S E R r fBrabant
IIII 1111111III IIII11
Pettelaarpark 10 Postbus 70, 5201 A B 's-Hertogenbosch T 073-680 66 60 E
[email protected] www.serbrabant.nl
3682287 DIV C
Ingekomen College van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Postbus 90151
1 6 OKĪ 20U Provincie Noord-Brabant
5200 MC 's-Hertogenbosch c c : Statengriffie
ONS KENMERK
BIJLAGE(N)
ONDERWERP
DATUM
ld/avdw/14.018
1
ontwerpadvies Brab ant
14 oktob er 2014
Metropoolstad (POC, PRG, SER)
Geacht college, Mede namens de Provinciale Omgevingscommissie (POC) en de Provinciale R aad Gezondheid (PRG) bied ik u hierbij het ontwerpadvies 'Brabant Metropoolstad' aan. U heeft ons gevraagd gezamenlijk te adviseren over de relevante thema's voor een meerjarig kennis- en onderzoeksprogramma 'Sterk Stedelijk Netwerk' en 'Vitaal Platteland'. Met een viertal perspectieven voor 'Brabant Metropoolstad' doen wij een handreiking voor het ordenen en selecteren van de relevante kennis- en onderzoeksthema's en het inrichten van een reële programma-agenda. Vanwege het erg korte tijdstraject, we zijn pas vlak voor de zomer gestart, heeft de tijd ontbroken voor het maken van noodzakelijke verdiepingsslagen. De PRG heeft aangegeven daarom niet in te stemmen met de huidige notitie. De drie R aden vinden de insteek om stad en platteland te benaderen vanuit verbondenheid een uitdagend uitgangspunt. Mocht daar tijd voor zijn, dan zullen wij u nog nader adviseren over prioritering en clusteren van de thema's. En overigens willen de raden in het kader van de kennis- en onderzoeksagenda komende jaren graag betrokken blijven bij de inrichting van de voortschrijdende programma-agenda Stad S Platteland. Wij vertrouwen erop u hiermede naar voldoening te hebben geïnformeerd, mede namens de collega's van POC en PR G,
Gerrit Jan Swinkels, voorzitter SER Brabant
NB
Provinciale Omgevingscommissie Noord-Brabant
c c D 5 t
j/d
L
tírQDQnt
ONTWERPADVIES
BRABANT METROPOOLSTAD Strategische opgaven voor stad en platteland
Handreikingen voor een meerjarig onderzoeksprogramma sterk stedelijk netwerk en vitaal platteland
oktober 2014
1
Inhoudsopgave
1. Inleiding 2.
De kracht van Brabant Metropoolstad, bespiegelingen
3. Trends, kansen A bedreigingen 4.
5.
Brabant Metropoolstad: vier perspectieven »
De ondernemende
en lerende
Metropoolstad
»
De veerkrachtige
en gezonde
Metropoolstad
«
De verbindende
»
De groene en voedende
Metropoolstad
Kennis- en onderzoeksthema's
Metropoolstad
1.
Inleiding
Het College van Gedeputeerde Staten wil naar een reële programma-agenda stad S platteland. De adviesaanvraag van de provincie Noord-Brabant aan de drie adviesraden SER Brabant, Provinciale Omgevingscommissie en Provinciale Raad Gezondheid betreft het geven van input voor het 'Meerjarig kennis- en onderzoeksprogramma stad en platteland'. Doel daarvan is om de strategische opgaven van 'Sterk Stedelijk Netwerk' en 'Vitaal Platteland' beter uitgewerkt te krijgen. Het onderzoeksprogramma moet bijdragen aan het realiseren van de ambities van de Agenda van Brabant (Europese topkennis- en innovatieregio). Het onderzoeksprogramma heeft vooral een signalerende en agenderende functie. Werkenderwijs wil de provincie bouwen aan een robuust meerjarig onderzoeksprogramma. Aan de drie adviesraden w o r d t gevraagd te adviseren over de in dat kader relevante kennis- en onderzoeksthema's. In dit advies op hoofdlijnen w o r d t eerst beknopt gereflecteerd op een aantal relevante trends S ontwikkelingen c.q. kansen en bedreigingen. Vervolgens w o r d t nader ingegaan op de strategische opgaven 'Sterk Stedelijk Netwerk' en 'Vitaal Platteland'. Bij de uitwerking daarvan nemen we afstand van de oude concepten en klassieke tweedeling tussen stad en platteland. In de geest van het al eerder gelanceerde ruimtelijke concept Brabant Mozaïekmetropool kiezen wij in dit advies voor 'Brabant Metropoolstad'. Daarbij gaat het, naast het vraagstuk van agglomeratiekracht in internationaal perspectief, met name om een sterker programmatische benadering van het w o o n - , werk- en leefklimaat van de toekomst. Dit als tegenhanger van de regionaal strategische programma's als Brainport 2020, Midpoint Brabant, Agrifoodcapital of de Strategische Agenda Zuidwest-Nederland. Uit onze verkenningen in het voortraject van dit advies werd snel duidelijk dat er al veel kennis beschikbaar is, zowel landelijk als provinciaal. Conclusie was dat het vooral gaat om het ordenen van al die beschikbare kennis en om het opsporen van mogelijke lacunes. Daartoe dienen de strategische opgaven. Met dit advies doen wij een eerste poging om die strategische opgaven voor stad 81 platteland in te kleuren, met de daarbij horende kennis- en onderzoeksthema's. Dat is zeker geen uitputtend lijstje, maar het gaat vooral o m de methodiek om t o t komen t o t ordening van kennis en onderzoek. We sluiten aan bij de transities die in Brabant gaande zijn en zich zullen doorzetten op het gebied van stad en platteland. De huidige transitie in de landbouw is hier een voorbeeld van. Bij het opstellen van dit advies hebben wij kennis aangeboord uit de drie netwerken, er is onder meer een gezamenlijke expertmeeting (bijlage) georganiseerd. Het was de eerste keer dat op deze wijze inhoudelijk is gewerkt en dat past helemaal bij de vernieuwing van het provinciale adviesstelsel waaraan op dit m o m e n t w o r d t gewerkt. De leden van de drie adviesraden hebben in september dit ontwerpadvies besproken en van commentaar voorzien. Vanwege de tijdsdruk is gekozen voor een advies-op-hoofdlijnen. Graag werken wij dit desgewenst op onderdelen nader uit.
