Actieplan Geluid Houten 2008-2013
Actieplan Geluid Houten 2008-2013
Colofon Plaats en datum:
Arnhem, 1 april 2008
Versie:
001
Opdrachtgever:
Gemeente Houten
DEFINITIEF
Afdeling Milieu Postbus 30 3990 DA HOUTEN Opdrachtnummer: Contactpersoon:
ing. L. van der Meer
Telefoon:
+31 (0)30 639 26 11
Fax:
+31 (0)30 639 28 99
E-mail:
[email protected]
Uitgevoerd door:
DGMR Industrie, Verkeer en Milieu B.V.
Informatie:
ing. M.H.M. van Kesteren
E-mail:
[email protected]
Telefoon:
+31 (0)26 350 39 99
Fax:
+31 (0)26 358 47 52
Auteur(s):
ing. M.H.M. van Kesteren ing. W.S. Wassink
Eindverantwoordelijke: ing. J.J.A. van Leeuwen Voor deze:
ing. J.J.J. Joosen
Secretariaat:
MSP
©DGMR Industrie, Verkeer en Milieu B.V. Alle rechten voorbehouden. Wilt u (delen van) dit rapport kopiëren of vermenigvuldigen, vraagt u dan schriftelijk toestemming daarvoor bij DGMR Industrie, Verkeer en Milieu B.V.
2
Actieplan Geluid Houten 2008-2013
Samenvatting De EU-richtlijn Omgevingslawaai verplicht ons tot het opstellen van een actieplan om omgevingslawaai te voorkomen en/of te beperken. Ons Actieplan Geluid 2008-2013 is gebaseerd op de geluidbelastingskaarten door weg- en railverkeer die in juni 2007 zijn vastgesteld. Met het opstellen van een actieplan voldoen we daarnaast aan een van de doelstellingen uit het milieubeleidsplan. In het Milieubeleidsplan 2005-2008 staat hierover: Om geluidhinder te kunnen verminderen wordt allereerst een nieuwe knelpuntenanalyse uitgevoerd, om vast te stellen wat op dit moment de grootste knelpunten zijn. Voor die knelpunten wordt een plan van aanpak opgesteld met mogelijke maatregelen om de geluidsbelasting te verminderen. De geluidbelastingskaarten en de analyse in dit actieplan laten zien dat de geluidproblematiek in Houten alleszins meevalt. Dit inzicht komt overeen met hoe inwoners van Houten geluidoverlast ervaren. Uit de milieu-enquete 2007 en het leefbaarheidsonderzoek Houten 2006 blijkt dat er natuurlijk situaties zijn waarin inwoners geluidhinder ondervinden. Het percentage inwoners dat aangeeft last te hebben van geluidhinder door weg- of railverkeer is echter relatief laag. Uit berekeningen blijkt dat in Houten maximaal 4% van de inwoners gehinderd wordt door wegverkeerslawaai; voor railverkeerslawaai ligt dit percentage op 3%. Deze percentages zijn gebaseerd op geluidbelastingskaarten voor het jaar 2006. Daarin zijn (al doorgevoerde) verkeersbeperkende maatregelen in Houten centrum en de maatregelen die genomen worden in het kader van de spoorverdubbelling nog niet meegenomen. Inmiddels is het aantal geluidgehinderden door wegverkeer aanzienlijk lager dan berekend en is er zicht op een forse afname van het aantal geluidgehinderden door railverkeer. Uit het actieplan blijkt dat ingrijpende maatregelen om de "geluidkwaliteit" te verbeteren niet nodig zijn. Wel stellen we een aantal maatregelen voor die een klein positief effect zullen hebben.
3
Actieplan Geluid Houten 2008-2013
Inhoudsopgave
1.
2.
3.
4.
5.
6.
Pagina
INLEIDING................................................................................................................... 6 1.1
Waarom een Actieplan? ......................................................................................... 6
1.2
Doel van dit actieplan............................................................................................ 7
1.3
Voor wie is het plan bedoeld? ................................................................................ 8
1.4
Relatie met andere geluidnota’s ............................................................................. 8
1.5
Leeswijzer ............................................................................................................ 8
KADERS ..................................................................................................................... 10 2.1
Omgevingslawaai ................................................................................................ 10
2.2
Houtens geluidbeleid ........................................................................................... 10
2.3
Saneringsopgave ................................................................................................ 11
GELUIDBELASTINGSKAARTEN .................................................................................... 13 3.1
Algemeen ........................................................................................................... 13
3.2
Wegverkeerslawaai ............................................................................................. 14
3.3
Railverkeerslawaai .............................................................................................. 16
3.4
Vergelijking met andere gemeenten ..................................................................... 17
HINDERBELEVING IN HOUTEN ................................................................................... 18 4.1
Burgerpanel Houten ............................................................................................ 18
4.2
Leefbaarheidsonderzoek Houten 2006 .................................................................. 19
4.3
Conclusie............................................................................................................ 19
ANALYSE KNELPUNTEN EN OPLOSSINGSRICHTINGEN ................................................. 20 5.1
Uitgangspunten .................................................................................................. 20
5.2
Resterende voorraad saneringswoningen ............................................................. 20
5.3
Kaarten en plandrempels ..................................................................................... 21
5.4
Overige punten van geluidhinder ......................................................................... 23
OPLOSSINGSRICHTINGEN EN MAATREGELEN ............................................................. 24 6.1
Inleiding ............................................................................................................. 24
6.2
Aanpak saneringswoningen Raillijst ...................................................................... 25
6.3
Brommers .......................................................................................................... 26
6.4
Overige maatregelen ........................................................................................... 27
7.
BESCHRIJVING INSPRAAKPROCES .............................................................................. 30
8.
BESCHRIJVING INGEBRACHTE ZIENSWIJZEN .............................................................. 31
9.
REACTIE ZIENSWIJZEN .............................................................................................. 32
4
Actieplan Geluid Houten 2008-2013
Bijlage 1: gezondheidseffecten geluid Bijlage 2: dosis-effect-relatie geluidhinder en slaapverstoring Bijlage 3: deelnemers bijeenkomsten Actieplan Bijlage 4: geraadpleegde bronnen Bijlage 5: geluidskaarten wegverkeerslawaai Lden Bijlage 6: geluidskaarten wegverkeerslawaai Lnight Bijlage 7: geluidskaarten railverkeerslawaai Lden Bijlage 8: geluidskaarten railverkeerslawaai Lnight
5
Actieplan Geluid Houten 2008-2013
1.
Inleiding Voor u ligt het Actieplan Geluid van de gemeente Houten. Het opstellen van dit actieplan is een verplichting in het kader van de Europese richtlijn Omgevingslawaai. Het actieplan heeft betrekking op de geluidsituatie in 2006, de Nota’s Geluidbeleid en Hogere grenswaarden hebben betrekking op nieuwe situaties.
1.1
Waarom een Actieplan? Blootstelling aan geluid vormt een belangrijk probleem voor de volksgezondheid in Nederland. Zowel de Gezondheidsraad in Nederland als de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) hebben vastgesteld
dat
een
te
hoge
geluidsbelasting
in
de
woon-
en
werkomgeving
tot
gezondheidsproblemen kan leiden. De huidige geluidsniveaus in onze woonomgeving veroorzaken vooral hinder en slaapverstoring; het aantal volwassenen met een slaapverstoring door wegverkeersgeluid werd in 2003 door het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) geschat op anderhalf miljoen volwassenen. Daarnaast kan blootstelling aan geluid via lichamelijke stressreacties leiden tot een verhoogde kans op hoge bloeddruk en hart- en vaatziekten en de klachten doen verergeren bij mensen die al lijden aan een hart- en vaataandoening. En de geluidhinder neemt alleen maar toe. Daar moest actie op ondernomen worden, zo vond Brussel. En er is een richtlijn omgevingslawaai opgesteld. Deze Europese richtlijn is inmiddels opgenomen in de Wet geluidhinder. Om de implementatie van deze Europese richtlijn in de Nederlandse wetgeving geleidelijk te laten verlopen, moeten eerst de zes grote agglomeraties van Nederland – Amsterdam, Den Haag, Rotterdam, Utrecht, Eindhoven en Parkstad Limburg - voldoen aan deze verplichting. Houten maakt, samen met de gemeenten Nieuwegein, IJsselstein, Maarssen en Utrecht, deel uit van de agglomeratie Utrecht en is verplicht in de eerste tranche te voldoen aan de verplichtingen die voortvloeien uit deze richtlijn. Het doel van de richtlijn Omgevingslawaai is om schadelijke en hinderlijke effecten ten gevolge van weg-, rail- en luchtverkeer en industrielawaai te bestrijden of stabiel te houden. In het bijzonder geldt dit voor woningen en andere geluidsgevoelige gebouwen, zoals scholen en ziekenhuizen, en voor stille en stiltegebieden. Om de schadelijke gevolgen van omgevingslawaai te bestrijden, worden volgens de Richtlijn omgevingslawaai de volgende instrumenten toegepast: inventariseren
van
de
blootstelling
aan
omgevingslawaai
door
middel
van
geluidsbelastingkaarten voor het peiljaar 2006; vaststellen van actieplannen om omgevingslawaai te voorkomen en/of te beperken; de plannen moeten vooral gericht zijn op plaatsen waar hoge blootstellingniveaus schadelijke effecten kunnen hebben voor de gezondheid van de mens; ook moeten ze een goede geluidskwaliteit handhaven; voorlichten van het publiek over omgevingslawaai en de effecten daarvan; daarbij hoort het publiceren van de geluidsbelastingkaarten en het houden van inspraak over de actieplannen. Deze rapportage beschrijft deel 2, het Actieplan Geluid.
