Quickscan en Puzzel informele zorg Het huidige en wenselijke aanbod informele zorg in Waalwijk samen met lokale partijen in kaart gebracht
Quickscan en Puzzel informele zorg Het huidige en wenselijke aanbod informele zorg in Waalwijk samen met lokale partijen in kaart gebracht
Auteur(s): Oka Storms & Roos Scherpenzeel Datum: juli 2010 © MOVISIE Bestellen: www.movisie.nl Datum © MOVISIE
Utrecht, 7 juli 2010 *
Utrecht, 7 juli 2010
Inhoudsopgave Samenvatting, conclusies en aanbevelingen............................................................................................ 1 1 Algemeen beeld van de basisfuncties............................................................................................... 1 2 Beeld per basisfunctie ....................................................................................................................... 1 2.1 Informatie ................................................................................................................................... 1 2.2 Advies en begeleiding................................................................................................................ 2 2.3 Emotionele steun ....................................................................................................................... 3 2.4 Educatie ..................................................................................................................................... 3 2.5 Praktische hulp .......................................................................................................................... 4 2.6 Respijtzorg ................................................................................................................................. 4 2.7 Financiële tegemoetkoming....................................................................................................... 5 2.8 Materiële hulp ............................................................................................................................ 5 3 Aanbevelingen t.a.v. de lokale infrastructuur .................................................................................... 5 4 Aanbevelingen t.a.v. de gemeentelijke organisatie ........................................................................... 6
MOVISIE Kennis en advies voor maatschappelijke ontwikkeling MOVISIE is hét landelijke kennisinstituut en adviesbureau voor maatschappelijke ontwikkeling. We bieden toepasbare kennis, adviezen en oplossingen bij de aanpak van sociale vraagstukken op het terrein van welzijn, participatie, zorg en sociale veiligheid. In ons werk staan vijf actuele thema's centraal: huiselijk & seksueel geweld, kwetsbare groepen, leefbaarheid, mantelzorg en vrijwillige inzet. We investeren in de kracht en de onderlinge verbinding van burgers. We doen dit door maatschappelijke organisaties, overheden, maatschappelijk betrokken bedrijven en burgerinitiatieven te ondersteunen, te adviseren én met hen samen te werken. Lokaal of landelijk, toegesneden op het vraagstuk en de organisatie. Zo kunnen deze organisaties en hun professionals hun werk voor de samenleving zo goed mogelijk doen. Kijk voor meer informatie op www.movisie.nl.
Samenvatting, conclusies en aanbevelingen In het voorjaar van 2010 inventariseerde MOVISIE in opdracht van de gemeente Waalwijk het huidige aanbod mantelzorg en vrijwillige zorg. Samen met lokale partijen zijn leemten en overlap in kaart gebracht evenals de mogelijkheden voor samenwerking. Kort samengevat schetsen we een algemeen beeld van de huidige mantelzorgondersteuning en per basisfunctie aanbevelingen voor de toekomst. We eindigen met een optimalisatie voor inrichting van de infrastructuur voor de mantelzorgondersteuning. De gecursiveerde aanbevelingen verdienen de hoogste prioriteit.
1
Algemeen beeld van de basisfuncties
Organisaties die mantelzorgondersteuning bieden De meeste organisaties die mantelzorgondersteuning bieden komen uit de zorg, gevolgd door kerkelijke organisaties en ouderenorganisaties. De helft van het aantal organisaties richt zich specifiek op mantelzorgers (vaak naast andere doelgroepen die zij bedienen). Bij het merendeel van deze organisaties zijn nauwelijks beroepskrachten werkzaam. Het beeld van vrijwilligers is meer verdeeld; bij de meeste organisaties zijn minder dan 50 vrijwilligers werkzaam. Twee organisaties hebben 200 of meer vrijwilligers. Een groot deel van de organisaties ontvangt subsidie van de gemeente en heeft cofinanciering. Aanbod vanuit de basisfuncties mantelzorgondersteuning Op alle basisfuncties mantelzorgondersteuning worden diensten geleverd. Het aanbod is het grootste op het gebied van de basisfunctie ‘informatie’ en ‘advies’. Dit wordt vooral door beroepskrachten uitgevoerd. Ook op het gebied van emotionele steun, educatie en praktische hulp worden diensten aangeboden. Educatie wordt vooral door beroepskrachten uitgevoerd. Bij emotionele steun is het meer verdeeld en bij praktische hulp worden meer vrijwilligers ingezet. Het minste aanbod wordt geleverd op het gebied van respijtzorg (behalve vrijwillige respijtzorg), materiële hulp en financiële tegemoetkoming. Bereiken van mantelzorgers De organisaties bereiken tenminste 200 mantelzorgers. Meestal via hun cliënten, ook via sleutelfiguren, berichten in de media, andere organisaties en de huisarts. Het Wmo loket blijkt het minste te worden gebruikt. Vrijwel alle organisaties geven aan allochtone niet-westerse mantelzorgers beter te willen bereiken. Deze groep wordt direct gevolgd door oudere mantelzorgers en mantelzorgers die voor hun zieke vriend of buur zorgen. Het is opvallend dat ‘oudere mantelzorgers’ door zoveel organisaties wordt genoemd omdat zij het meeste gebruik maakt van de diensten die de organisaties bieden.
