgen,
Echter, op basis van de antwoorden op de twee stellingen die de proefpersonen van dit onderzoek hebben gegeven, lijkt deze angst niet terecht, Uiteraard moet hierbij rekening worden gehouden met een sterke selectie van de proefpersonen. De proefpersonen waren afkomstig uit erkn cafÃľs. Uit gesprekken met de eigenaar bleek dat met name vroeg op de avond veel bezoekers voor een praatje naar dit cafe komen. De antwoorden kunnen duidelijk niet gegeneraliseerd worden, maar mogelijk dat meer bezoekers van de uitgaanswereld wel deze meningen delen,
Aanbevelingen voor preventie van gehoorschade ket geven van voorlichting over de risico’s van blootstelling aan hoge geluidsniveaus ls een essentieel onderdeel van en een voorwaarde voor preventie van gehoorschade. Voorlichting kan leiden tot bewustwording en daarmee hopelijk tot gedragsveranderingen. Voorlichting kan gericht worden op verschillende doelgroepen, zoaIs kinderen en jeugd, maar ook op muzikanten en personeel in uitgaansgelegenheden.
Het is belangrijk reeds op jonge leeftijd voorlichting aan kinderen te geven ter preventie van gehoorschade,’" Hierbij moeten ook de ouders betrokken worden, bijvoorbeeld door schoolartsen, Informatie aan kinderen en jeugd zou verstrekt moeten worden thuis, op school of via media middels overheidscampagnes.’" Voorlichting op schoten kan mogelijk geÃŕntegreerd worden in lesmaterlaal. Voorlichting over beperkingen in het gebruik van walkmans is hierbij een belangrijk onderdeei. Gehoorschede-onderzoek onder horeeebezoekere in Eindhoven
Naast de voorlichting zou aandacht besteed moeten worden aan het vervaardigen van audiog rammen bij kinderen en jongeren,’ Routinematig audiometrie uitvoeren op scholen, met name in de periode waarin de jeugd voor het eerst wordt blootgesteld aan lawaai in de vrije tijd, kan mogelijk bijdragen aan de
bewustwording," Huisartsen" " en schoolartsen verkeren in een unieke positie om voorlichting en informatie te geven over het voorkomen van gehoorschade," ’ In Singapore is 93,8% van de 50 proefpersonen van een onderzoek met een gemiddelde leeftijd van 22 jaar (19-31 jaar) zich bewust van het feit dat harde muziek gehoorschade kan veroorzaken." Uit de resultaten van "Hreda Barst" is gebleken dat 77% van de geenqueteerden (12 tot 75 jaar, gemiddelde leeftijd 26 jaar) verwacht dat geluidsniveaus, zoals die geproduceerd worden op festivals, schadelijk kunnen zijn voor het gehoor,
Bij het geven van voorlichting is het van belang dat men op de hoogte is hoe men de doelgroep effectief ka bereiken. Methoden van voorlichting dienen aangepast te worden aan de doelgroep. Of voorlichting aan kinderen en jongeren effectief is, kan betwijfeld worden. De resultaten bij een onderzoek van Weichbold c.s, toonde aan dat voorlichtingscampagnes slechts zeer beperkte resultaten kunnen
opleveren."
Uit gans ele enheden. Voorlichting geven aan personeetsleden in uitgaansgelegenheden over de mogelijke risico’s die zij tijdens het werk lopen is belangrijk.""’ Wanneer personeel zich bewust is van de gevaren waaraan zij bezoekers en zichzelf blootstellen, kunnen zij zelf geluidsmetingen verrichten en preventieve maatregelen nemen.4
Verlaging van de geluidsniveaus in discotheken en andere uitgaansgelegenheden kan bijdragen aan preventie van gehoorschade," Mogelijk is dit effectiever dan voorlichting, omdat gedrag van adolescenten moeilijk te veranderen zal zijn.’4 Het is zinloos om jongeren te adviseren geen discotheken te bezoeken." Hierbij is het belangrijk dat aan jongeren informatie verstrekt wordt dat men discotheken met meer lawaai beter kan mijden erl dat het beter is om minder vaak uit te gaan." Daarnaast is het belang rijk rustpauzes voor het gehoor in te lassen."
Geiuidsrnetin enenho e eluidsniveaus Qp openbare plaatsen zouden de geluidsnivea us beperkt moeten worden." Geluidsmetingen vanuit de overheid ter controle en handhaving van de geluidsnlveaus zijn hierbij dan wel van belang. Naast het beperken van de geluidsniveaus is het ook be!angrijk dat aandacht besteed wordt aan de inrichting van plaatsen waar hoge geluidsniveaus geproduceerd worden. Op deze manier kan geluid gericht worden en kan door plaatsing van geluidswanden de overlast voor personen die niet blootgesteld wensen te worden, beperkt worden.’
Gehoorbeschermin . Een onderzoek onder 29 proefpersonen naar de effecten van gehoorbescherming op gehoordrempels toonde aan dat eenvoudige oordopjes van schuim een positief effect hebben op het ontstaan van tijdelijke gehoordrempelverschuivingen.’ Op allend was dat drie proefpersonen het gebruik van de oordopjes
weigerden.’
