gemeente Eindhoven
Raadsnummer 06.RI533.OOZ Inboeknummer o6bstoosor Dossiernummer 6oS.soS ar januari soo6
Raads informatiebrief Betreft Programma’s van Eisen nieuwbouw VMBO.
1 Inleiding Tijdens de behandeling van de begroting 2006-2009 heeft uw raad ingestemd met het beschikbaar stellen van een voorbereidingskrediet ad E 1.200.000,ÃćâĆňâĂİ ten behoeve
van het opstellen van functionele en ruimtelijke Programma’s van Eisen voor vervangende nieuwbouw van ongedeeld VMBO. Eind januari 2006 zijn de Programma’s van Eisen voor drie nieuwe VMBO-scholen door de schoolbesturen ingediend. Uit de Programma’s van Eisen en de aanbiedingsbrief blijkt dat de schoolbesturen consistent kiezen voor drie nieuwe ’landmarks’, conform de uitgangspunten met betrekking tot de spreiding van het VMBO in ’Aantrekkelijk VMBO in Eindhoven’.
De schoolbesturen hebben het tijdpad voor de oplevering bijgesteld van 2010 naar 2008, hetgeen mede afhankelijk is van procedures met betrekking tot ruimtelijke ordening. Op basis van de Programma’s van Eisen is het mogelijk nader onderzoek te verrichten naar geschikte locaties en de herontwikkelingsmogelijkheden van de vrijvallende locaties.
2 Actuele ontwikkelingen Wat willen we bereiken.
Versterking en innovatie van het voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs als basis van de beroepskolom, betere onderwijskansen realiseren en minder voortijdige schoolverlaters door: het centraal stellen van de leerling en zijn competenties; afstemming en vernieuwing van didactiek en pedagogiek; een betere aansluiting en balans tussen theorie en praktijk; afstemmen van en in elkaar schuiven van programma’s VMBO en MBO;
verbetering van de samenwerking met het bedrijfsleven. Vervangende nieuwbouw voor het VMBO neemt de fysieke belemmeringen voor de bovenstaande doelstellingen weg en combineert dit met een sanering van het scholenbestand, zodat spreiding en levensvatbaarheid gewaarborgd blijven. Daarnaast wordt waar mogelijk een verbinding gelegd met de revitalisering van de omgeving en de herschikking van sport- of andere voorzieningenclusters.
Raadsnummer 06.RI 533.OOI
Samenwerking schoolbesturen. De schoolbesturen voor VMBO zijn deze raadsperiode uitgenodigd, uitgedaagd en gefaciliteerd om te komen tot een regionaal arrangement VMBO (meerjarige samenwerkingsovereenkomst) en een gezamenlijke visie op het VMBO. In januari 2005 hebben de zeven VMBO-schoolbesturen hun visie gepresenteerd in ’Aantrekkelijk VMBO in Eindhoven’. Om de doelstellingen van ’Aantrekkelijk VMBO in Eindhoven’ te realiseren ten aanzien van doorlopende leerlijnen binnen de beroepskolom, het vergroten van de onderwijskansen en het wegwerken van achterstanden hebben de schoolbesturen een gezamenlijke strategie geformuleerd en een plan van aanpak opgesteld: ’De Onderneming’. Projectmatig wordt gewerkt aan de innovatie en versterking van het voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs, de aansluiting met vervolgopleidingen en aan de opvang en begeleiding van zorgleerlingen. Voor de planontwikkeling van de fysieke vernieuwing is ’De Onderneming’, mede op basis van de vragen en opmerkingen van de commissie sociale pijler, uitgewerkt in onderwijsconcepten en profielen: ’Het VMBO in Eindhoven op de kaart’. Van visie naar profielen en spreiding: drie VMBO-locaties.
In ’Het VMBO in Eindhoven op de kaart’zijn de missie, onderwijsvernieuwing, onderwijsconcepten, profielen en de ruimtelijke behoefte voor de drie ’ VMBO landmarks’ bij elkaar gebracht. ’Het VMBO op de kaart in Eindhoven’ is gebaseerd op de verdeling van Eindhoven (incluis Nuenen) in vier kwadranten, met in ieder kwadrant een
VMBO-landmark. Bij de verdeling van Eindhoven in kwadranten is rekening gehouden met de bereikbaarheid van alle VMBO-sectoren en alle VMBO-afdelingen in het eigen dan wel naastgelegen kwadrant. Programma’s van Eisen.
