Provincie Zuid-Holland
Actieplan Geluid provinciale wegen
DGWM, afdeling Milieu DRM, afdeling Verkeer en vervoer DBI, afdeling Beheerstrategie Datum: 3 november 2008 Status: definitief
Samenvatting EU-richtlijn omgevingslawaai De Europese richtlijn omgevingslawaai uit 2002, die in 2004 is verankerd in de Nederlandse Wet Geluidhinder, verplicht ons om de geluidbelasting voor bewoners langs provinciale wegen te inventariseren en waar nodig te verlagen en hierover met betrokkenen te communiceren. Nu die inventarisatie is uitgevoerd, zie Geluidsbelastingkaart 2006, is het tijd voor actie. Dit actieplan beschrijft de eerste tranche van maatregelen die vanuit de EU-richtlijn omgevingslawaai getroffen dienen te worden om de geluidbelasting te beperken. In deze eerste tranche worden de dichtbevolkte trajecten van provinciale wegen met de grootste verkeersdruk aangepakt (het gaat dan om wegen met meer dan 6 miljoen voertuigbewegingen per jaar en om trajecten waar veel gehinderden wonen). In volgende tranches worden de maatregelen voor de minder drukbereden provinciale wegen beschreven. Het actieplan staat overigens los van de verplichting uit de Wet geluidhinder (voor de wegbeheerder) om bij aanleg of wijziging van een weg, op basis van wettelijke normen, maatregelen te treffen of voorzieningen aan te brengen bij bestaande woningen. Indien normen worden overschreden ten gevolge van de groei van de mobiliteit, kent de wet een dergelijke verplichting niet. De uitgevoerde inventarisatie brengt juist deze situaties in beeld. Het actieplan voorziet in een vrijwillige "saneringsoperatie" op basis van een door de wegbeheerder zelf gekozen uitgangspunt. Dubbeldoelstelling: meer mobiliteit en minder geluidgehinderden Overkoepelend doel is om zowel de welvaart als het welzijn te vergroten voor de bewoners van deze dichtbevolkte provincie, die door zijn vele geluidsbelastende economische activiteiten de minst stille is van Nederland. Met dit actieplan wordt bijgedragen aan een belangrijke dubbeldoelstelling uit het PVVP en het coalitieakkoord: een betere bereikbaarheid en leefbaarheid, of wat geluid betreft meer mobiliteit en minder gehinderden, om te beginnen langs de drukste (dicht)bewoonde trajecten van provinciale wegen. In ZuidHolland is de afgelopen decennia het gemotoriseerd wegverkeer sterk gegroeid en die groei zal met het voorgenomen beleid het komend decennium naar verwachting onverminderd doorzetten.
Keuze plandrempel De plandrempel is de geluidsdrempel waarboven geluidreducerende maatregelen genomen zullen worden. De gekozen plandrempel van 65 dB is gebaseerd op de gezondheidsschade die verkeerslawaai veroorzaakt, sluit aan op de uitgangspunten en waarderingen uit de Wet geluidhinder, het Besluit omgevingslawaai en de Gezondheid Effect Screening (GES) en past binnen de ambitie in de Nota Mobiliteit en de Nota Ruimte. Boven 65 dB is volgens de GES (uitgevoerd in opdracht van de ministeries van VWS en VROM) de akoestische situatie zeer matig en de gezondheidsschade aanzienlijk. Die schade bestaat o.a. uit hogere bloeddruk, meer hart- en vaatziekten, meer stress, verminderde nachtrust, meer concentratieproblemen en andere klachten. Voorkeur voor stil wegdek boven geluidscherm Per aan te pakken geluidbelaste locatie, waar de plandrempel van 65 dB wordt overschreden, zal worden gekeken welke maatregel het meest kosteneffectief is en zal worden toegepast. In dit actieplan wordt voorgesteld om uit oogpunt van kosteneffectiviteit bij voorkeur stil wegdek toe te passen. Indien er overwegende argumenten zijn die pleiten voor het plaatsen van geluidschermen kan dit in uitzonderlijke gevallen worden overwogen. De keuze voor stil wegdek of schermen hangt onder meer af van nader onderzoek naar de locatiespecifieke eigenschappen van de situatie, zoals de ernst van de geluidbelasting, het aantal geluidgehinderde woningen en de afstand tot de weg, de ernst van de hinder en de mogelijkheden, effectiviteit en kosten van de overwogen maatregelen (geluidscherm of stil wegdek). Bij de uiteindelijke keuze zullen uiteraard ook de resultaten van de inspraak worden benut. Om diverse redenen, die in dit plan nader worden toegelicht, vallen andere mogelijke maatregelen, zoals snelheidsverlaging, andere routering en beperking van het verkeersvolume af.
2
Inhoudsopgave Samenvatting
2
Inhoudsopgave
3
1 Inleiding
4
1.1 Richtlijn omgevingslawaai 1.2 Ambities voor geluidbeleid 1.3 Dubbeldoel: betere bereikbaarheid én meer stilte in Zuid-Holland 1.4 Probleemstelling
4 4 5 5
2 Beleidskader
8
3 Samenvatting geluidbelastingskaart
10
4 Actieplan
11
4.1 Beschrijving van aandachtsgebieden 4.2 Plandrempel 4.3 Afweging toe te passen maatregelen 4.4 Stille wegdekken 4.5 Schermen versus stil wegdek 4.6 Afstemming met andere milieuaspecten 4.7 Bepaling en inspectie aandachtsgebieden 4.8 Financiële haalbaarheid 4.9 Planning van de maatregelen 4.10 Beschrijving van de effecten
11 11 12 14 16 17 18 18 20 20
5 Stille gebieden
22
6 Inspraakproces
23
6.1 Beschrijving van het inspraakproces 6.2 Beschrijving ingebrachte zienswijzen 6.3 Reactie op de zienswijzen 6.4 Conclusie
Bijlage 1: Provinciale wegen met meer dan 6 miljoen voertuigpassages per jaar Bijlage 2: Geluideffecten langs de drukste provinciale wegtrajecten Bijlage 3: Overzicht aandachtsgebieden met een geluidbelasting > 48 dB Lden Bijlage 4: Overzicht infrastructurele projecten Bijlage 5: Werkingsprincipe dunne geluidreducerende deklagen Bijlage 6: Beschrijving 30 aandachtsgebieden (separaat document) Bijlage 7: Bekendmaking Wet geluidhinder vaststelling ontwerp-Actieplan Geluid Bijlage 8: Ingebrachte zienswijzen Bijlage 9: Voorstel voor Besluitvorming aan Gedeputeerde Staten t.b.v. Ontwerp-Actieplan Geluid provinciale wegen
23 23 25 26
27 28 29 30 31 32 33 43
3
1
Inleiding
1.1 Richtlijn omgevingslawaai 1
In 2002 is de Europese richtlijn omgevingslawaai van kracht geworden. Deze richtlijn richt zich vooral op het vaststellen, beheersen en waar nodig verlagen van geluidniveaus in de leefomgeving. Uit de richtlijn volgen de volgende verplichtingen voor provinciale wegen: 1. inventarisatie: inventariseren van de blootstelling aan omgevingslawaai door middel van geluidsbelastingkaarten; 2. actie: vaststellen en uitvoeren van actieplannen om omgevingslawaai te voorkomen en/of te beperken; de plannen moeten vooral gericht zijn op plaatsen waar hoge blootstellingniveaus schadelijke effecten kunnen hebben voor de gezondheid van de mens; ook moeten ze een goede geluidskwaliteit handhaven; 3. communicatie: voorlichten van het publiek over omgevingslawaai en de effecten daarvan; daarbij hoort het publiceren van de geluidbelastingkaarten en het houden van inspraak over de actieplannen. Drukste wegen eerst De verplichtingen gelden in eerste instantie voor de wegen of delen van wegen met meer dan 6 miljoen voertuigpassages per jaar (eerste tranche). In een latere fase dienen ook de wegen met meer dan 3 miljoen voertuigpassages per jaar te worden beschouwd (tweede tranche). Voor de eerstgenoemde (drukste) wegen is in 2007 een geluidsbelastingkaart gemaakt (verplichting 1). Het voorliggende actieplan gaat hierop door en werkt dit verder uit met een beschrijving van de maatregelen die de Provincie Zuid-Holland wil uitvoeren om de optredende geluidbelastingen langs provinciale wegen te verminderen (verplichting 2). De geluidsbelastingkaarten hebben, na publicatie, van 9 juli 2007 t/m 20 augustus 2007 ter inzage gelegen en zijn op de internet site van de provincie in te zien. Het ontwerpactieplan zal van .. t/m .. ter inzage worden gelegd. Tijdens deze periode zal voor omwonenden, gemeenten en milieudiensten een voorlichtingsbijeenkomst worden georganiseerd. Bij het vaststellen van het actieplan zullen de resultaten van de inspraak worden betrokken (verplichting 3). Provincie aan zet voor provinciale wegen Als gevolg van het van kracht worden van de richtlijn en de vertaling daarvan in de Wet geluidhinder moeten niet alleen de provincies, maar ook Rijkswaterstaat voor rijkswegen en gemeenten binnen agglomeraties met meer dan 250.000 inwoners voor hun wegen geluidbelastingskaarten en actieplannen opstellen. De agglomeraties zijn van rijkswege vastgelegd. Binnen Zuid-Holland gaat het om de agglomeraties Den Haag/Leiden en Rotterdam/Dordrecht. Een aantal van de Provinciale wegen valt binnen deze agglomeraties. De bevoegdheid voor maatregelen aan deze wegen ligt bij Gedeputeerde Staten.
1.2 Ambities voor geluidbeleid De ambities van de provincie ten aanzien van de bestrijding van geluidhinder zijn opgenomen in het coalitieakkoord 2007-2011 “Duurzaam denken, dynamisch doen”. Hierin is aangegeven dat de provincie zich wil inzetten voor een gezonde, veilige en aantrekkelijke leefomgeving. Door een integrale aanpak van de aspecten luchtkwaliteit, geluid en externe veiligheid wil de provincie een duurzame leefomgevingskwaliteit bereiken. Voor geluid betekent dit dat geluidknelpunten bij provinciale weginfrastructuur worden aangepakt. Hiervoor is in het akkoord een extra investering opgenomen van 20 miljoen euro. Deze ambities vormen een invulling en uitwerking van de leefbaarheidambities uit het Provinciaal Verkeer- en Vervoerplan ‘Beheerst groeien’ (PVVP).
1
Europese Richtlijn 2002/49/EG inzake de evaluatie en de beheersing van omgevingslawaai van 25 juni 2002. De richtlijn is in 2004 ingevoerd in de Nederlandse wetgeving (Wet geluidhinder). 4
Deze ambities zijn: • Oplossen van de belangrijkste knelpunten in de omgevingskwaliteit en het voorkomen van nieuwe knelpunten. • Een duurzamer mobiliteitsysteem door schonere en stillere voertuigen en door het nemen van locatiespecifieke maatregelen. • Anticiperend milieubeleid op basis van integratie met ruimtelijk, economisch en verkeersbeleid. Dit actieplan richt zich op het nemen van locatiespecifieke maatregelen om bestaande geluidsknelpunten langs provinciale wegen te verminderen en op te lossen.
