Protocol van samenwerking

Vlaamse Regering

Protocol van samenwerking In het kader van het akkoord 2007-2009

Tussen de Vlaamse Regering en de sociale partners van de sector van de metaal arbeiders (PC 111)

Tussen de Vlaamse Regering, vertegenwoordigd door: Frank Vandenbroucke, viceminister-president van de Vlaamse Regering en Vlaams minister van Werk, Onderwijs en Vorming

en de sociale partners van de sector van de metaal bedienden met als vertegenwoordigers voor de werkgevers:

De heer Wilson De Pril, Agoria Vlaanderen

en als vertegenwoordigers voor de werknemers:

De heer Georges De Batselier, ABVV-Metaal; De heer Walter Cnop, ACV-Metaal

Convenant en actieplan sector metaal arbeiders

1

Wordt overeengekomen wat volgt: Artikel 1: stimuleren van samenwerking met scholen(gemeenschappen) De sectorale sociale partners en de Vlaamse Regering stimuleren de samenwerking tussen scholen (gemeenschappen) en bedrijven (uit de omgeving) om te komen tot een operationeel netwerk voor de lokale uitvoering van bepalingen uit dit protocol. De (globale) samenwerkingsovereenkomsten die hieruit voortvloeien worden opgenomen als addenda bij dit protocol.

Artikel 2: stimuleren van een geïnformeerde studie- en beroepskeuze en het waarderen van het technischen beroepsonderwijs De sectorale sociale partners en de Vlaamse Regering werken samen om een geïnformeerde studie– en beroepskeuze te realiseren. Hiertoe zal de sector haar contacten met de scholen(gemeenschappen) intensifiëren. De sectorale sociale partners en de Vlaamse Regering werken in dit kader samen aan de waardering van het technischen beroepsonderwijs en het doorbreken van het watervaleffect.

Artikel 3: ondersteunen van meer en beter werkplekleren De Vlaamse Regering en de sectorale sociale partners wensen het werkplekleren verder te ondersteunen en te implementeren, waarbij wordt gestreefd naar een verdere uitbreiding van het aanbod en een kwalitatieve verbetering van werkplekleren als methodiek. Artikel 3.1: ondersteunen van systemen van afwisselend leren en werken In de deeltijdse leersystemen, m.n. het deeltijds beroepssecundair onderwijs (DBSO), de leertijd en de deeltijdse vorming, wordt resoluut de overgang van een deeltijdse leerplicht naar een voltijds engagement beoogd, met werkervaringsplaatsen waar mogelijk, met voortrajecten, brugtrajecten en persoonlijke ontwikkelingstrajecten waar dat niet onmiddellijk mogelijk is. De finaliteit is steeds (een verhoogde kans op) de doorstroming naar werk. Op die manier wil de Vlaamse Regering komen tot een sluitende aanpak. De sectorale sociale partners engageren zich tot het aanbieden van meer (en betere) werkervaringsplaatsen en staan mee borg voor de wisselwerking tussen opleiding en werkervaring. Een degelijke begeleiding, zowel op de werkvloer als door de onderwijsverstrekker, is daarbij noodzakelijk. Artikel 3.2: meer en kwaliteitsvolle stages voor leerlingen De sectorale sociale partners en de Vlaamse Regering werken samen om tot sluitende afspraken en sterke engagementen te komen over het aantal en de kwaliteit van de stageplaatsen die de sector voor het voltijds onderwijs ter beschikking stelt. Het aantal ter beschikking gestelde stageplaatsen dekt zo veel mogelijk de behoefte aan stages. Het dient te gaan om interessante stageopdrachten die aansluiten bij de (leerplan)doelstellingen van de betrokken studierichting en gepaard gaan met een verantwoorde stagebegeleiding door de stagegever en de onderwijsinstelling. Artikel 3.3: ter beschikking stellen van stages voor leerkrachten en opleiders De sectorale sociale partners en de Vlaamse Regering werken samen om tot engagementen te komen inzake stageplaatsen voor leerkrachten en opleiders. Idealiter zou elke leerkracht of opleider technische vakken en praktische vakken om de vijf jaar minstens een week op stage moeten gaan in een stageplaats die relevant is voor het onderwijs of de opleiding die ze verstrekken. Artikel 3.4: ondersteunen van andere vormen van werkplekleren De sectorale sociale partners engageren zich om ook andere dan de hierboven besproken vormen en methodieken van werkplekleren bij bedrijven uit de sector te ondersteunen met het oog op een soepelere aansluiting tussen leren en werken.


2

Artikel 4: ontwikkelen van beroepscompetentieprofielen van de SERV De sectorale sociale partners werken samen met de SERV actief verder aan de ontwikkeling van een beroepenstructuur met uitgewerkte beroepscompetentieprofielen, rekening houdend met het kwalificatieraamwerk. Om de validiteit van dit werk te garanderen stimuleren de sectorale sociale partners bedrijven om hieraan mee te werken. Ondertussen werkt de SERV een snellere en meer efficiënte door ICT-ondersteunde werkmethode uit.

Artikel 5: ondersteunen Regionale Technologiecentra De sectorale sociale partners ondersteunen via de RTC’s de samenwerking tussen het onderwijs, de bedrijfswereld en de socio-economische organisaties op het vlak van infrastructuur en hoogtechnologische apparatuur en nemen daartoe het. initiatief om actief te bemiddelen om de infrastructuur en apparatuur in de bedrijven open te stellen.

Artikel 6: bevorderen van basiscompetenties De sectorale sociale partners en de Vlaamse Regering bevorderen de ontwikkeling van basiscompetenties, in het bijzonder Nederlands als tweede taal en functionele geletterdheid De sectorale sociale partners blijven verder inspanningen leveren om hiertoe bij te dragen. Onder functionele geletterdheid wordt verstaan: geletterdheid, gecijferdheid, multimediale en digitale vaardigheden om te kunnen functioneren in verschillende breed-maatschappelijke en sociaaleconomische contexten.

Artikel 7: stimuleren van competentieontwikkeling De sectorale sociale partners engageren zich om verder bijkomende inspanningen te leveren op het vlak van competentieontwikkeling met bijzondere aandacht voor KMO’s en niet-vormingsbedrijven.

Artikel 8: stimuleren van instroom van werkzoekenden De sectorale sociale partners en de Vlaamse Regering werken samen om te zorgen voor een hoge en kwaliteitsvolle instroom van werkzoekenden op de arbeidsmarkt om op die manier bij te dragen tot het verminderen van het aantal knelpuntvacatures.

Artikel 9: meewerken aan de ontwikkeling en de inzet van het ervaringsbewijs en loopbaanbegeleiding De sectorale sociale partners en de Vlaamse Regering werken samen aan de waardering (in termen van "erkenning") van verworven competenties verbonden aan de uitoefening van een beroep/functie en aan het stimuleren van het actief beheren van de eigen loopbaan van de werknemers. De sectorale sociale partners ondersteunen het ontwikkelwerk en de dienstverlening (dienstverlening ervaringsbewijs, loopbaanbegeleiding, …) terzake.


3

Artikel 10: actief ondersteunen van het strategisch competentiebeleid binnen bedrijven Met het oog op de erkenning, inzet en verdere ontwikkeling van élk talent in de onderneming ondersteunen de sectorale sociale partners de bedrijven van de sector bij het ontwikkelen van een strategisch competentiebeleid. Strategisch competentiebeleid laat toe om de competentieontwikkeling van personeelsleden af te temming op de organisatiedoelstellingen. Het omvat het op een strategische manier onderkennen, inzetten en ontwikkelen van competenties.1 Een constructieve dialoog tussen werkgevers en werknemers is bij het realiseren van een competentiebeleid een kritieke succesfactor.

Artikel 11: aangaan van partnerschappen De sector kan op maat en ritme van de sector multilaterale samenwerkingsakkoorden aangaan met VDAB, Syntra en andere opleidingsverstrekkers met het oog op de realisatie van competentieontwikkeling en het verhelpen van de knelpuntberoepen.

Artikel 12: begeleiding bij herstructurering De sectorale sociale partners verbinden zich ertoe actief ondersteuning te geven aan de mogelijkheden voor intensieve begeleiding van de met ontslag bedreigde werknemers. Dit kan gebeuren via hun betrokkenheid in de tewerkstellingscel en via de mogelijkheden van het Herplaatsingsfonds. Aan de betrokken bedrijven wordt zoveel mogelijk informatie verstrekt over sectorale mogelijkheden op dit vlak. Bij de ondersteuning van deze begeleiding wordt gestreefd naar een snelle reïntegratie op de arbeidsmarkt, bij voorkeur in de sector, van de ontslagen werknemer.

Horizontaal aandachtspunt: Diversiteit Artikel 13: algemeen: de diversiteitsdrager De sectorale sociale partners en de Vlaamse regering stimuleren een diversiteitsbeleid (inzonderheid via de diversiteitsplannen) in de sectoren en de ondernemingen en sporen de ondernemingen aan tot het sluiten van een non-discriminatiecode.

Artikel 14: specifiek: de diversiteitstoets De sectorale sociale partners passen een diversiteitstoets toe op de bepalingen en de artikels van dit protocol . De diversiteitstoets levert via categoriale accenten een structurele bijdrage tot een inclusief beleid. De evenredige arbeidsdeelname van kansengroepen vormt hierbij het beginsel en de toetssteen.

684 1 Bij competentiebeleid of competentiemanagement staan volgende uitgangspunten centraal: - competentieontwikkeling is ruimer dan enkel en alleen formele opleiding, - competenties verwijzen naar het concreet toepassen van kennis, vaardigheden en attitudes, zowel in algemene zin als op beroepsgericht vlak, ook loopbaancompetenties zijn belangrijk, - het gaat zowel om formeel en informeel leren, binnen en buitende onderneming, op de werkvloer, … - het gaat om een basis voor gesprek tussen werkgever en werknemer over begeleiding en functionering, - competentieontwikkeling zou een positieve invloed moeten hebben op de prestaties, het loopbaanverloop, de verloning, - selectie en promotie zijn sleutelmomenten in een loopbaan waarop competentiemanagement een wezenlijke impact heeft.) Convenant en actieplan sector metaal arbeiders

4

Uitvoering, opvolging en samenwerking -

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

Buiten bovenstaande artikels kunnen er tevens afspraken worden gemaakt inzake diverse modules. Op basis van dit convenant en het actieplan in bijlage kent de Vlaamse regering 7 consulenten toe aan de sociale partners. Zij werken in de sector onder paritair toezicht. Deze zullen als volgt worden ingezet : 1 VTE-consulent bij INOM-Arbeiders, 1 VTE-consulent bij FTMA, 1 VTEconsulent bij FTML, 1 VTE-consulent bij RTM-Vlaams Brabant, 1 VTE-consulent bij RTM-Brussel, 1 VTE-consulent bij TOFAM Oost-Vlaanderen en 1 VTE-consulent bij TOFAM West-Vlaanderen. De sociale partners van de sector zijn belast met de uitvoering van het actieplan. De Vlaamse regering voorziet hiervoor jaarlijks per VTE-consulent een bedrag van (EUR 51.000,00). Voor convenanten met een looptijd langer dan twee jaar voorziet de Vlaamse regering per VTEconsulent een bedrag dat met de verlenging overeenstemt. Voor convenanten met een looptijd langer dan twee jaar worden de acties uit het tweede werkingsjaar verhoudingsgewijs in de resterende maanden van het daaropvolgende jaar door de sector uitgevoerd. De sectorale sociale partners kunnen ter ondersteuning van specifieke projecten mbt tot competentiebeleid en die beantwoorden aan de gestelde voorwaarden een dossier in dienen in het kader van ESF en/of hefboomkrediet. Via de sectorconvenants geven de sectorale sociale partners aan in welke mate en op welke wijze (informeren, sensibiliseren, activeren) ze diverse ondersteunende maatregelen en andere overheidsincentives ingang zullen doen vinden in de sector. Daarnaast wordt werk gemaakt over een sluitend plan van aanpak met betrekking tot de disseminatie, de overdracht en de mainstreaming in het reguliere (sector)beleid van processen, producten en resultaten die voortvloeien uit het gebruik van deze maatregelen en incentives. De Vlaamse Regering zal het advies van de betrokken sectorale sociale partners inwinnen indien zij sectorspecifieke maatregelen voorbereidt die een impact hebben op de ontwikkelingen in de sector. Deze uitwisseling zal desgevallend gebeuren via de betrokken sectorcommissie van de SERV of via het paritair orgaan in opdracht van de sector. Op geregelde tijdstippen organiseert de SERV netwerkbijeenkomsten met de sectorconsulenten. Hiervoor zal een sectorconsulent (per netwerk) als contactpersoon aangeduid worden. De netwerken staan in het teken van ervaringsuitwisseling, opbouw van expertise, doorgeefluik van informatie, sectoroverschrijdende samenwerking enz. Op vraag van sectoren organiseert het Departement Werk en Sociale Economie klankbordvergaderingen met o.m. de sectorale sociale partners. Hierbij formuleert de sector beleidsaanbevelingen en worden er knelpunten besproken. Het departement volgt deze vergaderingen op via een stuurbord en maakt dit overzicht jaarlijks over aan VESOC. De sectorale sociale partners verbinden zich ertoe jaarlijks een opvolgingsrapport, opgemaakt volgens een door het Departement Werk en Sociale Economie voorzien model en gebaseerd op een door Vesoc goedgekeurde indicatorenset, over te maken aan het departement. Voor convenanten met een looptijd langer dan twee jaar dient er ook in het derde werkjaar een opvolgingsrapport te worden ingediend m.b.t. de resterende maanden. Dit rapport dient uiterlijk bezorgd te worden tijdens de eerste maand na het respectievelijke werkingsjaar of de respectievelijke verlenging. Het Departement Werk en Sociale Economie staat in voor de opvolging en de monitoring van dit convenant. De in het convenant of actieplan opgenomen engagementen zijn inspanningsverbintenissen. Het Departement Werk en Sociale Economie maakt op basis van de opvolgingsrapporten een globaal jaarrapport op dat wordt overgemaakt aan het VESOC. Indien de in het actieplan opgenomen normen, zonder verantwoorde motivatie, niet behaald worden kan de Vlaamse regering overgaan tot gehele of gedeeltelijke terugvordering van de toegekende subsidies. Dit protocol treedt in werking vanaf 1 januari 2008 en loopt tot 31 december 2009. In onderling overleg kunnen tijdens de duurtijd van het protocol bijkomende artikels worden opgenomen.


5

Opgemaakt in vier exemplaren te Brussel: Namens de Vlaamse Regering:

De heer Frank VANDENBROUCKE, Viceminister-president van de Vlaamse Regering en Vlaams minister van Werk, Onderwijs en Vorming

6

Namens de sociale partners van de sector: met als vertegenwoordigers voor de werkgevers:

De heer Wilson DE PRIL, Agoria Vlaanderen


De heer Georges DE BATSELIER, ABVV-Metaal;

De heer Walter CNOP, ACV-Metaal

7

Bijlage bij het protocol tussen de Vlaamse Regering en de Vlaamse sociale partners van de sector PC 111, nr. 1: Actieplan onderschreven door de sociale partners van INOM-ArbeidersVlaanderen Noot: in het verleden zijn er om specifieke redenen twee paritaire fondsen voor de arbeiders opgericht, nl. v.z.w. INOM en v.z.w. Tewerkstelling en Opleiding van Risicogroepen – Arbeiders MVEN. Alle acties van onderhavig actieplan zullen alnaargelang de situatie worden uitgevoerd met middelen van hetzij het ene hetzij het andere paritaire fonds, maar om praktische redenen door medewerkers van de v.z.w. INOM. Bijgevolg zal in de tekst van deze convenant INOM-Arbeiders-Vlaanderen betekenen "met inbegrip van Tewerkstelling en Opleiding van Risicogroepen – Arbeiders MVEN – Vlaanderen".

Acties ter uitvoering van artikel 1: stimuleren van samenwerken van scholengemeenschappen -

INOM-Arbeiders zal deel uitmaken van een begeleidingscommissie met de netverantwoordelijken om de uitwerking van leer-werkplaatsen te stimuleren. In deze commissie zetelen de pedagogische begeleiders van alle netten van het DBSO, sociale partners en een sectorconsulent.

Acties ter uitvoering van artikel 2: stimuleren van een geïnformeerde studie- en beroepskeuze en het waarderen van technisch – en beroepsonderwijs -

INOM-Arbeiders organiseert samen met de regionale sectorfondsen Mecatrophy in 2008. Mecatrophy is een wedstrijd voor leerlingen van het 6de en 7de jaar Metaal, afdeling verspaning. Alle technische beroepsscholen in Vlaanderen kunnen deelnemen aan de Mecatrophy met maximum twee leerlingen per school. In een eerste ronde creëren de leerlingen een industrieel werkstuk in een opleidingscentrum van de VDAB. In een tweede ronde realiseren de tien beste kandidaten een werkstuk op productiemachines in een bedrijf. Het startschot van deze Mecatrophy is op 11 januari 2008. Op die dag openen verschillende bedrijven uit de sector hun deuren voor de scholen. Bereik We voorzien een bereik van 34 scholen INOM-Arbeiders engageert zich tot volgende financiële investeringen in het deeltijds beroepssecundair onderwijs: “Lassen met de Klas” waarbij jongeren met hun leerkracht een gratis 5-daagse opleiding kunnen volgen in het Vervolmakingscentrum voor Lassers dat toeleidt tot een Europees erkend lascertificaat. Diversiteitstoets: Er zal getracht worden alle lasleerkrachten uit het DBSO te bereiken en een 30tal leerlingen op jaarbasis. De leerlingen behoren allen tot de kansengroepen (100%).

-

De sociale partners van INOM-Arbeiders Vlaanderen participeren aan (experimenten rond) onderwijsvernieuwing.

-

Jaarlijks worden een 50-tal beroepengidsen verspreid tijdens infodagen of bij contacten met DBSO. INOM-Arbeiders zal deze ook naar de CLB’s versturen.

-

Een elektronische beroepengids met regionale scholengids wordt via een link aan de website toegevoegd.

-

INOM-Arbeiders zal participeren aan het initiatief van het SERV-netwerk Levenslang Leren “wie wordt wat – werk voor durvers” dat als voorlichtingsactie naar studiekeuze in 2008 uitgewerkt wordt.


8

Acties ter uitvoering van artikel 3 ondersteunen van meer en beter werkplekleren INOM-Arbeiders onderzoekt in hoeverre er medewerking kan verleend worden bij de totstandkoming van het ervaringsbewijs opleider/begeleider door de SERV. Acties ter uitvoering van artikel 3.1: ondersteunen van systemen van afwisselend leren en werken -

INOM-Arbeiders-Vlaanderen streeft in 2008 naar 400 werkervaringsplaatsen in 200 ondernemingen en in 2009 wensen we dit te behouden of indien mogelijk te verhogen binnen het deeltijds beroepssecundair onderwijs.

-

INOM-Arbeiders-Vlaanderen zal voor volgende beroepen: aluminiumschrijnwerker, bankwerker, bedrader-monteerder, containerhersteller, fietsenmaker, garneerder-stoffeerder, goederenbehandelaar, installateur-monteur, ketelmaker, lasser-monteerder, machinearbeider, monteerder, onderhoudselektricien, onderhoudsmecanicien, operator materiaalbehandeling, plaatbewerker, polyvalent gieterijarbeider, polyvalent goederenbehandelaar, spuitgieter van nonferrometalen en rigger-monteerder promotie voeren door middel van een 50-tal bedrijfsbezoeken en een 200-tal andere contacten, organiseren van informatiesessies i.h.k.v. het deeltijds onderwijs, ontwikkeling van promotiemateriaal.

-

Lassen met de klas: De leerlingen uit centra deeltijds onderwijs (CDO) kunnen via INOMArbeiders en het VervolmakingsCentrum voor Lassers (VCL) een gratis opleiding volgen, die toeleidt tot het certificaat van gekeurd “hoeknaadlasser” (volgens NBN EN 287-1). Met deze opleiding kunnen jongeren zich laten certifiëren en onderscheiden. Hiermee staan ze sterker op de arbeidsmarkt en kan dit voor hen ook een stimulans zijn om nadien nog hoger te gaan in laskwalificaties. De leerkrachten kunnen (tegelijkertijd) de opleiding en de testing volgen die toeleidt tot dezelfde certificaten én tot het Europees Lasdiploma van hoeknaadlasser en/of plaatlasser en/of pijplasser. De opgedane kennis kan hij/zij dan doorgeven aan zijn/haar leerlingen. Diversiteitstoets: 100% van de jongeren behoort tot de kansengroepen

-

Een gelijkaardig traject zal worden aangeboden bij het Vlaams Kunststoffencentrum. Acties ter uitvoering van artikel 3.2: meer en kwaliteitsvolle stages voor leerlingen -

Deze actie wordt voornamelijk opgevolgd door de regionale fondsen. INOM-Arbeiders biedt in het kader van mecatrophy 10 stageplaatsen per jaar aan aan leerlingen draaien/frezen in het TSO en BSO.

