Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan
BRAEM Gemeente Kortemark
maart 2007
TOELICHTINGSNOTA – GRAFISCHE PLANNEN – STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN
Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan
BRAEM Gemeente Kortemark
maart 2007
TOELICHTINGSNOTA – GRAFISCHE PLANNEN – STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN Plan_id: 2.13_00049_00001 verloop − 29/06/06 − 27/07/06 − 28/09/06 − 23/10/06 – 22/12/06
goedgekeurd door de deputatie ten behoeve van de plenaire vergadering plenaire vergadering voorlopig vastgesteld door de provincieraad van West-Vlaanderen openbaar onderzoek
Gezien en definitief vastgesteld door de provincieraad van West-Vlaanderen in vergadering van 26/04/07, De provinciegriffier, H. Ost
De voorzitter, J. de Bethune
Dienst Ruimtelijke Planning en Mobiliteit Koning-Leopold III-laan 41 8200 Sint-Andries (Brugge) t 050/ 40 35 33 f 050/ 40 33 76
[email protected] www.west-vlaanderen.be Diensthoofd: F. Van de Sande
Projectbegeleider: Stephaan Barbery
Projectcoördinator: Bart Verbeke
ONTWERPER
West-Vlaamse Intercommunale - dienstverlenende vereniging Baron Ruzettelaan 35 8310 Brugge tel. (050)36 71 71 fax (050)35 68 49
Algemeen directeur
Geert Sanders
Coördinator cel ruimtelijke planning
David Vandecasteele
Ruimtelijk planners
Annelies De Clercq – Johan Michielssens
Inhoud A. UITVOERING VAN HET PROVINCIAAL RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN WEST-VLAANDEREN 2. 3. 4.
Relatie met het ruimtelijk structuurplan waarvan onderhavig ruimtelijk uitvoeringsplan uitvoering is Relatie met ruimtelijk-economische visie specifiek economisch knooppunt Kortemark Beslissing tot opmaak provinciaal RUP door de Bestendige Deputatie
5 5 5 5
B. FEITELIJKE EN JURIDISCHE BESTAANDE TOESTAND
6
1. Feitelijke bestaande toestand 1.1 Historiek, activiteiten en vooruitzichten 1.2 Probleemstelling en uitbreidingsvragen 1.3 Mobiliteitsaspect Gebroeders Braem 2. Juridisch bestaande toestand 2.1 Juridisch kader 2.2 Vergunningen
6 7 7 11 12 12 15
C. PLANNINGSCONTEXT EN OVERIGE BELEIDSPLANNEN
16
1. 2. 3. 3.1 3.2 3.3 3.4 4. 4.1 4.2 4.3 5. 6. 7.
Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV) Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan West-Vlaanderen (PRS-WV) Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Kortemark (GRS) Ruimtelijke visie en beleidsdoelstelling Beleidsvisies per deelstructuur van belang voor de opmaak van het provinciaal RUP Gewenste ruimtelijke structuur deelruimte “noordelijke open ruimte” Gewenste ruimtelijke structuur Kortemark Ruimtelijk-economische visie specifiek economisch knooppunt Kortemark Bestaande ruimtelijk-economische structuur Kortemark Ontwikkelingsperspectieven voor bestaande bedrijven van bovenlokaal niveau Relatie met de taakstelling Sectorale studie zonevreemde bedrijven Mobiliteitsplan Kortemark GNOP Kortemark
D. EVALUATIE BEDRIJF EN OPZET PLAN
26
1. Toetsing bedrijf aan evaluatiecriteria bestaande bedrijven (PRS, RD, p. 247 e.v.) 1.1 Ruimtelijke impact 1.2 Milieu-impact 1.3 Verkeersimpact 1.4 Sociaal- en bedrijfseconomische criteria 1.5 Besluit 2. Watertoets 2.1 Ligging in overstroombare gebieden 2.2 Maatregelen m.b.t. het vermijden van schadelijk effecten m.b.t. de waterhuishouding 3. Opzet plan
E. RUIMTEBALANS EN OP TE HEFFEN VOORSCHRIFTEN 1. 2.
Ruimtebalans Op te heffen voorschriften
26 26 26 26 29 31 31 31 32 32
34 34 34
F. PLANPROCES
35
1. Beslissing tot opmaak provinciaal RUP 1.1 Voorontwerp 1.2 Ontwerp
WVI – MAART 2007
16 16 18 18 18 19 20 21 21 22 23 24 24 24
35 35 35
PROVINCIAAL RUP BRAEM
3
G. STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN EN VERORDENEND GRAFISCH PLAN
36
H. BIJLAGE
45
4
PROVINCIAAL RUP BRAEM
MAART 2007
UITVOERING VAN HET PROVINCIAAL RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN WESTVLAANDEREN
A.
1. Relatie met het ruimtelijk structuurplan waarvan onderhavig ruimtelijk uitvoeringsplan uitvoering is Onderhavig ruimtelijk uitvoeringsplan wordt opgemaakt in uitvoering van het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan West-Vlaanderen (goedgekeurd: M.B. 06/03/2002; B.S. 11/04/2002). Meer bepaald stelt de bindende bepaling 5.4. van het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan West-Vlaanderen het volgende voorop: •
Provinciale ruimtelijke uitvoeringsplannen opmaken voor regionale bedrijventerreinen in structuurondersteunende kleinstedelijke gebieden en kleinstedelijke gebieden van provinciaal niveau.
•
Ontwikkelingsmogelijkheden bepalen en zo nodig provinciale ruimtelijke uitvoeringsplannen opmaken voor de bestaande bedrijven van bovenlokaal niveau die zich buiten bedrijventerreinen situeren in gemeenten
aangeduid als kleinstedelijke gebieden en specifieke economische knooppunten. Vanaf het moment dat het provinciaal ruimtelijk structuurplan door de Vlaamse regering is goedgekeurd, zijn artikelen 37 tot en met 40 en 44 tot en met 47 van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening van toepassing voor de provincie.
2. Relatie met ruimtelijk-economische visie specifiek economisch knooppunt Kortemark Binnen het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan West-Vlaanderen (PRS-WV) is bindend bepaald dat de provincie ruimtelijk-economische ontwikkelingsperspectieven zal aangeven voor specifieke economische knooppunten en voor bestaande bedrijven van bovenlokaal niveau die zich buiten bedrijventerreinen situeren in kleinstedelijke gebieden en in specifieke economische knooppunten ontwikkelingsmogelijkheden zal bepalen en zo nodig provinciale ruimtelijke uitvoeringsplannen zal opmaken. De ruimtelijk-economische visie voor Kortemark is nog niet afgerond.
3. Beslissing tot opmaak provinciaal RUP door de Bestendige Deputatie De Bestendige Deputatie heeft in zitting van 23/06/2005 beslist tot opmaak van onderhavig RUP. Daarbij werd gesteld dat om de ontwikkelingsmogelijkheden van het bedrijf Braem gebroeders toe te laten de opmaak van een provinciaal RUP noodzakelijk is.
WVI – MAART 2007
PROVINCIAAL RUP BRAEM
5
B.
FEITELIJKE EN JURIDISCHE BESTAANDE TOESTAND
1. Feitelijke bestaande toestand NV Braem gebroeders is gesitueerd te Kortemark, in en aan de rand van de kernbebouwing van Handzame. De door het bedrijf gebruikte terreinen en gebouwen bevinden zich alle in de directe omgeving van de Sacramentstraat en Handzaamse Nieuwstraat, maar vormen geen duidelijke eenheid doordat ze door openbare wegenis zijn doorsneden. Het deel van de Sacramentstraat gelegen ten oosten van de Handzaamse Nieuwstraat is in praktijk echter enkel nog dienstig voor het bedrijf en voor het bereiken van de achterliggende landbouwgronden (landbouwtransport). Deze achterliggende gronden zijn ofwel in het bezit van het bedrijf, ofwel zijn ze bereikbaar via de Edewallestraat en de Witte Huisstraat. Het terrein omvat enerzijds grootschalige loodsen en anderzijds een aantal verharde terreinen voor stapelen in open lucht en parkeren. T.o.v. onderstaande luchtfoto is er ondertussen reeds extra verharding vergund (zie stedenbouwkundige vergunningen en plan bestaande toestand), nl. ten oosten van de H. Nieuwstraat, een vrachtwagenparking en ten westen van de H. Nieuwstraat een parking voor personenwagens. Deze beide zijn reeds gerealiseerd. Verder is er een vergunning afgeleverd voor het bouwen van een bureelgebouw. De site is deels verweven met de woonbebouwing, maar vormt ook in belangrijke mate een insteek in de open ruimte die de kern omgeeft. Het terrein waarop de uitbreiding in oostelijke richting gepland is, is momenteel nog grotendeels in landbouwgebruik. De openbare wegen die het bedrijfsterrein in 4 delen opdelen worden ook gebruikt voor intern bedrijfstransport en – verkeer.
Luchtfoto omgeving bedrijfssite
6
PROVINCIAAL RUP BRAEM
MAART 2007
Ingang oosten H Nieuwstraat
Kantoorgebouw ten westen van Handzaamse Nieuwstraat
Zicht vanuit noorden Foto’s bedrijfssite
1.1
Historiek, activiteiten en vooruitzichten
In 1932 werd op de plaats van het bedrijf een graanmaalderij en olieslagerij vergund. Vanaf 1953 werd als nevenactiviteit handel gedreven in tweede hands landbouwvoertuigen en vrachtwagens. Deze activiteit groeide uit tot de hoofdactiviteit en verdrong vanaf 1960 de oorspronkelijke activiteit volledig. De handel in tweede hands vrachtwagens neemt toe en wordt gekoppeld aan revisie van motoren en versnellingsbakken, koetswerkherstellingen, constructie van opbouw op vrachtwagens, onderhoud van verkochte vrachtwagens, verkoop en recuperatie van onderdelen, voorraadbeheer etc. De bedrijvigheid is ondergebracht in de NV’s Braem gebroeders. De activiteiten omvatten aankoop en verkoop van vrachtwagens gekoppeld aan import/export, onderdelen beheer en afbraak van vrachtwagens voor recuperatie van onderdelen, revisie van motoren, versnellingsbakken etc. koetswerkherstelling, constructie van opbouw voor vrachtwagens, hersteldienst etc. Gedurende de voorbije 15 jaar werd voor meer dan 2 miljoen Euro geïnvesteerd waarvan ruim 1/3 milieuinvesteringen. De totale tewerkstelling bedraagt ongeveer 144 personen waarvan 118 in de vestiging te Handzame en 26 in de vestiging te Sombreffe (provincie Namen).
1.2
Probleemstelling en uitbreidingsvragen
1.2.1 Probleemstelling Gevaar stabiliteit gebouwen De huidige toestand houdt gevaren in voor de stabiliteit van de gebouwen en bijgevolg ook voor de veiligheid van het personeel. Vooral het magazijn op het 1ste verdiep (gedeeltelijk boven de burelen ten westen van de Handzaamse Nieuwstraat) is overbelast. Dit gebouw dateert van 1964 en bijgevolg is er niet geweten welke belasting de structuur van het gebouw aankan. Regelmatig dienen wegens overbelasting herstellingen te gebeuren aan de zoldering. Plaatsgebrek magazijnen De huidige capaciteit qua volume van de gebouwen is ontoereikend. Bijgevolg wordt er elke dag enorm veel tijd verspild bij het telkens weer opnieuw verplaatsen van dezelfde onderdelen die wegens plaatsgebrek geen eigen plaats vinden. Nadelen : concurrentieel (minder rendabiliteit), minder veiligheid op het werk en toenemende stress bij het personeel.
WVI – MAART 2007
PROVINCIAAL RUP BRAEM
7
Deze paletrekken staan volledig vol. Op het einde van deze gang kan men normaal gezien met de heftruck naar de gang ernaast rijden. Hier staat echter alles vol.
Waar deze goederen staan, is er normaal manoeuvreerruimte voor de vorkheftruck. Als men de achterste goederen nodig heeft, heeft men wel een uurtje nodig om deze te bezorgen. Dagelijks zijn enkele mensen bezig met werken die bij voldoende ruimte kunnen vermeden worden.
Opnieuw is de gang, nodig om palets uit de rekken te halen, volgestouwd met andere goederen – uit plaatsgebrek.
Plaatsgebrek buitenterreinen De stock van vrachtwagens is volledig onoverzichtelijk. Deze die te koop staan, de verkochte, deze voor afbraak en deze die moeten ge-expertiseerd worden vóór de verkoop staan allemaal door elkaar op de terreinen. Er is helemaal geen sprake niet meer van parkings, alles staat gewoon op elkaar. Commercieel gezien is de huidige onoverzichtelijke en onoplosbare opstelling van de trucks een ernstig nadeel ten opzichte van de concurrentie. Zelfs duurdere vrachtwagens tonen hun waarde niet naar de klanten toe. Op korte termijn kan dit negatieve gevolgen hebben voor de tewerkstelling. Deze foto illustreert dat er gewoon geen inrijstroken meer zijn. Alles staat gewoon op elkaar gepakt. De bureelcontainer met verdiep links boven op de foto is het bureel van de aan- en verkoopdienst van de vrachtwagens : 3 van de 6 kleine bureelruimtes worden telkens gedeeld door 2 werknemers.
Andere Het is onmogelijk om de nodige milieu- en brandinvesteringen (o.a. betonverharding, olie- en benzineafscheiders, buffertank voor lozen in oppervlaktewateren, waterreservoir als voorraad bij brand) te plaatsen in de huidige beschikbare ruimte. Het hoogtereliëf van de terreinen verplicht om ook de afvoer van de regenwaters dicht bij de Plaatsebeek te organiseren. Bijgevolg moeten ook de olie- en benzineafscheiders, de buffertank en de reservoir bluswater ten oosten van de huidige infrastructuur, nabij de Plaatsebeek, geplaatst te worden.
