PUBLIEK - PRIVATE SAMENWERKING VOOR DE BOUW VAN LAAD- EN LOSINSTALLATIES
Handleiding voor de aanvrager
PUBLIEK - PRIVATE SAMENWERKING VOOR DE BOUW VAN LAAD- EN LOSINSTALLATIES
“Dankzij dit project draagt onze onderneming ongetwijfeld ook zijn steentje bij aan de ontlasting van het vervoer via de weg.” Erik Vande Paer, Gheys Transport
2
I N H O U D S TA F E L Inleiding
5
Wat houdt deze Publiek-Private Samenwerking (PPS) in ?
7
Wie komt in aanmerking ?
9
Welke projecten komen in aanmerking ?
11
Opstellen en indienen van de aanvraag
13
Indienen van de aanvraag
13
Welke elementen moet de aanvraag bevatten ?
14
Beoordeling van de aanvraag
15
Beoordelingscriteria
15
Berekening van het PPS-rendement
15
Beoordelingstraject
17
Start en uitvoering van het project
19
Opstellen van het definitieve dossier
19
Opstellen van de overeenkomst
19
Verdere procedure
20
Opvolging van het project Terugbetalingclausule Welke kosten komen in aanmerking voor PPS en welke niet ?
21 21 23
Deel A: kosten die in aanmerking komen voor de PPS regeling
23
Deel B: kosten die niet in aanmerking komen voor de PPS regeling
24
Getuigenissen van ondernemingen
27
Schroothandel Piessens
27
Grondrecyclagebedrijf BSV en Devamix
28
Arcelor Mittal Steel Services Centres ESP
29
Belgian Logistic Center (BLC) - onderdeel van transport Gheys
30
Standaard aanvraagformulier
31
Leidraad bij het opstellen van de aanvraag
33
Informatieverzoek
35
3
PUBLIEK-PRIVATE SAMENWERKING
4
VOOR DE BOUW VAN LAAD- EN LOSINSTALLATIES
INLEIDING Sinds 1998 bestaat voor ondernemingen in Vlaanderen de mogelijkheid om via een publiekprivate samenwerking met de waterwegbeheerders een laad- en losinstallatie langs de bevaarbare waterwegen te bouwen. Ondernemingen kunnen dankzij deze regeling rekenen op een overheidsinbreng tot 80 % voor de aanleg van de infrastructuur van de laad- of losinstallatie. In 1998 en 1999 viel de goedkeuring van deze Vlaamse steunmaatregel onder de bepalingen van Verordening EG 1107/70 van 4 juni 1970. Vanaf 2000 werd de steun goedgekeurd op basis van beslissing N550/2001 van de Europese Commissie van 11 december 2001. Op 16 november 2004 tenslotte heeft de Europese Commissie de regeling verenigbaar verklaard met het EG-verdrag onder nummer N344/2004 en er haar goedkeuring aan gehecht tot einde 2010. De PPS-regeling voor de bouw van laad- en losinstallaties kent bijzonder veel succes bij bedrijven. Begin 2008 hadden al meer dan 140 ondernemingen een aanvraag ingediend voor het bouwen van een laad- en losinstallatie en einde 2007 waren meer dan 60 projecten operationeel. De projecten zijn gespreid langs de waterwegen in heel Vlaanderen. Ze situeren zich zowel langs hoofdwaterwegen als langs secundaire waterwegen en de aard van de overslag betreft allerlei soorten goederen : vaste en vloeibare bulkgoederen, containers, afvalstoffen, ondeelbare elementen en stukgoederen. De PPS-regeling blijkt dan ook voor tal van bedrijven een pasklare oplossing te kunnen bieden om hun goederen via de binnenvaart te transporteren en te behandelen. De PPSregeling levert een belangrijke bijdrage aan de doelstelling van de Vlaamse regering om het goederentransport via alternatieve modi te stimuleren ter ontlasting van het vervoer via de weg. De Vlaamse regering neemt zich voor het beleid inzake het bevorderen van het vervoer via de binnenvaart onverminderd verder te zetten en de PPS-regeling voor het bouwen van laaden losinstallaties vormt hierbij één van de middelen bij uitstek. Om het gebruik van de waterwegen verder te stimuleren moeten er immers voldoende kaaimuren zijn waar goederen kunnen worden overgeslagen. Doordachte inplanting ervan moet de samenwerking tussen verschillende vervoerwijzen, de intermodaliteit, bevorderen. Wellicht betoont ook uw onderneming interesse voor het bouwen van een kaaimuur en betekent dit meteen ook een verdere stap naar duurzaam ondernemen ? Deze handleiding heeft enerzijds tot doel u grondig te informeren over de mogelijkheden en over de voorwaarden voor het opzetten van een publiek-private samenwerking voor het bouwen van een laad- en losinstallatie langs de bevaarbare waterwegen. Anderzijds vormt de handleiding de leidraad voor het voeren van concrete besprekingen met de waterwegbeheerders met het oog op het aangaan van een publiek-private samenwerking.