1.3 Dubbeldoel: betere bereikbaarheid én een stiller Zuid-Holland Doel van dit actieplan is het vergroten van de akoestische kwaliteit ofwel stilte in Zuid-Holland, om te beginnen langs de drukste dichtbewoonde trajecten van provinciale wegen in Zuid-Holland. In lijn met het PVVP en het coalitieakkoord is het hoofddoel van dit Actieplan Geluid Provinciale Wegen om de leefomgevingskwaliteit in Zuid-Holland te versterken door ondanks de verwachte mobiliteitsgroei het aantal geluidgehinderden door provinciale wegen de komende jaren niet te laten toenemen maar te reduceren. Die reductie van de geluidbelasting mag uiteraard niet ten koste gaan van de andere hoofddoelstelling van dit akkoord: het verbeteren van de bereikbaarheid en de vergroting van de economische dynamiek van onze provincie. In Zuid-Holland groeide het gemotoriseerde persoons- en goederenvervoer over de weg de afgelopen decennia echter sterk en die groei zal de komende jaren doorzetten. Desondanks willen we de hiermee gepaard gaande geluidbelasting inperken: we willen immers zowel de welvaart als het welzijn vergroten voor de bewoners van deze dichtbevolkte provincie, die door zijn vele geluidsbelastende economische activiteiten de minst stille is van Nederland.
1.4 Probleemstelling Stilte en mobiliteit per auto of vrachtwagen staan op gespannen voet met elkaar: de stilte in Zuid-Holland wordt immers vooral verstoord door geluidbelasting van gemotoriseerd wegverkeer. Huidige verstoring De inventarisatie die heeft plaatsgevonden in het kader van de geluidsbelastingkaarten geeft inzicht in de hinder die wordt ondervonden langs de geïnventariseerde drukke provinciale wegen (zie bijlage 6). Zo volgt uit de gehanteerde rekenmethodiek dat van de 17.800 bewoners binnen de 55 dB-contour Lden er 4.987 kunnen worden aangemerkt als gehinderden en 2.097 als ernstig gehinderden. Verder is berekend dat van 9.700 bewoners binnen de 50 dB-contour Lnight er 832 slaapgestoorden zijn. Hoewel deze cijfers gebaseerd zijn op berekeningen geven ze een goede indicatie van de ondervonden overlast. Belang stilte Stilte is nodig om tot rust te komen en te herstellen, zowel slapend in de nacht als actief recreërend in het groen overdag. Of omgekeerd: lawaai doet afbreuk aan de gezondheid en aan de leefomgevingskwaliteit. Lawaai leidt volgens recent onderzoek van de Gezondheidsraad (in opdracht van VROM uit 2006) tot hogere bloeddruk, hart- en vaatziekten, stress, verminderde nachtrust, meer concentratieproblemen en andere klachten. Dit geldt zowel voor lawaai van wegverkeer als van luchtvaart.
5
Figuur 1: Geluidbelasting provinciale wegen in Zuid-Holland Verstoring van de stilte door sterke groei wegverkeer De stilte wordt in Zuid-Holland vooral verstoord door weg- en luchtvaartverkeer. De mobiliteit groeit al 2 decennia. Zo was er in 2003 in Nederland ca. 50% meer wegverkeer dan in 1987 . Deze groei zet naar verwachting gestaag door. In Nederland groeit bij ongewijzigd beleid de automobiliteit voor 3 personenvervoer in de periode 1997-2020 met ruim 60% . In diezelfde periode zal in Nederland het 3 vrachtverkeer over de weg en het luchtverkeer meer dan verdubbelen . Voor Zuid-Holland wijken die cijfers niet sterk af van het landelijke beeld: dus bij ongewijzigd beleid en zonder het treffen van geluidreducerende maatregelen zal de geluidbelasting van het wegverkeer op zowel rijkswegen, provinciale wegen als wegen van Waterschapen en gemeenten de komende jaren sterk toenemen. Dit actieplan start met het reduceren van de geluidbelasting voor dichtbevolkte trajecten van de drukstbereden provinciale wegen. Geluidreducerende maatregelen Voor de geluidbelaste locaties langs provinciale wegen waar de meeste en meest ernstige geluidgehinderden wonen zijn in dit rapport de kosten en effectiviteit van de volgende geluidbeperkende maatregelen met elkaar vergeleken: de welbekende geluidschermen of -wallen en stiller wegdek. Geluidschermen worden reeds op diverse plekken toegepast. Zij zijn met name te vinden langs dichtbevolkte trajecten van rijkswegen. Omdat op provinciale wegen de snelheden lager en de verkeersvolumes doorgaans minder zijn is de geluidbelasting hier doorgaans minder en zijn hierlangs dan ook naar verhouding minder vaak schermen geplaatst dan langs rijkswegen. Stiller wegdek is vooral bekend van rijkswegen. Hierop ligt ZOAB (Zeer Open Asfalt Beton). ZOAB reduceert het geluid sterk, maar is vanwege de beperkte weerstand tegen wringend verkeer ongeschikt voor
2 3
Milieu- en Natuurplanbureau, RIVM, Milieubalans 2003. TNO Inro rapport ‘Mobiliteitsverkenner 5.0R5’, 2003. 6
provinciale wegen met zijn veel grotere aantal op- en afritten, kruispunten en bochten. Bovendien kent ZOAB gladheidsproblemen bij specifieke weersomstandigheden (bijv. ijzel). Asfaltfabrikanten hebben daarom de afgelopen jaren voor provinciale en gemeentelijke wegen een nieuw type wegdek ontwikkeld (stil wegdek) dat wel de vereiste mechanische eigenschappen heeft (o.a. qua slijtvastheid en stroefheid). Dit stille wegdek bestaat uit asfaltconstrucite met een dunne slijtvaste en geluidreducerende deklaag. Dit type wegdek is relatief nieuw en wordt afgekort als DGD (Dunne Geluidreducerende Deklaag). Het wordt sinds 5 jaar toegepast. Vooral in Gelderland is in de periode 2003-2007 op provinciale wegen stil wegdek aangelegd (over een lengte van meer dan 50 km, maar dan vooral in het kader van het stiltegebiedenbeleid).
7
2
Beleidskader
EU-richtlijn Omgevingslawaai Volgens de EU-richtlijn Omgevingslawaai moet het actieplan gaan over prioritaire problemen. Hiervan is sprake als een relevante grenswaarde wordt overschreden. Die grenswaarde is in de Nederlandse wetgeving vertaald in plandrempel. Deze plandrempel wordt door GS zelf bepaald en in het actieplan vastgelegd (zie paragraaf 4.2). Het is overigens mogelijk per categorie van gevallen verschillende plandrempels aan te wijzen. Beleidskader Om tot een verantwoorde keuze van de plandrempel (zie paragraaf 4.2) te komen is aansluiting gezocht bij de Wet geluidhinder en beleidsdocumenten (Nota Mobiliteit, Nota Ruimte en het Nationaal Milieubeleidsplan 4). Daarnaast is de beoordelingssystematiek van de Gezondheids Effect Screening (GES) in de afweging betrokken. Wet geluidhinder De Wet geluidhinder (Wgh) biedt het wettelijk kader voor de toegestane geluidbelasting van wegen voor geluidgevoelige bestemmingen, waaronder woningen. Deze wet stelt grenswaarden aan de maximaal toegestane geluidbelasting door aanleg of wijziging van een weg op basis van de toekomstige geluidsituatie (10 jaar na de aanleg of wijziging van een weg). In het kader van dit actieplan is van aanleg of wijziging van een weg geen sprake en vindt er dus geen toetsing plaats aan die grenswaarden. In dit kader is er sprake van verbeteringen van bestaande situaties waarvoor in de Wet geluidhinder geen regels zijn opgenomen. Besluit hogere grenswaarden De wettelijke voorkeurswaarde in nieuwe situaties voor de geluidbelasting van wegen bedraagt 48 dB. Als het niet mogelijk of doelmatig is om de geluidbelasting voor geluidgevoelige bestemmingen terug te brengen tot deze waarde kan een hogere grenswaarde worden vastgesteld. De normstelling is hier situatieafhankelijk. De gehanteerde grenswaarde is 53, 58, 63 of 68 dB. De aarde van de situatie wordt bepaald door de volgende aspecten: • is er sprake van buitenstedelijk of stedelijk gebied; • is er sprake van een nieuwe of een bestaande weg; • is er sprake van een nieuwe of bestaande woning. Aftrek voor toekomstige geluidreductie Doel van het Europees en rijksbeleid is om de geluidsemissie van het verkeer te verminderen. Dit wordt bereikt door steeds strengere eisen te stellen aan de geluidsemissies van voertuigen en banden (in EUverband), en door onderzoek naar stillere wegdekverhardingen te stimuleren (door de Nederlandse overheid). De Wet geluidhinder biedt in het geluidonderzoek de mogelijkheid om op deze toekomstige geluidsreductie te anticiperen door het toepassen van een aftrek. In het Reken- en meetvoorschrift geluidhinder 2006 is nader aangegeven hoe hiermee om te gaan, waarbij geldt: • 2 dB aftrek voor wegen waarvoor de representatief te achten snelheid van lichte motorvoertuigen 70 km/uur of meer bedraagt; • 5 dB aftrek voor de overige wegen. Voor de meeste provinciale wegen is de snelheid van de lichte motorvoertuigen 70 km/uur of meer en mag bij wettelijke toetsing dus een aftrek van 2 dB worden toegepast, ofwel een 2 dB hogere grenswaarde worden gehanteerd. Besluit omgevingslawaai De verplichtingen uit de EU-richtlijn omgevingslawaai zijn door het rijk verankerd in de Wet geluidhinder en nader uitgewerkt in het Besluit omgevingslawaai. Hierin zijn de regels opgenomen waaraan geluidsbelastingkaarten en actieplannen moeten voldoen. Zo dienen geluidsbelastingkaarten gegevens te bevatten over geluidcontouren en tabellen te bevatten met het aantal woningen inclusief het aantal bewoners, andere geluidsgevoelige gebouwen en geluidsgevoelige terreinen, weergegeven in stappen van 5 dB vanaf 55 dB overdag (Lden) en 50 dB in de nacht (Lnight). Het actieplan dient het effect van de maatregelen op het aantal bewoners van geluidsbelaste woningen aan te geven. 8
Nota Mobiliteit De ambitie van deze Nota is om hoge geluidbelastingen door verkeer zo veel mogelijk terug te dringen door het uitvoeren van regulier geluidbeleid, het ontwikkelen en toepassen van innovatieve geluidreducerende maatregelen en de extra aanpak van knelpunten langs wegen. Dit wordt vertaald door in te zetten op de aanpak van knelpunten boven 65dB (Lden) in de periode 2010 tot 2020. Innovatieve bronmaatregelen hebben de voorkeur boven effectgerichte maatregelen als het plaatsen van geluidschermen. Nota Ruimte De Nota Ruimte verwijst voor de basismilieukwaliteit rondom infrastructuur naar de Nota Mobiliteit. Het kabinet wil voor 2020 alle knelpunten boven de 65 dB opgelost hebben. Nationaal Milieubeleidsplan 4 In het meest actuele Nationale Milieubeleidsplan (NMP4) is veel aandacht voor de akoestische kwaliteit. Doelstelling is dat gebiedseigen geluiden niet overstemd worden door niet-gebiedseigen geluid en dat het geluidsniveau moet passen binnen de functie van het gebied. Rijkswegen worden gebiedsgericht aangepakt, waarbij men uitgaat van de volgende aanpak: 1. brongericht beleid in uitvoering brengen; 2. maatregelen in de ruimtelijke ordening, zoals ruimtelijke reservering langs infrastructuur en ontsnippering van natuur; 3. als brongericht en ruimtelijk beleid niet effectief zijn, dan zijn ingrepen nodig zoals geluidsschermen en gevelisolatie. Gezondheid Effect Screening (GES) In opdracht van de ministeries van VWS en VROM is de Gezondheid Effect Screening (GES) ontwikkeld, een methodiek om lokale gezondheidseffecten van stedelijke ontwikkelingsprojecten zichtbaar 4 te maken . Deze methode maakt de effecten op de volksgezondheid van een plan inzichtelijk. Voor de kwantificering van gezondheidsrisico’s in GES wordt de bron-effect keten gevolgd: bron • emissie • verspreiding • blootstelling • effecten. De vertaling van de berekende blootstelling in GES-scores is gedaan op basis van dosis-respons relaties van specifieke milieuaspecten. De GES-score loopt meestal van 0 tot 6 en in een enkel geval tot 8. Bij score van 6 wordt het Maximaal Toelaatbare Risico (MTR) voor blootstelling aan het specifieke agens overschreden. Vanuit milieuoogpunt is overschrijding van het MTR ongewenst. Voor het aspect geluid zijn de volgende scores opgenomen: Geluidbelasting in dB (Lden) < 48 48 -53 53 - 58 58 - 63 63 - 68 > 68
GES-score 0: zeer goed 1: goed 2: redelijk 4: matig 5: zeer matig 6: onvoldoende
De scores van het GES sluiten goed aan bij de normstelling in de Wet geluidhinder. De scores 7 en 8 bestaan ook nog en staan respectievelijk voor ruim onvoldoende en zeer onvoldoende.
