PUBLIEKSJAARVERSLAG
2009
Voor u ligt het publieksjaarverslag van GGD ZaanstreekWaterland van het jaar 2009. GGD Zaanstreek-Waterland is de Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst van de negen gemeenten in de regio; Zaanstad, Purmerend, Edam-Volendam, Wormerland, Waterland, Beemster, Landsmeer, Oostzaan en Zeevang. Met in totaal circa 318.000 inwoners. De redactie vroeg mevrouw Corrie Noom, wethouder Volksgezondheid van de gemeente Zaanstad, enkele herinneringen met ons te delen over het jaar waarin zij vice-voorzitter was van het bestuur.
de gemeenten Zaanstad en Oostzaan en het team van Straathoekwerk is besloten om Straathoekwerk, inclusief het team Jeugd Preventie Programma, onder te brengen bij GGD Zaanstreek-Waterland. Straathoekwerk past bij de taken die de GGD reeds uitvoert binnen het taakveld OGGZ en sluit tevens mooi aan bij de ontwikkelingen rondom de Centra Jeugd en Gezin. De verwachting is dat de overgang een positieve weerslag zal hebben op de uitvoering van de werkzaamheden voor zowel GGD als Straathoekwerk.
2009 is een jaar waarin de GGD verder heeft gewerkt aan het bewaken, bevorderen en beschermen van de volksgezondheid in de regio Zaanstreek-Waterland. Maar daarnaast stond het jaar 2009 ook in het teken van voorbereiding op veranderingen; de integratie van één jeugdgezondheidszorg, de overgang van Straathoekwerk (voor de gemeenten Zaanstad en Oostzaan) en het oprichten van een nieuwe afdeling binnen GGD Zaanstreek-Waterland; de afdeling Maatschappelijke Gezondheidszorg. Die allen op 1 januari 2010 van start zijn gegaan.
Daarnaast is er in 2009 een voorstel ontwikkeld om tot een nieuwe afdeling binnen GGD Zaanstreek-Waterland te komen, namelijk de afdeling Maatschappelijke Gezondheidszorg. In deze afdeling zijn alle taken op het gebied van het meldpunt overlast en bemoeizorg, aanpak huiselijk geweld (inclusief advies- en steunpunt huiselijk geweld en tijdelijk huisverbod) en Straathoekwerk Zaanstreek geïntegreerd. De voorbereidingen voor deze nieuwe afdeling hebben in 2009 veel aandacht gekregen en per 1 januari 2010 is deze nieuwe afdeling gestart.
Per 1 januari 2010 is er één integrale Jeugdgezondheidszorg (JGZ) 0-19 binnen GGD Zaanstreek-Waterland. Een integrale Jeugdgezondheidszorg is van belang voor de doorlopende zorg voor kinderen, de aandacht voor gezinnen met kinderen in diverse leeftijdscategorieën, het vormgeven van zorgcoördinatie door JGZ en het werken met één dossier. De voorbereidingen hebben in 2009 veel tijd gekost. Niet alleen op staf- en managementniveau, maar ook voor de mensen in de uitvoering die mee hebben gewerkt aan het probleemloos laten verlopen van de integratie. Het werk is daarmee nog lang niet afgerond. In feite is deze eerste stap pas het begin van een verdere integratie tussen beide werksoorten, waarin wederzijdse kwaliteitsslagen zijn te maken. In 2010 worden hierin verdere stappen gezet.
De GGD Zaanstreek-Waterland maakt het verschil in vele situaties waar de gezondheid van onze bevolking in het geding is. In 2009 is daar weer hard aan gewerkt door alle medewerkers van de GGD. Ik spreek daarvoor mijn dank uit.