-

De sector zal de door het onderwijs en bedrijven binnen de sector gesignaleerde knelpunten opvolgen.

Acties ter uitvoering van artikel 3.3 ter beschikking stellen van stageplaatsen voor leerkrachten en opleiders -

De sector biedt jaarlijks een 60-tal stageplaatsen voor leerkrachten aan. Via schooldirect en lerarendirect, de koepels, het gemeenschapsonderwijs en de verantwoordelijken van de publieke opleidingsverstrekkers wordt de communicatie naar het onderwijs(opleidings)veld verzorgd inzake het aantal stageplaatsen in de sector. INOM-Arbeiders zal het initiatief “stages voor leerkrachten” verder ontwikkelen en promoten, zowel bij Onderwijs als bij de bedrijven.

-

De sector biedt jaarlijks een aantal bijscholingsprogramma’s voor 5 leerkrachten/opleiders aan via het Open Aanbod. Ook via het initiatief “Lassen met de Klas” kunnen leerkrachten uit 41 CDO’s bijscholing volgen. In deze initiatieven worden de groepen gemengd met werknemers. Door de gemengde groepen gebeuren wederzijdse ervaringsuitwisselingen.


9

Acties ter uitvoering van artikel 3.4 ondersteunen van andere vormen van werkplekleren bij de bedrijven -

INOM-Arbeiders zal het initiatief “stages voor leerkrachten” verder ontwikkelen en promoten, zowel bij Onderwijs als bij de bedrijven.

Acties ter uitvoering van artikel 4: ontwikkelen van beroepscompetentieprofielen -

De sector werkt in samenwerking met de SERV volgende beroepscompetentieprofielen uit: hoeknaadlasser, plaatlasser, pijplasser, operator lasautomaten, matrijzenmaker kunststofinjectie, lifttechnieker

-

INOM-Arbeiders ondersteunt de SERV in zijn zoektocht naar bereidwillige ondernemingen.

Acties ter uitvoering van artikel 5: ondersteunen van de regionale technologiecentra -

De uitvoering van deze actie gebeurt door de regionale fondsen.

Acties ter uitvoering van artikel 6: bevorderen van basiscompetenties INOM-Arbeiders-Vlaanderen engageert zich tot opleiding en permanente vorming van arbeiders uit de risicogroepen (kansengroepen). Volgens de CAO van 19 april 1999 worden volgende arbeiders als risicogroepen (kansengroepen) benoemd (onder "arbeiders" wordt verstaan de mannelijke en vrouwelijke arbeiders): ¾ laaggeschoolde arbeiders van 18 jaar of ouder, die geen houder zijn van een getuigschrift van hoger secundair onderwijs; ¾ arbeiders van minstens 40 jaar oud die geconfronteerd worden met collectief ontslag, herstructurering van de onderneming, introductie van nieuwe technologieën of nieuwe werkmethodes of reorganisatie van functies, cellen of diensten van de onderneming; ¾ arbeiders waarbij er geen overeenkomst bestaat tussen diploma en huidige functie; ¾ arbeiders die 10 jaar dezelfde functie uitoefenen; ¾ laaggeschoolde arbeiders die vervangers van bruggepensioneerden zijn; ¾ arbeiders die ten gevolge van een arbeidsongeval of een beroepsziekte definitief ongeschikt zijn geworden om hun arbeidsovereenkomst uit te voeren; ¾ gehandicapten; ¾ uitkeringsgerechtigde werkzoekenden die aan één van volgende voorwaarden voldoen: die de laatste 12 maanden zonder onderbreking werkloosheids- of wachtuitkeringen hebben genoten; die ten hoogste een diploma lager secundair onderwijs bezitten; die jonger zijn dan 18 jaar, onderworpen aan de deeltijdse leerplicht en geen secundair onderwijs met volledig leerplan volgen; die minstens 45 jaar zijn; die sinds minstens 6 maanden ontslagen zijn uit een onderneming ressorterend onder het paritair comité 111; werklozen die betrokken zijn bij tewerkstellingsprojecten van de overheid; ¾ herintreders die geen werkloosheids- of onderbrekingsuitkeringen genieten en die in de laatste drie jaar geen beroepsactiviteit hebben verricht; ¾ werkzoekenden die het bestaansminimum trekken; ¾ allochtone arbeiders en werkzoekenden, met of zonder Belgische nationaliteit; ¾ deeltijds leerplichtigen. -

Vanuit INOM-Arbeiders zullen specifieke acties rond basisvaardigheden “Nederlands op de Werkvloer” worden georganiseerd. Men voorziet jaarlijks een bereik van 50 werknemers. Diversiteitstoets: 75% zullen tot kansengroepen behoren, voornamelijk bestaand uit laaggeschoolden en/of mensen van allochtone afkomst.


10

De overheid promoot via de brochure ‘De G-factor in uw bedrijf of organisatie, geletterdheid op de werkvloer’ geletterdheidstrainingen op de werkvloer en reikt testen aan om ongeletterdheid op de werkvloer te herkennen. INOM-Arbeiders helpt deze brochure mee te verspreiden naar een 50-tal bedrijven en zal op de website van INOM-Arbeiders worden geplaatst. -

De overheid zal door de publicatie van een brochure specifieke geletterdheidstrainingen op de werkvloer promoten. INOM-Arbeiders helpt deze brochure mee verspreiden.

-

INOM- Arbeiders stimuleert jaarlijks 30 ondernemingen om bij technische opleidingen voor lagere functies ook aandacht te schenken aan functionele geletterdheid.

Acties ter uitvoering van artikel 7: stimuleren van competentieontwikkeing -

INOM-Arbeiders bereikt 30 niet-vormingsbedrijven per jaar (bedrijven die de voorbije 2 jaar geen gebruik maakten van de diensten van INOM-Arbeiders) op een totaal van ongeveer 180 bedrijven, met bijzonder aandacht voor KMO’s.

-

INOM-Arbeiders onderzoekt een samenwerkingsakkoord met het Vlaams Kunststoffencentrum waardoor arbeiders P.C. 111 opleidingen kunnen volgen tegen een gunsttarief. Het initiatief wordt ook opengesteld naar leerlingen uit het deeltijds onderwijs.

-

INOM-Arbeiders zal binnen de voertuigindustrie per constructeur actieplannen lanceren ter ondersteuning van de tewerkstelling en inzetbaarheid van de arbeiders en om de instroom van jongeren in de sector te verhogen. Voor de verwezenlijking hiervan zal een jaarlijks vooraf vastgelegd budget worden vrijgemaakt.

Acties ter uitvoering van artikel 8: stimuleren van instroom van werkzoekenden -

De acties naar werkzoekenden worden uitgevoerd door de regionale fondsen. INOM-Arbeiders neemt wel deel aan het overlegcomité met VDAB waar de knelpuntvacatures worden vastgelegd en eventuele initiatieven worden besproken.

Acties ter uitvoering van artikel 9: meewerken aan de ontwikkeling + inzet van het ervaringsbewijs en loopbaanbegeleiding -

De sociale partners van INOM-Arbeiders zullen meewerken aan het ontwikkelen van ervaringsbewijzen van hoeknaadlasser, plaatlasser, pijplasser, onderhoudstechnieker lasautomaten Automotive, Matrijzenbouwer kunststofinjectie, Installateur en onderhoudstechnicus liften, Hef- / reachtruckchauffeur, magazijnmedewerker.

-

INOM-Arbeiders ondersteunt samen met Vormelek het ervaringsbewijs koelmonteur. Om zoveel mogelijk mensen te bereiken, wordt er via zoveel mogelijk kanalen promotie gemaakt. Zo zal er in VDAB- competentiecentra, lokale werkwinkels, sociale partners, bedrijven, CLB’s, Syntra, KHK, Iris Tech, Sint-Lodewijksinstituut te Genk en KHLIM promotie gemaakt worden.

-

Vormelek en INOM-Arbeiders streven in 2008 naar 125 ervaringsbewijzen, in 2009 wordt getracht dit cijfer opnieuw te behalen. Op beurzen zal promotie gemaakt worden voor het ervaringsbewijs “koelmonteur” via affiches en folders. De resultaten van de evaluatie na één jaar ervaringsbewijs “koelmonteur” zullen gedissemineerd worden. Goede praktijken zullen verspreid worden om werknemers en werkgevers te sensibiliseren.


11

Acties ter uitvoering van artikel 10: ondersteunen van het strategisch competentiebeleid binnen bedrijven

Acties ter uitvoering van artikel 11: aangaan van partnerschappen Er is een raamovereenkomst afgesloten tussen de sector en de VDAB. Hierbij wordt onder andere afgesproken een overlegcomité op te starten waarbij bijsturings- en innovatievoorstellen aangaande de samenwerking en de vastlegging van de knelpuntberoepen worden geformuleerd.

Acties ter uitvoering van artikel 12: begeleiding bij herstructurering

DIVERSITEIT Acties ter uitvoering van artikel 13: -

Via de website informeert INOM-Arbeiders de bedrijven rond instrumenten die door de overheid worden ontwikkeld inzake diversiteit. INOM-Arbeiders neemt een doorverwijzingsfunctie op. De sociale partners engageerden zich in de sectorconvenant 2004-2005 om onderstaande nondiscriminatiecode, die uitvoering geeft aan de Europese non-discriminatierichtlijnen en het bevorderen van de evenredige arbeidsdeelname, te verspreiden en bekend te maken: “werknemers en werkgevers zijn ertoe gehouden alle regels van welvoeglijkheid, goede zeden en beleefdheid in acht te nemen, inclusief ten aanzien van bezoekers. Dit impliceert ook een zich onthouden van elke vorm van racisme en discriminatie en een bejegenen van iedereen met dezelfde nodige menselijke eerbied voor éénieders waardigheid, gevoelens en overtuiging. Verboden is bijgevolg elke vorm van verbaal racisme, alsook het verspreiden van racistische lectuur en pamfletten. Ook elke discriminatie op grond van geslacht, sexuele geaardheid, ras, huidskleur, afstamming, afkomst, nationaliteit en overtuiging is verboden.”

-

INOM-Arbeiders zal binnen het eigen personeelsbeleid Jobkanaal promoten als rekruteringskanaal voor ouderen, arbeidsgehandicapten, kortgeschoolden en allochtonen en dit in samenwerking met de consulenten van Jobkanaal.

-

De sector streeft naar de ontwikkeling van 30 diversiteitsplannen op jaarbasis.


12



13


De heer Wilson DE PRIL, Agoria Vlaanderen


De heer Georges DE BATSELIER, ABVV-Metaal;

De heer Walter CNOP, ACV-Metaal

14

Bijlage bij het protocol tussen de Vlaamse Regering en de Vlaamse sociale partners van de sector PC 111, nr. 2: Actieplan onderschreven door de sociale partners van FTMA Acties ter uitvoering van artikel 1: De uitvoering van deze actie wordt opgenomen door INOM-Arbeiders.

Acties ter uitvoering van artikel 2: Stimuleren van een geïnformeerde studie- en beroepskeuze en het waarderen van het technisch-en beroepsonderwijs. -

FTMA zal in 2008 en 2009 meewerken aan de wedstrijd Mecatrophy. Dit is een wedstrijd conventionele verspaning voor leerlingen van het 6de en 7de jaar BSO/TSO. De wedstrijd wordt ingeluid met een onderdompeling van de deelnemende scholen in de sector: voor alle scholen die deelnemen wordt er een bedrijfsbezoek georganiseerd bij een onderneming in de buurt. Leerlingen en hun begeleiders maken er kennis met spitstechnologie. Voor de bedrijven uit metaal- en technologische industrie is het een gelegenheid om de banden aan te halen met scholen uit de buurt en potentiële toekomstige medewerkers te verleiden. De eerste ronde van de wedstrijd vindt plaats in een VDAB centrum, waarna de tien beste deelnemers doorgaan naar de tweede ronde. Deze wordt dan georganiseerd in een bedrijf uit de sector in de buurt van de school.

-

FTMA lanceert een oproep naar de scholen uit het technischen beroepsonderwijs: bedoeling is dat wanneer individuele scholen één of andere samenwerking aangaan met bedrijven uit de omgeving of met andere scholen met als doel de promotie van het technischen beroepsonderwijs, er beroep kan gedaan worden op FTMA voor financiële of logistieke ondersteuning. Er zal ook onderzocht worden of er een vorm van samenwerking mogelijk is met de CVO’s.

-

FTMA neemt deel aan de proeftuin: “Expertisecentrum voor Talentontwikkeling in het Onderwijs”. Samen met andere partners en Resoc Kempen (=de promotor) hebben we de ambitie een ‘Regionaal Expertisecentrum voor Talentontwikkeling in het Onderwijs’ op te richten dat zal fungeren als centraal en zichtbaar kennis- en begeleidingscentrum om talentontwikkeling in het onderwijs te stimuleren. Als motor voor talentontwikkeling willen we de scholen ondersteunen en begeleiden in het uitbouwen van technische vorming in het curriculum. Daarnaast willen we een samenwerking realiseren tussen het onderwijs en de arbeidsmarkt, die resulteert in een ‘interdisciplinaire kennis-, leer- en werkrelatie’ van en tussen professionals uit beide domeinen. Door de krachten van al deze professionals te bundelen kunnen we verandering brengen in het keuzegedrag van leerlingen en innovatiekrachtig onderwijs ontwikkelen.

-

Om de technische beroepen te promoten zal FTMA gebruik maken van de beroepengids. De beroepengids en hieraan gekoppeld een jongerenwebsite: een gids die de relevante beroepen uit de sector voorstelt en koppelt aan een technische studierichting. Deze gids is gelinkt aan een interactieve jongerenwebsite “verrassendmetaal.be”. De website omvat een beroepen- en scholengids. De website kan verder uitgebreid worden naar alle provincies. Dit zal in 2008 bekeken worden ism de diverse fondsen Metaal. Deze gids is nuttig voor de leerlingen, ouders en ook leerkrachten uit het laatste jaar van het lager onderwijs, maar ook voor de eerste jaren van het secundair onderwijs.

-

Waar mogelijk zal de sector mee projecten ondersteunen die over verschillende scholengroepen heen, scholen wil laten samenwerken én/of de uitrusting wil uitbreiden en optimaliseren. CAMSO-project is zo één m.b.t. CNC-machines en verspaningstechnieken: RTC, heeft samen met FTMA een project opgestart waarbij een aantal satelietscholen in de provincie Antwerpen, waar de infrastructuur en de competenties reeds ver ontwikkeld zijn, extra worden uitgerust en er wordt ondersteuning geboden in: het verwerven van nog meer expertise, het verder uitbreiden van het machinepark, het implementeren van didactisch ondersteunende werkmethodes en in het opzetten van een netwerk voor het uitwisselen van ervaring. Voorwaarde is uiteraard dat deze satelietscholen hun expertise en infratsructuur voor andere scholen en bedrijven ter beschikking te stellen. Kostprijs voor FTMA: €40.330


15

-

Om jongeren een extra troef te geven wanneer ze zich op de arbeidsmarkt begeven, heeft FTMA besloten om de VCA-examenkost te betalen voor alle leerlingen uit de richtingen elektrotechniek en metaal in de provincie Antwerpen die slagen op dit examen. 2008: 1.000 leerlingen 2009:1.000 leerlingen

Diversiteitstoets - Er worden geen kwantitatieve doelstellingen bepaald. Het is vanuit een sectorfonds moeilijk om de instroom van kansengroepen in het technisch en beroepsonderwijs te beïnvloeden. - Kwalitatieve doelstellingen Î Er wordt aandacht geschonken aan een goede communicatie naar jongeren uit kansengroepen en jongeren die voor een beroepskeuze staan. Er werd visueel aantrekkelijk materiaal ( folder verrassend metaal, de beroepengids, de interactieve website) ontwikkeld die, laagdrempelig is qua taalgebruik en die op deze manier toegankelijk is voor jongeren en volwassenen uit de kansengroepen. Acties ter uitvoering van artikel 3.1: FTMA promoot het industrieel leerlingwezen dat georganiseerd wordt door INOM-Arbeiders. Acties ter uitvoering van artikel 3.2: · -

FTMA richt tweejaarlijks een arbeidsmarktonderzoek in. Dat onderzoek resulteert ondermeer in een update van de stageplaatsen en werkervaringsplaatsen die de bedrijven aanbieden, zowel voor deeltijds als voltijds onderwijs. FTMA zal daar waar bedrijven stageplaatsen aanbieden, de scholen in de omgeving op de hoogte brengen van deze mogelijkheden. Ook het stageforum zal, mits goedkeuring van de bedrijven, verwittigd worden over deze vacante plaatsen.

Acties ter uitvoering van artikel 3.3: -

De sector biedt bijscholingsprogramma’s voor leerkrachten aan uit TSO, BSO en BUSO. Leerkrachten kunnen gratis technische opleidingen, zoals lassen, VCA, CNC-draaien en frezen, PLC-technieken, elektriciteit, ICT-vaardigheden, enz. volgen bij een VDAB centrum bij hun in de buurt. Bovendien wordt er door ANTTEC (= Antwerps opleidingscentrum van de sector) jaarlijks rond bepaalde thema’s studiedagen georganiseerd voor leerkrachten. In het voorjaar wordt er met de directies en leerkrachten bepaald welk onderwerp er kan worden aangeboden. 2008: minimum 1.000 opleidingsuren en 15 leerkrachten 2009: minimum 1.000 opleidingsuren en 15 leerkrachten

-

FTMA en ANTTEC bieden bovendien vanaf 2008 een aantal opleidingen voor werknemers aan rond verspanende technieken, die door leerkrachten in hun respectievelijke scholen zullen worden gedoceerd.

Acties ter uitvoering van artikel 3.4: -

Bedrijven worden door FTMA gestimuleerd om specifieke initiatieven te nemen voor het geven van vakgerichte vormingen op de werkvloer aan leerlingen en/of leerkrachten van het technischen beroepsonderwijs. Bedrijven die zo’n acties opzetten krijgen dan ook een financiële ondersteuning. De promotie hieromtrent gebeurt via bedrijfsbezoeken, mailings, website, ... Voor 2008 zijn er reeds twee bedrijven die opleidingen voor scholen in het bedrijf willen organiseren: Stork Mec en Van Hool.

Acties ter uitvoering van artikel 5: -

-

De sector participeert actief in de werking van RTC Antwerpen. Het RTC in Antwerpen focust zich samen met de sector op thema’s procestechnieken en onderhoudsmechanica. Komend jaar zal er vanuit FTMA dan ook een financiële input worden voorzien van € 30.000. Het RTC-Antwerpen zal in de komende 2 jaar projecten opstarten waarbij leerlingen en leerkrachten van de derde graad richting elektromechanica en chemie, worden opgeleid op


16

hoogtechnologische apparatuur en machines. Eén van de aangeboden opleidingen ‘montage van flenzen’ wordt ook aangeboden aan de leerlingen. Hierdoor wordt uiteraard een meerwaarde gecreërd voor de leerling bij het zoeken naar een job. De opleidingskost is ten laste van het RTC, maar de examenkost, bij een erkende organisatie, zal gedragen worden door FTMA. 2007: 50 leerlingen (€4000) 2008: 50 leerlingen (€4000)


Er wordt aan de bedrijven de mogelijkheid geboden om samen met de VDAB de opleiding” Nederlands op de werkvloer te organiseren”. FTMA staat in voor de promotie van deze opleidingen. INOM-Arbeiders biedt hier financiële ondersteuning.

FTMA zal mee de brochure van de overheid “de G-factor in uw bedrijf of organisatie rond geletterdheid en geletterdheidstrainingen op de werkvloer” helpen verspreiden.