8
PROVINCIAAL RUP BRAEM
MAART 2007
1.2.2 Uitbreidingsvragen Het bedrijf wenst zijn exploitatie veilig te stellen en de mogelijkheid te creëren om de gebouwen en terreinen stelselmatig te kunnen aanpassen aan wijzigende noden vanuit de bedrijfsvoering, de milieuregelgeving, de interne organisatie etc. Het bedrijf wenst het niveau van zijn huidige activiteiten te kunnen handhaven zonder substantieel te groeien. Het behoud van de huidige activiteiten vergt wel een bijkomende ruimtebehoefte en dit in functie van een overzichtelijke organisatie en stalling van de vrachtwagens. Het is de bedoeling deze mooi geordend op rijen te stallen. Naast deze uitbreidingsvragen wordt ook een duurzame oplossing voor de mobiliteitsproblematiek gezocht, met de realisatie van een nieuwe ontsluitingsweg (zie punt 1.3 evaluatie bedrijf en opzet plan – verkeersimpact). Ten einde een betere organisatie en efficiëntere stapeling te bekomen, zal de ruimte ten westen en ten zuiden van het bestaande grootste gebouw (werkplaats) benut worden voor bijkomende bebouwing (magazijn wisselstukken, werkplaats burelen; cfr plan). Deze ruimtes zijn reeds opgenomen in het sectoraal bpa, maar hebben daar de bestemmingen woongebied en zone voor verharding. De oostelijke uitbreiding (nieuw) is nodig voor het overzichtelijk en hanteerbaar parkeren van de vrachtwagens (cfr plan). Deze oostelijke uitbreiding laat ook het efficiënter stallen van vrachtwagens toe op de zuidelijke parking, ten oosten van de H. Nieuwstraat, die hierdoor deels kan ontlast worden. Het bedrijf dient dus hoe dan ook te wachten tot de goedkeuring van onderhavig RUP alvorens nieuwe gebouwen te kunnen optrekken. Ondertussen, in afwachting van de goedkeuring van het RUP, heeft het bedrijf wel een vergunning gekregen om ten westen van het bestaande gebouw verharding aan te leggen in functie van een parking voor vrachtwagens (vergunning 22/2/2006, zie plan bestaande toestand). Deze parking is momenteel reeds in gebruik, maar zal op termijn vermoedelijk verhuizen naar het oosten.
Ontworpen toestand bij goedkeuring provinciaal RUP
WVI – MAART 2007
PROVINCIAAL RUP BRAEM
9
Realisatie van de uitbreiding/optimalisatie site Om de insnijding in de open ruimte, zoals die voorzien was in het SBPA-voorstel (zie verder) te beperken wordt niet langer geopteerd voor een noordelijke uitbreiding. De uitbreiding wordt gezien ten oosten direct aansluitend op de bestaande gebouwengroepering waarbij beperkt wordt uitgebreid. Ook wordt zo veel mogelijk aan inbreiding gedaan. Met andere woorden worden activiteiten die tussen de bestaande gebouwen kunnen worden gebracht daar geïntegreerd. Door dit alles wordt een betere organisatie van de activiteiten mogelijk, niet in het minst in functie van verder doorgedreven milieuoverwegingen (hergebruik van onderdelen, verlengen van de levensduur van vrachtwagens, scheiden van onderdelen volgens materiaalfracties etc). Ondertussen heeft het bedrijf de twee woningen die wat gekneld lagen binnen de bedrijfssite aangekocht. Hierdoor ontstaan nieuwe mogelijkheden voor de compacte uitbouw (inbreiding) van het bedrijf. Er wordt een nieuw magazijn en werkplaats gebouwd zodat de mechanische, vergunningsplichtige werkzaamheden in de bestaande bebouwing ten westen van de Handzaamse Nieuwstraat geleidelijk aan kunnen worden afgebouwd. In het gedeelte van het plangebied dat zich ten zuiden van de Sacramentstraat bevindt, is er eveneens nood aan bijkomende bebouwing waarin vooral de activiteiten en stockage zullen plaatsvinden die momenteel wegens plaatsgebrek in open lucht gebeuren. Immers, ten oosten van de huidige bebouwing is de ruimte quasi volledig ingenomen door vrachtwagens voor afbraak en recuperatie. Deze vrachtwagens staan in open lucht waardoor bepaalde onderdelen onder weersinvloed aangetast worden, dit vooral bij recente ongevalwagens. Om op een meer efficiënte en milieutechnisch betere manier te kunnen werken zouden deze vrachtwagens in een overdekte ruimte moeten kunnen worden ondergebracht. Gekoppeld aan deze overdekte ruimte dient bijkomend een magazijn te worden voorzien waar de gerecupereerde onderdelen kunnen worden gestockeerd. De uitbreidingen zijn vooral noodzakelijk om de bestaande activiteiten te consolideren op de huidige plaats. Dit zal geen aanleiding geven tot een schaalvergroting van het bedrijf. De herinrichting van het bedrijventerrein dient dan ook gezien te worden als een duurzame investering in het kader van de bestendiging van tewerkstelling en als een optimalisatie van de bestaande activiteiten. De uitbreiding wordt beschouwd als het noodzakelijke en tevens als de bovengrens van de mogelijkheden op deze plaats zonder de draagkracht te overschrijden. Korte termijnbehoefte Op korte termijn is er nood aan bijkomende bedrijfsloods van ca 60m op 40m met een kroonlijsthoogte van max. 15 meter waarin zich een geautomatiseerde stapelruimte bevindt : hier worden dan zowel nieuwe onderdelen gestockeerd als onderdelen die in aanmerking komen voor hergebruik. Het magazijn dat zich momenteel aan de westzijde van de Handzaamse Nieuwstraat bevindt, is te klein geworden, verhindert een efficiënte werking en is in slechte staat. Door de steeds grotere verscheidenheid aan onderdelen (tgv de technologische evoluties) en de betere mogelijkheden tot hergebruik is bijkomende stapelruimte noodzakelijk. Aansluitend (ten noorden) aan deze stapelloods wordt er een werkplaats van ca. 40m op 40m gebouwd met een kroonlijsthoogte van ca. 9 meter. De bestaande mechanische activiteiten ten westen van de Handzaamse Nieuwstraat worden dan overgebracht naar deze werkplaatst, zodat er in eerste instantie ten westen van de Handzaamse Nieuwstraat als het ware geen vergunningsplichtige activiteiten meer zullen plaatsvinden. Op korte termijn is er eveneens grote nood aan bijkomende verhardingen waardoor het parkeren, tentoonstellen en tijdelijk stallen van de vrachtwagens beter kan georganiseerd worden en dat dit kan uitgevoerd worden conform de geldende milieuregelgeving. De bouwvergunning voor nieuwe burelen ten zuiden van de Sacramentstraat en gedeeltelijk ter vervanging van de huidige bureelcontainers is reeds door de bevoegde instanties toegekend. Dit project zou moeten beëindigd worden in het voorjaar van 2007. Middellange termijnbehoefte Voor de middellange termijn is er nood aan een bijkomende werkplaats-stapelplaats waar o.a. de ongevalwagens die momenteel in open lucht worden gestockeerd, kunnen worden in onder gebracht. Hierbij wordt gedacht aan een loods van 54m op 32m met een kroonlijsthoogte van ca. 9 meter. Vooral voor recente ongevalswagens is het binnen plaatsen van de voertuigen een noodzaak om de mogelijkheden op recyclage optimaal te houden. De loods wordt vlakbij de bestaande werkplaats ingepland zodat er interactie kan ontstaan tussen de verschillende bedrijfsruimten en waarbij voldoende manoeuvreerruimte tussen de gebouwen wordt behouden. Op deze manier wordt gestreefd naar een efficiënte bedrijfsvoering binnen een compacte configuratie.
10
PROVINCIAAL RUP BRAEM
MAART 2007
Lange termijn – perspectief Op lange termijn kan een visie ontwikkeld worden waarbij alle activiteiten zich ten oosten van de Handzaamse Nieuwstraat concentreren. De activiteiten ten westen van de Handzaamse Nieuwstraat kunnen dan worden afgebouwd, ten voordele van de woonomgeving. De oversteekbewegingen van (intern) bedrijfsverkeer vallen daardoor volledig weg. De ontsluiting van het bedrijf, zowel voor vrachtwagens als personeelsverkeer, kan dan volledig via de nieuw aan te leggen ontsluitingsweg ten oosten van het bedrijf en dient dan niet meer te gebeuren via de Handzaamse Nieuwstraat. Deze verdere oostelijke ontwikkeling van het bedrijf voor de over te brengen activiteiten (burelen, magazijn en personeelsparking) dient dan zo compact mogelijk aan te sluiten bij de bedrijfssite en de nieuwe ontsluitingsweg. Omdat op vandaag echter de personeelsparking pas is aangelegd, de bouwvergunning voor het nieuwe bureelgebouw pas is afgeleverd en de sanering van het bestaande magazijn nog dient opgestart te worden, kunnen er geen garanties worden ingeschreven naar termijnen waarbinnen deze visie realiseerbaar is. Daarom wordt dit in het opzet van dit plan nog niet verder uitgewerkt.
1.3
Mobiliteitsaspect Gebroeders Braem
Momenteel wordt alle verkeer gestuurd via de afrit Lichtervelde op de E403. Via de Staatsbaan (N35) en de Kronevoordestraat-Werkenstraat wordt Braem Gebroeders nv bereikt. Dit impliceert een doorgang via het kerkplein (Handzame plein).
Huidige bereikbaarheid Braem gebroeders
WVI – MAART 2007
PROVINCIAAL RUP BRAEM
11
2. Juridisch bestaande toestand 2.1
Juridisch kader
2.1.1
Ligging t.o.v. gewestplan Volgens het gewestplan Diksmuide-Torhout (KB 5/2/1979) is het bedrijf gelegen deels in woongebied en deels in agrarisch gebied. In tegenstelling tot het initiële plan (sectoraal bpa, waarvan deel uitgesloten) wordt de insnijding in agrarisch gebied beperkt en gesitueerd aansluitend op de bebouwde omgeving. Een groot gedeelte van het huidige voorstel is tevens gesitueerd binnen de contour van het goedgekeurde SBPA. Door wijziging in eigendomsstructuur (aankoop van de twee in het plan gelegen woningen) ontstaan er andere mogelijkheden die een betere organisatie van het bedrijf mogelijk maken maar tevens een aanpassing van het BPA noodzakelijk maken.
Gewestplan Diksmuide-Torhout
2.1.2
Ligging t.o.v. goedgekeurde nog geldend BPA’s
Sectoraal bpa
Het bedrijf werd opgenomen in het sectoraal bpa zonevreemde bedrijven van de gemeente Kortemark als deelplan 1/8 (MB 14/6/2001). Een geplande omvangrijke noordelijke uitbreiding werd toen van goedkeuring onthouden. Een deel van het bestaande bedrijf, evenals beperkte uitbreidingsmogelijkheden, werden wel toegelaten. De motivatie om de destijds geplande uitbreiding ten noorden niet toe te laten gebeurde zowel vanuit mobiliteitsoogpunt als vanuit puur ruimtelijk oogpunt. Ook het feit dat niet de hele bedrijfssite in het onderzoek werd meegenomen heeft mee geleid tot het niet goedkeuren van de geplande uitbreidingen: Overwegende dat het bestemmingsplan en bijhorende stedenbouwkundige voorschriften voor het deelplan 1/8 : Braem Gebroeders, voorziet in een bestemmingswijziging ter bestendiging en uitbreiding van het bestaande bedrijf ; dat het bestaande bedrijf gelegen is op de rand van de dorpskern van Handzame;
dat dit bedrijf naar schaal en aard van de bedrijvigheid (handel in vrachtwagens en onderdelen) reeds de draagkracht van de omgeving overstijgt ; dat het bestemmingsplan bovendien een verdubbeling van de bedrijfsoppervlakte mogelijk maakt; dat deze ontwikkeling gepaard gaat met de verlegging van de hoofdontsluiting naar de Wittehuisstraat; dat deze straat niet is aangepast aan het verkeer dat dit bedrijf genereert; dat de hoofdontsluiting via
12
PROVINCIAAL RUP BRAEM
MAART 2007
de Wittehuisstraat bovendien geen oplossing biedt voor het zwaar vrachtverkeer doorheen de dorpskern van Handzame om de N35 te bereiken ; dat deze verlegging van de hoofdontsluiting geen argument kan zijn voor vrijwel onbeperkte verdere ontwikkeling van het bedrijf; dat in het kader van het voorontwerp werd gevraagd een globaal onderzoek te doen naar de inpasbaarheid van het bedrijf in zijn omgeving ; dat hieraan slechts gedeeltelijk werd voldaan door toevoeging aan het dossier van een voorstel van inrichtingsplan voor het binnen het plangebied opgenomen bedrijfsterrein ; dat voorliggend bestemmingsplan onvoldoende garanties biedt om de voorgestelde uitbreiding van dit bedrijf in zijn omgeving te kunnen verantwoorden ; dat met name de uitbreiding niet werd gekoppeld aan een duurzame oplossing voor de ontsluitingsproblematiek, de hinder voor omwonenden en de versnipperde ontwikkeling van het bedrijf in zijn huidige context ; dat in die optiek het bestemmingsplan niet alle bedrijfsgebouwen en terreinen opneemt die verspreid liggen in deze omgeving ; dat een eventuele uitbreiding slechts kan worden verantwoord indien het volledige bedrijf in zijn huidige context in het onderzoek wordt betrokken ; dat anderzijds het bedrijf op deze locatie gegroeid is en behoorlijk werd vergund ; dat hiermee een behoorlijk investeringsvolume op deze locatie werd gecreëerd waardoor een mogelijke volledige herlocatie op korte termijn onrealistisch lijkt ; dat derhalve een lokale uitbreiding die een efficiënter en compacter ruimtegebruik voorstaat kan overwogen worden mits het onderzoek wordt uitgebreid naar alle bedrijfsgebouwen en terreinen die heden verspreid liggen in de (woon)omgeving ; dat in het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan dit onderzoek ten gronde kan gebeuren waarin de garanties worden geboden voor een duurzame inpassing van het bestaande bedrijf in de woonomgeving ; dat dit bedrijf duidelijk een bovenlokale problematiek heeft ; dat Kortemark in het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen geselecteerd is als economisch knooppunt ; dat derhalve de provincie toekomt over dergelijke uitbreidingen te oordelen ; dat de gemeente evenwel in het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan suggesties kan doen die voor de provincie als basis kunnen dienen ; dat dit onderzoek en deze garanties door voorliggend bestemmingsplan niet worden geboden ; dat bovendien door de gemeente in verantwoording voor afwijking van het gewestplan zelf wordt aangegeven dat de bestemming van de gronden, waarop de uitbreiding in het voorstel kan plaatsvinden, niet achterhaald zijn ; dat om deze redenen voorliggend bestemmingsplan gedeeltelijk van goedkeuring moet worden onthouden met name van het gedeelte waarop de uitbreiding betrekking heeft.’ Door de uitsluiting van alle uitbreidingsmogelijkheden en het niet volledig opnemen van het bedrijf in het initiële plan blijft het bedrijf geconfronteerd met een dringende nood aan ruimte. Het goedkeuringsbesluit maakt expliciet melding van de mogelijkheid om de totale bedrijfsvestiging te herbekijken rekening houdend met een aantal randvoorwaarden. 2.1.3 Ligging t.o.v. goedgekeurde nog geldende verkavelingen In de Handzaamse Nieuwstraat, Sacramentstraat en de Beekstraat komen verschillende verkavelingen voor (zie plan bestaande toestand). 2.1.4 Biologische waarderingskaart De bedrijfsuitbreiding is niet gelegen binnen gebieden die in het kader van de biologische waarderingskaart worden vermeld. De meer zuidelijk gesitueerde omgeving van de Strooibeek bevat een aantal waardevolle elementen maar is op meer dan 300 m van het bedrijf gelegen. De beekvallei van de Handzamevaart ten zuiden van het dorpscentrum is biologisch zeer waardevol door de aanwezigheid van laaggelegen weilanden die frequent overstromen. Hierdoor zijn daar specifieke biotopen ontstaan.