6
Actieplan Geluid Houten 2008-2013
1.2
Doel van dit actieplan Het actieplan beschrijft zowel het bestaande en voorgenomen beleid als de voorgenomen maatregelen die tot doel hebben overschrijdingen van vastgestelde plandrempels ongedaan te maken. Het Rijk en de Provincie stellen dit op voor de rijks- en provinciale wegen, hoofdspoorwegen en Schiphol, het college van B&W stelt het actieplan op voor hun eigen geluidsbronnen. Volgens de EU-richtlijn moet het actieplan gaan over ‘prioritaire problemen’. Van een prioritair probleem is sprake als een ‘relevante grenswaarde’ wordt overschreden. Bij de implementatie in de Nederlandse wetgeving is het begrip ‘relevante grenswaarde’ vertaald in plandrempel. De gemeenten bepalen zelf welke plandrempel ze in hun actieplan aanhouden. Tevens kan er voor gekozen worden dat er voor verschillende gebiedstypen verschillende plandrempels worden vastgelegd. De gemeenten leggen de plandrempel(s) vervolgens vast in het actieplan. In het actieplan wordt het beleid weergegeven dat tot doel heeft overschrijdingen van de plandrempels ongedaan te maken. Het actieplan geeft daarom inzicht in de voorgenomen maatregelen in de volgende vijf jaar, inclusief het te verwachten effect van de maatregelen. Onder effect wordt hier verstaan de vermindering van het aantal gehinderden, ernstig gehinderden en slaapgestoorden. Met het Actieplan maakt de gemeente duidelijk welke keuzes ze maakt. Een belangrijk doel van het Actieplan is om deze keuzes te laten doorklinken in alle besluiten over de kwaliteit van de fysieke leefomgeving. Primair doel Actieplan Geluid Het ontwikkelen van een ambtelijk en politiek gedragen instrument voor de onderbouwing van beleidskeuzen op ruimtelijk, verkeerskundig en milieuhygiënisch vlak, met als doel: - het terugdringen van het aantal (ernstig) geluidgehinderden en slaapgestoorden; -
het – voor zover mogelijk – voorkomen van nieuwe (ernstig) geluidgehinderden en slaapgestoorden; integrale aanpak geluid.
7
Actieplan Geluid Houten 2008-2013
1.3
Voor wie is het plan bedoeld? Het Actieplan is bedoeld om de gemeente Houten te binden aan de ambities die gesteld zijn in het milieubeleidsplan en een gericht programma op te stellen om knelpunten 2006 aan te pakken. Samen met het gebiedsgerichte geluidbeleid en Hgw-beleid, zorgt het actieplan voor een integrale aanpak van geluid in de gemeente Houten. Verder is het plan bedoeld voor de bestuurlijke partners die medeverantwoordelijk zijn voor de uitvoering van plannen in de directe omgeving van Houten (Rijkswaterstaat, de provincie Utrecht, de buurgemeenten). Het actieplan is voor de gemeente Houten en de bestuurlijke partners een kader voor de afweging van belangen en de besluitvorming.
1.4
Relatie met andere geluidnota’s Het Actieplan Geluid is nauw verbonden met het geluidbeleid van Houten, namelijk: 1.
deel I Nota geluidbeleid, waarin de ambities en spelregels binnen de gehele gemeente zijn omschreven voor een goede afstemming van geluidsgerelateerde acties gemeentebreed;
2.
deel II Nota hogere grenswaarden (Hgw), waarin de procedurele aspecten en de gemeentelijke criteria voor het vaststellen van hogere grenswaarden zijn opgenomen.
Het geluidbeleid heeft vooral betrekking op nieuwe situaties zoals de aanleg van nieuwe wegen en woningen en woongebieden. Voor deze ontwikkelingen gelden de gekozen en vastgestelde streefwaarden. In de ontwikkelingsfase moet daarmee rekening worden gehouden. Om deze streefwaarden te realiseren worden ter beperking van de geluidhinder maatregelen genomen. Hierbij wordt een voorkeursvolgorde gehanteerd: eerst de maatregelen bij de bron van het geluid, dan in de overdracht en als laatste maatregelen bij de ontvanger. Bij het nemen van maatregelen wordt naast de kostenefficiëntie ook de duurzaamheid van de maatregel beoordeeld. In de Nota Hgw zijn criteria opgesteld die zorg dragen voor een goede geluidskwaliteit in nieuwe situaties. In het geluidbeleid en in het Actieplan geluid zijn streefwaarden en plandrempels vastgesteld, waar in de bestaande situatie niet altijd aan voldaan kan worden. Voor wat betreft het weg- en railverkeer zijn deze woningen geïnventariseerd. De keuzes voor het al dan niet treffen van maatregelen voor het verhelpen van deze knelpunten, worden gemaakt in het kader van het Actieplan Geluid.
1.5
Leeswijzer Met het Actieplan maakt de gemeente duidelijk welke keuzes ze maakt in de aanpak van de geluidproblematiek. Hoofdstuk 2 vertelt iets over het kader waarbinnen het Actieplan Geluid ligt. Hoofdstuk 3 geeft de informatie weer die aan de basis staat van het actieplan: de resultaten EUgeluidskaarten en in hoofdstuk 4 wordt er ingegaan op de hinderbeleving in Houten. In hoofdstuk 5 bevat de analyse van de knelpunten die voortkomen uit de eerdere twee hoofdstukken. Uit deze knelpunten komt een definitieve ‘knelpuntenlijst’ waar de gemeente Houten gedurende de looptijd van dit actieplan (5 jaar) haar vizier op richt.
8
Actieplan Geluid Houten 2008-2013
De mogelijke maatregelen om de knelpuntenlijst aan te pakken, staan omschreven in hoofdstuk 6. In de laatste drie hoofdstukken hoofdstuk 7 is een beschrijving van het inspraakproces weergeven (hoofdstuk 7), worden de ingebrachte zienswijzen belicht (hoofdstuk 8) en volgt onze reactie op deze zienswijzen (hoofdstuk 10).
9
Actieplan Geluid Houten 2008-2013
2.
Kaders Het Actieplan geluid heeft een aantal kaders. Namelijk een wettelijk kader (paragraaf 2.1), het gemeentelijk geluidbeleid (paragraaf 2.2) en de saneringsopgave van de gemeente Houten, die nog niet gereed is.
2.1
Omgevingslawaai Op Europees niveau is, als voornaamste doel op het gebied van geluidhinder en de bestrijding ervan, gesteld dat niemand mag worden blootgesteld aan geluidsniveaus die zijn of haar gezondheid en de kwaliteit van zijn/haar bestaan in gevaar brengen. Op 18 juli 2002 is, als onderdeel van een nieuw Europees raamwerk voor geluidsbeleid, de Richtlijn Omgevingslawaai gepubliceerd. Het doel van de richtlijn is, om op basis van prioriteiten, de schadelijke gevolgen (inclusief hinder) van blootstelling aan omgevingslawaai te vermijden, voorkomen of verminderen. Daarnaast moet de richtlijn een grondslag bieden voor het ontwikkelen van Europees bronbeleid. Het gaat daarbij om eventuele aanscherping van de maximale geluidsniveaus (bronvermogens) van de belangrijkste bronnen. Hieronder vallen onder andere weg- en spoorwegvoertuigen en infrastructuur, vliegtuigen, materieel voor gebruik buitenshuis en in de industrie en verplaatsbare machines. De Europese richtlijn is in 2004 vertaald in Nederlandse wetgeving: de aanpassing van de Wet geluidhinder en de vaststelling van het Besluit omgevingslawaai en de Regeling omgevingslawaai. In het kader van het Besluit omgevingslawaai moest Houten voor eind juni 2007 de tabellen met (ernstig) gehinderden en slaapgestoorden aanleveren aan VROM. Uiterlijk mei 2008 moet het Actieplan Geluid bestuurlijk zijn vastgesteld. In dit Actieplan legt de gemeente beleidskeuzes vast en beschrijft maatregelen om de geluidsbelasting te beheersen en waar nodig te verminderen. Inmiddels heeft de gemeente Houten de geluidssituatie in 2006 inzichtelijk gemaakt en de geluidkaarten vastgesteld.
2.2
Houtens geluidbeleid
2.2.1
Algemeen Houten is op diverse manieren actief bezig met het voorkomen en verhelpen van geluidhinder. Zo maakt de gemeente ten aanzien van industrielawaai afspraken bij vestiging van bedrijven, is er een actueel evenementenbeleid en is ten aanzien van bouwlawaai een protocol opgesteld om de grootschalige projecten (onder andere in centrum Het Rond) zo min mogelijk belastend te laten zijn voor omwonenden.