Tijdens de behandeling van de begroting 2006-2009 heeft uw raad ingestemd met het beschikbaar stellen van een voorbereidingskrediet ad E 1.200.000,ÃćâĆňâĂİ zodat func-
tionele en ruimtelijke Programma’s van Eisen kunnen worden opgesteld door de schoolbesturen voor VMBO-landmarks die voldoen aan alle eisen van deze tijd en de doelstellingen van breed VMBO. Eind januari 2006 zijn de Programma’s van Eisen voor drie nieuwe VMBO-scholen door de schoolbesturen ingediend. Uit de Programma’s van Eisen en de aanbiedingsbrief blijkt dat de schoolbesturen consistent kiezen voor drie nieuwe ’landmarks’, conform de uitgangspunten met betrekking tot de spreiding van het VMBO in ’Aantrekkelijk VMBO in Eindhoven’. Op basis van de Programma’s van Eisen is het mogelijk nader onderzoek te verrichten naar geschikte locaties en de herontwikkelingsmogelijkheden van de vrijvallende locaties.
Raadsnummer 06.RI533.OOI
Locatieonderzoek. Parallel met het opstellen van de Programma’s van Eisen is een verkennend locatieonderzoek gestart. Naar verwachting kan het locatieonderzoek begin maart 2006 afgerond worden. Voor de uiteindelijke keuze zijn de volgende criteria bepalend: een evenwichtige spreiding over de stad van levensvatbare VMBO-scholen en profielen volgens ’Aantrekkelijk VMBO in Eindhoven’; een locatie die past bij het profiel van de school; de beschikbaarheid van de locatie; de stedenbouwkundige context; de betaalbaarheid. Wat kost het
Op basis van de Programma’s van Eisen wordt de totale investering voor drie nieuwe VMBO-scholen voorlopig geraamd op 6 45 miljoen, exclusief grondkosten. Het definitieve bedrag is met name afhankelijk van de uiteindelijke locatiekeuze. Hierbij is nog geen rekening gehouden met eventuele inzet van de opbrengsten van vrijkomende locaties en de herschikking van overige functies. Nadat de locaties voor de nieuwe VMBO-scholen bekend zijn en de Programma’s van Eisen nader zijn uitgewerkt is het mogelijk uitvoerig op de financiele consequenties in te gaan.
Subsidie rijksoverheid. Ook de rijksoverheid onderkent dat de vernieuwing van het VMBO leidt tot noodzakelijke aanpassingen van inventaris, lokalen en gebouwen. Het kabinet heeft uit de middelen van het Fonds Economische Structuurversterking (FES) voor 2006 en 2007 < 237 miljoen uitgetrokken voor eenmalige investering in praktijklokalen en inrichting. De subsidie is gericht op de verbetering van de leeromgeving van praktijkgericht onderwijs en mag aangewend worden voor vervangende nieuwbouw. Omdat het FES-gelden betreft worden de middelen op basis van een subsidieregeling geoormerkt verstrekt aan de schoolbesturen. De rijkssubsidie voor drie nieuwe VMBO-scholen in Eindhoven wordt geraamd op E 1,3 miljoen. Om in aanmerking te komen voor een bijdrage voor vervangende nieuwbouw moet hierover overeenstemming zijn bereikt met de gemeente.
3 Besluit van college van burgemeester en wethouders Wij hebben besloten: 1 kennis te nemen van de Programma’s van Eisen voor drie nieuwe VMBO-scholen; 2 desgevraagd een toelichting op de Programma’s van Eisen in de commissie sociale pijler te organiseren;
3 de directeur van de dienst Maatschappelijke Ontwikkeling en de directeur van de dienst Stadsontwikkeling en Beheer opdracht te geven een haalbaarheidsonderzoek uit te voeren naar de maatschappelijke en ruimtelijke inpassing van de nieuwbouw VMBO.
4 Ter inzage gelegde stukken 1 Aanbiedingsbrief schoolbesturen voor ongedeeld VMBO. 2 Programma’s van Eisen: Masterplan, Christiaan Huygens College, Midden in de samenleving, samen met de samenleving; VMBO Stichting Stedelijk College Eindhoven; VMBO Eindhoven-Zuid Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs.
