Actieplan Geluid Utrecht
Datum: Projectnaam:
15 december 2009 Actieplan Geluid Utrecht
StadsOntwikkeling - Afdeling Milieu & Duurzaamheid Postbus 8406 Telefoonnummer: Bezoekadres:
3503 RK UTRECHT 030 - 286 48 45 Ravellaan 96
INHOUD 1.
Inleiding
3
2.
Analyse
4
3.
Plandrempels
6
3.1
Wegverkeerslawaai (gemeentelijke wegen)
6
3.2
Industrielawaai
6
3.3
Geluid van spoor- en rijkswegen
6
4.
Knelpunten
7
4.1
EU-kartering
7
5.
Maatregelen
8
5.1
Algemene maatregelen
8
5.2
Specifieke uitwerking
10
6.
Stille gebieden
13
6.1
Geluid van bedrijven
13
6.2
Geluid van airco's
14
6.3
Geluid in parken
14
6.4
Nieuwe stille gebieden
15
BIJLAGEN Bijlage 1:
Tabellen EU geluidskartering Utrecht 2006
Bijlage 2:
Knelpuntlocaties
Bijlage 3:
Overzicht toepasbare maatregelen
Bijlage 4:
Geluidsreducerende wegdekken
Bijlage 5:
Geluidsisolatie – sanering wegverkeer
Bijlage 6:
Stille gebieden
Bijlage 7:
Overig gemeentelijk beleid geluidhinder
Bijlage 8:
Burenlawaai
Bijlage 9:
Brommers en scooters
Bijlage 10: Inspraak
StadsOntwikkeling - Afdeling Milieu & Duurzaamheid
-2
1.
INLEIDING In 2007 heeft de gemeente Utrecht het geluid in de stad in kaart gebracht. Dit heeft geluidskaarten opgeleverd waarop te zien is waar in onze gemeente hoge geluidsniveaus heersen. Het project is uitgevoerd omdat de Europese Unie wil weten hoeveel mensen er door geluid worden gehinderd. Het gaat daarbij overigens alleen om het geluid van wegverkeer, treinen en grote industrieën. Het Actieplan Geluid is het vervolg op deze geluidskaarten. In het Actieplan geven we aan waar de geluidsknelpunten in de stad zijn en welke ambitie we als gemeente hebben voor verbetering. Daarvoor worden eerst zogeheten plandrempels vastgesteld. We beantwoorden vervolgens niet alleen de vraag waar het noodzakelijk is om wat aan de geluidshinder in de stad te doen. Maar ook: kúnnen we er überhaupt wat aan doen? De wenselijkheid, de mogelijkheden en de onmogelijkheden om het geluid in de stad terug te dringen, laten we de revue passeren. De gemeente heeft geen zeggenschap over de snelwegen en spoorlijnen rond en door de stad. Dit Actieplan gaat hier dan ook niet uitgebreid op in. Rijkswaterstaat en Prorail hebben een eigen actieplan geluid gemaakt waarin ze aangeven wat ze doen om geluidshinder van snelwegen en spoorlijnen aan te pakken. Naast het verbeteren van locaties met te veel lawaai is ook het behouden van plaatsen waar het rustig is belangrijk. In dit Actieplan wordt dan ook aandacht besteed aan de stille gebieden in de stad. Elke vijf jaar moet de gemeente nieuwe geluidskaarten en een bijbehorend actieplan geluid maken. Dit betekent dat we in 2012 nieuwe geluidskaarten maken en dat in 2013 een nieuw Actieplan Geluid Utrecht volgt. Het Actieplan Geluid Utrecht dat nu voorligt, heeft dan ook een looptijd tot 2013.
StadsOntwikkeling - Afdeling Milieu & Duurzaamheid
-3
2.
ANALYSE Een blik op de geluidskaart voor het wegverkeer (figuur 1) laat zien dat er in Utrecht veel wegen zijn waarlangs de geluidsbelasting 55 dB of hoger is. Het blijkt (zie bijlage 1) dat dit bij meer dan de helft van alle woningen in de gemeente het geval is. Ernstige hinder van geluid kan overigens al optreden vanaf 42 dB. We staan dan ook voor een flinke uitdaging. Het is echter een illusie te denken dat we de geluidshinder helemaal kunnen uitbannen. De kern van het probleem is de grote hoeveelheid auto’s die in en door de stad rijden. In Utrecht doen we daarom ons uiterste best om het openbaar vervoer en de fietsroutes te verbeteren, zodat mensen er vaker voor kiezen om de auto te laten staan. Maar er zullen wegen blijven met een hoge verkeersintensiteit.
Figuur 1: Geluidskaart wegverkeer Wat nog meer opvalt in figuur 1 is dat vooral langs de belangrijke hoofdwegen in de stad hoge geluidsniveaus voorkomen. Dit komt doordat Utrecht er voor kiest om het verkeer zoveel mogelijk te bundelen over een beperkt aantal grote wegen (de zogeheten primaireen secundaire assen). Deze wegen zijn aangewezen in het Gemeentelijk Verkeers- en Vervoersplan 2005-2020 1 (GVVP). Door de bundeling zijn grote aaneengesloten verblijfsgebieden gecreëerd waar het relatief rustig is. De keuze voor een bundeling van verkeersstromen leidt tot verschillen in geluidsambities tussen woningen langs hoofdwegen en in de verblijfsgebieden. De mogelijkheden om het geluidsniveau van verkeer in de stad te verminderen zijn erg beperkt. Alleen door wegen af te sluiten of in ieder geval op grote schaal verkeer te weren, kan verkeersgeluid aanzienlijk worden verminderd. Dit betekent dus ook dat er in Utrecht altijd plekken met veel verkeersgeluid zullen zijn. De invloed van dit geluid op de gezondheid, hangt mede af van de verblijfsduur van mensen in een gebied met een hoog geluidsniveau. Het is bijvoorbeeld niet erg als iemand langs een lawaaiige weg moet fietsen. Maar als mensen in hun woning veelvuldig geconfronteerd worden met hoge geluidsniveaus, kan dit wel leiden tot (ernstige) hinder en slaapverstoring. Er kunnen zelfs 1 Door de Raad vastgesteld op 8 september 2005.
StadsOntwikkeling - Afdeling Milieu & Duurzaamheid
-4
gezondheidseffecten optreden. Lawaai kan bijvoorbeeld leiden tot stress, een verhoogde bloeddruk en hart- en vaatziekten. Veel woningen langs drukke wegen in de stad hebben de afgelopen jaren extra gevelisolatie tegen het geluid gekregen en de gemeente Utrecht gaat hiermee door. Hierdoor is het geluidsklimaat binnenshuis in de meeste gevallen wel voldoende. Toch is het geluid buitenshuis ook van belang voor de leefsituatie. Denk bijvoorbeeld aan het feit dat veel mensen met open raam (willen) slapen. Hoewel hinderlijk geluid van bijvoorbeeld scooters en buren officieel buiten het EU-kader valt, willen we hier toch aandacht aan besteden. Uit enquêtes onder de bevolking blijkt namelijk telkens weer dat geluid van buren en scooters veel hinder veroorzaakt. Bijlagen 8 en 9 gaan verder in op deze aspecten. Rust heeft een positief effect op de gezondheid en kan compenseren voor de negatieve effecten van lawaai. Daarom is het belangrijk dat mensen voldoende stilte in de naaste omgeving kunnen vinden. Bij voorkeur hebben de woningen dan ook een luwe zijde aan het huis met een tuin of balkon. Maar in een drukke stad kunnen ook publiek toegankelijke stille plekken in een park of een hofje in de buurt nuttige rustpunten zijn.
Leeswijzer
In het volgende hoofdstuk (hoofdstuk 3) beschrijven we de maximale geluidsniveaus die we voor verschillende delen van de stad hanteren (plandrempels). Daaruit volgt op welke locaties knelpunten bestaan die aangepakt moeten worden (hoofdstuk 4). Vervolgens wordt bekeken of er mogelijkheden zijn om het geluidsniveau bij de knelpunten terug te dringen (hoofdstuk 5). In hoofdstuk 6 geven we ook aan hoe we willen omgaan met de stille gebieden in de stad.
StadsOntwikkeling - Afdeling Milieu & Duurzaamheid
-5
3.
PLANDREMPELS Een plandrempel geeft aan boven welk geluidsniveau we vinden dat er wat aan de geluidssituatie ter plaatse moet worden gedaan. Het is geen wettelijke grenswaarde, maar een ambitiewaarde. Situaties waarbij de plandrempel wordt overschreden, noemen we knelpunten; deze worden nader onderzocht op de mogelijkheid voor verbetering.
3.1
Wegverkeerslawaai (gemeentelijke wegen) Uit het Gemeentelijk Verkeers- en Vervoersplan (GVVP) volgt dat we op bepaalde wegen meer verkeer accepteren dan elders (bundelen van verkeersstromen). Het GVVP benoemt de verschillende functies van de wegen en geeft aan welke wegen veel of weinig verkeer moeten verwerken (zie kaart in bijlage 7). Voor de keuze van de plandrempels voor geluid sluiten we aan bij die indeling. Dit houdt in dat we langs wegen die veel verkeer moeten kunnen verwerken ook hogere geluidsniveaus accepteren. Voor de in het GVVP gehanteerde primaire assen, secundaire assen en overige wegen onderscheiden we de volgende plandrempels voor het gemiddelde geluidsniveau Lden 2: • • •
Primaire assen: Secundaire assen: Overige wegen:
71 dB 68 dB 65 dB
De middelste waarde van 68 dB is gelijk aan het hoogste niveau waarbij volgens de Wet geluidhinder nog nieuwe woningen mogen worden gebouwd. Het verschil van 3 dB daarboven en daaronder komt overeen met een verandering van het geluid bij respectievelijk een verdubbeling of halvering van de hoeveelheid verkeer. Leidsche Rijn is een uitzondering op bovenstaande. In deze wijk is van begin af aan preventief rekening gehouden met geluidshinder. De wettelijke grenswaarde is daar 63 dB. Als plandrempel voor dit gebied hebben we dan ook gekozen voor deze waarde. Voor de nachtperiode (Lnight) worden aparte plandrempels gedefinieerd, namelijk 10 dB lager dan alle bovengenoemde etmaalgemiddelde waarden.
3.2
Industrielawaai Gemeente en provincie hebben voor zowel individuele bedrijven als voor industrieterreinen als geheel grenswaarden voor geluid vastgelegd. De hoogst mogelijke grenswaarde is 60 dB. Voor de plandrempel voor industrielawaai houden we in dit Actieplan vast aan dit getal. De grenswaarden bewaken we door middel van milieuvergunningen. Uit de geluidskaarten blijkt dat het geluid afkomstig van de industrie in Utrecht niet boven de plandrempel van 60 dB uitkomt. Extra maatregelen om geluidshinder van de industrie te beperken zijn daarom niet nodig.
3.3
Geluid van spoor- en rijkswegen Voor het opstellen van actieplannen voor geluid van de spoor- en rijkswegen is Rijkswaterstaat de verantwoordelijke instantie. Uit het actieplan voor het spoor komt naar voren dat er op het traject Utrecht CS – Amersfoort, ter hoogte van Overvecht, een geluidsknelpunt is. Daar zullen dan ook maatregelen in de vorm van raildempers worden getroffen. Rijkswaterstaat treft geen maatregelen aan de rijkswegen rond Utrecht. Extra maatregelen om het geluid van railverkeer of rijkswegen te beperken, zullen door de gemeente Utrecht niet worden genomen.
2 De dosismaat Lden staat voor Level day-evening-night . Dit is een jaargemiddeld geluidsniveau over een heel etmaal met toeslagen van 5 dB in de avond en 10 dB in de nacht.
StadsOntwikkeling - Afdeling Milieu & Duurzaamheid
-6
4.
KNELPUNTEN
4.1
EU-kartering Door de plandrempels te vergelijken met de geluidskaarten, wordt duidelijk waar de geluidsknelpunten in de stad zijn. In onderstaande tabellen beschrijven we de knelpunten, in bijlage 2 zijn de locaties op een kaart aangegeven.
4.1.1
Etmaal gemiddelde (Lden) Primaire assen Niveau Locaties > 71 dB Waterlinieweg (Laan v Minsweerd), St. Josephlaan, Ds. Martin Luther Kinglaan Secundaire assen Niveau Locaties > 68 dB Amsterdamsestraatweg N, Weerdsingel WZ, Oudenoord Z, David van Mollemstraat, Draaiweg, Vleutenseweg, Stadionlaan, Rubenslaan, Weg tot de Wetenschap (Enny Vredelaan), Biltsestraatweg Overige wegen Niveau Locaties > 65 dB Amsterdamsestraatweg Z, Egelantierstraat, Royaards van den Hamkade, Acaciastraat, Omloop, Ahornstraat, Loevenhoutsedijk, Oudenoord N, Adelaarsstraat, Willem van Noortstraat, Antonius Matthaeuslaan, Pieter Nieuwlandstraat, Kapteynlaan, Sartreweg, Wittevrouwensingel, Biltstraat, Groeneweg, J.P. Coenstraat, Kanaalstraat, Catherijnesingel, Lange Smeestraat, Bleekstraat, Ledig Erf, Tolsteegsingel, Maliesingel, Oosterstraat, Albatrosstraat, Gansstraat, Adriaan van Ostadelaan, Jan van Scorelstraat, Lange Janssstraat, Janskerkhof, Nobelstraat, Nachtegaalstraat, Rijnlaan, Jutfaseweg, Constant Erzeijstraat, W.A. Vultostraat, Lunettenbaan, v. Heuven Goedhartlaan, Meerndijk, Dorpsstraat Leidsche Rijn Niveau Locaties > 63 dB geen
4.1.2
Nachtperiode (Lnight) Een analyse van het geluidsniveau in de nachtperiode levert daarnaast nog extra knelpunten op bij de volgende wegen: Primaire assen Niveau Locaties > 61 dB geen Secundaire assen Niveau Locaties > 58 dB Oudenoord Z, Draaiweg, David van Mollemstraat, Vleutenseweg, Spinozaweg Overige wegen Niveau Locaties > 55 dB Rio Brancodreef
StadsOntwikkeling - Afdeling Milieu & Duurzaamheid
-7
5.
MAATREGELEN
5.1
Algemene maatregelen Voordat we ingaan op de specifieke maatregelen per knelpunt, beschrijven we eerst in algemene zin welke geluidsmaatregelen we in kunnen zetten. Daarbij gebruiken we een voorkeursvolgorde: 1. 2. 3.
maatregelen aan de geluidsbron; maatregelen in het gebied tussen geluidsbron en ontvanger (overdracht); maatregelen bij de ontvanger (woning).
Figuur 2: Bron-overdracht-ontvanger In bijlage 3 kunt u meer lezen over de geluidsmaatregelen die voorhanden zijn. In een stedelijk gebied zijn er weinig maatregelen mogelijk die de geluidssituatie merkbaar verbeteren. De maatregelen die het meest kansrijk zijn in stedelijk gebied, worden in de volgende paragrafen beschreven. Bij sommige maatregelen staat vermeld dat er nog nader onderzoek moet worden uitgevoerd. Deze onderzoeken zullen binnen de looptijd van het actieplan worden gerealiseerd. 5.1.1
Bron Een belangrijk deel van het geluid door verkeer wordt bepaald door het rolgeluid. Dit is het geluid van het band-wegdek contact. Dit geluid kan worden verminderd door het toepassen van geluidsreducerende wegdekken en het gebruik van stillere banden. Geluidsreducerend asfalt 'Stil' asfalt is helaas lang niet overal tegen acceptabele (onderhouds)kosten toepasbaar. Vooral op of nabij kruisingen en andere locaties met wringend verkeer is dit problematisch. Door optrekken, afremmen en draaien (wringen) van verkeer gaat het wegdek kapot. Het asfalt is duurder in aanleg en onderhoud en moet vaker worden vervangen dan regulier asfalt (met opgebroken/afgesloten wegen tot gevolg). Stil asfalt blijft echter een van de weinige echt effectieve bronmaatregelen om het geluidsniveau veroorzaakt door wegverkeer verminderen. De ontwikkelingen op het gebied van stil asfalt gaan snel. Over enkele jaren behoort stil asfalt daarom misschien wel tot de standaard mogelijkheden om geluidshinder in te stad te beperken. Maatregel: Daar waar mogelijk en noodzakelijk kiest de gemeente Utrecht bij onderhoud of verandering van het wegdek voor een 'stil' asfalt. In ieder geval de wegen met een snelheidsregime van 70 km/u komen hiervoor in aanmerking.
StadsOntwikkeling - Afdeling Milieu & Duurzaamheid
-8
Stille banden Het verplicht gebruik van stille(re) banden moet voornamelijk vanuit de Europese Unie en de rijksoverheid worden gereguleerd. Iedere burger kan echter nú al kiezen voor stille banden. Deze banden zijn niet duurder, onveiliger of minder duurzaam dan ‘gewone’ banden en zijn bovendien volop verkrijgbaar. Om het vrijwillig gebruik van stille banden te stimuleren, gaat de gemeente het goede voorbeeld geven. Maatregel: Het wagenpark van de gemeente Utrecht wordt voorzien van stille banden. In dat kader zal met publiciteit aandacht worden gevraagd voor het vrijwillig gebruik van stille banden. Stiller vervoer De opkomst van steeds meer vormen van elektrische vervoersmiddelen juicht de gemeente toe. Vooral het gebruik van elektrische scooters kan voor een afname van de geluidshinder zorgen. Sommige afdelingen van de gemeente Utrecht maken gebruik van scooters. Dat de elektrische uitvoering een goed alternatief is, bewijst de afdeling Natuur- en milieucommunicatie waar sinds kort twee elektrische scooters in gebruik zijn genomen. In het kader van het programma 'Utrecht maakt Nieuwe Energie' zal het gebruik van elektrische voertuigen worden onderzocht en gestimuleerd. Een aparte werkgroep "Elektrisch Vervoer Utrecht" onderzoekt momenteel op welke manieren elektrisch vervoer binnen de gemeentelijke organisatie kan worden toegepast en op welke wijze elektrisch rijden bij bedrijven kan worden gestimuleerd en ondersteund. Praktische zaken als oplaadpunten worden verder uitgewerkt. Maatregel: De gemeente Utrecht gaat onderzoeken welke vormen van elektrisch vervoer binnen de gemeentelijke diensten en bij bedrijven kunnen worden toegepast en gestimuleerd. Bij de aanbesteding van het nieuwe eigen wagenpark zal deze optie worden meegenomen. Actieplan Luchtkwaliteit Utrecht Knelpunten op het gebied van geluid worden in veel gevallen veroorzaakt door de hoge verkeersintensiteit. Maatregelen die de verkeersintensiteit verminderen, lijken dan ook voor de hand te liggen. Een beperkte verlaging van de verkeersintensiteit heeft echter voor geluid meestal maar een marginaal effect. Pas wanneer de hoeveelheid verkeer minstens 40% vermindert, is dit daadwerkelijk merkbaar (het geluidsniveau gaat dan met 2 dB omlaag). Er zijn dus zeer ingrijpende maatregelen nodig om de verkeersintensiteit zodanig te verlagen, dat de lokale geluidssituatie verbetert. De ingrijpende wijzigingen die mogelijk 3 worden aangebracht in de bestaande verkeersstructuur in het kader van het Actieplan Luchtkwaliteit Utrecht, en dan vooral de zogeheten ' shared spaces ' of ‘knips’, hebben op specifieke locaties in de stad een significant positief effect op de geluidssituatie. Bij de verdere uitwerking van het ALU zal nader onderzoek worden uitgevoerd naar de noodzaak van geluidsbeperkende maatregelen Maatregel: (uit Actieplan Luchtkwaliteit Utrecht) Op enkele drukke wegen worden maatregelen getroffen om de verkeersintensiteit terug te brengen, bijvoorbeeld door het invoeren van de zogeheten 'shared spaces ' of ‘knips’.
3 Pas na goedkeuring door de Raad van het ALU staat vast of deze maatregelen daadwerkelijk zullen worden uitgevoerd.
StadsOntwikkeling - Afdeling Milieu & Duurzaamheid
-9
De bundeling van het verkeer op een beperkt aantal hoofdwegen blijkt succesvol te zijn. Door deze bundeling zijn grote, relatief luwe gebieden ontstaan. Maatregel: Bij herziening van het GVVP blijft de keuze voor een beperkt aantal hoofdwegen overeind. Op die manier zijn grote woongebieden in de stad verzekerd van een goed akoestisch leefklimaat. 5.1.2
Overdracht Het plaatsen van geluidsschermen in stadsstraten is in ruimtelijke zin vrijwel niet mogelijk. Bovendien is dit vanuit het oogpunt van stedenbouw en verkeersveiligheid vaak niet gewenst. In de Geluidnota Utrecht 4 is bepaald dat onder andere langs de primaire assen geluidsschermen wél bespreekbaar zijn. Op een enkele locatie zou een geluidsscherm kunnen worden ingepast om toch enige reductie van geluid te bereiken. Maatregel: De gemeente onderzoekt waar het mogelijk en effectief is om geluidsschermen te plaatsen langs de primaire assen.
5.1.3
Ontvanger (woning) Op basis van de Wet geluidhinder werken we al jaren aan het isoleren van huizen met een hoog geluidsniveau. Bij woningen langs gemeentelijke wegen op de zogeheten saneringslijsten brengen we geluidsisolerende voorzieningen aan zoals dubbel glas, suskasten en dakisolatie. We hebben inmiddels al vele honderden woningen geïsoleerd maar er blijven nog heel erg veel woningen in Utrecht over waar de geluidsisolatie te wensen over laat (zie ook bijlage 5). Maatregel: Ook in de toekomst zal het isoleren van zo veel mogelijk woningen in het kader van de sanering wegverkeerslawaai worden voortgezet. De uitvoering op langere termijn is mede afhankelijk van de rijksbudgetten die wij de komende jaren zullen krijgen. Gezien de grootte van de voorraad aan te isoleren woningen zal afronding van de sanering echter nog vele jaren werk vergen. Bij het bepalen van de volgorde van de geluidssanering zullen we de knelpuntlocaties uit het Actieplan Geluid zwaar mee laten wegen (zie ook paragraaf 5.2.4). Maatregel: Voor de prioritering van de saneringsgevallen zal een eenduidig criterium worden ontwikkeld dat naast de toekomstige geluidsbelasting ook rekening houdt met de knelpunten uit het Actieplan Geluid.
5.2
Specifieke uitwerking In deze paragraaf gaan we nader op een aantal locaties en maatregelen in. Voor bepaalde knelpunten hebben we namelijk concrete ideeën om de geluidssituatie ter plaatse te verbeteren. Al lopende projecten die tot een verbetering of oplossing van een knelpunt leiden, worden behandeld in bijlage 2.