5
PUBLIEK-PRIVATE SAMENWERKING
6
VOOR DE BOUW VAN LAAD- EN LOSINSTALLATIES
WAT HOUDT DE PUBLIEK - PRIVATE SAMENWERKING (PPS) IN ? In een publiek-private samenwerking werken overheid en privé-sector samen met inbreng van ieders knowhow en middelen om complementaire doelstellingen te realiseren. Bedrijven of organisaties die voor de aan- of afvoer van hun grondstoffen of goederen van de waterweg gebruik willen maken hebben behoefte aan een installatie voor het laden of lossen. Sommigen kunnen wellicht terecht bij bestaande installaties of logistieke operatoren, maar in de meeste gevallen is er behoefte aan een nieuw aan te leggen bedrijfsgebonden overslaginstallatie. De PPS voor het bouwen van laad- en losinstallaties heeft tot doel, door het bundelen van de knowhow van de waterwegbeheerder en de private partner enerzijds, en een gedeelde financiering anderzijds, binnen een redelijke termijn een overslaginstallatie op maat te realiseren. In het geval van PPS voor de bouw van laad- en losinstallaties wordt een onderscheid gemaakt tussen enerzijds de totale projectkosten die de kosten omvatten van alle investeringen die noodzakelijk zijn om een overslaginstallatie langs een waterweg operationeel te maken en anderzijds het deel van de totale projectkosten dat in aanmerking komt voor een tussenkomst door de overheid. Dit laatste deel omvat in hoofdzaak de kosten die betrekking hebben op de infrastructuur van de te bouwen overslaginstallatie. Verder in deze brochure (pagina 23-25) is een niet-limitatief overzicht gegeven van de totale projectkosten waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen de kosten die wel en de kosten die niet in aanmerking komen voor een tussenkomst in het kader van de PPS-regeling. In principe bedraagt het aandeel van de overheid (waterwegbeheerder) 80 % van de voor PPS in aanmerking komende kosten voor de aanleg van de infrastructuur, terwijl het aandeel van de private partner 20 % bedraagt. Het aandeel van de overheid dient evenwel beperkt te blijven tot maximaal 50 % van de totale projectkosten. Indien dit niet zo is, wordt het aandeel van de overheid in de infrastructuurkosten zo berekend dat in totaal de overheidstussenkomst beperkt blijft tot maximaal 50 % van de totale projectkosten. Er wordt hierbij ook rekening gehouden met eventuele overheidsfinanciering op basis van andere regelingen. De private partner neemt de verplichting op zich om de waterwegbeheerder op de hoogte te brengen van elke bekomen overheidstussenkomst met betrekking tot het project. Het Vlaams gewest kan enkel investeren in de bouw van infrastructuur die als deel van het openbaar domein haar volledige eigendom blijft of wordt. Na de bouw van de infrastructuur sluit de waterwegbeheerder een concessieovereenkomst af met de private partner of verleent hij een vergunning voor het gebruik ervan. De private partner betaalt een vergoeding voor het gebruik van de infrastructuur. De private partner mag het aandeel van de overheid in de publiek-private samenwerking niet aanwenden om enige prijsconcurrentie met andere terminals aan te gaan. Indien tijdens de looptijd van de publiek-private samenwerking signalen uit de markt op een dergelijke situatie wijzen, kan de minister opdracht geven voor het opstellen van een onafhankelijke studie naar deze concurrentievervalsing. Op basis van de conclusies van deze studie kan de minister beslissen een gedeelte of het volledige aandeel van de overheid in de publiekprivate samenwerking terug te vorderen.
7
PUBLIEK-PRIVATE SAMENWERKING
De huidige PPS-regeling heeft een looptijd van 6 jaar en is geldig van 1 januari 2005 tot en met 31 december 2010. De regeling is van toepassing op alle aanvragen die na 1 januari 2005 werden ingediend en voor 31 december 2010 door de bevoegde minister aanvaard.
8
VOOR DE BOUW VAN LAAD- EN LOSINSTALLATIES
WIE KOMT IN AANMERKING ? Voor de PPS-regeling komt elke geïnteresseerde private of publieke onderneming in aanmerking, ongeacht haar nationaliteit of activiteit. De regeling geldt evenwel alleen voor laaden losinstallaties langs de Vlaamse bevaarbare waterwegen buiten de zeehavengebieden. Op deze regeling kan een beroep worden gedaan voor zowel ‘openbare’ als ‘bedrijfsgebonden’ overslaginstallaties. In het geval van een ‘openbare overslaginstallaties’ treedt de partner op als beheerder van de installatie, die op een niet-discriminatoire manier moet openstaan en toegankelijk zijn voor alle mogelijke gebruikers. Bij een ‘bedrijfsgebonden’ overslaginstallatie, heeft de privé-partner met voorrang het recht om de installatie te gebruiken voor het laden en lossen van zijn eigen goederen. In het laatste geval is de privé-partner echter onder bepaalde omstandigheden verplicht om derde partijen toe te laten om de laad- en losinstallatie te gebruiken.
9
PUBLIEK-PRIVATE SAMENWERKING
“Vandaag zitten onze los- en laadactiviteiten dan ook in de buurt van circa 200.000 ton op jaarbasis. Dit betekent concreet ruim 25 opleggers per dag die gekanaliseerd zijn via de waterweg.” BSV - DEVAMIX
10
VOOR DE BOUW VAN LAAD- EN LOSINSTALLATIES
WELKE PROJECTEN KOMEN IN AANMERKING ? Als algemene regel geldt dat enkel projecten in aanmerking komen die een publiek-privaat samenwerkingsrendement van minstens 6% garanderen. Het PPS-rendement is gebaseerd op de verhouding van de nieuwe trafiek over het water tot het aandeel van de overheid in de PPS. De berekening van het PPS-rendement vindt u op pagina 16 - 17. Voor volgende projecten geldt een specifieke regeling: 1. projecten die een algemeen strategisch en/of economisch belang inhouden, is de 6% drempel niet van toepassing. Zonder daarbij limitatief te willen optreden vallen binnen deze benadering zeker projecten: - waarbij, omwille van de veiligheid, het vervoer via de waterweg te verkiezen is boven het vervoer via een andere modus. Het betreft hier het vervoer van gevaarlijke goederen die als Seveso-producten te bestempelen zijn; - waarbij het gaat om het vervoer van zware en ondeelbare voorwerpen; gelet op de sterke verstoring die zij teweeg brengen in de verkeersafwikkeling indien zij langs de weg gebeuren, gelet op de overbelasting en mogelijke beschadiging die zij aan deze modus toebrengen en gelet op de onmogelijkheid om, gezien de grote afmetingen, deze goederen langs een andere modus te vervoeren; - die een gebied ontsluiten dat nog niet of slechts beperkt toegankelijk is via de waterweg of waar de ontsluiting door een andere modus slechts in beperkte mate aanwezig is; - die de schaarse benutting van de aanwezige industrieterreinen optimaliseren. 2. projecten die het herlokaliseren van een kaaimuur betreffen, waarvan de huidige ligging niet in overeenstemming is met de vereiste ecologische of ruimtelijke inpassing. Hierbij blijft de 6% drempel wel van toepassing maar wordt de volledige overslag op de nieuwe locatie, dus zowel de reeds bestaande als de nieuwe overslag in rekening gebracht. Indien deze drempel niet behaald wordt, kan de minister, na gemotiveerd advies, toch tot een publiek-private samenwerking beslissen. 3. projecten die het herbouwen of revaloriseren van een oude kaaimuur of nagenoeg onbestaande overslagplaats betreffen. Hierbij blijft de 6% drempel wel van toepassing. Op de vernieuwde locatie worden zowel de reeds bestaande als de nieuwe overslag in rekening gebracht. 4. projecten waarbij in het transport van goederen op de waterweg een tussenstap wordt voorzien om ladingen van het ene schip naar het andere over te brengen door installaties die zich op de oever of op het schip bevinden. Eventueel met een combinatie van lossen of laden in de relatie schip-landzijde en lossen of laden in de relatie schip-schip. Dergelijke projecten beogen een laad- en losinstallatie te bouwen voor opdeling, concentratie of herschikking van lading. De lading of het ladinggedeelte dat van een schip naar een ander schip aan de betreffende locatie wordt overgebracht, komt in aanmerking voor het berekenen van de overslagwaarde.
