Questions. Vragen. Réponses. Antwoorden N. 27 CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE. BELGISCHE KAMlER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS (SE)

N. 27

1825

CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE SESSION EXTRAORDINAIRE

21 SEPTEMBRE

1991-1992

«'J

1992

Questions

BELGISCHE KAMlER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS BUITENGEWONE

ZIlTING

21 SEPTEMBER

1991-1992

(*)

1992

Vragen en

et

Réponses

Antwoorden

QUESTIONS ET RÉPONSES - CHAMBRE DES REPRÉS. DE BELGIQUE VRAGEN EN ANTWOORDEN - BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERT.

(SE) 1991-1992 (BZ) ('J Première session de la

48'00' législature.

(') Eerste zitting van de 48' zittingsperiode.

236

1826

Chambre des Représentants de Belgique Questions et Réponses (SE 1991-1992)

SOMMAIRE Premier Ministre

-

(27)-

Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (BZ 1991-1992)

Pages Blz.

INHOUD

1831

Eerste Minister

Vice-Premier Ministre et Ministre des Communications et des Entreprises publiques

1834

Vice-Eerste Minister en Minister van Verkeerswezen en Overheidsbedrijven

Vice-Premier Ministre et Ministre des Affaires étrangères

1846

Vice-Eerste Minister en Minister van Buitenlandse Zaken

Vice-Premier Ministre et Ministre de la Justice et des Affaires économiques

1850

Vice-Eersre Minister en Minister van justine en Economische Zaken

Ministre des Finances

1863

Minister van Financiën

Ministre des Affaires sociales

1867

Minister van Sociale Zaken

Ministre de la Politique scientifique

Minister van Wetenschapsbeleid

Ministre du Commerce extérieur et des Affaires européennes, adjoint au Ministre des Affaires étrangères

Minister van Buitenlandse Handel en Europese Zaken, toegevoegd aan de Minisrer van Buirenlandse Zaken

1873

Ministre des Pensions Ministre de l'Intérieur et de la Fonction publique

Minister van Pensioenen

1874

Minister van Binnenlandse Zaken en Ambtenarenzaken

Ministre de l'Emploi et du Travail, chargé de la politique d'égalité des chances entre hommes et femmes

1876

Minister van T ewerksteIling en Arbeid, belast met het beleid van gelijke kansen voor mannen en vrouwen

Ministre des Petites et Moyennes Entreprises et de l'Agriculture

1880

Minister voor de Kleine en Middelgrote Ondernemingen en Landbouw

Ministre de la Défense nationale

1883

Minister van Landsverdediging

Ministre pour l'Intégration sociale, la Santé publique et l'Environnement

1885

Minister voor Maatschappelijke Integratie, Volksgezondheid en Leefmilieu

Ministre du Budget

1886

Minister van Begroting

Secrétaire d'Etat à la Coopération au Développement, adjoint au Ministre des Affaires étrangères

1886

Staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking, toegevoegd aan de Minister van Buitenlandse Zaken

Questions posées aux ministres-membres du Conseil des ministres européen via le comité d'avis chargé de questions européennes

Vragen gesteld aan de ministers-leden van de Europese Raad van ministers via het adviescomité voor Europese aangelegenheden

Un sommaire par objet est reproduit in fine du Bulletin.

In fine van het Bulletin is een summiere opgave per onderwerp afgedrukr.

Chambre des Représentantsde Belgique Questions et Réponses (SE1991-1992)

Questions Vragen

Date Datum

- (27)-

auxquelles il n'a pas été répondu dans le délai fixé par le à partir de la session extraordinaire 1991-1992. >I-

waarop

Question n" Vraagnr.

niet geantwoord is binnen vanaf de buitengewone Page Blz.

Auteur

Vice-Premier Ministre et Ministre des Communications et des Entreprises publiques Vice-Eerste Minister en Minister van Verkeerswezen en Overheidsbedrijven

22- 4-1992 29- 4-1992 18- 5-1992 21- 5-1992 1- 6-1992 4- 6-1992 24- 6-1992 25- 6-1992 25- 6-1992 25- 6-1992 25- 6-1992 16- 7-1992

50 55 75 81 92 97 109 115 116 119 120 148

Kubla Vautmans Bertouille Saulmont Marsoul Eerdekens Van Nieuwenhuysen Marsoul Marsoul Marsoul Marsoul Marsoul

587 634 847 850 1046 1049 1340 1341 1341 1343 1343 1610

Vice- Premier Ministre et Ministre des Affaires étrangères Vice-Eerste Minister en Minister van Buitenlandse

14- 5-1992

18

Zaken

Mw. Dillen

750

Vice-Premier Ministre et Ministre de la Justice et des Affaires économiques Vice-Eerste Minister en Minister van justitie en Economische Zaken Justice - Justitie

16- 3-1992 16- 3-1992 16- 3-1992 23- 3-1992 25- 3-1992 27- 3-1992 2- 4-1992 2- 4-1992 8- 4-1992 8- 4-1992

1 3 4 16 20 25 32 35 37 38

BelgischeKamervan Volksvertegenwoor.digers Vragenen Anrwoorden (BZ 1991-199)2)

de Clippele Taelman Barbé Clerfayt Tant Van Dienderen de Clippele Van Dienderen Annemans Annemans

• Liste clôturée le 21 septembre 1992 • Lijst afgesloten op 21 september 1992

220 221 222 300 301 412 414 415 480 480

de door het Reglement zitting 1991-1992. >I-

10- 4-1992 10- 4-1992 28- 4-1992 4- 5-1992 14- 5-1992 15- 5-1992 18- 5-1992 18- 5-1992 18- 5-1992 20- 5-1992 20- 5-1992 20- 5-1992 20- 5-1992 20- 5-1992 20- 5-1992 20- 5-1992 20- 5-1992 21- 5-1992 2- 6-1992 3- 6-1992 4- 6-1992 4- 6-1992 11- 6-1992 11- 6-1992 11- 6-1992 12- 6-1992 16- 6-1992 19- 6-1992 22- 6-1992 22- 6-1992 23- 6-1992 25- 6-1992 25- 6-1992 30- 6-1992 01- 7-1992 03- 4-1992 03- 7-1992 07- 7-1992 08- 7-1992 09- 7-1992 13- 7-1992 16- 7-1992 17- 7-1992 17- 7-1992

43 45 51 54 65 67 69 70 71 75 77 79 80 81 82 83 84 86 89 90 91 92 97 98 99 100 101 103 104 105 109 110 111 116 118 119 120 124 125 127 129 130 131 132

3-1992 5-1992 5-1992 6-1992 7-1992

7 19 27 34 40

terrrnijn,

Page Blz.

Auteur Eerdekens Eerdekens Perdieu Mw. Vogels Vande Lanœrte Bertouille Duquesne Bertouille Marsoul Caudron Mw. Dillen Caudron Caudron Caudron Caudron Caudron Caudron Saulmont Annemans Caudron Annemans Caudron de Clippele de Clippele Van Eetvelt Van den Eynde Bertrand Vande Lanotte Van Overmeire Ylieff De Mol Dewael Breyne Annemans Annemans Coveliers Van Vaerenlbergh Van Diendeiren Duquesne Dewinter Duquesne de Clippele Poncelet De Mol

Affaires économiques -

181426266-

Règlement,

bepaalde

Question n° Vraag nr,

Date Datum

1827

Economisœhe

Mw. Leysem Morael Knoops Biefnot Standaert

532 533 636 681 752 853 854 855 856 857 858 858 859 859 859 860 860 861 1051 1052 1052 1052 1055 1056 1056 1175 1175 1344 1344 1345 1346 1346 1347 1426 1427 1533 1533 1534 1535 1537 1613 1614 1614 1614

Zaken

230 752 863 1427 1537

Chambre des Représentantsde Belgique Questions et Réponses(SE1991-1992)

1828 Date

Question 0 Auteur Vraag or. Ministre des Finances 0

Datum

-

Page Blz.

Minister van Financiën 162630111630916-

3-1992 3-1992 4-1992 6-1992 6-1992 6-1992 7-1992 7-1992

3 23 68 119 129 139 153 156

de Clippele De Vlieghere Buisseret Van Vaerenbergh Bertrand Eerdekens Eerdekens Annemans

BelgischeKarnervan Volksvertegenwoordigers Vragenen Anrwoorden (BZ 1991-1992)

(27)-

233 304 685 1064 1179 1428 1541 1617

Date Datum 1925679914-

2 3 9 11 12 13 14 15 16

Van Vaerenbergh Marsoul

Bertouille Dewael Marsoul

Marsoul Marsoul Marsoul Marsoul

6-1992 6-1992 7-1992 7-1992 7-1992 7-1992 7-1992

100 106 117 118 122 123 130

Auteur Beysen Dewael Winkel DeMan Knoops Van Eetvelt Devolder

306 593 870 1350 1431 1431 1432 1433 1434

1919255337101517-

3-1992 3-1992 5-1992 6-1992 7-1992 7-1992 7-1992 7-1992 7-1992 7-1992

5 6 32 33 43 44 47 48 49 50

Ghesquière Ghesquière Maurice Bourgois Mw. Dillen Detienne Van Vaerenbergh Devolder Vergote Dewinter Santkin


Ministre des Petites et Moyennes Entreprises et de l'Agriculture

Minister van Buitenlandse Handel en Europese Zaken, toegevoegd aan de Minister van Buirenlandse Zaken


25- 3-1992

3

Van der Maelen

Page Blz. 1350 1352 1546 1546 1547 1547 1620

Minister van Tewerkstelling en Arbeid, belast met het beleid van gelijke kansen voor mannen en vrouwen

Minister van Wetenschapsbeleid 3-1992 4-1992 5-1992 6-1992 6-1992 6-1992 6-1992 6-1992 6-1992

0

Ministre de l'Emploi et du Travail, chargé de la politique d'égalité des chances entre hommes et femmes

Ministre de la Politique scientifique

252218252626262626-

Question 0 Vraag or.

306

Petites en Moyennes Kleine en Middelgrote

24- 6-1992 25- 6-1992

Ministre des Pensions

13 14

245 246 877 1069 1548 1549 1549 1621 1622 1622

Entreprises Ondernemingen

Duquesne Dewael

1354 1354

Minister van Pensioenen 28- 3-1992

4

Brouns

Agriculture

420 21- 4-1992

Ministre de l'Intérieur et de la Fonction publique

Clerfayt

34

18- 5-1992

76

Bertouille

11- 6-1992 17- 6-1992

95 98

DeMan Vanleenhove

Landbouw

Santkin

597


Minister van Binnenlandse Zaken en Ambtenarenzaken 30- 3-1992

4

-

Minister van Landsverdediging 420

870 1068 1181

1429292929-

5-1992 5-1992 5-1992 5-1992 5-1992

34 54 55 56 57

Vande Lanotte Van Dienderen Van Dienderen Van Dienderen Van Dienderen

760 1071 1072 1072 1073

ChambredesReprésentantsdeBelgique Questionset Réponses(SE1991-1992) Date Datum 29- 5-1992 29- 5-1992 29- 5-1992 29- 5-1992 29- 5-1992 29- 5-1992 29- 5-1992 29- 5-1992 29- 5-1992 29- 5-1992 29-' 5-1992 29- 5-1992 29- 5-1992 29- 5-1992 29- 5-1992 29- 5-1992 29- 5-1992 29- 5-1992 29- 5-1992 29- 5-1992 29- 5-1992 29- 5-1992 29- 5-1992 29- 5-1992 29- 5-1992 29- 5-1992 29- 5-1992 29- 5-1992 29- 5-1992 29- 5-1992 29- 5-1992 29- 5-1992 29- 5-1992 29- 5-1992 29- 5-1992 29- 5-1992 29- 5-1992 29- 5-1992 29- 5-1992 29- 5-1992 29- 5-1992 29- 5-1992 29- 5-1992 29- 5-1992 29- 5-1992 29- 5-1992 29- 5-1992 29- 5-1992 29- 5-1992 29- 5-1992 29- 5-1992 29- 5-1992 19- 6-1992

Question n" Vraagnr. 58 59 60 61 62 63 64 65 66 67 68 69 70 71 72 73 74 76 77 78 80 81 82 83 84 85 86 87 88 89 90 91 92 93 94 95 96 97 98 99 100 101 102 103 104 105 106 107 108 109 110 111 123

Auteur Van Dienderen Van Dienderen Van Dienderen Van Dienderen Van Dienderen Van Dienderen Van Dienderen Van Dienderen Van Dienderen Van Dienderen Van Dienderen Van Dienderen Van Dienderen Van Dienderen Van Dienderen Van Dienderen Van Dienderen Van Dienderen Van Dienderen Van Dienderen Van Dienderen Van Dienderen Van Dienderen Van Dienderen Van Dienderen Van Dienderen Van Dienderen Van Dienderen Van Dienderen Van Dienderen Van Dienderen Van Dienderen Van Dienderen Van Dienderen Van Dienderen Van Dienderen Van Dienderen Van Dienderen Van Dienderen Van Dienderen Van Dienderen Van Dienderen Van Dienderen Van Dienderen Van Dienderen Van Dienderen Van Dienderen Van Dienderen Van Dienderen Van Dienderen Van Dienderen Van Dienderen Demeulenaere

-

Page Blz. 1073 1073 1073 1073 1074 1074 1074 1074 1074 1075 1075 1075 1075 1076 1076 1076 1076 1077 1077 1077 1077 1078 1078 1078 1078 1079 1079 1079 1079 1079 1080 1080 1080 1080 1081 1081 1081 1081 1081 1082 1082 1082 1082 1083 1083 1083 1083 1083 1084 1084 1084 1084 1356

Belgische KamervanVolksvertegenwoondigers 1829 VragenenAntwoorden(BZ1991-19~92)

(27)-

Date Datum

Question n° Vraag nr,

Auteur

Page Blz.

Ministre pour l'Intégration sociale, la Santé publique et l'Enviromnement Minister voor Maatschappelijke Integratie, Volksgezondheid en Leefnnilieu 302114253015-

3-1992 4-1992 5-1992 6-1992 6-1992 7-1992

11 17 33 51 53 62

Van Vaerembergh Annemans Van Dienderen Dewael De Mol MmeDelruelle

424 597 765 1358 1436 1623

ChambredesReprésentantsdeBelgique Questionset Réponses(SE 1991-1992)

_ (27) _

Belgische KamervanVolksvertegenwomrdigers1831 VragenenAntwoorden(BZ1991-15:192)

Questions posées par les membres de la Chambre des Représentants et réponses données par les Ministres. Vragen van de leden van de Kamer van Volksvertegenwoordigers

en antwoorden van ede Ministers.

Eerste Minister

Premier Ministre

Dû 919281038

DO 919281038

Question n" 17 de M. Perdieu du 29 juillet 1992

Vraag nr. 17 van de heer Perdieu wan 29 juli 1992 (Fr.) :

(Fr.) :

Commissariat royal à la politique des immigrés. Formation.

Koninklijk commissariaat voor het migrantenbeleid. - Opleiding.

Il me revient que le Commissariat royal aux immigrés organise des cours de formation à l'intention des fonctionnaires, des policiers et cetera. Les données suivantes peuvent-elles être communiquées : la liste des cours organisés, le nombre de fonctionnaires concernés, la liste des administrations impliquées et réparties sur la base de l'article 107quater de la Constitution?

Het Koninklijk commissariaat voor het migrantenbeleid organiseert naar verluidt oplleidingscursussen voor ambtenaren, politiemensen, enzovoort, Kunt u mij de volgende gegevens meedelen: de lijst van de georganiseerde cursuissen, het aantal betrokken ambtenaren, de lijst vain de betrokken administraties, verdeeld op grond vam artikel 107quater van de Grondwet?

Réponse: 1. Cours néerlandophone : sensibilisation à la thématique des immigrés (24 heures). a) Liste des cours. Chaque cycle comporte 7 sessions, à savoir: - Session 1 : Histoire des migrations et démographie; - Session 2 : Fondements socio-culturels et religieux des immigrés; Session 3 : Les jeunes issus de l'immigration; - Session 4: Maîtrise des situations problématiques; - Session 5 : Blocages dans la communication, prise en charge des conflits; - Sessions 6 et 7 : Contacts avec le terrain local à l'occasion desquels des échanges entre Belges et immigrés sont engagés. b) Le cours néerlandophone. Le cours de «relations avec les immigrés» a démarré en janvier 1990 à titre expérimental dans la commune de Saint-Nicolas sur l'initiative et la demande explicite du bourgmestre. Ce cours a ensuite été rendu opérationnel dans plusieurs autres communes intéressées, à la demande. Jusqu'à présent 430 fonctionnaires environ de 9 villes et communes flamandes ont suivi la formation.

Antwoord: 1. Nederlandstalige cursus «omgaan met migranten » (24 uren). a) Lijst van lessen. Elke cyclus bevat 7 sessies, te weten: - Sessie 1 : Geschiedenis van de migraties en demografie. Sessie 2 : Socio-culturele en godsdienstige achtergronden van migranten. Sessie 3 : Migrantenjongeren. Sessie 4 : Omgaan met probleennsituaties.

-

Sessie 5 : Cornmunicatiestoornis.sen, omgaan met conflicten. Sessies 6 en 7 : Dagsessie te veldce waarbij contacten tussen Belgen en migranten .centraal staan. b) Nederlandstalige

cursus. De cursus «omgaan met migrsanten » werd in januari 1990 te experimentele titell in de gemeente Sint-Niklaas gestart, op initiatief <en uitdrukkelijke vraag van de burgemeester. Nadiern werd de cursus op aanvraag van verscheidene geïnteresseerde gemeenten verder geoperationaliseerrd. Tot nu toe hebben ongeveer 43(J) ambtenaren uit 9 vlaamse steden en gemeenten de opileiding gevolgd.

concernées

De betrokken gemeentelijke adrrninistraties zijn:

sont: Saint-Nicolas, Lokeren, Hamme, Zele, Turnhout, Heusden-Zolder, Maaseik, Genk et Dilsen-Stokkem.

Sint-Niklaas, Lokeren, Hamme, Zele, Turnhout, Heusden-Zolder, Maaseik, Grenk en DilsenStokkem.

Les administrations

communales

1832

Chambre des Représentantsde Belgique Questionset Réponses (SE 1991-1992)

-

(27)-

BelgischeKamervan Volksvertegenwoordigers Vragenen Antwoorden (BZ 1991-1992)

En collaboration avec Ie rrunistere de l'Intérieur un cours similaire a été organisé à Anvers, Louvain, Malines et Mol.

In samenwerking met het ministerie van Binnenlandse Zaken werd een gelijkaardige cursus georganiseerd te Antwerpen, Leuven, Mechelen en Mol.

300 agents environ

Ongeveer 300 agenten hebben aan de cursus deelgenomen. Voor de aangeworven nederlandstalige hulpagenten in Brussel werd een opleiding van 32 uren door het koninklijk commissariaat verzorgd. In samenwerking met de rijkswacht Brussel hebben een vijftiental onderrichters en een vijftiental ABT-ers de cursus gevolgd van 25 november 1991 tot 29 november 1991 en van 9 december 1991 tot 13 december 1991. In samenwerking met het provinciaal gouvernement van Brabant hebben een vijftiental ambtenaren de cursus gevolgd van 30 maart 1992 tot 3 apriL 1992. In samenwerking met de brandweer Brussel hebben een tiental brandweerlui de cursus gevolgd van 17 juni 1992 tot 24 juni 1992.

ont participé

à ce cours.

Le Commissariat royal à la politique des immigrés a organisé une formation de 32 heures pour les agents auxiliaires néerlandophones engagés à Bruxelles. En collaboration avec la gendarmerie de Bruxelles, une quinzaine d'instructeurs et une quinzaine d'ABT ont suivi le cours du 25 novembre 1991 au 29 novembre 1991 et du 9 décembre 1991 au 13 décembre 1991. En collaboration avec Ie gouvernement provincial du Brabant une quinzaine de fonctionnaires ont suivi le cours du 30 mars 1992 au 3 avril 1992. En collaboration avec le service d'incendie de Bruxelles, une dizaine de pompiers ont suivi le cours du 17 juin 1992 au 24 juin 1992. 2. Cours francophones: «sensibilisation à la thématique de l'immigration» (22 heures). a) Liste des cours. Chaque cycle comporte 6 sessions, à savoir: Session 1 : Histoire de l'immigration à partir du 20eme siècle. Session 2 : Islam, fondation et histoire, cultures méditerranéennes. Session 3 : Prises de contact avec les associations socio-culturelles s'occupant de jeunes issus de l'immigration ou visite de mosquée. Session 4 : Analyse de la problématique au niveau social.

2. Franstalige cursus: « Sensibilisation à la thématique de l'immigration» (22 uren). a) Lijst van lessen. ELke cyclus omvat 6 sessies, te weten : Sessie 1 : Geschiedenis van de migraties sedert de 20ste eeuw. Sessie 2 : Islam, ontstaan en geschiedenis, mediterrane cuLturen. Sessie 3 : Contacten met de socio-culturele verenigingen die zich bezig houden met migrantenjongeren, of moskeebezoek. Sessie 4 : Analyse van de sociale probleemstelling.

Session 5 : Délinquance, formation des bandes. Session 6 : Contact avec le milieu associatif local. b) Le cours francophone. Une formation francophone a été également mise sur pied. Celle-ci a démarre en décembre 1991 avec les polices des communes bruxelloises. En collaboration avec le ministère de l'Intérieur, le cours a été suivi en janvier 1992 par neuf policiers-relais (c'est-à-dire qui supporteront la formation dans leur commune). Ensuite, le cours a été organisé à partir du 24 février 1992 pour une quarantaine d'agents de police de Forest, Saint-josse-teri-Noode et Anderlecht. Le commissariat royal à la politique des immigrés a organisé une formation de 32 heures pour les agents auxiliaires francophones engagés à Bruxelles. En collaboration avec la gendarmerie de Bruxelles, une quinzaine d'instructeurs ont suivi le cours du 16 décembre 1991 au 20 décembre 1991.

Sessie 5 : Delinkwentie, bendevorming. Sessie 6 : Bezoek aan plaatselijk verenigingsleven. b) Franstalige cursus. Er werd eveneens een franstalige vorming sarnengesteld. Deze is in december 1991 van start gegaan voor de politie in de Brusselse gemeenten. In samenwerking met Binnenlandse Zaken werd de cursus in januari 1992 door negen agenten gevolgd die in hun gemeente de vorming mede zouden ondersteunen. Vervolgens werd de cursus sinds 24 februari 1992 voor een veertigtal politieagenten georganiseerd te Vorst, Sint-joost-teri-Node en Anderlecht. Voor de aangeworven franstalige hulpagenten in Brussel werd een opleiding van 32 uren door het koninklijk commissariaat verzorgd. In samenwerking met de rijkswacht Brussel volgden een vijftiental instructeurs de cursus van 16 december 1991 tot 20 december 1991.

ChambredesReprésentantsdeBelgique Questionset Réponses(SE 1991-1992) -

-

En collaboration avec Ie gouvernement provincia! du Brabant, une quinzaine de fonctionnaires ont suivi le cours du 27 avril 1992 au 4 mai 1992.

(27)-

Belgische KamervanVolksvertegenwoordigers 1833 VragenenAntwoorden(BZ1991-1'992)

En collaboration avec le service d'incendie de Bruxelles, une trentaine de pompiers ont suivi le cours du 1 juin 1992 au 22 juin 1992. Pour la fin 1992 priorité sera donnée aux corps de police des communes bruxelloises, tant francophones que néerlandophones, ceci en concertation avec le ministère de l'Intérieur.

In samenwerking met het provrinciaal gouvernement Brabant hebben een vijftiiental ambtenaren de cursus gevolgd van 27 apriil 1992 tot 4 mei 1992. In samenwerking met de brandweer Brussel hebben een dertigtal brandweerlui .de cursus gevolgd van 1 juni 1992 tot 22 juni 19~92. Voor het najaar 1992 wordt er zrowel aan franstalige als aan nederlandstalige zijde woorrang verleend aan de politiekorpsen van de Brusselse gemeenten, dit in overleg met Binnenlandse Zakern.

Dû 919281014

Dû 919281014

Question n° 20 de M. Demeulenaere du 1er septembre 1992 (N.) :

Vraag nr. 20 van de heer Demeulenaere van 1 septem-

Coopérant. -

Cooperant, -

Nomination.

En Belgique, la coopération au développement connaît deux catégories de personnel: les agents complémentaires et les personnes appartenant au cadre des emplois de longue durée. Les coopérants souhaitant ressortir à ce dernier cadre doivent réussir un examen de recrutement dont l'organisation est confiée au Secrétariat permanent au recrutement. A la fin de leurs services prestés en qualité coopérant, tous les lauréats de cet examen bénéficient, en leur qualité de fonctionnaire, du droit d'intégration dans les services publics belges, droit consenti par la loi, à la condition d'avoir exprimé en temps opportun leur volonté de le faire valoir. Cette règle s'applique a fortiori aux personnes nommées effectivement dans le cadre des emplois de longue durée. J'apprends que plusieurs dossiers de coopérants dans ce cas sont en souffrance au Secrétariat permanent au recrutement. Bien qu'il y ait actuellement, au sein de l'administration de l'Etat, suffisamment d'emplois vacants auxquels peuvent prétendre les coopérants, compte tenu de leur diplôme, la loi d'intégration de 1967 ne peut leur être appliquée en raison du blocage de recrutement annoncé par le gouvernement. Il en résulte que les intéressés émargent au chômage. 1. Combien de dossiers de coopérants pouvant légalement prétendre à l'intégration en leur qualité de fonctionnaire sont actuellement bloqués au Secrétariat permanent au recrutement à la suite du blocage des recrutements annoncé par le gouvernement? 2. Combien de coopérants pourraient être nommés fonctionnaires immédiatement s'il est mis fin à ce blocage? 3. Combien de ces coopérants étaient effectivement nommés dans le cadre des emplois de longue durée au terme de leurs services prestés à la coopération au développement? 4. Ce blocage des recrutements s'applique-t-il indistinctement à toutes ces personnes ou envisage-t-

ber 1992 (N.) :

Benoeming.

De Belgische ontwikkelingssarmenwerking kent twee personeelscategorieën : aanvuillende personeelsleden en leden van het kader van de: betrekkingen van lange duur. Coöperanten die in dit Iaatsre kader wensen te worden opgenomen, moetem slagen voor een aanwervingsexamen waarvan de organisatie aan het Vast wervingssecretariaat werd toevertrouwd. Alle personen die voor dit examen geslaagd zijn, genieten bij het einde van hun diensten als coôperant een wettelijk vastgelegd recht op integratie als ambtenaar in de Belgische openbare diensten, op voorwaarde dat zij tijdig hun wens kenbaar maken om van dit recht gebruik te maken. Dit geldt a fortiori voor hen die effectief in her kader van de betrekkingen van lange duur benoemd zijn. Ik verneem dat momenteel verscheidene dossiers van coöperanten die in dit geval verkeren, bij het Vast wervingssecretariaat op afhandeling liggen te wachten. Hoewel er momenteel voldoende betrekkingen binnen de Rijksadministratie openstaan waarvoor, rekening houdend met het diplorna, coöperanten in aanmerking kunnen komen, kan de: integratiewet van 1967 niet worden toegepast ornwille van de wervingsstop die de regering heeft afgekondligd. Het gevolg is dat de betrokken personen, ondank:s de integratiewet, in de werkloosheid beland zijn. 1. Hoeveel dossiers van coöperamten die wettelijk recht hebben op een integratie alss ambtenaar, zijn momenteel op het Vasrwervingsse-cretariaat geblokkeerd tengevolge van de door de regering afgekondigde wervingsstop ? 2. Hoeveel coöperanten zouderu bij het opheffen van de wervingsstop onmiddellijk alls ambtenaar kunnen worden benoemd? 3. Hoeveel van deze coöperantten waren bij de beëindiging van hun diensten bij onrwikkelingssamenwerking effectief benoemd in het kader van de betrekkingen van lange duur? 4. Is de wervingsstop onvermindcerd op al deze personen van toepassing of wordt een uritzondering over-

237

1834

ChambredesReprésentantsdeBelgique QuestionsetRéponses(SE 1991·1992)

-

(27)-

Belgische KamervanVolksvertegenwoordigers VragenenAntwoorden(BZ1991-1992)

on une dérogation pour les personnes ayant droit à une nomination à titre de fonctionnaire sur la base de la loi d'intégration de 1967?

wogen voor hen die op basis van de integratiewet van 1967 recht hebben op een benoeming tot ambtenaar?

Réponse: Je prie l'honorable membre de se référer

Antwoord: Ik verwijs het geacht lid naar het antwoord dat hem door de minister van Arnbtenarenzaken werd verstrekt op de vraag nr. 134 die op 23 juli 1992 in dezelfde bewoordingen werdgesteld, en dat in het bulletin van Vragen en Antwoorden, nr. 24, van 31 augustus 1992, blz. 1691-1692, werd gepubliceerd.

à la réponse fournie par le ministre de la Fonction publique à la question n? 134, posée le 23 juillet 1992

dans les mêmes termes, et publiée dans le bulletin des Questions et Réponses, n" 24, du 31 août 1992, pages 1691-1692.

DO 919281178

DO 919281178

Question n" 21 de M. Knoops du 2 septembre 1992

Vraag nr. 21 van de heer Knoops van 2 september 1992 (Fr.) :

(Fr.) :

Bruxelles. -

Sortie vers le Hainaut et Hat:

Pour sortir de Bruxelles vers le Hainaut et Paris à partir de la petite ceinture en direction de l'autoroute E 19, l'itinéraire conseillé par les panneaux de signalisation conduit par l'avenue Fonsny vers l'avenue Van Volxem et l'avenue du Pont de Luttre. Ces deux dernières sont, depuis de nombreuses années, dans un état déplorable, spécialement dans l'optique du rôle européen de Bruxelles. Quoique l'aménagement de ces voiries soit de compétence bruxelloise, l'intérêt de leur bon entretien est évident pour les nombreux automobilistes, notamment du Hainaut, qui les empruntent journellement. Le ministre pourrait-il m'indiquer si des initiatives ont été prises par l'Etat en vue de faire examiner cette problématique, par exemple en exécution de l'article 43 de la loi spéciale relative aux institutions bruxelloises?

Brussel. -

Uitvalswegen naar Henegouwen en Halle.

Om Brussel te verlaten vanaf de kleine ring richting Henegouwen en Parijs (autoweg E 19) gaat het door de verkeersborden aanbevolen traject langs de Fonsnylaan, de Van Volxemlaan en de Luttrebruglaan. Die twee laatste verkeerswegen bevinden zich sinds geruime tijd in een erbarrnelijke staat, vooral met het oog op de Europese rol die Brussel in de toekomst zou kunnen spelen. Hoewel het onderhoud van die wegen tot de bevoegdheid van de Brusselse overheid behoort, is het nut van een goed onderhoud van die wegen evident voor de vele - onder andere Henegouwse - autobestuurders die ze dagelijks gebruiken. Worden op nationaal vlak initiatieven genomen om dat probleem te onderzoeken, bijvoorbeeld in uitvoering van artikel 43 van de bijzondere wet met betrekking tot de Brusselse instellingen?

Réponse: La question est transmise au ministre des Communications et des Entreprises publiques, comme rentrant dans ses attributions.

Antwoord: De vraag wordt toegezonden aan de minister van Verkeerswezen en Overheidsbedrijven, daar ze tot zijn bevoegdheden behoort.

Vice-Premier Ministre et Ministre des Communications et des Entreprises publiques

Vice-Eerste Minister en Minister van Verkeerswezen en Overheidsbedrijven

DO 919280833

DO 919280833

Question n" 122 de M. Marsoul du 26 juin 1992

Vraag nr. 122 van de heer Marsoul van 26 [uni 1992

(N.) :

(N.) :

Archives de l'Etat à Mons. -;- Locaux non adaptés.

Rijksarchief Bergen. -

La majeure partie de la riche collection des Archives de l'Etat à Mons fut la proie des flammes le 14 mai 1940. D'importantes archives anciennes du duché de Hainaut, de Tournai et du Tournaisis se sont ainsi perdues. L'inauguration des nouvelles installations a

Op 14 mei 1940 ging het grootste deel van de rijke archiefverzameling van het Rijksarchief te Bergen in de vlammen op. Hierdoor gingen belangrijke oude archieven van het hertogdom Henegouwen, van Doornik en het Doornikse verloren. In 1952 werd de

Niet aangepaste lokalen.

Chambre des Représentantsde Belgique Questions et Réponses (SE 1991-1992)

-

eu lieu en 1952. Une nouvelle et riche collection d'archives a pu être reconstituée, plus particulièrement dans le domaine de l'industrialisation de la province. Or, ces archives seraient actuellement en train de pourrir dans les bâtiments des Archives de l'Etat parce que de l'eau s'infiltre dans les murs et que tous les locaux ne sont pas encore chauffés. 1. Quand fera-t-on le nécessaire pour remédier à cette situation?

2. a) L'église des Visitandines, qui fait partie du complexe des archives, a-t-elle été mise à la disposition de l'Université de l'Etat en 1966? b) Quel est le montant du loyer payé par l'université à la Régie des bâtiments au cours des dix dernières années? c) Quand cette église sera-t-elle restituée aux Archives de l'Etat afin que les administrations du Hainaut ne soient plus obligées de détruire de nombreuses archives du fait que les Archives de l'Etat manquent de place? 3. Quand une salle de lecture sera-t-elle aménagée dans l'ancienne salle d'exposition, de sorte qu'il ne faudra plus interdire l'accès de la salle de lecture à certaines personnes parce que l'on manque de place? Réponse: En réponse à sa question, j'ai l'honneur de porter les éléments ci-après à la connaissance de l'honorable membre. 1. Des travaux ponctuels ont déjà été exécutés pour lutter contre les infiltrations d'eau. Pour résoudre les problèmes d'humidité dans les caves, un cahier spécial des charges a été établi. La mise en adjudication est suspendue à la suite des restrictions budgétaires actuelles (estimation des travaux: 23 millions de francs belges pour le gros-œuvre et 10 millions de francs belges pour le rayonnage mobile). Le montant minimum des travaux de remplacement et d'amélioration des installations de chauffage est estimé à 5 millions de francs belges.

2. a) Il est exact que la Chapelle des Visitandinnes a été mise à la disposition temporaire du Centre universitaire de Mans, en 1968. b) Aucun loyer n'est réclamé au Fonds des constructions de l'enseignement supérieur et des cités universitaires de l'Etat, qui a pris en charge les travaux permettant l'occupation de ce bâtiment. c) L'université a été invitée à libérer la Chapelle des Visitandinnes et recherche actuellement les surfaces nécessaires à l'entreposage des ouvrages. 3. Les études relatives à l'aménagement de la salle de lecture sont terminées. La mise en adjudication est suspendue à la suite des restrictions budgétaires.

BelgischeKamervan Volksvertegenwoorrdigers Vragenen Antwoorden (BZ1991-19'92)

(27)-

1835

nieuwbouw ingewijd. Men is erin gceslaagd opnieuw een rijke collectie archieven te verzamelen, voornamelijk in verband met de industrialisatiie van de provincie. Naar ik verneem liggen die archiœven op dit ogenblik te rotten in het Rijksarchief œrndat het water door de muren binnendringt en nog niet alle lokalen verwarmd zijn. 1. Wanneer zal het nodige wordem gedaan om dat probleem op te lossen?

