Provinciale Staten AGENDAVERZOEK
Onderwerp
Agendaverzoek VVD: Principeverzoek van Raedthuys Windenergie B.V. voor het opstellen van een inpassingsplan voor de realisatie van vijf windturbines op de locatie Windpark Bijvanck in de gemeente Zevenaar
SIS-nummer
PS2012-959
Agendering (advies Griffie)
Commissie MIE 9 januari 2013
Overleg-/ beslispunten
Motivering VVD: Zowel in 2010 als recentelijk in 2012 hebben de Staten zich uitgesproken over randvoorwaarden voor realisatie van windenergie in Gelderland. In beide genoemde gevallen werd draagvlak bij de betrokken Gelderse Gemeente(s)raden, als dwingende voorwaarde voor Provinciale medewerking, gesteld. Omdat de gemeenteraad van Zevenaar, breed gedragen, medewerking heeft geweigerd, is daar in dit geval daar absoluut geen sprake van. Hierdoor druist het in deze Statennotitie vervatte collegevoornemen, dus in tegen door de Staten genomen besluiten.
Context
GS melden dat zij voornemens zijn positief te reageren op het principeverzoek van Raedthuys Windenergie B.V. voor het opstellen van een inpassingsplan voor de realisatie van vijf windturbines met een opbrengst van 15 MW op de locatie Windpark Bijvanck in de gemeente Zevenaar. Dat betekent dat zij voorbereidingen gaan treffen om te komen tot een inpassingsplan dat te zijner tijd aan uw Staten ter vaststelling zal worden aangeboden. Een eerder verzoek van Raedthuys is in maart 2010 door PS afgewezen met een initiatiefvoorstel van VVD, SP en D66. Raedthuys dient nu opnieuw een verzoek in vanwege gewijzigde wet- en regelgeving, onder andere de inwerkingtreding van de Crisis- en herstelwet (Chw) en de wijziging van de Ew. GS lopen hiermee vooruit op de vaststelling van de Omgevingsvisie waarin ruimtelijke reserveringen worden gemaakt voor windenergie. De beoogde locatie is niettemin in het Streekplan Gelderland 2005 en in de Ruimtelijke Verordening Gelderland (RVG) aangewezen als zoekzone voor windenergie. Daarnaast motiveren GS hun voornemen vanuit hun oordeel dat het initiatief een duidelijke bijdrage levert aan het behalen van de Gelderse doelstellingen voor wat betreft het opwekken van windenergie. GS zullen er op toezien dat invulling wordt gegeven aan “burgerparticipatie”.
Opmerkingen Griffie
Relevante Statenstukken: • Initiatiefvoorstel VVD, SP en D66: Inpassingsplannen ten behoeve van windenergie (PS2010-175); • Statennotitie Correspondentie verzoeken inpassingsplannen (PS2010-188); • Statennotitie Inpassingsplannen voor windenergie (PS2012-217) • Statennotitie Beslissing op bezwaar inzake het PS-besluit d.d. 31 maart 2010 over het afwijzen van het verzoek van Raedthuys Windenergie BV voor een inpassingsplan voor een windturbinepark (PS2011-118); • Verhoging doelstelling windenergie op land in Gelderland (PS2012643).