WVI – MAART 2007
PROVINCIAAL RUP BRAEM
13
Biologische waarderingskaart
2.1.5 Habitat- en vogelrichtlijngebieden Het bedrijf is, net zoals het volledige centrum van Handzame gelegen in de bufferstrook van 700 m ten opzichte van het vogelrichtlijngebied van de IJzervallei (B. Vl.Ex. 17.10.1988) en op 300 meter van de eigenlijke perimeter van het vogelrichtlijngebied, met de woonkern van Handzame er nog tussenin.
Natura 2000 – Europese beschermingszones
In Kortemark valt een kleine zone aan de Makeveldstraat onder de habitatrichtlijn, aansluitend bij het omvangrijke habitatgebied van het Wijnendalebos, ten noorden van Edewalle. Een ander omvangrijk gebied is het Houthulstbos in de zuidelijke buurgemeente Houthulst.
14
PROVINCIAAL RUP BRAEM
MAART 2007
2.2
Vergunningen
2.2.1
Stedenbouwkundige vergunningen
nr 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12
datum 26/01/1962 29/11/1963 03/04/1964 03/03/1969 11/08/1972 18/6/1986 20/5/1987 25/8/1994 25/8/1994 16/06/2004 19/1/2006 22/2/2006
2.2.2
vergunning Werkplaats Verharding en ingebruikname terrein Magazijn + burelen + werkplaats Werkplaats Werkplaats Werkplaats Werkplaats Overdekte opslagplaats Loods waterzuivering en reiniging Aanleg van een parking voor het personeel Bouwen van een bureelgebouw ter vervanging en uitbreiding bestaande burelen Aanleggen van een parking voor vrachtwagens
Milieuvergunningen
31/03/1994 – 09/03/2009: inrichting voor klein- en groothandel in vrachtwagenonderdelen, revisie van aggregaten, afbraak en herstelling van vrachtwagens alsook het monteren van industriële wasinstallaties voor ondermeer het wassen van steenkool, groenten enz. … verder te exploiteren, om te vormen en uit te breiden.
WVI – MAART 2007
PROVINCIAAL RUP BRAEM
15
C.
PLANNINGSCONTEXT EN OVERIGE BELEIDSPLANNEN
Op Vlaams, provinciaal en gemeentelijk niveau worden in structuurplannen uitspraken gedaan over de gewenste ruimtelijke structuur vanuit een geïntegreerde benadering. Deze uitspraken binnen de diverse structuurplannen vormen het uitgangspunt voor de genomen planopties.
1. Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV) Het RSV is vastgesteld door de Vlaamse regering op 23 september 1997. Het omvat een informatief, richtinggevend en bindend gedeelte. In het RSV wordt de gewenste ruimtelijke ontwikkeling aangegeven voor vier structuurbepalende elementen en componenten op Vlaams niveau: stedelijke gebieden en stedelijke netwerken, elementen van het buitengebied, economische knooppunten en lijninfrastructuren. Het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen vormt een kader voor de provinciale en gemeentelijke structuurplannen. Elementen uit het richtinggevend gedeelte en bindende bepalingen werken door op het provinciale en gemeentelijke niveau. In wat volgt wordt een overzicht gegeven van elementen die betrekking hebben op onderhavig provinciaal RUP. Kortemark is als gemeente gelegen in het buitengebied aangeduid als specifiek economisch knooppunt. In deze voor Vlaanderen strategische locaties worden de economische ontwikkelingen gestimuleerd en geconcentreerd. Het RSV geeft volgende ontwikkelings- en uitbreidingsmogelijkheden voor bestaande bedrijven buiten bedrijventerreinen: Een maximale van de economische activiteiten met de activiteiten in haar (bebouwde of onbebouwde) omgeving wordt nagestreefd; goed nabuurschap moet het uitgangspunt vormen; goed nabuurschap is afhankelijk van het ruimtelijk functioneren van het gebied, de gewenste ruimtelijke ontwikkeling van het gebied en van de aard en het karakter van het bedrijf en de bedrijfsactiviteit. Alle mogelijkheden en voorzieningen (op milieuhygiënisch vlak, qua mobiliteitsproblematiek, …) voor ontwikkeling op de bestaande locatie worden uitputtend aangewend. De ruimtelijke implicaties bij een herlocalisatie (bijkomende infrastructuur voor nieuwe lokale en regionale bedrijventerreinen, bijkomend ruimtegebruik, versnipperen van onbebouwde ruimte, vermindering van de ontwikkelingsmogelijkheden voor natuur, …) worden afgewogen tegenover de ruimtelijke implicaties van een ontwikkeling op de bestaande locatie. De ruimtelijke draagkracht van de omgeving mag niet worden overschreden Er wordt t.a.v. de ontwikkeling van de economische activiteit een maximale beleidszekerheid en beleidscontinuïteit nagestreefd, zowel in de ruimte als in de tijd. … Kortemark heeft geen geselecteerde hoofdwegen, noch primaire wegen op zijn grondgebied.
2. Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan West-Vlaanderen (PRS-WV) Het PRS-WV is goedgekeurd bij Ministrieel Besluit van 06/03/2002. Het omvat een informatief (bestaande ruimtelijke structuur), een richtinggevend (visie en gewenste ruimtelijke structuur) en een bindend gedeelte (bindende bepalingen). De visie en gewenste ruimtelijke ontwikkeling geschetst in het PRS-WV sluiten aan bij het RSV en geven een nadere uitwerking en invulling aan de elementen die vragen om een samenhangend beleid over de gemeentelijke grenzen heen. De bindende bepalingen vormen het kader voor de maatregelen waarmee de provincie de gewenste structuur wil realiseren. De gewenste ruimtelijke ontwikkeling wordt uitgewerkt volgens gewenste deelstructuren; de nederzettingsstructuur, de natuurlijke structuur, de agrarische structuur, de structuur bedrijvigheid, de structuur kleinhandel, de structuur
16
PROVINCIAAL RUP BRAEM
MAART 2007
toerisme en recreatie, de structuur van verkeer en vervoer en de structuur van het landschap en diverse deelruimtes. Enkel de deelstructuren van belang voor onderhavig provinciaal RUP komen aan bod. Kortemark is qua gebiedsgerichte benadering gelegen in de Middenruimte. Binnen de gewenste nederzettingsstructuur is Kortemark geselecteerd als structuurondersteunend hoofddorp: ruimtelijk beleid: structuurondersteunend voor wonen en werken in het buitengebied en een bovenlokale verzorgende rol. Structuurondersteunende hoofddorpen kunnen voorzien in bijkomende woongelegenheden. Zarren is geselecteerd als herlocalisatiehoofddorp: ruimtelijk beleid: ondersteunend voor wonen en werken in het buitengebied en een lokale verzorgende rol. Enkel de juridisch bestaande effectieve bouwgronden kunnen benut worden. Handzame is geselecteerd als woonkern: ruimtelijk beleid: structurerend voor wonen in buitengebied en een lokaal verzorgende rol. Wat de gewenste ruimtelijke structuur bedrijvigheid betreft, is Kortemark, geselecteerd als specifiek economisch knooppunt, van essentieel belang om nieuwe investeringen aan te trekken: ruimtelijk beleid: aanbodbeleid regionale bedrijventerreinen in functie van endogene ontwikkeling en clustervorming. Kortemark vervult eveneens een rol t.a.v. aantrekken van nieuwe economische activiteiten. Lokale bedrijventerreinen (5ha) kunnen ontwikkeld worden in hoofddorpen. Dit is mogelijk in Zarren en Kortemark die resp. geselecteerd zijn als herlocalisatiehoofddorp (bedrijventerrein voor herlocalisatie bedrijven uit kern en omgeving) en structuurondersteunend hoofddorp (ontwikkeling lokaal bedrijventerrein). De bestaande ruimtelijk-economische structuur van West-Vlaanderen is de basis voor de ruimtelijk-economische ontwikkelingen in de toekomst. Deze ontwikkelingen dienen geoptimaliseerd te worden door een verscheidenheid aan bedrijvigheid te creëren zowel ruimtelijk als naar de aard van de activiteiten. De dynamiek en de aard van de bedrijvigheid verschillen in West-Vlaanderen van regio tot regio. Voor wat betreft de bestaande bedrijven staat in het PRS de doelstelling voorop deze te evalueren en te optimaliseren. De endogene ontwikkelingen en de clustervorming moeten ruimtelijk ondersteund worden enkel als de impact op de omgeving toelaatbaar is. Gezien de mogelijkheid voor endogene ontwikkeling van regionale bedrijven, behoort het tegemoet komen aan een uitbreidingsbehoefte van het bedrijf Braem tot de mogelijkheid. Bij het uitwerken van een gewenste ruimtelijke structuur van verkeer en vervoer bestaat een belangrijke taak voor het provinciaal niveau erin tot een selectie te komen van de secundaire wegen. 1 Er wordt gekozen voor een verdere subcategorisering van de secundaire wegen in drie types (I, II en III) . In Kortemark gelden volgende selecties: Secundaire wegen categorie I: ruimtelijk beleid: verbindingsfunctie op bovenlokaal niveau N35, Roeselare-Diksmuide Secundaire wegen categorie II: ruimtelijk beleid: hoofdfunctie verzamelen op bovenlokaal en lokaal niveau; navenant inrichten
N36, Zarren-Kortemark
Binnen de gewenste landschappelijke structuur staat het behouden en het versterken van de landschappelijke diversiteit en herkenbaarheid (zowel traditionele landschapskenmerken als kenmerken uit recente ingrepen) centraal. In de omgeving van Kortemark worden volgende elementen en componenten aangeduid: Structurerende reliëfcomponenten: ruimtelijk beleid: behouden en versterken van de visuele kwaliteit en herkenbaarheid Ijzer-Handzamevallei De Handzamevaart is geselcteerd als ankerplaats: ruimtelijk beleid: tegengaan van alle vormen van versnippering en veranderingen of toevoegingen van storende elementen. In de Middenruimte wordt de bedrijvigheid verder ondersteund (dit betekent o.a. de verwevenheid van diverse soorten land- en tuinbouwactiviteiten en de aan de landbouw gerelateerde bedrijvigheid). Dit heeft in het verleden
1
Sec. I: verbinsingsfunctie op bovenlokaal niveau primeert; Sec.II: verzamelfunctie op bovenlokaal niveau primeert; Sec.III: verbindingsfunctie van het openbaar vervoer en het fietsverkeer op bovenlokaal niveau primeert.
WVI – MAART 2007
PROVINCIAAL RUP BRAEM
17
reeds geleid tot een specifiek landschap met verspreide - al dan niet grootschalige - bebouwing. De evolutie van deze activiteiten moet dan ook passen in dit ‘nieuwe landschap’. De concentraties van bestaande bedrijvigheid in specifieke economische knooppunten voor clustering en endogene economische ontwikkeling is een van de bepalende elementen en van het bijhorende ruimtelijke beleid in de gewenste ruimtelijke structuur van de Middenruimte. De Middenruimte kenmerkt zich door een zeer grote diversiteit aan bedrijvigheid, zowel naar ruimtelijke kenmerken (vb. klein- en grootschaligheid, verspreid patroon) als soorten activiteiten (vb. sectoren, tewerkstelling). Daarbij wordt gesteld dat bedrijventerreinen in de specifieke economische knooppunten zich kunnen ontwikkelen aansluitend bij die bestaande bedrijvigheid, rekening houdend met de draagkracht van de omgeving, de ontsluiting en de clustervorming. De huidige ruimtelijke beleidskaders (RSV en PRS) bieden in Kortemark mogelijkheden voor endogene ontwikkeling van regionale bedrijven. Het tegemoetkomen aan de uitbreidingsbehoefte van het bedrijf Braem Gebroeders hoort dus tot de mogelijkheden.
3. Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Kortemark (GRS) Aspecten uit het GRS van toepassing op het provinciaal RUP Braem worden in onderstaande tekst aangehaald.
3.1
Ruimtelijke visie en beleidsdoelstelling
Het GRS Kortemark werkt zijn visie en doelstellingen uit binnen het kader van het PRS-WV en het RSV. In de aanzet tot gemeentelijk ruimtelijk structuurplan van de gemeente Kortemark (momenteel reeds structureel overleg over voorontwerp gepasseerd), zijn geen specifieke zaken opgenomen met betrekking tot het bedrijf Braem gebroeders. Wel worden algemene afwegingscriteria opgesomd voor zonevreemde bedrijven.