Ook is in 2009 de overgang van Straathoekwerk (voor de gemeente Zaanstad en Oostzaan) van Bureau Jeugdzorg Agglomeratie Amsterdam (BJAA) naar de GGD voorbereid. BJAA heeft enige tijd geleden besloten zich alleen op zijn kerntaken te richten, waardoor zij Straathoekwerk zouden afstoten. In overleg met
In dit jaarverslag vindt u een greep uit de activiteiten die GGD Zaanstreek-Waterland in 2009 heeft uitgevoerd. Wilt u meer informatie, bekijk dan het Jaarverslag 2009 op www.ggdzw.nl Corrie Noom
ber heeft de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport besloten ook kinderen van 6 maanden tot en met 4 jaar en bij huisgenoten van kinderen tussen de 0 en 6 maanden een vaccinatie-aanbod te doen.
NIEUWE INFLUENZA A (INFLUENZA H1N1, MEXICAANSE GRIEP) Eind april 2009 was het begin van een griepgolf die uiteindelijk door de Wereldgezondheidsorganisatie WHO de status pandemie kreeg toebedeeld. Een nieuw influenzavirus, voor het eerst waargenomen in Mexico, gaf over het algemeen een mild influenza beeld. Doordat het nieuwe virus verwantschap heeft met het influenza virus dat in de jaren vijftig van de vorige eeuw een pandemie veroorzaakte, was er bij de ouderen een partiële immuniteit. Hierdoor waren er in 2009 relatief meer jongeren die influenzaklachten en complicaties ontwikkelden. In eerste instantie was het niet te voorspellen wat de gevolgen zouden zijn van de epidemie. Virologen gaven aan dat het ziekmakend vermogen en de overdrachtskans van mens tot mens bij een nieuw virus nog kan wijzigen. De Nederlandse overheid heeft mede daarom tijdig virusremmers en (toen nog te ontwikkelen) vaccins besteld. Aanvankelijk was het de taak van de GGD om diagnostiek af te nemen bij patiënten thuis die verdacht werden besmet te zijn op basis van hun klachten en reisanamnese. Het was tevens de taak van de GGD om, daar waar geïndiceerd, Tamiflu (virusremmer) voor te schrijven. Deze arbeidsintensieve strategie had tot doel de snelheid van de verspreiding in Nederland te beperken. Steeds meer media-aandacht en een verdere verspreiding van het virus over Nederland resulteerde in een explosieve toename van vragen en meldingen aan de afdeling infectieziektebestrijding (1.959 vragen) met een piek in november (1.066 vragen). Op het moment dat er sprake was van voortdurende overdracht binnen Nederland en duidelijk was wanneer het vaccin beschikbaar zou zijn, werd door de minister besloten medische risicogroepen de mogelijkheid te geven om zich tweemaal te laten vaccineren. De huisartsen hebben deze vaccinaties uitgevoerd. In novem-
De GGD brede werkgroep “Influenza A” was al in mei ingesteld om het proces van communicatie rond de griep goed te stroomlijnen. Aan de werkgroep werden JGZ-verpleegkundigen vanuit de GGD en Evean JGZ toegevoegd. De werkgroep kreeg de taak de vaccinatiecampagne te coördineren. De GGD heeft binnen twee weken de eerste ronde georganiseerd en uitgevoerd met een opkomstpercentage van 76% (14.888 kinderen en huisgenoten). De tweede ronde resulteerde in een opkomst van 62% (12.182 kinderen en huisgenoten). In januari 2010 was de laatste gelegenheid voor deze doelgroep zich door de GGD te laten vaccineren. Van de 630 aangeschreven personen kwamen 346 zich laten vaccineren (opkomstpercentage van 55%). Het te verwachten reguliere seizoensvirus werd geheel weg geconcurreerd door het H1N1-virus. Dit gaf een tegenstrijdig effect. Minder mensen overleden in 2009 ten gevolge van griep dan in vorige jaren. In de regio Zaanstreek-Waterland werd bij één H1N1 besmette patiënt H1N1 als doodsoorzaak vastgesteld. En het maatschappelijk leven is niet verstoord door ziekteverzuim ten gevolge van de grieppandemie. Op 24 december verloor de influenza-outbreak haar status van een epidemie in Nederland.