Acties ter uitvoering van artikel 7: Risicogroepen FTMA Volgens de CAO van 19 april 1999 behoren de volgende arbeiders tot de risicogroepen (onder "arbeiders" wordt verstaan de mannelijke en vrouwelijke arbeiders): ¾ laaggeschoolde arbeiders van 18 jaar of ouder, die geen houder zijn van een getuigschrift van hoger secundair onderwijs; ¾ arbeiders van minstens 40 jaar oud die geconfronteerd worden met collectief ontslag, herstructurering van de onderneming, introductie van nieuwe technologieën of nieuwe werkmethodes of reorganisatie van functies, cellen of diensten van de onderneming; ¾ arbeiders waarbij er geen overeenkomst bestaat tussen diploma en huidige functie; ¾ arbeiders die 10 jaar dezelfde functie uitoefenen; ¾ laaggeschoolde arbeiders die vervangers van bruggepensioneerden zijn; ¾ arbeiders die ten gevolge van een arbeidsongeval of een beroepsziekte definitief ongeschikt zijn geworden om hun arbeidsovereenkomst uit te voeren; ¾ gehandicapten; ¾ uitkeringsgerechtigde werkzoekenden die aan één van volgende voorwaarden voldoen: die de laatste 12 maanden zonder onderbreking werkloosheids- of wachtuitkeringen hebben genoten; die ten hoogste een diploma lager secundair onderwijs bezitten; die jonger zijn dan 18 jaar, onderworpen aan de deeltijdse leerplicht en geen secundair onderwijs met volledig leerplan volgen; die minstens 45 jaar zijn; die sinds minstens 6 maanden ontslagen zijn uit een onderneming ressorterend onder het paritaire comité 111; werklozen die betrokken zijn bij tewerkstellingsprojecten van de overheid; ¾ herintreders die geen werkloosheids- of onderbrekingsuitkeringen genieten en die in de laatste drie jaar geen beroepsactiviteit hebben verricht; ¾ werkzoekenden die het bestaansminimum trekken; ¾ allochtone arbeiders en werkzoekenden, met of zonder Belgische nationaliteit; ¾ deeltijds leerplichtigen.

-

De medewerkers van FTMA staan permanent in voor de ondersteuning van het opleidingsen competentiebeleid van de ondernemingen. Ook de subsidiëringsmogelijkheden worden voortdurend onder de aandacht gebracht. Dit gebeurt door bedrijfsbezoeken, telefonische inlichtingen, nieuwsbrieven, enz. Toch zijn er nog een pak ondernemingen die tot de FTMA doelgroep behoren en niet worden bereikt. Vooral KMO’s zijn niet altijd overtuigd dat het zinvol is een volwaardig opleidingsen competentiebeleid uit te werken. Deze KMO’s vinden ook niet snel de weg naar het sectorfonds. Daarom gaat FTMA in 2008 een communicatiebureau onder de arm nemen om niet alleen de communicatiestromen in een ander moderner kleedje te steken, maar ook om een strategie uit te schrijven om meer niet-vormingsbedrijven te bereiken. In 2008: 25 niet-vormingsbedrijven doen een beroep op FTMA en in totaal 150 bedrijven In 2009: 25 niet-vormingsbedrijven doen een beroep op FTMA en in totaal 170 bedrijven


17

-

In 2008: 5% extra particiaptie in opleidingen tegenover referentie jaar 2007 In 2009: 5% extra participatie in opleidingen tegenover referentiejaar 2008 FTMA gaat een arbeidsmarktonderzoek uitwerken (zoals vroeger reeds vermeld). De bedrijven in de metaal uit de provincie Antwerpen gaan bevraagd worden rond hun opleidingsbeleid, recrutering en kennis van de ondersteuningsmogelijkheden van FTMA.

-

FTMA zal zelf ook een aantal opleidingen inrichten. Uiteraard krijgen bedrijven hier ook de nodige premies voor. Deze opleidingen worden in een opleidingskalender gegoten om bedrijven te stimuleren in het ontwikkelen of bestendigen van hun politiek rond levenslang leren. Volgende opleidingen worden ondermeer voorzien: heftruckopleidingen / hoogwerker / BA4 en 5 / hydraulica / pneumatica / draaien / frezen / lassen / VCA / PLC opleidingen/ leidinggeven...

-

FTMA gaat ook verder met het uitbouwen van het technologisch opleidingscentrum ANTTEC dat moet gefocust zijn op reële opleidingsbehoeften in de sector. Er wordt in de eerste plaats gedacht aan een opleidingscentrum met een specialisatie in onderhoudstechniek (dit beroep heeft al jarenlang een vaste plaats op de lijst van knelpuntberoepen). Daarenboven wordt onderzocht dat het opleidingscentrum ook niet kan functioneren als een observatorium van markten, technologieën en beroepen en de ontwikkelingen hierin op lange termijn. Daarmee zou ook beantwoord worden aan een kennisbehoefte die in de sector leeft (bij sociale partners, onderwijsinstellingen, overheid, bedrijven, ...). Dit opleidingscentrum zal in 2008 en 2009 al een open aanbod aan opleidingen organiseren alsook specifieke opleidingsvragen van bedrijven trachten te beantwoorden. Eind 2009 moet er dan de bouw van het fysiek opleidingscentrum zijn voltooid. In de tussentijd wordt er dan gebruik gemaakt van andere opleidingslokalen.

Diversiteitstoets Kwantitatieve doelstellingen - FTMA streeft jaarlijks naar 40% deelnemers uit de kansengroepen in haar opleidingsinitiatieven. Onder kansengroepen verstaan we laaggeschoolden, ervaren werknemers, BUSO schoolverlaters, allochtonen en algemeen de risicogroepen bepaald per CAO hierboven vermeld.


FTMA zal jaarlijks € 175.000 aan de VDAB betalen en dit ter compensatie van de opleidingsuren die FTMA kan aanbieden aan de ondernemingen die onder PC 111. 1 en 2 ressorteren. Met dit geld kan de VDAB dan weer haar opleidingspatrimonium uitbreiden en dit ten behoeve van de secties metaal, meer specifiek de sectie lassen en verspaning die onder het eigen beheer van de VDAB-centra, provincie Antwerpen, staan. De sector heeft in die overeenkomst ook een luik voor werkzoekenden staan. Voor de provincie Antwerpen gaat de VDAB in samenwerking met FTMA jaarlijks pogen een 100-tal werkzoekenden op te leiden in een finaliteitsopleiding die mogelijk leidt tot tewerkstelling binnen de metaalsector. 2008: 100 werkzoekenden 2009: 100 werkzoekenden

-

FTMA lanceert een oproep, in het kader waarvan men concrete initiatieven neemt om de instroom van arbeidskrachten in onze sector te optimaliseren. We denken daarbij in de eerste plaats aan de sociale tewerkstellingsinitiatieven en organisaties die werkzoekenden opleiden in een metaal gerelateerde opleiding. Bedoeling is dan dat FTMA deze projecten gaat subsidiëren, zodat de financiële drempel om een instroomproject te ontwikkelen wordt verlaagd. Concreet zal de raad van bestuur van FTMA een keuze maken tussen de ingediende projecten op basis van de uitgewerkte selectiecriteria. FTMA vraagt ook een financieel engagement van de indiener van het dossier. 50% van de totale kosten van het project kan door FTMA gefinancierd worden, voor de andere 50% moet de organisatie dus zelf zorgen. De maximum inbreng van FTMA is €30.000 per project en een 7-tal projecten kunnen ondersteund worden.

-

Ondertussen blijft FTMA samenwerken (en financieren) met Steunpunt Tewerkstelling Antwerpen, Werkvormm en De Steenschuit. Deze vzw’s wil de tewerkstelling bevorderen van maatschappelijk achtergestelde werkzoekenden (veelal migranten). Zij doen dit door initiatieven te nemen die deze mensen voorbereiden op reële tewerkstelling (opleidingen) en ze te begeleiden in hun zoektocht naar werk (arbeidsbemiddeling).


18

2008: 80 jongeren die doorstromen naar werk 2009: 80 jongeren die doorstromen naar werk Diversiteitstoets: zowel kwantitatieve als kwalitatieve doelstellingen: -

-

Door de samenwerking met derden initiatieven en de projectoproep om de instroom in de metaal sector te verhogen engageert FTMA zich jaarlijks in een doorstroming van 120 werkzoekenden die doorstromen naar werk met prioriteit voor de metaalsector. De sector engageert zich tot de installatie van een begeleidingscommissie met vertegenwoordigers van de VDAB die de toeleiding en het opleidingstraject van werkzoekenden binnen de metaalberoepen opvolgt en waar nodig bijstuurt.

Acties ter uitvoering van artikel 9 Dit wordt opgenomen door INOM-Arbeiders


FTMA heeft ondermeer samen met RESOC Kempen een tool ontwikkeld waarbij wordt getracht om de competenties voor laaggeschoolden in kaart te brengen, alsook het waarderen van en functioneel hanteren van deze competenties. In dit model worden zowel de technische als de gedragsmatige competenties van het betrokken individu in kaart gebracht. Deze basis wordt gehanteerd voor de opmaak van een persoonlijk ontwikkelingsplan van de betrokkene. Bedoeling nu is met dit model de boer op te trekken en een aantal bedrijven warm maken om een echt competentiebeleid te implementeren via deze tool. Het spreekt voor zich dat de profielen in deze tool op maat worden aangepast van het bedrijf, de functie binnen het bedrijf en de plaats ervan binnen het bedrijf.

-

De sector gaat ook een plan uitwerken om op een actieve en functionele manier de bedrijven te ondersteunen in de opmaak van hun (verplichte) opleidingsplannen. Dit kan gebeuren via ondersteuning: een uitgebreide ondersteuning door externe partners, als een iets meer beperkte ondersteuning via FTMA. De manier waarop moet dus nog worden onderzocht en uitgewerkt.

-

De sector doet mee aan het ESF project “werk maken van competentie ontwikkeling op de werkplek” met de hogeschool EHSAL als promotor. Op vele niveaus is er onvoldoende draagvlak om echt te komen tot de invulling en uitvoering van competentieontwikkeling op de werkvloer. Daarnaast stellen we vast dat de leidinggevenden niet goed weten hoe ze competentieontwikkeling vorm kunnen geven. Via dit project willen we de leidinggevende concrete, eenvoudige methodieken en instrumenten ter beschikking stellen, willen we hen inzicht geven hoe men gedragsgebonden competenties kan ontwikkelen. Afhankelijk van de bedrijfsnoden kunnen deze instrumenten worden ingezet in de selectie, loopbaanbegeleiding, training, …. FTMA engageert zich in dit project om actief mee te werken aan het ontwikkelen van oplossingen, haar kennis en know how ter beschikking te stellen en haar netwerk inzetten daar waar nodig.

Diversiteitstoets Kwantitatieve doelstellingen: In de ontwikkelde tool met RESOC zullen er uiteraard diverse arbeiders uit de kansengroepen zitten. Het is moeilijk om te voorspellen over hoeveel personen dit gaat. Maar aangezien het een tool is voor laageschoolden zullen er minstens 50% tot de kansengroepen behoren.

Acties ter uitvoering van artikel 11 -

Zie artikel 8


19


FTMA biedt een ondersteuningsprogramma aan voor outplacement of ontslagbegeleiding bij een individueel of collectief ontslag. FTMA biedt €500 ondersteuning aan per arbeider die in outplacement gaat. Er moet gekozen worden voor een erkend outplacementbureau. De begeleiding moet bestaan uit: opvang na ontslag, sollicitatietraining, individuele gesprekken, waarbij het maximaliseren van de kansen tot hertewerkstelling voor de ontslagen arbeider de belangrijkste doelstelling is. FTMA gaat hier als kwaliteitsbewaker fungeren.

-

FTMA gaat een vacaturedatabank ontwikkelen waarbij bedrijven uit de sector hun vacatures online kunnen zetten.


-

-

Bij het arbeidsmarktonderzoek wordt eveneens gepeild of er een diversiteitsplan aanwezig is en zo niet of ze daaraan behoefte hebben. Zo ja worden ze in contact gebracht met een projectontwikkelaar diversiteit van het Resoc. Deze mensen kunnen dan pogen een diversiteitsplan uit te werken. Netwerken uitbouwen met de projectontwikkelaars van de SERR, jobconsulenten van jobkanaal en diversiteitsconsulenten van de vakbonden waardoor gezamenlijke initiatieven kunnen opgezet worden. Bij de ondernemingen van de sector zal de medewerking gepromoot worden aan de structurele projecten (jobkanaal, diversiteitsconsulenten).


20



21


De heer Jan VRINTS, Atlas Copco Airpower N.V.;

De heer Toon DESMET, Philips Belgium N.V.;

De heer Mick KERREMANS, Agoria Antwerpen-Limburg

22


De heer Ivan AERTS, ABVV-Metaal Antwerpen;

De heer Eddy DE DECKER, ACV-Metaal Antwerpen;

De heer Frank VAN DEN BOGAERT, ACLVB Antwerpen

23

Bijlage bij het protocol tussen de Vlaamse Regering en de Vlaamse sociale partners van de sector PC 111, nr. 3: Actieplan onderschreven door de sociale partners van FTML Acties ter uitvoering van artikel 1: stimuleren van samenwerking met scholen(gemeenschappen) De uitvoering van deze actie gebeurt volledig door en onder coördinatie van INOM-Vlaanderen.

Acties ter uitvoering van artikel 2: stimuleren van een geïnformeerde studie- en beroepskeuze en het waarderen van het technischen beroepsonderwijs Het FTML zal voor de volgende beroepen: technici mechanica, elektriciteit-elektronica en elektromechanica promotie voeren door het organiseren van volgende evenementen: Organisatie van de Peter Hellerprijs: provinciale wedstrijd georganiseerd door LIMTEC (opleidingscentrum van FTML-LIMOB) voor TSO en BSO voor de beste GIP (geïntegreerde proef). 2008: 15 scholen 2009: 15 scholen Mecatrophy: het FTML neemt zoals alle fondsen deel aan de organisatie van de Vlaamse wedstrijd Mecatrophy in het schooljaar 2008-2009. Na dit schooljaar volgt een evaluatie. Het FTML neemt het volgende initiatief met betrekking tot de studie- en beroepskeuze en de promotie van techniek/technologie in het basisonderwijs: In het schooljaar 2007-2008 worden 5 pilootprojecten opgestart met de bedoeling om de technisch-technologische component in het basisonderwijs aan te pakken. De uitvoering van deze projecten gebeurt in het voorjaar van 2008. In een eerste fase zullen de basisvaardigheden Mens en techniek (aftekenen, meten, de verspanen, vormgeven en monteren) aangeleerd worden aan de leerlingen van de 2 graad van het basisonderwijs. Leerkrachten uit de lagere school en de secundaire school zullen samen de opdrachten uitwerken. De leerkracht van de lagere school zal dan samen met de leerkracht en een aantal leerlingen van de secundaire school de basisvaardigheden via moderne leervormen aanleren aan de leerlingen van de 2de graad. In de 2de fase in het schooljaar 2008-2009 worden deze projecten herhaald in de pilootscholen en worden de projecten uitgebreid naar de 3de graad van het basisonderwijs, waar dan het technologisch proces centraal zal staan. 2008: 10 scholen 2009: 15 scholen

Diversiteitstoets - Er worden geen kwantitatieve doelstellingen bepaald. Het is vanuit een sectorfonds moeilijk om de instroom van kansengroepen in het technisch onderwijs en beroepsonderwijs te beïnvloeden. - Kwalitatieve doelstellingen Î Er wordt aandacht geschonken aan een goede communicatie naar jongeren uit kansengroepen en jongeren die voor een beroepskeuze staan. Er werd visueel aantrekkelijk materiaal ( folder verrassend metaal, de beroepengids, de interactieve website) ontwikkeld die, laagdrempelig is qua taalgebruik en die op deze manier toegankelijk is voor jongeren en volwassenen uit de kansengroepen. Dit zal verder gebruikt en vernieuwd worden in 2008 en 2009.


24

Artikel 3: ondersteunen van meer en beter werkplekleren Acties ter uitvoering van artikel 3.1: ondersteunen van systemen van afwisselend leren en werken FTML promoot het industrieel leerlingwezen dat georganiseerd wordt door INOM-Arbeiders. Het FTML informeert de bedrijven in de informatiebrochure en tijdens bedrijfsbezoeken over de mogelijkheden van stages voor leerlingen uit het deeltijds onderwijs en ILW (Industrieel Leerlingenwezen) van INOMArbeiders. Acties ter uitvoering van artikel 3.2: meer en kwaliteitsvolle stages voor leerlingen De sector zal de door het onderwijs en bedrijven binnen de sector gesignaleerde knelpunten opvolgen. Tijdens het laatste overleg tussen de sector en het onderwijs in 2006 gaven de directies van TSO, BSO en BuSO aan geen problemen te ondervinden bij het vinden van stageplaatsen voor hun laatstejaarsleerlingen. Zij maken gebruik van hun netwerk en van de persoonlijke contacten van leerkrachten met verantwoordelijken uit de bedrijven om de plaatsen zonder al te veel problemen in te vullen. De leerkrachten en de leerlingen zorgen zelf jaarlijks voor een evaluatie van de stageplaatsen. Acties ter uitvoering van artikel 3.3: ter beschikking stellen van stages voor leerkrachten en opleiders Het FTML biedt bijscholingsprogramma’s aan voor leerkrachten uit TSO, BSO en BUSO. De leerkrachten kunnen gratis technische opleidingen volgen bij de VDAB (samenwerkingsovereenkomst FTML-VDAB) en bij LIMTEC (opleidingscentrum van FTML-LIMOB). Bij de VDAB geldt een permanente instap gedurende het ganse jaar, bij LIMTEC gaat het om een aanbod van cursussen, studiedagen en workshops. Om leerkrachten praktijk lassen de mogelijkheid te bieden één of meerdere Europese lasdiploma’s in het kader van het EWF te behalen, organiseert FTML 3 maal per jaar bij de VDAB een 10-daagse cursus. 2008: 30 leerkrachten 2009: 30 leerkrachten In het project Taskforce automotive (Ford en toeleveranciers) krijgen leerkrachten de mogelijkheid om gedurende 2 dagen werkvloerervaring op te doen in het kader van de begeleiding van de stages van hun leerlingen bij Ford en toeleveranciers. Daarnaast kunnen deze leerkrachten ook deelnemen aan een opleiding managementvaardigheden op de werkvloer. Voor de begeleiding van stagiairs (laatstejaarsleerlingen) bij Ford en toeleveranciers wordt onderzocht of dit voor arbeiders van Ford en/of toeleveranciers via een eindeloopbaanregeling of als bruggepensioneerde mogelijk is. 2008: 20 leerkrachten 2009: 20 leerkrachten Diversiteitstoets - Kwalitatieve doelstelling: Er zal speciaal aandacht besteed worden aan het BuSO onderwijs. BuSOleerkrachten worden specifiek opgenomen in onze samenwerkingsovereenkomst met de VDAB inzake gratis opleidingen voor het onderwijs. Acties ter uitvoering van artikel 3.4: ondersteunen van andere vormen van werkplekleren Het FTML geeft financiële ondersteuning aan het project bij het bedrijf LAG nv Bree. Dit project omvat een opleidingscentrum lassen en werkplekleren voor laatstejaarsleerlingen van het TSO en het BSO. Het werkplekleren in de productieomgeving is bedoeld voor de leerlingen van het 7de jaar. Van elke werkplek werd een analyse gemaakt met aandacht voor competenties, leerinhoud, doelstelling en evaluatie. De leerling blijft 1 dag op dezelfde werkplek en wordt begeleid door de arbeider. Er worden 10 werkposten voorzien bij LAG. In Overpelt overweegt de FAL-groep om ook een opleidingscentrum op te starten voor eigen werknemers en leerlingen en m.n. in het domein van montage van ramen en deuren in kunststof en aluminium. a) 2008: 80 leerlingen b) 2009: 80 leerlingen


25

Acties ter uitvoering van artikel 4: ontwikkelen van beroepscompetentieprofielen van de SERV De uitvoering van deze actie gebeurt volledig door en onder coördinatie van INOM-Vlaanderen.