2
Beeld per basisfunctie
2.1
Informatie
Mantelzorgers hebben behoefte aan informatie; over ziekten en beperkingen, over beschikbaar hulpaanbod en over hoe om te gaan met het mantelzorgerschap. Informatie is een essentiële eerste stap en moet daarom in vele vormen en langs verschillende kanalen worden geboden.
Utrecht, 7 juli 2010 *
1
Wat bieden organisaties? Informatieverstrekking vindt vooral plaats door beroepskrachten. De groepen die hier het meeste gebruik van maken zijn: oudere mantelzorgers, mantelzorgers die zorgen voor hun zieke partner, of ouders en werkende mantelzorgers. De groepen die het minst worden bereikt zijn: mantelzorgers van verslaafden en mantelzorgers van GGZ-cliënten. Informatie over de verschillende onderwerpen is wel voorhanden maar wordt echter onvoldoende onder de aandacht gebracht. Manieren waarop informatie kan worden verspreid: De Dag van de Mantelzorg, kerken, scholen, huis aan huis bladen, vakbonden, zelforganisaties, patiëntenverenigingen en de huisarts. Aanbevelingen • Zorg dat informatie en advies in het Wmo loket op orde is. Train Wmo-loket medewerkers in het herkennen van vragen van mantelzorgers. Zorg dat er een uitgebreide en volledige sociale kaart is op het terrein van mantelzorgondersteuning, toegankelijk voor zowel professionals, vrijwilligers als mantelzorgers. • Maak meer gebruik van gemeentelijke informatiekanalen zoals de gemeentepagina in huis-aanhuis blad. • Zorg dat de verschillende partijen die met mantelzorgers in contact staan, kennis hebben van het aanbod van anderen. • Gebruik diverse middelen/plekken om de bestaande informatie te verspreiden onder mantelzorgers (schriftelijk, mondeling en digitaal). • Informatieverstrekking kan meer door vrijwilligers plaatsvinden, om (via zorgvragers) in contact te komen met mantelzorgers en informatie te verstrekken. • Spreek mantelzorgers niet louter aan met de term ‘mantelzorger’, maar geef altijd uitleg (zorgt u voor een ander?) 2.2
Advies en begeleiding
Veel mantelzorgers hebben vooral een luisterend oor nodig om hun vragen te verhelderen en begeleiding bij het vinden van passende oplossingen. Want de mogelijkheden zijn talrijk en voor een leek vaak niet te overzien. Wat bieden organisaties? De meeste organisaties leveren: ‘Advies’ vooral door beroepskrachten. De groepen die voornamelijk bereikt worden zijn oudere mantelzorgers, mantelzorgers die voor hun zieke ouder(s) zorgen of voor hun zieke partner. Mantelzorgers van Ggz-cliënten en van verslaafden het minst. Aanbevelingen • Stem de verschillende vormen van advies en begeleiding op elkaar af. Lever advies op maat, aansluitend bij de verschillende categorieën mantelzorgers en groepen (allochtonen, jongeren, werkende mantelzorgers). • Netwerkversterking van de partijen die op mantelzorgondersteuning actief zijn optimaliseren Te denken valt aan netwerken waar casuïstiek wordt besproken.