HPV-VACCINATIE Eind 2008 heeft minster Klink van Volksgezondheid, Welzijn en Sport besloten dat de HPV (= Humaan Papilloma Virus) vaccinatie in het Rijksvaccinatieprogramma wordt opgenomen. Met de HPV-vaccinatie worden jaarlijks enkele honderden gevallen van baarmoederhalskanker voorkomen. Als inhaalcampagne, voordat de vaccinatie regulier in het Rijksvaccinatieprogramma wordt opgenomen, hebben in 2009 alle meisje die in 1993-1996 zijn geboren een oproep ontvangen. Deze meiden zijn met drie vaccinaties gevaccineerd tegen baarmoederhalskanker. In totaal werden er 7.646 meiden opgeroepen in de regio Zaanstreek-Waterland. Vanaf 2010 start het reguliere vaccinatieprogramma en ontvangen alle meisjes van 12 en 13 jaar een oproep. Vanuit het ministerie is de vaccinatietaak toegewezen aan de GGD-en in heel Nederland. Met een centrale regie vanuit het
Daarnaast was er in 2009 ook veel aandacht voor de casus “Nauerna”. De gemeente Zaanstad heeft de GGD opdracht gegeven tot (voor)onderzoek naar een mogelijk verband tussen vuilstort en aangeboren afwijkingen. Deze casus loopt door in 2010. Verder valt op dat het binnenmilieu nog steeds het meest frequent de aandacht blijft vragen. Dit betreft met name de schimmelproblematiek in huurwoningen en daarmee samenhangende gezondheidsproblemen.
EPIDEMIOLOGIE: 0-11 JARIGEN ONDERZOEK Epidemiolgie brengt de gezondheidstoestand bewegen Leefstijl: Overgewicht, voeding en van de bevolking binnen de regio ZaanstreekWaterland in kaart, verkent de huidige en toekomstige gezondheidsproblemen en de determinanten daarvan en voert activiteiten uit ter bevordering van de gezondheid van de bevolking binnen de regio. Een belangrijk doel daarbij is het bevorderen van gelijke kansen op gezondheid voor alle inwoners en het verkleinen van gezondheidsverschillen tussen verschillende bevolkingsgroepen. In 2009 zijn de resultaten van het onderzoek onder ouders van 0- t/m 11-jarigen en onder kinderen van 10 en 11 jaar gepubliceerd in de vorm van factsheets per onderwerp en een tabellenboek per gemeente. Het project is afgesloten met een symposium met interne en externe sprekers. De gegevens van het onderzoek zijn geüpload naar de landelijke database van het RIVM. De resultaten van het 0-11 jarigen onderzoek zijn te vinden op www.ggdzw.nl, publicaties ➝ gezondheidsmonitor ZW. ENQUÊTE 0 T/M 11 JARIGEN 2007
FACTSHEET 3
welzijn. De ontwikkemanier bij aan onze gezondheid en ons Een gezonde leefstijl draagt op een positievevan belang voor de lichamelijke en geestelijke gezondheid nu, is ling van een gezonde leefstijl bij kinderen gedaan: gedrag dat kinderen aanleren op jonge leeftijd vormt is oud dat kinderen maar ook in de toekomst. Jong geleerd Het is daarom in het belang van de samenleving de basis voor hun gedrag op latere leeftijd. gezond opgroeien. de hoeveelheid energewicht moet er een evenwicht zijn in Voor een goede gezondheid en een gezond energie die het lichaam verbruikt via lichamelijke activiteit. gie die de voeding levert en de hoeveelheidenergiebalans en omvat onder meer regelmaat, gezonde en van de van de energieEen goed eetpatroon is de ene kant . Voldoende beweging is de andere kant gevarieerde voeding en niet te veel tussendoortjes van de leefstijl van 0 tot en met 11 jarigen besproken: aspecten balans. In deze factsheet worden enkele overgewicht, voeding en beweging.
