Project ‘De eigen praktijk’
Modulenaam
HDT-A340-14
Groepsleden:
Esther Janssens Mandy van Maasakkers Aïsha Milatz Charlotte van de Moosdijk Aurelie Portier Charlotte Reijm Fatima Zandi
Klas: HDT-1K Begeleider: Mevr. Drs. R.K.K. Basra
14049600 14052784 14053233 14034565 14052350 14012006 14051621
Inhoudsopgave Inhoud Inhoudsopgave .................................................................................................................. 2 Deelproduct 1 .................................................................................................................... 3 Inleiding ............................................................................................................................ 4 Hoe komt een zorgketen tot stand? .................................................................................... 5 Waaruit moet een zorgketen bestaan? ................................................................................ 6 Waaraan moet een zorgketen voldoen ................................................................................ 8 Eigen zorgketen ................................................................................................................. 8 Interviews met zorgprofessionals...................................................................................... 11 Conclusie en reflectie ....................................................................................................... 11 Bijlage 1 : Interview met huidtherapeut ............................................................................ 12 Bijlage 2: Interview met fysiotherapeut ............................................................................ 13 Literatuurlijst deelproduct 1.............................................................................................. 15 Deelproduct 2 .................................................................................................................. 16 Multidisciplinair pad ......................................................................................................... 17 Controle .......................................................................................................................... 25 Verslag van het interview met de patiënt .......................................................................... 26 Verslag van het interview met de huidtherapeute .............................................................. 27 Bijlage 1 Behandelplannen ............................................................................................... 29 Bijlage 2 interview met de patiënt .................................................................................... 41 Bijlage 3 interview huidtherapeut ..................................................................................... 44 Bijlage 4 literatuurlijst ...................................................................................................... 47 Deelproduct 3 .................................................................................................................. 51 Terugrapportage en overdrachtsrapportage ...................................................................... 52 Groepsreflectie ................................................................................................................ 56 Reflectieverslag Aïsha Milatz ............................................................................................. 57 Reflectieverslag Aurelie Portier ......................................................................................... 58 Reflectieverslag Charlotte Reijm ....................................................................................... 59 Reflectieverslag Charlotte van der Moosdijk ...................................................................... 60 Reflectieverslag Esther Janssens....................................................................................... 61 Reflectieverslag Fatima Zandi ........................................................................................... 62 Reflectieverslag Mandy van de Maasakkers ....................................................................... 63 2
Deelproduct 1
Het beschrijven van een zorgketen
Modulenaam
HDT-A340-14
Groepsleden:
Esther Janssens Mandy van Maasakkers Aïsha Milatz Charlotte van de Moosdijk Aurelie Portier Charlotte Reijm Fatima Zandi
14049600 14052784 14053233 14034565 14052350 14012006 14051621
Klas: HDT-1K Begeleider: Mevr. Drs. R.K.K. Basra 3
Inleiding Ketenzorg wordt omschreven als zorg die, vanuit het perspectief van de patiënt, een continu karakter heeft door het afstemmen en samenwerken van de betrokken beroepsgroepen en instellingen. Deze continuïteit van zorg is vooral belangrijk voor mensen met een chronische aandoening, omdat zij gebruikmaken van een breed scala aan zorgverleners. Het doel van een zorgpad is om de zorg voor een bepaalde patiëntencategorie beter te stroomlijnen met de patiënt als uitgangspunt. In deelproduct 1 wordt in details beschreven hoe een zorgketen ontstaat en waaruit deze moet bestaan. Deelproduct één is eigenlijk op te delen in drie opdrachten: 1. Beschrijving over hoe een zorgketen tot stand komt en waaruit een zorgketen moet bestaan. Beschrijf ook waar een zorgketen volgens ons aan moet voldoen. 2. Beschrijven van een zorgketen, aan de hand van een zelf gekozen aandoening. 3. Twee interviews afnemen met zorgprofessionals, die in het zelf beschreven zorgketen staan.
4
Hoe komt een zorgketen tot stand? Verschillende zorgdisciplines komen samen om eerst een afstemming over de zorgvraag en zorgaanbod te maken. Daarbij kunnen we denken aan verschillende zorgdisciplines. De disciplines zijn te zien in afbeelding 1: de gekozen zorgketen, hierbij gaat het over de eerste rij zorg disciplines. Ze gaan in gesprek over wie wat het beste kan doen. De zorgdisciplines werken de keten tijdens het overleg helemaal uit. Hierbij zijn zij volgens (Schaap-Visser, Veer & Hamming, 2012) instaat om zorgvragen vanuit verschillende perspectief te beoordelen, dit houdt in dat deze zorg disciplines zich beperken tot één soort aandoening. Deze disciplines moeten tijdens de vergadering hun eigen belangen even opzij zetten, omdat de patiënt centraal staat. Tijdens deze vergadering moet er rekening gehouden worden met de bestaande wet –en regelgeving, cultuurverschillen tussen organisaties en het bestaande budget, zodat er een passende zorgketen ontworpen kan worden. Volgens (Van der Burgt,Van Mechelen-Gevers & Lintel Hekkert, 2013) moet een zorgketen duurzaam en aantrekkelijk zijn voor de patiënten en hulpverleners. Hierbij moet de zorgketen volgens (M. Kuiper, 2012) ook gebaseerd zijn op evidence based en het moet financieel verantwoord zijn. Zo komt een zorgketen tot stand.
Afbeelding 1 : de gekozen zorgketen Afbeelding 1.Mensen met diabetes mellitus Uit(Medisch contact)”Anders is niet per se beter”door C.van der Dijk c.s., 2009, p.xx.
5
Waaruit moet een zorgketen bestaan? Een zorgketen bestaat uit verschillende onderdelen die nauw met elkaar te maken hebben. Hierbij maken we onderscheid tussen de volgende organisaties:(RIVM, 2015)
Zorgverzekeringen Om de zorg in een zorgketen betaalbaar en toegangkelijk te maken hebben we verschillende zorgverzekeringsmaatschappijen in Nederland die daarvoor zorgen. Iedereen in Nederland is wettelijk verplicht om een basisverzekering te hebben. De zorgverzekeraars bieden hun diensten aan op basis van de Zorgverzekeringswet. Zij zorgen er ook voor dat bepaalde behandelingen binnen de zorgketen vergoed worden.
Overheid Binnen een zorgketen streeft de overheid ernaar om een betaalbare en kwalitatief goede zorg te leveren. Verder zorgt de overheid ervoor dat patienten die de constant zorg en toezicht nodig hebben, dat ook werkelijk krijgen. Patienten hebben dan het recht op verblijf in een zorginstelling. De wet en regelgeving wordt voornamelijk geregeld door de minster van Volksgezondheid, Werkgelegenheid en Sociale zaken.