Meer informatie
Agendaverzoek: Dhr. Van den Bos 06-46617253
[email protected]
Statennotitie: Dhr. Van Dooren 026-359 98 09
[email protected]
Ontvangen door Griffie: 18-12-2012 / Geplaatst op SIS: 18-12-2012
2
STATENNOTITIE
Aan de leden van Provinciale Staten
HHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHH Principeverzoek van Raedthuys Windenergie B.V. voor het opstellen van een inpassingsplan voor de realisatie van vijf windturbines op de locatie Windpark Bijvanck in de gemeente Zevenaar HHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHH
Beknopte samenvatting Statennotitie: Op 21 juni 2012 hebben wij van Raedthuys Windenergie B.V. een principeverzoek ontvangen voor het opstellen van een inpassingsplan voor de realisatie van vijf windturbines met een opbrengst van 15 MW op de locatie Windpark Bijvanck in de gemeente Zevenaar. De realisatie van het initiatief draagt bij aan de provinciale ambities voor wat betreft het opwekken van duurzame energie door windturbines. De realisatie van het initiatief levert een bijdrage aan de door uw Staten vastgestelde doelstelling om in 2020, 210 MW in de provincie Gelderland te realiseren. De beoogde locatie is in het Streekplan Gelderland 2005 en in de Ruimtelijke Verordening Gelderland (RVG) aangewezen als zoekzone voor windenergie. Het initiatief is vanuit ruimtelijk oogpunt globaal getoetst voor zover dat mogelijk is op basis van de beperkte informatie. Op basis daarvan wordt het niet waarschijnlijk geacht dat er sprake is van ruimtelijke belemmeringen voor de realisatie van het initiatief. Op grond van de Elektriciteitswet 1998 (Ew) hebben Provinciale Staten (PS) de bevoegdheid om een inpassingsplan vast te stellen voor de realisatie van windturbines met een capaciteit tussen de 5 MW en 100 MW. Hiertoe is een verplichting indien een initiatiefnemer een verzoek indient en de desbetreffende gemeente dat verzoek eerder heeft afgewezen. De gemeenteraad van Zevenaar heeft aangegeven geen medewerking te willen verlenen aan het initiatief (raadsbesluit d.d. 18 april 2012). Nader overleg met het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Zevenaar heeft niet tot andere inzichten geleid. In de op te stellen Omgevingsvisie wordt aan uw Staten een voorstel gedaan om ruimtelijke reserveringen te maken voor windenergie. De nieuwe Omgevingsvisie wordt naar alle waarschijnlijkheid eind 2013 vastgesteld. Vooruitlopend op de vaststelling van de Omgevingsvisie, en omdat het initiatief een duidelijke bijdrage levert aan het behalen van de Gelderse doelstellingen voor wat betreft het opwekken van windenergie, zijn wij voornemens positief te reageren op het principeverzoek van Raedthuys, waarbij wij er op willen toezien dat invulling wordt gegeven aan “burgerparticipatie” Dat betekent dat wij voorbereidingen gaan treffen om te komen tot een inpassingsplan dat te zijner tijd aan uw Staten ter vaststelling zal worden aangeboden. =====
Inlichtingen bij de heer J.J. van Dooren, telefoonnummer (026) 359 98 09 e-mailadres:
[email protected]
Aan de leden van Provinciale Staten Aanleiding Op 21 juni 2012 heeft Raedthuys Windenergie B.V. een principeverzoek ingediend voor het opstellen van een inpassingsplan voor de realisatie van vijf windturbines met een opbrengst van 15 MW op de locatie Windpark Bijvanck in de gemeente Zevenaar. Raedthuys dient dit verzoek in op basis van artikel 9e van de Elektriciteitswet (Ew). Op basis van dit artikel hebben uw Staten de verplichting inpassingsplannen vast te stellen voor de aanleg of uitbreiding van windturbineparken voor de opwekking van windenergie met een capaciteit van 5 tot 100 MW, indien de desbetreffende gemeenteraad een aanvraag van de producent tot vaststelling dan wel wijziging van het bestemmingsplan ten behoeve van de realisatie van dat voornemen heeft afgegeven. De gemeenteraad van Zevenaar heeft een dergelijke aanvraag op 18 april 2012 afgewezen. Een eerder verzoek voor het