PROTOCOL (Hoog)Begaafdheid
mei 2013
Inhoudsopgave
1.
Algemeen
2.
1.1
Visie op (hoog)begaafdheid
p.3
1.2
Wat is (hoog)begaafdheid? 1.2.1 Kleuters met een ontwikkelingsvoorsprong 1.2.2 (hoog)begaafde leerlingen in groep 3 t/m 8
p.3 p.3 p.3
1.3
Wat willen we bereiken?
p.4
1.4
Doelgroep
p.4
2.1
De signaleringsfase 2.1.1 Groep 1 en 2 2.1.2 Bij aanmelding van een andere school, vanaf groep 3 2.1.3 De jaarlijkse signaleringslijst
p.4 p.4 p.5 p.5
2.2
De diagnostische fase 2.2.1 Vragenlijsten 2.2.2 Toetsresultaten 2.2.3 Onderpresteren
p.6 p.6 p.6 p.7
2.3
Plan van aanpak 2.3.1 Compacten 2.3.2 Verrijken 2.3.3 Versnellen 2.3.4 Plusklas 2.3.5 Wanneer een extern deskundige inschakelen?
p.7 p.7 p.7 p.8 p.8 P.8
SiDi 3
Bijlagen (digitaal)
Formulier Formulier Formulier Formulier Formulier Formulier Formulier Formulier
1A 1B 2A/2B 3A/3B 4 5 6 7
Bijlage (papier) Formulier 8 Formulier 9
Lijst aanmelding kleuters Groepssignaleringslijst Oudervragenlijsten Lijst leerkrachtdiagnose Lijst toetsgegevens Leerlingenvragenlijst Signaleringslijst onderpresteren VersnellingsWenselijkheidsLijst (VWL)
Overzicht traject (hoog)begaafdheid groep 1-8 Niveaugroepen WIG en criteriapunten Somplex
Protocol (Hoog)Begaafdheid – Basisschool de Wendakker
2
1. 1.1
Algemeen Visie op (hoog)begaafdheid
Wij als team van basisschool de Wendakker willen de (hoog)begaafde leerlingen een onderwijsvorm aanbieden die aansluit bij hun onderwijsbehoeften en verstandelijke vermogens. We willen deze leerlingen uitdagen en hen de kans bieden zich zo maximaal mogelijk te ontplooien tot zelfstandige volwassenen. Op de Wendakker willen we (hoog)begaafde leerlingen vroegtijdig signaleren, zodat ze zich ze blijven ontwikkelen op het gebied van kennis, houding en vaardigheden. We bieden hiervoor uitdaging op meerdere vakgebieden en laten ze met verschillende werkvormen kennismaken. 1.2
Wat is (hoog)begaafdheid?
(Hoog)begaafdheid is een samenstelling van meerdere eigenschappen. In het kort kan gesteld worden dat (hoog)begaafde kinderen, naast een hoge intelligentie, het vermogen hebben om op creatieve wijze met vragen, problemen en antwoorden om te gaan. Hun denkstrategie is dan ook echt “anders” en er is sprake van een innerlijke sterke taakgerichtheid en doorzettingsvermogen. Bij kinderen uit de groepen 1-2 spreken we over kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong. Bij de groepen 3-8 hanteren we het begrip (hoog)begaafde leerling. 1.2.1
Kleuters met een ontwikkelingsvoorsprong
Een peuter/kleuter met een sterke ontwikkelingsvoorsprong is een leerling die kan opvallen door meerdere van de volgende kenmerken: Een hoge A-score op kleutertoetsen/ontwikkeling van functies Een taalgebruik boven leeftijdsniveau Een sterk geheugen Een specifieke, gedurende lange tijd, interesse op een bepaald terrein Bedenkt creatieve oplossingen voor bepaalde problemen Leert zichzelf lezen, rekenen en/of tellen Is nieuwsgierig, stelt vragen, is opmerkzaam, observeert Is betrokken, neemt initiatieven Is onderzoekend, experimenteert, bouwt, ontwerpt Heeft een rijke fantasie, groot voorstellingsvermogen Sterke concentratie Oorspronkelijke humor Onafhankelijkheid, kan alleen spelen en werken Logisch denken, ziet relaties, verbanden, grotere patronen Is gevoelig, empathisch, zorgzaam Een vermoeden van onderpresteren (als een leerling langdurig minder presteert dan wat we van de aanwezige mogelijkheden verwachten) 1.2.2 (hoog)begaafde leerlingen in groep 3 t/m 8 Een (hoog)begaafde leerling is een leerling uit groep 3-8 die kan opvallen door meerdere van de onderstaande kenmerken: Een hoge A-score op Cito-toetsen in het leerlingvolgsysteem en 90% score op methodetoetsen Een taalgebruik boven leeftijdsniveau Een sterk geheugen Goed gebruik kunnen maken van informatie Snel kunnen denken Snel problemen kunnen oplossen, hoofd- en bijzaken kunnen scheiden Een specifieke, gedurende lange tijd, interesse voor een bepaald terrein Bedenkt creatieve oplossingen voor bepaalde problemen
Protocol (Hoog)Begaafdheid – Basisschool de Wendakker
3
1.3
Een vermoeden van onderpresteren (als een leerling langdurig minder presteert dan wat we van de aanwezige mogelijkheden verwachten) Wat willen we bereiken?
