Gedeputeerde Staten
Bezoekadres Huis der Provincie Markt 11 6811 CG Arnhem
Postadres Postbus 9090 6800 GX Arnhem
telefoonnummer (026) 359 91 11 telefaxnummer (026) 359 94 80 e-mailadres
[email protected] internetsite www.gelderland.nl
Provinciale Staten
datum
zaaknummer
1 september 2009
2009-002468
onderwerp
Gelderse Investeringsagenda
Geachte leden, 1
Inleiding
Bij de behandeling van de Voorjaarsnota 2009 in de vergaderingen van 1 en 8 juli jl. heeft een eerste gedachtewisseling plaatsgevonden over een Gelderse Investeringsagenda ter grootte van € 500 miljoen. Afgesproken is dat er in de Statenvergadering van 23 september a.s. een verdere discussie zal plaatsvinden over dit onderwerp. Zoals onzerzijds reeds is aangegeven staat ons college hierbij een open debat en dialoog met uw Staten voor ogen. Van collegezijde willen wij het debat faciliteren met enkele observaties van beleidsontwikkelingen. Het gaat hierbij om zowel observaties voor de korte (de resterende bestuursperiode) als de (middel)lange termijn (volgende bestuursperiode(s). De bespreking op 23 september a.s. mondt in onze perceptie niet uit in concrete besluitvorming. Opvattingen van uw Staten kunnen desgewenst worden vastgelegd in moties. Moties die enerzijds voor ons college de basis zullen vormen voor een verder traject van uitwerking en anderzijds de opmaat vormen voor gewenst beleid na deze bestuursperiode. Wij stellen ons voor dat de feitelijke allocatie van de middelen ten behoeve van de resterende 1½ jaar van deze coalitieperiode aan uw Staten zal worden voorgelegd ten behoeve van uw vergadering op 11 november 2009. In die vergadering is ook de Begroting 2010 aan de orde. 2
Omvang Gelderse Investeringsagenda versus investeringsruimte in de MIG
In de Voorjaarsnota 2009 is een uiteenzetting gegeven over een Gelderse Investeringsagenda met een totale omvang van € 500 miljoen. Dat is ook hetgeen in besluitvormende zin is vastgelegd (zie besluit PS2009-447 d.d. 8 juli 2009, punt B1). De omvang van voornoemd bedrag is afgeleid van de strategische premie ontstaan als gevolg van het feit dat bij de verkoop en de gefaseerde levering van de aandelen Nuon aan Vattenfall vanaf het begin de controlerende zeggenschap bij Vattenfall is neergelegd. De strategische premie is te duiden als het surplus op de reguliere waarde van de aandelen.
inlichtingen bij
dhr. W.L. Pardijs
telefoonnummer
e-mailadres
[email protected]
BNG 's-Gravenhage, rekeningnummer 28.50.10.824 Rabobank, rekeningnummer 14.39.37.529 ING, rekeningnummer 869762 btw-nummer NL001825100.B03
code: 00749089.doc
(026) 359 94 02
IBAN-nummer NL74BNGH0285010824 SWIFT/BIC: BNGHNL2G