11
PUBLIEK-PRIVATE SAMENWERKING
12
VOOR DE BOUW VAN LAAD- EN LOSINSTALLATIES
OPSTELLEN EN INDIENEN VAN DE AANVRAAG INDIENEN VAN DE AANVRAAG Om in aanmerking te komen voor een PPS voor de bouw van een laad- en losinstallatie moet u een aanvraag indienen bij de waterwegbeheerder in kwestie. Voor projecten gelegen langs het Albertkanaal, het Schelde-Rijnkanaal of de Kempense kanalen: nv De Scheepvaart Havenstraat 44 3500 Hasselt tel. : 011-29 84 00 fax : 011-22 12 77 Website: www.descheepvaart.be Voor projecten langs andere Vlaamse waterwegen : Waterwegen en Zeekanaal NV Oostdijk 110 2830 Willebroek tel. : 03-860 62 11 fax : 03-860 63 00 Website: www.wenz.be Uiteraard kan u altijd de betrokken waterwegbeheerder contacteren. Hij zal u met raad en daad bijstaan bij het opstellen en indienen van uw aanvraag.
WELKE ELEMENTEN MOET DE AANVRAAG BEVATTEN ? De aanvraag dient alle informatie te bevatten die de waterwegbeheerder moet toelaten zich een beeld te vormen van het doel, de aard en de omvang van uw project. Uw aanvraag voor een publiek-private samenwerking dient bij voorkeur de volgende elementen te bevatten : � administratieve gegevens van de aanvrager � de activiteiten van de aanvrager � omschrijving van de noodzaak aan en het gewenste concept van de te bouwen overslaginstallatie � overzicht van de huidige en toekomstige goederenstromen van en naar het bedrijf � beschikbare terreingegevens � opgave van andere overheidstussenkomsten of –aanvragen voor het project � beschrijving van het volledige project (inclusief elementen die buiten de PPS vallen). Verder in deze brochure (pagina 31) is een standaard aanvraagformulier gevoegd evenals een lijst die u bij het opstellen van uw aanvraag als leidraad kan gebruiken.
13
PUBLIEK-PRIVATE SAMENWERKING
14
VOOR DE BOUW VAN LAAD- EN LOSINSTALLATIES
BEOORDELING VAN DE AANVRAAG De waterwegbeheerder die een aanvraag heeft ontvangen controleert zowel de volledigheid van de aanvraag alsook de haalbaarheid van het project. BEOORDELINGSCRITERIA De aanvraag komt in aanmerking voor een publiek-private samenwerking indien: 1° de nodige begrotingskredieten beschikbaar zijn; 2° het voorontwerp van de installatie de instemming van de waterwegbeheerder wegdraagt; 3° de raming van de kostprijs van het project verantwoord is; 4° de vereiste garanties inzake de financiële en economische draagkracht van de aanvrager aanwezig zijn (niet nodig voor publiek rechtspersoon); 5° het economisch en watergebonden belang van het project in afdoende mate blijkt; 6° het stimulerend karakter voor de binnenscheepvaart in voldoende mate blijkt; 7° het project positieve effecten heeft voor de mobiliteit en de afwikkeling van de vervoersstromen in de betrokken regio. Voor de beoordeling van criteria 5 en 6 is het PPS-rendement de bepalende factor.
BEREKENING VAN HET PPS-RENDEMENT Het PPS-rendement R wordt berekend op basis van : - de door de aanvrager gegarandeerde overslag over een periode van tien jaar; - het aandeel van de overheid in de investering. De berekening van het PPS-rendement gebeurt zoals hierna is aangegeven. Aansluitend is ter verduidelijking een tabel met indicatieve voorbeelden opgenomen.
15
PUBLIEK-PRIVATE SAMENWERKING
1. De jaarlijkse overslagwaarde De beoogde jaarlijkse overslagwaarde van de installatie wordt bepaald door de formule: k=axgxjxr waarbij: a=
aantal m³ en/of ton waarvoor de aanvrager garandeert dat ze dat jaar overgeslagen zullen worden. Het betreft hier wel nieuwe hoeveelheden. Ingeval van m³ wordt bedoeld de inhoud van de kleinste balk, die de lading of de deellading omschrijft.
g=
goederencoëfficiënt met als waarde: 1 voor alle goederen behalve de hierna vermelde; 1,2 voor: - afvalproducten; - containers; - ondeelbare en zware voorwerpen, die niet geschikt zijn om als normaal transport langs de weg te worden vervoerd.
j=
jaarcoëfficiënt met als waarde: 1,4 voor het eerste volledige jaar vanaf de eerste januari volgend op de ingebruikneming van de installatie; 1,3 voor het tweede volledige jaar vanaf de eerste januari volgend op de ingebruikneming van de installatie; 1,2 voor het derde volledige jaar vanaf de eerste januari volgend op de ingebruikneming van de installatie; 1,1 voor het vierde volledige jaar vanaf de eerste januari volgend op de ingebruikneming van de installatie; 1 voor het vijfde jaar en de daarop volgende jaren vanaf de eerste januari volgend op de ingebruikneming van de installatie.
r=
richtingscoëfficiënt met als waarde 1 voor geloste goederen; 1,5 voor geladen goederen. Voor het laden van containers wordt evenwel de waarde 1 aangehouden; 1,5 voor de lading die van een schip naar een ander schip wordt overgebracht.