3
Belangrijk is dat het een uitnodigende programma-agenda Stad en Platteland wordt. De drie raden reiken daarvoor in dit advies een 4-tal beelden/persepctieven aan. Met verbinders, verhalen vertellers, verbeelders, veranderaars, verduurzamers en verdieners moeten we in Brabant samen aan de slag, nieuwe verbindingen leggen en transities bevorderen tussen stad en platteland. Dit kan worden versterkt door het organiseren van ateliers en het jaarlijks uitreiken van een award.
\
I
Figuur 1. De 6 V's van transities
4
2.
Metropoolstad Brabant, bespiegelingen
De drie raden sluiten met dit advies aan bij het advies T o e k o m s t van de stad' van de Raad voor de Leefomgeving en Infrastructuur (RLi). De stad w o r d t niet langer gezien als een afgebakend gebied op 1
grond van gemeentelijke grenzen, maar als een 'regionale stad'. In feite maakt de klassieke opvatting van de stad plaats voor de stedelijke regio die intensieve relaties heeft met sub-urbs, de omliggende dorpen en het groene gebied. Vanuit dit nieuwe conceptuele denken komt de RLi t o t een aantal kernopgaven en aanbevelingen die ook voor de Brabantse programma-agenda van betekenis zijn: ruimte voor mentale en fysiek zelforganisatie van burgers en bedrijven, complementariteit als ontwikkelmodel, herontwikkelingsopgaven (bijv. detailhandel, landbouw) en goed bestuur. De actualiteit van het vraagstuk w o r d t onderstreept door de International Architecture Biënnale Rotterdam (IABR), die nog in 2014 jaar drie lABR-projectateliers organiseert waarin ontwerpkracht w o r d t ingezet om te werken aan urgente lokale en regionale (ruimtelijke) opgaven. Eén van die drie ateliers is het lABR-projectatelier BrabantStad waarin op zoek gegaan w o r d t naar de tapijtconditie 2
als kracht. In de onderbouwing w o r d t geschetst dat in het tapijt de kracht schuilt van het Brabantse landschap, van zijn bewoners, ondernemingen en organisaties. Deze kracht is een groot potentieel voor de toekomst van Brabant Metropoolstad: "het tapijt biedt een ondernemend landschap in een welvarende regio en een aantrekkelijk woonlandschap dat uitzonderlijk is in Nederland". In plaats van de ruimtelijke ontwikkeling volledig te concentreren in de (binnen)steden, moeten de opgaven en kansen van Noord-Brabant op een andere manier gemobiliseerd w o r d e n : over de stadsgrenzen heen, zodat ze gekoppeld kunnen worden aan de opgaven in het buitengebied. Om de kwaliteiten en het potentieel van het Brabantse w o o n - , werk- en leeflandschap te versterken moet er ingezet worden op 'de herontwikkeling van het tapijt': nieuwe economische dragers rond kwalitatief w o n e n , leven, landschappelijk recreëren en innovatief ondernemen met elkaar verbinden. Uitdaging is ook hoe deze kwaliteiten te verbinden aan de integrale wateropgaven. Het lABR-atelier schetst vier faillissementen ('funerals') en stelt zich de vraag "We have four but where is the wedding?".
funerals,
De vier gesneuvelde fundamenten in de ruimtelijke ordening:
«
Het gemeentelijk grondbeleid, door de RLi gekenschetst als 'race to the b o t t o m '
»
De intensieve veehouderij, die tegen zijn grenzen oploopt
»
Het Rijnlandse model, het gecontroleerde samenspel tussen overheden
»
Het regionale masterplan voor ruimtelijke ontwikkeling
Het metropool-denken blijft zeker niet beperkt t o t actoren in BrabantStad, maar w o r d t breder in de maatschappij gedeeld. Als voorbeeld verwijzen wij naar het verkiezingsmanifest 'Het Brabantse buitengebied in een metropolitane omgeving', dat in 2011 w e r d uitgebracht door de Brabantse actoren op het gebied van natuur, water, milieu, landbouw, recreatie en landschap . 3
Raad voor Leefomgeving en Infrastructuur, De toekomst van de stad: de kracht van nieuwe verbindingen (maart 2014) 2
In lABR-Projectatelier wordt samengewerkt door BrabantStad, de provincie Noord-Brabant en de Brabantse
waterschappen. Het ontwerpend onderzoek wordt verricht door Architecture Workroom Brussels, Floris Alkemade Architect (St. Oedenrode) en LOLA Landscape Architects (Rotterdam). 3
H e t Brabantse buitengebied in een metropolitane omgeving, Verkiezingsmanifest 2011, van: Brabants Landschap, Brabants
Particulier Grondbezit, Brabantse Milieufederatie, Noord-Brabantse Waterschappen, Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer, ZLTO en ANWB. 5
Illustratief is de volgende zinsnede uit dat manifest: "In het drukke en verstedelijkte
Brabant worden de kwaliteiten
waarde geschat (...) en: "Wij constateren intenser wordt. Het platteland
van het buitengebied
dat de relatie tussen stad en platteland
biedt een kostbaar spectrum aan activiteiten
steeds meer op
verandert
en
en waarden die in meer
dan één opzicht van grote betekenis zijn" (...) Brabant heeft zich de afgelopen decennia ontwikkeld t o t de economische motor van Nederland en op het gebied van innovatie en R&D scoort de regio goed op de (internationale) rankings. Dit ondanks het feit dat de agglomeratiekracht achterblijft in internationaal perspectief. Kennelijk spelen dus andere kwaliteiten (Brabant mozaïek) een n i e t t e onderschatten rol van betekenis, naast erkende vestigingsfactoren als ligging, bereikbaarheid en kwaliteit van de beroepsbevolking. Regionaal is hieraan de afgelopen decennia slechts incidenteel aandacht besteed. Een interessant voorbeeld was het project 'Het geniale landschap' , dat via ruimtelijke scenario's voor Brainport op zoek ging naar 4
het toekomstige w o o n - en leefmilieu voor internationale kenniswerkers, gebaseerd op gebleken woonvoorkeuren van Alfa's, Bèta's en Gamma's. Meer van dit soort creatieve verkenningen is nodig voor het laden van de programma-agenda Brabant Metropoolstad. Dit brengt ons t o t de aanbeveling om de kracht en betekenis van deze mechanismen als een van de hoofdthema's te beschouwen voor de meerjarige kennis- en onderzoeksagenda. Dit sluit aan bij het voornemen in de provinciale kennisen onderzoeksagenda (analyse internationaal vestingsklimaat Brabant). Concluderend De drie raden adviseren afstand te nemen van de klassieke opvattingen over stad en platteland. In de geest van het al eerder gelanceerde ruimtelijke concept Brabant Mozaïekmetrool opteren wij in dit advies voor 'Brabant Metropoolstad'. Daarbij gaat het vooral om een sterker programmatische benadering van het w o o n - en leefklimaat als vestigingsfactor van formaat, met expliciet aandacht voor gezondheid. Dit als tegenhanger van de economisch strategische programma's als Brainport 2020, Agrifoodcapital of de Strategische Agenda Zuidwest-Nederland. Naar onze opvatting zijn nieuwe, slimme verbindingen tussen stad en platteland van doorslaggevend belang voor het realiseren van de doelstelling van de Agenda van Brabant om te behoren t o t de top van de Europese kennis- en innovatieregio's. Dit zou de focus moeten zijn van het meerjarige onderzoeksprogramma sterk stedelijk netwerk en vitaal platteland.
