gemeente Eindhoven
Raadsnummer 07. R2030. OOI Inboeknummer oybstoogpr Dossiernummer prr.4o4 ta maart zoog
Raads informatiebrief Betreft rapportage voortgang afbouw ID-banen 1 Inleiding Het Rijk heeft vanaf medio 2003 besloten tot afbouw van de gesubsidieerde arbeid over te gaan. Het betreft daarbij voornamelijk de zg. Instroom-Doorstroombanen (voorheen Melkert-banen genoemd). Daar waar mogelijk dienden gesubsidieerde arbeidsplaatsen omgezet te worden in reguliere banen. Tevens moest worden bevorderd dat de werknemers, bij wie de arbeidsplaats niet regulier gemaakt kon worden, elders een reguliere werkplek konden bezetten. Uw raad heeft op 19 april 2004 de kaders voor het beleid voor de afbouw van de gesubsidieerde arbeid bepaald. Op 29 juni 2004 is de afbouwregeling vastgesteld voor de periode tot 1 januari 2008. Tevens is naast de rijksstimuleringsregeling een "eigen" stimuleringsregeling vastgesteld om de omzetting van gesubsidieerde banen naar reguliere banen te bevorderen.
Daarnaast heeft uw raad besloten om voor 200 formatieplaatsen middelen vrij te maken om ID-banen om te zetten naar reguliere banen. Het gaat hier om functies binnen de gemeentelijke organisatie en bij door de gemeente gesubsidieerde instellingen die cruciaal zijn voor de voortzetting van de activiteiten. Uw raad heeft gevraagd om periodiek te worden geinformeerd over de voortgang en de resultaten. In april, respectievelijk oktober 2005 is uw raad over de voortgang via raadsinformatiebrieven geinformeerd en is in de betreffende raadscommissie hierover gesproken.
In deze raadsinformatiebrief wordt gerapporteerd over het verloop van de activiteiten tot 1 januari 2007. Separaat wordt aan uw raad door ons een voorstel aangeboden met betrekking tot kaders voor een vervolgregeling vanaf 1 januari 2008.
A Rapportage voortgang afbouw ID-banen. Wat is er gebeurd. De afbouwregeling gaat over een periode van 2004 tot 2008. De volgende activiteiten zijn uitgevoerd of vinden nu nog plaats: alle ID-werkgevers en -werknemers zijn vanaf april 2004 geinformeerd over de voorgenomen afbouw van de subsidie;
Raadsnummer 07.R2030.00I
binnen de eigen organisatie en met de daarvoor in aanmerking komende instellingen zijn afspraken gemaakt over de omzetting van de 200 formatieplaatsen gesubsidieerde naar reguliere banen via de door de gemeente ter beschikking gestelde structurele middelen van C 5 miljoen; met inschakeling van onafhankelijke externe deskundigen is bij de start van de afbouwregeling in 2004 een eerste inventarisatie gemaakt van de uitstroommogelijkheden van de werknemers. De indeling is als volgt: A-categorie ÃćâĆňâĂİ regulier werk: werknemers zijn in staat op korte termijn een
reguliere functie bij de eigen organisatie of elders te vervullen. De subsidieverlening voor deze werknemers eindigt in principe uiterlijk 1 januari 2006; B-categorie ÃćâĆňâĂİ regulier werk na traject: werknemers kunnen door begeleiding,
scholing e.d. op langere termijn in staat zijn een reguliere functie te vervullen bij de eigen organisatie of elders; afhankelijk van het reintegratietraject kan de subsidieverstrekking aan de werkgever tot uiterlijk 1 januari 2008 plaatsvinden (B-categorie); C2-categorie ÃćâĆňâĂİ aangewezen op aangepaste arbeid: werknemers die aange-