2. De tienjaarlijkse overslagwaarde De beoogde tienjaarlijkse overslagwaarde van de installatie wordt bepaald door de formule: K = k1 + k2 + ......................... k10 waarbij: K=
de beoogde tienjaarlijkse overslagwaarde van de installatie;
k1 = de overslagwaarde van het eerste volledige jaar vanaf de eerste januari volgend op de ingebruikneming van de installatie, enz. 3. Het aandeel van de overheid in de PPS S= maximaal 80% van de kost voor de vaste infrastructuur en maximaal 50% van de totale projectkost.
16
VOOR DE BOUW VAN LAAD- EN LOSINSTALLATIES
4. Het PPS-rendement Het PPS-rendement wordt dan als volgt berekend: K R = --------------------------40,3399 x S waarbij: R=
het publiek-private samenwerkingsrendement;
K=
de beoogde tienjaarlijkse overslagwaarde van de installatie;
S=
het aandeel van de overheid in de PPS (uitgedrukt in euro).
Enkel die projecten waarvoor R groter is dan of gelijk is aan 6% worden in aanmerking genomen, tenzij voor het project een specifieke regeling geldt (zie pagina 11) INDICATIEVE VOORBEELDEN TER VERDUIDELIJKING VAN HET RENDEMENTSPRINCIPE Voorbeeld van project
Aanleg van een steiger Aanleg van een steiger en ontsluitingsweg Aanleg nieuwe kaaimuur Aanleg nieuwe kaaimuur met ontsluitingsweg
Geraamde kostprijs (100%)
€ 250.000,00
Tienjaarlijkse overslagwaarde die overeenstemt met een PPS-rendement van 6%
Gemiddelde jaarlijks te behalen tonnage (normale goederen)
550.000
50.000 ton lossen
€ 625.000,00 € 1.000.000,00
1.400.000 2.000.000
130.000 ton lossen 180.000 ton lossen
€ 1.375.000,00
2.750.000
260.000 ton lossen
Deze voorbeelden zijn louter illustratief en bedoeld om u een idee te geven van de ordegrootte van de investeringen voor de bouw van een bepaalde laad- of losinstallatie en de te behalen tonnage om voor een project de goedkeuring te verkrijgen. Deze waarden zijn richtwaarden, en dienen voor elk project apart bekeken te worden. BEOORDELINGSTRAJECT Na de eigen beoordeling legt de waterwegbeheerder de aanvraag voor aan de Beoordelingscommissie Kaaimuren. In deze commissie zetelen vertegenwoordigers van de waterwegbeheerders en van de vzw Promotie Binnenvaart Vlaanderen. De Beoordelingscommissie beoordeelt de aanvraag. In geval van een gunstige beoordeling wordt de aanvraag, mits gunstig advies van de leidend ambtenaren van de waterwegbeheerders, voorgelegd aan de bevoegde minister die de aanvraag al dan niet goedkeurt. De aanvrager wordt in kennis gesteld van de beslissing van de minister.
17
PUBLIEK-PRIVATE SAMENWERKING
18
VOOR DE BOUW VAN LAAD- EN LOSINSTALLATIES
START EN UITVOERING VAN HET PROJECT OPSTELLEN VAN HET DEFINITIEVE DOSSIER Na de principiële toezegging van de publiek-private samenwerking door de minister worden de aanbestedingsdocumenten: – het bestek; – de gedetailleerde raming; – de aanbestedingstekeningen opgemaakt in overleg met de aanvrager. Daarbij geldt dat alle opdrachten, die in het kader van deze PPS aan derden worden opgedragen en die de uitvoering beogen van werken, leveringen of diensten onderworpen zijn aan de wetgeving op de overheidsopdrachten. Indien voor het opmaken van de aanbestedingsdocumenten beroep wordt gedaan op een studiebureau dan vormen de studiekosten een onderdeel van de aanvraag van de publiekprivate samenwerking. De waterwegbeheerder treedt in principe altijd op als bouwheer voor de werken die het voorwerp uitmaken van de PPS, tenzij dit niet opportuun zou zijn.
OPSTELLEN VAN DE OVEREENKOMST Als het bestek, de gedetailleerde raming en de aanbestedingstekeningen de goedkeuring van aanvrager en waterwegbeheerder wegdragen, sluiten beide partijen een overeenkomst af, waarbij: 1° 2° 3° 4° 5° 6°
het voorlopige aandeel van de overheid in de publiek-private samenwerking en van het aandeel van de aanvrager wordt bepaald op basis van de gedetailleerde raming (exclusief B.T.W.); beide partijen instemmen met het ontwerp, het bestek en de aanbestedingstekeningen; de nadere modaliteiten worden bepaald voor de uitvoering van de werken, afgestemd op de plaatselijke toestand en de specifieke behoeften van de installatie; de beoogde jaarlijkse overslagwaarde gedurende tien jaar en de tienjaarlijkse overslag waarde aan de installatie worden bepaald; de terugbetaling- en boeteclausules worden opgenomen; er duidelijke afspraken gemaakt worden op welke wijze derde partijen zullen toegelaten worden of de mogelijkheid zullen hebben om ook van de installatie gebruik te maken.
Daarnaast legt de overeenkomst regels vast met betrekking tot de eigendom, de bouw en het gebruik van de infrastructuur. Noot Vooraleer het bestek wordt opgesteld kan reeds overgegaan worden tot het opstellen van voorafgaande overeenkomsten.