Wij vinden het belangrijk dat elk kind zich optimaal ontwikkelt, met plezier naar school gaat en voldoende uitgedaagd wordt om te leren. Ons doel is dat het kind in staat is op een evenwichtige wijze zijn/haar weg in de maatschappij te zoeken en te vinden. In dit protocol staan handreikingen om (hoog)begaafde leerlingen te signaleren en te begeleiden. Daaruit voortvloeiend zullen er ook adviezen richting de ouders plaatsvinden. Dit protocol is een onderdeel van het zorgplan op de Wendakker. 1.4
Doelgroep
De hoogbegaafde leerlingen;
Dit zijn leerlingen met een leervoorsprong van minimaal + 12 maanden en leereigenschappen zoals: snel van begrip, hoog leertempo, goed geheugen, brede algemene interesse en een brede algemene kennis, probleemoplossend vermogen, toepassen van verworven kennis, analytisch vermogen en soms met relatief zwakke persoonskenmerken.
De groep pientere/begaafde leerlingen;
Naast hoogbegaafde leerlingen zijn er ook cognitief begaafde leerlingen. Ook voor hen geldt dit protocol. Deze leerlingen werken zich op snelle wijze door de leerstof heen en behalen op één of meerdere gebieden een A of A+-score voor de cito-toetsen.
De onderpresteerders;
(Hoog)begaafde leerlingen kunnen ook onderpresteerders zijn. Je kunt hen indelen in twee groepen; leerlingen die minder presteren dan de voor de groep geldende norm en er zijn leerlingen die presteren wel boven de norm maar ver onder wat ze zouden kunnen. SiDi 3
2.
Op de Wendakker maken we gebruik van SiDi 3. Het SiDi 3 protocol is een gestructureerd signaleringsen diagnoseprotocol voor leerlingen van groep 1 t/m 8, waarin de hele procedure in stappen wordt weergegeven. De uitgave is opgebouwd in 3 delen: 1. Signalering, waarbij naar alle kinderen wordt gekeken. 2. Diagnose, waarbij het onderzoek bij een beperkte groep wordt voortgezet. 3. Uitvoering: het plan van aanpak. Aan het begin van elke stap staat aangegeven wie actie moet ondernemen. De groepsleerkracht kan het traject grotendeels zelf uitvoeren. Wel is het van belang elke stap met de interne begeleider te overleggen. De IB’er begeleidt, coördineert en bewaakt het gehele proces. Het SiDi 3 protocol geeft enerzijds veel informatie over kenmerken van kleuters met een ontwikkelingsvoorsprong en (meer)begaafde kinderen en is anderzijds een goede leidraad om in de eigen schoolsituatie tot een professioneel signalerings- en diagnosebeleid te komen. Bij signalering en diagnose van (hoog)begaafdheid wordt verder gekeken dan alleen een hoog IQ. In SiDi 3 wordt inzicht gegeven in de diverse aspecten en persoonlijkheidskenmerken en intelligenties van kinderen, waarbij tevens de rol van creativiteit in het handelen en in de prestaties wordt meegerekend. 2.1
De signaleringsfase 2.1.1
Groep 1 en 2
Bij binnenkomst van de 4-jarige heeft de groepsleerkracht een uitgebreid intakegesprek met (één van) de ouders. In het gesprek komen de volgende items aan bod: -interesses van het kind
Protocol (Hoog)Begaafdheid – Basisschool de Wendakker
4
-speel/werk aanpak -sociale ontwikkeling -emotionele ontwikkeling -vragenlijst ouders Aan de ouder(s) wordt voorafgaande het gesprek gevraagd om thuis de vragenlijst bij aanmelding voor kleuters Sidi 3 (bijlage 1.A) in te vullen met daarbij een aanvullende lijst van school. De resultaten van de vragenlijst worden vervolgens verwerkt door de interne begeleider. Tevens observeert de interne begeleider leerlingen in verschillende schoolsituaties. Te denken valt aan: spelen in de hoeken, de muzieklessen, kringgesprekken, het buitenspelen etc. Indien bovenstaande resultaten aanleiding geven om verder te specificeren, kan besloten worden om met het kind het vervolgtraject van de ‘diagnose’ in te gaan, zie kopje 2.2. De IB-er bewaakt en coördineert de vervolgprocedure binnen de bestaande zorgstructuur. Actie: interne begeleider in samenspraak met leerkracht van groep 1 2.1.2
