proloog-’
pirrir oprnb ond’vwIjs IiWVit
Jaarstukken 2011
Deloitt, Leeuwarden, 19-6-2012
/J
Postbus826 8901 BP Leeufirden 088
-
288283
Voor ideflffcatiedoeIeinden BehorenIbij controeverk rn d. d.
19 JUN2012
Inhoudsopciave Bladzijde
Jaarstukken 2011
Jaarverslac, 2011 1. Proloog in 2011 1.1 Proloog: missie en doelen 1.2 Bestuur en medezeggenschap 1.3 Onderwijs 1.4 Leerlingen 1.5 Personeel 1.6 Begroting 2011 1.7 Huisvesting 1.8 Materiële exploitatie leeriinggebonden 1.9 Projecten 1.10 Klachtenprocedures 1.11 Overige onderwerpen
3 4 6 8 10 13 14 16 17 18 19
2. Financie& beleid 2.1 Kengetallen 2.2 Analyse resultaat 2.3 Financiering 2.4 Begroting 2012 2.5 Samenstelling van de lasten 2.6 Ontwikkeling leerlingenaantal
23 26 29 35 36 37
Jaarrekenina 2011 Waarderingsgrondslagen Balans Staat van baten en lasten Kasstroomoverzicht Toelichting op de balans Toelichting op de staat van baten en lasten
39 46 49 51 53 69
Bijlagen Overzicht verbonden partijen Bezoldiging van bestuurders en toezichthouders Geoormerkte doelsubsidies Ministerie OCW Gebeurtenissen na balansdatum Gegevens over de rechtspersoon Wet openbaarmaking topinkomens (WOPT).
95 97 99 101 103 105
Deloitte. Pobus 826 8901 BP Leefrarden 088
-
28828/8
Voor idefitificatiedoeleinden. Behorerfd bij controleverklaring d.d.
19 JUN 2012
Overige pegevens
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Bestemming van het resultaat
107 111
Deloitte. I?
Postbus 826 8901 BP Leeuw//den 088 2882888 -
/
Voor identilicatledoejejnden. Behorend LfiJ controleverkiaring d.d.
‘I 9 JUN 2z
Jaarverslag 2011
Deloitte. Postbus 826
8901 BP Leeuwaffen 088-2882888
Voor identifi1atiedoe(enden. Behorend bijcontroleverkiaring d.d.
1 9 JUN 2012
BESTUU RSVERSLAG
Deloitte.
/9
5 826 Potbu 8901 BP Leeuw,fJen 088 2882888 -
Voor
/
identif/catjedoelejfldefl Behorend bij controIeverkIarng d.d.
I
‘19 JUN 2012
pro1oog pdm, nro,wb
1.
PROLOOGIN 2011
1.1
PROLOOG: MXSSIE EN DOELEN
Missie: elke leerling telt Proloog respecteert iedereen en stimuleert de voile ontwikkeling van elk kind vanuit de mogelijkheden van elk kind. Elke leerling is er één. In kinderen die van huis uit minder mogelijkheden hebben, wordt extra geInvesteerd. Vorm en inhoud gaan samen. Het onderwijs op aile scholen van Proloog ademt een plezierige, ontspannen sfeer. De houding van directies en het personeel is open en transparant en betrokken bij kind, ouders en omgeving. De scholen zijn modern en het onderwijsprogramma is toekomstgericht. Kinderen leren als ze plezier hebben en het onderwijs aansluit op hun eigen mogelijkheden en ervaring. Kinderen leren actief, gaan respectvol met elkaar om, werken samen en leren de basisvaardigheden en de cultuur en samenleving kennen. De basisscholen van Proloog zijn onderwijskundig sterke scholen. Ze zijn goed bereikbaar voor edereen in elke wijk of dorp in de gemeente Leeuwarden. Proloog is een menselijke werkgever voor zich actief inzettend, betrokken personeel. Alle Proloogscholen (moeten) voldoen aan cie criteria van de onderwijsinspectie en hebben daarnaast elgen doelen gesteld. Proloog kiest voor de besturingsfiiosofie ‘decentraal, tenzij.’ Scholen mogen met elkaar concurreren vanuit de principiele gedachte dat kwaliteit gehonoreerd wordt door ouders die een vrije schoolkeuze hebben aangaande richting en onderwijskwaliteit. De scholen hebben een grote mate van onderwijskundige vrijheid binnen de gemeenschappelijke algemene onderwijskundige en bedrijfsmatige kaders. Proloog is één onderwijsorganisatie van samenwerkende, onderwijskundig relatief zelfstandige scholen. Kwaliteit Omdat in 2009 een aantal scholen (zeer) zwak waren, is extra prioriteit gegeven aan kwaliteitsverbetering. In 2011 verkregen alle scholen van Proloog het Basisarrangement. In 2011 zijn er geen zwakke scholen meer en is de doelstelling gerealiseerd. Continulteit Vanaf 2009 tot en met 2011 was sprake van een fors negatief exploitatieresultaat. Vanaf november 2010 is intensief overleg gevoerd met ondermeer de gemeente Leeuwarden met als hoofdthema het waarborgen van de continulteit van Proloog. De vervolgacties, die inmiddels hebben plaats gevonden luiden: het aanstellen van een extern controller het samenstellen van een herstelpian het voeren van overleg met de vakbonden omtrent het ontslag van medewerkers het beschikbaar stelien van een krediet door de gemeente Leeuwarden van € 1,5 miljoen -
-
-
-
Voor de uitvoering van het hersteiplan is in mei 2011 een algemeen directeur a.i. aangesteld. Het sociaal plan eindigt op 31 juli 2012. De doelstelling van de bezuiniging in het herstelplan wordt in 2012 gerealiseerd. De ontwikkeling van de exploitatie en de liquiditeiten in 2012 verloopt op basis van indicatieve cijfers gunstiger dan in de begroting 2012 was aangenomen. Het streven naar een positief exploitatiesaldo in 2013 en volgende jaren lijkt haalbaar. Het Rijk en de gemeente Leeuwarden hebben het toezicht op Stichting Proloog verscherpt. De gemeente heeft onder meer een extra bestuurslid benoemd. (verwezen wordt naar 1.2) De begroting 2012 sluit met een nadelig saldo van € 686.000 (verwezen wordt naar 2.4). Dit resultaat past binnen de doelstellingen zoals die zijn opgenomen in het herstelplan van 2010. Voor de daaropvolgende jaren wordt een positief exploitatieresultaat verwacht en is sprake van het herstel van het eigen vermogen.
Deloitte. /
Postbus 826 8901 BP Leeuwardef 088
-
2882888
Voor identjfjcatj doeteinden. Behorend bij co. troleverklaring
19 JUN 2012
d. ‘‘Pagina 3
proLoo/ p.ioi,
1.2
BESTUUR EN MEDEZEGGENSCHAP
Samenstelling bestuur Op 3 1-12-2011 bestaat het Stichtingsbestuur uit de volgende leden: Sjouke Wouda, voorzitter; Anneke Bloem, secretaris; Herman de Zeeuw, penningmeester; Mettiena Leemeijer, lid (voordracht ouders) Rudolf Winius, lid (voordracht ouders); Els van der Kwast, lid; Jos van de Maas, lid. De Raad van de gemeente Leeuwarden heeft in afwijking van arbkel 6 e.v. van de statuten van Proloog op 27 juni 2011 besloten om aan het bestuur van de Stichting Proloog tijdelijk, voor de duur van tenminste 6 maanden een extra bestuurslid toe te voegen. Op 26 september 2011 heeft de Raad besloten met terugwerkende kracht per 1 september 2011 mevrouw A. de Graafte benoemen als bestuurslid. Voorzitter Sjouke Wouda is per 1 januari 2012 statutair afgetreden. Met ingang van de genoemde datum is Mettiena Leemeijer voorzitter van het bestuur. -
-
-
-
-
-
-
Naar een College van Bestuur en een Raad van Toezicht De hoofdlijn van het bestuurlijk denken, ook in verband met de toekomst van de Stichting Proloog is dat er gewerkt wordt vanuit de visie van een toezichthoudend bestuur, waarbij de algemeen directeur belast is met de dagelijkse bestuurlijke werkzaamheden binnen een ruim mandaat. Het bestuur heeft zich verdiept in de nieuwe wet Goed Bestuur en de noodzaak tot een scheiding van bestuur en toezicht. Mede met ondersteuning van VOSABB heeft het bestuur de richtinggevende uitspraak gedaan dat het bestuur kiest voor een model van een College van Bestuur van één persoon en een Raad van Toezicht. Daarnaast dient expliciet aandacht te zijn voor de verantwoordelijkheid voor de bedrijfsvoering binnen de nieuwe structuur. Het bestuur heeft een stappenpian ontwikkeld gericht op de invulling en formele procedures om op termijn te komen tot een College van Bestuur en Raad van Toezicht. Bestuurs- en servicebureau ‘Fonteinland 11’ Het bestuurs- en servicebureau is gehuisvest in het pand (in eigendom) ‘Fonteinland 11’. samen met de huurders RENN4, het Spectrum en Cedin. Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad De samenstelling van de GMR in 2011 was als volgt: Oudergeleding Robert Kronenburg (Oldenije), voorzitter Danny Beetsma (Wassenberghskoalle) Huib Jan Imbens (Uniaskoalle) Richard Messchendorp (Oldenije) afgetreden in november 2011 Maaike Huisman (Wynwizer) afgetreden in mel 2011 Gerard Visser nieuw vanaf mei 2011 Jennifer Niemeijer nieuw vanaf november 2011 -
-
-
-
—
-
-
-
—
—
—
Personeel Willem van der Knoop (Wielen-Kingma), secretaris afgetreden in februari 2011 Ytsje Bakker-Faber (Wielen-Galama) Jitske Heeg (Trilker) Petra Torenga (Wynwizer en pool/Potmarge) secretaris vanaffebruari 2011 José Eshuis (de Weide) Ankle Keizer (Oud Oost) nieuw vanaf maart 2011
-
—
-
-
-
—
-
-
—
De nieuwe GMR heeft in 2011 ook de contacten met de MR’en gehouden voor de MR’en die goed bezocht is. Er is negen keer jaar aan de orde komen (begroting, meerjarenbeleidsplan, bes communicatie met de scholen en de eigen organisatie). 8901 BP 088 2882888 -
een informatieavond nderwerpen die leder de opzet van de
/
Voor Behorend bij cofitroleverklaring dgifla 4
1IQ
IIIti
proLoo p’ma opbr odn
Orga nogram Het organisatieschema van Proloog ziet er als volgt uit:
Samenwerking met andere besturen Proloog is lid van het Spectrum (Weer Samen Naar School) en regisseert het deelverband Leeuwarden samen met het r.k.-onderwijs. Binnen het BDOF (Bovenschools Directie Overleg Friesland), de coöperatie van schoolbestur en in Friesland en de Kop van Overijssel draait Proloog volledig mee. Daarnaast wordt intensief samengewerkt met Piter Jelles in het 8+-project en voor wat betreft de afstemming van o.a. de leerlingenzorg en de overgang primair onderwijs voortgezet onderwijs. —
Met de andere besturen voor primair onderwijs in de gemeente Leeuwarden wordt in het kader van de LEJA (Leeuwarder Educatieve en Jeugdagenda) steeds meer samengewerkt. De algemene directies van Proloog en Fier hebben afspra ken gemaakt over een versterking van de samenwerking van de beide bestuursbureaus. Systemen die de beide bestuursbureaus gebruiken zijn/worden waar mogelijk op elkaar afgestemd en er wordt personeel uitgewisseld. In het kader van de herindeling van de gemeente Boarnsterhim in 2014 worden inmiddels voorbereidingen getroffen voor de overgang van scholen van Stichting BoboB naar Proloog.
Deloitte. Postbus 826 8901 BP Leeuwarden 088 2882888 -
Voor identificatiedeinden. Behorend bij contrleverklarinq d.d.
‘I’ Q
I! IKI ‘ni’
Pagina 5
proLoo / op
1.3
ONDERWUS
Kwaliteit en onderwijsinspectie Proloog meet de kwaliteit van de scholen af aan o.a. de kwaliteitsaspecten en aandachtsvelden van de inspectie. De gestelde doelen zijn bereikt. Alle scholen van Proloog hebben van de inspectie het basisarrangement gekregen. Drie scholen van Proloog hadden in 2010 nog een aangepast arrangement Cobs Oud Oost-Goudenregen, obs het Palet en obs De Wielen-Kingmastate). Zij werden in 2011 opnieuw door de inspectie bezocht. Alle scholen hebben inmiddels het basisarrangement toegekend gekregen. Bij Proloog zijn sinds 12 april 2011 geen zeer zwakke of zwakke scholen meer. Monitoringsmodel De onderwijskundige van Proloog hanteert een monitoringsmodel waarin de resultaten van de leerlingen worden bijgehouden. De resultaten worden geanalyseerd volgens het inspectiemodel. Om benchmarking van de resultaten van de scholen van Proloog uit te kunnen voeren, is Proloogbeleid ten aanzien van de toetsafname vastgesteld. Het monitoringsmodel wordt ingepast in het Cito-leerlingvolgsysteem en volgens een zogenoemde DULT-koppeling in het schooladministratiepakket DOTCOM. Eerstgenoemde systemen zijn in de scholen geImplementeerd. Daarnaast is er in 2011 gewerkt aan de koppeling van dit systeem aan het MMS (een monitorsysteem op bovenschools niveau). De onderwijskundige van Proloog brengt elk half jaar op systematische wijze de kwaliteit van het onderwijs op elke Proloogschool in kaart. Dit doet hij door middel van audits (onderzoek volgens het inspectiekader), het volgen en analyseren van de resultaten per kwartaal en het analyseren van de risicofactoren van de tussen- en eindopbrengsten. De leraren zijn inmiddels voldoende op de hoogte van de gestelde minimumnormen. Modernisering en digitalisering In 2011 hebben alle scholen van Proloog in de groepen 3 t/m 8 de beschikking over een digitaal schoolbord. Leeuwarder Educatieve )eugdAgenda (LEJA) en gemeente Leeuwarden Proloog doet graag mee aan activiteiten die direct ten goede komen aan onderwijs en opvoeding van (achterstands)leerlingen, de opvoeding ook in relatie tot de thuissituatie en de relaties tussen onderwijs en jeugdzorg. De wettelijke kerntaak van het basisonderwijs en de reguliere procedures binnen het primair onderwijs (met name de onderwijsinspectie) zijn voor Proloog leidend. De gemeente Leeuwarden heeft een LEJA, men Wi! graag één geIntegreerd Jeugd- en Educatief beleid opzetten. Proloog heeft zich bereid verklaard hieraan mee te doen. Er komt afstemming tussen het LEJA en de onderwijshuisvesting. Voor de huisvesting b!ijft afzonderlijk QOGO (Op Overeenstemming Gericht Overleg) wettelijk noodzakelijk. Het LEJA-team komt maandelijks bijeen. Projecten met de gemeente Proloog heeft in 2010 en 2011 de lopende projecten onderwijsachterstanden uitgevoerd in samenwerking met de gemeente. De in 2010-2011 lopende projecten zijn: -
-
-
-
Brede school. De gemeente Leeuwarden heeft het beleidskader Brede School vastgesteld. In de oude wijken voerde Proloog de coördinatie van de Brede scholen uit. Met ingang van 2012 is deze coOrdinatie in handen van de gemeente. De gemeente heeft bezuinigingsmaatregelen getroffen met ingang van 2012. Schakelklas met extra aandacht voor taalonderwijs aan leerlingen die van huis uit niet of onvoldoende Nederlandstalig zijn. Door een andere didactische aanpak (gericht op pre-teaching), krijgen kinderen in de schakelkias meer kans om te functioneren in de reguliere groep. Proloog kent drie schakelkiassen (Potmarge, Plataanschool en eestroom-Brandemeer). Voor de zorg (logopedie en psycho!ogisch onderzoek) heeft Proloog oak in 2011 in het kader van het GOA-beleid gelden van de gemeente ontvangen. Met ingang van 2011 ontvangt Proloog ten behoe var 6 cJ,olen middelen van de gemeente in het kader van taalstimulering/verlengde schoolda
eote.