19
PUBLIEK-PRIVATE SAMENWERKING
VERDERE PROCEDURE –
– – – –
Na het afsluiten van de overeenkomst en de aanbesteding bepaalt de waterwegbeheerder het definitieve aandeel van de overheid in de PPS op basis van de gunningbeslissing voor de uit te voeren werken. Indien het definitieve aandeel van de overheid aanleiding blijkt te geven tot een PPSrendement dat lager is dan 6 %, is een heronderhandeling van de overeenkomst noodzakelijk met het oog op het halen van een minimum PPS-rendement van 6 %. De aanvrager wordt op de hoogte gebracht van de vastlegging van het definitieve aandeel van de overheid in de PPS op het investeringsprogramma van de waterwegbeheerder. De gunningbeslissing wordt aan de aannemer betekend en in overleg met de aanvrager stelt de waterwegbeheerder de begindatum van de werken vast. De werken worden uitgevoerd onder toezicht van de waterwegbeheerder.
20
VOOR DE BOUW VAN LAAD- EN LOSINSTALLATIES
OPVOLGING VAN HET PROJECT Vanaf het eerste volledige kalenderjaar volgend op de datum van ingebruikneming van de installatie en gedurende 10 opeenvolgende jaren, zal de gerealiseerde overslag van het project jaarlijks door de waterwegbeheerder worden geëvalueerd. Het bedrijf stelt de gegevens met betrekking tot de gerealiseerde trafiek ter beschikking aan de waterwegbeheerder. TERUGBETALINGCLAUSULE Indien de medecontractant van de waterwegbeheerder in de publiek-private samenwerking de beoogde jaarlijkse overslagwaarde niet blijkt te hebben gerealiseerd, is hij voor het betrokken jaar aan de waterwegbeheerder een tegemoetkoming verschuldigd, die berekend wordt met de formule: ( k - k* ) x S* ------------------K waarbij: k= K= k* = S* =
de beoogde jaarlijkse overslagwaarde; de beoogde tienjaarlijkse overslagwaarde; de bereikte jaarlijkse overslagwaarde; het definitieve aandeel van de overheid in de PPS.
Belangrijke opmerking: Indien de bereikte jaarlijkse overslagwaarde groter is dan de beoogde overslagwaarde, wordt het saldo overgedragen naar het volgende jaar.
21
PUBLIEK-PRIVATE SAMENWERKING
“Het was een knap staaltje van samenwerking, zeker als je weet dat de bestaande kaaimuur permanent in gebruik kon blijven en alle werken dienden afgestemd te worden op het continu aanmeren en lossen van de binnenschepen.” Patrick Van Meensel, ArcelorMittal Steel Service Centres ESP
22
VOOR DE BOUW VAN LAAD- EN LOSINSTALLATIES
WELKE KOSTEN KOMEN IN AANMERKING EN WELKE NIET? De totale projectkosten voor het bouwen van een laad- en losinstallatie omvatten enerzijds kosten die in aanmerking komen voor de PPS-regeling en anderzijds kosten die niet in aanmerking komen voor de PPS-regeling. Deze lijst van totale projectkosten is richtinggevend en niet limitatief. Enkel de infrastructuren die zich bevinden op domein van de overheid komen in aanmerking voor een tussenkomst. DEEL A: KOSTEN DIE IN AANMERKING KOMEN VOOR DE PPS REGELING Vaste infrastructuur Kosten aan de vaarweg, waaronder: o o o o
infrastructuurbaggerwerken; golfbreker; bebording scheepvaart; stortkosten baggerspecie.
Kosten voor afmeerfaciliteiten/kade, waaronder: o riviersteiger; o kaaimuurconstructie (damwand, betonnen kesp,....); o meerpalen/bolders. Kosten aan het terrein, waaronder: o o o o o o o o o
terreinverharding; afwatering (riolering); reinigen van de grond (saneren); ophogen terrein; bouwrijp maken terrein; afbraakwerken; kraanbaan (exclusief rails en railbevestiging); grondwerken; losplateau.
Kosten voor een wegaansluiting, waaronder: o toegangsweg; o interne wegenis. Bijkomende kosten, waaronder: o cultuurtechnische werken aan bermen en taluds (voor zover bouwtechnisch vereist); o milieukosten ingevolge vigerende milieuwetgeving.
23
PUBLIEK-PRIVATE SAMENWERKING
Studiekosten voor de vaste infrastructuur: o o o o
kosten kosten kosten kosten
voor het opmaken van het voorontwerp; voor het opmaken van het definitief ontwerp; voor het opmaken van aanbestedingsdocumenten; met betrekking tot projectmanagement.
Kosten voor vaste uitrusting nodig voor overslag van goederen van en naar de vaarweg: o o o o
stortbak; bunker; overkapping (voor het conditioneren van goederen); losleidingen/persleidingen.
DEEL B: KOSTEN DIE NIET IN AANMERKING KOMEN VOOR DE PPS REGELING Vaste infrastructuur Kosten voor: o o o o
lichtmasten; terreinverlichting; andere nutsvoorzieningen dan riolering; terreinafsluiting.
Uitrusting nodig voor overslag van goederen van en naar de vaarweg Kosten voor mobiele uitrusting, waaronder: o o o o
kadekraan/kraan/hijswerken; transportbanden e.d.; voordoseerder, tugmaster, spreader; interne transportmiddelen voorzover onlosmakelijk met de terminal verbonden, zoals reachstackers en straddlecarriers; o chassis, containerchassis. Kosten voor vaste uitrusting, waaronder: o o o o o
trechter (ev. met overkapping); silo; magazijnstellingen; weegunit (niet zijnde een weegbrug ten behoeve van het wegvervoer); pompen.
Kosten van wettelijk te nemen maatregelen, waaronder: o geluidsisolatie; o voorkomen stofhinder.
24
VOOR DE BOUW VAN LAAD- EN LOSINSTALLATIES
Overige kosten met betrekking tot de hier onder deel B opgesomde vaste infrastructuur en met betrekking tot de uitrusting nodig voor overslag van goederen van en naar de waterweg o o o o o
Kosten Kosten Kosten Kosten Kosten
voor het opmaken van het voorontwerp; voor het opmaken van het definitief ontwerp; voor het opmaken van aanbestedingsdocumenten; met betrekking tot projectmanagement; met betrekking tot automatisering.
Diversen Kosten voor dossieraanmaak en het bekomen van vergunningen, waaronder: o o o o
milieuvergunning; bouwvergunning; domeinvergoeding; bovenop de dossierkosten kunnen ook geen kosten voor voorbereiding, administratie en toezicht (VAT-kosten) worden berekend.