te Op 3- en 5-jarige leeftijd zijn meisjes vaker zwaar dan jongens en is Op 3-jarige leeftijd heeft 4,5% overgewicht 2007). Evean 0,9% obees (op basis van registratie obees, bij Van de meisjes is 4,7% te zwaar en is 1,2% obees. 0,7% de jongens geldt dat 4,2% te zwaar is en dan jongeMeisjes zijn op deze leeftijd vaker obees kinderen alle van 8,4% lijdt tjes. Op 5-jarige leeftijd Meisjes zijn aan overgewicht en 3,2% aan obesitas. jongetjes: ook op deze leeftijd vaker te zwaar dan 6,3% van 10,4% van de meisjes ten opzichte van komt op de jongetjes heeft overgewicht. Obesitas
16 14 12 10 % 8 6 4 2 0
Jongens
Meisjes
3 jarigen
5 jarigen
Obesitas
de lengIn dit onderzoek werden ouders gevraagd Doorvullen. te en het gewicht van hun kind in te kan er een dat ouders het vaak niet exact weten, gewicht onder- of overschatting van lengte en/of worden in plaatsgevonden hebben. Om die reden obesitas en deze factsheet cijfers over overgewicht de Periodieke gepresenteerd die gebaseerd zijn op de PGO’s Gezondheidsonderzoeken (PGO’s). Tijdens erde wijze worden de kinderen op gestandaardise gemeten en gewogen door een JGZ medewerker.
als bij de kleuterleeftijd even vaak voor bij jongens 9 en (tussen meisjes. Ten tijde van het volgende PGO overgewicht 11 jaar), lijdt 14,2% van de kinderen aan verschillen en 2,3% aan obesitas. Op deze leeftijd de mate van jongens en meisjes niet van elkaar in overgewicht of obesitas (zie figuur 1).
Obesitas
in de In de afgelopen 25 jaar is het aantal kinderen naar leeftijd van 4-15 jaar met overgewicht gestegenmeer hebben bijna één op de zes. Op deze leeftijd overgewicht. meisjes (16,7%) dan jongens (13,5%) overgewicht Ook het aantal kinderen met ernstig en meisjes 2,9% jongens gestegen: sterk is (obesitas) heeft 80% 3,3%. Van de kinderen met overgewicht Daarnaast ook als volwassene gewichtsproblemen. krijgen met kunnen zij op jonge leeftijd te maken problemen. chronische aandoeningen of psychische
Overgewicht
Overgewicht
Obesitas
De afdeling Medische milieukunde van de GGD houdt zich bezig met de relatie tussen milieu en gezondheid van mensen. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen binnenmilieu (in woningen en gebouwen) en buitenmilieu. Na een pilot in 2006/2007 hebben alle GGD-en in 2008 de opdracht van het Ministerie van Volkshuisvesting Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer gekregen om alle basisscholen met natuurlijke ventilatie te onderzoeken op een voldoende binnenmilieu. De medisch milieukundigen van de GGD hebben hiervoor een projectplan geschreven: “Project bewustwording binnenmilieu op basisscholen”. Het project heeft als doel in de periode 2009-2013 de basisscholen met natuurlijke ventilatie in de regio te bezoeken. Dit wordt gedaan
Overgewicht
MEDISCHE MILIEUKUNDE
door middel van de zogenaamde “eendagsmethode”. Deze methode bestaat uit een inspectie van de lokalen, een berekening van de ventilatiecapaciteit en een indicatieve binnenmilieumeting, gevolgd door een presentatie van de resultaten aan de leerkrachten en de schooldirectie op dezelfde dag. Afhankelijk van de door de scholen al gerealiseerde acties, zal aanvullend een advies op maat worden geleverd. Coördinatie van dit project ligt bij de medewerkers medische milieukunde.