Postbus 826 8901 BP Leeuwarden
1]
088 2882888 -
Voor identificatjed eleinden. Behorend bij contr leverkiaring
1 ,q ii INI
7fl19
d.d.
Pagina 6
proLoo
epiI
primai’ opeobaa, oIdPrwjs eeuwwde.,
Bestemmingbox In 2011/2012 zijn/worden de volgende bedragen ontvangen: Taal en rekenen € 51.881 Bekostiging impufsgebieden € 617.872 De bedragen zijn ingezet op de scholen ten behoeve van respectievelijk vernieuwing taalbeleid en voor klassenverkleining in achterstandswijken. 8+-project Samen met Piter Jelles is het 8+-project gecontinueerd (verbetering overgang leerlingen groep 8 naar voortgezet onderwijs). Dit project groeit in belangstelling, vooral bij de denkersgroep en. Er is in St Annaparochie samen met Fier een extra denkersgroep gestart. De groep doeners had in 2011 voldoende aanmeldingen. Er is een groep gestart met 12 leerlingen. In verband met de profilering van de scholen van Proloog is in 2012 een herbezinning op het 8+-onderwijs noodzakelijk . Zorg en begeleiding Proloog heeft op elke school een intern begeleider, dat is de centrale persoon voor de coördinatie van de zorg en begeleiding op school. Bovenschools is er een nieuwe coOrdinerend intern begeleider benoemd. Daarnaast heeft Proloog een orthopedagoog, psycholoog en preventief logopediste in dienst. Uitgangspunt is preventief werken, waardoor schoolteams sneller en gerichter huip kunnen vragen en krijgen. In 2011 zijn afspraken gemaakt over de formats die binnen Proloogscholen worden gehanteerd en zijn de scholen begonnen met de implementatie van het ‘Handboek Zorg van Proloog’. Uitgangspunten, procedures en formats staan in dit handboek beschreven. Vanaf 1 augustus 2012 moet het Handboek op scholen volledig geImplementeerd zijn. In 2011 waren de scholen in eigen tempo bezig het systeem van zorg en begeleiding volgens de richtlijnen van het Handboek om te vormen. De verschillen in werkwijze waren per school relatief groot. Een aantal scholen experimenteert met het werken met didactische groepsplannen. De werkwijze zoals beschreven in het ‘Handboek zorg van Proloog’ is in lijn met de voornemens en de uitgangspunten van het regeringsbeleid omtrent passend Onderwijs. Proloog kiest er voor in dit beleid niet voorop te lopen. De coördinatie van het deelverband Leeuwarden lag in handen van één van de directeuren van Proloog. vanaf half mel 2011 was deze persoon niet meer actief voor Proloog. Tot 1 augustus 2011 is deze taak tijdelijk overgenomen door de onderwijskundige van Proloog. Daarna is deze functie vervallen en zijn de meeste taken overgedragen aan de coOrdineren intern begeleider. Sbo-school de Trilker heeft een regionale functie. De school behaalde in 2011 opnieuw het basisarrangement van de inspectie.
Deloftte. Poctbus 826
8901 BP Leeuwrdenll 088
-
2882888
f
Voor identjfjcatdoe1ejnden Behorend bj corjtroleverklaring d.d. Pagina 7
91 JUN2fl1?
proLoog pmr
1.4
LEERLINGEN
Scholen en leerlingenaantallen op teldatum 1 oktober 2011 In 2011 is sprake van een leerlingendaling in het reguliere basisonderwijs van 109 leerlingen. Op 1 augustus 2011 zijn de Montessorischool, locatie Skrok 3 en Oud Oost, locatie Tjerk Hiddesstraat gesloten. Het aantal eerHngen op De Trilker is stabie gebleven. 01-102009 207
01-102010 211
01-102011 220
de Wester
204
193
190
-3
Plataanschool
127
142
124
-18
deWeide
319
320
317
-3
Potmarge
115
110
95
-15
Oud Oost
264
222
193
-29
93
95
2
School Oldenije
de Uniaskoalle Wiardaskoalle De Pionier
93 323
299
276
14
55
75
Tota& Wiardasko&le Prof. Wassenberghskoalle Palet
Mutatie 9
-23 20
337
354
351
-3
105
113
118
-3
194
181
-13
212 Eestroom Droppingstraat
179
174
145
-29
Eestroom Brandemeer
126
107
103
-4
Totaal Eestroom
305
281
deVosseburcht
221
218
de Wielen Galama
166
de Wielen Kingma
244
248
-33
221
3
154
152
-2
225
218
-7
Totaal de Wielen
410
379
370
-9
Wynwizer
508
505
503
-2
3.427
3.335
3.226
-109
S.b.o. DeTrilker
118
131
131
Totaal Proloog
3.545
3.466
3.357
Totaal basisonderwijs
-109
Het aantal Proloogleerlingen is relatief gedaald met ruim 3 procent. Het markta andeel van Proloog was in 2010 nog 44,7% en is in 2011 gedaad naar 43,4 %. In 2012 is de PR geactiv eerd teneinde het openbaar primair onderwijs beter te profileren.
Delojtte, Postbus 826
/7
8901 BP Leeuwardery! 088-2882888
/
Voor identificatjcjoe(ejnden Behorend bij cofitroleverklaring
q
i
d.d.
Pagina 8
proLoo O, oowIi
In de volgende tabel is de ontwikkeling van het belangstellingspercentage vermeld. Primair Onderwijs Gemeente Leeuwarden Proloog PCBO RK LSV Gereformeerd Vrije School totaal Mn bao Leeuwarden bron: gemeente Leeuwarden
2007
2008
2009
2010
2011
un
47,6% 31,3% 14,2% 3,3% 1,7% 1,8% 100,0% 7.379
46,9% 31,7% 14,2% 3,5% 1,7% 2,0% 100,0% 7.466
46,2% 32,1% 14,2% 3,6% 1,9% 2,1% 100,0% 7.423
44,7% 32,7% 14,5% 4,1% % 9 l, 2,1% 100% 7.461
43,4% 33,5% 15,2% 3,8% 2,0% 2,1% 100% 7.433
3.226 2.491 1.133 282 147 154 7.433
Leerlingenaantallen en achterstanden en kansen De regeling houdt in dat onderwijsachterstandgelden door het Rijk worden verstrekt op basis van het opleidingsniveau van de ouders. De ontwikkeling van het feitelijk aantal en percentage gewichtenleerlingen heeft gevolgen voor de inkomsten van het Rijk voor onderwijsachterstanden, zie onderstaande tabel. jaar Aantal gewIIn 2009 421 2010 423 2011 337
tot un bao 3.427 3.335 3.226
% 12 % 13 % 10 %
In 2011 is de regelgeving van het Rijk voor gewichtsleerlingen gewijzigd. Deze aanpassing (opleidingsniveau ouders) heeft geleid tot een forse daling van het aantal leerlingen. Cultuureducatie In 2011 is van het Rijk ruim € 38.000 ontvangen ten behoeve van cultuureducatie. De middelen zijn ingezet voor: het binnen de school halen van poppenspel, toneel, film en muziek het bezoeken van musea, bibliotheek, schoolconcerten, films en toneel. -
-
Deloitte, Postbus 826 8901 BP LeeuwardBn 088
-
2882888
Vooi identific4tiedoeleinden Behorend bij cntroieverkIarin 9 d.d. Pagina 9 10
proloog
prfr’or oeIbac ondcrwOs We.a.q
1.5
PERSONEEL
Omvang en leeftijd personeel Het aantal personeelsleden aan het begin van het schooljaar 20 11-2012 (1 oktober: teldatum) omvat: PERSONEEL
1-10-2009
1-10-2010
1-10-2011
Aantal personeelsleden . 0-24 jaar . 25-34 . 35-44 jaar . 45-54jaar . 55-59 jaar . 60 jaar en ouder . Gew.Gem. Leeftijd
389 7 79 68 127 64 44 42,52
2% 20% 18°h 33% 16% 11%
370 9 75 66 123 62 35 42,97
2 % 20 % 18 % 33% 17 % 9 %
300 0 53 60 96 59 32 44,42
0% 17 % 20 % 32% 20 °h 11 %
Verhouding man vrouw: . totaal personeel scholen
Man 22% 85
Vrouw 78% 304
Man 23% 85
Vrouw 77 % 285
Man 23 % 68
Vrouw 77 % 232
—
In dit overzicht zijn de payrolimedewerkers niet opgenomen. Het aantal personeelsieden is gedaald, net als de formatieomvang. De verhouding tussen mannen en vrouwen is nagenoeg gelijk gebleven. De daling van het aantal personeelsieden (formatieplaatsen) wordt vooral veroorzaakt door een lager aantal leerlingen bij Proloog. Relatief hoge gemiddelde Ieeftijd Sinds de invoering van de lumpsum is de gewogen gemiddelde leeftijd (GGL) per school bepalend voor de inkomsten. Het Rijk hanteert een overgangsregeling voor scholen met een hoge GGL. In Nederland is de GGL in 2011 voor het basisonderwijs gesteld op 40,42 jaar (peildatum 1 oktober 2011). In 1 maart 2011 is de gewogen gemiddelde leeftijd van Proloog 43,1 jaar (1 maart 2012: 44,4 jaar). De hogere GGL betekent meer rijksvergoeding voor Proloog. Invoering functiemix Landelijk is besloten dat elk bestuur in het primair onderwijs de komende jaren 6 tot 8% van alle leraren moet aanstellen in de zogenaamde functiemix. Leraren die minimaal 50% onderwijs verzorgen kunnen benoemd worden in deze functiemix. Hun functie wordt hoger ingeschaald (basisonderwijs LB en speciaal basisonderwijs LC). Deze leraren vervullen naast lesgevende taken ook voor de school, het team en/of een specifieke categorie leerlingen specifieke taken, die per jaar kunnen wisselen. Proloog heeft besloten eerst de IB’ers te benoemen als stafleraar met als taak ‘Zorg en Begeleiding’. Doel is om de komende jaren er voor te zorgen dat voor en/of op elke school 00k een ‘achtervang’ is voor de zorg en begeleiding. Randvoorwaarde is dat de invoering / benoeming van stafleraren niet ten koste mag gaan van de werkgelegenheid / gedwongen ontslagen. In samenwerking met de GMR is hierover een aparte beleidsnotitie opgesteld.
Deloitte. Postbus 826 8901 BP Leeuwanjn 088 2882888 -
Voor identific4tiedoeleinden. Behorend bij fontroeverktaring ddpagjna 10
19 JUN 2012
proLoo
m,,,a- ooeni,a: ordensps leeuaden
Ziekteverzuim Met ingang van 2010 is de dating van het ziekteverzuim gestagneerd. Verzuimtabel Proloog voortschrijdend:
TOTAAL ZIEKTEPERCENTAGES
Ziekte Frequentie
Duur
%
2008 Proloog
8,60
1,74
20,18
2008 landelijk (OP-bao)
6,90
1,18
17,08
2009 Proloog
6,28
1,30
16,53
2009 landelijk (OP-bao)
6,28
1,15
17,17
2010 Proloog
7,90
1,09
23,93
2010 Iandelijk (Op-bao)
6,14
1,04
18,42
2011 Proloog
8,48
1,27
32,53
De landelijke cijfers over 2011 zijn nog niet bekend. In 2012 is het verzuimbeleid aangescherpt en is sprake van een sterke daling van het ziekteverzuim. Het verzuimpercentage per eind april 2012 was 6,10 %.
Formatiebeleid Proloog heeft in de schooljaren 2009-2010 en 2010-20 11 te veet personeel in dienst in relatie tot de Rijksbekostiging en de overige inkomsten. In 2010 zijn de eerste maatregelen getroffen om de formatie in te krimpen door het plaatsen in het rddf (risicodragend deel van de formatie) van medewerkers op 1 augustus 2010 en ontslag per 1 augustus 2011. In 2011 is gebleken, dat deze maatregel niet toereikend was om de financiële problemen op te lossen. In juni 2011 is met de vakbonden een sociaal plan vastgesteld met o.m. stimuleringsacties voor vrijwillig vertrek van personeel en een volgende ontslagronde per 1 augustus 2012. De bezuinigingsoperatie moet rond € 1,9 miljoen opleveren. De acties voor vrijwillig vertrek hebben succes opgeleverd. Het aantal daardoor daadwerkelijke te realiseren ontslagen op 1 augustus 2012 zal lager zijn dan het oorspronkelijke voorstel.