De reguliere waarde kwalificeren wij als het stamkapitaal dat voor toekomstige generaties in tact moet blijven. Het rendement uit het vermogensbeheer van het stamkapitaal 1 zal worden toegevoegd aan de Meerjarige Investeringsreserve Gelderland (MIG). 2 In de Voorjaarsnota 2009 is beschreven dat de budgettaire ruimte toeneemt als gevolg van enerzijds het wegvallen van dividend van NV Nuon en anderzijds de revenuen uit belegging van het stamkapitaal. In beginsel wordt vanaf het jaar 2011 extra ruimte voorzien. Rekening houdend met het aanvaarde amendement nr. 35 inzake de rekenmethodiek voor het Integraal Programma Klimaat 3 , wordt op dit moment een budgettaire ruimte voorzien van afgerond € 650 miljoen. Of en in hoeverre deze toename ook zal kunnen leiden tot feitelijke inzet zal afhangen van de ontwikkelingen rondom de uitkeringen uit het Provinciefonds en de keuzes die uiterlijk komend voorjaar daarin gemaakt zullen gaan worden. Onder verwijzing naar de aanvaarde motie nr. 34 is met uw Staten afgesproken dat ons college in de Voorjaarsnota 2010 met een update zal komen over de korting/herverdeling op/van het Provinciefonds en op dat moment ook een zienswijze zal voorleggen hoe hier mee om te gaan. In de Voorjaarsnota 2009 is de omvang van de Gelderse Investeringsagenda van € 500 miljoen indicatief gesplitst in een bedrag voor deze bestuursperiode (€ 150 miljoen) en een bedrag voor (de) volgende bestuursperiode(s) (€ 350 miljoen). Met de inzichten van dit moment voorzien wij een lager bedrag voor deze bestuursperiode. Het is onze insteek om maximaal realistisch te ramen en dit betekent wat ons betreft dat te zijner tijd concreet te alloceren bedragen voor bepaalde projecten in de eerstkomende twee jaar (2010 en 2011) in uitvoering kunnen worden genomen. Bezien wij de reële mogelijkheden van middeleninzet voor genoemde jaren, dan verwachten wij – mede vanwege het latente gevaar van onderbesteding - dat de omvang ervan beperkt zal zijn. Verklarende factor hiervoor is met name gelegen in het feit dat investeringen van enige omvang als regel de nodige voorbereidingstijd vergen en als gevolg daarvan de start van de feitelijke realisatie in de jaren 2010 en 2011 slechts beperkt haalbaar zal blijken te zijn. 3
Investeringsmogelijkheden in deze bestuursperiode
De bevindingen uit en de discussie over de Tussenbalans Gelders Coalitieakkoord 2007-2011 (eveneens te behandelen in uw vergadering op 23 september a.s.) en mogelijk enkele actuele ontwikkelingen naar aanleiding van het maatregelenpakket ter bestrijding van de recessie kunnen aanleiding vormen om in deze bestuursperiode nog tot extra investeringen te komen. Uitgangspunt voor extra middeleninzet wordt uiteraard gevormd door de pijlers die in het coalitieakkoord zijn benoemd. Dit zijn achtereenvolgens: Daadkrachtig partnerschap; Sociale samenhang; Duurzame leefomgeving en Verbinden door mobiliteit.
1
De wijze waarop het vermogenbeheer gestalte zal krijgen is neergelegd in een afzonderlijke notitie die onderwerp van gesprek is geweest op 1 en 8 juli 2009. Het stamkapitaal bedraagt € 3,9 miljard incl. de aanname van vrijval van de escrow. 2 In de Voorjaarsnota 2009 is aangegeven dat jaarlijks bezien zal worden of er aanleiding bestaat om een deel van het behaalde rendement toe te voegen aan het stamkapitaal ter compensatie van inflatoire ontwikkelingen. 3 Dit amendement betekent voor het klimaatprogramma dat in de periode 2009-2017 een extra investeringsruimte ontstaat van afgerond € 31,25 miljoen.