Zorgverzekeringen
Zorgaanbieders
Overheid en toezichthoudende organisatie Patienten
Schema 1: Onderdelen waar een zorgketen uit bestaat.
Zorgaanbieders In een zorgketen is het erg belangrijk dat de zorgaanbieders goed op elkaar afgestemd zijn en dat ze de patiënt centraal stellen. Ze streven vooral naar een kwalitatief hoogstaande zorg. Alle ziekenhuizen, huisartsen, klinieken, verpleegkundigen fysiotherapeuten en huidtherapeuten zijn voorbeelden van zorgaanbieders. Deze zorgaanbieders maken onderling afspraken over factoren die mee kunnen spelen bij een bepaalde aandoening. (RIVM Nationaal Kompas Volksgezondheid, 2015) 6
De zorgaanbieders hebben ook een aantal plichten binnen de zorgketen: Zorgaanbieders moeten de patiënten informatie geven over de huidige gezondheidstoestand en vooruitzichten. Ze moeten de patiënten informeren over het doel van het onderzoeken of de behandeling. Ze moeten de patiënten informeren over andere methoden van onderzoek waarmee de patiënten in aanmerking kunnen komen.
Toezichthoudende organisaties Voor de toezichthoudende organisaties is het erg belangrijk dat de regels en wetten daadwerkelijk worden nageleefd. Zij voeren een controle uit en zorgen ervoor dat de samenwerking volgens de wet verloopt. Hierbij kunnen ze denken aan de Inspectie voor de Gezondheidszorg.
Patiënten Alle mensen kunnen patiënten zijn. Deze patiënten hebben een aantal rechten binnen een zorgketen; (Rijksoverheid, 2015) Ze mogen zelf een zorgverlener kiezen Ze hebben het recht op duidelijke informatie over hun eigen gezondheid Ze hebben inzage in hun eigen medisch dossier Ze hebben het recht om toestemming voor onderzoek of een behandeling te weigeren. Ze hebben het recht op een second opinion van een andere deskundige. De patiënten hebben ook een aantal plichten: Ze moeten de hulpverlener duidelijk en volledige informatie over hun gezondheid geven, zodat de zorgaanbieder dan op een verantwoorde wijze zijn onderzoek of behandeling kan uitvoeren. Ze moeten zoeel mogelijk meewerken aan de behandeling/ onderzoek. De patiënten kunnen zelf kiezen bij welke zorgverzekeringsmaatschappij ze willen horen.
7
Waaraan moet een zorgketen voldoen Wij vinden dat er vooral goed gecommuniceerd moet worden binnen een zorgketen. Hierbij kan het overlappen van twee behandelingen voor contra-indicaties zorgen. Als de zorg professionals twee behandelingen tegelijk uitvoeren kan dit leiden tot ernstige schade aan de patiënt. Dit kan voorkomen worden door zorg professionals die goed met elkaar communiceren en duidelijke afspraken maken. Verder moet een goede zorgketen voldoen aan de wet en regelgeving. Een ander belangrijk punt waaraan een zorgketen aan moet voldoen is dat zorgprofessionals niet alleen aan hun eigen belangen moeten denken, maar het is van groot belang dat de belangen van de patiënt hier centraal staan. Vervolgens vinden wij het ook belangrijk dat bestaande zorgketens nauw in de gaten gehouden worden en zo nodig aangepast worden, om de kwaliteit van de zorg op peil te houden.
Eigen zorgketen De gekozen huidaandoening is hydradenitis suppurativa. Hydradenitis suppurativa is een chronische huidaandoening. De aandoening begint meestal na de puberteit en komt voor in gebieden met veel apocriene klieren. Apocriene klieren zijn zweetklieren en zitten vooral in de oksel, liezen en het anogenitale gebied. Deze aandoening gaat gespaard met fistels, pijnlijke noduli, abcessen. Het laatste stadium wordt gekenmerkt door hypertrofische fibreuze verlittekeningen (verdikte bindweefsel), dit kan lymfoedeem of bewegingsbeperkingen tot gevolg hebben.
Afbeelding 2: Zelf ontworpen zorgketen
8
Behandelingsmogelijkheden professionals: Doktersassistent: Een doktersassistent heeft telefonisch contact met de patiënten en beantwoord de vragen. Ze informeren over de toestand waarin de patiënt zich bevind om de juiste informatie te krijgen over hun probleem. (123test, 2015) Huisarts: De huisarts onderzoekt een patiënt om een ziekten of aandoening vast te legen. De bevindingen die de huisarts vindt wordt vast gelegd in een medisch dossier. Een huisarts schrijft medicijnen, behandelingen en kan de patiënt door verwijzen naar een andere zorgprofessionals. (123test, 2015) Huidtherapeut: Bij de eerste kennismaking bij een huidtherapeut wordt er een intake gesprek gehouden. Tijdens het gesprek wordt er gesproken over de klachten en de behandelingsmogelijkheden. De behandelingen die een huidtherapeut kan toepassen bij de aandoening hidradenitis suppurativa zijn: o Acne behandelingen (reinigen, incideren, ledigen) o Epidermabrasie (is een methode om de bovenste huidlaag te verwijderen) o Lichttherapie o Laser ontharing o Litteken massage o Thuis advies Dermatoloog: Een dermatoloog is gespecialiseerd in huidziektes. Naast het onderzoeken van de aandoening voert zij ook een behandeling uit. Een dermatoloog mag medicijnen voorschrijven en de patiënt doorverwijzen. (De Groot, Toonstra & Lorist, 2012) Psycholoog: Door de aandoening hidradenitis suppurativa hebben de meesten patiënten last van schaamte, onzekerheden en anti sociaal gedrag. Een psycholoog geeft therapeutische behandeling, voert onderzoeken uit, begeleidt de patiënten en geeft advies.(123test, 2015) Chirurg: Een chirurg is gespecialiseerd in het uitvoeren van operatieve behandelingen. Er zijn diverse ingrepen mogelijk zoals: o Incisie en drainage dit wordt gebruikt om pijnlijke abcessen te verwijderen; o Deroofing is een behandeling waarbij abcesholte en fistelgangen worden bloot gelegd door de bovenste huid laag te verwijderen. (123test, 2015) Verpleegkundige: Een verpleegkundige zal de cliënt informeren over de operatie. Bij de thuiszorg kan de verpleegkundige helpen bij de dagelijkse verzorging bijvoorbeeld: o Aan en uitkleden o Helpen met wassen o Helpen met opstaan 9
Anesthesist: Anesthesist heeft een belangrijke taak bij de voorbereidingen voor een operatie. Aan de hand van een onderzoek kijkt een anesthesist welke verdoving voor de patiënt geschikt is en welke ziektes of allergische reacties de patiënt heeft. (BKV artsen intermediar, 2015) Fysiotherapeut: Een fysiotherapeut kan de patiënt helpen die na een operatie moet herstellen of patiënten die klachten hebben met het bewegen van bepaalde lichaamsdelen.