Bij aanmelding van een andere school, vanaf groep 3:
Bij aanmelden op school vanaf groep 3 vindt er een gesprek plaats tussen de leerkracht, interne begeleider en ouder(s). Tijdens dit gesprek worden de ouders vragen gesteld omtrent de ontwikkeling van hun kind. De interne begeleider neemt voor het gesprek samen met de groepsleerkracht het onderwijskundig rapport door. Indien bij de leerkracht of interne begeleider langs verschillende wegen signalen binnenkomen, die erop wijzen dat een kind (hoog)begaafd is a.d.h.v.: - gesprekken met vorige leerkrachten - schoolresultaten - leerlingvolgsysteem (CITO) - uit gesprekken met ouders - sociaal emotioneel (ZIEN ) kan er besloten worden om ouders een vragenlijst te laten invullen, zie kopje 2.2.1, vragenlijst 2.B Actie: de groepsleerkracht in samenspraak met de interne begeleider 2.1.3
De jaarlijkse signaleringslijst
Aan het begin van een nieuw schooljaar wil je graag weten wat voor ‘vlees je in de kuip hebt’. Natuurlijk heb je al de gegevens van collega’s uit voorgaande groepen ontvangen en daarmee een eerste indicatie over deze kinderen. Echter is het heel goed mogelijk dat de (hoog)begaafde kwaliteiten van één of meer kinderen onopgemerkt zijn gebleven. Er zijn laatbloeiers, die op latere leeftijd hun talent ontwikkelen. Het kan ook zijn dat kinderen niet als zodanig zijn opgevallen. Daarom is in dit protocol gekozen voor een groepssignaleringslijst, formulier 1B. Enkele opmerkingen:
Periode van invullen
De groepsleerkracht vult deze lijst in oktober in voor alle leerlingen in uw groep. Je vult alleen die kenmerken in die op een leerling van toepassing zijn. Je start met deel 1. Het kan zijn dat je gedurende het schooljaar signalen bij een leerling ziet, die mogelijk kunnen duiden op (hoog)begaafdheid, terwijl deze leerling in oktober geen enkel signaal liet ziet. In een dergelijk geval kun je de groepslijst alleen voor deze leerling invullen.
Protocol (Hoog)Begaafdheid – Basisschool de Wendakker
5
Invullen groep 1
Bij de aanmelding van een kleuter heeft de interne begeleider samen met de groepsleerkracht al een gesprek gevoerd met de ouder(s) over een eventuele ontwikkelingsvoorsprong. Indien dat is geconstateerd, hoef je voor deze leerlingen de groepslijst niet opnieuw in te vullen. Voor kinderen die na december tot aan juli op school zijn gekomen en na de vakantie in groep 1 blijven, is het wenselijk om wel de groepslijst in te vullen.
Kinderen die al zijn geïndiceerd
Voor de kinderen die in groep 1 t/m 5 zijn geïndiceerd als kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong of als (hoog)begaafd, hoef je de groepslijsten niet opnieuw in te vullen. In groep 6 moet de groepslijst wel weer voor alle kinderen worden in gevuld. Actie: groepsleerkracht 2.2
De diagnostische fase 2.2.1
Vragenlijsten
Indien de leerkracht na de signaleringsfase (groepslijsten) sterke vermoedens heeft dat het kind (hoog)begaafd is, wordt dit besproken met de interne begeleider. Er kan dan besloten worden om verder onderzoek te doen door onderstaande stappen te doorlopen:
Vragenlijsten ouders
De oudervragenlijst (formulier 2.A en 2.B): De vragenlijst wordt door ouders ingevuld op papier. De intern begeleider voert de ingevulde vragenlijst vervolgens in de digitale versie van SIDI 3 in. De resultaten worden automatisch weergegeven. Vervolgens wordt er met leerkracht en interne begeleider een gesprek gepland met ouders waarin de ouder(s) de gelegenheid krijgen om toelichting te geven op de ingevulde lijst
Vragenlijsten leerkrachten
De leerkrachtdiagnose (formulier 3.A of 3.B): Na de vragenlijst voor ouders wordt ook door de leerkracht een observatielijst ingevuld. Na overleg met IB’er kan de leerkracht de observatielijst direct digitaal invullen. De resultaten worden automatisch weergegeven.