Eenmalige kosten, algemene kosten en vergoedingen, waaronder: o o o o
uitvoeringskosten; engineering (in de betekenis van ‘voorbereiding’ valt engineering onder VAT-kosten); montage/in bedrijf stellen; bouwrente (de bouwrente is gelijk aan de rente van de meest recente staatslening op het moment van gunning van het werk).
25
PUBLIEK-PRIVATE SAMENWERKING
26
VOOR DE BOUW VAN LAAD- EN LOSINSTALLATIES
GETUIGENISSEN SCHROOTHANDEL PIESSENS (ZEEKANAAL BRUSSEL-SCHELDE TE WILLEBROEK) RAYMOND EN THOMAS PIESSENS In oktober 2006 startte de firma Piessens uit Willebroek met het transport van schroot per schip. “De balans is uitermate positief. Ons streefdoel was 20.000 ton schroot per jaar, maar daar zitten we ver boven. Momenteel wordt 80% van wat wij aan derden leveren over het water vervoerd. Door dit project kunnen wij heel veel wegvervoer elimineren,” getuigen Raymond en zijn zoon Thomas Piessens. “Zowat de helft van het bij ons aangeleverde schroot is afkomstig van onze eigen containers, die we bij diverse bedrijven plaatsen. De rest wordt onder meer aangevoerd door afbraakbedrijven en handelaars. 90% van alle binnenkomende schroot wordt versneden. Wij voeren het schroot per schip naar BST in Kallo en Van Heyghen Recycling in Gent. Van daaruit wordt het met zeeschepen verder getransporteerd. We doen een beroep op de Antwerpse rederij Rhenania. Het gaat steeds om eenzelfde schip met een capaciteit van 2.000 ton.” “Het grootste voordeel voor onze interne werking is dat wij het transport veel efficiënter kunnen organiseren. Bij het laden van een vrachtwagen gaat het in feite toch steeds om een beperkte hoeveelheid, waarvoor één of twee personen ingezet moeten worden. Als we een schip laden doen we dat met een vaste ploeg van tien medewerkers. We trekken daar een dag voor uit, maar dan hebben we ook in één keer 2.000 ton geladen. Dat is pas efficiënt werken.” Het transport over water vervangt hier jaarlijks zowat 1.500 vrachtwagenritten. Daar is ook de omgeving van het bedrijf mee gebaat. Bovendien biedt vervoer per schip 100% zekerheid, terwijl vrachtwagens vaak tijd verliezen door files, vergelijkt Raymond Piessens. Hij somt de investeringen op die nodig waren om het transport over water te realiseren. “Waterwegen en Zeekanaal NV heeft gezorgd voor een ontsluitingsweg. Zij namen daarvan 80% voor hun rekening, terwijl wij instonden voor de overige kosten.”
27
PUBLIEK-PRIVATE SAMENWERKING
GRONDRECYCLAGEBEDRIJF BSV EN DEVAMIX UIT STASEGEM (KANAAL BOSSUIT-KORTRIJK) Bij de oprichting van beide maatschappijen hadden wij tot doel gesteld een site te zoeken die watergebonden activiteiten zou toelaten. De transportmodus over de waterweg bij grote volumes bulkgoederen is daarvoor onontbeerlijk. Bij de opstart van de maatschappijen hadden wij met W&Z een dubbel engagement, enerzijds een concessie voor een watergebonden terrein van 3,4 ha en anderzijds een eigen kaaimuur van 120 meter via de gekende PPSregeling. De diverse besprekingen die aan de basis lagen tot het in concessie nemen van het terrein enerzijds en de PPS-regeling tot het bouwen van de vernoemde kaaimuur anderzijds, zijn uiteindelijk een bevestiging geworden waar W&Z voor staat, met name de juiste logistieke partner. Ondertussen zijn we niet alleen reeds acht jaar verder maar ook 10 ha groot geworden. Reeds van bij de opstart hadden wij tot doel vooral ook voor onze kaaimuur laadactiviteiten te zoeken en uiteraard te exploiteren. Het bedrijf Casier Recycling uit Deerlijk was dan ook van bij de start een laadverbruiker van schroot met bestemmingen zowel richting Gent als richting Charleroi. Desondanks blijven wij alle mogelijkheden verder onderzoeken en hebben dan ook zelf afgelopen zomer 2007 meer dan 30.000 ton grond met hergebruik certificaat geladen, om het vervolgens te lossen aan het sluizencomplex te Evergem waar deze grond vandaag gebruikt wordt als afdeklaag voor het stort Rabot. Eenzelfde campagne is opnieuw voorzien voor het voorjaar van 2008, weliswaar voor een 15.000 ton. Vandaag zitten onze los- en laadactiviteiten dan ook in de buurt van circa 200.000 ton op jaarbasis. Dit betekent concreet ruim 25 opleggers per dag die gekanaliseerd zijn via de waterweg. Niettemin willen we van de gelegenheid gebruik maken om even aan de alarmbel te trekken, met name het tekort aan schepen. Teneinde de kanaalwegen verder te promoten in het kader van de transportproblematiek, zijn voldoende, maar ook de juiste schepen levensnoodzakelijk om deze transportmodus de echte mogelijkheden te bieden waar de toekomst nood aan heeft.