10
Interviews met zorgprofessionals Tijdens het project hebben we twee zorgprofessionals geïnterviewd om zo meer informatie te verkrijgen over het zorgpad voor patiënten met hydradenitis suppurativa. Wij hebben ervoor gekozen om een huidtherapeut en een fysiotherapeut te interviewen. Het doel van dit interview is dat we inzicht krijgen over de zorgketen van patiënten met de aandoening hydradenitis suppurativa. Ten eerste hebben we interview vragen opgesteld, vervolgens hebben we deze vragen laten nakijken door onze begeleider. Nadat de interview vragen goedgekeurd waren hebben we contact opgenomen met een huidtherapeut en fysiotherapeut. Huidtherapeut De gekozen huidtherapeut had al eerder patiënten met hydradenitis suppurativa gehad, dus wist ze hier wel veel over. We konden een afspraak maken om langs te komen, zodat we het interview konden afnemen. Dit kon al vrij snel gedaan worden en daar waren we blij mee. De huidtherapeut vertelde dat de patiënten met de aandoeningen hydradenitis suppurativa met een verwijzing bij de huidtherapeut terecht komen. Verder worden deze patiënten vaak behandeld met IPL lasers. De huidtherapeut heeft in de zorgketen nauw contact met de huisarts en de dermatoloog. Volgens de huistherapeut wordt de patiënt nauwkeurig in de gaten gehouden tijdens de behandeling. De behandeltraject voor deze patiënten is ongeveer een half jaar tot een jaar. De patiënten komen voor de nabehandelingen nog terug bij de huistherapeut, zodat nieuwe ontstekingen voorkomen worden. Ten slotte zorgt de huidtherapeut ervoor dat de behandelzones onthaard worden met laser of IPL. We hebben de antwoorden verwerkt in de bijlage 1. Fysiotherapeut We hebben gekozen om een fysiotherapeut te interviewen omdat wij niet zeker waren van zijn plek in onze zorgketen. Tijdens ons interview kwam naar voren dat hij wel degelijk thuis hoort in onze zorgketen. Hij vertelde ons dat hij net als de huidtherapeut littekenmassage kan uitvoeren. Wel vertelde hij erbij dat niet iedere fysiotherapeut dit doet maar dat het ook afhangt van welke specialisatie de fysiotherapeut heeft. Een belangrijk onderdeel vond de fysiotherapeut het contact tijdens de behandelingen met andere zorg proffesionals. Hij vond het van belang dat iedere proffesional die deze patiënt ziet, weet welke behandelingen er gedaan worden of al zijn geweest. Als laatste hebben wij gevraagd of de fysiotherapeut wilde kijken naar onze zorgketen. Er waren hier verder geen aanmerkingen over. De antwoorden van het interview zijn te vinden in bijlage 2.
Conclusie en reflectie Wij wisten niet zeker of de patiënten met hydradenitis suppurativa bij de fysiotherapeut terecht kwamen. Uit ons interview is gebleken dat dit wel het geval is. Het is een mogelijke stap in de zorgketen voor een patiënt met hydradenitis suppurativa maar komt minder vaak voor. De huidtherapeut komt meer in contact met patiënten met hydradenitis suppurativa. Dit kunnen we ook terug zien in onze eigen zorgketen omdat de huidtherapeut hier ook meerdere keren in voorkomt. Na onze afgenomen interviews zijn we tot de conclusie gekomen dat onze zorgketen goed was ingevuld. 11
Bijlage 1 : Interview met huidtherapeut Voorzorg
1. Welke weg heeft de patiënt al afgelegd voordat hij/zij bij u kwam?
Patiënt heeft als eerste de huisarts bezocht, deze heeft hem/haar naar een dermatoloog doorverwezen. De dermatoloog heeft patiënt middels een verwijzing naar de huidtherapeut gestuurd.
Ja.
2. Hebben de patiënten met hydradenitis suppurativa een verwijzing als ze bij u in de praktijk komen?
Behandeling 3. A Wat doet u als iemand met hydradenitis suppurativa de praktijk binnenkomt (zelf behandelen of doorsturen) wat voor verwijzingen/specifieke behandelingen kan de specialist zelf aanbieden aan de patiënt, of beide ?
Als er een verwijzing is van een dermatoloog dan behandel ik de patiënt zelf, is deze er niet dan verwijs ik patiënt door naar de huisarts. Een specialist (dermatoloog) kan de ontstekingen die gepaard gaan met deze ziekte operatief verwijderen, tevens schrijft hij/zij medicatie voor. B Wat zijn de mogelijke behandelingen voor iemand met hydradenitis suppurativa binnen zijn/haar praktijk?
Een patiënt met hydradenitis suppurativa is erg gebaat bij Laser/IPL ontharing.
4. Met welke zorg professionals heeft u gedurende de behandeling, het meest contact.
Met de huisarts en dermatoloog. Ja.
5. Bent u tevreden met de communicatie met deze zorg professionals? 6. Houdt u rekening met eventuele behandelingen van andere zorg professionals?
Absoluut, gedurende de behandeling wordt de patiënt nauwlettend in de gaten gehouden en worden er tussentijdse terugrapportages geschreven naar de huisarts /dermatoloog en indien nodig vindt overleg plaats. 7. Hoelang duurt dit behandeling traject en wat is de frequentie van de behandelingen?
De gemiddelde duur is een half jaar tot een jaar. Afhankelijk van het te behandelen gebied wordt er om de vier tot 8 weken behandeld. Nazorg
8. Komen deze patiënten nog terug bij u? (Voor wat voor behandeling?)
Ja, ze komen terug voor nabehandelingen om het resultaat optimaal te houden en nieuwe ontstekingen te voorkomen.
12
9. Wat zou een passend advies zijn voor een patiënt met deze aandoening?
Het is voor deze patiënten erg belangrijk om op de plekken waar de aandoening zich bevindt de haren duurzaam te laten verwijderen door middel van laser of IPL. Hiermee wordt voor een groot deel voorkomen dat er nieuwe ontstekingen ontstaan. Zorgketen
Vertellen over onze zorgketen en deze laten zien. Vragen om zijn visie 10. Welk zorgketen voorspeld u voor deze patiënt?