10
Actieplan Geluid Houten 2008-2013
Ten aanzien van weg- en railverkeerslawaai heeft de gemeente ook beleid opgesteld (Nota geluidbeleid). Met dit beleid wil de gemeente vooral helderheid verschaffen omtrent de ambities en spelregels binnen de gehele gemeente, om zo te zorgen voor een goede afstemming van geluidsgerelateerde acties gemeentebreed. Daarbij is een gebiedsgerichte aanpak gevolgd. De doelstelling van het geluidsbeleid in Houten is het behouden van de goede kwaliteit van de leefomgeving en het benutten van kansen om, daar waar het noodzakelijk is, de kwaliteit van de leefomgeving te verbeteren. Een belangrijke subdoelstelling is het realiseren van een passende geluidskwaliteit in elk gebied. 2.2.2
Beleidsuitspraken Om de doelstelling te bereiken, doet de gemeente Houten de volgende beleidsuitspraken ten aanzien van geluid: Houten stelt beleid op voor wegverkeer en railverkeer; de gemeente geeft geluid vroegtijdig een plaats in planprocessen; de gemeente wil stille gebieden in het buitengebied stil houden; bij het nemen van maatregelen ter beperking van geluidhinder, hanteert de gemeente de voorkeursvolgorde: 1. maatregelen bij de bron; 2. maatregelen in de overdracht; 3. maatregelen bij de ontvanger; bij het oplossen en voorkomen van knelpunten, houdt Houten rekening met cumulatie van geluid; de gemeente Houten wil zowel akoestische als niet-akoestische compensatie toepassen indien de situatie hier om vraagt; Houten neemt 30 km/uur-wegen niet mee in beoordeling van bestaande knelpunten; voor
het
oplossen
van
knelpuntsituaties
zal
de
gemeente
–
indien
mogelijk
–
verkeersremmende maatregelen en/of stillere wegdekken toepassen. De afweging zal met name gemaakt worden op het moment van fysiek wijziging en bij groot onderhoud; de gemeente kiest ervoor om het geluidbeleid gebiedsgericht vorm te geven. De gebiedstyperingen gelden alleen voor nieuwe woningen waarvoor hogere grenswaarden worden verleend.
2.3
Saneringsopgave Woningen met een te hoge geluidsbelasting vanwege het wegverkeer (op 1 maart 1986) of railverkeer (op 1 juli 1987) komen op grond van de Wet geluidhinder in aanmerking voor een geluidsanering. De geluidsanering kan met de navolgende maatregelen en volgorde van voorkeur worden uitgevoerd: 1.
aan de geluidsbron, bijvoorbeeld geluidsarm wegdek, raildempers, snelheidsbeperking, e.d.;
2.
in de overdracht, bijvoorbeeld geluidsschermen of wallen langs de weg of spoorbaan;
3.
bij de ontvanger, gevelisolatie van de woning.
11
Actieplan Geluid Houten 2008-2013
In stedelijke gebieden komt de geluidsanering langs drukke wegen of sporen meestal neer op gevelisolatie van woningen, omdat de voorkeursmaatregelen aan de bron of in de overdracht niet mogelijk zijn dan wel op overwegende bezwaren, van onder meer stedenbouwkundige, landschappelijke, verkeerskundige en financiële aard, stuiten. Gevelisolatie houdt in dat geluidwerende voorzieningen, zoals akoestisch isolerend glas, suskasten voor de ventilatie, ramen met dubbele kierdichting, indien de geluidsbelasting binnen de woning hoger is dan de grenswaarde, aan de gevel wordt aangebracht.
12
Actieplan Geluid Houten 2008-2013
3.
Geluidsbelastingskaarten De geluidsbelastingkaarten vormen de basis van het Actieplan geluid. In dit hoofdstuk wordt in het kort weergegeven wat de betekenis van deze kaarten is en hoe de resultaten gebruikt worden voor het Actieplan.
3.1
Algemeen Om schadelijke gevolgen van omgevingslawaai inzichtelijk te maken, zijn in het kader van de Europese richtlijn Omgevingslawaai geluidsbelastingskaarten voor het jaar 2006 opgesteld. Aan de hand van deze kaarten is geïnventariseerd hoeveel inwoners worden blootgesteld aan omgevingslawaai. Er zijn geluidskaarten opgesteld voor wegverkeer, railverkeer en scheepvaart (Lden en Lnight). Voor industrielawaai heeft de gemeente Houten geen geluidskaarten opgesteld. De richtlijn omschrijft namelijk dat alleen situaties in kaart gebracht hoeven worden waarvoor geldt dat: a)
gezoneerde industrieterreinen met in de zone woningen waarvoor een ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting geldt van 55 dB(A) of meer;
b)
concentratiegebieden die bij gemeentelijke verordening zijn aangewezen en waarbinnen zich inrichtingen bevinden die een geluidsniveau van 55 dB(A) of meer mogen produceren op de nabijgelegen woningen;
c)
losse inrichtingen die volgens hun vergunning 55 dB(A) of meer mogen produceren op nabijgelegen woningen; met losse inrichtingen wordt hier bedoeld inrichtingen die niet op een gezoneerd industrieterrein liggen.
Deze situaties komen in Houten niet voor. De geluidsniveaus veroorzaakt door de scheepvaart op het Amsterdam-Rijnkanaal zijn zo laag, dat de gemeente heeft besloten in het kader van het Actieplan Geluid hier verder geen acties op te nemen. De huidige geluidskaarten houden alleen rekening met equivalente geluidniveaus van weg- en railverkeer. Een aantal andere belangrijke aandachtspunten wordt nu echter niet inzichtelijk op de kaart. Dat houdt onder andere in dat de woningen die in het kader van de geluidssanering geïsoleerd zijn, niet als zodanig herkenbaar zijn op de kaart. Deze bewoners tellen daarom ook mee bij de bepaling van het aantal (ernstig) gehinderden en slaapgestoorden. Hierdoor kan er feitelijk sprake zijn van een soort dubbeltelling. De kaarten zijn opgesteld voor de situatie in 2006; de resultaten van deze kaarten zijn berekend en weergegeven zonder de correctie van maximaal 5 dB zoals vermeld in Artikel 110g Wgh.
13
Actieplan Geluid Houten 2008-2013
3.2
Wegverkeerslawaai In Figuur 1 is de situatie weergegeven van wegverkeerslawaai in Houten (contouren). De A27 en de Rondweg met haar inprikkers tekenen zich duidelijk af. Maar in een groot gebied binnen de Rondweg komt de geluidsbelasting ten gevolge van wegverkeer niet boven de 50 dB uit.
Figuur 1: Contouren wegverkeerslawaai
In bijlagen 5 en 6 zijn voor wegverkeerslawaai de geluidskaarten voor de daggemiddelde waarden (Lden) en de nachtgemiddelde waarden (Lnight) weergegeven. In figuur 1 zijn de Schalkwijkseweg, de Provinciale weg en de Lekdijk duidelijk te zien. Maar niet elke donker gekleurde contour is meteen een slechte geluidssituatie. Daarom zijn op basis van deze contouren tellingen uitgevoerd van geluidsgevoelige bestemmingen (waarvan het grootste deel woningen betreft), naar de verschillende contourklassen. Met andere woorden: hoeveel mensen worden er blootgesteld aan geluidhinder? 14
Actieplan Geluid Houten 2008-2013
Dit is bepaald aan de hand van berekeningen en de dosis-effectrelaties zoals deze zijn opgenomen in de bijlage van de Regeling Omgevingslawaai. Deze relaties komen voort uit wetenschappelijk onderzoek. Gewoonlijk wordt het aangeduid als %HA (‘highly annoyed’). Mensen die op de schaal van 0-100 (‘geheel niet gehinderd’ en ‘uitermate gehinderd’) 72 of hoger scoren, worden bijvoorbeeld als ernstig gehinderd beschouwd. Bij de dosiseffect relatie is uitgegaan van een gemiddelde hinder per geluidsklasse. Hoe hoger de geluidsklasse, hoe meer hinder er procentueel wordt ondervonden door mensen. In bijlage 2 staan de dosis-effect-relaties vermeld voor wegverkeer en railverkeer, zoals deze zijn opgenomen in de bijlage van de Regeling Omgevingslawaai. In onderstaande tabel staan de klassen weergegeven waarin sprake is van ‘berekende hinder of verstoring’ door wegverkeer. Het totaal aantal woningen en inwoners in Houten (in de gegevens die zijn gehanteerd voor de berekeningen) bedraagt respectievelijk 17.453 en 40.142. De "feiten en cijfers Houten 2006" geven 17.185/45.573 als aantal woningen/aantal inwoners. Tabel 1 Het aantal berekende woningen en inwoners per geluidsklasse ten gevolge van wegverkeer wegverkeer
woningen
inwoners
wegverkeer Lnight (dB)
woningen
inwoners
55-59
1948
4500
50-54
631
1500
60-64
836
1900
55-59
57
100
65-69
185
400
60-64
4
0
0
65-69
0
0
0
70>
0
0
Lden
(dB)
70-74
0
75> 0 Afgerond op honderdtallen
Uit deze tabellen kan vervolgens berekend worden hoeveel mensen er hinder of ernstige hinder ondervinden van of slaapgestoord worden door wegverkeer, door gebruik van de in de Regeling Omgevingslawaai opgenomen dosis-effect relaties. Uit deze berekende relatie blijkt dat 4% van de totale Houtense bevolking gehinderd wordt door wegverkeer. Ten gevolge van geluid in de nacht wordt 0.3% van de inwoners gestoord in de slaap. Voor oude steden met woningen die niet goed zijn geïsoleerd zal op basis van de dosis-effectrelatie een lichte onderschatting gemaakt worden. De woningen in Houten zijn voor een groot gedeelte nieuw en goed geïsoleerd of is er bij bestaande bouw soms sprake van een extra gevel (vliesgevels, zoals bij de poortgebouwen bij de inprikkers). Het ligt dan ook in de lijn der verwachting dat het werkelijk aantal gehinderden lager is dan de op basis van de hierboven gehanteerde kengetallen. In paragraaf 5.3.2 wordt hier verder op ingegaan.