Burgemeester en wethouders van Eindhoven,
C. Langerwerf, secretaris
ua06001015
Aan de Gemeenteraad van Eindhoven Brief inzake het VMBO Geachte leden van de Gemeenteraad,
Reeds eerder stond het VMBO van Eindhoven op uw agenda. Reeds eerder stelde u in gezamenlijk overleg met het College van Burgemeester en Wethouders, vast, dat de urgentie van de problematiek voor u buiten twijfel staat. Tegelijkertijd constateerde u, dat de plannen voor verbetering van het VMBO nog scherper geformuleerd konden worden en dat er vaart gemaakt diende te worden. U verleende krediet voor verdere uitwerking in termen van programma’s van eisen voor nieuw te bouwen vestigingen. De schoolbesturen van de betrokken scholen hebben de handschoen opgepakt en zijn voortvarend aan de slag gegaan. Op basis van eerdere documenten, ÃćâĆňâĂİ waaronder te noemen "Een uitdagende Onderneming"
(commissie Houben, d.d. april 2004), "Aantrekkelijk VMBO in Eindhoven" (meerjarenplan van de voorzitters van de schoolbesturen, d.d. januari 2005) met bijbehorend Plan van Aanpak "De Onderneming" (d.d. april 2005) en tenslotte "Het VMBO in Eindhoven op de kaart" (najaar 2005) ÃćâĆňâĂİ zijn plannen van eisen ontwikkeld, die
beogen aantrekkelijk en modern VMBO in Eindhoven te realiseren. Hierbij hebben de besturen een versnelling toegepast door de aanvankelijke streefdatum van 2010 te vervroegen naar 2008, afhankelijk uiteraard van de doorlooptijd van een aantal gemeentelijke procedures in dit verband. De genoemde documenten ÃćâĆňâĂİ de een wat uitvoeriger dan de ander; de een met een accent hier, de ander daar ÃćâĆňâĂİ komen toch in grote lijnen duidelijk met elkaar overeen. De "sense of urgency" wordt door alle partijen
gedeeld. Ondanks het feit, dat tal van inspanningen worden verricht om het VMBO zo dicht mogelijk bij de leeren leefwereld van de jongeren te brengen, is deze vorm van onderwijs in Eindhoven tot nu toe onvoldoende uit de verf gekomen om voldoende aantrekkelijk te worden bevonden. Verdergaande maatregelen zijn nodig, zowel op het onderwijskundig en didactisch-pedagogisch terrein als in de fysieke sfeer. Alleen een nieuwe lesmethode volstaat niet meer. Ook de leerorngeving vraagt een architectuur, die jongeren aanspreekt en hun het gevoel geeft, dat hun opleiding alleszins de moeite waard is. Aanpalende gemeenten hebben dit begrepen en hebben al eerder samen met hun betrokken schoolbesturen voor het VMBO de bmden uit de mouwen gestoken.
De zeven schoolbesturen (zie bijlage) spannen zich vanaf zomer 2004 met elkaar in om de opdracht, die zij toentertijd van de wethouder Jeugd en Gezin, mevrouw M.Mittendorff, gekregen hebben, zo goed mogelijk waar te maken. De zeven voorzitters hebben elkaar de afgelopen anderhalf jaar &equent getroffen en gesproken over hun gezamenlijk belang bij de nieuwe vormgeving aan het VMBO in Eindhoven. Al spoedig werd duidelijk, dat zij het grondig met elkaar eens waren inzake de richting die zij gezamenlijk op moesten en wilden. Daar is hun gemeenschappelijk Meerjarenplan ook uit ontstaan. Dat plan was tevens te zien als de laatste schakel in de keten van het Regionaal Arrangement, dat door de directeuren van de betrokken scholen op onderdelen was voorbereid. Naast de onderwijskundige en pedagogisch-didactische hoofdstukken betekende het Meerjarenplan "Aantrekkelijk VMBO in Eindhoven" het meer structureel-organisatorische sluitstuk, dat licenties regelde en het spreidingsvraagstuk.
Tegelijkertijd werd duidelijk, dat een versnelling van de plannen om een andere aanpak vroeg. Waren de zeven voorzitters het er met elkander over eens, dat het aantrekkelijk maken van het VMBO een kwestie van gezamenlijke inspanning was, dat ook het Regionaal Arrangement gezamenlijk gedachtegoed en gezamenlijke afspraken behelsde, waar het ging oxn de combinatie van onderwijsinhoudelijke ontwikkeling en fysieke behuizing van het VMBO lagen de belangen verschillend. In tegenstelling tot de scholen voor VMBO, die gekenmerkt worden door monosectorale, verticale leerlijnen, overlopend in het MBO, en die voor de financiering van hun gebouwen het geld rechtstreeks van de rijksoverheid ontvangen, zijn de multisectorale, "horizontale" scholen afhankelijk van de gemeentelijke overheid. Nadat dit ook uitdrukkelijk als zodanig onderkend werd, besloten de "horizontale" scholen ÃćâĆňâĂİ i.c. de voorzitters van de besturen ervan ÃćâĆňâĂİ gedrieen verder
op te trekken. Concreet betekende een en ander, dat de bestuursvoorzitters van het Stedelijk College Eindhoven, Het Christiaan Huygens College en Het Plein (OMO) eigen overleg hebben opgestart naast het overleg van de zeven (de voorzitters van De Eindhovense School, De Rooi Pannen, Helicon en het ROC Eindhoven). Dit laat overigens onverlet, dat de zeven voorzitters en hun besturen een vorm van een samenwerking hebben afgesproken, die de garantie bevat, dat aantrekkelijk VMBO in Eindhoven in alle breedte voorwerp blijft van gezamenlijke inspanning.