Acties ter uitvoering van artikel 5: ondersteunen Regionale Technologiecentra FTML sluit met het RTC Limburg een overeenkomst om de infrastructuur en instructeur van de VDAB te Hasselt, Peer en Genk (in het kader van de overeenkomst FTML-VDAB) in de domeinen lassen, metaalconstructie, machinevaardigheden in metaalconstructie, onderhoudsmechanica en verspaning ter beschikking te stellen voor de laatstejaarsleerlingen van het TSO en BSO. LIMTEC sluit eveneens een overeenkomst met het RTC en stelt infrastructuur en instructeur ter beschikking van leerkrachten en leerlingen van TSO en BSO voor wat betreft nieuwe technologie in de domeinen automatisatie, hydraulica en pneumatica. 2008: 500 leerlingen + 30 leerkrachten 2009: 500 leerlingen + 30 leerkrachten

Acties ter uitvoering van artikel 6: bevorderen van basiscompetenties Het FTML organiseert een basis- en een vervolgcursus computer en internet (Bang van de muis) van telkens 12 u. De cursussen worden gegeven op zaterdag en de arbeiders kunnen zich rechtstreeks zelf inschrijven bij het FTML. Het FTML stelt een Leerrekening ter beschikking van alle arbeiders in Limburg. De Leerrekening is een persoonlijke subsidie van maximaal € 250 per jaar. Met een Leerrekening kunnen arbeiders zelf inschrijven voor een cursus. De onkosten die vergoed kunnen worden zijn de kosten voor inschrijvingsgeld en leermiddelen, vervoer en kinderopvang. Voor de betaling van het inschrijvingsgeld is een cumul met de opleidingscheques van de Vlaamse overheid mogelijk. Het FTML zal steeds nagaan of de cheques zijn gebruikt en zal het gebruik van de opleidingscheques van de Vlaamse overheid promoten. De sector zal de Leerrekening promoten via folders en affiches in bedrijven en bij vakbondsorganisaties. De vakbondsvertegenwoordigers in de bedrijven krijgen folders ter beschikking om het initiatief bij hun leden kenbaar te maken. De overheid promoot via de brochure “De G-factor in uw bedrijf of organisatie, geletterdheid op de werkvloer” geletterdheidstrainingen op de werkvloer en reikt testen aan om ongeletterdheid op de werkvloer te herkennen. FTML helpt deze brochure mee verspreiden. Diversiteitstoets - Kwantitatieve doelstelling: o 2008: 100 arbeiders (70% risicogroepen) o 2009: 100 arbeiders (70% risicogroepen)

Acties ter uitvoering van artikel 7: stimuleren van competentieontwikkeling Risicogroepen FTML Volgens de CAO van 19 april 1999 behoren de volgende arbeiders tot de risicogroepen (onder "arbeiders" wordt verstaan de mannelijke en vrouwelijke arbeiders): ¾

laaggeschoolde arbeiders van 18 jaar of ouder, die geen houder zijn van een getuigschrift van hoger secundair onderwijs;

¾

arbeiders van minstens 40 jaar oud die geconfronteerd worden met collectief ontslag, herstructurering van de onderneming, introductie van nieuwe technologieën of nieuwe werkmethodes of reorganisatie van functies, cellen of diensten van de onderneming;

¾

arbeiders waarbij er geen overeenkomst bestaat tussen diploma en huidige functie;

¾

arbeiders die 10 jaar dezelfde functie uitoefenen;

¾

laaggeschoolde arbeiders die vervangers van bruggepensioneerden zijn;


26

¾

arbeiders die ten gevolge van een arbeidsongeval of een beroepsziekte definitief ongeschikt zijn geworden om hun arbeidsovereenkomst uit te voeren;

¾

gehandicapten;

¾

uitkeringsgerechtigde werkzoekenden die aan één van volgende voorwaarden voldoen:

die de laatste 12 maanden zonder onderbreking werkloosheids- of wachtuitkeringen hebben genoten;

die ten hoogste een diploma lager secundair onderwijs bezitten;

die jonger zijn dan 18 jaar, onderworpen aan de deeltijdse leerplicht en geen secundair onderwijs met volledig leerplan volgen;

die minstens 45 jaar zijn;

die sinds minstens 6 maanden ontslagen zijn uit een onderneming ressorterend onder het paritaire comité 111;

werklozen die betrokken zijn bij tewerkstellingsprojecten van de overheid;

¾

herintreders die geen werkloosheids- of onderbrekingsuitkeringen genieten en die in de laatste drie jaar geen beroepsactiviteit hebben verricht;

¾

werkzoekenden die het bestaansminimum trekken;

¾

allochtone arbeiders en werkzoekenden, met of zonder Belgische nationaliteit;

¾

deeltijds leerplichtigen.

De metaalsector telt ongeveer 700 bedrijven in Limburg. - Het FTML bereikt in 2008 120 bedrijven in Limburg die gebruik maken van opleidingsmogelijkheid voor werknemers. In 2009 bereikt het FTML 120 bedrijven. - Het FTML bereikt jaarlijks 10 niet vormingsbedrijven, met bijzondere aandacht voor KMO’s - Het FTML bereikt in 2008 1.000 werknemers via opleiding, in 2009 is dit 1.000 werknemers.

de

Het FTML stelt een Leerrekening ter beschikking van alle arbeiders in Limburg. De Leerrekening is een persoonlijke subsidie van maximaal € 250 per jaar. Met een Leerrekening kunnen arbeiders zelf inschrijven voor een cursus. De onkosten die vergoed kunnen worden zijn de kosten voor inschrijvingsgeld en leermiddelen, vervoer en kinderopvang. Voor de betaling van het inschrijvingsgeld is een cumul met de opleidingscheques van de Vlaamse overheid mogelijk. Het FTML zal steeds nagaan of de cheques zijn gebruikt en zal het gebruik van de opleidingscheques van de Vlaamse overheid promoten. De sector zal de Leerrekening promoten via folders en affiches in bedrijven en bij vakbondsorganisaties. De vakbondsvertegenwoordigers in de bedrijven krijgen folders ter beschikking om het initiatief bij hun leden kenbaar te maken. Diversiteitstoets - Kwantitatieve doelstellingen - Op initiatief van de bedrijven: - 2008: 1.000 arbeiders (70% risicogroepen) - 2009: 1.000 arbeiders (70 % risicogroepen) - Via de Leerrekening: - 2008: 200 arbeiders (70% risicogroepen) - 2009: 200 arbeiders (70 % risicogroepen) - Het FTML zal in 2008 en 2009 binnen het kader van de diversiteitsplannen een omzendbrief verspreiden naar alle bedrijven van de sector. Aansluitend plant het fonds een tiental bezoeken, in samenwerking met de projectontwikkelaars diversiteit bij geïnteresseerde bedrijven. De hierboven vermelde opleidingsinitiatieven worden binnen dit kader gepromoot voor kansengroepen.

Acties ter uitvoering van artikel 8: stimuleren van instroom van werkzoekenden Het FTML deelt de strategische visie van de VDAB i.v.m. kansengroepen en wil samen met de VDAB streven naar een verdubbeling van de deelname van het aantal werkzoekenden uit kansengroepen aan


27

diverse toeleidings-, begeleidings- en opleidingsactiviteiten. Het FTML maakt afspraken met de VDAB rond actieve screening, investeringen in opleidingsinfrastructuur. Deze punten worden opgenomen in de nieuwe overeenkomst FTML-VDAB voor 2007-2008.

Acties ter uitvoering van artikel 9: meewerken aan de ontwikkeling en de inzet van het ervaringsbewijs en loopbaanbegeleiding Het FTML stelt een Leerrekening ter beschikking van alle arbeiders in Limburg. De Leerrekening is een persoonlijke subsidie van maximaal € 250 per jaar. Met een Leerrekening kunnen arbeiders zelf inschrijven voor een cursus. De onkosten die vergoed kunnen worden zijn de kosten voor inschrijvingsgeld en leermiddelen, vervoer en kinderopvang. Voor de betaling van het inschrijvingsgeld is een cumul met de opleidingscheques van de Vlaamse overheid mogelijk. Het FTML zal steeds nagaan of de cheques zijn gebruikt en zal het gebruik van de opleidingscheques van de Vlaamse overheid promoten. Met de Leerrekening kan de arbeider zelf beslissen om een loopbaanbegeleiding en/of een opleiding te volgen. Het initiatief wordt bekendgemaakt met folders en affiches via de bedrijven en de vakbonden en wordt op de FTML-website geplaatst. Diversiteitstoets: Kwantitatieve doelstelling: 2008: 10 arbeiders die deelnemen aan loopbaanbegeleiding via de Leerrekening (75% risicogroepen) 2009: 10 arbeiders die deelnemen aan loopbaanbegeleiding via de Leerrekening (75% risicogroepen)

Acties ter uitvoering van artikel 10: actief ondersteunen van het strategisch competentiebeleid binnen bedrijven Het FTML ondersteunt 10 bedrijven bij de opmaak van opleidingsplannen. het betreft een financiële steun van maximaal € 5.000 bij de inschakeling van een externe consultant. Hierbij heeft het FTML bijzondere aandacht voor kmo’s en streeft het naar deelname aan het initiatief van 5 kmo’s.

Acties ter uitvoering van artikel 11: aangaan van partnerschappen Er zal een overeenkomst worden gesloten tussen het FTML en VDAB voor 2007-2008.

Acties ter uitvoering van artikel 12: begeleiding bij herstructurering Het FTML is een erkend outplacementkantoor en voorziet een aanbod gericht aan alle ontslagen arbeiders in Limburg. De begeleiding na ontslag bestaat uit: eerste opvang, informatie door RVA en VDAB, groepsgesprekken, individuele gesprekken, schriftelijke en mondelinge sollicitatietraining, opsporen jobkanalen, enz. Dit gebeurt onder coördinatie van de medewerkers van het FTML. De begeleidingsactiviteiten worden ofwel uitgevoerd door de medewerkers van het FTML zelf ofwel door een extern outplacementbureau en dit afhankelijk van het aantal te begeleiden ontslagen werknemers. Wanneer er geen wettelijk kader tot outplacement is voorzien, zal het FTML, naargelang het soort ontslagregeling, een financiële tussenkomst voorzien. Het FTML werkt in het kader van herstructureringen samen met de interventieadviseurs en neemt waar mogelijk en aangewezen haar verantwoordelijkheid op binnen de tewerkstellingscellen. De sector informeert en sensibiliseert werkgevers tot het gebruik en de inzet van portfolio’s die opgesteld zijn in het kader van herstructurering of bij outplacement.


28

DIVERSITEIT Acties ter uitvoering van artikel 13: algemeen: de diversiteitsdrager -

Het FTML spoort de ondernemingen aan tot het sluiten van een non-discriminatiecode. Het FTML heeft deze code in 2008 op haar website geplaatst. Bij de ondernemingen van de sector zal de medewerking gepromoot worden aan de structurele projecten (jobkanaal, diversiteitsconsulenten). Via de website informeert het FTML de bedrijven rond instrumenten die door de overheid worden ontwikkeld inzake diversiteit. Het FTML neemt een doorverwijzingsfunctie op. Ter promotie van de diversiteitsplannen zal het FTML een omzendbrief verspreiden aan alle metaalbedrijven in Limburg waarop geïnteresseerde bedrijven kunnen reageren. Aansluitend plant het FTML een aantal bezoeken, in samenwerking met de projectontwikkelaars diversiteit.

Artikel 14: specifiek: de diversiteitstoets - Zie de afzonderlijke artikels.


29



30


De heer Jos MEYERS, Radson N.V.;

De heer Dirk CATTOIR, Ford Werke AG, Fabrieken te Genk;

De heer Mick KERREMANS, Agoria Antwerpen-Limburg

31


De heer Tony CASTERMANS, ABVV-Metaal;

De heer Luc PRENEN, ACV-Metaal Limburg

32

Actieplan bij het protocol tussen de Vlaamse Regering en de Vlaamse sociale partners van de sector PC 111, nr. 4: Actieplan onderschreven door de sociale partners van RTM-Brussel Alle acties die RTM Brussel in 2008-2009 zal organiseren, zullen kaderen binnen het actieplan van Iris Tech +, haar referentiecentrum voor beroepsbekwaamheden van de metaalverwerkende nijverheid en de technologische industrie. Alle middelen van het sectorfonds worden gebruikt in dit centrum.


EOLUS project: In augustus 2005 werd het EOLUS Charter afgesloten tussen 10 bedrijven, 4 Franstalige Brusselse scholen, 1 Nederlandstalige Brusselse school en Iris Tech + met als doelstelling, herwaardering van het TSO, verbeteren van het competentieniveau en een betere afstemming tussen de noden van de ondernemingen en de schoolse opleiding Dit wordt gerealiseerd via een structurele samenwerking tussen de partnerscholen – partnerbedrijven en Iris Tech+ en via volgende acties:

Versterking van de schoolprogramma's Ter beschikking stellen van de infrastructuur van het referentiecentrum en indien nodig pedagogische begeleiding Opleiding van het onderwijzend personeel Kennis van de bedrijfswereld via stages Sensibilisering van de beroepen

Er werden 4 richtingen geselecteerd: Mechanicien-automatiseringsdeskundige (Franse gemeenschap) Electricien-automatiseringsdeskundigen (Franse gemeenschap) Metaalbewerker-lasser (Franse gemeenschap) Elektrotechnicus (Vlaamse gemeenschap) Zowel de leerkrachten als de leerlingen van de 3de graad TSO/BSO kunnen van dit aanbod genieten. Schatting van het aantal leerlingen: 100 en leerkrachten: 15 per werkjaar Diversiteitstoets: Het betreft hier leerlingen TSO/BSO 3de graad. Gezien Iristech+ geen invloed heeft op de samenstelling van de groepen leerlingen die deze secties binnen de scholen bevolken kan hier ook geen diversiteitsactie “allochtonen” aan gekoppeld worden. Wel leert onze ervaring dat de overgrote meerderheid van de jongeren die in Brussel het technische en beroepsonderwijs bevolken van allochtone oorsprong zijn. In de definitie die de sector zich tot doel stelt, is het niet bezitten van een getuigschrift hoger secundair onderwijs voldoende om deel uit te maken van de kansengroepen. Op basis van dit criterium vallen de leerlingen die deelnemen aan dit project onder dit criterium. We verwachten dat ongeveer 70 % van de leerlingen die deelnemen aan dit project van allochtone oorsprong zijn. -

Automotive project binnen de Pool automotive van Iris Tech+: Scholen kunnen gebruik maken van de infrastructuur en de technische know how voor volgende toepassingen. On board elektronica in automobiel Robotica Aangezien deze opleidingen deel uitmaken van de geavanceerde technologieën van de automobielsector worden deze opleidingen voorbehouden aan de leerlingen van het 6de jaar technisch en 7de jaar beroepsonderwijs.


33

Het objectief voor 2008-2009 is om 4.000 manuren te realiseren en dit met 100 leerlingen en 10 leerkrachten per werkjaar. Diversiteitstoets In de definitie die de sector zich tot doel stelt, is het niet bezitten van een getuigschrift hoger secundair onderwijs voldoende om deel uit te maken van de kansengroepen. Op basis van dit criterium vallen de leerlingen die deelnemen aan dit project onder dit criterium. We verwachten dat ongeveer 80 % van de leerlingen die deelnemen aan dit project van allochtone oorsprong zijn. -

Punctuele projecten met het onderwijs binnen de Pool Sint-Denijs van Iris Tech +: Scholen kunnen gebruik maken van de in deze pool aanwezige infrastructuur. de

de

Naast de scholen uit het project EOLUS maken ook andere scholen (TSO 3 graad, BSO 3 graad en Industrieel Hoger Onderwijs ) gebruik van de aanwezige infrastructuur en dan hoofdzakelijk: Het lasatelier Het atelier plaatbewerking Het atelier industriële elektriciteit Het atelier onderhoudsmechanica Het atelier werktuigmachines Het atelier CNC Het atelier lifttechnieken Het atelier koeltechnieken Het atelier HVAC Hoeveel scholen hiervan in 2008-2009 gebruik zullen maken met hoeveel leerlingen is moeilijk in te schatten. Op vandaag weten we dat er 10 scholen hebben ingeschreven voor een totaal van 6.000 manuren en dit in de afdelingen industriële elektriciteit, lassen, plaatbewerking, onderhoudsmechanica en lifttechnieken. Het gaat in het totaal over een 220 tal leerlingen. Diversiteitstoets In de definitie die de sector zich tot doel stelt, is het niet bezitten van een getuigschrift hoger secundair onderwijs voldoende om deel uit te maken van de kansengroepen. Op basis van dit criterium verwachten we dat circa 50% van de leerlingen die deelnemen aan dit project onder dit criterium vallen. De overige 50% zijn studenten hoger onderwijs. We verwachten dat ongeveer 80 % van de leerlingen die deelnemen aan dit project van allochtone oorsprong zijn. -

Stages voor studenten Hoger Onderwijs (Industrieel Ingenieur): Stages voor studenten “industrieel ingenieur” blijft eveneens mogelijk. In de praktijk wordt door de studenten van deze mogelijkheid weinig gebruik gemaakt. Zie ook artikel 3.2 . Diverstiteitstoets RTMBRussel heeft geen invloed op de samenstelling van de studentenpopulatie van Hogescholen. Wel is het zo dat, voor wat het academiejaar 2004-2005 betrof, 4 van de 7 studenten, binnen dit kader, van allochtone oorsprong waren. Voor het schooljaar 2005-2006 is dit niet het geval. 2 van de 2 studenten zijn van Belgische oorsprong.


-

Eén van de hoofddoelstellingen van het EOLUS project is het herwaarderen van het TSO (zie hiervoor artikel 1). Voor 2008-2009 zullen naast infosessies voor medewerkers van de CLB's eveneens namiddagactiviteiten in het referentiecentum voor leerlingen van 10 tot 12 jaar worden uitgewerkt. Streefdoel is om hiermee te starten in het schooljaar 2008-2009. Op deze wijze wil Iristech+ jongeren reeds op deze leeftijd sensibiliseren in de richting van technische beroepen. Iristech+ voert promotieacties ter herwaardering van het Technisch- en Beroepsonderwijs in samenwerking met een ander sectoraal initiatief Technopass en is actief aanwezig op verschillende sectorspecifieke beroepsbeurzen.


34

-

-

Iristech+ werkt actief mee aan de organisatie van de Gouden Elektrode wedstrijd voor de 6de jaarsstudenten van de lasafdelingen. Dit initiatief gaat uit van het VCL (Vervolmakingcentrum voor Lassers). Normaliter worden er bij Iris Tech+ jaarlijks een 10 tal kandidaten getest. Iritech+ werkt actief mee aan de organisatie van Skills belgium (een soort Olympische Spelen voor beroepen) en dit voor het beroep van koeltechnieker. De kandidaten (leerlingen) zullen zich in 2008 bij Iris Tech+ kunnen voorbereiden op de Nationale proef en de uitverkoren kandidaat zal zich in 2009 kunnen voorbereiden om in 2009 ons land te vertegenwoordigen in Canada. Diversiteitstoets Technopass: Het objectief van deze acties is om jongeren te sensibiliseren voor de metaalberoepen en ze te helpen bij hun studiekeuze. Zowel de richtingen van het TSO als het BSO als deze van het alternerend leren die leiden tot metaalberoepen worden in de verf gezet. De doelgroepen zijn zowel de leerkrachten als leerlingen van het 6de jaar lager onderwijs en de 1ste graad en 2de graad van het secundair onderwijs. RTMBrussel heeft geen invloed op de samenstelling van de studentenpopulatie van Secundaire scholen. De ervaring leert dat verhoudingsgewijs ongeveer 70 % van de populatie van allochtone oorsprong is. Stages voor BUSO, in het centrum zijn enerzijds niet van toepassing, omdat er maar één school is in het Brusselse Gewest (ST.-AGATHA-BERCHEM “Kasterlinden”) die dit onderwijs verstrekt (Hoeklassen) het gaat hier gaat om jongeren met gezichts- en gehoorproblemen waarbij deze niet kunnen functioneren in een industrieel, hiervoor niet aangepast complex en dat anderzijds de ervaring leert dat de meeste scholen een eigen aantal kanalen hebben naar stageplaatsten. Gouden Electrode: Dit initiatief van het VCL is een Nationale wedstrijd voor de leerlingen van de 3de graad TSO/BSO die in een lasafdeling zitten. Gezien het succes van deze actie worden er op hetzelfde moment voorselecties gehouden in verschillende sectorale centra waaronder Iris Tech+. Het objectief is dat Iris Tech+ 10 lascabines ter beschikking stelt voor deze voorselectie waarbij dan ook 10 leerlingen van de 3de graad BSO de kans krijgen hun proef bij Iris Tech + af te leggen. Hier was de verhouding ongeveer 50/50. Skills Belgium: Het objectief is om één Belgische kandidaat voor het beroep van koeltechnieker voor te bereiden op de internationale wedstrijd die in 2009 zal doorgaan in Canada. Hiervoor dienen vooraf de nationale selecties te gebeuren waarvoor alle kandidaten de kans krijgen om zich bij Iris Tech+ voor te bereiden. Gezien de kandidaten op het moment van de internationale wedstrijd de leeftijd van 23 jaar niet mogen bereikt hebben is de kans groot dat de kandidaten hoofdzakelijk uit het TSO zullen komen. We schatten het aantal kandidaten voor de nationale voorselectie in op een 10 tal leerlingen 3de graad TSO.