dehoorschade-ondermek onder horocabezoeleers in Eindhoven
voorlichting over het belang van gebruik van gehoorbescherming bij blootstelling aan hoge geluidsniveaus is belangrijk, zowel op de werkvloer als in de vrije tijd,"" Bij gehoorbescherming is het belangrijk dat de gehoorbeschermers van voldoende kwaliteit zijn, zodat ze voldoende bescherming kunnen biedend Echter, de meest effectieve gehoorbeschermer is de gehoorbeschermer die gebruikt wordt." lnformatieverstrekking bij levering van gehoorbeschermers is belangrijk voor een goede compliance." Het is beter dat men gehoorbescherming toepast bij elk blootstellingsmoment in plaats van af en toe." hliet al het personeel in uitgaansgelegenheden is in het bezit van gehoorbeschermers. Echter, een groot deel van de personeelsieden die wel in het bezit zijn van gehoorbeschermers maakt hier geen gebruik van.’ Ondanks dat 20 van de 23 DJ’s in een onderzoek zich zorgen maakten over het risico op gehoorschade gebruikte slechts 3% van de DJ’s gehoorbescherming,"
Conclusies De onderzoeksomgeving is niet ideaal. De kenmerken van de proefpersonen zijn niet representatief voor bezoekers van uitgaa nsgelegenheden in het algemeen, doch geven een indicatie van effecten van gehoorverlies in een horecagelegenheid, De helft van de proefpersonen heeft bij aanvang van het onderzoek geen normaal gehoor. Na blootstelling aan hoge geluidsniveaus laat ongeveer de helft van de proefpersonen een significante gehoordrempeistijging bij 4,000 Hzzien bij audiometrie. TEOAE-metingen tonen geen overtuigende gehoordrempelverschuivingen aan tussen verschillende meetmornenten. Preventie van gehoorschade is belang rijk. Methoden van voorlichting over risico’s op gehoorschade en over toepassing van gehoorbescherming dienen aangepast te worden aan de doelgroep.
Aanbevelingen: plan van aanpak Het is belangrijk dat er nog meer gericht onderzoek plaatsvindt op vindplaatsen van aan lawaai blootgestelde personen. Men name langdurige follow-up studies zijn van belang om lange termijneffecten te onderzoeken. Dit dient in samenwerking met onderzoeksinstituten op dit terrein te geschieden, Nader onderzoek gericht op lokale interventiemogeiijkheden is nodig om keuzes te kunnen maken bij een plan van aanpak ter preventie van gehoorverlies op latere leeftijd. Dit dient in combinatie met direct betrokkenen en de gemeente te geschieden. Onderzoek naar mogelijkheden om randvoorwaarden te stellen waardoor blootsteiiing aan hoge geluidsniveaus afneemt. Binnen verschillende leeftijdsgroepen, zoals jonge kinderen, opgroeiende jeugd en jong volwassenen onderzoek doen naar effecten van voorlichting,
Literatuurreferenties l. Opperman DA, Reifrnan W, Schiauch R, Levlne D. Incidence of spontaneous hearing threshold shifts during modern concert performances. Otolaryngology ÃćâĆňâĂİ Head and Neck Surgery 2006;134;667-73.
Smoorenburg GF. Gehoorbeschadiging en lawaai. Ned Tijdschr Geneeskd 5tudenteneditie 2003;6(3),5254.
3, Darrow AA. The role of music in deaf culture: Deaf students’ percerption of emotion in music, Journal of Music Therapy 2006;XLill(l);2-15. 4. TNS Nipo rapport: Gehoor in Nederland, Leegwater E, Lamrnerts van Bueren M. Rapport Gehoor in Nederland. Amsterdam: TNS NIPO; oktober 2005. E1744. 5. Branchecatalogus Podiumkunsten Versterkt Geluid. September 2006. 6, Katz J. I-Iandbook of clinical audiology. Lippincott, Wiiliams, and Wilkins;2001, 7. Folmer RL. Noise-induced hearing loss In Young people. Pediatrics 2006;117:248-9. 8. Niskar AS, Kieszak SM, Holmes AE, Esteban E, Rubin C, Brody DJ. Estirnated Prevalence of noise-induced hearing threshoid shifts a mong children 6 to 19 yea rs of age: the third national health and nutrition examination survey, 1988-1994, United States. Pediatrics 2001;108:40-3. 9. Sadhra 5, Jackson CA, Ryder T, Brown MJ. Noise exposure and hearing loss among student employees working in university entertainment venues. Ann Occup Hyg 2002;46(5):455-63. 10. Gunderson E, Moline J, Catalano P. Risks of Developing Noise-induced Hearing Loss in Employees of Urban Music Clubs, Arn J Ind Med 1997;31:75-9. 11. Corbridge RJ. Essential ENT Practica. London: Arnold; 1998, 12. Lucertini M, Moleti A, Sisto R. On the detection of early cochlear damage by otoacoustic emission analysis. J Acoust Soc Am 2002;11(2):972-8, 13, 5erra MR, Biassoni EC, Richter U, Minoldo G, Franco G, Abraham S, et al. Recreational noise exposure and its effects on the hearing of adolescents, Part I: An interdisciplinary long-term study. International Journal of Audiology 2005;44:65-73. 14, Biassoni EC, Serra MR, Richter U, Joekes 5, Yacci MR, Carignani JA, et al. Recreational noise exppsuye and its effects on the hearing of adolescents. Part II: Development of hearing disorders. International Journal of Audiology 2005;44:74-85. 15. Miyakita T, Hellstrom PA, Frimanson E, Axelsson A, Effect of low acoustic stimulation on temporary threshold shift in young hurnans. Hearing research 1992;60:149-55, 16. McBride D, Gilmore T, Waite D. The iminediate retest In temporary threshold shift audiometry, JOEM 2003;45(12) :1211-2,
$7. Engdahl B. Effects of noise and exercise on distortion product otoacoustic emissions. Hearing Research 1996;93;72-82. 18. Lee LT. A study of the noise hazard to employees in local discotheques. Singapore Med J 1999;40(09) ;571-4.
19. Mostafapour SP, Lahargoue KMS, Gates GA. Noise-induced hearing loss in young adults. the role of personal listening devices and other saurces of leisure noise, The Laryngoscope 1998;108(1 2):1832-9. 20. Rosanowski F, Eysholdt U, Hoppe U. Influence of leisure-time noise on outer hair cell activity in medical students. Int Arch Occup Environ Health 2006;8025-31, 21. Seixas NS, Kujawa SG, Norton 5, Sheppard L, Neitzel R, Slee A. predictors of hearing threshold levels and distortion product otoacoustic ernissions among noise exposed young adults. Occup Environ Med 2004;61 ;899-907.
