Projectmanagement Een introductie
Hans Paquay Paquay Programma- en Projectmanagement (PPM) Hogeschool van Utrecht (HU)
1
Fasering
Programma van eisen Budget
Programma-management
Projectmanagement Projectmatig werken
Risicobeheersing
Stake-holders Startnotitie
Proces
Besluitvorming Projectmanager Hogeschool van Utrecht (HU)
Procesmanagement
Planning
Project
Actoren Opdrachtgever
2
introductie Hans Paquay Politieke en sociale wetenschappen, UvA. Bouwkunde (volkshuisvesting), TUD Projectleider corporatie, Organisatieadviseur gezondheidszorg, Zelfst. programma- en projectmanager. (PPM)
Hogeschool van Utrecht (HU)
3
Inhoud Ontstaan van projectmanagement. Onderscheid werkprocessen en projectmatig werken. Doelstelling projectmatig werken. Bouwstenen van het projectmanagement
Hogeschool van Utrecht (HU)
4
Ontstaan van projectmanagement Architect: van persoonlijk bouwmeester naar artistiek kunstenaar te midden van vele specialismen, belangengroepen en procedures.
Opdrachtgever: van persoonlijk opdrachtgever naar vastgoedexploitant.
Jachthuis St. Hubertus van Berlage Otterloo Hogeschool van Utrecht (HU)
Hoofdkantoor Staatstelevisie CCTV Peking, Rem Koolhaas
5
Hogeschool van Utrecht (HU)
6
invloeden Toenemende regelgeving creëert nieuwe specialismen.
(bijv. flora/fauna, archeologie, bodemonderzoek, lucht-/ geluidskwaliteit, externe veiligheid)
Hogere eisen m.b.t. betrokkenheid en legitimiteit (RO-procedures, gebruikersparticipatie)
Toenemend aantal betrokkenen, zowel ‘binnen’ als ‘buiten’ het project. Noodzaak tot procescoördinatie.
Hogeschool van Utrecht (HU)
7
Onderscheid werkproces en projectmatig werken
Hogeschool van Utrecht (HU)
8
Werkprocessen Kenmerken: routinematig, vaste volgorde, zelfde handelingen. zelfde product, vooraf geformuleerde kwaliteitseisen ! Toepassing: industriële productie, ambachtelijke productie (brood- en banket, sieraden) publieke dienstverlening (uitkeringen, documenten, vergunningen) Hogeschool van Utrecht (HU)
9
Werkprocessen Betekenis:
Verloop proces vooraf te ontwerpen c.q. in kaart te brengen (‘procesdesign’)
Veelal monodisciplinair, Productieleider is leidinggevende (teamleider, afdelingshoofd)
Werkprocessen vormen het bestaansrecht van de organisatie. (autofabriek: auto’s; sociale dienst: uitkeringen)
Hogeschool van Utrecht (HU)
10
Projectmatig werken Kenmerken:
Aanleiding: tot stand brengen iets nieuws dat niet herhaald hoeft te worden.
Concreet product (materieel) of resultaat
(immaterieel) met een hoge mate van complexiteit.
Werkproces is multidisciplinair; verschillende kennisgebieden bij elkaar gebracht.
Project is tijdelijk en kent een zekere urgentie. Hogeschool van Utrecht (HU)
11
Projectmatig werken Toepassing:
Ontwikkeling bouwkundige of civieltechnische werken. ICT (productontwikkeling). Industriële productontwikkeling. Betekenis:
Procesverloop is vooraf niet te voorspellen of te ontwerpen (alleen fasering)
Projectmanager is géén leidinggevende, maar stuurt en faciliteert het proces.
Project is ‘bijproduct’ van organisatie. (kan stopgezet worden) Uitzondering verzelfstandige projectbureau’s (infrastructuur) Hogeschool van Utrecht (HU)
12
Doel van projectmanagement Initiëren, organiseren en aansturen van een
multidisciplinair samenwerkingsverband met het oogmerk een complex product of resultaat te bewerkstelligen.
Het zodanig organiseren en begeleiden zodat: het voorbereidingsproces doelmatig en efficiënt verloopt; het beoogde product of resultaat zo dicht mogelijk benaderd wordt; vooruitgang gewaarborgd is en eindresultaat – zoveel binnen de
planning – gerealiseerd wordt; risico’s op het vlak van financiën, imago en behoud samenwerkingsrelaties binnen acceptabele grenzen worden gehouden.
Hogeschool van Utrecht (HU)
13
Bouwstenen van projectmanagement 1.Initiatief en voorbereiding 2.Opdrachtgever en opdrachtnemer 3.Inrichting van projectorganisatie, 4.Fasering en besluitvorming 5.Draagvlak in de omgeving 6.Betrokkenheid van (toekomstige) gebruiker(s)
Hogeschool van Utrecht (HU)
14
1. Initiatief en voorbereiding Aanleiding (probleem of kans), Beoogd doel of resultaat, Afbakening (uitgangspunten en randvoorwaarden), Haalbaarheid (technisch, financieel, commercieel, draagvlak, beschikbare kennis en middelen)
Risico-inventarisatie. Conclusie: goede voorbereiding essentieel. Hogeschool van Utrecht (HU)
15
2.