5.2.1
Actieplan Luchtkwaliteit Utrecht (ALU) Om de knelpunten voor de luchtkwaliteit in de stad op te lossen, worden in het kader van het ALU ook verkeerskundige maatregelen getroffen die de verkeersintensiteit drastisch zullen terugbrengen. Dit heeft ook een positief effect op de geluidssituatie ter plaatse. Daarmee lossen de maatregelen uit het ALU dus mogelijk op termijn ook enkele geluidsknelpunten op. 4 Geluidnota Utrecht 2007-2011 d.d. 23 januari 2007.
StadsOntwikkeling - Afdeling Milieu & Duurzaamheid
- 10
Het is op dit moment nog niet mogelijk om alle effecten van het ALU op de geluidssituatie in voldoende detail in beeld te brengen. Voorgestelde maatregelen die een groot effect hebben op de verkeerssituatie, zoals de zogeheten ' shared spaces ' of 'knips', worden nog nader uitgewerkt. Knelpunten voor luchtkwaliteit waar verkeerskundige maatregelen worden getroffen zijn de St. Josephlaan, Weerdsingel WZ, Croeselaan, Catharijnesingel en Ledig Erf. Als de verkeersintensiteit op die wegen aanzienlijk wordt verminderd, betekent dat ook een oplossing voor de volgende knelpunten voor geluid: St. Josephlaan, Weerdsingel WZ, Oudenoord, Adelaarstraat, Willem van Noortstraat, P. Nieuwlandstraat, Catharijnesingel, Ledig Erf, Vleutenseweg. 5.2.2
Stil asfalt In figuur 3 is aangegeven welke wegen de komende jaren in aanmerking kunnen komen voor stil asfalt bij vervanging/onderhoud. Meer informatie over geluidsreducerende wegdekken kunt u lezen in bijlage 4. Op een deel van de Waterlinieweg (Berenkuil - aansluiting A28) ligt een oud geluidsreducerend wegdek (ZOAB). Op een deel ten zuiden van de aansluiting A28 ligt een proefvak met geluidsreducerend wegdek; dit is nog in goede conditie. Bij vervanging geldt op basis van de Wet geluidhinder de plicht om hier opnieuw een geluidsreducerend wegdek aan te brengen. Uit onderzoek blijkt dat het toepassen van een dunne geluidsreducerende deklaag op de Waterlinieweg een doelmatige maatregel is om de overschrijdingen van de plandrempels voor deze primaire as weg te nemen. In aanvulling hierop wordt de mogelijkheid onderzocht om een deel van het scherm aan de Laan van Minsweerd te verhogen.
Figuur 3: Aanleg stille wegdekken Het aanbrengen van stil asfalt is een oplossing voor de geluidsknelpunten langs de volgende wegen: Amsterdamsestraatweg N, Ahornstraat/Omloop, Waterlinieweg, C. Erzeijstraat/W.A. Vultostraat
StadsOntwikkeling - Afdeling Milieu & Duurzaamheid
- 11
5.2.3
Geluidsisolatie Het is niet verwonderlijk dat er een overlap bestaat tussen de in beeld gebrachte knelpuntsituaties en de locaties waar conform de saneringsregeling geluidsisolatie is aangebracht of potentieel nog in aanmerking komen voor sanering. Bij de volgende (delen van) knelpunten heeft al sanering plaats gevonden of is deze in uitvoering: Waterlinieweg, Ds. Martin Luther Kinglaan, Amsterdamsestraatweg, Weerdsingel WZ, Oudenoord, David van Mollemstraat, Draaiweg, Vleutenseweg, Stadionlaan, Omloop, Ahornstraat, Loevenhoutsedijk, Adelaarsstraat, Biltstraat, Catherijnesingel, Albatrosstraat, Adriaan van Ostadelaan, Lange Jansstraat, Nobelstraat, C.Erzeijstraat, W.A. Vultostraat, Meerndijk, Dorpsstraat. De hierna volgende (delen van) wegen staan op de lijst van nog te isoleren woningen en zijn eveneens aangemerkt als knelpuntsituatie. Bij de prioritering van deze saneringsgevallen zal hiermee rekening worden gehouden. Waterlinieweg, Amsterdamsestraatweg, Vleutenseweg, Rubenslaan, Royaards van den Hamkade, Acaciastraat, Ahornstraat, Loevenhoutsedijk, Adelaarsstraat, Willem van Noortstraat, Pieter Nieuwlandstraat, Wittevrouwensingel Kanaalstraat, Lange Smeestraat, Bleekstraat, Ledig Erf, Tolsteegsingel, Gansstraat, Adriaan van Ostadelaan, Jan van Scorelstraat, Janskerkhof, Nachtegaalstraat, Rijnlaan, Dorpsstraat. In bijlage 5 zijn alle saneringslocaties op een kaart weergegeven.
StadsOntwikkeling - Afdeling Milieu & Duurzaamheid
- 12
6.
STILLE GEBIEDEN Utrecht is trots op de verborgen, maar openbaar toegankelijke plekken in de stad waar het onverwacht stil is. Dit zijn rustpunten in een drukke stad, waar hinderlijke geluidsbronnen slechts incidenteel aanwezig of nauwelijks hoorbaar zijn. Andere geluiden, zoals natuurgeluiden (windgeruis, vogels, insecten, waterdruppels) worden daardoor nadrukkelijker waargenomen en accentueren de stilte. Veel mensen stellen deze plekken erg op prijs en zoeken ze op. Voor degenen die in en om hun woning niet in alle rust van de buitenlucht kunnen genieten, kunnen de openbare stille gebieden in de directe omgeving een belangrijke functie vervullen. Niet iedereen is echter op de hoogte van de stille gebieden in de stad. Maatregel: We inventariseren stadsbreed de bestaande openbare stille plekken. Deze maken we actief, bijvoorbeeld via de website van de gemeente, bekend. Daarnaast onderzoeken we of er wijken of buurten zijn waar stille gebieden ontbreken. Uit onderzoek 5 blijkt dat een gebied niet altijd absoluut stil hoeft te zijn, om als stil te worden ervaren. Veel mensen vinden het belangrijk dat het er stiller is dan de omgeving. Er zijn verder ook andere voorwaarden waar een stil gebied aan moet voldoen om als zodanig gebruikt en gewaardeerd te worden. De belangrijkste voorwaarden zijn: schoon, (sociaal) veilig en de aanwezigheid van groen en/of water. De eerste inventariserende geluidsmetingen tonen aan dat de vele hofjes in de binnenstad van Utrecht behoorlijk stil te zijn (zie ook bijlage 6 voor nadere informatie). Het achtergrondniveau van geluid is er vaak zelfs lager dan de richtwaarde voor landelijk gebied. Ook de meeste parken in Utrecht bieden voldoende mogelijkheden voor een rustig verblijf. Zolang het geluidsniveau in deze gebieden laag genoeg is en er geen bedreigingen zijn, is het niet noodzakelijk om beleid en extra regels ter bescherming van deze stille gebieden op te stellen. Naar verwachting wordt de stilte in hofjes niet bedreigd door weg- of railverkeerslawaai. Een mogelijke bedreiging van de lage geluidsniveaus kan echter wél komen van apparaten van bedrijven of particulieren.
6.1
Geluid van bedrijven Het is denkbaar dat een bedrijf een installatie op het dak of aan de gevel plaatst die de rust in de omgeving verstoort. Zonder doelgericht aanvullend beleid kan het lastig zijn iets aan deze situatie te doen wanneer het bedrijf binnen de (landelijke) grenswaarden voor geluid blijft. Op grond van wettelijke regels 6 kan aan een individueel bedrijf een strengere eis worden opgelegd dan de meestal standaard geldende waarde van 50 dB(A). De gemeentelijke Geluidnota bepaalt dat in de rustige woongebieden in de stad op de gevel van woningen een richtwaarde geldt van maximaal 45 dB(A). In de huidige uitvoeringspraktijk wordt die eis meestal pas opgelegd als er klachten zijn over het geluid. Wanneer een bedrijf gevestigd is nabij een stil hofje met aangrenzende woningen, is het wenselijk en verdedigbaar om nog lagere normen voor geluid te hanteren. Het Activiteitenbesluit geeft deze mogelijkheid wanneer het achtergrondgeluid zo laag is dat het bedrijfsgeluid, op het niveau van de standaardnorm, toch kan leiden tot hinder voor de omwonenden. Van deze mogelijkheid zullen we nadrukkelijk gebruik maken om de stilte in hofjes te beschermen. Maatregel: In publiek toegankelijke gebieden waar het achtergrondniveau (L 95 ) ter plaatse van aanliggende woningen lager is dan 40 dB(A) leggen we bedrijven een maatwerkvoorschrift op om het niveau van 40 dB(A) niet te overschrijden.
5 Stille gebieden in de stad – Ministerie van VROM (publicatie 9217 d.d. 14 juli 2009). 6 Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (19 oktober 2007).
StadsOntwikkeling - Afdeling Milieu & Duurzaamheid
- 13
6.2
Geluid van airco's Een andere mogelijke bedreiging voor stille gebieden is het toenemende gebruik van airco's door bedrijven én particulieren. De ventilatoren van dergelijke apparaten zorgen voor een constant gezoem in de nabije omgeving. In een stil gebied kan dit hinderlijk zijn. Voor het plaatsen van een airco aan de gevel is in bepaalde gevallen een bouwvergunning vereist. In een dergelijk geval wordt aan de aanvrager duidelijk gemaakt dat er geluidseisen gelden (zie bijlage 6). De wettelijke normen voor bedrijven zijn via de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) óók van toepassing voor particulieren. Dus ook de strengere norm in stille gebieden. Maatregel: Bij de aanvraag van een bouwvergunning voor een airco wordt aan bedrijven én particulieren duidelijk gemaakt welke geluidseisen er gelden. Ook voor particulieren geldt een strengere norm in stille gebieden.
6.3
Geluid in parken Het geluid in parken is vaak niet eenduidig te beschrijven. In sommige delen van een park is bijvoorbeeld het geluid van een drukke weg duidelijk waarneembaar, terwijl in andere delen dit geluid nauwelijks hoorbaar is. Ook zijn er delen van parken die zo intensief door bezoekers worden gebruikt, dat echte stilte hier niet te vinden, maar ook niet zo belangrijk, is. Denk bijvoorbeeld aan een skatebaan, een terras of kinderspeelplaats. In verder van de weg gelegen delen is het meestal wel mogelijk om in alle rust te wandelen, te genieten van het geluid van vogels of op een bankje een boek te lezen. Maatregel: In de grote parken van Utrecht wordt onderzocht of er voldoende ruimte is voor 'stille recreatie'. Maatregelen om een park als geheel stil te krijgen zijn niet eenvoudig. Schermen zijn vanuit stedenbouwkundig en sociaal oogpunt meestal niet gewenst. Mogelijk kan er wel een afschermende wal in een parkrand worden opgenomen om stilte te creëren. Een andere optie is om lokaal met behulp van een muurtje een klein stil plekje in een park te creëren. Het is belangrijk om al bij de inrichting van een park goed te kijken naar de verschillende functies die het park moet vervullen. Delen van een park die intensief gebruikt moeten kunnen worden en waarbij stilte van geen of minder belang is, zouden zoveel mogelijk aan de rand bij de weg moeten worden gesitueerd. In de verder van de weg af gelegen delen van het park kunnen zodoende plekken worden gecreëerd, waar bezoekers geen last hebben van geluid van het wegverkeer of van de intensief gebruikte delen van het park. Een goed voorbeeld is het Griftpark, waar de natuurkern in het midden van het park heerlijk rustig is. De delen die zijn bestemd voor sport en spel liggen meer aan de rand (zie figuur 4). Maatregel: Bij de (her-)inrichting van parken wordt het aspect geluid nadrukkelijk meegenomen, om voldoende stille gebieden te realiseren. Parken worden ook voor evenementen gebruikt. Stilte is op zulke momenten natuurlijk niet aanwezig maar zolang dit maar een beperkt aantal malen per jaar gebeurt, is dit niet erg. In het evenementenbeleid staat beschreven dat meer parken geschikt zullen worden gemaakt voor evenementen waardoor er een betere spreiding over de stad ontstaat.
StadsOntwikkeling - Afdeling Milieu & Duurzaamheid
- 14
Figuur 4: Griftpark
6.4
Nieuwe stille gebieden Het huidige geluidsbeleid, vastgelegd in de Geluidnota Utrecht, draagt in zekere mate bij aan een lager geluidsniveau op bepaalde plaatsen in de stad, doordat daar bij woningbouwplannen een luwe gevel is voorgeschreven. Dit betekent dat elke woning minstens één gevel heeft waar het geluid van weg- en railverkeer en van industrieterreinen aan de voorkeursgrenswaarde uit de Wet geluidhinder voldoet. Dit stimuleert bijvoorbeeld het bouwen in gesloten blokken waarbinnen het geluid is afgeschermd, zoals ook de plannen voor Leidsche Rijn Centrum laten zien. Hier worden dus toekomstige stille gebieden voor de bewoners gecreëerd.
Figuur 5: Leidsche Rijn Centrum Kern
StadsOntwikkeling - Afdeling Milieu & Duurzaamheid
- 15
Bijlage 1:
Tabellen EU geluidskartering Utrecht 2006
In juli 2007 zijn de geluidskaarten van Utrecht vastgesteld. Ze geven de geluidssituatie weer van het jaar 2006. Naast kaarten zijn de resultaten van de geluidsberekeningen ook in tabellen weergegeven. Die tabellen worden in deze bijlage nogmaals weergegeven. Wegverkeer L den (etmaalgemiddelde) klasse woningen 55 - 59 dB 60 - 64 dB 65 - 69 dB 70 - 74 dB >= 75 dB Totaal >=55 dB totaal Utrecht
34.284 (27%) 21.883 (17%) 8.518 (7%) 968 (1%) 19 (0%) 65.672 (52%)
78.900 50.300 19.600 2.200 0 151.000
125.399 (100%)
278.000
L night (nachtperiode) klasse woningen 50 - 54 dB 55 - 59 dB 60 - 64 dB 65 - 69 dB >= 70 dB Totaal >=50 dB totaal Utrecht
personen
personen
24.985 (20%) 11.497 (9%) 2.123 (2%) 23 (0%) 0 (0%) 38.628 (31%)
57.500 26.400 4.900 100 0 88.900
125.399 (100%)
278.000
gehinderden 16.569 (6%) 15.090 (5%) 8.036 (3%) 1.188 (0%) 0 (0%) 40.883(15%)
waarvan ernstig gehinderd 6.312 (2%) 6.539 (2%) 3.920 (1%) 660 (0%) 0 (0%) 17.431 (6%)
aantal overige geluidsgevoelige gebouwen 238 122 68 13 2 443 772
slaapverstoorden 4.025 2.640 637 18 0 7.320
(1%) (1%) (0%) (0%) (0%) (3%)
aantal overige geluidsgevoelige gebouwen 151 86 18 2 0 257 772
Railverkeer L den (etmaalgemiddelde) klasse woningen 55 - 59 dB 60 - 64 dB 65 - 69 dB 70 - 74 dB >= 75 dB Totaal >=55 dB totaal Utrecht
personen
6.012 (5%) 4.351 (3%) 1.903 (2%) 836 (1%) 129 (0%) 13.231 (11%)
13.800 10.000 4.400 1.900 300 30.400
125.399 (100%)
278.000
L night (nachtperiode) klasse woningen
personen
50 - 54 dB 55 - 59 dB 60 - 64 dB 65 - 69 dB >= 70 dB Totaal >=50 dB
4.820 2.707 1.100 234 17 8.878
(4%) (2%) (1%) (0%) (0%) (7%)
11.100 6.200 2.500 500 0 20.300
totaal Utrecht
125.399 (100%)
278.000
StadsOntwikkeling - Afdeling Milieu & Duurzaamheid
gehinderden 1.656 1.900 1.232 760 141 5.689
(1%) (1%) (0%) (0%) (0%) (2%)
waarvan ernstig gehinderd 414 (0%) 600 (0%) 484 (0%) 342 (0%) 69 (0%) 1.909 (1%)
aantal overige geluidsgevoelige gebouwen 29 27 19 7 0 82 772
slaapverstoorden 333 310 150 40 0 833
(0%) (0%) (0%) (0%) (0%) (0%)
aantal overige geluidsgevoelige gebouwen 29 21 9 2 0 61 772
- 16
Industrie L den (etmaalgemiddelde) klasse woningen 55 - 59 dB 60 - 64 dB 65 - 69 dB 70 - 74 dB >= 75 dB Totaal >=55 dB totaal Utrecht
484 0 0 0 0 484
personen
(0%) (0%) (0%) (0%) (0%) (0%)
1.100 0 0 0 0 1.100
125.399 (100%)
278.000
gehinderden 286 0 0 0 0 286
(0%) (0%) (0%) (0%) (0%) (0%)
waarvan ernstig gehinderd 121 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 0 (0%) 121 (0%)
aantal overige geluidsgevoelige gebouwen 1 0 0 0 0 1 772
N.B.: L night wordt niet in beeld gebracht omdat in de nachtperiode geen woningen een geluidbelasting van 50 dB of hoger hebben. Verklaring van de tabellen De tabellen geven per geluidsbron (wegverkeer, railverkeer en industrie) aan hoeveel woningen in een bepaalde geluidsklasse vallen. Daarnaast is het aantal personen vermeld dat hierin woonachtig is. Niet al deze mensen ervaren daadwerkelijk hinder van het geluid. Volgens landelijke cijfers stijgt het aandeel mensen dat hinder ondervindt met de hoogte van het geluidsniveau. In de volgende kolommen is aangegeven hoeveel mensen hinder of erge hinder hebben van het geluid en ook hoeveel procent van de totale Utrechtse bevolking het betreft. In de laatste kolom is het aantal overige geluidsgevoelige gebouwen aangegeven zoals scholen en ziekenhuizen. Behalve de tabellen met de gemiddelde geluidsniveaus (Lden) per etmaal, zijn er tabellen opgenomen met de geluidsniveaus in de nachtperiode (Lnight). De nachtperiode duurt van 23.00 uur in de avond tot 07.00 uur in de ochtend. De Lnight is een maat voor slaapverstoring. De aantallen woningen, personen en gehinderden zijn afgerond op honderdtallen. De overige geluidsgevoelige gebouwen op tientallen. Conclusies Ongeveer 17% (46.900) van de Utrechters ondervindt hinder van geluid. Van die 46.900 mensen is 42% ernstig gehinderd. Dat komt neer op ongeveer 19.500 mensen. Circa 3% van de bevolking van Utrecht (8.200) wordt 's nachts door geluid in hun slaap gestoord. De kaarten en tabellen zijn gemaakt op basis van modelberekeningen van 2006 voor verkeer en geluid en slechts tot op wijkniveau nauwkeurig genoeg voor statistische conclusies. De geluidbelasting van afzonderlijke woningen kan uit deze tabellen niet exact worden afgelezen. De hinderscores zijn gebaseerd op landelijke gemiddelden. Bovendien zijn niet alle typen geluid meegenomen in het onderzoek: geluid als burengerucht of brommers vallen buiten de berekeningen. De cijfers kunnen daarom niet een op een met de resultaten van lokale hinderenquêtes 7 worden vergeleken. Dit maakt het doen van volledige uitspraken over geluidhinder in de stad lastig.
7 Uit de Wijkenmonitor 2009 volgt dat in Utrecht 22,8% van de bevolking geluidsoverlast door verkeer heeft. Dit is 2% overigens minder dan twee jaar eerder.
StadsOntwikkeling - Afdeling Milieu & Duurzaamheid
- 17
Bijlage 2:
Knelpuntlocaties
Uit de geluidskaarten blijkt op welke locaties de woningen zijn gelegen met een hoog geluidsniveau. Na een nadere analyse van de kaarten zijn in combinatie met de gekozen plandrempels de knelpuntsituaties bepaald. Op de volgende kaarten zijn deze locaties met knelpunten weergegeven. De kleurcodering is als volgt:
Primaire assen: Secundaire assen: Overige wegen:
St.Josephlaan Amsterdamsestraatweg N, Weerdsingel WZ, Oudenoord Z, David van Mollemstraat, Draaiweg Amsterdamsestraatweg Z, Egelantierstraat, Royaards van den Hamkade, Acaciastraat, Omloop, Ahornstraat, Loevenhoutsedijk, Oudenoord N, Adelaarsstraat, Willem van Noortstraat, Antonius Matthaeuslaan, Pieter Nieuwlandstraat, Rio Brancodreef
StadsOntwikkeling - Afdeling Milieu & Duurzaamheid
- 18
Primaire assen: Secundaire assen: Overige wegen:
Ds. Martin Luther Kinglaan Vleutenseweg, Spinozalaan Groeneweg, J.P. Coenstraat, Kanaalstraat, Catherijnesingel, Lange Smeestraat, Bleekstraat, Ledig Erf, Tolsteegsingel,Maliesingel, Albatrosstraat, Gansstraat, Lange Janssstraat, Janskerkhof, Nobelstraat, Wittevrouwensingel, v. Heuven Goedhartlaan, Rijnlaan, Jutfaseweg, Constant Erzeijstraat, W.A. Vultostraat
StadsOntwikkeling - Afdeling Milieu & Duurzaamheid
- 19
Primaire assen: Secundaire assen: Overige wegen:
Overige wegen:
Waterlinieweg (Laan v Minsweerd) Biltsestraatweg, Rubenslaan, Stadionlaan, Weg tot de Wetenschap (Enny Vredelaan) Adriaan van Ostadelaan, Jan van Scorelstraat, Nachtegaalstraat, Lunettenbaan, Oosterstraat, Biltstraat, Kapteynlaan, Sartreweg
Meerndijk, Dorpsstraat
StadsOntwikkeling - Afdeling Milieu & Duurzaamheid
- 20
Een aantal knelpunten wordt in het kader van al lopende projecten opgelost of verbeterd. Ds. Martin Luther Kinglaan Het knelpunt Ds. Martin Luther Kinglaan behelst de twee woningen aan het 24 Oktoberplein. Voor deze woningen, die tijdens de kartering in 2006 nog bewoond waren en daarom zijn opgenomen, is een sloopvergunning en een woningontrekkingsvergunning verleend in 2005. Deze twee woningen worden in het kader van de herinrichting van het 24 Oktoberplein gesloopt en zijn nu al onbewoond. Dorpsstraat (Vleuten) De geluidskartering laat zien dat de maximale geluidsbelasting hier 71 dB bedraagt op de "Broederschapshuisjes"; bij de overige knelpunten is het geluidsniveau lager. De route Hindersteinlaan – Dorpsstraat heeft van oudsher een doorgaande functie. De komst van de Verlengde Parkweg heeft tot gevolg dat het doorgaande verkeer een alternatieve route heeft, om Vleuten heen. Dit biedt kansen om de leefbaarheid in het centrum van Vleuten te vergroten. In het kader van het centrumplan Vleuten worden dan ook circulatie- en inrichtingsmaatregelen genomen. Het centrumplan Vleuten wordt de komende jaren uitgevoerd. Mogelijk zijn de belangrijkste wijzigingen al in 2010 gereed. Hiermee wordt de geluidsbelasting naar verwachting voldoende gereduceerd. In het kader van het actieplan geluid worden daarom op deze locatie geen verdere maatregelen meer onderzocht. Loevenhoutsedijk In het kader van de bouwplanontwikkeling ten noorden van de Loevenhoutsedijk is voor de Loevenhoutsedijk al voorzien dat de klinkers worden vervangen door asfalt en op een deel van de Loevenhoutsedijk door een geluidsreducerend wegdek. Hiermee wordt de geluidsbelasting naar verwachting gereduceerd tot op of onder de plandrempel. In het kader van het actieplan worden daarom op deze locatie geen verdere maatregelen meer genomen.