wezen zullen zijn op aangepaste arbeid via de Wet sociale werkvoorziening. Afhankelijk van de duur van de plaatsingmogelijkheid binnen de Wet sociale werkvoorziening, kan de subsidieverlening aan de werkgever worden voortgezet; C1 en C4-categorie ÃćâĆňâĂİ niet volledig regulier plaatsbaar: werknemers die ook
op langere termijn niet in staat zijn een volledig reguliere functie te vervullen. Hierbij spelen het persoonlijk functioneren en leeftijd (vanaf 55 jaar) een rol. De subsidieverlening wordt voortgezet tot 1 januari 2008; C3-categorie ÃćâĆňâĂİ niet plaatsbaar: werknemers die feitelijk niet in staat zijn door
ziekte, persoonlijk functioneren de opgedragen werkzaamheden in redelijke mate uit te voeren. Voor hen is het niet zinvol om nog langer een gesubsidieerde arbeidsplaats gericht op re-integratie te bezetten. Zodra het dienstverband kan worden beeindigd, wordt ook de subsidie aan de werkgever stopgezet; een specifiek team ID-banen is geformeerd binnen de dienst Werk, Zorg en Inkomen, dat samen met diverse externe re-integratiebedrijven de betrokken werknemers en werkgevers een traject gericht op uitstroom, begeleiding en scholing aanbieden en volgen. Acti vi tei ten om het regulier maken van vverkplekken te bevorderen:
met alle ID-werkgevers zijn contacten gelegd over de mogelijkheden van omzetting van gesubsidieerde naar reguliere banen, met gebruikmaking van de rij ksstimuleringsregeling en daarnaast de "eigen gemeentelijkestimuleringsregeling om het scheppen van reguliere arbeidsplaatsen mogelijk te maken;
Raadsnummer 07.R2030.00I
met werkgevers in de welzijns-, culturele- en kunstsector zijn gesprekken gevoerd over de mogelijkheden van onderlinge samenwerking, bevorderen ondernemerschap, e.d. Dit zijn met name de sectoren waarmee de gemeente vaak ook op andere wijze (subsidie)relaties onderhoudt. De gesprekken waren bedoeld om te bevorderen dat instellingen zelf oplossingen zouden zoeken voor het wegvallen van de zekere ID-medewerkers c.q. de daaraan verbonden subsidies. Hiermee is getracht het gevoel van het automatisme van het verkrijgen van subsidie bij instellingen te doorbreken. Acti vi tei ten ten behoeve van plaatsing van ID- werknemers op reguliere banen
met alle werkgevers zijn afspraken gemaakt over de voortgang van het traject van de betrokken werknemer. Hierbij wordt zowel naar de werkgever als werknemer maatwerk toegepast. Dit geldt voor het te volgen traject als de mate van subsidiering binnen de spelregels van de afbouwregeling. Daar waar tijdens het traject wordt vastgesteld dat de eerste indeling niet juist blijkt, is de indeling in categorie op de actuele situatie aangepast; met de werkgevers in de zorgsector zijn naast individuele, ook collectieve afspraken gemaakt om de omzetting en doorstroom naar reguliere banen te bevorderen; met de werkgevers in het onderwijs zijn maatwerk-afspraken gemaakt; dit is eveneens gebeurd met diverse welzij ns-, culturele- en kunsti nstelli ngen; met de di ensten Maatschappelijke Ontwikkeling en Algemene en Publi ekszaken (Stadswachten) zijn eveneens maatwerkafspraken gemaakt voor de afbouw met de daar werkzame ID-werknemers. Enkele specifieke a andach tspun ten.