2. a) Werd de kerk van de Visitandinmen, die deel uitmaakt van het archiefcomplex, in 1966 ter beschikking van de « Université de l'Etat» gesteld? b) Hoeveel huurgeld heeft deze univœrsiteit de jongste tien jaar aan de Regie der gebouiwen betaald? c) Wanneer wordt deze kerk aan het Rijksarchief teruggegeven, zodat de Henegourwse administraties niet meer genoodzaakt zullien zijn talrijke archieven te vernietigen wegens lnet huidig plaatsgebrek in het Rijksarchief? 3. Wanneer zal de leeszaal in de vrroegere tentoonstellingsruimte worden ingericht, zoedat de lezers niet langer de toegang tot de leeszaal moet worden geweigerd wegens plaatsgebrek? Antwoord: In antwoord op zijn vraag heb ik de eer het geacht lid het volgende mee te delen. 1. Er werden reeds specifieke werken uitgevoerd om de waterinfiltratie tegen te gaan. Om de vochtigheidsproblemen in de kelders op te lossen, werd een bestek opgemaakt. De aanbesteding is opgeschort als gevolg van de huidige begrotingsbeperkingen (raming van de werken : 23 miljoen Belgische frank voor de ruwbouwen 10 miljoen Belgische frank voor de mobiele rekken). De werken ter vervanging en ve.rbetering van de verwarmingsinstallaties worden op minimum 5 miljoen Belgische frank geraamd.

2. a) Het is inderdaad juist dat de Kap-el van de Vi sitandinnen in 1968 tijdelijk ter bieschikking werd gesteld van het Universitair centrrum van Bergen. b) Er werd geen huurgeld gevraagtd aan het Fonds voor hoger onderwijs gebouwen en studentenverblijven van het Rijk, dat de werk-en voor zijn rekening nam om de ingebruiknerninjg van het gebouw mogelijk te maken. c) De universiteit werd verzocht <de Kapel van de Visitandinnen te ontruimen en .zoekt momenteel de nodige opslagruimte. 3. De studies betreffende de inridhting van de leeszaal zijn beëindigd. De aanbestediing is opgeschort om reden van begrotingsbeperkingeen,


1836

-

(27)-

BelgischeKamervanVolksvertegenwoordigers VragenenAntwoorden(BZ1991-1992)

DO 919280454

DO 919280454

Question n" 135 de M. Dewinter du 9 juillet 1992

Vraag nr. 135 van de heer Dewinter van 9 juillet 1992

(N.) :

Police. -

Contrôle de vitesse.

(N.) :

Politie. -

Snelheidscontrole.

La police envisagerait d'utiliser un nouveau type de tachymètre. L'objectif serait d'effectuer les contrôles depuis un véhicule banalisé en mouvement. L'agent de police accompagnateur ne porterait pas l'uniforme. 1. A-t-on déjà donné des directives quant à ce nouveau type de contrôle de vitesse? 2. Le fait que des contrôles soient effectués par des agents de police non reconnaissables depuis des voitures qui ne le sont pas davantage est-il conforme aux dispositions légales en la matière?

De politie zou een nieuw soort snelheidsmeter in gebruik nemen. Het zou daarbij de bedoeling zijn dar de controles gebeuren vanuit een rijdende wagen zonder politiekentekens. Ook de begeleidende politieagent zou niet geüniformeerd zijn. 1. Werden over deze nieuwe praktijk van snelheidscontroles richtlijnen verstrekt? 2. Strookt het feit dat de controles worden uitgevoerd door onherkenbare politieagenten vanuit onherkenbare wagens, met de wetsbepalingen ter zake?

Réponse: J'ai l'honneur de porter à la connaissance de l'honorable membre que, compte tenu du fait que le contrôle du respect des dispositions en matière de roulage est du ressort de la gendarmerie et des polices, ce sant les responsables de ces institutions qui en assurent l'organisation (type d'appareil), endroits des interventions, contrôle anonyme ou non). S'agissant de la police, cela échoit au bourgmestre en qualité de chef de la police communale et ce dans le cadre de l'exercice de ses compétences en matière de police administrative. Des renseignements complémentaires peuvent sans doute être fournis par mon collègue de l'Intérieur à qui la question a également été posée. En tout état de cause, le fait de procéder à des contrôles de manière anonyme n'est pas contraire à la loi relative à la police de la circulation routière.

Antwoord: Ik heb de eer het geacht lid mee te delen dat aangezien de controle op de naleving van verkeersvoorschriften behoort tot de bevoegdheid van de rijkswacht en politie, het de verantwoordelijken voor deze instellingen zijn die instaan voor de organisatie ervan (soort toestel, plaats van optreden, anonieme controle of nier). Wat de politie betreft, gaat het om de burgemeester als hoofd van de gemeentepolitie in de uitoefening van haar opdrachten van administratieve politie.

DO 919280947

DO 919280947

Question n° 140 de M. Perdieu du 10 juillet 1992

Vraag nr. 140 van de heer Perdieu van 10 juli 1992

(Fr.) :

Poste. -

Travaux dans le Hainaut occidental.

De gevraagde inlichtingen kunnen wellicht worden verstrekt door mijn collega van Binnenlandse Zaken aan wie de vraag eveneens werd gesteld. Hoe dan ook, het feit om op anonieme wijze controle uit te oefenen, is niet strijdig met de wet betreffende de politie over het wegverkeer.

(Fr.) :

Post. -

Werken in West-Henegouwen.

Quels sont les travaux que la Régie des postes envisage d'entreprendre ou de poursuivre dans les arrondissements de Tournai, Ath et Mouscron durant la présente année?

Welke werken overweegt de Regie der posterijen in de loop van het jaar uit te voeren of voort te zetten in de arrondissementen Doornik, Aat en Moeskroen?

Réponse: Je prie l'honorable membre de trouver ci-dessous les renseignements sollicités. a) Travaux en cours. - Mouscron - Bureau principal sis place G. Kasiers - Agrandissement. - Tournai (Froyennes) - Bureau principal sis dans le zoning industriel - Nouvelle construction. Peruwelz - Bureau distributeur sis Grand Place Nouvelle construction. Antoing - Bureau distributeur sis Grand Rue Nouvelle construction. Ath - Bureau principal sis dans le zoning des Primevères - Nouvelle construction.

Antwoord: Ik heb de eer het geacht lid hierna de gevraagde inlichtingen mee te delen. a) Aan de gang zijnde werken. Mouscron - Hoofdpostkantoor gelegen Place G. Kasiers - Uitbreidingswerken. Tournai (Froyennes) - Hoofdpostkantoor gelegen in de industriezone - Nieuwbouw. Peruwelz - Uitreikingskantoor gelegen Grand Place - Nieuwbouw. Antoing - Uitreikingskantoor gelegen Grand Rue - Nieuwbouw. Ath - Hoofdpostkantoor gelegen in de Primevères zoning - Nieuwbouw.


_ (27) _

BelgischeKamervan Volksvertegenwooirdigers Vragenen Antwoorden (BI 1991-19192)

1837

Chièvres - Bureau distributeur sis Grand Place Transformation. h) Travaux à entreprendre. - Rumes - Bureau distributeur sis rue Albert Moulin - Nouvelle construction. - Tournai (Kain) - Bureau distributeur sis Place de la Chapelle - Nouvelle construction. - Belœil - Bureau distributeur sis Grand Place Nouvelle construction.

Chièvres - Uitreikingskantoor gelegen Grand Place - Aanpassingswerken. b) Aan te vragen werken. Rumes - Uitreikingskantoor gellegen rue Albert Moulin - Nieuwbouw. Tournai (Kain) - Uitreikingskamtoor Place de la Chapelle - Nieuwbouw. Belœil - Uitreikingskantoor gelegen Grand Place - Nieuwbouw.

DO 919280649

DO

Question n° 144 de M. Duquesne (Fr.) :

Redevances radio-télévision. -

du 14 juillet 1992

Exonérations.

919280649

Vraag nr. 144 van de heer Duquesne (Fr.) :

Kijk- en luistergeld. -

van 14 juli 1992

Vrijstelling.

1. Quelle est l'évolution du montant des redevances radio-télévision depuis 1980? 2. Quels sont les cas précis donnant lieu à l'exonération de cette redevance? 3. Les cas sociaux et les personnes âgées ayant 65 ans accomplis peuvent-elles en bénéficier? 4. Si aucune exonération n'est admise pour ces personnes, une réduction a-t-elle été au moins prévue?

1. Hoe is het bedrag van het kijjk- en luistergeld sinds 1980 geëvolueerd? 2. In welke specifieke gevallen wordt vrijstelling van het kijk- en luistergeld verleendl? 3. Kunnen sociale gevallen en !bejaarden boven 65 jaar het voordeel van die vrijsteilling genieten? 4. Zo voor die categorieën geen vrijstelling verleend wordt, kunnen zij dan ten minste reductie krijgen?

Réponse: L'évolution du montant des redevances radio-télévision depuis 1980 s'établit comme suit. Ci-après la réponse aux autres questions. 1. L'exonération des redevances radio et télévision est accordée sur la base de l'article 19 de la loi du 13 juillet 1987 (Moniteur belge du 12 août 1987) qui s'exprime comme suit: «Moyennant accomplissement des formalités arrêtées par le ministre, aucune redevance radio et télévision n'est due, soit dès le début de la détention si les formalités ont été accomplies préalablement, soit à partir du début de la période de paiement suivante visée à l'article 7, pour les appareils de radio sur véhicule et de télévision installés sans but de lucre et qui sont détenus: 1° en vue d'un servicce public par l'Etat, les Communautés, les Régions, les provinces, les agglomérations, les communes, les associations de communes dont tous les membres sont des personnes de droit public, les centres publics d'aide sociale ou les institutions relevant d'un de ces pouvoirs;

Antwoord: Het bedrag van het kijk- en luistergeld is sinds 1980 geëvolueerd als volgt. Hierna volgt het antwoord op de andere vragen. 1. Vrijstelling van kijk- en luistergeld wordt verleend op basis van artikel 19 van de wet van 13 juli 1987 (Belgisch Staatsblad van 12 augustus 1987) dat luidt als volgt: «Mits de door de minister vastgestelde formaliteiten werden vervuld is, ofwel van het begin van het houden af, indien de formaliteiten vooraf werden vervuld, ofwel vanaf de aanvang van devolgende betaalperiode bedoeld iin artikel 7, geen kijk- en luistergeld verschuldigd vo.or de autoradiotoestellen en de televisietoestellen dlie zonder winstoogmerk zijn opgesteld en die wordlen gehouden: 1° met het oog op een openbare diemst door de Staat, de Gemeenschappen, de Gewesten, de provincies, de agglomeraties, de gerneenten, de verenigingen van gemeenten waarvan alle ledJen personen van publiek recht zijn, de openbare centra voor maatschappelijk welzijn of de instellimgen die van een van die machten afhangen; 2° in onderwijsinrichtingen en uittsluitend worden gebruikt voor het onderwijs; 3° door blinden, doofstommen enpersonen bij wie het strottehoofd is weggenomen;; 4° door oorlogsinvaliden met ten nninste 50% oorlogsinvaliditeit; 5° door personen aan wie een invaliiditeit of arbeidsongeschiktheid van ten minste ffiO% werd toegekend; 6° door personen die aangetast zijm door een zwaar en blijvend gebrek waardoor zijj in de volstrekte

2° dans les établissements d'enseignement et utilisés exclusivement pour l'enseignement; 3° par les aveugles, les sourds-muets et les laryngeetamisés; 4° par les invalides de guerre ayant au moins 50% d'invalidité de guerre; 5° par les personnes à qui une invalidité ou une incapacité de travail d'au moins 80% a été reconnue; 6° par les personnes atteintes d'une infirmité grave et permanente les rendant totalement et définitive-

1838

ChambredesReprésentantsdeBelgique QuestionsetRéponses(SE 1991-1992)

_ (27) _

ment incapables de quitter leur résidence sans l'assistance d'un tiers. Le ministre détermine les organismes pouvant fixer les pourcentages d'invalidité ou d'incapacité de travail visés à l'alinéa l", 5°. » Par ministre on entend le ministre ou le secrétaire d'Etat qui a les télégraphes et les téléphones dans ses attributions. Les formalités et les institutions dont question dans la deuxième partie de l'article 19 de la loi du 13 juillet 1987 sont fixées par l'arrêté ministériel du 4 août 1987 (Moniteur belge du 12 août 1987), modifié par les arrêtés ministériels du 4 février 1988 (Moniteur belge du 17 décembre 1988) et du 17 juin 1991 (Moniteur belge du 10 septembre 1991). 2. Pour les autres cas sociaux et pour les vieillards à partir d'un certain âge, il n'est prévu aucune exonération sauf s'ils remplissent les conditions susmentionnées. 3. En dehors des exonérations précitées il n'est accordé aucune réduction pour les cas sociaux et pour les vieillards.


en definitieve onmogelijkheid verkeren hun verblijf te verlaten zonder hulp van een derde. De minister bepaalt welke instellingen de in het eerste lid, 5°, bedoelde invaliditeits- of arbeidsongeschiktheidspercentages mogen vaststellen. » Onder de minister wordt verstaan de minister of de Staatssecretaris tot wiens bevoegdheid de telegrafie en de telefonie behoren. De formaliteiten en de instellingen die in het tweede lid van artikel19 van de wet van 13 juli 1987 worden bedoeld, werden vastgelegd bij ministerieel besluit van 4 augustus 1987 (Belgisch Staatsblad van 12 augustus 1987), gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 4 februari 1988 (Belgisch Staatsblad van 17 december 1988) en van 17 juni 1991 (Belgisch Staatsblad van 10 september 1991). 2. Voor andere sociale gevallen en voor bejaarden vanaf een bepaalde leeftijd is, tenzij ze voldoen aan voormelde voorwaarden, geen vrijstelling voorzien. 3. Buiten de geciteerde vrijstellingen wordt er geen reductie verleend voor sociale gevallen en voor bejaarden.

DO 919280979

DO 919280979

Question n" 150 de M. Van Dienderen du 17 juillet 1992 (N.) :

Vraag nr.ISO van de heer Van Dienderen van 17 juli 1992 (N.) :

SNCB. -

NMBS. -

Rénovation des gares.

Renouatie van de stations.

1. Quelles gares la SNCB a-t-elle l'intention de rénover dans les cinq années à venir? 2. Quelles facilités sont prévues pour chacune de ces gares: locaux d'attente agréables, bar, restaurant, lectures, boutiques, bureau de poste, banque, locaux de réunion, et cetera? 3. Le transport de vélos, de voitures d'enfant et de caddies dans le train sera-t-il facilité? 4. Quelles mesures seront prises dans chaque gare pour améliorer le confort des usagers du rail handicapés?

1. Welke stations zal de NMBS de eerstvolgende vijf jaar renoveren? 2. Welke faciliteiten worden, per station, gepland: aantrekkelijke wachtruimten, bar, restaurant, lectuur, winkels, post, bank, vergaderruimten, enzovoort?

Réponse: 1. La SNCB envisage le renouvellement des bâtiments des gares suivantes, dans les cinq prochaines années: Anseremme; Asse; Bruxelles-Quartier- Léopold; Couvin; Gammerages; Gavere-Asper; Herstal; La Louvière Sud; Lessen; Lichtervelde; Liedekerke; Londerzeel;

Antwoord: 1. De NMBS overweegt tijdens de eerstkomende vijf jaar de volgende stations volledig te vernieuwen:

3. Wordt het meenemen van de fiets, de kinderen boodschappenwagen op de trein vergemakkelijkt? 4. Welke voorzieningen worden per station getroffen om het gebruik van de trein door gehandicapten te verbeteren?

Anseremme; Asse; Brussel- Leopoldswi jk; Couvin; Galmaarden; Ga vere- Asper; Herstal; La Louvière Zuid; Lessen; Lichtervelde; Liedekerke; Londerzeel;


_ (27) _

Merchtem; Mol; Mont-Saint-Guibert; Nivelles; Ottignies; Quiévrain; Thuin; Vielsalm; - Waterloo; - Welkenraedt. 2. En outre, au cours de la même période, des transformations plus ou moins importantes sont prévues dans les gares mentionnées ci-dessous: Alost (en cours); Ath; Anvers Central; Berchem; Mons; Blankenberge; Bruxelles Central; Bruges; La Panne; Enghien; Gand-Saint-Pierre; Hasselt; Houyet; La Louvière Centre; Bourg-Léopold (en cours); Louvain; Libramont; Lierre; Louvain-la -Neuve-université; Malines; Malines- Nekkerspoel ; Mouscron; Namur; Neerpelt; Opwijk; Audenarde; Péruwelz; Saint-Ghislain; Braine-le-Comte; - Tamines; - Ternat; - Turnhout; - Vilvorde; - Wevelgem; - Wetteren. La gare de Bruxelles Midi sera aménagée dans le cadre de l'extension du terminal TGV. Le programme repris ci-dessus suppose, cependant, que le traitement des dossiers suivront leur cours sans difficultés administratives ou techniques. Les facilités mises à la disposition des voyageurs dans les gares sont, en principe, fixées dans le plan STAR 2L Elles sont reprises dans la brochure « Accueil à la clientèle ». Etant donné l'importance de ce document, il a été envoyé directement à l'honorable membre.

Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (BZ 1991-1l992)

1839

Merchtem; Mol; Mont-Saint-Guibert; Nijvel; Ottignies; Quiévrain; - Thuin; - Vielsalm; - Waterloo; - Welkenraedt. 2. Bovendien zijn voor dezelfde periode in de hierna vermelde stations meer of minder belangrijke omvormingswerken gepland: Aalst (bezig); Aat; Antwerpen Centraal; Berchem; Bergen; Blankenberge; Brussel Centraal; Brugge; De Panne; Edingen; Gent-Sint-Pieters; Hasselt; Houyet; La Louvière Centrum; Leopoldsburg (bezig); Leuven; Libramont; Lier; Lou vain -la-N euve-uni versité; Mechelen; Mechelen- Nekkerspoel ; Moeskroen; Namen; Neerpelt; Opwijk; Oudenaarde; Péruwelz; Saint-Ghislain; 's-Gravenbrakel; Tamines; - Ternat; - Turnhout; - Vilvoorde; - Wevelgem; - Wetteren. Het station Brussel Zuid wordtt aangepast in het kader van de uitbouwaldaar van .een SST-terminal. Bovenstaand programma verondlerstelt evenwel dat de afhandeling van de dossiers zomder onverwachte administratieve of technische moeiliijkheden verloopt. De in de stations ter beschikkimg van de reizigers gestelde faciliteiten werden princijpieel vastgelegd in het STAR 21-plan. Ze worden omschreven in de hieerbij gevoegde brochure « Onthaal van de kliênteeel »; Gelet op de omvang van het document werd hœt rechtstreeks aan het geacht lid toegestuurd.


1840

_ (27) _

Les facilités voyageurs concrètes sont cependant pour chaque station exécutées séparément en fonction, entre autres, du nombre de voyageurs et de l'évolution du service. 3. Depuis le 1er juin 1992 les voitures d'enfants et les caddies sont considérés comme bagages à main, et ils sont donc transportés gratuitement. En ce qui concerne le transport de vélos, on envisage un assouplissement des formalités administratives. 4. Au cours de la revalorisation des gares voyageurs, une attention particulière est consacrée aux facilités pour les personnes handicapées avec entre autres des emplacements de parking gratuits et bien situés, sonorisation et dalles sensibles pour les handicapés visuels, rampes mobiles pour les utilisateurs de chaises roulantes, meilleure accessibilité aux gares et aux quais, et cétéra. La SNCB a déjà équipé 23 gares de rampes mobiles facilitant l'accès aux trains. Dans un proche avenir, d'autres pées de telles rampes mobiles.

Dû

gares seront équi-

Question

n" 151 de M. Piereo du 17 juillet 1992 (N.) :

SNCB. - Festival de rock de Torhout-Werchter. Train de nuit spécial.

De concrete reizigersvoorzieningen worden evenwel voor elk station afzonderlijk uitgewerkt in functie van onder andere het aantal reizigers en de dienstnoodwendigheden. 3. Sedert 1 juni 1992 worden kinderen boodschappenwagens beschouwd als handbagage en derhalve gratis vervoerd. Wat her vervoer van fietsen betreft, wordt een versoepeling van de inschrijvingsformaliteiten overwogen. 4. Bij de herwaardering van de reizigersstations wordt ruime aandacht besteed aan de voorzieningen voor gehandicapten met onder andere gratis en goed gelegen parkeerplaatsen, sonorisatie en verende tegels voor de visueel gehandicapten, mobiele laadhellingen voor rolstoelgebruikers, betere toegankelijkheid van stations en perrons, en dergelijke. Momenteel zijn reeds 23 station uitgerust met een mobiele laadhelling om de toegang tot de trein te vergemakkelijken. In de nabije toekomst zullen nog andere stations over een dergelijke mobiele laadhelling beschikken.

Dû

919280984

-

Lors de chacune des éditions précédentes du festival de rock de Torhout-Werchter, la SNCB avait prévu un train de nuit spécial à l'intention des jeunes qui rentraient chez eux après le concert. Cette année, la certitude qu'un train de nuit citculerait au départ de Torhout n'a été acquise que quelques semaines avant le week-end du festival. Faire circuler un train au départ de Werchter n'étant pas rentable, la SNCB avait initialement décidé de ne rien faire cette année. Elle est heureusement revenue sur cette décision quelques jours avant le festival. L'attitude de la SNCB appelle néanmoins des questions, d'autant plus que pour des événements tels que Torhout-Werchter, il faut, dans toutes les mesures du possible, permettre aux jeunes d'utiliser d'autres moyens de transport que leur propre voiture personnelle, contribuant par ailleurs ainsi à réduire le nombre de jeunes victimes de la route. t. Combien de voyageurs ont pris le train spécial à Torhout et à Werchter en 1990, 1991 et 1992? 2. Pourquoi la SNCB avait-elle décidé de ne pas faire circuler de train spécial depuis Werchter cette année? Pourquoi est-elle revenue sur cette décision quelques jours avant le festival?

Belgische Kamervan Volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (BZ 1991-1992)

919280984

Vraag nr. 151 van de heer Piereo van 17 juli 1992 (N.) :

NMBS. - Rockfestival ciale nachttrein.

Torhout-Werchter.

-

Spe-

Tijdens de vorige edities van het rockfestival Torhout-Werchter voorzag de NMBS telkens in een speciale nachttrein om de jongeren terug thuis te brengen. Dit jaar was het enkele weken voor het festivalweekeinde alleen zeker dat er een nachttrein vanuit Torhout zou worden ingelegd. Omdat het inleggen van een trein vanuit Werchter niet rendabel zou zijn, besliste de NMBS vooreerst geen voorzieningen aldaar te treffen. Enkele dagen voor het rockfestival kwam de NMBS gelukkiglijk op die beslissing terug. Toch roept deze handelwijze van de NMBS een aantal vragen op, te meer daar bij manifestaties als Torhout-Werchter aan de jongeren de optimale kans moet worden geboden gebruik te maken van andere verplaatsingsmiddelen dan de eigen wagen. Zo draagt men bij tot een vermindering van het aantal jonge verkeersslachtoffers op de weg. 1. Hoeveel reizigers maakten respectievelijk vanuit Torhout en Werchter gebruik van de speciale festivaltrein, en dit voor 1990, 1991, 1992? 2. Wat waren de beweegredenen van de NMBS om dit jaar geen speciale trein in te leggen vanuit Werchter? Waarom werd uiteindelijk enkele dagen voordien op die beslissing teruggekomen?

Chambre des Représentants de Belgique Questions et Réponses(SE1991-1992)

-

(27)-

BelgischeKamervan Volksvertegenwoiordigers Vragenen Antwoorden (BZ 1991-11992)

1841

3. Comment et par qui est évaluée la rentabilité de la mise en circulation de trains spéciaux? Se réfèret-on pour cela à des chiffres concrets? 4. Quelle procédure est suivie pour la mise en circulation de trains spéciaux à l'occasion d'événements de ce genre qui drainent les foules? La SNCB élaboret-elle un programme annuel à cet effet? 5. J'apprends que quinze jours avant le concert de Michael Jackson à Werchter le 22 juillet, nul n'était encore en mesure de dire si un train de nuit spécial circulerait. Or, comme il me semble que l'annonce en temps opportun de la circulation de trains spéciaux renforcera l'intérêt manifesté pour l'événement, je souhaiterais savoir pourquoi la SNCB est incapable de fournir, dans les semaines qui précèdent un tel événement, des informations correctes concernant les trains spéciaux.

3. Hoe en door wie wordt geoor-deeld over de rendabiliteit van het inleggen van speciale treinen? Wordt hiervoor concreet cijfermateriaal gteraadpleegd? 4. Hoe verloopt de procedure Ibetreffende het al dan niet inleggen van speciale treiinen naar massale manifestaties? Stelt de NMBS hiervoor een jaarprogramma op? 5. Ik verneem dat veertien dagen voor het optreden van Michael Jackson in Werchter op 22 juli nog niet geweten was of er een nachttrein zou rijden. Omdat ik meen dat het bijtijds aankondligen van speciale treinen een grotere belangstelling rrnoet waarborgen, had ik graag de redenen gekend waiarorn het voor de NMBS niet altijd mogelijk is om reeds enkele weken op voorhand juiste informatie oveir het inleggen van speciale treinen te verstrekken.

Réponse: 1. Nombre de voyageurs ayant utilisé les trains spéciaux de nuit organisés à l'occasion du double festival: Torhout 1990: 4.906 voyageurs; 1991 : 4.372 voyageurs; 1992 : 5.290 voyageurs. Werchter 1990: 2.540 voyageurs; 1991 : 3.008 voyageurs; 1992 : 1.234 voyageurs. 2. Les perspectives de rentabilité n'étaient pas suffisantes pour organiser des trains spéciaux" Werchter ". Toutefois, afin d'éviter une trop grande concentration nocturne de jeunes en gare de Louvain, il fut décidé en dernier ressort d'organiser quand même des possibilités de rapatriement à leur intention. . 3. Il faut distinguer plusieurs types de trains spéclaux: a) des trains spéciaux à caractère commercial peuvent être commandés par un client (organisateur d'événement, tour-opérateur, et cetera). Le département Voyageurs de la SNCB négocie le prix avec le dient et lui adresse une facture globale; b) des trains spéciaux à caractère commercial peuvent être mis en route à l'initiative de la SNCB pour des événements de masse lorsqu'il est prévu que l'opération sera globalement rentable. Le risque commercial est alors encouru par la SNCB; c) des trains spéciaux de supporters pour les matches de football à risque et à la demande des autorités de police, de gendarmerie ou du ministère de l'Intérieur; d) des trains de dédoublement ou de renforcement des trains existants lors d'affluence soudaine de voyageurs (vers la côte, voyages scolaires, et cétéra). Ces trains sont mis en œuvre à l'initiative des autorités SNCB (département Transport);

Antwoord: 1. Aantal reizigers die gebruik nnaken van de speciale nachttreinen ter gelegenheid van het dubbelfestival: Torhout 1990 : 4.906 reizigers;

1991 : 4.372 reizigers, 1992 : 5.290 reizigers. Werchter

1990 : 2.540 reizigers; 1991 : 3.008 reizigers; 1992 : 1.234 reizigers. 2. De rentabiliteitsvooruitzichten doende om extratreinen " Werchter»

waren onvolin te leggen.

Om nachtelijke samenscholingen van jongeren aan het station Leuven te voorkomen, werd echter op het laatste ogenblik beslist voor hen in terugkeermogelijkheden te voorzien. 3. Èr moet onderscheid worden gemaakt tussen verschillende soorten speciale treinen : a) speciale treinen met comrnercieel karakter: deze kunnen worden aangevraagd door een klant (organisator van evenementen, rour-operator, enzovoort). De NMBS (dienst Reizigrers) onderhandelt met de klant over de prijs. De NMBS stuurt hem de globale faktuur; b) speciale treinen met cornrnercie-el karakter, ingelegd op initiatief van de NMBS woor massa-evenementen wanneer dit globaal rendabel wordt geacht. De NMBS draagt het fimancieel risico; c) speciale supporterstreinen voor risicovoetbalmatchen en op vraag van politie, rijkswacht of ministerie van Binnenlandse Zaken; d) ontdubbelingsenlof versterkimgstreinen van de bestaande bij plotse toeloop vain reizigers (kust, schoolreizen, enzovoort). Deze treinen worden ingelegd door autoriteiten (departement Trans.port);

de NMBS-

1842


-

e) des trains

à caractère promotionnel ou de relation publique sont mis en service par la SNCB (service Relations externes). 4. Taus les trains des catégories a), b) et e) fant l'objet d'une étude préalable de rentabilité réalisée par la SNCB (département Finances). Lors de la détermination des coûts, il est tenu compte du type de matériel, de la composition du train, des parcours à vide et à charge, des prestations supplémentaires, et cétéra). Ces renseignements sont fournis par le service demandeur. Dans la mesure du possible, un plan annuel est établi, mais toute programmation est difficile, car beaucoup d'événements sont mis sur pied de façon occasionnelle, et le succès de certaines manifestations est parfois aléatoire. 5. Bien que dans ce cas le train spécial ne fût pas rentable et que l'organisateur n'a pas voulu couvrir le risque financier, la SNCB peut pour certaines considérations autres que financières organiser des trains spéciaux ou de dédoublement destinés à évacuer un afflux exceptionnel et prévisible de clientèle (3 d)).


e) treinen met een promotioneel karakter ingelegd door de NMBS (dienst Pers & Public Relations). 4. Alle treinen van categorie a), b) en e) hierboven maken het voorwerp uit van een voorafgaande studie uitgevoerd door de NMBS (Financiële dienst). Bij de kostenbepaling wordt rekening gehouden met het type van marerieel, samenstelling van de trein, lege en beladen ritten, bijkomende prestaties, enzovoort). Die inlichtingen worden verstret door de aanvragende dienst. In de mate van het mogelijke wordt er een jaarlijkse planning opgemaakt, hoewel iedere planning wordt bemoeilijkt door het occasioneel karakter van veel manitestaties, waarvan het sucees soms twijfelachtig IS.

5. Hoewel in dit geval de extra-trein niet kostendekkend was en de organisator het financieel risico niet wilde dragen, kan de NMBS om andere dan financiële overwegingen besluiten toch speciale treinen of ontdubbelingstreinen in te leggen voor het opvangen van een uitzonderlijk grote en voorziene toevloed van reizigers (3 d)).

DO 919281029

DO 919281029 Question n° 154 de M. Viseur (Fr.) :

Chemins de fer. -

(27)-

du 27 juillet

1992

Excursions touristiques. - A.s.b.l.

n

existe en Belgique quelques a.s.b.1. possédant de l'ancien matériel ferroviaire telles des locomotives à vapeur et qui occasionnellement organisent des excursions « touristiques». A leur modeste niveau, ces a.s.b.l. participent à l'image de marque des chemins de fer et contribuent à donner le goût des voyages en train. t. Ces organismes sont-ils soutenus par la Société nationale des chemins de fer belges et de quelle façon? 2. Lorsque ces trains touristiques empruntent les voies en exploitation de la SNCB, celle-ci demande-telle une participation aux frais? Quel est alors le tarif appliqué? Ce tarif est-il uniforme pour tous les organismes? Réponse: L Ces organismes ne sont pas soutenus par la SNCB sur le plan financier mais, chaque fois, la SNCB pratique une politique d'ouverture en leur témoignant sa sympathie et en leur accordant un maximum de facilités. 2. La SNCB accepte le transit de ces trains sur son infrastructure pour le franc symbolique. Elle ne demande qu'une juste indemnisation financière pour les frais réellement engagés, c'est-à-dire l'agrément préalable du matériel ferroviaire et la mise à disposition de personnel de conduite (le pilote) et d'accorn-

Vraag

nr. 154 van de heer Viseur van 27 juli 1992 (Fr.) :

Spoorwegen.

-

Toeristische

trips. -

V.z.w.'s.

In België bezitten enkele v.Z.w.'s oud rollend materieel van de spoorwegen zoals stoomlocomotieven, waarmee ze af en toe < toeristische » uitstapjes organiseren. Op hun bescheiden niveau dragen zij bij tot het goede imago van de spoorwegen en sporen zij mensen aan om met de trein te reizen.

1. Genieten die verenigingen steun van de Nationale maatschappij der Belgische spoorwegen, en zo ja, op welke manier? 2. Wanneer die toeristische rreintjes de geëxploiteerde spoorlijnen van de NMBS gebruiken, vraagt de NMBS de betreffende v.z.w. dan om bij te dragen in de kosten? Welk tarief wordt in dat geval gehanteerd? Is dar tarief gelijk voor alle verenigingen? Antwoord: 1. Op financieel vlak worden die organismen niet ondersteund door de NMBS, maar zij voert wel een open beleid, staat daar sympathiek tegenover en kent hen een maximum aan faciliteiten toe. 2. Voor een symbolische frank aanvaardt de NMBS de transit van deze treinen over haar infrastructuur. Zij vraagt niet meer dan een rechtrnatige financiële vergoeding voor de werkelijk veroorzaakte kosten, dit wil zeggen, voor de voorafgaande goedkeuring van het spoorwegmaterieel en voor het ter

238



-(27)-

1843

pagnement (le chef-garde). La valorisation de ces frais est appliquée de manière uniforme à tous les organismes.

beschikking stellen van besturingspersoneel (loods) en begeleidingspersoneel (hoofdwac:hter). De berekening van deze kosten geschiedt op eenvormige wijze voor al de organismen.

DO 919281032

DO

Question n'' 155 de M. Detienne (Fr.) :

SNCB. -

du 28 juillet 1992

Ligne Liège-femelle. -

types de techniques

a-t-il

Réponse: 1. Le coût total des travaux de gunitage est de 46.864.634 francs belges. 2. Non. 3. Néant. 4. Il existe diverses techniques pour stabiliser des rochers. La stabilisation de parois rocheuses par gunitage est la solution la plus avantageuse tant du point de vue économique, que du point de vue sécurité d'exploitation. Ce mode de protection est utilisé aux endroits où la SNCB estime que la sécurité du trafic est compromise et où il n'est pas possible d'envisager un mode de protection plus léger.

du 6 août 1992

Poste. - Lettres en service intérieur. mum.

Poids maxi-

Selon le nouveau tarif postal entré en vigueur le 1er avril 1992, le poids des lettres en service intérieur ne peut plus excéder 250 g. Cette limite est très vite atteinte dans le courrier d'affaires le plus classique, et j'en prends comme exemple les problèmes qu'elle

Lijn Luik-femelle. -

Gunniteren,

De NMBS heeft de afgelopen jarem werkzaamheden uitgevoerd op de lijn Luik-Jemelle om de rotswanden te stabiliseren. De wanden werden daarbij met name gegunniteerd. Dat procédé heeft hevig protest uitgelokt bij de plaatselijke bevolking die de landschappelijke verminking en de vernietiging vran de natuurlijke omgeving met lede ogen aanziet. 1. Hoeveel heeft het gunniteren van de rotswanden langs de lijn Luik-Jemelle gekost? 2. Werd voor toekomstige wejrkzaamheden op deze lijn of op andere lijnen een plarming vastgelegd? 3. Op welke plaatsen zouden in die nabije toekomst dergelijke werkzaamheden moeten worden uitgevoerd? 4. Zou in de toekomst van andere technieken gebruik worden gemaakt? Antwoord: 1. De totale kostprijs van de gunniteringswerken bedraagt 46.864.634 Belgische frank.

2. Nee. 3. Geen. 4. Er bestaan verschillende uitvoeringsbewijzen voor het stabiliseren van rotsen. Her stabiliseren van de rotswanden door gunnitering is de meest gunstige oplossing zowel op het gebied van economie als op het gebied van veiligheid bij de uitbating. Deze techniek om wanden te beschermen wordt aangewend op plaatsen waar de NMBS oordeeltdat de veiligheid van het verkeer in het gevaar komt en waar het niet mogelijk is een lichtere bescherrmingsmethode te gebruiken.

DO

DO 919281081 Question n? 159 de M. de Clippele (Fr.) :

Vraag nr, 155 van de heer Detienne: van 28 juli 1992 (Fr.) :

NMBS. -

Gunitage.

Au cours des dernières années, la SNCB a procédé à des travaux sur la ligne Liège-Jemelle visant à stabiliser les parois rocheuses. On a recouru notamment au procédé du gunitage, ce qui n'a pas manqué de susciter de vives protestations de la population, principalement pour le désagrément paysager et la destruction du milieu naturel. 1. Quel a été le coût des travaux de gunitage des parois rocheuses bordant la ligne Liège-Jemelle? 2. Un plan pour des travaux futurs, sur cette ligne ou sur d'autres lignes, a-t-il été arrêté? 3. Quels sont les sites qui devraient faire l'objet de ce type de travaux dans un avenir proche? 4. Le recours à d'autres été retenu pour le futur?