Deze zorgketen ziet er naar mijn mening goed uit. De huidtherapeut hebben je jullie ook op de juiste plaats gezet.
Bijlage 2: Interview met fysiotherapeut Voorzorg
1. Welke weg heeft de patiënt al afgelegd voordat hij/zij bij u kwam?
Als deze patiënt bij mij komt heeft hij/zij meestal al een heel traject afgelegd. In de meeste gevallen is de patiënt begonnen bij de huisarts en daarna doorverwezen naar de dermatoloog. Na de dermatoloog kan de patiënt op advies van huisarts/dermatoloog bij mij terecht komen.
Niet altijd.
2. Hebben de patiënten met hydradenitis suppurativa een verwijzing als ze bij u in de praktijk komen?
Behandeling 3. A Wat doet u als iemand met hydradenitis suppurativa de praktijk binnenkomt (zelf behandelen of doorsturen. Wat voor verwijzingen/specifieke behandelingen kan de specialist zelf aanbieden aan de patiënt, of beide)
Als de patiënt mijn praktijk binnenkomt op eigen initiatief zal ik hem/haar direct doorsturen naar de huisarts. Als de patiënt al het hele traject heef doorlopen en bij mij komt voor het litteken dan ga ik zelf behandelen. B Wat zijn de mogelijke behandelingen voor iemand met hydradenitis suppurativa binnen zijn/haar praktijk?
Littekenmassage.
4. Met welke zorg professionals heeft u gedurende de behandeling, het meest contact.
Met de huisarts. Ja.
5. Bent u tevreden met de communicatie met deze zorg professionals?
13
6. Houdt u rekening met eventuele behandelingen van andere zorg professionals?
Ja, ik houd altijd tijdens behandelingen contact met de huisarts. Ik doe dit door middel van tussentijdse terugrapportages. 7. Hoelang duurt dit behandeling traject en wat is de frequentie van de behandelingen?
Dit hangt af van de mate waarmee de patiënt voortgang boekt. Ook de frequentie zal ik in overleg bespreken met de patiënt zelf. Als de patiënt heel veel last heeft kan de frequentie twee keer per week zijn. Dit kan worden afgebouwd naar mate de behandelingen en resultaten vorderen. Nazorg 8. Komen deze patiënten nog terug bij u? (Voor wat voor behandeling?)
De patient zou terug kunnen komen voor nieuwe littekenmassage behandelingen als het litteken weer pijnlijk of vast gaat zitten. 9. Wat zou een passend advies zijn voor een patiënt met deze aandoening?
Probeer zoveel mogelijk te blijven bewegen met de aangedane zones. Als dit zoveel mogelijk vermeden wordt is de kans groter dat het sneller weer verkleeft en pijnlijk wordt. Zorgketen 10. Welk zorgketen voorspeld u voor deze patiënt? (Laat ons schema zien)
Dit schema zou zeker het zorgpad van een patiënt moet hydradenitis suppurativa kunnen zijn. Ik heb hier verder niet veel over aan te merken
14
Literatuurlijst deelproduct 1 Afbeelding 1.Mensen met diabetes mellitus Uit(Medisch contact)”Anders is niet per se beter”door C.van der Dijk c.s., 2009, p.xx. Hoe ontstaat een zorgketen: Kruiper, M. d. (2012). Ontwerp van zorgtraject/ zorgketens.Houten: Bohn Stafleu van Loghum . Schaap-Vissers, A, de Veer –Nivel & A, Hammig, A (2012). Werke met zorgpaden in de eerstelijns gezondheidszorg. Opgeroepen op 4 februari,2015 http://www.samenwerkeneerstelijnszorg.nl/scrivo/asset.php?id=1002444 Van der Burgt.M, Van Mechelen-Gevers. E & Te Lintel Hekkert. M, (2013). Ketenzorg en zorgketen.Houten: Bohn Stafleu van Loghum. Waar een zorgketen uit moet bestaan: RIVM. (2015, januari). De zorgketen en betrokken organisaties. Opgeroepen op 10 februari,2015 van Www.RIVM.nl: http://rivm.nl/dsresource?type=pdf&disposition=inline&objectid=rivmp:2 32079&versionid=&subobjectname=
RIVM. (2015, januari). Wat is gezondheidszorg. Opgeroepen op 10 februari, 2015 van Www.RIVM.nl: http://www.nationaalkompas.nl/zorg/wat-is-gezondheidszorg/ Beschrijving zorgprofessionals:
123test:Beroep chirurg (2015) Opgeroepen op 11 februari, 2015 van Www.123test.nl, van https://www.123test.nl/beroepen/beroep-chirurg/ 123test:Beroep psychologie (2015) Opgeroepen op 11 februari, 2015 van Www.123test.nl, van https://www.123test.nl/beroepen/beroep-psycholoog/ 123test:Vacatuur voor artsen (2015) Opgeroepen op 11 februari, 2015 van Www.123test.nl, van https://vacaturesvoorartsen.nl/functieomschrijving/anesthesioloog/
15
Deelproduct 2
Multidisciplinair pad
Modulenaam
HDT-A340-14
Groepsleden:
Esther Janssens 14049600 Mandy van Maasakkers 14052784 Aïsha Milatz 14053233 Charlotte van de Moosdijk 14034565 Aurelie Portier 14052350 Charlotte Reijm 14012006 Fatima Zandi 14051621
Klas: HDT-1K Begeleider: Mevr. Drs. R.K.K. Basra
16
Multidisciplinair pad Bij mevrouw Siebel geboren op 3-3-1970 is een mammacarcinoom ontdekt. Door deze negatieve uitslag heeft mevrouw Siebel twee maanden geleden een ablatio gehad aan de rechter borst, hierbij zijn ook de lymfeklieren in de oksels verwijderd middels een lymfeklierdissectie. Mevrouw Siebel is erg vermoeid door de chemotherapie die ze toegediend krijgt. Onlangs heeft mevrouw Siebel op internet gezocht waar ze met haar litteken dat stug aan voelt en verdikt is terecht kan. Desalniettemin heeft mevrouw Siebel sinds de operatie last van haar schouder dat haar bewegingscapaciteit verminderd, hierdoor kan ze niet meer goed bij het litteken (‘Studiehandleiding Blok 1.3 De eigen praktijk’,2015).