22, Drake-Lee AB. Beyond music: auditory temporary threshold shift in rock musicians after a heavy metal concert, Joumal of the Royal Society of Medlcine 1992;85:617-9. 23. Kvmrner KJ, Engdahl B, Arnesen AR, Mair IWS. Temporary Threshoid Shift and Otoacoustic Emissions after Industrial Noise Exposure. Sca nd Audiol 1995;24:137-41.
24, Hellstrorn PA, Axelsson A, Costa O. Temporary Threshold Shift lnduced by Music. 5cand Audiol 1998;27(5uppl 48):87-94. 25. Haiirno P, Borchgrevink HM, Mair IWS. Extended High-frequency Thresholds in Noise-induced Hearing Loss, Sca nd Audiol 1995;24:47-52. 26. Florentlne M, Hunter W, Robinson M, Ballou M, Buus S. On the Behavioral Characterlstics of Loud-Music Listening. Ear & Hearing 1998;19:420-8. 27. Pawlaczyk-Luszczynska M, Dudarewicz A, Bak M, Fiszer M, Kotylo P, Sliwinska-Kowalska M, Ternporary changes In hearing after exposure to shooting noise. UOMEH 2004 l7(2):285-94. 28, Olszewski J, Milonski J, Sulkowski W, Majak J, Olszewski S. Temporary hearing threshold shift measured by otoacoustic emissions in subjects exposed to short-term impulse noise, IJOMEH 2005,18(4):375-9. 29, Dalton DS, Cruickshanks KJ, Wiley TL, Klein BEK, Klein R, Tweed TS. Association of leisure-time noise exposure and hearing (oss. Audiology 2001;40:1-9.
30. Plinkert PK, Hemmert w, wagner W, Just K, zenner HP, Ivlonitoring noise susceptibility: sensitivity of otoacoustic emissions and subjective audiometry. British Journal of Audiology;1999:367-82. 31. Clark WW, Bohne BA. Effects of noise on hearing. JAMA 1999;281(17):1658-9. 32, Clark WW. Noise exposure from leisure activities: a review. J Acoust Soc Am 1991;90(1):175-81. 33. Yassi A, Pollock N, Tran N, Cheang M, Risks to hearing from a rock concert. Canadian Family Physician 1993;39:1045-50. 34. Zahari K, Zachau G, Eklof M, Sandsjo L, Moller C, Assessrnent of hearing and hearing disorders in rock/jazz musicians. International Journal of Audiology 2003;42:279-88. 35, McAgnus Todd NP, Cody FW. Vestibular responses to loud da nee music: A physiological basis of the "rock and roll threshold"? J Acoust Soc Am 2000;107( I ):496-500, 36. Junqueira LC, Cameiro J, Kelley RO. Functionele histology. Maarssen: Elsevier; 2000. 37, Bray A, Szyma nski M, Mills R, Phil M. Noise induced hearing Ioss in dance music dlsc jockeys a nd an exarnination of sound levels in nightclubs. The Journal of Laryngology 8 Otology, 38. Hall AJ, Lutman ME, Methods for early identification of noise-induced hearing loss. Audiology 1999;38:277-80,
39, JGZ-standaard Vroegtijdige opsporing van gehoorstoornissen 0-19 jaar. Nederlandse Vereniging Jeugd Gezondheidszorg, Bohn Staf leu Van Loghum 40. Hwang JH, Tan CT, Chiang CW, Liu TC, Acute effects of alcohol on auditory thresholds and distortion product otoacoustic emissions in huma ns. Acta Otolaryngol 2003;123:936-940. 41. Hotz MA, Probst R, Harris FP, Ha user R. Monitoring the effects of noise exposure using transiently evoked otoacoustic emissions. Acta Otolaryngol 1993;113;478-482, 42. Wilson WJ, Herbstein N. The role of Music intensity in aerobics; implications fior hearing conservation. Journal of the American Academyof Audiology 2003;14(l):29-38. 43. Alessio HM, Hutchlnson KM. Effects of submaximal exercise and noise exposure on hearing loss, RQES 1 991 ;62(4) ;41 3-9.
44. Axelsson A, Lindgren F, Pop music and hearing. Ear & hearing 1981;2(2):64-9. 45. Axelsson A, Eliasson A, isrealsson B, Hearing in pop/rock musicians: a follow-up study. Ear & hearing 1995;16(3) :245-53. 46. Vittitow M, Windrnill Ih/I, Yates JW, Cunningham DR. Effect of simultaneous exercise and noise exposure (Music) on hearing, J Arn Acad Audiol 1994;5:343-8.
47. Nordmann AS, Bohne BA, Harding GW. Histopathological differences between temporary and permanent threshoid shift. Hearing Research 2000;139:13-30. 48. Meyer-Bisch. Epidemiological evaluation of hearing damage related to strongly amplified music (persona l cassette players, discotheques, rock concerts) - high-definition audiometric survey on 1364 subjects, Audiology 1996;35;121-42, 49. Ferguson MA, 5mith PA, Davis AC, Lutman ME. Transient-evoked otoacoustic emissions in a representatlve population sample aged 18 to 25 years. Audiology 2000;39.1 25-34. Gehoorachade-onderzoek onder horecahezoeicersin Eindhoven
50, Lee LT, Ooi PL. A study on the effects of discotheque noise on the hearing of young patrons. Asia Pac J Public Heaith 2000 I2(1):38-40. 5 I. Vinck BM, Van Cauwenberge PB, Corthals P, De Vel E, Multi-variant analysis of otoacoustic emissions and estimation of hearing thresholds: transient evoked otoacoustic ernissions. Audiology 1998;37:315-34. 52. Zheng-Min X, Van Cauwenberge P, Vinck B, De Vel E. Sensitive detection of noise-induced damage in human subjects using transiently evoked otoacoustic emissions. Acta oto-laryngologica belg 1998;52:1924.