15
Actieplan Geluid Houten 2008-2013
3.3
Railverkeerslawaai In Figuur 2 is de situatie ten gevolge van het railverkeerslawaai inzichtelijk gemaakt. Houten wordt doorsneden door de spoorbaan Utrecht – Den Bosch. Duidelijk zijn de twee stalen spoorbruggen te zien op deze kaart (uitlopende contour). In oude deel van Houten (noord) ligt de bebouwing dicht bij het baanvak. Deze woningen zijn voor een groot deel al gesaneerd (zie ook paragraaf 2.3) en vormen een scherm voor de achterliggende woningen. De contouren in het nieuwe gedeelte van Houten (Vinex) zijn veel breder, omdat hier op veel plaatsen nog geen sprake is van afschermende werking van gebouwen.
Figuur 2: Contouren railverkeerslawaai
16
Actieplan Geluid Houten 2008-2013
Ook voor railverkeerslawaai kan op een vergelijkbare manier als die voor wegverkeerslawaai berekend worden hoeveel mensen er in Houten gehinderd worden. In Tabel 2 staan de klassen weergegeven waarin sprake is van ‘berekende hinder of verstoring’ ten gevolge van railverkeer. Tabel 2 Het aantal berekende woningen en inwoners per geluidsklasse ten gevolge van railverkeer railverkeer Lden (dB)
woningen
inwoners
railverkeer Lnight (dB)
woningen
inwoners
55-59
1431
3300
50-54
1020
2300
60-64
976
2200
55-59
493
1100
65-69
307
700
60-64
241
600
70-74
216
500
65-69
9
0
75>
6
0
70> 2 Afgerond op honderdtallen
0
Ook op basis van deze tabellen kan vervolgens berekend worden hoeveel mensen er hinder of ernstige hinder ondervinden van of slaapgestoord worden door railverkeer, door gebruik van de in de Regeling Omgevingslawaai opgenomen dosis-effect relaties. Uit deze berekende relatie blijkt dat ongeveer 3% van de totale Houtense bevolking gehinderd wordt door railverkeerslawaai. Ten gevolge van geluid in de nacht wordt 0.4% van de inwoners gestoord in de slaap.
3.4
Vergelijking met andere gemeenten Om een indicatie te geven over de situatie van Houten ten opzichte van andere gemeenten die deel uitmaken van de Utrechtse agglomeratie en in het kader
van
de
EU
Richtlijn
Omgevingslawaai
geluidskaarten op hebben moeten stellen, is in
gemeente
% inwoners gehinderd door wegverkeerslawaai
Utrecht
15,0%
Nieuwegein
10,4%
IJsselstein
7,2%
onderstaande tabel een vergelijking weergegeven op
Maarssen
2,2%
basis van het totaal aantal gehinderden ten gevolge
Houten
4,2%
van wegverkeer (niet gedifferentieerd naar de geluidklassen) ten opzichte van het totaal aantal bewoners in de betreffende gemeente. Hieruit blijkt dat de geluidssituatie in Houten ten opzichte van andere gemeenten goed is. Dit komt mede door de opzet van Houten: Rondweg en geen doorgaande wegen door de woonwijken. Tevens liggen de dichtbevolkte delen van Houten relatief ver van een snelweg af (A27 en A12). Alleen de geluidssituatie in Maarssen is beter.
17
Actieplan Geluid Houten 2008-2013
4.
Hinderbeleving in Houten In het vorige hoofdstuk is op basis van berekeningen, conform de Richtlijn Omgevingslawaai, een weergave gegeven van de geluidssituatie in Houten. Op basis van de berekende contouren en dosiseffect relaties is bepaald hoeveel inwoners van Houten gehinderd worden door geluid. De kaarten laten echter niet alles zien. Niet elk hoog belaste woningen is een knelpunt (goede gevelisolatie) en niet alle geluidhinder is te zien op een kaart: alleen weg- en railverkeer zijn weergegeven als bronnen van geluidhinder. Daarom is het ook goed om na te gaan wat de bewoners van Houten ervaren. Ondervinden Houtenaren last van geluid? In dit hoofdstuk wordt een weergave gegeven van een tweetal onderzoeken, waarin geluid een rol speelt: het burgerpanel en de leefbaarheidsenquete.
4.1
Burgerpanel Houten De
gemeente
Houten
peilt
door
middel
van
burgerenquêtes de mening van haar inwoners. In april 2007 is de eerste enquête gehouden over milieugerelateerde onderwerpen als duurzaam bouwen, energiebesparing, stimulering van het fietsgebruik, afvalverwerking en dergelijke. In deze enquête zijn eveneens vragen gesteld over geluidhinder. Uit de reacties valt op te maken dat iets meer dan de helft van het panel soms (46%) of vaak (16%) geluidsoverlast ervaart. Ruim eenderde (38%) van de respondenten geeft aan hiervan zelden of nooit last te hebben.
Zelden of nooit Soms 46%
38%
Aan de panelleden is gevraagd wat de belangrijkste oorzaken van de geluidoverlast is. Daaruit bleek dat 25% van de panelleden muziek/uitgaan als bron van
Vaak 16%
overlast ervaart, verkeer algemeen (24%), jongeren algemeen (23%), scooters/brommers (22%), buren (22%), treinen (11%) en de A27 (7%). Mensen in het buitengebied en de kleine kernen geven relatief vaak aan geluidsoverlast te hebben van verkeer (40%), terwijl juist weinig burgers in Noord –en Zuidoost (17%-19%) dit vinden. De inwoners van Zuidoost en Zuidwest Houten noemen de treinen vaker als bron (21% en 28%) dan degenen in de andere gebieden (1%-9%).
18
Actieplan Geluid Houten 2008-2013
4.2
Leefbaarheidsonderzoek Houten 2006 In het najaar van 2006 heeft de vierde meting plaatsgevonden van het onderzoek naar leefbaarheid en veiligheid in Houten. Primair doel van het onderzoek is het in kaart brengen van actuele problemen op het gebied van leefbaarheid en veiligheid op gemeente-, wijk- en buurtniveau, waaronder geluidsoverlast. Van de ondervraagden gaf bijvoorbeeld 23% aan vaak last te hebben van scooters en brommers (en 39% soms).
Tevens is gevraagd waar de aandacht van de gemeente naar uit zou moeten gaan om de problemen aan te pakken binnen de gemeente. Te hard rijden en de overlast van brommers en scooters hebben hierop hoog gescoord.
4.3
Conclusie Uit de diverse onderzoeken kan worden geconcludeerd dat mensen ook in de gemeente Houten hinder ondervinden van geluid. Naast de bronnen van hinder die op de geluidskaarten (weg en rail) zijn weergegeven worden ook brommers en scooters als een bron van hinder aangegeven. Dat het geluid vanwege weg- en railverkeer geen dominante rol speelt in de hinderbeleving volgt uit de eerder weergegeven analyse van de geluidssituatie. Ten opzichte van andere gemeenten die in het kader van de EU Richtlijn Omgevingslawaai geluidskaarten hebben vastgesteld, trekt de gemeente de conclusie dat zeker voor wat betreft wegverkeerslawaai de geluidssituatie in Houten goed is. Dit komt mede door de opzet van Houten: Rondweg en geen doorgaande wegen door de woonwijken. Tevens liggen de dichtbevolkte delen van Houten relatief ver van een snelweg af (A27 en A12). De (geluids-) overlast van brommers en scooters valt formeel buiten het kader van de EU-richtlijn. Deze geluidsbronnen zijn ook niet meegenomen bij het opstellen van de geluidbelastingskaarten. Uit het leefbaarheidsonderzoek blijkt dat de aanpak van de overlast van brommers en scooters een hoge prioriteit heeft bij de inwoners van Houten. Daarom richten wij ons in het actieplan ook op de aanpak van deze geluidsbronnen.
19
Actieplan Geluid Houten 2008-2013
5.
Analyse knelpunten en oplossingsrichtingen In de vorige twee hoofdstukken zijn respectievelijk de berekende geluidssituatie en de beleving van de geluidssituatie in beeld gebracht. In dit hoofdstuk wordt de vraag gesteld waar er sprake is van geluidsknelpunten in Houten en wat de gemeente hier in grote lijnen aan zou willen doen.
5.1
Uitgangspunten Hoge geluidsniveaus zijn vrijwel nooit aangenaam en zelfs slecht voor de gezondheid. De Wet geluidhinder en de Wet milieubeheer beschermen de bevolking tegen te grote belastingen. Maar zorgt de geluidbelasting in het centrum voor net zoveel overlast als eenzelfde geluidbelasting in een rustige woonwijk? De ervaring leert dat niet het geval is. Om een goede leefomgeving te creëren, wordt de huidige en toekomstige situatie niet alleen getoetst aan het wettelijk kader, maar ook aan het ambitieniveau dat de gemeente per deelgebied heeft bepaald (zie Nota Geluidbeleid gemeente Houten). Zo kunnen prioriteiten gesteld worden aan knelpunten en/of maatregelen. De kaarten geven een beeld van de situatie in 2006 en in dit Actieplan Geluid legt de gemeente beleidskeuzes vast en beschrijft maatregelen om de geluidsbelasting te beheersen en zonodig te verminderen. Dit hoofdstuk geeft een weergave van deze keuzes: wat zijn nu eigenlijk de knelpunten binnen de gemeente Houten? Deze knelpunten zijn bepaald aan de hand van drie uitgangspunten, namelijk: 1. wat moet (wettelijk)
-> saneringsvoorraad aanpakken (hoofdstuk 5.2);
2. wat moet (keuze gemeente)
-> aanpak situaties boven plandrempel (par. 5.3);
3. wat we willen
-> aanpak situaties uit overige knelpunten (par. 5.4).