Naar aanleiding van de aandoening van mevrouw Siebel, is er een zorgpad gemaakt (zie de tabel hieronder). Het zorgpad bestaat uit een voor-, hoofd- en nazorg fase. In elke fase wordt beschreven welke professionals mevrouw Siebel mogelijk heeft bezocht ten gevolgen van een litteken na een mammacarcinoom.
17
Voorzorg Een patiënt met een litteken na een mammacarcinoom kan op verschillende manieren het zorgpad betreden. De patiënt kan eerst op internet gaan surfen, of een zorglijn bellen. Tevens kan de patiënt ook rechtsreeks naar de doktersassistente bellen voor het maken van een afspraak of vragen voor advies en informatie.
Internet Wanneer mevrouw Siebel een knobbeltje voelt of afwijkend plekje ziet op de borst kan ze op internet gaan surfen om te kijken wat dit knobbeltje of plekje zal kunnen zijn. Op internet staat enorm veel informatie op het gebied van gezondheidszorg (‘Zoeken van medische informatie op internet’, 2014). Wanneer er na het surfen op internet het vermoeden bestaat dat het knobbeltje of plekje niet goed is, kan mevrouw Siebel besluiten om naar de huisarts te gaan. Na dit besluit komt mevrouw Siebel eerst bij de doktersassistente terecht.
Zorglijn Wanneer iemand zich zorgen baart over zijn/haar gezondheid kan deze persoon contact opnemen met een zorglijn. Wegens vragen over de gesteldheid van mevrouw Siebel belt zij de zorglijn. Een zorglijn is zowel telefonisch als digitaal bereikbaar. Wanneer er contact op wordt genomen met een zorglijn, wordt die persoon door iemand met medische kennis geholpen. Dit zijn vaak doktersassistenten en verpleegkundigen (‘Zorglijn’, 2011) Wanneer de doktersassistent/verpleegkundige het vermoeden heeft dat er iets mis is met de gezondheid van mevrouw Siebel, zal deze aanraden om contact op te nemen met de doktersassistente van de eigen huisarts.
Doktersassistent Vanwege klacht(en) aan de borst(en) kan mevrouw Siebel ook direct contact opnemen met haar doktersassistente. De doktersassistente staat de mevrouw Siebel telefonisch te woord, en zal een spreekuur plannen met de huisarts. Wanneer mevrouw Siebel bij de huisarts aankomt, zal de doktersassistente haar ontvangen en begeleiden naar de wachtkamer, indien nodig. De doktersassistente kan mevrouw Siebel ook geruststellen of kalmeren, wanneer dit nodig wordt geacht. Indien nodig helpt de doktersassistente de huisarts met zijn of haar onderzoek (‘Opleiding-en-beroep –Doktersassistent’, 2007).
18
Fysiotherapeut Bij borstklachten kan mevrouw Siebel ook eerst naar de Fysiotherapeut gaan. De Fysiotherapeut is voor iedereen vrij toegankelijk, er is dus geen verwijzing van de huisarts nodig. Wanneer mevrouw Siebel met borstklachten bij de fysiotherapeut te recht komt zal de fysiotherapeut ten eerste luisteren naar de klachten en de wensen tot verbetering. Daarna zal de fysiotherapeut naar de lichamelijke toestand van mevrouw Siebel kijken. Indien de fysiotherapeut de lichamelijke toestand van de patiënt niet optimaal vindt, kan de fysiotherapeut de patiënt adviseren om naar de huisarts te gaan (‘De fysiotherapeut’, 2014).
Huisarts Wanneer mevrouw Siebel bij de huisarts komt, zullen er eerst een aantal vragen gesteld worden. Indien de huisarts het nodig acht zal er ook lichamelijk onderzoek worden gedaan. Tijdens het lichamelijk onderzoek bekijkt en voelt de huisarts zorgvuldig de borsten, ook wordt er gekeken of de lymfeklieren in de hals en/of oksels zijn opgezet. Het is belangrijk dat mevrouw Siebel duidelijk de klachten aangeeft, zo weet de huisarts waar op gelet moet worden (‘Onderzoek en diagnose bij borstkanker’, 2013). Als de huisarts het nodig vindt adviseert hij/zij mevrouw Siebel een vervolgonderzoek aan (‘Bezoek aan de huisarts en verder onderzoek’, 2009).
Radioloog Nadat de huisarts vervolgonderzoek heeft geadviseerd, komt mevrouw Siebel bij de radioloog terecht. De radioloog maakt eerst een mammografie. Een mammografie is een röntgenfoto van de borst. De röntgenfoto wordt gemaakt door de borsten tussen twee plexiglasplaten te drukken, hierdoor zijn beide borsten goed zichtbaar op de röntgenfoto. Op een mammografie wordt zichtbaar of er een afwijking is aan vet-, klier- en/of bindweefsel. Na de mammografie wordt er een echografie gemaakt. Bij een echografie worden hoogfrequente geluidsgolven het lichaam ingezonden. Op de huid wordt een laagje gel aangebracht, over de gel wordt een scanner bewogen waar de hoogfrequente geluidsgolven uit komen. De geluidsgolven worden door het lichaam opgevangen, waarnaar er tevens door het lichaam signalen worden teruggezonden. Op het apparaat waar de scanner aan bevestigt is, worden de signalen omgezet in beeldmateriaal. Op het beeldmateriaal wordt de structuur van de borst zichtbaar (‘Aanvullend onderzoek’, 2015) Als en mammografie en/of de echografie afwijkend zijn, wordt mevrouw Siebel doorverwezen naar de chirurg. De chirurg krijgt van de radioloog de uitslagen van de mammografie en de echoscopie. Ook zal de radioloog verslag uitbrengen aan de oncoloog. De radioloog zal de uitkomsten van de onderzoeken aan de oncoloog geven.
19
Chirurg Wanneer de mammografie en/of de echografie afwijkend zijn, moet er een punctie worden afgenomen. Bij een punctie wordt er een naald in de huid geprikt. De naald wordt in de huid geprikt op de plek, waar de radioloog een afwijking heeft gezien. De naald zuigt cellen op. De cellen die met de naald zijn opgezogen, worden onder de microscoop onderzocht. De behandeling is van korte duur en kan pijnlijk zijn. Er is echter geen verdoving nodig voor de punctie. In de meeste gevallen is de uitslag van de punctie voldoende. In sommige gevallen is een punctie niet genoeg. Als dit het geval is, is er een biopsie nodig. Tijdens een biopsie worden er ongeveer zes reepjes weefsel afgenomen, op de plaats waar de afwijking zit. Deze reepjes worden met een dikke, holle naald uit het lichaam gehaald. De reepjes weefsel worden onder een microscoop onderzocht. In de meeste gevallen wordt hier gezien of het weefsel goed of slecht aardig is. Omdat de biopsie erg pijnlijk is, vindt deze onder plaatselijke verdoving plaats (‘Aanvullend onderzoek’, 2015) De chirurg rapporteert na het onderzoek zijn bevindingen aan de oncoloog.