OOP (Onderwijs Ondersteunend Personeel) op de scholen. Elke school / locatie zonder zogenaamde ‘blijvers’ (de eerdere oude ID’ers en WIW’ers) heeft minimaal 0,5 fte aan ondersteuning, betaald uit het bovenschoolse budget voor personeel en arbeidsmarktvraagstukken (BPA). Scholen mogen in overleg met de MR bepalen of het gaat om onderwijs/klassenassistenten, administratieve ondersteuning of een concierge. Een enkele school heeft onderwijsondersteunend personeel benoemd op formatie voor kinderen die een rugzakje hebben of op reguliere formatie voor onderwijsachterstanden. De gemeente geeft Proloog een vergoeding voor de ID-blijvers; deze vergoeding is gegarandeerd tot en met 2012. De vergoeding bedraagt ongeveer 90°h van de werkelijke loonkosten
OOP
op
bestuursniveau
Proloog gebruikt het budget voor personeel en arbeidsmarkt en het schoolbegeleidingsgeld ook voor het gezamenlijke personeel ten dienste van de scholen. Dit personeel valt hiërarchisch onder de algemeen directeur. Proloog heeft in 2011 voor de scholen samen de volgende ondersteunende functies in stand gehouden: Zorg: cobrdinerend interne begeleider, psycholoog Orthopedagoog en preventief logopediste met seci jdSr teuning. ‘iiIL Onderwijskundige: belast met kwaliteitsbeleid. Ict-ondersteuning voor de scholen. Werkveldcontactpersoon voor stagebegeleiding. euwarcien A 6 e 8 In totaal gaat het om ongeveer 5 fte. -
-
-
-
-
088 2882888 -
Voor identjfjcatie oeleinden. Behorend bij con
ofeverkiaring
d.d. Pagina 11
19 JUN 2017
proIoo P pdro
odljS
Op bet bestuurs- en servicebureau bureau werkte in 2011 onder leiding van de algemene directie (met ingang van mei 2011 algemeen directeur a.i.) bet volgende personeel: Financiële controlling (extern ingehuurd) en financiële administratie. Beleidsmedewerker huisvesting. Beleidsmedewerker en adviseur personeel en formatie en personele administratie. Coordinator vervangingspool. Secretariaat. In totaal betrof het ongeveer 7 fte. -
-
-
-
-
Het beleid van het bestuurs- en servicebureau is om beheers- en administratieve processen niet langer in eigen beheer ult te voeren. Met ingang van 1 januari 2012 is de financiële en personele administratie nagenoeg volledig uitbesteed en is/wordt de formatie op bet bureau verkleind. Vervangi ngspunt Proloog beschikt over een eigen vervangingspunt. Alle vervanging wordt op het bestuurs- en servicebureau geregeld. Schooldirecteuren kunnen via het vervangerspunt vervanging voor afwezige personeelsleden krijgen. Ook de gehele administratieve verwerking hiervan wordt door het vervangingspunt op het bestuurs- en servicebureaubureau verzorgd. Directiebenoemingen in 2011 Proloog gaat uit van het profiel van onderwijskundige schoolleiders. Scholen en locaties met groep 1 tot en met 8 worden waar mogelijk gezien als onderwijskundige eenheden met een elgen leiding. In 2011 is bij obs de Weide een nieuwe directeur aangesteld (was adjunct-directeur). In 2011 waren er verder geen nieuwe directiebenoemingen. Wel hebben wisselingen plaats gevonden, mede als gevolg van sluiting van locaties. Inhuren van externen Vertrouwenspersonen voor ouders en personeel, schoolmaatschappelijk werk, bedrijfsmaatschappelijk werk en de bedrijfsarts zijn ‘ingehuurd’.
Deloitte. Postbus 826 8901 BP Leeuwarden 088
-
2882888
Voor identficati oeleinden. Behorend bij Co roleverklaring d.d.
19 JUN 2011
Pagina 12
proloog / por,,
1.6
od.b
BEGROTING 2011
Begroting 2011: In dejaarrekening 2011 zijn geen begrotingscijfers opgenomen. De begroting is namelijk niet vastgesteld door het bestuur van Proloog en evenmin door de gemeente Leeuwarden. De beheersing van de financiën gedurende 2011 heeft voornamelijk plaats gevonden op basis van: geen uitgaven doen als er geen middelen beschikbaar zijn geen vaste formatie benoemen met tijdelijke subsidie uitgangspunten sociaal plan voor de personele lasten (nagenoeg) een investeringsstop toepassen van overige bezuinigingsmaatregelen op reguliere overige begrotingsposten. frequente tussentijdse rapportages aan het bestuur en belanghebbende partijen -
-
-
-
-
-
In 2012 is sprake van een door het bestuur en gemeente Leeuwarden vastgestelde begroting en zal beheersing van de baten en lasten plaatsvinden op basis van goedgekeurde budgetten.
Deloitte. Postbus 826 /7 8901 BP Leeuwarderf/ 088-2882888
f
Voor identificatikdoeleindefl.
Behorend bij cof,troleverklaring d.d.
19 JUN2012
Pagina 13
proLood” pdrnr
1.7
odniI
HUISVESTING
Nieuwbouw I aanpassingen In 2011 zijn de volgende projecten gerealiseerd: Professor Wassenberghskoafle: vervanging noodlokaal door permanent lokaal inclusief enkele inpandige aanpassingen. De Weide: uitbreiding met twee permanente lokalen, realiseren inpandig kleuterplein en uitbreiding met eigen ruimtes voor kinderopvang, peuterspeelzaal en buitenschoolse- en tussenschoolse opvang. De realisatie heeft plaats gevonden in het kader van de subsidieregeling “stimulering brede scholen” van het rijk.
-
-
Via het Huisvestingsprogramma 2009 is er voor het vervangen van het noodlokaal (door een permanent Iokaal) bij de Professor Wassenberghskoalle te Lekkum door de gemeente een krediet verstrekt van € 265.000,-. Naast de vervanging van het lokaal is er 00k aparte ruimte voor IB- en RT-werkzaamheden en een directiekamer gerealiseerd. Het project is voor de zomervakantie van 2011 opgeleverd en de nieuwe ruimtes zijn met ingang van het schooljaar 2011/2012 door de school in gebruik genomen. In verband met de toename van het aantal leerlingen bij De Weide heeft de gemeente een krediet beschikbaar gesteld van € 434.000,- voor het realiseren van twee lestokalen. Via het Rijk (subsidieregeling stimulering brede scholen) was er een subsidie beschikbaar gesteld van € 500.000,-. Doordat de gemeente bereid was een bedrag van € 1,1 miljoen voor te financieren is er achter de school een (semipermanent) gebouw gerealiseerd voor kinderopvang, peuterspeelzaal en buitenschoolse opvang. Met de Stichting Kinderopvang Friesland (SKF) is een 20-jarig huurcontract afgesloten. De SKF betaald de door de gemeente gedane investering van € 1,1 miljoen via een maandelijkse kapitaallastenvergoeding terug. Het schoolgebouw zeif is ook verbouwd. Zo is onder andere de patio volledig overdekt (is nu inpandig kleuterplein), is de hoofdentree aangepast, is er een nieuwe directiekamer gerealiseerd en is er een keuken c.q. handvaardigheidslokaal gerealiseerd. Het Rijk had als voorwaarde voor het subsidiebedrag van € 500.000,- gesteld dat de oplevering van het gehele project voor 1 januari 2012 plaats moest vinden. Het gehele project (inclusief de ruimtes voor de kinderopvangorganisatie) is voor de kerst van 2011 opgeleverd. Huisvestingsvoorzieningen Via het Huisvestingsprogramma 2011 heeft de gemeente voor een aantal huisvestingsvoorzieningen middelen beschikbaar gesteld: 1. 2.
le inrichting CLP en meubilair (De Weide en de Professor Wassenberghskoalle) € 27.988,-. een aantal onderhoudsactiviteiten met betrekking tot de buitenkant van een aantal schoolgebouwen € 72.357,-
Opheffing van gebouwen Per 1 augustus 2011 zijn de gebouwen van de Montessorischool aan het Skrok 3 en het gebouw van Cud Cost, locatie Tjerk Hiddesstraat gesloten. De Montessorischool is nu gevestigd in het MFC (Het Mozaiëk) in de Vrijheidswijk en de leerlingen van Cud Cost Tjerk Hiddes zijn nagenoeg allemaal meegegaan naar de locatie aan de Goudenregenstraat. Door de gemeente zijn toezeggingen gedaan voor de bouw van een nieuwe (brede) school in de wijk Cud Cost op de huidige locatie aan de Tjerk Hiddesstraat. De verwachting is dat de gemeente hiervoor in 2014-2015 middelen beschikbaar zal stellen Meerjarenonderhoud Proloog beschikt voor het planmatig onderhoud (meerjaarlijks onderhoud binnenkant, inclusief het buitenschilderwerk) van de gebouwen over een meerjarenonderhoudsplanning. Deze planning wordt 1 keer in de 2 jaar geactualiseerd. In 2011 is besloten om samen met de gemeente en de andere schoolbesturen onderhoudsrapportages voor zowel de binnenkant als de binnenkant te laten opsteilen. Een aantal bedrijven is gevraagd om een offerte uit te brengen en de opdracht is uiteindelijk gegund aan de Grontmij. De rapportages voor wat betreft het onde ud aan lç, buitenkant zijn inmiddels gereed. De gemeente heeft toegezegd deze rapportages voor d e2012 aan de schoolbesturen beschikbaar te stellen. De rapportages voor wat betreft de binnenkant zijn nog niet gereed. De verwachting is dat deze rond juli 2012 beschikbaar kon PD-ontmij heeft ook opdracht gekregen om in 2012 voor alle schoolgebouwen een asbestinvent (elektrische installaties) uittevoeren. 088-2882888
1’
Voor identificted4leinden Behorend bij conreverkla ring d.d.
19 JUN2012
Pagina 14
proloog
‘
Op,flbr
Het jaarlijks normatieve bedrag dat Proloog van het Rijk ontvangt voor het uitvoeren van de meerjaarlijkse onderhoudsactiviteiten bedraagt voor 2012 € 196.000,- (kalenderjaar 2012). Voor 2011 was dit nog een bedrag van € 206.000,-. Het saldo van de onderhoudsvoorziening op 1 januari 2011 bedroeg € 225.000,-. In 2011 is € 4 16.000,- aan de voorziening toegevoegd en is € 77.000,onttrokken. Op 31 december 2011 bedraagt het saldo van de voorziening € 564.000,-. Zodra de geactualiseerde meerjaarlijkse onderhoudsrapportages gereed zijn (verwachting is voor de zomer van 2012) kan het jaarlijks benodigde dotatiebedrag opnieuw worden vastgesteld. Jaarlijkse kosten Proloog heeft op ‘bovenschools niveau’ een aantal mantelcontracten en overeenkomsten voor gebouwafhankelijke zaken afgesloten. Het betreft onder meer: Klein dagelijks onderhoud. Jaarlijks onderhoud brandblusmiddelen/noodverlichting/armaturen. Jaarlijks onderhoud alarminstallaties, brandmeldinstaHaties en ontruimingsalarminstallaties (via de gemeente). Abonnement meldkamer en alarmopvolging (beveiliging schoolgebouwen). Tuinonderhoud. Periodiek onderhoud cv-installaties/ventilatiesystemen. Energieverbruik (gas en &ektrisch). Schoonmaakonderhoud (via Europese aanbesteding). -
-
-
-
-
-
-
-
Op ‘bovenschools niveau’ zijn voor een aantal diensten (prijs)afspraken gemaakt: Periodiek reinigen straatkolken/ontstoppen riolering. Jaarlijkse inspectie speellokalen. Jaarlijkse inspectie speeltoestellen schoolplein. Verversen zand zandbakken. -
-
-
-
Deloitte. Postbus 826 8901 BP Leeuwarden 088-2882888
p
/J
/
Voor identificatie*eleinden. Behorend bij conoIeverklaring d.d.
1 q iiu’
Pagina 15
proLoog I
1.8
pebIr oder4
MATERIELE EXPLOITATIE LEERLINGGEBONDEN
Jaarlijkse exploitatie De jaarlijkse leerlinggebonden materiële middelen (o.a. onderwijsleerpakket, kopieerkosten, verbruiksmateriaal ict) zijn in zelfbeheer aan de scholen verstrekt. De schooldirecteuren zijn budgetverantwoordelijk voor deze uitgaven. Overschotten c.q. tekorten worden jaarlijks onttrokken dan wel toegevoegd aan de algemene reserve van de betreffende school. Meerjaarlijkse exploitatie en investeringen •
Onderwijsleerpakket (OLP) Scholen kunnen jaarlijks gelijktijdig met het indienen van de schoolbegroting- een aanvraag bij de algemeen directeur indienen voor investeringen in het OLP (methodes e.d.). In 2011 hebben de scholen voor een bedrag € 72.407,- gemnvesteerd in nieuwe OLP’s. —
•
ICT De aanschaf van ICT-hardware (computers, laptops, printers en servers) wordt centraal vanuit het bestuurs- en servicebureau geregeld. In 2011 is er voor € 8.907,- aan nieuwe ICT-hardware aangeschaft.
•
Vervanging meubilair en inventaris 00k het vervangen van meubilair/inventaris wordt geregeld vanuit het bestuurs- en servicebureau. In 2011 is er voor € 13.702,- geInvesteerd in nieuw schoolmeubilair. Het betreft hier zowel vervanging als eerste aanschaf.
De!oitte. Postbus 826 8901 BP Leeuwarden 088 2882888 -
Voor identificatedo leinden. Behorend bij contr everkiaring d.d.
19 JUN2012
Pagina 16
pro1oo/ op-b, odw
1.9
PROJECTEN
Projecten zijn voor Proloog activiteiten die apart verantwoord moeten worden aan het Rijk of de gemeente. Proloog heeft in 2011 de volgende projecten aangevraagd en/of uitgevoerd: Rijk Voor bijna alle scholen zijn taalprojecten opgestart voor in totaal € 84.000,- gedurende drie jaren. Dit traject loopt vanaf 2009 en is voor& gericht OP de didactische vaardigheden en het opbrengstgericht werken van leerkrachten. Gemeente • Huisvestingsprojecten. Bij het onderdeel huisvesting zijn deze projecten verder toegelicht. • GOA-projecten: o VVE (Voorschool bij de Plataan gefinancierd met Krachtwijkgelden). Brede school o.a. Potmarge, Eestroom, en PlataanschooL Nadruk voor Proloog ligt op o activiteiten. Vanaf 1 januari 2012 ontvangt Proloog geen middelen meer voor brede schoolprojecten. o Schakelklas. Voor de Potmarge, Plataanschool en Eestroom Bilgaard ontvangt Proloog middelen voor het uitvoeren van de schakelkias. Ook voor 2012 zijn hiervoor weer middelen aan Proloog toegewezen. Op jaarbasis gaat het om een bedrag van € 60.000,-. o Versterking zorg. Er is jaarlijks een bedrag van € 72.000 beschikbaar voor zorg. Dit wordt besteed aan preventieve logopedie, orthopedagogische hulp en psychologische onderzoeken. • Overige. Naast de GOA-projecten heeft de gemeente voor De Wielen Kingmastate voor 2011 en 2012 in totaal € 10.445,- beschikbaar gesteld voor het project ‘De Vreedzame wijk’. Daarnaast zijn er voor 6 scholen van Proloog bedragen (voor 2011 een bedrag van € 6.000,- per school) beschikbaar gesteld voor het realiseren van een verlengde schooldag (taalstimulering). Voor 2012 is € 60.000,- beschikbaar (€ 10.000,- per school). Provincie Er zijn 9 scholen van Proloog die meedoen aan het project Boppeslach. Het doel van dit project is om een kwaliteitsverbetering van het basisonderwijs in Friesland te realiseren. Voor het schooljaar 20102011 was er voor de scholen van Proloog € 152.000 beschikbaar. Voor 20 11-2012 gaat het om een bedrag van € 124.500,-. De Provincie heeft het project verlengd tot en met het schooljaar 2014-2015.
Deloitte. Postbus 826 8901 BP Leeuwarderj 088 2882888 -
Voor identificatied leinden. Behorend bij contr leverkiaring d.d.