3.2
Beleidsvisies per deelstructuur van belang voor de opmaak van het provinciaal RUP
3.2.1 Bedrijvigheid Regionale bedrijvigheid – regionale bedrijven buiten bedrijventerreinen Er zijn geen regionale bedrijventerreinen in de gemeente gelegen. Alle bedrijven van bovenlokaal niveau situeren zich buiten bedrijventerreinen, en zijn opgenomen in gewestplanbestemmingen of plannen van aanleg (cfr. Braem opgenomen in sectoraal bpa). 3.2.2 Open ruimte Landschap Versterken van open ruimte De open ruimte in de gemeente is een van haar grootste natuurlijke en landschappelijke kwaliteiten. De gemeente wil een beleid voeren dat de essentiële kenmerken en contouren van deze open ruimte onderscheidt en inbedt in de andere deelstructuren. Onder meer de Plaatsebeek (zuidoostelijke grens van het plangebied) is geselecteerd als een beek van lokaal belang met natuurdragende functie. 3.2.3
Verkeer en vervoer
Ontwikkelen ontsluitingssysteem
Ontwikkelen van een ontsluitingssysteem waarbij de bedrijventerreinen en bedrijven naar het hogere wegennet worden ontsloten, zonder daarbij de woonomgevingen te belasten. De selectie van secundaire wegen (N35, N36 en N363 (Koekelare / Ichtegem) geeft bijgevolg aanleiding tot 3 grote sectoren in de gemeente die bij voorkeur in éénzelfde richting verzamelen en naar het hogere wegennet ontsluiten. In bedrijfsvervoerplannen kan deze strategie verder ontwikkeld worden. Braem gebroeders is gelegen in de verzamelzone van bestemmingsverkeer dat afgeleid wordt naar de N363 (Koekelare/Ichtegem). Het verkeer afkomstig van Braem wordt naar deze weg geleid via de Edewallestraat en de Koekelarestraat. 18
Categorisering van wegen PROVINCIAAL RUP BRAEM
MAART 2007
Lokale wegen type I hebben een hoofdfunctie, verbinden op lokaal en interlokaal niveau, en een aanvullende functie ontsluiten en toegang geven: selectie (omgeving Braem): Edewallestraat (gedeeltelijk, nl. nabij Koekelarestraat), Koekelarestraat Lokale wegen type II hebben een hoofdfunctie, verzamelen en ontsluiten op lokaal en interlokaal niveau, en een aanvullende functie toegang geven: selectie (omgeving Braem): Edewallestraat (gedeeltelijk, nl. nabij kern Handzame), Handzamestraat-Werkenstraat. De huidige ontsluiting van het bedrijf naar het hogere wegennet gebeurt over een lokale weg II (Werkenstraat) naar de N35. Dit is een ontsluiting in zuidelijke richting. De gewenste ontsluiting (GRS) verloopt over een lokale I richting N363. Dit is een ontsluiting in noordelijke richting.
3.3
Gewenste ruimtelijke structuur deelruimte “noordelijke open ruimte”
De noordelijke open ruimte omvat een groot aaneengesloten landbouwgebied met verspreide landbouwzetels en enkele kleinere kernen en gehuchten. Ze sluit in het noorden aan op de deelruimte Ruidenberg, en in het zuiden op de Valleiruimte. De zijvertakkingen van de Handzamevallei structureren het gebied. Binnen dit gebied moet de landbouw zich flexibel kunnen ontplooien, rekening houdende met de elementen met een belangrijke landschappelijke of ecologische waarde. Deze beperken zich in deze ruimte tot de smalle valleibodems. Door uitbreiding van Braem in noordelijke richting te beperken, wordt tegemoet gekomen aan de doelstelling uit het GRS om maximale kansen te bieden aan de landbouw.
WVI – MAART 2007
PROVINCIAAL RUP BRAEM
19
3.4
Gewenste ruimtelijke structuur Kortemark
Gewenste ruimtelijke structuur Kortemark (bron: GRS) 20
PROVINCIAAL RUP BRAEM
MAART 2007
4. Ruimtelijk-economische visie specifiek economisch knooppunt Kortemark Binnen het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan West-Vlaanderen (PRS-WV) is bindend bepaald dat de provincie ruimtelijk-economische ontwikkelingsperspectieven zal aangeven voor specifieke economische knooppunten en voor bestaande bedrijven van bovenlokaal niveau die zich buiten bedrijventerreinen situeren in kleinstedelijke gebieden en ontwikkelingsmogelijkheden zal bepalen en zo nodig provinciale ruimtelijke uitvoeringsplannen zal opmaken in specifieke economische knooppunten. Onderstaande zijn elementen overgenomen uit de ruimtelijk-econmische visie voor de gemeente Kortemark (in opmaak, deze dient nog verder verfijnd en overlegd te worden met de verschillende bestuursniveaus).
4.1
Bestaande ruimtelijk-economische structuur Kortemark
Kortemark is centraal in West-Vlaanderen gelegen, aan de noordrand van de Westhoek. Ten oosten van het grondgebied verbinden de A17 en de N32 de steden Brugge, Torhout, Roeselare en Kortrijk. Deze as bepaalt sterk de ontwikkeling van de gemeente. Ten westen vormt Diksmuide de voornaamste aantrekkingspool van de gemeente. Kortemark wordt van oost naar west doorsneden door de N35. Deze infrastructuur verleent de gemeente enerzijds toegang tot de steden aan de A17, waarlangs de verbinding met andere regio’s verzekerd wordt, anderzijds bereikt men via Diksmuide de Westhoek en de Westkust. Deze combinatie van verschillende factoren, centrale en landelijke ligging, goede infrastructuur, maakt dat Kortemark relatief veel mogelijkheden biedt aan bedrijvigheid, landbouw en wonen. De huidige aanwezigheid van enkele grote bedrijven zoals de steenbakkerij Wienberger en de groentenverwerkende nijverheid, wijzen op deze aanwezige dynamiek. Deze dynamiek wordt nog versterkt door de relatieve nabijheid van onder andere de REO-veiling in Roeselare en de concentratie van groentenverwerking in de buurgemeente Staden, die beiden van belang zijn voor de land- en tuinbouwsector in Kortemark. (cfr GRS en SBPA). De geïndustrialiseerde landbouw en intensieve veeteelt in deze regio (Middenruimte) brengen echter een groot aandeel verspreide bedrijven in een ongestructureerd landschap met zich mee. Daarnaast komen vele verspreid gelegen, kleine, bedrijventerreinen en bedrijven buiten bedrijventerreinen verspreid in woonlinten en in de open ruimte voor. De open ruimte wordt op die manier sterk versnipperd. Toch zijn nog enkele grotere open ruimte structuren bewaard gebleven. Centraal in de gemeente ligt de vallei van de Handzamevaart. De noordzijde van Kortemark wordt begrensd door het plateau van Wijnendale, de zuidzijde door de rug van Westrozebeke. Een indicator van de sectoren die in Kortemark sterk vertegenwoordigd zijn, is de tewerkstelling. De bezoldigde tewerkstelling naar bedrijfstakken in Kortemark, vergeleken met het arrondissement Diksmuide, West-Vlaanderen en het Vlaamse Gewest, wordt weergegeven in de hiernavolgende tabel. Ook het arrondissement Roeselare wordt hierbij weergegeven, omdat dit arrondissement een zeer belangrijke tewerkstellingspool in de Middenruimte is. Kortemark scoort in een aantal sectoren opmerkelijk hoger dan het arrondissement Diksmuide, en ook hoger dan het arrondissement Roeselare en de provincie. Deze sectoren zijn de sector voeding en genotsmiddelen, hout en meubelen, glas en overige niet-metaalproducten, verkoop en herstel van voertuigen en de sector vervoer, opslag en communicatie. Toch kan hier niet gesproken worden van een gerichtheid op of specialisatie in één specifieke sector, maar scoort de gemeente goed in meerdere sectoren. De tewerkstelling in de sector voeding en genotsmiddelen bedraagt 8,3% van de totale tewerkstelling, tegenover 5,1% in het arrondissement Diksmuide en 4,1% in de provincie. Het gaat vooral om bedrijven in de conservenindustrie, die recent overschakelden naar de verpakking met diepvriestechniek, bijvoorbeeld Dujardin en Bonduelle. Voor de relatief hogere tewerkstelling in de sector hout en meubelen (7,3% in Kortemark, tegenover 4,2% in het arrondissement Diksmuide en 2,4% in de provincie) zijn bedrijven zoals Hima en Houtland verantwoordelijk. De sector glas en overige niet-metaalproducten vertegenwoordigt 5,7% van de tewerkstelling in Kortemark, tegenover 1,8% in arr. Diksmuide en 1,1% in de provincie. De meeste bedrijven in deze sector zijn steenbakkerijen, waaronder Wienerberger Bricks (Desimpel).
WVI – MAART 2007
PROVINCIAAL RUP BRAEM
21
Naast deze sectoren scoort Kortemark ook sterk in de sectoren verkoop en herstel van voertuigen, brandstoffen en vervoer, opslag en communicatie. Voornamelijk de aanwezigheid van enkele grote transportbedrijven, zoals Despeghel Trans en Shanks (vroeger Vancoppenolle), de aanwezigheid van het bedrijf Braem (verkoop en herstel van voertuigen) en de aanverwante en afgeleide activiteiten die zij met zich meebrengen kunnen dit verklaren.
4.2
Ontwikkelingsperspectieven voor bestaande bedrijven van bovenlokaal niveau
De bestaande bedrijvigheid van bovenlokaal niveau zal zich in de meeste gevallen over een langere periode ontwikkeld hebben (historisch gegroeide bedrijven). De (maatschappelijke) draagkracht is voor dergelijke bestaande bedrijven dan ook groter te noemen. Vandaar dat alle bestaande bovenlokale bedrijven, die binnen een geëigende bestemmingszone liggen, minstens kunnen bestendigd worden. Wanneer een specifiek bedrijf van bovenlokaal niveau een uitbreidingsvraag heeft en de bestaande verordenende plannen laten de uitbreiding niet toe, dan dient deze uitbreiding getoetst te worden aan een aantal evaluatiecriteria. Het PRS-WV geeft deze evaluatiecriteria weer in een specifiek beleidskader (PRS-WV, pp. 247-249). Hieronder wordt verder ingegaan op de belangrijkste van deze criteria. Het betreft bijgevolg een eerste aanzet van evaluatie. Elk bovenlokaal bedrijf oefent een impact uit op de omgeving. Deze heeft betrekking op 3 domeinen, met name de ruimte, het milieu en het verkeer. Volgens deze 3 domeinen worden criteria voorgesteld, waaraan elk bovenlokaal bedrijf bij uitbreiding buiten de geëigende bestemmingszone getoetst moet worden. Daarnaast zijn er ook sociaal- en bedrijfseconomische criteria die een rol spelen bij de beoordeling. Onderstaande tabel geeft de criteria weer (linkerkolom) en geeft aan wanneer voor een bepaald criterium positief kan geëvalueerd worden (rechterkolom). Evaluatiecriteria bij uitbreiding van bovenlokale bedrijven buiten de geëigende bestemmingszone Criterium Ruimtelijke impact 1. Ruimtebeslag (schaal van het bedrijf ten opzichte van de omgeving) 2. Situering in het landschap en voorkomen van het bedrijf
3. Historiek van het ruimtegebruik Milieu-impact 4. Milieuhinder
Positieve evaluatie De schaal van het bedrijf is in overeenstemming met de schaal van de omgeving: de breedte, hoogte en diepte van de gebouwen staan niet in schril contrast met de omgevende bebouwing. - Het bedrijf is gesitueerd in door bebouwing versnipperd gebied. - Het bedrijf komt niet voor in natuuraandachtzones of natuurverbindingsgebieden (Krekelbeek, Waterhoenbeek, Kasteelbeek, Zarrenbeek, Kolvebeek en Spanjaardbeek als beekvalleien en het gebied op de rug van Westrozebeke als cluster van kleine landschapselementen en kleine natuurgebieden). - Het bedrijf doet geen afbreuk aan ecologische infrastructuur van bovenlokaal belang (verlaten spoorwegbedding Boezinge – Kortemark). - Het bedrijf komt niet alleenstaand voor in een open-ruimteverbinding, op een structurerende reliëfcomponent (plateau van Wijnendale en rug van Westrozebeke) of markante terreinovergang of in een gaaf landschap (vallei van de Handzamevaart). - Het bedrijf doet geen afbreuk aan een ankerplaats (Handzamevaart). De huidige bedrijfssite ligt in de juiste bestemmingszone volgens de vigerende verordenende plannen. De soort activiteit van het bedrijf is verzoenbaar met de directe woonomgeving.
Verkeersimpact 5. Verkeershinder
Het bedrijf veroorzaakt geen verkeershinder door verkeer van personen of door vrachtvervoer (b.v. geen belasting van woonkernen en woonstraten). 6. Bereikbaarheid Het bedrijf ontsluit via een bovenlokale weg (N35 en N36). Sociaal- en bedrijfseconomische criteria 7. Investeringen Het bedrijf verrichte de laatste 5 à 10 jaar belangrijke investeringen waarvan de installaties of gebouwen moeilijk verplaatsbaar zijn. 8. Tewerkstelling Het bedrijf heeft een belangrijke tewerkstelling en de tewerkstelling is de laatste 5 à 10 jaar sterk gegroeid.
22
PROVINCIAAL RUP BRAEM
MAART 2007
Het scoren van het specifiek bovenlokaal bedrijf op deze criteria, bepaalt welke de uitbreidingsmogelijkheden zijn, zowel voor wat betreft de grootte als de richting van de uitbreiding. Als een bedrijf negatief scoort op de meeste criteria, dan is enkel een optimalisatie van de bestaande bedrijfsvoering mogelijk. In de ruimtelijk-economische visie in opmaak wordt voor het bedrijf Braem een eerste afweging gemaakt voor wat betreft ruimtelijke impact, milieu-impact en verkeersimpact aan de hand van bovenstaand kader.
Criterium Ruimtelijke impact 1. Ruimtebeslag (schaal van het bedrijf ten opzichte van de omgeving) 2. Situering in het landschap en voorkomen van het bedrijf
3. Historiek van het ruimtegebruik
Milieu-impact 4. Milieuhinder
Verkeersimpact 5. Verkeershinder
6. Bereikbaarheid
Evaluatie De schaal van het bedrijf is niet in overeenstemming met de schaal van de omgeving. In de omgeving komen vooral woningen en kleinere bedrijven voor. - Het bedrijf is gesitueerd in door bebouwing versnipperd gebied (aansluitend bij de woonkern Handzame). - Het bedrijf komt niet voor in natuuraandachtzones of natuurverbindingsgebieden. - Het bedrijf doet geen afbreuk aan ecologische infrastructuur van bovenlokaal belang. - Het bedrijf komt niet alleenstaand voor in een open-ruimteverbinding, op een structurerende reliëfcomponent of markante terreinovergang of in een gaaf landschap. - Het bedrijf doet geen afbreuk aan een ankerplaats. De huidige bedrijfssite ligt in de juiste bestemmingszone volgens de vigerende verordenende plannen (opgenomen in het sectoraal BPA zonevreemde activiteiten). Het bedrijf grenst aan woonlinten (Handzaamse Nieuwstraat, Beekstraat en Edewallestraat), waardoor er beperkte hinder voor de woonomgeving kan bestaan. Het bedrijf ontsluit nu via de Handzaamse Nieuwstraat en de dorpskom van Handzame, waardoor ernstige verkeershinder wordt veroorzaakt voor de woonomgeving. Het bedrijf ontsluit niet via een bovenlokale weg.