vaststellen van een inpassingsplan voor dit initiatief is door uw Staten op 31 maart 2010 afgewezen. De reden voor het opnieuw indienen van een verzoek is de gewijzigde wet- en regelgeving, onder andere de inwerkingtreding van de Crisis- en herstelwet (Chw) en de wijziging van de Ew. De provinciale ambities voor duurzame energie Programma Energietransitie In het beleid ‘Schoon en zuinig Nederland’ van het Rijk is de doelstelling geformuleerd om in 2020, 20% van de energiebehoefte te dekken door duurzame energie. Windenergie maakt daar een onlosmakelijk onderdeel van uit. De doelstelling voor windenergie is om in 2020, 6000 MW aan windenergie op land te hebben gerealiseerd. Deze doelstelling is gerelateerd aan de doelstelling die met de EU is afgesproken om in 2020, 14% hernieuwbare energie op te wekken. Het Rijk, provincies (IPO) en gemeenten (VNG) hebben in 2001 de Bestuursovereenkomst Landelijke Ontwikkeling van Windenergie (BLOW) ondertekend. Met dit convenant streven de partijen naar een verhoging van de Nederlandse energieopbrengst door windturbines. De provincies zijn van mening de opgave van 6000 MW te kunnen realiseren. Hiertoe wordt door de provincies in IPO-verband een bod gedaan aan het Rijk. Indien er overeenstemming wordt bereikt over dit bod met het Rijk, wordt het bod vastgelegd in een Algemene Maatregel van Bestuur (AmvB) waarin een prestatienorm per provincie wordt vastgelegd. De provincie Gelderland heeft haar ambities op het gebied van klimaat en energie geconcretiseerd in het Programma Energietransitie. Met betrekking tot hernieuwbare energie is ons doel 14% duurzame energieopwekking binnen de provincie in 2020. Verhoging van de doelstelling Wat betreft windenergie is die ambitie vervolgens geconcretiseerd. Op 26 september 2012 hebben uw Staten besloten om de doelstelling voor windenergie te verhogen van 140 MW in 2015 naar 210 MW in 2020. Deze ambitieuze doelstelling levert tevens een bijdrage aan de landelijke doelstelling met betrekking tot windenergie op land. Actuele stand van zaken In de huidige situatie (november 2012) wordt er in de provincie Gelderland 36 MW aan windenergie opgewekt. Er is 34 MW in onherroepelijke plannen opgenomen, 57 MW is in ontwikkeling en 33 MW in onderzoek. Bij elkaar komt dit op een potentie van 160 MW. Het is geenszins zeker dat alle plannen kunnen worden gerealiseerd, omdat ze mogelijk nog kunnen sneuvelen in procedures (alleen 70 MW is momenteel planologisch definitief geregeld).
2
Er loopt een aantal kansrijke initiatieven met steun van betrokken gemeenten, zoals het ontwikkelen van windenergie in het kader van de duurzame transportcorridor A15. Deze initiatieven leveren een belangrijke bijdrage aan de doelstelling van 210 MW in 2020; de doelstelling wordt hiermee echter nog niet behaald. Het is dan noodzakelijk om goede initiatieven op te pakken en te ondersteunen. Vandaar dat er alle reden is om het verzoek van Raedthuys Windenergie B.V. opnieuw tegen het licht te houden. Crisis- en herstelwet/Elektriciteitswet 1998 Op 31 maart 2010 is de Crisis- en herstelwet in werking getreden. Door de inwerkingtreding van deze wet zijn na artikel 9d van de Ew een drietal nieuwe artikelen ingevoerd met betrekking tot windenergie. Op 1 januari 2012 is de Crisis- en herstelwet gewijzigd en hiermee is artikel 9e van de Ew gewijzigd. Als gevolg van artikel 9e, lid 1, Ew zijn Provinciale Staten bevoegd om voor de aanleg of uitbreiding van een productie-installatie voor opwekking van duurzame elektriciteit met behulp van windenergie met een capaciteit van minimaal 5 en maximaal 100 MW, met inbegrip van de aansluiting van die installatie op een net, een inpassingsplan als bedoeld in artikel 3.26 Wro vast te stellen. Ingevolge het tweede lid van artikel 9e Ew geven Provinciale Staten in ieder geval toepassing aan de bevoegdheid op grond van het eerste lid, indien een producent een voornemen tot aanleg of uitbreiding van een productie-installatie schriftelijk bij hen heeft ingediend en de betrokken gemeente een aanvraag van die producent tot vaststelling of wijziging van een bestemmingsplan ten behoeve van de realisatie van dat voornemen, bedoeld in het eerste lid, heeft afgewezen. e
