Collegevoorstel
Openbaar Onderwerp
Project Interreg VB "Low carbon climate-adaptive urban development" Programma
BW-nummer
Grondbeleid / Duurzaamheid Portefeuillehouder
B. Velthuis / H. Tiemens Samenvatting
Directie/afdeling, ambtenaar, telefoonnr.
In het kader van het Europese Interreg programma VB (2014-2020) heeft Rijkswaterstaat de gemeente Nijmegen de mogelijkheid geboden om het zgn. leadpartnership voor het project met de werktitel “Low carbon climate-adaptive urban development” op zich te nemen. Dit project sluit aan op onze doelstellingen in het kader van Europese samenwerking op het gebied van duurzame stedelijke ontwikkeling (ruimtelijke ontwikkelingen Nijmegen omarmt de Waal, de Bastei en gebruik Rivierenpark, klimaatbestendig maken Nijmegen, energietransitie Power2Nijmegen). Transnationale samenwerking met verschillende landen uit Noord West Europa is hierbij essentieel. Op basis van bijgevoegd Plan van Aanpak, wil Nijmegen – met partners- in mei 2015 een “kansrijk pre-proposal” indienen in Brussel (voor subsidie ter uitvoering van dit proces en de (pilot)projecten)..
OB10, Wout van Hees, 2056 Datum ambtelijk voorstel
2 maart 2015 Registratienummer
15.0002304
Ter besluitvorming door het college
Instemmen met de rol van leadpartnership voor het project “Low carbon climate-adaptive urban development”. vaststellen van het Plan van aanpak project Interreg VB (low carbon climate-adaptive urban development) inclusief projectbegroting met themabeschrijving en fiche.
Paraaf akkoord
Datum
Paraaf akkoord
Datum
Steller Wout van Hees
Alleen ter besluitvorming door het College Besluit B&W d.d. 17 maart 2015
Conform advies Aanhouden Anders, nl.
nummer: 3.3
Bestuursagenda
Portefeuillehouder
150312 CV Interreg 4 maart 2015
Collegevoorstel
1
Probleemstelling
Er ligt een kans op grond van het subsidieprogramma Interreg VB, om ter uitvoering van de gemeentelijke ambities en beleid rond duurzame stedelijke ontwikkeling en Europese samenwerking, een project op te pakken waarbij Nijmegen het leadpartnership/de regie op zich neemt om samen met een aantal buitenlandse partners (maar ook de RUN, de gemeente Dordrecht en Rijkswaterstaat) in aanmerking te komen voor subsidie (max. € 10 miljoen) voor de uitvoering van projecten gericht op duurzame stedelijke ontwikkeling. In bijgevoegd Plan van Aanpak is uitvoerig besproken hoe dit doel zou kunnen worden bereikt. 2
Juridische aspecten
Op dit moment nog niet van toepassing. Om het pre-proposal in mei 2015 in te dienen is het gewenst om de eerste gesprekken gevoerd te hebben met beoogde projectpartners. Formele afspraken (intentieverklaringen of samenwerkingsovereenkomsten) zijn dan nog niet nodig. In e de 2 fase (vanaf oktober 2015 ongeveer), er van uitgaande dat het pre-proposal wordt geaccepteerd, moeten er concrete samenwerkingsafspraken liggen met partners. 3
Doelstelling
1. Europees: De positie van Nijmegen als stad die deelneemt in het Europees verkeer benadrukken en versterken. Een bestendig netwerk opbouwen van Europese partnersteden die qua schaal en problematiek met Nijmegen overeenkomen en waarmee kennisuitwisseling op Europees niveau nuttig is. 2. Energie: Een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van Nijmegen als energie neutrale stad door ontwikkelingsprocessen, participatie van partners en technische innovaties te bevorderen. 3. Stadsontwikkeling: De praktische invulling van duurzame ontwikkeling en klimaatadaptatie binnen “Nijmegen omarmt de Waal” verder uit te werken en innovaties financieel mogelijk te maken. 4. Economie: Nijmeegse en regionale bedrijven en organisaties ondersteunen in de ontwikkeling van circulaire economie en duurzame beheermethodieken. 5. Organisatie: Binnen de organisatie kennis en ervaring in het voeren en administreren van Europese projecten opdoen en deze vastleggen om ook in de toekomst effectiever in te springen op Europese projecten en financieringsregelingen. 4
Argumenten
Specifiek voor Nijmegen: Rivierpark (Nijmegen omarmt de Waal) is een ideaal lab voor duurzame stedelijke ontwikkeling met opgaven op het gebied van energieneutraal bouwen, klimaatadaptatie en milieuvriendelijke bereikbaarheid. Op basis van bijgevoegde themabeschrijving voor Nijmegen zal dit in het overallproces mee worden uitgewerkt. Transnationaal willen we (wanneer het tot subsidietoekenning komt) een Design&buildteam samenbrengen en laten samenwerken om op basis van gedeelde kennis, kansen in beeld te krijgen. Expertise van universiteiten, overheid, stakeholders en burgers/gemeenschap samenbrengen voor discussie, ronde tafelgesprekken en gezamenlijke benadering. De organisatie van dit alles zal in regie door Nijmegen als leadpartner, moeten plaatsvinden. Deelname aan het Interreg VB project heeft als bijkomend voordeel dat Nijmegen zich als pro-Europese stad kan profileren en een duurzaam strategisch Europese alliantie van Europese steden/regio’s kan opbouwen. Ook bereidt het de gemeentelijke organisatie voor op het managen van een groot Europees project, wat maakt dat het de deelname aan andere Europese projecten (Interreg VA bijvoorbeeld) vergemakkelijkt.
Collegevoorstel
Vervolgvel
2
Op 26 februari 2015 heeft er een eerste vooroverleg plaats gevonden met het zgn. landelijk contactpunt (Rijksdienst voor Ondernemend Nederland). Het concept-idee wat nu voorligt en globaal is beschreven in het Plan de Campagne heeft potentie en bevat al voor bijna 75% de informatie welke nodig is om tot indiening per half mei 2015 te komen. Het lijkt dat we hiermee dus op de goede weg zitten. 5
Klimaat
Dit plan van aanpak met projectdoelstelling is juist bedoeld als belangrijke stap voor verdere klimaatadaptieve maatregelen, klimaatneutraal bouwen, en onze ambitie met Nijmegen op het gebied van klimaatmitigatie. 6
Financiën
Vanuit het programma grondbeleid wordt, om te komen tot indiening van het ‘kansrijke preproposal”, een budget beschikbaar gesteld tot maximaal € 90.000 als voorinvestering/voorloopkosten. Wanneer het komt tot een subsidiebeschikking dan worden deze kosten hiermee verrekend. Wanneer het niet komt tot een subsidiebeschikking, dan is dit bedrag het maximale risico dat het programma grondbeleid loopt. Verder zullen de uren welke afzonderlijke medewerkers nu investeren in dit project door de afdelingen zelf worden gedragen (een vorm van voorinvestering). Wanneer het tot subsidieverstrekking komt, dan kunnen deze uren achteraf alsnog worden meegenomen in het project en door de afdeling worden gedeclareerd. Wanneer het komt tot subsidietoekenning dan zal er ca. € 10 miljoen ter beschikking komen, waarvan ca. € 2,5 miljoen voor Nijmegen (de helft van dit bedrag bestaat dan uit proces- en projectmanagementkosten in de periode van 2015 tot 2020). De andere helft kan worden ingezet voor projectkosten/investeringen (waarbij Nijmegen dan 40% moet co-financieren). Het restant van € 7,5 miljoen vindt dan zijn weg richting de partners. 7
Participatie en Communicatie
Belangrijk is het vinden van de juiste partners voor dit project. In beginsel hebben we intentioneel al afspraken met de RUN, Rijkswaterstaat, gemeente Dordrecht en de stad Orléans in Frankrijk. Daarnaast zien we graag dat een stad uit Engeland (wellicht Londen) en Duitsland gaat participeren. In samenwerking met onze Europese vertegenwoordiging in Brussel zijn we bezig om deze contacten verder te leggen. Binnen de door het programma Interreg VB gestelde regels kiezen we in beginsel voor een partnerschap van 4 steden, 4 landen (anders wordt het te groot/complex en moet het subsidiebedrag over teveel partners worden verdeeld). We zijn op zoek naar partnersteden of regio’s die passen binnen de projectdoelstellingen – ligging aan rivier/water als bij het stedelijk profiel van Nijmegen als oudste en kennisstad. Voor de diversiteit van de partners is het ook belangrijk om (buitenlandse) kennisinstellingen te binden, bijvoorbeeld als subpartner gekoppeld aan 1 van de 4 steden. Wanneer het tot subsidievestrekking komt zal op basis van een communicatieplan samen met partners worden bepaald hoe we dit proces en de communicatie (ook met stakenholders en burgers) gaan invullen. Het opstellen van een communicatieplan is een belangrijke projectvoorwaarde in fase 2 en voor de definitieve beschikking. 8
Uitvoering en evaluatie
Het projectvoorstel/pre-proposal dient half mei 2015 ingediend te worden. Als dit leidt tot een positief besluit, verwachten we dat Europa (Lille) in juni zal vragen om een verdere uitwerking van het project vóór eind 2015. Het project/proces zou dan per 2016 kunnen worden gestart.