Utrecht, 7 juli 2010 *
2
2.3
Emotionele steun
Wie intensief zorgt voor een ander krijgt zelf ook veel te verwerken. Zorg, ziekte en snel veranderende perspectieven vragen specifieke ondersteuning. Individueel of in groepsverband, afgestemd op de aard van de problematiek en op de doelgroep. Wat bieden organisaties? Er zijn diverse mogelijkheden voor emotionele steun, met uitzondering van chatbox, sms-service. Maatjescontacten en vriendschappelijke huisbezoeken vinden vooral plaats door vrijwilligers. Het organiseren van ontspanningsactiviteiten en mantelzorgsalons/ cafés wordt zowel door vrijwilligers als beroepskrachten georganiseerd. Bij lotgenotengroepen, individuele begeleiding en inloopspreekuur worden juist vrijwel uitsluitend beroepskrachten ingezet. De verdeling van de werkzaamheden tussen vrijwilligers en beroepskrachten is gunstig: beroepskrachten ondersteunen de meer complexe vragen, vrijwilligers de lichtere. Het zijn voornamelijk oudere mantelzorgers, mantelzorgers die voor hun zieke partner en voor hun zieke ouder(s) zorgen die gebruik maken van deze diensten. Allochtone mantelzorgers en mantelzorgers van Ggz-cliënten maken relatief weinig gebruik van deze faciliteiten. Evenals mantelzorgers van dementerenden. Aanbevelingen • Zorg dat er ruimte is voor zowel individueel contact als groepsbijeenkomsten, • Werk samen met zelforganisaties van allochtonen bij het bereiken van mantelzorgers, • Zorg dat mantelzorgers erkenning krijgen, zowel door professionals en vrijwilligers • Stimuleer dat de organisaties die vrijwilligers inzetten gezamenlijke afspraken maken over het werven, selecteren, trainen en begeleiden van vrijwilligers. • Stem het aanbod van emotionele steun op elkaar af om de dienstverlening te verbeteren. Een goed voorbeeld is het platform rondom dementie. • De ‘good practices’: ‘Coach for Juniors’ in Tilburg en de verwendag, die wordt georganiseerd door de Stichting Toon Hermans Huis Waalwijk, dienen meer toegepast te worden. 2.4
Educatie
Op mantelzorg is niemand voorbereid. Of het nu gaat om tiltechniek of om het leren stellen van eigen grenzen; kennis en vaardigheden moeten gaandeweg worden opgebouwd. Educatie in de vorm van voorlichting of training, is daarom een belangrijke vorm van mantelzorgondersteuning. Wat bieden organisaties? Op het gebied van educatie leveren organisaties diverse diensten gericht op praktische trainingen, grenzen stellen, (omgaan met) ziekten. Ook educatie gericht op zorgvrijwilligers wordt grotendeels door beroepskrachten uitgevoerd. De gebruikers zijn vooral oudere mantelzorgers, mantelzorgers die voor hun zieke partner of zieke ouder(s) zorgen maken gebruik van educatieve diensten. Mantelzorgers van Ggz-cliënten en verslaafden maken het minst gebruik van deze faciliteiten. Aanbevelingen • Stem het scholingsaanbod op elkaar af. Vrijwilligers van verschillende organisaties kunnen gezamenlijk getraind worden. Dat geldt ook voor mantelzorgers.