19 JUN2017
Pagina 17
pro1oo mw-a, apeflbaa oad,nij ewwde,
1.10
KLACHTENPROCEDURE
Proloog hanteert een klachtenregeling voor ouders/leerlingen en personeel. Deze klachtenregeling sluit aan bij de Iandelijke klachtenregeling. De klachtenregeling wordt jaarlijks gepubliceerd op de website van Proloog en de websites van de scholen. In de informatiegids voor ouders/verzorgers wordt de procedure kort beschreven en verwezen naar de websites. In 2011 is er geen klacht aangemeid bij de Iandelijke klachtencommissie. De vertrouwenspersonen voor ouders en persone& publiceren jaarlijks een overzicht van contacten die er zijn geweest met ouders betreffende geschilpunten met scholen dan wel bestuur.
Deloitte. Postbus 826
8901 BP Leeuwarden//
[
088 2882888 -
Voor identjficatjIdoelejnden. Behorend bij cotroeverkIaring d.d.
I
1
JuN
?fll?
Pagina 18
proLoo om’ om’dI
1.11
OVERIGE ONDERWERPEN
Code ‘Goed bestuur’ Het scheiden van de functies van bestuur en intern toezicht is een belangrijk governancebeginsel. In het wetsvoorstel governance, dat door onderwijsminister Maria van der Hoeven in het najaar van 2006 is opgesteld, werd leder schoolbestuur opgedragen die scheiding in de eigen organisatie zeif handen en voeten te geven. De wet volstaat met een zorgplicht, het bevoegd gezag bepaalt in welke vorm het daaraan gevolg geeft. Per 1 augustus 2010 is de wet ‘Goed onderwijs, goed bestuur’ van kracht geworden. De nieuwe wet geeft aan dat de bestuurder verantwoordelijk is voor goed bestuurde scholen en dat de toezichthouder toezicht moet houden op de wijze van besturen. De Code Goed Bestuur van de PO-Raad zegt hierover: “Het intern toezichtsorgaan houdt toezicht op het functioneren van de organisatie in het algemeen en het schoolbestuur in het bijzonder.” Het onderwijs heeft een jaar de tijd gekregen (dus tot 1 augustus 2011) am aan de vereisten van de wet te kunnen voldoen. De wetswijziging schrijft voor dat de traditionele vorm van besturen niet anger mag. De functies van bestuur en toezicht moeten worden gescheiden. De wetswijziging is ingegeven door het gegeven dat de interne sturing op orde dient te zijn rondom de onderwijskwaliteit. Hiermee wordt extra benadrukt dat het bevoegd gezag tevens verantwoordelijk is voor de kwaliteit van het onderwijs. Goed onderwijsbestuur heeft dus te maken met het goed sturen op onderwijskwaliteit, identiteit, bedrijfsvoering en goed werkgeverschap. Goed toezicht heeft te maken met integraal toezicht hierop. Scheidina bestuur en intern toezicht De in de wet voorgeschreven scheiding tussen bestuur en intern toezicht kan op verschillende manieren worden vormgegeven. Dit kan door middel van een organieke scheiding of een functionele scheiding: Organieke scheiding Bij de organieke scheiding ontstaan er twee organen: een Raad van Toezicht en een College van Bestuur. In dit model is de Raad van Toezicht de intern toezichthouder. Het College van Bestuur is bestuur van de rechtspe rsoon, bevoegd gezag en schoolbestuur. Er is slechts één model mogelijk bij een organieke scheiding.
Functionele scheiding —
Bij een functionele scheiding worden de functies toezichthouder en bestuurder binnen het bestuur gescheiden. Voor het onderwijs zijn 4 modellen toepasbaar, elk met verschillende uitwerki ngsmogelij kheden.
Deloitte. Postbus 826 8901 BP Leeuwarden//
11
088
-
2882888
Voor identificatildoejeinden. Behorend bij cotro[everklaring d.d.
/
f
Pagina 19
19 JUN2012
proLoo / oderwü
De beide hiervoor omschreven gevallen kunnen als volgt verder worden opgesplitst: Organieke scheiding
Function ele Scheiding 1
)2
Bestuur/ bevoegd gezag
CvB
ABenAD (AD we! toetredend tot bestuur)
ABenDB (AD niet toe tredend tot bestuur)
AB
AB
Toezichthouder
RvT
AB
AB
AB
Cie. van Toe z ich t
Bestuurder
CvB
AD/SB
DB
AD/SD
AB
Dagelijkse leiding
CvB
AD/SD
AD/SD
AD/SD
AD/SD
CvB
=
RVT
=
AB DB AD SD
=
=
College van Bestuur Raad van Toezicht Algemeen Bestuur Dagelijks Bestuur Algemeen Directeur Schooldirecteur
In alle hierboven omschreven gevallen is er sprake van een bestuurder en een intern toezichthoud er. De bestuurder gaat besturen, dat wil zeggen: sturen op alle processen binnen de onderwijsorganisatie met als doe! de onderwijskwaliteit zo hoog mogelijk te krijgen. De toezichthouder moet erop toezien dat dit ook gebeurt. Elk heeft dus een onderscheiden zorg in de ontwikkeling van onderwijskwaliteit. Het bestuur heeft uitgesproken dat wordt gekozen voor een functionele scheiding die wordt aangebracht binrien het bestuur. Gekozen is daarbij voor model 3. Toezicht versus besturen Bestuurders moeten besturen en intern toezichthouders moeten daarop toezien. Dat is eenvoudiger gezegd dan gedaan. De wet schrijft zoals eerder vermeld voor dat bestuur en intern toezicht gescheiden moeten worden. Er wordt ruimte gelaten aan de schoolbesturen om ze!f te bepalen hoe men dat wil doen. In de wet is opgenomen dat de intern toezichthouder ten minste belast is met de volgende taken: • Goedkeuren van de begroting, het jaarverslag en het strategisch meerjarenplan. • Toezien op de naleving door het bestuur van de wettelijke verplichtingen, van de code van goed bestuur en van de mogelijke afwijkingen. • Toezien op de rechtmatige verwerking en de doelmatige en rechtmatige bestemming en aanwending van middelen verkregen op basis van de WPO. • Aanwijzen van de accountant die versiag uitbrengt aan de intern toezichthouder. • Jaarlijks afleggen van verantwoording over de uitvoering van taken en bevoegdheden zoats die hiervoor zijn beschreven. In de vergaderingen van de het Bestuur zijn onder andere de volgende onderwerpen besproken en zo nodig van advies voorzien: • Treasurystatuut • Financiële kwartaalrapportages • Begroting 2012 • Meerjarenperspectief 2012-2015 • Strategische koers • Jaarrekening 2010
eloitte.
Stichting Proloog is lid van de PO-raad en Proloog onderIr voldoetban de op 21 januari 2010 door de leden van de PO-raad vastgestelde code “Code GoedBit primair onderwijs”. 088
-
2882888
/
Voor identjfjcatjdoe!einden Behorend bij co troIeverktaring d.d. 7
1 9 JUN 2[V
Pagina 20
roiooO opb
Horizontale verantwoordinci Met dit jaarverslag wil het bevoegd gezag van Stichting Proloog verticaal verantwoording afleggen naar het Ministerie van OCW en horizontaal naar de ouders, werknemers en (G)MR. De Stichting is aangesloten bij het samenwerkingsverband Spectrum. De dialoog met dit samenwerkingsverband wordt met name gevoerd door de algemeen directeur. Op iedere aangesloten school is een MR. Via dit overlegorgaan wordt nauw contact gehouden met de ouders. Bij problemen/knelpunten kan het personeel een beroep doen op een extern vertrouwenspersoon van de Stichting. Nadat de controleverkiaring van de accountant is ontvangen zal het voorlopige jaarverslag beschikbaar zijn voor onder meer schooldirecteuren (en teams), bureaumedewerkers en GMR/MR’en. In het kader van het verscherpt toezicht zal ook aan de inspectie van het onderwijs een versiag worden gezonden. De jaarstukken warden vààr 1 juli 2012 ter goedkeuring aan de gemeenteraad van de gemeente Leeuwarden aangeboden. Na deze goedkeuring zal naar de belanghebbende partijen (onder meer bankier, verzekeringsinstelling) een exemplaar worden verzonden. MaatschaieIij k verantwoord ondernemen Maatschappelijk verantwoord ondernemen betekent, dat rekening wordt gehouden met activiteiten op het gebied van milieu en dat er oog is voor menselijke aspecten binnen en buiten het bedrijf. Het bestuur is zich bewust van de rol die het heeft in het maatschappetijk speelveld.
Deloitte. Postbus 826 8901 BP Leeuward 088 2882888 -
/
Voor identjfjcaedoeJejnden Behorend bij c4ntroleverkla ring d.d. 10 IlKI ‘ni-i
Pag 21
proloog/ oprb
ew4
Deloitte. Postbus 826 8901 BP Leeuwarcjen// 088-2882888
1
Voor identificatidoeIeinden. Behorend bij cotroJeverklanng d.d. I fl
liii.,
Pagina 22
proLoog p,kr.ar 000rbu, oIdP,wfl fll,wW&ci
2.
FINANCIEEL BELEID
2.1.
KENGETALLEN
In onderstaancie tabel staan de kengetallen van 2009, 2010 en 2011 genoemd. Cijfersjaarrekening
Baten gewone bedrijfsoering
2009
2010
2011
20.880.747
21.052.910
22.381.924
18,05%
4,01%
0,24%
Weerstandsvermogen resers / exploitaite -
4 Solvabiliteit eig. ermogen I tot. ermogen
65,84%
-
15,40%
1,02%
4 Liquiditeit Aott. acti / korti. schulden -
Rentabiliteit resultaat I baten -
1,08
0,41
0,33
-7,03%
-14,57%
-4,07%
Weerstandsvermogen Het weerstandsvermogen geeft een indicatie van de financiële veerkr acht van de organisatie. Is de organisatie voldoende in staat eventuele financiële tegenvallers op te vangen. Het weerstandsvermogen vormt daarmee een buffer voor eventuele calamiteiten. Een weerst andsvermogen beneden de 10% is te )aag en brengt de weerbaarheid van de organisatie om risico’s op te kunnen vangen in gevaar. Het weerstandsvermogen van Proloog is ten opzichte van het voorga ande verslagjaar verder verslechterd. Dit wordt veroorzaakt door het negatieve jaarrekeningr esultaat van 2011. AIS gevoig van het negatieve rekeningresultaat staat de flnanciële weerba arheid duidelijk onder druk. Als streefwaarde wordt door Proloog de minimale ‘eis’ van 10% gesteld . Om deze ‘norm’ in de toekomst weer te kunnen halen zijn beleidsmatig stevige maatreic .kijk. Een precies sluitende begroting is de komende jaren dan ook niet votdoende ‘*r op gericht om wellicht reeds in 2012, maar in ieder geval ingaande 2013 te 0 werkep 9 t itieve epIoitatieresultaten. -
-
8901 BP LeeuwardeI
(
088 2882888
Voor identificatjedoe!einden. Behorend bi cctroeverkIaring d.d.
I
4 A
thai
agin 23
proLoog / Irfr opba,
Solvabiliteit De ratio ‘solvabiliteit’ geeft de mate aan waarin Proloog in staat is om op de lange termijn aan at haar financiële verplichtingen te voldoen. Als norm werd hierbij vaak gesteld dat deze verhouding op minimaal 33% diende te liggen. In 2009 heeft de ‘commissie Don’ echter gesteld dat voor alle onderwijssectoren een solvabiliteit van 20% als ondergrens kan worden gehanteerd. Op grond van dit laatste gegeven is de solvabiliteit in 2010 ‘door de bodem gezakt.’ In 2011 is deze ratio verder gedaald naar lets meer dan 1%. Liquiditeit Deze ratio berust op de gedachte dat voor de viottende activa (voor zover niet in liquide vorm aanwezig) op korte termijn geld wordt ontvangen (debiteuren worden geInd), terwiji daar tegenover voor het kort vreemd vermogen op korte termijn geld moet worden uitgegeven. Als tegenover de schulden maar voldoende viottende activa aanwezig zijn, is de liquiditeit ‘in orde.” In beg inset dient dit verhoudingsgetal minimaal 1 te bedragen. In principe is dit zeker in het primair onderwijs in het algemeen en bij Proloog in het bijzonder waar op de balans geen voorraden worden gewaardeerd voldoende. Per 31 december 2009 was de liquiditeit nog in orde. Ten opzichte van het verantwoordingsjaar 2009 is deze ratio in 2010 hard achteruit gegaan (van 1,08 naar 0,40). In 2011 is de waarde verder gedaald naar 0,33. De Iiquiditeitspositie is met een waarde van ver onder de ‘1’ dik onvoldoende. Aangezien de negatieve tendens reeds werd voorzien, is in 2011 dan ook voortdurend kritisch gekeken naar de ontwikkeling van de liquiditeit. -
—
Rentabiliteit Veelat wordt bij dit kengetal gesproken over een ‘maat voor het begrotingsoverschot.’ Als norm voor dit kengetal kan worden genoemd een percentage van 0% tot 3%. Bij een negatiefjaarr ekeningresultaat ontstaat er dus een negatief percentage. Bij een percentage van 0% is er daarbij bovendien nog geen sprake van koopkrachthandhaving.’ Als gevolg van het felt dat de laatste verantwoordingsjaren zijn afgesloten met een negatiefjaarrekeningresultaat, zijn de percentages negatief. Kapitalisatiefactor Eind september 2009 is door de commissie ‘Don’ het definitieve rapport opgeleverd inzake het financieel beleid van onderwijsinstellingen. De commissie had tot taak een onderzoek uit te voeren naar de financieringsstructuren en financiële risico’s van onderwijsinstellingen aismede het in kaart brengen van mogelijkheden tot optimalisatie van de financieringsstructuur in relatie tot de aanwezige risico’s en/of tot een andere verdeling van de risico’s. Eén van de conclusies van de commissies was dat het hanteren van financiële kengetallen het bestuur kan helpen bij het financiële beleid. De commissie heeft daarbij gekozen voor een andere benadering dan tot nu toe. Het beoordelingsinstrumentarium dat de afgelopen tien jaar is ontwikkeld, richtte zich (te?) sterk op de omvang van het eigen vermogen van onderwijsinstellingen (weerstandsvermogen). De commissie vond deze invaishoek te beperkt. De commissie neemt de economische zelfstandigheid van onderwijsinstetlingen als onderscheidend criterium. Onderwijsinstellingen zijn economisch zelfstandig als zij hun eigen inkomsten genereren door het afzetten van hun producten of diensten. De commissie constateert dat de onderwijsinstellingen een hybride tussenpositie innemen, die bovendien per sector verschillend is: in P0 en VO is de economische zelfstandigheid relatief klein, in ByE, HBO en (vooral) WO relatief groot. Naarmate de economische zelfstandigheid kleiner is, verliezen de kengetallen voor het elgen vermogen aan betekenis. De continulteit van de instelling wordt dan vooral bepaald door het felt dat de instelling van het Ministerie van OCW een jaarlijkse Rijksbijdrage ontvangt en door de kwaliteit van het budgetbeheer. Voor een beoordeling van het vermogensbeheer stelt de tale behoefte aan kapitaal centraal. Uitgaande van het nieuwe vertrekpunt hanteertTe’bh é’ kapitalisatiefactor (gedefinieerd als Totaal Kapitaal gedeeld door Totale Bat/ als nieuw kengetal om te signaleren of onderwijsinstellingen misschien een deel van hun benutten voor de vervulling van hun taken. /1 088
-
2882888
Voor identifjlatjedoejejflden Behorend bijf controteverklaring cid.