Vragenlijsten leerlingen
De leerlingvragenlijst voor lln. uit groep 3 t/m 8 (formulier 5): De vragenlijst wordt op papier met de leerling ingevuld. De intern begeleider voert de ingevulde antwoorden vervolgens in de digitale versie van de SIDI 3 in. De resultaten worden automatisch weergegeven. Na de verwerking van de gegevens in de digitale versie van SIDI 3, zal het programma automatisch een grafiek weergeven waarin het grafisch profiel van de leerling in beeld komt. Daarnaast zal het programma een identificatieverslag schrijven waarin per onderdeel een toelichting wordt gegeven op het profiel uit de grafiek en op grond daarvan conclusies worden getrokken. 2.2.2 Toetsresultaten Vervolgens moet het didactisch beheersingsniveau in kaart worden gebracht. Dit gebeurt in overleg met de intern begeleider. De intern begeleider zal het functioneringsniveau in kaart brengen (formulier 4) door middel van doortoetsen tot een score van II of een CITO B-niveau en door analyse van eerdere toetsresultaten. Op basis van de prestaties van de leerling wordt duidelijk welke leerstofonderdelen beheerst worden en welke onderdelen nog oefening behoeven. De toetsresultaten worden door interne begeleider ingevoerd in de digitale versie van SIDI 3. Op basis van de in kaart gebrachte toetsresultaten en naar
Protocol (Hoog)Begaafdheid – Basisschool de Wendakker
6
aanleiding van het sociaal-emotioneel functioneren, zal er een advies gegeven worden voor een passend leerstofaanbod. Indien een leerling bij het dóórtoetsen van +12 maanden op het gebied van taal/lezen en rekenen een score heeft van I of CITO A+, dan is het raadzaam om na te gaan of versnellen een optie is. Je kunt hiervoor gebruik maken van de VersnellingsWenselijkheidsLijst (VWL). Deze lijst is ontwikkeld om leerkrachten en andere betrokkenen te ondersteunen in de beslissing een leerling al dan niet vervroegd naar een volgende groep te laten gaan (halverwege het schooljaar) c.q. een groep te laten overslaan (aan het eind van het schooljaar). De lijst kan gebruikt worden vanaf groep 1/2. Hoewel het overslaan van een groep meestal in verband gebracht wordt met hoogbegaafde leerlingen, is (gediagnosticeerde) hoogbegaafdheid geen voorwaarde om voor een leerling de VWL in te vullen. Actie: de Interne begeleider bewaakt en coördineert de vervolgprocedure binnen de bestaande zorgstructuur en informeert ouders en rapporteert naar ouders in samenspraak met de groepsleerkracht 2.2.3 Onderpresteren Onderpresteren is langdurig minder presteren dan wat op basis van de aanwezige mogelijkheden verwacht mag worden. Wanneer het vermoeden bestaat dat een leerling onderpresteert, wordt in overleg met de intern begeleider besloten om een signaleringslijst onderpresteren (formulier 6.B) in te vullen. De leerkracht kan de observatielijst direct digitaal invullen. De resultaten zullen automatisch worden weergegeven. Actie: de groepsleerkracht in samenspraak met de interne begeleider 2.3
Plan van aanpak
Begeleiden van (hoog)begaafde leerlingen Onderwijs op maat omvat meer dan alleen onderwijs op het juiste cognitieve niveau! Op het gebied van begeleiding is veel mogelijk. Hieronder volgt een opsomming van wat er aan begeleiding gegeven kan worden bij ons op school. Per kind wordt gekeken welke begeleiding het best in aanmerking komt. 2.3.1
Compacten
Indien een leerling een voorsprong heeft kleiner dan een jaar of een voorsprong heeft op een vakgebied, kun je in overleg met de interne begeleider gaan compacten en verrijken. Wat schrappen? 50%-75% van de oefenstof 75%-100% van de herhaling Wat wel aanbieden? Belangrijke stappen in het leerproces Belangrijke strategieën en werkwijze Ontdekactiviteiten Reflectieve activiteiten Activiteiten op tempo Introductie van een nieuw thema Voor het vakgebied rekenen is dit voor een groot gedeelte geïntegreerd in onze nieuwe methode WIG 4, zie bijlage 9. 2.3.2
Verrijken (verbreden en verdiepen)
Verdiepen: een leerling gaat dieper in op dezelfde stof.