5.2
Resterende voorraad saneringswoningen
5.2.1
Saneringswoningen spoorweglawaai (Raillijst) Het ministerie van VROM hanteert het jaar 1987 als peildatum om te bepalen of een hoogbelaste woning wel of niet gesaneerd moet worden. Uit inventarisatie is gebleken dat er in de gemeente Houten bijna 400 saneringswoningen aanwezig zijn (329 in Houten en 69 in Schalkwijk). Door toepassingen
van
bron-
en
overdrachtsmaatregelen
die
tegelijkertijd
met
de
spoorverdubbeling worden getroffen, worden van deze 398 woningen, 280 woningen ‘gesaneerd’. De overige woningen komen in aanmerkingen voor het treffen van aanvullende gevelmaatregelen. Deze saneringsplannen hebben als doel de barrièrewerking te verminderen, de bereikbaarheid voor het openbaar vervoer te verbeteren en de geluidsproblematiek afdoende aan te pakken. Hiervoor worden verschillende maatregelen genomen variërend van het aanbrengen van raildempers tot geluidsschermen (waaronder geïntegreerde geluidsschermen bij het station) en het aanbrengen van voorzieningen aan woningen. De maatregelen worden gelijktijdig met de spoorverdubbeling uitgevoerd (gekoppelde sanering) en zullen volgens planning eind 2011 gereed zijn. Vanaf dat moment is het teveel aan geluidsbelasting (boven 65 dB(A)) weggenomen voor de woningen in de kern van Houten.
20
Actieplan Geluid Houten 2008-2013
5.2.2
Saneringswoningen wegverkeerslawaai Het ministerie van VROM hanteert als peildatum 1 maart 1986 voor de beoordeling van wettelijke saneringssituaties vanwege wegverkeerslawaai. De gemeente Houten ontvangt voor de geluidssanering van het ministerie van VROM een budget, dat in het Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing (ISV) is opgenomen. Momenteel bestaat geen uitputtend overzicht van deze wettelijke saneringswoningen binnen de gemeente. Houten heeft, evenals alle andere gemeenten, tot 31 december 2008 de tijd om de inventarisatie van resterende saneringswoningen (voor zover de huidige geluidbelasting daar nog aanleiding voor geeft) af te ronden; dit ten behoeve van de zogenaamde eindmelding aan het ministerie van VROM. Woningen die na de peildatum van 1 maart 1986 een te hoge belasting hebben gekregen worden niet op kosten van VROM gesaneerd. Ook komen woningen langs wegen met een maximum verkeerssnelheid van 30 km/uur niet meer in aanmerking voor geluidsanering.
5.3
Kaarten en plandrempels
5.3.1
Plandrempels De aantallen (ernstig) gehinderden en slaapgestoorden, die volgen uit de analyse van de kaarten, zijn gemeld aan VROM. Dit houdt niet in dat de gemelde geluidsgevoelige bestemmingen ook allemaal aangepakt moeten worden. Volgens de EU-richtlijn moet het actieplan gaan over prioritaire problemen, waarbij een relevante grenswaarde (plandrempel) wordt overschreden. De Wet geluidhinder legt de verantwoordelijkheid voor het bepalen van de plandrempel bij de betreffende gemeente. Zo kan Houten dus zelf bepalen bij welke geluidsbelasting ze overweegt om maatregelen te treffen. De plandrempels kunnen worden opgesteld, variërend in de geluidssoort (industrie, wegverkeer, railverkeer en scheepvaart) en de dosismaat (Lden en Lnight). De gemeente kiest er voor om alleen een plandrempel op te stellen voor wegverkeer, 65 dB (Lden) en 55 dB (Lnight). Deze waarden – exclusief de correctie van artikel 110g Wgh – ligt voor binnenstedelijk situatie op of net onder de maximaal toelaatbare geluidsbelasting bij nieuwbouw van woningen. Bij de keuze van de plandrempel is rekening gehouden met de plandrempelkeuze van omliggende gemeenten, Rijkswaterstaat en Prorail. ProRail heeft een plandrempel van 70 dB gekozen. Het is niet realistisch dat wij voor deze geluidsbron een lagere plandrempel vaststellen. De omliggende gemeenten en Rijkswaterstaat hebben een aan Houten gelijkwaardige plandrempel gekozen. Voor de andere bronnen zijn geen plandrempels opgesteld. Voor industrie en scheepvaart niet omdat deze bronnen binnen de gemeente geen hoge geluidsniveaus veroorzaken. En voor railverkeer kiest Houten er ook voor om in aanvulling op de wettelijke aanpak van saneringswoningen, geen aanvullende plandrempel vast te stellen. De woningen die nu vallen binnen de hoogste klassen van railverkeerslawaai worden gesaneerd in het kader van de spoorverdubbeling Utrecht-Den Bosch.
21
Actieplan Geluid Houten 2008-2013
5.3.2
Situaties boven de plandrempel Zoals aangegeven kiest de gemeente Houten ervoor in principe de woningen het aantal (ernstig) gehinderden in de klassen van 65 dB (Lden) en hoger aan te pakken. In Houten doet zich een aantal situaties voor waar de plandrempel van 65 dB wordt overschreden, namelijk langs de Rondweg, Utrechtseweg, sommige inprikkers, Spoorhaag/Het Rond, de Schalkwijkseweg/ Provinciale weg en de Beusichemseweg. De tellingen op basis van de plandrempel blijken echter overschat. Het verwachte aantal adressen dat bloot staat aan een geluidsbelasting van 65 dB of hoger, ligt een stuk lager dan de 185 adressen die genoemd zijn in de tabellen van hoofdstuk 3.3. Dit heeft een aantal oorzaken: de tellingen zijn op basis van de situatie in 2006 uitgevoerd. Vorig jaar is in Het Rond een verkeersknip aangebracht; er gaat dus geen (doorgaand) verkeer meer langs deze adressen. Hierdoor vallen ruim 100 adressen af. Tevens is de gemeente Houten van mening dat geluidniveaus in het centrumgebied hoger mogen zijn dan voor de woongebieden (zie Nota geluidbeleid); de berekeningen zijn op de buitenste gevels van geluidgevoelige bestemmingen uitgevoerd. Ter hoogte van de poortwoningen zijn in een aantal gevallen vliesgevels toegepast. Daarmee zijn deze woningen al beschermd tegen hogere geluidbelastingen; op de overige locaties (ongeveer twintig adressen) liggen verspreid over heel Houten en geven alleen op kleine schaal problemen ten aanzien van geluid. Op basis van doelmatigheid (maatregelen versus opbrengst in dB per woning) kan de gemeente Houten hier geen concrete maatregelen voor uitvoeren. De gemeente Houten heeft besloten de bovengenoemde plandrempelsituaties op basis van het vorenstaande niet aan te pakken. In tegenstelling tot veel gemeenten in Nederland, heeft de gemeente Houten bij het ontwerp van de stad end e woonwijken gezorgd voor een goede geluidssituatie. Door het ontwerp van Houten (Rondweg, inprikkers en geen doorgaande routes voor auto’s) is er van overlast door geluid en lucht-verontreiniging op (gepaste) afstand binnen de rondweg geen sprake. Een paar uitzonderingen
daargelaten,
heeft
de
gemeente
een
vrij
rustig
woonklimaat
kunnen
bewerkstelligen. De verdere verbetering van de geluidskwaliteit in Houten is in belangrijke mate afhankelijk van de effecten van generiek (inter-) nationaal beleid. Op de lange termijn worden hiermee knelpunten opgelost waarvoor het treffen van lokale maatregelen niet doelmatig is.
22
Actieplan Geluid Houten 2008-2013
5.4
Overige punten van geluidhinder Naast de ‘prioritaire knelpunten’ die volgen uit de geluidskaarten is er ook een aantal aspecten van hinder genoemd door bewoners (hoofdstuk 4). Met name scoren de brommers en scooters hoog op de geluidhinderlijst van de bewoners. Verder is de gemeente zich er van bewust dat de geluidssituatie op een aantal plaatsen binnen de gemeente niet optimaal is. Zo leidt de winkelbevoorrading in het centrum nog wel eens tot plaatselijke overlast, ligt de geluidscontour van de spoorbrug vrij breed en ligt het industrieterrein De Schaft dichtbij een woonwijk. Maar de hinder die van voorgenoemde situatie wordt ondervonden is niet heel erg hoog. Ook zorgt de A27 voor een constant aanwezig achtergrondgeluid. De verwachting is dat – in het kader van de aanleg van een extra rijbaan – Rijkswaterstaat maatregelen zal treffen om de geluidssituatie te verbeteren (bijvoorbeeld door het aanleggen van stiller wegdektype, door snelheidsverlaging of door het plaatsen van afschermende voorzieningen). De aandacht van de gemeente zal hier gedurende dit actieplan niet naar uitgaan. De gemeente Houten is zich er van bewust dat ook geluidhinder ten gevolge van bouwlawaai bestaat. Maar voor deze hinder is al een beleidsstuk opgesteld – Protocol Bouwlawaai – waar keuzes in staan vastgelegd hoe hier mee om moet worden gegaan. Dit geldt ook voor bedrijventerrein De Schaft. Hiervoor is reeds de procedure gestart om de voormalig geldende bestemmingsplannen Buitengebied Noord en Globaal bestemmingsplan Houten te herzien.