Utrecht, 7 juli 2010 *
3
2.5
Praktische hulp
Wie helpt mij met…? Praktische problemen rond verzorging of huishouding zijn voor veel mantelzorgers de eerste aanleiding om ondersteuning te zoeken. De praktische hulp is vaak primair gericht op de zorgbehoevende, maar betekent ook een taakverlichting voor de mantelzorger. Wat bieden organisaties? Praktische hulp wordt door diverse organisaties geleverd. Op het gebied van kinderopvang bestaan er geen faciliteiten. Administratieve hulp, vrijwillige hulp en welzijnsdiensten worden voornamelijk door vrijwilligers uitgevoerd. Voor huishoudelijke hulp worden grotendeels beroepskrachten ingeschakeld. Het zijn voornamelijk oudere mantelzorgers en mantelzorgers die voor hun zieke partner zorgen, die gebruik maken van praktische hulp. Terwijl jonge mantelzorgers, mantelzorgers van Ggz-cliënten en verslaafden hier relatief weinig gebruik van maken. Er bestaan verschillende leemten vooral voor mensen met een kleine portemonnee. Er is een algemeen tekort aan vrijwilligers en specifiek aan vrijwilligers die kleine klussen uitvoeren. Aanbevelingen • Stem het aanbod van professionele en vrijwillige praktische hulp op elkaar af. Zorg dat meer diverse groepen mantelzorgers van het aanbod van praktische hulp gebruik kunnen maken, en niet alleen ouderen. • Ga samenwerkingsverbanden aan met scholen (maatschappelijke stages). • Maak het vrijwilligerswerk aantrekkelijker en behoudt ze! Belangrijk daarbij is een zorgvuldige coördinatie, begeleiding, een training en een vrijwilligersvergoeding. • Zorg voor een goed werkende centrale vacaturebank. • Verken de mogelijkheden voor burenhulp. Via een organisatie in de wijk kunnen buurtbewoners aan elkaar gekoppeld worden. Iemand kan bijvoorbeeld klussen voor een buurtbewoner uitvoeren of fungeren als een 'maatje'. Doordat het op kleine schaal (in de wijk) plaatsvindt wordt tegelijkertijd de sociale cohesie bevorderd. 2.6
Respijtzorg
Respijt, wekelijks een paar uur vrij van de zorg of af en toe er helemaal tussenuit: vooral bij langdurige mantelzorg is het voor velen een noodzakelijke voorwaarde om de zorg vol te houden. Respijtzorg wordt in vele vormen aangeboden. Variërend van ‘oppas aan huis’ of dagopvang op een zorgboerderij tot kortdurende opname in een zorginstelling. Wat bieden organisaties? Alle diensten met betrekking tot respijtzorg worden door organisaties geleverd. Vrijwilligers worden ingezet voor vrijwillige oppas, bezoekservice en thuishulp en tevens bij aangepaste vakanties. Bij meerdaagse voorzieningen werken meer beroepskrachten. Dagvoorziening/opvang en professionele oppas vindt voornamelijk plaats door beroepskrachten. Er is nauwelijks overlap tussen organisaties op het gebied van respijtzorg. Wel is betere afstemming nodig tussen de verschillende partijen. Hiervoor kan gebruik worden gemaakt van een bestaand platform en een sociale kaart. Ook zou de professional bij doorverwijzing de cliënt actief moeten begeleiden en ‘warm’ over dragen. Aanbevelingen • Zorg dat mantelzorgers op de hoogte zijn van mogelijkheden voor respijtzorg en verwerk het aanbod in de sociale kaart.
Utrecht, 7 juli 2010 *
4
• • 2.7
Zorg voor een ‘warme overdracht’: mantelzorgers die over de drempels heen zijn moeten zorgvuldig doorverwezen worden. Schenk aandacht aan passende respijtzorg voor allochtone en jonge mantelzorgers. Financiële tegemoetkoming
Het bieden van mantelzorg kost niet alleen tijd en energie, maar ook geld. Mantelzorgers met een laag inkomen kunnen hierdoor financieel in de knel komen. De gemeente kan mantelzorgers hierin op verschillende manieren ondersteunen. Wat bieden organisaties? Slechts één organisatie (hervormde kerk) in de gemeente Waalwijk biedt een financiële vergoeding voor mantelzorgers. Verder biedt de gemeente Waalwijk bijzondere bijstand. Daarnaast is de Sociale Verzekerings Bank (SVB) genoemd die ‘tegemoetkoming onderhoudskosten thuiswonende’ biedt voor ouders van thuiswonende kinderen met een beperking. Aanbevelingen • Informeer mantelzorgers over mogelijkheden voor financiële tegemoetkoming. 2.8
Materiële hulp
Hulpmiddelen kunnen in allerlei vormen de zorgtaken van de mantelzorger verlichten. De concrete invulling kan variëren van verpleegartikelen of woningaanpassing tot een parkeervergunning of een complete tijdelijke woning voor de mantelzorger. Wat bieden organisaties? Vooral hulpmiddelen (praktisch en ICT) worden geboden, gevolgd door aangepast vervoer. Één organisatie biedt parkeerpassen en woningaanpassingen aan. Het merendeel van de materiële hulp wordt geleverd door beroepskrachten. Aangepast vervoer en hulmiddelen (praktisch, ICT) worden ook door vrijwilligers geleverd. Vooral mantelzorgers die voor hun zieke partner zorgen, oudere mantelzorgers, mantelzorgers die voor hun zieke ouder(s), of kind zorgen en werkende mantelzorgers, maken gebruik van materiële hulp. Mantelzorgers van verslaafden en mensen met een verstandelijke beperking, en mensen met niet aangeboren hersenletsel (NAH) maken weinig gebruik van de mogelijkheden. Aanbevelingen • Domotica kunnen een toegevoegde waarde vormen. Onderzoek de mogelijkheden van domotica om de mantelzorger te verlichten, bijvoorbeeld Zorg op Afstand. • Zorg dat de verschillende groepen mantelzorgers op de hoogte zijn van materiële hulp. • Zorg voor betrouwbaar vervoer. • Weeg bij de indicatiestelling de positie van de mantelzorger mee. Dit geldt overigens ook voor de andere basisfuncties.