StadsOntwikkeling - Afdeling Milieu & Duurzaamheid
- 21
Bijlage 3:
Overzicht toepasbare maatregelen
Inleiding De meeste geluidsproblemen in de stad worden veroorzaakt door het wegverkeer. De hoogte van het geluidsniveau ter plaatse van een geluidsgevoelige bestemming (woning, school, ziekenhuis) wordt bepaald door: • • • • • • • •
geluidsproductie van een voertuig verkeersintensiteit verkeerssamenstelling (personenauto's, vrachtverkeer) verkeersverdeling gedurende het etmaal (dag, avond, nacht) snelheid wegdekverharding aanwezigheid afschermende of reflecterende objecten positie van de woning ten opzichte van de weg (afstand)
Al deze aspecten kunnen in theorie dus een bijdrage leveren aan de geluidsreductie. Stillere voertuigen en banden Motoren van (vracht-)auto's zijn de laatste jaren steeds stiller geworden. De belangrijkste bron van het wegverkeerslawaai wordt bij hogere snelheden echter gevormd door het band-wegcontact. Vanaf ongeveer 40 km/u overstemt het rolgeluid van de banden het motorgeluid. Het profiel van de band is hierbij, naast het type wegdek, van belang. Er bestaan Europese normen voor de geluidsemissie van banden, maar die leveren nauwelijks verbetering op. De Europese normen voor geluidsemissie van banden worden aangescherpt, maar het duurt nog enkele jaren voor de wijzigingen in werking treden. Utrecht heeft de lobby van Eurocities en de Minister van VROM in Brussel ondersteund om de aanscherping zo spoedig mogelijk in te laten gaan. Op het gebied van stille banden is er de laatste jaren zeker vooruitgang geboekt. Er zijn stillere banden (tot -8 dB t.o.v. de huidige EU-limietwaarde) op de markt, maar door onbekendheid met het product, is er nog steeds weinig vraag naar. Bovendien zijn automobilisten (ten onrechte) bang voor vermindering van de veiligheid en duurzaamheid van de banden. Ook zouden stille banden altijd duurder zijn en een hogere rolweerstand hebben. Onderzoek 8 heeft aangetoond dat dit niet het geval is. Sinds 2005 besteedt de rijksoverheid in voorlichtingsmaterialen aandacht aan stille banden. In mei 2007 ging bijvoorbeeld de campagne 'Het wordt de helft stiller op de weg' van start. Onlangs is er een nieuwe campagne gestart: 'De Nieuwe Band'. Naast het aspect geluid wordt ook aandacht gevraagd voor veiligheid en zuinigheid gekoppeld aan een juiste bandenspanning. Het effect van stille banden is alleen merkbaar als een meerderheid van de voertuigen hiermee is uitgerust. De gemeente Utrecht wil hier daarom lokaal ook aandacht voor vragen. Dit wordt nog nader uitgewerkt in een concreet plan. Andere vormen van verkeer en vervoer Algemeen kan worden gesteld dat elke maatregel die een positief effect heeft op een afname van de verkeersintensiteit ook gunstig is voor geluid. Wel moet daarbij de aantekening worden gemaakt dat er een aanzienlijke reductie van de hoeveelheid verkeer nodig is om enig merkbaar effect te hebben op het geluidsniveau. Om een reductie van 1 dB te halen moet de verkeersintensiteit met ruim 20% worden verminderd. Voor 2 dB is dit 40%. Een halvering van de verkeersstroom (50%) levert 3 dB winst op. In het Actieplan Luchtkwaliteit Utrecht wordt uitgebreid ingegaan op het stimuleren van de fiets en openbaar vervoer als alternatief vervoersmiddel. Met de bouw van P+R’s wordt bijgedragen aan het reduceren van het verkeer afkomstig van buiten Utrecht richting de binnenstad. De afname van de hoeveelheid verkeer door deze maatregelen is beperkt in relatie tot de resterende hoeveelheid verkeer. Het effect van deze maatregelen op de geluidsemissie is dus gering. 8 Final Report SI2.408210 Tyre/Road Noise, FEHRL, 2006.
StadsOntwikkeling - Afdeling Milieu & Duurzaamheid
- 22
Bundeling van verkeersstromen Bij de bundeling van verkeersstromen treedt het effect op dat in een beperkt gebied (vlak langs een belangrijke weg) veel geluid is, maar dat een veel groter gebied gevrijwaard blijft van te veel geluid. Deze methode van bundeling van verkeersstromen is consequent toegepast in Leidsche Rijn. Alle ontsluitingen zijn gebundeld over een beperkt aantal stadsassen en stroomwegen. Deze wegen zijn op een zo groot mogelijke afstand van de woonwijken gehouden. In de woonwijken zelf komen daarom geen grote verkeersstromen voor. Uit de EU-geluidskaarten blijkt duidelijk dat in Leidsche Rijn relatief weinig woningen met een hoge geluidsbelasting liggen. Het verkeersbeleid is hier dus succesvol. Ook in de rest van Utrecht is conform het Gemeentelijk Verkeers- en Vervoersplan (GVVP) en de voorlopers hiervan gekozen voor bundeling op primaire en secundaire assen. Hier is de afstand van de woningen tot de weg echter vaak klein. Langs deze hoofdroutes zijn daarom woningen aanwezig met een zeer hoge geluidsbelasting. Een voorbeeld hiervan is de St. Josephlaan. Verminderen van verkeer met een hoge geluidsemissie Vrachtwagens veroorzaken meer lawaai dan personenwagens. Het weren van vrachtwagens zou dus een bijdrage kunnen leveren aan het verbeteren van de geluidssituatie. Dit heeft echter alleen effect als de vrachtwagens een substantieel deel van het totale wegverkeersgeluid veroorzaken. Als het vrachtverkeer (inclusief bussen) 5% van het totale verkeer uitmaakt, zal het weren van deze wagens een geluidswinst opleveren van circa 1 dB. Is het aandeel vrachtverkeer maar 3% (zoals op veel wegen in Utrecht), dan is de winst nog maar 0,5 dB. Wordt het vrachtverkeer alleen in de avond en nacht geweerd, dan halveert de geluidswinst. Een gedeeltelijke vermindering van de hoeveelheid vrachtverkeer heeft akoestisch gezien nauwelijks effect. Initiatieven om vrachtverkeer in de stad te verminderen, kunnen wel effect hebben op doorstroming en luchtkwaliteit in de binnenstad. Om die reden is de gemeente wel een groot voorstander van dergelijke initiatieven. Een goed voorbeeld hiervan is de Cargohopper voor stedelijke distributie.
Cargohopper Snelheidsbeperking Een verlaging van de rijsnelheid zal in het algemeen een verlaging van de geluidsemissie tot gevolg hebben. Een verlaging van de snelheid van 70 naar 50 km/u zal resulteren in een afname van het geluid met circa 2 dB. Bij een verlaging van 50 naar 30 km/u is de afname van geluid circa 2,5 dB. Geluidsreducerende wegdekken Over geluidsreducerende wegdekken is veel bekend. Dit onderwerp wordt daarom apart beschreven in bijlage 4.
StadsOntwikkeling - Afdeling Milieu & Duurzaamheid
- 23
Geluidsafscherming In de Geluidnota Utrecht is hierover het volgende opgenomen:
Overdrachtsmaatregelen onderzoeken
Het plaatsen van een geluidsscherm of -wal kan een effectief middel zijn om het geluid in de woonomgeving terug te dringen. Geluidsschermen zijn echter alleen mogelijk als er voldoende ruimte tussen de bron en de woningen is. Deze ruimte beperkt zich veelal tot het hoofdverkeerswegennet en bij spoorlijnen. Daarnaast kunnen schermen een ongewenste verkeerskundige of stedenbouwkundige barrière vormen. In de gemeente Utrecht worden overdrachtsmaatregelen daarom alleen onderzocht en afgewogen bij: • •
de aanleg van nieuwe hoofdverkeerswegen, spoorlijnen en de reconstructie van hoofdverkeerswegen en spoorlijnen bij geluidsgevoelige bestemmingen; de bouw van geluidsgevoelige bestemmingen langs de doorgaande autosnelwegen, de Ring Utrecht en de hoofdontsluitingswegen (primaire assen) uit het GVVP en spoorlijnen.
De werking van een scherm is afhankelijk van de vorm, grootte en locatie. Een recht geluidsscherm is effectiever dan een wal van gelijke hoogte. Algemeen geldt dat een scherm het beste werkt wanneer het zo lang en zo hoog mogelijk is. De locatie van het scherm is ook van belang: een scherm staat bij voorkeur zo dicht mogelijk bij de geluidsbron óf zo dicht mogelijk bij de woning. Een scherm halverwege is het minst effectief. Het geluid gaat dan gemakkelijk over het scherm heen, omdat de baan van een geluidspad 'gekromd' is. Een scherm moet voldoende massa hebben en er mogen geen openingen in zitten. Wanneer een scherm te licht wordt uitgevoerd, gaat het geluid er doorheen. Daarom zijn er minimumeisen voor het gewicht en de isolatie van geluidsschermen. Om reflectie van het geluid naar de woningen aan de overzijde van de weg te voorkomen, moeten schermen absorberend worden uitgevoerd. Wanneer er geen ruimte is om een scherm of wal langs de weg aan te leggen, kan gekozen worden voor vliesgevels of voorhangschermen direct voor het gebouw. Een extreme maatregel om geluid af te schermen, is het "inpakken" van de weg. Een deel van de A2 ter hoogte van Oog in Al bijvoorbeeld, wordt over een lengte van 1650 meter overkapt. Ook ondertunnelen is een optie. Momenteel worden plannen uitgewerkt om de weg ter plaatse van het Westplein in een tunnel aan te leggen. Ook een tunnel onder de St. Josephlaan wordt nader onderzocht.
StadsOntwikkeling - Afdeling Milieu & Duurzaamheid
- 24
Bijlage 4:
Geluidsreducerende wegdekken
Inleiding In Nederland wordt al jaren onderzoek gedaan naar stillere wegdekken. Er komen steeds nieuwe typen asfalt op de markt die stiller zijn dan voorheen. Bij de keuze voor een geluidsreducerend wegdek, is het van belang om na te gaan of de gekozen verharding zich leent voor toepassing in een specifieke situatie. Hierbij zijn niet alleen de akoestische eigenschappen belangrijk, maar ook zaken als kosten, duurzaamheid, onderhoud en inpasbaarheid in de gladheidbestrijding. Er kleven ook nadelen aan deze wegdekken: ze zijn vaak duurder in aanleg en het onderhoud. Ook is de levensduur van de meeste stille wegdekken vaak aanzienlijk korter dan die van een standaard dicht asfaltbeton (DAB). Ze zijn namelijk door de poreuze structuur gevoeliger voor rafeling. Vooral in situaties met wringend verkeer (bochten, optrekken en afremmen bij verkeerslichten) kan dit problematisch zijn. Technische geluidsaspecten Er zijn verschillende typen asfalt, elke soort heeft haar eigen geluidskarakteristiek. Elementenverhardingen (klinkers) zijn lawaaiiger dan een standaard dicht asfalt beton (DAB). Een bekende vorm van stil asfalt is ZOAB (Zeer Open Asfalt Beton). Op snelwegen wordt steeds vaker zelfs dubbellaags ZOAB toegepast. Dit wegdek dankt zijn werking aan de absorptie van het geluid in de holtes van het wegdek. Een open asfalt verliest zijn geluidsabsorberende werking als de poriën dichtslibben. Regelmatig reinigen van dit type asfalt is dan ook noodzakelijk. Een ander type stil wegdek is de dunne geluidsreducerende deklaag. Dit type wegdek heeft meestal ook holle ruimten. Daarnaast heeft dit wegdek een fijne oppervlaktetextuur waardoor het stiller is. De geluidsreductie van 'stil asfalt' ten opzichte van nieuw aangelegd dicht asfalt beton is voor verschillende gecertificeerde wegdektypen na uitvoerige praktijkmetingen vastgelegd. De akoestische eigenschap van een wegdek wordt weergegeven met de maat 'Cwegdek' wat de gemiddelde reductie aangeeft ten opzichte van het referentiewegdek (DAB). In de praktijk kan de geluidsreductie door verschillende factoren variëren. Zo zijn de akoestische eigenschappen van de verschillende wegdektypen alleen bepaald voor snelheden van 50 of 70/80 km/u. Bij deze snelheden wordt het geluid in hoofdzaak veroorzaakt door het band-wegdek contact (en niet het motorgeluid). Bij lagere snelheden zal de geluidsreductie ten opzichte van het referentiewegdek dus minder zijn. Op een weg waar ook buiten de spitsuren veel congestie optreedt en langzamer wordt gereden dan circa 35 à 40 km/u, moet dus rekening worden gehouden met een lagere reductie. Uit een recente publicatie 9 blijkt dat de reductie van een dunne geluidsreducerende deklaag bij 30 km/u significant blijft: circa 2 dB (bij 50 km/u is de reductie 4 dB, bij 70/80 km/u 5 dB). Op wegen waar door drukte overdag het verkeer langzamer rijdt en waar de geluidsreducerende werking van stil asfalt overdag dus minder is, kan het wel zinvol zijn dergelijk asfalt aan te brengen als maatregel om slaapverstoring tegen te gaan. Het verkeer kan ’s nachts immers vaak wel doorrijden, waardoor de geluidsreductie ’s nachts aanzienlijk kan zijn. De reductie van geluid door stil asfalt neemt meestal toe bij een hoger percentage holle ruimte en een fijnere korrelsamenstelling. Een hoger percentage holle ruimte betekent echter vaak ook een kortere fysieke levensduur van het wegdek. Door wringend verkeer komen de korrels los en ontstaat er rafeling. Om deze reden is het niet verstandig ZOAB aan te leggen in de stad. De dunne geluidsreducerende deklaag is beter bestand tegen wringend verkeer, maar ook dit type asfalt heeft in meer of mindere mate holle ruimtes en kan dus last hebben van wringend verkeer. Uit recent onderzoek is gebleken dat de achteruitgang van de geluidsreductie over de jaren circa 0,5 dB/jaar bedraagt. Maar gewoon asfalt wordt in de loop van de tijd ook lawaaiiger. Verder moet in aanmerking worden genomen dat een stil wegdek meestal een kortere levensduur heeft zodat er na verloop van tijd weer een nieuw, en dus stil, wegdek wordt aangelegd. Per saldo zal een stil wegdek dus wel een gunstig effect hebben op de geluidssituatie ter plaatse. 9 Handreiking berekenen wegverkeerslawaai bij 30 km/h - Infoblad 965 – CROW.
StadsOntwikkeling - Afdeling Milieu & Duurzaamheid
- 25
Juridische aspecten Er is een onderscheid tussen situaties waar een stil wegdek is gewenst – bijvoorbeeld om bestaande situaties met een hoog geluidsniveau aan te pakken – en nieuwe ontwikkelingen (nieuwe woningen, nieuwe wegen of een reconstructie van een weg) waarvoor harde normen uit de Wet geluidhinder gelden. Het is mogelijk dat een nieuwe ontwikkeling alleen kan worden gerealiseerd wanneer het wegdek ter plaatse wordt vervangen door een geluidsreducerend asfalt. Verder geldt dat wanneer ergens eerder een geluidsreducerend wegdek is aangelegd, er bij vervanging minimaal een akoestisch gelijkwaardige wegdekverharding moet worden aangelegd. Onderstaande figuur geeft aan waar binnen de gemeente stil asfalt ligt of, conform de bestemmingsplaneisen, binnenkort of bij vervanging komt te liggen.
Bestaande en toekomstige locaties met stille wegdekken Het aspect van teruglopende geluidsreductie is juridisch gezien niet van belang omdat er bij planologische procedures altijd van de vaste Cwegdek-correctie mag worden uitgegaan. Deze waarde is voor elk gecertificeerd type asfalt vastgelegd en moet in de berekeningen worden toegepast, ongeacht de werkelijke situatie ter plaatse. Bij 30 km/u wegen is de Wet geluidhinder niet van toepassing. Voor nieuwe ontwikkelingen zoals woningbouw is de keuze voor een wegdek bij dit soort wegen dus niet relevant. 30 km/u wegen liggen meestal in de binnenstad, in woonwijken en in andere verblijfsgebieden. Juist in deze omgevingen wordt, mede vanuit esthetische overwegingen, vaak gekozen voor een klinkerbestrating. Een wegdek van klinkers leidt tot meer lawaai dan een wegdek van asfalt; een klinkerpatroon in halfsteensverband is lawaaiiger dan een keperverband. Overigens zijn er ook stille betonstraatstenen op de markt, die minstens net zo stil zijn als glad asfalt. Allemaal punten die een rol kunnen spelen bij het plannen van (her)bestrating. Civieltechnische aspecten In Utrecht hanteren we als uitgangspunt dat een stille wegdekverharding een gewenste levensduur moet hebben van minimaal 8 jaar. Bij een kortere levensduur is de overlast van het telkens vervangen van het asfalt te groot. Dit uitgangspunt brengt met zich mee dat er situaties zijn waar een stil wegdek (met een relatief hoog percentage holle ruimte) vanwege wringend verkeer niet kan worden toegepast.