Besluit: Een verdere uitbreiding van het bedrijf kan enkel in oostelijke richting (aansluitend bij bestaande bebouwing). In dat geval zal een nieuwe ontsluitingsweg, die aantakt op de Edewallestraat, moeten voorzien worden om de Handzaamse Nieuwstraat te ontlasten. Het verkeer komende uit het noorden kan op die manier ook de dorpskom van Handzame vermijden. Momenteel wordt een provinciaal RUP opgemaakt dat voldoet aan deze voorwaarden.
4.3
Relatie met de taakstelling
In het PRS-WV wordt gesteld dat bestaande bedrijven verder kunnen ontwikkelen. Het is voor deze bedrijven van belang dat ze verder kunnen groeien. Algemeen geldt scenario 2 (na een herziening van het RSV). Daarin wordt gesteld dat voor gemeenten waarvoor reeds meer dan evenredig uit het reservepakket werd geput, het beleid van scenario 1 van kracht blijft. Kortemark stond bij de opmaak van het PRS-WV nog positief op de ruimtebalans (+ 15 ha). Hiervan dient de ruimte voor lokale bedrijvigheid die sinds 1999 werd bestemd, van te worden afgetrokken. Het lokale bedrijventerrein Voshoek werd in 2000 bestemd. Dit bedraagt 5 ha. Ook de oppervlakte van de uitbreidingen binnen sectorale BPA’s dient hiervan afgetrokken te worden. Het sectoraal BPA werd in 2001 goedgekeurd. De gezamenlijke oppervlakte van de beoogde uitbreiding van de bedrijven die in het sectoraal BPA zijn goedgekeurd, bedraagt 15,5 ha. Dit betekent dat de gemeente reeds meer dan evenredig uit het reservepakket heeft geput. Het saldo op de ruimtebalans bedraagt –5,5 ha.
WVI – MAART 2007
PROVINCIAAL RUP BRAEM
23
Scenario 1 is dus van toepassing op Kortemark en stelt dat in de gemeenten waar reeds meer dan evenredig uit het reservepakket werd geput, er dus al een extra aanbodbeleid is gevoerd. Nog bijkomende ruimte voor bedrijvigheid kan er in principe alleen maar gerealiseerd worden in functie van uitbreidingen van bestaande bedrijven buiten bedrijventerreinen. Dit RUP valt daaronder. De uitbreiding van het bedrijf Braem die in dit RUP wordt beoogd, dient eveneens in mindering gebracht te worden van deze ruimtebalans. De voorziene uitbreiding van het bedrijf (ten opzichte van het vroegere sectoraal BPA) bedraagt 4,6 ha. Na opmaak van dit RUP bedraagt de ruimtebalans voor bedrijvigheid in Kortemark dus –10,1 ha. Er dient bij gemeenten die reeds meer dan evenredig uit het reserverpakket hebben geput, te worden nagegaan of reeds bestemde bedrijventerreinen die nog niet in gebruik zijn door bedrijvigheid (bvb niet ontsloten reserves) niet onttrokken kunnen worden van het aanbod. In Kortemark zijn er echter geen niet-ontsloten reserves die aan het aanbod zouden kunnen onttrokken worden.
5. Sectorale studie zonevreemde bedrijven Bij de opmaak van het sectoraal bpa zonevreemde bedrijven is eveneens een gemeentelijk beleid vooropgesteld: Gevestigde bedrijven die niet storend zijn in hun omgeving moeten kunnen behouden blijven. Bedrijf per bedrijf dient geëvalueerd te worden of uitbreiding mogelijk is of niet. Bedrijven die nog niet zwaar geïnvesteerd hebben met een dynamiek die de draagkracht van hun omgeving overstijgen zijn beter gediend met een herlocalisatie. Bedrijven die nog niet zwaar geïnvesteerd hebben en op termijn een dynamiek zouden kunnen ontwikkelen die storend is voor de omgeving worden eveneens verwezen naar een ambachtelijke zone. Bedrijven die para-agrarisch zijn van karakter en bedrijven die geen milieuvergunning behoeven en een beperkte ruimtelijke impact hebben worden in principe gedoogd. Bedrijven die grote investeringen hebben gedaan en in het verleden de nodige vergunningen hebben verworden, hebben behoefte aan continuïteit van beleid. Zij moeten derhalve normaal kunnen ontwikkelen. Braem gebroeders behoort tot deze laatste categorie. Naar categorisering toe, heeft het bedrijf Braem een categorie 4 gekregen. Categorie 4: Bedrijven die zich verder kunnen ontwikkelen. De randvoorwaarden voor de uitbreiding worden vastgelegd per bedrijf in functie van de omgeving. De toegelaten activiteiten worden beperkt. Nieuwe activiteiten moeten qua milieuhinder in principe minder storend zijn dan de bestaande, zowel wat de dynamiek als de aard van de activiteit betreft.
6. Mobiliteitsplan Kortemark Kortemark beschikt over een goedgekeurd mobiliteitsplan (2000). Het mobiliteitsplan vormt de basis voor de gewenste verkeers- en vervoersstructuur en wordt geïntegreerd binnen het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan. De wegen in de omgeving van Braem gebroeders hebben geen specifieke selectie gekregen.
7. GNOP Kortemark De gemeente beschikt over een goedgekeurd Gemeentelijk Natuurontwikkelingsplan (1996). In het actieprogramma van het GNOP worden volgende gebiedsgerichte projecten geselecteerd: - Actieplan Ruidenberg-Kolvebeek - Actieplan Krekedal Meerdere entiteiten werden in overweging genomen, waaronder ook de vallei van de Zarrenbeek, de vallei van de Grijsperrebeek en de Handzamevallei. Omtrent de Handzamevallei, gedeeltelijk gelegen binnen het Ecologisch Impulsgebied IJzervallei en onder projectverantwoordekijkheid van het Vlaams Gewest, werd beslist geen initiatieven te ontwikkelen. Wel engageerde de gemeente zich om in te spelen op de natuurontwikkelingsvoorstellen van de hogere overheden. Voor de Zarrenbeek en Grijsperrebeek werd overeengekomen nog geen concrete actiepunten voor te bereiden. (De Zarrenbeek werd door de provincie bindend geselecteerd als natuurverbindingsgebied).
24
PROVINCIAAL RUP BRAEM
MAART 2007
Naast actieprogramma’s selecteert het GNOP ook ecologisch relevante entiteiten. Braem gebroeders is niet gelegen in de omgeving van een ecologisch relevante entiteit.
WVI – MAART 2007
PROVINCIAAL RUP BRAEM
25
D.
EVALUATIE BEDRIJF EN OPZET PLAN
1. Toetsing bedrijf aan evaluatiecriteria bestaande bedrijven (PRS, RD, p. 247 e.v.) 1.1
Ruimtelijke impact
Ruimtebeslag, schaal van het bedrijf t.o.v. de omgeving Het bedrijf is deels verweven met de woonbebouwing, maar vormt ook in belangrijke mate een insteek in de open ruimte die deze kern omgeeft. De bestaande exploitatie beslaat op vandaag een terreinoppervlakte van ca. 5,2 ha. Door de schaal van de bedrijfsgebouwen en de totale omvang van het bedrijf betekent het op vandaag reeds duidelijk een schaalbreuk met de bebouwde en onbebouwde omgeving. Momenteel worden zeer veel vrachtwagens en onderdelen in open lucht gestald, wat visueel en ruimtelijk storend is in deze woonomgeving. Situering in het landschap en voorkomen van het bedrijf De door het bedrijf gebruikte terreinen en gebouwen bevinden zich alle in de directe omgeving van de Sacramentstraat en de Handzaamse Nieuwstraat in het noorden van de kern Handzame, maar vormen geen duidelijke eenheid doordat ze door openbare wegenis zijn doorsneden. Het terrein omvat enerzijds grootschalige loodsen en anderzijds een aantal verharde terreinen voor stapelen in open lucht en parkeren. Situering t.o.v. beschermde monumenten, landschappen en dorpsgezichten of bakens in het landschap Niet van toepassing
1.2
Milieu-impact
Milieuhinder Het bedrijf is momenteel wel in orde met de milieureglementeringen maar niet wat betreft betonverharding met de bijkomende olie- en benzineafscheiders en ook niet wat betreft de buffering van oppervlaktewaters. Waterbeheersing Het bedrijf zorgt voor een opvang van het regenwater op eigen terrein. Het hoogteverschil van het terrein verplicht om de afvoer van regenwater dicht bij de Plaatsebeek te organiseren. Bijgevolg moeten ook de olie- en benzineafscheiders, de buffertank en de reservoir bluswater ten oosten van de huidige infrastructuur, nabij de Plaatsebeek, geplaatst te worden. Openbare nutsvoorzieningen Alle voorzieningen zijn in voldoende mate aanwezig.
1.3
Verkeersimpact
Bereikbaarheid Zowel de schaal van het bedrijf als de aard van de activiteiten impliceren een belangrijk aantal verkeersbewegingen per dag, zowel personenvoertuigen als vrachtwagens. De ontsluiting naar het hogere wegennet gebeurt op vandaag door de woonkern Handzame, via de Werkenstraat en de Kronevoordestraat naar de N35 (Staatsbaan). Behalve de N35 zijn dit allemaal lokale wegen II. De N35 staat in voor de verbinding naar het hogere wegennet. Het bedrijf bestaat momenteel uit een 118-tal werknemers. Zoals wordt weergegeven in de bijgaande tabellen is ongeveer 1/2 van de werknemers afkomstig uit Kortemark (1/4 is afkomstig uit Handzame). Het merendeel van deze werknemers uit Handzame komt met de fiets of bromfiets naar het werk. Werknemers van buiten Handzame komen over het algemeen met de auto naar het werk. Er wordt in beperkte mate aan carpooling gedaan.
26
PROVINCIAAL RUP BRAEM
MAART 2007
Kortemark Aanpalende gemeentes West-Vlaanderen Vlaanderen
auto 27 24
35
fiets of bromfiets 32 0 0
0
0
Verkeershinder De uitbreiding van het gebouwenbestand van het bedrijf zal op korte en middellange termijn geen wezenlijke veranderingen teweeg brengen in het mobiliteitsprofiel van het bedrijf. Een toename van het aantal werknemers, die hoofdzakelijk lokaal gezocht worden zal geen bijkomende verkeersstromen genereren. De uitbreiding van de gebouwen in functie van een meer efficiënte werking betekent geen noemenswaardige uitbreiding van de bedrijfsactiviteit waardoor de aan- en afvoer proportioneel zou toenemen. De activiteiten hebben geen direct transportgenererend karakter waardoor de belasting op het centrum van Handzame beperkt blijft.