Opdrachtgever en opdrachtnemer
Opdrachtgever: neemt ontwikkelingsrisico op. verleent opdracht tot uitvoeren van project; binnen voorwaarden. (vastgelegd in startnotitie)
Opdrachtnemer is projectmanager. Neemt opdracht aan o.b.v voorwaarden. (vastgelegd in projectplan)
Hogeschool van Utrecht (HU)
16
3. Inrichten van projectorganisatie. Projectorganisatie binnen een organisatie of als samenwerkingsvorm van meerdere organisaties
Gericht op een enkelvoudig product (gebouw of
brug) of meervoudig product of complex product. (gebiedsontwikkeling; ontwikkeling nieuw model auto)
Hogeschool van Utrecht (HU)
17
Projectorganisatie binnen bedrijf
Afd. mgn
Afd. mgn
Afd. mgn
Afd. mgn
afdeling
afdeling
afdeling
afdeling
Bestuur/ directie
Projectmanager (opdrachtnemer)
Hogeschool van Utrecht (HU)
18
Interne projectorganisatie Toepassing:
Productontwikkeling (‘maakindustrie’) Invoeren ICT of reorganisatie Kenmerk:
In opdracht van directie Buiten lijnorganisatie, maar met lijnmedewerkers Goede borging project (mandaat, budget, tijd en middelen)
Hogeschool van Utrecht (HU)
19
Externe projectorganisatie
(enkelvoudig) Corporatie Bestuurder
!
Afd Vastgoed
!
Afd Bewonerszaken
!
Afd Financiën
!
Afd. Communicati e/marketing
Hogeschool van Utrecht (HU)
Bestuurlijke afstemming
opd
rac h
Gemeente Bestuur
!
t Projectmanager
!
• Initiatiefnemers/ toekomstige gebruikers • Architect • Adviseurs • Omwonenden (indirect betrokkenen)
Afd. Vrom
!
Afd. Openbare Werken
!
Afd. Inwoners/ samenleving
20
Externe projectorganisatie
(enkelvoudig) Toepassing:
Ontwikkeling woningbouw, voorzieningen, infrastructuur
Kenmerken:
Gericht op planontwikkeling binnen opdrachtkader. PM zorgt voor afstemming corporatie en gemeente. Borging van bestuurlijke niveau van belang t.b.v gelijkgerichtheid corporatie en gemeente.
Hogeschool van Utrecht (HU)
21
Externe projectorganisatie (meervoudig) Stuurgroep . Gemeente . Corporatie(s) . Projectontwikkelaars
Ontwerpgroep (PL)
Deelgebied-1
Ontwerpgroep (PL)
Deelgebied-2
Ontwerpgroep (PL)
Deelgebied-3
Hogeschool van Utrecht (HU)
- visie, - besluitvorming planfasen, - uitg. financien en planning - oplossen strijdige opvattingen en conflicten
Projectgroep (PM) . Projectleiders . Gebiedscoördinator gemeente . Vertegenwoordiging maatschappelijke organisaties . Bewonersorganisatie -
budgetbewaking, planning samenhang fasering
Werkgroep Woningen
Werkgroep Voorzieningen Werkgroep Openbare ruimte
22
Externe projectorganisatie (meervoudig) Toepassing:
Complexe vraagstelling, waarbij de verschillende schaalniveaus elkaar sterk beïnvloeden.
Gebiedsontwikkeling, wijkherstructurering. Kenmerken:
Partijen, die investeren en/of wezenlijke invloed hebben op proces: stuurgroep.
PM krijgt opdracht van Stuurgroep; niet van één organisatie. Projectgroep coördineert, bewaakt de samenhang en stuurt ontwerp- en themagroepen aan.
Hogeschool van Utrecht (HU)
23
ProjectVoormanagement bereiding
4.
Fasering en besluitvorming Initiatieffase; Opdrachtformulering en inrichting projectorganisatie;
Ontwerpfase; Uitwerkingsfase (bouwvoorbereiding); Realisatie- of implementatiefase; Beheersfase.
Hogeschool van Utrecht (HU)
24
Fase Initiatieffase
Activiteiten
Document
Probleemverkenning, Doelformulering, Draagvlak onder stake-holders, Beschikbare financieringsbronnen, Succes- en faalfactoren (risicoinventarisatie),
Startnotitie Woonwensenonderzoek, Wijkmonitor, Haalbaarheidsonderzoek, Programma van eisen,
Opdrachtformulering
Formuleren beoogd doel/resultaat, Uitgangspunten en randvoorwaarden, Beschikbare resources (geld en menskracht) Doorlooptijd.
Projectplan Projectopdracht.
Ontwerp- en uitwerkingsfase
Verkenning van de omgeving, Massabepaling Vertaling functionele vereisten in eerste ontwerp en globale kostenraming Uitwerken van het ontwerp en begroting
Structuurplan Schetsplan, Definitief ontwerp
Realisatie- of implementatiefase.