4
Het geniale landschap. Ruimtelijke scenario's voor Brainport', Urban Affairs, VHP (2006) 6
3.
Relevante trends en perspectieven
In deze paragraaf w o r d t kort ingegaan op een aantal relevante trends, respectievelijk kansen en bedreigingen, die in meer of mindere mate de bouwstenen vormen voor de nieuwe, gebundelde strategische opgaven voor Brabant Metropoolstad. Trends en
ontwikkelingen
Internationalisering »
Globalisering en glocalisering (nieuw samenspel met het lokale)
«
Internationalisering economie
»
Arbeidsmarkt en onderwijs
»
Wijziging internationale krachtenveld,
»
Geopolitieke ontwikkelingen
»
De 'regio' vindt zichzelf opnieuw uit
Terugtrekkende
overheid
»
Zelforganisatie
»
Innovaties van onderaf
»
Marktfalen
»
Nieuwe allianties, waaronder Triple Helix
«
Nieuwe coöperatieve verbanden
Demografische
ontwikkeling
ontgroening en vergrijzing «
Spreiding onderwijs/scholen
»
Innovaties arbeidsmarkt
«
Druk op arbeidsproductiviteit
«
Nieuwe kansen zorgeconomie landelijk gebied
Nieuwe economie /
paradigma
»
IT-revolutie, digitale snelweg
»
Fysieke barrières, grote afstanden verdwijnen
»
Digitale snelweg 3.0
»
Breedband I glasvezel
«
Robotisering
«
Kennis beschikbaar via de cloud
Energieke
samenleving
»
Innovaties van onderaf
»
Nieuw coöperatieve samenwerking (zorg, energie e.d.)
»
Nieuwe denken van jongeren I deeleconomie
7
Duurzame landbouw
en
voedselproductie
»
Van industrial farming naar community farming
»
Transities agrofood
«
Verbindingen tussen voeding, natuur, gezondheid/bewegen
Circulaire
economie
»
Duurzaamheid als dwingende trend
»
Cradle to cradle
»
Sluiten van kringlopen
»
Transities
»
Cross overs
Kansen en bedreigingen Race to the
bottom
Ver doorgevoerde concurrentie tussen gemeenten (bedrijvenlocaties, culturele voorzieningen e.d.) leidt t o t gebrek aan regionale kwaliteit en concurrentiekracht. Uiteindelijk geen winnaars, slechts verliezers (race to the bottom). Het vraagt een switch van kwantiteitsdenken naar (regionaal) kwaliteitsdenken en keuzes durven maken (concentreren, specialiseren) ook in de wisselwerking stad S platteland. Braindrain De demografische ontwikkeling (ontgroening) leidt t o t een 'war on talent' Vraag is hoe de dreigende braindrain (vertrek kenniswerkers, hoogopgeleide Brabantse jongeren naar de Randstad of het buitenland) kan worden ingedamd; 'connectivity' als leidend thema voor Brabant Metropool. Vergrijzing
Brabant
De totale Brabantse bevolking groeit nog licht t o t 2040 (steden) en krimp doet zich deels voor in het landelijk gebied. Opvallend is de relatief snelle daling van het aantal economisch actieven resp. een stijgt van het aantal ouderen, zie onderstaande tabel . 5
economische actieven
inwoners 2010-2025
Nederland Noord-Brabant
494 494
2025-2040
194 194
2010-2025
2025-2040
-396
-594
-494
-694
65-f-ers 2010-2025 4794 4896
2025-2040 2094 1894
5 ,Demografie en Ondernemerschap', onderdeel MLT-advies 2011-2015 SER Brabant
8
Verschillen levensverwachting
stad vs
platteland
De gezondheidskaart van Nederland laat zien dat er met betrekking t o t de levensverwachting substantiële verschillen zijn tussen stad en platteland, oplopend t o t 7 jaar (RIVM ). Biedt een meer 6
samenhangende agenda stad ft platteland perspectief, bijv. voorzieningen langdurige zorg? Leegstand
boerderijen
De leegstand bij boerderijen stijgt komende jaren sneller dan de leegstand van kantoren. Daarmee dreigt verrommeling van het landelijk gebied. Hoe deze bedreiging om te buigen in nieuwe kansen, landelijk gebied weer 'kraamkamer' voor nieuwe bedrijvigheid (zorg Sgezondheid, voeding, energie, lifestyle) Winkelleegstand Kansarme versus kansrijke locaties; online-trend zorgt voor afnemend kernwinkelbestand in steden; dreigende afbraak voorzieningenniveau landelijk gebied. Naar nieuwe samenhangende strategie voor toekomstbestendig winkellandschap, zowel voor t o p - als basisvoorzieningen. Detailhandelsstructuur meer integraal onderdeel van vestigingsklimaat.