2
De uitkomst van de Tussenbalans van het coalitieakkoord, waarover wij een notitie aan uw Staten hebben aangeboden, laat naar onze opvatting ook zien dat het niet ten volle kunnen realiseren van sommige ambities uit het coalitieakkoord/uitvoeringsagenda niet simpel oplosbaar is met een extra injectie aan financiële middelen. Mede hierom is het een realistische veronderstelling dat de gehele inzet van het bedrag van € 150 miljoen, dat als indicatief bedrag genoemd is voor deze bestuursperiode, waarschijnlijk ook niet haalbaar zal zijn. Op een beperkt aantal beleidsterreinen zien wij nog wel mogelijkheden voor investeringen die passen binnen de pijlers van het coalitieakkoord, maar waarvan de financieel benodigde omvang in 2007 nog niet in die mate kon worden voorzien. Het gaat hierbij vooralsnog om investeringsprojecten die in 2010 en 2011 in uitvoering kunnen worden gebracht, maar waarvoor, zoals gezegd, tot heden geen c.q. onvoldoende middelen beschikbaar zijn. Ons college overweegt om te n behoeve van uw statenvergadering van 11 november a.s. met enkele uitwerkingsvoorstellen te komen. Het gaat hierbij om enige extra impulsen voor de culturele infrastructuur, cultuurhistorie, mobiliteit en contracten met waterschappen. De beoogde concretisering van middeleninzet voor deze bestuursperiode is een momentopname. Bijzondere omstandigheden tot en met de begrotingsafweging 2011 kunnen ons inziens aanleiding geven tot een nadere afweging met betrekking tot inzet van middelen, uiteraard binnen de doelen van het coalitieakkoord, in deze bestuursperiode. Indien een dergelijke situatie aan de orde is, zullen wij dat uiteraard met u bespreken en ter besluitvorming aan u voorleggen. Omdat wij sterk hechten aan tijdige uitvoerbaarheid zullen wij in dit verband nadrukkelijk aandacht hebben voor het vraagstuk van het voorkomen van onderbesteding. Niet direct rechtstreeks gekoppeld aan het coalitieakkoord/uitvoeringsagenda hebben wij het voornemen om een afzonderlijk statenvoorstel voor een additionele provinciale bijdrage aan u voor te leggen ten behoeve van de realisatie van de stationshal te Arnhem. Tot slot wijzen wij u erop dat wij over het vraagstuk van de A15 een afzonderlijke brief aan uw Staten zullen doen toekomen. 4
Thema’s voor investeringsmogelijkheden in de volgende bestuursperiode(s)
In het debat op 1 en 8 juli jl. is zowel vanuit ons college als uw Staten aangegeven de gedachtewisseling over (de invulling van) de Gelderse Investeringsagenda voor de komende bestuursperiode thematisch te voeren. Wij tekenen hierbij aan dat sommige onderwerpen een dermate lange voorbereidings- en/of doorlooptijd kennen dat de scope zich niet op voorhand hoeft te beperken tot alleen de komende bestuursperiode. Evenals voor de onderwerpen voor deze bestuursperiode leidt het debat niet tot besluitvorming. Uiteraard is het mogelijk dat uw Staten een zienswijze vastleggen in een motie teneinde daarmee richting te geven aan het toekomstige allocatieproces. De thematische benadering leidt mogelijkerwijs ertoe dat een discussie plaatsvindt op een zeker abstractieniveau met het latente gevaar van een uitkomst die niet heel specifiek onderscheidend is. Vanwege de dynamiek in de maatschappelijke ontwikkelingen en de moeilijke voorspelbaarheid hoe de economie zich zal herstellen van de huidige recessie zal verdere precisering, verdieping en middelenallocatie op hoofdlijnen, onderwerp van onderhandeling zijn voor een volgende coalitie.