Oncoloog Nadat alle onderzoeken zijn voltooid, komt mevrouw Siebel bij de oncoloog terecht. De oncoloog heeft van de radioloog en de chirurg de uitkomsten ontvangen van het uitgevoerde onderzoeken. De oncoloog trekt uit de onderzoeksresultaten een diagnose. De oncoloog zal mevrouw Siebel de uitslagen van het onderzoek geven (‘Oncoloog’, 2013). Aan de hand van de diagnose, gaat de oncoloog samen met mevrouw Siebel op zoek naar de beste behandelmethode. Er wordt besproken of de borst geheel of deels verwijderd wordt. Verder wordt er besproken of er naast de operatie ook nog een andere therapie plaats vindt. De therapieën die naast de operatie nog toegepast kunnen worden zijn: chemotherapie, immuuntherapie en hormonale therapie (‘De functie en werkwijze van de internist in het AMC’, 2015). De oncoloog verwijst mevrouw Siebel na dit gesprek door naar de verpleegkundige.
Verpleegkundige Na het gesprek met de oncoloog volgt een gesprek met een verpleegkundige die gespecialiseerd is in oncologie. Het doel van dit gesprek is om mevrouw Siebel goed voor te bereiden op de operatie en het verdere behandeltraject. Alle vragen die te maken hebben met de behandeling kan de verpleegkundige beantwoorden (‘Wat doet de oncologieverpleegkundige’, 2014).
20
Hoofdzorg Wanneer een patiënt het volledige voorzorgtraject heeft doorlopen breekt de hoofdzorg aan. In de hoofdzorg wordt de volledige behandeling van een patiënt in gang gezet en afgerond. De operatie vindt hier plaats maar ook de chemotherapie, immuuntherapie, hormonale therapie of radiotherapie, indien nodig. Tijdens deze fase komt de patiënt verschillende zorgverleners in diverse disciplines tegen waaronder, een chirurg, oncoloog, radioloog, anesthesist, operatieassistent, verpleegkundige en de huisarts.
Verpleegkundige (voor de operatie) De dag van de operatie breekt aan. Mevrouw Siebel is door de verpleegkundige in de voorzorg goed voorbereid op dit moment. Hier zijn duidelijk afspraken gemaakt en is bekend of er een borstsparende of borstamputatie plaats vindt. 24.00 uur van te voren mag mevrouw Siebel niets meer eten of drinken (tenzij anders is afgesproken). Wanneer mevrouw Siebel aan de beurt is voor de operatie worden operatiekleren aangedaan voor de hygiëne. Eventuele medicijnen die ingenomen dienen te worden reikt de verpleegkunde voor mevrouw aan. Make-up en sieraden dienen verwijderd te worden evenals een (gebit)prothese. De verpleegkunde brengt mevrouw Siebel naar de operatieafdeling waar de operatie plaats gaat vinden. (‘Het wegnemen van de borst (ablatio)’,2015)
Anesthesist Zodra mevrouw Siebel volledig is geïnstalleerd op de behandeltafel brengt de anesthesist een infuus bij haar in waardoor de narcose wordt toegediend. Zodra deze zijn werking vertoond begint de chirurg met de oncologische operatie. Gedurende de operatie blijft de anesthesist aanwezig voor het blijvend controleren van de gesteldheid van mevrouw Siebel. Hij/zij houdt hierbij de hartslag, bloeddruk en ademhaling van mevrouw Siebel nauwkeurig in de gaten. (‘Het wegnemen van de borst (ablatio)’,2015)
Operatieassistent Tijdens de operatie is er een operatieassistent aanwezig die de chirurg assisteert tijdens de operatie. De taak die hij/zij hierbij uitoefent is het gereed maken van de behandelkamer, het aangeven van steriel materiaal en het opruimen van de behandelkamer. De operatieassistent zal weinig in contact komen met mevrouw Siebel.
21
Chirurg De ablatio vanwege een mammacarcinoom wordt uitgevoerd door de chirurg. Voordat de volledige verwijdering van de borst plaats vindt, verwijderd de chirurg allereerst het klierweefsel en de tepel van de borst. Ook wordt de schildwachtklier verwijderd waarnaar door middel van snel onderzoek tijdens de operatie wordt vastgesteld of dit ook tumorweefsel bevat. Zo ja, dan verwijdert de chirurg direct alle klieren in de okselwand. Nadat de operatie geheel volgens plan is verlopen en er geen complicaties zijn opgetreden is de chirurg zijn/haar taak afgerond. Echter blijven er na de operatie één of twee slangetjes in het operatiegebied achter om bloed of wondvocht af te zuigen. Kijkend naar het tijdsbestek van de operatie neemt deze ongeveer 120 minuten in beslag. (‘Het wegnemen van de borst (ablatio)’,2015)
Verpleegkundige (na de operatie) Na de operatie wordt mevrouw Siebel door een verpleegkundige opgehaald uit de operatiekamer. Hij/zij brengt mevrouw Siebel naar de uitslaapkamer. Het verblijf op de uitslaapkamer varieert en is afhankelijk van meerdere factoren. Meestal bedraagt de tijd op de uitslaapkamer 1,5 uur. Wanneer mevrouw Siebel wakker is en de pijn is acceptabel, wordt mevrouw Siebel naar de verpleegafdeling gebracht. Het verdere verzorgingstraject speelt zich af in de nazorg. (‘Het wegnemen van de borst (ablatio)’,2015)
Oncoloog Voor- en na de operatie heeft de oncoloog nauw contact met de chirurg en de verpleegkundige. Het contact tussen de chirurg en de oncoloog verloopt middels briefcontact, mailcontact of face-to-face contact waarin zij bespreken hoe mevrouw Siebel de operatie heeft ondergaan en wat de vervolgstappen in het behandeltraject van mevrouw Siebel zal zijn. Het contact tussen oncoloog en verpleegkundige gaat volledig over de gesteldheid van mevrouw Siebel. Tevens zal mevrouw Siebel bij de oncoloog verschillende afspraken hebben over de vervolgstappen. Ook zal de oncoloog een terugrapportage naar de huisarts schrijven en hem/haar op de hoogte stellen over het behandeltraject van mevrouw Siebel.
