Projectoproep "Mijn dorp in de stad" voor de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Deadlines 6 mei 2016 20 mei 2016
Bijlage: praktische gids voor de kandidaat bij de projectoproep "Mijn dorp in de stad"
1
Thema Naar aanleiding van de autoloze zondag wil het Brussels Hoofdstedelijk Gewest de gemeenten ondersteunen die acties rond sensibilisering en informatie van de burgers voor zachte en duurzame mobiliteit organiseren. Daartoe stelt het Gewest de gemeenten voor om rustige en gezellige zones in te richten die geschikt zijn voor dit soort activiteiten, in de vorm van lokale mobiliteitsdorpen. Het autoverkeer wordt volledig verboden in dergelijke zones. De projectoproep dient als instrument voor de gemeenten, bij voorbeeld om de burgers te informeren over bepaalde lokale mobiliteitsprojecten die aangekondigd werden in het gemeentelijk mobiliteitsplan, nieuwe inrichtingen te testen, overleg op gang te brengen met inwoners om oplossingen te zoeken voor mobiliteitsproblemen in bepaalde wijken (bv. beperking van het transitverkeer of de verkeersdruk, verbetering van de verkeersveiligheid of het levenskader). Het kan ook een goed moment zijn om de spots te richten op het dynamisme en de culturele troeven en het erfgoed van de gemeente. Het project moet mensen samen brengen en in beweging brengen en absoluut een mobiliteitsdimensie hebben. Het Dorp moet de gemeente ondersteunen in haar strategie van informatie, communicatie en sensibilisering omtrent zachte mobiliteit. Daartoe: - moet het voorstel gebaseerd zijn op een echt lokaal mobiliteitsproject1 van de gemeente (uitgevoerd, in uitvoering of in voorbereiding/bespreking/test) en moet de lokalisering van het dorp er zo veel mogelijk aan gelinkt worden. De gemeente wordt aangemoedigd om banden te leggen, bv. met haar GMP. In dat opzicht beveelt het Gewest de gemeenten aan om in de Week van de Mobiliteit nieuwe inrichtingen te testen (die na de Week kunnen doorlopen): waarom geen gebruik maken van dit bijzondere moment voor een test van bv. een nieuwe zone 30, een nieuw eenrichtingsverkeer, de sluiting van een straat, een inrichting van een kruispunt of een nieuwe leveringszone? De autoloze zondag is een ideaal moment ter ondersteuning van de communicatie en de sensibilisering rond deze test ten aanzien van de betrokken omwonenden. - moet de gemeente de burgers en de plaatselijke verenigingen betrekken (en een debat op gang brengen) bij dit lokale mobiliteitsproject, dat de centrale as van het "dorp" vormt, om een zo sterk mogelijke sensibilisering te verkrijgen voor de zachte verplaatsingswijzen. De jury die de ingediende projecten zal beoordelen, zal bij de selectie bijzondere aandacht schenken aan die twee aspecten. De keuze van de plaats zal bepaald worden door de keuze van het lokaal mobiliteitsproject dat de gemeente in de schijnwerpers wil plaatsen. Om zo veel mogelijk verschillende mensen te bereiken zouden de gemeenten dus indien mogelijk elk jaar of bij voorkeur om de 2 jaar een andere plaats moeten kiezen, tenzij de omvang, de duur van het mobiliteitsproject of andere praktische criteria zo zijn dat het dorp meermaals op eenzelfde plek georganiseerd zou moeten worden. De keuze van de plaats en de reden daarvoor worden door de jury beschouwd als doorslaggevende elementen in de selectie van de projecten. De gemeenten wordt dus aanbevolen de situering van het dorp zo goed mogelijk uit te werken. 1
Uit de vorige edities is gebleken dat het interessanter is het dorp te organiseren in een wijk waar een specifiek mobiliteitsproject uitgevoerd wordt of zal worden. Dat interesseert de mensen meer dan te algemene informatie over de mobiliteitsdiensten van de gemeente. Het is de specifieke boodschap die de gemeente wil meegeven, die de lokalisering van het dorp moet bepalen en niet omgekeerd.
