gemeente Eindhoven
Raadsnummer og.R*4s.oos Inboeknummer oguoorSzS Classificatienummer r 844 Sr Dossiernummer $29.607 g september 2003
Raads informatiebrief Betreft ontwikkelingen Stedelijk Steunpunt Schuldhulpverlening. 1 Inleiding Als onderdeel van de arrnoedebestrijding is in 1999 gestart met integrale schuldhulpverlening. Hierbij zijn drie partijen betrokken: de Stadsbank, het Maatschappelijk Werk Eindhoven (inmiddels Loket W) en de dienst Werk, Zorg en Inkomen. Dit heeft geleid tot een centraal meldpunt: het Stedelijk Steunpunt Schuldhulp. Tevens wordt hier invulling gegeven aan het bewindvoerderschap in het kader van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen (WSNP). In december 2000 heeft een eerste evaluatie plaatsgevonden. Het lag in de bedoeling om in 2002 een volgende evaluatie aan te bieden. In 2002 is echter prioriteit gegeven aan het onderzoeken en tot stand brengen van een inkomensondersteuningsloket waardoor de evaluatie vertraagd is. De resultaten van de schuldhulpverlening zijn wel opgenomen in de jaarlijkse uitvoeringsbeleidsverslagen, Landelijke en plaatselijke ontwikkelingen zijn aanleiding om nu maatregelen te treffen waardoor tijdig en accuraat op de recente ontwikkelingen kan worden ingespeeld.
2 Probleernstelling Zowel landelijk als plaatselijk loopt het aantal aanvragen voor schuldhulpverlening sterk op. Daarnaast leert de praktijk dat de aanvragen complexer van aard zijn door de aanwezigheid van hogere schulden, een meer uitzichtloze inkomenspositie en de aanwezige psychosociale problematiek. Daarnaast komen de zgn. draaideurklanten (clienten die eerder een schuldhulpverleningstraject doorlopen hebben en opnieuw in een problematische schuldensituatie zijn gekomen) steeds vaker voor.
3 Wijze van aanpak Het Stedelijk Steunpunt Schuldhulp biedt integrale schuldhulp in het kader van het gemeentelijk armoedebeleid. Daarnaast wordt ook uitvoering gegeven aan het bewindvoerderschap in het kader van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen. Als onderdeel van de integrale schuldhulp wordt nadrukkelijk gebruik gemaakt van de mogelijkheden van de bijzondere bijstand.
Raadsnummer oS.Ra4s.ooa
Door ontwikkelingen is het noodzakelijk om maatregelen te treffen waardoor snel op de recente ontwikkelingen kan worden ingespeeld.
3.1 Landelijke ontwikkelingen. Door de huidige economische teruggang en de oplopende werkloosheid is er sprake van een stijging van het aantal aanvragen voor schuldhulpverlening. Hoewel nog geen exacte cijfers landelijk bekend zijn blijkt uiteen steekproef van het Landelijk Platform Integrale Schuldhulpverlening dat er sprake is van een forse toename in de orde van grootte van 25 a 409<.
Het ministerie heeft diverse maatregelen aangekondigd om te voorkomen dat mensen in de schulden raken of om schulden zo effectief mogelijk te bestrijden: het ministerie wil dat het Bureau kredietregistratie (BKR) ook schulden aan nutsbedrijven en telefoonbedrijven gaan registreren. Dit is nu nog niet het geval; ook wordt gekeken of het mogelijk is om de gegevens over betalingsachterstanden uit computerbestanden van woningcorporaties, nutsbedrijven en telefoonbedrijven aan die van het BKR te koppelen waardoor het totale schuldenplaatje van een consument veel beter in beeld komt; in de concept-Wet Werk en Bijstand (WWB) is de bevoegdheid voor de gemeenten opgenomen om bijstand in natura te verstrekken en om verplicht budgetbeheer toe te passen in situaties waarin de belanghebbende beschermd moet worden tegen het afglijden in de maatschappij; het Ministerie van Justitie is bezig met een aanpassing van de WSNP om een aantal knelpunten bij de aansluiting van het wettelijke op het minnelijke traject weg te nemen;
een wetsvoorstel Wet financiele dienstverlening (Wfd) is in voorbereiding. Deze zal een aanscherping met zich meebrengen van de verantwoordelijkheden van de kredietaanbieder en kredietbemiddelaar, die onder andere strekt tot voorkoming van overkreditering. Het hierboven aangehaalde wetsvoorstel WWB leidt er toe dat gemeenten de huidige minimaregelingen niet langer meer mogen toepassen voor personen jonger dan 65. In hoeverre dit van invloed zal zijn op schuldensituaties is nog niet in te schatten.