Wel is het de bedoeling, om tegemoet te komen aan de visie omtrent mobiliteit uit het GRS, om de verkeersstromen anders te organiseren, nl. in noordelijke richting i.p.v. in zuidelijke richting. Hiertoe wordt een nieuwe ontsluitingsweg voor het bedrijf voorzien, die een vlotte verbinding van het bedrijf naar de Edewallestraat mogelijk maakt. Via de Edewallestraat en Koekelarestraat wordt de N363 bereikt, die een vlotte doorstroming richting Diksmuide/Kust/Calais en richting Torhout/A17/E40 voorziet. Sinds de openstelling van de afrit te Torhout (E403) wordt inderdaad reeds een belangrijk deel van het verkeer afkomstig uit de richting van Brugge en Gent naar Braem geleid via de N363. Probleem is tot nu toe dat de Witte Huisstraat hoegenaamd niet uitgerust is voor vrachtverkeer. Vandaar de aanleg van een nieuwe ontsluitingsweg voor het bedrijfsverkeer. Op vandaag komt bovendien nog veel verkeer toe via de afrit Lichtervelde en de Staatsbaan. Dit is ook zo voorzien op documentatie-plannen (folders) die van het bedrijf uit verspreid worden. Dit zal door het bedrijf ook aangepast worden. Verkeer komende uit het zuiden (Roeselare, Satden) zal naar Braem geleid worden via de Staatsbaan tot Zarren, de Zarrenstraat tot Werken en de Werkenstraat tot aan de Handzaamse Nieuwstraat. Deze route doorkruist geen centra van (deel)gemeenten. WVI – MAART 2007
PROVINCIAAL RUP BRAEM
Gewenste ontsluiting
27
Op het bedrijf gelden vaste werktijden van 8u00 tot 12u00 en van 13u00 tot 16u48. ’s Ochtends en ’s avonds zijn er dus ongeveer een 79-tal personenwagens die naar of van het bedrijf komen. Wat betreft het vrachtverkeer is het zo dat er permanent een 300-tal vrachtwagens op het terrein aanwezig zijn voor herstelling of verkoop en dat er ± 20 vrachtwagens per dag van- en naar het bedrijf rijden (± 4 vrachtwagens i.v.m. aan- of verkoop en ± 16 vrachtwagens met betrekking tot het leveren of geleverd worden van onderdelen). Verder zijn er ook nog een 40-tal particuliere klanten per dag die onderdelen komen halen met lichte vracht- of personenwagens. Het parkeren van voertuigen van het personeel gebeurt sinds de aanleg van de nieuwe personeelsparking (120 parkeerplaatsen) volledig op eigen terrein. Het bedrijf is gelegen langs beide zijden van de H. Nieuwstraat. Momenteel zijn er veel dwarsbewegingen over deze weg omdat stukken uit het magazijn dienen te worden verplaatst naar de loodsen en omgekeerd. De straat heeft geen belangrijke verbindings- of ontsluitingsfunctie (er bevinden zich slechts een 10-tal woningen in de straat) zodat dit geen noemenswaardige problemen veroorzaakt. Als op lange termijn alle activiteiten ten oosten van de Handzaamse Nieuwstraat worden gevestigd, valt dit interne verkeer volledig weg. De op korte en middellange termijn gewenste uitbreiding van het bedrijf (magazijn en loods) heeft een invloed op de verschillende takken waarin Braem Gebroeders nv actief is. Zo is er enerzijds de aan- en verkoop van vrachtwagens die ± 30 % van de omzet uitmaakt. Een stijging van het zwaar verkeer wordt slechts in beperkte mate verwacht omdat op dit vlak weinig uitbreiding is voorzien en het eerder de bedoeling is de vrachtwagens op het terrein beter te structureren (zodat minder vrachtwagens moeten worden verplaatst door plaatsgebrek) en ook een deel van de vrachtwagens overdekt kunnen worden opgesteld. De aan- en verkoop van onderdelen maakt momenteel 50 % van de omzet uit. Hier wordt geen stijging van het vrachtverkeer verwacht, daar het gaat om zendingen via koeriers, die meer goederen tegelijk zullen kunnen leveren of meenemen. Bij de particuliere klanten met personenwagens of lichte vracht wordt er geen stijging verwacht van verkeer van en naar het bedrijf: Braem Gebroeders NV is immers recent overgaan naar een systeem van nachtleveringen waardoor de klanten niet meer individueel hun benodigde onderdelen komen halen maar gegroepeerde afhalingen door een koerierdienst ’s nachts uitgeleverd worden. Herstelling aan vrachtwagens maken momenteel ongeveer 20% van de omzet uit. Alhoewel de werkplaatsen voor herstelling gemiddeld 90% volzet zijn, wordt ook hier geen uitbreiding voorzien. Door de recente overname van de vrachtwagengarage ‘MAN West-Vlaanderen’, Noordlaan 1 te Torhout, worden eventuele bijkomende herstellingswerkzaamheden naar die vestiging doorverwezen. Ook hier moet dus geen stijging van de mobiliteit worden verwacht. Door de gewenste uitbreiding te verwezenlijken kan het parkeren van het personeel op de eigen terreinen worden georganiseerd. Het aantal manoeuvreerbewegingen van vrachtverkeer wordt beperkt, omdat voor het verplaatsen van een vrachtwagen geen andere vrachtwagens dienen te worden verzet. Door het voorzien van een nieuw magazijn aan de oostzijde van de H. Nieuwstraat + een nieuwe ontsluitingsweg wordt het laden en lossen beter georganiseerd en wordt het aantal dwarsbewegingen over de H. Nieuwstraat tot het minimum beperkt. De bedrijfsleider heeft in de Handzaamse Nieuwstraat verkeerstellingen laten uitvoeren (zie tabellen in bijlage) in functie van het bedrijf. In de tabel houdt men alleen rekening met de verplaatsingen tussen 7h00 ’s morgens en 20h00 ’s avonds en dit van maandag t.e.m. vrijdag. De zaterdag (alleen in de voormiddag wordt er gewerkt) zijn de verplaatsingen nog geen kwart van de verplaatsingen gedurende de werkweek. Tussen 20h00 en 7h00 zijn er zelden of geen verplaatsingen in de Handzaamse Nieuwstraat die betrekking hebben op de NV Braem Gebroeders (= die daadwerkelijk ter plaatse op de site moeten zijn). Er werd als volgt gemeten (nummerplaten zijn op het bedrijf beschikbaar): In het totaal werd er 13 uur geteld: Op maandag 13/03 van 7-8 en 16-17 uur Op dinsdag 14/03 van 8-9 en 17-18 uur Op woensdag 15/03 van 10-11 en 18-19 uur Op donderdag 16/03 van 11-12 en 19-20 uur 28
PROVINCIAAL RUP BRAEM
MAART 2007
Op vrijdag 17/03 van 12-13 en 15-16 uur Op maandag 20/03 van 9-10 uur Op dinsdag 21/03 van 13-14 en 14-15 uur
Er werd verondersteld dat voor het getelde uur de aantallen op de andere dagen identiek waren. Op basis van deze extrapolatie is er een representatief beeld van de verkeersstroom in de Handzaamse Nieuwstraat verkregen. Enkele conclusies die uit de tabel kunnen getrokken worden zijn de volgende: Verplaatsingen van verkeer dat daadwerkelijk op de site moet zijn: 303 personenwagens / dag 65 vrachtwagens / dag 44 bestelwagens (< 3,5 T) / dag Per uur berekend komt dit neer op: 23,3 personenewagens 5 vrachtwagens 3,3 bestelwagens Het aandeel werknemers dat gebruik maakt van de fiets is eerder beperkt (17/dag). In het totaal betreffen de werkverplaatsingen met alle vervoermiddelen 430 verplaatsingen per dag. Verder zijn er in de Handzaamse Nieuwstraat ook nog heel wat privé-verplaatsingen. Het betreffen verplaatsingen die de Handzaamse Nieuwstraat gebruiken, maar die niets met de firma te maken hebben. Deze zijn goed voor: 206 personenwagens / dag 10 bestelwagens 15 vrachtwagens Clustergebonden karakter, afzetmarkt De herkomst van de klanten wordt weergegeven in de volgende tabel: Eigen gemeente en aanpalende gemeentes Provincie West-Vlaanderen Binnenland (België) Buitenland
11,5 % 34 % 72,8 % 27,2 %
Gebruik openbaar vervoer en ander alternatief vervoer Er zijn geen werknemers die gebruik maken van het openbaar vervoer om te gaan werken. Wat betreft de huidige infrastructuur zijn er momenteel comfortabele overdekte fietsenstallingen voorzien, waar de tweewielers van de werknemers kunnen worden geplaatst.
1.4
Sociaal- en bedrijfseconomische criteria
Bij afweging van de activiteiten ten opzicht van sectorgenoten blijkt uit cijfers van de Trends Top 100.000 op basis van gegevens van 2004 dat het bedrijf op de 111 bedrijven die in de sector ‘bedrijfsvoertuigen, vrachtwagens, bussen – verkoop & onderhoud’ actief zijn de negende plaats bezet qua omzet en de tweede plaats qua toegevoegde ste waarde. Ook in 2004 bekleedde Braem Gebroeders de 69 plaats van snelst groeiende bedrijven in WestVlaanderen – in de categorie ‘grote ondernemingen’. Uit de hierna volgende cijfers met betrekking tot groei in omzet, toegevoegde waarde en tewerkstelling blijkt dat we kunnen spreken over een gezond bedrijf met hoge toegevoegde waarde.
WVI – MAART 2007
PROVINCIAAL RUP BRAEM
29
omzet in 1000 € 35000 30000 25000 20000 15000 10000 5000 0
Toegevoegde waarde De toegevoegde waarde van het bedrijf zit in stijgende lijn.
20 02
20 00
19 98
omzet in 1000 €
19 92
Omzet De omzet van het bedrijf is de laatste jaren sterk toegenomen (meer dan 1/3) en bedraagt meer dan 30 miljoen Euro. De evolutie van de omzet kent een gestage groei die noodzakelijk is om het niveau van de activiteiten te kunnen handhaven. Sinds 1992 is de omzet meer dan verdubbeld. Dit was noodzakelijk om het tewerkstellingsniveau te kunnen behouden en licht te laten stijgen. De omzet wordt voor een groot gedeelte gerealiseerd binnen de regio. Omzet 2003 : 33.253.000 € Omzet 2004 : 37.128.000 €
toegevoede w aarde
Om zich als marktspeler te kunnen handhaven is een verdere groei van de omzet en de toegevoegde waarde noodzakelijk. Toegevoegde waarde : 9.752.000 € Toegevoegde waarde : 11.055.000 €
10000000 8000000 6000000
toegevoede w aarde
4000000 2000000 0 1998
1999
2000
2001
2002
19 92 19 94 19 96 19 98 20 00 20 02
Tewerkstelling De totale tewerkstelling bedraagt ca 144 personen tew erkstelling waarvan 118 in de vestiging te Handzame en 26 in de vestiging te Sombreffe (provincie Namen). Op het 150 niveau van Kortemark, met een bezoldigde arbeiders 100 tewerkstelling van 3080 personen in 2001 betekent bedienden 50 dit een belangrijke werkgever. tew erkstelling De uitbreiding van het bedrijf heeft vooral betrekking 0 op consolidatie van de aanwezige activiteiten en op het verder garanderen van de tewerkstelling. Zoals uit de tewerkstellingsevolutie van de laatste jaren blijkt gaat de stijging van omzet en toegevoegde waarde toch gepaard met een toename aan tewerkstelling. Tussen 1998 en 2002 nam het aantal arbeiders toe met 12 personen terwijl het aantal bedienden toenam met 20 personen. Indien de consolidatie en optimalisatie van de bedrijfsactiviteiten kan plaats vinden zal dit zich uiten in een verdere beperkte stijging van de tewerkstelling geraamd op 10 à 15 werknemers over de komende jaren. Zoals tevens in het mobiliteitsprofiel geschetst is bijkomende ruimtebehoefte voor het bedrijf essentieel om zijn concurrentiepositie te behouden en de tewerkstelling in de toekomst te garanderen. Investeringen De investering op korte termijn, gebouw + uitrusting, wordt geraamd in de grootteorde van € 750.000,- wat zeker in verhouding staan met een omzet van ruim € 30.000.000,- . De investeringen op middellange termijn worden geraamd in een grootteorde van € 3.000.000,- te spreiden over een aantal jaar.
30
PROVINCIAAL RUP BRAEM
MAART 2007
De gemiddelde investeringen die het bedrijf jaarlijks doet (periode 1987-1997), gerekend over een periode van 10 jaar bedragen ca € 250.000,- per jaar. De investeringen gaan echter in stijgende lijn mee met de stijging van de omzet. De voorgestelde investeringen staan volledig in verhouding tot de omzet en de bedrijfsvoering. Ze zijn noodzakelijk om het bedrijf in zijn functioneren te bestendigen. Investeringen : De investeringen binnen de 5 jaar worden geschat op € 5.000.000 wat zeker in verhouding staat met de omzet van € 37.000.000
1.5
Besluit
De ontsluiting van het bedrijf wordt opgevangen via een nieuw aan te leggen weg, parallel aan de Plaatsebeek. De gewenste uitbreiding zal er voor zorgen dat een meer overzichtelijke verkeerssituatie ontstaat in de omgeving van het bedrijf en dat een aantal verkeersproblemen worden opgelost zoals: Het parkeren van personeel langs de rijweg, dit gebeurt ondertussen reeds op het eigen terrein, op een nieuw aangelegde parking. Door het voorzien van een nieuw magazijn worden de functies meer gegroepeerd, zodat over de Handzaamse Nieuwstraat het aantal dwarsbewegingen in een eerste fase tot een minimum worden beperkt. Na de sanering van de gronden wordt een nieuw magazijn voorzien, enkel voor meer zeldzame specifieke stukken. Op termijn kunnen de bewegingen over de Handzaamse Nieuwstraat volledig verdwijnen, als de activiteiten worden gegroepeerd aan de oostzijde van de weg. Het laden en lossen zal op een meer gestructureerde manier verlopen door een laad- en loskaai (ter hoogte van het voorziene nieuwe magazijn). Ook het aantal manoeuvreerbewegingen van vrachtwagens op het terrein en in de directe omgeving van het terrein zal verminderen omdat minder vrachtwagens dienen te worden verplaatst omwille van ruimtegebrek. De nieuwe situatie zal minstens leiden tot een consolidering van de sterke marktpositie van het bedrijf. Het behoud en ontwikkeling van het marktaandeel is dan ook rechtstreeks gerelateerd met de werkgelegenheid in het bedrijf.
2. Watertoets Artikel 8 van de decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid legt in hoofdstuk II, afdeling I, artikel 8 bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd.
2.1
Ligging in overstroombare gebieden
In de directe omgeving van het bedrijf komen geen overstromingsgebieden voor. De omgeving van de Krekelbeek – Handzamevaart ten zuiden van het centrum wordt wel gekenmerkt door overstromingen van lager gelegen weilanden. De waterhuishouding op het terrein van het bedrijf is van die aard dat er geen supplementaire lozingen van oppervlaktewater worden voorzien. Het water wordt opgevangen en gestockeerd op eigen terrein en zoveel mogelijk hergebruikt.
WVI – MAART 2007
PROVINCIAAL RUP BRAEM
31
Recente overstromingsgebieden en risicozones.
2.2
Maatregelen m.b.t. het vermijden van schadelijk effecten m.b.t. de waterhuishouding
In de voorschriften van de diverse bebouwbare zones zijn maatregelen ingeschreven om het waterbergend vermogen van het plangebied te behouden of te vergroten. Het hemelwater afkomstig van daken van nieuwe gebouwen dient opgevangen in reservoirs. Ook bufferbekkens dienen, indien noodzakelijk, aangelegd om versnelde afvoer van hemelwater afkomstig van verhardingen tegen te gaan.
3. Opzet plan Het bedrijf Braem is momenteel gefragmenteerd door 2 openbare wegen die dwars door de site lopen. Het betreft de Handzaamse Nieuwstraat (noord-zuid) en de Sacramentstraat (oost-west). Deze wegen zijn louter van lokaal belang. Aan alle zijden van deze wegen komt bedrijvigheid voor. Het oostelijk deel van de Sacramentstraat wordt mee opgenomen in zone 1 ‘zone voor grootschalige bedrijvigheid’ en wordt opgeheven als openbare weg. Deze weg loopt op vandaag dood op akkerland. Aangezien dit akkerland mee in het plangebied wordt opgenomen (zone 1), verdwijnt de nood tot ontsluiting van dit perceel en heeft deze weg geen openbare functie meer. Bovendien kan het akkerland ontsloten worden via de nieuw aan te leggen industriële ontsluitingsweg tussen het bedrijf en de Wittehuisstraat/Edewallestraat. Voor het afschaffen van deze weg dient de officiële procedure gevolgd. Ten westen van de Handzaamse Nieuwstraat komt ten noorden van de Sacramentstraat een parking voor en ten zuiden kantoren en opslagruimten. De ruimte ten noorden wordt bestemd als zone 2 ‘parkeerzone voor personenwagens’ en de site ten zuiden als zone 1 ‘zone voor grootschalige bedrijvigheid’. Wel worden achteruitbouwafstanden voorzien, waardoor de opslagruimten bij herbouw achteruit moeten worden gebouwd. De openbare wegenis voor de Sacramentsstraat wordt er voldoende breed ingetekend zodat een verkeersveilig kruispunt. De site ten oosten van de Handzaamse Nieuwstraat wordt rondom rond gebufferd. Ten westen van de openbare weg wordt deze buffer herleid tot schermgroen. Het terrein watert af in zuidoostelijke richting, naar de Plaatsebeek. In deze hoek wordt reeds een infiltratiezone voorzien door de bedrijfsleider. Het RUP laat toe dat deze infiltratiezone uitbreidt en gedeeltelijk in de buffer komt te liggen. Verder kan de bestaande bedrijfswoning bestendigd blijven. Deze hoeft echter niet noodzakelijk op de huidige plaats behouden te blijven. 32
PROVINCIAAL RUP BRAEM
MAART 2007
Een toegang tot de site, op vandaag gebruikt voor langzaam verkeer (in het zuidoosten van het plangebied) wordt bestendigd. De geplande interne reorganisatie en het stallen van vrachtwagens en onderdelen in loodsen, gekoppeld aan een degelijke groeninkleding en nieuwe ontsluitingsweg, zal zowel de bereikbaarheid, de kerndoortocht, het openbaar domein als het globale uitzicht van de bedrijfssite ten goede komen. In tegenstelling tot wat bij het sectoraal bpa werd aangegeven, gaat het hier nu niet om een uitbreiding van de bedrijfsactiviteiten, doch enkel om een reorganisatie in functie van consolidatie, betere interne organisatie van het bestaande bedrijf en een betere bereikbaarheid. De bijkomende loodsen zijn hoofdzakelijk bedoeld voor binnenopslag van wat nu buiten gestald wordt, plus een bijkomende stockage van onderdelen aangezien meer nadruk zal gelegd worden op recuperatie van vrachtwagenonderdelen.