In de komende pagina’s treft u dan ook het volgende aan: op de eerste plaats de grote lijnen van de door de zeven gedragen visie op de toekomst van het VMBO. Dit is het Algemene Deel, dat de achtergrond vormt voor de huisvestingswensen. Op de tweede plaats beschrijven de drie multisectorale scholen hun eigen invulling daaraan op basis van eigen overuugingen, inzichten en visies m.b.t. VMBO. Deze invulling krijgt vervolgens weer een vertaling in termen van programma’s van eisen, die van doen hebben met nieuw te bouwen scholen. Al zijn die programma’s in die zin ook verschillend en "eigen" aan elke school, de besturen stemmen deze wel zoveel mogelijk op elkaar af en synchroniseren ook, waar dat maar kan.
Het is aan de Gemeenteraad in samenspraak met B&W de huisvestingsplannen te wegen en er een oordeel over uit te spreken.
Algemeen deel: Gedeelde Uitgangspunten Veel nieuwe woorden zijn er niet meer te vinden, die de ernst van de situatie rond het VMBO aangeven. In de afgelopen jaren hebben heel wat documenten, zowel landelijk als plaatselijk, de positie van het VMBO temidden van het scala aan onderwijsvoorzieningen, beschreven in termen van "bron van zorg" en "hoogste tijd voor verandering". Daar hoeft niet meer aan te worden toegevoegd of verduidelijkt: de partijen zijn het er over eens: het VMBO vraagt zeer gerichte aandacht. De onderwijssoort bestaat, maar nog niet zijn alle kansen benut om het volwaardig te laten bestaan. Eindhoven geldt als elke andere stad in Nederland: 60% van de leerlingen is op het VMBO te vinden, maar echt aantrekkelijk is het niet. En dat ondanks grote inspanningen van velen. Er zal meer moeten gebeuren: scholen voor VMBO moeten opvallen in de stad door hun uitstraling als plekken, "waar iets gebeurt", als "plekken van en voor jongeren", als plekken die de stad koestert, omdat daar een belangrijk deel van de beroepsbevolking van de nabije toekomst wordt gevormd, waar de stad zo een grote behoefte aan heeft.
Brainport Eindhoven Eindhoven kan niet zonder bloeiend VMBO. De argumenten zijn genoegzaam bekend. Stad van Techniek en Technologie, maar zonder voldoende techniekleerlingen. Stad met conjunctuurgevoelige economie, maar zonder potentieel om schommelingen op de arbeidsmarkt voldoende te kunnen opvangen. Stad met snelle vergrijzing en ontgroening, maar met structurele tekorten aan goed geschoold personeel. Vakmensen in voldoende aantallen en met gerichte opleiding, passend bij de vragen van stad en regio: het is geen luxe, maar noodzaak. Aandacht voor "aanvoer" van onderaf: het bedrijfsleven roept er al lang om. Overheid, onderwijs en bedrijfsleven, de driehoek, die Eindhoven graag bijeen ziet, heeft opnieuw de handen ineen te slaan. De voorzitters hebben de stad opgedeeld in vier kwadranten: noord-west, noord-oost, zuid-west, zuidoost. In elk van deze kwadranten bestaat een breed, multisectoraal VMBO-aanbod, ook in de toekomst. De nieuwe locaties zijn er op uitgekozen. In het noord-west kwadrant blijft het SCE aanwezig; in noord-oost komt (tussen Eindhoven en Nuenen) een van de pleincolleges te staan (het huidige Pleincollege Nuenen) ; in kwadrant zuid-west is het CHC te vinden en in zuid-oost Pleincollege Sint-Joris. Van deze vier scholen kennen twee Techniek in het aanbod: SCE in noord-west en OMO in zuid-oost. Techniek krijgt speciale aandacht. De overige licenties zijn onderling vastgesteld dan wel opnieuw ingevuld.