3.2 Stedelijk Steunpunt Schuldhulp. Algemeen. Het Stedelijk Steunpunt Schuldhulp is in 1999 gestart. In 2001 is ook het bewindvoerderschap ingevolge de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen (WSNP) verkregen. In het laatste kwartaal van 2002 is een start gemaakt om een gemeentelijk inkomensondersteuningsloket te realiseren waar burgers informatie, voorlichting en advies op maat krijgen over alle mogelijke vormen van inkomensondersteuning. In relatie tot de schuldhulpverlening is de overgang van de Stadsbank naar dit loket relevant.
Raadsnummer oS.Ra’s.ooa
Op 1 april 2003 is het inkomensondersteuningsloket van start gegaan aan de Begijnenhof 8. Eind 2003 vindt verhuizing plaats naar de nieuwbouw WZI. Alleen de Stadsbank blijft tot de verhuizing naar de nieuwbouw gehuisvest in het Stadskantoor. Bij de start is uitgegaan van zo’n 1.350 aanvragen per jaar. Hier is ook de formatie op vastgesteld. In onderstaande tabel (ook opgenomen in het uitvoeringsbeleidsverslag 2002) staan de ontwikkelingen over de laatste drie jaar.
Aanvragen schuldhulpverlening 2000-2002
Aantal aanvragen 1.349 1.155 1.394 Aantal Abw-gebruikers 529
306 307 286 273
144 489 428
Doorleidingen WZI 262 354
297
17
Doorleidingen MWE 335 Doorleidingen Stadsbank 291 Niet in behandeling genomen
201
Na een daling van 149o in 2001 vindt er in 2002 een stijging van het aantal aanvragen plaats van 219b, Met name de doorleidingen vanuit het maatschappelijk werk en de Stadsbank zijn gestegen. Enerzijds komt dit voort uit de economische omstandigheden, maar anderzijds weten mensen uit de doelgroep steeds beter de weg te vinden naar het steunpunt.
Schuldhulpverlening. In het eerste kwartaal van 2003 zien we een duidelijke stijging van het aantal hulpvragen ten opzichte van het begrote aantal aanvragen op kwartaalbasis. Er zijn er 443 binnengekomen terwijl er 337 begroot waren. Indien deze trend zich doorzet dan betekent dit een stijging van 319o op jaarbasis. Gelet op de landelijke ontwikkelingen is het allesbehalve irreeel om van een stijging uit te gaan.
GeÃńxtrapoleerd voor 2003 komen we op jaarbasis op 1.772 aanvragen,422 aanvragen meer dan begroot. Per aanvraag wordt voor de formatievaststelling 7,2 uur begroot. Voor 422 aanvragen is dat 3.038 uren. Omgerekend betekent dit 2,85 forrnatieplaatsen. WSNP.
Bij de start van het bewindvoerderschap werd uitgegaan van 36 uren per saniet per 36 maanden. Echter op basis van de praktijk en landelijke ervaringsgegevens dient uitgegaan te worden van 42,5 uur per saniet. Bij 36 uren zouden 40 zaken per jaar aangenomen kunnen worden en bij 42,5 uren 34 zaken. De capaciteit ten aanzien van het aantal te behandelen zaken ligt in drie jaar op 102 zaken uitgaande van 42,5 uur per saniet. Bij 36 uur is dat 120.