6
http://www.volksgezondheidtoekomstverkenning.nl/Over_deze_VTV
9
4.
De kracht van Brabant Metropoolstad: vier perspectieven
In dit advies worden in het kader van Brabant Metropoolstad, een viertal verbindende thema's c.q. perspectieven geschetst voor het ordenen van het meerjarige kennis- en onderzoeksprogramma. Dit als opmaat voor de door GS gewenste reële programma-agenda. Het betreft de volgende beelden of perspectieven: 1.
De ondernemende
en lerende
Metropoolstad
2.
De veerkrachtige
3.
De verbindende
en gezonde
Metropoolstad
4.
De groene en voedende
Metropoolstad Metropoolstad
1) De ondernemende en lerende Metropoolstad De ambitie 'topkennis- en innovatieregio' te willen zijn sluit aan bij het beeld van een ondernemende en lerende regio. Het vraagt onder meer het t o t in de haarvaten van de samenleving stimuleren van een ondernemend en innoverend klimaat, zowel in het stedelijk als landelijk gebied. In een actueel rapport werkt de WRR de opgaven voor de lerende economie 7
uit. M e n vraagt aandacht voor zaken als regionale kenniscirculatie, het ontwikkelen van onderzoeks- en onderwijsinstellingen t o t regionale kenniscentra, een aantrekkelijker (v)mbo, leren en werken minder gescheiden en levenslang leren steviger op de agenda. Belangrijke onderzoeksvraag is wat dit betekent voor de agenda stad S platteland. In het verleden was het platteland de 'kraamkamer' voor nieuwe bedrijvigheid in het stedelijk gebied. Veel inmiddels in binnen- en buitenland florerende Brabantse metaalbedrijven komen voort uit de dorpssmederij en kleine bedrijfjes op het platteland. Die kraamkamerfunctie van het platteland lijkt te zijn verdwenen, er w o r d t de afgelopen jaren immers steeds nadrukkelijker gesproken van 'consumptielandschap'. De drie raden zetten vraagtekens bij de realiteit en wenselijkheid van een dergelijke typering. Het leidt t o t een ongewenste tweedeling tussen stad en platteland, terwijl zich hier juist ook kansen voor nieuw ondernemerschap aandienen. Algemene notie daarbij: de leefbaarheid in het landelijk gebied is gebaat bij meer ruimte voor ondernemerschap en innovatie. Wij sluiten aan bij een SER-advies uit 2012 over de betekenis van innoverend MKB voor de leefbaarheid van het landelijk gebied.
8
Belangrijke kennis- en onderzoeksvraag hierbij is hoe het gesteld is met de economische krachtsverhoudingen tussen stad en platteland in termen van toegevoegde waarde, bedrijven en banen. In de jaren '90 van de vorige eeuw was grofweg sprake van een verhouding 65/35, hoe ziet dat plaatje er anno 2014 uit? En in hoeverre is nog sprake van een kraamkamerfunctie, bijvoorbeeld op basis van de bedrijfsverplaatsingen van landelijk naar stedelijk gebied?
Naar een lerende economie, WRR 2014 8
Kleinschalig innovatief MKB en leefbaarheid landelijk gebied; sturen op dynamiek vanuit het midden',
SER Brabant september 2012
10
Nieuwe kansen doen zich voor rond het 'ondernemende landschap'. Wij verwijzen daarbij onder meer naar nieuwe groene verdienmodellen gebaseerd op verbindingen tussen bedrijven en natuur S landschap, ook wel aangeduid als gebiedseconomie. Bijvoorbeeld de biobased economy (West-Brabant), health (NO-Brabant) of de leisure (Midden-Brabant) als dragers van de groene omgeving. Het advies is te onderzoeken hoe dit, mede op basis van de bevindingen van de Taskforce Economie S Natuur en de recent ingestelde Taskforce Gezondheid S Natuur 9
verder is uit te rollen in de stad-platteland agenda. Ondernemen op het gebied van gezondheid, leisure en lifestyle past goed in het Brabantse ondernemersklimaat en draagt bij aan de kwaliteit van het vestigingsklimaat. Ook ondernemers in de landbouw ondernemen al langere tijd meerdere activiteiten op één bedrijf in het kader van verbrede landbouw, bijvoorbeeld 'Eetpunť op de boerderij, zorgboerderijen, agrarische kinderopvang, bed Ä breakfast, recreatie etc. Het strategisch perspectief voor de toekomst is 'community farming' in het kader van de transitie van de Brabantse landbouw. Een ander kansgebied voor nieuw ondernemerschap stad S platteland is de energietransitie. Op dit gebied ontwikkelen zich, zowel in de steden als in het landelijk gebied, in snel t e m p o nieuwe initiatieven vaak van onderop, gedragen door energiecoöperaties. Naast energie besparing zijn die initiatieven ook gericht op de opwekking van hernieuwbare energie (zon, w i n d , biomassa), extra kansen voor de energievoorziening van stad en platteland dienen zich mogelijk aan door de vrijkomende agrarische locaties, waarvoor geen agrarisch levensvatbare toekomst is, om te bouwen t o t 'energyfarms'. Interessant is om de economische en ruimtelijke haalbaarheid daarvan nader te onderzoeken. Nader onderzoek is gewenst naar de vraag in hoeverre de bovengenoemde kansgebieden gezondheid, leisure, lifestyle en energie kunnen bijdragen aan nieuwe verbindingen tussen stad en platteland ('social innovation'). En daarvan afgeleid de vraag hoe nieuw (MKB) ondernemerschap op die terreinen gesteund en gefacilieerd kunnen w o r d e n .