Onderwjis anno 2006 en verder Geen enkele vorm van onderwijs ontkomt eraan. Of het nu gaat om universitair onderwijs, hoger of middelbaar beroepsonderwijs, voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs, basisonderwijs en elke andere, hier niet genoemd: het is aan voortdurende vernieuwing toe. Je zou haast zeggen, dat "we er tot nu toe niets van begrepen hebben", zo vanzelfsprekend zijn de verschuivingen van accent in het beroepsonderwijs: van theoriegericht naar praktijkgericht en beroepsgericht leren, van aanbodgericht naar vraaggericht. Onderwijs vraagt om integratie van vakken in leergebieden, om maatwerk en samenwerking, om begeleiding en coaching, portfolio’s en assessments. Er wordt meer verantwoordelijkheid van leerlingen en studenten gevraagd met behoud van de inbreng van docenten: jij bent de ontwerper van je eigen leerweg. Geen school, die zichzelf respecteert, kan voor de toekomst genoegen nemen met een behuizing, die in het geheel niet is afgestemd op de noodzakelijke vernieuwingen. Dit geldt eens te meer voor het VMBO, waar niet bepaald het gemakkelijkste onderwijs wordt verzorgd: de aandacht voor de specifieke leerling, met zijn en haar specifieke leervraag, een eigen leefwereld ook, stelt eigen en hoge eisen aan de leeromgeving: aangepast aan de leerling, kleinschalig vooral en goed geoutilleerd. Uiteraard is dat bij andere schoolsoorten ook het geval, maar bij het VMBO wel in het bijzonder. Zeker nu de kans daar is, dat nieuwbouw gerealiseerd wordt, is het aangrijpen daarvan opnieuw geen luxe, maar noodzaak. Onderwjis in context Nog zo een ander punt, dat tot de vanzelfsprekendheden is gaan behoren, waar dat nog niet eens zo heel lang geleden nauwelijks het geval was: scholen staan niet los van hun omgeving, maar hebben er een centrale plaats in. En ook hier weer: het geldt alle scholen, maar inzonderheid het VMBO. Een aantal terreinen, waarop dit het geval is, is apart te noemen.
VMBO-scholen zouden hun leer-praktijksituaties, hun stageplaatsen, leerwerktrajecten meer in de buurt rondom moeten zoeken: "de praktijk de school in" geeft niet alleen de school een plek in de buurt of wijk, maar maakt ook het praktijkgerichte onderwijs realistischer: de buitenwereld hoort wezenlijk bij de binnenwereld, want de buitenwereld biedt de werkplaats, waar het "echte leren" plaatsvindt. Een goede relatie met het bedrijfsleven is levensvoorwaarde voor modern VMBO.
De omgeving, zo menen de voorzitters met hun besturen, is ook op andere wijze breed in de school te brengen. Er wordt in dit verband wel gesproken van de vier 0’s: ontmoeting, ontplooiing, ontspanning, opvoedingsondersteuning. Elk van deze vier 0’s voegt iets "van buiten" toe aan het onderwijs, waardoor het meer wordt: de plek, waar de leerling tegelijk de hedendaagse jongere is met zijn eigen vragen en mogelijke noden. Voortijdig schoolverlaten en uitval anderszins zijn niet volledig uit te bannen, maar zeker wordt het als mogelijk gezien door gerichtere samenwerking met Bureau Jeugdzorg, Schoohnaatschappelijk Werk, Loket W, Halt ÃćâĆňâĂİ en zo is er nog wel een aantal instellingen te noemen ÃćâĆňâĂİ jongeren beter "bij de les" te houden en dat is
dichter bij zichzelf. Maar de school een plek geven in de omgeving is niet alleen vanuit problemen gedacht. De nieuwe scholen voor VMBO bruisen ook op tal van andere terreinen: zij kennen een breed sportieven, er wordt muziek gemaakt en toneel gespeeld, er worden cursussen gegeven in assertiviteit en weerbaarheid, in verstandig omgaan met alcohol, roken en drugs. De wereld van de jongeren heeft een natuurlijke plek gevonden binnen wat nog school heet. Maar "naar school gaan" raakt zo een achterhaald begrip, want de vlag dekt niet meer de lading: de nieuwe school maakt integraal deel uit van de maatschappij, zoals ook het omgekeerde het geval is.