23
Actieplan Geluid Houten 2008-2013
6.
Oplossingsrichtingen en maatregelen
6.1
Inleiding De mogelijkheid om maatregelen te kunnen nemen, is tweeledig. Dit heeft met name te maken met bevoegdheden (wel of geen bronbeheerder). Daar waar Houten vanuit een publieke functie (bevoegd gezag) of private functie (bijvoorbeeld als wegbeheerder) gezag uitoefent, kan het bestuur relatief eenvoudig ingrijpen. De gemeente heeft dan een dominante rol. Dit geldt voor bijvoorbeeld knelpunten langs de gemeentelijke verkeersinfrastructuur. Als wegbeheerder kan Houten immers direct invloed uitoefenen en met fysieke maatregelen knelpunten weg nemen door bijvoorbeeld: het afstemmen van de Verkeer Regel Installaties (VRI); wegdek verbeteren/aanpassen; aanhaken bij maatregelen uit een gemeentelijk vervoersplan, bijvoorbeeld de routering van zwaar verkeer; snelheidsbeperkingen; aanhaken bij verkeersregulatie op regionaal niveau. Voor sommige situaties is het gemeentebestuur echter geen ‘bronbeheerder’ en speelt zij daarom in ieder geval geen dominante rol. Voorbeelden hiervan zijn de knelpunten voor de provinciale wegen en de rijkswegen of grote ondernemingen die voor hinder kunnen zorgen. Bij bronnen die gemeentegrens overschrijdend zijn, is het ook van belang andere gemeenten binnen het Bestuur Regio Utrecht (BRU) mee te krijgen in je lobby voor een betere geluidskwaliteit. Voor de aanpak van: saneringsopgave railverkeer; verbetering van de geluidssituatie ten aanzien van brommers en scooters; verbetering van de algemene geluidssituatie (lobby en communicatie). Heeft de gemeente een lijst van gewenste acties en/of maatregelen opgesteld. Deze worden in het volgend hoofdstuk verder uitgewerkt. In dit hoofdstuk wordt per situatie een overzicht gegeven wat het probleem precies inhoudt, welk (wettelijk) kader van toepassing is op de situatie en welke maatregelen gewenst zijn. Dit resulteert in een lijst van activiteiten (planning en verwachte kosten) die bijdragen aan de doelstelling: het verminderen van het aantal gehinderden en/of het voorkomen van nieuwe gehinderden. Inschatting van realiseerbaarheid vindt niet alleen vanuit geluidstechnisch perspectief plaats, maar vanuit een integrale afweging. Ook belangen van derden worden meegewogen. Bij de beoordeling van de realiseerbaarheid worden ook de kosten betrokken van de uitvoerder als deze geen onderdeel uitmaakt van de gemeente.
24
Actieplan Geluid Houten 2008-2013
6.2
Aanpak saneringswoningen Raillijst Probleem Houten werd in 1966 vanwege de ligging aan de spoorlijn Utrecht-Den Bosch aangewezen als groeikern. Houten is sindsdien om deze spoorlijn heen gegroeid. Dat heeft enerzijds het voordeel dat alle inwoners op korte afstand wonen van een hoogwaardige openbaar vervoersverbinding en halte. Anderzijds is het een nadeel voor de geluidskwaliteit: de afstand tussen de bron (passages
van
intercity’s,
stoptreinen
en
goederentreinen) en ontvanger (woningen - dus mensen) is vrij klein. Inmiddels is gestart met de verbreding van het traject tussen Utrecht en de brug over het Amsterdam-Rijnkanaal ten zuiden van de kern van Houten. Het aantal sporen wordt verdubbeld van twee naar vier. De intensiteit van passages wordt groter en de bron komt dichter bij de huidige bebouwing te liggen.
Wettelijk kader Omdat sprake is van zowel een wijziging van een spoorweg als van saneringssituaties, is er sprake van een gekoppelde sanering voor het gedeelte van de kern van Houten. Dat houdt in dat er één procedure bij de minister van VROM is en er in één besluit (het saneringsprogramma) hogere waarden zijn vastgesteld en de benodigde project- en saneringsmaatregelen zijn vastgelegd. Voor het gedeelte ten zuiden van het Amsterdam-Rijnkanaal (Schalkwijk) geldt dat een aantal woningen eveneens aangemerkt is als saneringswoningen. Deze woningen vallen niet onder de gekoppelde sanering, waardoor er geen einddatum voor sanering bepaald is.
Maatregelen Door toepassingen van bron- en overdrachtsmaatregelen (respectievelijk raildempers en geluidschermen) die tegelijkertijd met de spoorverdubbeling worden getroffen, worden van de 398 woningen, 280 woningen ‘gesaneerd’. 49 woningen worden onderzocht op de noodzaak van aanvullende gevelsanering. Voor de 69 woningen in Schalkwijk op de saneringslijst wordt nog onderzocht door welke maatregelen de geluidsbelasting kan worden teruggebracht. Volgens planning zijn de maatregelen in Houten Centrum gelijk met de spoorverdubbeling, eind 2011, gereed. Vanaf dat moment is het teveel aan geluidsbelasting (boven 65 dB(A)) voor die woningen weggenomen. Voor de woningen in Schalkwijk is op verzoek van de gemeente door het Ministerie van VROM prioriteit toegekend. In 2008 wordt gestart met onderzoek naar mogelijkheden van het plaatsen van schermen, waardoor de meeste geluidsbelaste woningen ‘gesaneerd’ worden.
25
Actieplan Geluid Houten 2008-2013
maatregel actie
-
saneringswoningen: opstellen plan van aanpak gevelmaatregelen Schalkwijk onderzoek naar de (financiële en technische) haalbaarheid van het plaatsen van geluidsschermen langs 3 tracé’s. (2 aan de westzijde van het spoor en 1 aan de oostzijde)
verantwoordelijk
-
afdeling Milieu
planning
-
opstellen plan van aanpak 2008
-
uitvoer sanering tot uiterlijk 2011
-
nog niet bekend; kosten worden voor groot deel gedragen door Ministerie van VROM
kosten effect
Sanering geluidssituatie
succesfactor
6.3
-
tijdige start saneringsmaatregelen
-
synergievoordelen met andere geluidsaneringsprojecten van bijvoorbeeld ProRail.
Brommers Probleem In
een
enquête
over
milieugerelateerde
onderwerpen (2006), gaven bewoners van Houten aan dat met name hinder ondervonden werd door brommers. Overlast van brommers en scooter is een breed bekend probleem. De geluidsoverlast wordt meestal veroorzaakt door
kleine
groepen
jongeren
die
met
(opgevoerde) scooters door woonwijken rijden. Ook ondervinden bewoners hinder van de plaatselijke bezorgdiensten (van onder andere fastfood leveranciers). Alleen voor deze doelgroep heeft de gemeente mogelijkheden om, eventueel gekoppeld aan de exploitatievergunning horeca, maatregelen af te spreken. maatregel actie
brommers, onderzoek naar uitvoering pilot stille brommers -
opstellen huishoudelijk reglement voor rijroutes vervoermiddel
-
overeenkomsten afsluiten met bezorgdiensten door middel van een stimuleringsregeling
verantwoordelijk
Milieu, Openbare werken, RBL, BCJ
planning
-
kosten
-
Effect
-
Succesfactor
2009/2010 als we overgaan tot uitvoeren pilot: Stimuleringsregeling € 10.000 in 2009/2010 uit budget milieu minder overlast stimuleren van gewenst gedrag Toepasbaarheid elektrische scooters voor de doelgroep, beschikbaar budget en een goede overeenkomst
Opmerking De gemeente heeft al eerder de ontwikkelingen gevolgd van de elektrische scooters; deze produceren namelijk veel minder geluidoverlast dan de normale scooters. Bovendien zijn elektrische scooters een schoon alternatief voor de scooters en brommers met benzine als brandstof. De wens van de gemeente is enigszins afgeremd door de technologische ontwikkelingen. De capaciteit van deze scooters was in het verleden te beperkt en voor een (kleine) ondernemer financieel niet haalbaar. De technische ontwikkelingen gaan echter snel.
26
Actieplan Geluid Houten 2008-2013
Moderne elektrische scooters hebben een bereik van 50-70 km en een elektrische scooter komt voor 20% van het investeringsbedrag in aanmerking voor milieu-investeringsaftrek. Een alternatief is de scooter met een viertaktmotor. In principe produceren deze scooters een vergelijkbaar aantal decibels, maar het maximum koppel wordt bij een lager toerental geleverd. Deze scooters zijn daarnaast ook schoner en zuiniger. De hinder die burgers in Houten ondervinden van scooters en brommers is niet alleen geluidsoverlast. Ook het (onveilige) rijgedrag draagt in belangrijke mate bij aan het hindergevoel. In ons integraal veiligheidsplan is aan dit onderwerp aandacht besteedt. Het is de taak van de politie om handhavend op te treden wanneer de situatie daarom vraagt. Het Regio scooterteam controleert regelmatig de passerende brommers en scooters in Houten en dit heeft een positief effect. Dit bestaande beleid wordt in de looptijd van het actieplan voortgezet.