Overgewicht
RIVM, heeft de Jeugdgezondheidszorg deze vaccinatie georganiseerd. Twee keer voor de zomervakantie en één keer na de zomervakantie, op drie locaties. In onze regio zijn er 3.397 meiden gevaccineerd, een opkomst van 44,5 %. Dit is in lijn met het landelijk gemiddelde.
9-11 jarigen
en obesitas Figuur 1: Percentages kinderen met overgewicht naar geslacht op 3-jarige, 5-jarige en 9-11 jarige leeftijd Significant verschil
ouders Ouders van 8-11 jarigen en allochtone vinden hun kind vaker te zwaar dat ruim 9% Uit de resultaten van de enquête blijkt kind iets of van de ouders in de regio vindt dat hun onveel te zwaar is. Hierin verschillen de gemeentenin de kinderen van Ouders elkaar. van niet derling bijna 3,5 keer leeftijd van 8-11 jaar vinden hun kind kinderen zo vaak te zwaar dan ouders van 2-3 jarige door hun worden meisjes en Jongens 2). guur fi (zie Allochtone ouders even vaak te zwaar bevonden. te zwaar dan ouders vinden hun kind 1,5 keer vaker opleiautochtone ouders. Ouders met verschillendeals het elkaar dingsniveaus verschillen ook niet van hun kinderen. gaat om de gewichtsbeoordeling van
GEZONDHEIDSBEVORDERING Gezondheidsbevordering richt zich op de leefstijl of het gezondheidsgedrag van individuen en groepen mensen. In het strategisch beleidsplan GGD Zaanstreek-Waterland 2008-2011 staan een aantal speerpunten opgenomen: overgewicht, verslaving, seksualiteit, depressie, diabetes, mondgezondheid en psychosociale problematiek. Op deze speerpunten zijn in 2009 verschillende preventieprogramma’s uitgevoerd. Het aantal preventieprogramma’s is groter dan gepland. Dit wordt met name veroorzaakt doordat binnen de gekozen speerpunten verschillende programma’s worden uitgevoerd. Hieronder volgt een greep uit de preventieprogramma’s: Overgewicht • Bewegen op recept (BOR) (Zaanstad): Het project BOR is gericht op inwoners die zich in de eerstelijnspraktijk presenteren met niet afnemende klachten die te maken hebben met overgewicht, diabetes, bewegingsarmoede, rugklachten of spanningsklachten. Het betreft vooral mensen die in cultureel en sociaaleconomisch opzicht in een achterstandspositie leven. De uitdaging is het bevorderen van een actieve leefstijl door het aanbieden van op maat gemaakte bewegingsprogramma’s die vervolgens opgaan in het reguliere aanbod in de wijk en de leefstijl blijvend zullen verbeteren. BOR is een effectieve interventie gebleken in Den Haag. In 2009 heeft de GGD alle voorbereidingen getroffen om in 2010 van start te kunnen gaan in Poelenburg. • Gezonde schoolkantine: Op verschillende scholen voor Voortgezet Onderwijs wordt het project Gezonde Schoolkantine geïmplementeerd. In samenwerking met de school wordt de catering en de inrichting van de schoolkantine bekeken. 75 Voortgezet Onderwijsscholen in Nederland komen in aanmerking voor een stimuleringsprijs van € 1.000,beschikbaar gesteld door het Voedingscentrum. Het Voedingscentrum heeft deze scholen geselecteerd op basis van een ingediend werkplan. In de regio Zaanstreek-Waterland hebben zes scholen deze prijs ontvangen. De GGD heeft samen met een aantal van deze scholen een juiste invulling gezocht voor de besteding van de prijs. Verslaving • Kroegtijgers en Damlopers (Zaanstad): In september 2007 is het vierjarig project Kroegtijgers & Damlopers van start gegaan. In 2009 zijn twee blaasacties door de politie georganiseerd (mei en oktober). In koppels van 2 agenten werd er op zaterdagnacht door 8 agenten ongeveer gedurende een uur (0.30-1.30 uur)