Aansluitend onderwjis en een eigen model Overbodig is het haast om te vermelden, dat het nieuwe VMBO ook binnen de "onderwijskolom" aansluiting heeft naar boven en naar beneden. Zoals het een soepele overgang kent vanuit het basisonderwijs, zo sluit het naadloos aan op het vervolgonderwijs in het MBO. Leerlingvolgsystemen, systemen van "warme overdracht", doorlopende leerlijnen garanderen, dat de leerling in beeld blijft en daaruit niet verdwijnt bij elke overstap. Het "Eindhovens model" vraagt om vermelding, als een van de maatregelen, die de voorzitters van de schoolbesturen willen treffen om het VMBO als zodanig alle kans te geven. Het model is in "Aantrekkelijk VMBO in Eindhoven" beschreven in de volgende termen. De vier scholen voor VMBO, waarom het hier gaat (dus incl. Nuenen, voor de nieuwbouw waarvan de gemeente Nuenen zelf verantwoordelijk is) kennen als instroom in principe alle leerwegen van het VMBO, ook de Theoretische Leerweg. Daarnaast blijft beperkte instroom in de Theoretische Leerweg ook bestaan aan scholen voor HAVO/VWO, maar dan met dien verstande, dat instroom gericht wordt op leerlingen, die ambitie hebben en aan wie een opstroomperspectief wordt geboden. Deze leerlingen krijgen de kans binnen zes jaar het diploma HAVO te behalen. "Landmarks " Het beeld wordt duidelijker: in Eindhoven en Nuenen staan binnen enkele jaren ÃćâĆňâĂİ de verwachting is op dit moment, dat volgens een scherpe tijdlijn tegen het eind van het jaar 2008 de realisatie een feit is ÃćâĆňâĂİ vier
nieuwe scholen voor VMBO, die de naam school eigenlijk niet meer verdienen: vier "landmarks", die eigentijdse voorzieningen bevatten waar jonge mensen niet alleen op meest geavanceerde wijze een vak leren, dat bij hen past en waarmee zij zich een plaats verwerven binnen een stad en een regio, die uitdrukkelijk aan hen behoefte hebben, maar waar ze ook in staat worden gesteld als persoon en als burger te groeien in de context van een samenleving die hen als zodanig waardeert. In het volgende Bijzondere deel beschrijven de betrokken scholen op welke wijze zij, ieder op zich, inhoud en vorm willen geven aan wat hier als algemene en gezamenlijk onderschreven uitgangspunten en doelstellingen staat beschreven. Het totaal biedt u hopelijk voldoende overtuigend materiaal om het VMBO in Eindhoven de impuls te geven, die het nodig heeft: nieuw VMBO.
Bijzonder deel: De Eigen Invulling
De door betrokken besturen en hun scholen gedeelde uitgangspunten en overeenstemming over de toekomst van het VMBO in Eindhoven leidt niet ook tot identieke vertaling daarvan in de uitvoering. Daarin heeft elk bestuur, elke directie, elke school een eigen verantwoordelijkheid op basis van eigen grondslag en visie. In dit Bijzonder deel presenteren het Stedelijk College Eindhoven, het Cbristiaan Huygens College Pleincollege Sint Joris hun eigen ideeen over de concrete, fysieke inrichting van hun onderwijs.
Stedelijk College Eindhoven Zowel de inhoud als de vormgeving van het VMBO-onderwijs, zoals in het Algemeen deel beschreven, heeft grote invloed op het schoolgebouw en de inrichting ervan: Onze toekomstige VMBO-school Niet langer volstaat een gebouw verdeeld in leslokalen die gericht zijn op kennisoverdracht, waar leraren leerlingen iets vertellen of uitleggen. Nodig is een schoolgebouw waar leerlingen zelf hun competenties (kennis, vaardigheden en attitude) kunnen ontwikkelen. Onze toekomstige VMBO-school zal niet meer op een school lijken. Het dient een plaats te zijn waarin herkenbare simulatieomgevingen zinvolle opdrachten uitgevoerd worden en waar de leerlingen zo effectief en zinvol mogelijk leren. Dit betekent het einde van een school met voornamelijk theorielokalen en een paar beroepspraktijklokalen. Het moet precies andersom! Concreet betekent dat voor het SCE:
l. Meer praktijk- dan theorielokalen voor de onderbouw Wil de praktisch ingestelde leerling een goede beroepskeuze maken en de docenten dit proces goed kunnen begeleiden en willen we voortijdige schooluitval en demotivatie van leerlingen een halt toeroepen dan moeten we gebruik maken van de onbewuste leerstrategie en intrinsieke motivatie van leerlingen, door zoveel mogelijk praktijklessen in het programma van de onderbouw in te plannen. Deze innovatieve vertaling van de verruimde wettelijke mogelijkheden die de wetgever ons biedt is in Nederland nog niet terug te vinden in voorbeelden van VMBO-huisvesting. Eindhoven kan hiermee een nieuw concept op de kaart zetten.