Artikel 9 , lid 5, Ew biedt een mogelijkheid om geen toepassing te geven aan het verzoek: het tweede lid van artikel 9e Ew is niet van toepassing indien is voldaan aan de krachtens het zesde lid voor die provincie gestelde minimum-realisatienorm. In het zesde lid van artikel 9e Ew staat aangegeven dat Onze Minister bij Algemene Maatregel van Bestuur per provincie een minimumrealisatienorm vaststelt. De minimum-realisatienorm wordt vastgesteld aan de hand van het bod ‘Wind op Land’ dat in IPO-verband wordt uitgebracht aan het Rijk. Kort gezegd hebben uw Staten op basis van deze artikelen de verplichting om een inpassingsplan vast te stellen indien een initiatiefnemer een verzoek indient voor de realisatie van windturbines en de desbetreffende gemeenteraad het verzoek heeft afgewezen, en er vanuit het oogpunt van een goede ruimtelijke ordening geen belemmeringen zijn voor het initiatief. In het geval het verzoek wordt afgewezen bestaat de mogelijkheid dat de initiatiefnemer beroep aantekent bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State. De Afdeling zal tegen de achtergrond van de wettelijke bepalingen onze ruimtelijke afweging om het initiatief af te wijzen en onze afweging omtrent de haalbaarheid van de realisatienorm, nadrukkelijk in haar oordeel betrekken.
3
Beoordeling van het initiatief Binnen het kader van de hiervoor geschetste context hebben wij het verzoek van Raedthuys opnieuw in behandeling genomen en komen daarbij tot de volgende bevindingen: - De realisatie van het initiatief draagt bij aan de provinciale ambities voor wat betreft het opwekken van duurzame energie door windturbines. Het initiatief draagt bij aan de doelstelling om in 2020, 210 MW te realiseren. Het behalen van doelstelling is nog geenszins zeker, omdat diverse plannen kunnen sneuvelen in de procedure. Het is dus belangrijk om kansrijke initiatieven actief op te pakken en te ondersteunen. - De beoogde locatie is in het Streekplan Gelderland 2005 en in de RVG aangewezen als zoekzone voor windenergie. De locatie is vanuit ruimtelijk oogpunt globaal getoetst. Er is gekeken naar eventuele effecten op de omgeving, zoals bodemkwaliteit, archeologie, flora en fauna, externe veiligheid, radar en dergelijke. Voor zover het mogelijk is de effecten te kunnen beoordelen (zonder dat er daadwerkelijk onderzoek is gedaan) wordt het niet waarschijnlijk geacht dat deze aspecten voor belemmeringen zorgen voor de realisatie van het initiatief. - In de visie en missie van Raedthuys is de participatie van burgers en bedrijven in duurzame energieconcepten een belangrijk onderwerp. Participatie wordt bevorderd door bijvoorbeeld ‘winddelen’. Eindverbruikers kunnen een wind(aan)deel kopen in een windturbine. Hiermee wordt een windaandeelhouder mede-eigenaar van een windturbine en ontvangt tevens elektriciteit van de windturbine. Ook kan Raedthuys voor omwonenden windenergie uit de lokaal opgestelde turbines leveren. Deze vormen van participatie bevorderen de acceptatie van omwonenden. - Momenteel wordt er een nieuwe Omgevingsvisie opgesteld. Deze zal waarschijnlijk eind 2013 worden vastgesteld. In deze Omgevingsvisie worden ruimtelijke reserveringen gemaakt voor windenergie. Zoals de planning er nu uitziet, zal de Omgevingsvisie niet eerder dan in 2014 worden vastgesteld. - Gelet op onze taakstelling en het tempo waarin windenergieprojecten worden gerealiseerd vinden wij het onverstandig om de Omgevingsvisie af te wachten alvorens daadwerkelijk gebruik te maken van de bevoegdheden die de Ew ons biedt. Hiermee geven we steun in de rug aan gemeenten die zelf plannen hebben om windenergie te realiseren. - Gelet op de wettelijke bepalingen in de Ew omtrent