Radioloog Zodra de oncoloog mevrouw Siebel heeft doorverwijzen naar de radioloog begint de chemotherapie. Verschillende argumenten wijzen uit dat er voor palliatieve chemotherapie gekozen is waaronder, de snelle progressie, de jonge leeftijd van mevrouw Siebel maar ook de ongevoeligheid voor hormonale behandeling of negatieve hormoonreceptoren dat hierbij een rol speelt. Tevens wordt bij chemotherapie sneller resultaat gezien dan bij de hormonale behandeling. Het tijdsbestek van de chemokuur is afhankelijk van het aantal uitzaaiingen. Meestal start men met drie kuren die om de twee weken worden toegediend. (‘Mammacarcinoom’, 2013)
22
Nazorg Wanneer een patiënt het volledige voor- en hoofdzorg traject heeft doorlopen komt de patiënt in de nazorg terecht. Tijdens de nazorg vindt de evaluatie van het medisch handelen en de gevolgen daarvan plaats. Indien de patiënt complicaties ervaart als gevolg van het medisch handelen wordt hiervoor zorg aangevraagd. Andere aspecten van de nazorg zijn voorlichting, begeleiding en controle. Het belangrijkste doel van de nazorg is om de ziektelast te beperken. Tijdens deze fase komt de patiënt verschillende professionals tegen, waaronder: de verpleegkundige, de thuiszorg, de huisarts, de fysiotherapeut, de huidtherapeut, de psycholoog en de chirurg.
Verpleegkundige Na de operatie van het mammacarcinoom zal de verpleegkundige mevrouw Siebel verplegen. De verpleegkundige komt regelmatig bij mevrouw Siebel om te kijken hoe het gaat, om eventueel pijn te bestrijden en de wond te verzorgen. Afhankelijk van de soort operatie van het mammacarcinoom blijft de patiënt gemiddeld 1-2 of 2-5 dagen in het ziekenhuis. De verpleegkundige controleert de wond, verzorgt de wond en verwijdert eventueel de drain (hulpmiddel in de vorm van een buisje of gaasje om wondvocht, bloed of pus af te voeren uit een wond). Daarnaast geeft de verpleegkundige voorlichting met betrekking tot de wondzorg en kan de verpleegkundige begeleiding en ondersteuning bieden. De verpleegkundige kan bijvoorbeeld een indicatie stellen voor thuiszorg of psychosociale steun regelen. De patiënt ziet de verpleegkundige gemiddeld tot 6 weken na de operatie. Na 6 weken vindt er een controle afspraak plaats (‘Mamma Care’, 2014; ‘Operatie bij borstkanker’, 2015‘). De verpleegkundige communiceert voortdurend met de chirurg en stelt de chirurg voortdurend op de hoogte over de gezondheidstoestand van mevrouw Siebel.
Thuiszorg Mevrouw Siebel krijgt na de operatie van het mammacarcinoom thuiszorg met betrekking tot de wondverzorging. De indicatie vindt al in het ziekenhuis plaats door de verpleegkundige en vindt 2 keer per dag plaats zolang als noodzakelijk. Indien mevrouw Siebel ernstig ziek is heeft zij ook hulp bij de algemeen dagelijkse levensverrichtingen, zoals wassen en aankleden. Op huishoudelijke hulp heeft mevrouw Siebel echter geen recht omdat zij een gezonde partner en kinderen heeft die mogelijk ouder zijn dan 12 jaar (‘Thuiszorg’, 2014).
Huisarts Na de operatie van het mammacarcinoom zal de chirurg de huisarts per brief op de hoogte stellen van het resultaat van de behandeling en eventueel onverwachte wendingen in het zorgproces. Met de huisarts heeft mevrouw Siebel zowel gedurende en na de behandeling contact. De huisarts bespreekt in de nazorg de ervaringen van mevrouw Siebel en bespreekt of er klachten aanwezig zijn als gevolg van de oncologische behandeling. Bij mogelijke fysieke, emotionele, sociale of cognitieve klachten kan de huisarts mevrouw Siebel 23
doorsturen naar een specialist. De huisarts heeft een ondersteunende rol op het gebied van revalidatie. Mevrouw Siebel ziet de huisarts regelmatig terug wanneer zij gezondheidsklachten heeft of twijfelt over haar gezondheid (‘Oncologische zorg in de huisartsenpraktijk’, 2014).
Fysiotherapeut De medische behandeling die mevrouw Siebel heeft ondergaan vanwege haar mammacarcinoom brengt in veel gevallen complicaties met zich mee. Mogelijke complicaties die ontstaan na de medische behandeling van een mammacarcinoom zijn: bewegingsbeperkingen van de schouder en lymfoedeem. De huisarts verwijst mevrouw Siebel voor de bewegingsbeperkingen van de schouder naar de fysiotherapeut. Een behandeling bij de fysiotherapeut kan een positief effect hebben op het herstel van de mobiliteit van het schoudergewricht (‘Richtlijn behandeling van het mammacarcinoom’, 2005). Voor de behandeling van lymfoedeem kan mevrouw Siebel zowel terecht bij een oedeemfysiotherapeut als een huidtherapeut. Een behandeling bij de oedeemfysiotherapeut of huidtherapeut voorkomt of vermindert de lymfoedeem. De fysiotherapeut voert de volgende behandelingen uit: het mobiliseren van het littekenweefsel, beweegprogramma’s opstellen gericht op het verbeteren van de spierkracht, coördinatie, conditie, afname van het gewicht, adviezen geven met betrekking tot de lichaamshouding en specifieke oefeningen aanleren ter verbetering van het functioneren. Ook beweegangst, vermoeidheid en pijn gerelateerd aan borstkanker kan de fysiotherapeut aanpakken. Oedeemfysiotherapeuten kunnen tot slot oedeem behandelen doormiddel van zwachtelen, manuele lymfdrainage, aanmeten van therapeutisch elastische kousen (TEK), lymftaping, voorlichting en instructie. De fysiotherapeut ziet de patiënt de eerste maanden na de operatie (‘Richtlijn lymfoedeem’, 2013). Tijdens dit gedeelte van de nazorgfase is de fysiotherapeut niet de enige zorgprofessional die mevrouw Siebel tegenkomt. Naast de fysiotherapeut zal mevrouw van Siebel onder behandeling staan van een huidtherapeut. De fysiotherapeut dient de behandeling af te stemmen met de huidtherapeut en de huisarts. De fysiotherapeut rapporteert daarnaast terug naar de huisarts over de behandeling, behandeldoelen, behandelresultaten en gegeven adviezen.