2. Dicht bij elkaar liggende praktijkeilanden in de school Voorheen was er een duidelijke scheiding tussen de sectoren en de praktijkafdelingen. Landelijk is nu in voorbereiding dat de scheidingen tussen de afdelingen en het licentiebeleid losgelaten gaan worden, Scholen kunnen maatwerk leveren, afgestemd op maatschappelijke en locale behoeften, de leerlingengroep en ontwikkelingen. Wij willen dat vertalen naar praktijkeilanden, waarbij in het programma opdrachten voorkomen waarbij diverse disciplines betrokken zijn (zoals nu al met het woestijnbuggy project) en in de toekomst leerlingen een modulair en breed, over de sectoren heen, samengesteld programma kunnen gaan volgen, met meer integratie van theorie en praktijk. Dit maatwerk idee betekent dat alle beroepsgerichte lokalen en praktijkruimten als een klavertjevier dicht bij elkaar gecentreerd moeten worden. Op deze wijze kunnen brede competenties waar het bedrijfsleven een behoefte aan heeft, gecombineerd worden met meer afdelingsgerichte of specifieke vakcompetenties en bekwaamheden zonder dat leerlingen de hele school moeten doorzwerven om een opdracht te maken. Denk aan combinaties van economie en techniek; techniek en sport, welzijn en sport enz. Ook willen we het huidige aanbod van te behalen extra deelcertificaten en diploma’s verder uitbouwen. Zoals het landelijk lasdiploma, EHBO- diploma, een certificaat ’blind typen’ en tekstverwerken, het brommercertificaat, branchegerichte certificaten zoals schoonmaak in de groothuishouding, heftruckdiploma enz.
3. Veiligheid en kleinschaligheid Een school moet een ’thuis-zijn’ bieden, waarbij het ’eigen-honk’-idee uitgewerkt wordt, zodat leerlingen en docenten elkaar kennen, zich gekend weten en leerlingen hun identiteit en waarden en normen kunnen ontwikkelen in een veilige leer- en leefomgeving. Een vriendelijk gebouw met kleur en eigenheid en diversiteit waar jeugd zich thuis voelt.
4. Maatschappelijke relevantie Activerende didactiek vraagt een andere inzet van docenten en een andere inrichting van het gebouw. Dus met heel veel ruimte voor beroepsgerelateerde opdrachten en kleinere instructiehoeken, een enkele collegezaal maar vooral veel oefen- en leerwerkplaatsen. Simulatiehoeken, en bijna echt restaurant gerund door leerlingen, een kinderhoek, en tal van andere simulatiehoeken. Het gebouw zal zodanig ontworpen moeten zijn dat het van de buitenkant zichtbaar en bruikbaar een functionele band heeft met de wijk en de omgeving. Te denken valt aan een fietsenmaker of klussencorner voor techniek; een winkelvoorziening met een administratief ondersteuningspunt voor ouderen; een dependance van een uitzendbureau, een nnnirestaurant; een uitleenpunt van bijv. het witgele kruis, een wijkkantoor voor politie en maatschappelijk werk. Instanties en activiteiten voor de wijk, als leeromgeving voor de VMBO-leerling. Avondactiviteiten, cursussen en sportactiviteiten maar ook (computer) lanparties en dergelijke vragen een representatieve ingang en voorzieningen. Het geplande theaterlandschap met ateliers zullen in de avond breder benut worden.
Christiaan Huygens College Het Christiaan Huygens College biedt in Eindhoven op 3 locaties gymnasium, atheneum, havo en VMBO aan, Op de locatie Strausslaan volgen momenteel circa 500 leerlingen onderwijs in het VMBO. Op deze VMBO-locatie heeft de afgelopen periode een groot aantal ontwikkelingen plaatsgevonden. Onder andere nieuwe werkvormen, toepassing van ICT en andere verwachtingspatronen van basis- en ROC-onderwijs, maar ook een ’manifest’ als leidraad voor het omgaan met elkaar in de school. Projecten binnen en buiten de school zijn gestart om de praktijk in het leerproces een rol te laten spelen. Het meeste recent is de promotie van gezonde voeding in de school en een door leerlingen opgezette schoolkantine waar juist dit type voeding verkrijgbaar is. Vraag om ’nieuw onderwjis ’ Ouders en leerlingen vragen om andere vormen van onderwijs en verbreding van de maatschappelijke rol van de school. Het Christiaan Huygens College wil hierop anticiperen en ambieert, zoals ook al boven (Algemeen deel) aangegeven, onder andere een ontwikkeling van aanbodgericht onderwijs naar (meer) vraag gestuurd onderwijs.
Vraag om nieuwe injastructuur ’Nieuw onderwijs’ vraagt een nieuwe infrastructuur voor de organisatie van het onderwijs, maar ook een nieuwe infrastructuur voor de huisvesting van het onderwijs. In de huidige huisvesting ervaart het Christiaan Huygens College een groot aantal knelpunten bij de verwezenlijking van bovenstaande visie. Het aantal vierkante meters vloeroppervlak per leerling is het laagste van alle VMBO scholen in Eindhoven en de zeer beperkte omvang van het terrein staat niet toe dat er meer wordt gebouwd. Daarnaast zullen door het ingezette beleid van de besturen van het voortgezet onderwijs en de gemeente Eindhoven - waarbij totstandkoming van regionale arrangementen en ongedeeld VMBO uitgangspunt is - de VMBO scholen sterk groeien. De verwachte groei wordt voor het Christiaan Huygens College nog eens extra versterkt door de verhuizing van het Sondervick College naar de rand van Veldhoven en de ontwikkelingen in de wijk Meerhoven. Het Christiaan Huygens College, locatie Strausslaan, heeft op dit moment de beschikking over een onderwijskundig verouderd en te krap gebouw. Aanpassing en uitbreiding van het gebouw is op het huidige terrein onmogelijk te realiseren. De multiculturele leerlingenpopulatie en het gewenste onderwijsconcept vereisen meer fysieke ruimte dan nu aanwezig is.