windenergie moet terdege rekening worden gehouden met de mogelijkheid dat een besluit tot afwijzing van het verzoek van de initiatiefnemer wordt vernietigd. Dit is met name ingegeven door de ruimtelijke beoordeling van de locatie in het kader van het Streekplan Gelderland en door de taakstelling voor windenergie zoals die door uw Staten is bepaald op 210 MW (in 2020) en mogelijk tot minimum-realisatienorm zal worden vastgesteld door de minister van Infrastructuur en Milieu (I&M). Concluderend is ons college van mening dat er voldoende reden is om met de voorbereidingen te starten voor een inpassingsplan. Bestuurlijk overleg gemeente Zevenaar De gemeenteraad van Zevenaar heeft het verzoek van Raedthuys op 18 april 2012 afgewezen, omdat de gemeenteraad geen windturbines binnen haar gemeente wenst. Naar aanleiding van die weigering heeft ons college overleg gevoerd met het gemeentebestuur van Zevenaar. Op 19 oktober 2012 heeft gedeputeerde Traag overleg gevoerd met wethouder Van Norel van de gemeente Zevenaar. Uit dit gesprek bleek dat de gemeente Zevenaar zich heeft uitgesproken tegen het ontwikkelen van windenergie binnen de gemeentegrenzen en dit ook als zodanig is opgenomen in het coalitie-akkoord. De gemeente Zevenaar heeft dan ook geen speelruimte om het initiatief van Raedthuys positief tegemoet te treden.
4
In het verlengde hiervan heeft gedeputeerde Traag tevens overleg gevoerd met Raedthuys om het principeverzoek nogmaals te bespreken. Raedthuys heeft aangegeven nog steeds graag vijf windturbines te willen realiseren op de beoogde locatie in de Bijvanck en het verzoek te handhaven. In dat gesprek is door Raedthuys nogmaals benadrukt dat ze hechten aan participatie van burgers en bedrijven in door hen te ontwikkelen duurzame energieconcepten. In het kader van een voor te bereiden inpassingsplan zullen wij er op toezien dat hieraan serieus invulling wordt gegeven. Naar verwachting biedt dat de mogelijkheid om het draagvlak voor het inpassingsplan te vergroten. In het door ons op te stellen inpassingplan, dat na tervisielegging en verwerking van eventueel binnengekomen zienswijzen, aan uw Staten als voorstel zal worden aangeboden, zal het draagvlak voor de plannen ook worden meegenomen. Conclusie en vervolg In 2010 was de weigering van het verzoek door de gemeente één van de argumenten om het verzoek om een inpassingsplan af te wijzen. Hoewel nog steeds gestreefd wordt naar overeenstemming met het gemeentebestuur, is ons college van mening dat de provincie, met het oog op de windenergietaakstelling verantwoordelijkheid moet nemen en in lijn met de Ew te handelen. Het initiatief past binnen het Gelderse beleid en levert een duidelijke bijdrage aan het behalen van de Gelderse doelstelling voor het opwekken van windenergie. Daarom zijn wij voornemens om medewerking te verlenen aan het verzoek van Raedthuys en de voorbereidingen te treffen voor een inpassingsplan. Op het moment dat we starten met de voorbereidingen zullen we samen met initiatiefnemer en andere betrokkenen de noodzakelijke onderzoeken opstarten die horen bij een deugdelijke voorbereiding van een inpassingsplan. Volgens de gebruikelijke werkwijze zal met alle betrokkenen worden overlegd over een voorontwerp-inpassingsplan, alvorens de formele procedure start met het ter visie leggen van het ontwerp-inpassingsplan. Naar verwachting is daar een half jaar tot een jaar mee gemoeid, Na de tervisielegging en verwerking van eventueel binnengekomen zienswijzen komt het moment dat uw Staten een besluit dienen te nemen over de vaststelling van het plan. Uiteraard worden uw Staten op de met u afgesproken wijze voortdurend op de hoogte gehouden van de vorderingen in de voorbereiding. Wij adviseren u deze notitie ter kennisgeving aan te nemen. Arnhem, 11 december 2012 - zaaknummer 2012-010729 Gedeputeerde Staten van Gelderland C.G.A. Cornielje - Commissaris van de Koningin drs. P.P.L. van Kalmthout - secretaris -----
5