Venlo: Welzijn Nieuwe Stijl Opmaat voor een vervolg
Eric Lagendijk, DSP-groep 23 december 2011
1 Wat vooraf ging De adviesvraag van Venlo is hoe de behoefte en de vraag van de burger het beste vertaald kan worden naar gemeentelijke kaderstelling, beleid en uitvoering, zodanig dat de burger daarbij zelf voor een belangrijk deel zorg draagt voor de invulling. Nu drukken de gemeente en de welzijnsprofessionals nog te veel een stempel op het beleid. De vraag hoe je resultaten benoemt, én hoe je daarbij de verschillende stakeholders betrekt staan hierin centraal. Daarbij krijgt de bijdrage die het welzijnswerk levert aan die resultaten extra aandacht. Hoe stellen we die bijdrage vast en wie doet dat? Kortom: de driehoek gemeente – welzijnsaanbieders – burgers is hier steeds aan de orde. Er is een evidente relatie met de Kanteling. Lokaal kan aansluiting worden gezocht met de programma’s Stad van actieve mensen, Venlodroom en het Huis van de Wijk. Deelvragen zijn dan: Hoe stuurt de gemeente op de meest passende manier op resultaat? Welke resultaten benoem je daarbij? Wat is de gewenste bijdrage van het welzijnswerk? Hoe geef je vorm en inhoud aan de grotere rol van de (betrokken) burger? Uitgangspunten bij de beantwoording van deze vragen zijn 1) een heldere rolverdeling tussen opdrachtgever (gemeente) en opdrachtnemers (welzijnsaanbieders) en meer verantwoordelijkheid van burgers. De Kanteling is binnen Venlo al in gang gezet, maar moet of vele fronten nog landen. Het is daarbij zaak om ook aan te sluiten op zaken die al in gang zijn gezet, zoals: Beleidsgestuurde Contract Financiering – ook dit traject is doorlopen in Venlo. Wijkgerichte benadering (Huizen van de Wijk) waarin gemeente, welzijnswerk, bewoners en corporaties met elkaar samenwerken in het licht van wonen – zorg – welzijn. Venlodroom: zelfde samenwerkingspartners (gemeente, corporaties, wijkinstellingen en bewoners) maar dan gericht op De Kanteling met als doelen: zelfsturing, gemeenschapsontwikkeling en zelfregie. Bij al deze trajecten en ontwikkelingen speelt de vraag: wat zijn de gewenste opbrengsten en welke resultaten worden feitelijk geboekt? En: wie zijn nu eigenlijk waar verantwoordelijk voor? Hoe positioneer je de stakeholders ten opzichte van elkaar? (Gemeente en Raad/ welzijn/ burgers) 2 Drie bijeenkomsten In 2011 hebben drie bijeenkomsten plaatsgevonden in het kader van het adviestraject. Voorafgaand daaraan en tussentijds heeft een regiegroep het proces bewaakt.
De drie bijeenkomsten zijn elk goed bezocht. De eerste twee bijeenkomsten waren bedoeld voor de gemeente en de twee welzijnsinstellingen. Bij de tweede bijeenkomst waren naast beleids- en stafmedewerkers ook uitvoerende welzijnswerkers aanwezig. De derde bijeenkomst was gericht op alle instellingen op het terrein van wonen-zorg-welzijn in de gemeente Venlo. De rode draad die uit de drie bijeenkomsten naar voren komt is duidelijk. De volgende conclusies dringen zich op: De uitvoering van het welzijnsbeleid is wijkgericht. De gemeentebrede koers moet hiervoor wat strakker worden geformuleerd. De relatie tussen gemeente (opdrachtgever welzijnswerk) en welzijnsorganisaties/ welzijnswerk (opdrachtnemer) moet vanuit een heldere beleidskoers duidelijker neergezet. Visie -> doelen -> prestatieafspraak -> duidelijke opdracht: offertestadium -> beoordeling/ toetsing -> uitvoering -> verantwoording -> evaluatie -> bijstelling -> nieuwe cyclus. Welzijnsorganisaties krijgen dan meer vrijheid en verantwoordelijkheid bij uitvoering (ruimte voor professional). Kwaliteit en prestaties zijn leidend. Ook: flexibel inspelen op veranderingen in de markt. Uitgangspunt: eigen kracht van de burger en de netwerken tussen burgers. Alle partijen onderschrijven de acht bakens WNS, maar tekenen tegelijkertijd aan dat er nog hard gewerkt moet worden om de bakens goed te implementeren: BAKEN WELZIJN NIEUWE STIJL Vraaggericht werken
ACTIES - Methodiek ontwikkelen voor het analyseren van de vraag achter de vraag - Nieuw functieprofiel opstellen voor de welzijnswerker nieuwe stijl - Nieuw systeem opzetten dat uitgaat van slagvaardig handelen gericht op Eigen kracht ('ontregelen')