Collegevoorstel
Vervolgvel
3
Concrete uitvoering van projecten in Nijmegen kan dan wellicht eind 2016 gaan plaatsvinden tot 2020. Na indiening per half mei zal er tussentijds –nog voor de zomervakantie 2015- een evaluatie plaatsvinden over verdere aanpak en stand van zaken. 9
Risico
Het financiële risico is becijferd onder de paragraaf financiën. Verder zijn er vooral kansen om Nijmegen als duurzame stad in Europees verband verder op de kaart te zetten en ontstaan er zo duurzame allianties tussen partners, steden welke ook voor de toekomst in Europees verband van waarde kunnen zijn.
Bijlage(n): Plan van Aanpak, themabeschrijving Nijmegen en fiche projectproposal
Plan de campagne Deelname aan Europees subsidie-programma Interreg VB met als thema ‘Low-carbon climate-adaptive urban development’ Climate proof eco- citylab Nijmegen e.a. Procesmanager Datum Projectnr Mycorsa
1
Wout van Hees 24-02-2015
Versie Status doc. Projectleider Opdrachtgever
1.4 Concept B&W
INLEIDING
Visie Nijmegen op Europese samenwerking Reducing GHG and climate adaptation are mayor challenges in the NWE region. Much research and demonstration work has been conducted on either topic. Integrated approaches, however, are still rare, although cities have to deliver both. Urban development and regeneration present important opportunities to reduce climate change and to adapt to its adverse effects. Living with floods and creating a sustainable use of space is a challenge almost any European city has to face. Ideally, cities become self sustaining regarding their energy needs, and self sufficient during climate events such as flooding. In de Stadsvisie 2020 is als een van de leidende principes vastgesteld: “Nijmegen wil een Europese stad zijn waar grensoverschrijdend gewerkt, geleerd en geleefd wordt.” Duurzame stedelijke ontwikkeling is hierbij uitgangspunt. De gemeente Nijmegen heeft in haar Europese beleid de volgende missie geformuleerd: We werken met ons Europese beleid aan de profilering van Nijmegen als pro-Europese stad, aan onze naamsbekendheid en het verstevigen van het profiel van Nijmegen als kennisstad en als oudste stad van het land. We willen Nijmegen tonen als een stad met een grensoverschrijdend vestigingsklimaat voor bedrijven, onderwijs- en onderzoeksinstellingen, expats en studenten. De gemeente Nijmegen wil de voor onze Europastrategie relevante netwerken bestendigen en uitbouwen en in samenwerking met universiteit en hogeschool van het thema “kennisstad” meer werk maken in Europa. Nijmegen wil zich als Europese partner profileren en een bestendig netwerk van Europese partners opbouwen om zo te komen tot een duurzame strategische Europese alliantie. Hiervoor dient binnen de gemeentelijke organisatie kennis en vaardigheden te worden opgebouwd en structureel te behouden om het initiatief te nemen ( leadpartner te zijn) in Europese projecten. Aanleiding (BACKGROUND) In de afgelopen jaren heeft Rijkswaterstaat in het kader van Interreg IVb het procesmanagement gevoerd van het Europese project FloodResilienCities (FRC). . Door het EU Interreg management is RWS gevraagd om nieuwe projecten aan te dragen voor de nieuwe Interreg Vb periode 2015-2020. Zij bedachten een aantal projecten maar willen (en mogen) ze niet allemaal trekken om kans op toekenning te vergroten. Daarom is aan de gemeente Nijmegen gevraagd om voor één van die projecten het zgn. leadpartnership over te nemen . Dit project heeft de werktitel gekregen: Low carbon climate-adaptive urban development. Aangezien dit thema bijzonder goed aansluit op wat wij als stad in het kader van onze duurzaamheidsdoelstellingen willen realiseren hebben de burgemeester en de wethouders Velthuis en Tiemens hun fiat hier aan gegeven.
Beleid is om de gebiedsontwikkeling rond Nijmegen omarmt de Waal (een nieuw deel van de stad) te profileren en verder als duurzaam, internationaal aansprekend project uit te bouwen. Op deze wijze kunnen ontwikkelingsprocessen en pilotprojecten in deze ontwikkeling financieel haalbaar worden gemaakt en maatschappelijke partners en initiatieven worden gebundeld.
1 Nijmegen energieneutraal in 2045: routekaart power to nijmegen Trends /ontwikkelingen in Nijmegen Het project brengt de vernieuwende en inspirerende elementen samen van vier processen die in Nijmegen al lopen, en die aansluiten op de visie en uitgangspunten in het project Low carbon economy in Nijmegen:
Energietransitie Power2Nijmegen Klimaatbestendig maken van Nijmegen (Mayors Adapt opgave) Ruimtelijke ontwikkeling Nijmegen omarmt de Waal met Waalsprong, Waalfrnt en eiland Veur Lent; Ingebruikname Rivierenpark en Bastei
De Nijmeegse invulling van Low Carbon Climate Adaptive Urban Developement die uit deze vier ontwikkelingen komt is: De opgaves die de energie transitie en de klimaatadaptatie aan de stad opleggen worden bepaald door het karakter van de stad. Van deze opgaven maken we een kans door vanuit eigen waarden te werken. Door de inzet van lokale bevolking, bedrijfsleven en instituties ontwikkelen we de potentiele waarden van het gebied gezamenlijk. 2
INTERREG VB PROGRAMMA : DOEL EN INHOUD Doel en inhoud Interreg VB programma Het Noordwest-Europa programma is een transnationaal territoriaal samenwerkingsprogramma. Het programma kent drie prioritaire thema’s: innovatie, koolstofarme economie en efficiënte omgang met hulpbronnen en grondstoffen. Het tweede thema ‘Low carbon’ sluit met name aan op de doelstellingen van de gemeente Nijmegen. Binnen deze prioriteit komen de volgende acties voor financiering in aanmerking. ToA5: Implementing combined mitigation and adaptation solutions, to demonstrate feasibility and to refine regional development plans for the future. Projects have to deliver both a reduction in risks and a reduction in GHG emissions.