2) De veerkrachtige en gezonde Metropoolstad Veerkracht en gezondheid zijn intrinsieke kenmerken van een regio die economisch wil excelleren (Europese topkennis- en innovatieregio). Naast het vermogen o m zich als 'fitte regio' aan te passen aan snel veranderende omstandigheden (adaptatie) gaat het ook om de meer basale voorwaarden zoals een fitte (beroeps)bevolking. Voorzieningen voor levenslang leren, voor jong en oud, gaan behoren t o t de basisvoorwaarden van de veerkrachtige Metropoolstad. De doorwerking van de demografische ontwikkeling (ontgroening en vergrijzing) zien wij in dat kader t o t dusver te weinig terugkomen als samenhangende strategische opgave. Dit moet via het meerjarig kennis- en onderzoeksprogramma stad S platteland steviger op de agenda komen. Interessante vraag is of nieuwe slimme verbindingen ertoe kunnen bijdragen dat het gelijkheids beginsel ten aanzien van bepaalde voorzieningen in de periferie kan worden verlaten.
q Taskforce Economie 81 Natuur, ingesteld door provincie Noord-Brabant en SER Brabant om in het kader van 'Samen slimmer investeren' een aanzet te geven voor nieuwe groene verdienmodellen
11
Ook de verbinding tussen demografische ontwikkeling en nieuwe economische kansen, bijvoorbeeld op het gebied van zorginnovaties ('kantelend zorglandschap'), vraagt nadere uitdieping door middel van onderzoek. De gezonde Metropoolstad investeert sterk in het voorkomen van ziekten (preventief) beleid. Gezonde voeding, bewegen en gebruik van natuur voor gezondheid zijn belangrijke aanknopingspunten voor een daarop gebaseerde programma-agenda. Door o p dit terrein activiteiten aan te bieden, w o r d e n burgers die in de stad wonen mogelijk meer naar het platteland getrokken waardoor de verbinding tussen stad en platteland als vanzelf t o t stand komt. Maar ook andersom is het brengen van gezonde voeding (streekproducten) van het platteland naar de stad (b.v. naar de weekmarkt) een voorbeeld van verbinden evenals het organiseren van eetevenementen met streekproducten in de stad. Maar ook het verbinden van de natuur van de stad en het platteland kan door middel van het starten van wandeltochten of fietstochten vanuit de stad naar het platteland. Hieraan kunnen streekproducten en recreatie gekoppeld w o r d e n . Hiernaast kunnen activiteiten op het gebied van zorg voor mensen met een ziekte ( bv diabetes), een burn-out of beperking (lichamelijk of verstandelijk), gekoppeld worden aan de natuur op het platteland. Ook huisvesting van deze groepen op het platteland (leegstaande agrarische bedrijven) behoort t o t de mogelijkheden. Voor een goede gezondheid van mensen zijn schone lucht, voldoende en veilig drinkwater en voldoende en veilig voedsel n o d i g . Dit geldt voor alle inwoners van de metropolitane stad. M e t 10
betrekking t o t lucht is de luchtverontreiniging het eerste wat aangepakt dient te w o r d e n . Daarnaast is in de stedelijke gebieden bij hogere temperaturen hittestress een oorzaak voor een verhoogd sterftecijfer. Uit onderzoek van de W U R
1 1
blijkt dat Nederlandse steden gemiddeld 2,4
graden warmer zijn dan het platteland. Een derde van de Nederlandse steden heeft jaarlijks op zeven dagen te maken met hittestress. De gevolgen zijn vooral merkbaar door jonge kinderen, ouderen en mensen met gezondheidsproblemen . Uitdroging, slecht slapen, slechte u
concentratie zijn het gevolg van hittestress. Tijdens de warme zomer van 2003 lag het sterftecijfer in de steden een stuk hoger dan normaal. Door het aanleggen van groen en meer water in de stad, kan hittestress in de stad afnemen. TNO geeft in haar rapport 'Kennismontage hitte' van 2 0 1 1
1 3
hoe de oplossingen in het kader van groen, water, gebouwen, stedelijke
structuur en gedrag kunnen bijdragen aan het verminderen van hittestress. De provincie w o r d t geadviseerd t e onderzoeken hoe deze resultaten vertaald kunnen worden in aanbevelingen aan de steden over hoe zij hittestress inde stad kunnen verminderen.
Lezing op Brabantse waterdag door M. Paes, www.provincialeraadgezondheid.nl 1 1
http://edepot.wur.nl/188038
"httpV/www. met. wau.nl/medewerkers/steeneveld/Steeneveld_TuinLandschap.pdf 13
https://www.tno.nl/downloads/Kennismontage%20Hitte%20en%20klimaat%20in%20de%20stad_2011.pdf
12
Bijzondere aandacht vragen de arbeidsmarkt- en onderwijsopgaven in t e r m e n van een veerkrachtige Metropoolstad. De beroepsbevolking gaat de komende jaren krimpen en de arbeidsproductiviteit komt onder druk te staan. Dat vraagt om een 'transitionele arbeidsmarkt' met meer vloeiende overgangen tussen leren en werken of tussen sectoren (bijv. zorg en industrie of diensten) en regio's. Gesteund door een regionale arbeidsmarktstrategie gebaseerd op het uitgangspunt dat 'iedereen meedoet'. Ook vraagt het een goede spreiding van onderwijsvoorzieningen, met name het (v)mbo, met het oog op de noodzaak van 'leven lang leren'. Wij adviseren deze vraagstukken op een vernieuwende wijze op te nemen in het meerjarig kennis- en onderzoeksprogramma. Veerkrachtig
bestuur
Een veerkrachtige Metropoolstad vraagt t o t slot ook veerkrachtig bestuur. Hier ligt een interessante link met het lopende traject 'Veerkrachtig Bestuur Brabant'. Nieuwe opgaven vragen ruimte voor nieuwe sturingsconcepten en meer ruimte voor innovaties van onderaf (burgers, bedrijven). Van een sturende overheid naar nieuwe lokale en regionale coalities. Als voorbeeld verwijzen wij naar het triple helix model, waarbij de overheid samen met bedrijfsleven en kennis- en onderwijsinstellingen (3 O's) de regionale strategie uitstippelt. Meer kennis en onderzoek is gewenst over de succes- en faalfactoren voor dat type van nieuwe besturingsconcepten.