4
Deze methode is beschreven in het “Handboek Gezondheidseffectscreening Stad & Milieu - Voor een gezonde inrichting van de woonomgeving”, augustus 2004 GGD Nederland. 9
3
Samenvatting geluidsbelastingkaart
In 2007 is een onderzoek uitgevoerd naar de geluidbelastingen langs de drukste provinciale wegen: de wegen met meer dan 6 miljoen voertuigbewegingen per jaar (tranche 1). Deze wegen zijn, met een band van 500 meter aan weerszijde van de weg, weergegeven in figuur 2. Een beschrijving van de relevante wegvakken is opgenomen in bijlage 1.
Figuur 2 Drukste provinciale wegen in Zuid-Holland
Het onderzoek heeft geleid tot een geluidsbelastingkaart die door Gedeputeerde Staten is vastgesteld op 19 juni 2007. De kaart bestaat uit: 5 • figuren met geluidscontouren vanaf 55 dB, weergegeven in stappen van 5 dB • tabellen met het aantal geluidsbelaste bestemmingen, personen, (ernstig) gehinderden en slaapgestoorden (exclusief het deel in de agglomeraties) en het geluidsbelaste oppervlak (inclusief het deel binnen de agglomeraties) voor provinciale wegen met meer dan 6 miljoen voertuigen per jaar (eerste tranche). Deze tabellen zijn opgenomen in bijlage 2. Voor een goed begrip van de gehanteerde Lden als maat voor ervaren geluidbelasting overdag geldt dat een akoestische omgeving onder de 48 dB als zeer goed wordt ervaren om daarboven in stappen van 5 dB te lopen van goed (<53 dB), tot redelijk (<58 dB) matig (<63 dB), zeer matig (<68 dB) en onvoldoende (> 68 dB). Gedurende de nacht is bij een zelfde geluidsniveau de ervaren hinder uiteraard groter en wordt de Lnight gehanteerd als maat voor de ervaren geluidbelasting.
5
Zie rapport van dBVision "provincie Zuid-Holland, Geluidsbelastingkaart 2006" met kenmerk PRV003-02-14hk, d.d. 9 april 2007 10
4
Actieplan
4.1 Beschrijving van aandachtsgebieden Uitgaande van deze geluidsbelastingkaart zijn de meest geluidsbelaste locaties bepaald (locaties waar geluidbelastingen hoger dan 48 dB optreden, deze als ondergrens gehanteerde waarde komt overeen met de voorkeurswaarde in de Wet geluidhinder). Op locaties met geluidbelastingen onder de 48 dB achten wij deze hinder acceptabel. Hoe groter de overschrijding van die waarde, hoe groter de ervaren hinder voor de bewoners. En naarmate meer bewoners aan deze belasting worden blootgesteld is er uiteraard meer reden tot ingrijpen. Er zijn 54 gebieden waar die waarde wordt overschreden. Deze gebieden zijn in een rapport van 6 dBVision vastgelegd en geordend op basis van het aantal gehinderden en in bijlage 3 op kaart 7 weergegeven. Een aantal van deze gebieden (9) blijkt buiten het provinciale wegdeel te liggen en zijn dus afgevallen. Daarnaast zijn direct achter elkaar gelegen gebieden geclusterd tot een aandachtsgebied. Zo zijn er nu 30 aandachtsgebieden geselecteerd en beschreven in bijlage 6.
4.2 Plandrempel Plandrempel De plandrempels zijn waarden voor de geluidbelasting overdag (Lden) en in de nacht (Lnight). 8 Uit de rekenresultaten van de geluidsbelastingkaart van de provinciale wegen eerste tranche in 2006 blijkt dat de nachtwaarde in veruit de meeste gevallen 8 tot 10 dB lager is dan de dagwaarde. Gemiddeld is het verschil 9 dB. Een nachtplandrempel die 9 dB lager is dan de dagplandrempel sluit hier goed op aan. Vanuit praktisch oogpunt is echter gekozen om een verschil van 10 dB te hanteren omdat er dan geen afzonderlijke nachtplandrempel hoeft te worden vastgesteld. De voornoemde afronding heeft geen nadelige gevolgen. Zolang er een eenduidige relatie is tussen de geluidbelasting gedurende de dag en nacht zal de dagplandrempel ook in de nacht voldoende bescherming bieden. Scenario's voor de plandrempel Op basis van het in hoofdstuk 2 genoemde beleidskader komen drie waarden als plandrempel voor de geluidsbelasting in aanmerking: 60, 65 en 70 dB. Voor deze drie waarden zijn de gevolgen van de mogelijke maatregelen voor het aantal gehinderden bepaald. Een overzicht hiervan is vermeld in tabel 3. Hoogte gekozen drempel Op basis van het in hoofdstuk 2 geschetste beleidskader is voor een plandrempel van 65 dB Lden gekozen. Deze plandrempel sluit aan op het Besluit omgevingslawaai en het GES en de ambitie in de Nota Mobiliteit en de Nota Ruimte. De gekozen plandrempel is gebaseerd op de gezondheidsschade die verkeerslawaai veroorzaakt. Boven 65 dB is volgens de Gezondheid Effect Screening (GES) van de ministeries van VWS en VROM de akoestische situatie zeer matig en de gezondheidsschade aanzienlijk. In het Besluit omgevingslawaai is opgenomen dat voor de geluidsbelastingkaarten het aantal gehinderde bewoners vanaf 55 dB (Lden) en in stappen van 5 dB moet worden bepaald. De beoordeling volgens het GES toont aan dat er bij 58 dB of minder sprake is van een goede tot redelijke geluidsituatie. Bij geluidbelastingen boven 58 dB is de situatie matig en boven de 63 dB zeer matig tot onvoldoende.
6 Zie rapport van dBVision "Actieplan geluid provinciale wegen Zuid-Holland, inventarisatie geluidknelpunten" met kenmerk PRV00304-06hk, d.d. januari 2008. Dit rapport is als bijlage bij dit actieplan gevoegd. 7 In het rapport wordt voor de gebieden de term 'knelpunt' gehanteerd. De mate van hinder is afhankelijk van het aantal gehinderden. De Provincie vindt 'aandachtsgebied' een betere omschrijving. Alleen als sprake is van hoge geluidbelastingen en veel omwonenden noemen wij een 'aandachtsgebied' een 'knelpunt'. 8 Provincie Zuid-Holland, Geluidsbelastingkaart 2006, dBvision d.d. 9 april 2007 met kenmerk PRV003-02-14hk, plus bijlagen uitgangspunten, geluidscontouren en geluidseffecten.
11
4.3 Afweging toe te passen maatregelen Deze vallen uiteen in verkeersmaatregelen, bronmaatregelen aan voertuig of wegdek en afschermende maatregelen in de vorm van schermen of woningisolatie. Bronmaatregelen aan het voertuig zijn doorgaans het best, zowel uit oogpunt van doelmatigheid (kosteneffectiviteit) als rechtvaardigheid (de vervuiler / veroorzaker betaalt).
Verkeersmaatregelen Volumebeleid Verminderen van gemotoriseerd wegverkeer vormt geen optie omdat een goede bereikbaarheid over de weg een belangrijke vestigingsfactor vormt voor bedrijven en hun werknemers. Hier afbreuk aan doen is dan ook ongewenst en in strijd met vigerend provinciaal beleid om de bereikbaarheid te verbeteren. Snelheidsverlaging Verlagen van de maximumsnelheid vormt op (delen van) provinciale wegen geen optie, omdat dit eveneens de wegcapaciteit vermindert, terwijl het naar verhouding weinig bijdraagt aan de beperking van de geluidsbelasting. Andere routering Omleiden van het verkeer vormt geen optie omdat dit leidt tot extra mobiliteit en verminderde bereikbaarheid, de totale geluidbelasting in onze provincie verhoogt en deze maatregel niet effectief is omdat het totale aantal geluidgehinderden niet of nauwelijks afneemt (vooral verplaatsing van het probleem). Dynamisch verkeersmanagement Dynamisch verkeersmanagement levert behalve een bijdrage aan een betere doorstroming (ofwel een betere benutting van de wegcapaciteit) ook een bijdrage aan de beperking van de geluidbelasting, luchtverontreiniging en het brandstofverbruik. Dit komt doordat bij een betere doorstroming voertuigen minder hoeven op te trekken en af te remmen. Aan deze maatregel wordt reeds gewerkt in het reguliere provinciale mobiliteitsbeleid. Het effect van deze maatregel op de geluidbelasting is moeilijk in te schatten, maar zal relatief beperkt zijn (maximaal ca. 1 dB). Weren geluidbelastende motorvoertuigen Het opleggen van beperkingen aan het type voertuig op provinciale wegen kent grote praktische bezwaren. In tegenstelling tot bij stadscentra is er vaak geen goede alternatieve route of alternatieve vervoersmodaliteit om op over te stappen en leidt dit in praktijk tot veel extra voertuigkilometers, deels over gemeentelijk wegen die niet op dit verkeer zijn toegerust.
Brongerichte maatregelen Bebouwingsvrije zone Een maatregel die de provincie kan nemen om in de toekomst problemen te voorkomen is het vrijhouden van een bebouwingsvrije strook langs de infrastructuur zodat de hinder (naast geluid eventueel ook luchtkwaliteit en externe veiligheid) door toename van het verkeer beperkt blijft en normen niet worden overschreden. Dit moet worden uitgewerkt in ruimtelijke plannen. In het kader van dit actieplan is dit geen relevante maatregel. Stille motorvoertuigen Het stiller maken van de motorvoertuigen door de geluidsuitstraling van motor en voertuig terug te brengen en stillere banden toe te passen is zeer doeltreffend en kosteneffectief. Bovendien draagt de veroorzaker de kosten. Deze maatregelen worden in Europees verband opgelegd. De provincie heeft daar geen zeggenschap over, maar steunt wel bronmaatregelen in Europees verband.