Acties ter uitvoering van artikel 3: Acties ter uitvoering van artikel 3.1: ondersteunen van systemen van afwisselend leren en werken RTM Brussel promoot het industrieel leerlingwezen dat georganiseerd wordt door INOM-Arbeiders. Acties ter uitvoering van artikel 3.2 en artikel 3.3 -

-

Het sectorfonds, zal de door het onderwijs en de bedrijven opgegeven knelpunten opvolgen Een objectief van het EOLUS project (zie artikel 1) is om het onderwijs en de industrie beter op mekaar af te stemmen. Om dit te realiseren worden stages voorzien voor zowel leerkrachten als leerlingen van de 3de graad TSO/BSO. Om de kwaliteit van de stages te garanderen wordt in het project veel aandacht besteed aan de voorbereiding en persoonlijke follow-up van een bedrijfsstage. Hiervoor werd in samenwerking met de deelnemende scholen en bedrijven een 'Stageboekje' ontwikkeld. De stages richten zich afhankelijk van het studiejaar op volgende thema's: 5de jaar: voorbereiding op het bedrijfsleven; 6de jaar: technische onderdompeling.


35

Stages voor BUSO, in het centrum zijn enerzijds niet van toepassing, omdat er maar één school is in het Brusselse Gewest (ST.-AGATHA-BERCHEM “Kasterlinden”) die dit onderwijs verstrekt (Hoeklassen) het gaat hier gaat om jongeren met gezichts- en gehoorproblemen waarbij deze doelgroep niet kan functioneren in een industrieel complex, en dat anderzijds de ervaring leert dat de meeste scholen een eigen aantal kanalen hebben naar stageplaatsen. Stages voor studenten Hoger Onderwijs (Industrieel Ingenieur): Stages voor studenten “industrieel ingenieur” blijft eveneens mogelijk. In de praktijk wordt door de studenten van deze mogelijkheid weinig gebruik gemaakt.

Artikel 4: ontwikkelen van beroepscompetentieprofielen van de SERV -

Van zodra het competentiemanagementsysteem “competent” van de SERV operationeel is, zal RTM Brussel dit evalueren, opvolgen en overwegen welke acties kunnen ondernomen worden.

Acties ter uitvoering van artikel 5: −

Niet van toepassing, daar er geen RTC is in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.


De overheid promoot via de brochure ‘De G-factor in uw bedrijf of organisatie, geletterdheid op de werkvloer’ geletterdheidstrainingen op de werkvloer en reikt testen aan om ongeletterdheid op de werkvloer te herkennen. RTMBrussel zal deze brochure mee verspreiden.

-

Promotie maken voor Nederlands op de werkvloer via bedrijfsbezoeken

-

Bovenop de opleidingen zoals bvb NT2, zijn er tevens opleidingsinitiaties in metaalbewerking, plaatbewerking, industriële mechanica, basiselektriciteit, lifttechniek en veiligheid voor werknemers.

Diversiteitstoets: NT2: Hier is het de bedoeling om aan anderstaligen de basisvaardigheden Nederlands bij te brengen zodat ze een kwalificerende metaalopleiding kunnen volgen. Het betreft hier nieuwkomers (kandidaat politiek vluchtelingen, …), allochtone werkzoekenden en allochtone bestaansminimumtrekkers Basisrekenen: Hier is het de bedoeling om aan de cursisten NT2 metaal, die hieraan nood hebben, de basisvaardigheden rekenen bij te brengen zodat ze een kwalificerende metaalopleiding kunnen volgen. Het gaat in 2008 om een potentieel van maximaal een 30 tal nieuwe cursisten (indien alle NT2 cursisten voldoende overweg kunnen met de basisvaardigheden rekenen dan is dat 0 personen). Het betreft hier nieuwkomers (kandidaat politiek vluchtelingen, …), allochtone werkzoekenden en allochtone bestaansminimumtrekkers NT2 voor Bruxelles-Formation: De bedoeling van deze actie is om de cursisten die kiezen voor een Franstalige opleiding de kans te geven om hun taalvaardigheid (Nederlands) aan te leren/ bij te werken zodat ze meer kansen krijgen op de arbeidsmarkt. Het gaat hier over 41 anderstalige werkzoekenden. De actie omvat zowel NT2 1.1 als NT2 1.2 als beroepsspecifiek Nederlands. Doelgroep zijn nieuwkomers (kandidaat politiek vluchtelingen, …), allochtone werkzoekenden, allochtone bestaansminimumtrekkersn langdurige werklozen en gedetineerden en exgedetineerden.


36

Acties ter uitvoering van artikel 7 Voor de uitvoering van de diversiteittoets dient vooraf een definitie gegeven te worden van wat er verstaan wordt onder “kansengroepen”. RTM Brussel baseert zich hiervoor op wat het PC 111 in zijn CAO van 19/04/1999 omschreven heeft als zijnde “risicogroepen”. RTM Brussel stelt voor om deze definitie van “risicogroepen” eveneens te hanteren als zijnde de definitie van “kansengroepen”. Volgens de CAO van 19 april 1999 worden volgende arbeiders als risicogroepen benoemd (onder "arbeiders" wordt verstaan de mannelijke en vrouwelijke arbeiders): ¾ laaggeschoolde arbeiders van 18 jaar of ouder, die geen houder zijn van een getuigschrift van hoger secundair onderwijs; ¾ arbeiders van minstens 40 jaar oud die geconfronteerd worden met collectief ontslag, herstructurering van de onderneming, introductie van nieuwe technologieën of nieuwe werkmethodes of reorganisatie van functies, cellen of diensten van de onderneming; ¾ arbeiders waarbij er geen overeenkomst bestaat tussen diploma en huidige functie; ¾ arbeiders die 10 jaar dezelfde functie uitoefenen; ¾ laaggeschoolde arbeiders die vervangers van bruggepensioneerden zijn; ¾ arbeiders die ten gevolge van een arbeidsongeval of een beroepsziekte definitief ongeschikt zijn geworden om hun arbeidsovereenkomst uit te voeren; ¾ gehandicapten; ¾ uitkeringsgerechtigde werkzoekenden die aan één van volgende voorwaarden voldoen: die de laatste 12 maanden zonder onderbreking werkloosheids- of wachtuitkeringen hebben genoten; die ten hoogste een diploma lager secundair onderwijs bezitten; die jonger zijn dan 18 jaar, onderworpen aan de deeltijdse leerplicht en geen secundair onderwijs met volledig leerplan volgen; die minstens 45 jaar zijn; die sinds minstens 6 maanden ontslagen zijn uit een onderneming ressorterend onder het paritair comité 111; werklozen die betrokken zijn bij tewerkstellingsprojecten van de overheid; ¾ herintreders die geen werkloosheids- of onderbrekingsuitkeringen genieten en die in de laatste drie jaar geen beroepsactiviteit hebben verricht; ¾ werkzoekenden die het bestaansminimum trekken; ¾ allochtone arbeiders en werkzoekenden, met of zonder Belgische nationaliteit; ¾ deeltijds leerplichtigen. -

-

RTMBrussel werkt actief mee aan het stimuleren van competentieontwikkeling, o.a. door het ontwerpen en promoten van een nieuwe IRIS TECH+ Internetsite www.iristech.be (IRIS TECH+ is het referentiecentrum van RTMBrussel), alsook via de gebruikelijke kanalen, ttz mailings, tijdens bedrijfsbezoeken, via INOM-Arbeiders, via AGORIA en intern in het referentiecentrum. Vooropgesteld aantal manuren permanente vorming voor 2008: 15.500 uren Ondersteuning van bedrijven bij de opmaak van opleidingsplannen, op vraag van het betrokken bedrijf.


Een belangrijke pijler van de werking van Iristech+ is het opleiden van Brusselse werkzoekenden naar knelpuntberoepen in de sector. Rond volgende knelpunten kunnen werkzoekendenopleidingen worden opgezet: lasser, Onderhoudstechnieker van HVAC installaties en Lifttechnieker. We moeten hier evenwel vermelden dat het in Brussel niet evident is om Nederlandstalige / Nederlandskundige Werkzoekenden te vinden die aan het instapprofiel kunnen beantwoorden. Deze mogelijkheid blijft evenwel bestaan. Zodra er voldoende werkzoekenden zijn om een cursus op te zetten wordt i.s.m VDAB een cursus opgestart. Diversiteitstoets: Gezien de beperkte groep Nederlandstalige werkzoekenden in Brussel is het niet mogelijk een bijkomend criterium, zijnde dat van het behoren tot de één van de kansengroepen, op te nemen in de selectie.


37

-

-

-

Iris Tech + organiseert cursussen NT2 / Vokans en NODO als voortraject, ondersteunend traject voor de beroepsopleiding Basistechnieken metaal. Voor 2008-2009 worden telkens 2 groepen voorzien van een 15 tal kandidaten per groep.opsplitsen werkjaar 1 / werkjaar 2 Voor deze groepen wordt sinds het najaar 2005 eveneens een traject basis rekenen voorzien zodat de doorstroming naar Basistechnieken metaal naadloos kan verlopen. Meer dan ooit wordt vastgesteld dat de cursisten die voor een Franstalige opleiding kiezen, door hun gebrek aan kennis van het Nederlands, kansen missen op de arbeidsmarkt.Voor de opleidingen Lifttechnieker, Koeltechnieker en Onderhoudstechnieker van HVAC installaties, die aan Franstalige kant georganiseerd worden, voorzien we modules NT2 1.1, NT2 1.2 en beroepsspecifiek Nederlands. + ICT opleidingen voor werkzoekenden en werknemers. Diversiteitstoets: NT2: Hier is het de bedoeling om aan anderstaligen de basisvaardigheden Nederlands bij te brengen zodat ze een kwalificerende metaalopleiding kunnen volgen. Het betreft hier nieuwkomers (kandidaat politiek vluchtelingen, …), allochtone werkzoekenden en allochtone bestaansminimumtrekkers Basisrekenen: Hier is het de bedoeling om aan de cursisten NT2 metaal, die hieraan nood hebben, de basisvaardigheden rekenen bij te brengen zodat ze een kwalificerende metaalopleiding kunnen volgen. Het gaat in 2008 om een potentieel van maximaal een 30 tal nieuwe cursisten (indien alle NT2 cursisten voldoende overweg kunnen met de basisvaardigheden rekenen dan is dat 0 personen). Het betreft hier nieuwkomers (kandidaat politiek vluchtelingen, …), allochtone werkzoekenden en allochtone bestaansminimumtrekkers NT2 voor Bruxelles-Formation: De bedoeling van deze actie is om de cursisten die kiezen voor een Franstalige opleiding de kans te geven om hun taalvaardigheid (Nederlands) aan te leren/ bij te werken zodat ze meer kansen krijgen op de arbeidsmarkt. Het gaat hier over 41 anderstalige werkzoekenden. De actie omvat zowel NT2 1.1 als NT2 1.2 als beroepsspecifiek Nederlands. Doelgroep zijn nieuwkomers (kandidaat politiek vluchtelingen, …), allochtone werkzoekenden, allochtone bestaansminimumtrekkersn langdurige werklozen en gedetineerden en exgedetineerden.


RTMBrussel werkt via IRIS TECH+, samen aan het ervaringsbewijs lifttechnieker. In 2008 zal samen met de SERV bekeken worden op welke wijze hierrond kan samengewerkt worden.

-

RTMBrussel stelt de lokalen en de infrastructuur van IRIS TECH+ ter beschikking van Vormelek voor het testen van het ervaringsbewijs koelmonteur.

-

RTMBrussel zal de ervaringsbewijzen promoten naar de werkgevers in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.


RTMBrussel maakt dit strategisch competentiebeleid kenbaar via de Internetsite van IRIS TECH+, alsook tijdens de vele bedrijfsbezoeken in het Hoofdstedelijk Gewest.


Iris Tech+ is als referentiecentrum opgericht door RTM Brussel, VDAB, Bruxelles Formation en Actiris, het werkt voor zijn aanbod voor werknemers en werkzoekenden samen met o.m. VDAB en Syntra West.


38


RTM Brussel participeert in de “Volkswagen” tewerstellingscel. In deze tewerkstellingscellen maakt RTM Brussel het opleidingsaanbod bekend. Ook de werkzoekenden opleidingen worden opengesteld voor de deelnemers aan de tewerkstellingscellen.

Artikel 13: algemeen: de diversiteitsdrager -

Bij de ondernemeningen van de sector zal de medewerking aan de structurele projecten gepromoot worden.

-

RTMBrussel spoort de ondernemingen aan tot het sluiten van een non-discriminatiecode.

-

RTMBrussel zal deze code in 2008 op haar website plaatsen.

Artikel 14: specifiek: de diversiteitstoets -

Zie de afzonderlijke artikels.


39



40


De heer Stephan VANHAVERBEKE, Agoria Brabant


De heer Guy DANEEL, ACV-Metaal;

De heer Manuel CASTRO, ABVV-Metaal

41

Bijlage bij het protocol tussen de Vlaamse Regering en de Vlaamse sociale partners van de sector PC 111, nr 5: Actieplan onderschreven door de sociale partners van RTM Vlaams-Brabant

Acties ter uitvoering van artikel 1: stimuleren van samenwerking met scholen(gemeenschappen) -

De uitvoering van deze actie gebeurt volledig door en onder coördinatie van Inom-Arbeiders.

Acties ter uitvoering van artikel 2: stimuleren van een geïnformeerde studie- en beroepskeuze en het waarderen van technisch – en beroepsonderwijs -

RTM Vlaams-Brabant ondersteunt het opleidingscentrum van Asco Industries te Zaventem via een financiële bijdrage. Het Asco opleidingscentrum omvat een CNC trainingslokaal, een computerlokaal en een metrologielokaal. Asco stelt deze opleidingslokalen gratis ter beschikking aan scholen uit de regio. Leraren en leerlingen krijgen de mogelijkheid om hun opleiding zo nauw mogelijk te laten aansluiten bij de nieuwste technologieën in het bedrijfsleven. Hierdoor verkleint de kloof tussen industrie en scholen. Bereik: jaarlijks 15 leerlingen van het TSO en BSO.

-

RTM Vlaams-Brabant organiseert samen met de regionale sectorfondsen en INOM-Arbeiders Vlaanderen de Mecatrophy 2008. De Mecatrophy is een wedstrijd voor leerlingen van het 6de en 7de jaar Metaal, afdeling verspaning. Alle technische beroepsscholen in Vlaanderen kunnen deelnemen aan de Mecatrophy met maximum twee leerlingen per school. In een eerste ronde creëren de leerlingen een industrieel werkstuk in een opleidingscentrum van de VDAB. In een tweede ronde realiseren de tien beste kandidaten een werkstuk op productiemachines in een bedrijf. Het startschot van deze Mecatrophy is op 11 januari 2008. Op die dag openen verschillende bedrijven uit de sector hun deuren voor de scholen. Na evaluatie beslist RTM Vlaams-Brabant om Mecatrophy 2009 mee te organiseren. Bereik: In de vorige edities van de Mecatrophy namen twee scholen van Vlaams-Brabant deel aan de wedstrijd. RTM Vlaams-Brabant wil deze deelname in 2008 verdubbelen.

-

RTM Vlaams-Brabant organiseert de wedstrijd “Win een gratis bezoek aan het beroepenhuis in Gent”. De wedstrijd richt zich tot de zesdejaars van alle lagere scholen van Vlaams-Brabant. RTM Vlaams-Brabant brengt in deze wedstrijd twaalfjarigen op een speelse wijze in contact met beroepen in techniek en technologie. Alle scholen krijgen een wedstrijdformulier en beroepengids toegestuurd. De juiste antwoorden op de vragen van het wedstrijdformulier staan in de beroepengids. Twintig scholen winnen een gratis bezoek voor hun zesdejaars in het beroepenhuis van Gent. Bereik: Voor de tweede editie van de wedstrijd in 2008 rekent RTM Vlaams-Brabant op een deelname van 30 scholen op een totaal van 410.

-

Jaarlijks krijgen alle lagere scholen in Vlaams-Brabant vijf beroepengidsen toegestuurd. Via de website kan elke school gratis beroepengidsen bijbestellen.

-

Een elektronische beroepengids met regionale scholengids wordt aan de website toegevoegd.

-

RTM Vlaams-Brabant ontwikkelde drie cd-rom’s: Tekeninglezen-Mechanica, Meettechnieken Theorie en Meettechnieken Praktijk. De cd-rom’s zijn het resultaat van een wisselwerking tussen bedrijven uit de sector en technische scholen uit de regio. RTM Vlaams-Brabant maakt voor deze cd-rom’s promotie op de website. Geïnteresseerde scholen en bedrijven kunnen deze cd-rom’s bestellen. RTM Vlaams-Brabant blijft nieuwe ontwikkelingen op het vlak van kennisoverdracht opvolgen.


42

Diversiteitstoets: Er worden geen kwantitatieve doelstellingen bepaald. Het is moeilijk om vanuit een sectorfonds de instroom van kanssengroepen in het technisch en beroepsonderwijs te beïnvloeden. Kwalitatieve doelstellingen: er wordt aandacht geschonken aan een goede kommunicatie naar jongeren uit kansengroepen en jongeren die voor een beroepskeuze staan. Er werd visueel aantrekkelijk materiaal ontwikkeld: de beroepengids en interactieve website zijn laagdrempelig qua taalgebruik en toegankelijk voor jongeren en volwassenen uit kansengroepen.

Acties ter uitvoering van artikel 3: ondersteunen van meer en beter werkplekleren Acties ter uitvoering van artikel 3.1: ondersteunen van systemen van afwisselend leren en werken -

RTM Vlaams-Brabant subsidieert vzw Velo Leuven. Velo Leuven heeft een brugproject voor deeltijdslerenden en de erkenning voor vier Industrieel Leerling Wezen-contracten: drie voor fietshersteller en één voor goederenbeheer. In het brugroject maken jongeren uit het deeltijds beroepssecundair onderwijs kennis met he begrip werken. Via attitudetraining willen zij de kansen van deze jongeren op de reguliere arbeidsmarkt verhogen. Daarnaast leren de jongeren een beroep: fietsen herstellen, computersupport, lassen, administratie, … Jongeren die een brugproject hebben doorlopen, kunnen een halftijds arbeiderscontract krijgen. Aan deze jongeren worden hogere eisen gesteld. Een goede arbeidsattitude blijft het centrale aandachtspunt. Bereik: Velo Brugproject: 25 jongeren; Velo ILW-contracten: 5 jongeren Diversiteitstoets: De doelgroep behoort voor 100% tot de kansengroepen zoals gedefinieerd in het CAO onder artikel 6: deeltijdse leeerplichtigen.

-

RTM Vlaams-Brabant promoot het industrieel leerlingwezen georganiseerd door Inom-Arbeiders.

Acties ter uitvoering van artikel 3.2: meer en kwaliteitsvolle stages voor leerlingen

-

De scholen ondervinden geen problemen bij het vinden van stagplaatsen voor hun laatstejaarsstudenten. Zij maken gebruik van hun netwerk en van de persoonlijke contacten van leerkrachten met verantwoordelijken uit de bedrijven om de plaatsen in te vullen. De leerkrachten en leerlingen zorgen zelf jaarlijks voor een evaluatie van de stageplaatsen.

-

De sector zal de door het onderwijs en bedrijven binnen de sector gesignaleerde knelpunten opvolgen.

Acties ter uitvoering van artikel 3.3: ter beschikking stellen van stageplaatsen voor leerkrachten en opleiders -

RTM Vlaams-Brabant zetelt in het Overleg- en Actieplatform “Elektriciteit/Mechanica” van RTC Vlaams-Brabant. Het realiseren van stageplaatsen voor leerkrachten uit het secundair en hoger onderwijs in het bedrijfsleven is één van de doelstellingen van RTC Vlaams-Brabant. RTM Vlaams-Brabant ondersteunt en promoot deze actie.

-

INOM-Arbeiders organiseert stages voor leerkrachten in het secundair onderwijs. RTM VlaamsBrabant promoot deze actie via de website en tijdens bedrijfsbezoeken.

Acties ter uitvoering van artikel 3.4: ondersteunen van andere vormen van werkplekleren bij de bedrijven -

De uitvoering van deze actie gebeurt volledig door en onder coördinatie van Inom-Arbeiders.


43

Acties ter uitvoering van artikel 4: ontwikkelen van beroepscompetentieprofielen -

De uitvoering van deze actie gebeurt volledig door Inom-Arbeiders.

Acties ter uitvoering van artikel 5: ondersteunen van de regionale technologiecentra -

Zie artikel 3.3: RTM Vlaams-Brabant zetelt in het Overleg- en Actieplatform “Elektriciteit/Mechanica” van RTC Vlaams-Brabant. Dit actieplatform is een adviesorgaan en denktank voor de realisatie van de opdrachten van het RTC Vlaams-Brabant. RTM VlaamsBrabant ziet erop toe dat de eigen initiatieven complementair zijn aan de verschillende RTC projecten. RTM Vlaams-Brabant beoogt een maximale samenwerking met de RTC projecten.