53. Swanson SJ, Dengerink HA, Kondrick P, Miiler CL. The influence of subjective factors on temporary threshold shifts after exposure to music and noise of equal energy. Ear & hearing 1987;8(5):288-91. 54. Lapsley Miller JA, Marshall L, Heller LM, Hughes LM. Low-level otoacoustic emissions may predict susceptibility to noise-induced hearing loss. J Acoust Soc Am 2006;120(l):280-96. 55. Vinck BM, Van Cauwenberge PB, Leroy L, Corthals P. Sensitivity of transient evoked and distortion product otoacoustic emissions to the direct effects of noise on the human cochlea. Audiology 1 999;38:44-52.
56, Coren 5, Hakstian AR. Methodologicai implications of interaurai correlation: Count heads not ears. Perception & Psychophysics 1990;48(3):291-4. 57, Clark WW. Hearing: The effects of noise. Otoiaryngoi Head Neck Surg 1992;1 06;669-76, 58. Rybak LP. Hearing: The effects of chemicais. Otol*ryngol Head Neck Surg 1992;106.677-86. 59. Weichbold V, Zorowka P. Effects of a hearing protection campaign on the discotheque attenda nee habits ofhigh-school students. International Journal of Audiology 2003;42:489-93. 60. Emmerich E, Richter F, Hagner H, Giessler F, Gehrlein S, Dieroff HG. Effects of discotheque music on audiometric results and central acoustic evoked neuromagnetic responses. International Tinnitus Journal 2002;8(1)’.1 3-9.
61. Passchier-Vermeer W. Ontwikkelingen in effecten van geluid en preventie door wet- en regelgeving, Achtergrondrapport bij een publicatie in Volksgezondheid Toekomst Verkenning 1997. Publicatienr. 96,030. Leiden: TNO Preventie en Gezondheid, 1996. 62, Passchier-Vermeer W, Steenbekkers JHM, Vos H. Popmuziek via hoofdtelefoons en gehoorverlies bij jongeren, Leiden; TNO-PG; 1998; 98.035. 63. Passchier-Vermeer W, Steenbekkers JHM. Gehoorschade door popmuziek; popconcerten, houseparty’s en discotheken. Leiden: TNO-PG; 2001; 2001.149.
64, Vandenbroucke JP, Hofman A, Van Stiphout WAHJ. Grondslagen der epidemiologie 1999. ElsevierriBunge, Maarssen,
BI’la en
Informed Consent brief en formulier
II, Proefpersoon-registratieformulier lil. Onderzoekers IV. Enquiste 1 V. EnquÃłte 2 Vl. Enqurste 3 Yll. Audiometrie- en TEOAE-apparatuur
Gehoorachade-onderzoek onder horecabezoekers in flndhoven
Pagina 62 65 66 67
74 76 77
Bijlage l: Informed Consent brief en formulier. Eindhoven, januari 2007
Beste proefpersoon van het gehooronderzoek, Fijn dat je als proefpersoon wil deelnemen aan het onderzoek van GGD Eindhoven naar gehoorschade! Hierbij willen we je informeren over de gang van zaken tijdens het gehooronderzoek. Wanneer je deze informatie gelezen hebt, vragen we je het "Informed Consent te ondertekenen en je medewerking aan het onderzoek te verlenen.
Doel van het onderzoek. Het onderzoek heeft tot doel om te kijken wat de effecten van harde muziek op het gehoor zijn, met name direct na het verlaten van een uitgaansgelegenheid. De bedoeling is om in totaal zo’n 50 proefpersonen te onderzoeken om een indruk te krijgen van de gevolgen van harde muziek. Het onderzoek zal er als volgt uit komen te zien. Voordat je naar kafee Aioys gaat, kom je naar de bus van Beter Horen", die achter kafee Aloys, in de Smalle Haven, geparkeerd staat, Er zal gestart worden met het ondertekenen van de "lnformed Consent, wat letterlijk "Geinformeerde Toestemming" betekent. Dit formulier onderteken je na doorlezen van deze brief. Vervolgens ga je een enquete invullen. De enquÃłte bestaat uit algemene vragen, om de resultaten van dit onderzoek te kunnen vergelijken met de resultaten van andere onderzoekers, en vragen die specifiek over je gehoor gaan, Ook zullen vragen gesteld worden over blootstell ing aan hoge geluidsniveaus / lawaai in het dageiijks leven, zowei tijdens werk als in de vrije tijd, De enquÃłte zal op papier ingevuld worden.
Vervolgens zullen we afspraken maken over de tijd en plaats van het tweede en derde gehooronderzoek. Hierna zuilen de eerste gehoortesten plaatsvinden. Het eerste gehooronderzoek zal uitgebreider zijn dan het tweede en derde gehooronderzoek. Je krijgt een klein dopje in je oor, waardoor je piepjes zult horen (OAE), Hier hoef je niet op te reageren; het apparaatje meet vanzelf. Dit onderzoekje duurt ongeveer 2 minuten en gebeurt bij alle drie de
gehooranclerzoeken. Vervpigens zullen we gehoortesten gaan afnemen waarbij je wel op pieptonen moet reageren. Je krijgt pieptonen te horen en wanneer je een pieptoon hoort, druk je op een knop. Door het indrukken van de knop, ontstaat een audlog ram. Een a udiogram is een grafiek waarin te zien is hoe goed je gehoor is. Bij het eerste gehooronderzoek zullen twee soorten audiograrnmen gemaakt worden, bij het tweede en derde gehooronderzoek wordt maar ben soort audiogram gemaakt. Hierna kun je eindehjk naar kafee Aloys gaan. Mogelijk zie je hier mensen van het onderzoek binnen komen om in het kafee geluidsrnetingen te verrichten. Voor het onderzoek is het namelijk belangrijk om te weten hoe hard de muziekstaat.