Eigen kracht
- Bevorderen preventieve activiteiten à la Homestart - Leren activerend en coachend op te treden bij kwetsbaren, vrijwilligers en mantelzorgers - Impuls geven aan opbouwwerk Nieuwe Stijl - Opzetten en benutten van netwerken in de wijken
Integraal werken
- Ontwikkelen visie op al lopende projecten in het sociale domein - Focus aanbrengen op burger en burgerparticipatie - Regietaak gemeente: sturen en verbinden via opdrachtgeverschap - Bevorderen van samenwerking in de praktijk via ontschotting in beleid
Balans informele en formele zorg
- Durven vertrouwen op de burger - Ondersteunen en versterken van de informele zorg - Verkennen waar grenzen liggen tussen formele en informele zorg
Ruimte voor de professional
- Functie in welzijnswerk (front office/ intake) meer richten op generalist, outreachend werken, zichtbaarheid in de wijk en regie bij uitvoering
- Bevorderen ondernemerschap in het sociale domein - Beoordeling welzijnswerk op prijs en kwaliteit - Versterken intern kwaliteitssysteem welzijnsorganisaties, o.a. op ontwikkeling - Wmo-loket beter afstemmen op de sociale kaart van Welzijn Nieuwe Stijl (weten wat te koop is) Erop af
- Weten wanneer sprake is van acute probleemgevallen (systeem ontwikkelen) - Koppeling leggen met veiligheid en extreme overlast - Monitoringsysteem opzetten waardoor preventief optreden in de meeste gevallen volstaat - Scholing en training van 'Erop af – medewerkers'
Van individueel naar collectief
- Inventariseren van vragen die met collectief aanbod afgedaan worden - Inventariseren van functies die gekoppeld kunnen worden door instellingen voor wonen-zorg-welzijn
Resultaatgericht
- Heldere verantwoordelijkheidsverdeling opdrachtgever (gemeente) en opdrachtnemer (welzijnswerk) - Duidelijke subsidiecyclus (proces) en subsidiecriteria (effect) formuleren - Stevige beleidsbasis opzetten (visie/ meerjarenplan) van waaruit duidelijke opdracht gegeven wordt
3 Intermezzo: huidige uitgangsposities De relatie tussen de gemeente en het welzijnswerk is goed en transparant. De basis om tot goede afspraken te komen is er. Verbetering is mogelijk bij: Rol burger in beleid Rol professional in relatie tot burger (eigen kracht/ cliënt) Sturen op resultaat. Overkoepelende visie ontwikkelen. Vooral het laatste is aan de orde: er zijn kansrijke losse projecten (Huizen van de wijk, Venlodroom) die zich prima lenen voor het ontwikkelen van die visie. Hier staan de wijk, de netwerken in de wijk, een integrale aanpak en de eigen kracht van bewoners centraal. Organisaties in de keten wonen-zorg-welzijn scharen zich hier daadwerkelijk achter. De welzijnsorganisaties en de gemeente hebben zich duidelijk uitgesproken voor investeren in de bakens Eigen kracht, Vraaggericht werken en relatie opdrachtgever/ opdrachtnemer. De strategie die gemeente en welzijnswerk voorstaan behelst: Benutten wijkoverleg Verleiden en activeren van burgers Heldere rolverdeling partijen Aanbrengen één regiepunt per wijk (vraagverkenning/ frontoffice)
Preventie vóór aanbod: 'ontzorgen' Ontkokeren, ontschotten en bundelen van krachten Burger betrekken in alle stappen: wat kun je zelf, wat kan je omgeving, wat heb je nodig? Vooral ook: wat kun je voor je omgeving betekenen? Welzijnswerk moet leren loslaten en vertrouwen geven: talenten benutten en vraagverlegenheid wegnemen.
4 Strategie Vervolgstappen zouden kunnen zijn: 1 Taskforce instellen: Nieuwe relatie opdrachtgever / opdrachtnemer ontwerpen Financieringswijze bepalen Burger centraal stellen. 2 Uitvoering van beleid herijken: Burger in eigen kracht zetten Netwerken stimuleren en ondersteunen Wijkgericht werken breed implementeren met regiefunctie 3 Kwaliteitsimpuls welzijnswerk: Profiel welzijnswerker nieuwe stijl ontwikkelen Deskundigheidsbevordering opzetten Bundelen krachten in de uitvoering (op wijkniveau) 4 Burgerparticipatie centraal: Communicatietraject opzetten Goede voorbeelden verspreiden Rol professionals verhelderen (o.a. wijkservicepunten met o.a. functie vrijwilligerscentrale) 5 Vangnet profileren: Oog voor meest kwetsbaren Zorgfunctie verhelderen Sluitend aanbod creëren.