12
Stille wegdekken Stil wegdek beperkt eveneens het geluid bij de bron, waardoor de omvang en reikwijdte van de geluidbelasting worden beperkt. Stille wegdekken zijn stiller dan regulier wegdek (DAB: Dicht Asfalt Beton). Met stil wegdek is een geluidreductie van maximaal 6 dB mogelijk (3 dB is een halvering van de geluidbelasting). Er is een veelvoud aan producten van aannemers op de markt onder verschillende merknamen, waarvan de ZOAB-typen (Zeer Open Asfalt Beton) het bekendst zijn. Van de gangbare stille wegdekken is een overzicht gegeven in de volgende tabel. Daarbij is de geluidreductie van de totale geluidbelasting van een gewogen gemiddelde van gemotoriseerd verkeer (zowel zware als lichte voertuigen) weergegeven (zowel geruis van banden, motor als wind) ten opzichte van standaard Dicht Asfalt Beton (DAB). Bij 80 km/u domineert het bandengeluid. Wegdek met dunne geluidreducerende deklaag (DGD) dankt zijn geluidreducerend vermogen aan een fijne gradering en een hoog percentage holle ruimte. De fijne gradering zorgt voor vermindering van bandtrillingen en het hoge percentage holle ruimte voor een diepe open macrotextuur die de aerodynamische geluidopwekking reduceert. In bijlage 4 wordt dit nader toegelicht. De provincie kan zelfstandig stille wegdekken toepassen. Bij stille wegdekken wordt de praktisch haalbare geluidreductie slechts beperkt door de technische mogelijkheden en de inzet van financiële middelen. Tabel 1: Gangbare stille wegdekken met bij behorende geluidreductie Type wegdek Globale geluidreductie bij 80 km/uur [dB] Dicht Asfalt Beton (DAB) 0 Steen Mastiek Asfalt (SMA) 0/6 1à2 Eenlaags Zeer Open Asfalt Beton (ZOAB) ±3 Dunne Geluidreducerende Deklaag (DGD) ±3-5 Tweelaags ZOAB ±6 Uit bovenstaande tabel blijkt dat met het relatief dure tweelaags ZOAB bij 80 km/uur de hoogste geluidreductie wordt gehaalde (ca. 6 dB), gevolgd door in aanleg en onderhoud veel goedkopere dunne deklagen met een open structuur (ca. 5 dB). Bij het type wegdek Steen Mastiek Asfalt (SMA) 0/6 is die reductie weliswaar beperkt (1 à 2 dB), maar is de levensduur vergelijkbaar met regulier asfalt (DAB). Hoewel Dicht Asfalt Beton (DAB) nu op de meest provinciale wegen toegepast is wordt SMA steeds vaker toegepast bij aanleg en onderhoud van provinciale wegen.
Effectgerichte maatregelen Geluidschermen Geluidschermen of -wallen bieden op korte afstand tot de weg de meeste geluidreductie voor de direct omwonenden (direct achter een 2 meter hoog scherm ca. 10 dB). Andere voordelen van schermen zijn dat ze op ieder moment kunnen worden toegepast, mits hiervoor de ruimte aanwezig is of wordt gecreëerd en dat de geluidreductie in de loop der tijd niet afneemt. Bij de ontwikkeling van nieuwbouwwijken wordt in het ontwikkelingstraject soms al rekening gehouden met een geluidsscherm dat in het ontwerp wordt geïntegreerd. Schermen kennen echter ook bezwaren. Zo neemt met de afstand tot de weg de geluidreductie sterk af. Verder is voor de bouw op gemeentelijke grond een bouwvergunning nodig waarvoor een inspraakprocedure geldt. Het plaatsen van schermen vereist dus goedkeuring van en nauwe samenwerking met de betrokken gemeente. Het "zelfstandig" plaatsen van geluidschermen is dus niet mogelijk. De kosten van schermen zijn zeer hoog, met name vanwege de hoge funderingskosten om grote windbelastingen te kunnen weerstaan. Dit actieplan rekent met kosten van € 3.000,- per strekkende meter voor het tweezijdig plaatsen van 3 meter hoge schermen langs provinciale wegen. Met die 20 miljoen euro uit dit actieprogramma zijn dan ook slechts enkele van de beoogde 30 geluidbelaste trajecten aan te pakken. Gezien de voorziene autonome groei van het wegverkeer wordt het erg kostbaar om via het plaatsen van schermen het totale aantal geluidgehinderden langs provinciale wegen te reduceren.
13
Woningisolatie Woningisolatie is vergeleken met stil asfalt en geluidschermen of -wallen relatief weinig kosteneffectief. Bovendien biedt dit alleen bescherming als bewoners in huis zijn en de ramen dichthouden. Aan de aantasting van het woongenot buiten de woning levert deze maatregel geen bijdrage. Aangezien de Wet geluidhinder voorschrijft dat de geluidbelasting aan de gevel dient te worden beperkt, valt deze oplossing bij voorbaat af.
Conclusie Uit hetgeen hierboven is beschreven kan worden geconcludeerd dat in het kader van het Actieplan alleen het plaatsen van een scherm of het aanbrengen van een stil wegdek als mogelijke maatregelen in aanmerking komen.
4.4
Stille wegdekken
Geen ZOAB In tabel 1 wordt ook ZOAB genoemd. Voor de provinciale wegen is dit type asfalt echter niet geschikt. De technische eigenschappen voldoen niet aan de eisen. De vele inritten en kruisingen zorgen voor 'wringend' verkeer, waardoor schade ontstaat en gladheidbestrijding erg moeilijk is. Daarnaast is de levensduur van ZOAB korter dan van andere typen deklagen. Daardoor heeft ZOAB vaker onderhoud nodig, met de bijkomende hinder (waaronder extra filedruk en omrijden) voor de weggebruiker. Daarom gaat voor provinciale wegen de voorkeur uit naar 'dunne deklagen'.
Dunne Geluidreducerende Deklagen (DGD) Uitvoering Vanwege de kosteneffectiviteit (hoge geluidreductie en relatief beperkte meerkosten) wordt bij stille wegdekken voorgesteld het wegdektype Dunne Geluidreducerende Deklaag (DGD) toe te passen. De deklaag bestaat hierbij uit een bitumineus gebonden mineraal mengsel met een laagdikte van doorgaans 2 tot 3 cm en een discontinue korrelgrootte (gradering 0/5). Door de open textuur heeft dit wegdek vrij veel holle ruimte (boven circa 12%), maar niet in die mate dat water door die holtes wordt afgevoerd (zoals bij ZOAB). Functionele eisen Asfalt met een dunne deklaag dient bij het begrote onderhoud gedurende de levensduur aan de functionele eisen te voldoen, o.a. qua duurzaamheid en stroefheid/veiligheid onder verschillende weersomstandigheden. Bij mechanische duurzaamheid gaat het ondermeer om de weerstand tegen textuurschade (rafeling), vlakheidschade (spoorvorming) en structuurschade (scheurvorming). Bij veiligheid gaat het ondermeer om de natte en droge stroefheid en remvertraging. Levensduur De door producenten opgegeven levensduur van asfalt met een open dunne deklaag bedraagt inmiddels 5 10 - 12 jaar, wat vergelijkbaar is met SMA, waarvan de toplaag een vergelijkbare samenstelling heeft . Deze opgegeven levensduur wordt steeds meer door praktijkervaringen onderbouwd. Geluidreductie In tabel 1 is te zien dat de geluidreductie van stil wegdek op provinciale wegen bij een snelheid van 80 km/u gemiddeld initieel ca. 5 dB is. De geluidreductie van dunne deklagen neemt gedurende de jaren wel af. Er zullen dan ook eisen gesteld moeten worden aan het minimale geluidreducerende vermogen van dit wegdek vergeleken met verouderend standaard wegdek (DAB) gedurende de levensduur.
14
Overigens wordt ook gewoon asfalt door slijtage en dichtlopen met de jaren luidruchtiger. Het voorgestelde type stil wegdek zal tussentijds niet gereinigd hoeven te worden om de geluidreductie weer 9 op peil te brengen. Onderhoud en vervanging De verwachte levensduur is in overeenstemming met de onderhoudsfrequentie van 6 jaar van DBI. Uitgangspunt is ook dat gedurende mimimaal 6 jaar de totale geluidreductie van het wegverkeer (een gewogen gemiddelde van licht en zwaar verkeer) ten opzichte van standaard wegdek (DAB) bij 80 km/u gemiddeld 5 dB is. Hierbij kan eventueel ook een interventiewaarde van bv. 3 of 4 dB gehanteerd worden waarbij ingrijpen binnen die periode noodzakelijk is. Door op een wegtraject een ander (stiller) type wegdek aan te brengen is de wegbeheerder in de toekomst verplicht om dit in stand te houden. Meerkosten Overigens zijn de meerkosten voor aanleg en onderhoud van dit stille wegdek met een relatief korte levensduur van 6 jaar conservatief begroot op 45% ten opzichte van regulier asfalt (DAB). Volgens adviesbureau M+P zijn de aanlegkosten van een dunne geluidsreducerende deklaag ongeveer 5% hoger dan van een standaarddeklaag. Daarnaast zijn de gemiddelde jaarlijkse onderhoudskosten van een dunne geluidsreducerende deklaag over een periode van 30 jaar tot 25% hoger. De meerkosten in de aanleg en onderhoud ontstaan doordat het mengsel duurder is en een kortere levensduur heeft. Een dunne geluidsreducerende deklaag gaat naar verwachting in Nederland gemiddeld ongeveer 10 jaar mee. Ervaringscijfers zijn vanwege de nog relatieve korte periode dat geluidsreducerende deklagen worden toegepast nog niet voorhanden. Voor de beoogde drukbereden trajecten van provinciale wegen in Zuid-Holland (hoge verkeersintensiteiten, veel zwaar verkeer en een slappe bodem) wordt die levensduur van 10 jaar zeer waarschijnlijk niet gehaald. Daarnaast speelt de beheer- en onderhoudsfilosofie van de provincie Zuid-Holland een rol. Hierbij wordt er vanuit gegaan dat elke weg(traject) één keer in de zes jaar voor integraal onderhoud in aanmerking komt. Op dat moment dient ook het grootschalige asfaltonderhoud te worden meegenomen. Aangezien een dunne geluidsreducerende deklaag in Zuid-Holland minder dan 10 jaar meegaat, dient deze zeer waarschijnlijk elke zes jaar vervangen te worden. Over een periode van 30 jaar betekent dit dat in Zuid-Holland in plaats van drie keer (elke 10 jaar) de deklaag vijf keer vervangen moet worden (elke e zes jaar). Het percentage van 25% meerkosten dient op basis van dit gegeven met een factor 5/3 te worden opgehoogd tot 40 à 45 %. In dit actieplan wordt gerekend met 45% meerkosten.