919281032

919281081

Vraag nr. 159 van de heer de Clippe.le van 6 augustus 1992 (Fr.) :

Post. - Brieven in binnenlandse .dienst. mumgewicht.

Maxi-

Volgens de nieuwe posttarieven diie op 1 april1992 van kracht werden mag een brief in binnenlandse dienst niet meer dan 250 g wegen . .In de meest klassieke zakelijke briefwisseling wordt die grens heel snel bereikt, wat onmiddellijk blijkt uit <de problemen die

1844

Chambre des Représentants de Belgique Questions et Réponses(SE] 991-1992)

-

(27)-

BelgischeKamervan Volksverregenwoordigers Vragenen Antwoorden (BZ ] 99] -] 992)

pose à l'exercice de la profession d'expert comptable. Une lettre dépasse aisément 250 g lorsqu'elle contient des comptes de sociétés très complets adressés par l'expert comptable à son client, une déclaration à l'impôt des sociétés avec de nombreuses annexes, une réponse à une demande de renseignements de l'administration fiscale accompagnée de nombreuses pièces probantes, et bien d'autres circonstances. De tels envois ne peuvent, en raison de la nature personnelle et confidentielle de leur contenu, relever que de la catégorie des lettres. Leur morcellement en plusieurs lettres de moins de 250 g chacune en altérerait gravement la bonne compréhension par le destinataire. Le recours à des messageries privées devient dans ces circonstances non plus un choix, mais une nécessité. La limite de poids ici évoquée a-t-elle représenté une décision irréfléchie de la Poste, contradictoire avec la notion de service public, et sur laquelle il conviendrait de revenir en rétablissant les limites antérieurement admises?

hierdoor rijzen voor de accountants bij de uitoefening van hun beroep. Een brief weegt al vlug meer dan 250 g wanneer hij zeer volledige rekeningen van vennootschappen, die de accountant naar zijn cliënt stuurt, een belastingaangifte van de vennootschappen met talrijke bijlagen, een antwoord op een vraag om inlichtingen vanwege de belastingadministratie met veel bewijsstukken of nog andere documenten, bevat. Gelet op het persoonlijke en vertrouwelijke karakter van hun inhoud kunnen dergelijke zendingen enkel als brief worden verstuurd. Het opsplitsen ervan in verschillende brieven van minder dan 250 g zou het goede begrip ervan door de bestemmeling ernstig in het gedrang brengen. Het inhuren van bodediensten wordt in die omstandigheden niet langer een keuze, maar een noodzaak. Was voornoemde beperking van het gewicht een ondoordachte beslissing van de Post die in strijd is met de notie van openbare dienst? Moet van die beslissing worden teruggekomen en dienen de oude waarden opnieuw te worden ingevoerd?

Réponse: J'ai l'honneur de communiquer à l'honorable membre ce qui suit. Dans un souci de simplification et d'harmonisation des tarifs, la Poste a décidé d'instaurer une catégorie unique pour les envois de plus de 250 g, et ce jusque 5 kg, catégorie dénommée « petits paquets ». A cet égard, je me permets de souligner que cette initiative n'est nullement préjudiciable pour la clientèle étant donné que d'une part, le tarif au-delà de 250 g est plus avantageux que l'ancien tarif réservé aux lettres et que d'autre part, le service offert reste identique. En effet, les petits paquets sont considérés comme envois urgents (J + 1). En outre, ils peuvent contenir une communication actuelle et personnelle et être complètement fermés, ce qui en garantit la confidentialité.

Antwoord: Tk heb de eer het geacht lid het volgende te laten weten. In het streven naar een vereenvoudiging en harrnonisatie van de tarieven, besliste de Post een enige categorie voor de zendingen vanaf 250 g, en dit tot 5 kg in te voeren; de categorie « pakjes » genaamd. Tn dit opzicht veroorloof ik mij te onderstrepen dat dit initiatief allerminst negatief voor de cliënteel is, aangezien enerzijds het tarief voor zendingen vanaf 250 g voordeliger is dan het oude tarief voor brieven en anderzijds de geboden dienstverlening dezelfde blijft. Tmmers, de pakjes worden als dringende zendingen beschouwd (D + 1). Bovendien mogen ze een actuele en persoonlijke boodschap bevatten en volledig worden gesloten, wat het briefgeheim garandeert.

DO 919281082

DO 919281082

Question n" 160 de M. Ghesquière (N.):

du 6 août 1992

Vraag

nr, 160 van de heer Ghesquière 1992 (N.) :

Departement

materieel. -

van 6 augustus

SNCB. - Département matériel. - Restructuration.

NMBS. ring.

Herstructure-

La SNCB a procédé en 1988 à une restructuration de son département matériel. En 1991, la direction a été chargée d'une nouvelle étude portant sur la modernisation et l'implantation des ateliers ainsi que sur une rationalisation plus poussée de ces derniers. Quelles tâches seront dévolues à l'atelier d'Ostende et à ses dépendances?

In 1988 herstructureerde de NMBS het departement materieel. In 1991 werd de directie belast met een nieuwe studie over de modernisering en inplanting van de werkplaatsen en een grotere rationalisatie ervan. Wat zijn de opdrachten die aan de werkplaats van Oostende en zijn aanhorigheden zullen worden toebedeeld?

Réponse: L'unité administrative d'Ostende se compose au niveau local d'un atelier de traction, d'un atelier de voitures et d'un poste d'entretien. Une partie des activités de l'atelier voitures (à savoir les révisions) sont du ressort de la mission d'un atelier central.

Antwoord: De administratieve eenheid Oostende ornvat lokaal een traktiewerkplaats, een rijtuigenwerkplaats en een onderhoudspost. Een deel van de aktiviteiten van de rijtuigenwerkplaats (namelijk revisies) behoort tot de opdracht van een centrale werkplaats.


_ (27) _

BelgischeKamervan Volksvertegenwoondigers Vragenen Antwoorden (BZ 1991-19912)

Les autres activités seront vraisemblablement maintenues à Ostende mais plus sous la forme actuelle. De plus amples détails ne pourront être fournis que lorsque les conclusions de l'étude seront connues.

De andere aktiviteiten blijven Oostende behouden maar niet onder Meer inlichtingen kunnen slechts wanneer de besluiten van de studie

DO 919281084

DO 919281084

Question n? 162 de M. Ghesquière (N.) :

du 6 août 1992

1845

wraarschijnlijk in die huidige vorm. worden verstrekt gekend zijn,

Vraag nr. 162 van de heer Chesquiêre van 6 augustus

1992 (N.) :

SNCB. - Ligne Deinze-La Panne. - Electrification.

NMBS. -

Votre prédécesseur a décidé de faire électrifier la ligne Deinze-La Panne. Les projets en sont presque à la phase finale. 1. Quel est le calendrier des travaux? 2. Quel matériel entend-on mettre en service sur cette ligne?

Uw voorganger besliste de lijn Deimze-De elektrificeren. De plannen zijn bijna .af.

Réponse: 1. Le calendrier d'exécution du projet d'électrification prévoit la mise en service de la traction électrique en mai 1994. 2. Le choix du matériel à utiliser sur la ligne 73 après l'électrification est encore à l'étude.

Antwoord: 1. Het tijdscherna voor de uitvoeri.ng van het elektrificatieproject voorziet in de indiemstname van de elektrische tractie in mei 1994. 2. De keuze van het in te zetten materieel op de lijn 73 wordt nog bestudeerd.

DO 919281108

DO 919281108

Question

SNCB. -

n? 165 de M. Olivier du 11 août 1992 (N.) :

Pavoisement.

La SNCB aurait, par le biais d'une note d'un de ses directeurs, fixé la date et la manière dont les bâtiments publics de la société doivent être pavoisés. Ce directeur se serait inspiré de prétendues dispositions légales. Un tableau publié dans la {( Gazet van Antwerpen» du 5 juin 1992 montre que ce n'est que le Il juillet que le Lion flamand peut flotter sur les bâtiments publics de la SNCB. Pour tous les autres jours fériés officiels, seuls les drapeaux belge, wallon et européen peuvent être arborés, mais pas le Lion flamand. li est en outre question de «: Communauté culturelle néerlandophone » et de «Communauté culturelle francophone ", alors que ces notions ont été remplacées depuis belle lurette par les termes « Communauté flamande" et « Communauté française ". 1. De quelles dispositions légales le directeur d'administration s'est-il inspiré? 2. La SNCB n'est-elle pas tenue de respecter les directives du ministre de l'Intérieur? 3. Que faire pour réparer ce mépris à l'égard de la Communauté flamande? 4. Etes-vous disposé à élaborer une nouvelle note de service et à la publier dans les colonnes du bulletin des Questions et Réponses?

Lijn Deinze-De Panne. -

Elektrificatie. Panne te

1. Wat is het tijdschema voor de iuitvoering? 2. Welk rnaterieel zal op die lijn wvor den ingezet?

Vraag

nr. 165 van de heer Olivier van 11 augustus 1992 (N.) :

NMBS. -

Bevlagging.

De directie van de NMBS zou, via een nota van een van haar directeurs, de data en de wijze waarop de openbare gebouwen van de NMBS moeten worden bevlagd, hebben vastgelegd. De directeur laar zich inspireren door zogenaamde wettelijke bepalingen. Een tabel werdl gepubliceerd in de Gazet van Antwerpen van 5 junii 1992, waaruit blijkt dat alleen op Il juli de Vlaamse Leeuwaan de openbare gebouwen van de NMBS mag worden aangebracht. Voor alle andere officiële feœstdagen moeten alleen de nationale vlag, de Waalse wlag en de Europese vlag worden gehesen en niet de Vlaamse Leeuw. Daarenboven wordt gesproken ower de « Nederlandstalige cultuurgemeenschap » en « Franstalige cultuurgerneenschap », alhoewel deze begrippen sedert geruime tijd door « Vlaamse Gerneenschap » en c Franse Gerneenschap » zijn verwangen. 1. Door welke « wettelijke » bepralingen heeft de bestuursdirecteur zich laten inspirerem? 2. Moet de NMBS de richtlijnen van de minister van Binnenlandse Zaken niet respecteeren? 3. Op welke manier kan dit missprijzen van de Vlaamse Gemeenschap worden rechttgezet? 4. Bent u bereid een nieuwe dienstriota op te leggen en te publiceren via het bulletin van Vragen en Ant-

woorden?

1846


-

Réponse: J'invite l'honorable membre à consulter la réponse à la question n° 113 posée le 25 juin 1992 par le M. Van den Eynde, publiée dans le bulletin des Questions et Réponses, Chambre, n° 21 du 10 août 1992.

Belgische Karner van Volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (BZ 1991-1992)

Antwoord: Ik nodig het geacht lid uir het antwoord te raadplegen op de vraag nr.lU, gesteld op 25 juni 1992 door de heer Van den Eynde, gepubliceerd in het bulletin van Vragen en Antwoorden, Kamer, nr. 21 van 10 augusrus 1992.

Vice-Eerste Minister en Minister van Buitenlandse

Vice-Premier Ministre et Ministre des Affaires étrangères

DO 919281043

Zaken

DO 919281043 1992

Vraag nr. 55 van de heer Candries (N.) :

van 30 juli 1992

Conférence nationale. - Implication belge.

Zaïre. - Conférence nationale. kenheid.

Belgische betrok-

Question n" 55 de M. Candries (N.) :

Zaïre. -

(27)-

du 30 juillet

Ce problème est-il soumis à monseigneur Monsengwo, le président de la Conférence nationale?

Ons land is bezorgd orntrent de ontwikkeling van het democratisch proces in Zaïre en heeft daarom zijn steun betuigd aan de « Conférence nationale », onder meer financieel. De conferentie en de sociaal-economische heropleving zouden echter meer kans op slagen hebben als ook Belgen eraan zouden kunnen deelnemen. Inderdaad, een aanral Belgen dat, in de voor-Zaïrese periode, door allerhande economische acrivireiten tot de ontwikkeling van Zaïre heeft bijgedragen en in de jaren zestig deze activiteiten wederrechtelijk heeft moeten stopzerten, zou graag die activiteiten hernemen en zich in het nieuwe ontwikkelingsproces inschakelen. De inbreng van deze landgenoten wordt door vele Zaïrezen verwacht. Dit geldt nog meer voor een aantal Belgen die in Zaïre geboren zijn en geen echte kans hebben gekregen om zich voor Zaïre en de Zaïrezen nuttig te maken. Ook deze mensen zouden in de Zaïrese nationale conferenrie moeren kunnen worden vertegenwoordigd. Wordt dit met monseigneur Monsengwo, de voorzitter van de Nationale conferentie, besproken?

Réponse: 1. La formation, la composition et les objectifs de la Conférence nationale souveraine relèvent de la souveraineté de Zaïre. 2. La Belgique ne veut pas intervenir dans cette question interne zairoise.

Antwoord: 1. De oprichting, de samenstelling en de doelstellingen van de « Conférence nationale souveraine», behoren tot de souvereiniteit van Zaïre. 2. België wenst in deze interne Zaïrese aangelegenheid niet tussen te komen.

DO 919281056

DO 919281056

Préoccupé du développement du processus démocratique au Zaïre, notre pays a témoigné son soutien, notamment financier, à la « Conférence nationale ». Cette conférence et la relance socio-éconornique auraient néanmoins plus de chances de succès si des Belges pouvaient également y participer. Nombre de Belges qui, au cours de la période prézaïroise, ont contribué par toute une série d'activités économiques au développement du Zaïre et qui ont été obligés, illégalement, de mettre fin à ces activités dans les années soixante, aimeraient en effet reprendre ces activités et participer au nouveau processus de développement. De nombreux Zaïrois attendent l'apport de ces compatriotes. C'est également le cas de nombre de Belges nés au Zaïre et qui n'ont pas eu une chance réelle de se rendre utiles au Zaïre et aux Zaïrois. Ces personnes devraient également être représentées à la Conférence nationale zaïroise.

Question

n° 59 de M. Winkel du 3 août 1992 (Fr.) :

Vraag nr. 59 van de heer Winkel van 3 augustus (Fr.) :

Haïti. -

Embargo. -

Haïti. -

Violation par la Belgique.

Un embargo contre Haïti a été décrété en octobre 1991 par l'Organisation des Etats américains (DEA). Or, selon un rapport présenté début juin par le séna-

Embargo. -

1992

Schending door België.

In oktober 1991 heeft de Organisatie van Amerikaanse Staren (OAS), een embargo tegen Haïti afgekondigd. Volgens een verslag dat begin juni door


-

teur Edward Kennedy devant une commission du Congrès américain, plusieurs pays d'Europe, dont la Belgique, ont enfreint cet embargo. Le président Bush a décidé que les bateaux qui violent l'embargo ne seraient plus autorisés à faire halte dans les ports des Etats-Unis. 1. Pourquoi la Belgique viole-t-elle l'embargo contre Haiti? 2. Quels produits ont été livrés par la Belgique à Haïti depuis octobre 1991? 3. Quelles mesures réglementaires ont été prises par le gouvernement pour faire respecter cet embargo? Réponse: J'ai l'honneur d'informer l'honorable membre que, comme ses partenaires de la Communauté européenne, la Belgique a condamné énergiquement le coup d'Etat en Haïti et exigé le rétablissement des autorités légitimes. Tout aide autre que humanitaire a été immédiatement suspendue. Dès le 9 octobre 1991, la Belgique a décidé d'arrêter la délivrance de licences d'exportations d'armes à destination de Haïti. Le 11 octobre 1991, la Belgique a proposé aux Douze que la Communauté européenne déclare un embargo commercial à l'égard de ce pays. La Communauté n'a pas donné suite à cette proposition, principalement en raison de difficultés juridiques liées à l'adhésion d'Haïti à la Convention de Lomé. Je souligne également qu'il n'existe pas d'embargo imposé par le Conseil de Sécurité des Nations unies. Les opérateurs européens et belges ne sont, dès lors, pas tenus de respecter l'embargo commercial de l'Organisation des Etats américains. La liste des produits livrés par la Belgique depuis octobre 1991 s'établit comme suit: graisses, huile, cire; métaux communs; produits chimiques; matières plastiques, caoutchouc et ouvrages en ces matières; produits alimentaires; produits du régime végétal; machines et appareils électriques; ouvrages de pierre, ciment, verre; produits minéraux; matériel de transport; instruments et appareils optiques; matières textiles et ouvrages en ces matières; papIer.

(27)-

BelgischeKamervan Volksvertegenwoorrdigers Vragenen Antwoorden (BZ1991-19192)

1847

senator Edward Kennedy voor een cornmissie van het Amerikaanse Congres werd uitgebracht, hebben verscheidene Europese landen, waaromder België, dit embargo geschonden. President Binsh heeft daarop beslist dat schepen die het ernbargœ schenden, geen toestemming meer krijgen om Amerikaanse havens aan te doen. 1. Waarom schendt België het embargo tegen Haïti? 2. Welke produkten heeft Belgrië eind oktober 1991 aan Haïti geleverd? 3. Welke reglementaire maatregelIen heeft de regering genomen om dat embargo te dloen respecteren? Antwoord: Ik heb de eer het g;eacht lid mee te delen dat België, net als zijn partners van de Europese Gemeenschap de staatsgreep op Haiiti krachtig heeft veroordeeld en geëist heeft dat de wœttelijke autoriteiten opnieuw in hun functie zouden worden hersteld. Alle hulp, uitgezonderd de humaniitaire hulp, werd onmiddellijk opgeschort. Vanaf 9 oktober 1991 besliste Bellgië de uitvoervergunningen voor wapens naar Haïti stop te zetten. Op 11 oktober 1991 stelde België de Twaalf voor dat de Europese Gemeenschap een handelsembargo zou afkondigen tegen Haïti. De Gemeenschap heeft hieraan geen gevolg kunnen geven voornamelijk wegens van juridische problemen in verband met de toetreding van Haïti tot de Conventie van Lomé. Ik wijs er tevens op dat er geen door de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties opgelegd embargo bestaar. De Europese en Belgische operatoren zijn derhalve niet gebonden door het handelsembargo van de Organisatie van Amerikaanse Staten. De lijst van de door België geleverde produkten, sedert oktober 1991, is de volgende: vetten, oliën, was; onedele metalen; chemische produkten; plasticprodukten en kunstrubber, voedingswaren; produkten van het plantenrijk; elektrische machines en apparaten; werken van steen, cement en glas; minerale produkten; vervoermaterieel; optiek- en cineapparaten; textielprodukten; papierwaren,

1848


-

(27)-


DO 919281116

Da 919281116

Question n" 65 de M. Van Dienderen du 13 août 1992 (N.) :

Vraag

CE. - Perifra. - Industrie de l'armement. trie textile. - Reconversion.

EG. - Perifra. - Wapenindustrie. strie. - Reconversie.

Indus-

La Commission des Communautés européennes prévoit 50 millions d'ecus (2,1 milliards de francs belges) pour aider les Etats membres à reconvertir leur industrie de l'armement et leur secteur textile. Ces fonds sont répartis dans le cadre du programme Perifra, mis sur pied pour aider les régions confrontées aux répercussions d'accords de désarmement ou accords commerciaux conclus avec l'ex-Union soviétique. 1. Quel montant la Belgique reçoit-elle? 2. A quoi, précisément, notre pays consacre-t-il cet argent? 3. Quels sont les critères utilisés en matière de reconversion de l'industrie de l'armement? 4. D'autres projets belges entreront-ils encore en ligne de considération, au cours des prochaines années, pour bénéficier d'un financement par la voie du programme Perifra? 5. Quels projets belges ont déjà été financés dans Ie passé par l'intermédiaire de Perifra? 6. Comment les résultats sont-ils évalués? 7. D'autres programmes européens peuvent-ils être associés à la reconversion de l'industrie de l'armement? 8. D'autres programmes sérieux sont-ils en cours d'élaboration? Réponse: Avant de répondre à la question de l'honorable membre, je voudrais attirer son attention sur le fait que ce sont les Régions qui sont responsables pour la sélection, le suivi et le co-financement des projets dans le cadre du programme Perifra. Par ailleurs, le programme Perifra n'est pas une initiative de la Commission européenne, mais du Parlement européen. En 1991 furent attribués à la Belgique, dans le cadre du programme Perifra, 339.082 ecu (14.340.000 francs belges). En 1992, le montant s'élevait à 1.560.000 ecu (66.003.000 francs belges). En 1991, cet argent était destiné à une cellule de recyclage et placement du VDAB de la région Turnhout en faveur des membres du personnel employés dans des bases britanniques en Campine. En 1992, cet argent a été consacré au recyclage de membres du personnel de FN-Moteurs dans la perspective d'une reconversion à des activités civiles. La Commission n'a pas établi de critères pour la reconversion de l'industrie de l'armement. La poursuite de l'initiative Perifra dépend du Parlement européen. En 1991 et 1992, celui-ci avait établi un budget à cet effet dans le cadre de sa marge budgétaire.

nr, 65 van de heer Van Dienderen van 13 augustus 1992 (N.) :

-

Textielindu-

De Europese Commissie komt met 50 miljoen ecu (2,1 miljard Belgische frank) over de brug om de lidstaten te helpen bij de omvorming van de wapenindustrie en textielsector. Het geld wordt verdeeld in het kader van het Peri fra-programma, dat werd opgezet om regio's te helpen die lijden onder ontwapeningsakkoorden of handelsovereenkomsten met de vroegere Sovjetunie. 1. Hoeveel geld gaat er naar België? 2. Waaraan wordt her precies besteed? 3. Wat zijn de criteria wat de omvorming van de wapenindustrie betreft? 4. Komen de volgende jaren nog meer Belgische projecten in aanmerking voor financiering via Perifra? 5. Welke Belgische projecten zijn in het verleden al via Perifra gefinancierd? 6. Hoe worden de resultaten geëvalueerd? 7. Zijn er andere Europese programma's die kunnen worden ingeschakeld bij de reconversie van de wapenindustrie? 8. Zijn andere degelijke programma's in de maak? Antwoord: Vooraleer op de vragen van het geacht lid te antwoorden, wens ik erop te wijzen dar de Gewesten, verantwoordelijk zijn voor het selecteren, opvolgen en medefinancieren van de projecten in het kader van het Perifra-programrna. Daarnaast is het Perifra-programma geen initiatief van de Europese Commissie, maar wel een van het Europees Parlement. In 1991 werd in het kader van het Perifra-programma een tussenkornst van 339.0R2 ecu (14.340.000 Belgische frank) toegekend aan België. In 1992 was dit 1.560.000 ecu (66.003.000 Belgische frank). In 1991 ging dit geld naar een outplacernentcel in het kader van de VDAB in de regio Turnhout voor de herscholing en het plaatsen van personeelsleden die verbonden waren aan Britse militaire bases in de Kempen. In 1992 ging dit geld naar de omscholing van personeelsleden van FN-Moteurs in het vooruitzicht van een omschakeling naar burgerlijke activiteiten. Er werden door de Commissie geen criteria vastgelegd voor de omvorming van de wapenindustrie. Of het Perifra-initiatief wordt verder gezet, hangt af van het Europees Parlement. In 1991 en 1992 had het hiervoor een begroting vastgelegd binnen het raam van zijn begrotingsmarge.

Chambre des Représentantsde Belgique Questions et Réponses(SE 1991-1992)

-

(27)-

BelgischeKamervan Volksvertegenwoordigers Vragenen Antwoorden(BZ 1991-19Î92)

1849

Il n'y a pas d'autre programme spécifique pour la reconversion de l'industrie. Par contre, il existe des fonds structurels pour les régions confrontées à des problèmes sociaux et économiques, y compris ceux résultant de l'état de l'industrie d'armement. Une étude concernant l'état de l'industrie de l'armement européen est en cours. Les conclusions de cette étude ne sont pas encore connues. Cette question figurera probablement à l'ordre du jour du Conseil « industrie» de novembre prochain. En ce qui concerne des subventions européennes sur la base des fonds structurels actuels, il revient à la Commission de prendre des initiatives.

Andere specifieke programma's vœor de omschakeling van de wapenindustrie zijn er niet. Wel zijn er structuurfondsen voor regio's met sociale en economische moeilijkheden, inclusief dieze die zouden voortvloeien uit de toestand van de wapenindustrie. Een studie met betrekking tot de toestand van de Europese wapenindustrie is in de maiak. De conclusies ervan zijn nog niet gekend. Waarsclnijnlijk komt deze zaak op de agenda van de Raadl « industrie» in november eerstkomend. Met betrekking tot eventuele Euiropese tegemoetkomingen volgens de huidige strucnuurfondsen is het aan de Commissie om initiatieven tre nemen.

DO 919281121

DO 919281121

Question n" 67 de M. Van den Eynde 1992 (N.) :

Immigrés. biliers.

Turquie. -

du 14 août

Maroc. - Propriétés immo-

Vraag

nr, 67 van de heer Van 14 augustus 1992 (N.) :

Immigranten. de eigendom.

Turkije. -

den

Marak ka. -

Eynde

van

Onroeren-

La BRTn a signalé récemment que 40°;;) des immigrés turcs sont propriétaires d'une maison ou d'une parcelle de terrain à bâtir en Turquie. D'après le quotidien «De Standaard »; de nombreux Marocains aussi ont des possessions dans leur pays d'origine. 1. Votre ministère dispose-t-il de statistiques en la matière? 2. Est-il tenu compte, lorsqu'il s'agit d'octroyer des allocations et des revenus de remplacement à des étrangers, des revenus éventuels provenant de ces possessions? 3. Des étrangers possédant des biens immobiliers dans leur patrie entrent-ils en ligne de compte pour bénéficier de logements sociaux? 4. Existe-t-il des conventions conclues avec la Turquie et le Maroc aux termes desquelles les autorités belges sont autorisées à s'informer des propriétés acquises dans leur pays par des étrangers domiciliés en Belgique? 5. Dans l'hypothèse où les autorités marocaines et turques fournissent des renseignements en la matière, ceux-ci font-ils l'objet d'un contrôle quelconque par notre administration?

Onlangs meldde de BRTn dat 40 % van de Turkse immigranten eigenaar is van eenhuis of een stuk bouwgrond in Turkije. Volgens De Standaard hebben ook vele Marokkanen bezittingen in hun land van oorsprong. 1. Beschikt uw ministerie over statistieken in dit verband? 2. Wordt bij het toekennen van uitkeringen en vervangingsinkomens aan vreemdelingen rekening gehouden met de eventuele inkomsten die uit deze bezittingen voortvloeien? 3. Komen vreemdelingen die in hun vaderland onroerende goederen bezitten, in aanmerking voor sociale woningen? 4. Bestaan er overeenkomsten met Turkije en Marokko die het de Belgische o.verheid mogelijk maken inzage te krijgen van de eigendornmen die in ons land vreemdelingen in hun vaderland hebben verworven? .5. Indien hierover gegevens wordIen verstrekt door de Marokkaanse en Turkse overhœden, worden die dan door onze administratie op enige wijze gecontroleerd?

Réponse: Le statut des étrangers pas du ressort de mon département.

Antwoord: Het statuut van wreerndelingen in België behoort niet tot de bevoegdheid van mijn departement. Ik wens het geacht lid dan ook ite verwijzen naar het antwoord dat hem zal worden verstrekt door de heer Maystadt, minister van Finamciën, aan wie de vraag eveneens werd gesteld.

en Belgique n'est

Je renvoie donc J'honorable membre à la réponse qui lui sera fournie par le ministre des Finances, M. Maystadt, à qui la question a également été posée.

239


1850

-


DO 919281129

DO 919281129 Question n? 68 de M. Standaert (N.) :

Ambassade à Tokyo. -

(27)-

du 18 août

1992

Valeur à la vente.

n me revient que notre ambassade à Tokyo vaudrait plusieurs dizaines de milliards de francs belges, et l'an dernier il fut même question de la vendre pour atténuer quelque peu le déficit budgétaire. La valeur de cette ambassade a-t-elle été officiellement estimée? Dans l'affirmative, par qui, et quel a été le résultat de cette estimation?

Vraag

Of. 68 van de heer Standaert 1992 (N.) :

Ambassade in Tokio. -

van 18 augustus

Verkoopwaarde.

Naar verluidt zou onze ambassade in Tokio vele tientallen miljarden Belgische frank waard zijn, en vorig jaar was zelfs sprake van het eventueel verkopen van deze ambassade om het begrotingstekort wat te milderen. Is deze ambassade ooit officieel op haar waarde geschat? Zo ja, door wie, en wat was het resultaat?

Réponse: J'ai l'honneur de signaler à l'honorable membre que jusqu'à présent, l'ambassade de Belgique à Tokyo n'a pas été mise en vente et que dès lors, mon département ne dispose pas de données précises sur la valeur vénale des bâtiments. n y a également lieu d'ajouter qu'aucune offre spontanée d'achat n'a non plus été faite à mon département, qui donnerait une appréciation relative de cette valeur.

Antwoord: Ik heb de eer het geacht lid erop te wijzen dat tot op heden de ambassade van België te Tokio niet te koop werd gesteld en dat dientengevolge mijn departement niet over precieze gegevens inzake de verkoopwaarde van de gebouwen beschikt. Er dient verder opgemerkt dat ook geen enkel spontaan aanbod van aankoop tot mijn departement werd gericht, dar van aard zou zijn een relatieve waardebepaling te geven.

Vice-Premier Ministre et Ministre de la Justice et des Affaires économiques

Vice-Eerste Minister en Minister van Justitie en Economische Zaken

Justice

Justitie

DO 919280105

DO 919280105 Question

n" 14 de M. Barbé du 19 mars 1992 (N.) :

Vraag

Of.

14 van de heer Barbé van 19 maart 1992

(N.):

Saisie. -

Marchandises prohibées. -

Vente.

n arrive encore régulièrement dans notre pays que des oiseaux sont capturés de manière illégale. Les fonctionnaires chargés de ces contrôles saisissent toutes sortes de matériel (dont des filets invisibles et des filets de capture). Ce matériel est ensuite déposé au greffe local, qui met régulièrement en vente les marchandises saisies. n semblerait que dans certains greffes de Flandre orientale, on vend régulièrement des filets de capture et des filets invisibles, alors que la loi l'interdit. Les tendeurs dont le matériel (illégal) a été saisi pourraient ainsi le racheter à peu de frais. 1. Cette situation vous est-elle connue? mesures avez-vous prises pour mettre un terme à cette situation illégale? 3. Qu'advient-il du matériel interdit par la loi, comme les filets de capture et les filets invisibles, déposé au greffe après saisie par les fonctionnaires compétents?

2. Quelles

Beslag. -

Verboden goederen. -

Verkoop.

In ons land worden nog regelmatig op onwettige wijze vogels gevangen. Bij het toezicht hierop wordt door de bevoegde ambtenaren allerlei materiaal (mistnetten en slagnetten bijvoorbeeld) in beslag genomen. Dit materiaal wordt dan op de plaatselijke griffie afgegeven. Deze griffies verkopen regelmatig in beslag genomen goederen. In de provincie Oost-Vlaanderen zou men op sommige griffies ook slagen mistnetten verkopen, alhoewel het nochtans bij wet verboden is dit te doen. Op die manier zouden vogelvangers van wie het (onwettelijk) materiaal in beslag genomen is, voor een prikje hun materiaal kunnen terugkopen. 1. Bent u op de hoogte van deze toestanden? 2. Welke maatregelen heeft u genomen om aan deze onwettige situatie een einde te maken? 3. Wat gebeurt er met bij de wet verboden materiaal, zoals slagen mistnetten, dat door de bevoegde ambtenaren na inbeslagname op de griffie gedeponeerd wordt?


-(27)-

Belgische Kamer van Volksvertegenwoœrdigers Vragen en Antwoorden (BZ 1991-1992)

1851

Réponse: Des renseignements qui m'ont été fournis par le procureur général près la cour d'appel de Gand, il ne ressort nullement que les faits avancés par I'honorable membre concernant la vente de matériel de capture d'oiseaux interdit et saisi se soient produits dans la province de Flandre orientale. Dans cette province, le matériel de capture d'oiseaux saisi et confisqué par le tribunal est prèsque toujours détruit, soit sur ordre du tribunal, soit par décision du receveur des domaines après que le greffe le lui a remis pour disposition. Dans un seul arrondissement, le receveur des domaines confie ledit matériel à l'Institut national des sciences naturelles de Belgique.

Antwoord: Uit inlichtingen die mij werden verschaft door de heer procureur-gerueraal bij het hof van beroep te Gent, blijkt nergens dar de door het geacht lid beweerde feiten van de verkoop van inbeslaggenomen verboden vogelvangstmateriaal zich hebben voorgedaan in de provincie Oosr-Vlaanderen. In die provincie wordt het inb-eslaggenornen en door de rechtbank verbeurdverkla arde vogelvangstmateriaal bijna steeds vernietigd, hœtzij op bevel van de rechtbank, hetzij bij beslissing wan de ontvanger der domeinen nadat de griffie de tuiigen daaraan voor beschikking heeft overgemaakt. In een arrondissement maakt de ontvanger ze over aan het Belgisch instituut voor natuurwetenschappem.

Dû 919280199

Dû

Question

Vraag nr. 29 van de heer De Mol vian 27 maart (N.) :

n° 29 de M. De Mol du 27 mars 1992 (N.) :

Etablissements

pénitentiaires.

-

Visite des autorités.

Aux termes des articles 607 et 611 à 613 du Code d'instruction criminelle, certaines autorités (le gouverneur, le bourgmestre, les juges d'instruction) sont tenues de visiter régulièrement les établissements pénitentiaires et les détenus. Dans la pratique, cependant, ces visites sont rares et revêtent un caractère plutôt formel. Or, ces visites sont très importantes. Elles peuvent avoir pour effet de déceler plus rapidement des situations et des tensions inadmissibles, et elles contribueraient à ce que les détenus se sentent moins isolés. 1. Ces visites ont-elles lieu régulièrement? 2. Quand?

Qui sont I~s visiteurs?

3. Ces visites font-elles

l'objet

d'un rapport?

Réponse: t. L'honorable membre trouvera ci-après un tableau reprenant, par établissement pénitentiaire, les visites effectuées par les autorités mentionnées dans la question, pour la période allant du 1er janvier 1991 au 30 juin 1992.

Juges d'instruction

Commissaires d'arrondisse-

919280199

Strafinrichtingen.

-

Bezoek van otuerheden,

Luidens de artikelen 607 en 6111 tot 613 van het Wetboek van strafvordering moetern sommige overheden (de gouverneur, de burgerneester, de onderzoeksrechters) regelmatig een bezoek bremgen aan de strafinrichtingen en aan de gevangenen. In de praktijk gebeurt dit echter zelden en is dit bezoek veeleer formalistisch van aard. Toch zijn dergelijke bezoeken van groot belang. Ze kunnen tot gevolg hebben dar onaanvaardbare toestanden en spanningen vlugger worden opgemerkt, en de gevangenen zouden zich door dergelijke bezoeken minder geïsoleerd voelen. 1. Worden dergelijke bezoeken regelmatig gebracht? 2. Wanneer en door wie worden dergelijke bezoeken gebracht? 3. Wordt over deze bezoeken ver:slag uitgebracht? Antwoord: 1. Het geacht lid zal hierna eeru tabel vinden met per strafinrichting de geregistreerdœ bezoeken van de in de vraag vermelde overheden voor de periode gaande van 1 januari 1991 tot 30 juni t992.

Onderzoeksrechters

Bourgmestres

ment

Anvers Bruges Termonde Gand Hasselt Hoogstraten (".) Ypres Louvain Central Louvain secondaire Malines Merksplas (".)