The identification of the main target groups are: Households / inhabitants, including those facing problems with energy affordability and / or accessibility; Public organisations (local, regional, national and international); Social housing providers. Specific territories targeted Actions under this IP are gathered from across the entire NWE area. Places facing problems with energy affordability and / or accessibility could also be targeted. The potential of energy-generating buildings also has an important role to play under this IP, especially in urban areas. Bij deze actiepunten (een combinatie van klimaatmitigatie en –adaptatie) willen we aansluiten met het door Rijkswaterstaat in de steigers gezette project: ‘Low-carbon climate-adaptive urban development’ (zie bijlage). Zie voor gedetailleerdere uitleg Bijlage 1: pag 33 ev uit Cooperation Programme Interreg North West Europe 2014-2020, draft Oct 2014. Voorwaarden Het programma 2015-2020 stelt hogere eisen aan de transnationale samenwerking en legt de focus op concrete uitvoeringsactiviteiten (in plaats van onderzoek). Het NoordWest-Europa programma is open voor consortia van organisaties die de doelstellingen van het programma willen realiseren. Het consortia dat we beogen bevat in ieder geval een aantal gemeenten, liefst zoveel mogelijk gekoppeld aan kennisinstellingen, zoals de Radboud Universiteit Nijmegen in ons geval. De eerste call voor het programma zal uitgaan per 1 april 2015 en het is onze ste doelstelling om bij de 1 call een kansrijk proposal te kunnen indienen (waarschijnlijk dan voor 1 juni). Hiermee lijkt de kans op toekenning het grootst. Uitdaging Leadpartner zijn en procesmanagement (incl. financiele verantwoordelijkheid) voeren voor een Interregproject. Leadpartner zijn betekent: -projectopzet trekken, andere projectpartners zoeken, projectvoorstel aanleveren aan EU -met de projectpartners bepalen wat de scope is van het project en het totaalbudget -met de projectpartners bepalen wat de te leveren gezamenlijke producten zijn -met de projectpartners bepalen wat elke partner aan het project en de Eu-doelen bijdraagt -met Europa (vooral met het Joint Technical Secretariat) het project bespreken en lobbyen -gedurende het project het project-, financieel en communicatiemanagement voeren -het project (inter)nationaal uitdragen op conferenties en andere bijeenkomsten
Imago en duurzaamheidsdoelstellingen Nijmegen (zie ook Green-Capital en Velo-city) verder inhoud geven; Kennis en kunde vanuit andere (int.) partners integreren en komen tot plusresultaten voor alle partners alsmede strategische internationale allianties voor de lange termijn; Komen tot innovatie en mitigerende en adaptieve maatregelen die kunnen worden ingezet voor Europese stedelijke ontwikkeling en kunnen worden ingepast in een cityplanning die gericht is op reductie van broeikasgassen en klimaatbestendig worden.
Transnationaliteit: er moet samengewerkt worden tussen partners uit verschillende landen die profiteren van de deelname aan het project.
3
DOEL EN DOELSTELLINGEN Projectdoel: AIM: Design&Build regels en nieuwe financieringsmodellen ontwikkelen en valideren om de stad of een gebied klimaatadaptief en tegelijkertijd klimaatmitigerend te maken. Het valideren gebeurt door ten minste één tot twee concrete klimaatmitigatie en klimaatadaptatie maatregelen te nemen (inclusief de uitgangspunten voor de circulaire economie), die zich lenen voor verdere opschaling op nader te identificeren proeflokaties bij de partners. Dit vindt op Europese schaal plaats in elk deelproject. Nijmeegs projectdoel: Nijmegen ziet het Rivierpark, het gebied van Nijmegen omarmt de Waal als een ideaal laboratorium voor duurzame stedelijke ontwikkeling met opgaven op het gebied van energieneutrale gebouwen, klimaatadaptatie en milieuvriendelijke bereikbaarheid. We richten ons op een energieneutrale stad in 2045. Daarnaast willen we duurzaam beheer en onderhoud verder integreren in het onderhoud van de openbare ruimte en willen we een leider worden in sociale duurzaamheid. We gaan LifeCylceCost en risicogestuurd beheer verder ontwikkelen. Uitgaande van het toekomstbeeld: hoe moet een klimaatbestendig Nijmegen er over 50 jaar uitzien? Om te voorkomen dat vooral ad hoc maatregelen worden genomen, wordt bottum up gewerkt in een ontwerpproces met de vertegenwoordigers van de 4 B’s. Positieve ervaring met deze werkmethode is verkregen middels project WaalWeelde (80 km rivier en 15 gemeentes) Transnationaal product: For all partners in the project, we want to create a Design&Build -team, to bring the opportunities related to Low-Carbon and Flood adaptive urban development for the partner on the screen. Experts from universities, governments, stakeholders and communities are brought together in an intensive design workshop. We will screen all the participating Cities and regions to find out how they can improve their sustainability related to a low carbon economy and flood adaptive approach. In the project we will interview design teams and ask them to identify: - the policy, regulatory, and administrative obstacles that they encountered as they developed their design proposals. - any unexpected opportunities that they uncover along the way. - to explain how their design proposals evolved in response to these obstacles and opportunities. We will organize for each partner roundtable sessions and invite partners from all levels of government around, along with community leaders and ecology experts to begin a discussion about whether existing policies, regulations, and planning processes fully reflect the Climate Change we face today and in the future. We will frame the discussions around three topic areas: - engaging communities, - governance models, and - nature-based solutions in climate change.
4
PROJECT STRATEGIE Strategie/ Effecten/IMPACT Collaboration of the consortium partners will help reducing risks caused by natural hazards as well as increase sustainability in NW Europe by reducing GHG emissions. The transnational knowledge exchange will help cities to develop plans for mitigation and adaptation solutions in their low carbon city planning. The project is pioneering new ways to design, fund, and implement a Climate proof future. While placing civic leaders and communities at the heart of the design process, its method maximises inter-agency communication and delivers innovative, workable solutions that embody a people’s unique vision of their own Climate Proof future.
Verkrijgen van kennis over energiebesparing/CO2-reductie en klimaatadaptatie bij nieuwbouw/herbouw in de stad: - Nieuwe kennis en/of analysemethoden - Nieuwe werk- of organisatievormen - Veranderingen in beleid of gedrag - Kennistransfer - deelname aan Europese projecten versterkt de capaciteiten van de betrokken personen Externe bijdrage voor duurzame projectontwikkeling; Fysieke investering voor infrastructuur, product of dienst; Versterken samenwerking met bedrijfsleven (vooral MKB is in beeld voor Europa, circulaire economie) en kennisinstellingen om gezamenlijk tot een duurzame stedelijke ontwikkeling te komen.
Specifiek voor Nijmegen: Vergroten van Europese naamsbekendheid van Nijmegen & invloed op (inter)nationale beleidsbeslissingen; Het vergroten en versterken van ons netwerk, niet alleen internationaal, maar ook binnen de regio en cross sectoraal; Lobby is essentieel voor slagen; netwerkbenadering; Versterken van de kennis van de financiële afdeling(en) over (inter)nationale subsidieregelingen waardoor we actief kunnen participeren in plaats van reactief reageren; Versterken van de capaciteit van de financiële afdelingen waardoor we meer subsidies kunnen binnenhalen met geaccordeerde administratieve onderbouwing; Projectaanpak (APPROACH): Municipalities, participants from all levels of governance, along with community stakeholders and science experts will collaborate on a transnational level to form design and build-teams to illuminate the opportunities related to Low-Carbon and Flood adaptive urban development in 4 to 5 cities. We will establish how urban developments can be improved by: • engaging stakeholders, using innovative governance models and nature-based solutions • Demonstrating and implementing the latest innovations, e.g. including measures reducing impact of floods, concordant with sustainable energy solutions. Om te komen tot gedragen en geintegreerde resultaten wordt er gekozen voor een bepaalde werkwijze. De backcasting methode (abcd). Deze manier van werken is gebaseerd op de co-creatie van de 4 maatschappelijke groepen in de samenleving (burgers , bedrijven, bestuurders en beambten) met een gedeelde visie op hoofdlijnen hoe een duurzame stad eruit moet gaan zien. Voorgestelde procesaanpak volgens de methode van het FSSD (framework for strategic sustainable development ), ook wel de backcasting-methode genoemd:
Een project beginnen met het einde voor ogen, is een belangrijk onderdeel van The Natural Step Methode. Het is een benadering die uitgaat van een positieve uitkomst in de toekomst. Je begint met een visie over de ideale duurzame organisatie, samenleving of product. Daarna denk je stap voor stap terug wat je moet doen om daar te komen (oftewel backcasting).