StadsOntwikkeling - Afdeling Milieu & Duurzaamheid
- 26
Algemeen betekent dit dat stil wegdek niet mogelijk is: • • • • •
op kruisvlakken (kruispunten) ter plaatse van opstelvakken bij verkeerslichten bij scherpe bochten bij bushaltes langsparkeren
Het laatste punt behoeft een nuancering. Een situatie met parkeervakken direct langs de weg (langsparkeren) heeft zeker wringend verkeer te verduren. Dit kan problemen opleveren. Maar er zijn situaties bekend, zoals in bijvoorbeeld Breda, waar een dunne deklaag er na 8 jaar nog prima bijligt. Nader onderzoek is nodig om het Utrechtse standpunt voor dit aspect te bepalen. Handmatig verwerken van asfalt moet bij de aanleg van een dunne deklaag zo veel mogelijk worden vermeden om een zwakke structuur van het asfalt te voorkomen. Aanwezigheid van putdeksels (van riolering) zijn dan ook in principe niet gewenst hoewel er ook ervaringen zijn zonder schade (Breda). In Den Haag wordt een experimentele oplossing met een metalen plaat toegepast. Het asfalt wordt hier overheen aangelegd waarna het gat naderhand weer wordt uitgeboord. Kleuring van stil asfalt door bijmenging van kleurstoffen (bijvoorbeeld bij fietsstroken) is ongewenst, omdat de sterkte van het asfaltmengsel hierdoor afneemt. Dit leidt tot een snellere slijtage van het asfalt. Eventueel gewenste kleuring kan door toepassen van gekleurde stenen. Aangezien een dunne geluidsreducerende deklaag in de buitenste 20 à 30 cm vanuit de rand het meest kwetsbaar is, is het niet verstandig om smalle wegvakken aan te leggen. Wanneer een stil wegdek wordt overwogen, dient het wegvak minimaal 3,5 meter breed te zijn. Een belasting met veel zwaar verkeer zorgt voor een versnelde achteruitgang van het stille wegdek. Om deze reden is een stil asfalt niet geschikt voor HOV-banen. Dit geldt ook voor wegen op industrieterreinen. Als alternatief kan op locaties met wringend verkeer én een wens voor geluidsreductie gekozen worden voor een SMA 0/5. Dit type asfalt heeft goede civieltechnische eigenschappen en levert een kleine (ca 1 dB) geluidsreductie op ten opzichte van DAB. Uit het voorgaande blijkt dat er verschillende oplossingen zijn voor geluidsreductie in verschillende situaties. De gemeente Utrecht wil voorkomen dat door toepassing van deze verschillende mogelijkheden een grote diversiteit aan soorten wegdek ontstaat in de stad. Dit zou alleen maar leiden tot problemen en hoge kosten voor onderhoud. In de Geluidnota Utrecht is daarom het volgende vastgelegd: bij een afstand van minder dan 250 meter tussen het hart van met verkeerslichten geregelde kruisingen, wordt geen stil wegdek toegepast. Aangezien strikte toepassing van deze regel kan betekenen dat er dan helemaal nergens meer in de stad geluidsreducerend wegdek kan worden gerealiseerd, wordt deze beleidsregel heroverwogen. De genoemde afstand kan korter, tot wel 50 meter, mits dit praktisch en logistiek uitvoerbaar/realiseerbaar is. Bij te weinig volume aan te leggen stil asfalt kan de kwaliteit meestal onvoldoende worden gegarandeerd. En bovendien is dit erg kostbaar. Er moet dus voldoende volume (meerdere stukken) achter elkaar kunnen worden aangelegd om zekerheid te hebben over de kwaliteit. Overigens kan het aanleggen van een klein stukje stil wegdek juridisch gezien soms wel nodig zijn, als het de enige oplossing is om een ontwikkeling mogelijk te maken. Lassen in het stille wegdek dienen zoveel mogelijk te worden vermeden. Daar waar mogelijk moet een overgang naar een ander type asfalt geleidelijk uitgevoerd worden (bijmengen). Dit is logistiek een ingewikkelde opgave. Toepassing van een dunne deklaag kan alleen op een voldoende stijve onderliggende constructie (minimaal 12 cm dik). Dit kan betekenen dat het hele bestaande asfaltpakket eerst tot op het zand moet worden verwijderd en daarna weer opnieuw moet worden
StadsOntwikkeling - Afdeling Milieu & Duurzaamheid
- 27
opgebouwd, om de dunne deklaag te kunnen aanleggen. Bij het bepalen van de kosten en de tijdsduur van de werken moet dit worden meegenomen. Een geluidsreducerend wegdek is zoals eerder gezegd vooral effectief bij hogere verkeerssnelheden. Bij 30 km/u is er nog wel sprake van geluidsreductie, maar de hierboven geschetste civieltechnische belemmeringen zijn bij 30 km/u wegen vaak ook aanwezig. Bij 50 km/u wegen moet van geval tot geval worden bezien of een stil wegdek mogelijk is. Stille wegdekken zijn meestal wel mogelijk op de 70 km/u wegen in de stad. En daar waar dat akoestisch gezien relevant is (woningen in de nabijheid), wordt dit in de toekomst bij vervanging dan ook standaard toegepast. Vanwege de gevoeligheid voor omgevingstemperatuur kan een dunne deklaag niet in de periode tussen november en maart worden aangelegd. Hiermee moet in de planning rekening worden gehouden. Verder is het van groot belang dat de temperatuur van het asfaltmengsel bij aanleg homogeen is. Rafelingen ontstaan als eerste op de locaties waar bij de aanleg van het wegdek verschillen in temperatuur aanwezig zijn. Er is vooralsnog geen algemene bovengrens voor de verkeersintensiteit vastgesteld waarboven stil wegdek niet zou kunnen worden toegepast. De meeste situaties met maximaal 20.000 motorvoertuigen per etmaal per rijstrook zouden wat dit betreft geen probleem mogen zijn. Situaties met extreem veel vrachtverkeer zoals op industrieterreinen zijn niet geschikt voor toepassing van stil wegdek. Aangezien langs deze wegen meestal geen geluidsgevoelige bestemmingen liggen, levert dit geen problemen op. Kostenaspecten Aanleg en onderhoud van een geluidsreducerend wegdek is duurder dan standaardasfalt. De kosten zijn circa 30% hoger dan bij standaardasfalt. Afhankelijk van de situatie moet worden bezien hoe deze extra kosten worden gefinancierd. Wanneer een nieuw woningbouwproject alleen mogelijk kan worden gemaakt met toepassing van stil asfalt voor de deur, kunnen deze extra kosten eventueel worden verhaald op het project. Anders moet het beschikbaar te stellen aanleg- en structureel onderhoudsbudget worden verhoogd. Wanneer een infrastructureel project (aanleg of reconstructie van een weg) alleen door middel van toepassen van stil asfalt binnen de wettelijke grenswaarden valt te realiseren, worden de extra beheerslasten in de financiering van het project verdisconteerd. Bij het vaststellen van het definitieve ontwerp van een weg hoort een beheerparagraaf. Daarin staat vermeld waar en hoe er wordt afgeweken van het standaard beheer en dient aangegeven te zijn wat de (extra) beheerlasten zijn. Dit wordt vergeleken met de huidige situatie en indien noodzakelijk worden de extra gelden door middel van het bestuursadvies geregeld. Conclusie en vervolg Uit het voorgaande kan de conclusie worden getrokken, dat het van belang is om bij planvorming en bij het ontwerp van nieuwe wijken waar de aanleg van stil asfalt wordt overwogen, de (civieltechnische) belemmeringen van dergelijke wegdekken nadrukkelijk mee te wegen. Dit houdt in dat stroomwegen voldoende breed moeten zijn, dat er geen langsparkeervakken aanwezig mogen zijn, dat de kruisingen zo ver mogelijk uit elkaar moeten worden geplaatst, dat een bushalte vlak voor of na een kruising met verkeerslichten moet worden aangelegd en dat er geen riolering met putdeksels ter plaatse van de weg mag zijn. Door rekening te houden met deze aspecten, wordt de aanleg en het beheer van stille wegdekken in nieuwe gebieden aanmerkelijk vereenvoudigd. Geluidsreducerend wegdek wordt nog steeds beter, de ontwikkelingen gaan snel. Daarom is het erg lastig om op dit moment een algemene keuze voor toepassing van stil wegdek in Utrecht te maken. Vooralsnog blijft het nodig de keuze voor al dan niet toepassen van stil wegdek per geval te beoordelen. De in het voorgaande beschreven aandachtspunten, kunnen daarbij als leidraad dienen. Onderhoud van wegen Daar waar mogelijk wil de gemeente Utrecht bij vervanging van het asfalt kiezen voor een stiller wegdek (‘dunne geluidsreducerende deklaag 2’). In dat kader is onderzocht bij welke wegvakken in de komende jaren onderhoud gaat plaatsvinden en waar het nuttig en
StadsOntwikkeling - Afdeling Milieu & Duurzaamheid
- 28
mogelijk is om geluidsreducerend asfalt toe te passen. Hieronder wordt een overzicht van de betreffende wegvakken gegeven. Als basis voor het samenstellen van de lijst van wegvakken is gebruik gemaakt van het Uitvoeringsplan 2008-2011 van de dienst Stadswerken (tekeningnummer 10311.Rio.020.001 d.d. 25 oktober 2007) met de aanduiding "Beheer openbare ruimte". Voor de selectie van wegen zijn twee criteria gebruikt: is er sprake van een knelpuntsituatie en/of geldt er een maximum snelheid van 70 km/u. Dit levert de volgende wegvakken op: • • • • • • • •
Amsterdamsestraatweg (ten noordwesten van de Marnixlaan) Ahornstraat – Omloop NRU (Albert Schweitzerdreef/Karl Marxdreef) Kardinaal de Jongweg Waterlinieweg (Laan van Minsweerd, Tamboersdijk, Koningsweg, Impalastraat) Constant Erzeijstraat - W.A. Vultostraat Rijnlaan Ds. Martin Luther Kinglaan
Enige opmerkingen hierbij: -
-
-
Een deel van de Ds. Martin Luther Kinglaan zal worden voorzien van geluidsreducerend asfalt in het kader van de reconstructie van het 24 Oktoberplein. Het wegdek van de NRU is conform bestuurlijk besluit (juni 2008) op twee delen al van een stil wegdek voorzien. Dit wegdek wordt de komende jaren nauwlettend in de gaten gehouden op kwaliteit en geluidsreductie. Op een deel van de Waterlinieweg (Berenkuil - aansluiting A28) ligt een oud geluidsreducerend wegdek (ZOAB). Op een deel ten zuiden van de aansluiting A28 ligt een proefvak met geluidsreducerend wegdek; dit is nog in goede conditie. Bij vervanging geldt op basis van de Wet geluidhinder de plicht om hier opnieuw een geluidsreducerend wegdek aan te brengen. De geluidskaarten tonen meer wegen waar geluid een knelpunt vormt. Hier hebben we alleen die wegen opgenomen die voorkomen op de onderhoudskaart voor wegdekverhardingen.
Behalve bestaande woningen kunnen ook nieuwe ontwikkelingen een reden zijn om geluidsreducerend wegdek toe te passen. Bij een aantal van bovengenoemde wegen zijn nieuwe ontwikkelingen gewenst, gepland of in uitvoering: • • • •
Amsterdamsestraatweg: Heukelomlob NRU: Gebiedsplan De Gagel Overvecht Kardinaal de Jongweg - Biltse Rading: Veemarkterrein Waterlinieweg: Ridderhoflaan
Rekening houdend met bovenstaande gegevens en opmerkingen zijn er 5 wegvakken waar zowel onderhoudswerkzaamheden gaan plaatsvinden als hoge geluidsniveaus voorkomen of een 70 km/u regime heerst. Bij de volgende wegvakken is een geluidsreducerend wegdek gewenst: • • • • •
Amsterdamsestraatweg 423-747 Ahornstraat - Omloop Kardinaal de Jongweg + Biltse Rading (tot viaduct A27) Waterlinieweg (Prins Hendriklaan - A12) Constant Erzeijstraat - W.A. Vultostraat
StadsOntwikkeling - Afdeling Milieu & Duurzaamheid
- 29
Locaties geluidsreducerend wegdek De extra kosten voor aanleg en onderhoud ten opzichte van een standaard wegdek, inclusief vervroegde vervanging, staan in onderstaande tabel weergegeven. Een standaard wegdek gaat gemiddeld 16 jaar mee. Wegvak Amsterdamsestraatweg N Ahornstraat – Omloop Kardinaal de Jongweg Waterlinieweg Constant Erzeijstraat-W.A.Vultostraat
StadsOntwikkeling - Afdeling Milieu & Duurzaamheid
Benodigd extra budget [€] 1.002.000 363.000 4.306.000 6.056.000 493.000
- 30
Bijlage 5:
Geluidsisolatie – sanering wegverkeer
Het Rijk stelt jaarlijks geld beschikbaar aan de gemeente om geluidhinder, welke veroorzaakt wordt door wegverkeerslawaai, te verminderen. De onderliggende wettelijke regeling is echter beperkt tot alleen díe woningen die op 1 maart 1986 een te hoge geluidsbelasting hadden. Deze woningen komen mogelijk in aanmerking voor gesubsidieerde isolatie tegen geluidhinder door verkeerslawaai. De gemeente heeft sinds begin jaren '80 al een groot aantal woningen geïsoleerd. Hier zal de gemeente ook de komende jaren mee doorgaan als onderdeel van het Investeringsprogramma Stedelijke Vernieuwing (ISV). De uitvoering op langere termijn is mede afhankelijk van het budget dat wij de komende jaren zullen krijgen. De inzet is om de sanering met financiering van het rijk te kunnen afronden en wij lobbyen dan ook bij de rijksoverheid om de saneringsregeling onverkort in stand te houden. Er zijn binnen de gemeente twee categorieën van woningen die potentieel nog voor geluidisolerende maatregelen in aanmerking komen: de zgn. A-lijst, waar woningen met de hoogste urgentie op staan en een lijst met de minder urgente woningen. De potentieel nog te isoleren woningen en de al in uitvoering zijnde/gerealiseerde woningen zijn weergegeven in onderstaande figuur.
Locaties gesaneerde of nog te saneren woningen De woningen op de A-lijst worden het eerst geïsoleerd. De gemeente bepaalt zelf wanneer woningen geïsoleerd zullen worden. De woningen langs de rijkswegen zullen overigens door het rijk worden aangepakt. Als iemand een huis langs een drukke weg wil (ver)bouwen, dan is de eigenaar zelf verantwoordelijk voor een goede geluidsisolatie. In het geval van het aanleggen van een nieuwe weg is de wegbeheerder verantwoordelijk voor de kwaliteit van het geluidsniveau in de woningen. Door de gecombineerde werking van sanering, reguliere woningverbetering en (vervangende)nieuwbouw zal het aantal woningen met een slecht binnenniveau in de loop van de tijd verder afnemen.
StadsOntwikkeling - Afdeling Milieu & Duurzaamheid
- 31
Bijlage 6:
Stille gebieden
Definities en terminologie Stille gebieden zijn gebieden met een laag geluidsniveau die bovendien publiek toegankelijk zijn. Als grenswaarde voor geluid voor een stil gebied wordt vaak 40 dB(A) genoemd. Dit getal wordt ook gehanteerd voor provinciale stiltegebieden. De ‘Handreiking industrielawaai en vergunningverlening’ geeft 40 dB(A) als richtwaarde voor landelijke gebieden. Voor een rustige woonwijk met weinig verkeer geldt een richtwaarde van 45 dB(A). Geluid in een gebied bestaat uit twee componenten: voorgrond- en achtergrondgeluid. Achtergrondgeluid is het vrijwel continu aanwezige geluid, bijvoorbeeld van het wegverkeer in de nabije of verre omgeving (zoals snelwegen), maar ook het geluid van een fontein. Dit geluid vormt een basisgeluidsniveau. Voorgrondgeluiden komen van bronnen in- of direct grenzend aan het gebied. Deze, vaak kortdurende, geluiden bepalen in het algemeen de hoogte van het totale geluidsniveau. Voor het vaststellen van het geluidsniveau in stille gebieden, kan het best worden uitgegaan van het achtergrondgeluid. Dit sluit het beste aan bij de beleving in een stil gebied. Inventarisatie stille gebieden Utrecht stad Een eerste globale inventarisatie van stille gebieden in de stad Utrecht, levert de volgende mogelijke locaties op:
Hofjes binnenstad A. B. C. D. E. F. G. H.
Abraham Dolehof Dorstige Harthof Catharijneconvent Hof bij Vrouwjuttenstraat Zwaansteeg Pieterskerkhof Hof tussen Schalkwijkstraat en Keukenstraat Pandhof (kloostertuin Domkerk)
Parken
1. Park Oog in Al 2. Julianapark 3. Park de Gagel 4. Griftpark 5. Wilhelminapark 6. Lepelenburg 7. Beatrixpark 8. Park Transwijk 9. Park de Hoge Weide 10. Leidsche Rijn Park Op onderstaande kaarten is te zien hoe deze locaties over de stad verspreid zijn.
StadsOntwikkeling - Afdeling Milieu & Duurzaamheid
- 32
Hofjes
Parken
StadsOntwikkeling - Afdeling Milieu & Duurzaamheid
- 33
Geluidsmetingen In een aantal van bovenstaande mogelijk stille gebieden zijn inventariserende geluidsmetingen uitgevoerd. Uit die metingen blijkt dat hofjes in de binnenstad overdag een zeer laag achtergrondniveau geluid hebben. Het continu aanwezige geluidsniveau bedraagt vrijwel altijd minder dan 40 dB(A) (dit geldt wanneer er weinig bezoekers zijn). Dat dit achtergrondniveau geluid zo laag is, komt doordat de hofjes omsloten zijn door gebouwen; een gesloten bouwvorm zorgt voor een goede afscherming van geluiden van buiten. Het voorgrondgeluid in de hofjes kan wat meer variëren. Het wordt voornamelijk bepaald door incidentele geluiden van menselijke oorsprong (stemmen, voetstappen), verkeer (auto's, vliegtuigen) en soms ook door natuurgeluid (vogels). In parken is het geluidsniveau, zowel het achtergrondniveau als het voorgrondniveau, wat hoger. Naast verkeersgeluid, bepalen hier ook stemgeluid, diergeluiden en fonteinen mede het geluidsniveau. De afstand van de meetlocatie ten opzichte van de omringende wegen en eventuele delen van het park bestemd voor recreatieve doeleinden (bijvoorbeeld speelplaatsen), heeft grote invloed om het gemeten geluidsniveau. Een plek met een achtergrondniveau van minder dan 45 dB(A) is meestal wel te vinden in parken die voldoende diep zijn. Bij de singelparken en bolwerken (Zocherpark) zijn dergelijke stille plekken er niet. Op pleinen in de stad heerst altijd een hoog geluidsniveau, onder andere door wegverkeer en mensen die er verblijven. Dit geluidsniveau is hier echter niet storend, het past bij het karakter en de functie van een plein. Omdat de meeste pleinen een recreatieve functie hebben (bijvoorbeeld de terrassen op de Neude), is het niet zinvol om beleid te maken voor het terugdringen van het geluidsniveau op pleinen. Conclusie op basis van de inventariserende geluidsmetingen is dat in de stad de hofjes en de parken veel mogelijkheden bieden voor een rustig verblijf. Het achtergrondniveau geluid in de hofjes is vaak lager dan de richtwaarde voor een landelijk gebied. Het geluidsniveau in de parken is te vergelijken met dat van een rustige woonwijk met weinig verkeer.
StadsOntwikkeling - Afdeling Milieu & Duurzaamheid
- 34
Bijlage 7:
Overig gemeentelijk beleid geluidhinder
Geluidnota Utrecht 2007-2011 De 'Geluidnota Utrecht' bevat het beleid voor het beheersen van geluidhinder bij toekomstige ontwikkelingen. In de nota zijn de randvoorwaarden geformuleerd voor het bouwen op geluidbelaste locaties. Het belangrijkste aandachtspunt bij bouw is de eis van een geluidsluwe gevel. Ook worden in de 'Geluidnota Utrecht' richtwaarden gegeven voor vergunningverlening bij bedrijven. Utrecht heeft veel rustige woonwijken. In die gebieden hanteren we strengere geluidsnormen voor bedrijven. Gemeentelijk Verkeer- en Vervoerplan 2005-2020 (GVVP) Al in 1993 is beleid geformuleerd om het gemotoriseerde verkeer zoveel mogelijk te bundelen op het stedelijk hoofdwegennet (nota 'Hoofdwegennet'). Onderstaande figuur geeft een overzicht van de hoofdstructuur. Hiermee zijn zo groot mogelijke verblijfsgebieden (= 30 km/uur-zones) gecreëerd. Diverse wegen kregen een wijkontsluitingsfunctie in plaats van een stedelijke functie. Bovendien zijn maatregelen getroffen om het doorgaande (stedelijke) verkeer uit de binnenstad te weren. Ondanks alle maatregelen neemt de hoeveelheid autoverkeer nog steeds toe. Deze toename van het verkeer wordt vooral veroorzaakt door autonome groei (economische groei, tweede auto, groei bevolking enz.) en door de stedelijke ontwikkeling van onder meer Leidsche Rijn.
Milieubeleidsplan 2003 - 2008 (MBP) De nadruk in het MBP ligt op kwaliteitsverbetering op het gebied van tien milieuthema's. Eén van die thema’s is geluid. De ambitie voor geluid in het MBP is het realiseren van de geluidskwaliteit die past bij de functies van een gebied. Het doel is om het aantal ernstig geluidgehinderden in 2030 tot een verwaarloosbaar percentage terug te brengen. Een nieuw Milieubeleidsplan is in ontwikkeling.
StadsOntwikkeling - Afdeling Milieu & Duurzaamheid
- 35
Structuurvisie 2015 - 2030 Utrecht ontwikkelt één stad met twee complementaire centra: Utrecht CS (binnenstad en stationsomgeving) en Leidsche Rijn Centrum. Deze twee centra worden onderling verbonden door hoogwaardige infrastructuur en een hoogstedelijk milieu (overkapping A2). Utrecht zet zich in voor behoud van de geluidsluwere gebieden van de stad. Herstructurering van de naoorlogse wijken is van belang voor het vitaal houden van de bestaande stad. Utrecht streeft naar het realiseren van een complete evenwichtige stad. Daarbij is bereikbaarheid onmisbaar voor het draaiend houden van het stedelijk systeem. Bestemmingsplannen (Wet ruimtelijke ordening) Bij strategische beslissingen in de ruimtelijke ordening worden de milieudoelstellingen zo goed mogelijk meegenomen in de afwegingen (naast andere belangen zoals volkshuisvesting, mobiliteit en economie). Dit gebeurt bij de vaststelling van nieuwe plannen zoals voor Leidsche Rijn en het Stationsgebied, maar ook bij de actualisatie van oude bestemmingsplannen. Milieuvergunningen De maximale hoeveelheid geluid die bedrijven (waaronder horeca) mogen voortbrengen, is vastgelegd in landelijk geldende voorschriften (Activiteitenbesluit). Voor grotere bedrijven worden de voorschriften vastgelegd in milieuvergunningen per bedrijf. Controle op naleving van de voorschriften wordt uitgevoerd door de sector Publieke Diensten, afdeling Toezicht en Handhaving en soms door de provincie. Bouwhinder Er zijn plannen om onder de vlag van de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) een landelijke handreiking te ontwikkelen om overlast door bouwen en slopen te beperken. In Utrecht geldt de richtlijn Bouwhinder die op 28 februari 2006 is vastgesteld door het college. Utrecht maakt Nieuwe Energie Utrecht heeft zich tot doel gesteld om in 2030 CO2-neutraal te zijn. De gemeentelijke organisatie wil hierin een voorbeeldfunctie spelen. Daartoe is in het Werkprogramma 2008-2011 onder andere aangegeven dat het huidig onderzoek naar mogelijkheden voor elektrisch aangedreven voertuigen wordt doorgezet. Naast het feit dat elektrisch rijden voordelen heeft voor de luchtkwaliteit, is het ook stil. Op dit moment worden in specifieke situaties waar mogelijk al elektrische voertuigen ingezet, zoals de reinigingsvoertuigen in de binnenstad. Daarnaast wordt ook het gebruik van elektrische auto’s in Utrecht gestimuleerd door het faciliteren van commerciële partijen bij de ontwikkeling van elektrische auto’s en de realisatie van oplaadpunten in Utrecht. Het gebruik van elektrische auto’s door consumenten en bedrijven wordt gestimuleerd. Dit zou bijvoorbeeld kunnen door ontheffingen, gratis parkeren en voorkeursbehandelingen.
StadsOntwikkeling - Afdeling Milieu & Duurzaamheid
- 36
Nota evenementen en festivals in Utrecht: …'t Bruis an alle kant – beleid en actieplan voor de periode 2009-2014 De nieuwe evenementennota besteedt veel aandacht aan maatregelen ter beperking van de overlast en (geluids)hinder. Zo mogen evenementen in de openbare ruimte voorafgaand aan een werkdag maar tot 23:00 uur duren. Er is een aanvullende regel opgesteld om het geluid van zware bastonen tijdens evenementen te reguleren. Naast de gewone grenswaarde voor het geluid is een aparte norm opgenomen voor de lage bastonen. Ook komt er een betere spreiding van evenementen door de hele stad waardoor de druk op de binnenstad niet verder toeneemt. Naar aanleiding van geluidsklachten over aggregaten worden er elektriciteitspunten in de parken aangebracht. Organisaties van evenementen moeten zelf het geluidsniveau in de omgeving meten en daarvan een logboek bijhouden. Voor het indienen van klachten is een 06-nummer (06-20119524) in het leven geroepen dat 24 uur per dag te bellen is. Er kan dan direct worden opgetreden tegen overschrijdingen van de geluidsnormen.
StadsOntwikkeling - Afdeling Milieu & Duurzaamheid
- 37
Bijlage 8:
Burenlawaai
Burenlawaai bederft het woongenot van veel mensen. Beperken van burenlawaai wordt in de 'Algemene Plaatselijke Verordening' (APV) geregeld. In de Utrechtse APV staat (standaardtekst): "Het is verboden toestellen of geluidsapparaten in werking te hebben of handelingen te verrichten op een zodanige wijze dat voor een omwonende of overigens voor de omgeving geluidhinder wordt veroorzaakt." Sinds 1962 bestaat in Nederland een technische norm 'Geluidwering in woningen' (NEN 1070). Van deze norm is in 1997 een herziene versie verschenen. Hierin worden minimum eisen gegeven voor de geluidswering met als doel de geluidhinder in woongebouwen te beperken tot een niveau waarvan verwacht mag worden dat dit in gangbare situaties voor de meeste bewoners net aanvaardbaar is. Bij nieuwbouw controleert de afdeling Frontoffice/Vergunningen de bouwtekeningen. Richtinggevend hierbij is het Bouwbesluit, waarin ook wordt verwezen naar de hierboven genoemde NEN-norm. Op landelijk niveau besteedt het ministerie van VROM aandacht aan burenlawaai. Via de website www.VROM.nl/burenlawaai_online is de 'Handreiking burenlawaai' te downloaden. Deze handreiking heeft als doel intermediairs (zoals gemeente, politie, verhuurders) een handvat te bieden bij het vinden van een oplossing voor burenlawaai. Ook particulieren kunnen op de site informatie vinden die behulpzaam kan zijn bij het oplossen van burenlawaai.