op vrijwillige basis blaastesten afgenomen bij uitgaande jongeren voordat ze beginnen met stappen. Medewerkers van het Drugsinfoteam van de Brijder waren bij de blaasacties aanwezig om de jongeren voor te lichten. In totaal hebben 362 jongeren meegedaan aan de actie. De scores van de blaasacties waren verontrustend. • Actie tegengif: Actie Tegengif is een niet-roken wedstrijd voor eerste- en tweedeklassers, waarbij zij met elkaar afspreken om gedurende een half jaar niet te roken. In 2009 hebben 32 klassen van 6 scholen van het Voortgezet Onderwijs meegedaan. Ook is de werving voor 2010 gestart. In 2010 nemen 9 scholen met 81 klassen deel aan deze actie. Seksualiteit • Lentekriebels (Zaanstad): Een project gericht op relationele en seksuele vorming voor leerlingen van het basisonderwijs. Vier scholen in Zaanstad hebben hieraan meegedaan. Het project bestond uit een docententraining, lesmaterialen, ouderbijeenkomst en een theatervoorstelling op school. Mondgezondheid • Tandenpoetslessen in groep 4 en groep 8 van de basisschool: In groep 4 is in 85 groepen voorlichting gegeven door 3 doktersassistentes van de afdeling Jeugdgezondheidszorg samen met de Tandheelkundig Preventief Medewerker. In groep 8 is 35 maal een voorlichtingsles en tandenpoetsinstructie door de Tandheelkundig Preventief Medewerker gegeven.
opgroeien. Elke gemeente moet in 2011 minimaal één centrum hebben, in grote steden komen meer centra. De Centra voor Jeugd en Gezin (CJG) zijn voor de gemeenten een belangrijke stap om de laagdrempelige en gemakkelijk toegankelijke zorg voor ouders en hun kinderen verder te stroomlijnen. In alle gemeenten zijn voorbereidingen getroffen. GGD-medewerkers van de afdeling Jeugdgezondheidszorg (JGZ) hebben daar aan deelgenomen voor wat betreft de inhoudelijke inbreng bij de ontwikkeling van de CJG’s. JGZ neemt binnen de CJG’s een belangrijke positie in. Vanwege het zeer hoge bereik van alle ouders en kinderen via het consultatiebureau en de jeugdarts/-verpleegkundige op de scholen. De opening van de CJG’s (behalve die van Zaanstad, aangezien die al een langere historie kennen) vindt plaats in 2010. Maar het merendeel van de voorbereiding heeft in 2009 plaats gevonden.
JEUGDGEZONDHEIDSZORG Er is hard gewerkt aan de integratie van de zorg voor de 0-4 en 4-19 jarigen. Tegelijkertijd is het uitvoerende werk in volle kracht doorgegaan. De gezondheidsonderzoeken in groep 2 en groep 7 van het basisonderwijs, alsmede bij het Voorgezet Onderwijs zijn uitgevoerd, inclusief een groot aantal extra onderzoeken. De logopedische screening heeft plaats gevonden en ouders zijn gesproken binnen de opvoedspreekuren. Het reguliere werk van de afdeling JGZ leidt tegelijkertijd tot een toename in extra vragen. De deelname aan de zorgadviesteams op scholen leidt tot vragen over leerlingen uit andere jaren dan de jaren waarin de contactmomenten plaats vinden. De brede ontwikkeling van de Centra van Jeugd en Gezin leidt tot meer vragen over kinderen en jongeren via de spreekuren, de buurtnetwerken en contacten met andere instellingen. JGZ zoekt samen met de partners naar de beste manier om deze vragen te beantwoorden, maar de tendens is dat de aandacht voor kinderen en hun ouders breder wordt en zich uitstrekt over de gehele leeftijdscategorie.