Projectopzet en RESULTS: The Low-Carbon Urban Development project, strives to stimulate the reform of necessary policy changes that will be needed to implement the innovations in the field of Climate Change. Deliverables are: • Inventory of best practices in flood resilient low carbon urban development • Demonstration of the feasibility of latest innovations technologies regarding low carbon urban planning and natural hazard mitigation in 4 to 5 cities across North-West Europe . • Solutions combining sustainable refurbishment of housing or infrastructure with adaptation to environmental risks, e.g. flooding. Er mogen max 6 werkpakketten worden gemaakt in een project. Als er gekozen wordt voor een thematische structuur (ipv chronologisch) is het makkelijker het project transnationaal te maken. Er zijn 4 werkpakketten te maken vanuit de abcd- aanpak. Management en control Bij toekenning subsidie, samen met (int.) partners (per januari 2016) komen tot:
het uitvoeren van project “Low carbon Climate- adaptive Urban Development ” (focus gebied: Nijmegen omarmt de Waal en in het bijzonder eiland Veur Lent). reductie van risico’s en emissie van broeikasgassen door gebruik te maken van de meest praktische en innovatieve mitigatie en adapatie maatregelen bij stedelijke ontwikkeling. Hierbij natuurlijk ook betrekken de omgevingsrisico’s van de rivier (overstroming)) met mogelijke adaptieve maatregelen. Concreet: op buitendijkse locaties duurzame stedelijke ontwikkeling realiseren, waarbij zowel aan energiezuinig bouwen wordt gedacht, als aan klimaatadaptief (water-robuust) bouwen en/of beheren; Deze mogelijkheden bewerkstelligen en delen met partners (4 tot 5 steden/gemeenten, kennisinstellingen als de universiteit, e.a.) in Europa en inzetten bij ontwerpopgaven voor stedelijke ontwikkeling.
RESULTS NIJMEGEN Mogelijke Nijmeegse investeringsprojecten : 1. Low Carbon gebruik Rivierpark (duurzaam gebruik en evenementen) Het rivierenpark telt twee evenemententerreinen en biedt daarnaast tijdelijk ruimte voor evenementen en activiteiten op het pas later te ontwikkelen gedeelte van Veur Lent. In Nijmegen zijn gemeente en organisatoren al druk bezig met het verduurzamen van evenementen (Zeven Heuvelenloop, Vierdaagse). In dit gebied kan dit verder uitgebouwd worden. Hiervoor kunnen bijvoorbeeld energievoorziening (waterturbines, kleine windturbines, generatoren op biogas) worden aangelegd, kan de afvalinzameling en het materiaalgebruik verduurzaamd en ecologischer gemaakt worden en kan het vervoer van en naar de evenementen met duurzame transportmiddelen georganiseerd worden. 2. Onderzoek beheer Rivierpark Doel: Een open uitnodigende overlegstructuur opzetten waarin alle participanten die gebruik gaan maken van het Rivierenpark plaats kunnen nemen. Vertaling van de waardschap ideeën (het oude Domain project van Toine) maar dan vooral toegespitst op het stedelijk gebruik van het gebied
Het ontwerp van de uiterwaarden is gericht op een zogenoemd ‘dynamisch natuurbeheer’, waarbij het uitgangspunt is dat gestart wordt met begrazing door kuddes runderen en paarden. 3. Duurzaam Watersportcentrum Nijmegen Het project kan ertoe bijdragen dat het centrum zelf energieneutraal en met gebruik van natuurlijke/ecologische materiaal wordt uitgevoerd. Verder: gebruik van elektrische volgbootjes, aanleg walstroom voor recreanten etc. 4. Wateradaptief, energieneutraal en ecologisch bouwen Veur Lent is opgehoogd. De noordoever valt buiten de Waterwet (onderhandelingen over de status lopen nog). Het gedeelte ten oosten van de brug tot en met de verbeelding van Fort Knotsenburg zou uitermate geschikt zijn om tijdelijk bouwen mogelijk te maken. Nijmegen kiest voor een stapsgewijze verandering van het huidige Veur-Lent naar een uniek en levendig deel van het stedelijk rivierpark bij de Waal waar wonen, werken, recreëren en cultuur gecombineerd worden. Karakter bouw je niet in een dag, karaktermoet groeien en voortbouwen op het bestaande. Het tot leven brengen van de geschiedenis, het versterken van bestaande functies en het zoeken naar unieke nieuwe programma’s. Nijmegen wil graag organisch en divers bouwen in kleine bouwstromen. Ondernemers, bewoners en bezoekers worden uitgenodigd om te komen met goede plannen, dat maakt het eiland Veur-Lent uniek en spannend. Het Eiland Veur-Lent wordt het resultaat van een samenspel tussen de gemeente, ondernemers, bewoners en andere partijen die geïnteresseerd zijn om in de bijzondere opgaven van deze plek te investeren. Zij vinden elkaar in de gezamenlijke uitgangspunten/ambities die zijn geformuleerd voor het gebied. Voor een unieke en innovatieve identiteit van Veur-Lent is het van belang de juiste inspirerende initiatieven te arrangeren die (tijdelijk) invulling kunnen geven aan (delen van) Veur-Lent, waarmee een blijvend beeld van een vernieuwend en spannend eiland wordt bereikt. Ook de huidige buitendijkse woningen kunnen in dit project betrokken worden. Door uitvoering van het project ruimte voor de Waal is ook de buitendijks de waterveiligheid toegenomen, maar deze huizen zullen de invloed van de rivier blijven voelen. Hier ligt ook de bijzondere opgave om buitendijkse woningen energieneutraal te maken. Deze bouwthema’s zijn niet per sé gebonden aan Veur Lent; de gebiedsontwikkelingen in de Waalsprong en in het Waalfront die direct aan de rivier liggen, bieden in meer of mindere mate dezelfde kansen.
Aanvullen: - pitches waarom deze ontwikkelingen in het projectidee passen en wat ze voor waarde (kennis, visie, etc) voor Europa en de andere partners in het project opleveren - criteria waaraan andere steden hun projecten kunnen toetsen op meerwaarde/ potentiele synergie
5
BEHEERASPECTEN Organisatie : Opdrachtgever is het college van burgemeester en wethouders. Als gedelegeerd opdrachtgever functioneert Wout van Hees, procesmanager. Er zal een projectteam worden ingesteld. Hierin hebben zitting: een financieel administratief medewerker (vacature), communicatieadviseur (vacature), Wout van Hees Matthieu Schouten, Ton Verhoeven, Maarten van Ginkel) en Berty Weernink
In de schil om dit projectteam bevinden zich: ontwikkelaars Waalsprong (Domien Driessen en Lucien Korridon), Hans van Oerle (Marije Gerrist), Jeroen Janssen en Jan Luijten.
Potentiele partners: - Rijkswaterstaat (Harry Meesters); - Radboud Universiteit Nijmegen (Toine Smits en Erwin van der Krabben) - Gemeenten: Dordrecht, Orleans,City of Bradford, Lewes District Council UK, Düsseldorf of Koln of Bonn. - MKB, Ondernemers (triplex helix). Nationaal contact point (Ge Huisman en Jacqueline Brouwers) zo spoedig mogelijk eerste conceptplan voorleggen met mogelijke partnerkeuze. Die regelmatig consulteren.