I 1Q
lilki
Pagina 24
proLoo/ O*b OIj
Als instellingen meer kapita& hebben dan past bij de jaarlijkse baten, wordt een dee van dat kapitaal kennelijk niet efficient benut: men zou immers dezelfde densten moeten kunnen leveren met minder kapitaal. Omdat signaleringsgrenzen niet perfect zijn, zuflen er overigens zeker instellingen zijn die boven de signaleringsgrens uitkomen en waarbij uit nader onderzoek blijkt dat er geen sprake is van onderbenutting van kapitaal. Voor schoolbesturen in P0 en VO die geen gebouwen en terreinen op hun balans hebben, adviseert de commissie een bovengrens aan de kapitalisatiefactor van 35°k voor grote insteIingen en 60% voor kleine instellingen. De kapitalisatiefactor van Proloog bedraagt:
2010 Totale activa Totale baten
4.486.889 21.052.910
=
2011 21 31%
3.769.744 22.381.924
=
16 84%
Proloog overschrijdt de grenswaarden van 60% dus niet.
Deloitte. Postbus 826 8901 BP Leeuward1/ 088 2882888 -
/
Voor identifictiedoeeinden. Behorend bijontroleverkIaring d.d. I Pagina 25
19 JUN2012
proLoo n& Ob o
2.2
wj
ANALYSE RESULTAAT
Algemeen De exploitatieresultaten kunnen in een als vofgt worden weergegeven:
-
qua opzet
-
enigszins vereenvoudigde staat van baten en fasten
Rekening 2011
Begroting 2011
Rekening 2010
Rek. 2011 vs. Rek. 2010
Rek. 2011 vs. Begr. 2010
Bate n Rijksbijdragen OCW Overige overheidsbijdragen Werk in opdracht van derden Overige baten Financiêle baten
16.760.329 3.180.844 5.779 2.431.022 3.950
0 0 0 0 0
16.934.390 1.643. 145 5.456 2.468.837 1.082
-174.061 1.537.699 323 -37.815 2.868
16.760.329 3.180.844 5.779 2.431.022 3.950
Totaal baten
22.381.924
0
21.052.910
1.329.014
22.381.924
Lasten Personele fasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige fasten Financiëfe fasten
16.957.043 439.311 4.245.326 1.627.242 23.360
0 0 0 0 0
19.165.604 480.819 2.790.099 1.674.358 9.061
-2.208.561 -41.508 1.455.227 -47.116 14.299
16.957.043 439.311 4.245.326 1.627.242 23.360
Totaal lasten
23.292.282
0
24.119.941
-827.659
23.292.282
-91 0.358
0
-3.067.031 2.156.673
-91 0.358
Exploitatiesaldo Afwijking
Door het bestuur is over 2011 geen begroting vastgest&d, waardoor deze cijfers niet zijn gepresenteerd. In 2010 werd in de exploitatie een nadeel gerealiseerd van € 3.067.030. In 2011 is het exploitatietekort teruggelopen tot € 910.358. Een ‘verbetering’ van het resultaat derhalve met € 2.156.673. Voorgestefd wordt het tekort van 2011 te onttrekken aan een tweetal reserves. De resultaten van de laatste vier kalenderjaren kunnen als volgt worden weergegeven: Jaar
Resultaat
2008 2009 2010 2011
1.342.799 -1.426.915 -3.067.030 -910.358
Totaal Postbus 826 8901 BP Leeu>9arden 088
-
288288
Voor iden ficatiedoeleinden. Behorend bij controleverkiaring d•dpagina 26
19 JUN 2012
proiooO pr opba,
In de volgende paragrafen worden de belangrijkste verschillen tussen de jaarrekening 2011 en de jaarrekening 2010 nader gespecificeerd en toegelicht.
Rekening 2011 versus Rekening 2010 Het voordelige resultaat van 2011 ten opzichte van de vergelijkende cijfers van 2010 wordt voor het belangrijkste deel veroorzaakt door hogere baten. De baten in 2011 zijn per saldo 6,31% hoger dan in 2010. Daarbij zijn de lasten bovendien met 3,43% afgenomen. Ten opzichte van het verslagjaar 2010 is er dus zowel bij de baten als bij de lasten sprake van een positieve ontwikkeling. De verbetering van bijna 10% Ieidt tot een verbetering van bet exploitatieresultaat met € 2.156.673. Overigens dient wel te worden vastgesteld dat het jaarrekening resultaat in 2011 nog steeds negatief is. In de laatste drie jaar is daardoor een negatief resultaat verantwoord van € 5.404.303.
Rekening
Rekening
2011
2010
absoluut
relatief
Baten Rijksbijdragen OCW Overige overhedsbijdragen Werk in opdracht van derden Overige baten Financiële baten
16.760.329 3.180.844 5.779 2.431.022 3.950
16.934.390 1.643.145 5.456 2.468.837 1.082
-174.061
1.537.699 323 -37.815 2.868
-1,03% 93,58% 5,92% -1,53%
Totaal baten
22.381.924
21.052.910
1.329.014
6,31%
Lasten Personele lasten Afschrvingen Huisvestingslasten Overige lasten Financiële !asten
16.957.043 439.311 4.245.326 1.627.242 23.360
19.165.604 480.819 2.790.099 1.674.358 9.061
-2.208.561 -41.508 1.455.227 -47.116 14.299
-11,52% -8,63% 52,16% -2,81% 157,81%
Totaal lasten
23.292.282
24.119.941
-827.659
-3,43%
-910.358
-3.067.031
Exploitatiesaldo
Rek. 2011 vs. R2010
Afwijking
-
2.156.673
Ba ten Het aantal leerlingen per 1 oktober heeft de Iaatste jaren een daling laten zien. Mede als gevoig daarvan is de rijksbijdrage (de personele vergoeding, maar oak de materiële instandhouding) in 2011 lager dan in 2010. Per saldo is over 2011 € 174.061 (1,03%) minder ontvangen dan over 2010. De genoemde leerlingendaling is hier met name debet aan. De lagere rijksbijdragen in 2011 ten opzichte van 2010 worden echter meer dan gecompenseerd door hogere overige overheidsbijdragen. Deze hogere bijdragenJ ein vprnamelijk voort uit de baten 4 ‘huisvestingsprojecten gemeente’ en zijn budgettair neutral Jtverantwoord. Onder de lasten wordt namelijk hetzelfde bedrag opgenomen. Zowel in 2011 als in 2010 beInvloedt deze post bet uiteindelijke rekeningresultaat dus niet. De baten ‘huisvestrn pd&ten gemeente’ bedroegen in 2010 iets meer dan € 1 miljoen. Hier tegenover stand in 2011 eibde Wr€ 2,6 miljoen. 088
-
2882888
fJ
Voor identjfj atjedoelejnden Behorend bi controleverkiaring d.d.
1 9 JUN 2012
Pagina 27
proloog/ pm opnb
dp i*d
Lasten Arbeidsvoorwaardelijke wijzigingen, CAO-stijgingen en premiewijzigingen leidden in 2011 tot hogere personele lasten per persoon. In z’n totaliteit is het bedrag aan loonkosten echter sterk verminderd. Bedroeg de totale Ioonsom in 2010 nog ruim € 19,1 miljoen, in 2011 is dit bedrag vermindert tot nog geen € 17 miljoen. Als gevoig van de financiële problemen is er een reorganisatie doorgevoerd die heeft geleid tot een aanzienlijke daling van het aantal personeelsleden. In het volgende overzicht wordt deze daling zichtbaar gemaakt:
Mad
Januañ Februari Maart April Mel
Aantal vaste ,nedewerkers
-
351 348 346 346
310
:
AUgUStuS
—_____
330
—
-
r
r
ii
jIi I 0
Gemiddeld
.
324
(
Proloog had met name in de schooljaren 2009-2010 en 2010-2011 dus te veel personeel in dienst; ook in relatie tot de Rijksbekostiging en de overige gelden van gemeente, Spectrum en Vervangings fonds. De redenen hiervoor waren: • te lage berekening GPL in 2008. Hierdoor waren de werkelijke kosten per formatieplaats (GPL = Gemiddelde Personeelsiast) aanzienlijk hoger dan waar in de ramingen van uit werd gegaan. • leerlingendaling en een niet gerealiseerde, maar wel verwachte (!) groei van het Ieerlingenaan tal op een viertal scholen. Er is aan deze scholen formatie uitgekeerd op basis van door de schooldirecties verwachte groei. • extra personele investeringen in (zeer) zwakke scholen. • hoge kosten dislocaties (extra dislocatie Pionier) drukten steeds meer op de formatie, ook omdat dislocaties kleiner werden en het totaal aantal leerlingen daalde. • groot verlies inkomsten achterstandsleerlingen (Rijk: nieuwe gewichtenregeling en weinig formatie via de impuisgebiedenregeling). • geen goede berekening van de omvang van het personeel op de scholen (96%) in relatie tot de omvang van het bestuursbureau (4%). De personele investeringen in de (zeer) zwakke scholen hebben er wel toe geleid dat Proloog momenteel geen zwakke scholen meer heeft. De aanzienlijk hogere huisvestingslasten hebben te maken met de huisvestingsprojecten van de gemeente Leeuwarden. Zoals ook reeds bij de baten is vermeld, zijn deze projecten budgettair neutraal in de jaarrekening verantwoord. Het exploitatieresultaat wordt derhalve niet door de projecten beInvloed.
D&oitte. Postbus 826 8901 BP Leeuwardfi 088
-
2882888
Voor identificajledoeleinden. Behorend bij cfrtroleverklaring d.d.
IQ 1flM’7ni
Pagina 28
—p
proLoog / —
2.3
FINANCIERING
Dit onderdeel van het bestuursverslag omvat onder meer beleidsvoornemens ten aanzien van het risicobeheer van de financieringsportefeuille. Algemeen Proloog heeft de keus de bezittingen op verschillende manieren te financieren. Grofweg kunnen deze financieringswijzen worden verdeeld in financiering met eigen en met vreemd vermogen. Langlopend vreemd vermogen heeft doorgaans uitsluitend een financieringsfunctie. Het eigen vermogen echter heeft meerdere functies. Naast de financieringsfunctie maakt het eigen vermogen deel uit van het weerstandsvermogen (dit wordt verder uiteengezet in het onderdeel ‘weerstandvermogen’); het vermogen van Proloog om financiële tegenvallers op te kunnen vangen teneinde de onderwijstak en te kunnen voortzetten. Bij de financiering van vaste activa heeft Proloog in principe de keuze uit eigen of vreemd vermogen. Het elgen vermogen moet in de loop der jaren worden opgebouwd door bijvoorbeeld overschotten op de rekening toe te voegen aan de reserves. Proloog heeft in het verleden de activa nog nooit gefinancierd door middel van het aantrekken van langlopende leningen; in 2010 is hieraan echter een einde gekomen. Voor het eerst is een langlopende lening aangetrokken van € 500.000. Gezien de liquide problemen waarin de stichting al enige tijd verkeert, was de verwachting eind 2010 reeds dat in 2011 meer financiering met vreemd vermogen zou moeten gaan plaats vinden. In 2011 is dit inderdaad het geval geweest. Van de gemeente Leeuwarden is een lening (overbruggingskrediet) aangetrokken. Per 31 december bedroeg de daadwerkelijke omvang van dit krediet bijna € 751.000. Treasury Treasury kan worden omschreven als “het sturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële geldstromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico’s.” Treasury is een belangrijk instrument geworden en krijgt daardoor steeds meer bestuurlijke betekenis. Het bestuur zal derhalve zorg moeten dragen voor een verantwoordelijke en professionele inrichting van de treasuryfunctie. Een bindend kader hiertoe is in de Regeling Beleggen en belenen weergegeven die sinds 2001 van kracht is. In 2010 is deze regeling deels herzien en geactualiseerd. In deze regeling wordt op grond van artikel 2 het volgende voorgeschreven: Artikel 2
CF
-
.__
Jaarverslaggeving
Instellingen doen jaarlijks in de jaarverslaggeving ten aanzien van de pub ten minste versiag van: a. het beleid en de uitvoering ten aanzien van het beleggen en belenen; b. de soorten en omvang van de beleggingen en beleningen; c. de Iooptijden van de beleggingen en beleningen. Proloog had tot 2010 nog nooit leningen afgesloten. In 2010 is voor het eerst een langlopende lening van € 500.000 afgesloten. Deze lening is afgesloten bij de Rabobank en past binnen de regeling
‘Beleggen en Belenen’ en het vastgestelde treasurystatuut. Eventuele beleggingen hebben een prudent karakter. In 2011 is wederom een beroep gedaan op externe financiering, Met de gemeente Leeuwarden is overeen gekomen dat tot een bedrag van maximaal € 1.5QJ200 gejruik kan worden gemaakt van een overbruggingskrediet. Per ultimo 2011 is hiervan bijna € De uitvoering van de treasuryfunctie is gedurende de laatsecjefi2oora1 reactief: reagerend op ontwikkelingen in de markt en uitgaande van de actuele Ii i1 w 4 erde tt n middelen 088 2882888/; -
Voor Rehorend
j controeverkIaring d.d. Pagina 29
19 JUN2012
proloog? pm, opobr
dw1i
aangetrokken. Door het verder verbeteren van de Iiquiditeitsprognose kan de financiering de komende jaren nog beter worden afgestemd op de huidige en toekomstige behoefte. Kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is in de jaarrekening opgenomen. Uit dit overzicht biijkt dat het saldo aan liquide middelen in 2011 is afgenomen met ruim € 10.000. Dit kan in een eenvoudig kasstroomoverzicht als vogt worden gespecificeerd: Rekeningresultaat 2011
(- =
nadellg)
-910.000
Afschrijvingen (wel kosten; geen uitgaven) Investeringen (wel uitgaven; geen kosten) Toename ‘Vorderingen’ (debiteuren hebben meer openstaan) Afname ‘Kortlopende schulden’ (meer crediteuren zijn betaald) Mutatie voorzieningen (wet kosten; geen uitgaven) Aflossing langlopende leningen (wel uitgaven; geen kosten)
439.000 -25.000 369.000 -81.000 318.000 -100.000 920.000 10.000
Weerstandsvermogen AIemeen “Het onderdeet weerstandsvermogen geeft aan hoe robuust de expLoitatie van Proloog is. Dit is van betang wanneer zich er een financiëte tegenvaLter voordoet. Door aandacht voor het weerstandsvermogen kan worden voorkomen dat etke financiëte tegenvat[er dwingt tot bezuinigen”. De essentie is dat een organisatie zich zeif dient af te vragen hoeveel vermogen ze nodig heeft om de continulteit en efficiency van de activiteiten te kunnen waarborgen. Deze paragraaf bevat daarom onder andere een inventarisatie van de weerstandscapaciteit en van de risico’s. Nadat de risico’s in beeld zijn gebracht, kan de weerstandscapaciteit worden berekend. De risico’s kunnen vervolgens aan de weerstandscapaciteit worden gerelateerd. Het weerstandsvermogen is tenslotte de verhouding tussen de weerstandscapaciteit en de risico’s die de stichting loopt.