15
4.5
Schermen versus stil wegdek
Kosten Bij schermen zijn de meerkosten aanzienlijk, mede vanwege de hoge funderingskosten van die schermen om hoge windbelastingen te kunnen weerstaan (naar analogie van het ijsbergmodel zitten bij een geluidsscherm de meeste kosten onder de oppervlakte, dus in de fundering). Tweezijdig toegepaste twee meter hoge geluidschermen kosten ca. 3000 euro per strekkende meter. Bij slappe ondergrond of het moeten verplaatsen van leidingen nemen deze kosten uiteraard sterk toe. Vergeleken met gewoon asfalt (Dicht Asfalt Beton), dat nu op de meeste provinciale wegen ligt, zijn de meerkosten voor aanleg en onderhoud van stil wegdek conservatief begroot op 45%. Die meerkosten komen vooral door de veel kortere levensduur waarmee op deze druk bereden stukken wordt gerekend. Toepasbaarheid Met het plaatsen van schermen is reeds decennialang ervaring. Schermen kunnen overal worden geplaatst, mits hiervoor de ruimte aanwezig is of kan worden gecreëerd. Schermen kunnen ook op ieder moment worden geplaatst, zonder dat het wegdek vroegtijdig afgeschreven dient te worden. Indien de ondergrond slap is of als er leidingen liggen wordt het plaatsen van schermen echter wel erg kostbaar. Verder is voor de plaatsing op gemeentelijke grond een bouwvergunning nodig waarvoor een inspraakprocedure geldt. Het "zelfstandig" plaatsen van geluidschermen is dus niet mogelijk. Stil wegdek van het voorgestelde type met een dunne geluidreducerende deklaag is pas relatief kort op de markt en wordt pas de afgelopen 5 jaar in praktijk op behoorlijke schaal door provincies en gemeenten toegepast. Zo is door de provincie Gelderland in de vorige collegeperiode (2003-2007) 75 km van dit type wegdek aangelegd, met name in het kader van het stiltegebiedenbeleid. Ook de provincies Utrecht en Drenthe hebben hier reeds ervaring mee. De provincie Zuid-Holland zal binnenkort op de N218 stil asfalt aanbrengen. Vanwege de beperkte ervaringen met dit type asfalt zal de provincie deze weg gaan monitoren. Die monitoring van o.a. de duurzaamheid en geluidreductie wordt ook voorgesteld voor het stille wegdek dat in het kader van dit actieplan wordt toegepast. Stil wegdek is minder geschikt voor en zal daarom niet op mechanisch zwaarbelaste plekken (o.a. rotondes en kruisingen) worden toegepast. Verder zal stil wegdek uit oogpunt van kosteneffectiviteit pas worden toegepast bij de geplande vervanging van regulier wegdek (zodat er geen meerkosten zijn wegens vervroegde afschrijving van het bestaande wegdek). Voor aanleg op provinciale wegen is geen toestemming vereist. Effectiviteit Met schermen langs wegen kunnen daarachter grote geluidreducties worden bereikt. Naarmate de woningen verder van de weg liggen neemt dit effect af (omdat het geluid deels over het scherm heen gaat en met name verder gelegen woningen toch aanzienlijk kan belasten), bij stil wegdek treedt dit effect niet op, waardoor ook woningen op grotere afstand van de weg volop profiteren van het stille wegdek. Zo geldt voor een scherm van 2 meter hoog dat de geluidreductie nog maar ca. 3-4 dB is op 50 meter, ca. 1-2 dB op 500 meter en 0 dB op 1000 meter afstand tot het scherm. De effectiviteit van schermen loop niet terug in de loop van de tijd. Vergeleken met het asfalt (DAB: Dicht Asfalt Beton), dat nu doorgaans op provinciale wegen ligt zal de initiële geluidsreductie van stil wegdek bij een snelheid van 80km/u ca. 5 dB zijn. Deze reductie loopt echter gedurende de 6 jaar dat dit wordt toegepast terug. Duurzaamheid Geluidschermen zullen gedurende langere tijd hun geluidreducerende werk doen. Verplaatsing wegens weguitbreiding of -aanpassing is echter kostbaar, mede vanwege de benodigde fundering die opnieuw zal moeten worden aangelegd. De door producenten opgegeven levensduur van stil wegdek met een open dunne deklaag bedraagt inmiddels 10 - 12 jaar, wat vergelijkbaar is met SMA, waarvan de toplaag een vergelijkbare 9 samenstelling heeft . Deze opgegeven levensduur wordt steeds meer door praktijkervaringen onderbouwd. Dit stille wegdek zal op de drukstbereden trajecten van de provinciale wegen in Zuid-Holland worden toegepast die mechanisch behoorlijk zwaar worden belast. Daarom wordt, afgestemd op de onderhoudsfrequentie van DBI, gerekend met een levensduur van minimaal 6 jaar op die trajecten. Overigens zijn de meerkosten voor aanleg en onderhoud van dit stille wegdek conservatief begroot op 45% ten opzichte van regulier asfalt (DAB). Ter vergelijking: DBI rekent met een levensduur 16
van ca. 12 jaar voor SMA op provinciale wegen en 15 jaar voor DAB, waarbij er voor die andere deklagen wel periodiek onderhoud (om de 6 jaar) plaatsvindt. Stil wegdek behoeft doorgaans geen periodiek onderhoud, maar wordt na die 6 jaar in zijn geheel vervangen. Dit biedt als voordeel dat na 6 jaar die geluidreductie weer minimaal 5 dB is. Kosteneffectiviteit De bevolkingsdichtheid langs provinciale wegen is veel lager dan langs wegen door steden. Dit maakt geluidschermen langs provinciale wegen doorgaans minder noodzakelijk en minder kosteneffectief dan stil asfalt. Tweezijdig toegepaste twee meter hoge geluidschermen kosten minimaal 3000 euro per strekkende meter en reduceren de geluidbelasting direct achter het scherm met gemiddeld 10 dB. Met de afstand tot dit scherm neemt dit reducerend vermogen af. Met diezelfde 20 miljoen euro zouden slechts enkele van de 30 meest geluidbelaste dichtbewoonde en drukbereden trajecten kunnen worden aangepakt. Door kunstwerken of in Zuid-Holland vaak aanwezige slappe ondergrond langs deze trajecten stijgen de meerkosten van geluidschermen nog eens aanzienlijk, waardoor er met die 20 miljoen euro nog minder trajecten kunnen worden aangepakt en nog minder geluidgehinderden kunnen worden geholpen. De kosteneffectiviteit voor het tegengaan van geluidshinder is bij stil wegdek doorgaans aanzienlijk beter dan bij geluidschermen. Afhankelijk van het onderzoek is de kosteneffectiviteit van stil 9 wegdek voor het beperken van geluidshinder 25% (RIVM) tot een factor 3 (KPMG) groter . Aangezien de meerkosten voor aanleg en onderhoud van stil wegdek t.o.v. van gewoon asfalt steeds kleiner worden zal in de toekomst de kosteneffectiviteit van stil wegdek voor het beperken van geluidshinder verder toenemen. Andere overwegingen Schermen kennen daarnaast ook praktische bezwaren ten aanzien van ruimtebeslag, aantasting van de visuele kwaliteit van de openbare ruimte, hoge kosten bij wegaanpassing en -uitbreiding en de benodigde samenwerking met gemeenten om die schermen te realiseren. Stil wegdek heeft al die bezwaren niet.
Conclusie: voorkeur voor stil wegdek Uit bovenstaande overwegingen kan worden geconcludeerd dat stil wegdek zal worden toegepast, omdat hiermee het gewenste geluidreducerende effect wordt bereikt en deze maatregel kosteneffectiever is en sneller en eenvoudiger te realiseren dan geluidschermen. Binnen dit stille wegdek scoort voor provinciale wegen qua integrale aanleg- en onderhoudskosten, levensduur en geluidreductie asfalt beton met een Dunne Geluidreducerende Deklaag het best en zal daarom worden toegepast. Voor de goede orde: dit is dus geen ZOAB en kent niet de nadelen van snelle slijtage en geringe weerstand tegen wringend verkeer. Het zal echter niet op mechanisch zwaarbelaste plekken (o.a. rotondes en kruisingen) worden toegepast. Verder zal stil wegdek uit oogpunt van kosteneffectiviteit bij voorkeur worden toegepast bij de geplande vervanging van regulier wegdek (zodat er geen meerkosten zijn wegens vervroegde afschrijving van het bestaande wegdek). Indien er overwegende argumenten zijn die pleiten voor het plaatsen van geluidschermen kan dit in uitzonderlijke gevallen worden overwogen.
4.6 Afstemming met andere milieuaspecten Er is gekeken of de in tabel 2 opgenomen locaties overeenkomen met knelpunten van luchtkwaliteit en externe veiligheid. Dit blijkt niet het geval te zijn. Bovendien heeft toepassing van stil wegdek geen effect op de luchtkwaliteit of externe veiligheid. Een gezamenlijke en integrale aanpak biedt hier dus geen voordelen.
17
4.7 Bepaling en inspectie aandachtsgebieden Op basis van de in 4.2 genoemde plandrempels is een selectie gemaakt van aandachtsgebieden. In tabel 2 wordt een overzicht gegeven van de 30 geselecteerde wegvakken. Vervolgens heeft er een inspectie van deze wegvakken plaatsgevonden. Doel hiervan was om een eerste (visuele) beoordeling te geven over de toepasbaarheid van het plaatsen van een scherm en/of het aanbrengen van een stil wegdek. Het overzicht met een beschrijving en beoordeling per wegvak is bijgevoegd. In de tabel 2 is aangegeven welke maatregel mogelijk is.
4.8 Financiële Haalbaarheid Zoals in § 1.1 vermeld is er een extra investering van 20 miljoen euro opgenomen in de begroting ter beperking van geluidshinder langs provinciale wegen. Uit de kosten-batenanalyse blijkt dat met dit bedrag 30 locaties langs provinciale wegen met de grootste geluidshinder kunnen worden voorzien van een stil wegdek (van het type met een open dunne deklaag). Bij de bepaling van dit aantal is rekening gehouden met mogelijke budgetoverschrijdingen en de mogelijkheid om voor een enkele locatie de meerkosten door derden te laten bekostigen. Dit stille wegdek wordt toegepast zodra op geluidsbelaste locaties het reguliere wegdek in het kader van regulier onderhoud aan vervanging toe is of nieuw wegdek wordt aangelegd. Die 20 miljoen dekt de meerkosten van aanleg en onderhoud van dit stille wegdek ten opzichte van regulier asfalt (DAB: Dicht Asfalt Beton).Volgens opgave van DBI bedragen die integrale jaarlijkse meerkosten voor aanleg en onderhoud 45% bij een totale vervanging na 6 jaar en geen tussentijds onderhoud. De kosten voor regulier asfalt (DAB) bedragen 480 euro per meter per jaar en voor stil asfalt dus 216 euro meer, dus 696 euro per meter per jaar. Vooralsnog is uitgegaan van de kosten zoals deze hierboven vermeld zijn. De verwachting is dat de komende jaren die meerkosten van dit stille wegdek verder af zullen nemen, waardoor de kosteneffectiviteit verder toeneemt. Vanwege de relatief korte afschrijftermijn (6 jaar) op deze relatief zwaarbelaste trajecten zijn deze meerkosten aanzienlijk hoger dan de meerkosten van 30% die Rijkswaterstaat, directie Noord-Holland 5 aanhoudt . In opdracht van de provincie Noord-Holland heeft adviesbureau van Keulen die kosten onderzocht. Op basis van actuele gegevens van een groot aantal (15) wegenbouwers zijn die meerkosten 5 door ons conservatief begroot en volgens van Keulen mogelijk een stuk geringer tot afwezig . In tabel 2 zijn de 30 aandachtsgebieden langs provinciale wegen in Zuid-Holland vermeld, samen met de mogelijke maatregelen, kosten en planning. Tevens is in de tabel vermeld bij welke plandrempel ieder aandachtsgebied aangepakt moet worden. In figuur 2 zijn deze gebieden op kaart aangegeven.
18
Tabel 2: Kosten en planning mogelijke maatregelen voor de 30 aandachtsgebieden Aandachts- Wegnr. gebied
Gemeente
Mogelijke maatregel
Kosten
Planning uitvoering
Stil Geluidscherm Stil wegdek Geluidscherm wegdek 1
N 492 Albrandswaard Rotterdam
2
N 211
3
N 209 Lansingerland
Westland
ja
ja
nee
ja
ja
ja
€ 12.300.000,- € 885.600,-
2010
Aanpakken bij plandrempel scenario ≥ 60 ≥ 65 dB dB ja ja
≥ 70 dB ja
€ 151.200,-
2012
ja
ja
nee
€ 10.500.000,- € 756.000,-
2013
ja
ja
ja
ja
ja
n.v.t.