Informatie: Het projectteam rapporteert aan opdrachtgever Henk Berends en B&W Randvoorwaarden/projectbegroting: Budget tot oktober2015 wordt als volgt gelabeld. Er zijn vanuit de gemeente Nijmegen een aantal mensen vrijgemaakt om de nodig inspanning, tijd en energie te leveren om te komen tot een kansrijk proposal. Deze uren zullen binnen de afdeling worden verrekend. Wanneer het komt tot subsidietoekenning dan zullen deze uren worden verrekend met de afdelingen. Er moet geld beschikbaar worden gesteld voor: Begrotingsactiviteiten Inhuur gerenommeerd adviesbureau die aanvraag/proposal in Engelse taal opstelt en die tevens als sparring partner kan dienen Vergader- en reiskosten. NB: Kosten partners moeten partners zelf dragen. Communicatie, website, en informatiemateriaal en folders Onvoorzien tot 1 juni 2015 te bepalen op 10% Totaal benodigd budget
Benodigd budget ca. 45.000 euro. ca. 20.000 euro. 15.000 euro. 8000 euro ca. € 90.000 euro.
Dit budget wordt vrijgemaakt in het programma Grondbeleid. Zijn voorloopkosten en wordt voorgefinancierd. Mocht het niet tot een subsidiebeschikking leiden, dan is dit het financiële risico van het Ontwikkelingsbedrijf. Wanneer het komt tot toekenning van een subsidiebeschikking, dan kan er ca. 10
miljoen euro beschikbaar komen met de volgende potentiele verdeling: 2,5 miljoen euro voor de leadpartner Nijmegen en 7,5 miljoen euro voor de andere partners. De 2,5 miljoen euro voor Nijmegen bestaat voor de helft uit proceskosten, financiële- en projectmanagementkosten en voor de helft uit projectkosten. Van deze projectkosten moet de gemeente Nijmegen 40% = 500.000 dan co-financieren. Waaruit deze gelden dan komen moet nog worden overlegd;
TIJDSCHEMA / PROJECTPLANNING De verwachting is dat begin april de eerste call uitgaat, die tot eind juni open is om een proposal in te leveren. Dat betekent de volgende processtappen:
Januari/februari Intern moet bovenstaand proposal worden uitgewerkt tot een helder projectvoorstel.( Format is op 6 april 2015 beschikbaar). Het voorstel moet vervolgens inhoudelijk worden besproken met de potentiële partners, zoals die er nu zijn uit Nederland, Engeland en Frankrijk. Ook moeten de eerste financiële verkenningen plaatsvinden (over voor welke bedragen per partner we praten). Is nog globaal. Intern moet een procesorganisatie (incl. financieel bureau) worden opgezet. Dit projectvoorstel moet vervolgens worden besproken met mensen van het Nationaal Interreg Contactpunt (bij het Ministerie Van I&M) en indien nodig worden aangepast. Vervolgens moet dit concept voorstel door een delegatie van Nijmegen met het Interreg Contactpunt besproken worden met de Joint Technical Secretariaat (JTS) in Lille. Die kunnen aangeven of dit concept voorstel voldoet aan de criteria, zoals die door Europa zijn gesteld aangaande transnationaliteit en de gestelde inhoudelijke thema’s en doelen. Begin maart B&W voorstel Maart/april Er moet ook nog worden gezocht naar andere potentiële partners om ervoor te zorgen dat er partners uit voldoende landen (4-5) deelnemen aan het project. Met name zal kunnen worden gezocht naar een Duitse partner. Partners hoeven in deze fase nog niet vast te liggen. De potentiele partners die al bekend zijn moeten in projectvoorstel plek krijgen met een inhoudelijke component (wat gaat elke partner doen) als een proces component (wat gaan we gezamenlijk doen en hoe draagt dat bij aan de Europese doelen). Hoeft in eerste fase nog zeer beperkt. Het integrale projectvoorstel wordt voorgelegd aan het Nationaal contactpunt en ook weer aan de JTS. Mei 2015 Het bijgestelde projectvoorstel verder uitwerken inhoudelijk en financieel tot een ste voldragen projectvoorstel dat voor het einde van de 1 call half mei 2015 kan worden ingediend.
Communicatieplan/activiteitenplan (nog nader in te vullen) Intern: Extern: Opstellen van zorgvuldig gestructureerde communicatiestrategie: - Doelgroepen, juiste publiek - Beoogde effect (op houding, gedrag en /of kennisniveau) - Boodschap - Te gebruiken medium
BIJLAGEN
Achtergrond informatie - Cooperation Programme Interreg North West Europe 2014-2020, draft October 2014. - Projecthandboek richtsnoeren (Interreg IVb NWE) van maart 2009 - Memorandum 11 december 2014 B. Weernink -
Fiche Low-carbon climate-adaptive urban development Low carbon urban development ( Maarten van Ginkel)
Huidige stand van zaken mbt visievorming en projecten rond Eiland Veur Lent (nijmegen omarmt de waal) januari 2015:
Visiedocument tijdelijk gebruik: Matthijs Lenis is in opdracht van Lucien Coridon bezig met het beschrijven van potentiele projecten voor het tijdelijk gebruik Bootcamp circulaire economie: Teddy Vrijmoet van de Vierdaagsefeesten heeft het landelijk project Bootcamp Circulaire economie binnengehaald Ontwikkeling beheervisie Rivierenpark: Fred Aalders laat Haskoning DHV een beheervisie schrijven voor het nautisch beheer van de nevengeul; de mogelijkheid bestaat dat het gehele terrein in één beheer wordt genomen. Afronding onderhandelingen waterwet: Bertine Schouten is in onderhandeling met de Staat en Rijkswaterstaat Oost over het Waterwetvrije gedeelte van het ontwikkelingsgebied Veur Lent (“de gele banaan”) Project Watersportcentrum: Erwin Olzheim onderzoekt mogelijkheden twee locaties i.o..v. Domien Tijdelijk anders bestemmen: Annemarie Nannen begeleidt projecten in werkt een visie uit.
Bijlage 1
ToA5: Implementing combined mitigation and adaptation solutions, to demonstrate feasibility and to refine regional development plans for the future. Projects have to deliver both a reduction in risks and a reduction in GHG emissions.
Actions may include collaboration on: Analysing, testing, demonstrating and implementing solutions that integrate mitigation and adaptation measures. This involves technical, financial, organisational, regulatory and institutional aspects, such as: Structures which deliver outcomes in adaptation (reduction in risk) and mitigation (reduction in GHG emissions), which are sustainably designed or built; Innovative approaches to environmental risk at a city or region level, which bring adaptation and mitigation benefits, such as Water Sensitive Urban Design (WSUD); Measures to reduce or compensate emissions in water systems, such as optimised water distribution and CO2 neutral maintenance of adaptation measures; Actions lead to investments in innovative solutions for mitigation relevant adaptation and thereby reducing GHG emissions.
The identification of the main target groups The main target groups are: Households / inhabitants, including those facing problems with energy affordability and / or accessibility; Public organisations (local, regional, national and international); Social housing providers.