Om de onderzoeksgegevens zo betrouwbaar mogelijk te maken, willen we je met klem vragen alsjeblieft zoveel rnogeHjk, minimaal twee aaneengesloten uren, binnen in het kafee te blijven en niet bij andere cafiss naar binnen te gaan. In andere cafrss zullen namelijk geen ge! uidsmetingen plaatsvinden. Je meld je op de afgesproken tijd bij de bus van "Beter Horen voor het tweede gehooronderzoek. Dit zal dus minder uitgebreid zijn dan het eerste onderzoek. Wij vragen je zo snel mogelijk vanuit het cafif. naar ons toe te komen om de metingen zo betrouwbaar mogelijk te maken. Een of enkele dagen later meld je je op afspraak voor de derde keer voor een gehooronderzoek. Het derde gehooronderzoek zal er hetzelfde uitzien als het tweede gehooronderzoek. Dit onderzoek zal in principe plaatsvinden in de Gehoorwinkel van "Beter Horen aan de Geldropseweg 9a in Eindhoven.
Nadat je alle drie de gehooronderzoeken hebt ondergaan, kunnen we kijken naar hoe je gehoor verandert door blootstelling aan hoge geluidsniveaus en in hoeverre je gehoor zich daarna herstelt.
Wanneer je aan alle onderzoeksmomenten hebt deelgenomen, ontvang je na het derde en laatste gehooronderzoek de lrischeque ter waarde van 6 7,50!
og enkele opmerkingen: Deelname is vrijwillig, je bent niet verplicht. Je hebt het recht op elk moment te stoppen met deelname aan het onderzoek. Uiteraard zal er dan ook geen beloning volgen. le ontvangt voorafgaand aan het onderzoek zowel mondeling als schriftelijk informatie. Uiteraard kun je altijd vragen stellen en wij zullen deze vragen zo goed en duidehjk mogelijk beantwoorden. Na afloop van de gehooronderzoeken zuilen we uitleg geven over je gehoor. Alle verkregen gegevens en onderzoeksresultaten zullen vertrouwelijk behandeld worden en gecodeerd worden verwerkt, Dit betekent dat uw naam wordt weggelaten bij de verwerking van uw gegevens. Op deze manier kan niemand, behalve de onderzoeker zelf, inzage krijgen in uw onderzoeksgegevens. De GGD Eindhoven is hier verantwoordelijk voor. (Zie de brochure "De GGD en uw privacy .) Aansprakelijkheid: aan de resultaten van het onderzoek kunnen geen consequenties worden verbonden wat betreft diagnostiek of behandeling van eventueel geconstateerde gehoorafwijkingen. Bij afwijkende
onderzoeksbevindingen wordt u geadviseerd uw huisarts te raadplegen, Mochten er achteraf nog vragen zijn, dart kun je me altijd mailen: [email protected] Of bel, tijdens kantooruren, 040-238 4004 en vraag naar Evie Hou6t,
Aivast heet erg bedankt voor je medewerking aan dit onderzoek!
Met vriendelijke groeten, Evie Houet-Loring, semi-arts vanuit de studie Geneeskunde in Maastricht, Dhr. G. van Lierop, projectleider, arts/ medisch milieukundige, GGD Eindhoven.
Gehoor schade-onderzoek onder horeca bezoekers in Eindhoven
Informed Consent Naam proefpersoon:
Proefpersoonnummer: Adres:
Telefoonnummer: E-mail-adres:
Hierbij verklaart bovengenoemde op de hoogte te zijn van de inhoud van de informatieve brief omtrent het gehooronderzoek. U heeft het recht ten allen tijde uit het onderzoek te stappen. Uw gegevens zullen vertrouwelijk worden behandeld, uw anonimiteit is gewaarborgd. De GGD Eindhoven is hier verantwoordelijk voor. (Zie de brochure "De GGD en uw privacy".)
Datum:
Handtekening voor akkoord met bovenstaande gegevens:
Bijlage ll: Proefpersoon-registratieformulier P roefpe rs oonnummer:
Gehoorschade-onderzoek onder horeca bezoekerr in Eindhoven
Bijlage lik Overige medewerkers aan het onderzoek Overige medewerkers aan het onderzoek:
1, 2. 3. 4. 5. 6. 7,
Peggy, audicien Arjen, student Audiologie Nienke, audicien kantine, student Audiologie Fred, student Audiologie Marina, student Audiologie Arnold, audicien
Bijlage IV: Enquete 1
De vol ende vra en aan over JO!JW ehoor. Vraag I: Heb je nu, op dit moment, oorklachten zoals pijn, drukgevoei in het oor, jeuk, duizeligheid of vocht uit het oor? 0 Ja? Waarschuw ons direct!
El Nee Vraag 2: Ben je de afgelopen 8 uur blootgesteld aan hoge geluidsniveaus? Inclusief uitgaan, werk,
hobby...
G Nee H Ja, continu met gehoorbescherming G Ja, gedeeltelijk met en gedeeltelijk zonder gehoorbescherming Ja, continu zonder gehoorbescherming
Vraag 3: Ben je de afgelopen 16 uur blootgesteld aan hoge geluidsniveaus? Inclusief uitgaan, werk,
hobby...
Q Nee C3 Ja, continu met gehoorbescherming Ja, gedeeltelijk met en gedee! telijk zonder gehoorbescherming Cl Ja, continu zonder gehoorbescherming
Vraag 4: Je eigen mening over jouw gehoor: hoe goed verwacht je dat jouw gehoor is?
0 Goed
0 Voldoende Onvoldoende I slecht Vraag 5: Denk je dat je met beide oren even goed hoort?
0 Ja
C3 Nee, ik hoor beter met links 0 Nee, ik hoor beter met rechts Vraag 6: Heb je last van een verminderd gehoor?
0 Nee.
Ja, maar hiervoor heb ik nooit hulp gezocht, C3 Ja, en hiervoor heb ik hulp gezocht bij... (meerdere antwoorden mage(ijk) Een gehoorwinkel
0 Een opticien met gehoorhul pmiddelen U De bedrijfsarts G De huisarts + Heeft de huisarts je vervolgens verder verwezen? Nee Ja, naar een specialist in het ziekenhuis Ja, naar een audioiogisch centrum
Vraag 7: Draag je een gehoorapparaat? D Ja, e&n oor
0 Ja, beide oren G Nee, maar dit zou eigenlijk wel verstandig zijn 0 Nee, want ik hoor voldoende
Vraag 8: Maak je gebruik van gehoorhulpmiddelen, anders dan een gehoorapparaat?