2
De lokale, gezellige en rustige zones omvatten minstens 2 soorten ruimtes: 1. Een ruimte voor informatie en sensibilisering rond mobiliteit: De gemeente is er aanwezig om de banden tussen het gemeentebestuur en de burgers te versterken (animatie/acties die het gekozen lokaal mobiliteitsproject belichten als kern van het "dorp"). De gemeenten kunnen aanvullende ruimtes, animaties of acties voorstellen in functie van hun specifieke mobiliteitsdoelstellingen (burgerprojecten, raadpleging/participatie van de bevolking, mobiliteitstest, demonstratieruimte, vragen & antwoorden ivm de gemeente, voorstellen van nieuwe mobiliteitsinrichtingen, animaties rond mobiliteit voor de kinderen, …). 2. Een rustige ontmoetingsruimte: Dit moet een herkenbare plek zijn, via de aanleg van een grasperk2. De gemeente moet de grootte van het grasperk bepalen in functie van de situering van het dorp of de plaatsgesteldheid. Er is geen minimumomvang van het grasperk. Het kan bv; in het verlengde van een groene ruimte of een grasperk bij het dorp. Er kunnen recreatieve, culturele, ludieke of burgeractiviteiten plaatsvinden (spelletjes, gedeelde maaltijden, ateliers, vrije expressie, concerten, ...). Samenwerking met de lokale actoren die vooral rond mobiliteit actief zijn, is gewenst. Gemeenten worden dus aangespoord om contact op te nemen met verenigingen, om synergie tot stand te brengen ter versterking van de sensibilisering en de informatie van de burgers aan de hand van specifieke animatie. In dat kader kunnen fietsersverenigingen en wijkcomités een ideale partner zijn. Het Gewest zal allerlei brochures en andere publicaties ter beschikking stellen van de gemeenten, tot zover de voorraad strekt. Bovendien stelt Mobiel Brussel zijn knowhow ter beschikking om de gemeenten bij te staan bij de verkeersplannen voor een bepaalde wijk, om het transitverkeer of de algemene verkeersdruk te verminderen, die bij dit project aan een test onderworpen kunnen worden. De oproep is gericht tot de 19 Brusselse gemeenten. Begeleiding en communicatie De gemeenten die op de projectoproep ingaan, kunnen methodologische steun genieten aan de hand van een follow-up-vergadering met Mobiel Brussel en de VSGB (Vereniging van de Stad en de Gemeenten van het Brussels Gewest). Deze ontmoeting zal plaatsvinden op 7 juni van 9 tot 10u30 in Brussel Mobiliteit (plaats nog te bepalen). Een debriefing-vergadering (voor alle gemeenten) zal plaatsvinden op 29 september van 9.30 tot 11.30 uur in de VSGB (zaal Toone). Ook buiten deze momenten staan Mobiel Brussel en de VSGB ter beschikking van de deelnemende gemeenten. De geselecteerde gemeenten kunnen het communicatiemateriaal in het kader van de Week van de Mobiliteit en de Autoloze Zondag gebruiken en ook de decoratieve spandoeken voor de dranghekken (beperkt aantal beschikbaar bij de VSGB). De geselecteerde projecten worden extra in de verf gezet op de website van de Week van de Mobiliteit. Hiervoor voegen de gemeenten bij hun kandidaatsdossier een samenvattende tekst van een vijftiental regels met betrekking tot hun project. 2
Het Gewest spoort de deelnemende gemeenten aan om de gebruikte graszoden te hergebruiken en dat bekend te maken in hun communicatie of bij de gemeentelijke stand. Als de gemeente ze zelf niet recupereert voor haar eigen groene zones, moedigt het Gewest de gemeente aan om de verdeling van de graszoden onder de geïnteresseerde inwoners te organiseren of contact op te nemen met andere Brusselse gemeenten.
3
Deelnamevoorwaarden •
Deze projectoproep geldt voor de 19 gemeenten van het Brussels Gewest.
•
Het voorstel moet een duidelijke boodschap rond mobiliteit uitdragen, waarbij een welbepaald lokaal mobiliteitsproject belicht wordt.
•
De initiatieven moeten plaatsvinden op het grondgebied van de gemeente die het project indient.
•
Het voorgestelde evenement moet georganiseerd worden op een plek die verband houdt met het gekozen mobiliteitsproject (als het bovendien gaat om een symbolische plek zal dat als een positief punt beschouwd worden: belangrijk kruispunt, plein, enz.).
•
Het evenement moet tijdens de autoloze zondag plaatsvinden (op zondag 18 september 2016).
•
Het evenement moet door het college van burgemeester en schepen goedgekeurd zijn.
•
Alle projecten dragen de volgende titel « (naam van de gemeente) – dorp » om makkelijker over het evenement te kunnen communiceren.
•
Het evenement moet lokale mobiliteitsactoren mobiliseren: verenigingen, scholen buurthuizen, jeugdhuizen, bedrijven, enz. Opgelet: de mobilisering en nauwe betrokkenheid van de lokale socio-culturele wereld worden als troeven beschouwd bij de selectie van de projecten.
•
De gemeenten dienen de voorkeur te geven aan activiteiten die verband houden met mobiliteit en het lokaal mobiliteitsproject, veeleer dan ludieke activiteiten of bezigheden.
•
Het dorp moet volledig autovrij zijn.
•
De gekozen ruimte (plein, parking, enz.) moet gedeeltelijk bedekt zijn met een grasperk als symbolisch en gemeenschappelijk element in de verschillende projecten.
•
De gemeenten moeten erover waken dat alle technische infrastructuren (aanvoer van elektriciteit, water, gas, fietsparkings, …) beschikbaar zijn of makkelijk toegankelijk aan de rand van het dorp.
•
Er wordt aan de gemeenten gevraagd om geen verwarring te stichten met het andere grote Brusselse evenement, “Landelijk Brussel”. In de mate van het mogelijke dienen de gemeenten dus mini-boerderijen of te opvallende verwijzingen naar het landelijke aspect in hun communicatie te vermijden.