3 •
Aanbevelingen t.a.v. de lokale infrastructuur Faciliteer lokale organisaties bij het samenwerken en afstemmen van hun aanbod. Bijvoorbeeld door het mogelijk te maken dat zij een aantal maal per jaar als platform samenkomen, waar op
Utrecht, 7 juli 2010 *
5
•
• • •
• • • •
•
4 • • • •
• •
uitvoeringsniveau cases worden besproken. Bespreken van cases leidt ertoe dat een structurele verbetering in werkwijze wordt gerealiseerd. Door samenwerking op uitvoeringsniveau komt er meer ruimte vrij voor nieuwe activiteiten of kunnen er meer mantelzorgers worden geholpen. Stimuleer en faciliteer lokale organisaties om gezamenlijk vrijwilligers te werven en te scholen. Een vrijwilligersvacaturebank of een vrijwilligersteunpunt kan een rol spelen in het werven en faciliteren van vrijwillige inzet. Versterk de positie van vrijwilligers door het regelen van verzekeringen en vergoedingen. Verken mogelijkheden om nieuwe groepen vrijwilligers aan te spreken, met flexibele vormen van vrijwilligerswerk. Zet vrijwilligers ook in ter ondersteuning van jongeren. Op dit moment worden met name ouderen door vrijwilligers ondersteund. Investeer in het verspreiden van het gedachtegoed van sociale netwerken / wrap around model onder lokale partijen: de gedachte dat een cliënt en mantelzorger eerst in eigen sociale kring, dan door vrijwilligers en uiteindelijk pas door professionals worden ondersteund. Stimuleer organisaties in de informele zorg om meer gebruik te maken van maatschappelijk betrokken ondernemers. Stichting Samen voor betrokken ondernemen adviseert hierover. Ondersteun informele zorg organisaties bij het inzetten van maatschappelijke stages. Dit levert vrijwilligers op die ingezet kunnen worden voor korte, praktische klussen. Betrek allochtone religieuze- en zelforganisaties (als vindplaats) bij het bereiken van mantelzorgers. Om mantelzorgers van mensen met een GGZ achtergrond en van verslaafden te bereiken kunnen GGZ-instellingen, instellingen voor verslavingszorg en familieorganisaties (zoals Ypsilon) gevraagd worden. Hanteer het huidige aanbod voor oudere mantelzorgers, gezien de vergrijzing en de nadruk op zorg in eigen kring.
Aanbevelingen t.a.v. de gemeentelijke organisatie Train de Wmo loketmedewerkers in het informeren van mantelzorgers, het signaleren van (dreigende) overbelasting en het adequaat adviseren en doorverwijzen. Zorg voor een goede sociale kaart waar alle vrijwillige en professionele mantelzorgondersteuners toegang tot hebben. Weeg bij indicering voor huishoudelijke hulp de draagkracht van de mantelzorger mee. Stem beleid en activiteiten rondom mantelzorgers en vrijwilligers af met relevante afdelingen binnen de gemeentelijke organisatie. Werk bijvoorbeeld samen op terrein van Wet werk en bijstand (participatiebanen), Maatschappelijke stages, maatschappelijk betrokken ondernemen, vrijwilligersbeleid. Ga in overleg met AWBZ gefinancierde instellingen (Verpleging en Verzorging, GGZ, gehandicaptenzorg) na hoe mantelzorgers bereikt en ondersteund kunnen worden. Bespreek met de organisaties waarmee een subsidierelatie is hoe de inzet van vrijwilligers gestimuleerd kan worden en waar de grenzen liggen.
Utrecht, 7 juli 2010 *
6