0 Ja
CI Nee
Gehoorachadeonderzoek onder horeca bezoekers in Eindhoven
Vraag 9: Heb je als kind veel last gehad van de oren?
0 Nee
0 Ja, ik had last van (meerdere antwoorden mogelijk)
0 {Midden)oorontstekingen 0 Buisjes/ boordenknoopjes 0 Anders, namelijk Vraag 10: Wanneer bij de gehoortesten een verminderd gehoor wordt vastgesteld, wat zou dan volgens jou zelf een verklaring kunnen zijn? 0 Hier zou ik geen verklaring voor kunnen geven. 0 Mogelijke verklaringen zijnâĂđ, (meerdere antwoorden mogelijk)
0 Lawaai tijdens werk 0 Lawaai / harde muziek ln de vrije tijd 0 Gehoorschade door bijvoorbeeld een explosie / vuurwerk / harde kna I / schieten 0 {Erfelijke) oorklachten waardoor het gehoor achteruit is gegaan
0 Ooroperatie 0 Na gebruik van medicijnen 0 Hersenschudding, TIA, beroerte, hersenbloeding of -infarct
0 Ouderdom
0 Anders, namelijk Vraag 11: Kun je een gesprek volgen met drie of meer personen tegelijk... in een stille ruimte? {Stilte) in een lawaaierige ruimte? {Lawaai)
5tilte Lawaai Ja, {bijna) altijd 0 0 2xja +ga verder met vraag 13)
Soms wel, soms niet 0 0
Nee, {bijna) nooit 0 0 Vraag 12; Sinds hoeveel jaren is dit een probleem?
Stilte Lawaai
Niet van toepassing 0 0
Minder dan t jaar 0 0 Meer dan 5 jaar 0 0
1-5 jaar 0 0
Vraag 13. Heb je wel eens oorsuizen {of een wattengevoel, een dovig gehoor of het horen van sis-, fluit; brom- of pieptonen)? 0 Nee, nooit gehad (Ga verder naar de volgende pagina; vraag 18) C3 Ja, soms
0 Ja, aitijd 0 Vroeger wel, nu nooit meer Vraag 14: Heb je het afgelopen jaar wel eens last gehad van oorsuizen? 0 Nee (Ga verder naar vraag 17)
0 Ja, soms, namelijk links rechts (omcirkel links en/of rechts)
0 Ja,altijd, namelijk links rechts (omcirkellinksenlofrechts) Vraag 15: Heb je nu, op dit moment, last van oorsuizen?
0 Ja 0 Nee
Vraag 16: Hoe lang heb je gemiddeld per keer last van oorsuizen?
0 Minuten
0 Uren 0 Dagen
Gehoorrehade.onderzoek onder borecabezoekers io Eindhorien
Vraag 17; Heb je een idee waardoor dit oorsuizen bi ou uitgelokt zou kunnen worden? (rrjeerdere antwoorden mogelijk)
0 Werk
Ci Uitgaan in uitgaansgelegenheden met luide muziek Cl Gebruik van een hoofdtelefoon Cl Spontaan, geen uitlokkende factoren
0 Anders, namelijk Horecagelegenheid / cafe / discotheek of andere (uitgaa ns-) gelegenheid waar luide muziek ten gehore wordt gebracht, met uitzondering van onderstaande opties, (Horeca etc) Pop- of rockconcert of muziekevenement (Pop/rock) H o u se party
Vraag 18: Het afgelopen jaar: Hoe vaak was je in deze uitgaansgelegenheden te vinden?
Horeca etc Pop/rock Houseparty
Minder dan een maal per maand Cl C] Ci
Een Een maal maal per per maand week 000CI0
Twee tot drie maal per week E3 Cl Cl Vaker dan drie maal per week E3 CI Ci Vraag 19: Meer dan een jaar geleden: kwam je hier toen vaker of minder vaak dan afgelopen jaar?
etc Pop/rock Houseparty Minder Horeca vaak C] Cl 0
Vaker 0 0 CI
Ongeveer even vaak Cl Cl 0
Vraag 2ie jjoe lang hen je gemiddeld ger keer in deze uitga anrgejegenheden re vinden j
0-1 uur Ci 0UCI0 1-2 uur uur DQ 2-4 CI Ci 4-6 uur Cl CI 6-8 uur Ci CI 00 Meer dan 8 uur 0 Cl Cl
Horeca etc Pop/rock Houseparty
Vraag 21. Maak je wel eens gebruik van gehoorbeschermingsmiddelen tijdens uitgaan? Ci Nee, nooit Ci ja, soms, namelijk O Ja, altijd, namelijk Vraag 22: Ben je van plan om vanavond gehoorbeschermingsmiddelen te gebruiken?
CI sa CI Nee
CI Weet ik nog niet Vraag 23: Wat vind je van het geluidsniveau in uitgaansgelegenheden? Over het algemeen staat de muziek... CI te hard Ci soms te hard, soms te zacht C3 te zacht
Gehenrgrhede-OnderZOek Onder hnrezebeZOekerg in Eindhngen
Vraag 24: Wanneer de muziek in de toekomst in uitgaansgelegenheden zachter zou staan, vind je dat een goed plan? C3 )a, dat zou ik prettig vinden! Dan wordt het eindelijk mogehjk om ook in uitgaansgelegenheden een gesprek te voeren, Cl Het maakt me niets uit, ik ga toch wel uit! Q Nee, het zou daardoor saaier worden, maar ik zou nog wei uitgaan, C3 Nee, het zou daardoor saaier worden, dus ik zou nog niet meer uitgaan. Vraag 25: Wat vind je van de ste(Hng: "Hoe harder de muziek staat, hoe beter de sfeer!
Q Mee eens
C3 Niet mee eens
De vol ende vra en aan over activiteiten in de muziekwereld en hobb ’s buiten de muziekwereld. Vraag 26: Ben je, beroepsmatig of ais hobby, actief in de muziekwereld?