4
N 208
Teylingen Lisse
ja
ja
€ 8.400.000,- € 604.000,- 2008-2014
ja
5
N 223
Westland
ja
ja
€ 3.000.000,- € 216.000,-
2009
ja
ja
nee
ja
ja
6
N 467
Westland
nee
ja
€ 626.400,-
2011
ja
7
N 220
Westland
ja
ja
€ 2.400.000,- € 172.800,-
2010
ja
ja
ja
8
N 207
Boskoop
ja
ja
€ 3.000.000,- € 216.000,-
2011
ja
ja
ja
2009
ja
ja
ja
n.v.t.
9
N 206
Katwijk
ja
ja
10
N 213
Westland
nee
ja
n.v.t.
€ 129.600,- 2008-2012
ja
ja
ja
11
N 207 Waddinxveen
nee
ja
n.v.t.
€ 216.000,-
2011
ja
ja
ja
2013
ja
ja
ja
2012
ja
ja
ja
12
N 207 Jacobswoude
13
N 464
14
€ 11.400.000,- € 820.800,-
ja
ja
nee
ja
N 477 Voorschoten N 206 Leiden
ja
ja
€ 7.500.000,- € 540.000,- 2010-2013
ja
ja
nee
15
N 207
Gouda
ja
ja
€ 3.600.000,- € 259.200,-
2008
ja
ja
ja
16
N 470
Delft
nee
ja
2009
ja
ja
nee
17
N 218
Bernisse
ja
ja
ja
ja
nee
18
N 440
Wassenaar
nee
ja
ja
ja
nee
19
N 217 Oud-Beijerland
20
N 207
Westland
Alphen a/d
€ 3.600.000,- € 259.200,n.v.t.
n.v.t.
€ 216.000,-
€ 216.000,-
€ 7.200.000,- € 518.400,- 2008-2014 n.v.t.
€ 108.000,-
2011
ja
ja
ja
ja
ja
nee
ja
n.v.t.
€ 86.400,-
2013
ja
ja
nee
nee
ja
n.v.t.
€ 108.000,-
2008
ja
ja
ja
ja
ja
€ 3.000.000,- € 216.000,-
2013
ja
ja
nee
€ 216.000,-
2012
ja
nee
nee
€ 2.100.000,- € 151.200,-
2011
ja
ja
nee
€ 172.800,-
2013
ja
ja
nee
€ 1.200.000,- € 86.400,-
2014
ja
nee
nee
€ 1.500.000,- € 108.000,- 2011-2013
Rijn 21
N 447
VoorburgLeidschendam
22
N 209 Lansingerland
23
N 493 N 218
Spijkenisse
24
N 494 Hellevoetsluis
nee
ja
ja
ja
n.v.t.
25
N 444
Teylingen
nee
ja
26
N 216
Gorinchem
n.b.
n.b.
27
N 210
Krimpen a/d IJssel
ja
ja
€ 3.000.000,- € 216.000,- 2009-2011
ja
ja
nee
28
N 470
Zoetermeer
ja
ja
€ 6.900.000,- € 496.800,-
2011
ja
ja
ja
29
N 217 Binnenmaas
2013
ja
ja
nee
30
N 471
ja
nee
nee
Rotterdam
nee
ja
ja
ja
n.v.t.
n.v.t.
€ 129.600,-
€ 2.400.000,- € 172.800,- 2008-2014
19
Figuur 3: de 30 meest geluidbelaste locaties langs provinciale wegen in Zuid-Holland
4.9 Planning van de maatregelen Het uitvoeren van de maatregelen wordt ingepast in de planning van de reeds lopende of ingeplande infrastructurele projecten, zoals vermeld in bijlage 4 en de onderhoudsplanning van de provinciale wegen. Daarnaast zal er overleg gevoerd worden met de gemeenten waarin de locaties gelegen zijn.
4.10 Beschrijving van de effecten In de komende vier jaar zal met die 20 miljoen euro op een groot aantal locaties de geluidbelasting aanzienlijk worden gereduceerd. Hierdoor is berekend dat, op basis van het verkeersvolume in 2006, het aantal geluidgehinderden sterk zal verminderen. Die 20 miljoen euro levert zodoende een belangrijke bijdrage aan de verbetering van de gezondheid en leefomgevingskwaliteit van veel Zuid-Hollanders die langs drukke provinciale wegen wonen. Zoals in paragraaf 4.5 reeds is aangehaald is de verwachting dat de komende jaren die meerkosten van dit stille wegdek verder af zullen nemen, waardoor de kosteneffectiviteit verder toeneemt. Bovendien zal door de sterk groei van de automobiliteit en dus het aantal voertuigbewegingen over provinciale wegen het aantal voorkomen gehinderden door dit stille wegdek ook toenemen. In tabel 3 is een overzicht gegeven van de 30 aandachtsgebieden met de indicatie van de effecten voor elke mogelijke maatregel. Deze zijn gerangschikt op basis van de toe te passen plandrempel en het aantal (ernstig) gehinderden.
20
Tabel 3: Rangschikking en effecten van mogelijke maatregelen Aandachts- Wegnr. gebied
Gemeente
Rangschikking11
1
Indicatief effect Afname
Afname
gehinderden
ernstig gehinderden
Geluidscherm
Stil wegdek
Geluidscherm
Stil wegdek
501
428
215
186
N 492 Albrandswaard Rotterdam
9
N 206
Katwijk
2
469
369
195
154
6
N 467
Westland
3
n.v.t.
241
n.v.t.
117
11
N 207
Waddinxveen
4
n.v.t.
233
n.v.t.
107
4
N 208
Teylingen Lisse
5
222
180
103
84
3
N 209
Lansingerland
6
229
190
103
87
8
N 207
Boskoop
7
222
183
94
78
7
N 220
Westland
8
90
73
44
35
15
N 207
Gouda
9
63
46
29
23
10
N 213
Westland
10
n.v.t.
57
n.v.t.
24
12
N 207
Jacobswoude
11
44
40
22
20
28
N 470
Zoetermeer
12
59
49
24
20
13
N 464
Westland
13
n.v.t.
26
n.v.t.
13
21
N 447
Voorburg-
14
n.v.t.
19
n.v.t.
10
19
N 217 Oud-Beijerland
15
20
18
10
9
16
N 470
Delft
16
n.v.t.
214
n.v.t.
88
2
N 211
Westland
17
n.v.t.
101
n.v.t.
47
≥ 70 dB
1
Leidschendam
N 223
Westland
18
143
88
62
40
N 477 N 206
Voorschoten Leiden
19
137
102
60
47
27
N 210
Krimpen a/d
20
161
140
67
58
IJssel N 218
Bernisse
21
125
123
51
50
22
N 209
Lansingerland
22
80
26
35
13
25
N 444
Teylingen
23
n.v.t.
68
n.v.t.
28
18
N 440
Wassenaar
24
n.v.t.
34
n.v.t.
14
29
N 217
Binnenmaas
25
n.v.t.
25
n.v.t.
9
20
N 207 Alphen a/d Rijn
26
n.v.t.
13
n.v.t.
7
24
N 494
Hellevoetsluis
27
23
22
9
9
23
N 493 N 218
Spijkenisse
28
n.v.t
91
n.v.t.
35
30
N 471
Rotterdam
29
78
78
30
30
26
N 216
Gorinchem
30
70
49
29
21
< 65 dB
17
65 – 69 dB
5 14
11
Rangschikking is gebaseerd op de hoogst toepasbare plandrempel en de som van het aantal gehinderden en ernstig gehinderden in de nulsituatie. 21
5 Stille gebieden Onder het begrip "stille gebieden", als bedoeld in artikel 115 van de Wet geluidhinder en nader bepaald in artikel 5 van het Besluit omgevingslawaai, vallen uitsluitend de in de Provinciale Milieuverordening ZuidHolland aangewezen "Milieubeschermingsgebieden voor stilte" (stiltegebieden). Zoals blijkt uit figuur 2, pagina 10, bevinden de drukste provinciale wegen, die zijn onderzocht voor de geluidsbelastingkaart, zich niet of nauwelijks in de nabijheid van de stiltegebieden. Voor aanpassing van het geldende beleid ten aanzien van stiltegebieden is dan ook geen reden.
22
6 Inspraakproces 6.1 Beschrijving van het inspraakproces Het onderhavige actieplan inclusief vastgestelde plandrempel is in ontwerp op 10 juni 2008 door het College van gedeputeerde staten vastgesteld (in bijlage 9 is het besluit van Gedeputeerde Staten opgenomen). Dit ontwerp-actieplan heeft vanaf 30 juni 2008 gedurende zes weken ter inzage gelegen op het provinciehuis. Gedurende deze periode is het ontwerp-actieplan ook digitaal raadpleegbaar geweest op de internetsite van de provincie. De bekendmaking van de ter inzage legging (afschrift als bijlage 7 opgenomen) heeft plaatsgevonden in de plaatselijke huis aan huisbladen waarin de provincie doorgaans publiceert. Tevens heeft er op 8 juli 2008 een informatiebijeenkomst plaatsgevonden voor geinteresseerden waar een toelichting is gegeven op het ontwerp-actieplan. Daar zijn 9 personen verschenen.
6.2 Beschrijving ingebrachte zienswijzen Naar aanleiding van de ter inzage legging van het ontwerp-actieplan zijn 7 zienswijzen ontvangen zowel schriftelijk als per email waarvan 1 buiten de inzagetermijn. De zienswijzen zijn ingediend door: Fam. Borst, Papendrecht. Milieudienst Midden-Holland namens gemeente Schoonhoven Gemeente Oud-Beijerland. Gemeente Krimpen aan den IJssel. Vereniging van Eigenaren Schouthof 41-92, Bewonerscommissie Molenburgh, Wijkvereniging HoornesRijnoever, Wijkvereniging Molenwijk, Bewonerscommissie Cleyn Duin, Bewonerscommissie Molenwijk, Bewonerscommissie Tranendal, Stichting Bewonersbelangen Zanderij, allen te Katwijk. − Milieudienst Midden-Holland namens de gemeenten Boskoop, Gouda en Waddinxveen. − Gemeente Bernisse (buiten de inzagetermijn). − − − − −
De brieven en emailberichten zijn opgenomen in bijlage 8 en kunnen als volgt worden samengevat: 1. Familie Borst, Papendrecht Ingekomen op 30 juni 2008 per email De familie Borst constateert dat de N 3 niet is opgenomen in het ontwerp-actieplan en vindt dat erg jammer. 2. Milieudienst Midden-Holland namens de gemeente Schoonhoven Ingekomen op 8 juli 2008 De gemeente verzoekt om op de N 210 een maximum snelheid van 60 km/uur te hanteren i.p.v. de huidige wisselende maximum snelheden. 3.de heer R. Horijon van de Gemeente Oud-Beijerland Ingekomen 8 juli 2008 per email 3a – M.b.t de Stougjesdijk is reeds bij groot onderhoud enkele jaren geleden geluidreducerend asfalt toegepast. Het is niet duidelijk of het nu voorgestelde stille wegdek stiller is dan wat er nu ligt. 3b – Er ontbreekt een stukje weg tussen rotonde Poortwijk 1(vanaf midden rode streep in westelijke richting tot de eerste rotonde). Stil asfalt kan daar een oplossing zijn voor de woningen in de nabijheid. 3c – Niet duidelijk is of bij de berekeningen rekening is gehouden met de realisering van de omleiding van de N 217 welke voor volgend jaar gepland is. 3d – Indien daar rekening mee wordt gehouden blijft de hinder beperkt tot de woningen langs de Stougjesdijk Noord. Daarvan heeft de gemeente reeds vijf woningen aangekocht om ge-amoveerd te worden.