6.4
Overige maatregelen Naast de specifieke knelpunten die in de voorgaande paragrafen staan omschreven, zijn er ook algemene maatregelen te noemen, die bijdragen aan een betere geluidkwaliteit binnen de gemeente. Er hoeft geen sprake te zijn van een direct aan te wijzen knelpunt. Maar door deze maatregelen uit te voeren, wordt er wel milieuruimte gecreëerd voor de toekomst. De gemeente Houten wil zich binnen dit Actieplan Geluid richten op een aantal zaken, namelijk: bij onderhoud van wegen of aanpassingen altijd in overweging nemen of stiller wegdek mogelijk is; communicatie als middel tegen geluidhinder. Wegdekken maatregel
rondweg/inprikker/koppeling: toepassen stiller wegdek
actie
-
bij onderhoud of aanpassingen, onderzoeken of stiller wegdek op deze locatie mogelijk is
verantwoordelijk
-
openbare werken/Projectontwikkeling/Milieu
planning
-
gedurende de looptijd van het actieplan, bij onderhoud of aanpassingen
kosten
-
kosten onderzoek stiller wegdek en eventuele meerkosten aanleg en onderhoud
effect
-
afname aantal geluidgehinderden (reductie tot 4 dB haalbaar)
succesfactor
-
beschikbare middelen
Opmerkingen In 2005 is de Rondweg op verschillende locaties met een uitvoegstrook uitgebreid. De oude wegverharding was een zogenaamde dichtasfaltbeton (DAB). Om de geluidstoename vanwege de wijziging ongedaan te maken was het noodzakelijk om een stiller wegdek te creëren door een ander asfaltmengsel toe te passen (steenmastiekasfalt, SMA). Berekeningen tonen aan dat de geluidsituatie na de aanpassingen gelijk was aan de geluidssituatie voorafgaand aan de reconstructie of zelfs verbeterd werd. Een deel van de Rondweg was overigens al voorzien van SMA.
27
Actieplan Geluid Houten 2008-2013
Geluidstechnisch is het toepassen van stil asfalt vooral bij hogere snelheden effectief omdat bij snelheden van 50 km/uur en hoger (voor personenauto’s) het contactgeluid van de band op de weg overheersend is. Bij lagere snelheden overheerst het aandrijfgeluid (motor) van de auto. Dit geeft tevens de beperktheid aan van het gebied waarop wij invloed hebben. De inprikkers hebben een andere identiteit dan die van de rondweg en de Koppeling. Het wegdektype moet de identiteit van de omgeving vorm geven. Bij de inprikkers gaat het om een woongebied. Daar horen meestal klinkers bij. Ook voor klinkers is er een akoestisch beter alternatief in de vorm van stille betonstraatstenen en asfalt met een klinkerprint. Communicatietrajecten De gemeente heeft de afgelopen jaren al een aantal communicatietrajecten in gang gezet om de leefomgeving te verbeteren. Geluid is hierbij een belangrijk onderdeel. Onafhankelijk van dit actieplan zal de gemeente een aantal trajecten weer oppakken, zoals ‘Met belgerinkel naar de winkel’ en het bevorderen van het OV-gebruik. De gemeente gaat ook een aantal nieuwe dingen opzetten. De gemeente wil namelijk dat de burgers kennis maken met nieuwe ontwikkelingen, zoals stillere autobanden, stillere auto’s en stille scooters. Tevens worden in regionaal verband bij de concessieverlening milieurandvoorwaarden opgenomen om stillere en schonere bussen te laten rijden.
Opmerking De structuur van Houten is er op gericht dat het langzame verkeer rechtstreekse verbindingen moet hebben van A naar B. De auto moet omrijden (Rondweg). Deze structuur is gedeeltelijk toegepast in Houten-Zuid. Daar is ook sprake van gemengde routes voor fietsers en auto’s, waarbij de auto ‘te gast’ is en zijn snelheid moet aanpassen. In het voorjaar van 2007 is samen met Nieuwegein, IJsselstein, Breukelen, Maarssen en Loenen een regionaal project gestart: ‘Met belgerinkel naar de winkel’. Dit is opgesteld om het fietsgebruik te stimuleren voor de ritten korter dan 7 km. Het primaire doel van deze publiekscampagne is om de mensen met de fiets in plaats van de auto boodschappen te gaan doen. De achterliggende gedachte is dat deze mensen ook vaker de fiets pakken om naar school, sportzaal en de stad te gaan. maatregel actie
promoten van stillere banden en auto’s -
actief informeren van de mogelijkheden aan inwoners bij vestiging van nieuwe grote bedrijven afspraken maken over samenstelling van het wagenpark
-
aanschrijven van bandenverkopers om de optie van stille banden mee te nemen
Verantwoordelijk
-
afdeling Milieu
planning
-
looptijd Actieplan
kosten
-
budget afdeling Milieu
effect
-
gedragsverandering, beïnvloeden aankoopgedrag
succesfactor
28
Actieplan Geluid Houten 2008-2013
Opmerking Per 1 februari 2008 krijgen zuinige auto's een belastingvoordeel. Vanaf die datum krijgen zuinige auto's een korting op de Belasting van Personenauto's en Motorrijwielen (BPM) en moet er voor niet-zuinige auto's meer belasting worden betaald. Hoe zuiniger de auto, hoe meer korting. De aanschafbelasting op een nieuwe personenauto wordt afhankelijk van het energielabel. Voor zuinige auto's wordt een korting gegeven en voor niet-zuinige auto's moet meer belasting worden betaald Voor een zuinige auto met hybride aandrijving (waar de geluidsemissie bij lage snelheden heel erg laag is) is de korting extra hoog. Stillere banden zijn nog niet overal en bij iedereen bekend. Terwijl uit diverse metingen en onderzoek is gebleken dat dit type band significant kan bijdragen aan een goede geluidskwaliteit. Een snelweg waarop 70.000 voertuigen met stille banden rijden, komt qua geluidsproductie overeen met een weg waar 100.000 auto’s met conventionele banden rijden. Met name bij hogere snelheden zijn de verschillen duidelijk merkbaar. Omdat niet iedereen bekend is met deze ontwikkeling, wil de gemeente hierover informatie verstrekken om iedereen binnen Houten (zowel burgers als ondernemers) bewust te laten worden van de mogelijkheden die ze zelf hebben om de geluidssituatie binnen de gemeente te verbeteren.
29
Actieplan Geluid Houten 2008-2013
7.
Beschrijving inspraakproces
30
Actieplan Geluid Houten 2008-2013
8.
Beschrijving ingebrachte zienswijzen
31
Actieplan Geluid Houten 2008-2013
9.
Reactie zienswijzen
32
Geluidbeleid Houten 2008-2013, deel III Actieplan Geluid
Bijlage 1
Gezondheidseffecten geluid
33
Actieplan Geluid en Luchtkwaliteit
BIJLAGE 1
GEZONDHEIDSEFFECTEN GELUID
Inleiding Geluid heeft direct en indirect gevolgen voor de gezondheid. Direct wanneer geluid gehoorschade veroorzaakt en indirect via hinder, slaapverstoring en stress. De verbanden tussen geluid en gezondheid worden ook duidelijk in figuur 1. Figuur 1: mogelijke relaties tussen geluid en gezondheidseffecten
Slaapverstoring
Geluid in de woonomgeving
Stress
Gezondheids Gezondheids effecten effecten
Hinder
De informatie is vooral bedoeld voor bestuurders op alle overheidsniveaus. Daarnaast is de informatie zo geschreven dat ook bedrijven, belangenverenigingen en geïnteresseerde burgers er gebruik van kunnen maken. Akoestische en niet-akoestische factoren Ongewenste geluiden in de woonomgeving kunnen bij bewoners tot gevoelens van irritatie, wrevel, afkeer, boosheid, ergernis en dergelijke leiden. Dit wordt geluidshinder genoemd. Geluidhinder kan door akoestische (het geluidsniveau, de frequentie en de variaties met de tijd in geluidsniveau en frequentie) factoren of niet-akoestische factoren worden veroorzaakt. Niet-akoestische factoren hebben invloed op hoe geluid ervaren wordt. Deze factoren bepalen waarom een bepaald geluid dat voor de één niet storend is, voor een ander dat wel kan zijn. Een overzicht van niet-akoestische factoren en positieve en negatieve voorbeelden van geluidsbeleid dat gerelateerd is aan deze factoren, vindt u op de uitklappagina in dit rapport. Hinder Geluid kan tot geluidhinder leiden. In onderstaande tabel staan de vijf belangrijkste bronnen van geluidhinder in de woonomgeving.