•
Het evenement omvat ook een rustige ontmoetingsruimte (spelletjes, gedeelde maaltijden, vrije expressie, enz).
•
Om de banden, het gezellig samenzijn en het landelijke karakter te versterken, moet het evenement de lokale initiatieven en het socio-culturele weefsel in de kijker plaatsen (wijkanimatoren, cultuurcentra, diverse groeperingen, winkels met artisanale producten, buurtwinkels, enz.). Daartoe moet de gemeente de samenwerking tussen verschillende diensten promoten (mobiliteit, middenstand, preventie, cultuur, …).
•
Het evenement moet duurzame ontwikkeling en positieve economie promoten (denkoefening over duurzame mobiliteit, energie en vervuiling, sociale economie, lokale bioproducten, eerlijke handel, enz.).
•
Het evenement mag niet gebruikt worden voor publiciteits- of commerciële doeleinden.
4
•
De gemeenten verbinden zich er in voorkomend geval toe contact op te nemen met hun politiezone, de hulpdiensten, de betrokken diensten van Mobiel Brussel3 en de diensten voor openbaar vervoer (MIVB4, De Lijn, TEC) om alle nodige vergunningen te verkrijgen of gewoon om informatie door te geven over de organisatie van het dorp en de eventuele moeilijkheden qua toegang tot de zone.
•
Na hun “dorp” verbinden de deelnemende gemeenten zich ertoe de evaluatie in te vullen als bijlage bij de documenten van de projectoproep en die zo snel mogelijk te zenden naar Mobiel Brussel en naar de VSGB (contactgegevens: zie punt “info” hieronder) uiterlijk op 25 september.
Budget De gewenste subsidiëring per project mag de 12.000 euro niet overschrijden. Indien het voorgelegde budget dit bedrag overschrijdt, zal het Gewest prioritair de activiteiten financieren die verband houden met mobiliteit. In elk geval wordt het bedrag van de tussenkomst voor bepaalde uitgaven beperkt: - muzikale animatie: max. 20 % van de door het Gewest toegekende subsidie - ludieke animatie (zonder band met mobiliteit): max. 20 % van de door het Gewest toegekende subsidie Uitgaven die in aanmerking komen: -
diverse uitrustingen (borden, hesjes, kaarten, armbanden…) ; dragers voor informatieverspreiding of sensibilisering (cd/dvd, folder,…) ; gehuurd materiaal in het kader van de activiteit (tijdelijk gebruik van fysieke inrichtingen in samenspraak met de politiezone, tenten,…) ; externe prestaties; graszoden; enz.
Uitgaven die niet in aanmerking komen: personeelsonkosten en gemeentelijke lonen; aankoop van voedsel (over het algemeen komen deze kosten niet in aanmerking, behalve indien de uitzondering met reden omkleed wordt); kosten die reeds gedekt zijn door een andere financiering; enz. De subsidie wordt via een subsidiebesluit aan de gemeenten betaald. Uiterlijk op 31 maart 2017 bezorgen zij aan Mobiel Brussel (BUV) de bewijsstukken betreffende de vastgelegde uitgaven voor de realisatie van de in het kandidaatsdossier geplande activiteiten. De subsidie wordt in 1 schijf van 100 % uitbetaald; na ontvangst van het eindverslag en van de nodige bewijsstukken. Planning 6 en 20 mei: deadlines voor de indiening van projecten, per mail of post: - bij de directie Strategie van Mobiel Brussel, t.a.v. mevr. Christine Heine, - bij de VSGB, t.a.v. dhr Jean-Michel Reniers 3
In het bijzonder als bij het project een gewestweg bezet wordt. De bevoegde dienst bij de MIVB is de dienst geplande verstoringen van het verkeer. Die moet minstens 5 weken voor het evenement op de hoogte gebracht worden, zodat zij de gepaste wegomleidingen kunnen uitstippelen. 4
5
OPGELET: het selectiecomité zal 2 keer vergaderen: op 12 en 24 mei. De gemeenten die de beslissing over hun project willen kennen voor het begin van de maand juni, dienen hun dossier dus uiterlijk op 6 mei in te dienen. 12 en 24 mei: selectie van de projecten door het begeleidingscomité van de “Week van de Mobiliteit”, samengesteld uit vertegenwoordigers van het kabinet van de minister voor Mobiliteit, van Mobiel Brussel en de VSGB. De laureaten worden de week erna op de hoogte gebracht van hun selectie. 7 juni (9 uur, Brussel Mobiliteit): vergadering voor de follow-up met de deelnemende gemeenten Zondag 18 september: Autoloze zondag 29 september: debriefing-vergadering (9.30 uur – zaal Toone – VSGB)
Info Christine Heine - Brussel Mobiliteit
[email protected] - tel. 02 204 19 23 Jean-Michel Reniers - Vereniging van de Stad en de Gemeenten van het Brussels Gewest (VSGB) -
[email protected]
6