WVI – MAART 2007
PROVINCIAAL RUP BRAEM
33
RUIMTEBALANS EN OP TE HEFFEN VOORSCHRIFTEN
E.
1. Ruimtebalans Benaderende oppervlaktes: een groot deel van de oppervlakte van onderhavig provinciaal RUP was reeds bestemd als bedrijvenzone of zone voor private parkeerplaatsen, toeritten, laad- en losplaatsen via het sectoraal bpa. Andere delen van het plangebied waren gelegen in woongebied. Bijkomend wordt 4,18 ha gebied bestemd in functie van de bedrijfsactiviteiten van gebroeders Braem. Het totale plangebied heeft een oppervlakte van 8,83 ha. Dit provinciaal RUP heft de voorschriften op van de bestemmingen volgens het sectoraal bpa zonevreemde bedrijven, deelplan 1/8 en van de bestemmingen volgens het gewestplan Diksmuide-Torhout. Deze bestemmingen worden in de volgende tabel vermeld. Gewestplan Agrarisch gebied
Woongebied
Benaderende oppervlakte 3,55 ha 0,44 ha 0,45 ha 3,19 ha 0,31 ha 0,17 ha 0,41 ha 0,16 ha
TOTAAL opp. RUP
8,83
SBPA
Benaderende oppervlakte
4,2 ha
Bedrijfszone Private parkeerplaatsen, toeritten, laad- en losplaatsen Zone voor woningbouw Achteruitbouwzone Wegen en daarbijhorende vrije ruimten Totaal
Wordt in Provinciaal RUP (benaderend)
Zone voor grootschalige bedrijvigheid Bufferzone Industriële ontsluitingsweg
Zone voor grootschalige bedrijvigheid Parkeerzone voor personenwagens Achteruitbouwzone Bufferzone Openbare wegenis Schermgroen Wordt in Provinciaal RUP (benaderend)
Zone voor grootschalige bedrijvigheid Achteruitbouwzone bufferzone
2. Op te heffen voorschriften Volgende voorschriften en bepalingen worden opgeheven bij goedkeuring van onderhavig provinciaal RUP:
De bepalingen van het gewestplan voor die percelen die gelegen zijn binnen het plangebied van onderhavige provinciaal RUP: het betreft de bestemmingen ‘woongebied’ en ‘agrarisch gebied’ volgens het gewestplan
34
Diksmuide-Torhout (KB 05/02/1979) De bepalingen van het sectoraal bpa zonevreemde bedrijven Kortemark: het betreft de bestemmingen bedrijfszone; private parkeerplaatsen, toeritten, laad- en losplaatsen; bufferzone; zone voor woningbouw; achteruitbouwzone en zone voor wegen en daarbijhorende vrije ruimten volgens het sectoraal bpa deelplan 1/8 (MB 14/6/2001).
PROVINCIAAL RUP BRAEM
MAART 2007
F.
PLANPROCES
1. Beslissing tot opmaak provinciaal RUP Bestendige Deputatie in zitting van 23/6/2005
1.1
Voorontwerp
Het voorontwerp, goedgekeurd door de Deputatie in zitting van 29/06/06, werd voor advies overgemaakt aan onderstaande instanties:
AROHM, Afdeling Ruimtelijke Planning
ROHM West-Vlaanderen, Afdeling Ruimtelijke Ordening, planologisch ambtenaar
College burgemeester en schepenen Kortemark
AMINAL, Afdeling Land
AMINAL, Afdeling Milieuvergunningen
Administratie Economie
Provincie West-Vlaanderen, technische dienst water
Voorzitter PROCORO
Het plan werd besproken op een plenaire vergadering dd. 27/7/2006.
1.2
Ontwerp
Voorlopige vaststelling Provincieraad: 28/09/06 Openbaar onderzoek: Het plan ligt ter inzage van.23/10/06. tot 22/12/06 Behandeling bezwaren in de provinciale commissie voor ruimtelijke ordening (PROCORO) Behandeling in zitting van 01/02/07 Definitieve vaststelling Provincieraad: 26/04/07 Goedkeuring Vlaamse Regering: ……………
WVI – MAART 2007
PROVINCIAAL RUP BRAEM
35
G.
STEDENBOUWKUNDIGE
VOORSCHRIFTEN EN VERORDENEND GRAFISCH
PLAN VERORDENENDE VOORSCHRIFTEN Artikel 0. Algemene bepalingen 0.1 Algemeen bedrijfsplan Bij de eerste aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning en bij elke latere aanvraag die afwijkt van het algemeen bedrijfsplan dient het bedrijf een algemeen bedrijfsplan te voegen. Het algemeen bedrijfsplan dient zowel de huidige als de gewenste lay-out van de gehele bedrijfssite weer te geven.
TOELICHTING EN VISIE 0.1 Algemeen bedrijfsplan Het algemeen bedrijfsplan dient op een duidelijke wijze de beoogde lay-out van de volledige bedrijfssite gelegen binnen onderhavig provinciaal RUP grafisch, eventueel vergezeld van een toelichting, weer te geven. In het bijzonder dienen de maatregelen naar waterbeheersing, milieutechnische maatregelen, de visuele integratie van het bedrijf in het landschap, de ontsluitingen op de openbare weg, de verharde ondoorlaatbare oppervlakken, de parkeerplaatsen voor personenwagens en voor vrachtwagens en de impact van de beoogde werken op de omgeving nauwkeurig weergegeven. Een gedetailleerd aanplantingsplan van de buffer met variabele breedte dient opgenomen of gevoegd bij het algemeen bedrijfsplan, teneinde op een afdoende wijze te kunnen aantonen dat een integratie van het bedrijf in de omgeving wordt beoogd. Het algemeen bedrijfsplan dient gevoegd bij de eerste aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning. Alle volgende aanvragen dienen te kaderen binnen dit algemeen bedrijfsplan. Indien de toekomstplannen wijzigen en een vergunningsaanvraag afwijkt van dit initieel bedrijfsplan, dan dient een nieuw algemeen bedrijfsplan opgemaakt te worden.
0.2 Bepaling omtrent hoogte Het aanzetpeil van de inkomdorpel ligt max. 0,40 meter hoger dan het peil van het openbaar domein op de rooilijn en aan de inkomdorpel gemeten. Het aantal volle bouwlagen wordt gerekend tussen de inkomdorpel en de bovenkant kroonlijst. Bij vaststelling van hoogte gerekend in aantal bouwlagen wordt aan een bouwlaag een max. hoogte van 3,00 meter toebedacht. 0.3 Werken/constructies in functie van openbaar nut, milieutechnische ingrepen Werken en constructies in functie van openbaar nut en milieutechnische ingrepen kunnen in alle zones toegelaten worden voor zover de schaal en bouwkarakteristieken (inplanting, gabariet, materiaalgebruik, ...) ervan geen fundamentele afbreuk doen aan de kwaliteit van de betreffende bestemmingszone.
0.3 Werken/constructies in functie van openbaar nut, milieutechnische ingrepen Werken en constructies i.f.v. openbaar nut = bv. onderhoud en inspectie van waterlopen, verdeelcabines voor distributie, bushokjes (bij wegenis), … Milieutechnische ingrepen = bv. omleggen van waterlopen, aanpassingswerken aan riolering, pompinstallaties, e.d. …
0.4 Bestaande waterlopen Alle bestaande waterlopen gelegen binnen of op de grens van het plangebied moeten toegankelijk blijven
0.4 Waterlopen De zuidoostelijke grens van het plangebied wordt gedeeltelijk gevormd door de Plaatsbeek.
36
PROVINCIAAL RUP BRAEM
MAART 2007
voor onderhoud en inspectie. 0.5 Onderhouds-, instandhoudings-, herstel- en renovatiewerken Gebouwen, verhardingen en alle elementen die vergund zijn en waar het Provinciaal RUP een andere inrichting voor ogen heeft, kunnen qua bezetting en numerieke voorschriften gehandhaafd blijven. Binnen deze gebouwen kan een normale exploitatie geschieden. Instandhoudingswerken, onderhoudswerken, herstelwerken en renovatiewerken zijn toegelaten. Bij herbouw dienen de voorschriften van de betreffende zone nagestreefd.
0.5 Onderhouds- en instandhoudingswerken Bedoeling is om bestaande, vergunde elementen in stand te kunnen houden, zij het tijdelijk, daar waar de voorschriften een andere inrichting in de toekomst voor ogen hebben. Bv een bestaand, regelmatig vergunde loods die in een bufferzone komt te liggen, die in een achteruitbouwzone komt te liggen, ... Instandhoudings-, onderhouds-, herstel- en renovatiewerken zijn werken die het gebruik van het gebouw voor de toekomst ongewijzigd veilig stellen door het bijwerken, herstelllen of vervangen van geërodeerde of versleten materialen of onderdelen. Hieronder worden o.a. begrepen : het vervangen van dakgebintes of dragende balken van het dak of het geheel of gedeeltelijk herbouwen of vervangen van buitenmuren.
Artikel 1. Zone voor grootschalige bedrijvigheid 1.1 Bestemming 1.1.1 Algemeen Deze zone is uitsluitend bestemd voor behoud en reorganisatie van de aldaar gevestigde grootschalige bedrijvigheid (onderhoud, constructie, revisie en handel in vrachtwagens en vrachtwagenonderdelen,…). Noodzakelijke voorzieningen in functie van de bedrijfsvoering zijn enkel toegelaten in zoverre deze noodzakelijk zijn voor de bedrijfsvoering van het grootschalig bedrijf. Verder zijn toegelaten voorzieningen voor het vertraagd afvoeren van hemelwater of het tijdelijk stockeren van water.
Het betreft het behoud en de uitbreiding van het grootschalig bedrijf “Braem gebroeders”, gespecialiseerd in handel in vrachtwagens en vrachtwagen-onderdelen. Onder noodzakelijke voorzieningen in functie van de bestaande bedrijfsvoering wordt ondermeer verstaan kantoren, tentoonstellingsruimten, EHBO-ruimte, sociale uitrustingen, milieutechnische installaties, toeritten, bedieningswegen, parkeerplaatsen, laad- en losplaatsen, stapelplaatsen, parkeerterrein voor vrachtwagens, weegbrug, …
Bijkomend is één bedrijfswoning/concièrgewoning toegelaten binnen zone 1. 1.1.2 Deelzone Binnen de deelzone op het bestemmingsplan weergegeven met Á is het niet toegelaten om te stapelen in open lucht, noch om vrachtwagens te stallen. 1.2. Inrichting en beheer 1.2.1 Algemeen De inplanting dient te gebeuren binnen de grenzen van de bestemmingszone. In de deelzone Á geldt een minimale afstand van 5 meter t.a.v. de Sacramentstraat. Elders dient de gabaritregel te worden toegepast. De kroonlijsthoogte bedraagt max. 10 meter en de (indien hellend dak) nokhoogte max. 12 meter. Voor max. 20% van de oppervlakte gelegen binnen de bestemmingszone mag de kroonlijsthoogte tot 15 m bedragen en de nokhoogte max. 18 m op voorwaarde WVI – MAART 2007
De Sacramentstraat wordt op het bestemmingsplan verbreed, teneinde de zichtbaarheid te verhogen bij uitkomen op de Handzaamse Nieuwstraat. Gabaritregel: afstand tussen zonegrens – gebouw is minimaal gelijk aan de kroonlijsthoogte van het gebouw. Deze hogere hoogte is onder meer bruikbaar in het geval het bedrijf overschakelt naar geautomatiseerde vormen van stapelen.
PROVINCIAAL RUP BRAEM
37
dat voor deze bebouwing de gabaritregel t.a.v. de perceelsgrenzen wordt toegepast. Deze maximale bouwhoogten geldt niet voor eventuele noodzakelijke schoorstenen, verluchtingskanalen, silo’s en antennes, voor zover deze maximaal 1% van de totaal bebouwbare oppervlakte beslaan en mits deze ingeplant worden op minimum eenzelfde afstand van de RUP-grenzen als hun hoogte. De terreinbezetting bedraagt max. 60%. De niet-bebouwde delen mogen volledig verhard worden ten behoeve van stapelplaatsen, circulatieruimte, parkeerplaatsen, toeritten, laad- en losplaatsen, weegbrug, … en dit in stofvrije en niet-waterdoorlatende materialen.
Terreinbezetting = verhouding tussen bebouwde oppervlakte binnen de bestemmingszone en oppervlakte van de bestemmingszone. Niet-waterdoorlatende materialen: gezien de aard van de activiteit, alle materialen dienen immers oliedicht te zijn.
Stapelen in open lucht heeft een maximale hoogte van 6 meter. Afsluitingen hebben een hoogte van max. 2,50 meter. Indien de afsluiting bestaat uit muren in metselwerk, wordt de hoogte beperkt tot 2 meter. De afsluiting wordt, indien mogelijk, gecombineerd met levende groenaanplantingen. Esthetiek van de bebouwing Binnen onderhavige zone dient een kwalitatieve architectuur gehanteerd. Materiaal- en kleurgebruik dienen bovendien kwalitatief te zijn, en dermate gekozen zodat de bouwvolumes zich maximaal integreren in de omgeving. Voor productieruimten dienen materialen gekozen die een akoestische isolatie vormen. Het waterbergend vermogen van het plangebied mag door de aanleg van de bedrijvensite niet verminderd worden. De afvoer van het hemelwater op de daken van de gebouwen en verharde oppervlakken, moet worden opgevangen in voldoende gedimensioneerde reservoirs.
Teneinde over voldoende waterbergend vermogen te beschikken op de site, worden volgende zaken opgelegd: Afvoer van hemelwater afkomstig van daken naar reservoirs, voorzien van de nodige installatie om hergebruik van dit propere water af te dwingen. Afvoer van hemelwater afkomstig van verhardingen naar diezelfde bovenvernoemde reservoirs of bijkomende bufferbekkens (indien dit hemelwater door bepaalde verontreiniging niet herbruikbaar is) Voor de dimensionering van de reservoirs en de bufferbekkens worden de codes van goede praktijk en de richtlijnen van de overheid gebruikt.