StadsOntwikkeling - Afdeling Milieu & Duurzaamheid
- 38
Bijlage 9:
Brommers en scooters
In het RIVM-rapport 'Hinder door milieufactoren en de beoordeling van de leefomgeving in Nederland Inventarisatie Verstoring 2003' staat dat het lawaai van brommers van alle wegverkeersbronnen nog steeds als het meest hinderlijk wordt ervaren. Het rapport vermeld dat bromfietsen met 19% ernstige hinder op de eerste plaats staan in de top tien van meest hinderlijke geluidsbronnen. Brommers zijn naast veroorzakers van geluidhinder ook de belangrijkste bron van slaapverstoring. Een groot deel van de geluidsproductie van brommers en scooters is terug te voeren op de uitlaat. De wet- en regelgeving is wat dat betreft adequaat. Het rijden op een opgevoerde (en doorgaans luidruchtige) brommer op de openbare weg is bij wet verboden. Handhaving Controle op het geluid van brommers en scooters wordt uitgevoerd door de politie. Hiervoor maakt de politie gebruik van geluidsmeters. Belangrijk voor de handhaving is de invoering van de kentekenregistratie voor brommers. Op het kentekenbewijs staat onder andere het toegestane geluidsvermogen. Kentekenregistratie maakt het mogelijk om overtreders op afstand (bijvoorbeeld via foto’s) te bekeuren. In combinatie met het puntensysteem, waarbij brommerrijders hun rijbewijs kunnen verliezen na herhaaldelijk overtreden van de regels, kan hiermee een deel van de geluidsoverlast van brommers en scooters worden bestreden.
Kentekenplaatje van een brommer met aanduiding toegestane geluidsvolume Scooterteam In Utrecht is, als onderdeel van het regiopolitiekorps, sinds 2000 een scooterteam actief. Dit team van 4 vaste personen voert circa één keer per week controles uit (op twee locaties telkens 4 uur). Het scooterteam controleert o.a. vermogen, verzekering, remmen, stuurinrichting, helm, certificaat, kenteken, banden, geel/oranje plaat, gedraging en geluid. Bij een overschrijding van de grenswaarde tot +4 dB volgt een bekeuring; daarboven volgt inbeslagname van de uitlaat. In de afgelopen 3 jaren zijn er in Utrecht stad jaarlijks gemiddeld 2200 brommer/scooters gecontroleerd. Daarvan heeft 1,6% een bekeuring gekregen voor te veel geluid. Bij 1/3 daarvan (dus op het totaal circa 0,5%) is de uitlaat in beslag genomen. Elektrische scooters Een positieve recente ontwikkeling is de elektrische scooter die met een voorzichtige opmars bezig is. Deze e-scooters maken nauwelijks nog geluid. De aanschafprijs is de laatste jaren steeds lager geworden terwijl de actieradius door verbeterde accutechnieken is gestegen.
StadsOntwikkeling - Afdeling Milieu & Duurzaamheid
- 39
Bijlage 10: Inspraak Bij het opstellen van het actieplan is de openbare voorbereidingsprocedure van afdeling 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht toegepast. Het college heeft op 29 september 2009 het ontwerp Actieplan Geluid Utrecht vastgesteld en vrijgegeven voor inspraak. In de gemeenteberichten van het blad Ons Utrecht/Ons Leidsche Rijn is op 7 oktober kenbaar gemaakt dat het ontwerp gedurende een periode van 6 weken ter inzage lag (van 8 oktober tot en met 18 november). Per brief zijn alle wijkraden apart geïnformeerd en gevraagd eventuele zienswijzen in te dienen. Tijdens een thema-avond op 12 oktober, georganiseerd door Platform Utrechtse Natuuren Milieugroepen, is een toelichting gegeven op het ontwerp Actieplan Geluid Utrecht. Tijdens de inspraakperiode zijn 20 zienswijzen ingediend. De reactie op deze zienswijzen (het zogeheten tweekolommenstuk) is op 1 december door het college vastgesteld (zie hierna). Een bijzondere vorm van inspraak is in deze procedure weggelegd voor de gemeenteraad. Op 3 december heeft de gemeenteraad een raadsinformatieavond gehouden. Tijdens deze avond kon een ieder nog mondeling aan de raad een standpunt kenbaar maken. De raad was in de gelegenheid vragen te stellen aan de insprekers en de wethouder. Op 8 december is het ontwerp Actieplan Geluid Utrecht besproken in de raadscommissie Stad en Ruimte. Tijdens deze zitting zijn enkele toezeggingen gedaan waarover de raadscommissie apart zal worden geïnformeerd. Op basis van de ingekomen zienswijzen en de bespreking in de raad heeft het college het Actieplan Geluid Utrecht definitief vastgesteld op 15 december 2009.
StadsOntwikkeling - Afdeling Milieu & Duurzaamheid
- 40
Samenvatting belangrijkste zienswijzen Actieplan Geluid Utrecht
1
2
3
Zienswijze De invloed van nieuwe en toekomstige infrastructuur is niet meegenomen c.q. er wordt niet op geanticipeerd. Bijvoorbeeld By-pass Thomas à Kempisplantsoen, Spoorlaan en Ring Utrecht. Er is geen aandacht voor overlast van heien, airco's op bussen, aggregaten bij renoveren werven, waarschuwingssignalen in de tram en bij oversteekplaatsen, brommers en scooters, evenementen. Het geluid van spoor en rijkswegen wordt te makkelijk afgeschoven op het Rijk. De gemeente zou meer invloed bij het Rijk moeten uitoefenen.
4
Er is een conflict tussen stille gebieden en het gebruik en de ontwikkelingen in de stad (evenementen, "Spoorlaan").
5
Combineer geluidsisolatie voor woningen met thermische isolatie
Reactie Het Actieplan Geluid vloeit voort uit de Europese Richtlijn Omgevingslawaai die vertaald is in de Wet geluidhinder. Daarin is aangegeven dat eerst de bestaande geluidssituatie in de stad in beeld moet worden gebracht (in de vorm van geluidskaarten 2006/2007). Na het maken van de geluidskaarten moet er vervolgens een actieplan worden opgesteld om de bestaande knelpunten te verbeteren. Toekomstige activiteiten vallen niet onder de Richtlijn. Het Actieplan Geluid vloeit voort uit de Europese Richtlijn Omgevingslawaai die vertaald is in de Wet geluidhinder. Het gaat daarbij formeel alleen om het geluid van wegverkeer, railverkeer en grote industrie. Het geluid van andere geluidsbronnen valt daar niet onder. Voor de meest genoemde bronnen geldt andere beleid of regelgeving.
De gemeente probeert voortdurend invloed uit te oefenen bij Prorail en Rijkswaterstaat. Deze beïnvloeding is veelal gekoppeld aan (spoor)wegaanpassingsbesluiten en valt daarom niet onder de reikwijdte van het Actieplan Geluid. Uit deze separate aanpassingsbesluiten kunnen ook wettelijk verplichte maatregelen volgen ter beperking van het geluid. Maar de gemeente kan het Rijk niet verplichten bovenwettelijke maatregelen te treffen. De parken in Utrecht worden gebruikt voor evenementen en tijdens dergelijke festiviteiten zal het er niet stil zijn. Maar veel parken kunnen op andere momenten wel worden gebruikt voor stille recreatie. De gemeente wil de parken voor verschillende doelgroepen aantrekkelijk maken en niet voor slechts één aspect geschikt laten zijn. Bepaalde parken bieden nu onevenredig vaak plaats aan evenementen. Eén van de doelen van het evenementenbeleid is om ook andere parken geschikt te maken waardoor de geluidshinder meer evenredig wordt verspreid. De invloed van de verbindingsweg op de geluidssituatie in het Julianapark zal bij de ruimtelijke besluitvorming van deze weg worden onderzocht en meegewogen . De energiesubsidie is een stimuleringsregeling waarbij slechts een gedeelte van de investering in het huis gefinancierd kan worden. De regeling geldt alleen voor particulieren; de gemeente kan deze niet aanvragen. De eigenaren dienen zelf eerst een investering te doen en kunnen daarna pas subsidie aanvragen waarbij ze moeten aantonen dat aan de eisen is voldaan. Het geluidsisolatieprogramma waaraan al sinds de jaren '80 wordt gewerkt, is een wettelijke verplichting van de overheid. De benodigde geluidswerende voorzieningen worden in de meeste gevallen (indien er géén achterstallig onderhoud is) geheel vergoed door de gemeente Utrecht die hiervoor gelden van het Rijk ontvangt. Hierdoor kan iedereen meedoen en is het deelnemerspercentage hoog. Verder is het van belang te weten dat geluidsisolatie alleen betrekking heeft op geluidsgevoelige ruimten zoals slaapen woonkamers en alleen plaatsvindt aan de geluidsbelaste zijde van de woning. Om energiesubsidie te krijgen moet meestal de gehele woning worden aangepakt (gevel, dak, vloer). Wat de gemeente wel doet is de eigenaren en
StadsOntwikkeling - Afdeling Milieu & Duurzaamheid
- 41
Zienswijze
6
7
Utrecht laat te weinig ambitie zien om daadwerkelijk wat aan de geluidsoverlast in de stad te doen. De plandrempel van 71 dB voor primaire assen wordt vergeleken met andere steden te hoog bevonden. Er kan meer stil asfalt worden aangelegd.
8
Het aanleggen van 30 km/u gebieden moet worden versneld.
9
Het Actieplan Geluid Utrecht en het ALU zouden meer op elkaar moeten worden afgestemd. Zorg voor een integrale benadering voor de stad.
10
Zorg voor afremmen groei verkeer in plaats van het aanleggen van nieuwe wegen / nieuw asfalt.
Reactie bewoners informeren over de mogelijkheden van het aanvragen van energiesubsidie. Vaak leidt dit initiatief ertoe dat eigenaren extra investeren in hun woning. De plandrempel 71 dB geldt alleen voor een zeer beperkt aantal grote doorgaande wegen. De secundaire wegen hebben net als bij de meeste andere gemeenten een plandrempel van 68 dB. Het grote verschil is dat de gemeente Utrecht voor veruit de meeste gebieden een plandrempel van 65 dB hanteert. Dat is ambitieuzer dan veel andere gemeenten Stil asfalt is nog steeds in ontwikkeling. Er zijn inmiddels goede maar ook minder positieve ervaringen bekend. De gemeente wil voorkomen dat stil asfalt op locaties wordt neergelegd waar het binnen 8 jaar al is versleten. Bijvoorbeeld op kruisingen; dat leidt tot te hoge onkosten en schaadt de betrouwbaarheid van het verkeersnetwerk. De gemeente past stil asfalt daarom bij voorkeur alleen toe wanneer de zekerheid bestaat dat het minimaal 8 jaar meegaat. Het instellen van 30 km/u gebieden in de stad is op veel plaatsen beoogd maar er kan nu nog niet worden aangegeven op welke termijn dit zal worden uitgevoerd. Een dergelijke maatregel houdt meer in dan alleen het plaatsen van een enkel verkeersbord. De inrichting van de openbare ruimte moet worden aangepast waardoor een lagere snelheid als het ware wordt afgedwongen. Hierbij kan worden gedacht aan verkeersdrempels en obstakels waaromheen gereden moet worden (slalom). De uitvoering is afhankelijk van financiële middelen. De relatie tussen het AGU en ALU is zeker aanwezig; het Actieplan Geluid verwijst dan ook naar de positieve effecten die het ALU kan hebben voor bepaalde knelpunten op het gebied van geluid. Er moet wel bij worden vermeld dat het hier twee verschillende wettelijke kaders betreft. Ook de looptijd van de plannen verschilt. Het Actieplan Geluid kent een cyclus van 5-jaar (om de 5 jaar moeten er nieuwe geluidskaarten en actieplannen worden opgesteld). De doorwerking en afstemming van het ALU met het nu voorliggende Actieplan Geluid is nog enigszins beperkt. De effecten van de in het ALU voorgestelde maatregelen kunnen daarom mogelijk pas bij een volgende cyclus in meer detail nader worden onderzocht. Door het aantrekkelijk maken van alternatieven zoals OV, fietsen en P&R kan de groei van het verkeer worden afgeremd. Dit is een belangrijk aspect van het Actieplan Luchtkwaliteit. De keuze voor meer of minder asfalt wordt niet gemaakt in het kader van dit Actieplan Geluid Utrecht. De besluitvorming hierover vindt op meerdere bestuurslagen plaats en daarbij worden ook andere belangen dan alleen geluid meegewogen.
StadsOntwikkeling - Afdeling Milieu & Duurzaamheid
- 42
Zienswijzen Actieplan Geluid Utrecht 2009 Nr. 1.
Indiener Bram de Goede
Zienswijze Graag aandacht voor geluidsoverlast van aggregaten bij bouwactiviteiten in de stad, onder andere bij het renoveren van de werven. Is er een oplossing voor de sterk vervuilende en lawaai veroorzakende activiteiten, kan dat niet schoner en stiller?
Antwoord Het Actieplan Geluid Utrecht vloeit voort uit de Europese Richtlijn Omgevingslawaai die vertaald is in de Wet geluidhinder. Daarin is aangegeven dat eerst de bestaande geluidssituatie in de stad in beeld moet worden gebracht (dit is weergegeven in geluidskaarten). Het gaat daarbij formeel alleen om het geluid van wegverkeer, railverkeer en grote industrie. Het geluid van bouwactiviteiten valt daar niet onder. Na het maken van de geluidskaarten moet er vervolgens een actieplan worden opgesteld om de bestaande knelpunten te verbeteren. Toekomstige activiteiten vallen niet onder de Richtlijn.
2.
Olivier Wendelaar
De grootste lawaaiveroorzaker in de Jan van Scorelstraat is de gemeente zelf. De bus en dan met name de airco zorgt voor veel overlast. Een maatregel die gemist wordt in het plan is de overstap bij het vervangen van bussen op een elektrische bus, en pas de huidige bussen aan zodat een acceptabel geluidsniveau wordt gehaald.
StadsOntwikkeling - Afdeling Milieu & Duurzaamheid
Wij begrijpen de vrees voor een mogelijk geluidsprobleem met betrekking tot het geluid van aggregaten die bij de renovatie van de werven wordt gebruikt. De aannemers moeten echter voldoen aan vastgestelde normen op basis van de Circulaire Bouwlawaai. Deze zijn in de bestekseisen opgenomen. Een aannemer moet een geluidsplan aanleveren met informatie over de geluidsproductie van het in te zetten materieel. Het aspect geluid is hiermee dus een belangrijk aandachtspunt voor de gemeente. Door de aard van de werkzaamheden zal enige overlast voor omwonenden niet te voorkomen zijn bij het uitvoeren van deze voor de stad noodzakelijke renovatie. Het Actieplan Geluid Utrecht vloeit voort uit de Europese Richtlijn Omgevingslawaai die vertaald is in de Wet geluidhinder. Daarin is aangegeven dat eerst de bestaande geluidssituatie in de stad in beeld moet worden gebracht (dit is weergegeven in geluidskaarten). Het gaat daarbij formeel alleen om het geluid van wegverkeer, railverkeer en grote industrie. Het verkeersgeluid moest op een wettelijk voorgeschreven manier worden berekend. Het gaat daarbij dan alleen om het rijgeluid. Het geluid van de airco's op de bussen valt daar niet onder. Verder is de GVU geen gemeentelijk bedrijf meer maar sinds 1 januari 2007 een 100% dochteronderneming van busbedrijf Connexxion.
- 43
Nr. 3.
Indiener Olivier Wendelaar
4.
Olivier Wendelaar
5.
Ronald van Loon
Zienswijze Verbied open airco's/koelinginstallaties aan buitenmuren die 365 dagen per jaar 24 uur per dag aan staan.
Antwoord Ondernemers moeten zich houden aan wettelijk voorgeschreven eisen voor het geluidsniveau. In de praktijk blijkt vaak dat het geluid van de koeling (en afzuigingen) de meest dominante geluidsbronnen zijn en regelmatig voor klachten van omwonenden zorgen. Onze handhavers zullen het bedrijf onderzoeken en aan de hand van metingen bepalen of er aan de regels wordt voldaan.
Ook voor particulieren geldt bovenstaande eis (zie ook paragraaf 6.2 in het Actieplan Geluid Utrecht). Verspreid lawaai eerlijker over Het volledig "eerlijk" verspreiden van wijken, nu concentreert lawaai lawaai over de stad is niet mogelijk. zich op punten waar bushaltes, Overigens kan door de concentratie van geluid op de ene plaats er rust en stilte op schoolpleinen, glasbakken en andere locaties worden gecreëerd. winkels zijn. Of neem aanvullende maatregelen om De gemeente isoleert woningen enkel huizen op dit soort punten tegen geluid als het wegverkeerslawaai beter te isoleren. boven bepaalde waarden uitkomt. Dit is onderdeel van een wettelijk saneringsprogramma. Het Actieplan Geluid Utrecht vloeit voort In het plan wordt een uit de Europese Richtlijn Omgevingslawaai expliciete aanpak van een die vertaald is in de Wet geluidhinder. belangrijke bron gemist. De Hierin is aangegeven dat eerst de openbaarvervoersector maakt bestaande geluidssituatie in de stad in gebruik van beeld moet worden gebracht (dit is waarschuwingssignalen die weergegeven in geluidskaarten). Het gaat luid en schril zijn. daarbij formeel alleen om het geluid van Ondanks het belang van deze wegverkeer, railverkeer en grote industrie. signalen is het volume en met Het verkeersgeluid moest op een wettelijk name de reikwijdte en voorgeschreven manier worden berekend. toonsoort vaak buitensporig. Daarnaast brengt de frequentie Het gaat daarbij dan alleen om het rijgeluid. Het geluid van een zeer hoge mate van waarschuwingssignalen bij het sluiten van irritatie met zich mee. deuren valt daar niet onder. Andere waarschuwingsignalen zoals bij oversteekplaatsen vallen geheel buiten de context van de wet. Niettemin kan de gemeente zich voorstellen dat mensen hinder ondervinden van deze geluiden. Zoals in de zienswijze is aangegeven, hebben deze signalen inderdaad een belangrijke functie; niet alleen voor blinden, ook voor zienden. Daarbij geldt dat het signaal ook voor slechthorenden voldoende moet opvallen.
StadsOntwikkeling - Afdeling Milieu & Duurzaamheid
- 44
Nr. 6.
7.
Indiener Zienswijze Stichting Klank Een vraag n.a.v. de (Riek Westerhof) inventarisatie van stille plekken: hoe luidt jullie definitie, of kan een globale aanduiding volstaan?
Stichting Klank In het AGU wordt een (Riek Westerhof) duidelijke visie op "stille gebieden" gemist. Een technische benadering met decibellenformules is te beperkt. Een breder soort benadering is te vinden in het belevingsonderzoek in Amsterdam. Stichting Klank Stille gebieden compenseren (Riek Westerhof) geluidsoverlast. Te veel lawaai in de woonomgeving is een van de belangrijkste gezondheidsklachten. Investeren in stille gebieden in de stad zou op termijn kostenbesparend kunnen zijn.
Antwoord Voor het begrip "stille plekken" is nog geen vaste definitie opgesteld. Wel kan in zijn algemeenheid worden aangegeven dat stille plekken openbaar toegankelijk moeten zijn. Bij voorkeur ook voor minder valide mensen. Verder is uit onderzoek in Amsterdam gebleken dat deze gebieden pas door mensen als zodanig worden gewaardeerd wanneer zij groen, schoon en sociaal veilig zijn. In het vervolgonderzoek zal nader op de definitiekwestie worden ingegaan. In het vervolgonderzoek zullen veel meer potentiële stille gebieden worden onderzocht. Bij die inventarisatie zal zeker gebruik worden gemaakt van de pilotstudie die in Amsterdam is uitgevoerd.
Eerst worden volgend op het Actieplan Geluid Utrecht de stille gebieden geïnventariseerd. Daarna kan worden bezien of aanvullend beleid gewenst is. De relatie tussen kostenbesparing in het kader van gezondheidszorg en de investering in stille gebieden kan momenteel met de bestaande kennis nog worden gekwantificeerd. Het is geen eis om stille gebieden te 9. Stichting Klank Op blz.13 in het AGU lezen we (Riek Westerhof) dat de schrijvers niet zover gaan beschermen. Pas wanneer zij per gemeentelijke verordening als zodanig zijn om de stille gebieden te aangewezen, moeten zij bij de beschermen. Maar de Europese Richtlijn uit 2002 vereist plannen geluidskartering verplicht in beeld worden gebracht en moet er bij een actieplan om stille gebieden te aandacht aan worden besteed. Wat dat beschermen tegen een toename betreft hanteert de gemeente Utrecht een van geluidshinder (zie pag. 3 iets andere aanpak. Stille gebieden zijn VROM publicatie). belangrijk en die wil de gemeente dan ook Graag wil de stichting horen en koesteren en zo veel mogelijk beschermen. lezen dat die richtlijn wordt gevolgd. Het voert vooralsnog te ver om stille 10. Stichting Klank Kunnen stille gebieden in het gebieden een speciale status te geven wat (Riek Westerhof) centrum niet net als bomen kan leiden tot een uitbreiding van regels. beschouwd worden als monumenten? 11. Stichting Klank Denk creatief als het gaat om het Na het vervolgonderzoek waarin de stille gebieden worden geïnventariseerd, zal de (Riek Westerhof) interesseren van stadsbewoners uitkomst actief aan een zo groot mogelijk voor een zorgvuldige omgang met geluidsvolumes. Kijk hierbij publiek kenbaar worden gemaakt. Hierbij zal ook de waarde van stilte in de stad naar het voorbeeld van de stad worden benadrukt waarmee de Linz in Oostenrijk die de stadsbewoners worden geïnformeerd over akoestische ruimte heeft een zorgvuldige omgang met ongewenst uitgeroepen tot een politiek geluid. onderwerp. 8.
StadsOntwikkeling - Afdeling Milieu & Duurzaamheid
- 45
Nr. Indiener 12. Stichting de Minstroom Erven (J. Groen, G.J. Cats)
13. Sebastiaan Hoogstadt, Liesbeth Verhagen
Zienswijze De Minstroom Erven (het groen rondom de Minstroom in Abstede) moet worden meegenomen in de lijst van stille gebieden.
Antwoord Onderdeel van het Actieplan Geluid Utrecht is dat er een onderzoek zal worden gestart om de bestaande stille plekken van de stad te inventariseren en bekend te maken. De lijst die in bijlage 6 van het Actieplan Geluid Utrecht staat beschreven, betreft slechts een eerste inventarisatie van mogelijk stille plekken. Er zijn er uiteraard veel meer.