5 Vervolg Deze voorgestelde strategie is vervolgens met de gemeente Venlo, Synthese en Wel.kom besproken. Alle partijen konden zich vinden in de voorgestelde stappen: die werden als 'logisch' en 'herkenbaar' getypeerd. De discussie ging vooral over de vraag welke stap de meeste urgentie heeft. Uitkomst van deze bespreking is dat de onderdelen 'kwaliteitsimpuls welzijnswerk' (3) en 'burgerparticipatie centraal' (4) de meeste aandacht verdienen. Daarnaast zouden de aankomende transities (jeugdzorg, AWBZ-begeleiding en Wet Werken naar vermogen) integraal mee moeten worden genomen bij de herijking van het sociale beleid en de uitvoering daarvan. De Huizen van de Wijk en Venlodroom zijn wijkgerichte benaderingen die een goede kapstok vormen (gebiedsgericht werken) voor meer burgerparticipatie en een andere, meer ondersteunende rol van het welzijnswerk. Uitdaging is dan wel dat de doelstellingen meer SMART geformuleerd moeten worden. Hierbij kan aangesloten worden bij de raadswerkgroep.
Aan de stappen onder (1) 'taskforce instellen' en (2) 'uitvoering van beleid herijken' werkt de gemeente Venlo al. Zo werkt zij momenteel aan een nieuw Wmo-beleidsplan. Het is niet wenselijk om een nieuwe taksforce in te stellen. Tegen deze achtergrond dienen zich de volgende voorstellen aan: Sluit aan bij de successen die al geboekt worden: hoe verleiden we de burger? Welke voortgang boeken de Huizen van de Wijk en Venlodroom? Hoe staat het met de pilot Venlo-Oost? Hierbij gaat het steeds om het bevorderen van 'Eigen kracht'. Investeer in monitoring en evaluatie van deze lokale projecten (de Huizen, Venlodroom, pilot Venlo-Oost): hoe verlopen deze projecten? Welke resultaten worden behaald? Welke succes- en faalfactoren gelden daarbij? Sluit daar vooral op aan met Welzijn Nieuwe Stijl, en participeer daarin met de nieuwe, ondersteunende rol van de welzijnswerkers Nieuwe Stijl. Ontwikkel daarbij werkendeweg een nieuw profiel Welzijnswerker (of sociaal werker) Nieuwe Stijl, die outreachend, ondersteunend, meer generalistisch te werk gaat. Hoe bevordert deze werker de burgerkracht? De stappen (3) en (4) kun je daarbij niet los van elkaar zien. De focus bij wijkgericht werken/ Welzijn Nieuwe Stijl moet liggen bij vraagsturing: waar heeft de burger behoefte aan? Die vraag moet daadwerkelijk gesteld en beantwoord worden. Monitoring moet zowel gericht zijn op het proces van organisatie en samenwerking als op effect (wat levert het op aan participatie en welzijn). Een dergelijke analyse brengt ook aan het licht wat er van een welzijnswerker Nieuwe Stijl gevraagd wordt. In dergelijke pilots en het meelopende onderzoek kunnen de drie transities ook een plek krijgen. Immers, de wijkteams die er werkzaam zijn zouden het gehele sociale domein kunnen bestrijken. Hierdoor verzamelt de gemeente waardevolle informatie die benut kan worden om de transities in goede banen te leiden. Wat kunnen individuen en bewonersnetwerken zelf oppakken? Waarbij hebben zij ondersteuning nodig van professionals? Dat zijn de belangrijkste vragen. Belangrijkste stap is nu om procesafspraken te maken om dit in gang te zetten. De gemeente dient daartoe opdracht te geven en een goed onderbouwd onderzoeksdesign inclusies effectindicatoren op te zetten. Daarbij moet ook aandacht uitgaan naar lokale samenwerking, tussen organisaties en met bewoners en hun netwerken. Meer burgerkracht veronderstelt een andere manier van werken van de organisaties in de wijk, van corporaties tot zorg, welzijn en bewonersgroepen. Van goede voorbeelden dient te worden geleerd. Dan kan uitrol over meerdere wijken plaatsvinden. Het hiervoor vermelde dient te worden teruggekoppeld naar het college en het strategenoverleg. Daarmee ontstaat draagvlak vanuit enerzijds de gemeente Venlo en anderzijds de partners in de wijken. Om vervolgens op de ingeslagen weg met volle kracht door te gaan. Een volgende stap is aldus om deze notitie voor te leggen aan de wethouder Welzijn en daarna een bijeenkomst te organiseren met de brede groep strategen.