18 9 3 sporadique 20 0 0 0 13 18 0

1 3 1 0 2 0 1 1 1

0 1

0 ()

0 0 0 0 0 0 0 0 0

1992

Antwerpen Brugge Dendermonde Gent Hasselt Hoogstraten (") leper Leuven Centraal Leuven hulp Mechelen Merksplas (")

18 9 3 sporadisch 20 0 0 0 13 18 0

Gouvermeur arroudiissementsccornmissanssen 1 3 l

0 2 0 1 1 1 0 1

Burgemeester

0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

1852

Chambre des Représentantsde Belgique Questions et Réponses (SE1991-1992)

Juges d'instruc-

Audenarde Ruiselede (*) Saint Gilles Tongres Turnhout Wortel (*) Arlon Dinant Forest Huy Jamioulx Lantin Marneffe (*) Mons Namur Nivelles (*") Saint Hubert Tournai Verviers

Commissaires d'arrou-

tian

dissement

18

0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 1 2 0 1 2 0 0 0

0 0

11 16 0 0

4 9 2

14 1 0

18 1

9 0

18 0

-(27)-


Gouverneur arronBurgezoeksdissementsmeester rechters cornmissarissen Onder-

Bourgmestres

0 0 0 0 0 3 0 0 2 0 0 0 2 0 0

1 0 0 0

Remarque: (*) pas de maison d'arrêt. (* *) les détenus de la maison d'arrêt de Nivelles ont été transférés à Mons le 1cr décembre 1991 pour cause de travaux de rénovation. 2. Ce tableau mentionne les visites rendues dans tous les établissements légales en la matière, les visites des juges d'instruction doivent s'effectuer chaque mois dans la maison d'arrêt de l'arrondissement judiciaire (article 611 du Code d'instruction criminelle).

Les gouverneurs sont tenus de se rendre une fois par an dans les prisons de leur province (article 611 du Code d'instruction criminelle). Dans plusieurs provinces le gouverneur a délégué sa compétence en la matière aux commissaires d'arrondissement. Les bourgmestres sont tenus de faire au moins une fois par mois la visite des établissements situés sur le territoire de leur commune (article 612 du Code d'instruction criminelle). Je veux aussi attirer l'attention sur le fait que le bourgmestre d'une commune où est situé un établissement pénitentiaire, est membre de droit de la commission administrative de cet établissement. En cette qualité il a également la possibilité de suivre de près la situation et le régime de la prison. Je souhaite indiquer à l'honorable membre que les visites ici mentionnées ne sont plus, depuis longtemps, les seules voies par lesquelles les détenus entrent en contact avec le monde extérieur. Mes services, en effet, collaborent avec de nombreuses organisations et personnes auxquelles sont délivrées des autorisations de visite pour les détenus, de sorte que les éventuelles difficultés et tensions me sont aussi signalées par ce moyen.

Oudenaarde Ruiselede (*) Sint-Gillis Tongeren Turnhout Wortel (*) Aarlen Dinant Vorst Hoei Jamioulx Lantin Marneffe ('-) Bergen Narnen Nijvel (''') Sint-Hubert Doornik Verviers

18 0 0 Il

16 0 0

4 9 2

14 1

0

18 1 9 0

18 0

0 0 0 0 0

0 0 0 0 0 3

0

0

0 0 0 0 1 2 0

1

0 2 0 0 0 2 0 0

2 0 0 0

0 0 0

1

1

Opmerking: (") geen huis van arrest. (".:-) de gedetineerden in hct huis van arrest van Nijvel werden wegens verbouwingswerken op I decernber 1991 overgebracht naar Bergen. 2. Deze tabel vermeldt de afgelegde bezoeken aan alle strafinrichtingen. Overeenkomstig de wettelijke voorschriften ter zake moeten de bezoeken door de onderzoeksrechters maandelijks worden afgelegd aan het huis van arrest hinnen het gerechtelijk arrondissement (artikel 611 van het Wethoek van strafvordering). De gouverneurs zijn verplicht zich eens per jaar naar de gevangenissen binnen hun provincie te begeven (artikel 611 van het Wetback van strafvordering). In verscheidene provincies delegeerden de gouverneurs hun bevoegdheid ter zake aan de arrondissementscommissarissen. De burgemeesters dienen alle gevangenissen op het grondgebied van hun gemeente maandelijks te bezoeken (artikel 612 van het Wethoek van strafvordering). Ik wil er ook de aandacht op vestigen dat de burgemeester van ccn gemeente waar een strafinrichting gelegen is, van rechtswege lid is van de bestuurscommissie van deze inrichting. In deze hoedanigheid heeft hij evenzeer de mogelijkheid de toestand en het regime van nabij te volgen. Ik wens het geacht lid erop te wijzen dat de hier vermelde hezoeken sinds lang niet meer de enige middelen zijn waardoor de gedetineerden in contact komen met de buitenwereld. Mijn diensten werken immers samen met tal van organisaties en personen aan wie bezoektoelatingen werden afgeleverd om de gedetineerden te bezoeken, zodat eventuele moeilijkheden en spanningen mij ook vanuit deze hoek worden gesignaleerd.


-

(27)-

BelgischeKamervan Volksverregenwoordigers Vragenen Antwoorden (BZ1991-1'992)

1853

Je ne considère pas, néanmoins, que ces visites prescrites par la loi soient sans utilité. C'est pourquoi le 24 juin 1988, j'ai rappelé aux gouverneurs de province leurs devoirs légaux. Je leur ai demandé, par la même occasion de rappeler à leur tour leur obligation aux bourgmestres. J'ai l'intention de rappeler à nouveau leurs obligations aux autorités intéressées. 3. La loi elle-même n'oblige pas ces autorités à faire rapport de leur visite. Les juges d'instruction y ont été invités par la circulaire du 22 janvier 1876. En outre, je reçois également régulièrement des gouverneurs un rapport sur leurs visites.

Toch acht ik deze wettelijk voorgeschreven bezoeken niet zonder nut. Daarom heb il« op 24 juni 1988 de provinciegouverneurs herinnerd aan de hen opgelegde wettelijke verplichting. Tevems heb ik hen verzocht op hun beurt de burgemeestcers op hun plicht te wijzen. Ik neem mij voor de betrokkem overheden nogrnaals aan hun verplichting te herimneren. 3. De wet zelf legt geen rapporterringsplicht op aan deze overheden. De onderzoeksrechirers werden hiertoe uitgenodigd bij rondzendbrief van 22 januari 1876. Daarnaast ontvang ik ook vain de gouverneurs regelmatig een verslag over de bedoelde bezoeken.

DO 919280287

DO

Question n° 44 de M. Eerdekens (Fr.) :

Excès de vitesse. -

du 10 avril 1992

Radar.

Une société installée à Anvers transmet des publicités invitant des clients potentiels à faire l'acquisition d'un produit appelé « Protee licence plate protector », 11est exprimé que ce nouveau produit a été testé avec succès au journal télévisé de RTL du la janvier 1990 et qu'il s'agit d'une plaque en plastique transparent, rigide, qui protège la plaque d'immatriculation notamment des photos indésirables. Il est donc évident que ce matériel pourrait laisser croire à certains acheteurs qu'ils pourraient ainsi éviter d'être photographiés par un radar, l'acquisition de ce produit pouvant mettre les chauffeurs à l'abri des procès pour excès de vitesse. 1. Cette information est-elle exacte? 2. Cette vente est-elle en conformité à la loi? 3. L'utilisation de ce produit est-elle autorisée ou interdite en vertu des lois et règlements actuels?

919280287

Vraag nr, 44 van de heer Eerdekens (Fr.) :

Snelheidsovertreding. -

'van 10 april1992

Radar.

In de reclame van een te Antwerpen gevestigde maatschappij worden potentiële kopers ertoe aangezet zich een « Protee licence plate protector » aan te schaffen. Het nieuwe produkt ZOul met sucees getest zijn tijdens het R'Tl.-televisiejournaal van la .januari 1990. Het gaat om een doorzichtige harde plastiekplaat die de nummerplaat tegen ongewensre foro's beschermt. Het is dan ook duidelijk dat sommige kopers hieruit afleiden dat zij met die plaat radarfoto's kunnen vermijden. De bestuurders die zich zo'n plaat aanschaffen, zouden bijgevolg geen boete wegens te grote snelheid kunnen oplopen.

4. L'usage de ce produit par un acheteur éventuel pourrait-il faire l'objet de poursuites pénales? 5. Dans l'affirmative, des dispositions ont-elles déjà été prises par le parquet à cc propos?

1. Klopt die informatie? 2. Is die verkoop wettelijk? 3. Is het gebruik van dit produkt in het kader van de huidige wetten en reglementen toegelaten of is het verboden? 4. Kan het gebruik van dit produikt door een eventuele koper tot strafrechtelijke verv.olgingen leiden? 5. Zo ja, heeft het parket ter ;zake maatregelen genomen?

Réponse: J'ai l'honneur de communiquer à l'honorable membre qu'il ressort des informations qui m'ont été communiquées par les autorités judiciaires que la plaque en plastique transparent qui est mentionnée dans la question n'a en principe pas d'influence sur la constatation des excès de vitesse au moyen des appareils radars actuellement utilisés. La vente et l'utilisation de ces plaques ne sont interdites par aucune disposition légale. Ce n'est que dans l'hypothèse où ces plaques rendent plus difficile ou impossible la lecture du numéro de plaque que leur usage en est punissable, sur la base de l'article 22, alinéa 2, de l'arrêté royal du 31 décembre 1953 portant réglementation de l'immatriculation des véhicules à moteur et des remorques. Dans cette dernière hypothèse, les autorités judiciaires exercent toujours les poursuites.

Antwoord: Ik heb de eer het geacht lid mee te delen dat uit de door de gerechtelijlke overheden verstrekte inlichtingen blijkt dat de door zijn vraag beoogde doorzichtige plastic afdekplaat in beginsel geen invloed heeft op de vaststellingen van snelheidsovertredingen door middel van de in gebruik zijnde radartoestellen. De verkoop en het gebruik ervan JZijn niet verboden door enige wetsbepaling. Alleen wanneer door deze platem de leesbaarheid van de nurnrnerplaar bemoeilijkt of werhinderd wordt, is het gebruik ervan strafbaar op gromd van artikel 22, lid 2, van het koninklijk besluit wan 31 december 1953 houdende reglementering vam de inschrijving van de motorvoertuigen en de aanlnangwagens. In deze gevallen wordt door de gterechtelijke overheden altijd strafvervolging ingestelld.

1854 Da


-

Da

919280763

Question

n'' 102 de M. Beysen

(27)-

du 17 juin 1992 (N.) :

Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (BZ 1991-1992) 919280763

Vraag nr. 102 van de heer Beysen van 17 juni 1992 (N.) :

Infractions au code de la route. - Perception d'amendes dans le cas d'étrangers.

Overtredingen wegverkeer. buitenlanders.

L'article 3, § I", de l'arrêté royal du la juin 1985 relatif à la perception et à la consignation d'une somme lors de la constatation des infractions au règlement général sur la police de la circulation routière stipule que les infractions peuvent donner lieu à la perception d'un montant de 7.000 francs sur place. Ceci vaut cependant pour les contrevenants qui n'ont pas de domicile ou de résidence fixe en Belgique, autrement dit les étrangers. Dans le cas des habitants du Royaume, le paiement s'effectue par l'apposition de timbres fiscaux sur l'avis de constatation.

Artikel 3, § 1, 1°, van het koninklijk besluit van juni 1985 betreffende de inning en de consignatie van een som bij de vaststelling van de overtredingen van het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer bepaalt dat overtredingen kunnen aanleiding geven tot de inning van een bedrag van 7.000 frank ter plaatse. Dit geldt evenwel voor overtreders die geen woonplaats of vaste verblijfplaats in België hebben, dus voor buitenlanders. Voor Belgische inwoners gebeurt de betaling door het aanbrengen van fiscale zegels op het bericht van vaststelling. Wat dit laatste berreft, schijnen er zich geen moeilijkheden voor te doen. Wat de buitenlanders betreft, zou het anders gesteld zijn. Artikel 6, § 1, van het voornoemd koninklijk hesluit bepaalt dat, voor de betaling in geld, gebruik wordt gemaakt van genummerde formulieren die samengevoegd zijn in genummerde boekjes. Naar verluidt zouden dergelijke boekjes, die door uw departement moeten ter beschikking worden gesteld, niet voorhanden zijn. De boetes zouden dan ook niet worden geïnd, hetgeen voor de Staat een verlies van inkomsten van verscheidene miljoenen frank zou betekenen. 1. Is dit bericht juist? 2. Indien de boetes bij buitenlanders wel worden geïnd, hoeveel hebben de overtredingen door vreemdelingen gepleegd opgehracht, en wel in de verschillende aangenomen deviezen? Artikel 6, § 3, van het voornoemd koninklijk besluit bepaalt immers dat kan worden betaald ofwel met een eurocheque of met bankbiljetten van Luxemburgse, Franse, Nederlandse, Duitse, Britse of Amerikaanse deviezen.

Ce dernier cas ne semble pas entraîner de difficultés. Il semblerait qu'il en aille tout autrement en ce qui concerne les étrangers. L'article 6, § 1 er, de l'arrêté royal en question stipule que pour Ie paiement en espèces, il est fait usage de formules numérotées réunies en carnets. 11 me revient que ces carnets, qui auraient dû être mis à disposition par votre département, ne sont pas disponibles. Les amendes ne seraient donc pas perçues, ce qui représenterait une perte de revenus de plusieurs millions pour l'Etat.

1. Ces informations sont-elles exactes? 2. Au cas où les amendes à charge des étrangers seraient effectivement perçues, à quel montant se sont-elles chiffrées (montant ventilé selon les différentes devises acceptées)? En effet, l'article 6, § 3, de l'arrêté royal en question stipule qu'il est possible de payer par eurochèque ou en billets de banque luxembourgeois, français, néerlandais, allemands, britanniques ou américains. Réponse: J'ai l'honneur de communiquer à l'honorable membre que l'application de l'arrêté royal du la juin 1985 relatif à la perception et à la consignation d'une somme lors de la constatation des infractions du règlement général sur la police de la circulation routière à des contrevenants qui n'ont pas de domicile ou de résidence fixe en Belgique, ne pose pas de problèmes. Je ne dispose pas des données statistiques demandées. La récolte de ces données alourdirait considérablement le volume de travail des autorités judiciaires, ce qui pourrait mettre en danger l'accomplissement de leurs nombreuses et importantes tâches. En outre, je tiens à préciser à l'honorable membre que le montant de 7.000 francs belges indiqué dans sa question ne figure pas dans l'arrêté du la juin 1985 précité. Les montants mentionnés dans cet arrêté, gui doivent être appliqués aux contrevenants n'ayant pas de domicile ou de résidence fixe en Belgique, sont les suivants:

lnning van boetes bij

la

Antwoord: Ik heb de eer het geacht lid mee te delen dat er zich inzake de toepassing van het koninklijk besluit van la juni 1985 betreffende de inning en de consignatie van een som bij de vaststelling van de overtredingen van het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer op overtreders die geen woonplaats of vaste verblijtplaats in België hebben, geen problemen voordoen. Ik beschik niet over de gevraagde statistische gegevens. Het verzamelen hiervan zou voor de gerechtelijke overheden evenwel een aanzienlijke verzwaring van hun werklast met zich meebrengen die het vervullen van hun talrijke en belangrijke taken in het gedrang zou kunnen brengen. Voor het overige hou ik eraan het geacht lid erop te wijzen dat het in zijn vraag vermelde bedrag van 7.000 Belgische frank niet voorkomt in voornoemd koninklijk besluit van 10 juni 1985. De daarin voorkomende bedragen die moeten worden toegepast ten aanzien van overtreders die geen woonplaats of vaste verblijfplaats in België hebben, zijn de volgende:

Chambre des Représenrants de Belgique Questions et Réponses (SE 1991-1992) a) en matière

de perception immédiate des infractions ordinaires: 750 francs belges; des infractions graves: 4.000 francs belges. b) en matière de consignation pour des infractions ordinaires: 1.500 francs belges; des infractions graves: 6.000 francs belges.

Dû

-

pour

919281012

Question

nO 133 de M. Tant du 23 juillet 1992 (N.) :

(27)-

Belgische Kamer van Volksvertegenwœordigers Vragen en Antwoorden (BZ 1991- 1992)

1855

a) inzake onmiddellijke inning VOIDr gewone overtredingen : 750 Belgische frank; zware overtredingen : 4.000 Belgische frank. b) inzake consignatie voor gewone overtredingen : 1.500 Belgische frank; zware overtredingen : 6.000 Belgische frank.

Dû 919281012 Vraag

van 23 juli 1992

nr. 133 van de heer Tant (N.) :

Emploi des langues en matière judiciaire. - Huissiers de justice. - Connaissances linguistiques.

Taalgebruik in gerechtszaken. waarder. - Taalkennis.

L'arrêté royal du 9 septembre 1935 détermine les conditions d'aptitude linguistique auxquelles doivent satisfaire les candidats à la fonction d'huissier de justice. L'article 5 de cet arrêté royal précise que dans l'arrondissement de Bruxelles, nul ne peut être nommé huissier s'il ne justifie qu'il est à même de se servir des deux langues nationales. L'article 6 détermine la manière dont cette preuve doit être fournie.

Het koninklijk besluit van 9 september 1935 bepaalt de taalvereisten waaraan kandidaten moeten voldoen om als gerechtsdeurwaiarder te kunnen worden benoemd. ArtikelServan bepaalt dar in het arrondissement Brussel niernarad kan worden benoemd tot gerechtsdeurwaarder als hij niet het bewijs levert van de kennis van de beide landstalen. Artikel 6 bepaalt hoe dit bewijs moet worden geleverd. 1. Geldt naar analogie eenzelfde regeling in andere taalgemengde gebieden, zoals bijvoorbeeld in de taalgrensgemeenten met faciliteiten?

1. La même réglementation s'applique-t-elle par analogie dans d'autres régions bilingues, comme par exemple les communes à facilités de la frontière linguistique? 2. Dans la négative, quelle langue un huissier de justice doit-il utiliser lors de la notification d'actes ou de documents émanant d'une instance officielle lorsqu'il se présente dans les régions en question chez des personnes ne maîtrisant pas la langue de la région: la langue de la personne à qui il s'adresse? 3. Un huissier de justice ayant son siège dans une telle commune ne doit-il pas, pour être nommé, fournir la preuve qu'il dispose des connaissances linguistiques requises? Réponse: La justification de la connaissance des deux langues nationales est exigée pour les nominations des huissiers de justice dans j'arrondissement judiciaire de Bruxelles (voir article 5 de l'arrêté royal du 9 septembre 1935 déterminant les conditions d'aptitude linguistique auxquelles devront satisfaire les candidats aux fonctions d'avoué et d'huissier près des diverses juridictions). Dans les provinces, arrondissements et cantons indiqués aux articles 1 cr et 2 de la loi du 15 juin 1935 concernant l'emploi des langues en matière judiciaire, nul ne peut être nommé huissier de justice s'il ne justifie de sa connaissance de la langue de la juridiction où il sera appelé à exercer ses fonctions (voir article 4 de l'arrêté royal susmentionné).

-

Gerechtsdeur-

2. Zo nee, welke taal moet een gerechtsdeurwaarder gebruiken bij het betekenen van akten en documenten die uitgaan van een officiële instantie, wanneer hij zich in deze gebieden aanbiedt bij mensen die de streektaal niet machtig zijn? Moet hij dan de taal van de geadresseerde gebruiken? 3. Moet een gerechtsdeurwaarder met zetel in zo'n gemeente niet het bewijs leveren van de gewenste taalkennis voor zijn benoeming? Antwoord: Het bewijs van de kennis van beide landstalen wordt vereist voor bemoemingen van de gerechtsdeurwaarders in het gerechtelijk arrondissement Brussel (zie artikel 5 van hett koninklijk besluit van 9 september 1935 tot vastste:lling van de voorwaarden betreffende de bekwaarn'heid op taalgebied die vereist wordt van de kandidate.n tot het ambt van pleitbezorger en dat van deurwaairder bij de onderscheiden rechtscolleges). In de provincies, arrondissementten en kantons vermeld in de artikelen 1 en 2 van die wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechrszaken, kan niemand tot gerechtsdeurwaarder benoemd worden tenzij hij het bewijs levert van zijn kennis van de taal van het rechtscollege waarbij hij z.ijn ambt zal uitoefenen (zie artikel 4 van voonnoernd koninklijk besluit).

1856


-(27)-

Les actes introductifs sont rédigés dans la langue de la procédure, conformément aux articles I." à 6 de la loi précitée. Ils sont signifiés ou notifiés dans la langue de la procédure et une traduction y est jointe dans les cas prévus à l'article 38 de la même loi.

Dans les cas énoncés par la loi, la procédure peut être poursuivie dans une autre langue (voir articles 4 et 7 de la même loi). Les jugements et arrêts ainsi que les actes relatifs à leur exécution sont rédigés dans la langue de la procédure (voir article 37, alinéa I'", de la même loi). Ils sont signifiés et notifiés dans la langue de la procédure et une traduction y est jointe dans les cas prévus à l'article 38 de la même loi. L'article 38 de la même loi dispose notamment que: à tout acte de procédure, jugement ou arrêt rédigé en néerlandais, mais qui doit être signifié ou notifié dans la région de langue française, il est joint une traduction française; à tout acte de procédure, jugement ou arrêt rédigé en français, mais qui doit être signifié ou notifié dans la région de langue néerlandaise, il est joint une traduction néerlandaise;

à tout acte de procédure, jugement ou arrêt rédigé en néerlandais ou en français, mais qui doit être signifié ou notifié dans la région de langue allemande, il est joint une traduction allemande;

à tout acte de procédure,

jugement ou arrêt rédigé en allemand, mais qui doit être signifié ou notifié dans la région de langue française ou dans la région de langue néerlandaise, il est joint une traduction française ou néerlandaise; à tout acte de procédure, jugement ou arrêt rédigé en allemand, mais qui doit être signifié ou notifié dans une commune de la région bilingue de Bruxelles-capitale, il est joint une traduction française et une traduction néerlandaise;

dans les litiges qui sont de la compétence des juridictions du travail, de même qu'en matière répressive, les frais de cette traduction sont à charge du Trésor; en toute autre matière, ils entrent en taxe; chaque partie a toujours le droit de demander à ses frais une traduction de tout acte de procédure, jugement ou arrêt.


De inleidende akten worden gesteld in de taal van de rechtspleging. Welke deze taal is wordt bepaald door de artikelen 1 tot 6 van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken, Zij worden betekend of ter kennis gebracht in de taal van de rechtspleging en zijn vergezeld van een vertaling in de gevallen bepaald bij artikel 38 van voornoemde wet. In de door de wet bepaalde gevallen kan de rechtspleging in een andere taal worden voortgezet (zie de artikelen 4 en 7 van voornoemde wet). De vonnissen en arresten evenals de akten betreffende hun tenuitvoerlegging, worden gesteld in de taal van de rechtspleging (zie artikel 37, eerste lid, van voornoemde wet). Zij worden betekend en ter kennis gebracht in de taal van de rechtspleging en zijn vergezeld van een vertaling in de gevallen bepaald bij artikel 38 van voornoemde wet. Artikel38 van deze wet bepaalt inzonderheid dat: aan elke in het Nederlands gestelde akte van rechtspleging en aan elk in dezelfde taal gesteld vonnis of arrest, waarvan de betekening of kennisgeving moet gedaan worden in het Frans taalgebied, een Franse vertaling zal worden toegevoegd; aan elke in het Frans gestelde akte van rechtspleging en aan elk in dezelfde taal gesteld vonnis of arrest, waarvan de betekening of de kennisgeving moet gedaan worden in het Nederlands taalgebied, een Nederlandse vertaling zal worden toegevoegd; aan elke in het Nederlands of in het Frans gestelde akte van rechtspleging en aan elk in dezelfde taal gesteld vonnis of arrest, waarvan de betekening of de kennisgeving rnoet gedaan worden in het Duits taalgebied, een Duitse vertaling zal worden toegevoegd; aan elke in het Duits gestelde akte van rcchtspleging en aan elk in dezelfde taal gesteld vonnis of arrest, waarvan de betekening of kennisgeving moet gedaan worden in het Frans of in het Nederlands taalgebied, een Nederlandse of een Franse vertaling zal worden toegevoegd; aan elke in het Duits gestelde akte van rechtspleging en aan elk in dezelfde taal gesteld vonnis of arrest, waarvan de betekening of kennisgeving moet gedaan worden in een gemeente van het tweetalig gebied Brussel-hoofdstad, een Nederlandse en een Franse vertaling worden toegevoegd; in geschillen die onder de arbeidsgerechten ressorteren, evenals in repressieve zaken, de kosten van deze vertaling ten laste van de Schatkist komen en in andere zaken zij mee worden begroot; elke partij steeds het recht heeft op haar kesten een vertaling van elke akte van rechtspleging, vonnis of arrest te vragen.


-

DO

DO 919281288 Question n° 162 de M. Van 22 janvier 1992 (N.) :

(27)-

Nieuwenhuysen

du


1857

919281288

Vraag nr. 162 van de heer Van N:ieuwenhuysen 22 januari 1992 (N.) :

van

Pornographie.

Pornografie.

La récente disparition de quelques jeunes filles et les bruits qui courent à ce sujet soulèvent une fois de plus la question de savoir dans quelle mesure la grande permissivité en matière de vente et d'exposition de pornographie contribue à un climat qui incite à la prostitution enfantine, au viol et à d'autres excès ou délits. Cette permissivité pourrait amener certaines personnes à croire que tout est permis et que les femmes ne sont que des objets de plaisir dont on peut user à volonté. 1. Dans quelle mesure existe-t-il encore un contrôle sur la vente, la location ou la présentation de publications, films ou cassettes vidéo pornographiques? 2. Quelles sont les normes qui prévalent en la matière? 3. Combien de procès-verbaux portant sur des attentats à la pudeur ont été dressés en 1991?

De recente verdwijning van een a.antal jonge meisjes en de geruchten die daarover de ronde doen, doen alleszins en andermaal de vraag rijjzen in welke mate kinderprostitutie, verkrachtingen en andere excessen of vergrijpen niet in de hand wor'den gewerkt door de verregaande permissiviteit met betrekking tot de verkoop en het vertonen van porrnografie. Deze permissiviteit wekt bij een aantal rruensen wellicht de indruk dat hier alles toegestaan is en dat vrouwen louter naar believen te gebruiken llustobiecten zijn. 1. In weike mate is er nog een controle op de verkoop, het verhuren of het vertomen van pornografische publikaties, films of video-orpnarnen?

4. Combien de saisies d'objets pornographiques ont été effectuées au cours de l'année passée?

2. Wat zijn de normen die daarlbij in acht worden genomen? 3. Hoeveel processen-verbaal werden in de loop van het afgelopen jaar opgesteld naar aanleiding van overtredingen op de eerbaarheid? 4. Hoeveel inbeslagnemingen van pornografisch materiaal werden het afgelopen jaar verricht?

Réponse: Des informations communiquées par les autorités judiciaires il ressort que le commerce de matériel à caractère pornographique, et en particulier de films vidéo, fait l'objet de contrôles réguliers. A ce propos, elles signalent cependant l'existence de problèmes dus au fait que la notion de «bonnes mœurs » s'estompe, que les idées morales évoluent dans le sens d'une plus grande permissivité et que le nombre de vidéothèques ainsi que la production de films sur support vidéo augmentent. Pratiquement toutes les vidéothèques semblent disposer de cassettes vidéo pornographiques. Toutefois, les commerçants veillent en général, d'une part, à ce que le commerce de pareilles cassettes ait lieu dans des conditions discrètes et, d'autre part, à ne pas en vendre ni louer à des mineurs. Dans certains arrondissements, des instructions ont été données aux services de police fixant les critères à utiliser lors du contrôle sur la vente et la location de cassettes vidéo. A cet égard, il se pose un problème particulier du fait que le caractère outrageux du film ne peut être constaté qu'en regardant intégralement le film, c'est-à-dire par un travail absorbant beaucoup de temps; d'autre part, on demande toujours à l'inculpé la cession volontaire du matériel. Des poursuites sont régulièrement intentées, compte tenu, d'une part, de l'évolution dans la société de la notion collective de « bonnes mœurs» et, d'autre part, de la jurisprudence, qui condamne nettement les films vidéo présentant des scènes de sadisme et de pédophilie. On se réfère, à cet égard, à l'arrêt du 24 avril 1991 de la cour d'appel de Bruxelles, publié au Journal des procès n'' 195 du 17 mai 1991, page 30. Seion cet arrêt, des images, pour érotiques qu'elles

Antwoord: Uit de inlichtingen die de gerechtelijke overheden mij hebben meegedeeld, blijkt dat de handel in pornografisch materiaal, inzonderheid videofilms, het voorwerp uitrnaakt van regelmatige controles. In dit verband wijzen zij nochtans op problemen die te wijten zijn aan het feit dat het begrip « goede zeden » vervaagt, dat de morele opvattingen evolueren in de richting van een grotere permissiviteit en dat het aantal videotheken evenals de produktie van films op videoband toenemen. Nagenoeg alle videotheken blijlken te beschikken over pornografische videocassettes. De uitbaters zorgen er over het algemeen wel voœr dat enerzijds de handel in dergelijke cassettes plaattsheeft in onopvallende omstandigheden en anderzi.jds om ze niet te verkopen of te verhuren aan mindierjarigen. In sommige rechtsgebieden werden aan de politiediensten richtlijnen verstrekt over de norrmen die zij bij de controle van de verkoop en de verlhuur van videocassettes in acht moeten nemen. Een jprobleern hierbij is dat in feite iedere film volledig zœu moeten worden bekeken op zijn zedenschennend karakter, hetgeen een tijdrovende bezigheid is; anderzijds vraagt men steeds aan de verdachte om vrijwilllig afstand te doen van het materiaal. Vervolgingen worden regelmatig; ingesteld, waarbij rekening wordt gehouden met enœrzijds de evolutie in de maatschappij van de collectiewe opvatting inzake « goede zeden » en anderzijds met <de rechtspraak, die een duidelijke afkeuring inhoudt wan videofilms die scènes bevatten van sadisme en p-edofilie. Men verwijst in dit verband naar het arrest: van 24 april 1991 van het hof van beroep te Brussel, ~epubliceerd in het «journal des procès» nr. 195 wan 17 mei 1991,

240

1858


-

soient, ne portent pas atteinte à la pudeur publique lorsqu'il s'agit exclusivement de la représentation d'actes et de relations sexuelles sous différentes formes entre des adultes consentants. La plupart des constatations en la matière se font dans les villes et il est arrivé à plus d'une reprise qu'on saisisse un grand nombre de cassettes vidéo en une seule fois. La collecte de données statistiques au sujet des saisies des objets pornographiques effectuées en 1991 est en cours. Dès que je serais en possession de ces renseignements je ne manquerai pas de les communiquer à l'honorable membre. Au cours de l'année 1991 il a été constaté 1.107 faits d'attentat à la pudeur.

Affaires

(27)-

blz. 30. Volgens dit arrest zijn beelden, hoe erotisch ook, niet aanstootgevend indien zij slechts daden en seksuele betrekkingen onder verschillende vormen tussen toestemmende volwassenen tonen. De meeste vaststellingen ter zake gebeuren in de steden en meer dan eens worden grote hoeveelheden cassettes ineens in beslag genomen. Ik verzamel thans de statistische inlichtingen over het aantal inbeslagnames van pornografisch materiaal in het jaar 1991. Zodra deze inlichtingen in rnijn bezit zijn gesteld, zal ik niet nalaten ze aan het geacht lid mee te delen. In het jaar 1991 werden 1.107 feiten van aanranding van de eerbaarheid vastgesteld.

Economische

économiques

DO 919280925 Question n" 43 de M. Maingain (Fr.) :


Zaken

Da 919280925

du 8 juillet 1992

Représentation de la Belgique à l'exposition selle de Séville.

univer-

Ma question concerne l'organisation du pavillon de l'Etat belge, des Communautés et des Régions à l'exposition universelle de Séville. 1. Quel est le nombre de personnes qui travaillent au pavillon belge de manière permanente, régulière ou occasionnelle? Quel en est le statut? Comment ces personnes ont-elles été désignées ou engagées? 2. Pour quelles catégories de personnel des conditions linguistiques ont-elles été exigées? Pour chaque catégorie, quelles connaissances linguistiques sont requises, et selon quels procédures et critères les aptitudes linguistiques des intéressés ont-elles été vérifiées? 3. Quelle est la liste des entreprises générales et des sous-traitants, tant belges qu'étrangers, qui ont concouru à la construction et à l'aménagement de ce pavillon? Quelles ont été les modalités d'attribution des marchés pour chacune des entreprises retenues (procédure ouverte ou restreinte, mode de sélection, critères d'attribution)? Quelles ont été les entreprises consultées mais non retenues? 4. Quelle est la liste des fournisseurs, tant belges qu'étrangers? Quelles ont été les modalités d'attribution des marchés pour chaque fournisseur (procédure ouverte ou restreinte, mode de sélection, critères d'attribution) ? 5. Quel est le montant de chaque contrat d'entreprise ou de fourniture conclu, et le prix final a-t-il été supérieur à celui repris au contrat? En cas de différence, quels sont les motifs qui les justifient, et ceci pour chaque contrat?

Vraag

nr, 43 van de heer Maingain (Pr.) :

van 8 juli 1992

Vertegenwoordiging van België op de wereldtentoonstelling te Sevilla. Mijn vraag heeft betrekking op de organisatie van het paviljoen van de Belgische Staat, van de Gemeenschappen en van de Gewesten op de wereldtentoonstelling te Sevilla. 1. Hoeveel mensen werken permanent, regelmatig of occasioneel in het Belgisch paviljoen? Welk statuut hebben zij? Hoe werden zij aangeduid of in dienst genomen? 2. Voor welke personeelscategorieën werden taaleisen gesteld? Welke taalkennis is voor elke categorie vereist en volgens welke procedures en criteria werd de taalkennis van de betrokkenen gecontroleerd?

3. Welke Belgische en buitenlandse algemene ondernemingen en toeleveringsbedrijven hebben aan de bouwen inrichting van het paviljoen meegewerkt? Volgens welke modaliteiten werden de overeenkomsten aan de onderscheiden ondernemingen toegewezen (open of beperkte procedure, selectiewijze, toewijzingscriteria)? Welke ondernemingen werden aangeschreven maar kwamen niet in aanmerking? 4. Wat is de lijst van Belgische en buitenlandse leveranciers? Volgens welke modaliteiten werden de overeenkomsten aan elke leverancier toegewezen (open of beperkte procedure, selectiewijze, toewijzingscriteria) ? 5. Wat zijn de bedragen van de met de ondernemingen of .leveranciers gesloten overeenkomsten, en was de uiteindelijke prijs hoger dan de in de overeenkomst opgegeven prijs? Zo er verschillen zijn, hoe zijn die, voor elke overeenkomst afzonderlijk, te verklaren?

Chambre des Représentantsde Belgique Questionset Réponses(SE1991-1992)

-

Réponse: J'ai l'honneur de communiquer à l'honorable membre les réponses fournies par le commissaire général du gouvernement belge près l'Exposition universelle de Séville 1992, responsable de la présence belge. 1. Outre le commissaire général du gouvernement belge, nommé par le Roi, 31 personnes travaillent régulièrement au pavillon belge. Parmi elles, 28 ont été engagées sous contrat de travail pour une durée déterminée, I'Expo '92 se situant du 20 avril jusqu'au 12 octobre 1992. Les 22 hôtesses ont été sélectionnées après examens écrits et oraux. Les autres membres du personnel ont été désignés en fonction, soit de leurs connaissances de l'espagnol, soit de leur disponibilité à travailler pendant 6 mois à Séville, soit de leur expérience. Pour des raisons de sécurité, 4 gardiens espagnols ont été engagés, assurant une garde permanente. A noter que les pavillons restent ouverts de 10 h à 22 h.