Inmiddels is al voorzichtig gestart met het vervolg van de inventarisatie. Het gebied van de Minstroom Erven is bij deze inventarisatie inderdaad al opgevallen en daar zal dan ook zeker binnenkort een geluidsmeting plaats gaan vinden. Voor het aspect industrielawaai is een Het is duidelijk dat de bestrijding van geluidsoverlast plandrempel vastgesteld van 60 dB. De een belangrijk onderwerp is in hoogst toelaatbare geluidsbelasting die de stad Utrecht. Er is gezien de wordt veroorzaakt door alle bedrijven op industrieterrein Lage Weide bij elkaar is op inspanningen verbazing over de gevel van de woningen aan de het motorcross terrein vlakbij Amsterdamsestraatweg maximaal 55 dB. Zuilen op de Isotopenweg op Het motorcrossterrein mag daar volgens Lage Weide, waarvan intensief gebruik wordt gemaakt. Het is de milieuvergunning niet meer geluid maken dan 50 dB (exclusief correctie voor hemelsbreed nog geen 200 meter verwijderd van een dicht het tonale geluid). Deze waarde valt daarmee ruim binnen de plandrempel en bebouwde woonwijk. Het is de situatie is daarom niet bestempeld als teleurstellend dat in het AGU knelpunt. de geluidshinder van dit terrein buiten beschouwing wordt gelaten. Gevraagd wordt Dit wil niet zeggen dat er geen hinder in het nabijgelegen woongebied is. Het om kritisch te kijken naar het kenmerkende geluid van een crossmotor is geluid van deze recreatieve zeer duidelijk hoorbaar en zorgt daarmee activiteit en voor deze geluidsoverlast maatregelen te sneller voor hinder. nemen. Een motorcrossterrein hoort overigens volgens de Wet geluidhinder thuis op een industrieterrein dat in het bestemmingsplan is aangewezen voor grote lawaaimakers. Lage Weide is zo'n industrieterrein. Het bevoegd gezag is in dit geval de provincie Utrecht. Bij klachten kunt u daar terecht voor een verzoek om handhaving van de geluidsvoorschriften uit de milieuvergunning.
StadsOntwikkeling - Afdeling Milieu & Duurzaamheid
- 46
Nr. Indiener 14. Christiaan Heijne
Zienswijze De gemeente geeft aan stil asfalt te ambiëren, maar dat de kosten te hoog zouden zijn omdat het maar ongeveer acht jaar mee gaat. Verderop in het plan staat dat in Breda al meer dan acht jaar met succes stil asfalt ligt.
15. Christiaan Heijne
Er zijn twijfels of de stad echt stiller wordt van stille banden voor het eigen wagenpark.
16. Christiaan Heijne
Bij stiller vervoer wordt in het plan de tram gemist. Waarom komt er alleen een tram om de zuid en niet ook een tram via de Maliespoorbaan een aftakking richting de Biltstraat die daar dan aftakt richting uithof en terug gaat via het Jans Kerkhof richting Utrecht Centraal? Heeft de gemeente een idee van het positieve effect dat dit kan hebben op de Burgemeester Reigerstraat e.o., en op de verkeersoverlast? In het plan staat dat de gemeente met het isoleren van woningen wacht tot het moment dat iemand gaat (ver)bouwen, zodat diegene er dan zelf verantwoordelijk voor is. Dit is de omgekeerde wereld de gemeente onttrekt zich van haar verantwoordelijkheid.
17. Christiaan Heijne
StadsOntwikkeling - Afdeling Milieu & Duurzaamheid
Antwoord Stil asfalt is nog steeds in ontwikkeling. Er zijn inmiddels goede, maar ook minder positieve ervaringen bekend. De gemeente wil voorkomen dat stil asfalt wordt neergelegd op een locatie waar het binnen 8 jaar al is versleten. Bijvoorbeeld op kruisingen; dat leidt tot te hoge onkosten en schaadt de betrouwbaarheid van het verkeersnetwerk. De gemeente past stil asfalt daarom bij voorkeur alleen toe wanneer de zekerheid bestaat dát het minimaal 8 jaar meegaat. Dat dit op specifieke locaties mogelijk moet zijn, leert inderdaad de ervaring van de gemeente Breda. Overigens heeft de gemeente Utrecht al op meerdere locaties stil asfalt toegepast. Een overzicht is te vinden in het kaartje op pagina 26 van het Actieplan Geluid Utrecht. Het zal inderdaad niet veel stiller worden in de stad wanneer het hele gemeentelijke wagenpark op stille banden gaat rijden. Maar de gemeente vindt het wél belangrijk om het goede voorbeeld te geven en daar aandacht voor te vragen. Wanneer iedere automobilist op stille banden zou gaan rijden, wordt het de helft (3 dB) stiller op de weg. Het is nog niet zo dat trams geen of weinig lawaai maken. Er zijn wel stillere uitvoeringen dan bijvoorbeeld de trams in Amsterdam maar echt stil is ook deze vorm van vervoer niet. Een tram heeft wel een positief effect op de hoeveelheid in te zetten bussen waarmee het per saldo stiller zou kunnen worden. Dit is ook beter voor de luchtkwaliteit. Momenteel wordt er binnen de gemeente Utrecht onderzoek gedaan naar een uitgebreider tramnetwerk.
Er staat in het Actieplan Geluid Utrecht niet dat de gemeente wacht met isoleren totdat een bewoner zijn of haar huis verbouwt. Er worden vele woningen per jaar geïsoleerd en daar wordt gewoon mee door gegaan. Wanneer iemand zelf het initiatief neemt voor de bouw van een woning (bijvoorbeeld een planontwikkelaar) op een lawaaiige locatie, dan heeft deze initiatiefnemer op grond van het Bouwbesluit zelf de verantwoordelijkheid voor een adequate geluidsisolatie. Dit geldt ook voor de verbouwing van een bestaande woning.
- 47
Nr. Indiener 18. Wijk C-Komitee (Ben Nijssen & Hillie Smidts)
19. Wijk C-Komitee (Ben Nijssen & Hillie Smidts)
Zienswijze Het comité heeft de huidige situatie voor geluidshinder en de geluidsplannen van de vier grote steden met elkaar vergeleken. Rotterdam staat op 1 met het grootste aantal geluidsgehinderden, maar toont meer ambitie om geluidsniveaus omlaag te brengen. Daardoor zal Utrecht over vier jaar de meest lawaaierige stad van Nederland zijn. Het comité zou graag zien dat Utrecht meer ambitie toont en minimaal dezelfde maximale plandrempel als de overige grote steden gaat hanteren (68 dB). Lawaai van o.a. evenementen, brommers en scooters worden ten onrechte niet meegerekend in het Actieplan Geluid Utrecht. De Europese richtlijn RL 2002/49/EG geeft een bredere definitie van omgevingslawaai. Hieronder wordt ongewenst of schadelijk geluid buitenshuis dat door menselijke activiteit wordt veroorzaakt, verstaan inclusief lawaai dat wordt voortgebracht door vervoermiddelen, wegverkeer, spoorwegverkeer, luchtverkeer en locaties van industriële activiteiten als beschreven in bijlage I van Richtlijn 96/61/EG van de Raad van 24 september 1996 inzake geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging (2) Ook wordt er in het Actieplan Geluid Utrecht geen beeld geschetst van de geluidseffecten van de gebrekkige handhaving van de geluidsnormen in het algemeen en met name bij horecabedrijven.
StadsOntwikkeling - Afdeling Milieu & Duurzaamheid
Antwoord In de zienswijze wordt alleen de maximale plandrempel van Utrecht genoemd. De 71 dB geldt alleen voor een zeer beperkt aantal grote doorgaande wegen. De secundaire wegen hebben net als bij de meeste andere gemeenten een plandrempel van 68 dB. Het grote verschil is dat de gemeente voor veruit de meeste gebieden een plandrempel van 65 dB hanteert. Dat is ambitieuzer dan veel andere gemeenten. Verder moet in ogenschouw worden genomen dat het percentage geluidsgehinderden in de stad maar beperkt wordt bepaald door het aantal mensen in de hoogste geluidsklassen. Juist in de klassen tussen 55 en 65 dB bevindt zich het grootste aantal geluidsgehinderden. De Europese Richtlijn Omgevingslawaai moest door de lidstaten worden vertaald in nationale wetgeving. In Nederland is dat gebeurd door het toevoegen van een extra hoofdstuk in de Wet geluidhinder. In de Wet geluidhinder is in artikel 118 lid 2 gedefinieerd dat de geluidsbelastingskaarten betrekking moeten hebben op het geluid van wegen, spoorwegen en inrichtingen (bedrijven). Ook is in de wet aangegeven dat het actieplan op deze zelfde geluidsbronnen betrekking moet hebben. In het Besluit Omgevingslawaai is vervolgens nog nader gespecificeerd van welke bedrijven het geluid in beeld moet worden gebracht. Het betreft alleen het geluid afkomstig van gezoneerde industrieterreinen en bedrijven die volgens hun milieuvergunningen 55 dB of meer bij woningen (mogen) veroorzaken. In het Actieplan Geluid Utrecht is in bijlage 9 aandacht besteed aan brommers en scooters. In bijlage 7 is kort uiteen gezet dat het geluid afkomstig van evenementen is behandeld in de Nota evenementen en festivals in Utrecht. Handhaving van geluidsnormen (ook bij horeca) wordt uitgevoerd door de afdeling Toezicht en Handhaving. Naar aanleiding van klachten worden er geluidsmetingen verricht. Doorgaans worden daarna door de bedrijven maatregelen getroffen om binnen de normen te blijven.
- 48
Nr. Indiener 20. Wijk C-Komitee (Ben Nijssen & Hillie Smidts)
Zienswijze Stiltegebieden moeten meer gekoesterd worden en geluidshinder door evenementen in het Actieplan Geluid Utrecht dient te worden meegenomen. Utrecht stelt in het AGU de stiltegebieden die de stad heeft te willen koesteren. Het gaat hierbij om de hofjes in de binnenstad en de parken in de stad. Wat betreft de parken is dit streven niet consequent. De parken worden regelmatig gebruikt voor evenementen, maar over evenementengeluid is niets opgenomen in het Actieplan Geluid Utrecht.
Antwoord In bijlage 7 is kort uiteen gezet dat het geluid afkomstig van evenementen is behandeld in de Nota evenementen en festivals in Utrecht. Deze Nota is dit jaar voor de komende 5 jaar vastgesteld. De parken in Utrecht worden inderdaad gebruikt voor evenementen en tijdens dergelijke festiviteiten zal het er natuurlijk niet stil zijn. Maar veel parken kunnen op andere momenten worden gebruikt voor stille recreatie. De gemeente wil de parken voor verschillende doelgroepen aantrekkelijk maken en niet voor slechts één aspect geschikt laten zijn.
Bepaalde parken bieden nu onevenredig vaak plaats aan evenementen. Eén van de doelen van het evenementenbeleid is om ook andere Met deze hoge jaargemiddelde parken geschikt te maken waardoor de geluidshinder meer evenredig wordt geluidsniveaus in parken kan moeilijk gesproken worden van verspreid. stiltegebieden. De raadpleging 2008 van de Wijkraad Binnenstad heeft ondermeer uitgewezen dat 10% van de binnenstadsbewoners overweegt te verhuizen vanwege het lawaai van evenementen. Per 1-1-2009 zijn de geluidseisen bij evenementen echter zelfs versoepeld. Voorheen was bepaald dat LAmax < 80 dB(A) in de nieuwe evenementennota is dat verlaagd naar LAeq < 80 dB(A). Dit betekent een verhoging van het lawaai met ca 10 dB(A). Het Actieplan Geluid Utrecht 21. Buurtcomité kent ten aanzien van de Schepenbuurt (Colin Beekman) Schepenbuurt grote omissies. Op de geluidskaart is de bypass tussen de Cartesiusweg en de Hogeweidebrug niet meegenomen.
StadsOntwikkeling - Afdeling Milieu & Duurzaamheid
Het Actieplan Geluid Utrecht vloeit voort uit de Europese Richtlijn Omgevingslawaai die vertaald is in de Wet geluidhinder. Daarin is aangegeven dat eerst de bestaande geluidssituatie in de stad in beeld moet worden gebracht (dit is weergegeven in geluidskaarten). Dat is in juni 2007 gebeurd waarbij, zoals wettelijk voorgeschreven, de gemiddelde geluidssituatie van het jaar 2006 in beeld is gebracht. Op basis van díe situatie moest vervolgens een actieplan worden opgesteld. In 2006 was de genoemde by-pass nog niet aanwezig en komt daarmee ook niet voor op de geluidskaarten. In de volgende karteringsperiode (die elke 5 jaar wordt herhaald) in 2012 zal de by-pass te zien zijn.
- 49
Nr. Indiener 22. Buurtcomité Schepenbuurt (Colin Beekman)
Zienswijze In het Actieplan Geluid Utrecht wordt niet geanticipeerd op het effect van de verkeersstroom over de (nog aan te leggen) Spoorlaan, via de Cartesiusweg en de by-pass naar het (nog aan te leggen) aantrekkelijke Leidsche Rijn Centrum. Deze verkeersstroom zal een aanzienlijke toename van verkeerslawaai voor de Schepenbuurt langs leiden. De effecten zijn net zoals bij het ALU ten onrechte niet meegenomen. De verdubbeling van het spoor 23. Buurtcomité zal leiden tot meer treinen en Schepenbuurt (Colin Beekman) meer geluidsoverlast. De gemeente dient de leefbaarheid van de Schepenbuurt serieus te nemen en zich sterk te maken voor een geluidscherm bij ProRail. Hierover dient een uitspraak te staan in het Actieplan Geluid Utrecht.
Antwoord Het Actieplan Geluid Utrecht gaat alleen in op "bestaande" situaties (2006) en niet over het mogelijk effect van toekomstige plannen.
De verantwoordelijkheid voor het nemen van maatregelen langs spoorwegen ligt bij het Rijk (Prorail). In het kader van de verbreding van het spoor zullen door Prorail aanvullende geluidsmaatregelen ter plaatse worden getroffen. Deze maatregelen zullen bestaan uit aanpassingen aan de brug, het plaatsen van raildempers en geluidsschermen. Dit proces wordt door de gemeente nauwlettend gevolgd en gecontroleerd. De gemeente vindt het van zeer groot belang dat op deze door het spoor hoogbelaste locatie de juiste maatregelen worden getroffen. Dit hele proces valt echter buiten het kader van het Actieplan Geluid Utrecht en wordt om die reden ook niet genoemd. Zoals in hoofdstuk 2 van het Actieplan De gemeente dient het 24. Buurtcomité Geluid Utrecht staat beschreven, is de geluidsniveau onder de Schepenbuurt (Colin Beekman) spoorbrug te verlagen, dit kan gemeente van mening dat het niet erg is wanneer iemand een keer kortdurend voor fietsers zware geluidsoverlast veroorzaken en langs een lawaaiige locatie moet fietsen. de gezondheid aantasten. Deze Het geluidsniveau onder een brug kan bij maatregel is van belang gezien een treinpassage inderdaad flink hoog zijn. Maar het is zeer vraag of dit de de planning om een gezondheid kan aantasten. In een korte hoofdfietsroute over de tijd kan pas vanaf 120 dB gehoorschade Keulsekade te maken. optreden. Zulke niveaus worden op deze locatie niet gehaald. In de Schepenbuurt zijn verschillende Waarom zijn er geen 25. Buurtcomité geluidsmaatregelen in het plan woningen die aan een hoog geluidsniveau Schepenbuurt worden blootgesteld. Het geluid van het (Colin Beekman) voorgesteld voor de Schepenbuurt voor de plekken spoor is een verantwoordelijkheid van Prorail waar de gemeente overigens wel waar de overlast hoger is dan invloed op uitoefent. Het verkeer op de de geldende normen. Thomas à Kempisweg zorgt bij sommige Daarbij moet eerst al het woningen ook voor een relatief hoog mogelijke gedaan worden om geluidsniveau. Deze weg is echter de bron van geluidsoverlast aangewezen als primaire as waarmee het aan te pakken. Isolatie van een belangrijke verkeersfunctie heeft. De huizen mag alleen een laatste plandrempel langs deze weg ligt hier dan middel zijn. ook wat hoger. Bij de woningen langs de Thomas à Kempisweg komen geen overschrijdingen van de plandrempel voor.
StadsOntwikkeling - Afdeling Milieu & Duurzaamheid
- 50
Nr. Indiener 26. Wijkraad West (Pieter Smit, Mathilde Krusevan Geffen)
27. Wijkraad West (Pieter Smit, Mathilde Krusevan Geffen)
28. Wijkraad West (Pieter Smit, Mathilde Krusevan Geffen)
Zienswijze De belangrijkste bron voor geluidshinder is het verkeerslawaai. Het is dan ook belangrijk om vooral die maatregelen op te pakken die tegelijkertijd luchtkwaliteit, ruimtedruk, geluidshinder, verbruik fossiele energie en bereikbaarheid aanpakken. Dat betekent bevorderen van de verschuiving naar een schone, stille en duurzame vorm van mobiliteit. Belangrijke bron voor geluidshinder zijn de rijks- en provinciale wegen en spoorwegen. De gemeente Utrecht is niet verantwoordelijk voor die wegen. Toch missen we in het Actieplan Geluid Utrecht de stappen die de gemeente neemt om er voor te zorgen dat andere overheden en Prorail hun verantwoordelijkheden nemen en zorgen voor effectieve maatregelen. De wijkraad waardeert de toezegging van wethouder De Bondt tijdens de bewonersavond in de Schepenbuurt op 12 november jl. dat ze bij Prorail de geluidsoverlast zal aankaarten die de buurt ervaart bij de spoorbrug over het Amsterdam-Rijnkanaal. De wijkraad blijft graag op de hoogte van de ontwikkelingen hieromtrent. Als het goed is zal de ondertunneling van de A2 voor Utrecht West een belangrijke vermindering van de geluidsoverlast opleveren. Toch is er de indruk dat de verkeersoverlast in Utrecht West wordt onderschat. Welke normen zijn gehanteerd voor (de woningen langs) de doorgaande route door de woonwijken in Utrecht West (Pijperlaan, J.Haydnlaan, Lessinglaan, Cartesiusweg)? Is hier uitgegaan van primaire, secundaire of overige panden? Bij de ambitie van de gemeente om het aantal vervoersbewegingen op de Pijperlaan, J.Haydnlaan, Lessinglaan terug te brengen
StadsOntwikkeling - Afdeling Milieu & Duurzaamheid
Antwoord Deze doelstelling wordt door de gemeente onderschreven en sluit goed aan bij het in ontwikkeling zijnde Milieubeleidsplan van de gemeente Utrecht. Het project "Utrecht maakt nieuwe energie", waarin de gemeente initiatieven ontplooit om elektrisch vervoer te stimuleren, past ook goed bij deze doelstelling.
De verantwoordelijkheid voor het nemen van maatregelen langs rijks- en spoorwegen ligt inderdaad bij het Rijk (respectievelijk Rijkswaterstaat en Prorail). De gemeente houdt in het kader van alle infrastructurele aanpassingen de gevolgen voor geluid altijd nauwlettend in de gaten en controleert de rijksoverheid of zij voldoet aan de wettelijke eisen. In het kader van de verbreding van het spoor ter hoogte van de Schepenbuurt zullen door Prorail geluidsmaatregelen worden getroffen. Deze maatregelen zullen bestaan uit aanpassingen aan de brug, het plaatsen van raildempers en geluidsschermen. Dit proces wordt door de gemeente nauwlettend gevolgd en gecontroleerd.
De doorgaande route door de woonwijken in Utrecht West bestaat deels uit een secundaire as en deels een primaire as conform het Gemeentelijk Verkeers- en Vervoerplan (GVVP). De Pijperlaan, J.Haydnlaan, Lessinglaan en Spinozaweg zijn secundair; hiervoor is een plandrempel van 68 dB aangehouden. De Thomas à Kempisweg en Cartesiusweg zijn primair; hier geldt een plandrempel van 71 dB. Pas wanneer deze wegen daadwerkelijk zijn gewijzigd in een wijkontsluitingsweg en het GVVP is aangepast, zal in een volgend actieplan (over 5 jaar) bij gelijkblijvende systematiek, mogelijk een andere plandrempel worden gehanteerd. Het Actieplan Geluid Utrecht vloeit voort uit de Europese Richtlijn Omgevingslawaai die vertaald is in de Wet geluidhinder. Daarin is aangegeven dat eerst de
- 51
Nr.
Indiener
29. Wijkraad West (Pieter Smit, Mathilde Krusevan Geffen)
30. Wijkraad West (Pieter Smit, Mathilde Krusevan Geffen)
Zienswijze naar die van een wijkontsluitingsweg past de ambitie voor ‘overige’ panden. Onduidelijk is of er rekening is gehouden met de in het ALU voorspelde groei van het autoverkeer. De geluidshinder is een extra reden om druk te houden op de beperking van vrachtverkeer door Oog in Al (en andere woonwijken.) In Utrecht West zijn relatief veel woningen waar geluidsbeperkende maatregelen gewenst zijn maar die nog niet op de A-lijst staan (Vleutenseweg, Oog in Al, en Kanaalstraat) Er zijn twijfels over de snelheid waarmee de gewenste maatregelen worden uitgevoerd gezien de beperkte beschikbare financiële middelen. Ook zijn er twijfels of de goede normen zijn gehanteerd om de urgentie van de maatregelen vast te stellen. De gemeente dient na te gaan op welke manier maatregelen genomen kunnen worden om meer woningen in Utrecht op meerdere terreinen tegelijkertijd te verbeteren: geluidsisolatie, energieneutraal, verbetering van de kwaliteit van het binnenmilieu.
StadsOntwikkeling - Afdeling Milieu & Duurzaamheid
Antwoord bestaande geluidssituatie in de stad in beeld moet worden gebracht (dit is weergegeven in geluidskaarten). Dat is in juni 2007 gebeurd waarbij, zoals wettelijk voorgeschreven, de gemiddelde geluidssituatie van het jaar 2006 in beeld is gebracht. Op basis van díe situatie moest vervolgens een actieplan worden opgesteld. Eventuele voorspelde groei valt buiten dit kader. Woningen die op de A-lijst staan zijn wettelijk beschreven als woningen die in 1986 een zekere te hoge geluidsbelasting hadden en die voor een bepaalde wettelijk gestelde termijn gemeld moesten zijn bij het Rijk. Daarna is door middel van een besluit van het Ministerie van VROM (de zogeheten "Megabeschikking") de A-lijst formeel vastgesteld. Hierna waren geen wijzingen meer mogelijk. Er kunnen dus geen nieuwe woningen op de A-lijst komen. De gemeente ontvangt per jaar een budget om woningen te isoleren. Bij het bepalen van de volgorde zal mede worden gekeken naar de in het Actieplan Geluid Utrecht beschreven knelpuntlocaties. De Vleutenseweg wordt in dat kader in paragraaf 5.2.3 met name genoemd. Het geluidsisolatieprogramma, waaraan al sinds de jaren '80 wordt gewerkt, is primair een wettelijke verplichting van de rijksoverheid. De benodigde geluidswerende voorzieningen worden in de meeste gevallen (indien er géén achterstallig onderhoud is) geheel vergoed door de gemeente Utrecht die hiervoor gelden van het Rijk ontvangt. Hierdoor kan iedereen meedoen en is het deelnemerspercentage hoog. Verder is het van belang te weten dat geluidsisolatie alleen betrekking heeft op geluidsgevoelige ruimten zoals slaap- en woonkamers en alleen plaatsvindt aan de geluidsbelaste zijde van de woning. Voor thermische isolatie moet meestal de gehele woning worden aangepakt (gevel, dak, vloer). De gemeente informeert de eigenaren en bewoners over de mogelijkheden van het aanvragen van energiesubsidie. Vaak leidt dit initiatief ertoe dat eigenaren extra investeren in hun woning.