Maatwerk Zoals uitdrukkelijk in de afbouwregeling is aangegeven wordt maatwerk toegepast. Dit betekent dat zoveel mogelijk wordt voorkomen dat zich voor de werknemer ongewilde en onbedoelde neveneffecten voordoen in de toepassing van de afbouwbepalingen, zoals vroegtijdig ontslag. Voor de oudere werknemers, behorende tot de C-categorie wordt, voor zover van toepassing de looptijd van de subsidie verlengd tot bijvoorbeeld de pensioenleeftijd. In andere gevallen wordt de korting op de subsidie ingetrokken of verminderd als aantoonbaar is dat de organisatie niet in staat is deze korting op te vangen en het in het belang is van de werknemer dat het dienstverband (nog) voortduurt. Een en ander vindt plaats met toepassing van de in de afbouwregeling opgenomen hardheidsclausule, die is bedoeld voor toepassing in beschreven bovenstaande situaties en volgens de vastgestelde kaders.
Raadsnummer 07.R2030.00I
Uitvoering trajecten Zoals is aangegeven worden door het ID-team in samenwerking met de diverse reintegratiebedrijven trajecten uitgevoerd: aan de deelnemers uit de A- en 8 -categorie is een bij de deelnemers passend outplacement- en/of ander begeleidingstraject aangeboden. Dit om uitstroom naar regulier werk te bevorderen; voor de C-categorie zijn trajecten aangeboden gericht op uitstroom waar mogelijk en verbetering van de productiviteit en daarmee de flexibiliteit op de arbeidsmarkt; voor degenen, bij wie indicering voor de sociale werkvoorziening aan de orde is, wordt individuele ondersteuning aangeboden bij de aanvraag voor indicatiestelling. Met de betrokken werkgevers en Ergon, als uitvoerder van de sw-regeling, is eveneens intensief contact over de voortgang. Waar mogelijk wordt, als de werknemer voor een plek binnen de Wet sociale werkvoorziening (’sw-plek’ ) wordt geindiceerd in aansluiting op het ID-dienstverband een dienstverband in het kader van begeleid werkenin sw-verband aangeboden. Voor de werknemer blijft dan het bestaande arbeidscontract bij de eigen werkgever van toepassing. Specifiek te noemen trajecten zijn. Zelfstancligentraj eet: voor 10 deelnemers is een traject richting zelfstandigheid ingezet, waarbij ook de mogelijkheden van de BBZ-regeling (Besluit Bijstand Zelfstandigen ten behoeve van de bevordering van zelfstandigheid vanuit de bijstand) zijn betrokken. Dit heeft tot dusver geleid tot het verder gaan als zelfstandig ondernemer van 3 personen. Naar verwachting gaan 4 personen uiterlijk per 1-1-2008 als zelfstandig ondernemer verder. Leerwerktraj eet Begelei cf Beroepsgeri ebt Leren (BBL)
Het betreft een combinatie van leren-werken in het kader van de BBL.
Hiermee wordt specifiek ingezet op verhoging van de plaatsbaarheid van de betreffende medewerker bij de eigen werkgever of elders in combinatie met functiegerichte scholing. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de voortgezette stimuleringsregeling van het Rijk. Van de aanvankelijk 20 deelnemers zijn nu nog 10 deelnemers in een traject. De overige deelnemers is inmiddels een ander traject aangeboden of zijn uitgestroomd naar een reguliere arbeidsplaats. Het traject loopt nog tot uiterlijk 1 augustus 2008. Project Stadswachten: Aanvankelijk heeft de werving van kandidaten voor vacatures als Stadswacht uit de ID-werknemers niet het gewenste resultaat opgeleverd. Vervolgens is de selectie naast het bestand ID-werknemers, eveneens gericht op het totale WWBbestand. Dit conform het raadsbesluit "nadere regelgeving omzetting 200 banen in reguliere banen". Dit heeft geleid tot de aanmelding en gezamenlijke screening van 40 kandidaten. Uiteindelijk zijn 10 kandidaten begonnen in een proefperiode van 3 maanden via detachering. Daarbij wordt een opleiding
Raadsnummer 07.R203O.OOI