-

RTM Vlaams-Brabant is partner in de opstart van het CNC-competentiecentrum Vlaams-Brabant. Binnen de scholen en het RTC Vlaams-Brabant leeft de nood aan ondersteuning van het CNCgebeuren. Het CNC-ondersteuningsnetwerk beoogt een totaaloplossing rond CNC-draaien en freezen, een kenniscentrum toegankelijk voor alle scholen in Vlaams-Brabant. RTM VlaamsBrabant zal een inhoudelijke en financiële input leveren. Momenteel staan drie doelstellingen voorop: het inrichten van verspaningsinfrastructuur voor Vlaams-Brabantse scholen, het opleiden van 2 gecertificeerde CNC-experten en het samenstellen van een geavanceerd opleidingspakket voor leerlingen en leerkrachten.

-

Voor het schooljaar 2007-2008 heeft RTM Vlaams-Brabant een samenwerkingsovereenkomst afgesloten met RTC Vlaams-Brabant. Dit samenwerkingsakoord bekrachtigt de instap van RTC Vlaams-Brabant in het samenwerkingsakkoord tussen de VDAB en RTM Vlaams-Brabant. Concreet betekent dit dat RTM Vlaams-Brabant en RTC Vlaams-Brabant samen investeren in opleidingsinfrastructuur van de opleidingscentra in Haasrode, Diest en Vilvoorde. In ruil volgen leerlingen en leerkrachten van het beroeps- en technisch onderwijs een aantal uren gratis opleiding bij de VDAB. De opleidingen betreffen de vakgebieden Verspaning, Onderhoudsmechanica en Hydraulica. Na evaluatie bekijkt RTM Vlaams-Brabant telkens opnieuw de condities en invulling van dit samenwerkingsverband Bereik: 200 leerlingen en 10 leerkrachten per schooljaar. Diversiteitstoets: Er worden geen specifieke kwantitatieve of kwalitatieve doelstellingen naar voor geschoven bij dit artikel.

Acties ter uitvoering van artikel 6: bevorderen van basiscompetenties -

RTM Vlaams-Brabant biedt gratis de VDAB opleiding “Bang van de muis” aan de werknemers uit de sector aan. RTM Vlaams-Brabant voorziet een bereik van een tiental deelnemers per jaar.

-

De bedrijven krijgen de mogelijkheid om samen met de VDAB de opleiding “Nederlands op de werkvloer” te organiseren. RTM Vlaams-Brabant promoot deze opleidingen. Inom-Arbeiders biedt hier financiële ondersteuning.

-

De overheid promoot via de brochure “De G-factor in uw bedrijf of organisatie, geletterdheid op de werkvloer” geletterheidstrainingen op de werkvloer en reikt testen aan om de geletterdheid op de werkvloer te herkennen. RTM Vlaams-Brabant helpt deze brochure mee verspreiden.

-

RTM Vlaams-Brabant biedt samen met OBMB gratis basis veiligheidsopleidingen aan voor (risico)bedienden én (risico)arbeiders. Bereik: een dertigtal cursisten per jaar. Diversiteitstoets: Het gaat hier meestal om opleiding aan laaggeschoolde arbeiders.

-

RTM Vlaams-Brabant biedt in een intersectoraal samenwerkingsverband gratis sociale vaardigheidstrainingen aan de arbeiders uit de sector aan. Bereik: RTM Vlaams-Brabant wil jaarlijks een tiental arbeiders bereiken.


44

Acties ter uitvoering van artikel 7: stimuleren van competentieontwikkeling Risicogroepen RTM Vlaams-brabant Volgens de CAO van 19 april 1999 worden volgende arbeiders als kansengroepen benoemd. Onder “arbeiders” verstaan we mannelijke én vrouwelijke arbeiders. ¾ ¾ ¾ ¾ ¾ ¾ ¾ ¾

¾ ¾ ¾ ¾

laaggeschoolde arbeiders van 18 jaar of ouder, die geen houder zijn van een getuigschrift van hoger secundair onderwijs; arbeiders van minstens 40 jaar oud die geconfronteerd worden met collectief ontslag, herstructurering van de onderneming, introductie van nieuwe technologieën of nieuwe werkmethodes of reorganisatie van functies, cellen of diensten van de onderneming; arbeiders waarbij er geen overeenkomst bestaat tussen diploma en huidige functie; arbeiders die 10 jaar dezelfde functie uitoefenen; laaggeschoolde arbeiders die vervangers van bruggepensioneerden zijn; arbeiders die ten gevolge van een arbeidsongeval of een beroepsziekte definitief ongeschikt zijn geworden om hun arbeidsovereenkomst uit te voeren; gehandicapten; uitkeringsgerechtigde werkzoekenden die aan één van de volgende voorwaarden voldoen: o die de laatste 12 maanden zonder onderbreking werkloosheids- of wachtuitkeringen hebben genoten; o die ten hoogste een diploma lager secundair onderwijs bezitten; o die jonger zijn dan 18 jaar, onderworpen aan de deeltijdse leerplicht en geen secundair onderwijs met volledig leerplan volgen; o die minstens 45 jaar zijn; o die sinds minstens 6 maanden ontslagen zijn uit een onderneming ressorterend onder het paritair comité 111; o werklozen die betrokken zijn bij tewerkstellingsprojecten van de overheid; herintreders die geen werkloosheids- of onderbrekingsuitkeringen genieten en die in de laatste drie jaar geen beroepsactiviteit hebben verricht; werkzoekenden die het bestaansminimum trekken; allochtone arbeiders en werkzoekenden, met of zonder Belgische nationaliteit; deeltijdse leerplichtigen.

-

RTM Vlaams-Brabant heeft een naturalijn ter waarde van 26.000€ bij de VDAB voor de werknemers uit de sector: RTM Vlaams-Brabant investeert in de infrastructuur van de VDAB en in ruil krijgen arbeiders gratis VDAB opleidingen. Alle metaalopleidingen en aanverwante opleidingen komen in aanmerking. RTM Vlaams-Brabant maakt dit aanbod bekend via mailings en de website.

-

De sector bezoekt jaarlijks een vijftiental bedrijven waarbij zij opleidingsinitiatieven promoot. Zij wil op deze manier de bedrijven aansporen hun arbeiders opleiding te laten volgen en hen de weg wijzen doorheen de vele subsidiekanalen. Ook het aanbod van RTM Vlaams-Brabant wordt hier bekend gemaakt.

-

RTM Vlaams-Brabant stimuleert het gebruik van BEAondernemerschaps-portefeuille in bedrijven door het verlenen van informatie op de website.

-

Zie artikel 6: RTM Vlaams-Brabant heeft een gratis aanbod samen met het bediendenfonds OBMB: basis veiligheidsopleidingen en ICT-opleidingen. Diversiteitstoets: RTM Vlaams-Brabant zal in 2008 en 2009 binnen het kader van de diversiteitsplannen een omzendbrief verspreiden naar alle bedrijven van de sector.

Acties ter uitvoering van artikel 8: stimuleren van instroom van werkzoekenden -

De sector screent de vragen naar knelpuntenberoepen. Als er vraag is naar bepaalde profielen, brengt de sector de VDAB en bedrijven samen om na te gaan of er opleidingsinitiatieven kunnen worden opgestart.


45

-

RTM Vlaams-Brabant subsidieert twee tewerkstellingsinitiatieven: Velo Leuven (zie onder artikel 3.1) en Fietsleerwerkplaatsen Groep Intro vzw Vlaams-Brabant. Groep Intro vzw richt zich tot laaggeschoolden, licht mentaal gehandicapten en werkzoekenden. In praktijk werken ze vooral met laageschoolden. Via opleiding en werk in fietstechnieken vergroot Groep Intro vzw de kans op werk in de reguliere arbeidsmarkt. Bereik: 40 tal cursisten per jaar. Diversiteitstoets: De doelgroep van zowel Groep Intro vzw Leuven als Velo vzw Leuven behoort voor 100% tot de kansengroepen zoals gedefinieerd in het CAO: gehandicapten, langdurig Werkzoekenden, ...

Acties ter uitvoering van artikel 9 meewerken aan de ontwikkeling + inzet van het ervaringsbewijs en loopbaanbegeleiding -

De uitvoering van deze actie gebeurt volledig door Inom-Arbeiders.

-

RTM Vlaams-Brabant zal de ervaringsbewijzen binnen de sector promoten naar de bedrijven toe.

Acties ter uitvoering van artikel 10 ondersteunen van het strategisch competentiebeleid binnen bedrijven -

Met het oog op de erkenning, inzet en verdere ontwikkeling van elk talent in de onderneming ondersteunt de sector de bedrijven in Vlaams-Brabant bij het ontwikkelen van een strategisch competentiebeleid.

Acties ter uitvoering van artikel 11 aangaan van partnerschappen -

Zie artikel 5: RTM Vlaams-Brabant sluit een samenwerkingsovereenkomst met de VDAB en het RTC in het kader van een open naturalijn voor het beroeps- en technisch onderwijs.

-

Zie artikel 6: In het kader van het open opleidingsaanbod heeft RTM samenwerkingsverbanden met OBMB en andere sectoren.

Acties ter uitvoering van artikel 12 begeleiding bij herstructurering -

RTM Vlaams-Brabant participeert in 2008 in vier tewerkstellingscellen: Nexans, Arvin Meritor, Volkswagen Vlaams-Brabant en Decoma Belplas. In deze tewerkstellingscellen maakt RTM Vlaams-Brabant het opleidingsaanbod voor werknemers bekend. Dit opleidingsaanbod wordt opengesteld voor de werklozen van de tewerkstellingscellen. RTM Vlaams-Brabant gaat ook actief op zoek naar vacante arbeidsplaatsen in de sector.

Acties ter uitvoering van artikel 13 diversiteitsdrager -

RTM Vlaams-Brabant sensibiliseert en promoot het diversiteitsbeleid via een mailing naar de bedrijven en promotie op de website.

-

RTM Vlaams-Brabant subsideert 2 tewerkstellingsprojecten: de Fietsleerwerkplaatsen van Groep Intro Vlaams-Brabant en vzw Velo Leuven. Op deze manier werkt RTM Vlaams-Brabant mee aan de arbeidsmarktparticipatie van kansengroepen.

-

Indien er een vraag komt van bedrijven tot ondersteuning voor de opmaak van een diversiteitsplan kan RTM Vlaams-Brabant in samenwerking met SERR/RESOC projectontwikkelaars op bedrijfsbezoek gaan.


46

-

RTM Vlaams-Brabant zal binnen het eigen personeelsbeleid Jobkanaal promoten als rekruteringskanaal voor ouderen, arbeidsgehandicapten, laaggeschoolden en allochtonen en dit in samenwerking met de consulenten van Jobkanaal.


47



48


De heer Stephan VANHAVERBEKE, Agoria Brabant


De heer Karel GACOMS, ABVV-Metaal;

De heer Guy DANEEL, ACV-Metaal Brabant

49

Bijlage bij het protocol tussen de Vlaamse Regering en de Vlaamse sociale partners van de sector PC 111, nr. 6: Actieplan onderschreven door de sociale partners van TOFAM OostVlaanderen Artikel 1: stimuleren van samenwerking met scholen(gemeenschappen) -

De uitvoering van deze actie wordt opgenomen door INOM arbeiders.

Artikel 2: stimuleren van een geïnformeerde studie- en beroepskeuze en het waarderen van het technischen beroepsonderwijs -

TOFAM Oost-Vlaanderen zal sensibiliserings- en promotiecampagnes voeren voor technische beroepen en studies en projecten opzetten ter verbetering van het imago van de sector naar jongeren, ouders en leerkrachten toe. Hiertoe zal volgend materiaal ontwikkeld worden en/of gebruik gemaakt worden van volgend materiaal: - De beroepengids en een jongerenwebsite: een gids die de relevante beroepen uit de sector voorstelt en koppelt aan een technische studierichting. Deze gids is gelinkt aan een interactieve jongerenwebsite “verrassendmetaal.be”. Deze website wordt ism TOFAM West-Vlaanderen geüpdated in 2008. De website omvat een beroepen- en scholengids en is momenteel nog beperkt tot de provincies Oost- en West-Vlaanderen. De website kan verder uitgebreid worden naar alle provincies. Dit zal in 2008 bekeken worden ism de diverse fondsen Metaal. - De campagne “Verrassend Metaal” van Oost-Vlaanderen wordt geëvalueerd en volledig vernieuwd. TOFAM Oost-Vlaanderen zal in 2008 en 2009 een nieuwe positieve imagocampagne opzetten ahv beroepenaffiches en één algemene folder en zich richten naar scholen en de ouders van kinderen die het lager onderwijs verlaten. Deze campagne zal maximaal aanwezig zijn op de diverse opendeurdagen van de technische scholen uit de provincie met een richting binnen het studiegebied mechanica-elektriciteit. De verdere verspreiding is eveneens gericht naar de 7 Buso scholen met een afdeling metaalbewerking –lassen.

-

TOFAM Oost-Vlaanderen zal in 2008 en 2009 de Oost-Vlaamse Basisscholen (3 graad) en de middenscholen betrekken in de bovenvermelde imagocampagne. In 2008 & 2009 zullen specifieke acties ontwikkeld worden om leerlingen (11 – 14 jarigen) en leerkrachten te laten kennismaken met de sector. TOFAM Oost-Vlaanderen zal in dit verband een actie voeren gericht naar alle scholen in Oost-Vlaanderen gekoppeld aan een prijs, nl. een tussenkomst in de vervoersonkosten voor een uitstap met de klas naar Het Beroepenhuis. Een volgende actie wordt, in eerste instantie voor de basisscholen, uitgewerkt in het najaar 2008. Deze actie wordt gekoppeld aan een wedstrijd gelinkt aan de vernieuwde interactieve jongerenwebsite. Met deze actie wil TOFAM Oost-Vlaanderen leerkrachten en leerlingen (11 – 14 jarigen) en hun leerkrachten laten kennismaken met de metaalsector.

-

TOFAM Oost-Vlaanderen zal verder in 2008-2009 participeren aan het project Beroepenhuis dat zich richt tot het lager onderwijs (lager en middenscholen) via haar actieve deelname aan het dagelijks bestuur en raad van bestuur. Dit initiatief wil leerlingen (11 –14 jarigen) laten kennismaken met diverse sectoren en beroepen. Het sectorfonds neemt momenteel de functie van ondervoorzitter waar in Het Beroepenhuis.

-

TOFAM Oost-Vlaanderen heeft in samenwerking met TOFAM West-Vlaanderen een workshop metaal ontwikkeld voor leerlingen van de laatste graad basis en eerste graad secundair onderwijs. Deze workshop kan gedemonstreerd worden op diverse evenementen voor jongeren en ouders en/of op opendeurdagen van scholen. Deze workshop ‘montage van een geautomatiseerd buttonapparaat’ wordt in 2008 onderdeel van een algemene workshop Metaal in Het Beroepenhuis. Het buttonapparaat wordt gekoppeld aan een doe-activiteit van Vormetal en vormt samen de workshop Metaal.

de


50

-

TOFAM Oost-Vlaanderen ondersteunt (inhoudelijke en financiële ondersteuning) de TECHNOLOGICA beurs. Dit evenement wordt geroganiseerd ism het RTC Oost-Vlaanderen en Gsiw (Gent, stad in werking) en draait rond de best geïntegreerde proef van de laatstejaarsstudenten TSO en BSO van het studiegebied mechanica-elektriciteit. De metaalsector wil op deze manier een stimulerende rol spelen en een positieve invloed hebben op de kwaliteit van de proeven. Alle laatstejaars uit de technische en beroepsscholen uit de provincie OostVlaanderen kunnen hier aan deelnemen. Er wordt voor de organisatie van dit evenement in 2008 gestreefd naar een deelname van 20-tal scholen met een tentoonstelling/wedstrijd van 60 GIPS. Elke school kan 3 GIPS tentoonstellen.

-

TOFAM Oost-Vlaanderen participeert in 2008 aan de “Mecatrophy”, een wedstrijd voor laatstejaarsstudenten uit de mechanica richtingen. Het sectorfonds streeft naar een deelname van 6 scholen met 10 deelnemers. Verdere deelname na 2008 zal binnen TOFAM Oost-Vlaanderen deel uitmaken van een grondige evaluatie.

-

TOFAM Oost-Vlaanderen zal ism VORMETAL deelnemen aan het eerste experiment van de SID IN’s in Oost-Vlaanderen op 21, 22 en 23 februari 2008. De netoverschrijdende studieinformatiedagen worden jaarlijks binnen elke provincie van Vlaanderen georganiseerd voor laatstejaars ASO, TSO en KSO. Experiment in Oost-Vlaanderen (Flanders Expo in Gent): Uitbreiding van de doelgroep leerlingen met BSO-scholen. Vraag naar de standhouders sectoren: voorstelling van de tewerkstellings- en doorgroeimogelijkheden binnen de diverse sectoren. Aangeven welke opleidingen naar hun sector toeleiden en wat de sectoren zelf aan vorming/ondersteuning aanbieden.

-

TOFAM Oost-Vlaanderen zal verder allerlei sectoroverstijgende initiatieven ondersteunen in het kader van de promotie van het TSO en BSO (bv. infodagen voor CLB’s, infodagen leerkrachten ism Het Beroepenhuis, ...). TOFAM Oost-Vlaanderen zal doorgedreven contacten leggen met allerlei actoren betrokken bij het onderwijs met het oog op samenwerking tussen onderwijs, industrie, VDAB en TOFAM Oost-Vlaanderen.

Diversiteitstoets - Er worden geen kwantitatieve doelstellingen bepaald. Het is vanuit een sectorfonds moeilijk om de instroom van kansengroepen in het technisch en beroepsonderwijs te beïnvloeden. - Kwalitatieve doelstellingen Î Er wordt aandacht geschonken aan een goede communicatie naar jongeren uit kansengroepen en jongeren die voor een beroepskeuze staan. Er werd visueel aantrekkelijk materiaal ( folder verrassend metaal, de beroepengids, de interactieve website) ontwikkeld die, laagdrempelig is qua taalgebruik en die op deze manier toegankelijk is voor jongeren en volwassenen uit de kansengroepen. Dit zal verder gebruikt en vernieuwd worden in 2008 en 2009.

Artikel 3: ondersteunen van meer en beter werkplekleren Artikel 3.1: ondersteunen van systemen van afwisselend leren en werken TOFAM Oost-Vlaanderen promoot het industrieel leerlingwezen dat georganiseerd wordt door INOMArbeiders. Artikel 3.2: meer en kwaliteitsvolle stages voor leerlingen -

TOFAM Oost-Vlaanderen heeft ism het RTC Oost-Vlaanderen in 2004 een bevraging georganiseerd om zo de noden van scholen TSO en BSO 3de graad met richtingen mechanicaelektiriciteit in kaart te brengen. De noden mbt de organisatie van stages voor leerlingen werden eveneens bevraagd. Er werden in Oost-Vlaanderen hieromtrent geen specifieke noden vastgesteld. Scholen hebben ook voor 2008 geen noden op vlak van stages. De bedrijven nemen heel wat initiatieven om leerlingen en leerkrachten verder op te leiden op de werkvloer. D.w.z. de scholen hebben heel goede contacten met de bedrijven in de omgeving van de school. De bedrijven trachten via verschillen kanalen en initiatieven hun bedrijf open te stellen voor stages


51

-

van leerlingen en leerkrachten. Bedrijven nemen bvb deel aan de wedstrijd Technoligica of Mecatrophy om in contact te komen met nieuwe scholen en/of leerlingen. Deze signalen werden op een RTC-forum, eind 2007, herbevestigd door de scholen. De sector zal de door het onderwijs en bedrijven binnen de sector gesignaleerde knelpunten opvolgen. Diversiteitstoets Kwalitatieve en kwantitatieve doelstellingen: Î TOFAM Oost-Vlaanderen zal het gratis TOFAM aanbod (opleiding lassen ism VDAB) extra promoten bij de BUSO scholen. Een extra oproep (dmv een omzendbrief & telefonische contacten met TAC’s) tot deelname aan het gratis aanbod wordt in het voorjaar 2008 gedaan naar de 7 BUSO scholen met een afdeling metaalbewerking –lassen.

Artikel 3.3: ter beschikking stellen van stages voor leerkrachten en opleiders -

Materie uitgewerkt door INOM-Arbeiders

Artikel 3.4: ondersteunen van andere vormen van werkplekleren -

Materie uitgewerkt door INOM-Arbeiders


Van zodra het competentiemanagementsysteem “competent” van de SERV operationeel is, zal TOFAM Oost-Vlaanderen dit evalueren, opvolgen en overwegen welke acties kunnen ondernomen worden.