1.2.2 Bedrijfswoning De grondoppervlakte van de bedrijfswoning mag maximaal 200 m² bedragen terwijl het volume dient te worden beperkt tot 1000 m³. 1.2.3 Beoordelingscriteria Bij de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning moet de aanvrager aantonen dat voldaan is aan volgende 38
1.2.3 Beoordelingscriteria Kwantitatieve randvoorwaarden opleggen naar de gebouwen en het terrein is vanuit het principe van zuinig
PROVINCIAAL RUP BRAEM
MAART 2007
vereisten: Duiding van het motief van de uitbreiding Bezettingsgraad binnen de huidige terreinen Zuinig en compact ruimtegebruik, kwalitatieve en positief beeldondersteunende groeninkleding Waterbeheersing Genomen maatregelen inzake hinder Toepassing van het principe van best beschikbare technieken (BATNEEC) Duiding van de voorziene aanplant van groenelementen, zodat duidelijk blijkt waar en op welke wijze de geëiste integratie van het bedrijf in zijn omgeving bekomen wordt.
Artikel 2. Parkeerzone voor personenwagens 2.1 Bestemming 2.1.1 Algemeen Bestemd voor parkeerplaatsen voor personenwagens Groenvoorzieningen
en kwalitatief ruimtegebruik geen evidente optie. Voorschriften met betrekking tot de bouwhoogte, de bezettingsgraad , aantal bouwlagen, … zijn immers nog geen garantie voor een zuinig ruimtegebruik noch voor ruimtelijke kwaliteit, en kunnen desgevallend in conflict zijn met eisen vanuit het productieproces. Daarom is ervoor gekozen om dergelijke principes te toetsen op basis van een aantal kwalitatieve criteria bij elke aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning. Via een beeldsimulatie (3D-modelling, maquettes, fotomontages, schetsen, …) dienen de geplande werken en de wijze waarop deze zich integreren in de omgeving te worden weergegeven. De criteria in verband met milieu en veiligheid hebben niet de bedoeling om strenger te zijn dan de bestaande regelgeving, maar moeten ervoor zorgen dat er bij elke bouwaanvraag, ook wanneer deze niet onder andere wetgeving valt, aandacht wordt geschonken aan de milieu- en veiligheidsaspecten. Hinder: dit is zeer uiteenlopend en niet limitatief: geurhinder, verkeershinder, lawaaihinder, schaduwslag, bezonning, zicht, …
Het betreft een bestendiging van de zonet aangelegde parking voor personenwagens met bijhorende groenvoorzieningen. Betreffende parking is gelegen in woongebied volgens het gewestplan. Door de aanwezigheid van woningen in de onmiddellijke omgeving, wordt geopteerd om op deze locatie geen bedrijfsgebouwen toe te laten om problemen met buren in verband met bezonning en andere hinder te vermijden.
2.2 Inrichting en beheer 2.2.1 Algemeen Max. 70% van deze zone mag verhard worden. De overige (niet verharde) oppervlakte dient vakkundig aangeplant en ingericht te worden met groen. De verhardingen binnen deze zone moeten aangelegd worden in stofvrije materialen, waarvan 30% bestaat uit WVI – MAART 2007
PROVINCIAAL RUP BRAEM
39
kleinschalige en waterdoorlatende materialen. Artikel 3. Achteruitbouwzone 3.1 Bestemming Bestemd voor groenaanleg
Groenaanleg = gazon, bodembedekkers, laagstammig of hoogstammig groen.
Alle constructies zijn verboden met uitzondering van afsluitingen, brievenbuselementen, publiciteitsborden, bewegwijzering tbv het bedrijf, … 3.2 Inrichting en beheer 3.2.1 Algemeen Deze zone moet beplant worden met bomen, struiken, bloemen, gras en zodanig gehandhaafd. 3.2.2 Verharding Verharding is enkel toegelaten in functie van het verlenen van ontsluiting naar het openbaar domein. Deze verharding dient tot een minimum te worden beperkt. Deze verharding kan bestaan uit stofvrije, niet waterdoorlatende materialen. 3.2.3 Ontsluiting Het aantal ontsluitingen naar het openbaar domein dient tot het strikt noodzakelijke beperkt en dient correct te worden gedimensioneerd. 3.2.4 Afsluitingen Afsluitingen binnen deze bestemmingszone kunnen enkel bestaan uit: Muurtjes in metselwerk van max. 0,60 meter hoog Levende hagen van max. 2 meter hoog In groen geïntegreerde draadafsluitingen met een maximale hoogte van 2 meter.
3.2.3 Ontsluiting Om te oordelen of het aantal ontsluitingen (op- en afritten) naar de openbare wegenis beperkt is tot het strikt noodzakelijke en of deze correct zijn gedimensioneerd, worden deze getoetst aan volgende criteria: Verkeersveiligheid: zichtbaarheid op het openbaar domein, invloed van in- en uitrit naar bedrijfswoning, naar kantoren, en naar de parkeerruimte voor bezoekers op de verkeersveiligheid op het openbaar domein en vice versa, zichtbaarheid bij in- en uitrijden, … Bedrijfsvoering: de bedrijfsvoering dient op een werkbare en efficiënte wijze te kunnen gebeuren, waarbij op- en afrijden, circuleren, parkeren, oprijden op weegbruginstallatie, laden en lossen, …. vlot en efficiënt kunnen gebeuren. Overgang bedrijfszetel naar openbaar domein: deze dient op een kwalitatieve manier te gebeuren, waarbij het niet de bedoeling is om verharding van het openbaar domein over de volledige lengte van de bedrijfssite door te trekken in de site, waarbij er ruimtelijk geen interessante (groene) afscheiding is tussen privaat en publiek domein.
Artikel 4. Bufferzone 4.1 Bestemming 4.1.1 Algemeen Onderhavige zone is bestemd voor groenaanleg onder de vorm van een groenbuffer. Er wordt onderscheid gemaakt tussen een variabele buffer (op het bestemmingsplan aangeduid met groene
40
PROVINCIAAL RUP BRAEM
MAART 2007
bollen als overdruk) en een vaste buffer (groen vlak met een bepaalde breedte). 4.1.2 Deelzone met voorzieningen voor hemelwater Binnen de deelzone op het bestemmingsplan weergegeven met z kunnen voorzieningen voor het vertraagd afvoeren van hemelwater of het tijdelijk stockeren van water (waterpartijen/vijvers/natuurlijk bluswater/…) geïntegreerd worden in de bufferzone. 4.2 Inrichting en beheer 4.2.1 Algemeen Binnen onderhavige zone dient een groenbuffer aangeplant. Deze groenbuffer dient te bestaan uit een doorlopende combinatie van streekeigen traag- en snelgroeiende hoogstammen (of hoogstamknotbomen) en struiken. De groenbuffer moet minimum 20% bladhoudende planten bevatten. Het kan niet de bedoeling zijn enkel een haag aan te planten bestaande uit uniforme struiken. De bufferzone dient om: Het bedrijf visueel af te schermen, in te kleden in de omgeving en om een efficiënte landschappelijke inkleding te bekomen Een milieuhygiënische buffer te vormen t.o.v. de omgeving Te beletten dat dit bedrijf zijn activiteiten (stapelen, parkeren, verkeersontsluiting...) uitbreidt naar aanpalende percelen Binnen deze bufferzone is elke vorm van stapelen verboden en zijn alle vormen van verhardingen en toeritten voor mechanisch verkeer verboden. De vaste buffer heeft een verplichte breedte volgens de afmetingen op het bestemmingsplan. De variabele buffer heeft een gemiddelde breedte van 15 meter, waarbij de minimum breedte 5 meter bedraagt. Daar waar delen van de variabele buffer niet over hun breedte van 15 meter gerealiseerd worden, geldt de bestemming van de onderliggende zone. Ter hoogte van de pijl (Ç) weergegeven op het bestemmingsplan, kan de bufferzone onderbroken worden in functie van een toegang voor langzaam verkeer tot de site. Deze onderbreking heeft een maximale breedte van 4 meter.
4.1.2 Deelzone Het betreft de zuidoostelijke hoek van het plangebied, gelegen tegenaan de Plaatsebeek. Het reliëf helt ook af naar deze hoek.
4.2.1 Algemeen De ontwikkelingsmogelijkheden voor de bedrijven worden binnen onderhavig provinciaal RUP bepaald, en ruimtelijk waar wenselijk afgebakend door onderhavige zone, alwaar door middel van groenaanplant een groene buffering wordt bekomen van de bedrijfssite naar de woonomgeving en het agrarisch gebied toe. Deze zone dient eveneens om de uiterste grenzen van de bedrijfssites vast te leggen, en te beletten dat deze activiteit de aanpalende percelen verder zou aantasten. Binnen de deelzone met voorzieningen voor hemelwater is het belangrijk dat (indien voor deze wateroptie geopteerd wordt) de contouren van de zone beplant worden met buffergroen. De eigenlijke invulling van de zone kan dan minder strikt gebeuren (vijver, bluswater, natuurlijk bufferbekken…). De aanplant dient wel zodanig te zijn dat er geen doorkijk is van de achterliggende woningen naar de bedrijfssite.
Het betreft hier een bestendiging van de bestaande toegang voor langzaam verkeer. Gezien het veelvuldig gebruik is geopteerd om deze toegang te behouden. Voor mensen afkomstig uit het centrum van Handzame is dit bovendien de kortste route tot de site.
Afsluitingen kunnen geïntegreerd worden in de bufferzone. 4.2.2 Aanplant groenelementen De bufferzone dient gerealiseerd het eerste plantseizoen na de goedkeuring van onderhavig provinciaal RUP De groenaanplant dient op een ordentelijke en vakkundige manier in stand gehouden te worden, zodat deze te alle tijden haar functie kan vervullen. Ook de afmetingen dienen afdoende te zijn om een WVI – MAART 2007
PROVINCIAAL RUP BRAEM
41
goede landschappelijke integratie te bekomen.
42
PROVINCIAAL RUP BRAEM
MAART 2007
Artikel 5. Openbare wegenis 5.1 Bestemming 5.1.1 Algemeen Deze zone is bestemd voor openbare wegen en daarbij horende vrije ruimten. 5.1.2 Deelzone De deelzone op het bestemmingsplan weergegeven met een asterix (Å) is bedoeld als toegangsweg tot de site voor langzaam verkeer (fietsers en voetgangers).
Vrije ruimten = pleintjes, groenvoorzieningen, voetpaden,… 5.1.2 Deelzone Het betreft hier een bestendiging van de bestaande toegang voor langzaam verkeer. Gezien het veelvuldig gebruik is geopteerd om deze toegang te behouden. Voor mensen afkomstig uit het centrum van Handzame is dit bovendien de kortste route tot de site.
5.2 Inrichting en beheer Bijzondere voorzieningen, zoals signalisatie, verlichting, straatmeubilair en schuilhokjes mogen de voetgangers en het overige verkeer niet hinderen.
Artikel 6. Industriële ontsluitingsweg 6.1 Bestemming 6.1.1 Algemeen Deze zone is bestemd als industriële ontsluitingsweg tot het grootschalig bedrijf, geflankeerd door een groene zone (gras) en een gracht voor de opvang van regenwater.
Het grootschalig bedrijf betreft het bedrijf nv Braem gebroeders. Het regenwater spoelt af richting Plaatsebeek. Door de aanleg van de ontsluitingsweg, wordt deze natuurlijke afvoerroute onderbroken. Bij de aanleg van de ontsluitingsweg dient bijgevolg ook een gracht aangelegd ten noorden van deze weg, teneinde overvloedige waterafvoer over de weg te verhinderen. De groene zone is bedoeld om aangelegd te worden naast de Plaatsebeek. Minstens de 5-meter bouwvrije strook en strook vrij van opgaand groen dient binnen deze groenzone te vallen (ingevolge ruimingswerken is hoogstammig groen niet toegelaten binnen de eerste 5 meter te rekenen vanaf de beek).
6.2 Inrichting en beheer 6.2.1 Ontsluitingsweg Deze weg dient op een veilige wijze ingericht te worden en toe te laten dat 2 vrachtwagens elkaar gemakkelijk kunnen kruisen. De weg heeft een maximale breedte van 8 meter. Deze ontsluitingsweg dient gerealiseerd te worden binnen een termijn van 2 jaar na de verwerving van de gronden en goedkeuring van het RUP. 6.2.2 Erfdienstbaarheidszone onbevaarbare waterloop Langsheen de onbevaarbare waterloop ligt een erfdienstbaarheidszone van 5 meter (vanaf de oeverrand) waar volgende voorwaarden gelden: Langs de waterloop dient in alle omstandigheden vanaf de oeverrand/zijkant overwelving steeds een
WVI – MAART 2007
PROVINCIAAL RUP BRAEM
43
vijf meter brede strook vrij te blijven van elke bebouwing en aanplantingen zodat de toegang tot de waterloop onder meer voor personen en materieel bij uitvoering van werken aan deze waterloop altijd is verzekerd. Deze vrije strook dient gerealiseerd rekening houdend met gebeurlijke ophogingen van de gronden langs de waterloop. Dergelijke ophogingen mogen niet steiler aangelegd dan onder talud 4/4. De afrasteringen in de langsrichting van de beek dienen geplaatst op o Ofwel 0,5 meter landinwaarts vanaf de kruin van de oever van de waterlopen o Ofwel 5 meter landinwaarts vanaf de kruin van de waterloop De Deputatie dient machtiging te verlenen over het al dan niet dempen, overwelven of wijzigen van het profiel of tracé van waterlopen (ingevolge artikels 12 en 14 van de wet van 28/12/1967 betreffende onbevaarbare waterlopen).
Artikel 7. Schermgroen 7.1 Bestemming In deze zone moet een dichte en uniforme streekeigen beplanting in haagvorm deskundig aangelegd en gehandhaafd worden. 7.2 Inrichting en beheer 7.2.1 Aanplant schermgroen Dit schermgroen moet voor de aanvang van de werken in zone 1, waarvoor een stedenbouwkundige vergunning verkregen wordt, aangeplant worden. Enkel daar waar op vandaag bebouwing aanwezig is in de zone voor schermgroen, wordt de aanplant uitgesteld.
44
Dit uitstel zal stand houden totdat de bebouwing herbouwd wordt waardoor schermgroen kan aangeplant worden.
PROVINCIAAL RUP BRAEM
MAART 2007
H.
BIJLAGE Verslag plenaire vergadering Adviezen op voorontwerp
WVI – MAART 2007
PROVINCIAAL RUP BRAEM
45