3) De verbindende Metropoolstad De Brabantse steden missen de agglomeratiekracht die cruciaal is voor een toekomstbestendige concurrentiepositie. Ze maken onderdeel uit van een provinciegrens overstijgende polycentrische structuur van economisch gevarieerde steden. Brabant Metropoolstad is dan mogelijk een antwoord om toch de benodigde massa en dichtheid te creëren voor een internationaal competitief vestigingsklimaat op basis van 'lenen bij de buren'(borrowed size). Het leggen van de juiste verbindingen, zowel fysiek als via IT, is om die reden een belangrijk strategisch vraagstuk. De connectiviteit met stedelijke netwerken over de grens is een vitale opgave voor de ambitie om t o t de top van Europese kennis- en innovatieregio's te behoren. In het kader van 'smart 81 green mobility' dienen zich nieuwe vervoersconcepten aan die ondersteunend zijn voor de ontwikkeling van Brabant Metropoolstad. In dit kader stellen ook de ontwikkelingen rond 'slimme logistiek' en mulitmodaal vervoer (water, rail en spoor) nieuwe ruimtelijke eisen. Het versneld doorvoeren van deze nieuwe concepten zien wij als een belangrijke strategische opgaven, het vraagt nader onderzoek om t o t de juiste keuzes en prioritering te komen, dit vraagt nader onderzoek.
13
Burgers en bedrijvigheid bewegen zich over gemeentegrenzen, voor werk, voorzieningen en contacten. Dat geeft stedelijke en regionale samenhang en verlangt afstemming tussen gemeenten. In opdracht van de provincie heeft prof. P. Tordoir onlangs de structuur en ontwikkeling van het Brabantse web van dagelijkse verplaatsingen in kaart gebracht . Hoe ziet 14
web van pendelstromen eruit; wat zijn de verzorgingsgebieden van gemeentelijke voorzieningen; hoe ontwikkelt het gemeentegrens-overstijgende 'stromenland' zich in de loop der tijd? Het beeld van stromenland Brabant is uniek en krachtig, zo concludeert Tordoir: " De provincie t o o n t zich als een complex maar ook geïntegreerd geheel van stadsregio's, streken en stedelijke netwerken. De provinciegrenzen tekenen zich in de realiteit van dagelijkse verplaatsingen opvallend scherp af, alsof er een greppel rondom Brabant ligt". Achter dit algemene onderzoeksbeeld liggen twee brede, maar geheel verschillende trends verscholen: «
De geleidelijke evolutie van krachtige interstedelijke netwerken; deze trend w o r d t vooral gedreven door de jongere generatie, mensen tussen 18 en 40 jaar. Strategische vraag is of Brabant voldoende ver met dit grootstedelijke interstedelijke proces is gevorderd. Relaties tussen de Randstad en Brabant zijn cruciaal voor beide grootstedelijke netwerken, maar de relatie is wat betreft de kenniswerkers niet in balans: de Randstad leent meer van Brabant dan andersom (braindrain, wegtrekken jong talent).
»
Daarnaast een tweede trend met een heel ander karakter, namelijk de versterking van relaties tussen naburige gemeenten op streekniveau. Die trend wordt vooral gedreven door de wat oudere generaties, 40-plussers, en betreft vooral sociale relaties en het gebruik van voorzieningen. Sociale netwerken en het dagelijks gebruik van voorzieningen (winkels, zorg, recreatie e.d.) schalen op van het lokale naar het interlokale niveau.
De twee trends tonen twee gezichten van het moderniserende Brabant. Ze staan niet op gespannen voet met elkaar, maar vragen tezamen wel om structurele herschikkingen in de steden en plattelandsgemeenten, met een snel veranderende relatie tussen stad en platteland. Nader onderzoek naar deze ontwikkelingen is gewenst voor het laden van de nieuwe strategische opgaven die zich hier aandienen. Het begrip verbinden staat ook centraal in het denken van prof. Edward Glaeser (Harvard), eerder dit jaar bijzondere gast bij de Cobbenhagen Summit (UvT, januari 2014). In zijn boek 'Triumph o f t e c i t y '
15
beschrijft hij de succesfactoren, waarbij het vooral draait om het
ontwikkelen van aantrekkingskracht voor het menselijk kapitaal', het faciliteren van ontmoeting en nieuwe vormen van samenwerking ('connecting smart people').
Brabantse Netwerken, Kartering van verplaatsingsstromen en -motieven, Ruimtelijk Economisch Atelier Tordoir, juni 2014 15
T r i u m p h of the City; how our greatest invention makes us richer, smarter, greener, healthier and happier, prof. Edward
Glaser, Harvard (2011)
14
Gelet op bovenstaande conclusies, de disbalans tussen Randstad en Brabant, ligt hier een stevige opgave voor Brabant Metropoolstad: hoe de aantrekkingskracht voor jong talent vergroten en de braindrain verminderen? De nieuwe generatie jongeren ervaart de urgentie van het 'veranderende tijdperk' zet willen graag actief betrokken worden bij het uitzetten van nieuwe lijnen. In een interview m e t Young Professionals van de Provinciale Raad Gezondheid kwam de volgende uitspraak naar boven: "Wij leven op de bom van de vorige generaties en het is frustrerend bestuurders de vraagstukken
de voedselcrisis, de economische crisis voor zich uitschuiven oplossingen. Wij zullen als jongeren generaties
om te zien hoe onze
op gebied van milieu, een gezonde leefomgeving, de problemen
en kiezen voor korte
de
klimaatcrisis, termijn
die vanuit de vorige
zijn gecreëerd, moeten oplossen. En wij zullen dat moeten doen volgens hele
regels en perspectieven
dan onze ouders dat hebben gedaan. Het gaat om onze
In een blog van een andere j o n g e r e
17
andere
toekomst. " 16
w o r d t aangegeven dat succesvol beleid gemaakt w o r d t met
jeugd. Jongeren hebben namelijk nieuwe, innovatieve ideeën en talenten voor verbetering in zich. Het is daarom belangrijk dat jeugd al jong w o r d t gehoord en de kans krijgt om met volwassenen mee te denken, praten en ondernemen. Aan de ene kant omdat zij goede ideeën hebben. Aan de andere kant omdat zij zich zo kunnen ontwikkelen t o t ondernemende volwassenen die goed zijn voorbereid op hun toekomst. Het heeft zin om de jongste generaties als gelijkwaardige partner in de samenleving te betrekken. Uit een creatieve b r a i n s t o r m
18
blijkt dat voor de Young professionals de meest relevante
uitdagingen en thema's voor een duurzaam, leefbaar, gezond Brabant als volgt zijn: Gezondheid en welzijn >
Voeding en gezondheid
>
Het 'welkom gevoel' in Brabant
>
Verkoop Brabant!