28
VOOR DE BOUW VAN LAAD- EN LOSINSTALLATIES
ARCELORMITTAL STEEL SERVICE CENTRES ESP (ALBERTKANAAL TE GEEL) PATRICK VAN MEENSEL, BEDRIJFSDIRECTEUR - SITE MANAGER Al vele jaren is ArcelorMittal Steel Service Centres ESP een belangrijke klant van de binnenvaart en hebben wij een zeer goede samenwerking met nv De Scheepvaart. Van de 500.000 ton staalrollen die wij jaarlijks aanvoeren naar ons bedrijf langs het Albertkanaal in Geel, komt momenteel ongeveer 65% aan per binnenschip langs het Albertkanaal tot in Geel. Dit enorme volume dient snel en veilig gelost te worden. Door de schaalvergroting van de binnenschepen die voor ons transport werden ingezet was de bestaande kaaimuur te beperkt in lengte geworden. Bovendien sloot onze kaaimuur aan stroomopwaartse zijde schuin aan op de oever. In bepaalde losposities lag het schip dan ook schuin tegen de kaaimuur aan en lag het hierdoor met zijn achter- of voorsteven dicht tegen de vaargeul. Bij mist betekende dit dan ook een gevaar op aanvaringen. Bovendien was het opstappen naar het schip of de duwbak niet risicoloos. Ons bedrijf opteerde er daarom voor om de bestaande kaaimuur te verlengen met 60 meter. Dit gaf niet alleen het voordeel van veilig lossen in alle losposities, maar ook de mogelijkheid om nog grotere schepen in te zetten voor onze transporten. nv De Scheepvaart steunde onze vraag op voorwaarde dat een bijkomend engagement inzake overslag via de binnenvaart werd aangegaan, wat ook gebeurde. De uitvoering van het project was economisch haalbaar dank zij de 80/20 PPS-regel, waardoor slechts 20% van de investering diende gedragen te worden door onze onderneming. De werken werden aangevat op 6 november 2006. Door de strikte timing, een goede opvolging en de uitstekende samenwerking tussen nv De Scheepvaart, de aannemer en onze onderneming konden we op 30 augustus 2007 de inhuldiging van onze verlengde kaaimuur vieren. Het was een knap staaltje van samenwerking, zeker als je weet dat de bestaande kaaimuur permanent in gebruik kon blijven en alle werken dienden afgestemd te worden op het continu aanmeren en lossen van de binnenschepen.
29
PUBLIEK-PRIVATE SAMENWERKING
BELGIAN LOGISTICS CENTER (BLC) - ONDERDEEL VAN GHEYS TRANSPORT (KANAAL DESSEL-KWAADMECHELEN TE MOL) ERIK VANDE PAER, AFGEVAARDIGD BESTUURDER Als transport- en logistieke onderneming gespecialiseerd in wegtransport, zagen wij een aantal jaren geleden de noodzaak in om ons dienstenpakket verder uit te breiden. Aangezien onze onderneming gevestigd is op een bedrijventerrein aan het kanaal Dessel – Kwaadmechelen in Mol, lag het voor ons voor de hand om een logistiek platform uit te bouwen waarbij de binnenvaart een onderdeel uit zou maken van de logistieke keten. Indien wij over een kadefaciliteit konden beschikken zou het, aangezien onze magazijnen en silo’s in de buurt van het kanaal liggen, niet langer nodig zijn om voor de opslag van de verpakte producten en de bulkgoederen die via binnenschip aankomen, nog gebruik te maken van wegvervoer. Ook kostprijsmatig zou een dergelijke bi-modale oplossing alleen maar in ons voordeel spelen. Met deze ideeën zijn wij naar nv De Scheepvaart gestapt die meteen enthousiast reageerde en bereid was om samen met ons onze plannen op het terrein te realiseren. Een overeenkomst werd opgesteld waarin de afspraken omtrent de 80 %/20 % financiering en het engagement van onze onderneming inzake het gebruik van de binnenvaart werden vastgelegd. Na de ondertekening van de overeenkomst inzake de publiek-private samenwerking werd al snel een aanbesteding uitgeschreven voor de bouw van de kade. Tijdens de uitvoering deden zich enkele problemen voor die met de nodige kennis van zaken werden opgelost, maar die uiteindelijk wel hebben geleid tot enige vertraging in de uitvoering. Het resultaat mag er echter zijn: een kaaimuur en overslagplatform die volledig beantwoorden aan onze eisen : een lengte van ca. 180 meter en gedimensioneerd op de overslag van containers met reachstacker. Voor de samenwerking met het personeel van nv De Scheepvaart, hun technische kennis en hun praktische ingesteldheid hebben wij niets dan lof. Ook na de beëindiging van het kaaimuurproject blijven de contacten zeer goed met een grote luisterbereidheid voor problemen waarmee een onderneming te kampen heeft die voor het eerst met de binnenvaart werkt. Het project voor het bouwen van de kaaimuur is uitermate belangrijk geweest voor de uitbreiding van de activiteiten van onze firma. Nu al stellen wij vast dat de vooropgestelde hoeveelheid containers die via de binnenvaart zouden worden aangevoerd reeds bereikt wordt. Dankzij dit project draagt onze onderneming ongetwijfeld ook zijn steentje bij aan de ontlasting van het vervoer via de weg.
30
VOOR DE BOUW VAN LAAD- EN LOSINSTALLATIES
STANDAARD AANVRAAGFORMULIER Om een project te kunnen beoordelen zijn de volgende gegevens vereist: Aanvrager Naam Adres Tel Waterweg Aard van de overgeslagen goederen Gegarandeerde overslag in ton of m³ ( een TEU = 33 m³) Geladen
Gelost
1° jaar 2° jaar 3° jaar 4° jaar 5° jaar 6° jaar 7° jaar 8° jaar 9° jaar 10° jaar
Omschrijving van het project (aard van de werken):
Gevraagd aandeel van de overheid in de PPS Datum opstellen van deze fiche
31
PUBLIEK-PRIVATE SAMENWERKING
“Het transport over water vervangt hier jaarlijks zowat 1.500 vrachtwagenritten. Daar is ook de omgeving van het bedrijf mee gebaat. Bovendien biedt vervoer per schip 100% zekerheid, terwijl vrachtwagens vaak tijd verliezen door files.” Raymond Piessens, Schroothandel Piessens
32
VOOR DE BOUW VAN LAAD- EN LOSINSTALLATIES
LIJST ALS LEIDRAAD BIJ HET OPSTELLEN VAN DE AANVRAAG ADMINISTRATIEVE GEGEVENS VAN DE AANVRAGER -
naam bedrijf, adres, telefoon, fax, mail; coördinaten van de contactpersoon; BTW nummer; RPR.