Artikel 5: ondersteunen Regionale Technologiecentra -

TOFAM Oost-Vlaanderen zal verder betrokken zijn met het RTC Oost-Vlaanderen via haar deelname in het dagelijks bestuur en de raad van bestuur. Het sectorfonds neemt momenteel de functie van secretaris waar en coördineert het VDAB project met gratis opleidingsuren voor leerlingen en leerkrachten van de 3de graad TSO en BSO binnen het studiegebied mechanica – elektriciteit. Dit project voorziet in een jaarlijks budget van € 130.000 voor de periode 2007 – 2010 voor de organisatie van 183 opleidingsdagen (á rato van 8 uur/dag) voor groepen van 7 – 10 leerlingen. TOFAM Oost-Vlaanderen voorziet voor de schooljaren 2007 – 2008, 2008 – 2009 en 2009-2010 in een jaarlijkse cofinanciering van 60.000 euro waarmee het onderwijs gratis opleidingen kan volgen bij de VDAB voor hun leerlingen en leerkrachten uit de derde graad studiegebied ‘mechanicaelektriciteit’. De gratis opleidingspakketten worden georganiseerd in samenwerling met het RTCOost-Vlaanderen (zie ook artikel 5). Deze opleidingen worden voor het schooljaar 2007-2008 aan de VDAB betaald dmv een naturalijn. Deze inbreng zal in het schooljaar 2008-2009 een andere invulling krijgen. De opleidingen VDAB worden dan gratis voor de scholen. Vanwege de beperkte capaciteit van de VDAB om de opleidingen metaal en industriële automatisering te organiseren voor alle doelgroepen (werklozen, werknemers en leerlingen), zal TOFAM Oost-Vlaanderen ism het RTC een extra lokaal uitbouwen in het competentiecentrum van Wondelgem voor de organisatie van de opleidingen gericht naar scholen. Een investering zal gedaan worden vanuit TOFAM ism het RTC. Jaarlijks zal het project “gratis opleidingen voor scholen” van TOFAM OostVlaanderen € 130.000 investeren in opleidingsapparatuur (huren van verspaningsmachines) om zo aan de noden van de scholen te kunnen voldoen.

-

TOFAM Oost-Vlaanderen zal erop toezien dat zijn initiatieven/projecten complementair zijn aan de verschillende RTC projecten. TOFAM Oost-Vlaanderen beoogt een maximaal gebruik van alle RTC-projecten.


52

Diversiteitstoets Er worden geen specifieke kwantitatieve of kwalitatieve doelstellingen naar voor geschoven bij dit artikel.

Artikel 6: bevorderen van basiscompetenties -

TOFAM Oost-Vlaanderen zal in 2008 de ontwikkelingsnoden onderzoeken bij de metaalbedrijven ivm de ICT-basisvaardigheden en functionele en professionele ICT- vaardigheden bij de metaalarbeiders. Op basis van deze evaluatie kan beslist worden de ontwikkeling van deze vaardigheden te bevorderen dmv de organisatie van gratis ICT-cursussen ism de VDAB competentiecentra. Deze opleidingsvraag wordt onderzocht in 2008. De raad van bestuur van TOFAM Oost-Vlaanderen zal verder beslissen om dit initiatief voor 2008 en 2009 op te starten. De opleidingen ICT-basisvaardigeheden en functionele en professionele ICT-vaardigheden zijn in 2008-2009 opgenomen in de limitatieve lijst van opleidingen voor de “tussenkomst inschrijvingsgeld individuele opleiding arbeiders”. Arbeiders die na de werkuren een opleiding volgen van minimum 32 uur kunnen hiervoor een tussenkomst bekomen in het inschrijvingsgeld. Het gaat over een limitatieve lijst, gevolgd bij erkende opleidingsverstrekkers. De lijst van erkende instituten (CVO’s, Syntra, VDAB en Hoge scholen) en opleidingen (metaal, industriële automatisering, talen, ICT, en andere opleidingen) is terug te vinden op de website van TOFAM Oost-Vlaanderen. De overheid promoot via de brochure “de G-factor in uw bedrijf of organisatie, geletterdheid op de werkvloer” geletterdheidstrainingen op de werkvloer en reikt testen aan om ongeletterdheid op de werkvloer te herkennen. TOFAM Oost-Vlaanderen helpt deze brochure mee te verspreiden.

TOFAM Oost-Vlaanderen promoot het initiatief van Nederlands op de Werkvloer georganiseerd door Inom arbeiders via verschillende kanalen: via de website van TOFAM Oost-Vl. (Inom-initiatief werd openomen in het diversiteitsrapport metaal, te raadplegen op de website van TOFAM); tijdens bedrijfsbezoeken diversiteit, tijdens voorstellingen van opleidingsaanbod TOFAM aan bedrijven.

Artikel 7: stimuleren van competentieontwikkeling -

TOFAM Oost-Vlaanderen engageert zich om verder bijkomende inspanningen te leveren op het vlak van opleiding en permanente vorming van arbeiders uit de risicogroepen. TOFAM OostVlaanderen definieert risicogroepen alsvolgt: Risicoarbeiders: - arbeiders ouder dan 40 jaar; - arbeiders met maximaal een diploma Lager Secundair Onderwijs; - vervangers van bruggepensioneerden; - arbeiders die zich in één van de volgende situaties bevinden: o invoering nieuwe technologieën, o invoering nieuwe werkmethode, - reorganisatie van functies, cellen diensten van het bedrijf; Risicowerkzoekenden: - ontslagen arbeiders uit de sector (PC 111). - de laatste 12 maanden zonder onderbreking (volledig of gedeeltelijk) werkloosheids- of wachtuitkering ontvangen - ten hoogste een diploma Lager Secundair Onderwijs - jonger dan 18 jaar, onderworpen aan de deeltijdse leerplicht en geen Secundair Onderwijs met volledig leerplan volgen - ingeschreven bij het Rijksfonds voor de Sociale Reclassering van de Mindervaliden - minstens 50 jaar zijn - herintreders op de arbeidsmarkt. Tegelijkertijd zijn volgende voorwaarden vervuld: o geen werkloosheids- of loopbaanuitkeringen gedurende de jongste 3 jaar;


53

o o

geen beroepsactiviteit gedurende de jongste 3 jaar; gedurende de jongste 3 jaar hun beroepsactiviteit hebben onderbroken of nooit begonnen zijn.

-

TOFAM Oost-Vlaanderen blijft zijn diverse acties ter stimulering van het levenslang en -breed leren verder zetten in 2008 en 2009. Via een samenwerkingscontract met de VDAB kan het sectorfonds aan arbeiders uit de sector gratis opleidingen aanbieden: opleidingen metaalbewerking, opleidingen industriële automatisering en opleidingen coaching en diversiteit voor eerste lijnsleidinggevenden. Daartoe heeft het fonds een naturalijn bij de VDAB geopend. Teneinde de opleiding van de risicogroepen te stimuleren voorziet TOFAM Oost-Vlaanderen in een financiële tussenkomst van de loonkost bij een opleiding (zowel externe opleidingen als onthe-job trainingen) van arbeiders die aan de voorwaarden van ‘risicoarbeider’ voldoen zoals deze omschreven zijn in de CAO. Door de samenwerking met Randstad-opleidingen kan het sectorfonds aan de bedrijven uit de sector gratis heftruck-, rolbrug- en hoogwerkeropleidingen aanbieden. In 2008 wordt ook in samenwerking met Vion een gratis opleiding kunststoffen georganiseerd voor de kunstofoperatoren uit de sector. De tussenkomst voor inschrijvingsgeld individuele opleiding arbeiders wordt verder in 2008 uitbetaald door TOFAM Oost-Vlaanderen aan arbeiders die op eigen initiatief een opleiding wensen te volgen.

-

De sector voorziet jaarlijks in een aanbod van volgende opleidingen en tussenkomsten: - Heftruck beginners: 20 opleidingen voor 120 deelnemers - Heftruck voor gevorderden: 20 opleidingen voor 120 deelnemers - Opleiding Rolbrug: 20 opleidingen voor 120 deelnemers - Opleiding Hoogwerker: 20 opleidingen voor 120 deelnemers - Opleidingen metaalbewerking en industriële automatisering ism VDAB: 10 opleidingen voor 15 deelnemers - Opleiding coaching en diversiteit ism VDAB: 3 opleidingen voor 20 – tal deelnemers - Opleiding kunststoffen voor kunststofoperatoren ism Vion: 1 opleiding voor 10 deelnemers - Bedrijfsopleidingen: 10 opleidingen voor 50 deelnemers - TIIOA (tussenkomst inschrijvingsgeld individuele opleiding arbeiders): 50 opleidingen voor 50 deelnemers

-

TOFAM Oost-Vlaanderen zal bedrijven uit de sector bezoeken teneinde de initiatieven van het fonds bekend te maken. Doelgroep zijn de kleinere bedrijven die momenteel geen gebruik maken van of binding hebben met TOFAM Oost-Vlaanderen. De sector stimuleert hierbij het gebruik van diverse overheidsinitiatieven zoals diversiteitsplannen via o.m. het verlenen van informatie. De sector voorziet jaarlijks in een 25-tal bezoeken.

Diversiteitstoets - Kwantitatieve doelstellingen - TOFAM Oost-Vlaanderen zal in 2008 en 2009 binnen het kader van de diversiteitsplannen een omzendbrief verspreiden naar alle bedrijven van de sector. Aansluitend plant het fonds jaarlijks een 10-tal bezoeken, in samenwerking met de projectontwikkelaars diversiteit bij geïnteresseerde bedrijven. De hierbovenvermelde opleidingsinitiatieven worden binnen dit kader gepromoot voor kansengroepen. - TOFAM Oost-Vlaanderen streeft jaarlijks naar 40% deelnemers uit de kansengroepen in haar opleidingsinitiatieven. Onder kansengroepen verstaan we laaggeschoolden, ervaren werknemers, BUSO schoolverlaters, allochtonen en algemeen de risicogroepen bepaald per CAO hierboven vermeld. - Teneinde de opleiding van de risicogroepen te stimuleren voorziet TOFAM Oost-Vlaanderen in een financiële tussenkomst van de loonkost bij een opleiding (zowel externe opleidingen als on-the-job trainingen) van arbeiders die aan de voorwaarden van ‘risicoarbeider’ voldoen zoals deze omschreven zijn in de CAO. -

Kwantitatieve en kwalitatieve doelstellingen - TOFAM Oost-Vlaanderen organiseert een sectorspecifiek aanbod rond coaching & diversiteit voor direct leidinggevenden (ploegbazen, meestergasten, brigadiers en lijnverantwoordelijken) ifv de betere integratie van kansengroepen in het bedrijf. Voor 2008 en 2009 mikken we jaarlijks op 20 deelnemers.


54

Artikel 8: stimuleren van instroom van werkzoekenden -

De sector speelt in op de IBO-maatregel door het verlenen van een opleidingsen een tewerkstellingspremie na beëindiging van een IBO in een bedrijf behorend tot onze sector.

-

TOFAM Oost-Vlaanderen zal in 2008 haar campagne ifv de verdere bekendmaking van de opleidingsen tewerkstellingspremies voor werklozen verderzetten. Deze campagne zal gevoerd worden bij al deze actoren betrokken bij opleiding en tewerkstelling van werkzoekenden in de metaalsector (CC VDAB, lokale werkwinkels, opleidingscentra voor kansengroepen – derdenorganisaties, ...).

-

TOFAM Oost-Vlaanderen voorziet in een opleidingsen tewerkstellingspremie voor werkzoekenden die in de VDAB metaalopleiding of een erkende opleiding metaal (opleidingen metaal van derdenorgansiaties, bvb De Loods) volgen. Voor die werkzoekenden die na de opleiding in een tewerkstelling bij een bedrijf van de sector komen wordt er nog een tewerkstellingspremie voorzien. De sector voorziet jaarlijks een 50-tal premies uit te betalen.

-

TOFAM Oost-Vlaanderen voorziet in een premie voor de bedrijven voor de begeleiding van de stages van risicowerkzoekenden. TOFAM Oost-Vlaanderen wil met deze maatregel de opleiding van kansengroepen in de metaalsector stimuleren en bijdragen tot het realiseren van een duurzame tewerkstelling van werkzoekenden.

-

TOFAM Oost-Vlaanderen zal in 2008 en 2009 een nieuw instroomproject voor werkloze kansengroepen (kortgeschoolden, langdurig werklozen, andersgeschoolden, allochtonen, ouderen, ...) in de metaalsector opstarten. Dit project wordt gecoördineerd en gefinancierd door TOFAM Oost-Vlaanderen. Bijkomende financiering is mogelijk vanuit de lokale projectprogrammatie VDAB. Een TOFAM dossier wordt begin 2008 ingediend bij LKC VDAB Gent - Eeklo. TOFAM Oost-Vlaanderen voorziet jaarlijks € 112.800 voor de oriëntatie, opleiding en begleiding van kansengroepen naar de metaalsector. Dit project wordt verder uitgewerkt ism twee derdenorganisaties in Oost-Vlaanderen (Gent en Eeklo). Doelstelling pilootproject: 30 werkzoekenden op jaarbasis opleiden ifv de toeleiding naar de metaalsector. De opleiding wordt uitgewerkt op maat van de kandidaten: o o o o

-

Algemene vorming (sleutelcompetenties: rekenen, taal, ICT, sociale wetgeving, ...) Attitudetraining Opleiding op de werkvloer (gemiddeld: 1 maand in een bedrijf) Begeleiding door een peter/meter + externe begeleiding door een jobcoach van de opleidingsorganisatie.

TOFAM Oost-Vlaanderen zal in 2008 de specifieke instroomproblemen voor arbeiders binnen de deelsector kunststoffen verder onderzoeken. TOFAM zal in 2008 in samenwerking met de VDAB de voorbereidingen treffen voor een opleidingsen toeleidingsproject voor kunststofoperatoren/productiemedewerkers. De organisatie van een opleidingsproject “kennismaking met kunststoffen/ spuitgieten” gericht naar werklozen kan vanuit TOFAM OostVlaanderen opgenomen worden.

Diversiteitstoets: kwalitatief en kwantitatief: - De sector engageert zich tot de installatie van een begeleidingscommissie met vertegenwoordigers van de VDAB die de de toeleiding en het opleidingstraject van werkzoekenden binnen de metaalberoepen opvolgt en waar nodig bijstuurt. - De sector ontwikkelt in 2008 een project op maat van de metaalsector voor de oriëntatie, opleiding, begeleiding en toeleiding van kansengroepen ism derdengorganisaties. TOFAM Oost-Vlaanderen engageert zich tot een jaarlijkse opleiding en begeleiding van 30 werklozen in de metaalsector. Dit engagement wordt in 2008 & 2009 opgenomen ism twee opleidingsorganisaties met expertise op vlak van reïntegratie kansengroepen op de arbeidsmarkt.


55

Artikel 9: meewerken aan de ontwikkeling en de inzet van het ervaringsbewijs loopbaanbegeleiding

en

De uitvoering van deze actie wordt grotendeels opgenomen door INOM arbeiders. TOFAM Oost-Vlaanderen zal de ervaringsbewijzen binnen de sector mee promoten naar werkgevers en werknemers.

Artikel 10: actief ondersteunen van het strategisch competentiebeleid binnen bedrijven -

Momenteel is er hieromtrent nog geen beslissing genomen door de rvb van TOFAM OostVlaanderen. Deze beslissing zal pas genomen worden in de loop van het voorjaar 2008.

-

TOFAM Oost-Vlaanderen zal in voorkomend geval volgend onderzoek verrichten in 2008: o Voorbereidingen treffen voor een eventuele indiening van een ESF dossier voor de oproep “competentiebeleid sectorfondsen”, mogelijks ism TOFAM West-Vlaanderen en Vormetal Oost- en West-Vlaanderen. o Dit dossier kan voorbereid worden ism diverse partners. De toetreding tot een ESF project van het “Lerend netwerk competentiemanagement” kan hierbij overwogen worden. Deze beslissing dient verder door de rvb van TOFAM Oost-Vlaanderen genomen te worden in 2008.

Artikel 11: aangaan van partnerschappen -

TOFAM Oost-Vlaanderen heeft momenteel een samenwerking met de VDAB lopen. Hierbij investeert het sectorfonds voor de VDAB in een hoogtechnologische materiaal. Dit materiaal wordt aangekocht als een betaling in natura van de metaalopleidingen.

Artikel 12: begeleiding bij herstructurering -

TOFAM Oost-Vlaanderen biedt aan de ondernemingen die geconfronteerd worden met meervoudig of individueel ontslag de mogelijkheid aan om gebruik te maken van outplacement via het outplacementbureau waarmee TOFAM Oost-Vlaanderen een contract heeft. Hierdoor wordt eveneens CAO nr. 82 toegepast.

Horizontaal aandachtspunt: Diversiteit Artikel 13: algemeen: de diversiteitsdrager -

-

-

TOFAM Oost-Vlaanderen spoort de ondernemingen aan tot het sluiten van een nondiscriminatiecode. TOFAM Oost-Vlaanderen heeft deze code in 2008 op haar website geplaatst. Opmaak van een infofolder omtrent de diversiteitsplannen. Een diversiteitsrapport metaal is ook in 2008 te raadplegen op de website van TOFAM Oost-Vlaanderen. Dit rapport zal in 2008 verder geüpdated worden en uitgebreid met nieuwe goede praktijkvoorbeelden van diversiteitsplannen in de metaalsector. Organisatie van 2 vormingsdagen voor intermediairen en bedrijven omtrent het gebruik van tewerkstellingsmaatregelen voor kansengroepen. In 2008 zal TOFAM Oost-Vlaanderen 2 vormingssessies organiseren voor bedrijfsleiders en intermediairen (projectontwikkelaars, vormingsmedewerkers, jobkanaal, ...) ism werkwijzer. De toolbox tewerkstellingsmaatregelen (maatregelen voor tewerkstelling van kansengroepen - ESF project werkwijzer ism RESOC Meetjesland) zal hiervoor aangewend worden. In 2008 wordt een nieuw project opgestart rond toeleiding van kansengroepen naar de metaalsector. Dit project wordt uitgewerkt ism twee derdengorganisaties (zie ook art. 8). Actieve participatie in 2008 en 2009 aan het netwerk diversiteit van de SERV. Netwerken uitbouwen met de projectontwikkelaars van de SERR, jobconsulenten van jobkanaal en diversiteitsconsulenten van de vakbonden waardoor gezamenlijke initiatieven kunnen opgezet worden.


56

-

Bij de ondernemingen van de sector zal de medewerking gepromoot worden aan de structurele projecten (jobkanaal, diversiteitsconsulenten).


57



58


De heer Alain DEPOORTER, Agoria Oost- en West-Vlaanderen


De heer Albert MOERMAN, ABVV-Metaal;

De heer Koen DE JAEGER, ACLVB;

De heer Wim SEBREGHTS, ACV-Metaal Oost-Vlaanderen

59

Bijlage bij het protocol tussen de Vlaamse Regering en de Vlaamse sociale partners van de sector PC 111, nr. 7: Actieplan onderschreven door de sociale partners van TOFAM WestVlaanderen Acties ter uitvoering van artikel 1: stimuleren van samenwerking met scholen(gemeenschappen)

-

De uitvoering van deze actie wordt opgenomen door INOM-Arbeiders.

Artikel 2: stimuleren van een geïnformeerde studie- en beroepskeuze en het waarderen van het technischen beroepsonderwijs -

TOFAM West-Vlaanderen zal sensibiliserings- en promotiecampagnes voeren voor technische beroepen en studies en projecten opzetten ter verbetering van het imago van de sector naar jongeren toe. Hiertoe zal gebruik gemaakt worden van een beroepengids, een gids die de relevante beroepen uit de sector voorstelt en koppelt aan een technische studierichting en een interactieve website. De interactieve website zal in 2008 geüpdatet worden.

-

TOFAM West-Vlaanderen zal een positieve imagocampagne opzetten door zich te richten naar de ouders van kinderen die het lager onderwijs verlaten. Deze campagne zal maximaal aanwezig zijn op de diverse opendeurdagen van de technische scholen. De sector zal jaarlijks op de opendeurdagen van 20 technische scholen aanwezig zijn.

-

TOFAM West-Vlaanderen zal initiatieven ondersteunen van het onderwijs in het kader van de promotie van het TSO en BSO, ruimere initiatieven ter promotie van het TSO en BSO ondersteunen en opleidingsinitiatieven genomen door onderwijs, die opengesteld worden voor arbeiders uit de sector in West-Vlaanderen, projectmatig ondersteunen. Ook artikel 5.

-

TOFAM West-Vlaanderen zal doorgedreven contacten leggen met onderwijsinstellingen met het oog op samenwerking tussen onderwijs, industrie, VDAB en TOFAM West-Vlaanderen. Hiervoor zal de piste van het RTC West-Vlaanderen, meer bepaald de werkgroep mechanica, gebruikt worden.