>
Delen is het nieuwe hebben
>
Werk, privé en passie
>
Het verbinden van jongeren, community-building en sociale innovatie
>
Het nieuwste communiceren
" h t t p V / w w w . provincialeraadgezondheid.nl/actueel/publicaties/2013/Essay 1 7
1
Wie_zaait_zal_oogsten_.html?id=657
Blog Monique Damen: http://oneworld-citizens.org/blog/dialoog/
%ttp://www.provincialeraadgezondheid.nl/actueel/nieuws/Young_Professionals_en_het_Nieuwste_Brabant.html?id=817 15
De verbindende
kracht van water
Tot slot is het van belang te constateren dat ook vanuit het fysieke en ruimtelijke domein extra voorwaarden kunnen en moeten worden geschapen voor het 'nieuwe verbinden' zoals we dat in het bovenstaande hebben beschreven. Als voorbeeld verwijzen wij naar het waterdomein. Het reeds eerder aangehaalde lABR-projectatelier heeft zes testgebieden gepresenteerd voor nieuwe ruimtelijke koppelingen met watermanagement las verbindende kracht: 1)
Herontwikkeling industrie - watermanagement - stedelijk klimaat
2)
Boomteelt - watermanagement - verdroogde natuur
3)
Verblijfsrecreatie - watermanagement - agrotoerisme
4)
Grootschalige landbouw - watermanagement - recreatief landschap
5)
Sub-urbaan wonen - watermanagement - stadslandbouw
6)
Innovatieve industrie - watermanagement - stedelijk klimaat
4) De groene en voedende Metropoolstad in Brabant is het besef gegroeid dat een high tech regio, die zich met de beste regio's van de wereld wil meten, meer nodig heeft dan bedrijven van wereldklasse. Het gaat ook om een concurrerende (groene) omgeving als onderdeel van een onderscheidend vestigingsklimaat: high tech en high green. In het kader van een door provincie Noord-Brabant en SER Brabant ingestelde taskforce w o r d e n al 19
impulsen gegeven aan het 'samen slimmer investeren' door economie en natuur S landschap, onder meer in grotere gebiedsontwikkelingsconcepten (gebiedseconomie). Dit is bij uitstek een verbindend thema voor stad 8t platteland en dus voor Brabant Metropoolstad. Andere nieuwe uitdagingen met betrekking t o t de verbindende kracht van natuur: Groen in de stad (en verbinding met natuurgebieden buiten de stad), ook noodzakelijk in het kader van klimaatbeleid De uitrol van het concept Tijdelijke Natuur , daar waar de realisatie van bouwplannen nog 7
geruime tijd op zich laat wachten, ten gunste van zgn. "pioniersoorten"
Het agrofoodcluster is, na de high tech industrie, de tweede economische pijler van Noord-Brabant met 7,5 miljard euro toegevoegde waarde (Ĵ.7,5% aandeel landelijk) en 100.000 fte werkgelegenheid (incl. buitenlandse grondstoffen) . Innovatie staat zeer centraal en het transitieproces rond 20
verduurzaming van de Brabantse landbouw en voedselproductie biedt nieuwe, interessante perspectieven voor nieuwe (coöperatief) ondernemerschap. Nader onderzoek is gewenst naar de doorwerking daarvan en wat dat vraagt aan onder meer ruimtelijke condities.
Taskforce Natuur S Economie, ingesteld door provincie Noord-Brabant en SER Brabant n.a.v. het rapport 'Samen Slimmer Investeren' (april 2012) 2 0
Innovatieprogramma Agrofood Brabant 2020, april 2013
16
Gezond eten en drinken raakt alle aspecten van ons dagelijks leven: gezondheid, samenzijn, natuur, economie, welzijn en welbevinden. Juist in de zorg moet voeding gezond zijn. Daar hebben we boeren en de agrarische sector bij nodig. Zo werken we samen aan een gezonde voedselketen. Duurzaamheid krijgt in de maatschappij steeds meer voet aan de grond, zo ook duurzaam voedsel. De aandacht voor de kwaliteit en herkomst van ons voedsel staat vaak centraal. De zorg voor onze dagelijkse maaltijd raakt iedereen en vormt het hart van onze stedelijke samenleving. Ook in Brabant vindt de maatschappelijke uitdaging van duurzame ontwikkeling weerklank bij mensen. In de landbouwsector en in de zorgsector zijn de afgelopen jaren een groot aantal initiatieven genomen en er worden successen geboekt. Er zijn echter ook nog steeds grote veranderingen nodig. Die vragen om innovatieve verbindingen en om het bundelen van krachten. Het is daarom goed dat de zorgsector en de agrarische sector in Brabant samen optrekken. Via de alliantie 'beter eten' werken zij samen aan een 'beter leven ' . 21
M e t aandacht en zorg bereid en geserveerd voedsel, voedsel dat smakelijk, vers, duurzaam en bij voorkeur biologisch en regionaal geproduceerd is voor zorginstellingen, vraagt primair om nieuwe diensten, technische en sociale innovatie en maatschappelijk verantwoord ondernemerschap in alle schakels van de voedselketen van grond t o t mond. Dit geeft kansen voor de verbinding tussen stad en platteland en hiermee w o r d t de gezondheid van de burgers bevorderd. Het leveren van streekproducten aan zorginstellingen in de stad en op de platteland, bevordert de verbinding tussen stad en platteland. Naast de zorginstellingen kunnen hier ook onderwijs en overheid bij w o r d e n betrokken. M e t deze maatschappelijke uitdaging voor 'beter eten, beter leven' en door samen te werken aan een gezonde voedselketen worden op verschillende terreinen voordelen t o t stand gebracht: »
Kwaliteit van zorg en gezondheid
»
Betaalbaarheid en kwaliteit eten en drinken voor zorginstellingen
»
Duurzaamheid in voedselketen
«
Positieve gevolgen Brabantse landschap
»
Werken vanuit waarden
»
Versterking regionale economie
Door te werken aan een gezonde voedselketen en het stimuleren van het eten van gezond voedsel kan worden bijgedragen aan het oplossen van problemen zoals overgewicht, te weinig eten van groente en fruit, te hoog cholesterol en eten van teveel verzadigd vet. Een onderzoeksvraag voor de provincie kan zijn hoe de voordelen van een gezonde voedselketen (zie bovenstaande voordelen) integraal kunnen worden uitgevoerd.