CENTRA VOOR JEUGD EN GEZIN Een Centrum voor Jeugd en Gezin is een herkenbaar inlooppunt in de buurt, waar ouders en jongeren terecht kunnen met hun vragen over opvoeden en
Een onderdeel van de CJG’s is het verder versoepelen van de doorgeleiding naar hulpverlening, het aan elkaar verbinden van deze hulp en het slechten van grenzen tussen diverse voorzieningen. JGZ heeft zich ingezet voor een ‘backoffice’ die in de hele regio gelijk is. Omdat vaak dezelfde organisaties erbij worden betrokken, is het mogelijk om met eenzelfde werkwijze aan de slag te gaan. De rol van de zorgcoördinatie vraagt extra inspanning van de JGZ-medewerkers. Het gaat hier om de verantwoordelijkheid van afstemming tussen meerdere soorten van zorg. Door duidelijke afspraken te maken kan men er zeker van zijn dat de mensen die de zorg nodig hebben het ook daadwerkelijk ontvangen. In 2009 is daarmee een start gemaakt. En in 2010 zal hier vervolg aan worden gegeven.
DIGITAAL DOSSIER JGZ Alle kinderen van 0 tot 19 jaar die bij de Jeugdgezondheidszorg komen krijgen beginnend vanaf juli 2010 een Digitaal dossier Jeugdgezondheidszorg. Dit dossier bevat gegevens over de gezondheid en ontwikkeling van een kind. Ieder kind dat in contact is geweest met de Jeugdgezondheidszorg, bijvoorbeeld het consultatiebureau of de schoolarts, heeft een papieren dossier. Voordeel van een digitaal dossier is dat het beter overdraagbaar is binnen de Jeugdgezondheidszorg en makkelijker leesbaar.
In 2009 heeft er een Europese aanbesteding plaats gevonden om tot een keuze voor een pakket voor het digitaal dossier te komen. In die aanbesteding zijn inhoudelijk deskundigen, c.q. medewerkers van de JGZ, actief geweest in het vaststellen van het bestek en het toetsen van de verschillende inschrijvingen op het voldoen aan dit bestek. Er is in 2009 een keuze gemaakt voor een aanbieder, Topicus, en het pakket, KD+. Vervolgens is er een start gemaakt met het invullen van de contactmomenten binnen het pakket. Het gaat er daarbij om dat het pakket kan vastleggen wat de professionals willen rapporteren. Ook hierbij zijn medewerkers van de JGZ ingezet, zowel van JGZ 0-4 als van JGZ 4-19. In 2010 zal de implementatie van het DD JGZ gefaseerd plaats gaan vinden.
OPVOEDINGSONDERSTEUNING De GGD biedt opvoedingsondersteuning aan voor ouders/verzorgers en jeugdigen met specifieke vragen of problemen. In het kader van de Centra voor Jeugd en Gezin is het belangrijk om de mogelijkheid te bieden tot het laagdrempelig en vrijblijvend inwinnen van informatie. Juist deze vorm van pedagogische begeleiding moet er toe leiden dat ouders eerder met vragen over de opvoeding en begeleiding van hun kinderen bij deskun-
digen terecht kunnen. Dit voorkomt in een later stadium extra problemen. Ouders en jeugdigen kunnen terecht bij verpleegkundigen, jeugdartsen en opvoedadviseurs met vragen over gezondheid en ontwikkeling. Zowel tijdens een inloopspreekuur, een opvoedspreekuur of telefonisch. Dit kan op werkdagen of voor dringende vragen 24 uur per dag. De inloopspreekuren kenden in 2009 een behoorlijk aantal bezoekers. Naast de fysieke bezoekmogelijkheden is het gebruik van nieuwe media belangrijk. Er wordt online advies geboden op de websites www.opvoedwegwijzer.nl, www.centrumjong.nl en www.positiefopvoeden.nl. De gestelde vragen worden door de pedagoog van de GGD beantwoord. In het voorjaar is bij de provincie een projectvoorstel ingediend om te komen tot de inzet van een informatiezuil waarmee geëxperimenteerd kan worden met informatievoorziening op flexibele locaties. Daarnaast omvat het experiment de mogelijkheid om te skypen. Ook biedt de GGD diverse cursussen aan voor ouders en kinderen. In 2009 zijn er zes cursussen ingezet. Vier keer is de cursus “Plezier op school” gegeven, één keer de cursus “Opvoeden & zo” en één keer de cursus “Beter omgaan met pubers”. Deze cursussen zijn toegankelijk voor de gehele regio.