Specific territories targeted Actions under this IP are gathered from across the entire NWE area, thereby providing opportunities for partners from all regions to participate. The scale-up and roll-out of existing strategies may engage 'follower' regions which are in the process of developing such strategies. There is also both an unmet need and potential to unlock energy supply in rural areas. Including rural areas in the projects strengthens territorial cohesion in NWE. Places facing problems with energy affordability and / or accessibility could also be targeted. The potential of energy-generating buildings also has an important role to play under this IP, especially in urban areas. Types of beneficiaries The main beneficiaries directly involved in the interventions under this specific objective are: l and international); -profit organisations); -, including private or semi-public research organisations; es, such as chambers of commerce, development agencies, cluster organisations, technology transfer offices;
2.A.6.2 The guiding principles for the selection of operations Actions carried out to fulfil this specific objective are selected on the basis of eight key principles: actions and must demonstrate the additionality of the transnational approach compared to regional, national, interregional or cross-border approaches; should lead to limited volume of GHG emissions in the NWE area; (such as the Framework Programme, Horizon 2020, COSME or LIFE) are welcome. Transnational cooperation should refer to activities under these programmes, provide an explanation of synergies and must ensure there is no duplication of existing or previous projects carried out under other EUprogrammes or national funding; -sectoral relevance: Projects should involve all key stakeholders from the field in question in the proposed project activities and ensure an integrated approach; topics regarding energy, for example, energy distribution, energy efficiency, energy in transport and energy use of public infrastructure / building; to projects that include a mentoring/learning dimension between more developed and less developed regions. For projects aiming to improve energy accessibility / affordability, so as to maximise the benefits for citizens, preference is given to projects targeting socially deprived areas and excluded population or population at risk for exclusion; must be an existing or emerging low carbon strategy, energy strategy or climate protection strategy to act as a framework to guide projects’ activities. Only joint implementation of existing or emerging strategies is supported; -based approach: Projects should be geared towards the development and implementation of real solutions (technological, organisational, financial, regulatory and institutional) leading to reduced GHG emissions in NWE territories.
Low-carbon climate-adaptive urban developement Project concept for the Interreg North-West Europe Logo UK
Pionering new design processes
Ecologiscal , 0-energy buildings and area’s
Logo DU
Logo ??
Climate proofing our cities
Background
Aim
Approach
Results
Impact
Reducing GHG and climate adaptation are mayor challenges in the NWE region. Much research and demonstration work has been conducted on either topic. Integrated approaches, however, are still rare, although cities have to deliver both. Urban development and regeneration present important opportunities to reduce climate change and to adapt to its adverse effects. Living with floods and creating a sustainable use of space is a challenge almost any European city has to meet. Ideally, our cities will become selfsustaining regarding their energy needs, and sulfsufficient during climate events such as flooding.
This project aims to reduce and mitigate flood risks and reduce in GHG emissions. By implementing the latest combined climate adaptation and mitigation solution packages in urban development in various demonstration projects, the feasibility of innovative solutions could be demonstrated as well as design and development refined. Climate change is a subject that effects all parties in society. Therefore solutions will have to be formulated with the cooperation of all involved parties.
Municipalities, participants from all levels of governance, along with community stakeholders and science experts will collaborate on a transnational level to form design and build-teams to illuminate the opportunities related to Low-Carbon and Flood adaptive urban development in 4 to 5 cities. We will establish how urban developments can be improved by: • engaging stakeholders, using innovative governance models and nature-based solutions • Demonstrating and implementing the latest innovations, e.g. including measures reducing impact of floods, concordant with sustainable energy solutions.
The Low-Carbon Urban Developement project, strives to stimulate the reform of necessary policy changes that will be needed to implement the innovations in the field of Climate Change. Deliverables: • Inventory of best practices in flood resilent low carbon urban development • Demonstration of the feasibility of latest innovations technologies regarding low carbon urban planning and natural hazard mitigation in 4 to 5 cities across North-West Europe . • Solutions combining sustainable refurbishment of housing or infrastructure with adaptation to environmental risks, e.g. flooding.
Collaboration of the consortium partners will help reducing risks caused by natural hazards as well as increase sustainability in N-W Europe by reducing GHG emissions. The transnational knowledge exchange will help cities to develop plans for mitigation and adaptation solutions in their low carbon city planning. The project is pioneering new ways to design, fund, and implement a Climate proof future. While placing civic leaders and communities at the heart of the design process, its method maximises inter-agency communication and delivers innovative, workable solutions that embody a people’s unique vision of their own Climate Proof future.
Contact: Berty Weernink:
[email protected]
Low Carbon Climate Adaptive Urban Developement
Thema beschrijving
Thema beschrijving
AANLEIDING Nijmegen maakt zich op om leadpartner te worden in een Interreg Vb project. Het NoordwestEuropa programma is een transnationaal territoriaal samenwerkingsprogramma. Het programma telt drie prioritaire thema’s: innovatie, koolstofarme economie en efficiënte omgang met hulpbronnen en grondstoffen. Het tweede thema sluit goed aan bij de ontwikkelingen in Nijmegen. Doelstelling Koolstofarme economie - Terugdringen van uitstoot van broeikasgassen in NW-Europa d.m.v. internationale samenwerking rond de implementatie van CO2-, energie- en klimaatbeleid Bij de eerste doelstelling (een combinatie van klimaatmitigatie en –adaptatie) willen we aansluiten met het beoogde project: ‘Low-carbon climate-adaptive urban development’
Nijmegen energieneutraal in 2045: routekaart power to nijmegen
TRENDS / ONTWIKKELINGEN IN NIJMEGEN Het project brengt de vernieuwende en inspirerende elementen samen van vier processen die in Nijmegen aan de gang zijn: Energietransitie Power to Nijmegen Ontwikkeling circulaire economie Klimaatadaptatie: stad klimaatneutraal maken voor 2050 (Mayors adapt) Ruimtelijke ontwikkeling Nijmegen omarmt de Waal De Nijmeegse invulling van Low Carbon Climate Adaptive Urban Developement die uit deze vier ontwikkelingen komt is: De opgaves die de energie transitie en de klimaatadaptatie aan de stad opleggen worden bepaald door het karakter van de stad. Van deze opgaven maken we een kans door vanuit eigen waarden te werken en door de inzet van lokale bevolking, bedrijfsleven en instituties. We ontwikkelen de potentiele waarden van het gebied gezamenlijk. Power to Nijmegen en ontwikkeling Circulaire Economie Klimaatmitigatiemaatregelen zorgen voor CO2 uitstootreductie en energiebesparing teneinde de klimaatverandering zo klein mogelijk te houden. Met de ondertekening van het Covenant of Mayors in 2009 committeerde Nijmegen zich aan het doel 20% energie te besparen in 2020.