aangeboden. Bij goed functioneren is een contract bij de dienst Algemene en Publiekszaken aangeboden. Kunst, cultuur en welzijn In de kunst- en cultuursector en deels in de welzijnssector is er sprake van een bijzondere situatie. Zoals bekend is er sprake van een groot aantal kleine organisaties die soms wel en soms geen (personele) subsidierelatie met de gemeente hebben. Er is een proces in gang gezet om door te stimuleren tot meer onderlinge samenwerking en verbetering van de bedrijfsvoering te komen tot meer profilering. Zoals gezegd, wordt hiermee getracht de organisaties te bewegen om via ondernemerschap en creativiteit andere fondsen te verkrijgen om de activiteiten te financieren, waardoor voor (een deel van de) medewerkers een reguliere functie kan worden verkregen. Dit vergt echter een specifieke inspanning van de instellingen en een daarbij initierende rol van de kant van de gemeente. Dit proces tot herstructurering vraagt dan ook de nodige tijd. Tot dusver zijn er nog geen tastbare (zichtbare?) resultaten zichtbaar. Het bevorderen van de uitstroom van medewerkers in de A-categorie, werkzaam bij instellingen waarbij een perspectief op omzetting naar een reguliere functie ontbreekt, naar een reguliere functie elders, is voortgezet. Aangezien deze instellingen geen activiteiten ondernemen of niet in staat zijn, ook op termijn, om een reguliere arbeidsplaats te bieden, is voortzetting van een ID-dienstverband niet langer zinvol voor het verkrijgen van een reguliere werkplek.
Gedwongen ontslagen Voor de werknemers, die een indicatie hadden voor uitstroom naar reguliere arbeid (A-categorie), zijn outplacementactiviteiten opgezet, gedurende de nog resterende subsidieperiode. Soms is wegens de voorgenomen beeindiging van de ID-subsidie door de betreffende werkgever ontslag aangezegd, terwijl het zoekproces naar een nieuwe baan nog bezig was. Voor degenen voor wie het de bedoeling was dat het traject langer zou duren, is waar mogelijk de duur of hoogte van de subsidie aangepast om dit ontslag te voorkomen. Ontslag komt ook voort uit het onvoldoende functioneren van de medewerker. Ook het vervallen of verminderen van de werkzaamheden voor de betreffende medewerker zijn een reden voor ontslag. Ondanks de inspanningen om ook dergelijke ontslagen te voorkomen, komt het voor dat voortijdig (voor de uiterlijke beeindiging van de subsidietermijn) een ontslagprocedure door de werkgever is of wordt ingezet. Dit is niet te voorkomen. Het is en blijft de verantwoordelijkheid van de werkgever een dienstverband al dan niet voort te zetten of te beeindigen. Waar nodig en gewenst wordt het re-integratietraject nog geruime tijd voortgezet, om ook na het ontslag alsnog een gesubsidieerde of reguliere werkplek elders te vinden.
Raadsnummer 07.R2030.00I
Stand van zaken In totaal hebben tot dusver 383 personen van de 847 werknemers op een ID-baan een reguliere werkp lek gekregen. De oorspronkelijk maximaal haalbaar geachte doelstelling was afgestemd op de plaatsing op een reguliere werkkring van ca. 30’/o van het ID-werknemersbestand, zijnde ca. 250 personen.
Huidig bestand: 278 personen. Op 1 januari 2007 hebben nog 278 personen een gesubsidieerde arbeidsplaats en zijn in traject en onder de aandacht van het ID-team. Daarnaast zijn nog ca. 20
personen in een re-integratietraject, die geen gesubsidieerde arbeidsplaats meer bezetten. Globaal is de samenstelling van het bestand als volgt: A-categorie: 15 personen nemen deel aan een outplacementtraject tot afloop van de subsidietermijn (uiterlijk 1 januari 2008 of eerder); 8-categorie: 42 personen nemen thans deel aan een traject gericht op toekomstige uitstroom tot uiterlijk 1 januari 2008; C2-categorie: 54 personen zijn aangemeld voor indicatie SW bij het CWI; hiervan zijn er inmiddels 30 geindiceerd; C1-categorie: 37 personen volgen een traject ter verhoging van hun loonvormendheid en inzetbaarheid; C3-categorie: 3 personen; hiermee eindigt de subsidierelatie voor 1 januari 2008; C4-categorie: 120 personen behorende tot de C-categorie zijn 55-jaar of ouder op peildatum 1 januari 2008; 12 personen zijn nog in traject ondanks dat dienstverband is/wordt beeindigd; daarnaast zijn nog 13 personen in traject met een wiw-dienstverband voor onbepaalde tijd, met de daarbij behorende begeleiding, waar mogelijk richting reguliere arbeid.