2. La connaissence de l'espagnol et de deux langues nationales fut requise pour chaque candidat. La connaissance d'autres langues fut un atout supplémentaire. Ainsi, lors des examens cités (sub 1), l'occasion fut donnée de prouver la connaissance de l'anglais et/ou de l'allemand. Pour les fonctions d'accueil, le commissariat général s'est adressé en ordre principal aux instituts spécialisés en matière de traduction et d'interprétariat, situés tant en Flandre, qu'en Wallonie et à Bruxelles. 83 Néerlandophones et 28 Francophones ont participé aux examens.

3

et

4.

a) Entreprises belges ayant été consultées lors de la première phase (travaux de gros-œuvre de l'infrastructure) : Bâtiments et Ponts Construction, Bruxelles; Socogetra - SMC, Marche-en-Famenne; Van Rymenant, Bruxelles; Victor Buyck Steel, Eeklo; Sogeco- Richard, Bruxelles; CFE, Bruxelles. b) Entreprises belges qui ont introduit une soumissron : - Bâtiments et Ponts Construction; - Sogeco-Richard. c) Firme attributaire: - Bâtiments et Ponts Construction. d) Entreprises ayant posé leur candidature pour la deuxième phase (gros-œuvre de la superstructure, techniques spéciales et parachèvements) : Abengoa, Bruxelles; Sogeco-Richard, Bruxelles; Franki et Entrecanales Tavora, Liège; Victor Buyck Steel, Eeklo; Socogetra - SMC, Marche-en-Famenne;

(27)-

BelgischeKamervan Volksvertegenwoordigers Vragenen Antwoorden(BZ1991-1992)

1859

Antwoord: Ik heb de eer het geacht lid de antwoorden mee te delen geleverd door de commissaris-generaal van de Belgische regering op ede Wereldtentoonstelling van Sevilla 1992, veranrcwoordelijk voor de Belgische aanwezigheid. 1. Buiten de comrnissaris-generaal van de Belgische regering, benoemd door de Koning, zijn 31 personen regelmatig tewerkgesteld in het Belgisch paviljoen. Daaronder behoren 28 persone.elsleden die onder gewoon arbeidscontract voor een Ibepaalde duur zijn aangesteld, namelijk gedurende Ide Expo '92 van 20 april tot en met 12 oktober 19'92. De 22 hostessen werden gesele.cteerd na schriftelijke en mondelinge proeven. De andere personeelsleden werrden aangeduid in functie hetzij van hun kennis vam de Spaanse taal, hetzij van hun disponibiliteit om gedurende 6 maanden te Sevilla te werken, hetzij vam hun ervaring. Om veiligheidsredenen werden er tevens 4 Spaanse wachters aangesteld, die moeten instaan voor een permanente bewaking. Er dient hierbiij te worden aangemerkt dat de paviljoenen open bllijven van 10 u tot 22 u. 2. De kennis van de Spaanse taal en van de 2 nationale talen was voor ieder kandidaat vereist. De kennis van andere talen was een bijkomende troef. Zo werd er tijdens dezelfde examens (sub 1) de gelegenheid geboden om de kennis van het Engels en/of van het Duits te bewijzen. Wat betreft de onthaalfuncties heeft de commissaris-generaal zich hoofdzakelijk gewend naar instituten voor vertalers en tolken en die zowel in Vlaanderen als in Wallonië en te Brussel gevestigd zijn. 83 Nederlandstaligen en 28 Franstaligen hebben aan de examens deelgenomen. 3 en 4. a) Belgische ondernemingen die werden geraadpleegd tijdens de eerste fase (ruwbouwen infrastructuurwerken) : Bâtiments et Ponts Construiction, Brussel; Socogetra - SMC, Marche-œn-Farnenne; Van Rymenant, Brussel; Victor Buyck Steel, Eeklo; Sogeco-Richard, Brussel; CFE, Brussel. b) Belgische ondernemingen die eœn inschrijving hebben ingediend bij de aanbestediing : - Bâtiments et Ponts Constnuction; Sogeco-Richard. c) Firma, die de aanbesteding krœeg toegewezen: Bâtiments et Ponts Construiction, d) Ondernemingen die hun kandidlatuur hebben ingediend voor de tweede fase (ruwlbouw van de superstructuur, speciale technieken een voltooiing) : Abengoa, Brussel; Sogeco-Richard, Brussel; Franki et Entrecanales Tavrora, Luik; Victor Bruyck Steel, Eeklo;; Socogetra - SMC, Marche-sen-Famenne;

1860


-

IBO et IMW, Malines; Atelier Braine-le-Comte; Van Ryrnenant, Bruxelles; Bâtiments et Ponts, Bruxelles; CFE, Bruxelles; Auxini, Madrid; Cubiertas y MZOV, Barcelone. Toutes ces firmes ont introduits une sourrussion sauf: - Socogetra - SM C, et CFE e) Firme attributaire: Cubiertas y MZOV, Barcelone. Les appels d'offres ont été lancés par la Régie des bâtiments en tenant strictement compte des modalités d'application aux adjudications de travaux pour le compte de 'Etat. L'adjudicataire a désigné par la suite des sous-traitants tant belges qu'espagnols: Schinolles Belgique, Bruxelles; Lumco, Gand; Larncol, Marche-en-Famenne; IMW, Tessenderlo; Partee, Lierre; Isolux, Séville; Nuestra Senora del Rocio, Séville; Proyrneca, Madrid; Acieroid, Barcelone; Tolder, Séville. A noter que la procédure d'adjudication et les résultats ont été communiqués à la commission de la Communauté européenne et qu'aucune remarque ne fut formulée. 5. Montant de la soumission de la première phase: 53.877.000 francs belges. Montant final: 60.574.305 francs belges. Montant de la soumission de la deuxième phase: 393.060.000 francs belges. Montant final estimé, le décompte définitif n'étant pas encore arrêté: 445.938.913 francs belges. Justification des écarts: a) la régularisation des quantités estimées des constructions en béton, acier et bois, dont les dessins d'exécution n'ont pu être achevés qu'après l'adjudication; b) l'extension de la zone d'exposition, à la suite de la demande des Régions et des Communautés; c) les frais supplémentaires pour divers raccordements et pour les travaux relatifs à la sécurité globale du pavillon.

(27)-


IBO en IMW, Mechelen; Atelier 's Graevenbrakel; Van Ryrnenant, Brussel; Bâtiments de Ponts, Brussel; CFE, Brussel; Auxini, Madrid; Cubiertas y MZOV, Barcelone. Al deze firrna's hebben een inschrijving ingediend, behalve: Socogetra - SMC en CFE e) Firma die de aanbesteding kreeg toegewezen: Cubiertas y MZOV, Barcelona. De oproep tot aanbiedingen werd door de Regie der gebouwen gelanceerd, waarbij strikt rekening werd gehouden met de toepassingsvoorwaarden van de aanbesteding voor rekening van de Staat. De aanbesteder heeft vervolgens ondernaannemers, zowel Belgen als Spanjaarden aangewezen: Schinolles België, Brussel; Lumco, Gent; Lamcol, Marche-en-Famenne; IMW, Tessenderlo; Partec, Lier; Isolux, Sevilla; Nuestra Senora del Rocio, Sevilla; Proyrneca, Madrid; Acieroid, Barcelona; Tolder, Sevilla. De procedure van aanbesteding en de resultaten werden aan de commissie van de Europese Gemeenschap meegedeeld en er werd geen enkele opmerking dienaangaande geformuleerd. 5. Bedrag van de aanbesteding van de eerste fase: 53.877.000 Belgische frank. Eindbedrag: 60.574.305 Belgische frank. Bedrag van de aanbesteding van de tweede fase: 393.060.000 Belgische frank. Geschat eindbedrag, daar de definitieve afrekening nog niet aangenomen is: 445.938.913 Belgische frank. Rechtvaardiging van de afwijkingen: a) de regularisatie van de geschatte hoeveelheden van de betonnen, sralen en houten constructies, waarvan de uitvoeringstekeningen pas na toewijzing konden worden voltooid; b) de uitbreiding van de tentoonstellingsruimte, ten gevolge van de vraag van Regio's en Gemeenschappen; c) de bijkomende kosten voor verscheidene aansluitingen voor de globale veiligheidswerken aan het paviljoen.



n° 53 de M. Morael du 29 juillet 1992 (Fr.) :

(27) -

Belgische Kamer van Volksvertegenwœordigers Vragen en Antwoorden (BI 1991-11992)

1861

DO 919281040 Vraag nr. 53 van de heer Morael van 29 juli 1992 (Fr.) :

Centrale de Coo. - Projet de création d'un troisième bassin de retenue.

Centrale van Coo. derde stuwbekken.

La s.a. Electrabel a le projet de créer dans le complexe de Cao un troisième bassin de retenue visant à augmenter la capacité de la centrale et de la porter de 1.150 à 1.850 MW. Electrabel a d'ailleurs introduit, le 30 août 1989, une demande de modification du plan de secteur de Stavelot concernant le Mont Saint-Victor, situé en zone d'intérêt paysager, où serait prévue une infrastructure de 40 ha pour ce troisième bassin. Contrairement à l'image sciemment entretenue de production écologique d'énergie, le recours à de tels bassins de retenue, outre les dégâts paysagers (arasement du mont, lignes à haute-tension, et cetera), ne s'explique que comme un corollaire de la production nucléaire, inadaptée aux périodes de pointe de la demande d'énergie et objet d'un moratoire en Belgique. Par ailleurs, une augmentation de la capacité actuelle semble peu justifiable, la documentation disponible établissant que la centrale n'est utilisée qu'à 50%, de sa capacité réelle.

Electrabel n.v. wil in het complex van Cao een derde stuwbekken aanleggen om lhet vermogen van de centrale van 1.150 op 1.850 MW te brengen. Electrabel diende op 30 augustus 1989 trouwens een aanvraag tot wijziging van het gewestplan in met betrekking tot de in een landschappelijk waardevol gebied gelegen « Mant Saint-Victor ", W81ar een infrastructuur van 40 ha voor dat derde belkken zou komen.

1. A quel stade en est la demande de la s.a. Electrabel vis-à-vis des services de l'énergie du ministère des Affaires économiques? 2. Quelles sont les justifications techniques ou de politique énergétique avancées pour la création d'un troisième bassin de retenue à Cao? 3. Est-il possible de revenir sur le plan d'équipement 1988-1989, qui ne prévoit pas une nouvelle unité de pompage à Cao? 4. Votre administration a-t-elle déjà eu à remettre un avis sur ce projet, et si oui, quel est-il? Réponse: La s.a. Electrabel a introduit auprès de l'autorité régionale compétente, une demande de modification du plan de secteur de Stavelot de manière à créer un troisième bassin de retenue. Le ministère des Affaires économiques n'a aucune compétence en matière d'aménagement du territoire. Aussi l'Administration de l'énergie n'a-t-elle eu aucun avis à remettre sur ce projet. Aucune adaptation du plan d'équipement 1988-1998 ne doit être faite pour l'installation de turbines alimentées par ce bassin de retenue. Il ne s'agit pas, en effet, d'installer une nouvelle unité de production, mais d'utiliser plus rationnellement un parc de production existant.

Plan uoor aie aanleg van een

In tegenstelling tot het bewust ornderhouden imago van ecologische energieproduktie iis het gebruik van die stuwbekkens, naast de schade aan het landschap (gelijkmaken van de berg, hoogspamningslijnen, enzovoort), slechts te verklaren als e.en gevolg van de nucleaire produktie die niet aan de piekperiodes van de energiebehoeften is aangepast em in België aan een moratorium is onderworpen. Aan de andere kant lijkt een toeriame van de huidige capaciteit moeilijk te verantwoorden, aangezien uit de beschikbare documentatie bi ijkt dat de centrale slechts voor 50% van haar reêel vermogen wordt gebruikt. 1. Hoever staat het met het verzoek van Electrabel bij de diensten van de energie van het ministerie van Economische Zaken? 2. Welke technische argumenten worden ter verantwoording van de aanleg van een derde stuwbekken te Cao aangevoerd? 3. Kan op het uitrustingsplan 1988-1989, dat niet in een nieuwe pompeenheid te CaIO voorziet, worden teruggekomen? 4. Werd het advies van uw adrninistratie omtrent dit plan reeds ingewonnen, en zo ja, hoe luidt dat? Antwoord: De n.v. Electrabel heeft bij de bevoegde gewestelijke overheid een aanvraag ingediend tot wijziging van het gewestplan van Stavelot met het oog op de bouw van een derde spaarbiekken, De minister van Economische Zaken heeft geen enkele bevoegdheid inzake ruirnre-lijke ordening. De administratie voor energie diende ook nooit een advies over dit project uit te bremgen. Er dient geen enkele aanpassing te worden aangœbracht aan het uitrustingsplan 1988-1998 voor de turbine-installatie die door dit spaarbekken zou wcorden gevoed. Het gaat hier immers niet over de iinstallatie van een nieuwe produktieeenheid maar well over het rationeler gebruik van een bestaand produkttiepark.

1862


-


Da 919281115

Da 919281115 Question

(27)-

n" 59 de M. Platteau

du 13 août 1992 (N.) :

Vraag

nr. 59 van de heer Platteau

van 13 augustus

1992 (N.) : Pratique du commerce. diction.

Soldes. -

Période d'inter-

Handelspraktijken.

-

Koopjes. -

Sperperiode.

La loi sur les pratiques du commerce du 14 juin 1991 prévoit une période au cours de laquelle il est interdit d'annoncer des soldes. Cette période a été introduite pour la première fois du I" au 18 juillet compris. J'ai déjà eu l'occasion de vous demander de quelle manière la nouvelle loi est appliquée, parce qu'il s'avère que de nombreux commerçants ne respectent pas cette période d'interdiction (question orale du 2 juillet 1992, séance plénière, Chambre). Vous avez répondu alors que vous procéderiez à une évaluation après la fin de la période d'interdiction. 1.

De wet op de handelspraktijken van 14 juni 1991 voorziet in een sperperiode, waarin geen koopjes mogen worden aangekondigd. Voor de eerste maal werd deze sperperiode toegepast van 1 tot en met 18 juli. Ik had de gelegenheid om u reeds te vragen op welke wijze de nieuwe wet wordt toegepast, omdat blijkt dat vele handelaars zich niet storen aan deze sperperiode (mondelinge vraag van 2 juli 1992, plenaire vergadering, Kamer). U antwoordde toen een evaluatie te zullen maken na het beëindigen van de sperperiode. 1.

a) Combien d'infractions à la loi sur les pratiques du commerce ont été constatées pour ce qui concerne l'application de la période d'interdiction de soldes? b) Combien de procès-verbaux ont été dressés? 2. Dans quels secteurs la majeure partie des infractions ont-elles été constatées? 3. Quelles ont été vos constatations générales à la fin de la période d'interdiction? 4. Ces conclusions sont-elles de nature à imposer une révision de la législation?

a) Hoeveel overtredingen op de wet op de handelspraktijken betreffende de toepassing van de sperperiode werden vastgesteld?

Réponse: En réponse à sa question ci-dessus, j'informe l'honorable membre que du l " au 17 juillet 1992 l'Inspection générale économique a vérifié chez des milliers de détaillants s'ils respectaient l'interdiction d'annoncer des réductions de prix.

Antwoord: In antwoord op de voornoemde vraag kan ik het geacht lid meedelen dat de Economische algemene inspectie tijdens de periode van 1 juli tot 17 juli 1992 duizenden kleinhandelaars heeft bezocht met betrekking tot de naleving van het verbod tot aankondiging van prijsverlaging. In geval van vaststelling van inbreuken werd de overtreder er allereerst mondeling toe verzocht om onmiddellijk alle aankondigingen van prijsverlaging te verwijderen. Slechts indien dit nict kon bij afwezigheid van de strafrechtelijk verantwoordelijke, of indien voor recidive diende gevreesd, werd conform artikel 101 van de wet van 14 juli 1991 een proces-verbaal van waarschuwing (afkorting PVW) opgesteld. Het totaal van de opgestelde PVW's bedroeg 394 op datum van 17 juli 1992. Tegen 12 ovcrtreders te kwader trouw werd een pro-justitia opgesteld dat werd verstuurd naar het bevoegde parket van de plaats van de inbreuk. Dit aantal kan nog weloplopen, aangezien bepaalde onderzoeken nog niet volledig konden worden afgesloten. De meeste van de vastgestelde inbreuken betreffen de sectoren van de textiel- en lederwaren, de meubelsector en de electrohandel. Tot slot kan ik het geacht lid meedelen dat ik zowel mijn administratie als diverse bevoegde overlegorganen heb verzocht om mij op de hoogte te stellen van hun indrukken en adviezen teneinde te komen tot een verbetering van de bestaande situatie.

En première instance, les contrevenants tés verbalement à enlever sur-le-champ annonces de réductions.

ont été invitoutes leurs

Ce n'est que lorsque cela était impossible en l'absence du responsable pénal ou qu'une récidive était à craindre, que l'on a rédigé un procès-verbal d'avertissement (en abrégé PVAv) conformément à l'article 101 de la loi du 14 juillet 1991. Au 17 juillet 1992 le total des PVAv se montait à 394. Douze contrevenants de mauvaise foi ont fait l'objet d'un pro-justitia qui a été transmis au parquet dont dépend le lieu de l'infraction. Ce nombre peut encore augmenter, certaines enquêtes n'étant toujours pas clôturées. La plupart des infractions ont été relevées dans les secteurs du textile et de la maroquinerie, de l'ameublement et de l'appareillage électrique. Que l'honorable membre sache que j'ai prié tant mon administration que divers organes de concertation compétents de me faire connaître leurs impressions et leurs avis en vue d'améliorer la situation existante.

b) Hoeveel processen-verbaal werden opgemaakt? 2. In welke sectoren werden de meeste inbreuken vastgesteld? 3. Tot welke algemene bevindingen bent u gekomen bij het beëindigen van de sperperiode? 4. Zijn de conclusies van aard dat een aanpassing van de wetgeving noodzakelijk is?


-(27)-

DO

919280352

Question n° 63 de M. Cauwenberghs (N.):

du 27 avril 1992

1863

Minister van Finaruciën

Ministre des Finances

DO

BelgischeKamervan Volksvertegenwoordigers Vragenen Antwoorden(BZ 1991-1992)

919280352

Vraag nr. 63 van de heer Cauwenberghs 1992 (N.) :

van 27 april

Office central de crédit hypothécaire.

Centraal bureau uoor hypothecair .hrediet,

L'Office central de crédit hypothécaire (OCCH) accuse actuellement un déficit net de plus de 4 milliards de francs belges. 1. A combien s'élevait le déficit net (après utilisation de tous les moyens propres) au 31 décembre 1990? 2. A combien s'élevaient les moyens propres (sur le plan comptable) au 31 décembre 1990? 3. A combien s'élève le déficit au 31 décembre 1991? 4. A combien est estimé le déficit au 31 décembre 1991? 5. Quelle était la répartition régionale (Flandre, Wallonie, et Bruxelles-capitale) des crédits hypothécaires en cours au 31 décembre 1991?

Het Centraal bureau voor hyipothecair krediet (CBHK) kent momenteel een nettœ verlies van meer dan 4 miljard Belgische frank. 1. Hoeveel bedroeg het netto verllies (na opslorping van alle eigen middelen) op 31 december 1990?

Réponse: En réponse à sa demande, je prie l'honorable membre de trouver les éléments de réponse ciaprès. 1. Après imputation de tous les moyens propres, le passif net de l'Office central de crédit hypothécaire au 31 décembre 1990 s'élevait à 4.023.423.908 francs belges. Ces fonds propres négatifs sont couverts par l'Etat en vertu de l'article 59 de la loi du 20 juillet 1991 portant des dispositions hudgétaires. 2. A la suite de ce qui précède, le montant des moyens propres au 31 décembre 1990 s'élevait à zéro franc. 3. Les comptes de l'année 1991 sont encore pour l'instant soumis à la vérification du reviseur. On prévoit une perte de 2,5 milliards francs belges. Conformément au même article 59 dont question ci-dessus, les pertes de l'organisme seront également couvertes par l'Etat après 1990. 4. En ce qui concerne l'année 1992 J'amélioration de la gestion de l'Office avec la collaboration du Crédit communal se fera sentir sur les coûts d'exploitation. Si une perte pour 1992 est encore attendue, elle sera moins importante qu'en 1991. 5. L'encours du crédit hypothécaire s'élevait au 31 décembre 1991 à 232,2 milliards de francs belges; 63,3 milliards de francs belges de cet encours sont gérés par les sièges provinciaux situés en Flandre, 103,2 milliards de francs belges par les sièges situés en Wallonie, 24,2 milliards de francs belges par le siège « Bruxelles ", et 41,5 milliards de francs belges ne peuvent pas être attribués à l'une ou l'autre Région.

2. Hoeveel bedroegen de eigen middelen (boekhoudkundig) op 31 december 1990? 3. Hoeveel bedraagt het verlies op 31 december 1991? 4. Wat is het geraamde verlies op 31 december 1991? 5. Hoe was het lopende en tot 3H december 1991 verstrekte hypothecair krediet gespreid over de Gewesten: Vlaanderen, Wallonië en het Brusselse hoofdstedelijk Gewest? Antwoord: In antwoord op zijn vraag kan ik het geacht lid de volgende elementen van antwoord verstrekken. 1. Na het aanrekenen van alle eigen middelen bedroeg het netto-passief van het Centraal bureau voor hypothecair krediet op 31 december 1990 4.023.423.908 Belgische frank. Dit negatief eigen vermogen wordt door de Staat gedekt krachtens artikel 59 van de wet van 20 juli 1991 houdende begrotingsbepalingen. 2. Uit wat voorafgaat blijkt dus dat de eigen middelen· op 31 december 1990 nul Belgische frank bedroegen. 3. De rekeningen van het jaar 1991 worden op dit ogenblik nog nagezien door de reviisor. Er wordt een verlies voorzien van 2,5 miljardl Belgische frank. Overeenkomstig hetzelfde artikel 5i9 waarvan sprake hiervoor zullen de verliezen van de instelling ook na 1990 worden gedekt door de Staait. 4. Wat het jaar 1992 betreft, .zal de verbetering van het beheer van het CBHK, met de medewerking van het Gemeentekrediet, zijn vruœhten afwerpen op de exploitatielasten. Als voor 199)2 nog een verlies wordt verwacht dan zal dit minde-r bedragen dan in 1991. 5. De hypothecaire kredietomlloop bedroeg op 31 december 1991 232,2 miljard! Belgische frank; 63,3 miljard Belgische frank daarwan wordt beheerd door de provinciale zetels gevestijgd in Vlaanderen, 103,2 miljard Belgische frank door de zetels gevestigd in Wallonië, 24,2 miljard Belgische frank door de zetel « Brussel ", en 41,5 miljard Blelgische frank kan niet worden toegewezen aan een œf ander Gewest.

1864 DO


-

919281087

DO

Question n" 168 de M. Ghesquière (N.) :

TVA. - Formulaires. administrative.

(27)-

du 6 août 1992

Imprimeurs. -

Procédure

Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (BZ 1991-1992) 919281087

Vraag nr, 168 van de heer Ghesquière 1992 (N.) :

BTW. - Formulier. procedure.

Drukker. -

van 6 augustus

Administratieve

L'impression des formulaires de TVA a été confiée à différents imprimeurs. Ceux-ci observent des règles strictes en ce qui concerne le contenu et la mise en page des divers documents. Ils doivent également respecter des dispositions strictes en matière d'expédition. Ainsi, l'imprimeur agréé est tenu d'envoyer notamment une notification dans laquelle doivent figurer le nom et l'adresse de la personne qui a commandé les documents, son numéro d'immatriculation à la TVA, les numéros d'ordre et d'impression, ainsi que la date de livraison des documents au client contribuable. Cette notification ainsi qu'un spécimen de chaque feuille (ou étiquette) doivent être envoyés le jour même de la livraison par envoi recommandé à la poste au contrôleur principal de la TVA du bureau duquel relève le contribuable intéressé. Cette disposition donne lieu à des difficultés administratives. Il y a les coûts élevés qu'entraîne l'envoi en recommandé de documents à l'administration, effectué chaque jour ou parfois plusieurs fois par jour, dans un but de contrôle. L'administration reçoit quotidiennement d'innombrables envois individuels, qui entraînent un volume important de travail supplémentaire, alors qu'elle travaille déjà à plein régime. Envisagez-vous de simplifier la procédure? La notification, par exemple, pourrait s'effectuer mensuellement ou trimestriellement. Cette forme de notification entraînerait également une simplification et un gain de temps que les deux parties pourraient mettre à profit pour améliorer encore la qualité du travail qu'elles accomplissent.

Het drukken van BTW-formulieren is toevertrouwd aan verschillende drukkers. Zij houden zich aan strikte voorschriften met betrekking tot de inhoud en layout van de diverse documenten. Ook moeten zij strikte bepalingen in acht nemen betreffende de verzending. Zo moet de erkende drukker onder meer een kennisgeving toezenden die naam en adres van de persoon die de documenten heeft besteld, zijn immatriculatienummer bij de BTW, de te volgen druknummers en de leveringsdatum van de documenten aan de belastingplichtige klant moet bevatten. Deze kennisgeving en een specimen van elk blad (of etiket) moeten de dag zelf van de levering worden toegezonden bij een ter post aangetekende zending aan de hoofdcontroleur van de BTW in het ressort van wiens kantoor deze persoon is gevestigd. Dit voorschrift geeft aanleiding tot administratieve moeilijkheden. Vooreerst zijn er de hoge kosten door het dagelijks, soms meermaals per dag, aangetekend opsturen van documenten aan de administratie ter controle. De administratie krijgt op haar beurt dagelijks talloze individuele zendingen toegestuurd, die veel bijkomend werk veroorzaken op het nu al volle werkschema. Overweegt u om de procedure te vereenvoudigen? Zo zou de kennisgeving bijvoorbeeld per maand of per trimester kunnen gebeuren. Deze vorm zou ook een vereenvoudiging meebrengen, waardoor meer tijd vrijkomt, voor beide partijen, om nog beter werk te verrichten.

Réponse: L'Administration de la TVA, de l'enregistrement et des domaines est consciente des obligations qu'elle impose aux imprimeurs qui, à leur demande, ont été agréés pour l'impression des documents de TVA. L'importance des documents à imprimer, pour la perception de la TVA, nécessite le respect de ces obligations, ainsi que des contrôles. Par la procédure d'agréation, l'attention des imprimeurs est du reste attirée sur l'importance de leur rôle dans le bon fonctionnement du système de la TVA. Toutefois, j'informe l'honorable membre qu'en raison de l'abolition des frontières fiscales entre les Etats membres de la Communauté économique européenne à partir du 1er janvier 1993, je me propose de présenter aux Chambres législatives un projet de loi modifiant le Code de la TV A et qui implique entre autres que le document de transport visé à l'article 62 du Code de la TVA sera abrogé à partir de cette date. En ce qui concerne cependant les autres documents, à savoir les notes ou reçus délivrés par les hôteliers, les restaurateurs et les entreprises de lavage de voitu-

Antwoord: De Administratie van de BTW, registratie en domeinen is zich bewust van de verplichtingen die ze oplegt aan de drukkers, die, op hun aanvraag, werden erkend als drukker voor het vervaardigen van BTW-documenten. De belangrijkheid van de te drukken documenten voor de heffing van de BTW, maakt de opgelegde verplichtingen en controles noodzakelijk. Bij hun erkenning wordt de aandacht van de drukkers trouwens gevestigd op de belangrijke rol die zij vervullen in de BTW-regeling. Ik deel het geacht lid evenwel mee dat wegens de opheffing van de fiscale grenzen tussen de lidstaten van de Europese economische gemeenschap, vanaf 1 januari 1993, ik mij voorneem bij de Wetgevende Kamers een ontwerp van wet in te dienen tot wijziging van het BTW-Wetboek, en dat onder meer de afschaffing impliceert van het vervoerdocument bedoeld in artikel 62 van het BTW-Wetboek vanaf die datum. Wat anderzijds de andere documenten betreft, namelijk de hotel- en restaurantrekeningen, de werkfiches voor garagisten en de rekeningen uitgereikt


-

(27)-

BelgischeKarnervan Volksvertegenwo.ordigers VragenenAnrwoorden(BZ 1991-1992)

1865

res, ainsi que les fiches d'atelier des garagistes, les règles en vigueur doivent être maintenues, notamment l'envoi de la notification.

voor het wassen van voertuigem, dienen bepaalde regelen in stand te worden gehouden, andere het toezenden van de kenniisgeving.

DO 919281098

DO 919281098

Question

n° 170 de M. Flamant

du 7 août 1992 (N.) :

Vraag nr. 170 van de heer Flamamt

echter onder

van 7 augustus

1992 (N.) : Bourse d'études. -

Studietoelage. -

Attestation de revenus.

Les personnes qui assurent l'entretien d'un candidat à l'obtention d'une bourse d'études ont le plus grand mal à obtenir une attestation de revenus s'ils ne disposent pas d'un revenu imposable. Les services de taxation refuseraient ainsi d'indiquer les revenus nets sur l'attestation de revenus. Il en résulte que l'administration chargée des bourses d'études ne peut terminer l'examen des demandes de bourses d'études. Des instructions la matière?

expresses

ont-elles

été données

en

lnhomstengetuigschrift:

De personen die instaan voor h.et onderhoud van een kandidaat voor een studietoelage ondervinden ernstige moeilijkheden om een inko.mstengetuigschrift te bekomen indien ze over geen belastbaar inkomen beschikken. Zo zouden de taxatie-diensten weigeren op het inkomstengetuigschrift de n.erto-inkornsten op te geven. Dit heeft voor gevolg dat lhet bestuur studietoelagen de aanvraag om studiettoelagen niet kan afhandelen. Werden ter zake uitdrukkelijk.e onderrichtingen gegeven?

Réponse: Les instructions permanentes de l'Administration des contributions directes prévoient que lorsque le contribuable est manifestement non imposable et qu'aucune cotisation n'est à enrôler à son nom, le certificat de revenus à délivrer porte uniquement la mention « non imposable». Ces instructions, qui ont été rappelées récemment aux services de taxation, s'inscrivent dans les mesures de rationalisation prises en exécution de la décision du conseil des ministres du 28 juillet 1972. Ces mesures ont pour but d'affecter le plus grand effectif possible à la recherche de la matière imposable. Elles se justifient donc aujourd'hui plus que jamais.

Antwoord: De permanente imstructies van de Administratie der directe belastingen schrijven voor dat, wanneer de belastingplichtiige duidelijk niet belastbaar is en er geen aanslag op zijn naam is in te kohieren, het uit te reiken inkomstengeniigschrift wordt beperkt tot de vermelding « niet belastbaar », Die instructies, die onlangs aan de taxatiediensten werden herinnerd, kaderen in de maatregelen tot rationalisering die in uitvoering van de beslissing van de ministerraad van 28 juli 1972 werden getroffen. Die maatregelen strekken ertoe het grootst mogelijk effectief aan te wenden in de opsporing van de belasrbare rnaterie. Hun toepassing is du s ook vandaag nog ten volle verantwoord.

DO 919281117

DO 919281117

Question n? 171 de M. Dewinter (N.) :

151.-

du 13 août

1992

BBl. -

L'Inspection spéciale des impôts (151) a récupere cette année-ci plus de 17 milliards de francs belges, contre 13 milliards de francs belges l'an dernier. Selon certaines sources, seuls 2 à 3 milliards de francs belges seraient effectivement payés. 1. Combien de fonds récupérés ont effectivement été perçus .iu cours des trois dernières années? 2. Quel montant résulte de simples rectifications fiscales d'une part et de la lutte contre la fraude fiscale d'autre part? Lorsque ('lSI publie ses résultats, d'impôts enrôlés et à recouvrer.

van 13 augustus

1992 (N.) :

Résultats.

Réponse: évidemment

Vraag nr. 171 van de heer Dewinner

il s'agit

Resultaten.

Dit jaar recupereerde de Bijzondere be1astinginspectie (BBl) meer dan 17 miljaird Belgische frank, vorig jaar was dat 13 miljard Belgissche frank. Volgens sommige berichten zou echter slechts 2 tot 3 miljard Belgische frank effectief worden bietaald. 1. Hoeveel gerecupereerde gel (den werden gedurende de jongste drie jaar jaarliijks daadwerkelijk geïnd? 2. Welk bedrag is het gevolg wan gewone fiscale rechtzettingen enerzijds en van de: bestrijding van de fiscale fraude anderzijds? Antwoord: Wanneer de BBl ha.ar resultaten publiceert spreekt zij uiteraard van in~ekohierde en in te vorderen belastingen.

24]

1866


-

1. Il est évident que ces impôts ne sont pas toujours payés. En effet, après l'établissement des impôts, de nombreux problèmes peuvent encore se présenter dans le cadre du recouvrement (par exemple faillites) et du contentieux (aussi bien sur le plan administratif que judiciaire). A ce sujet, il convient de souligner que ces problèmes, qui peuvent se prlonger pendant plusieurs années, sont principalement traités par les administrations des Contributions directes et de la TV A, où l'on ne fait pas de distinction entre les impôts établis par l'ISI et ceux établis par leurs propres services. Il paraît difficile pour ces administrations de faire des statistiques distinctes pour les impositions de l'ISI, de sorte qu'il m'est impossible de vous fournir des données chiffrées. 2. On peut considérer que les suppléments d'impôts établis par l'ISI, résultent quasi exclusivement de la lutte contre la fraude fiscale.

(27)-

Belgische KamervanVolksvertegenwoordigers VragenenAntwoorden(BI 1991-1992)

1. Dat die belastingen niet altijd worden betaald is echter evident. Inderdaad, na de vaststelling van de verschuldigde belastingen kunnen er zich nog talloze problemen voordoen op het vlak van de invordering (bijvoorbeeld faillissementen) en van de geschillen (zowel op het administratieve als op het gerechtelijk vlak). Hierbij moet worden aangestipt dat deze problemen, die verscheidene jaren kunnen aanslepen, hoofdzakelijk worden afgehandeld door de Administraties van de directe belastingen en van de BTW, waar niet altijd een onderscheid wordt gemaakt tussen de eigen navorderingen en deze van de BBL Het blijkt voor deze administraties moeilijk te zijn om afzonderlijke statistieken aan te leggen voor de aanslagen van de BBl zodat het mij niet mogelijk is om uw vraag met nauwkeurige cijfers te beantwoorden. 2. De belastingsupplementen die bij de BBl worden gevestigd, mogen worden geacht nagenoeg uitsluitend voort te komen van de bestrijding van de fiscale fraude.

DO 919281093

DO 919281093

Question n" 176 de M. leo Peeters du 21 août 1992

Vraag nr. 176 van de heer leo Peeters van 21 augustus 1992 (N.) :

(N.) :

Services de contrôle et d'inspection.

Controle- en inspectiediensten.

1. Quelles tâches d'inspection et de contrôle relèvent de votre compétence? 2. Quelles sont les missions actuelles des services compétents pour ces tâches? 3. Quelles sont les options et priorités stratégiques de ces services, et qui les détermine? 4. Comment ces services sont-ils structurés? 5. Combien de membres du personnel l'organigramme prévoit-il et combien y travaillent effectivement? 6. Combien de contrôles ces services effectuent-ils annuellement? 7. Combien d'infractions ont été constatées à cette occasion? 8. Combien de procès-verbaux ont été dressés?

1. Welke inspectie - en controletaken ressorteren onder uw bevoegdheid? 2. Wat zijn de huidige opdrachten van de diensten die bevoegd zijn voor deze taken? 3. Wat zijn de straregische opties en de prioriteiten van deze diensten en door wie worden ze vastgelegd? 4. Hoe zijn die diensten gestructureerd? 5. Hoeveel personeelsleden telt de personeelsformatie en hoeveel werken er effectief?

10. Dans quelle mesure les contrôles, la constatation d'infractions, les procès-verbaux dressés ainsi que les mesures et sanctions proposées contribuent-ils à la réalisation des options stratégiques des services en question?