23
4. Gemeente Krimpen aan den IJssel Ingekomen 31 juli 2008 4a - De gemeente geeft aan dat de N 210 reeds nu gereconstrueerd wordt en dat de aannemer verplicht is voor een gedeelte van de weg geluidreducerend asfalt aan te brengen. Zij ziet graag dat dit wordt opgenomen in het ontwerp-actieplan. 4b – Voor een ander gedeelte van de weg wordt in het ontwerp-actieplan een stil wegdek voorgesteld terwijl dat op die plek volgens het projectbureau niet nodig zou zijn omdat er geen of nauwelijks geluidgevoelige bestemmingen liggen. Deze tegenstrijdigheid roept vraagtekens op en het college zou graag zien dat er geluidreducerend asfalt wordt gelegd op het gehele traject en dit nog te integreren in het reeds in uitvoering zijnde project N 210. 5. Vereniging van Eigenaren Schouthof 41-92, Bewonerscommissie Molenburgh, Wijkvereniging HoornesRijnoever, Wijkvereniging Molenwijk, Bewonerscommissie Cleyn Duin, Bewonerscommissie Molenwijk, Bewonerscommissie Tranendal, Stichting Bewonersbelangen Zanderij, allen te Katwijk. Ingekomen 31 juli 2008 per email. De verenigingen, commissies en stichting verzoeken om prioriteit te geven aan het treffen van maatregelen aan de N 206 door Katwijk. 6. Milieudienst Midden-Holland namens de gemeenten Boskoop, Gouda en Waddinxveen. Ingekomen 1 augustus 2008-08-29 6a – Uit bijlage 6 van het ontwerp-actieplan blijkt dat de lengte van de aan te pakken trajecten niet in overeenstemming is met de door de provincie verstrekte informatie dat bij daadwerkelijke aanleg de minimale traject lengte 1500 meter bedraagt. De trajecten in bijlage 6 dienen daarop te worden aangepast. 6b – In de visie van de gemeenten Boskoop en Waddinxveen zouden de trajecten van de N 207 langs deze gemeenten groter moeten zijn dan nu in bijlage 6 vermeld is omdat langs dit traject zowel aan de oost- als aan de westzijde van de Gouwe woningen staan. Ten gevolge van bovenstaande visies verdient het aanbeveling om de trajecten van de N 207 bij deze gemeenten op elkaar aan te sluiten. 6c – In de visie van de gemeente Gouda is uitbreiding van het traject in zuidelijke richting niet zinvol omdat daar geen woningen aanwezig zijn. 6d – De gemeente Gouda beveelt aan om de N 228 tussen de Goverwellesingel en de rotonde Stolwijkersluis te voorzien van stil wegdek. 6e – De milieudienst verzoekt om ruim voor de daadwerkelijke aanleg van het stille wegdek overleg te initiëren met de gemeenten Waddinxveen en Boskoop over de exacte afmetingen van het traject. 7. Gemeente Bernisse Ingekomen 18 augustus 2008 (buiten de inzage termijn) De gemeente plaats twee kanttekeningen bij de aanpassing van het traject van de N 218. 7a - Het aanbrengen van stil wegdek is niet voldoende indien de geluidsbelasting meer dan 68 dB bedraagt. In die gevallen zijn er aanvullende afschermende maatregelen nodig om te de geluidsbelasting onder de plandrempel van 65 dB te brengen. Aanvullende maatregelen zijn wat de gemeente betreft dan ook nadrukkelijk in beeld. 7b – De kosten voor het aanbrengen van geluidschermen zijn veel te hoog geraamd omdat locaties waarbij schermen aan beide zijden van de weg niet veel voorkomen. 7c – De planning voor de aanpak van de knelpunten in Bernisse is onvoldoende concreet. Graag zou de gemeente een meer concrete planning opgenomen zien in het plan.
24
6.3 Reactie op de zienswijzen Overwegingen t.a.v. de ingekomen zienwijzen Ad 1 Reactie ingekomen zienswijze fam. Borst De N 3 is niet opgenomen in het onwerp-actieplan omdat deze weg niet onder het beheer van de provincie valt. Deze weg valt onder de verantwoordelijkheid van Rijkswaterstaat. Ad 2 Reactie ingekomen zienswijze Milieudienst Midden-Holland namens gemeente Schoonhoven De N 210 bij Schoonhoven is geen wegvak met een verkeersintensiteit van 6 miljoen en meer motorvoertuigen per jaar en maakt dus geen onderdeel uit van de geluidsbelastingkaart 2006. Omdat de geluidsbelastingkaart 2006 uitgangspunt is voor het ontwerp-actieplan komt dit wegvak niet voor in het ontwerp-actieplan. Ad 3 Reactie op de zienswijze van de heer R. Horijon van de Gemeente Oud-beijerland. 3a - Bij de aanpak van de trajecten zal worden geinspecteerd wat voor soort wegdek er op aangebracht is en of er een stiller wegdek toepasbaar is. Indien dat mogelijk is zal er een stiller wegdek worden aangebracht. 3b – Het wegvak vanaf de T-splitsing naar de eerste rotonde valt niet onder het beheer van de provincie en is dus niet meegenomen in het traject. 3c – De geluidsbelastingkaart 2006 heeft als uitgangspunt gediend voor het opstellen van het ontwerpactieplan. Daarin zijn voor de berekeningen van de gluidscontouren de verkeersgegevens uit het jaar 2006 gebruikt. In dat jaar was de omleiding van de N 217 nog niet gerealiseerd. Er is dus geen rekening mee gehouden. 3d – Bij de aanpak van de trajecten zal worden geinspecteerd wat voor soort wekdek is aangebracht en welke ontwikkelingen hebben plaatsgevonden of nog worden uitgevoerd. Er zal dus rekening worden gehouden met deze ontwikkelingen. Ad 4 Reactie op de zienswijze van de gemeente Krimpen aan den IJssel 4a – Indien een weg gereconstrueerd wordt, zal deze aan de wettelijke bepalingen uit de Wet geluidhinder moeten voldoen. Voor de wegvakken welke in het actieplan genoemd zijn, is aangegeven dat deze onderzocht zullen worden of daar een stiller wegdek kan worden aangebracht. Omdat de N 210 op dit moment gereconstrueerd wordt, zal worden onderzocht of deze twee aspecten met elkaar te combineren zijn. Er zal dus worden onderzocht of het type wegdek dat nu toegepast gaat worden voldoet aan de wegdektypen die in het actieplan voorgesteld worden. Is dat niet het geval en zijn er mogelijkheden om een stiller wegdektype toe te passen dan zal dat overwogen worden. 4b – De rode lijn in bijlage 6 is slechts een globale aanduiding van het traject dat wordt aangepakt. Bij de aanpak van een traject zal worden onderzocht wat een voor de hand liggende grens is waar het stille wegdek kan worden aangebracht. Ad 5 Reactie op de zienswijze van Vereniging van Eigenaren Schouthof 41-92, Bewonerscommissie Molenburgh, Wijkvereniging Hoornes-Rijnoever, Wijkvereniging Molenwijk, Bewonerscommissie Cleyn Duin, Bewonerscommissie Molenwijk, Bewonerscommissie Tranendal, Stichting Bewonersbelangen Zanderij De planning van de aanpak van het traject is opgenomen in een meerjarenplanning van de Dienst Beheer en Infrastructuur. Deze planning is afhankelijk van diverse factoren en wordt jaarlijks geactualiseerd. De planning voor het jaar 2008 ligt dus vast terwijl deze voor de daarop volgende jaren nog kan verschuiven. De prioritering van de aan te pakken wegvakken is van diverse factoren afhankelijk. Dit verzoek zal worden doorgegeven aan deze dienst. Ad 6 Reactie op de zienswijze van de Milieudienst Midden-Holland namens de gemeenten Boskoop, Gouda en Waddinxveen. 6a – De lengte van de wegvakken die in bijlage 6 zijn genoemd zijn de lengtes die in ieder geval moeten worden voorzien van een stil wegdek. Om te voorkomen dat er een “lappendeken“ aan wegdeksoorten ontstaat is met de dienst Beheer en Infrastructuur afgesproken om een minimum lengte van 1500 meter toe te passen. In bijlage 6 zijn dus de effectieve lengtes vermeld. Bij de aanpak van een wegvak zal onderzocht worden wat een logische grens is waar het stille wegdek kan worden aangepakt. 25
6b – De lengte van de trajecten zullen om bovengenoemde reden ook groter worden dan nu in bijlage 6 vermeld is. Of daarmee de trajecten bij Waddinxveen en bij Boskoop op elkaar zullen aansluiten zal bij de aanpak van de trajecten worden onderzocht. 6c – Bij de aanpak van de trajecten zal worden onderzocht wat een logische grens is waar het stille wegdek kan worden aangebracht. Of hiermee ook het traject wordt uitgebreid of juist niet, zal bij dat onderzoek worden bepaald. 6d – De N 228 is geen wegvak met een verkeersintensiteit van 6 miljoen en meer motorvoertuigen per jaar en maakt dus geen onderdeel uit van de geluidsbelastingkaart 2006. Omdat de geluidsbelastingkaart 2006 uitgangspunt is voor het ontwerp-actieplan komt dit wegvak niet voor in het ontwerp-actieplan. 6e – Zodra een traject aangepakt gaat worden zal indien nodig overleg gevoerd worden met de betrokken gemeenten. Ad 7 Reactie op de zienswijze van de gemeente Bernisse. 7a – De plandrempel is de waarde van waaraf het treffen van maatregelen wordt voorgenomen. Het is geen grenswaarde die in acht moet worden genomen zodat het treffen van aanvullende maatregelen om de geluidsbelasting onder de 65 dB te brengen niet aan de orde is. 7b – De bedragen waarmee in het actieplan gerekend is zijn bedoeld om een vergelijking te kunnen maken met andere maatregelen. Het is een indicatie waarbij tevens rekening is gehouden met de slappe bodem die in de provincie veelvuldig voorkomt. 7c - De planning van de aanpak van de trajecten is opgenomen in een meerjarenplanning van de dienst Beheer en Infrastructuur. Deze planning is afhankelijk van diverse factoren en wordt jaarlijks geactualiseerd. De planning voor het jaar 2008 ligt dus vast terwijl deze voor de daarop volgende jaren nog kan verschuiven.