GEGEVENS M.B.T. DE ACTIVITEITEN VAN DE AANVRAGER - aard van de activiteiten; - aard van de goederen die via de waterweg zullen aan- en/of afgevoerd worden; - vorm waarin de goederen via de waterweg zullen aan- en/of afgevoerd worden: vaste of vloeibare bulk, containers, ondeelbare voorwerpen, pallets,…. OMSCHRIJVING VAN DE NOODZAAK AAN EN HET GEWENSTE CONCEPT VAN DE TE BOUWEN OVERSLAGINSTALLATIE - waar wordt de overslaginstallatie gepland : waterweg, gemeente,…; - betreft het een nieuwe overslaginstallatie of de renovatie van een bestaande overslaginstallatie; - omschrijving van de gewenste overslaginstallatie: o kaaimuur of steiger; o gewenste lengte; o (vermoedelijke) aard van de faciliteit(en) die voor de overslag van goederen van wal naar schip zullen worden ingezet : mobiele kraan, vaste kraan, portaalkraan, reach-stacker, los- of persleiding, transportband,…; o behoefte aan en omvang van stockagefaciliteiten op of in de buurt van de overslaginstallatie: kaaiplatform, bunkers, silo’s,…; - waarom is de overslaginstallatie noodzakelijk : gaat het om nieuwe goederentrafiek of verschuiving van bestaande goederentrafiek naar de waterweg (modal shift); - termijn waarin de overslaginstallatie in gebruik dient te worden genomen. OVERZICHT VAN DE HUIDIGE EN TOEKOMSTIGE GOEDERENSTROMEN VAN EN NAAR HET BEDRIJF - opgave van de huidige in- en uitgaande goederenstromen op de beschouwde locatie: aard, gebruikte vervoersmodus, omvang; - opgave van de toekomstige in- en uitgaande goederenstromen op de beschouwde locatie: aard, gebruikte vervoersmodus, omvang. TECHNISCHE GEGEVENS BELANGRIJK VOOR HET OPMAKEN VAN EEN RAMING - wat is de gewenste waterdiepte aan de kaaimuur ? - wat zal de gemiddelde kaaimuurbelasting zijn: o welke hijstuigen zullen gebruikt worden ? o welke goederen zullen op de kaaimuur gestockeerd worden ? - welk type van schepen zullen aan de kaaimuur aanmeren ?
33
PUBLIEK-PRIVATE SAMENWERKING
- enkele andere kostenposten: o hoeveel meerpalen zullen er nodig zijn ? o zijn er ladders nodig ? o moeten er wrijfhouten geplaatst worden ? o andere: … GEGEVENS BETREFFENDE DE MOBILITEIT -
is er een goede ontsluiting naar het hogere wegennet ? wat is de gemiddelde afstand die de goederen momenteel met de vrachtwagen afleggen ? hoeveel transporten moeten door bewoonde centra van steden of gemeenten ? wat zouden de effecten kunnen zijn van de modal shift van de weg naar het water ? o minder wegvervoer door de bebouwde kom; o minder lawaaihinder voor de omgeving; o…
BESCHIKBARE TERREINGEGEVENS 0ver welke gegevens van het terrein waarop de overslaginstallatie wordt gepland beschikt de aanvrager reeds: - opmeting terrein; - milieuhygiënisch onderzoek; - grondmechanisch onderzoek; -… OPGAVE VAN ANDERE OVERHEIDSTUSSENKOMSTEN OF – AANVRAGEN VOOR HET PROJECT - werden voor het project andere overheidstussenkomsten aangevraagd, zo ja welke? - werden voor het project andere overheidstussenkomsten bekomen, zo ja welke?
34
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
VOOR DE BOUW VAN LAAD- EN LOSINSTALLATIES
INFORMATIEVERZOEK FAXNUMMER NV DE SCHEEPVAART FAXNUMMER WATERWEGEN EN ZEEKANAAL NV BEDRIJF
011-22 12 77 03-860 63 00
NAAM ADRES TEL FAX E-MAIL CONTACTPERSOON
WENST BIJKOMENDE INFORMATIE VOOR HET INDIENEN VAN EEN PPS-AANVRAAG EN MEER BEPAALD OVER: � � � �
DE ALGEMENE VOORWAARDEN DE BEREKENING VAN HET RENDEMENT HET VERDER INVULLEN VAN DE VRAGENLIJST DE AF TE SLUITEN OVEREENKOMSTEN
IK ZOU GRAAG EEN ANTWOORD KRIJGEN: � � �
VIA E-MAIL VIA BRIEF TIJDENS EEN OVERLEG VOORSTEL VAN DATA:
/
/200
VM/NM
ALS BIJLAGE VERSTUUR IK U DE DOOR MIJ GEDEELTELIJK OPGESTELDE AANVRAAG WAARDOOR U EEN BETER BEELD KRIJGT VAN HET GEPLANDE PROJECT.
35
Samenstelling Waterwegen en Zeekanaal NV afdeling Coördinatie Koning Albert II-laan 20 bus 14 1000 Brussel nv De Scheepvaart Havenstraat 44 3500 Hasselt Promotie Binnenvaart Vlaanderen Armand Hertzstraat 23 3500 Hasselt
Verantwoordelijke uitgever Vlaams Overleg Waterwegen Koning Albert II-II laan 20 bus 5 1000 BRUSSEL
Beeldmateriaal Waterwegen en Zeekanaal NV nv De Scheepvaart PBV via Jaja bvba
Grafische vormgeving Joris De Bock Waterwegen en Zeekanaal NV
Depotnummer D/2008/3241/133
Uitgave juni 2008
NIEUWE LAAD- EN LOSINSTALLATIES OP DE VLAAMSE WATERWEGEN (situatie maart 2007)
© Promotie
Binnenvaart Vlaanderen
Waterwegen en Zeekanaal NV Oostdijk 110, 2830 Willebroek tel. 03 860 62 11, fax 03 860 63 00
[email protected] www.wenz.be
Promotie Binnenvaart Vlaanderen Armand Hertzstraat 23, 3500 Hasselt tel. 011 23 06 06, fax 011 23 06 09
[email protected] www.binnenvaart.be
nv De Scheepvaart Havenstraat 44, 3500 Hasselt tel. 011 29 84 00, fax 011 22 12 77
[email protected] www.descheepvaart.be