Publiekrecht in de Leer Opstellen aangeboden aan prof.mr.dr. A.Q.C. (Twan) Tak
Onder redactie van: [nb evt. zonder titulatuur?] M.A. Heldeweg B.M.J. van der Meulen J.M.H.F. Teunissen
Wolf Legal Publishers
Publiekrecht in de Leer Opstellen aangeboden aan prof.mr.dr. A.Q.C. (Twan) Tak
[foto van Twan]
2
Publiekrecht in de Leer Opstellen aangeboden aan prof.mr.dr. A.Q.C. (Twan) Tak
Onder redactie van: M.A. Heldeweg B.M.J. van der Meulen J.M.H.F. Teunissen Met bijdragen van: J.B.J.M. ten Berge L.J.A. Damen N. Heilhof M.A. Heldeweg L. E.M. Klinkers H. Koning B.M. van Leeuwen E.C.H.J. van der Linden G.E. van Maanen B.M.J. van der Meulen A.R. Neerhof J.F. Penning de Vries N.H.M. Roos R.J.N. Schlössels H.J. Simon E. Steyger J.M.H.F. Teunissen Wolf Legal Publishers
3
Publiekrecht in de Leer Opstellen aangeboden aan prof.mr.dr. A.Q.C. (twan) Tak M.A. Heldeweg, B.M.J. van der Meulen, J.M.H.F. Teunissen (redactie) ISBN: 978-90-5850-430-2 Uitgever Wolf Legal Publishers, Nijmegen Alle rechten voorbehouden etc.
4
Voorwoord Eind 2007 ging Twan Tak met emeritaat. Met enige tegenzin, mag wel gezegd worden, want Twan staat nog midden in zijn vakgebied en is allesbehalve klaar met zijn bijdrage daaraan. Gelukkig is zeker dat het emeritaat hem er niet van zal weerhouden om van zich te laten horen. Niettemin is zijn vertrek bij de universiteit Maastricht een moment om bij stil te staan. Twan is immers de nestor van de zogenoemde ‘Maastrichtse School’. Deze school beleefde zijn hoogtijdagen in de jaren negentig van de twintigste eeuw – zie daarover o.a. de bundels Eenzijdig en wederkerig?, Spectraal recht? en Uit de School geklapt1 - en was bepaald omstreden in zijn visies op de fundamenten van het bestuursrecht. Twan’s emeritaat is een goed moment voor reflectie, maar niet alleen op de ideeën van die school en op zijn rol daarin. Ook verdienen zijn analyses over de scheidslijn tussen publiekrecht en privaatrecht, reeds wortelend in zijn Utrechtse tijd en verder uitgewerkt in Maastricht, beslist vermelding.2 Bekend is Twan tevens om zijn bijdrage aan het begrip van het bestuursprocesrecht in Nederland en zijn kritiek op de gebrekkige implementatie van de uitgangspunten daarvan3 - en net als gold voor de Maastrichtse school, heeft zijn bijdrage aan het procesrechtelijk discours heel wat reacties losgemaakt. Dat de regeling van het bestuursprocesrecht in Nederland nog niet de wijziging heeft ondergaan die Twan heeft bepleit, moge hij betreuren, maar voor zijn zaak zal hij zich sterk blijven maken. Daaruit blijkt hoezeer Twan Tak in zijn wetenschappelijke opvattingen strijdbaar en omstreden is en zowel voor zichzelf als voor zijn omgeving de lat van wetenschappelijke inzet en integriteit hoog legt. Voor Twan was de wisselwerking tussen theorie en praktijk altijd belangrijk: hij staat met beide benen in de rechtspraktijk, maar onderkent tegelijkertijd dat het antwoord op de vraag wat ‘richtiges Recht’ is, slechts gegeven kan worden wanneer men zich bewust is van de verwevenheid tussen het positieve, empirische recht en de normatieve grondslagen en beginselen van dat positieve recht. Als liefhebber van het oeuvre van Marten Toonder kent hij