6.4 Conclusie Gelet op bovenstaande overwegingen is er geen reden het Actieplan Geluid provinciale wegen aan te passen.
26
Bijlage 1 Provinciale wegen met meer dan 6 miljoen voertuigpassages per jaar Tabel 7 Provinciale wegen met meer dan 6 miljoen voertuigbewegingen per jaar
27
Bijlage 2 Geluideffecten langs de drukste provinciale wegtrajecten Tabel 4 Effecten voor die trajecten buiten de agglomeraties in 2006 Lden ernstig Klasse Woningen Bewoners Gehinderden gehinderden 55 - 59 dB 1600 3800 790 301 60 - 64 dB 1000 2300 697 302 65 - 69 dB 400 900 368 179 70 - 74 dB 100 300 168 93 >= 75 dB 0 0 7 4 Lnight
Scholen
gezondheidszorggebouwen
-
-
1
-
2
-
-
-
-
gezondheids-
Klasse
Woningen
Bewoners
Slaapgestoorden
Scholen
zorggebouwen
50 - 54 dB
1100
2400
171
-
-
55 - 59 dB
600
1500
146
-
-
60 - 64 dB
200
400
58
-
-
65 - 69 dB
0
0
5
-
-
>= 70 dB
0
0
0
-
-
Tabel 5 Geluideffecten langs die trajecten buiten plus binnen de agglomeraties in 2006
Lden Klasse
Woningen
Bewoners
Gehinderden
ernstig gehinderden
Scholen
gezondheidszorggebouwen
55 - 59 dB
4400
10000
2138
814
-
-
60 - 64 dB
2200
5000
1515
656
1
-
65 - 69 dB
1000
2300
956
466
2
-
70 - 74 dB
200
500
278
155
-
-
0
0
10
6
-
-
>= 75 dB Lnight Klasse
Woningen
Bewoners
Slaapgestoorden
Scholen
gezondheidszorggebouwen
50 - 54 dB
2600
5900
412
-
-
55 - 59 dB
1300
3000
304
-
-
60 - 64 dB
400
800
108
-
-
65 - 69 dB
0
0
8
-
-
>= 70 dB
0
0
0
-
-
Tabel 6 Geluidbelast oppervlak langs de provinciale wegen buiten plus binnen de agglomeraties in 2006
28
Bijlage 3 Overzicht aandachtsgebieden met een geluidbelasting > 48 dB Lden
Figuur 3: Aandachtsgebieden waarbij de geluidbelasting 48 dB Lden of meer bedraagt geordend op basis van het aantal gehinderden
Bijlage 4 Overzicht infrastructurele projecten Tabel 9: overzicht belangrijke infrastructurele projecten Wegvak uit geluidbelastingkaart 2006 Nieuwbouwprojecten op betrokken Gepland wegvak in N 206 van Santhorstweg naar - Kruising N 444 -op/afrit N 206 2009 Churchilllaan N 206 van A 44 naar N 443 - Kruising N 206 - Voorschoterweg 2010 - Kruising N 206 - Hoorneslaan 2008 e N 208 van noord. op/afrit A 44 naar 2 - Bundeling projecten N 208 2009 e Poellaan - Rotonde N 208 - 2 Poellaan 2009 Catharijnelaan N 208 van west. randweg naar B.K. - Rotonde N 208 - Meer en Duin 2009 Hillegom N 209 van A 13 naar Dorpstraat - N 209 rec.knoop A 13-N 209 2011 - N 209 cap. vergroting Doenkade 2011 N 209 van Groenendalseweg naar A 12 - N 209 verbreding wegvak Bleiswijk 2011 Rotterdam N 211 van 's-Gravenzandseweg naar - Rotonde Monsterseweg/Julianaweg 2008 N 465 N 211 van N 466 naar A 4 - N 211 ongelijkvloerse kruising Laan 2009 van Wateringen N 216 van B.K. Gorinchem naar A 15 - Kruising N 216 - Op/afrit A 15 2012 N 217 van Beneden Oostdijk naar N - N 217 omleiding Stougjesdijk 2009 490 - Kruising N 217-Vrouwenhuisjesweg 2013 N 223 van N 213 naar - Rotonde N 223 Oostbuurtseweg / 2010 Oosterbuurtseweg Noordlierweg 2010 - Aanpassingen hoofdrijbaan N 223 N 440 van Oude Waalsdorperweg naar - N 440 Landscheidingsweg 2008 N 44 N 444 van Rijnsburgerweg naar - N 444 Kruispunt Voorhout 2012 Gooweg
30
Bijlage 5 Werkingsprincipe dunne geluidreducerend deklagen9 Inleiding Om de problemen met tweelaags ZOAB op te lossen zijn door een groot aantal wegenbouwers zogenaamde dunne geluidreducerende deklagen (DGD), ook wel microdeklagen genoemd, ontwikkeld die geluidreductie paren aan duurzaamheid en gunstige kosten. Deze asfaltmengsels hebben een fijne gradering en worden in een dunne laag aangelegd. De geluidreductie ten opzichte van Dicht Asfalt Beton varieert van ongeveer 4 dB(A) bij lage snelheden tot ongeveer 6 dB(A) bij hoge snelheden. Toepasbaarheid Deze deklagen worden met name toegepast in de stedelijke omgeving. Microdeklagen kunnen over het gehele traject (inclusief kruisingen en minirotondes) worden aangelegd vanwege een hoge weerstand tegen wringend verkeer, toch wordt dit afgeraden, zowel vanwege de lagere snelheden (en dus geringere geluidsbelasting) ter plekke als de geringere weerstand tegen slijtage dan Dicht Asfalt Beton (DAB). Werkingsprincipe De goede geluideigenschappen van microdeklagen worden veroorzaakt door de open structuur, gecombineerd met een optimale oppervlaktetextuur. Dit leidt vanwege de geringe laagdikte niet tot een significante absorptie maar wel tot een sterke vermindering van het geluid door het verminderen van de aerodynamische geluidopwekking, zoals Air pumping en Helmholtz resonantie. Air pumping betreft het door de rollende band aanzuigen en wegpompen van lucht als gevolg van de vervorming van de profielelementen. Helmholtz resonantie betreft de resonantie van een akoestisch massa-veersysteem, waarbij de lucht tussen wegdek en profielgroeven werkt als een veer en de opgesloten lucht tussen het profiel en wegdek werkt als een massa. Aerodynamische geluidopwekking treedt vooral op bij glad wegdek. Omdat bij microdeklagen de lucht door de open structuur van het wegdek gemakkelijk weg kan stromen en dus niet of nauwelijks wordt samengeperst, wordt die aerodynamische geluidopwekking bij dit type wegdek in belangrijke mate onderdrukt. Net als voor mechanische trillingen blijkt ook voor aerodynamische geluidopwekking de textuur van het wegdek een belangrijke invloedsfactor. voor het band/wegdekgeluid te zijn. Omdat de laagdikte van microdeklagen doorgaans ongeveer 25 mm is, ligt het maximum van de akoestische absorptie tussen de 1700 en 2000 Hz. Dit houdt in dat de absorptie van het rolgeluid niet of nauwelijks een rol speelt omdat het maximum in het spectrum van rolgeluid rond de 1000 Hz ligt. Het lijkt erop dat deze hoogfrequente absorptiepiek wel een rol zou kunnen spelen bij de absorptie van het motorgeluid van zware motorvoertuigen. Dit zou mede een verklaring kunnen zijn waarom de reductie voor zware motorvoertuigen maar weinig minder is dan voor lichte motorvoertuigen. Omdat absorptie geen rol speelt vanwege deze geringe laagdikte, heeft vervuiling geen directe negatieve invloed op de geluidreductie.
9
bron: website www.stillewegen.nl, de bewuste pagina met deze informatie is direct te vinden via de link http://members.home.nl/stillewegen/Wegdektypen.htm
31
Bijlage 7 Bekendmaking Wet geluidhinder De tekst die in diverse regionale huis-aan-huis bladen en op internet is verschenen Bekendmaking Wet geluidhinder Onderwerp College van Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid-holland maken bekend dat zij op 10 juni 2008 onder nummer: PZH-2008-452599 (DOS-2008-0011334) het ontwerp Actieplan Geluid provinciale wegen hebben vastgesteld als bedoeld in artikel 122 van de Wet geluidhinder. De verplichting tot het opstellen van een actieplan is opgenomen in artikel 122 van de Wet geluidhinder en vloeit voort uit de implementatie van de Europese Richtlijn omgevingslawaai in Nederland. In dit actieplan staat het geluidsbeleid voor een deel van de provinciale wegen in de provincie Zuid-Holland voor de periode 2008-2013. Centraal in het plan staan zogenaamde plandrempels. Als de geluidsbelasting hoger is dan de plandrempel, worden ook de voorgenomen maatregelen aangegeven waarmee de overschrijdingen ongedaan kunnen worden gemaakt. Het actieplan volgt op de eerder opgestelde geluidsbelastingkaart die een weergave geeft van de geluidsbelasting veroorzaakt door een deel van de provinciale wegen in de provincie Zuid-Holland. Daarbij is ook inzichtelijk gemaakt het aantal geluidsgevoelige objecten, geluidsgevoelige terreinen en stille gebieden, en hoeveel bewoners in een bepaald gebied aan bepaalde waarden van de geluidsbelasting worden blootgesteld. Inzage U kunt het ontwerp actieplan geluid provinciale wegen van 30 juni 2008 t/m 11 augustus 2008 inzien op werkdagen: − bij de directie Groen, Water en Milieu van de provincie Zuid-Holland, kamer D 209, tijdens kantooruren, Zuid-Hollandplein 1 te Den Haag, tel.nr. (070) 441 73 24. Gedurende deze periode kunt u de stukken buiten vermelde uren inzien na telefonische afspraak. Het ontwerp actieplan geluid provinciale wegen is ook in te zien op www.zuid-holland.nl bij het thema milieu/geluidskwaliteit/omgevingslawaai provinciale wegen. Informatiebijeenkomst Op 8 juli 2008 wordt voor geïnteresseerden een informatiebijeenkomst gehouden op het provinciehuis, Zuid-Hollandplein 1 te Den Haag van 13.00 tot 17.00 uur. Daarbij wordt een toelichting op het ontwerp actieplan geluid provinciale wegen gegeven en kan iedereen mondeling zijn of haar zienswijze op het ontwerp actieplan indienen. De mondeling ingebrachte zienswijzen worden behandeld als onderdeel van de openbare voorbereidingsprocedure als bedoeld in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht. Indien u deze bijeenkomst wilt bezoeken gaarne vooraf aanmelden bij voorkeur via internet. Er is geen parkeergelegenheid bij het provinciehuis. Beroep Tegen de vaststelling van het actieplan is, na verwerking van de ingediende zienswijzen, geen bezwaar of beroep mogelijk. Het actieplan bevat alleen beleidsvoornemens en voorgenomen maatregelen en is niet gericht op direct rechtsgevolg. Inlichtingen Voor nadere informatie kunt u zich wenden tot de afdeling Milieu, de heer ing. J. Bakker, tel.nr. (070) 441 76 55. Deze bekendmaking staat ook op www.zuid-holland.nl
32
Bijlage 8 Ingebrachte zienswijzen
33
34
35
36
37
Provincie Zuid-Holland College van Gedeputeerde Staten Postbus 90602 2509 LP Den Haag Correspondentieadres: Vereniging van Eigenaren Schouthof 41-92 Schouthof 65 2221 GZ Katwijk Onderwerp: Zienswijze op het Ontwerp-Actieplan Geluid provinciale wegen Katwijk, 31 juli 2008 Geacht College, Graag maken wij van de gelegenheid gebruik om onze zienswijze op het Ontwerp-Actieplan Geluid provinciale wegen kenbaar te maken. Wij verzoeken u dringend om prioriteit te geven aan de N206 door Katwijk en om op korte termijn maatregelen te nemen die deze weg stiller maken. De toenemende verkeersintensiteit en de huidige wegbedekking zorgen er namelijk voor dat een groot aantal mensen geluidshinder ondervindt. Een afschrift van deze brief sturen wij naar Provinciale Staten, alsmede naar het College van B&W en de gemeenteraad van de gemeente Katwijk. Hoogachtend,
Dhr. N. van Duyvenbode Voorzitter Vereniging van Eigenaren Schouthof 41-92 Dhr. P.A.M. Peeters Voorzitter wijkvereniging HoornesRijnsoever
Voorzitter wijkvereniging Molenwijk Dhr. P.T. Mizee Voorzitter bewonerscommissie Molenwijk Dhr. A.C. van Duijn Bestuurslid Stichting Bewonersbelangen Zanderij
Dhr. M. Vlieland Voorzitter bewonerscommissie Cleyn Duin Mevr. A.G. Kloos-Blonk Voorzitter bewonerscommissie Tranendal
Mevr. A.G. Laterveer Voorzitter bewonerscommissie Molenburgh Mevr. M.J.H. Langeveld
38
40
41
42
Bijlage 9 Voorstel voor besluitvorming aan Gedeputeerde Staten t.b.v. het Ontwerp-Actieplan Geluid provinciale wegen
43
44
45
46
47
48
49
50