Cl Nee
C3 Ja, namelijk... (meerdere antwoorden mogelijk) Cl Ik bespeel een muziekinstrument, namelijk Ik ben lid van een zangkoor C) Ik ben lid van een harmonie ( orkest 0 Ik ben gd van een popgroep f band C3 lk ben diskjockey C3 Anders, namelijk
Vraag 27. Heb je een hobby buiten demuziekwereid waarbij de oren blootgesteld worden aan hoge geluidsniveaus l lawaai?
0 Nee
Cl Ja, namelijk Zowel vraag 26 antwoord hlee en vraag 27antwoord "iilee +ga verder met vraag 31
iir 22d22 eo M z ei d odz. n "doeid ozz zeiz ndi mdddnei beatzndl dziin en sinds eenjaar niet meeruitgeoefend worden. Vraag 28; Hoeveel jaren... ben je nu (en in het verleden" ) actief in de muziekwereld (geweest)?
heb je nu (en in het ver(eden+) een hobby met hoge geluidsniveaus buiten de muziekwereld
(gehad)? Muziekwereld Wobb buiten de muziekwereld Nu Verleden" Nu Verleden*
Minder dan 1 jaar 1-5 jaar Meer dan 5 jaar Niet van toepassing
C) CI Cl 0
EI C3 Cl Cl Cl C) 0 aElGC3
Vraag 29: Gemiddeld hoeveel uren per week... ben je nu (en in het verleden" ) actief in de muziekwereld (geweest)? heb je nu (en in het verleden" ) een hobby met hoge geluidsniveaus buiten de muzi ekwereld
(gehad)? Muziekwereld Wobb bulten de muziekwereld Nu Verleden" Nu Verleden"
Cf OC)ClC3 C) C) a 0C30
U0G0
Geheerdehede-Onderzee k Onder h Oeeeebezeekere i n EindhOVen
Vraag 30: Gemiddeld hoeveel uren per week met ehoorbeschermin ... ben je nu (en in het verleden" ) actief in de mtrzi ek wereld (geweest)?
heb je nu (en in het verleden" ) een hobby met hoge geluidsniveaus buiten de mtrziekwereld
(gehadj? Muziekwereid Hobb buiten de muziekwereld
00-20 uuruur 0 0 Cl CI 21-40 ur 00 00 00 00 Meer dan 40 uur 0 0 0 0
Nu VerIedene Nu Verleden"
Vraag 31: Gemiddeld hoeveel uren per week gebruik je een hoofdtelefoon, zoais bij het luisteren naar een MP3-speler / IPod I computer(-spelletje) etc.
0 O uur
0 0-7 uur per week 0 8-14 uur per week 0 Meer dan 14 uur per week Vraag 32: Gebruik je nu vaker of minder vaak hoofdtelefoons in vergelijking met in het verleden?
0 Minder vaak 0 Ongeveer even vaak
0 Vaker
De vol endevra en aan over werk nu eninhet verleden. Vraag 33; Verricht je momenteel betaald of onbetaald werk?
0 ia
0 Nee, omdat: Ik volg een opleiding of studie
0 Ik ben werkloos /werkzoekerid 0 Ik ben (vervroegd) met pensioen Ik ben arbeidsongeschikt door onder andere gehoorproblemen 0 Ik ben arbeidsongeschikt door andere oorzaken 0 Anders, namelijk Vraag 34 tot en met 39; iiriet verleden wordt bedoeld: meer dan eenjaar geleden.
Vraag 34: Hoeveel uren werk(tej je gemiddeld per week? Nu Verleden"
0 uur 0 0
0-20 uur 0 Cl 21-40 uur 0
Meerdan40uur 0 Cl
Vraag 35: Hoeveel uren werk(te) je gemiddeld per week met o losmiddelen zoals verf of terpentine? Nu Verleden
00-20 uur 00 uur 0 0
21-40 uur Cl 0
Meerdan40uur 0 0 Vraag 36: Hoeveel uren werk(te) je gemiddeld per week met eluidsbelastin ? Nu Verleden"
0 uur Cl 0
0-20 uur CI 0 21-40 uur ’0 0
Meerdan40uur 0 0
irehoo rerirede-onderzoek onder irorer.eirezoekere in Eindhoven
Vraag 37: Hoeveel uren werk(te) je gemiddeld per week met eluidsbelastin met ehoorbeschermin ? Nu Verleden"
00-20uur E3 uur Cl G
21-40 uur Cl Ci Meer dan 40 uur CI Cl Vraag 38: In wat voor omgeving werk(te) je? Nu Verleden"
Fabriek Cl Cl Cl Bouw Ci Horeca Cl 0 Muziekbranche E7 Cl
Zonder geluidsbelasting Cl CI
Andere relevante geluidsbelastende omgeving, namelijk Vraag 39: Sinds hoeveel jaren verricht je je huidkie werk? (Huidigi
Hoeveel jaren heb je in het verleden een ander eluidsbelastend beroe uitgeoefend? (Verleden) Huidig Verleden"
Minder dan 1 jaar CI CI Meer dan 5 jaar CI 0
1-5 jaar U Ci
Niet van toepassing Cl 0
Vraag 40: Ben je een man of vrouw?
Cl Man CI Vrouw
Vraag 41: Wat is je leeftijd? jaar Vraag 42: Wat zijn de vier cijfers van je postcode?
Vraag 43: Welke woonsituatie is op dit moment op jou van toepassing? Cl Ik woon bij mijn ouder(s) Ci Ik woon alleen ik woon samen met partner /echtgenoot / echtgenote
H Anders, namelijk Vraag 44: Wat is het geboorteland van jouzelf, je moeder en je vader?
Vader NederlandUzelfCiMoeder Cl Cl
Overige Europese landen Cl CI G >urinarne CI 0a Turkije Marokko Cl CI CI G Cl
Weet ik niet Cl 0 Cl Anders, namelijk
Vraag 45: Volg je op dit moment een studie?