Actieplan Geluid en Luchtkwaliteit
Tabel 1: landelijke top-5 van geluidhinder in de woonomgeving geluidsbron
percentage erg
percentage ten minste enigszins
gehinderd
gehinderden
1
wegverkeer
25%
58%
2
buren
13%
39%
3 4
vliegverkeer recreatie (waaronder horeca)
12% 6%
35% 21%
5
bedrijven
5%
16%
Slaapverstoring Geluid kan zijn invloed hebben op de slaapkwaliteit. Zo kan iemand door geluid in zijn omgeving moeilijker in slaap vallen en 's nachts vaker wakker worden. Dat kan de volgende gezondheidseffecten tot gevolg hebben: hartslag en bloeddruk; door slaapverstoringen neemt de kans op hartziekten toe en neemt de bloeddruk toe; humeur en prestatievermogen de volgende dag; geluid tijdens de slaap kan leiden tot een hogere prikkelbaarheid en loomheid en een vermindering van het prestatievermogen; hormonale effecten; door slaapverstoringen neemt de hoeveelheid adrenaline en noradrenaline in het bloed toe. De exacte effecten hiervan zijn nog niet bekend. Voor een aantal vormen van slaapverstoring zijn bijbehorende geluidsniveaus bekend. Deze staan in tabel 2. Tabel 2: mogelijke effecten van slaapverstoring en bijbehorende geluidsniveaus (binnenshuis
gemeten in LAeq, 24 uur tenzij anders vermeld) effect van slaapverstoring
geluidsniveau
grotere latentietijd ontwaakreacties
vanaf 45 dB(A) vanaf 55 dB(A)*
toename hartslag
vanaf 40 dB(A)**
slaapstadiumveranderingen
of bij plotseling geluid vanaf 35 dB(A)**
subjectieve beleving slaapkwaliteit
Vanaf 40 dB(A)
*
Lmax ** SEL-waarden
Actieplan Geluid en Luchtkwaliteit
Stress Geluid kan tot een aantal lichamelijke stressreacties leiden. Bij bepaalde geluidsniveaus wordt adrenaline in het bloed gespoten, stijgt de hartslag, versnelt de ademhaling, wordt de zweetproductie verhoogd, vernauwen de haarvaatjes zich en spannen de spieren zich aan. Ook kan geluid tot
geestelijke
stressreacties leiden. De belangrijkste
hiervan zijn
angstgevoelens, depressie, frustratie, irritatie en woede. Tot de effecten van stress, die voldoende bewezen zijn, worden gerekend: hart- en vaatziekten; overspannenheid en uitputting; verstoorde hormoonspiegel; lager geboortegewicht en afwijkingen bij de geboorte. Er zijn nauwelijks dosis-effect relaties bekend tussen de geluidsniveaus en stressgerelateerde gezondheidseffecten. Alleen blijkt dat bij geluidsniveaus vanaf circa 70 dB(A) (L Aeq,
24uur)
de
kans op hart en vaatziekten toeneemt. Conclusie Geluid in de woonomgeving kan invloed hebben op de gezondheid van de bewoners. Tot de directe gezondheidseffecten van geluid in de woonomgeving worden geluidshinder, slaapverstoring en stress gerekend. Slaapverstoring en stress op hun beurt hebben ook weer hun invloed op de gezondheid. De mogelijke gezondheidseffecten van geluid behoren een duidelijke aansporing te zijn voor de overheid om geluid in de woonomgeving te reguleren. Het is belangrijk dat de overheid ervoor zorgt dat er zo weinig mogelijk geluidshinder, slaapverstoring en stress optreedt.
Geluidbeleid Houten 2008-2013, deel III Actieplan Geluid
Bijlage 2
dosis-effect-relatie geluidhinder en slaapverstoring
34
BIJLAGE 2 Dosis-effectrelatie (Bijlage 2 Regeling Omgevingslawaai)
Dosis-effectrelaties voor verkeerslawaai (per 100 inwoners) geluidsbelastingklasse gehinderden ernstig gehinderden 55 – 59 dB
21
8
60 – 64 dB
30
13
65 – 69 dB
41
20
70 – 74 dB
54
30
75 dB of hoger
61
37
geluidsbelastingklasse slaapgestoorden 50 – 54 dB
7
55 – 59 dB
10
60 – 64 dB
13
64 – 69 dB
18
70 dB of hoger
20
Dosis-effectrelaties voor spoorweglawaai (per 100 inwoners geluidsbelastingklasse gehinderden ernstig gehinderden 55 – 59 dB
12
3
60 – 64 dB
19
6
65 – 69 dB
28
11
70 – 74 dB
40
18
75 dB of hoger
47
23
geluidsbelastingklasse slaapgestoorden 50 – 54 dB
3
55 – 59 dB
5
60 – 64 dB
6
64 – 69 dB
8
70 dB of hoger
10
Geluidbeleid Houten 2008-2013, deel III Actieplan Geluid
Bijlage 3
deelnemers bijeenkomsten Actieplan
35
Lijst deelnemers gemeente bijeenkomsten Actieplan Omgevingslawaai
Projectteam Lex van de Meer, projectleider projectteam Heleen Boerma, projectleider projectteam Anton Moons, afdeling Milieu Judith Vlot, afdeling Milieu Gert-Jan de Goede, afdeling Openbare Werken Herbert Tiemens, afdeling Verkeer Margaret Raijmakers, projectontwikkeling Stedelijke ontwikkeling/beheer Gerda den Besten, afdeling Ruimtelijk Beleid
Overige deelnemers (interviews) Wouter de Jong, wethouder (o.a. Milieu) Joost van Oostrum, wethouder (o.a. Ruimtelijk ordening en Verkeer&vervoer) Caroline Rindertsma, afdeling Economische Zaken
Geluidbeleid Houten 2008-2013, deel III Actieplan Geluid
Bijlage 4
Geraadpleegde bronnen
36
Geraadpleegde bronnen
Gemeente Houten, Nota geluidbeleid (concept) (2007) Gemeente Houten, Nota Hogere grenswaarden (concept) (2007) Gemeente Houten, http://www.houten.nl (2007) Gezondheidsraad, Over de invloed van geluid op de slaap en de gezondheid. Een advies aan
het ministerie van VROM (2004) Ministerie van VROM, Nationaal Milieubeleidsplan 4, Een wereld en een wil. Werken aan
duurzaamheid (2001) Ministerie van VROM, Milieubeleid 2002-2006, Vaste waarden, nieuwe vormen, (2002) Ministerie van VROM, Regeling omgevingslawaai (Stcrt 2004, 134) Ministerie van VROM, Besluit omgevingslawaai (Stb. 2004, 339) Ministerie van VROM, Handreiking omgevingslawaai. Een hulpmiddel bij het opstellen van
geluidsbelastingkaarten en actieplannen door agglomeratiegemeenten. (2004) VNG, VROM, IPO en VvW. Handreiking Milieukwaliteit in de Leefomgeving. Werken aan
gebiedsgericht maatwerk. VNG Uitgeverij, Den Haag (2004)
Geluidbeleid Houten 2008-2013, deel III Actieplan Geluid
Bijlage 5
Geluidskaarten wegverkeerslawaai Lden
37
Figuur 1a
V.2006.0533 Geluidskaarten gemeente Houten 142000
144000
146000
Europese richtlijn omgevingslawaai Geluidsbelastingskaart 2006 Wegverkeer LDEN
454000
140000
454000
138000
Legenda
Contourklassen van - t/m <= 49
452000
452000
50 - 54 55 - 59 60 - 64 65 - 69 >= 70
0
250
500
1000
1500
2000
2500 Meter
450000 448000 446000 444000 442000 440000
440000
442000
444000
446000
448000
450000
schaal 1:40000
138000
140000
142000
144000
146000
Geluidbeleid Houten 2008-2013, deel III Actieplan Geluid
Bijlage 6
Geluidskaarten wegverkeerslawaai Lnight
38
V.2006.0533 Geluidskaarten gemeente Houten 138000
Figuur 1b 140000
142000
144000
146000
Europese richtlijn omgevingslawaai Geluidsbelastingskaart 2006 Wegverkeer Lnight Legenda
Contourklassen
van - t/m 452000
452000
<= 49 50 - 54 55 - 59 60 - 64 65 - 69 >= 70
0
250
500
1000
1500
2000
2500 Meter
450000 448000 446000 444000 442000 440000
440000
442000
444000
446000
448000
450000
schaal 1:40000
138000
140000
142000
144000
146000
Geluidbeleid Houten 2008-2013, deel III Actieplan Geluid
Bijlage 7
Geluidskaarten railverkeerslawaai lden
39
V.2006.0533 Geluidskaarten gemeente Houten 142000
144000
146000
Europese richtlijn omgevingslawaai Geluidsbelastingskaart 2006 Railverkeer LDEN
454000
140000
454000
138000
Figuur 2a
Legenda
Contourklassen
van - t/m <= 49
452000
452000
50 - 54 55 - 59 60 - 64 65 - 69 >= 70
0
250
500
1000
1500
2000
2500 Meter
450000 448000 446000 444000 442000 440000
440000
442000
444000
446000
448000
450000
schaal 1:40000
138000
140000
142000
144000
146000
Geluidbeleid Houten 2008-2013, deel III Actieplan Geluid
Bijlage 8
Geluidskaarten railverkeerslawaai lnight
40
V.2006.0533 Geluidskaarten gemeente Houten 142000
144000
146000
Europese richtlijn omgevingslawaai Geluidsbelastingskaart 2006 Railverkeer Lnight
454000
140000
454000
138000
Figuur 4b
Legenda
Contourklassen van - t/m <= 49
452000
452000
50 - 54 55 - 59 60 - 64 65 - 69 >= 70
0
250
500
1000
1500
2000
2500 Meter
450000 448000 446000 444000 442000 440000
440000
442000
444000
446000
448000
450000
schaal 1:40000
138000
140000
142000
144000
146000