3
Niet op voorhand valt uit te sluiten dat met name ook in het begin van de volgende bestuursperiode nog geïnvesteerd moet gaan worden in het mitigeren van de sociale en fysieke gevolgen van de recessie. 4 Daarnaast zal de demografische ontwikkeling een issue zijn/blijven die mede bepalend is voor de investeringen die nodig zijn in de Gelderse samenleving. De thans voorziene ontwikkelingen na deze bestuursperiode zijn voor een (belangrijk) deel al benoemd in de programmalijnen (thema’s) die opgenomen zijn in de investeringsagenda “Oost Nederland Maakt Het”. Uw Staten hebben hierover ook al gesproken met de Staten van Overijssel. Met inachtneming van de programmalijnen uit het Investeringsprogramma Oost voorzien wij voor de komende bestuursperiode prioriteiten die gerangschikt kunnen worden onder de volgende thema’s: a. Stedelijke kerngebieden; b. Landelijk Gebied; c. Mobiliteit; d. Economische motor; e. Klimaat, energie en water. Op basis van voornoemde thema’s voorzien wij voor de komende jaren enkele specifieke accenten. De accenten die naar onze opinie de toekomstige provinciale agenda zullen gaan bepalen zijn aan te duiden met gebiedsontwikkeling, herstructurering en transformatie, revitalisering, innovatie, veiligheid en sociale samenhang. Passend bij het open karakter van het debat over dit onderwerp kunnen er vanuit uw Staten vanzelfsprekend ook nog andere thema’s/accenten worden benoemd c.q. door ons genoemde worden gewijzigd. Met betrekking tot de onderdelen klimaat en energie uit het thema Klimaat, energie en water refereren wij naar de opmerking in voetnoot 2 in deze brief. Op grond van het op 8 juli jl. aanvaarde amendement nr. 35 is voor de periode tot 2017 een bedrag van afgerond € 31,25 miljoen extra beschikbaar voor klimaat- en energiedoeleinden. Daarmee komt het totaal vanuit de Meerjarige Investeringsreserve Gelderland (MIG) voor genoemde doelen uit op een bedrag van bijna € 75 miljoen. Vanuit dat gegeven achten wij het niet op voorhand noodzakelijk om daarnaast nog eens tot middelenallocatie vanuit de Gelderse Investeringagenda te komen. Niet onvermeld voorts willen wij laten dat er in het huidige coalitieakkoord rekening is gehouden met een beoogde inzet voor stedelijke kerngebieden ten behoeve van sleutelprojecten van in totaal € 70 miljoen. In financiële zin zijn hiervoor de middelen gereserveerd in de MIG. Ook voor infrastructuur is eenzelfde bedrag gereserveerd. Deze reservering is mede bedoeld ter dekking van de vijf verkenningen in het kader van het Coalitieakkoord 2007-2011 en behandeld in de PS vergadering op 8 juli jl. (zie PS2009-464). Met de hiervoor benoemde thema’s en accenten als kader is het ons voornemen om primair bij de Voorjaarsnota 2010 een verdiepingsslag te maken middels het benoemen van programma’s en/of projecten en daarover met uw Staten het debat te voeren. Vervolgens kan in het kader van de Begroting 2011 tot een verdere concretisering gekomen worden. Uiteindelijk moet proces voor een Gelderse Investeringsagenda 2011 en verder uitmonden in een investeringslijst die als input kan dienen voor de onderhandelingen over het Coalitieakkoord 2011-2015. De coalitieonderhandelingen zijn in onze ogen ook het geijkte moment voor het (op hoofdlijnen) samenstellen van de concrete investeringslijst met inbegrip van eventuele prioriteitstelling en de koppeling met middeleninzet.
4
Bij de sociale gevolgen moet gedacht worden aan bijv. werkloosheid en bij fysieke gevolgen aan bijv. de leegstand van bedrijfsterreinen/gebouwen.
4
5
Slotwoord
Wij vertrouwen erop dat vorenstaande observaties zullen bijdragen aan een levendig en constructief debat over de Gelderse Investeringsagenda en de uitkomst van het debat hierover een nieuw startpunt vormt voor toekomstige investeringen die bijdragen aan een verdere structuurversterking van onze provincie. Zoals hiervoor aangegeven zullen wij mede op grond van de uitkomsten van het debat de concrete investeringsvoorstellen voor deze bestuursperiode voor besluitvorming aan uw Staten voorleggen ten behoeve van de vergadering op 11 november 2009. Hoogachtend, Gedeputeerde Staten van Gelderland,
Commissaris van de Koningin
secretaris
5