Protocol (Hoog)Begaafdheid – Basisschool de Wendakker
7
Verbreden: de leerling verdiept zich in ander werk. Anders dan het reguliere aanbod op onze school. Hierbij kun je denken aan het filosoferen met kinderen, projectmatig werken etc.
Verrijkingsvormen die aangeboden kunnen worden : de voorkeur gaat uit naar afgeronde leerstofpakketten die niet vooruitlopen op de leerstof van het voortgezet onderwijs het werken met verrijkingsmateriaal is ingeroosterd en vindt plaats op een geplande tijd en op een vaste werkplek de verrijkingsactiviteiten worden beoordeeld door de groepsleerkracht 2.3.3
Versnellen
Wanneer overwogen wordt om een leerling te laten versnellen of vervroegd door te laten stromen, kan de versnellingwenselijkheidslijst (VWL, bijlage 7 ) hierin ondersteuning bieden. De lijst kan gebruikt worden vanaf groep 1/2. Omdat het een ingrijpende maatregel is, is het van belang dat deze op gefundeerde wijze genomen wordt. De beslissing wordt altijd in overleg met de groepsleerkracht, interne begeleider, directie en ouder(s) genomen. De uiteindelijke beslissing ligt bij school.
2.3.4
Plusklas
Binnen ons Samenwerkingsverband bestaan bovenschoolse plusgroepen. In deze groepen kunnen maar een beperkt aantal leerlingen toegelaten worden, hierdoor is er sprake van een streng aanmeldbeleid. Het ‘vangnet’ hoogbegaafdheid bestaat uit een plusklas voor (hoog)begaafde leerlingen waarvoor de maatregelen, die op schoolniveau zijn genomen, onvoldoende zijn om hen voldoende veiligheid en uitdaging te bieden. In deze plusklas bieden we de (hoog)begaafde leerlingen: - tijd en ruimte voor ontmoeting en uitwisseling tussen ontwikkelingsgelijken; - aan de hand van projectwerk (waarin de vakken geïntegreerd zijn) groepsgewijs uitdaging; - sociale vaardigheidstraining toegespitst op deze doelgroep Voor leerkrachten wordt vanuit dit vangnet: - expertise geboden (herkenning onderpresteerders, kennis verrijkingsmateriaal dat op school kan worden ingezet, formuleren van structureel schoolbeleid); - het diagnosticeren van onderpresteerders verzorgd; - een “informatiecentrum” ingericht, waar zij de nodige achtergrondinformatie kunnen verzamelen over (hoog)begaafdheid. Kinderen die vanuit school in aanmerking komen voor de plusgroep kunnen bij het POA (Platform voor Onderzoek en Advies) worden aangemeld. In overleg met het bestuur is de volgende aanmeldroute afgesproken: In de bovenschoolse plusgroep komen leerlingen uit groep 5 tot en met groep 8 die naast een hoge intelligentie ook beschikken over een hoge graad van creatief denken en een hoge taakgerichtheid. De factoren in de omgeving (gezin, school en vriendenkring) bepalen mede of deze aanleg tot uiting komt in hoge prestaties. Kenmerken van een (hoog)begaafdheid kun je lezen in paragraaf 1.2.1 en paragraaf 1.2.2. School bespreekt met de ouders van de leerlingen een mogelijke aanmelding voor de bovenschoolse plusgroep. Het OKR bovenschoolse plusgroep wordt ingevuld en door alle betrokkenen ondertekend. De bijlagen die meegestuurd moeten worden staan vermeld in het OKR. Een uitdraai van het DHH of SIDI-3 is verplicht! Ook informatie over diagnoses etc. moet worden vermeld
Protocol (Hoog)Begaafdheid – Basisschool de Wendakker
8
2.3.5
Wanneer een extern deskundige inschakelen?