- 52
Nr. Indiener 31. Gerard Cats
32. Gerard Cats
33. Gerard Cats
Zienswijze Er worden in het Actieplan Geluid Utrecht te weinig acties voorgesteld. De actie "het instellen van onderzoek" moet gekoppeld worden aan een vervolgactie. Het plan mag ambitieuzer zijn.
Antwoord Pas als er uit een onderzoek (bijvoorbeeld een onderzoek naar het toepassen van lage geluidsschermen) naar voren komt dat bepaalde maatregelen effectief, praktisch uitvoerbaar en financieel haalbaar blijken, zal worden besloten of deze daadwerkelijk zullen worden uitgevoerd. Hiervoor moet steeds afzonderlijk een financiële dekking worden gevonden waardoor het nu nog niet mogelijk is toezeggingen te doen. Bovendien zijn de gehanteerde De gemeente heeft voor een beperkt aantal normen weinig ambitieus, waar wegen gekozen voor een plandrempel van 71 dB. Voor het grootste deel van de stad andere steden een geldt 65 dB als plandrempel. plandrempel van 68 dB Rijkswaterstaat heeft overigens meer hanteren, is het College tevreden als het geluid op een mogelijkheden om het geluid te bestrijden. Dubbellaags ZOAB en hoge aantal wegen in de stad onder geluidsschermen zijn binnen in een stad 71 dB blijft. Zelfs langs zelden uitvoerbaar. snelwegen gelden veel hogere eisen (Rijkswaterstaat hanteert een plandrempel van 65 dB). De gezondheidseffecten moeten meer meegewogen worden in het beleid. De energiesubsidie is een Pagina 10: “woningisolatie stimuleringsregeling waarbij slechts een De uitvoering op langere termijn is mede afhankelijk van gedeelte van de investering in het huis gefinancierd kan worden. De regeling geldt de rijksbudgetten die wij de komende jaren zullen krijgen.” alleen voor particulieren; de gemeente kan deze niet aanvragen. De eigenaren dienen Geluidsisolatie geeft in het zelf eerst een investering te doen en algemeen ook een betere warmte-isolatie. Voor warmte- kunnen daarna pas subsidie aanvragen waarbij ze moeten aantonen dat aan de isolatie zijn ook andere voorwaarden is voldaan. Het subsidies beschikbaar, geluidsisolatieprogramma, waaraan al bijvoorbeeld tot 25% door de sinds de jaren '80 wordt gewerkt, is provincie. Kunnen deze twee primair een wettelijke verplichting van de gecombineerd worden, zodat rijksoverheid. De benodigde beide isolatieprogramma’s geluidswerende voorzieningen worden in versneld worden? de meeste gevallen (indien er géén achterstallig onderhoud is) geheel vergoed door de gemeente Utrecht die hiervoor gelden van het Rijk ontvangt. Hierdoor kan iedereen meedoen en is het deelnemerspercentage hoog. Verder is het van belang te weten dat geluidsisolatie alleen betrekking heeft op geluidsgevoelige ruimten zoals slaap- en woonkamers en alleen plaatsvindt aan de geluidsbelaste zijde van de woning. Om energiesubsidie te krijgen moet meestal de gehele woning worden aangepakt (gevel, dak, vloer). De gemeente informeert de eigenaren en bewoners over de mogelijkheden van het aanvragen van energiesubsidie. Vaak leidt dit initiatief ertoe dat eigenaren extra investeren in hun woning.
StadsOntwikkeling - Afdeling Milieu & Duurzaamheid
- 53
Nr. Indiener 34. Gerard Cats
35. Bewonersoverle g Lunetten (H.J.M. van Kruysdijk)
36. Bewonersoverle g Lunetten (H.J.M. van Kruysdijk)
37. Bewonersoverle g Lunetten (H.J.M. van Kruysdijk)
Zienswijze Op pagina 19 moet het deel van de Maliesingel tussen de Tolsteegsingel en de Oosterstraat ook worden vermeld. Dit deel ontbreekt ook in de lijst op pagina 12. De geluidskaart wegverkeer in het Actieplan Geluid Utrecht laat zien dat in een groot deel van de wijk hoge geluidsniveaus voorkomen door overlast van de verkeerswegen. Het is terecht dat een aantal woningen in Lunetten die volgens de codering tot de A-lijst horen als eerste worden gesaneerd. Er is onduidelijkheid of de woningen in Lunetten die tot de A-lijst behoren door de gemeente of door de rijksoverheid worden gesaneerd. De gemeente Utrecht neemt geen extra maatregelen om het geluid van railverkeer of rijkswegen te beperken, ondanks dat onderkend wordt dat het geluid buitenshuis ook van belang is voor de leefsituatie. De gemeente moet haar eigen bevolking beschermen tegen een continu hoog geluidsniveau. BOL verzet zich tegen het idee dat de gemeente geen invloed kan uitoefenen op de keuzes van Prorail en Rijkswaterstaat.
De geluidsmuur rondom de wijk, die in eigendom is van de gemeente, is niet toereikend en wordt niet goed onderhouden. De dijk waarop de muur staat is verzakt waardoor openingen zijn ontstaan.
StadsOntwikkeling - Afdeling Milieu & Duurzaamheid
Antwoord De Maliesingel staat inderdaad op de knelpuntenkaart maar abusievelijk niet in de lijst. Dit zal in het definitieve Actieplan Geluid Utrecht worden aangepast. De woningen in Lunetten die vermeld staan op de kaart in bijlage 5, zijn blijkens de legenda benoemd als "nog te saneren" en níet "nog te saneren van A-lijst". De woningen zijn onderdeel van de zogeheten B-lijst. De bronbeheerder, in dit geval Rijkswaterstaat, is verantwoordelijk voor de geluidsaspecten van de rijkswegen. Dus ook voor de sanering. Rijkswaterstaat heeft overigens zelf een actieplan geluid opgesteld. De gemeente Utrecht heeft daarop een zienswijze ingediend waarin aangedrongen wordt op een krachtiger bronbeleid.
Op grond van de Wet geluidhinder ligt de verantwoordelijkheid voor het nemen van maatregelen en het opstellen van actieplannen voor de rijksinfrastructuur (rijkswegen en spoorlijnen) bij het Rijk. De gemeente probeert voortdurend invloed uit te oefenen bij Prorail en Rijkswaterstaat. Deze beïnvloeding is veelal gekoppeld aan (spoor)wegaanpassingsbesluiten en valt daarom niet onder de reikwijdte van het Actieplan Geluid Utrecht. Zo probeert de gemeente, rekeninghoudend met de beperkte ruimte die de wetgeving biedt, de belangen van de burgers te waarborgen in Tracébesluiten (spoorverbreding VleutenGeldermalsen) en Wegaanpassingsbesluiten (o.a. Ring Utrecht). Uit deze separate aanpassingsbesluiten kunnen ook wettelijk verplichte maatregelen volgen ter beperking van het geluid. Maar de gemeente kan het Rijk niet verplichten bovenwettelijke maatregelen te treffen. Het is uiteraard niet de bedoeling dat er openingen in een geluidsafscherming ontstaan. De gemeente zal actie (laten) ondernemen om de ontstane openingen, indien akoestisch relevant, te dichten.
- 54
Nr. Indiener 38. PLU (Trudie Jongkind)
39. PLU (Trudie Jongkind)
Zienswijze De gemeente geeft als voornaamste reden voor het maken van dit Actieplan Geluid Utrecht dat hiermee wordt voldaan aan regelgeving op Europees niveau. Mogelijk is dit een van de redenen dat het plan voldoet als nota, maar weinig ambitie toont.
Antwoord Voor bouwlawaai (onder andere het geluid van heien) bestaat al gemeentelijk beleid; verwoord in de nota Bouwhinder – grenzen aan hinder voor omwonenden door bouw/sloopwerkzaamheden van februari 2006. Ook voor evenementen is onlangs nog een nieuwe beleidsnota afgerond. Aan het geluid van motoren en bromfietsen kan de gemeente weinig doen. De Rijksdienst voor het wegverkeer (RDW) is verantwoordelijk Het AGU gaat bijna alleen in op voor de toelating van voertuigen op de weg. Geluid is één van de aspecten die het geluid van autoverkeer, daarbij worden gecontroleerd. De politie treinen en grote industrieën. zorgt voor de handhaving. In Utrecht is het Dit is jammer, want er zijn in Scooterteam van het regiopolitiekorps de stad immers vele andere actief die bromfietsen controleert op de categorieën van geluidsproductie. geluidsbronnen, waarvan de vele evenementen in de openbare ruimte er slechts een is. Naast het geluid van het toenemende aantal particuliere airco’s als extra, had ook kunnen worden gedacht aan alle herrie van motoren en bromfietsen, en van geluiden uit de bouw zoals heien en het gebruik van zware machines, die op de stedelijke geluidskaart ook een grote rol spelen. Wij missen een aanpak in het AGU ten aanzien van deze geluidsbronnen. Vooral omdat Utrecht de komende 15 tot 20 jaar nog vele grote bouwprojecten te realiseren heeft. Gezien de ernst van de situatie De plandrempel van 71 dB geldt alleen is het onjuist en onbegrijpelijk voor een zeer beperkt aantal grote doorgaande wegen. De secundaire wegen dat het AGU voor de grote primaire assen als plandrempel hebben net als bij de meeste andere gemeenten een plandrempel van 68 dB. 71 dB hanteert terwijl de drie Het grote verschil is dat de gemeente voor overige grote steden in de veruit de meeste gebieden een Randstad de hoogste plandrempel van 65 dB hanteert. Dat is geluidsdrempel op maximaal ambitieuzer dan veel andere gemeenten. 68 dB hebben vastgesteld. Verzocht wordt om ook in De St. Josephlaan en de Laan van Utrecht het uiterste maximum bij 68 dB te leggen. De situatie Minsweerd zijn inderdaad grote aan de Laan van Minsweerd en knelpunten zoals ook is weergegeven in het Actieplan Geluid Utrecht. Ook bij de de Josephlaan is eigenlijk gekozen plandrempel van 71 dB. mensonwaardig.
StadsOntwikkeling - Afdeling Milieu & Duurzaamheid
- 55
Nr. Indiener 40. PLU (Trudie Jongkind)
41. PLU (Trudie Jongkind)
Zienswijze Voor geluidsoverlast langs de Utrechtse wegen wordt in grote lijnen het GVVP gevolgd, waar het Utrechtse verkeersnet hiërarchisch is onderverdeeld. Op primaire assen geldt een maximum van 71 dB, op secundaire assen (ontsluitingswegen) is het maximum 68 dB en op overige wegen 65 dB. In het nieuwe stadsdeel Leidsche Rijn is de wettelijke geluidsgrens bepaald op 63 dB. Hier is van het begin af aan preventief rekening gehouden met geluidshinder. Bij alle vormen van meer grootschalige herstructurering, zoals bij het Merwedekanaal en het Veemarktterrein dienen dit soort ambities zoveel mogelijk worden nagestreefd. Het voorkomen van ernstige geluidshinder hoort tot de belangrijkste ontwerpeisen bij stedelijke herontwikkeling. En dat ook bij vormen van nieuwe verstedelijking van begin af aan moet worden gedacht aan stille, geluidsluwe ontmoetingsgebieden. In het kader van de besluitvorming rond de 'Ring Utrecht' hebben Rijks- en regiobestuurders besloten tot een forse verbreding van nagenoeg al het asfalt rond de stad. Het autogebruik rond, van en naar Utrecht wordt gestimuleerd en dit zal tot een toename van het verkeer in de stad leiden. In het definitieve AGU moeten de effecten van deze keuze integraal worden doorgerekend en gepresenteerd. De gemeente dient aan te geven op welke wijze zij aan alle gestelde doelen kan beantwoorden en hoeveel dat gaat kosten. Uiteraard gaan wij er van uit dat u niet nog meer wegen in de 71 dB categorie zult schuiven, maar dat ook voor primaire assen 68 dB als maximum zal moeten gelden.
StadsOntwikkeling - Afdeling Milieu & Duurzaamheid
Antwoord Het is inderdaad mogelijk om een goed akoestisch klimaat te scheppen als er bij nieuwe ontwikkelingen van het begin af aan rekening wordt gehouden met de preventie van geluid. De Geluidnota Utrecht 2007 gaat over nieuwe ontwikkelingen. Daarin heeft het aspect van luwe gevels een prominente plaats. Het Actieplan Geluid Utrecht richt zich alleen op bestaande knelpunten.
Het Actieplan Geluid Utrecht vloeit voort uit de Europese Richtlijn Omgevingslawaai die vertaald is in de Wet geluidhinder. Daarin is aangegeven dat eerst de bestaande geluidssituatie in de stad in beeld moet worden gebracht (dit is weergegeven in geluidskaarten). Dat is in juni 2007 gebeurd waarbij, zoals wettelijk voorgeschreven, de gemiddelde geluidssituatie van het jaar 2006 in beeld is gebracht. Op basis van díe situatie moest vervolgens een actieplan worden opgesteld. In 2006 was de 'Ring Utrecht' nog niet aanwezig en maakt daarom ook geen onderdeel uit van het Actieplan Geluid Utrecht. Het Actieplan Geluid Utrecht gaat niet over het mogelijk effect van toekomstige plannen. Deze zullen te zijner tijd moeten worden getoetst aan de dan geldende wettelijke eisen.
- 56
Nr. Indiener 42. VvE Bartoklaan (L. Mevissen)
43. VvE Bartoklaan (L. Mevissen)
44. VvE Bartoklaan (L. Mevissen)
Zienswijze Het Actieplan Geluid Utrecht spreekt geen ambitie uit om werkelijk iets te doen aan de geluidshinder door het binnenstedelijk wegverkeer. De plandrempels zijn voor verschillende wegtypen zo hoog gekozen dat het lijkt alsof er geen knelpunten zijn. Terwijl uit de geluidskaarten blijkt dat bij deze en lagere geluidsbelasting bij zeer veel inwoners van Utrecht geluidshinder wordt ondervonden. De volgens deze plandrempels gedefinieerde knelpunten worden niet met maatregelen in het Actieplan Geluid Utrecht opgelost.
Antwoord Het klopt dat er bij lagere niveaus dan de gekozen plandrempels bij veel bewoners ook nog geluidshinder wordt ondervonden. Door de keuze van deze plandrempels wordt echter wel duidelijk waar de grootste problemen zich voordoen zodat de gemeente zich daar eerst op kan focussen.
Het oplossen van alle knelpunten is binnen de looptijd van dit Actieplan Geluid Utrecht niet realistisch. Met de beperkte middelen en door zoveel als mogelijk aan te sluiten bij andere projecten probeert de gemeente de knelpuntsituaties te verbeteren. Het aantrekkelijk maken van alternatieven Het is begrijpelijk dat er zoals OV, fietsen en P&R is een belangrijk beperkte mogelijkheden zijn voor geluidsafscherming of stil aspect van het Actieplan Luchtkwaliteit. Dit staat in het Actieplan Geluid Utrecht als asfalt, maar voor het terug dringen van het autoverkeer in zodanig ook vermeld in bijlage 3 waarbij het effect voor geluid als beperkt wordt de stad bestaat ook vanuit andere belangen een duidelijke bestempeld. noodzaak. Uit het ALU blijkt dat de gemeente hiervoor diverse mogelijkheden ter beschikking heeft. Door verkeersmaatregelen en het aantrekkelijker maken van alternatieve vervoersmiddelen. Het afremmen van de groei van het autoverkeer wordt gemist in het Actieplan Geluid Utrecht.
StadsOntwikkeling - Afdeling Milieu & Duurzaamheid
- 57
Nr. Indiener 45. VvE Bartoklaan (L. Mevissen)
46. H.C. van Kats
Zienswijze Ondanks de beleidslijn om autoverkeer te concentreren op enkele hoofdassen vindt er toch nog veel (sluip)verkeer plaats door de wijken. Zo is de Bartoklaan en in het verlengde daarvan de Mozartlaan een aantrekkelijke sluiproute voor autoverkeer dat de drukte van de Weg der Verenigde Naties en de Beneluxlaan/PHL-laan wil ontwijken. Neem de maatregel om gebieden sneller in te richten als 30 km per uur gebieden op het AGU. De afname van rijsnelheid en verkeersdrukte binnen de wijken, komt niet alleen ten goede aan het woongenot maar ook aan de veiligheid (spelende kinderen en fietsroutes) en oversteekbaarheid. Tevens zal dit de kwaliteit van het park Oog in Al ten goede komen.
Er wordt speciale aandacht gevraagd voor de relatie AGU en ALU.
StadsOntwikkeling - Afdeling Milieu & Duurzaamheid
Antwoord Het sluipverkeer door Oog in Al is uitgebreid aan de orde gekomen in het Wijkverkeersplan West. Een pakket van maatregelen is ontworpen om de sluiproute zo onaantrekkelijk mogelijk te maken. Het instellen van een 30 km/u gebied in de Bartoklaan is beoogd maar er kan nu nog niet worden aangegeven op welke termijn dit zal worden uitgevoerd. Een dergelijke maatregel houdt meer in dan alleen het plaatsen van een enkel verkeersbord. De inrichting van de openbare ruimte moet worden aangepast waardoor een lagere snelheid als het ware wordt afgedwongen. Hierbij kan worden gedacht aan verkeersdrempels en obstakels waaromheen gereden moet worden (slalom). De uitvoering is afhankelijk van financiële middelen. Op de Mozartlaan, die nu (nog) geen 30km/u weg is, liggen meerdere verkeersdrempels die het verkeer al dusdanig remmen dat er nauwelijks harder dan 30 km/u kan worden gereden. Het hier instellen van een 30 km/u regime zal naar verwachting dan ook niet tot een sterke verbetering op deze weg leiden. De relatie tussen het AGU en ALU is zeker aanwezig; het Actieplan Geluid Utrecht verwijst dan ook naar de positieve effecten die het ALU kan hebben voor bepaalde geluidsknelpunten. Er moet wel bij worden vermeld dat het hier twee verschillende wettelijke kaders betreft. Ook de looptijd van de plannen verschilt. Het Actieplan Geluid Utrecht kent een cyclus van 5-jaar (om de 5 jaar moeten er nieuwe geluidskaarten en actieplannen worden opgesteld). De doorwerking en afstemming van het ALU met het nu voorliggende Actieplan Geluid Utrecht is nog enigszins beperkt. De effecten van de in het ALU voorgestelde maatregelen kunnen daarom mogelijk pas bij een volgende cyclus in meer detail nader worden onderzocht.
- 58
Nr. Indiener 47. H.C. van Kats
Zienswijze Wanneer spoorwegen en autowegen in elkaars nabijheid worden gebracht is het op zijn minst goed te benoemen wat het effect is van toekomstige maatregelen of ingrepen in de stad. Er wordt aandacht gevraagd voor de voornemens van de gemeente voor de aanleg van een ontsluitingsweg vanaf de A2 via industrieterrein Cartesiusweg langs de Isotopenweg, Julianapark en daaraan parallel gelegen de spoorweg en aansluitend op de Cartesiusweg/ St. Jospehlaan/Marnixlaan.
48. H.C. van Kats
Hoe gaat de gemeente om met de ambitie om het Julianapark een stiltegebied te laten zijn, wanneer de gemeente voornemens is een drukke verkeersverbindingsweg hieraan te leggen?
49. H.C. van Kats
Blijven de geluidsniveaus binnen de normen in de toekomstige combinatie van spoorweg en de verbindingsweg ter hoogte van de Bessemmerlaan? Een groot deel van de woningen staan langs de spoordijk van het tracé Utrecht-Amsterdam. Hoe gaat de gemeente hier om met de geluidshinder in zowel de woningen als de tuinen?
StadsOntwikkeling - Afdeling Milieu & Duurzaamheid
Antwoord Het Actieplan Geluid Utrecht vloeit voort uit de Europese Richtlijn Omgevingslawaai die vertaald is in de Wet geluidhinder. Daarin is aangegeven dat eerst de bestaande geluidssituatie in de stad in beeld moet worden gebracht (dit is weergegeven in geluidskaarten). Dat is in juni 2007 gebeurd waarbij, zoals wettelijk voorgeschreven, de gemiddelde geluidssituatie van het jaar 2006 in beeld is gebracht. Op basis van díe situatie moest vervolgens een actieplan worden opgesteld. De door u genoemde ontsluitingsweg vanaf de A2 was in 2006 nog niet aanwezig en komt daarmee ook niet voor op de geluidskaarten. Het Actieplan Geluid Utrecht gaat niet over het mogelijk effect van toekomstige plannen. Deze zullen te zijner tijd moeten worden getoetst aan de dan geldende wettelijke eisen. De wettelijke eisen aan de geluidsbelasting van de toekomstige verbindingsweg gelden ter plaatse van woningen. De woningen die direct aan het Julianapark grenzen zullen er daardoor voor zorgen dat het geluid in het park niet ongelimiteerd zal kunnen zijn. Verder zal de invloed van het spoortalud, waarachter de weg ter hoogte van het Julianapark deels verscholen zal liggen, een positief effect hebben. Of er aanvullend maatregelen getroffen zullen worden teneinde het geluid van de verbindingsweg in het Julianapark te beperken, valt buiten het kader van dit Actieplan Geluid Utrecht. Dit zal de gemeente bij de definitieve besluitvorming rond deze weg wel gaan onderzoeken en meewegen. Bij de besluitvorming rond de nieuwe verbindingsweg zal er moeten worden getoetst aan de geldende wettelijke normen. Daarbij zal het aspect cumulatie van het geluid van de spoorweg en verbindingsweg ook een rol spelen. Het geluid wordt overigens alleen getoetst ter plaatse van de gevel van de woningen en binnen in de woningen; tuinen vallen niet onder de Wet geluidhinder.
- 59
Nr. Indiener 50. Vrienden van Amelisweerd (Jan Korff de Gidts)
51. Vrienden van Amelisweerd (Jan Korff de Gidts)
Zienswijze De ernst van de situatie in Utrecht wordt duidelijk als je het Actieplan Geluid Utrecht leest. Het is onjuist en onbegrijpelijk dat het AGU voor de grote primaire assen als plandrempel 71 dB hanteert, terwijl de overige drie grote steden de hoogste plandrempel op maximaal 68 dB hebben vastgesteld. De situatie aan de Laan van Minsweerd en de St. Josephlaan is eigenlijk mensonwaardig. Het AGU heeft tal van relaties met het ALU waarvan de uitvoering nog allerminst zeker is gezien de financiële dekking. Daarnaast heeft de besluitvorming van het Rijk in het kader van de "Ring Utrecht grote betekenis voor de stad. Deze maatregelen stimuleren het autogebruik rond, van en naar Utrecht en stimuleert daarmee de toename van verkeer in de stad. Wij verwachten in het definitieve AGU minstens: dat u de effecten van deze keuze integraal (dus ook binnen de Ring) doorrekent en presenteert dat u aangeeft op welke wijze u dan aan alle gestelde doelen kunt beantwoorden en hoeveel dat ons gaat kosten. Uiteraard gaan wij er – gezien het bovenstaande- van uit dat u niet nog meer wegen in de 71 dB categorie zult schuiven, maar dat ook voor primaire assen 68 dB als maximum zal moeten gelden.