Raadsnummer 07.R2030.00I
De uitstroom in schema:
Toeli ch ti ng.
Uitstroom naar vi a de gemeente reguli er gemaakte banen (zg. gewitte banen).
Er zijn 203 personen geplaatst op een door de gemeente structureel gefinancierde regulier gemaakte ID-baan (gewitte baan). Specificatie van de nog niet vervulde banen: Stadswachten: 9 niet ingevuld van de 27;
Neos: 1 niet ingevuld van de 4. In samenspraak met de diensten Algemene en Publiekszaken en Maatschappelijke Ontwikkeling en conform het raadsbesluit nadere regelgeving omzetting 200 banen in reguliere banen, zal verdere invulling plaatsvinden. Uitstroom naar reguliere banen elders. Bij andere organisaties zijn 180 personen geplaatst in een door deze organisaties regulier gemaakte baan of hebben een andere reguliere werkplek gevonden.
Uitstroom naar een dienstverbandi n sw-verband.
Voor 25 personen is het ID-dienstverband omgezet in een dienstverband begeleid werken in sw-verband. Dit betekent dat deze personen hun dienstverband en werkplek hebben behouden, maar dat de subsidieverlening is gewijzigd. Uitstroom naar WAO/WW.
Raadsnummer 07.R203O.OOI
In totaal is bij 133 personen het dienstverband beeindigd door de werkgever. Het betreft hier werknemers, die in principe in staat zijn een reguliere werkplek te vinden en nu een WW-uitkering ontvangen of een WAO/WIA- of andere uitkering ontvangen. Daar waar gewenst, heeft in nauwe samenwerking met CWI en UWV overdracht van dossiers plaatsgevonden en is de begeleiding via het ID-team voortgezet.
Prognoses betreffende de voortgang. Outplacementtraject en traject ter verbetering arbeidsproductiviteit: voor de deelnemers uit de A-, B- en C1-categorie is nog steeds een traject gericht op reguliere arbeid bij de eigen werkgever of elders aan de orde. Voor zover nu is aan te geven, zal op basis van o.m door werkgevers afgegeven toezeggingen nog voor ca. 40 personen een reguliere werkkring te realiseren zijn, met de daarbij behorende ondersteuning. Voor A- en B-categorie deelnemers werkzaam in welzijn, culturele of kunstsector is er geen of nauwelijks perspectief elders en ook niet bij de eigen werkgever als er geen reguliere structurele middelen worden ingezet. De conclusie is dat bij het ontbreken van een perspectief op een reguliere werkplek, ontslag zal volgen. Dit zal leiden tot het gedeeltelijk of geheel wegvallen van de activiteiten van de instelling. Voor de betrokken werknemers volgt het vertrek naar een volledig andere werkkring of werkloosheid. Het betreft hier naar schatting ca. 30 personen. 55+ers: 110 personen weinig tot geen uitstroomkansen, bij voortzetting dienstverbanden en daarmee subsidie laatste uitstroom in 2017. Er is sprake van een
glijdende schaal. De aantallen zullen wellicht sterker dalen door het gebruik van vervroegde uittredingsregelingen.