Deloitte. ,1
//
Postbs 826 8901 BP Leeuward1 088-2882888
(
Voor identifjcaiedoeIeinden.
Rehorend bij ccntroleverkIaring d.d.
Paging O
JUN 201,
proLoo / p&fl,
peb odewi
Het vorenstaande kan modelmatig als volgt worden vormgegeven.
I
1
Relatie risico’s en weerstandscapaciteit Risico’s • • • • •
Wee rstandsca Daciteit
Demografisch (Ieerlingenkrimp) Economisch Politiek Juridisch Et cetera
SamenlooD van risico’s
• Reserves • Ruimte op de begroting • Langlopende voorzieningen
V
I
Flexibiliteit
Weerstandsvermoc,en
Risico’s De risico’s worden hier in zijn algemeenheid benoemd. F-let gaat daarbij om risico’s waarvoor nog geen maatregelen getroffen zijn, maar die, mochten deze risico’s zich daadwerkelijk voordoen, van materiële betekenis kunnen zijn in relatie tot de financiële positie van de stichting. Voor het dekken van deze risico’s is een financiële buffer noodzakelijk. In onderstaande figuur wordt een belangrijk aantal van de terreinen waarop risico’s worden gelopen in beeld gebracht:
Financiële Risico’s
Strategische Risico’s
Schade Risico’s
Operationele Risico’s
Ten aanzien van de schaderisico’s geldt dat het belangrijkste deel hiervan is verzekerd. Hierbij wordt het risico op het optreden van schade afgewenteld op de vek-aa tteraard staat hier premiebetaling tegenover. Voor overige risico’s van te verwachten waarvan de omvang redelijkerwijs is te schatten worden voorzieningen getroffen. Deze voorzienngen vormen een onderdeel van het vreemd vermogen en zijn daarom niet vrij inzet&ã 826 8901 BP Leeuwarde
088-2882888
1
Voor identificatjedoeleinden. Behorend bij cohtroleverk[aring d.d.
ina 31 9 Pa
19 JUN 2012
proloog p11nar
Opnbaar
ondec,ni leeuwwden
De volgende risico’s kunnen worden aangemerkt als risico’s die (voor een belangrijk deel) niet beheersbaar zijn en niet (altijd tijdig) voorzien kunnen worden: • Fluctuatie in Ieerlingenaantallen (krimp wordt vertaald in het meerjarenperspectief) • Financiële gevolgen van arbeidsconflicten (gezien de noodzakelifke krimp in personele formatie neemt het risico hiervan waarschijnlijk toe) • Instabiliteit in de bekostiging • Onvolledige indexatie van de bekostiging Aan deze vier risico’s wordt een algemeen ‘restrisico’ toegevoegd. Dit restrisico omvat alle risico’s die niet hoog genoeg (of onvoldoende kwantificeerbaar) zijn voor het berekenen van een individueel risicopercentage, maar die cumulatief wel een buffer rechtvaardigen. De commissie ‘Don’ is in haar eindrapportage gekomen tot een globale kwantificering van de financiële buffer waarover een onderwijsinstelling zou moeten kunnen beschikken, afhankelijk van onderwijssector en groottekiasse (uitgedrukt in procenten van de totale jaarlijkse baten van de instelling). Voor het primair onderwijs komt de commissie ‘Don’, rekening houdende met de omvang, uit op een percentage van 10%. Op basis van de genoemde berekeningssystematiek kan voor Proloog het werkelijke percentage als voigt worden berekend.
Jaarrekening 2011 Eigen vermogen
Baten 2011
56.201 22.381.924
0,25%
Dit percentage Iigt ruim onder de minimale buffer die de commissie ‘Don’ heeft gesteld. Op grond daarvan is de conclusie dat het weerstandsvermogen van Proloog nog steeds onvoldoende is. Als meest risicovolle aspect wordt voor Proloog de ontwikkeling van het aantal leerlingen ingeschat. De situatie in de gemeente Leeuwarden is niet zo dramatisch als in sommige andere gebieden in Friesland en zeker in Drenthe en Noord Groningen. Weerstandscanaciteit Het Bestuur is er uiteindelijk eindverantwoordelijk voor dat de begroting sluit. Een precies sluitende begroting zonder dat weerstandscapaciteit in welke vorm dan ook aanwezig is, Ieidt er toe dat elke tegenvaller (ongeacht de omvang), een probleem oplevert. Het onderwijskundig beleid staat op dat moment direct onder druk. Een buffer in de vorm van weerstandscapaciteit is daarom wenselijk. De weerstandscapaciteit bestaat uit de middelen die kunnen worden ingezet om optredende tegenvallers op te kunnen vangen: naast de reserves is dit de eventuele ruimte op de begroting. Soms wordt ook het langlopende dee! van de voorzieningen tot de weerstandscapaciteit gerekend. Deze Iaatste component rekenen wij echter niet mee. Wanneer de weerstandscapaciteit zich op precies het gewenste niveau bevindt, Ieidt een financiële tegenvaller uiteraard onmiddellijk tot een te age weerstandscapaciteit. Bij nieuw optredende risico’s moet de weerstandscapaciteit worden verhoogd, bij het vervallen van risico’s kan de weerstandscapaciteit worden verfaagd. Er ontstaat dus een dynamisch geheel. Het tempo waarin het aanpassen van de weerstandscapaciteit gebeurt, is afhankelijk van de flexibiliteit van de stichting. Sommige kostenposten kunnen snel worden omgebogen, andere (bijvoorbeefd afschrijvingen) pas op langere termijn. Bij samenloop van tegenvallers kan in principe een groot deel van de weerstandscapaciteit in korte tijd verloren gaan. Bij elkaar snel opvolgende tegenvallers ontbreekt daarbij de tijd om de verloren gegane Het door Proloog gevoerde beleid ten aanzien van de werstan apaciteitis onveranderd ten opzichte van voorgaande jaren. De weerstandscapaciteit is onder te \ rijJr4jfteIe en in structurele weerstand. Beide onderdelen worden toegeiicht. 088
-
2882888
f
Voor identifica€iedoeeinden. Pagina32 Behorend bij conrE:’vertcIarIng u.u. I U II IKI ‘)flv7
proIoo r1L,r.1’ O*baar OIlde,wIjs leeuedeq
Incidenteie weerstandscaiaciteit De incidentele weerstandscapaciteit betreft het vermogen om tegenvailers eenmalig op te vangen zonder dat dit invloed heeft op de voortzetting van onderwijstaken op het geidende niveau. Inzet van de incidentele middeien is aileen noodzakelijk als het bestuur hiervoor geen budget op de begroting heeft geautoriseerd. Dit vereist daardoor te alien tijde een bestuursbesluit. De incidentele weerstandscapaciteit wordt bepaald door de stand van de aigemene reserve en van de bestemmingsreserves. Van de bestemmingsreserves ligt de bestedingsrichting in meer of mindere mate vast. Het bestuur kan echter de bestedingsrichting van de bestemmingsreserves indien noodzakeiijk wijzigen. —
-
In onderstaande tabel wordt de incidentele weerstandscapaciteit in de vorm van eigen vermogen op 1 januari 2012 weergegeven.
Omschnjving
(bedragen x €1)
Algemene reserve -
aigemene reserve
-1 60.776 -160.776
Bestemmingsreserves Publiek Pubiiek Privaat
216.977
-
0
-
216.977 Totale incidentele weerstandscapaciteit
56.201
Tenslotte maken ook stille reserves onderdeel uit van de incidentele weerstandscapaciteit. Met stiile reserves worden activa bedoeld die niet tegen de (hogere) marktwaarde op de balans worden gewaardeerd. Hierbij kan worden gedacht aan directeurswoningen of aan in bezit zijnde aandelen. Stille reserves bestaan aileen in die gevalien waarbij deze activa direct verkoopbaar zijn en dus niet noodzakelijk zijn voor de directe uitvoering van onderwijskundige taken. Dergeiijk reserves komen bij Proloog op dit moment niet voor. Structureie weerstandscapaciteit De structurele weerstandscapaciteit bestaat uit de middelen die permanent ingezet kunnen worden om tegenvallers in de lopende expioitatie op te vangen, zonder dat dit ten koste gaat van de uitvoering van bestaande onderwijstaken over meerdere jaren. De structureie weerstandscapaciteit zou kunnen bestaan in een in de begroting opgenomen bedrag voor ‘onvoorzien’. Bij Proloog is een dergeiijk post echter niet aanwezig. WeerstandsvermoQen Bij het optimaliseren van het weerstandsvermogen speien naast weerstandscapaciteit en risico’s ais zodanig 00k andere factoren een rol. Het gaat hierbij om het aanpassingsvermogen of de fiexibiliteit van de organisatie, en om de kans op geiijktijdigheid van tegensiagen. Op zichzeif genomen kieine risico’s kunnen door toeval gelijktijdig of viak na elkaar optreden, waardoor toch een groot beroep op de weerstandscapaciteit noodzakelijk is. De kansen op verschillende soorten tegenvaliers kunnen afhankeiijk zijn.
Deloitte. Postbus 826 8901 BP Leeuwden 088
-
2882888
Voor identificatjedoejein den Behorend LiJ controJeverkiarng d.d.
Pagina 33
19 JUN2012
proLoog/ p,ln pnbo owij
Proloog kent een bijzonder risicoprofiel. Gezien de precaire financiële situatie en de slechts licht stijgende leerlingaantallen in de komende jaren, is het noodzakelijk het weerstandsvermogen de komende jaren te vergroten. Door het aanzienhijke negatieve resultaat van 2011 is het onzeker of al in 2012 kan worden gewerkt aan het versterken van het weerstandsvermagen. Waarschijnhijk kan eerst in 2013 worden gewerkt aan het verbeteren van het weerstandsvermagen. Blik naar de toekomst Doordat onderwijsactiviteiten worden ondernomen wordt een veelheid aan risico’s gelopen. In het kader van bestuurlijke transparantie is het daarom verstandig, dat risico’s in kaart gebracht worden. Dit stelt als randvoorwaarde dat de stichting in staat moet zijn om het proces van identificatie, analyse en beheersing van risico’s goed te doorlopen. Eigenhijk is slechts een afgeleid doel van deze cyclus dat hierdoor de mogelijkheid ontstaat het weerstandsvermogen te berekenen. Mede op basis van dit cijfer kan de stichting indien naodzakelijk een verbetertraject starten, waarbij winst wordt geboekt op de kosten van de bedrijfsvoering. Door maatregelen te treffen worden het vereiste weerstandsvermogen en daarmee de uiteindelijke kosten voor de stichting verlaagd. Door effectief risicamanagement te bedrijven is de stichting zowel in staat am bestuurlijke transparantie te garanderen, als ook de bedrijfsvoering efficiënter te doen verlopen. Dit maakt dat risicomanagement geen kostenpost hoeft te zijn, maar dat het middelen kan opleveren; middelen die weer ten goede kunnen komen aan de kerntaak van de stichting: het faciliteren van het geven van goed onderwijs. —
—
Door de relatie tussen risicomanagement en de weerstandsparagraaf in begroting en de jaarrekening, Iigt de nadruk momenteel nag op het inschatten van de financiele gevolgen. Risicomanagement dient uiteindelijk echter met name oak te gaan am bewustwording. De kracht van een goed in de stichting beklijfd risicomanagement is dat de stichting zich bewust is welke onzekerheden de door het bestuur gestelde doelstellingen in de weg staan. En dat maatregelen hiertegen kunnen warden getroffen... Samengevat kan gesteld warden dat de streefrichting van de ontwikkeling van het risicomanagement is van “reactief” naar “actief”. De komende jaren zal hier de nodige tijd en aandacht aan moeten warden gegeven. Het verantwoordingsjaar 2011 heeft volledig in het teken gestaan van het wederom gezond maken van de bedrijfsvoering van Stichting Proloog. Vaor wat dat betreft zal het in 2012 niet anders zijn. Dit betekent dat er ten aanzien van de personele formatie harde ingrepen moeten worden gedaan. Desalniettemin zal zelfs bij het bewerkstelligen van voldoende personele krimp in 2012 er n 2012 nag steeds sprake zijn van liquiditeitsproblemen. Verdere financiering van derden (in casu de gemeente Leeuwarden) zal op dat moment dan noodzakelijk zijn. Frequent overleg met de gemeente is sinds 2010 daarom oak al gevoerd.
Deloftte. Postbus 826 /1 8901 BP Leeuward 088-2882888
Voor identifica4edoeleinden. Behorend bij cntroleverklaring d.d.
Pagina 34
19 JUN 2012
proLoog/ prrna ofleb?r’I:rw1)s
2.4
te.w.ardei.
BEGROTING 201.2
Reke fling 2010
Rekening 2011
Begroting 2011
Beg roting 2012
Bate n Rijksbijdragen OCW Overige overheidsbdragen Werk in opdracht van derden Overige baten Financiële baten
16.934.390 1.643.145 5.456 2.468.837 1.082
16.760.329 3.180.844 5.779 2.431.022 3.950
0 0 0 0 0
16.098.000 456.000 28.000 971.000 0
Totaal baten
21 .052.910
22.381.924
0
17.553.000
Lasten Personele lasten Afschrijvingen Huisvestingsasten Overige lasten Financiëe lasten
19.165.604 480.819 2.790.099 1.674.358 9.061
16.957.043 439.311 4.245.326 1.627.242 23.360
0 0 0 0 0
14.158.000 481.000 1.359.000 2.153.000 88.000
Totaal lasten
24.119.941
23.292.282
0
18.239.000
Exploitatiesaldo
-3.067.031
-91 0.358
0
-686.000
Begroting 2011: de begroting is niet vastgesteld; zie 1.6
Deloftte. Postbus 826 8901 BP Leeuward# 088
-
2882838
/
Voor iderytifjc tjedoeleinden 1 Behorend bij lontroleverklaring d.d.