6. Hoeveel controles voeren deze diensten jaarlijks uit? 7. Hoeveel overtredingen werden hierbij vastgesteld? 8. Hoeveel processen-verbaal werden hierbij opgesteld? 9. Welke gevolgen werden aan deze processen-verbaal gegeven? 10. In welke mate dragen de controles, de vaststelling van de overtredingen, de opgestelde processenverbaal en de voorgestelde maatregelen en sancties bij tot de realisatie van de strategische opties van deze diensten?

Réponse: Etant donné l'étendue et le caractère documentaire des réponses aux questions posées, je crois que l'honorable membre peut se référer, en ce qui concerne les administrations fiscales de mon département, au rapport annuel de l'Administration générale des impôts, ainsi qu'au bulletin de docurnen-

Antwoord: Gelet op de omvang en het documentair karakter van de antwoorden op de gestelde vragen, meen ik het geacht lid, wat de fiscale administraties van mijn departement betreft, te mogen verwijzen naar het jaarverslag van de Algemene administratie van de belastingen, alsook naar het documentatieblad

9. Quelle suite y a été réservée?


-

(27)-


1867

ration du ministère des Finances, n? 5, de septembreoctobre 1990 (le ministère des Finances et ses administrations : historique, missions, organisation, attributions et fonctionnement). Cette documentation lui sera transmise directement.

van het ministerie van Financiën, nr. 5, septernberoktober 1990 (het ministerie van Financiën en zijn administraties: historiek, opdrachten, organisatie, bevoegdheden en werking). Deze documentatie zal hem rechtstreeks worden toegezomden.

Ministre des Affaires sociales

Minister van Sociale Zaken

DO

DO

919280982

Question n° 51 de M. Anciaux (N.) :

du 17 juillet

1992

919280982

Vraag nr. 51 van de heer Anciaux van 17 juli 1992 (N.):

Ayants droit pensionnés. - Réclamation des rentes et des compléments d'indexation excessifs et indûment versés.

Gepensioneerde rechthebbenden. - Terugeising van te veel en ten onrechte uitbetaalde renten en indexatiebijslagen.

En janvier a procédé à dés adressés leur réclamer d'indexation

In januari 1992 werd door het lFonds van arbeidsongevallen de tweede ronde van aangetekende verzendingen verricht aan de gepensioneerde rechthebbenden voor de terugeising van de beweerde « teveel ~n ten onrechte uitbetaalde rentera en indexatiebijslagen ». 1. Hoeveel brieven werden verzonden? Wat zijn de kosten hiervan? Deze brieven waren vergezeld van een verklaring waarin verschillende mogelijkheden voor terugbetaling werden voorgesteld en terug te zenden na invulling en ondertekening, waardoor de voornoemde bedragen een « schulderkenning » werden. 2. Hoeveel werden er aldus ondertekend terug ontvangen en wat is de totale som hiervan? Is dit ook toepasselijk voor het Fonds voor beroepsziekten? Narnelijk door het koninklijk beshiir van 13 januari 1983 mogen de verzekeringen niet meer rechtstreeks uitbetalen aan de gepensioneerde rechthebbenden, rnaar moeten deze bedragen aan het Fonds van arbeidsongevallen storten, waar deze gelden verdwijnen. 3. Welke bedragen werden in 11991 hierdoor aan het Fonds van arbeidsongevallen overgemaakt? 4. Welke sanering werd voor deze periode doorgevoerd bij het Fonds voor beroepsziekten?

1992, Ie Fonds des accidents du travail une deuxième série d'envois recommanaux ayants doit pensionnés en vue de les prétendus « rentes et compléments excessifs et indûment versés».

1. Combien de lettres ont été envoyées? Quels sont les coûts de cette opération? Ces lettres étaient accompagnées d'une déclaration à renvoyer complétée et signée, où différents modes de remboursement étaient proposés, les montants mentionnés devenant une « reconnaissance de dette». 2. Combien de déclarations ont ainsi été renvoyées signées? Pour quel montant total? Cela vaut-il également pour le Fonds des maladies professionnelles? En effet, en vertu de l'arrêté royal du 13 janvier 1983, les assurances ne peuvent plus verser lesdits montants directement aux ayants droit pensionnés mais sont tenues de les verser au Fonds des accidents du travail, où cet argent se volatilise. 3. Quels montants ont ainsi été transférés au Fonds des accidents du travail en 1991? 4. Quel assainissement a été effectué au Fonds des maladies professionnelles au cours de la même période? Réponse: La limitation du cumul des prestations pour accidents du travail et pour maladies professionnelles, d'une part, et des pensions de retraite ou de survie, d'autre part, a été décidée dans le cadre des mesures d'économie prises dans la sécurité sociale. Cette mesure visait à mettre fin au cumul illimité de différents types de revenus de remplacement. Le fait de devoir cours de la pension effectivement admis des indus - a créé Ie plan administratif.

détecter la date exacte de prise de avant que les intéressés ne soient à la retraite - si l'on veut éviter bien de difficultés d'exécution sur En effet, Ie Fonds des accidents

Antwoord: De beperking van die cumulatie tussen de arbeidsongevallenen beroeprsziektenvergoedingen, enerzijds, en een rust- of owerlevingspensioen, anderzijds, werd beslist in het kadler van besparingsmaatregelen in de sociale zekerheiid. Deze maatregel beoogde aan de onbeperkte cumularie van de verschillende soorten vervangingsinkomerus een einde te stellen. Het feit van de juiste ingangsdatum van het pensioen op te sporen vooraleer de betrokkenen effectief tot het pensioen werden toegelaten - zo men een onverschuldigde betaling wil vernnijden - verwekt administratief heel wat uitvoeringsnnoeilijkheden. Het

1868


-

du travail paie des prestations à quelques 160.000 bénéficiaires. Du fait de l'utilisation généralisée du numéro du Registre national des personnes physiques dans la sécurité sociale, il est à présent possible de comparer de façon plus efficace les fichiers des données des organismes concernés, de sorte que les paiements indus diminuent progressivement, tant en nombre qu'en volume. En vertu de l'article 60bis, § 2, de la loi du 10 avril 1971 sur les accidents du travail, les délais de prescription pour les paiements indus sont de 6 mois, 3 ans ou 5 ans. La reconnaissance de dette explicite constitue un acte interruptif de la prescription conformément à l'article 2284 du Code civil et elle permet en outre au fonds de donner également un effet interruptif aux retenues ultérieures de 10% sur les prestations (article 1.410, §o4 du Code judiciaire). Si l'intéressé ne' signe pas de reconnaissance de dette, c'est au fonds de prendre l'initiative et d'interrompre la prescription par l'envoi d'une lettre recommandée. Via une campagne de presse, une ASBL qui milite contre la limitation du cumul a incité les intéressés à ne pas signer la reconnaissance de dette. Par ailleurs, le coût des envois en recommandé est un des arguments invoqués contre la limitation du cumul. Nous pouvons donner les réponses suivantes aux questions concrètes de l'honorable membre: 1. Le Fonds des accidents du travail a envoyé 2.442 lettres en janvier 1992. Cet envoi a coûté 235.209 francs belges. 2. L'organisme a reçu 1.044 déclarations signées pour un montant global de 30.854.858 francs belges. En ce qui concerne l'affectation des revenus acquis par le fonds à la suite de la limitation du cumul, je renvoie aux réponses qui ont déjà été données à d'autres questions posées précédemment, à savoir la question n" 489 de M. Annemans du 14 août 1991, Chambre, bulletin des Questions et Réponses, session ordinaire 1991-1992, pages 14944 à 14945 et la question n° 449 de M. De Clerck du 7 mai 1991, Chambre, bulletin des Questions et Réponses, session ordinaire 1990-1991, pages 14618 à 14620. 3. Au cours de l'année 1991, les assureurs ont transféré au fonds un montant global de 400 millions de francs belges. 4. Le Fonds des maladies professionnelles a connu les mêmes difficultés. En application de l'ancien article 44, des lois coordonnées en matière de maladies professionnelles, le Fonds des maladies professionnelles ne pouvait réclamer le remboursement des sommes allouées indûment que dans la mesure où elles étaient obtenues par des moyens frauduleux. L'article 103 de la loi du 29 décembre 1990 portant des dispositions sociales a modifié l'article 44 précité.

(27)-


Fonds voor arbeidsongevallen betaalt immers uitkeringen aan ongeveer 160.000 gerechtigden. Door de veralgemeende invoering van het Rijksregisternummer van de natuurlijke personen in de sociale zekerheid is het thans mogelijk meer doelmatig de gegevensbestanden van de betrokken instellingen te vergelijken zodat de onverschuldigde betalingen progressief zowel in aantal als in belang afnemen. Op grond van artikel 60bis, § 2 van de arbeidsongevallenwet van la april 1971, zijn de verjaringstermijnen 6 maand, 3 jaar of 5 jaar voor de onverschuldigde betalingen. Een uitdrukkelijke schulderkenning is een stuitingsdaad van de verjaring overeenkomstig artikel 2284 van het Burgerlijk wetboek, die het Fonds voor arbeidsonggevallen daarenboven toelaat de daaropvolgende inhoudingen van 10% op de uitkeringen (artikel 1.410, § 4 van het Gerechtelijk wetboek) eveneens een stuitend effect te verlenen. Indien de betrokkene geen schulderkenning onderschrijft, moet het fonds het initiatief nemen en de verjaring bij aangetekend schrijven stuiten. Via een perscampagne werden de betrokkenen door een v.z.w. die actie voert tegen de cumulatiebeperking, aangespoord om de schulderkenning niet te ondertekenen. Anderzijds wordt de kostprijs van de aangetekende zendingen als één van de argumenten tegen de cumulatiebeperking gebruikt. Op de concrete vragen van het geacht lid kunnen volgende antwoorden worden gegeven: 1. Het Fonds voor arbeidsongevallen verstuurde 2.442 brieven in januari 1992. Deze zending kostte 235.209 Belgische frank. 2. De instelling ontving 1.044 ondertekende verklaringen voor een globaal bedrag van 30.854.858 Belgische frank. Wat de bestemming van de inkomsten betreft die het fonds door de cumulatiebeperking verwerft, verwijs ik naar de antwoorden die op andere vragen werden verstrekt, onder meer vraag nr. 489 van de heer Annemans van 14 augustus 1991, Kamer, bulletin van Vragen en Antwoorden, gewone zitting 19911992, pagina's 14944 tot 14945, en vraag nr. 449 van de heer De Clerck van 7 mei 1991, Kamer, bulletin van Vragen en Antwoorden, gewone zitting 1990-1991, pagina's 14618 tot 14620. 3. In de loop van 1991 werd een globaal bedrag van 400 miljoen Belgische frank door de verzekeraars aan het fonds overgedragen. 4. Het fonds voor de beroepsziekten kende dezelfde moeilijkheden. In toepassing van het oud artikel 44 van de gecoördineerde wetten inzake beroepsziekten kon het fonds slechts de terugbetaling vragen van de onverschuldigde bedragen in de mate dat ze bekomen waren aan de hand van bedrieglijke middelen. Artikel houdende

103 van de wet van 29 december 1990 sociale bepalingen, heeft voornoemd artikel


-(27)-

Suivant cette modification le fonds peut réclamer au bénéficiaire le remboursement de toutes les prestations indûment payées et ce, quelle que soit leur origine. Cette dernière n'entre en considération que pour la détermination du délai de prescription de l'action en répétition. Le nouvel article 44 est entré en vigueur le 19 janvier 1991. Depuis l'entrée en vigueur aucune décision de récupération n'a encore été notifiée.

BelgischeKamervan Volksvertegenwoordigers Vragenen Antwoorden (BZ1991-1992)

1869

L'honorable membre est invité à éclaircir la portée de sa question relative à l'assainissement du fonds et la période visée.

44 gewijzigd. Ingevolge deze wijziging kan het fonds aan de gerechtigde de terugbetalirng vragen van alle onverschuldigde uitkeringen en dit .ongeachr hun oorsprong. Deze laatste wordt slech.ts in aanmerking genomen voor de vaststelling van dœ verjaringstermijn van de rechtsvordering tot terugvoirdering. Het nieuwartikel 44 is in werrking getreden op 19 januari 1991. Sedert de inwerküngtreding werd er nog geen enkele beslissing tot terugvordering betekend. Het koninklijk besluit van 2 septernber 1991 tot wijziging van het koninklijk besliait van 13 januari 1983 tot uitvoering van artikel 66 van de wetten betreffende de schadeloosstelling voor beroepsziekten, gecoördineerd op 3 juni 1970, heeft maatregelen voorzien om het ontstaan van onverschuldigde betalingen te voorkomen. Het geacht lid wordt verzocht die draagwijdte van zijn vraag in verband met de sanemng van het fonds en de bedoelde periode toe te lichtten.

DO 919281049

DO 919281049

L'arrêté royal du 2 septembre 1991 modifiant l'arrêté royal du 13 janvier 1983 pris en exécution de l'article 66 des lois relatives à la réparation des dommages résultant des maladies professionnelles, coordonnées le 3 juin 1970, a prévu des mesures de nature à prévenir la survenance des paiements indus.

Question n? 56 de M. Saulmont (Fr.) :

Vacances annuelles. -

du 31 juillet 1992

Pécule de vacances.

Vraag nr. 56 van de heer Saulmorar van 31 juli 1992 (Fr.) : .

Jaarlijkse vakantie. -

Vakantiegeld.

La réglementation en matière de vacances annuelles prévoit l'octroi de jours de congé supplémentaires et d'un pécule de vacances supplémentaire aux jeunes travailleurs qui entament leur carrière professionnelle dans les quatre mois suivant la fin de leurs études. Ainsi, dans la majorité des cas, un jeune travailleur sortant de l'école fin juin 1991 et engagé début octobre 199] obtiendra en ] 992 quatre semaines de vacances, avec pécule complet. Il me revient cependant que si le même travailleur a exercé une activité de salarié alors qu'il se trouvait encore aux études (par exemple le soir ou le weekend), l'Office national des vacances annuelles (ou, à la rigueur, son employeur au moment des congés) refusera d'assimiler la période scolaire à une période de travail effectif durant l'exercice de vacances et n'accordera pas l'avantage escompté. La justification d'une telle décision serait que l'occupation postscolaire ne saurait légalement être considérée comme une première occupation. 1. Des précisions complémentaires peuvent-elles être communiquées? Il me paraît en tous cas qu'une telle situation n'est guère propice à activer le désir des jeunes de s'insérer au plus tôt dans les rouages de la vie professionnelle et qu'elle doit dès lors être modifiée. 2. Le Conseil national du travail a-t-il été consulté à ce sujet?

De reglementering inzake de jaarlijkse vakantie bepaalt dat jonge werknemers die binnen vier maanden na het afstuderen hun beroepsloopbaan aanvatten, bijkomende vakantiedagen en extra vakantiegeld toegekend krijgen. Zo krijgt een jonge werknemer die eind juni 1991 de school verlaat en begin oktober 1991 in dienst wordt genomen, in de meeste gevallen vier weken vakantie in 1992, met volledig vakantiegeld. Ik verneern evenwel dat indien diiezelfde werknemer nog tijdens zijn studie reeds een activiteit als loontrekkende heeft uitgeoefend (bijvoo.rbeeld avond- of weekendwerk), de Rijksdienst voor jaarlijkse vakantie (of, in het uiterste geval, de werkgever op het ogenblik van de vakantie) weigert de schoiolperiode gelijk te stellen met een periode van effecttief werken tijdens het vakantiejaar en het vooropges.telde voordeel niet toekent. Die beslissing krijgt als rn.otivering dat de na de schooltijd verrichte activiteit wertelijk niet als eerste activiteit kan worden beschouwd, 1. Kunnen daarover aanvullendle gegevens worden verstrekt? Een dergelijke situatie lijjkt mij niet bepaald de beste aansporing voor de jamgeren om zo snel mogelijk in het beroepsleven te sitappen, en ik vind het dan ook aangewezen er een eincde aan te maken.

Réponse: J'ai l'honneur de communiquer rable membre les informations suivantes.

Antwoord: Ik heb de eer het geaicht lid de volgende inlichtingen mee te delen.

à l'hono-

2. Werd de Nationale pleegd?

arbeidsra.ad

hierover geraad-

1870


-

1. L'article 5, alinéa le" des lois relatives aux vacances annuelles des travailleurs salariés, coordonnées le 28 juin 1971, prévoit le droit à des vacances supplémentaires, en faveur des jeunes travailleurs qui sont occupés pour la première fois au service d'un employeur dans les quatre mois qui suivent la fin de leurs études ou de leur apprentissage et qui sont âgés de moins de 25 ans à la fin de l'exercice de vacances.

(27)-


1. ArtikelS, eerste lid, van de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers, gecoördineerd op 28 juni 1971, voorziet in het recht op aanvullende vakantie ten gunste van de jeugdige werknemers die binnen de vier maanden na het einde van hun studies of leertijd, voor de eerste maal werkzaam zijn in dienst van een werkgever, en die jonger zijn dan 25 jaar bij het verstrijken van het vakantiedienstjaar.

L'article 5, alinéa 2, des mêmes lois, prévoit que le travail occasionnel pendant les vacances n'est pas considéré comme une première occupation. L'article 25 (en ce qui concerne les ouvriers) et l'article 50 (en ce qui concerne les employés) de l'arrêté royal du 30 mars 1967 déterminant les modalités générales d'exécution des lois relatives aux vacances annuelles des travailleurs salariés, reprennent ces conditions d'octroi du pécule de vacances supplémentaire aux jeunes travailleurs. Il résulte de ces dispositions légales et réglementaires que l'activité exercée par l'étudiant, le samedi, le dimanche ou le soir, en dehors des périodes de vacances, ne peut être considérée comme un travail occasionnel et constitue donc une première occupation. Celle-ci ne donne cependant pas droit à des vacances supplémentaires puisque les études ne sont pas encore terminées. Lors de l'entrée en fonction de l'intéressé, au service d'un employeur, après la fin définitive des études, des vacances supplémentaires ne peuvent pas non plus être accordées, vu que cet engagement ne peut plus être considéré comme une première occupation. Par conséquent, les personnes qui accomplissent un travail pendant l'année scolaire, en dehors des vacances, ne pourront jamais prétendre à des vacances supplémentaires. Avant de pouvoir modifier les articles 25 et 50 de l'arrêté royal du 30 mars 1967 précité, l'article 5, alinéa 2, des lois coordonnées précitées, devrait être adapté. A cet effet, un projet de loi a été rédigé. Ce projet est motivé par le fait que, vu l'extension actuelle du travail des étudiants en dehors des périodes de vacances, il est logique d'étendre la disposition de l'article 5, alinéa 2, des lois coordonnées précitées, afin d'y inclure également le travail occasionnel accompli pendant les autres périodes de « présence non obligatoire» dans l'établissement d'enseignement. 2. Le projet de loi précité est actuellement soumis pour avis au Conseil national du travail.

AMI. -

n° 61 de M. Tant

Dentistes. -

Bij de indiensttreding van de betrokkene bij een werkgever, na het definitieve einde der studies, kan evenmin aanvullende vakantie toegekend worden, aangezien deze indiensttreding niet meer kan worden beschouwd als een eerste tewerkstelling. Dit heeft tot gevolg dat personen die in de loop van het schooljaar arbeid verrichten buiten de vakanties, nooit aanspraak kunnen maken op aanvullende vakantie. Vooraleer de artikelen 25 en 50 van het voornoemd koninklijk besluit van 30 maart 1967 gewijzigd kunnen worden, dient artikelS, tweede lid, van de voormelde gecoördineerde wetten aangepast te worden. Daartoe werd een wetsontwerp opgesteld. Dit ontwerp is gegrond op het feit dat het, gezien de huidige uitbreiding van de studentenarbeid buiten de vakantieperioden, logisch is artikel 5, tweede lid, van voormelde gecoördineerde wetten uit te breiden, teneinde er ook het gelegenheidswerk dat verricht wordt tijdens de andere perioden van « niet verplichte aanwezigheid » in de onderwijsinstelling in op te nemen. 2. Het voormelde wetsontwerp is op het ogenblik voor advies voorgelegd aan de Nationale arbeidsraad.

DO 919281099


ArtikelS, tweede lid, van dezelfde wetten, bepaalt dat gelegenheidswerk gedurende de vakantie niet als een eerste tewerkstelling aangezien wordt. Artikel 25 (wat de arbeiders berreft) en artikel 50 (wat de bedienden betreft) van het koninklijk besluit van 30 maart 1967 tot bepaling van de algemene uitvoeringsmodaliteiten van de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie der loonarbeiders, hernemen deze voorwaarden tot toekenning van een aanvullend vakantiegeld aan jonge werknemers. Uit deze wettelijke en reglementaire bepalingen vloeit voort dat de werkzaamheid van de student op zaterdag, zondag of 's avonds, buiten de vakantieperioden, niet kan beschouwd worden als een gelegenheidswerk en dus een eerste tewerkstelling vormt. Deze geeft echter geen recht op aanvullende vakantie vermits de studies nog niet beëindigd zijn.

du 7 août

1992 (N.) :

Règlement du tiers payant.

Un projet d'arrêté royal concernant le règlement du tiers payant, adopté lors du conseil des ministres

Vraag nr, 61 van de heer Tant van 7 augustus (N.):

ZIV. -

Tandartsen. -

1992

Derdebetalersregeling.

Rond een ontwerp-koninklijk besluit betreffende de derdebetalersregeling, goedgekeurd op de minister-


_ (27) _

du 22 mai 1992, a suscité un profond émoi parmi les dentistes. Dans un but de clarté, il n'est peut-être pas inutile de rappeler certaines données historiques. 1. Depuis quand un règlement du tiers payant est-il accordé pour la dentisterie en-dehors de I'hôpital? Le règlement du tiers payant pour les dentistes s'applique actuellement sur la base de l'article 4 de l'arrêté royal du 10 octobre 1968 (en exécution de l'article 34quater, alinéa 4, de la loi du 9 août 1963 instituant et organisant un régime d'assurance obligatoire contre la maladie et l'invalidité). 2. Combien de dentistes ont été associés à l'élaboration d'une convention sur le règlement du tiers payant depuis 1987, par région et par an? 3. Dans combien de cas des sanctions pour cause d'abus ont-elles été appliquées depuis 1987, par région et par an? 4. Quelle est la part du règlement du tiers payant dans les soins dispensés par des dentistes (pourcentage des coûts supportés par l'assurance-maladie) depuis 1987, par région et par an? 5. A-t-on pu constater une influence de l'application du tiers payant aux dentistes sur la consommation? Réponse: J'ai l'honneur de communiquer à l'honorable membre la réponse suivante aux questions qu'il a posées. L'application du régime du tiers payant entre les praticiens (de l'art dentaire) et les organismes assureurs est organisé au niveau de l'organisme assureur (c'est-à-dire, les unions nationales et la caisse auxiliaire) sauf si l'organisme assureur a expressément donné mandat à cet effet à ses fédérations ou offices régionaux et ceci en application de l'article 3 de l'arrêté royal du 10 octobre 1986 portant exécution de l'article 34quater, alinéa 4, de la loi du 9 août 1963 instituant et organisant un régime d'assurance obligatoire contre la maladie et l'invalidité.

Belgische Kamervan Volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (Bl 1991-1992)

1871

raad van 22 mei 1992, is heel wat beroering ontstaan bij de tandartsen. Historische gegevens kunnen misschien klaarheid scheppen. 1. Sinds wanneer wordt een derdebetalersregeling voor de tandheelkunde buiten het ziekenhuis toegestaan? Vandaag wordt de derdebetalersregeling voor de tandartsen toegepast op basis van artikel 4 van het koninklijk besluit van 10 oktolber 1968 (tot uitvoering van artikel 34quater, vierdle lid, van de wet van 9 augustus 1963 tot instelling <en organisatie van een regeling voor verplichte ziekte- <eninvaliditeitsverzekering). 2. Met hoeveel tandheelkundigen werd een derdebetalersovereenkomst gesloten per regio en per jaar vanaf 1987? 3. In hoeveel gevallen werden saricties wegens misbruik toegepast, per regio en per jaar vanaf 1987? 4. Wat is het aandeel van de derdebetalersregeling in de door tandartsen verstrekte zorgen (% van de kosten gedragen door de ziekteverzekering) per regio en per jaar vanaf 1987? 5. Heeft men een invloed kunnen vaststellen van de derdebetalersregeling voor tandartsen op het consumptiegedrag? Antwoord: Ik heb de eer het geacht lid het volgende antwoord op zijn vragen mee te delen.

Il s'agit donc d'un contrat entre ces deux parties, dans lequel les services de l'INAMI n'exercent aucune compétence. Dès lors, les services de l'INAMI ne disposent pas des données qui pourraient constituer des éléments de réponse aux questions posées par l'honorable membre.

De toepassing van de derdebetalersregeling tussen de verstrekkers (van tandverzorging) en de verzekeringsinstellingen wordt georganiseerd op het niveau van de verzekeringsinstellingen (dit wil zeggen de landsbonden en de hulpkas), behoudens indien de verzekeringsinstelling hiertoe uitdrukkelijk mandaat verleent aan haar verbonden of gewestelijke diensten, en dit in toepassing van artikel 3 van het koninklijk besluit van 10 oktober 1986 tot uitvoering van artikel 34quater, vierde lid, van de wet van 9 augustus 1963 tot instelling en organisatie van een regeling voor verplichte ziekteen invaliditeitsverzekering. Het betreft aldus een contract tussen deze twee partijen, waarin de diensten vam het RIZIV geen enkele bevoegdheid bezitten. Derhalve beschikken de diensten van het RIZIV niet over de gegevens die elernernten van antwoord zouden kunnen bevatten op de d.oor het geacht lid gestelde vragen.

DO 919281109

DO

Question n° 63 de M. Desmet du 12 août 1992 (N.) :

Vraag

Hépatite B. -

Hepatitis-B,

Prix.

Quelque 2 milliards de personnes seraient atteintes du virus de l'hépatite B (HBV). 350 millions d'entre elles en demeurent porteurs chroniques et risquent par conséquent de mourir de cirrhose ou de cancer du foie primaire. L'hépatite B est également une mala-

919281109 nr, 63 van de heer Desmeit 1992 (N.) : -

van 12 augustus

Prijs.

Ongeveer 2 miljard mensen zoudlen besmet zijn met het hepatitis-B virus (HBV). 350 rmiljoen blijven chronische kiemdragers en lopen dus lnet risico te sterven aan cirrose of primaire leverkanlker. Hepatitis B is ook een seksueel overdraagbare saandoening (SOA)

1872


_ (27) _

die sexuellement transmissible, largement diffusée parmi les drogués IV. A l'échelle mondiale, 1 à 2 millions de décès seraient dus aux conséquences d'une infection d'hépatite B. L'on a vacciné avec succès depuis 1982. En réalité, on peut considérer qu'il s'agit du premier vaccin contre une affection carcinogene très fréquente. La vaccination est donc, dans la pratique, un moyen préventif nécessaire à encourager dans le cadre d'une politique de santé préventive. En Belgique, le coût d'une seule injection (Hevax) est de 1.240 francs. Cette injection devant être effectuée à quatre reprises, la vaccination coûte donc au moins 5.000 francs. Or, cette vaccination serait beaucoup moins coûteuse dans d'autres pays. Aux Etats-Unis, elle coûterait à peine 2 dollars US (60 francs). Cela permet de supposer qu'eu égard au « marché» (offre et demande), la vaccination est trop onéreuse chez nous. 1. Comment ce prix relativement élevé (par rapport à d'autres pays) du vaccin contre l'hépatite B s'explique-t-il? 2. Envisagez-vous d'imposer un prix inférieur? Réponse: En réponse aux questions posées par l'honorable membre, je tiens à préciser que les prix maxima auxquels peuvent être commercialisées les spécialités pharmaceutiques remboursables sont fixés par le ministre qui a les Affaires économiques dans ses attributions (arrêté ministériel du 29 décembre

1989). En ce qui concerne leur remboursement dans le cadre de l'assurance maladie-invalidité, je signale que ce sont les dispositions de l'arrêté royal du 2 septembre 1980 qui fixent les conditions dans lesquelles l'assurance obligatoire contre la maladie et l'invalidité intervient dans le coût des spécialités pharmaceutiques et produits assimilés, dispositions qui ne prévoient pas de référence aux prix pratiqués dans d'autres pays (cf. article 5). La seule référence qui peut être retenue à ce niveau concerne les prix des produits identiques admis ou de ceux qui, tout en n'étant pas identiques, ont un effet thérapeutique au moins équivalent à celui de médicaments admis. C'est donc en fonction de ces dispositions que les prix des trois vaccins anti-hépatite B ont été admis dans le cadre de l'assurance maladie à des prix similaires, à savoir: ENGERIX-B : 1.246 francs belges par dose; H-B- VAX Il: 1.246 francs belges par dose; HEV AC-B : 1.240 francs belges par dose.


en is verspreid onder IV-drugverslaafden. Op wereldschaal zouden 1 à 2 miljoen sterfgevallen te wijten zijn aan de gevolgen van een hepatitis-B-besmetting. Sinds 1982 werd met sucees gevaccineerd. In feite kan dit gezien worden als de eerste vaccinatie tegen een veel voorkomende kankeraandoening. Vaccinatie is dus in de praktijk noodzakelijk als preventief middel en moet maatschappelijk aangemoedigd worden in het kader van een preventief gezondheidsbeleid. In België kost één enkele spuit (Hevax) ongeveer 1.240 frank. Gezien een dergelijke spuit 4 x moet worden toegediend, kost een vaccinatiein België minstens 5.000 frank. Nu blijkt echter dat een dergelijke vaccinatie in andere landen veel minder kost. In de Verenigde Staten zou dit amper 2 US-dollar (60 frank) kosten. Dit laat vennoeden dat vaccinatie in België, gelet op de « rnarkt » (vraag en aanbod), te duur uitvalt. 1. Hoe is deze relatief (in vergelijking met de andere landen) dure prijs voor een hepatitis-B-vaccinatie in België te verklaren? 2. Overweegt u een lagere prijs op te leggen? Antwoord: In antwoord op de vragen die het geacht lid heeft gesteld, sta ik erop toe te lichten dat de maximumprijzen waartegen de vergoedbare farmaceutische specialiteiten mogen worden gecornrnercialiseerd, worden vastgesteld door de minister tot wiens bevoegdheid Economische Zaken behoort (ministerieel besluit van 29 december 1989). Wat de vergoeding ervan in het raam van de ziekteen invaliditeitsverzekering betreft, meld ik dat de voorwaarden waaronder de verplichte ziekteen invaliditeitsverzekering tegemoetkomt in de kosten van de farmaceutische specialiteiten en daarmee gelijkgestelde produkten, zijn vastgesteld in de bepalingen van het koninklijk besluit van 2 september 1980, in welke bepalingen geen verwijzing staat naar de prijzen die in andere landen worden toegepast (cf. artikelS). De enige referentie die op dat stuk in aanmerking kan worden genomen heeft betrekking op de prijzen van de aangenomen identieke produkten of van die welke, ook al zijn ze niet identiek, een therapeutisch effect hebben dat op zijn minst equivalent is aan dat van aangenomen geneesmiddelen. Op grond van die bepalingen zijn die prijzen van de drie entstoffen tegen hepatitis B dus in het raam van de ziekteverzekering aanvaard tegen gelijkaardige prijzen, namelijk: ENGERIX-B : 1.246 Belgische frank per dosis; H-B-VAX II: 1.246 Belgische frank per dosis; HEV AC-B : 1.240 Belgische frank per dosis.


_ (27) _


Belgische Kamer van Volksvertegenwoœrdigers Vragen en Antwoorden (BZ 1991-1'992)

1873

Minister van Buitenlandse Handel en Europese Zaken, toegevoegd aan de Minister van Buitenllandse Zaken

DO 919281093

DO 919281093

Question n° 23 de M. Leo Peeters du 21 août 1992

Vraag nr. 23 van de heer Leo Peeters van 21 augustus 1992 (N.) :

(N.):




1. Welke inspectie - en controletaken ressorteren onder uw bevoegdheid? 2. Wat zijn de huidige opdrachten van de diensten die bevoegd zijn voor deze taken? 3. Wat zijn de strategische opties en de prioriteiten van deze diensten en door wie worden ze vastgelegd? 4. Hoe zijn die diensten gestructtureerd? 5. Hoeveel personeelsleden telt de personeelsformatie en hoeveel werken er effectief?

9. Quelle suite y a été réservée? 10. Dans quelle mesure les contrôles, la constatation d'infractions, les procès-verbaux dressés ainsi que les mesures et sanctions proposées contribuent-ils à la réalisation des options stratégiques des services en question? Réponse: 1. Je n'ai pas, de manière générale, de tâches d'inspection et de contrôle dans mes attributions, mise à part la tutelle exercée sur l'Office belge du commerce extérieur. (Loi du 16 juillet 1948 créant l'OBCE et loi du 16 mars 1954 relative au contrôle de certains organismes d'intérêt public). 2. Le pouvoir de contrôle qui m'est conféré à ce titre sur toute décision prise par les organes de gestion de ce parastatal B, s'exerce à l'intervention de l'administrateur-directeur général des relations économiques extérieures, en sa qualité de commissaire du gouvernement auprès de l'office (loi du 16 juillet 1948 créant l'OBCE, article 13). 3. Il appartient au commissaire du gouvernement, de me saisir dans les délais prescrits d'un recours contre toute décision des organes de gestion de l'office, qu'il estimerait contraire à la loi, aux statuts ou à l'intérêt général. 4. De tels recours sont rares. Le dernier date de 1986.

6. Hoeveel controles voeren deze diensten jaarlijks uit? 7. Hoeveelovertredingen werden hierbij vastgesteld? 8. Hoeveel processen-verbaal werden hierbij opgesteld? 9. Welke gevolgen werden aan deze processen-verbaal gegeven? 10. In welke mate dragen de controles, de vaststelling van de overtredingen, de opgestelde processenverbaal en de voorgestelde maatregelen en sancties bij tot de realisatie van de strategische opties van deze diensten? Antwoord: 1. Over het algemeen behoren in spectie- en controletaken niet tot mijn bevoegdhedem, afgezien van de voogdij uitgeoefend over de Belgische dienst voor de Buitenlandse Handel. (Wet van 16 juli 1948 tot oprichting van de BDBH en wet vran 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut). 2. De controlebevoegdheid die mij in dit opzicht toegekend werd ter attentie van ellk besluit genomen door de beheerorganen van dezze parastatale B, geschiedt langs de adrninistrateur -directeur-generaal van de Buitenlandse Economische Betrekkingen om, in zijn hoedanigheid van regerings
242

1874

Chambre des Représentantsde Belgique Questionset Réponses(SE 1991-1992)

-

(27)-

BelgischeKamervan Volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (BZ 1991-1992)

Minister van Binnenlandse Zaken en Ambtenarenzaken

Ministre de l'Intérieur et de la Fonction publique

DO 919280514


n? 77 de Mme Lizin du 20 mai 1992 (Fr.) :

Commune. - Secrétaire. traitements.

Receveur. -

Echelle des

Depuis la loi du 18 mars 1991 modifiant la nouvelle loi communale, l'échelle des traitements du secrétaire communal et du receveur communal est déterminée par les nouveaux articles 28, § 1er, et 65, § l" de la nouvelle loi communale. Ces articles disposent que « le Roi peut adapter ces montants dans les trois mois de l'entrée en vigueur de toute mesure générale modifiant les échelles de traitements attachées aux grades du personnel des administrations provinciales et locales », En ce qui concerne les échelles de traitements attachées aux grades du personnel des administrations provinciales et locales, les mesures générales ci-après sont intervenues : l'arrêté royal du 25 juin 1990 fixant les dispositions générales relatives aux échelles de traitements du personnel provincial et communal sortant ses effets le l " janvier 1990; la circulaire du 19 février 1991 autorisant les administrations provinciales et communales, dans le cadre de l'accord intersectoriel de programmation sociale pour l'année 1990, à procéder à une augmentation de 2%, à partir du 1er novembre 1990, des échelles de traitements applicables à leur personnel définitif ou non; la circulaire du 25 avril 1991 autorisant les mêmes autorités à octroyer, à partir du 1er septembre 1991, une majoration de traitement fixée à 12.000 francs l'an, à l'indice 138,01; la circulaire du 30 octobre 1991 autorisant les mêmes autorités, dans le cadre de l'accord intersectoriel de programmation sociale des années 1991-1994 applicables à l'ensemble du secteur public, à accorder, à partir du L" novembre 1991, une augmentation de 1 % de toutes les échelles de traitements en vigueur au 31 octobre 1992. Jusqu'à présent, le Roi n'a pas encore pris un arrêté adaptant les montants fixés par les articles 28, § 1er, et 65, § 'l ", de la nouvelle loi communale en vue d'attribuer au secrétaire et au receveur les adaptations intervenues pour les autres membres du personnel communal aux l " janvier 1990, I" novembre 1990, I" septembre 1991, l " novembre 1991 et I" novembre 1992. Un prompt règlement de cette situation me paraît d'autant plus s'imposer que les mesures générales ci-dessus citées s'appliquent sans autre formalité aux diverses catégories de commissaires et commissaires-adjoints de police.