Sw-geindiceerden: ca. 30 zullen omgezet worden naar dienstverbanden begeleid werken in het kader van sw (rijksbijdragen). Overige Cl-categorie: na uitstroom van mogelijk nog 40 personen, blijft een restgroep van 100 personen, die feitelijk is aangewezen op subsidieverstrekking ter compensatie van geringere productiviteit. Het niet voortzetten van de subsidierelatie leidt tot ontslag. Maar in een enkel geval zal een alternatieve werkkring kunnen worden gevonden.
B Conclusies en vervolg. In de afgelopen en nog lopende periode is en wordt nog steeds een maximum inspanning geleverd om de overstap naar een reguliere werkplek voor zoveel
Raadsnummer 07.R203O.OOI
mogelijk werknemers te realiseren. Daarmee wordt het maximaal haalbare binnen de bestaande regelingen gedaan. Een groep blijft over. Hiervoor eindigen vanaf 2008 de mogelijkheden binnen de huidige overgangsregeling. Werknemers uit de A- en 8-categorie zijn op andersoortige banen elders aangewezen, tenzij alsnog de werkkring regulier gemaakt kan worden, bijvoorbeeld via een andere structurele financiering van de activiteiten binnen het welzijn, kunst en cultuurbeleid. Het betreft naar verwachting ca. 20 arbeidsplaatsen in deze sectoren en 10 plaatsen bij werkgevers elders. Voor de deelnemers uit de C-categorie zijn de arbeidsmarktkansen gering, zeker bij oudere leeftijd. Voor hen is het noodzakelijk om een voortgezette regeling te ontwerpen, wil men sociale uitsluiting door werkloosheid voorkomen. Het betreft ca. 220 personen. In een motie van 8 november 2006 naar aanleiding van de bespreking van de programmabegroting 2007-2010 is het college gevraagd: "een verkenning uit te voeren naar de mogelijkheden om de deelnemers, die in 2008 nog geen reguliere baan hebben buiten de bijstand te houden en om het resultaat van deze verkenning te presenteren bij de Voorjaarsnota 2007".
Vervolgacties van het college. Op grond van de conclusies en de wens van uw raad, beraden wij ons over de wenselijkheid en eventuele mogelijkheden voor behoud van voor de gemeente van maatschappelijk belang geachte functies in de welzijns-, cultuur- en kunstsector, die dreigen te vervallen door het wegvallen van ID-subsidies. Het college heeft in lijn met het coalitieakkoord Eindhoven Een en de eerdergenoemde motie besloten: de wenselijkheid en mogelijkheden onderzoeken in welke mate de gemeente wil en kan bijdragen in het behoud van dergelijke arbeidsplaatsen na 2008; daartoe wordt een inventarisatie gemaakt van de situatie van deze categorie deelnemers, werkzaam in de welzijn, kunst of cultuursector en de organisaties, waar de arbeidsplaatsen zijn ingevuld; een "arbeidspool" ten behoeve van ondersteuning aan kleinere organisaties in genoemde sectoren te vormen, waardoor deze organisaties via detachering vanuit deze arbeidspool de mogelijkheid kan worden geboden van belang zijnde activiteiten te kunnen voortzetten; daarbij zal worden bezien op welke wijze huidige ID-medewerkers hierin kunnen participeren; de dossiers op deze onderwerpen voor 1 juli 2007 aan te leveren. Daarnaast biedt het college thans de kaders aan voor een voortgezette regeling gesubsidieerde arbeid na 2008 voor ID-werknemers uit de C-categorie aanbieden.
Raadsnummer 07.R2030.00I
Hier is sprake van een nadere invulling van de inzet van re-integratiemiddelen. De bekostiging kan plaatsvinden uit de door het rijk ter beschikking gestelde reguliere werkdeelmiddelen uit de WWB.
2 6esluit van college van burgemeester en wethouders Wij hebben besloten u hierover te informeren.
3 Ter inzage gelegde stukken Geen.
Burgemeester en wethouders van Eindhoven,
A. Brunninkhuis, secretaris
Raadsnummer 07.R203O.OOI
KB07000099