Pagina 35
19 JUN2012
Stichting Proloog
2.5 SAMENSTELLING VAN DE LASTEN De verdeling van de fasten kan als volgt worden weergegeven:
7,09%
• Personele lasten
• Afschrijvingslasten
Personele lasten Afschrijvingsiasten Huisvestingsiasten Overige lasten (md. rente)
• Huisvestingslasten
Absoluut
Relatief
16.957.043 439.311 4.245.326 1.650.602
72,80% 1,89% 18,23% 7,09%
23.292.282
100,00%
• Overige lasten (mci. rente)
Deloftte. Postbus 826 8901 BP Leeuwardi 088
-
2882888
if
Voor identjficafedoeieinden Behorend bj c ntroleverklaring d.d.
Pagina 36
19 JUN 2017
Stichting Proloog
2.6 ONTWIKKELING LEERLINGENAANTAL
3.800
eeriingaantaiien per 1 otoer
/7’
3.700 3.600 3.500
‘
V
3.400 3.300 3.200
z
3.100 2005
2006
Olden ije De Wester Plataanschool De Weide Potmarge Cud Cost Uniaskoalle Wiardaskoalle Prof. Wassenbergh Het Palet Eestroom (De Vrijheid) De Vosseburcht De Wielen Montessorischool Wynwizer De Trilker
2007
2008
2009
2010
2011
Mutatie Absoluut Procentueel
1-10-2005
1-10-2011
198 220 146 265 159 383 99 294 90 277 252 238 528 105 327 156
220 190
22 -30
-13,64%
124
-22
-15,07%
317 95 193 95 351 118 181 248 221 370 0 503 132
52 -64 -190 -4 57 28 -96 -4 -17 -158 -105 176 -24
19,62% -40,25% -49,61% -4,04% i9,39% .31,11% -34,66% -1,59% -7,14% -29,92%
3.737
3.358
-379
-10,14%
53,82% -15,38%
In zijn algemeenheid blijkt, dat het leerlingenaantal op de schoten de laatste 6 jaar een dalende tendens heeft vertoond. Het totale aantal leerlingen is in de periode van 2005 tot en met 2011 gedaald met 379 leerlingen. Gemiddeld is dit een jaarlijkse daling met 63 leerlingen per jaar. Veelal wordt in onderwijsland’ gesteld dat indien er een daling van 7 tot 8 leerlingen op bestuursniveau plaats vindt, er gemiddeld één onderwijzer bij het bestuur minder op de loonhijst zal kunnen staan.
Deloftte. Pos-thus 826 1 8901 SP Leeu\Arden 088
-
2882883/
Voor ident/fjcatjedoejeindefl e orend pIJ Controleverklarina d.d,
1
Pagina37
I[1N ?flh?
Stichting Proloog
De grootste daling van het aantal leerlingen (absoluut) heeft in de laatste 6 jaar plaats gevonden op ‘Cud Oost (wijk Cambuur- Oud Cost: -190 leerlingen ) en De Wielen (wijk Camminghaburen; -158 leerlingen). De grootste stijging van het aantal leerlingen heeft zonder meer plaats gevonden op de ‘Wynwyzer (wijk Zuiderburen). Hierop zijn in vergelijking met 2005 176 leerlingen meer ingeschreven. Dit wordt met name veroorzaakt doordat daar veel is gebouwd. De daling van het aantal leerlingen is een belangrijk gegeven omdat de financiering van het onderwijs voor het overgrote dee! is gebaseerd op het aantal Ieer!ingen. Zo lang er een stijgende trend aanwezig is in het Ieer!ingenaantal, zijn de financiele risico’s voor het bestuur gering. Op het moment dat een stijgende trend echter omslaat in een dalende lijn, ontstaat er een bedrijfsrisico dat nauwgezet gemanaged moet worden. De rijksbijdragen zullen gaan dalen. Deze daling zal de initiator moeten zijn om ook het kostenniveau naar beneden toe bij te stellen. Aangezien de exploitatie bij Proloog voor circa 80% wordt gevormd door personele lasten zal ingrijpen in de formatie noodzakelijk zijn. Op grond daarvan is het van belang de prognoses voor de komende jaren van het leerlingenaantal in beeld te houden.
Deloitte. Postbijs 826 ,i 8901 BP LeeuwWden 088
-
2882888
/
Voor identj icatjedoelejnden. e oren j controeverklaring d.d.
Jaarrekening 2011
Deoitte, Pous 826 89i BP Leeuwarden 0/8 2882888 -
\toor identificatiedoefeinden ehorend bij controeverkaring d.d.
1 9 JUN 2O1Z
Stichting Proloog
Waarderinqsçrondslaqen Inleiding De onderstaande samenvatting van de grondsiagen van waardering en resultaatbepaling is bedoeld als een Ieidraad voor een juiste interpretatie van de in deze jaarrekening gepresenteerde financiële gegevens. In deze jaarrekening zijn de activiteiten van de Stichting Proloog te Leeuwarden verantwoord. De jaarrekening is opgesteld op het niveau van het bevoegd gezag. Het doel van de stichting is het in stand houden van openbare scholen voor primair onderwijs als bedoeld in artikel 48 van de wet op het primair onderwijs.
Rapporteringsvaluta De bedragen in deze jaarrekening worden gepresenteerd in euro’s. Als gevolg van afrondingen zijn in sommige gevallen geringe verschillen ontstaan. Deze verschillen tasten het getrouwe beeld van de jaarrekening uiteraard niet aan en zijn daardoor geen belemmering voor het verkrijgen van het vereiste inzicht.
Continulteit Exploitatie
De exploitatie is in 2011 wederom afgesloten met een negatief resultaat. Het tekort in de exploitatie van 2011 bedraagt € 910.358. (Het verantwoordingsjaar 2010 werd afgesloten met een tekort van € 3.067.030). Het saldo van de algemene reserve per eind 2011 bedraagt daardoor negatief € 160.776. De raming van de exploitatie van 2012 vertoont eveneens een tekort. De algemene reserve bevat niet meer de middelen cm het verwachte exploitatieverlies van 2012 te kunnen dekken. Naar verwachting zal het saldo van de “reserve” daardoor per eind 2012 rond € 0,6 miljoen negatief bedragen. Het bestuur heeft in het eerste halfjaar van 2011 acties ondernomen dan wel besbten acties in gang te zetten om de continulteit van de Stichting te waarborgen. Deze zijn als volgt:
a. ontslag van 14,2 fte aan medewerkers per 1 augustus 2011; dit ontslag heeft inmiddels plaats gevonden. b. het plaatsen van medewerkers in het Rddf (risicodragend deel van de formatie) per 1 augustus 2011 ten behoeve van ontslag per 1 augustus 2012. Het resultaat van deze acties omvat een besparing van € 1,4 miljoen op jaarbasis. Over de bovenstaande punten a. en b. is in mei 2011 overeenstemming bereikt met de vakbonden. c. een investeringsstop met uitzondering van de uit onderwijskundig oogpunt absoluut noodzakelijke aanschafflngen. d. het aanscherpen van het inkoopbeleid. e. het sluiten van locaties.
Deoitte. Postbus 826 8901 BP Leeuwarden 088 2882888 -
Voor identifictedoeIeinden. Behorend bU c ntroeverkIaring d.d.
Pagina3S
19 JUN2017
Stichting Proloog
Naar verwachting zal de exploitatie van 2012 resulteren in een negatief resultaat en van 2013 in een klein positief resultaat en kan vervolgens een aanvang worden gemaakt met de verbetering van de financiële positie. Op basis van de meerjarenraming en de verantwoordelijkheid van de gemeente Leeuwarden voor het openbaar onderws in de gemeente is het bestuur van rnening, dat het voortbestaan van de Stichting niet in het geding is. De meest recente meerjarenraming geeft met ingang van het verslagjaar 2013 positieve rekeningresultaten. Hoewel de liquide situatie de komende jaren absoluut zorgelijk zal blijven, mag wel worden gesteld dat de oorzaak van de financiele problemen inmiddels achter de rug is. Strikt genomen worden door Stichting Proloog ingaande I augustus 2012 (schooljaar 2012-2013) dan ook weer zwarte cijfers geschreven. In het meerjarenperspectief vertaalt zich dat naar een positief resultaat vanaf de jaarschijf 2013: Verantwoordingjaar 2012 Verantwoordingjaar 2013 Verantwoordingjaar 2014 Verantwoordingjaar 2015 Totaal
-686.000 228.000 52.000 252.000 -1 54.000
Liquiditeiten Naast de beoordeling van de vermogenspositie is op korte termijn ook de liquiditeitspositie van belang voor het voortbestaan van Proloog. Per ultimo 2011 bedraagt de schuld in rekening-courant bij de bank € 340.172. Er is een bankkrediet beschikbaar van € 750.000. Op 27 juni 2011 heeft de gemeenteraad van de gemeente Leeuwarden besloten een rekening-courant krediet beschikbaar te stellen van € 1,5 miljoen. Deze steun is nodig om de totale liquiditeitsbehoefte te dekken. Ook is door de Raad de intentie voor verdere liquiditeitssteun uitgesproken op basis van het raadsvoorstel. Met de ter beschikking gestelde kredietruimte kan Proloog voorlopig verder. Per 31 december 2011 is van het noodkrediet van de gemeente een bedrag van € 750.986 opgenomen. De totale liquide ruimte per balansdatum bedraagt daarmee nog ruim € 1.058.800. Met betrekking tot de negatieve ontwikkeling van de liquiditeiten onderkent het bestuur de ernst van de financiele situatie, maar is het van mening, dat Proloog met een inspanningsverplichting zoals hiervoor is vermeld en de mogelijkheid voor verdere liquiditeitssteun in het schooljaar 201 1/2012, maar ook in de schooljaren daarna, aan haar financiële verplichtingen kan voldoen. Financië!e instrumenten De stichting maakt in de normale bedrijfsuitoefening gebruik van uiteenlopende financiële instrumenten die de stichting blootstellen aan renterisico’s, kredietrisico’s en liquiditeitsrisico’s. Deze betreffen financiele instrumenten die in de balans zijn opgenomen. De stichting handelt niet in financiele derivaten en heeft procedures en gedragslijnen om de omvang van het kredietrisico bij elke tegenpartij of markt te beperken. Bij het niet nakomen door een tegenpartij van aan de stichting verschuldigde betalingen blijven eventuele daaruit voortvloeiende verliezen beperkt tot de marktwaarde van de desbetreffende instrumenten. De contractwaarde of fictieve hoofdsommen van de financiêle instrumenten zijn slechts een indicatie van de mate waarin van dergelijke financiële instrumenten gebruik wordt gemaakt en niet van het bedrag van de kredietrisico’s en marktrisico’s. De reële waarde van de meeste in de balans verantwoorde financiële instrumenten, waaronder vorderingen, effecten, liquide middelen en kortlopende schulden, benadert de boekwaarde ervan. De reele waarde van de overige in de balans verantwoorde financiële instrumenten wijkt niet materieel af van de boekwaarde.
Deh,jtte. Postbus 826 8901 BP Lecuwfiden 088
-
2882888
//
Voor identjjcatjedoeIeinden I.. oeuorend qj controeverklaring d.d. .
19 JUN2012
Pagina4O
Stichting Proloog
Renterisico en kasstroomrisico Het renterisico is beperkt tot eventuele veranderingen in de marktwaarde van opgenomen leningen. Bij deze Teningen is sprake van een vast rentepercentage over de gehele Iooptijd. Het kasstroomrisico heeft betrekking op eventuele veranderingen in het rentepercentage van deze leningen.
Verslaggevingsvoorschriften De jaarrekening over 2011 is opgesteld conform de richtlijnen van de Regeling jaarverslaggeving onderwijs en overeenkomstig de verslaggevingsvoorschriften en bepalingen zoals weergegeven in Titel 9 Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. Tevens is Richtlijn 660 van de Raad voor de Jaarverslaggeving gevolgd. In deze richtlijn zijn voor de sector presentatie-, waarderings- en verslaggevingsvoorschriften opgenomen. Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft in februari 2008 een brochure inzake de verslaggevingsvoorschriften uitgebracht, die is bedoeld als hulpmiddel voor de scholen bij de inrichting van het jaarverslag. Begin 2012 is ten behoeve van het opstellen van de jaarrekeningen vanaf 2011 een nieuwe en aangepaste versie verschenen. Deze jaarrekening is in overeenstemming met bovenstaande richtlijnen en de daarin aangebrachte wijzigingen ingericht.
Grondsiagen voor de jaarrekening Algemene grondsiagen voor de opstelling van de jaarrekening De waardering van activa en passiva en de bepaling van het resultaat vinden plaats op basis van historische kosten. Tenzij bij de desbetreffende grondslag voor de specifieke balanspost anders wordt vermeld, worden de activa en passiva gewaardeerd volgens het kostprijsmodel. Baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop ze betrekking hebben. Winsten worden slechts genomen voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Verplichtingen en mogelijke verliezen die hun oorsprong vinden voor het einde van het verslagjaar, worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden. Vaste activa Financiële vaste activa Eventuele financiële vaste activa worden gewaardeerd tegen historische kosten. Materiële vaste activa De materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen de aanschafwaarde en worden verminderd met de cumulatieve afschrijvingen. De afschrijving geschiedt derhalve op basis van historische kosten en vindt op basis van de Iineaire methode plaats. De afschrijvingen worden gebaseerd op de geschatte economische Ievensduur. De schoolgebouwen zijn in eigendom van de gemeente en worden op de balans niet opgenomen. In 2009 heeft het Stichtingsbestuur gemnvesteerd in een eigen pand voor de medewerkers van het bestuurs- en servicebureau. De verwervingskosten van het pand bedroegen € 1.219.400,-- en zijn betaald uit de in 2008 ontvangen vergoeding van de gemeente van resterende bedrag is in 2010 met name ingezet voor de (gedeeltehjke) financiering van d passing van het bestuurs- en servicebureau. Pobus 826 8901 BP Leeuwardfn 088
2382883
Voor identificedoeIeinden Behorend bij controIeverkIaring d.d.