de uitspraak ‘recht is iets kroms dat verbogen is’, en al is deze uitspraak afkomstig van de boef Bul Super, Twan mocht hem graag zijn gespreksgenoten voorhouden. Het vaste motto voor het wetenschappelijke werk van Twan is evenwel de Kantiaanse uitspraak ‘niets is praktischer dan een goede theorie’; de ‘gulden regel’, die uitgaat van de wederkerige gelijkwaardige individuele autonomie van burgers, vormt daarbij zijn vertrekpunt. Het wetenschappelijk debat werd (en wordt) te vuur en te zwaar gevoerd en doordrong soms ook het persoonlijke – al was zijn betrokkenheid bij eigen medewerkers ten langen leste onvoorwaardelijk. Ondergetekenden verheugen zich in het feit dat verschillende oud-medewerkers en collega’s van Twan bereid en in staat bleken een bijdrage te leveren aan deze bundel, daarbij het werk en de opvattingen van Twan als inspirerend aanknopingspunt nemend. De titel van deze bundel houdt verband met de door Twan zo regelmatig in Maastrichtse discussie opgeworpen vraag, onder verwijzing naar Hamaker, “Mag het publiekrecht (dan) wel recht heten?”. Het lijkt Twan’s queeste te zijn om deze vraag, in weerwil van zoveel ‘misbruik’ van publiekrecht, (ooit) oprecht positief te mogen beantwoorden. Dat verlangt een leerstellige benadering, waarvan zijn ‘invullende rechtsleer’, naast andere proposities, een belangwekkend voorbeeld vormt. Voor de komende jaren zien we uit naar de nieuwe vruchten die Twan’s zoektocht nog mag afwerpen. Als gezegd is auteurs gevraagd zich te laten inspireren door het wetenschappelijke werk van Twan Tak. Mede gezien de aard van de verschillende bijdragen is gekozen voor een alfabetische rangschikking (op naam) van de onderscheiden bijdragen. Oktober 2008 Michiel Heldeweg Bernd van der Meulen Jos Teunissen
1 E.C.H.J. van der Linden en A.Q.C. Tak (red.) Eenzijdig en wederkerig? Beschouwingen over de wederkerige rechtsbetrekking als basisconcept in het bestuursrecht, Kluwer/Deventer 1995; E.C.H.J. van der Linden, R.J.N Schlössels en R.J.G.H. Seerden, Spectraal recht? De bevoegdheidsuitoefening door de overheid als rechtsfeit, Sdu/Den Haag 1998; M.A. Heldeweg, E.C.H.J. van der Linden en R.J.N. Schlössels, Uit de school geklapt, Opstellen uit Maastricht, Sdu/Den Haag 1999. 2 Overheidsbestuur en privaatrecht, Alphen aan den Rijn 1978, maar ook ‘Overheid en Burgerlijk wetboek. Naar een invullende rechtsleer’, R&K 1993, p. 174-190, alsmede, De overheid in het burgerlijk recht, VUGA/Den Haag 1997. 3 In vele artikelen, waaronder ‘Het moment X’, TvO 1990, p. 134-138, en ‘De ongewenste discussie’, in: Ten Berge/Stroink/Tak, Nieuw bestuursprocesrecht, Kluwer/Deventer 1992, p. 67 e.v., alsmede in zijn procesrechtelijke opus magnum: A.Q.C. Tak, Het Nederlands bestuursprocesrecht in theorie en praktijk, 2e druk, Wolf publishers/Nijmegen 2005
5