Vraag

nr, 77 van mevrouw (Fr.) :

Gemeente. schaal.

Secretaris. -

Lizin van 20 mei 1992

Ontvanger. -

Wedde-

Sedert de wet van 18 maart 1991 tot wijziging van de nieuwe gemeentewet wordt de weddeschaal van de gemeenteontvanger en van de gemeentesecretaris bepaald door de nieuwe artikelen 28, § 1, en 65, § 1, van de nieuwe gemeentewet. Die artikelen bepalen dat: « De Koning kan deze bedragen aanpassen binnen drie maanden na de inwerkingtreding van iedere algemene maatregel tot wijziging van de weddeschalen verbonden aan de graden van het personeel van de provinciale en lokale besturen. » Met betrekking tot de weddeschalen verbonden aan de graden van het personeel van de provinciale en lokale besturen werden de volgende algemene rnaatregelen genomen : koninklijk besluit van 25 juni 1990 tot vaststelling van de algemene bepalingen betreffende de weddeschalen van het provincie- en gemeentepersoneel met uirwerking op 1 januari 1990; de rondzendbrief van 19 februari 1991 die de provinciale en lokale besturen toestemming geeft in het kader van het intersectorieel akkoord van sociale programmatie voor het jaar 1990 de weddeschalen toepasbaar op hun al dan nier vast benoemd personeel vanaf 1 november 1990 met 2 % te verhogen; de rondzendbrief van 25 april 1991 waarbij diezelfde overheden toestemming wordt verleend om vanaf 1 september 1991 een weddeverhoging van 12.000 frank per jaar, tegen index 138,01, toe te kennen; de rondzendbrief van 30 oktober 1991 waarbij diezelfde overheden toestemming krijgen in het kader van het intersectoriaal akkoord van sociale programmatie voor de jaren 1991-1994 toepasbaar op heel de openbare sector vanaf 1 november 1991 een weddeverhoging van 1% voor alle weddeschalen geldig op 31 oktober 1992 toe te kennen. Tot hiertoe heeft de Koning nog geen besluit genomen tot aanpassing van de in de artikelen 28, § l, en 65, § 1, van de nieuwe gemeentewet vastgestelde bedragen om de aanpassingen die op 1 januari 1990, 1 november 1990, 1 september 1991, 1 november 1991 en 1 november 1992 voor het overige gemeentepersoneel werden doorgevoerd, aan de secretaris en de ontvanger toe te kermen. Die toestand moet mijns inziens spoedig worden geregeld, te meer daar de voornoemde maatregelen zonder verdere formaliteit op de verscheidene categorieën van politiecornrnissarissen en adjunct-politiecommissarissen werden toegepast.


_ (27) _

1. Pour quelles raisons cet arrêté n' a-t-il pas encore été pris? 2. Pour quelle époque peut-on en attendre la publication? Réponse: J'ai l'honneur de communiquer à l'honorable membre qu'en application de l'article 145, alinéa I.", 2°, de la nouvelle loi communale, « c'est le conseil communal qui fixe, dans la limite des dispositions générales arrêtées par le Roi, le statut pécuniaire et les échelles de traitements des agents de la commune ». L'arrêté royal du 25 juin 1990 (Moniteur belge du 6 juillet 1990) fixe les nouvelles échelles de traitements du personnel provincial et communal, avec effet au I" janvier 1990. Par ailleurs, il est exact que, se fondant sur les accords intersectoriels de programmation sociale, les ministres régionaux ont autorisé par circulaires les communes de leur ressort à augmenter les traitements des agents communaux aux I'" novembre 1990, 1er novembre 1991 et 1 er novembre 1992.

Belgische Kamer van Volksverregenwœordigers Vragen en Antwoorden (BZ 1991-1992) 1. Waarom

1875

werd dat besluit nœg niet genomen?

2. Tegen wanneer verwacht?

mag de publilkatie

ervan worden

Antwoord : Ik heb de eer het geacht lid te melden dat met toepassing van artikel 145i, eerste lid, 2°, van de nieuwe gemeentewet, «de germeenteraad binnen de perken van de algemene bepalimgen die de Koning heeft vastgesteld de bezoldigingsregeling en de weddeschalen van het gemeentepersoneel bepaalt », Bij koninklijk besluit van 25 jumi 1990 (Belgisch Staatsblad van 6 juli 1990) legt de nieuwe wedde-

Plus rien ne s'opposera ensuite à ce qu'il soit fait application des articles 28, § 1 er, alinéa 2 et 65, § 1er, alinéa 3 de la nouvelle loi communale, tels que modifiés par la loi du 18 mars 1991.

schalen van het provin cie- en gemeentepersoneel vast, met uitwerking op 1 januari 1990. Anderzijds is het juist dat de: ministers van de Gewesten, op basis van de intersectorale akkoorden voor de sociale programmatie, de gemeenten die onder hun bevoegdheid ressorterem bij rondzendbrief gemachtigd hebben om de weddern van het gemeentepersoneel te verhogen op 1 novemlber 1990, 1 november 1991 en 1 november 1992. Deze rondzendbrieven zijn echtcer niet de algemene bepalingen waarvan sprake in Ihet vermelde artikel 145. Teneinde de bestaande roestand zo vlug mogelijk te regelen, bereidt mijn departement de ontwerpen van koninklijk besluit voor tot vaststelling van de weddeschalen van het provincie- en gemeentepersoneel op de vermelde data. Er valt vervolgens niets in te brengen tegen de toepassing van de artikelen 28, § 1, tweede lid en 6S, § 1, derde lid, van de nieuwe gemeentewet, zoals gewijzigd bij de wet van 18 maart 1991.

DO 919281107

DO

Question

Vraag

Toutefois, dispositions

ces circulaires ne constituent pas les générales visées à l'article 145 précité.

Aux fins de régulariser au plus tôt la situation actuelle, mes services préparent les projets d'arrêté royal fixant les échelles de traitements du personnel provincial et communal aux dates susmentionnées.

n° 144 de M. Viseur du 10 août 1992 (Fr.) :

Protection civile. toxique.

Accident à Spontin. -

Produit

Le 9 mars dernier, à Spontin (Namur), un camion citerne a dévalé un ravin et s'est couché contre la façade d'une dépendance du château de Spontin. Ses citernes contenaient environ 20.000 litres d'un produit toxique (engrais agricole) composé de deux corps chimiques, l'un de 10% de nitrate d'amonium, l'autre de 34% d'un dérivé d'acide phosphorique Pl05.

Ce produit s'est en partie déversé directement dans le Bocq puis a rejoint la Meuse. L'autre partie du chargement a pénétré dans le sol et suinté dans les caves de l'habitation avant de rejoindre les douves du château. Le lendemain, la protection civile a pompé le contenu des douves du château (eau et boues).

919281107 nr. 144 van de heer Viseuir van 10 augustus 1992 (Fr.) :

Civiele bescherming. Giftige stof.

-

Ongetsal te Spontin.

-

Op 9 maart jongstleden stortte een tankwagen in een ravijn te Spontin (Namen) en kwam tot stilstand tegen de gevel van een bijgebouw van het kasteel van Spontin. In de tanks van de vrachttwagen zat ongeveer 20.000 liter van een giftig produkr (meststoffen voor de landbouw), samengesteld uit rwee chemische componenten, waarvan één 10% arnrmoniurnnitraat bevat en het tweede voor 34% uit een «ierivaat van fosforzuur P20S. Dit produkt is voor een gedeeltte rechtstreeks in de Bocq terecht gekomen, en vandaiar in de Maas. De rest van de lading is in de bodern gedrongen en is doorgesijpeld tot in de kelders van de woning en vervolgens afgevloeid in de slotgraicht van het kasteel. De volgende dag heeft de civiiele bescherming de inhoud van de slotgrachten van lnet kasteel (water en


1876

_ (27) _

D'après mes informations, elles ont été transportées par des camions qui servent par ailleurs au transport d'eau potable. 1. Ces faits sont-ils exacts? 2. Si oui, qu'a-t-on fait des boues polluées et quel traitement leur a été réservé ainsi qu'aux camions les ayant transportées? 3. D'autre part, quelles sont les mesures prises pour préserver le Bocq au moment de la pollution et éventuellement pour l'assainir a posteriori?


modder) weggepompt. Volgens de informatie waarover ik beschik, werd het goedje daarop weggevoerd in vrachtwagens die daarnaast ook dienst doen voor het transport van drinkwater. 1. Zijn de aangehaalde feiten correct? 2. Zo ja, wat is er met de verontreinigde modder gebeurd en aan welke behandeling werden de modder en ook de vrachtwagens waarin deze werd getransporteerd, onderworpen? 3. Welke maatregelen werden genomen om de Bocq voor de ergste verontreiniging te behoeden op het ogenblik van het drama en eventueel om de rivier achteraf weer schoon te krijgen?

Réponse: 1. Je dois tout d'abord attirer l'attention de l'honorable membre sur le fait que la protection civile dispose de véhicules vacuum, précisément destinés à collecter des matières polluées ou des eaux résiduelles. Il est, en revanche, exact que lors de l'accident de Spontin, en date du 9 mars dernier, de simples camions-citernes ont été utilisés également, et que ceux-ci ont dû transporter une partie (environ 10%) des eaux polluées, étant donné qu'il fallait disposer d'une grande capacité de collecte en un court laps de temps. 2. Sur la base d'indications données par les autorités compétentes de la Région wallonne, la matière transportée a été stockée dans de grandes cuves étanches et parfaitement isolées. Le traitement de déchets n'étant cependant pas de mon ressort, j'ai l'honneur de renvoyer l'honorable membre au ministre compétent en cette matière de l'exécutif de la Région wallonne. En ce qui concerne les véhicules, ceux-ci ont été désinfectés par une firme compétente, et l'eau potable contenue dans les citernes a ensuite été à nouveau analysée. 2. La protection civile a fait baisser le niveau d'eau des douves de telle sorte que les eaux contaminées ne s'écoulent plus dans la rivière «le Bocq ». A la demande de la Région wallonne, le pompage a été poursuivi jusqu'à ce que la concentration du produit ne soit plus dangereuse pour la faune et la flore.

Antwoord: 1. Ik dien vooraf de aandacht van her geacht lid te trekken op het feit dat de civiele bescherming over vacuümwagens beschikt, precies om bezoedelde stoffen of afvalwater op te vangen. Maar het is juist dar bij het ongeval te Spontin op 9 maart ook gewone citernewagens werden ingezet, die een deel (ongeveer 10%) van het bezoedelde water hebben opgevangen, omdat op een korte tijdspanne veel opvangcapaciteit diende te worden aangewend.

Ministre de PEmploi et du Travail, chargé de la politique d'égalité des chances entre hommes et femmes

Minister van Tewerkstelling en Arbeid, belast met het beleid van gelijke kansen voor mannen en vrouwen

Exposition

n? 51 de M. Barbé du 22 juillet 1992 (N.) :

à des produits chimiques à titre profes-

sionnel. -

Fonction de reproduction.

-

Etude

scientifique. L'exposition

De civiele bescherming heeft het waterniveau van de vestigingsgrachten zodanig doen dalen dat het besmette water nier meer in de rivier « Ie Bocq » kon vloeien. Er is dan verder gepompt, op aanwijzing van het Waalse Gewest, totdar de concentratie van het produkt niet meer gevaarlijk was voor de fauna en de flora.

DO 919280991


2. Op aanwijzen van de bevoegde diensten van het Waalse Gewest, werd de vervoerde inhoud opgeslagen in goed geïsoleerde vergaarbakken. Het verwerken van afvalprodukten behoort echter niet tot mijn bevoegdheid, daarvoor dien ik het geacht lid te verwijzen naar de bevoegde minister van de executieve van het Waalse Gewest. De voertuigen zelf werden ontsmet door een bevoegde firma en het water van de nadien gevulde citernes werd opnieuw geanalyseerd.

Vraag

nr. 51 van de heer Barbé (N.):

van 22 juli 1992

Beroepsmatige blootstelling aan chemische stoffen. -

Voortplantingsfunctie.

-

Wetenschappelijk onder-

zoek. à des substances

chimiques

dans

le

Door

beroepsmatige

blootstelling

aan

chernische


-(27)-

cadre de l'exercice de la profession peut porter atteinte à la fonction reproductrice tant féminine que masculine. Ces dommages peuvent se répercuter sur les enfants. Par le passé, on a beaucoup parlé d'une série de cas spécifiques (plomb, DBCP, et cetera) mais un long chemin reste à parcourir en ce qui concerne l'étude scientifique et l'approche fondamentale du problème. Dans une étude récente de la « Federatie Nederlandse vakbeweging » (Fédération syndicale néerlandaise), réalisée en collaboration avec l'université d'Amsterdam, j'ai lu qu'en moyenne 3% de tous les avortements naturels et 3 % des troubles congénitaux seraient dus à une exposition à des substances chimiques sur les lieux de travail. Aux Pays-Bas, cela représente 18.000 avortements naturels par an, dont une partie considérable survenant très tôt pendant la grossesse ne sont pas perçus comme tels, et il est connu que certaines professions entraînent des risques accrus pour les organes de reproduction: personnel de salle opératoire et de laboratoire, travailleurs dans l'industrie chimique et du caoutchouc, esthéticiennes, coiffeurs, fruiticulteurs, imprimeurs. 1. Une étude scientifique analogue a-t-elle été réalisée en Belgique? Quels en étaient les principaux résultats? 2. Pour quels professions et/ou secteurs professionnels en Belgique est-il prouvé qu'il existe des risques accrus de dommages aux organes de reproduction? 3. Menez-vous matière?

une politique

spécifique

en cette

Réponse: L'honorable membre trouvera ci-après les réponses à ses questions. 1. Mon département ne disposant pas d'une section de recherches scientifiques, de telles études ne sont pas effectuées par mes services. Pour l'obtention des informations demandées, je renvoie l'honorable membre aux centres universitaires de recherche et aux associations scientifiques belges. Je lui fait parvenir directement, vu le caractère purement documentaire de l'information, un aperçu d'articles scientifiques concernant le problème soulevé ainsi qu'une liste non limitative des centres et associations précités. 2. Si par des dommages aux organes reproducteurs, on entend, en premier lieu, des troubles de la fécondité masculine et féminine, il convient surtout de prendre en considération l'exposition à certaines substances et préparations dont l'étiquette comprend les phrases suivantes: R46: « peut causer des altérations génétiques héréditaires ». En principe, il s'agit ici de toutes les substances et préparations dont le caractère mutagène est prouvé. R47: « peut causer des malformations congénitales ».

Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (BI 1991- 11992)

1877

stoffen kunnen vrouwen zowel alls mannen schade oplopen aan hun voortplantingsfumctie. Die schade kan worden overgedragen aan de Ikinderen. In het verleden is al heel wat te doen geweest rond een aantal specifieke gevallen (lood, bestrijdingsmiddel DBCP, enzovoort), maar inzake wetenschappelijk onderzoek en fundamentele aanpakc van het probleem valt roch nog een hele weg af te leggen. In een recente studie van de Federatie Nederlandse vakbeweging in sarnenwerking met de universiteit van Amsterdam lees ik: «gemiddeld drie procent van alle miskramen en drie procent vain alle aangeboren stoornissen zouden het gevolg zijm van blootstelling aan chemische stoffen op het werk. Voor Nederland betekent dit 18.000 miskramen wer jaar (waarvan wel een groot deel ongemerkt blijwen omdat ze heel vroeg in de zwangerschap optred.en); van bepaalde beroepen is gekend dat ze een verh.oogd risico inhouden voor schade aan de voortplantingsorganen en dus ook voor het nageslacht: operatiekarnerpersoneel en labopersoneel, werknemers in die chemische industrie en de rubberindustrie, schoonheidsspecialistes, kapsters, fruittelers, drukkers ». 1. Werd er in ons land al gelijkaardig wetenschappelijk onderzoek uitgevoerd? Wat waren daarvan de belangrijkste besluiten? 2. Voor welke beroepen en/ofbedriifssecroren in ons land is het wetenschappelijk bewezen dat er een verhoogd risico is op schade aan de voortplantingsorganen? 3. Voert de minister een specifiek beleid inzake deze problematiek? Antwoord: Het geacht lid gelieve hierna een antwoord te vinden op de gestelde vragen. 1. Vermits mijn departement geen wetenschappelijke onderzoeksafdeling bezit, worden door mijn diensten dergelijke studies niet uitgevoerd. Derhalve verwijs ik het geaicht lid voor de gevraagde informatie door naar dIe Belgische universitaire onderzoekscentra en wetens.chappelijke verenigingen, waarvan ik hem, gelet op h.et louter documentaire karakter, een nier-lirnitarieve lijst rechtstreeks zal doen toekomen, alsook een overzicht van wetenschappelijke artikelen betreffende het voorliggende probleem. 2. Indien met schade aan de v-oortplantingsorganen in de eerste plaats het veroorzsaken van stoornissen in de mannelijke en vrouwelijjke fertiliteit wordt bedoeld, dan komt hiervoor voorral de blootstelling aan bepaalde stoffen en preparatten in aanmerking waarbij op het etiket de volgendle risicozinnen zijn vermeld: R46: « kan erfelijke genetische schade veroorzaken ». In principe gaat het hier om allie stoffen en preparaten waarvan het mutageen kairakter bewezen is, R47 :

«

kan geboorteafwijkingen

veroorzaken

»,

1878


-

Sont regroupées ici toutes les substances et préparations dont le caractère tératogène est prouvé. Le risque de fausse couche (avortement spontané) n'est jusqu'à présent pas mentionné sur l'étiquette au moyen d'une phrase spécifique de risque, mais est causé principalement par l'exposition aux substances mutagènes etlou tératogènes. Puisque dans certains secteurs l'utilisation de substances mutagènes ou tératogènes est plus fréquente, le risque de développement de certains symptômes de maladie est d'autant plus grand. Selon les publications scientifiques ceci est en effet le cas, entre autres, dans l'industrie du caoutchouc, l'industrie chimique, les laboratoires, l'industrie sidérurgique et le secteur de l'agriculture (contact avec les pesticides). Notre pays n'est pas une exception dans ce domaine. Les maladies causées par des agents chimiques sont regroupées dans une liste des maladies professionnelles reconnues, établie par le ministère des Affaires sociales. 3. Afin d'éviter des fausses couches et de protéger la santé de la mère et de l'enfant, la loi du 16 mars 1971 sur le travail comprend quelques dispositions importantes. C'est ainsi que le médecin du travail peut prescrire dans l'entreprise les mesures nécessaires pour la travailleuse enceinte et son enfant et déterminer les travaux dont l'exécution est interdite. En plus, l'arrêté royal fixant les mesures d'exécution de I'arrrêté royal n" 40 du 24 octobre 1967 sur le travail des femmes énumère dans son article 1er les travaux auxquels il est interdit d'occuper des travailleuses. L'article 2 du même arrêté stipule qu'il est interdit d'occuper des travailleuses enceintes aux travaux les exposant aux effets nocifs de certains agents chimiques. Les inspecteurs sociaux surveillent avec précision le respect de cette réglementation.

Enfin, je renvoie l'honorable membre à la proposition de directive européenne concernant la protection au travail de la femme enceinte ou venant d'accoucher. C'est essentiellement l'article 4 de cette proposition de directive - pour autant qu'elle soit promulguée - qui est important, étant donné que cet article prévoit que les Etats membres prennent les mesures nécessaires pour que les travailleuses enceintes ne soient pas affectées à des travaux les exposant ou susceptibles de les exposee aux agents ou procédés repris dans l'annexe 1 à ladite proposition de directe.

(27)-


Hieronder vallen alle stoffen en preparaten waarvan het teratogeen karakter bewezen is. Het gevaar voor miskraam (spontane abortus) wordt tot op heden niet met een specifieke risicozin op het etiket vermeld, maar wordt in hoofdzaak veroorzaakt door blootstelling aan mutagene en/of teratogene stoffen. Vermits in sommige sectoren meer frequent met bepaalde muragene of teratogene stoffen wordt gewerkt, is het risico voor de ontwikkeling van bepaalde ziekreverschijnselen overeenkomstig groter. Volgens de wetenschappelijke publikaties is dit inderdaad ondermeer het geval voor de rubberindustrie, de scheikundige industrie, de laboratoria, de staalindustrie en de agrarische sector (contact met pesticiden). Ons land is in dit opzicht geen uitzondering. De door chemische agentia veroorzaakte ziekten worden samengebracht op een lijst van erkende beroepsziekten die wordt opgesteld door het ministerie van Sociale Zaken. 3. Ter voorkoming van miskramen en teneinde de gezondheid van moeder en kind te beschermen, staan in de Arbeidswet van 16 rnaart 1971 enkele belangrijke bepalingen. Zo kan de arbeidsgeneesheer in het bedrijf de maatregelen voorschrijven die voor de zwangere werkneemster en haar kind nodig zijn en bepalen welke arbeid te dien einde niet mag worden verricht. Bovendien somt het koninklijk besluit tot vaststelling van maatregelen ter uitvoering van het koninklijk besluit nr. 40 van 24 oktober 1967 betreffende de vrouwenarbeid in artikel 1 de werken op waarvoor het verboden is werkneemsters tewerk te stellen. Artikel 2 van hetzelfde besluit bepaalt dat het verboden is zwangere werkneemsters werk te laten verrichten waarbij zij blootgesteld worden aan de schadelijke werking van bepaalde scheikundige agentia. De sociale inspecteurs waken nauwlettend over de naleving van deze reglementering. Ten slotte verwijs ik naar het voorstel voor een Europese richtlijn inzake de bescherming op het werk van de zwangere en de onlangs bevallen vrouw. Vooral artikel 4 van voornoemd voorstel is - indien het wordt aanvaard - belangrijk, in die zin dat dit artikel bepaalt dat de lidstaten de maatregelen dienen te nemen opdat zwangere werkneemsters geen werk verrichten dat hen aan de in bijlage 1 bij dat voorstel genoemde agentia of procédés blootstelt of kan blootstellen.

DO 919281024

Da 919281024

Question n? 54 de M. Detremmerie du 24 juillet 1992

Vraag nr. 54 van de heer Detrernmerie van 24 juli

(Fe.) :

Administration giaire.

1992 (Fe.) :

locale. -

Hôpital public. -

Sta-

L'arrêté royal du 29 mars 1990 stipule que les administrations locales doivent engager au 1cr janvier

Plaatselijke besturen. Stagiair.

Openbaar ziekenhuis. -

Krachtens het koninklijk besluit van 29 maart 1990 moeten de plaatselijke besturen op 1 januari 1992


_

1992 un pourcentage de stagiaires égal à 1 % de l'effectif. Dans une note du 2 décembre 1991, l'administrateur général de l'ONEm estime cependant que les hôpitaux publics ne tombent pas dans le champ d'application de cet arrêté et sont donc tenus à engager 2% de leur effectif, tel que cela est prévu dans l'arrêté royal du 1er août 1985 dispensant partiellement les hôpitaux publics de l'obligation d'occuper des stagiaires. Pourtant, les hôpitaux publics, lorsqu'ils dépendent directement d'une commune, d'un CPAS ou d'une intercommunale, peuvent, en toute logique, être considérés comme des administrations locales. A quel quota de stagiaires les hôpitaux publics dépendant d'une commune, d'un CPAS ou d'une intercommunale sont-ils tenus? Réponse: En réponse à la question posée, j'ai l'honneur de communiquer à l'honorable membre ce qui suit. Les hôpitaux publics dépendant d'une commune, d'un CPAS ou d'une intercommunale tombent sous le champ d'application de l'arrêté royal du I " août 1985 dispensant partiellement les hôpitaux publics de l'obligation d'occuper des stagiaires. Ils sont, dès lors, tenus d'engager un nombre de stagiaires correspondant à un engagement à temps plein de 2% de l'effectif de leur personnel, cet engagement pouvant se faire à temps plein. Toutefois, le CPAS, la commune, ou l'intercommunale qui introduit une demande de dispense totale ou partielle à l'obligation d'engager des stagiaires sur la base du chapitre II, article 2 de l'arrêté royal du 29 mars 1990 - déterminant pour certaines administrations locales les conditions d'octroi d'une dispense, totale ou partielle, à l'obligation d'engager des stagiaires ainsi que les conditions de réduction du pourcentage de stagiaires - peut faire état des difficultés financières de l'hôpital qui en dépend pour justifier sa demande.

(27) _

BelgischeKamervan Volksvertegenwooirdigers Vragenen Antwoorden (BZ1991-19192)

1879

een percentage stagiairs in dienst neimen dat overeenstemt met 1 % van het personeelsbe-srand. In een nota van 2 december 1991L stelt de adrninistrateur-generaal van de RVA everrwel dat de openbare ziekenhuizen niet onder het ttoepassingsgebied vallen van dat besluit en derhalve een percentage in dienst moeten nemen gelijk aan 2°)/u van het personeelsbestand, zoals bepaald dom":" het koninklijk besluit van 1 augustus 1985 houdemde een gedeeltelijke vrijstelling van openbare ziek.enhuizen van de verplichting tot tewerkstelling van stagiairs. Toch kunnen openbare ziekenluuizen die rechtstreeks ressorteren onder een gemeente, een OCMW of een intercommunale, logischerwijjze als plaatselijke besturen worden beschouwd. Welk percentage stagiairs diemen onder een gemeente, een OCMW of een intercœrnrnunale ressorterende openbare ziekenhuizen tewerk te stellen? Antwoord: Als antwoord op zijm vraag, heb ik de eer het geacht lid het volgende mee: te delen. De openbare ziekenhuizen die afhangen van een gemeente, een OCMW of een intercommunale vallen onder het toepassingsgebied van het koninklijk besluit van 1 augustus 1985 tot gedeeltelijlke vrijstelling van de openbare ziekenhuizen van de verplichting tot indienstneming van stagiairs. Zij zijn er dus toe verplicht een aantal stagiairs in dienst te nemen dat overeenkomt met een voltijdse aanwerving van 2% van hun personeelsbestand. Die aanwerving kan voltijds gebeuren. Toch kunnen OCMW's, gemeenten of intercommunales die een aanvraag indienen tot gehele of gedeeltelijke vrijstelling van de verplichting tot aanwerving van stagiairs op grond van hoofdsruk II, artikel 2 van het koninklijk besluit van 20 maart 1990 - tot vaststelling van somrnige plaarselijke besturen van de toekenningsvoorwaarden voor gehele of gedeeltelijke vrijstelling van de verplichting tot aanwerving van stagiairs, alsmede vam de voorwaarden voor de vermindering van het percentage stagiairs in hun aanvraag ter rechtvaardiging financiële moeilijkheden inroepen.

1880


-

(27)-



Ministre des Petites et Moyennes Entreprises et de l'Agriculture Petites

et Moyennes

Entreprises

Kleine

DO 919280992

DO

Question n" 18 de M. Cortois (N.) :

Profession de comptable. -

du 22 juillet

1992

Inscription au registre.

L'arrêté royal du 19 mai 1992 règle la protection du titre professionnel et de l'exercice de la profession de comptable. Le Moniteur belge du 2 juin 1992 a publié le texte de la circulaire qui a été transmise aux bourgmestres et qui précise dans quelles conditions les personnes qui exercent déjà la profession de comptable peuvent demander leur inscription dans un registre ouvert dans chaque commune par le bourgmestre. Or, le mois de juin est un mois extrêmement chargé pour les comptables. Tout le monde n'a pas le temps de lire chaque jour attentivement le Moniteur belge. En outre, la demande d'inscription doit être accompagnée d'un certain nombre de documents qu'il faut rassembler. Le délai de 30 jours était par conséquent extrêmement court, et un certain nombre de personnes n'ont pas pu réagir à temps. Ne s'indiquerait-il pas de prolonger le délai pour l'introduction des demandes? Compte tenu des mois de vacances, ne serait-il pas raisonnable de fixer l'expiration du délai au 30 septembre? Réponse: Il est exact que la demande d'inscription sur la liste de bénéficiaires de droits acquis doit être introduite dans le mois qui suit la date d'entrée en vigueur de l'arrêté de réglementation: cette disposition a été prévue par l'arrêté royal du 24 juin 1987 organisant le régime transitoire visé à l'article 17 de la loi-cadre du 1er mars 1976 réglementant la protection du titre professionnel et l'exercice des professions intellectuelles prestataires de services. Ce délai n'est donc pas propre à la réglementation des comptables mais serait d'application pour d'autres professions réglementées dans le cadre de la loi du 1er mars 1976. Il répond à la préoccupation du législateur qui a voulu que la période s'étendant de l'entrée en vigueur d'une réglementation à l'installation de l'institut professionnel soit la plus courte possible; cette période comporte en effet des incertitudes puisque la profession est réglementée alors que l'inscription à l'institut n'est, par hypothèse, pas encore possible; celui-ci ne sera installé qu'après les élections auxquelles prendront part les personnes bénéficiant des droits acquis. Le risque existe dès lors de voir certains entamer l'exercice de la profession sans disposer d'un des titres requis par l'arrêté royal de réglementation.

Vraag

en Middelgrote

Ondernemingen

919280992 nr, 18 van de heer Cortois (N.) :

Beroep van boekhouder. -

van 22 juli 1992

Inschrijving in register.

Het koninklijk besluit van 19 mei 1992 regelt de bescherming van de beroepstitel en de uitoefening van het beroep van boekhouder. In het Belgisch Staatsblad van 2 juni 1992 verschijnt de tekst van de rondzendbrief, toegestuurd aan de burgemeesters, waarin wordt bepaald onder welke voorwaarden de personen die het beroep van boekhouder reeds uitoefenen, om inschrijving kunnen verzoeken in een door de burgemeester van iedere gemeente opgesteld register. Probleem is dat de maand juni in het beroep boekhouder een zeer drukke maand is. Niet iedereen heeft de tijd om iedere dag het Belgisch Staatsblad grondig te lezen. Daarenboven dient de aanvraag te worden gestaafd door een aantal documenten die moeten worden ingezameld. Kortom, een tijdsspanne van 30 dagen was zeer kort. Een aantal mensen heeft niet tijdig kunnen reageren. Zou de aanvraagperiode niet moeten worden verlengd? Zou, rekening houdend met de vakantiemaanden, 30 september niet redelijk zijn? Antwoord: Dar de aanvraag om inschrijving in de lijst van personen die verkregen rechten genieten moet worden ingediend binnen de maand die volgt op de inwerkingtreding van het reglementeringsbesluit, klopt. Deze bepaling staat in het koninklijk besluit van 24 juni 1987 houdende organisatie van de overgangsregeling bedoeld bij artikel 17 van de kaderwet van 1 maart 1976 tot reglementering van de dienstverlenende intellectuele beroepen. Deze termijn is dus niet kenmerkend voor de regelgeving voor boekhouders. Hij zou ook voor andere in het kader van de wet van 1 maart 1976 gereglementeerde beroepen gelden. Hij beantwoordt aan het streven van de wetgever, de tijdspanne tussen de inwerkingtreding van een reglementering en de vestiging van het instituut zo kort mogelijk te houden; in die tijdspanne heerst immers onzekerheid doordat het beroep gereglernenteerd is terwijl inschrijving bij het instituut nog niet mogelijk is. Het instituut wordt immers pas opgericht na verkiezingen waaraan zij die verkregen rechten genieten, deelnernen. Het gevaar is dus niet denkbeeldig dat sommigen het beroep gaan uitoefenen zonder één van de akten te bezitten die bij het reglementeringsbesluit vereist worden.


_

(27) _

Belgische Kamer van Volksvertegenwoœrdigers Vragen en Antwoorden (RZ 1991-19192)

1881

J'attire l'attention de l'honorable membre sur le fait que, le jour de l'entrée en vigueur de l'arrêté du 19 mai 1992, j'ai tenu une conférence de presse à ce sujet; l'information a été publiée tant dans la presse générale que spécialisée, ainsi que par les organisations professionnelles. Les demandeurs qui se sont vu refuser l'inscription sur une liste communale peuvent introduire un recours auprès du conseil d'agréation, ministère des Classes moyennes, rue Stevens 7 à 1000 Bruxelles.

Ik maak het geacht lid er opmerlkzaam op dat ik op de dag van inwerkingtreding vam het besluit van 19 mei 1992 ter zake een perscomferentie gegeven heb; de informatie is zowel in de aljgemeen informerende pers als in vakbladen verschenen en door de beroepsverenigingen verspreid. Aanvragers wier inschrijving op «le gemeentelijke lijst afgewezen is kunnen beroep instellen bij de erkenningsraad, ministerie van Middemstand, Stevensstraat 7 te 1000 Brussel.

DO

DO

919281028

919281028

n" 21 de M. Tant du 27 juillet 1992 (N.) :

Vraag nr. 21 van de heer Tant van 2,7 [uli 1992 (N.) :

Statut social des indépendants. - Assujetissement des administrateurs de sociétés non rémunérés.

Sociaal statuut zelfstandigen, - Toepassing op onbezoldigde bestuurders van uennoouscbappen.

L'arrêté royal du 1er juillet 1992 pris en exécution du chapitre III du titre III de la loi du 26 juin 1992 portant des dispositions sociales et diverses, relatif à la cotisation unique à charge des sociétés, destinée au statut social des travailleurs indépendants (Moniteur belge du 3 juillet 1992), exécute la décision du gouvernement d'assujettir également les administrateurs non rémunérés au statut social des travailleurs indépendants. Or, il règne actuellement une certaine confusion quant à la question de savoir qui doit cotiser. Lors de la discussion du projet de loi portant des dispositions sociales et diverses (Doc. parl., Chambre, n" 480/7, sessionextraordinaire 1991/1992, page 15) en commission de l'Agriculture et des Classes moyennes, vous avez déclaré que ne sont pas tenus de cotiser les mandataires non rémunérés dont l'activité principale est d'être salarié ou fonctionnaire ni ceux qui sont pensionnés ou dont le conjoint bénéficie d'une assurance sociale ou d'une pension. 1. Pouvez-vous confirmer cette position? 2. Avez-vous donné des directives en ce sens aux caisses de sécurité sociale? 3. Pourriez-vous nous donner des précisions quant à la situation des administrateurs non rémunérés de nationalité étrangère? 4. Est-il exact que cette mesure ne concerne pas les mandataires politiques comme tels?

Met het koninklijk besluit van 1 juli 1992 tot uitvoering van hoofdstuk III van titel 1nl van de wet van 26 juni 1992 houdende sociale en diverse bepalingen met betrekking tot de eenmalige biidrage ten laste van de vennootschappen bestemd voor het sociaal statuut der zelfstandigen tBelgisdr Staatsblad van 3 juli 1992) wordt de regeringsbesllissing uitgevoerd om ook de onbezoldigde bestuurdeirs aan het sociaal statuut van de zelfstandige te onderwerpen, Onduidelijkheid heerst over de vraag wie nu al of nietbijdrageplichtig is. Naar aanleiding van de bespreking van het wetsontwerp houdende sociale en diverse bepalingen (ParI. stuk, Karner, nr. 480/7, bijzondere zitting 19911992, blz. 15) in de commissie voor de Landbouw en de Middenstand verklaarde de minister dat « onbezoldigde mandatarissen die loontrekkend of ambtenaar zijn in hoofdberoep en evenmin deze die gepensioneerd zijn of wiens echtgenoot een sociale verzekering of. pensioen geniet » niet bijdrageplichtig zijn, 1. Kan de minister deze stellingbevestigen? 2. Geeft hij de sociale zekerheidskassen in die zin richtlijnen? 3. Kan de minister duidelijkheidi verschaffen over de toestand voor onbezoldigde besnuurders van buitenlandse nationaliteit? 4. Klopt het dat deze maatregell geen betrekking heeft op de politieke mandatarissem als dusdanig?