Raadsnummer oS.Ra’s.oos
Eind 2002 waren er 79 zaken in behandeling. Qua capaciteit zouden er in 2003 dan nog 23 zaken opgepakt kunnen worden. Bij 36 uur is dat 41. In het eerste kwartaal zijn er al 15 zaken binnengekomen.
Bij het raadsbesluit tot het verkrijgen van het bewindvoerderschap is al ingestemd met een uitbreiding van het bewindvoerderschap naar twee formatieplaatsen. Gelet op de ontwikkelingen dient deze nu geeffectueerd te worden.
3.3 Het inkomensondersteuningsloket. Al eerder is melding gemaakt van de realisatie van het inkomensondersteuningsloket per 1 april 2003. In relatie tot de schuldhulpverlening is met name het onderbrengen van de activiteiten van de Stadsbank bij het inkomensondersteuningsloket relevant. De producten van de Stadsbank zijn grofweg in twee categorieen te verdelen: de kredietverlening binnen de publieke taak; de schuldhulpverlening in het minnelijke traject. De schuldhulpverlening. In het kader van de schuldhulpverlening heeft de Stadsbank een viertal taken:
1 schuldbemiddeling; 2 schuldsanering; 3 budgetbeheer; 4 verstrekking van een verklaring ingevolge de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen (WSNP).
Ondanks dat kredietverlening door de Stadsbank in principe los staat van de activiteiten van de dienst Werk, Zorg en Inkomen, is er toch sprake van een grote mate van verwevenheid. Kredietverlening in verband met schulden en ten behoeve van
noodzakelijke duurzame gebruiksgoederen (inclusief woninginrichting) door de Stadsbank, is een voorliggende voorziening in het kader van de Algemene bijstandswet. Daarnaast wordt het WZI-instrument borgstelling, geregeld ingezet om een krediet van de Stadsbank tot stand te laten komen. Op basis van afgesloten contracten in augustus 2002, die door de Stadsbank als representatief worden beschouwd, heeft ongeveer 70% betrekking op Eindhovenaren. De overige diensten zijn ten behoeve van de regiogemeenten. Van de 63 Eindhovenaren hebben er 37 een relatie met de dienst Werk, Zorg en Inkomen (5996).
Nu de Stadsbank bij het inkomensondersteuningsloket is ondergebracht wordt onderzocht hoe de dienstverlening kan worden verbeterd, hoe werkprocessen beter op elkaar kunnen worden afgestemd en hoe efficienter kan worden gewerkt.
3.4 Oplossingsrichting. Een van de essentiele voorwaarden voor een goede schuldhulpverlening is snelheid van handelen. Het voorkomen van het verder oplopen van schulden en problema-
Raadsnummer oS.Ra’s.oos
tische situaties, zoals uithuiszetting en het afsluiten van gas en elektra is van groot belang. Met het sterk oplopen van het aantal aanvragen lukt het niet om met de huidige middelen goed invulling te geven aan de noodzakelijke acties bij de hiervoor beschreven situaties, nog afgezien van de andere activiteiten in het kader van de
schuldhulpverlening. Een stijging van het aantal aanvragen, zoals die in 2002 zich heeft ingezet lijkt zich door te zetten in 2003. Dit wordt bevestigd door de landelijke ontwikkelingen. Zoals al eerder gesteld moet snel en adequaat geanticipeerd kunnen worden op deze ontwikkelingen. Berekend is dat met de huidige trend er 2,85 formatieplaatsen extra nodig is.