-

TOFAM West-Vlaanderen zal participeren aan Technon in zoverre hun doelstelling kadert binnen het louter promotie voeren voor het technisch & beroepsonderwijs. Dit netoverstijgend samenwerkingsverband tussen scholen met een industriële betrokkenheid resulteert in een tweejaarlijkse beurs ter opwaardering van het TSO en BSO. De beurs zal doorgaan in 2009, maar in 2008 gebeurt de voorbereiding, de info en de promotie. Binnen het kader van dit event zullen er didactische paketten ontwikkeld worden voor leerlingen uit het basisonderwijs en de eerste graad van het secundair onderwijs. De raad van bestuur van TOFAM West-Vlaanderen kan beslissen dit initiatief verder financieel te ondersteunen. De sectorconsulent zal in diverse bestuursorganen en werkgroepen de sector vertegenwoordigen.

-

TOFAM West-Vlaanderen participeert aan de ‘Mecatrophy’, een wedstrijd voor laatstejaars studenten uit de mechanica richtingen. Het sectorfonds streeft naar een deelname van 8 technische scholen met 16 deelnemers. Verdere deelname na 2008 zal binnen TOFAM West-Vlaanderen deel uitmaken van een doorgedreven evaluatie.

-

In samenwerking met het beroepenhuis zet TOFAM West-Vlaanderen een wedstrijd op rond de sector en zijn beroepen op. In deze wedstrijd wordt de koppeling gemaakt tussen beroepen en studierichtingen. De wedstrijd richt zich naar de laatste graad van het basisonderwijs en de eerste graad van het secundair onderwijs. Winnende klassen kunnen een gratis bezoek brengen aan het beroepenhuis in Gent. Voor 2008 streven wij naar een deelname van 25 scholen . Voor 2009 mikken we op een deelname van 30 scholen.


60

Diversiteitstoets -

Er worden geen kwantitatieve doelstellingen bepaald. Het is vanuit een sectorfonds moeilijk om de instroom van kansengroepen in het technisch en beroepsonderwijs te beïnvloeden.

-

Kwalitatieve doelstellingen - Er wordt aandacht geschonken aan een goede communicatie naar jongeren uit kansengroepen en jongeren die voor een beroepskeuze staan. Er werd een visueel aantrekkelijke beroepengids ontwikkeld die, laagdrempelig is qua taalgebruik en die op deze manier toegankelijk is voor jongeren en volwassenen uit de kansengroepen.

Artikel 3: ondersteunen van meer en beter werkplekleren Artikel 3.1: Ondersteunen van systemen van afwisselend leren en werken TOFAM West-Vlaanderen promoot het industrieel leerlingwezen dat georganiseerd wordt door INOMArbeiders. Artikel 3.2: Meer en kwaliteitsvolle stages voor leerlingen -

Vanuit het onderwijs worden er geen kwantitatieve of kwalitatieve knelpunten gesignaleerd. Het stagegebeuren wordt opgevolgd binnen de werkgroep mechanica van het RTC West-Vlaanderen, een werkgroep waarin ook TOFAM West-Vlaanderen zetelt. Indien er binnen deze werkgroep knelpunten naar boven komen zal TOFAM West-Vlaanderen, in overleg met de betrokken scholen, oplossingen onderzoeken.

-

In 2008 start er op Vlaams niveau een samenwerking tussen VDAB en onderwijs waardoor leerlingen in een finaliteitsjaar gratis opleidingen kunnen volgen in de VDAB. Dit initiatief gaat echter maar op 1 september 2008 van start.

-

Om de leemte voor dit schooljaar te overbruggen overweegt TOFAM West-Vlaanderen gratis opleidingsuren te voorzien in de VDAB voor het onderwijs. Dit initiatief richt zich dan tot de derde graad studiegebied mechanica-elektriciteit en leerkrachten. Ook het BuSO zal dan van dit initiatief kunnen genieten. Het initiatief kan als project aan het RTC West-Vlaanderen voorgesteld worden. Via dit initiatief wenst het fonds 100 leerlingen te bereiken.

Diversiteitstoets - Kwantitatieve doelstelling: TOFAM West-Vlaanderen voorziet in zijn samenwerking met de VDAB een participatie van de BuSO scholen. Het fonds mikt op een aandeel van 20 BuSO leerlingen. Artikel 3.3: Ter beschikking stellen van stages voor leerkachten en opleiders -

Stageplaatsen voor leerkrachten: deze actie wordt uitgevoerd door INOM-Arbeiders. Indien er een samenwerkingsovereenkomst rond opleidingen onderwijs afgesloten wordt tussen TOFAM West-Vlaanderen en de VDAB zal deze een clausule bevatten die gratis opleidingsuren voorziet voor leerkrachten van het TSO en BSO studiegebied ‘mechanica-elektriciteit’. Streefcijfer van de sector voor 2008 is 20 leerkrachten. Na evaluatie kan de raad van bestuur van TOFAM West-Vlaanderen beslissen om dit voor het schooljaar 2008 – 2009 verder te zetten, al dan niet in samenwerking met het RTC West-Vlaanderen.

Diversiteitstoets - Kwalitatieve doelstelling: Er zal speciaal aandacht besteed worden aan het BuSO onderwijs. BuSO leerlingen een leerkrachten worden specifiek opgenomen in onze samenwerkingsovereenkomst met de VDAB inzake gratis opleidingen voor het onderwijs. Artikel 3.4: Ondersteunen van andere vormen van werkplekleren -

TOFAM West-Vlaanderen neemt hierin geen enkele actie


61


Van zodra het competentiemangagementsystemeen ‘competent’ van de Serv operationeel is, zal TOFAM West-Vlaanderen dit evalueren, opvolgen en overwegen welke acties kunnen ondernomen worden. Project competent is een ESF project van de Serv en loopt af in juni 2008. Doelstelling is de ontwikkeling van systeem van competentiebeschrijvingen op basis van een éénvormig begrippenkader en een gemeenschappelijke competentietaal.

Artikel 5: ondersteunen regionale technologiecentra -

TOFAM West-Vlaanderen blijft nauw betrokken bij de werking van het RTC West-Vlaanderen. Het sectorfonds is via de sectorconsulent aanwezig in de beheersorganen van het RTC en neemt momenteel het ondervoorzitterschap op.

-

TOFAM West-Vlaanderen participeert aan de werkgroep mechanica van het RTC WestVlaanderen.

-

TOFAM West-Vlaanderen ondersteunt een verdere betrokkenheid van het project ‘ProMechatronica’ bij de werking van het RTC West-Vlaanderen.

-

TOFAM West-Vlaanderen zal projectvoorstellen van het RTC West-Vlaanderen onderzoeken en eventueel inhoudelijk of financieel ondersteunen binnen de grenzen van de beschikbare budgetten van het sectorfonds.

Artikel 6: bevorderen van basiscompetenties -

De opleidingen ICT basisvaardigeheden en functionele en professionele ICT vaardigheden zijn in 2008-2009 opgenomen in de limitatieve lijst van opleidingen voor de tussenkomst inschrijvingsgeld individuele opleiding arbeiders. Arbeiders die na de werkuren een opleiding volgen van minimum 32 uur kunnen hiervoor een tussenkomst bekomen in het inschrijvingsgeld. Het gaat over een limitatieve lijst gevolgd bij erkende opleidingsverstrekkers. De lijst van de erkende instituten (CVO’S en syntra’s) en opleidingen (technische, ict, taal en sociale vaardigheden opleidingen) is terug te vinden op de website van TOFAM West-Vlaanderen.

-

De overheid promoot via de brochure ‘De G-factor in uw bedrijf of organisatie, geletterdheid op de werkvloer’ geletterdheidstrainingen op de werkvloer en reikt testen aan om ongeletterdheid op de werkvloer te herkennen. TOFAM West-Vlaanderen helpt deze brochure mee verspreiden.

Diversiteitstoets: TOFAM West-Vlaanderen promoot het initiatief van Nederlands op de Werkvloer georganiseerd door INOM-Arbeiders tijdens bedrijfsbezoeken.

Artikel 7: stimuleren van competentieontwikkeling -

TOFAM West-Vlaanderen bepaalt de risicogroepen bij CAO en definieert deze als arbeiders, tewerkgesteld in een West-Vlaamse onderneming behorend tot het Paritair Comité 111.1&2, die voldoen aan één van de volgende voorwaarden: diploma lager dan hoger TSO; ouder dan 40 die geconfronteerd worden met: o nieuwe technologieën o nieuwe werkmethodes o reorganisatie o herstructurering; vervangers brugpensioen; arbeiders die ten gevolge van een arbeidsongeval of een beroepsziekte niet meer in staat zijn hun huidige job uit te voeren;


62

-

arbeiders met een handicap; herintreders die de laatste 3 jaar geen beroepsactiviteit hebben verricht en die geen vergoeding genoten (gedurende het eerste jaar van tewerkstelling); bestaansminimumtrekker (gedurende het eerste en het tweede jaar van tewerkstelling); uit de sector PC 111 ontslagen, minimaal 6 maanden en maximaal 12 maanden volledig uitkeringsgerechtigd werkloos; deeltijds leerplichtigen; geen diploma/getuigschrift dat leidt naar een functie binnen de metaalsector; behoren tot andere categorieën van arbeiders die, op basis van een dossier, door TOFAM West-Vlaanderen als dusdanig erkend worden.

TOFAM West-Vlaanderen blijft zijn diverse acties ter stimulering van het levenslang en -breed leren verder zetten. Daartoe zal het sectorfonds een nieuwe samenwerkingsovereenkomst met de VDAB afsluiten. Via de aankoop van twee lassimulatoren, een investering van € 100.000, kan het sectorfonds aan arbeiders uit de sector 40 uren gratis opleidingen aanbieden. Via een samenwerking met het CVO Westhoek-Westkust kunnen arbeiders een gratis opleiding volgen rond PLC, een specifieke nood bij onderhoudsactiviteiten van automatiseringsprocessen, dit zowel in een basis- als in een gevorderden module. Teneinde de opleiding van de risicogroepen te stimuleren voorziet TOFAM West-Vlaanderen in een financiële tussenkomst van de loonkost bij een opleiding (zowel externe opleidingen als on-the-job trainingen) van arbeiders die aan de voorwaarden van ‘risicoarbeider’ voldoen zoals deze omschreven zijn in de CAO. Door de samenwerking met randstad-opleidingen kan het sectorfonds aan de bedrijven uit de sector gratis heftruck- en hoogwerkeropleidingen aanbieden. Teneinde werknemers die op eigen initiatief een opleiding volgen te stimuleren voorziet TOFAM West-Vlaanderen een tussenkomst in het inschrijvingsgeld van de opleiding (T.I.I.O.A.).

Î Î Î Î Î Î

VDAB opleidingen Heftruckopleidingen Opleiding hoogwerker Bedrijfsopleidingen PLC opleidingen T.I.I.O.A.

2008 120 deelnemers 160 deelnemers 40 deelnemers 150 deelnemers 3 deelnemers 300 deelnemers

2009 140 deelnemers 160 deelnemers 40 deelnemers 200 deelnemers 3 deelnemers 325 deelnemers

-

TOFAM West-Vlaanderen zal bedrijven uit de sector bezoeken teneinde de intiatieven van het fonds bekend te maken. Hier wordt vooral gemikt op de kleinere bedrijven die momenteel geen gebruik maken van of binding hebben met TOFAM West-Vlaanderen. De sector voorziet in een twintigtal bezoeken.

-

TOFAM voorziet in een premie voor werkzoekenden die onder het systeem van IBO bij een bedrijf uit de sector een opleiding volgt. Bij een daaropvolgende tewerkstelling binnen bedrijf uit de sector voorziet TOFAM West-Vlaanderen in een bijkomende premie

Diversiteitstoets - Kwantitatieve doelstellingen - TOFAM West-Vlaanderen zal in 2008 en 2009 binnen het kader van de diversiteitsplannen een omzendbrief verspreiden naar alle bedrijven van de sector. Aansluitend plant het fonds een tiental bezoeken, in samenwerking met de projectontwikkelaars diversiteit bij geïnteresseerde bedrijven. De hierbovenvermelde opleidingsinitiatieven worden binnen dit kader gepromoot voor kansengroepen. - TOFAM West-Vlaanderen streeft jaarlijks (2008 – 2009) naar 40% deelnemers uit de kansengroepen in haar opleidingsinitiatieven. Onder kansengroepen verstaan we kortgeschoolden, ervaren werknemers, BUSO schoolverlaters, allochtonen en algemeen de risicogroepen bepaald per CAO hierboven vermeld.


63

Artikel 8: stimuleren van instroom werkzoekenden -

-

-

TOFAM West-Vlaanderen voorziet in een opleidingspremie voor werkzoekenden die in de VDAB een metaalopleiding volgen. Voor die werkzoekenden die na de opleiding in een tewerkstelling bij een bedrijf van de sector komen wordt er nog een tewerkstellingspremie voorzien. In 2008 wordt dit initiatief uitgebreid naar de niet metaalopleidingen van de VDAB op voorwaarde dat na de opleiding een tewerkstelling volgt in bedrijf van de sector. Aantal premies: 2008: 100 2009: 100 TOFAM West-Vlaanderen start in 2008 een project op waarbij, via een doorgedreven technische opleiding en attitudetraining werkzoekenden toegeleid worden naar knelpuntvacatures uit de sector. Dit project steunt op een breed partnerschap bestaande uit verschillende organisaties die actief zijn op het terein van diversiteit: SERR/Resocs van West-Vlaanderen, Jobkanaal, diversiteitsconulenten van de vakbonden, de West-Vlaamse starterscentra en de VDAB. Het project bestaat uit 4 fasen: In fase 1 worden met de meewerkende bedrijven de vacatureprofielen en aanwervingsprocedures gescreend op drempels naar de kansengroepen. Hieruit volgt een herdefiniëring van de profielen en procedures. Op basis van de resulaten in fase 1 worden in fase 2 kandidaat werknemers gescreend. Gezien de West-Vlaamse werkloosheidscijfers zal het aandeel kansengroepen in de kandidaat werknemers groot zijn. Na de screening volgt er een matching aan een vacature en het opstellen van een persoonlijk ontwikkelingsplan. In fase 3 wordt de kandidaat werknemer ‘klaargestoomd’ via een doorgedreven technische opleiding en een intensieve attitudetraining. De technische opleiding gebeurt door de VDAB, de attitudetraining en trajectbegeleiding wordt uitbesteed aan een derdenorganisatie die hierin een specifieke know-how heeft. Fase 4 beoogt de tewerkstelling van de kandidaat werknemer. Het bedrijf en de kandidaat werknemer zal in de tewerkstelling begeleid worden door diversiteitsplannen, starterscentra, jobcoaches… . Doelstelling: participatie van 10 bedrijven met een duurzame tewerkstelling van 20 werkzoekenden. TOFAM West-Vlaanderen ondersteunt financieel het VDAB-project plaatbewerking. Binnen dit project worden 10 werkzoekenden opgeleid tot plaatbewerkers. De basisopleiding gebeurt binnen het VDAB competentiecentrum van Ieper. De vervolmaking gaat door in ‘pro-mechatronica’ satelliet plaatbewerking. Het sectorfonds voorziet voor dit project in een co-financiering van € 5.000.

Diversiteitstoets - Kwalitatieve doelstelling - Voor de opleidingenpremie volgt TOFAM west-Vlaanderen de intrede-voorrangsregels van de kandidaat cursisten werkzoekenden in functie van de vertegenwoordiging van de kansengroepen in de trajectwerking en de realisatie van een sluitende aanpak voor werkzoekenden behorende tot de preventieve doelgroep van de VDAB. Deze intredevoorrangsregels worden door de Raad van Bestuur van de VDAB vastgelegd, conform de Beheersovereenkomst tussen VDAB en de Vlaamse Regering. -

Kwantitatieve doelstelling - Het TOFAM project richt zich in eerste instantie naar de kansengroepen binnen de werkzoekendepopulatie. Toch zal bij de screening in fase 2 de volledige werkzoekendepopulatie met beroepsaspiratie metaal aangesproken worden. Als kwantitatieve doelstelling mikken we met het project naar 80% tewerkstelling van kansengroepen.

Artikel 9: Meewerken aan de ontwikkeling en de inzet van het ervaringsbewijs & loopbaanbegeleiding -

Deze actie wordt uitgevoerd door INOM-Arbeiders.


64

Artikel 10: Actief ondersteunen van het strategisch competentie-beleid binnen bedrijven -

Met het oog op de erkenning, inzet en verdere ontwikkeling van élk talent in de onderneming ondersteunen de sectorale sociale partners de bedrijven van de sector bij het ontwikkelen van een strategisch competentiebeleid. Strategisch competentiebeleid laat toe om de competentieontwikkeling van personeelsleden af te stemmen op de organisatiedoelstellingen. Het omvat het op een strategische manier onderkennen, inzetten en ontwikkelen van competenties. Een constructieve dialoog tussen werkgevers en werknemers is bij het realiseren van een competentiebeleid een kritieke succesfactor. Momenteel is er hieromtrent nog geen beslissing genomen door de rvb van TOFAM WestVlaanderen. Deze beslissing zal pas genomen worden in de loop van het voorjaar 2008.

-

TOFAM West-Vlaanderen zal volgend onderzoek verrichten in 2008: - Voorbereidingen treffen voor een eventuele indiening van een ESF dossier voor de oproep “competentiebeleid sectorfondsen”, mogelijks ism TOFAM Oost-Vlaanderen en Vormetal Oosten West-Vlaanderen. - Dit dossier kan voorbereid worden ism diverse partners. De toetreding tot een ESF-project “Lerend netwerk competentiemanagement” kan hierbij overwogen worden. Deze beslissing dient verder door de raad van bestuur van TOFAM West-Vlaanderen genomen te worden in 2008.

Artikel 11: aangaan van partnerschappen -

TOFAM West-Vlaanderen sluit in 2008 een nieuwe samenwerkingsovereenkomst met de VDAB inzake het organiseren van opleidingen voor arbeiders uit de sector. Hiervoor zal het sectorfonds investeren in twee lassimulatoren ter waarde van € 100.000.

-

TOFAM West-Vlaanderen start samen met een aantal partners in 2008 een project op rond het toeleiden van werkzoekenden naar een knelpuntvacature. Naast een aantal bedrijven bestaat het partnerschap uit verschillende organisaties die rond diversiteit werken, in casu: de West-Vlaamse SERR’s, VDAB zowel competentiecentra als arbeidsmarktbeleid, Jobkanaal Voka & Unizo, WestVlaamse starterscentra en de diversiteitsconsulenten van ABVV en ACV.

Artikel 12: begeleiding bij herstructurering -

TOFAM West-Vlaanderen biedt aan de ondernemingen die geconfronteerd worden met meervoudig of collectief ontslag de mogelijkheid aan om gebruik te maken van outplacement via het outplacementbureau waarmee TOFAM West-Vlaanderen een contract heeft. Hierdoor wordt eveneens CAO nr. 82 toegepast.

Artikel 13: algemeen: de diversiteitsdrager -

Ter promotie van de diversiteitsplannen zal TOFAM West-Vlaanderen een omzendbrief verspreiden over alle metaalbedrijven in West-Vlaanderen waarop geïnteresseerde bedrijven kunnen reageren. Er wordt een bezoek gepland aan de geïnteresseerde bedrijven met een projectontwikkelaar van de Serr.

-

In 2008 wordt een project opgestart rond de toeleiding van kansengroepen naar knelpuntvacatures samen met de projectontwikkelaars van de SERR, jobconsulenten van jobkanaal en diversiteitsconsulenten van de vakbonden.

-

Actieve participatie aan het netwerk diversiteit van de SERV.

-

TOFAM West-Vlaanderen zal deelnemen aan het project “diversiteit netwerkt” van de WestVlaamse serr projectontwikkelaars. Hierbij zal in een mobiele context diverse bedrijventereinen bezocht worden.


65

-

Bij de ondernemingen van de sector zal de medewerking gepromoot worden aan de structurele projecten (jobkanaal, diversiteitsconsulenten).

-

TOFAM West-Vlaanderen spoort de ondernemingen aan tot het sluiten van een nondiscriminatiecode. TOFAM West-Vlaanderen heeft deze code in 2008 op haar website geplaatst.

Artikel 14: specifiek: de diversiteitstoets -

Zie de afzonderlijke artikels.


66



67


De heer Alain DEPOORTER, Agoria Oost- en West-Vlaanderen


De heer John DEBROUWERE, ABVV-Metaal;

De heer Geert DE ROUS, ACLVB;

De heer Jan MAESEELE, ACV-Metaal West-Vlaanderen

68

Protocol van samenwerking

Recommend Documents