Uitvoeringsgereed maken, Prijsvorming, Uitvoering, Oplevering en instrueren gebruikersgroep
Besteksplan Inschrijfformulieren Revisietekeningen en handleidingen Opleveringsrapporten
! !
Besluit:
Doel helder Risico’s verkend, Voorwaarden benoemd,
Hogeschool van Utrecht (HU)
25
kenmerken fasering niet elk project heeft dezelfde fasering, Fasering afstemmen op gewenste invloed en/of risicobeheersing van opdrachtgever,
indeling op basis van: logische samenhangend delen, gekoppeld aan beoogde besluitvormingsmomenten, gekoppeld aan externe afhankelijkheden. (bijvoorbeeld vergunningen, draagvlak)
Fasering afstemmen op interne projectbeheersing of externe risicobeheersing.
Hogeschool van Utrecht (HU)
26
start
Ontwerpfase
g vraa Aan bou
rgun
wve
ning
en legg t visie lui Ter ectbes proj
t slui sbe ding erei
Hogeschool van Utrecht (HU)
rb Voo
over itief otitie) pos tn B&W f. (star atie initi
Extern Initiatieffase Uitwerkingsfase Prijsvorming
Realisatiefase/ Implementatie
Eind
dr ac ht
for
m ule rin g
Go (B edk es eu te ks ring pl an ein dp ) lan Go e pr dk uit ijsvo eur vo rm ing er ing ing ;o pd ra ch t
Go (D edk O) eu en rin ko g o ste nt nr wer am p ing
Op
Intern
27
5.
Draagvlak in de omgeving
Afhankelijkheid van omgeving varieert met type product of resultaat dat wordt beoogd.
Hoe groter afhankelijkheid, hoe directer en frequenter omgeving bij projectontwikkeling betrokken moet worden.
o ICT-productontwikkeling. Rekenschap geven van externe richtlijnen en o
gebruikersgroepen intensief betrekken. Interne aangelegenheid. Herstructurering gebied (wonen, bedrijven). Veel verschillende ideeën en belangen, die met elkaar interfereren.
Eindresultaat niet duidelijk te omschrijven; intensieve betrokkenheid gebruikers- en belangengroepen noodzakelijk. (bijvoorbeeld ‘ontwerpateliers’)
Hogeschool van Utrecht (HU)
28
6.
Betrokkenheid gebruikers
Betrokkenheid gebruikersgroepen noodzakelijk; geen ‘expert-benadering’.
Gebruikelijk is betrokkenheid in programmafase (pve) en toetsing tussen-/eindproduct.
Indien eindresultaat onduidelijk is, er uiteenlopende visies en belangen bestaan en veel oplossingen denkbaar zijn, betrokkenheid gedurende ontwerpproces essentieel.
Ultieme oplossing: Gebruikers als opdrachtgever/ ontwikkelaar. (PO, CPO) Andere partijen faciliterend.
Hogeschool van Utrecht (HU)
29
Wat vraagt het van de deelnemers
Hogeschool van Utrecht (HU)
30
werkafspraken Projectopdracht (doel, kwaliteit, planning en budget) is leidend. Gezamenlijk verantwoordelijk voor projectresultaat; ieder vanuit zijn eigen rol en deskundigheid.
Respecteer elkaar en geef elkaar de ruimte. Beloof niets dat je niet kan waar maken; hou je aan de afspraken.
Als er iets niet goed gaat geef dat aan; niet kankeren. PM is voorzitter en heeft als enige contact met opdrachtgever.
Op tijd beginnen; vergader zolang als nodig. Hogeschool van Utrecht (HU)
31
Competenties projectmanager Analytisch. Taakgericht. Handelen vanuit rollen en verantwoordelijkheden. Sturen o.b.v. opdracht/mandaat opdrachtgever; niet vanuit leidinggevende positie.
Procesgericht. Oog voor de chemie/interactie tussen
projectgroepleden in zoverre bevorderend of belemmerend voor verloop van het project.
Snel kunnen wisselen tussen rollen. Hogeschool van Utrecht (HU)
32
Rol van de opdrachtgever Duidelijke projectopdracht. Voldoende mandaat projectmanager. Pleitbezorger en supporter van project binnen en buiten de organisatie.
Tijd voor regelmatige terugkoppeling (gepland en ongepland)
Snelle besluitvorming in de verschillende projectfases. Sturing van het project overlaten aan projectmanager.
Hogeschool van Utrecht (HU)
33
Faalfactoren Geen goede voorbereiding. (startdocument, projectplan, programma van eisen)
Geen duidelijk rol- en verantwoordelijkheidstoedeling. (afspraken en contracten)
Onvoldoende mandaat Projectmanager. Geen congruent gedrag opdrachtgever. Ø onvoldoende supporter in- en extern, Ø ‘te dicht op het proces’ Ø geen besluiten durven nemen Ø eigen agenda. Hogeschool van Utrecht (HU)
34
Vragen?
Paquay Projectmanagement (PPM) www.paquay-ppm.nl Hogeschool van Utrecht (HU)
35