Gevraagd wordt om op basis hiervan incidenteel budget toe te wijzen om zo flexibel in te kunnen spelen op de ontwikkelingen en hiermee de opgelopen achterstanden vanaf 1 januari 2003 te kunnen oplossen. Voor deze incidentele (in plaats van structurele) oplossing zijn diverse redenen. Het is nog te vroeg om met betrekking tot een structurele toename nu al een voorspelling voor de langere termijn te doen. Dit hangt uiteraard ook nauw samen met de macroeconomische ontwikkelingen. Daarnaast wordt in relatie tot het inkomensondersteuningsloket en het onderbrengen van de Stadsbank aldaar gekeken hoe processen beter op elkaar kunnen worden afgestemd. Bij de evaluatie wordt dit ook bekeken voor de activiteiten welke Loket W uitvoert. Als deze zaken helder in beeld zijn gebracht dan kan pas aangegeven worden welke ontwikkeling de formatie in structurele zin dient te krijgen. Zoals al gezegd wordt er een evaluatie opgestart. Dit op basis van het eerdere raadsbesluit (18 december 2001). Dit betreft een brede evaluatie met alle partners om als basis te dienen voor verdere verbetering van de schuldhuipverlening en hierbij structurele maatregelen te bezien. Naar verwachting kan deze in het 3’ kwartaal van 2003 plaatsvinden. Tevens is er dan ook meer zicht op de ontwikkeling van het aantal aanvragen.
Voor de bewindvoering is het duidelijk dat uitvoering gegeven moet worden aan het eerdere raadsbesluit van 18 juni 2001 om de formatie op twee formatieplaatsen te bepalen. Dit kan vanaf 1 juli 2003.
Verder wordt ten aanzien van het snel handelen nog opgemerkt dat zowel bij de behandeling van de langdurigheidstoeslag als bij het beleidsverslag door een groot aantal raadsfracties er bij het college op aangedrongen is om tijdig afdoende maatregelen te nemen op het gebied van de schuldhulpverlening. De incidentele kosten zijn voor de schuldhulpverlening: 2,5 x 6 42.125,ÃćâĆňâĂİ =
6102.312,ÃćâĆňâĂİ. Gelet op het incidentele karakter hoeven deze kosten niet opgehoogd
te worden met kosten overhead. Met dit geld kunnen snel maatregelen getroffen
Raadsnummer oS.Ria.ooa
worden ten aanzien van de stijging van het aantal aanvragen. Het is overigens niet zo dat onmiddellijk 2,5 formatieplaatsen ingevuld gaan worden. De kosten van bewindvoering zijn op jaarbasis: 0,66 x C 47.715,ÃćâĆňâĂİ = 6 31.492,ÃćâĆňâĂİ plus
de kosten van overhead ad 6 6.600,ÃćâĆňâĂİ, totaal 6 38.000,ÃćâĆňâĂİ (afgerond). Invulling vanaf
1 juli 2003 levert de helft van de kosten op.
De dekking voor het incidenteel geld kan gevonden worden in het budget bijzondere bijstand 2003. De dekking voor de structurele kosten bewindvoering kunnen ook betaald worden uit het budget bijzondere bijstand.
4 Besluit van college van burgemeester en wethouders Wij hebben besloten:
1 voor het oplossen van de problemen rond de afhandeling van aanvragen voor schuldhulpverlening incidenteel 6 80.000,ÃćâĆňâĂİ beschikbaar te stellen;
2 de kosten van deze incidentele uitbreiding ad 6 80.000,ÃćâĆňâĂİ, ten laste te brengen
van het restantbudget onderuitputting bijzondere bijstand 2003; 3 in het 3’ kwartaal 2003 een evaluatie te starten overeenkomstig het raadsbesluit van 18 december 2000. Bij de evaluatie te bezien of aanvullende maatregelen nodig zijn; 4 uitvoering te geven aan het raadsbesluit van 18 juni 2001 om de formatie structureel te verhogen met 0,66 formatieplaats naar 2 formatieplaatsen en de kosten die het met zich brengt ad 6 38.000,ÃćâĆňâĂİ per jaar, ingaande 1 juli 2003 ten laste te
brengen van het budget bijzondere bijstand (2003 e.v); 5 de begrotingswijziging via een verzamelwijziging vast te stellen.
Burgemeester en wethouders van Eindhoven,
KB03005531