In sommige gevallen is het aan te raden een extern deskundige in te schakelen. Je kunt hierbij denken aan: - leerproblemen - gedragsproblemen - verschil van inzicht school-ouders - indien de begeleiding niet aanslaat Dit kan een psycholoog/orthopedagoog zijn of een andere deskundige. Het is van belang dat je (in overleg met ouders) weet welke deskundige je inschakelt, omdat anders de kans bestaat dat ouders zelf met deskundigen de school in stappen, waar we zelf, als school, misschien niet achter staan. Het inschakelen van deskundige hulp is vooral zinvol, wanneer we als school zelf in onvoldoende mate een goed beeld krijgen van de leerlingen of in geval van een groot meningsverschil met de ouders. Het komt voor dat kinderen zich thuis anders gedragen dan op school. Voorts is het aan te raden dat er externe hulp wordt ingeschakeld, wanneer een plan niet van aanpak niet werkt. Voor meer informatie over het inschakelen van deskundige hulp, wil ik verwijzen naar het onderdeel ‘Uitzonderingen’ in het protocol voor signalering en diagnosticering van intelligente en (hoog)begaafde leerlingen in het primair onderwijs (SIDI 3).
Protocol (Hoog)Begaafdheid – Basisschool de Wendakker
9
Bijlagen Formulier 1 t/m 7
Zie IB-schijf, mapje SiDi 3
Formulier 8
Overzicht traject (hoog)begaafdheid groep 1-8
Naam leerling: Geboortedatum: Groep: Invuldatum: Naam leerkracht: Interne begeleider:
Signalering
Datum
Lijst bij aanmelding kleuters (formulier 1A)
ja / nee, op___________
Anders;………………………………………………….
ja / nee, op___________
Diagnose Groepssignaleringslijst (formulier 1B)
ja / nee, op___________
Oudervragenlijst (formulier 2A/2B)
ja / nee, op___________
Lijst leerkrachtdiagnose (formulier 3A/3B)
ja / nee, op___________
Lijst toetsgegevens (formulier 4)
ja / nee, op___________
Leerlingenvragenlijst (formulier 5)
ja / nee, op___________
Signaleringslijst onderpresteren (formulier 6)
ja / nee, op___________
Oudergesprek
ja / nee, op___________
Anders;………………………………………………….
ja / nee, op___________
Plan van aanpak Plan van aanpak opstellen
ja / nee, op___________
Aanmelden voor de bovenschoolse Plusklas van KONOT
ja / nee, op___________
Extern deskundige inschakelen
ja / nee, op___________
Protocol (Hoog)Begaafdheid – Basisschool de Wendakker
10
Formulier 9
Extra plus A+
Plus A eventueel hoge B (globaal)
Niveaugroepen WIG en criteriapunten Somplex Instructie In overleg met de leerkracht meedoen met som 1 en 2
Zelfstandig In overleg som 3 maken v/h lesboek
Som 1 en 2 instructie meedoen
Som 3 v/h lesboek zelfstandig maken
Bijwerkboek -
-
Weektaak 2-ster sommen in overleg met leerkracht 3 sterren weektaak maken de door de methode aangegeven sommen van de 2 sterren weektaak maken
Pluswerkboek ja en eventueel verder met somplex
Na de toets Afhankelijk van de toetsscore + eigen inzicht lkr.
-
Projecttaken + -(bij goede toetsscore) 3 sterren opdr. maken. Evt. kopie v/h pluswerkboek
3 sterren weektaak maken
-zoals de methode aangeeft.
Basis B, C (globaal)
Som 1 en 2 instructie meedoen
Som 3 v/h lesboek starten, leerkracht ondersteunt
Indien nodig kun je kopieën maken v/h bijwerkboek
2 sterren weektaak maken - klaar: door met 3 sterren of kopieerblad bijwerkboek
-
Minimum Lage C, D, E (globaal)
Som 1 en 2 instructie meedoen
Som 4 v/h bijwerkboek zelfstandig maken
Som 1 en 2 instructie meedoen
Som 4 van het bijwerkboek zelfstandig maken
2 sterren weektaak maken - evt gaat de lkr. compacten 1 ster weektaak maken -evt. gaat de lkr. compacten
-
Eigen leerlijn hardnekkige E leerlingen
Som 5 en 6 v/h bijwerkboek samen maken met de leerkracht Som 5 en 6 v/h bijwerkboek samen maken met de leerkracht
Projecttaken + -(bij goede toetsscore) naar eigen inzicht opdr. van de 2 en/of 3 sterren weektaak
-
-zoals de methode aangeeft Projecttaken + afhankelijk van de toets werken aan de 1- en 2 sterrenopdr. Projecttaken + 1 ster opdr. Evt. extra taken maken v/h bijwerkboek