/
19 JUN 2012
Pagina4l
Stichting Proloog
Met ingang van 2005 warden de investeringen in meubilair en ICT op de balans gewaardeerd tegen de aanschafwaarde verminderd met de afschrijvingen. Met ingang van 2006 warden oak de investeringen in het onderwijsleerpakket (OLP) geactiveerd. De eerste afschrijving vindt plaats in het jaar volgend op het jaar van de investering (jaart+1). Bij meubilair warden Ieerlingsets, docentensets en kasten altijd geactiveerd. Voor overig meubilair geldt een ondergrens van € 1.000. Voor ICT en OLP wordt een ondergrens gehanteerd van € 500, maar in het geval er sprake is van investeringen in onderwijsmethoden en configuratiesets, wordt geen ondergrens gehanteerd. Deze investeringen worden derhalve altijd geactiveerd. Investeringen die beneden de drempelbedragen blijven, warden ten laste van de exploitatie gebracht. Software wordt, met uitzondering van aan leermethoden gerelateerde software, niet geactiveerd. De waarde van het aanwezige OLP per 1 januari 2006 is op de balans opgenomen. Afschrijving vindt plaats op basis van de ‘activaregistratie OLP’ en de geldende afschrijvingstermijnen. De projectgerelateerde activa worden afgeschreven over de duur van het project. De indeling in activagroepen en afschrijvingstermijnen is in een administratieve procedure vastgelegd: Gebouwen Onderwijshuisvesting
40 jaar
Pand Fonteinland
30 jaar (op hetpand wordt afgeschreven rekening houdende met een restwaarde van 50%)
Verbouwingen Pand Fonteiniand
lojaar
Meubilair Leerlingsets Docentensets Kasten Overig
15 jaar 15 jaar 2ojaar varierend van 10 tot 25 jaar
Netwerk Servers Configuratiesets/laptops
10 jaar 6 jaar 4 jaar
(Leer)methoden Audiovisuele middeien Overige OLP
8 jaar l0jaar l5jaar
ICT
OLP
Indien van toepassing warden de materiële vaste activa verminderd met afboekingen door duurzame waardevermindering, verkoop, tenietgaan of buitengebruikstelling. Voar de kosten van periodiek groat onderhoud wordt een vaarziening gevormd. Deze voarziening is opgenomen onder de avenge voorzieningen aan de passiefzijde van de baans.
Deloitte. Postbus 826 8901 BP Leeuwardery’
/
088-2882888
Voor identificat/edoefeinden Behorend bij cntroleverkIaring d.d.
f
19JUNZO17
Pag!na42
Stichting Proloog
Vorderincien De vorderingen warden gewaardeerd tegen de nominale waarde, voor zover noodzakeHjk onder aftrek van een voorziernng wegens dubieuze debiteuren. De vorderingen hebben een looptijd van maximaal 1 jaar. Liguide middelen De liquide middelen zijn gewaardeerd tegen de nominale waarde. Liquide middelen die niet ter directe beschikking staan warden verwerkt onder de vorderingen. Liquide middelen die gedurende langer dan 12 maanden niet ter directe beschikking staan van de stichting/bestuurscommissie warden verwerkt onder de financiële vaste activa. Overlopende activa De waardering van de overlopende activa geschiedt tegen de nominate waarde.
Reserves
Het eigen vermogen bestaat uit de algemene reserve en de bestemmingsreserve le waardering. Een nadere uiteenzetting van de reserves is opgenomen in de toelichting op de batans. Reserves warden gevormd conform de door het bestuur (zijnde het bevoegd gezag) daartoe genomen besluiten dan wet op grand van ministeriele regelgeving. Oak de onttrekkingen aan de reserves geschieden conform daartoe strekkende besluiten of geschieden op basis van rijksregelgeving. Voorzeningen Voorzieningen warden gevormd voor: • Verplichtingen en verliezen waarvan de omvang onzeker doch redelijk te schatten is; • Bestaande risico’s ter zake van te verwachten verplichtingen of verliezen waarvan de omvang redetijkerwijs te schatten is, maar het tijdstip niet; • Verplichting tot het maken van bepaalde kosten die in een volgend boekjaar zuNen warden gemaakt, mits het maken van die kosten zijn oorsprong (mede) vindt in het boekjaar of in een daaraan voorafgaand boekjaar en de voorziening strekt tot gelijkmatige verdeling van lasten over een aantal verslagjaren. Op grand van het vorenstaande zijn voorzieningen getroffen voor jubilea, spaarverlof, personeelsvoorziening en voor het het meerjarig onderhoud. De voorziening jubilea is gewaardeerd tegen de contante waarde; de avenge voorzieningen zijn gewaardeerd tegen de nominate waarde. Pensioenen Proloog heeft voor haar werknemers een toegezegd-pensioenregeing. Hiervoor in aanmerking komende werknemers hebben op de pensioengerechtigde leeftijd recht op een pensioen dat is gebaseerd op het gemiddeld verdiende loon berekend over de jaren dat de werknemer pensioen heeft opgebouwd bij Proloog. De verplichtingen, welke voortvloeien uit deze rechten van haar personeel, zijn ondergebracht bij het bedrijfstakpensioenfonds ABP. Proloog betaalt hiervoor premies waarvan de heift door de werkgever wordt betaald en de heift door de werknemer.
Deoitte. Postbus 826 j 8901 BP Leeuvardffl 088-2882888
/
Voor dentifictiedOeIe1fldefl. Behorend bij kontroleverktariflg d.d.
19 JUN2012
Pagina 43
Stichting Proloog
De pensioenrechten worden jaarlijks geIndexeerd, indien en voor zover de dekkingsgraad van het pensioenfonds (het vermogen van het pensioenfonds gedeeld door haar financiele verplichtingen) dit toeiaat. Naar de stand van ultimo 2011 is de dekkingsgraad van het pensioenfonds 94% (bron: website www.abp.nI). In 2014 dient het pensloenfonds een dekkingsgraad van ten minste 105% te hebben. Het pensloenfonds verwacht hieraan te kunnen voldoen en voorziet geen noodzaak voor de aangesloten onderwijsinstellingen om extra stortingen te verrichten of om bijzondere premieverhogingen door te voeren Proloog heeft geen verplichting tot het voldoen van aanvullende bijdragen in geval van een tekort bij het pensioenfonds, anders dan het effect van hogere toekomstige premies. Proloog heeft daarom alleen de verschuldigde premies tot en met het einde van het boekjaar in de jaarrekening verantwoord.
Voorziening groot onderhoud Voor de toekomstige kosten van groot onderhoud aan de bedrijfsgebouwen is een voorziening voor groot onderhoud gevormd. De toevoeging aan de voorziening wordt bepaald op basis van het geschatte bedrag van het onderhoud en de periode die telkens tussen de werkzaamheden van groot onderhoud verloopt.
Voorziening snaaiverlof De voorziening spaarverlof is gevormd voor personeelsleden die gedurende 4 of meer schooljaren 60 kiokuren hebben gespaard en dit in een aaneengesloten periocte gaan opnemen.
Ter verkiaring van de diverse reeds gebruikte en nog te gebruiken begrippen kan de volgende toelichting worden verstrekt: Risico (algemeen)
i
De kans dat een gebeurtenis zich voordoet die het realiseren van de doelstellingen op strategisch, tactisch of operationeel niveau in zowel positief als negatief opzicht ka n beInvloeden.
Risico (relevant voor weerstands vermogen)
Een risico waarvoor (a) geen voorzieningen zijn gevormd, (b) die niet door het treffen van maatregelen wordt beheerst en die (c) bovendien van materiële betekenis is voor de organisatie.
Voorziening
(Risico’s ter zake van )Verplichtingen en verliezen waarvan de omvang op de balansdatum onzeker is doch redelijkerwijs te schatten of kosten welke volgend boekjaar worden gemaakt met een oorsprong in het boekjaar of voorgaande boekjaar, waarbij kosten gelijkmatig verdeeld worden
Weerstands vermogen
Het vrij aanwendbare deel van het eigen vermogen om niet structurele financiële tegenvallers op te kunnen vangen om de taken ongestoord voort te kunnen zetten.
Bestem mi ngs reserve
Door het bestuur afgezonderd deel van het eigen vermogen ten behoeve van een daarvoor aangewezen bestedingsdoel.
Langlopende schulden De langlopende schulden worden gewaardeerd tegen de nominale waarde. Hierbij worden de aflossingstermijnen die vervallen binnen I jaar op grond van de vigerende reg&geving gepresenteerd onder de kortlopende schulden.
Deloitte. Postbus 826 8901 BP Leeuwar-den 088-2882888
/7
//
/
Voor dentjficatjeoeejnden Behorend bi con roleverkiarino d.d.
Pagina44
19 JUN2012
Stichting Proloog
Viottende passiva Kortlopende schulden De kortlopende schulden zijn gewaardeerd tegen de nominale waarde. De verplichtingen betreffen de binnen een jaar vervaflende schulden. Overlopende passiva De overlopende passiva betreffen vooruit ontvangen bedragen die aan opvolgende perioden worden toegerekend en nog te betaen bedragen, voor zover ze niet onder de aridere kortlopende schuden zijn te plaatsen. De overlopende passiva zijn tegen nominale waarde opgenomen. Onder de overlopende passiva zijn onder andere verantwoord de tijdelijke overschotten op door derden beschikbaar gestelde middelen waaraan een specifieke en bindende bestemming is gegeven (met name overlopende doelsubsidies OCW) Kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode. De geidmiddelen in het kasstroomoverzicht bestaan uit de iquide middelen. Grondsiagen voor de bepaling van het resultaat Voor het verantwoordingsjaar 2011 is er geen begroting door het bestuur vastgesteld. Deze jaarrekening bevat dan ook geen vergelijkende cijfers van de begroting. Bij de bepaling van het exploitatieresultaat geiden de volgende beginselen: lasten (en baten) zijn toegerekend aan hetjaarwaarop zij betrekking hebben. Rijksbijdragen De ontvangen (normatieve) rijksbijdrage en de niet-geoormerkte OCW-subsidies (vrij besteedbare doelsubsidies zonder verrekeningsc)ausule) worden in het jaar waarop de toekenningen betrekking hebben volledig verwerkt als bate in de staat van baten en asten. Geoormerkte OCW-subsidies met een vrij besteedbaar overschot (doelsubsidies waarbij het overschot geen verrekeningsclausule heeft) worden ten gunste van de staat van baten en lasten verantwoord naar rato van de voortgang van de gesubsidieerde activiteiten. Het deel van de subsidies waar nog geen activiteiten voor zijn verricht per balansdatum worden verantwoord onder de overlopende passiva. Geoormerkte OCW-subsidies (doelsubsidies met verrekeningsclausule) worden ten gunste van de staat van baten en asten verantwoord in het jaar ten aste waarvan de gesubsidieerde lasten komen. Niet bestede middelen worden verantwoord onder de overlopende passiva zolang de bestedingstermijn nog niet is verlopen. Niet bestede middelen worden verantwoord onder de kortlopende schulden zodra de bestedingstermijn is verlopen op balansdatum. Overige exploitatiesubsidies Overige exploitatiesubsidies worden ten gunste van de staat van baten en lasten gebracht in hetjaar ten laste waarvan de gesubsidieerde lasten komen/waarin de opbrengsten zijn gederfd/waarin het exploitatietekort zich heeft voorgedaan. Buitengewone baten en lasten Onder buitengewone baten en lasten worden verstaan baten en lasten die voortvloeien uit gebeurtenissen of transacties die duidelijk te onderscheiden zijn van de activiteiten in het kader van de gewone bedrijfsuitoefening en derhalve naar verwachting zelden zullen voorkomen.
Deloitte. Postbs 826 8901 BP Leewarden 088 288288 -
Voor idetjfjcatjedoeIejflden Behoren1 bij controeverkIaring d.d.
Pagina45
1 q itiN ?fll7
Stichting Proloog
Stichting Balans per
ACTIVA
31-12-2011
31-12-2010
Vaste activa Materiële vaste activa -
-
-
Gebouwen enterreinen Inventaris en apparatuur Andere vaste bedrijfsmiddelen
1.731.151 1.903.001 621.160
Totaal vaste activa
1.787.490 2.204.608 678.138 4.255.311
4.670.236
4.255.311
4.670.236
Viottende activa Vorderinpen -
-
-
-
-
-
Debiteuren OCW Overige overheden Overige vorderingen Overlopende activa Af: Voorziening oninbaarheid
89.292 877.003 68.996 77.769 52.431 0
28.337 903.191 383.102 1.949 217.851 0 1.165.490
1.534.431
Liciuide middelen -
-
Kasmiddelen Bank- en girosaldi
1.014 79.079
Totaal viottende activa
TOTAAL ACTIVA
4.284 65.428 80.093
69.711
1.245.583
1.604.142
5.500.895
6.274.378
Deloitte. Postbus 826 8901 BP Leeuwrden 088 2882888 -
Voor identijjcatiedoelejnden Behorend ij controeverklaring d.d.
19 JUN 2012
Stichting Proloog
Proloog 31 december
(na resultaafrerdeling)
PASSIVA
31-12-2011
31-12-2010
Vaste passiva Elgen vermogen -
-
Algemene reserve Reserve lewaardering
-1 60.776 216.977
630.466 336.093 56.201
966.559
Voorzieningen -
-
Persone&svoorzieningen Overige voorzieningen
674.021 563.824
696.382 223.504 1.237.845
919.885
Lancilopende schulden -
KredietinsteWngen
375.005
Totaal vaste passiva
475.001 375.005
475.001
1.669.051
2.361.446
Viottende passiva Kortlopende schulden -
-
Kredietinstellingen Crediteuren
-ocw -
-
-
-
Belastingen en premies sociale verzekeringen Pensioenen Overige kortlopende schulden Overlopende passiva
440.169 210.909 0 589.567 184.162 1.413.642 993.395
Totaal vlottende passiva
TOTAAL PASSIVA
327.065 252.000 0 736.480 219.351 768.405 1.609.631 3.831.843
3.912.933
3.831.843
3.91 2.933
5.500.895
6.274.378
Deloitte Pos-tbus 826 8901 BP Leeurden 088
-
2882888f
Voor identicatjedoelejfld
Behorend j controleverg d.d.
Paaina47
Stichting Proloog
Deloitte. 5 826 Potbu 8901 BP Leeuw,rden 088
-
2882838//
Voor ident4catjedoejejfldefl ehoren j controIeverkaring d.d.
1 9 JUN 201Z
Stichting Proloog
Staat van baten en lasten Rekening 2011
Begroting 2011
Rekening 2010
Baten Rijksbijdragen OCW Overige overheidsbijdragen en -subsidies Baten werk in opdr. van derden Overige baten
16.760.329 3.180.844 5.779 2.431.022
Totaal baten
Lasten Personeelslasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige tasten Totaal lasten Saldo baten en lasten Financiële baten en lasten
Result. gewone bedrijfsvoering
0 0 0 0 22.377.974
16.934.390 1.643.145 5.456 2.468.837 0
16.957.043 439.311 4.245.326 1.627.242
0 0 0 0
21 .051 .828
19.165.604 480.819 2.790.099 1.674.358
23.268.922
0
24.110.879
-890.948
0
-3.059.051
-19.410
0
-7.979
-910.358
0
-3.067.030
0
0
0
-91 0.358
0
-3.067.030
Buitengewone bedrijfsvoering Buitengewone baten Buitengewone lasten Result. buitengew. bedrijfsvoering
Totaal resultaat
Deloitte. Postbus 826 8901 BP Leeuwr2ien 088
-
2882888
fr’
Voor identijcatiedoe!pinden Behorend 4 j controleverklaring
d.d.
19 JUN 2012
Pagina49
Stichting Proloog
Deoftte.
4
Postbus 826 8901 BP Leeurden 088
-
2882888/
Voor identjjjcatjedoegejnden Rehorend j controleverkiaring d.d. I 0 hIM ‘)fl1
Pagina5O