Réponse: 1. Les mandataires non rémunérés ne retirent pas de revenus professionnels de leur mandat. Si, en dehors de celui-ci, ils exercent habituellement et en ordre principal une autre activité professionnelle que celle de travailleur indépendant (travailleurs indépendants à titre complémentaire) ou s'ils ont atteint l'âge de 65 ans (homme) ou 60 ans (femme) ou ont obtenu le paiement effectif d'une pension de retraite anticipée en qualité de travailleur indépendant ou de travailleur salarié (travailleurs indépendants bénéficiaires d'une pension), ils ne sont pas redevables de cotisations sociales du chef de leur mandat gratuit, leurs revenus de référence restant inférieurs au plafond légal de 32.724 francs belges.

Antwoord: 1. Onbezoldige rnandatarissen bekornen uit de uitoefening van hun mandaat geen be-drijfsinkomsten. Indien ze daarnaast gewoonlijk en hoofdzakelijk een andere niet-zelfstandige beroepsrbezigheid uitoefenen (zelfstandigen in bijberoep) of indien ze de leeftijd van 65 jaar (man) of 60 jaar (vrou-w) bereikt hebben of de betaling van een vervroegd, rustpensioen als zelfstandige of als werknemer effecttief bekomen hebben (pensioengerechtigde zelfstandiigen) zijn ze uit hoofde van hun onbezoldigd man.daat geen sociale bijdragen verschuldigd daar hun referteïnkomsten beneden het wettelijk plafond van 32.724 Belgische frank blijven.

Question

243

1882


_ (27) _


3. Pour l'application des principes en matière d'assujettissement au statut social des travailleurs indépendants, il n'est pas tenu compte de la nationalité des personnes physiques. Selon la plupart des conventions bilatérales ou multilatérales, les mandataires de nationalité étrangère exerçant leur mandat gratuit en Belgique sont, dans le domaine de l'assujettissement et de l'obligation de cotiser, traités de la même manière que les mandataires de nationalité belge. 4. L'arrêté royal du I" juillet 1992 n'est pas d'application aux mandats, tels les mandats politiques, qui ne donnent pas lieu à assujettissement au statut social des travailleurs indépendants.

De betrokkenen die een onbezoldigd mandaat als hoofdberoep uitoefenen kunnen verzoeken om te worden gelijkgesteld met zelfstandigen in bijberoep mits voor het bedoelde jaar volgens een verplichte regeling voor pensioenen kinderbijslag, en ziekteen invaliditeitsverzekering, sector geneeskundige verzorging, een uitkeringsrecht gewaarborgd is dat ten minste gelijk is aan dit van het sociaal statuut van zelfstandigen. 'Wanneer ze van deze mogelijkheid gebruik maken zijn ze evenmin bijdragen verschuldigd. Indien de hiervoor aangehaalde personen zich in eenperiode van begin van activiteit bevinden, kan het Rijksinstituut voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen hen, op hun verzoek, toelaten om geen voorlopige bijdragen te betalen. 2. Met betrekking tot de wijziging van de artikelen 2 en 40 van het koninklijk besluit van 19 december 1967 houdende algemeen reglement in uitvoering van het koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli 1967 houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen door het koninklijk besluit van 1 juli 1992 (Belgisch Staatsblad van 3 juli 1992), werden op 29 juli 1992 aan de sociale verzekeringsfondsen in dezelfde zin uitgebreide richtlijnen gegeven. 3. Voor de toepassing van de beginselen inzake verzekeringsplicht ten aanzien van het sociaal statuut der zelfstandigen, wordt met de nationaliteit van natuurlijke personen geen rekening gehouden. Overeenkomstig het merendeel van de bilaterale of multilaterale verdragen worden mandatarissen van buitenlandse nationaliteit die hun onbezoldigd mandaat in België uitoefenen op het vlak van de verzekerings- en de bijdrageplicht op dezelfde wijze behandeld als mandatarissen van Belgische nationaliteit. 4. Het voornoemd koninklijk besluit van 1 juli 1992 is niet van toepassing op mandaten, zoals politieke mandaten, die geen aanleiding geven tot verzekeringsplicht aan het sociaal statuut der zelfstandigen.

DO 919281036

DO 919281036

Question n" 22 de M. Olivier du 28 juillet 1992

Vraag

Les intéressés exerçant un mandat gratuit à titre de profession principale peuvent demander à être assimilés à des travailleurs indépendants à titre complémentaire, pour autant que soient garantis, pour l'année en cause, des droits à des prestations dans un régime obligatoire de pension et d'allocations familiales et d'assurance contre la maladie et l'invalidité, secteur des soins de santé, au moins égales à celles du statut social des travailleurs indépendants. Lorsqu'ils font usage de cette possibilité, ils ne sont pas davantage redevables de cotisations. Si les personnes précitées se trouvent dans une période de début d'activité, l'Institut national d'assurances sociales pour travailleurs indépendants peut, à leur demande, les autoriser à ne pas payer de cotisations provisoires. 2. En ce qui concerne la modification, par l'arrêté royal du J" juillet 1992 (Moniteur belge du 3 juillet 1992), des articles 2 et 40 de l'arrêté royal du 19 décembre 1967 portant règlement général en exécution de l'arrêté royal n? 38 du 27 juillet 1967 organisant le statut social des travailleurs indépendants, les caisses d'assurances sociales ont reçu, le 29 juillet 1992, des instructions détaillées dans le même sens.

(N.) :

nr,

22 van de heer Olivier van 28 juli 1992

(N.) :

Comités de quartier.

Buurt- en wijkcomités.

Des comités de quartier s'organisent de plus en plus sous la forme d'associations sans but lucratif, qui sont confrontées aux problèmes suivants.

Hoe langer hoe meer worden buurt- en wijkcomités, georganiseerd in de vorm van een vereniging zonder winstoogmerk, geconfronteerd met volgende problemen. Tijdens de organisatie van activiteiten krijgen deze verenigingen de toelating om een bepaalde straat of wijk voor het verkeer af te zetten. Alle handelaars binnen dit gesloten circuit betalen aan de v.z.w. een bijdrage ter bekostiging van de investeringen die deze organisator gedaan heeft voor het aantrekken van allerhande artiesten, insrallatie van muziek, podia, enzovoort.

Lorsqu'elles organisent des activités, ces associations reçoivent l'autorisation de fermer une rue ou un quartier déterminé à la circulation. Tous les commerçants situés à l'intérieur de ces zones fermées paient une contribution à l'a.s.b.l. pour couvrir les investissements consentis par cet organisateur aux fins d'attirer toutes sortes d'artistes, de pourvoir à la présence de musique, de podiums et cetera.


-

(27)-

BelgischeKamervan Volksvertegenwo
1883

Certains commerçants refusent régulièrement de verser leur contribution, alors qu'ils vendent pourtant d'importantes quantités de boissons et d'en-cas à l'intérieur de ces zones. Un problème analogue s'est déjà posé aux organisateurs d'un critérium vélocypédique qui entendaient se charger de la vente de boissons et de petits pains et ont dû accepter que des commerçants profitent de leurs efforts en vendant leurs propres marchandises à l'intérieur de la zone fermée. 1. Une a.s.b.l. qui organise des festivités ou des critériums vélocypédiques peut-elle réagir contre ce genre de situation? 2. Quelles sont ses voies de recours? 3. Que peut-on faire pour protéger les animations culturelles ou sociales d'un quartier ou d'une rue?

Regelmatig weigeren bepaalde handelaars hun bijdrage te betalen, alhoewel zij binruen het afgesloten circuit grote hoeveelheden dranken en snacks verkopen. Ook organisatoren van een wieler-criteriurn, die zelf wilden instaan voor de verkoop van dranken en broodjes en moesten gedogen dat nnarktkramers van hun inspanningen kwamen profiteren door binnen dit gesloten circuit hun eigen koopwaar aan te bieden kregen al met een gelijkaardig probleem te maken. 1. Kan een v.z.w.-organisator wan de feesten of wielercriteria hiertegen reageren?

Réponse: En réponse à sa question, j'aimerais muniquer à l'honorable membre ce qui suit.

Antwoord: In antwoord op die vraag van het geacht lid, heb ik de eer hem het: volgende mee te delen. Het gemeentebestuur heeft een ajlgernene politiebevoegdheid wat betreft de straten en openbare pleinen. Het mag dus beslissen het normale verkeerin een straat of wijk te verbieden om er .culturele animatie en ambulante activiteiten toe te latren,

com-

L'administration communale a une compétence générale de police en ce qui concerne les rues et les places publiques. Elle peut donc décider d'interdire la circulation normale dans une rue ou un quartier pour permettre une animation culturelle et des activités ambulantes. En principe, rien ne s'oppose à ce que pareille animation soit organisée par une a.s.b.l. A défaut de contrat en ce sens entre l'a.s.b.l. et les vendeurs ambulants concernés, je ne vois cependant pas sur quelle base l'organisateur pourrait exiger une quelconque participation à ses frais de la part des vendeurs ambulants. De même, à défaut de pouvoir de police, elle ne pourrait refuser l'accès à la rue au vendeur qui ne paye pas de contribution. Enfin, la liberté d'association s'oppose à ce que le vendeur puisse être contraint de payer des cotisations à une association à laquelle il ne souhaite pas adhérer.


2. Welke zijn zijn verweermiddden? 3. Wat kan worden ondernomem om de culturele en sociale animatie van een buurt mf straat te vrijwaren?

Principieel verzet niets zich ertegen dat dergelijke animatie door een v.z.w. wordt georganiseerd, Bij gebrek aan een contract in die zin tussen de V.Z.w. en betrokken ambulante verkopers, zie ik echter niet in op welke grondslag de organisator enige bijdrage in zijn kosten zou kunnen vorderen van de ambulante verkopers. Aangezien de vereniging over geen politiebevoegdheid beschikt, kan zij ook niet de toegang tot de straat ontzeggen aan een verkoper die geen bijdrage betaalt, Terï slotte kan de verkoper, wegens van de vrijheid van vereniging niet ertoe worden gedwongen lidgeld te betalen aan een vereniging waarvan hij geen lid wenst te zijn.

Minister van Landsverdediging

DO 919281001

DO 919281001 Question nO 141 de M. Hazette (Fr.) :

du 22 juillet 1992

Forces armées. - Imprimerie. du personnel militaire.

Centrale générale

n me revient que l'imprimerie des forces armées, sise Quartier Reine Elisabeth, délivre certains imprimés, à la demande de la Centrale générale du personnel militaire (CGPM). 1. Pouvez-vous confirmer ou infirmer ce fait?

Vraag nr, 141 van de heer Hazettce van 22 juli 1992 (Fr.) :

Strijdkrachten. - Drukkerij. van het militait personeel.

.Algemene centrale

Ik verneem dat de drukkerij varn de strijdkrachten, die zich in het Koningin Elisabetln-kwartier bevindt, drukwerk aflevert op verzoek van, de Algemene centrale van het militair personeel. 1. Is dat waar of niet?

1884

Chambre des Représentantsde Belgique Questions et Réponses (SE 1991·1992)

_ (27) _

2. Zo ja:

2. En cas de confirmation

: s'agit-il et de combien

a) de quels itnprimés plaires; b) depuis quand cette pratique existe-t-elle autorité a donné son accord; c) quel est le coût global par imprimé?

BelgischeKamervan Volksvertegenwoordigers Vragenen Antwoorden (BZ 1991·1992)

d'exemet quelle

a) over welk soort drukwerk gaat het hier, en hoeved exemplaren worden aldus gedrukt; b) sinds wanneer gebeurt dat en welke overheid heeft daarmee ingestemd; c) wat is de algemene kostprijs per drukwerk?

Réponse: L'honorable membre voudra bien trouver ci-après la réponse à sa question. D'une enquête approfondie effectuée à l'Imprimerie des forces armées, il appert qu'aucun travail d'imprimerie n'a été exécuté au profit de la Centrale générale du personnel militaire (CGPM).

Antwoord: Het geacht lid gelieve hierna het antwoord op zijn vraag te willen vinden. Na een grondig onderzoek uitgevoerd bij de Drukkerij van de krijgsmacht blijkt dar er in deze instelling geen drukwerken worden gemaakt ten voordele van de Algemene centrale van het rnilitair personeel (ACMP).

Dû 919281060

DO 919281060

Question nO 145 de M. Ramoudt (N.) :

Armée. tion.

Restructuration. -

du 3 août

Bâtiments. -

1992

Destina-

2. Quant à la caserne Bootsman Jonsen, sise « Graaf de Smet de Nayerlaan » à Ostende, sera-t-elle aliénée? Dans la négative, quelle en sera la destination? Réponse: L'honorable membre est prié de trouver ci-après la réponse à ses questions. 1. L'hôpital militaire d'Ostende pourrait être aliéné à la suite de la réorganisation des Forces Armées, ce qui pourra être confirmé dans quelques semaines lorsque l'étude de l'Etat-major général aura été finalisée. L'aliénation pourrait alors être réalisée dans Ie courant de 1993. 2. La caserne «Bootsman Jonsen » à ostende continue à répondre aux besoins des forces armées.

Leger. - Herstructurering. ming.

Gebouwen. - Bestem-

In het raam van de herstructurering van het leger waardoor het aanral militairen aanzienlijk zal verlagen, vermoed ik dat een aantal gebouwen, eigendom van het ministerie van Landsverdediging, overbodig en zal worden vervreemd. 1. Zal het militaire hospitaal te Oostende worden vervreemd? Zo nee, welke bestemming zal eraan worden gegeven? 2. Zal de kazerne Bootsman jonsen, Graaf de Smet de Naeyerlaan te Oostende worden vervreemd? Zo nee, welke bestemming zal eraan worden gegeven? Antwoord: Het geacht lid gelieve hierna het antwoord te willen vinden op de door hem gestelde vragen. 1. Ingevolge de reorganisatie van de strijdkrachten kan het militair hospitaal te Oostende in aanmerking komen voor vervreemding. Dit zal binnen enkele weken, na het einde van de studie uitgevoerd door de Generale Staf, kunnen bevestigd worden. De vervreemding zou dan in de loop van 1993 kunnen gebeuren. 2. De kazerne Bootsman jonsen te Oostende blijft verder beantwoorden aan de behoeften van de krijgsmacht.

DO 919281061

DO 919281061 n" 146 de M. Kubla du 3 août 1992 (Fr.) :

CE. -- Perifra. -

van 3 augustus

1992 (N.) :

Dans le cadre de la restructuration de l'armée, qui entraînera une réduction considérable de l'effectif militaire, je présume qu'un certain nombre de bâtiments, propriété du ministère de la Défense nationale, deviendront inutiles et seront dès lors aliénés. 1. L'hôpital militaire d'Ostende sera-t-il aliéné? Dans la négative, quelle en sera la destination?

Question

Vraag nr. 145 van de heer Ramoudt

Cofinancement.

les autorités belges viennent d'introduire auprès de la Commission des Communautés européennes une demande de cofinancement dans le cadre du

Vraag nr. 146 van de heer Kubla van 3 augustus (Fr.) :

EG. -

Perifra. -

1992

Cofinanciering.

De Belgische overheid heeft onlangs een cofinancieringsaanvraag ingediend bij de Commissie van de Europese Gemeenschappen, in het kader van het


-

(27)-

Belgische Kamervan Volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (BZ 1991-19'92)

1885

programme Perifra concernant un projet situé en Wallonie. 1. Quel est l'objet exact de cette demande? 2. Quel est le montant du cofinancement?

Perifra-programma,betreffende een proiect in WalIonië, 1. Wat is de concrete inhoud vara die aanvraag? 2. Hoeveel bedraagt die cofinanciering?

Réponse: L'honorable membre est prié de trouver ci-après la réponse à ses questions. Mon département n'est en aucun cas concerné par le programme Perifra.

Antwoord: Het geacht lid gelieve hierna het antwoord te willen vinden op de door hem gestelde vragen. Mijn departement is in geen enkelopzicht betrokken bij het programma Perifra.

Ministre pour l'Intégration sociale, la Santé publique et l'Environnement

Minister voor Maatschappelijke Integratie, Volksgezondheid en Leefmilieu

DO 919281103

DO 919281103

Question n° 69 de M. Caudron du 7 août 1992 (N.) :

Vraag nr. 69 van de heer Caudrom van 7 augustus 1992 (N.) :

Réfugiés. - Commission permanente de recours. Emploi des langues.

Vluchtelingen. gebruik.

La plupart des demandeurs d'asile ont quelques connaissances de l'anglais ou font usage de leur langue d'origine, leurs déclarations étant ensuite, après l'intervention d'un interprète, enregistrées en français. La plupart des demandeurs d'asile voient leur demande refusée et reçoivent une décision de refus rédigée en français. La procédure devant la commission permanente de recours des réfugiés se déroule oralement, en néerlandais ou en français, selon la langue de la région où l'intéressé était domicilié au moment où il a été interjeté appel auprès de la commission permanente de recours. Si ce domicile est situé dans la région bilingue de Bruxelles-capitale ou dans la région de langue allemande, la langue de la procédure est celle de la décision du commissaire général.

De meeste asielzoekers spreken een mondje Engels of hun plaatselijke taal, waarna hun verklaririgen na tussenkomst van een tolk in het Frans worden genotuleerd. De meeste asielzoekers worden geweigerd en ontvangen een Franstalige weigeringsbeslissing.

Quelles mesures sont prises en vue d'une application correcte de la procédure de la commission permanente de recours? Réponse: J'ai l'honneur de porter à la connaissance de l'honorable membre que la question posée relève de la compétence de mon collègue de l'Intérieur.

Vaste beroepscommissie.

-

Taal-

De rechtspleging voor de vaste beroepscornmissie voor vluchtelingen gebeurt mondeling, in het Nederlands of in het Frans naargelang de taal van het taalgebied van de verblijfplaats van de betrokkene op het ogenblik dat het beroep bij de vaste beroepscommissie aanhangig wordt gemaakt. Is die verblijfplaats gelegen in het tweetalige gebied Brussel-hoofdstad of in het Duitse taalgebied, dan is de ta.al van de rechtspleging de taal van de beslissing van de commissarisgeneraal. Welke maatregelen werden genonnen om de rechtspleging van de vaste beroepscornrnissie correct toe te passen? Antwoord: Ik heb de eer het geacht lid ter kennis te brengen dat de door hem gestel-de vraag behoort tot de bevoegdheid van mijn collega van Binnenlandse Zaken.

1886


-(27)-

Belgische KamervanVolksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (BZ 1991-1992)

Ministre du Budget

Minister van Begroting

Dû 919281093

Dû 919281093

Question n" Il de M. Leo Peeters du 21 août 1992

Vraag

(N.) :

nr, 11 van de heer Leo Peeters van 21 augustus 1992 (N.) :




1. Welke inspectie - en controletaken ressorteren onder uw bevoegdheid? 2. Wat zijn de huidige opdrachten van de diensten die bevoegd zijn voor deze taken? 3. Wat zijn de strategische opties en de prioriteiten van deze diensten en door wie worden ze vastgelegd? 4. Hoe zijn die diensten gestructureerd? 5. Hoeveel personeelsleden telt de personeelsformatie en hoeveel werken er effectief?

10. Dans quelle mesure les contrôles, la constatation d'infractions, les procès-verbaux dressés ainsi que les mesures et sanctions proposées contribuent-ils à la réalisation des options stratégiques des services en question?

6. Hoeveel controles voeren deze diensten jaarlijks uit? 7. Hoeveel overtredingen werden hierbij vastgesteld? 8. Hoeveel processen-verbaal werden hierbij opgesteld? 9. Welke gevolgen werden aan deze processenverbaal gegeven? 10. In welke mate dragen de controles, de vaststelling van de overtredingen, de opgestelde processenverbaal en de voorgestelde maatregelen en sancties bij tot de realisatie van de strategische opties van deze diensten?

Réponse: En ma qualité de ministre du Budget, je dispose des services de l'Administration du Budget et du contrôle des dépenses qui fait partie du ministère des Finances. Bien que chargée des diverses tâches en rapport avec le contrôle administratif et budgétaire, cette administration ne dispose cependant pas de services de contrôle ou d'inspection dans le sens prévu par la question de l'honorable membre.

Antwoord: In mijn hoedanigheid van minister van Begroting beschik ik over de diensten van de Administrarie van de Begroting en de controle op de uitgaven die deel uitmaakt van het ministerie van Financiën. Alhoewel ze wordt belast met de diverse taken met betrekking tot de administratieve en begroringscontrole beschikt voornoemde administratie echter over geen controle- of inspectiediensten in de zin bedoeld door de vraag van het geacht lid.

Secrétaire d'Etat à la Coopération au Développement, adjoint au Ministre des Affaires étrangères

Staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking, toegevoegd aan de Minister van Buitenlandse Zaken

9. Quelle suite y a été réservée?

00 919281191

Dû 919281191

Question n" 16 de M. Knoops du 2 septembre 1992

Vraag nr, 16 van de heer Knoops van 2 september 1992 (Fr.) :

(Fr.) :

Collaboration avec les associations représentatives d'organisations non gouvernementales (ONG). Dans votre interview parue dans Défis-Sud (juin

Samenu/erking met de uerenigingen die niet-gouuemementele organisaties vertegenwoordigen (NGO). In een interview verschenen in

«

Défis-Sud"

van


-

(27) -

BeIgischeKamervanVolksvertegenwoordigers 1887 VragenenAntwoorden(BZ1991-19~2)

1992), vous déclarez: «Je souhaite entamer avec le NCOS et le CNCD des pourparlers pour créer une sorte de plate-forme d'un niveau élevé où les représentants politiques, mon administration, les experts et les ONG discuteraient des orientations de la Coopération. » Monsieur le secrétaire d'Etat pourrait-il préciser s'il entend limiter, sur le plan des ONG francophones, ces pourparlers au seul CNCD qui ne regroupe qu'une partie des organisations non gouvernementales, alors que d'autres regroupements nettement plus pluralistes existent également?

juni 1992 verklaart u dat u onderhamdelingen wenst aan te knopen met het NCOS en rneit het CNCD om een forum van hoog niveau in het leven te roepen waar politici, het bestuur, deskundigien en de NGO's de oriënteringen van de samenwerkimg kunnen optreden. Bent u, wat de Franstalige NGO's Ibetreft, van plan die onderhandelingen te beperken ton het CNCD, dat enkel een deel van de niet-gouvernemenrele organisaties groepeert terwijl er ook ande.re groeperingen bestaan die onmiskenbaar meer pluralistisch zijn?

Réponse: La déclaration à laquelle il est fait mention exprimait avant tout l'idée de la création d'une instance de réflexion sur la coopération au développement et son évolution. Elle ne préjugeait en rien des indispensables équilibres philosophique, linguistique et régional qu'il conviendra de respecter lors de sa mise en place.

Antwoord : De verklaring waar melding van wordt gemaakt, benadrukte vooral het idee van de oprichting van een ontmoetingsplaats waar nagedacht wordt over de ontwikkelingssarnenwerking en haar evolutie. Het was geenszins de bedoe.ling te raken aan onontbeerlijke levensbeschouwelijke, linguïstieke of regionale evenwichten die zullen moeten in acht genomen worden bij de oprichting.


-

(27)-

SOMMAIRE PAR OBJET

• Question

Question n" Vraag nr.

Date Datum

DO

CA

Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (BZ 1991-19'»2)

1889

INHOUDSOPGA VE

Objet Voorwerp

Auteur

sans réponse

Page

Blz. • Vraag zonder antwoord

Premier Ministre Eerste Minister

6

919281038

29- 7-1992

17

Perdieu

Commissariat royal à la politique des immigrés. Formation. Koninklijk commissariaat voor het migrantenbeleid. - Opleiding.

1831

919281014

1- 9-1992

20

Demeulenaere

Coopérant. Coöperant.

1833

919281178

2- 9-1992

21

Knoops

Bruxelles. - Sortie vers le Hainaut et Hal Brussel. - Uirvalswegen naar Henegouwen

-

Nomination. Benoeming.

1834 en Halle.

Vice-Premier Ministre et Ministre des Communications et des Entreprises publiques Vice-Eerste Minister en Minister van Verkeerswezen en Overheidsbedrijven 919280833

26- 6-1992

122

Marsoul

Archives de l'Etat à Mons. - Locaux nom adaptés. Rijksarchief Bergen. - Niet aangepaste lokalen,

1834

919280454

9- 7-1992

135

Dewinter

Police. Politie. -

1836

919280947

10- 7-1992

140

Perdieu

Poste. - Travaux dans le Hainaut occidental. Post. - Werken in West-Henegouwen.

1836

919280649

14- 7-1992

144

Duquesne

Redevances radio-télévision. - Exonérations. Kijk- en luistergeld. - Vrijstelling.

1837

919280979

17- 7-1992

150

Van Dienderen

SNCB. - Rénovation des gares. NMBS. - Renovatie van de stations.

1838

919280984

17- 7-1992

151

Pierco

SNCB. - Festival de rock de Tornhout-Werchter. Train de nuit spécial. NMBS. - Rockfestival Torhout-Werchter. - Speciale nachttrein.

1840

919281029

27- 7-1992

154

Viseur

Chemins de fer. - Excursions touristiques. - A.s.b.l. Spoorwegen. - Toeristische trips. - V.z:.w.'s.

1842

919281032

28- 7-1992

155

Detienne

SNCB. - Ligne Liège-Jemelle. - Gunitage. NMBS. - Lijn Luik-Jemelle. - Gunnite •.en.

1843

919281081

6- 8-1992

159

de Clippele

Poste. - Lettres en service intérieur. - Poids maximum. Post. - Brieven in binnenlandse diensn, - Maximumgewicht,

1843

919281082

6- 8-1992

160

Ghesquière

SNCB. - Département matériel. - Restnacturation. NMBS. - Departement materieel. - Herstructurering.

1844

919281084

6- 8-1992

162

Ghesquière

SNCB. - Ligne Deinze-La Panne. - Elœcrrification. NMBS. - Lijn Deinze-De Panne. - Elelktrificatie.

1845

919281108

11- 8-1992

165

Olivier

SNCB. - Pavoisement. NMBS. - Bevlagging.

1845

Contrôle de vitesse. Snelheidscontrole.

Vice-Premier Ministre et Ministre des Affaires étrangères Vice-Eerste Minister en Minister van Buitenlandse Zaken 919281043

30- 7-1992

55

Candries

Zaïre. - Conférence nationale. - Implication belge. Zaïre. - Conférence nationale. - Belgi-sche berrokkenheid.

1846


1890

DO

CA .• Question

Date Datum

Question n" Vraagnr.

-

(27)-

Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (BZ 1991-1992) Objet Voorwerp

Auteur

sans réponse

Page Blz. .• Vraag zonder antwoord

1

919281056

3- 8-1992

59

Winkel

Haïti. Haïti. -

1

919281116

13- 8-1992

65

Van Dienderen

CE. - Perifra. - Industrie de l'armement. - Industrie textile. - Reconversion. EG. Perifra. Wapenindustrie. Textielindustrie. - Reconversie.

1848

1

919281121

14- 8-1992

67

Van den Eynde

Immigrés. - Turquie. - Maroc. - Propriétés imrnobiliers, Immigranten. - Turkije. - Marokko. - Onroerende eigendom.

1849

1

919281129

18- 8-1992

68

Standaert

Ambassade Ambassade

1850

Embargo. Embargo.

-

Violation par la Belgique. Schending door België.

à Tokyo. - Valeur à la vente. in Tokioi. - Verkoopwaarde.

1846

Vice-Premier Ministre et Ministre de la Justice et des Affaires économiques Vice-Eerste Minister en Minister van Justitie en Economische Zaken Justice 1

Justitie

919280105

19- 3-1992

14

Barbé

Saisie. - Marchandises prohibées. - Vente. Beslag. - Verboden goederen. - Verkoop.

1850

919280199

27- 3-1992

29

De Mol

Etablissements pénitentiaires. - Visite des autorités. Strafinrichtingen. - Bezoek van overheden.

1851

919280287

10- 4-1992

44

Eerdekens

Excès de vitesse. Snelheidsovertreding.

1853

919280763

17- 6-1992

102

Beysen

Infractions au code de la route. - Perception d'amendes dans le cas d'étrangers. Overtredingen wegverkeer. - Inning van boetes bij buitenlanders.

1854

1

919281012

23- 7-1992

133

Tant

Emploi des langues en matière judiciaire. - Huissiers de justice. - Connaissances linguistiques. Taalgebruik in gerechtszaken. Gerechtsdeurwaarder. - Taalkennis.

1855

1

919281288

22- 1-1992

162

Van Nieuwenhuysen

Pornographie. Pornografie,

1857

Affaires économiques

-

Economische

Radar. - Radar.

Zaken

1

919280925

8- 7-1992

43

Maingain

Représentation de la Belgique à l'exposition universelle de Séville. Vertegenwoordiging van België op de wereldtentoonstelling te Sevilla.

1858

1

919281040

29- 7-1992

53

Morael

Centrale bassin Centrale derde

1861

1

919281115

13- 8-1992

59

Platteau

Pratique du commerce. - Soldes. - Période d'interdiction. Handelspraktijken. - Koopjes. - Sperperiode.

de Coo. - Projet de création d'un troisième de retenue. van Coo. - Plan voor de aanleg van een stuwbekken.

1862

Ministre des Finances Minister van Financiën 1

919280352

27- 4-1992

63

Van Cauwenberghs

Office central de crédit hypothécaire. Centraal bureau voor hypothecair krediet.

1863

244


DO

CA • Question

4

Date Datum

Question n" Vraag nr.

-

(27)-


1891

Objet Voorwerp

Auteur

Page

Blz, • Vraag zonder antwoord

sans réponse

919281087

6- 8-1992

168

Ghesquière

TVA. - Formulaires. - Imprimeurs. Procédure administrative. BTW. - Formulier. - Drukker. - Adeninistrarieve procedure.

1864

919281098

7- 8-1992

170

Flamant

Bourse d'études. - Attestation de revemus. Studietoelage. - Inkomstengetuigschrift..

1865

919281117

13- 8-1992

171

Dewinter

ISr. - Résultats. BBl. - Resultaten,

1865

919281093

21- 8-1992

176

Leo Peeters

Services de contrôle et d'inspection. Controle- en inspectiediensten.

1866

Ministre des Affaires sociales Minister van Sociale Zaken 919280982

17- 7-1992

51

Anciaux

Ayants droit pensionnés. - Réclarnatiom des rentes et des compléments d'indexation excessifs et indûment versés. Gepensionneerde rechthebbenden. - Teirugeising van te veel en ten onrechte uitbetaalde renren en indexatiebijslagen.

1867

919281049

31- 7-1992

56

Saulmont

Vacances annuelles. - Pécule de vacances. Jaarlijkse vakantie. - Vakantiegeld.

1869

919281099

7- 8-1992

61

Tant

AMI. - Dentistes. - Règlement du tiers payant. ZIV. - Tandartsen. - Derdebetalersregeling.

1870

919281109

12- 8-1992

63

Desmet

Hépatite B. Hepatitis-B. -

1871

Prix. Prijs.

Ministre du Commerce extérieur et des Affaires européennes, adjoint au Ministre des Affaires étrangères Minister van Buitenlandse Handel en Europese Zaken, toegevoegd aan de Minister van Buitenlandse Zaken 919281093

21- 8-1992

23

Leo Peeters

1873

Services de contrôle et d'inspection. Controle- en inspectiediensten.

Ministre de l'Intérieur et de la Fonction publique Minister van Binnenlandse Zaken en Ambtenarenzaken 919280514

919281107

20- 5-1992

10- 8-1992

Commune. - Secrétaire. - Recevemr. des traitements. Gemeente. - Secretaris, - Ontvangeer. schaal.

77

144

Viseur

Echelle

1874

Wedde-

Protection civile. - Accident à Spontiin. - Produit toxique. Civiele bescherming. - Ongeval te Spomtin. - Giftige stof.

1875


1892

DO

CA .• Question

Date Daturn

Question n? Vraagnr.

-

(27)-

Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (BZ 1991-1992) Objet Voorwerp

Auteur

sans réponse

Page Blz. • Vraag zonder anrwoord

Ministre de l'Emploi et du Travail, chargé de la politique d'égalité des chances entre hommes et femmes Ministervan Tewerkstelling en Arbeid, belast met het beleid van gelijke kansen voor mannen en vrouwen 4

919280991

22- 7-1992

51

Barbé

Exposition à des produits chimiques à titre professionnel. - Fonction de reproduction. - Etude scientifique. Beroepsmatige blootstelling aan chemische stoffen. Voortplantingsfunctie. Wetenschappelijk onderzoek.

1876

1

919281024

24- 7-1992

54

Detremmerie

Administration locale. - Hôpital public. - Stagiaire. Plaatselijke besturen. Openbaar ziekenhuis. Sragiair,

1878

Ministre des Petites et Moyennes Entreprises et de l'Agriculture Minister voor de Kleine en Middelgrote Ondernemingen en Landbouw Petites et Moyennes

Entreprises -

Kleine en Middelgrote

Ondernemingen

1

919280992

22· 7-1992

18

Cortois

Profession de comptable. - Inscription au registre. Beroep van boekhouder. - Inschrijving in register.

1880

1

919281028

27- 7-1992

21

Tant

Statut social des indépendants. - Assujetissement des administrateurs de sociétés non rémunérés. Sociaal statuut zelfstandigen. - Toepassing op onbezoldigde bestuurders van vennootschappen.

1881

919281036

28- 7-1992

22

Olivier

Comités de quartier. Buurt- en wijkcomités.

1882

Ministre de la Défense nationale Minister van Landsverdediging 1

919281001

22· 7·1992

141

Hazette

Forces armées. - Imprimerie. - Centrale générale du personnel militaire. Strijdkrachten. - Drukkerij. - Algemene centrale van het militair personeel.

1883

1

919281060

3- 8-1992

145

Ramoudt

Armée. - Restructuration. nation. Leger. - Hersrrucrurering, ming.

1884

1

919281061

3- 8-1992

146

KubIa

CE. EG. -

Perifra, Perifra. -

-

Bâtiments. gebouwen.

-

DestiBestern-

Cofinancement. Cofinanciering.

1884

Ministre pour l'Intégration sociale, la Santé publique et l'Environnement Minister voor Maatschappelijke Integratie, Volksgezondheid en Leefmilieu 6

919281103

7- 8-1992

69

Caudron

Réfugiés. - Commission permanente de recours. Emploi des langues. Vluchtelingen. - Vaste beroepscommissie. - Taalgebruik.

1885


DO

CA • Question

Date Darum

Question n? Vraagnr.

-

(27)-

Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (BZ 1991-19'92)

1893 Page

Objet Voorwerp

Auteur

sans réponse

Blz. • Vraag zonder antwoord

Ministre du Budget Minister van Begroting 919281093

21- 8-1992

11

Leo Peeters

Services de. contrôle et d'idnspection. Controle- en inspectiediensten.

1886

Secrétaire d'Etat à la Coopération au Développement, adjoint au Ministre des Affaires étrangères Staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking, toegevoegd aan de Minister van Buitenlandse Zaken 919281191

2- 9-1992

16

Knoops

Collaboration avec les associations représentatives d'organisations non gouvernementales (ONG). Samenwerking met de verenigingen die ni..et-gouvernemenrele organisaties vertegenwoordigem (NGO).

1886

Questions. Vragen. Réponses. Antwoorden N. 27 CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE. BELGISCHE KAMlER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS (SE)

Recommend Documents