Inhoud Spectraal overheidsfatsoen als smeermiddel en osmose in het bestuursrecht J.B.J.M. ten Berge Moet een aanvraag van een vergunning in één keer goed zijn? L.J.A. Damen Relativiteitsvereiste exit? N. Heilhof en A.R. Neerhof Demandez l’impossible? Incomplete privatisering en poreuze publieke belangen op het grensvlak van publiekrecht en privaatrecht M.A. Heldeweg Twee collega’s, twee modellen L.E.M. Klinkers De Bijbel als kennisbron van het recht H. Koning De Nederlandse Corporate Governance Code B.M van Leeuwen Wederkerig bestuursrecht revisited E.C.H.J. van der Linden De ondraaglijke lichtheid van het bestuursrecht. Het gelijk van Twan Tak, de blinde fixatie van het bestuursrecht op het besluitbegrip en de noodlottige consequenties daarvan voor het schadevergoedingsrecht G.E. van Maanen Vormen van besturen B.M.J. van der Meulen De toezichthoudende rol van de Sociaal-Economische Raad ten aanzien van publiekrechtelijke bedrijfslichamen J.F. Penning de Vries Rule of Law N.H.M. Roos Het legaliteitsbeginsel als vrijheidspostulaat. Over wetmatigheid van bestuur, publiekrechtelijke bevoegdheid en maatschappelijke vrijheid in het werk van prof.mr. A.Q.C. Tak R.J.N. Schlössels Artikel 6, eerste lid, van het EVRM en de heffing van griffierecht H.J. Simon Nationaalrechtelijke toetsing van de vermenging van publiek en privaat aan het Europese recht. E. Steyger Kurieren am Symptom J.M.H.F. Teunissen Over de auteurs Over Twan Tak Bijdragen......
6
Over de auteurs prof.mr.dr. J.B.J.M. (Gio) ten Berge, emeritus hoogleraar staats- en bestuursrecht, Universiteit Utrecht prof.mr.dr. L.J.A. (Leo) Damen, ‘wetenschappelijk actieve pensionado’; onbezoldigd hoogleraar bestuursrecht aan de Rijksuniversiteit Groningen, lid van de Commissie wetgeving algemene regels van bestuursrecht (commissie-Scheltema), raadsheer-plaatsvervanger in de Centrale Raad van Beroep en rechterplaatsvervanger in de rechtbank Groningen. Hij publiceert over een breed terrein van het algemeen bestuursrecht. mr. N. (Nannet) Heilhof, advocaat ..... prof.mr.dr. M.A. (Michiel) Heldeweg, hoogleraar publiekrecht voor het openbaar bestuur, Universiteit Twente, rechter plaatsvervanger rechtbank Almelo dr. L.E.M. (Leo) Klinkers, directeur Klinkers Public Policy Consultants mr.dr. H. (Henk) Koning, universitair docent staats- en bestuursrecht ‘in ruste’ mr.dr. B.M. (Bernadette) van Leeuwen, bedrijfsjurist te Amsterdam mr.dr. E.C.H.J. (Eveline) van der Linden, universitair docent staats- en bestuursrecht, Universiteit Maastricht prof.mr.dr. G.E. (Gerrit) van Maanen, hoogleraar privaatrecht, Universiteit Maastricht en tevens Raadsheer plv. Gerechtshof ’s Hertogenbosch, hoofdredacteur NTBR en medewerker/annotator JB prof.mr.dr. B.M.J. (Bernd) van der Meulen, hoogleraar Recht en Bestuur aan Wageningen Universiteit mr.dr. A.R, (Richard) Neerhof, universitair hoofddocent staats- en bestuursrecht, Vrije Universiteit mr. J.F. (Hans) Penning de Vries, is juridisch adviseur te ‘s Gravenhage prof.mr.dr. N.H.M. (Nikolas) Roos, hoogleraar meta-juridica, Universiteit Maastricht (1985-2004) prof.mr.dr. R.J.N. (Raymond) Schlössels, hoogleraar bestuursrecht, Radboud Universiteit Nijmegen mr.dr. H.J. (Henk) Simon, Lid van de Internationale kamer van de Centrale Raad van Beroep prof.mr.dr. E. (Elies) Steyger, hoogleraar Europees bestuursrecht aan de Vrije Universiteit Amsterdam, en advocaat bij Holla Poelman Van Leeuwen advocaten te ’s-Hertogenbosch. prof.mr.dr. J.M.H.F. (Jos) Teunissen, hoogleraar staats- en bestuursrecht, Open Universiteit
•
7