2 1
O p initiatief van de Provinciale Raad Gezondheid, Agrifoodcapital, provincie Noord-Brabant, stichting Diverzio en ZLTO is
'Beter eten in Brabantse zorginstellingen' op de agenda gezet en worden partijen gevraagd om zich aan te sluiten 17
5.
Kennis- en onderzoeksthema's
In het voorgaande is een viertal perspectieven c.q. strategische opgaven voor stad 8t platteland (Metropoolstad) geschetst. Langs die lijn komen we nu t o t een eerste, voorlopige ordening van de kennis- en onderzoeksthema's voor een meerjarig onderzoeksprogramma. De ondernemende en lerende Metropoolstad Ontwikkeling bedrijvigheid S werkgelegenheid stad versus platteland; kwantitatieve en kwalitatieve ontwikkelingen (verdiencapaciteit, werkgelegenheid, besteedbaar inkomen) Kraamkamerfunctie landelijk gebied: feit of fictie? Regionale kenniscirculatie als onderdeel van een 'lerende economie' Multifunctioneel landschap (verstedelijking van het Brabantse platteland) en de omgevingscondities Condities voor nieuw ondernemerschap in gezondheid, leisure, lifestyle en energie Onderscheidende w o o n - en werkmilieus voor (internationale) kenniswerkers De veerkrachtige en gezonde Metropoolstad Ontwikkelingen 'levenslang leren' en wat dat vraagt aan het voorzieningenniveau Transitionele arbeidsmarkt als opgave voor stad S platteland Doorwerking van de demografische ontwikkeling; concretisering strategische opgaven voortoekomstbestendige woon-, werk- en leefmilieus Demografische ontwikkeling en nieuwe economische kansen Gezond leven (ziektepreventie) als gebundelde en verbindende regionale strategie Vermindering hittestress steden als thema Nieuwe sturingsconcepten, veerkrachtig besturen De verbindende M e t r o p o o l s t a d Metropoolstad; passend antwoord op agglomeratiekracht als dwingende opgave? (complementariteit, borrowed size etc.) Connectiviteit met de Randstad en omliggende stedelijke netwerken (daily urban systems) Goede (innovatieve) verbindingen tussen steden en stad S platteland Verplaatsingsstromen met twee gezichten van het moderniserende Brabant vragen nader onderzoek Inkleuring strategische opgaven smart 8t green mobility en slimme logistiek ļ trimodaliteit Connecting smart (young) people: het laden van een strategische 'braindrain-agenda' De verbindende kracht van water; watermanagement als driving force voor vernieuwing De groene en voedende Metropoolstad Nieuwe groene verdienmodellen natuur S economie: meer zicht op de succes- en faalfactoren Verduurzaming Brabantse landbouw en voedselproductie en de ruimtelijke condities Groen in de stad en verbindingen met groene uitloopgebieden (klimaatbeleid) Kansen voor cross-overs tussen natuur, landbouw, voeding en gezondheidszorg Naar een gezonde voedselketen, hoe komen t o t een integrale uitvoering?
18
Bijlage Expertnetwerk
SSN/VP
(POC) Lianne van Duinen
Raad voor de Leefomgeving en Infrastructuur (RLi)
Jac Hendriks
SBB, Staatsbosbeheer
Piet Rombouts
BMF, Brabantse Milieufederatie
Erwin Dacier
PNB, projectleider Architectuur Biënnale
Jos Jansen
POC, secretaris
(PRG) Marianne van Bommel
Het PON, onderzoeker/adviseur
Jeannette den Hartog
Het PON, onderzoeker/adviseur
Hans van Oers
RIVM en UvT, bijzonder hoogleraar Openbare Gezondheidszorg
Mariet Paes
PRG, directeur
Marlie van Santvoort
PRG, beleidsadviseur
(SER Brabant) Ron van Baden
districtsbestuurder FNV
Frans Boekema
UvT en RUN, hoogleraar Regional Economics Innovation
Jan Kerkhof
voorzitter Peelnetwerk
John Hondebrink
MCA, expertisecentrum multimodale bereikbaarheid
Leo Dubbeldam
secretaris SER Brabant
(provincie Noord-Brabant, PNB) Magdalena Piotrowska
projectleider Sterk Stedelijk Netwerk
Tim Jongbloed
projectleider Vitaal Platteland
Joks Janssen
projectleider Brabant Kennis
Mareen van Beers
Kennis en Onderzoek
Heidi Buijtels
Kennis en Onderzoek
Mark Kemperman
Sterk Stedelijk Netwerk
Tim vd Avoird
strategisch adviseur, Cluster Ruimte
Ludger Schrauwen
strategisch adviseur, Cluster Ruimte
19