StadsOntwikkeling - Afdeling Milieu & Duurzaamheid
Antwoord De 71 dB geldt alleen voor een zeer beperkt aantal grote doorgaande wegen. De secundaire wegen hebben net als bij de meeste andere gemeenten een plandrempel van 68 dB. Het grote verschil is dat de gemeente voor veruit de meeste gebieden een plandrempel van 65 dB hanteert. Dat is ambitieuzer dan veel andere gemeenten. Wij delen uw mening dat de geluidssituatie aan de St. Josephlaan en de Laan van Minsweerd grote knelpunten zijn. Het Actieplan Geluid Utrecht vloeit voort uit de Europese Richtlijn Omgevingslawaai die vertaald is in de Wet geluidhinder. Daarin is aangegeven dat eerst de bestaande geluidssituatie in de stad in beeld moet worden gebracht (dit is weergegeven in geluidskaarten). Dat is in juni 2007 gebeurd waarbij, zoals wettelijk voorgeschreven, de gemiddelde geluidssituatie van het jaar 2006 in beeld is gebracht. Op basis van díe situatie moest vervolgens een actieplan worden opgesteld. In 2006 was de 'Ring Utrecht' nog niet aanwezig en maakt daarom ook geen onderdeel uit van het Actieplan Geluid Utrecht. Het Actieplan Geluid Utrecht gaat niet over het mogelijk effect van toekomstige plannen. Deze zullen te zijner tijd moeten worden getoetst aan de dan geldende wettelijke eisen.
- 60
Nr. Indiener 52. Vrienden van Amelisweerd (Jan Korff de Gidts)
53. Vrienden van Amelisweerd (Jan Korff de Gidts)
54. A.W. Vorstenburg
Zienswijze Wij zien graag het besef dat de keuze voor meer asfalt geen verstandige weg is. De eisen van leefbaarheid en bereikbaarheid zullen steeds moeilijker te combineren zijn wanneer rijks- , regionaal en gemeentelijk verkeersbeleid op deze voet verder gaat. De problematiek wordt zwaarder door de segmentering van beleidsvorming van verkeer, ruimtelijke ordening, milieu en gezondheid. Ga regionaal voor duurzame oplossingen, in de lijn van het rapport "de kracht van Utrecht" wat leidt tot 12,6% minder autoverkeer
Met dit Actieplan Geluid Utrecht wordt op een groot aantal plaatsen in Utrecht een situatie gelegitimeerd met een geluidsbelasting die schadelijk is voor de lichamelijke en geestelijke gezondheid.
StadsOntwikkeling - Afdeling Milieu & Duurzaamheid
Antwoord De keuze voor meer of minder asfalt wordt niet gemaakt in het kader van dit Actieplan Geluid Utrecht. De besluitvorming hierover vindt op meerdere bestuurslagen plaats en daarbij worden ook andere belangen dan alleen geluid meegewogen.
Een gemiddelde verkeersreductie van12,6% heeft een geluidseffect van ongeveer een 0.5 dB en dat is niet waarneembaar. Er is tenminste 40% reductie nodig om enig waarneembaar geluidseffect te krijgen. Dit geeft al aan dat verkeerskundige maatregelen, die al veel inspanning vergen, geluidstechnisch maar weinig reductie geven. Daarom moet het (inter)nationale bronbeleid naar onze mening meer worden geïntensiveerd en aangescherpt. Het Actieplan Geluid Utrecht zorgt niet voor een legalisatie van situaties met een hoge geluidsbelasting. De grenswaarden van de Wet geluidhinder kunnen met dit Actieplan Geluid Utrecht niet worden vervangen. Het Actieplan Geluid Utrecht is feitelijk een aanvulling op het wettelijk kader.
- 61
Nr. Indiener 55. A.W. Vorstenburg
56. A.W. Vorstenburg
57. A.W. Vorstenburg
Zienswijze De voorkeursgrenswaarde voor woningen volgens de Wet geluidshinder is 48 dB, de maximale ontheffingswaarde 63 dB. Het is teleurstellend te moeten merken, dat in hoofdstuk 3 de plandrempels voor wegverkeerslawaai toch worden gesteld op 65, 68 en 71 dB. Dit is veel hoger dan de grens, waarboven ernstige hinder optreedt en ver boven de grenswaarden uit de Wet geluidshinder. De bewoners lopen daardoor grote kans op gezondheidsschade. In het Actieplan Geluid Utrecht wordt vervolgens verder nergens ingegaan op de gevolgen van de gekozen plandrempels en deze gezondheidsrisico’s. Bij de genoemde plandrempels moet expliciet aangegeven worden, dat een verhoging van een plandrempel met 3 dB een verdubbeling van de hoeveelheid geluid betekent. De genoemde stappen tussen 65 en 71 dB staan dus voor verviervoudiging van de geluidshoeveelheid. Er ontstaat een versnipperde benadering van de materie. Er is een GVVP, bestemmingsplannen, een ALU en nu een AGU. Hierdoor wordt de gemeenteraad en de bewoners het zicht op het geheel ontnomen. Daarnaast bestaat de mogelijkheid, dat deze nota’s elkaar gaan tegenspreken óf (en dat is veel erger) dat fouten of omissies op deelgebieden, door gaan werken op de hoofdlijnen. Of, en dat is het allerergste, dat fouten die nu geconstateerd worden en die een gevolg zijn van eerder goedgekeurde plannen (bijv. het GVVP) niet meer gerepareerd kunnen worden. Haak in op de tendens van de Wabo om plannen geïntegreerd te benaderen. Leg een ruimere verbinding met het GVVP en ALU. Op zijn minst door het opnemen van kaarten. Laat in het Actieplan Geluid Utrecht de classificatie van de verschillende wegen in het GVVP zien.
StadsOntwikkeling - Afdeling Milieu & Duurzaamheid
Antwoord De door u genoemde grenswaarden uit Wet geluidhinder en de plandrempels uit het Actieplan Geluid Utrecht kunnen niet één op één met elkaar worden vergeleken. In de normen van de Wet geluidhinder (die slaan op toekomstige situaties) is een aftrek van 5 dB verdisconteerd (zie artikel 110g van de Wgh). In de plandrempels (die slaan op de huidige situatie) is deze aftrek niet toegepast. Een plandrempel van 68 dB komt dus getalsmatig overeen met een grenswaarde van 63 dB. In dat licht bezien is in een groot deel van Utrecht de plandrempel lager dan de grenswaarde voor nieuwbouw. De plandrempelwaarde van 65 dB zou dus overeen komen met een grenswaarde uit de Wgh van 60 dB. In het Actieplan Geluid Utrecht is bij de behandeling van de plandrempels al expliciet aangegeven dat 3 dB een verdubbeling inhoudt.
Het opstellen van een Actieplan Geluid Utrecht is wettelijk voorgeschreven. De gemeente heeft er uitdrukkelijk voor gekozen om aan te sluiten bij bestaand beleid zoals het GVVP en het ALU juist om te voorkomen dat er tegenstrijdige beleidskeuzes worden gemaakt. Het Actieplan Luchtkwaliteit Utrecht grijpt in in de verkeersstructuur van de stad; deze wijzigingen kunnen in een volgende versie van het GVVP worden meegenomen. Het Actieplan Geluid Utrecht heeft geen invloed op de verkeersstructuur maar sluit aan bij ALU en GVVP.
Het is een goed idee om de GVVP-kaart voor de duidelijkheid op te nemen in het Actieplan Geluid Utrecht aangezien deze een belangrijke rol speelt bij de plandrempels. Deze suggestie wordt overgenomen.
- 62
Nr. Indiener 58. A.W. Vorstenburg
Zienswijze Uit het ALU en het AGU blijkt dat er in het GVVP een aantal verkeerde keuzes zijn gemaakt.
59. A.W. Vorstenburg
Het plan veronderstelt een actieplan te zijn. Helaas gaat het niet veel verder dan het aangeven en analyseren van de situatie in 2006 en enkele opsommingen van knelpunten. Onduidelijk blijft, hoe de gemeente denkt het geluidsniveau in de gehele gemeente op een voor de gezondheid acceptabel niveau te brengen. De Pijper-/Haydn-/Lessinglaan (PHL) staan in het genoemde GVVP aangeduid als secundaire as. Hiervoor wordt een plandrempel van 68 dB genoemd. In 2006 was het geluidsniveau echter al 70-74 dB (zie kaart bij het Actieplan Geluid Utrecht). Dit is zelfs boven de (al veel te hoge) plandrempel. In de tabel 4.1.1 ontbreken deze wegen echter in de opsomming van knelpunten. Wat is daarvoor de verklaring, wat heeft dat voor gevolgen, welke acties worden daar voorgesteld. Volgens de geluidnota van de gemeente moeten woningen minstens één gevel hebben waar het geluid van weg- en railverkeer en van industrieterreinen aan de voorkeursgrenswaarde uit de Wet geluidhinder voldoet. Volgens de kaart met de situatie in 2006 was het niveau aan de achterzijde van de PHLlaan toen al 55-59 dB. Ook aan de achterzijde is dus het geluidsniveau veel te hoog. Uit de nota blijkt niet hoe omgegaan wordt met woningen waar de geluidsbelasting aan alle zijden te hoog is.
60. A.W. Vorstenburg
61. A.W. Vorstenburg
StadsOntwikkeling - Afdeling Milieu & Duurzaamheid
Antwoord Juist door de beleidslijn die in het GVVP is vastgelegd, wordt het verkeer op enkele hoofdassen geconcentreerd. Hiermee wordt voorkomen dat het verkeer en dus de hinder over de hele stad verspreidt. Door de bundeling beperkt de hinder zich tot een beperkt aantal locaties. Achterliggende woonwijken kunnen op deze manier geluidsluw worden. In het Actieplan Geluid Utrecht is aangegeven dat het een illusie is dat de geluidshinder helemaal uit de stad kan worden verbannen. Het Actieplan Geluid Utrecht maakt wel een start om grote knelpunten meer aandacht te geven om bij lopende en toekomstige ontwikkelingen de kansen te kunnen grijpen die de situatie ter plaatse kunnen verbeteren.
Het geluidsniveau op de gevels van de woningen langs de PHL is niet hoger dan 68 dB waardoor deze locatie niet als knelpunt wordt bestempeld. De waarden die in de zienswijze wordt genoemd, zijn waarschijnlijk afkomstig van de contouren die óp de weg liggen; en niet ter plaatse van de gevels waar getoetst moet worden.
De eis voor een geluidsluwe gevel is verwoord in de Geluidnota Utrecht 2007. Deze eis geldt voor nieuwe ontwikkelingen ter voorkóming van een ongewenst akoestisch klimaat. In bestaande situaties geldt deze eis niet. Overigens moet bij de toets van een luwe zijde wel rekening worden gehouden met de manier waarop de geluidsniveaus worden bepaald. De aftrek van 5 dB (artikel 110 g uit de Wet geluidhinder) moet bij de toets van een luwe zijde ook worden toegepast. Deze aftrek wordt niet toegepast bij de geluidskartering.
- 63
Nr. Indiener 62. A.W. Vorstenburg
Zienswijze In het Actieplan Geluid Utrecht staat het tracé PHL-laan als saneringsgebied aangegeven, met de mededeling dat hiervoor geen geld beschikbaar is en eigenaren zelf maatregelen moeten treffen. Door de omvang van de geluidsoverlast kan het probleem niet worden opgelost door eenvoudige bouwkundige ingrepen. De gemeentelijke welstandregels zouden voldoende ruimte moeten bieden. Tevens zou een subsidie-, verhuis, of aankoopregeling het conflict tussen wonen en verkeer kunnen oplossen.
63. A.W. Vorstenburg
De landelijke overheid heeft onderkend dat autonome ontwikkelingen kunnen leiden tot geluidsoverlast, wetgeving wordt op dit punt aangepast. Het verdient de aanbeveling om in het AGU te anticiperen op deze wetgeving.
64. Stichting S.U.L. (Ir. R.J.H. Bruinsma)
Het gedeelte van de Zuilense Ring, tegenover de tot de gemeente Utrecht behorende woningen langs de Gageldijk, is niet gelijkwaardig aan de overige wegen onderzocht, weergegeven of geanalyseerd.
StadsOntwikkeling - Afdeling Milieu & Duurzaamheid
Antwoord Er staat in het Actieplan Geluid Utrecht niet dat de gemeente geen geld beschikbaar stelt voor geluidsisolatie en dat bewoners zelf maatregelen zouden moeten treffen. Er worden per jaar vele woningen geïsoleerd en gaan daar wordt gewoon mee door gegaan. De kosten worden voor 100% door de gemeente gedragen. De hoeveelheid woningen die de gemeente kan isoleren is echter afhankelijk van het budget dat hiervoor door het Rijk beschikbaar wordt gesteld. Wanneer iemand zelf het initiatief neemt voor de bouw van een woning (bijvoorbeeld een planontwikkelaar) op een lawaaiige locatie, dan heeft deze initiatiefnemer op grond van het Bouwbesluit zelf de verantwoordelijkheid voor een adequate geluidsisolatie. Dit geldt ook bij de verbouwing van een bestaande woning. De wetgeving om autonome groei te beteugelen zal er in eerste instantie alleen voor rijksinfrastructuur komen (vermoedelijk in 2011). Dit zal geen directe gevolgen hebben voor de gemeentelijke actieplannen. Utrecht is, samen met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), voorstander van een wijziging van de wetgeving voor gemeentelijke wegen. Het idee om het actieplan in de toekomstige wetgeving een prominentere en stringentere rol te laten vervullen wordt momenteel uitgewerkt. Het gedeelte van de Zuilense Ring dat binnen de gemeentegrenzen valt, is wel degelijk meegenomen in de onderzoeken. Op de geluidskaart zijn de geluidscontouren van deze weg in het noorden van Utrecht duidelijk zichtbaar. De woningen langs de Gageldijk zijn, in tegenstelling tot wat u aangeeft, wél in de vervolganalyse meegenomen. Afgezet tegen de gekozen plandrempels is geconcludeerd dat deze woningen niet als knelpuntsituatie worden bestempeld. Deze locatie is om die reden dan ook niet terug te vinden op de kaarten met knelpuntsituaties zoals weergegeven in bijlage 2 van het Actieplan Geluid Utrecht.
- 64
Nr. Indiener 65. Hugo Misset, Machteld Linssen en Suzan van HeusdenGouman
Zienswijze Er wordt aandacht gevraagd voor de negatieve gevolgen van het ALU en dan met name het voornemen om een nieuwe ontsluitingsweg aan te leggen vanaf de A2 naar station Zuilen, de zogenoemde Spoorlaan. Op de bij het AGU gevoegde kaarten is de Spoorlaan niet aangegeven, terwijl het college wel al over de aanleg van deze weg heeft besloten.
66. Hugo Misset, Machteld Linssen en Suzan van HeusdenGouman
In het Actieplan Geluid is het Julianapark aangeduid als potentieel stil gebied. De gemeente streeft ernaar de stille gebieden die er zijn te behouden. De nominatie en omschrijving wordt zeer gewaardeerd. Als grenswaarde voor een stil gebied wordt in het Actieplan Geluid 40 dB genoemd. Het Julianapark wordt ingesloten door de spoorbaan en de Amstersdamsestraatweg noord, hieraan wordt ook nog de Spoorlaan aan toegevoegd (met een verwachte geluidsbelasting van 61 dB). Hoe verhoudt dit zich tot de ambitie van de gemeente om stille gebieden te behouden? In hoeverre is het mogelijk om stil asfalt aan te leggen op de nieuwe ontsluitingsweg, gezien de aanzienlijke hoogteverschillen die moeten worden overbrugd?
67. Hugo Misset, Machteld Linssen en Suzan van HeusdenGouman
StadsOntwikkeling - Afdeling Milieu & Duurzaamheid
Antwoord Het Actieplan Geluid Utrecht vloeit voort uit de Europese Richtlijn Omgevingslawaai, die vertaald is in de Wet geluidhinder. Daarin is aangegeven dat eerst de bestaande geluidssituatie in de stad in beeld moet worden gebracht (dit is weergegeven in geluidskaarten). Op basis van díe situatie moest vervolgens een actieplan worden opgesteld. De genoemde verbindingsweg was in 2006 nog niet aanwezig en komt daarmee ook niet voor op de geluidskaarten. Het Actieplan Geluid Utrecht gaat niet over het mogelijk effect van toekomstige plannen. Deze zullen te zijner tijd moeten worden getoetst aan de dan geldende wettelijke eisen. Voor de aanleg van de verbindingsweg gelden wettelijke eisen aan de geluidsbelasting; deze gelden alleen ter plaatse van woningen. De woningen die direct aan het Julianapark grenzen zullen er daardoor voor zorgen dat het geluid in het park niet ongelimiteerd zal kunnen zijn. Verder zal de invloed van het spoortalud, waarachter de weg ter hoogte van het Julianapark deels verscholen zal liggen, een positief effect hebben. Of er aanvullend maatregelen getroffen zullen worden teneinde het geluid van de verbindingsweg in het Julianapark te beperken, valt buiten het kader van dit actieplan. Dit zal bij de formele ruimtelijke besluitvorming rond deze weg worden onderzocht en meegewogen.
De eventuele toepassing van stil asfalt op de verbindingsweg zal pas in een later stadium bij de formele ruimtelijke besluitvorming worden afgewogen. Hierbij zullen wettelijke noodzakelijkheid, wenselijkheid en financiële- en civieltechnische aspecten een rol spelen. Op zich zijn de genoemde hoogteverschillen op voorhand geen belemmering voor het gebruik van stil asfalt.
- 65
Nr. Indiener 68. Hugo Misset, Machteld Linssen en Suzan van HeusdenGouman
69. Hugo Misset, Machteld Linssen en Suzan van HeusdenGouman
70. Abel Perdon
71. Abel Perdon
Zienswijze Utrecht Noordwest kent een groot aantal knelpunten op het gebied van geluid. Voor het merendeel van de straten die knelpunten zijn, voorziet de gemeente maatregelen in de zin van het aanbrengen van een geluidsabsorberende deklaag en sanering in het kader van de Wet geluidhinder. Volgens het ALU krijgt het merendeel van de genoemde knelpunten in Utrecht Noordwest te maken met een verdubbeling of verdrievoudiging van het verkeer. Welke geluidsreducerende maatregelen worden hierbij voorgesteld? Utrecht Noordwest wordt belast door meerdere bronnen, zoals wegverkeer (binnenstedelijk en de Rijksweg A2), scheepvaartverkeer, industrie en het spoor. In het Actieplan Geluid is van elk van deze geluidsbronnen de geluidsbelasting berekend en op kaart gezet. De totale gecumuleerde geluidsbelasting is daarbij echter niet bepaald. Verzocht wordt om het Actieplan Geluid hiermee aan te vullen. Het Actieplan Geluid geeft een nuttig overzicht, maar is te eenzijdig gericht op het centrale deel van de stad. Door het buiten beschouwing laten van invloed van snelwegen en spoorwegen komt een wijk als Lunetten er bekaaid vanaf. Het is wrang om meermaals de maatregelen in het kader van het ALU opgevoerd te zien als geluidsbelastingverminderend effect. Dit geldt enkel voor een paar specifieke locaties in centraal Utrecht. In Lunetten zorgen de maatregelen in het kader van het ALU voor een forse toename van geluidsbelasting vanuit de Waterlinieweg.
StadsOntwikkeling - Afdeling Milieu & Duurzaamheid
Antwoord In het Actieplan Geluid Utrecht is slechts voor enkele wegvakken aangeven dat er binnen de looptijd van dit plan mógelijk stil wegdek wordt toegepast. Er is in dit plan geen sprake van een generieke toepassing bij het merendeel van de knelpunten in de wijk Noordwest. Ten aanzien van de negatieve gevolgen van het ALU (groei verkeer in delen van de stad) is in dat actieplan al aangegeven dat er voor die wegen voornamelijk wordt gedacht aan de toepassing van stil wegdek ter compensatie. Bij de verdere uitwerking van het ALU zal moeten blijken in hoeverre deze maatregelen ook daadwerkelijk getroffen kunnen worden.
Er zijn wettelijke eisen voor de inhoud van de geluidskaarten en het actieplan. Cumulatie maakt daar geen onderdeel van uit. Gezien de beperkte tijd en het niet verplichte karakter is dit aspect nu niet meer aan te vullen. Bij de ruimtelijke besluitvorming rond de aanleg van nieuwe wegen (en woningen) speelt het aspect cumulatie overigens wél een wettelijke rol.
In het Actieplan Geluid Utrecht heeft de gemeente alleen de eigen geluidsbronnen beschouwd. Het is niet verplicht de rijkswegen en spoorlijnen daarbij te betrekken. De verantwoordelijkheid voor het nemen van maatregelen langs rijksspoorwegen ligt bij het Rijk. Verkeerskundige maatregelen die in het kader van het ALU worden getroffen hebben op een aantal situaties in de stad een positief effect, waarmee de wettelijke voorgeschreven grenswaarden voor luchtkwaliteit kunnen worden gehaald. Daarmee worden ook sommige geluidsknelpunten verbeterd. Het ALU is echter geen plan waarmee de álle geluidsknelpunten in de stad kunnen worden verbeterd.
- 66
Nr. Indiener 72. Abel Perdon
Zienswijze Verbreding van de A27 en de A12 zullen een toename van het verkeer veroorzaken, en het verkeer zal harder rijden. Beide factoren zullen Lunetten disproportioneel belasten. Het stadsbestuur heeft kennelijk weinig oog voor de problematiek en de te verwachten problematiek in de minder centrale delen van de stad.
StadsOntwikkeling - Afdeling Milieu & Duurzaamheid
Antwoord Het Actieplan Geluid Utrecht vloeit voort uit de Europese Richtlijn Omgevingslawaai, die vertaald is in de Wet geluidhinder. Daarin is aangegeven dat eerst de bestaande geluidssituatie in de stad in beeld moet worden gebracht (dit is weergegeven in geluidskaarten.) Dat is in juni 2007 gebeurd waarbij, zoals wettelijk voorgeschreven, de gemiddelde geluidssituatie van het jaar 2006 in beeld is gebracht. Op basis van díe situatie moest vervolgens een actieplan worden opgesteld. Toekomstige ontwikkelingen bij de A27 en A12 vallen buiten dit kader.
- 67