2
Nijmegen heeft de ambitie om energieneutraal te zijn in 2045. Duurzaamheid is voor ons als gemeente van belang omdat bedrijven duurzaamheid tegenwoordig vooral als een economische kans zien, doordat nieuwe marktkansen ontstaan op het gebied van Energie-en Milieutechnologie, Cleantech en Circulaire Economie. Een groene, aantrekkelijke stad met een duurzaam imago, waar potentiële werknemers zich graag vestigen, is een steeds belangrijkere vestigingsfactor voor bedrijven. In Nijmegen hebben we de afgelopen jaren al flinke stappen gezet in economische verduurzaming via samenwerkingsverbanden als het Nijmeegs Energie Convenant, Power2Nijmegen en De Groene Hub. Deze partnerships bieden nu kansen voor verbreding naar nieuwe thema’s zoals ‘biobased economy’ en ‘circulaire economie’. Uitgangspunt van de Circulaire economie (CE ) is dat alle grondstofstromen na gebruik weer teruggebracht worden in de kringloop en opnieuw worden gebruikt voor nieuwe producten en diensten. Dit betekent dat afval niet meer bestaat en grondstoffen efficient worden gebruikt. Er zijn met betrekking tot het denken over CE en de kansen die het biedt al veel rapporten en publicaties verschenen. Waar behoefte aan is, is de inzet om deze kansen concreet te vertalen naar de specifieke toegevoegde waarde voor de diverse individuele partijen en samenwerkingsverbanden. Kortom, er is behoefte aan concrete acties, een gerichte inzet van uitvoeringskracht en een sterke behoefte om aan alle partijen te laten zien welke verdienmodellen en verdiensten kunnen worden ontwikkeld op basis van CE. Het thema CE haakt aan bij sectorale ambities, bij groeikansen voor bedrijven, bij innovatie en R&D, bij het creëren van nieuwe werkgelegenheid en economische structuurversterking en draag bij aan oplossingen voor maatschappelijke vraagstukken. Op onze bedrijventerreinen werken we samen met de bedrijvenverenigingen aan verduurzaming. Zij investeren in duurzame energie en het sluiten van kringlopen. Bedrijvenvereniging TPN-West onderzoekt hoe zij energieneutraal kunnen worden. Belangrijke spelers daarbij zijn de ARN (afvalcentrale regio Nijmegen), die meer en meer een grondstoffencentrale wordt en investeert in hergebruik van afvalstromen. Zo wordt het ingezamelde GFT afval omgezet in groen gas voor de stadsbussen. Ook met het zuiveringsschap kijken we naar mogelijkheden om grondstoffen, zoals fosfor, terug te winnen uit het slib van de rioolwaterzuiveringsinstallatie (RWZI). Dit alles past in het streven naar een economie, waarbij alle afval basis is voor nieuwe grondstoffen. Uitdaging voor de komende periode is om in samenwerking met onze strategische partners het grondstoffenbeleid verder uit te bouwen richting circulaire economie. De gemeente investeert samen met partners € 150 miljoen in een warmtenet in de Waalsprong en het Waalfront. Hiervoor sloot de gemeente een overeenkomst met Alliander, Nuon, ARN en de provincie Gelderland. De warmte in het warmtenet is afkomstig van de afvalverbrander ARN BV. Met het warmtenet stoten de 14.000 aan te sluiten woningen circa 70% minder CO2 uit dan bij gasverwarming. Eind 2015 sluit de kolencentrale in Nijmegen. GDF Suez ontwikkelt op deze locatie een Groene Delta, waar allerlei duurzame energieprojecten samenkomen. De locatie biedt, mede door zijn ligging aan de rivier, goede kansen voor verschillende duurzame energievormen. Het bedrijf bekijkt de mogelijkheden voor zonne-energie, windenergie, een LNG tankstation, aantakking op het warmtenet, biomassavergisting en biogas. Het eerste initiatief, de bouw van een zonnepark wordt in 2015 gerealiseerd. Maar we werken ook aan opleiding en bewustwording. Nijmegen is een kennis- en studentenstad. De Radboud Universiteit, de Hogeschool en ROC bieden studies op het gebied van duurzaamheid en duurzame economie aan. De universiteit biedt samen met bedrijven en overheden speciale programma’s aan voor excellente studenten in de ‘biobased economy’. De Nijmeegse onderwijsinstellingen investeren fors in duurzame energie, duurzame gebouwen en het sluiten van kringlopen. In 2014 heeft de HAN het meest duurzame onderwijsgebouw van Nederland geopend in Nijmegen.
3
Voor onze partners (de vier O's) en ons ligt er de uitdaging om maatschappelijke en economische verdienmodellen van duurzaamheid verder te ontwikkelen. Dit krijgt vorm in het binnenhalen van externe subsidies, stimuleren van EMT, biobased en circulaire economie, lage energielasten voor burgers, nieuwe werkgelegenheid, nieuwe economische samenwerkingsverbanden, innovatie- en valorisatie, concurrentiekracht en een duurzaam imago. Duurzaamheid - Low Carbon - Climate adaptation in Nijmegen omarmt de Waal Klimaatadaptatiemaatregelen proberen de effecten van klimaatverandering (hoogwaters, hevige regenbuien, hitte en droogte) op te vangen. Duurzame stedelijke ontwikkeling en duurzame mobiliteit verbeteren de levenskwaliteit van de burgers en vragen om stakeholder betrokkenheid en groene investeringen (duurzame economie). Europa vraagt lidstaten een nationale Klimaatadaptatiestrategie te ontwikkelen voor 2017. Het kabinet heeft het Deltaprogramma 2015, met vijf Deltabeslissingen, waaronder die voor Ruimtelijke Adaptatie, in september aangeboden aan de Tweede Kamer als bijlage bij de begroting. Door het tekenen van een bestuursakkoord scharen IPO, VNG en UvW zich achter de Deltabeslissingen. Nijmegen heeft dit onderschreven door het tekenen van de “Intentieverklaring Ruimtelijke Adaptatie” en deel te nemen in het Europeese “Mayors Adapt” netwerk.. De Europese en Nederlandse klimaatadaptatiestrategieën voor steden sluiten goed op elkaar aan. Beiden vragen om lokale klimaatadaptatiestrategieën voorafgegaan door stresstesten om de plaatselijke kwetsbaarheden voor klimaateffecten vast te stellen. Beiden willen dat steden op korte termijn weten wat ze moeten gaan doen om in 2050 klimaatbestendig te zijn. Binnen het Europese project Future Cities zijn diverse kaarten gemaakt, waardoor we beter inzicht hebben gekregen in de effecten van hittestress en waar dit in de stad tot uiting komt. Met behulp van Europees geld zijn groene maatregelen getroffen in het kader van de Groene Allure Binnenstad. Zo zijn er groendaken aangelegd op het stadhuis en is de Korenmarkt een park geworden. De groenindicator-kaarten geven de delen van de stad aan waar nog te weinig groen is en we werken eraan om dat te verbeteren. Wat nog ontbreekt is een plan waar de samenhang tussen alle klimaatadaptatie-maatregelen worden beschreven. De huidige structuurvisie is daarvoor te abstract en dus weten we niet op wijkniveau hoe we duurzame stedelijke ontwikkeling moeten aansturen. Dit zullen de komende jaren moeten gaan oplossen. Nijmegen onderschrijft de volgende intenties: • Nijmegen heeft de ambitie voor het stedelijk gebied in 2050, dat na hevige neerslag, stijging van het rivierwaterniveau of na lange droge periode of hittegolven, de stad blijft functioneren en de overlast voor haar inwoners zo klein mogelijk is. • Nijmegen kent in 2020 de opgave voor het klimaatbestendig maken van de stad en laat samen met onder andere het waterschap die opgave en kansen, die klimaatverandering met zich meebrengt, integraal onderdeel worden van planvorming, beheer en onderhoud. • De samenwerkende partijen bouwen samen aan de klimaatbestendige stad door klimaatmitigatie en -adaptatie, ruimtelijke kwaliteitsopgaven, economie en gezondheid te zien als één stedelijke opgave die om integrale oplossingen vraagt over de grenzen van de eigen verantwoordelijkheden heen.
Het gezicht van Nijmegen verandert de komende jaren ingrijpend. Een aantal omvangrijke bouwprojecten aan beide oevers van de Waal maakt dat de rivier straks niet meer langs, maar door Nijmegen stroomt: Nijmegen omarmt de Waal.
4
Nijmegen ziet het gebied van Nijmegen omarmt de Waal als een ideaal laboratorium voor duurzame stedelijke ontwikkeling met opgaven op het gebied van energie-neutrale gebouwen, klimaatadaptatie en milieuvriendelijke bereikbaarheid. We richten ons op een energieneutrale stad in 2045. Daarnaast willen we duurzaam beheer en onderhoud verder integreren in het onderhoud van de openbare ruimte en willen we een leider worden in sociale duurzaamheid. Ook gaan we Lifecylce Costing en risicogestuurd beheer verder ontwikkelen.
5
Het projectgebied ligt volop in beeld op de kruising van stad, rivier en natuur. Hier kan Nijmegen internationaal de aandacht mee trekken, ook op het gebied van duurzaamheid. Een kans voor ontwikkelaars en eindgebruikers om zich hier sterk op te profileren. In het hart van Nijmegen ontstaat een verbinding tussen twee Europese natuurgebieden waarbij de oevers en de kolk op Veur Lent stapstenen zijn. Bij de uitwerking van het project Ruimte voor de Waal is de mogelijkheid van een slimme, duurzame energievoorziening voor Veur-Lent geanalyseerd.
Bij de uitvoering van het project Ruimte voor de Waal heeft de TU Delft een studie verricht naar de mogelijkheden de energievoorziening in het gebied te verduurzamen zodat uiteindelijk een energetisch autonoom ontwikkelingsgebied of mogelijk zelfs een energieleverend gebied ontstaat. Het schema geeft de verschillende stappen in de onderzoeksstrategie weer.