Het onderscheidende Het Christiaan Huygens College wil binnen de afspraken, gemaakt met de andere besturen, zich onderscheiden in haar onderwijsvisie en aanbod. Het onderscheidende zit met name in de afdeling Sport Dienstverlening en Veiligheid. Deze afdeling vereist, nog meer dan de andere afdeling, een open relatie met de omgeving, een goede toegangelijkheid en sportvoorzieningen in en direct naast de schooL Nieuwbouw noodzaak De huidige onderwijskundige en maatschappelijke ontwikkelingen in de school zijn er op gericht dat in 2008 de nieuwe huisvesting in gebruik wordt genomen. Het is uitgesloten dat de ingezette ontwikkelingen met betrekking tot onderwijskundig concept, maatschappelijke inbedding en leerlingenstromen op grond van demografische ontwikkelingen en gemaakte afspraken met de andere besturen zonder nieuwbouw gerealiseerd kunnen worden. Verder verwijst het Christiaan Huygens College naar het Masterplan "Midden in de Samenleving, Samen met de Samenleving" zoals dat is aangeboden aan het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Eindhoven.
OMO Pleincollege VMBO Zuid De school als onderwjisinstelling OMO Pleincollege VMBO Zuid is een school met oog voor eigentijds leren en is als onderwijscampus opgezet. Op deze campus staan moderne, transparante gebouwen waardoor het eigen karakter, de herkenbaarheid en de kleinschaligheid van de verschillende onderwijsvormen tot uiting komen. Het zijn ’landmarks’ in de omgeving. De meerwaarde van de gezainenlijkheid komt tot uiting door onderwijskundige afspraken, door een school te zijn voor alle leerlingen in de leeftijd van 12 t/m 18 jaar, maar ook door gezamenlijke activiteiten in het praktijkcentrum, de theaterzaal, het sportcentrum en het ICT huis. De school kenmerkt zich, doordat ze m.b.t. ICT en technologie ’leading’ wil zijn. Het leren vindt o.a. plaats in, en in samenwerking met, bedrijven en instellingen. Pleincollege VMBO Zuid heeft deze vorm van leren een naam gegeven n.l. "leren in bedrijf’. Leerlingen werken voor fictieve of werkelijke opdrachtgevers / klanten. Het onderwijs wordt vormgegeven met bijvoorbeeld opdrachtgevers als de ABN-
AMRO bank, kinderdagverblijf Korein Eindhoven, Dierenrijk Europa In nauwe samenwerking met het bedrijfsleven bijvoorbeeld met de High-Tech Campus Philips e.d. worden werkplekken en werkprocessen nagebootst, maar ook middels een bedrij fsmatige cultuur in de werkelijkheid gerealiseerd. Bepaalde leerdoelen kunnen in bedrijfssimulaties binnen scholen bereikt worden en andere in de echte zelf opgezette praktijk. Tegelijk wordt er zorg gedragen voor het veranderingsproces van die leerlingen, die gebaat zijn met gestructureerd onderwijs en duidelijke regels en afspraken. De school in de omgeving De school heeft vanuit leren in bedrijf een duidelijke etalagefunctie. In het "&ontoffice" ontmoeten bedrijfsleven en school elkaar in bijvoorbeeld een schoonheidssalon, autowerkplaats of internetcafe. Vanuit de omgeving is zichtbaar, wat er in de school geleerd wordt en voor de leerling is het mogelijk zich al in de maatschappij te wanen. De school als verblj ifsgemeenschap De school biedt voor jongeren in de leeftijd van 12 t/m 18 jaar een naschoolsarrangement, gericht op vrijetijdsbesteding en ontmoeting. Het complete arrangement wordt deels onder en na schooltijd uitgevoerd. De school neemt fysiek een centrale plaats in m.b.t. de plek waar de activiteiten worden gerealiseerd. Praktijklokalen, gyrnzalen en een ontmoetingsruimte worden ingezet. Het arrangement bestaat uit sport en ontmoetingsactiviteiten en wordt opgezet en uitgevoerd in samenwerking met verschillende maatschappelijke instanties en de wijkvereniging. Tot slot
OMO Pleincollege VMBO zuid kenmerkt zich door: eenheid in verscheidenheid.