Ci Nee
CI Ja, voltijd
0 Ja, deeltijd
Vraag 46: 1h/at is je hoogst afgeronde opleiding met diploma of voldoende getuigschrift? (Afgerond) iEn wat is, indien je op dit moment een studie volgt, je huidige studieniveau? (Huidig)
Afgerond Huidig Geen opleiding (lager onderwijs niet afgemaakt) Lager onderwijs, (speciaal) basisonderwijs LBO, VBO, LTS
VMBO, MAVO, MBO G
0
GD Cl
HAVO, VWO, HBO, Universiteit U Anders, namelijk
Vraag 47: Hoe verhoudt het totale bruto inkomen van jouw huishouden zich ten opzichte van modaal? (Modaai inkomen is per maand ongeveer 2.500 euro bruto /1.600 euro netto, per jaar ongeveer 30.000,00 euro bruto)
0 Beneden modaal 0 Ongeveer gelijk aan modaal 0 Boven modaal
Bedankt voor het invul! en van de vra er)li st!
GehOOrSChede-OnderZOek Onder hereeabeZOekerS in EindhOVen
Bijlage V: Enqusste 2
Vra en bi’2’ ehooronderzoek Tijdstip van het arriveren in de "Beter Horen Bus" voor het 2e gehooronderzoek: : uur Vraag 1: Ben je continu in kafee Aloys geweest?
Cl Nee
a Ja
Vraag 2: Hoe lang ben je ongeveer binnen in kafee Aloys geweest? minuten / uren Vraag 3: Ben je meerdere malen langer dan S minuten buiten geweest, inclusief je komst nu naar de bus? Nee
C3 Ja + Hoe lang ben je ongeveer in totaalbuiten geweest? minuten / uren Vraag 4: Ben je ook in andere uitgaansgelegenheden binnen geweest? Nee D Ja + 3 vervolgvragen:
1. Hoe lang ben je ongeveer in andere cafes geweest? minuters / uren 2. Stond hier de muziek harder of zachter dan bij Aloys?
0 Oe muziek stond er harder CI De muziek stond er zachter G lk merkte geen verschil
G Weet niet
3. ln welke andere uitgaansgelegenheden ben je geweest?
Vraag 5: Heb je vanavond gebruik gemaakt van gehoorbescherrningsmiddelen?
0 Nee
Cl Ja, maar niet de hele tijd +
0 Ja, continu + + lk heb gebruik gemaakt van:
O oordopjes lets anders, namelijk
Vraag 6: Heb je nu, op dit moment, oorsuizen, een wattengevoel, een dovig gehoor of het horen van sis-, Ruit-, brom- of pieptonen?
Q Nee
Q Ja, in beide oren Ja, in het rechter oor
0 Ja, in het linker oor Vraag 7, Hoe vond je over het algemeen van het geluidsniveau in kafee Aloys vanavond? 0 De muziek stond te hard
0 Het geiuid was precies goed Cl De muziek stond te zacht Vraag 8: Vond je de muziek over het algemeen mooi?
U Ja
0 Nee
0 Wisselend Vraag 9: Heb je veel gedanst? U Ja, ik heb het grootste deel van de tijd gedanst. Cl Ja, ik heb ongeveer evenveel tijd gedanst als rustig wat gedronken. 0 Nee, ik heb het grootste deel van de tijd rustig wat gedronken.
Vraag 10: Heb je alcohol gedronken?
Q Nee
D Ja + Hoeveel glazen alcohol heb je vanavond ongeveer gedronken? U 1-5 glazen alcohol 6-10 glazen alcohol E3 11-’l5 glazen alcohol 0 Meer dan 15 glazen alcohol Vraag 11: Waar in kafee Aloys ben je het grootste deel van de tijd geweest? (Plaats een kruisjein de plattegrond,) Nooduitgang Toiletten
Gehoorerhade-onderzoek onder horecabezoekers ro Eindhoven
Bijlage VI: EnquÃłte 3
Vra enbi 3’ ehooronderzoek Vraag 1: Heb je nu, op dit moment, oorklachten zoals pijn, drukgevoel in het oor, jeuk, duizeligheid of vocht uit het oor?
U Ja, namelijk
0 Nee
Vraag 2: Heb je nu, op dit moment, oorsuizen, een wattengevoel, een dovig gehoor of het horen van sis-, fluit-, brom- of pieptonen?
CI Mee 0 Ja, in beide oren 0 Ja, in het rechter oor Ja, in het linker oor
Vraag 3: Ben je de afgelopen 8 uur blootgesteld aan hoge geluidsniveaus? Inclusief uitgaan, werk,
hobby... Nee Ja, continu met gehoorbescherming Ja, gedeeltelijk met en gedeelteflijk zonder gehoorbeschermirjg
U Ja, continu zonder gehoorbescherming Vraag 4: Ben je de afgelopen 16 uur blootgesteld aan hoge geluidsniveaus? Inclusief uitgaa n, werk,
hobby...
U Nee l5 Ja, continu met gehoorbescherming G Ja, gedeeltelijk met en gedeeltelijk zonder gehoorbescherming G Ja, continu zonder ge hoorbeschermlng
Vraag 5: Is je mening over je gehoor door het onderzoek veranderd?
0 Nee
0 Ja, namelijk Vraag 6: Ben je van plan om, vanaf nu,
gehoorbescherming te gaan gebruiken?
Ja
0 Misschien
0 Nee
vraag 7: gen ja van pi en nm, vanaf nu, t Âńdans werk ge han rbe erbarming te gaan gebruiken r
G Ja
C3 Misschien
Bij/age Vil. Audiometrie- en TEOAE-apparatuur
A diometrie-a aratuur: Audiometrie-bus: Diagn ostic Au di o meter
AD 229b
Interacoustics Serienummer 203 770
Gehoorwinkel: Aurical audiometer /toonaudiometer (Danavox) NOAH
DP Fchoport V’l.006 ILO Clinical OAE System Otodynamics Model ILO 292 Seria l number DP4/05/0143/01
Otodynamics Ltd = fabricant. iLO V6-software met SQL-server.
VIII.