Veur-Lent vormt als geïsoleerd gebied in de Waal een ideaal urban lab waarin zelfvoorzienende gebouwen neergezet kunnen worden, die voor hun energievoorziening en afvalverwerking niet meer op bestaande structuren aangesloten hoeven te worden. Veur-Lent kan daarmee een Nijmeegs icoon voor duurzame stedenbouw worden. De bijzondere positie van Veur Lent, een stedelijke ontwikkeling die tussen twee natuurgebieden van Europees belang, in relatie met een internationale wateropgave gerealiseerd moet worden, maakt dit project uitermate interessant als voorbeeldproject op Europese schaal. Het project geldt ook als een laboratorium voor een duurzame groene verbinding. Natuur die dwars door de stad loopt en uitnodigt om er tot rust te komen of actief te bewegen. Het rivierenpark telt twee evenemententerreinen en biedt daarnaast tijdelijk ruimte voor evenementen en activiteiten op het pas later te ontwikkelen gedeelte van Veur Lent. Naast Veur Lent bieden ook de andere ruimtelijke ontwikkelingsprojecten binnen Nijmegen omarmt de Waal; de Waalsprong en het Waalfront kansen voor een dergelijke aanpak, In Nijmegen zijn gemeente en organisatoren al druk bezig jet het verduurzamen van evenementen (Zeven Heuvelenloop, Vierdaagse). In dit gebied kan dit verder uitgebouwd worden. Hiervoor kunnen bijvoorbeeld energievoorziening (waterturbines, kleine windturbines, generatoren op biogas) worden aangelegd, kan de afvalinzameling en het materiaalgebruik verduurzaamd en ecologischer gemaakt worden en kan het vervoer van en naar de evenementen met duurzame transportmiddelen georganiseerd worden.
6
TRANSNATIONAAL THEMA
Nijmegen heeft het volgende te bieden aan Europese partners: - grote expertise op het gebied van civiel techniek, duurzame energie en waterhuishouding - kennis van het mobiliseren van lokale netwerken - een ook op Europese schaal bijzonder inspirerend gebied Nijmegen kan van haar Europese partners het volgende leren: - praktische ervaringen met overstromingen - financieringsconstructies en investeringen van private en coöperatieve partijen in de openbare ruimte - kennis van ecologisch en energieneutraal bouwen Opmerking [mc1]: Deze tekst is vooral voor het interne proces interessant .
7
TRANSITIEFASE – PLACEMAKING NIJMEGEN Veiligheid én Ruimtelijke Kwaliteit ; integraal ontwerpen, gebruiken en beheren De drie pijlers voor ruimtelijke kwaliteit zijn: gebruikswaarde, belevingswaarde en toekomstwaarde. Dat betekent dat het Rivierpark optimaal gebruikt moet kunnen worden voor het beoogde doel, aangenaam en aantrekkelijk is om te zien en passend is in het landschap ter plekke, en dat het robuust en duurzaam is. We willen plekken creëren waar mensen graag zijn. In 2016 wordt het eiland door i-Lent opgeleverd. Nieuwe bebouwing zal voorlopig nog niet gerealiseerd worden, wat betekent dat voor de tussentijd? Hoe wordt het gebied onderhouden en beheerd? .
MOGELIJKE INVESTERINGSPROJECTEN Focus op Ruimte voor de Waal, 1. Low Carbon gebruik Rivierpark (duurzaam gebruik en evenementen) Het rivierenpark telt twee evenemententerreinen en biedt daarnaast tijdelijk ruimte voor evenementen en activiteiten op het pas later te ontwikkelen gedeelte van Veur Lent. In Nijmegen zijn gemeente en organisatoren al druk bezig jet het verduurzamen van evenementen (Zeven Heuvelenloop, Vierdaagse). In dit gebied kan dit verder uitgebouwd
worden. Hiervoor kunnen bijvoorbeeld energievoorziening (waterturbines, kleine windturbines, generatoren op biogas) worden aangelegd, kan de afvalinzameling en het materiaalgebruik verduurzaamd en ecologischer gemaakt worden en kan het vervoer van en naar de evenementen met duurzame transportmiddelen georganiseerd worden. 2. Onderzoek beheer Rivierpark Doel: Een open uitnodigende overlegstructuur opzetten waarin alle participanten die gebruik gaan maken van het Rivierenpark plaats kunnen nemen. Vertaling van de waardschap ideeën (het domain onderdeel van Toine) maar dan vooral toegespitst op het stedelijk gebruik van het gebied
8
Het ontwerp van de uiterwaarden is gericht op een zogenoemd ‘dynamisch natuurbeheer’, waarbij het uitgangspunt is dat gestart wordt met begrazing door kuddes runderen en paarden. Een levende rivier: Bij gemiddelde waterstanden is de Waal bij Nijmegen 300 meter breed, maar bij hoge waterstanden ruim 800 meter. En het verschil tussen hoog en laag water bedraagt hier maar liefst 8 meter. De rivier transporteert veel zand dat op de oevers neerslaat en steeds weer veranderende stranden oplevert. Bij de rivier hoort ook de levendigheid van de beroeps- en pleziervaart. 3. Duurzaam Watersportcentrum Nijmegen Het project kan ertoe bijdragen dat het centrum zelf energieneutraal en met gebruik van natuurlijke/ecologische materiaal wordt uitgevoerd. Verder: gebruik van elektrische volgbootjes, aanleg walstroom voor recreanten etc.
4. Wateradaptief, energieneutraal en ecologisch bouwen Veur Lent is opgehoogd. De noordoever valt buiten de Waterwet (onderhandelingen over de status lopen nog). Het gedeelte ten oosten van de brug tot en met de verbeelding van Fort Knotsenburg zou uitermate geschikt zijn om tijdelijk bouwen mogelijk te maken. Nijmegen kiest voor een stapsgewijze verandering van het huidige Veur-Lent naar een uniek en levendig deel van het stedelijk rivierpark bij de Waal waar wonen, werken, recreëren en cultuur gecombineerd worden. Karakter bouw je niet in een dag, karaktermoet groeien en voortbouwen op het bestaande. Het tot leven brengen van de geschiedenis, het versterken van bestaande functies en het zoeken naar unieke nieuwe programma’s. Nijmegen wil graag organisch en divers bouwen in kleine bouwstromen.
9
Inspiratieplek de Ceuvel Amsterdam: voor 10 jaar tijdelijk kunstenaarsdorp in gerecyclede woonboten in voormalige haven
Ondernemers, bewoners en bezoekers worden uitgenodigd om te komen met goede plannen, dat maakt het eiland Veur-Lent uniek en spannend. Het Eiland Veur-Lent wordt het resultaat van een samenspel tussen de gemeente, ondernemers, bewoners en andere partijen die geïnteresseerd zijn om in de bijzondere opgaven van deze plek te investeren. Zij vinden elkaar in de gezamenlijke uitgangspunten/ambities die zijn geformuleerd voor het gebied. Voor een unieke en innovatieve identiteit van Veur-Lent is het van belang de juiste inspirerende initiatieven te arrangeren die (tijdelijk) invulling kunnen geven aan (delen van) Veur-Lent, waarmee een blijvend beeld van een vernieuwend en spannend eiland wordt bereikt.
Ook de huidige buitendijkse woningen kunnen in dit project betrokken worden. Door uitvoering van het project ruimte voor de Waal is ook de buitendijks de waterveiligheid toegenomen, maar deze huizen zullen de invloed van de rivier blijven voelen. Hier ligt ook de bijzondere opgave om buitendijkse woningen energieneutraal te maken.
10
Deze bouwthema’s zijn niet per sé gebonden aan Veur Lent; de gebiedsontwikkelingen in de Waalsprong en in het Waalfront die direct aan de rivier liggen, bieden in meer of mindere mate dezelfde kansen.
11