MELDPUNT OVERLAST EN BEMOEIZORG Het Meldpunt Overlast en Bemoeizorg is een centraal meldpunt, gericht op een vangnet en bemiddeling van zorg aan zorgmijders die niet meer in staat zijn voor zichzelf te zorgen, niet in staat zijn om zelf op een adequate wijze hulp te vragen en/of overlast voor de omgeving veroorzaken (ernstige woningvervuiling, geluidsoverlast). Meldingen komen onder andere van woningbouwverenigingen, politie, uitkeringsinstanties, zorginstellingen en burgers. De GGD brengt de problematiek in kaart en geleid de betrokken persoon door naar adequate hulpverlening. Het aantal meldingen bij het Meldpunt Overlast en Bemoeizorg is in 2009, net als voorgaande jaren weer gegroeid, vooral in de gemeente Zaanstad.
TIJDELIJK HUISVERBOD Per 1 april 2009 is de wet Tijdelijk Huisverbod (THV) van kracht. Het huisverbod is bedoeld om huiselijk geweld verder terug te dringen. Het huisverbod houdt in dat een pleger van huiselijk geweld in beginsel tien dagen zijn of haar woning niet meer in mag en in die periode ook geen contact mag opnemen met de partner of de kinderen. De maatregel biedt de mogelijkheid om in een noodsituatie te voorzien in een afkoelingsperiode waarbinnen de nodige hulpverlening op gang kan worden gebracht. De politie legt een huisverbod van 10 dagen op, waarna dit direct gemeld wordt bij de GGD. De GGD voert de crisisinterventie uit en gaat direct op huisbezoek. Daarna wordt hulpverlening opgestart en wordt er geprobeerd de rust in het gezin terug te krijgen. Na 8 dagen wordt er een zorgadvies door de zorgcoördinator opgesteld (per 1 januari 2010 ook door de GGD uitgevoerd), waarna er een beleidsadvies wordt opgesteld voor de burgemeester. Hierin wordt besloten of het huisverbod al dan niet verlengd moet worden. In 2009 zijn er 47 huisverboden opgelegd in de regio Zaanstreek-Waterland.
Het publieksjaarverslag wordt verspreid onder bestuurders van GGD Zaanstreek-Waterland en tevens onder ambtenaren, raadsleden, zorg- en welzijnsinstellingen in de regio Zaanstreek-Waterland en GGD-en van buiten de regio. Naast het publieksjaarverslag zijn ook het reguliere jaarverslag en het regionale tabellenboek beschikbaar op www.ggdzw.nl.
Redactie Wendy de Haas Sevgi Extra Voor opmerkingen en vragen over het publieksjaarverslag kunt u mailen naar
[email protected] o.v.v. Redactie Publieksjaarverslag.
Mocht u geen prijs stellen op het ontvangen van het publieksjaarverslag dan kunt u zich afmelden via
[email protected] o.v.v. Redactie Publieksjaarverslag. Ontwerp en druk Aranea Grafimedia, Zaandam
WWW.GGDZW.NL
Copyright © 2010 2008 GGD Zaanstreek-Waterland - Publicatiedatum: juli 2010
COLOFON
Adresgegevens GGD Zaanstreek-Waterland Postbus 2056, 1500 GB, Zaandam Tel. (0900) 254 54 54 Fax (075) 651 92 23