Huidtherapeut Naast de fysiotherapeut wordt mevrouw Siebel door de huisarts verwezen naar de huidtherapeut. De huidtherapeut behandelt complicaties gerelateerd aan de medische behandeling. De huidtherapeut kan helpen om de huid van mevrouw Siebel minder strak en gevoelig te maken, littekens minder zichtbaar en pijnlijk te maken, oedeem te verminderen, het vermoeide gevoel en de bewegingsbeperkingen te verminderen. De volgende huidtherapeutische interventies kunnen toegepast worden: littekentherapie, manuele lymfedrainage, zwachtelen, therapeutische kousen, advies geven en leefregels en oefeningen bespreken. Een behandeling duurt gemiddeld 30-60 minuten. Het aantal behandelingen en de totale duur van de behandelingen verschilt per persoon. Een intensieve start met 3-5 24
behandelingen per week geeft de beste resultaten (‘Mammacare – nazorg bij borstkanker’, 2014). De huidtherapeut rapporteert terug naar de huisarts over de behandeling, behandeldoelen, behandelresultaten en gegeven adviezen.
Psycholoog Als gevolg van het mammacarcinoom en bijkomende behandelingen kan mevrouw Siebel behoefte hebben aan psychologische hulp. Hiervoor kan de huisarts haar doorsturen naar een psycholoog. De psycholoog helpt om de psychische problemen van mevrouw Siebel aan te pakken. De gevolgen van borstkanker kunnen betrekking hebben op de stemming, het zelfbeeld, seksualiteit, lichamelijke prestaties en het veranderde uiterlijk. Een psycholoog kan hierbij helpen. Ook kan de psycholoog helpen bij het oppakken van werk en taken en kan het hulp bieden bij de omgang met naasten. In een aantal gesprekken worden de problemen in kaart gebracht en biedt de psycholoog hulp om deze problemen te verminderen (‘Psycholoog’, n.d.) Hoe lang mevrouw Siebel de psycholoog ziet is afhankelijk van de mate waarin mevrouw Siebel last blijft houden van haar problemen.
Controle Chirurg Na de behandeling wordt mevrouw Siebel nog tien jaar lang gecontroleerd op de aanwezigheid van borstkanker. Het eerste jaar moet mevrouw Siebel elke drie maanden voor controle naar het ziekenhuis. Het tweede jaar moet mevrouw Siebel elke zes maanden voor controle naar het ziekenhuis. Vanaf het derde jaar gaat mevrouw Siebel nog maar één keer per jaar voor controle naar het ziekenhuis. Deze controles worden uitgevoerd door een chirurg (‘Borstkanker: controle en nazorg’, 2014). De controle bestaat uit een anamnese waarbij mevrouw Siebel zelf over de ziekte en haar omstandigheden vertelt, lichamelijk onderzoek en jaarlijks een mammogram of echoscopie van de borst. Deze mammogram en echoscopie dienen om afwijkingen in de gezonde borst op te sporen (‘Na de behandelingen’, 2015). De uitslag van de controle wordt gerapporteerd naar de huisarts en mevrouw Siebel. Na de controleperiode kan mevrouw Siebel bij twijfel altijd bij de huisarts terecht. De huisarts stuurt mevrouw Siebel eventueel door naar een specialist om een mammogram of echoscopie te laten maken.
25
Verslag van het interview met de patiënt Bij mevrouw M. Spaans is een jaar geleden na een bevolkingsonderzoek gebleken dat zij een kwaadaardige tumor in haar rechterborst had. Na doorverwijzing door haar huisarts kwam zij in het ziekenhuis terecht op de mammapoli. Na onderzoek door de radioloog werd al snel duidelijk dat een borstamputatie noodzakelijk was om de gezondheid van mevrouw zo goed mogelijk te waarborgen. De poortwachter klier diende ook verwijderd te worden. Alle overige lymfeklieren konden behouden blijven. Mevrouw werd spoedig na deze berichtgeving geopereerd en kreeg nazorg van de verpleegkundigen van de mamma-poli. Bestraling en/of chemotherapie was gelukkig niet aan de orde. In het nazorgtraject kwam mevrouw op terecht bij een huidtherapeut. Deze voert preventief manuele lymfedrainage uit en behandelt het litteken middels littekenmassage.
Voor mevrouw Spaans startte het zorgpad bij het bevolkingsonderzoek naar borstkanker. Na een positieve uitslag kwam zij als eerste terecht bij de mammapoli van het Leids Universitair Medische Centrum (LUMC). Hierna volgden onderzoeken bij de radioloog. Hier werd onder andere een mammogram van de borst en een echo van de borst gemaakt. Ook werden een biopsie (het weghalen van een stukje weefsel) en punctie (het weghalen van cellen en vocht) afgenomen. Binnen 3 weken werd mevrouw Spaans geopereerd. Van te voren is zij voorgelicht en voorbereid op de operatie door de mammacare verpleegkundige en chirurg. Andere specialisten die mevrouw Spaans gezien heeft zijn de anesthesist, verschillende verpleegkundigen en de huisarts. Kort na de operatie is mevrouw Spaans al snel bij de huidtherapeut behandeld voor het litteken en preventief behandeld voor lymfoedeem.
Uit het interview kwam naar voren dat mevrouw Spaans de mammacare verpleegkundige het meest gezien heeft. Volgens mevrouw Spaans was de mammacare verpleegkundige de ‘manager’ van het proces. Ze heeft mevrouw Spaans goed begeleid en was daarnaast ook een goede emotionele steun. Van te voren hadden we niet verwacht dat de mammacare verpleegkundige zo een grote rol in het proces speelt. Hoewel de verpleegkundige wel een deel uitmaakt van het zorgpad hadden we niet verwacht dat de mammacare verpleegkundige misschien wel de belangrijkste schakel van het proces is.
Mevrouw Spaans was van mening dat ze voor de operatie goed is voorgelicht en voorbereid. Na gesprekken met de chirurg, mammacare verpleegkundige werd duidelijk voor haar welk proces ze ging doorlopen, hoe de operatie en operatiedag eruit zouden zien en wat de gevolgen konden zijn van de operatie. Daarnaast werd ze in een apart gesprek met de anesthesist voorgelicht over de narcose. Hoewel voor mevrouw Spaans eerst niet duidelijk was wat elke professional voor haar kon betekenen werd dit gaande weg steeds duidelijker.
26
Over de samenwerking van de professionals onderling was mevrouw Spaans ook te spreken. Alle betrokken professionals waren op de hoogte van de onderzoeken en uitslagen. Ze gaf aan dat er elke week een groot overleg plaatsvindt waarbij alle betrokken professionals aanwezig zijn. Alle patiënten worden zowel voor en na de operatie besproken om te kijken welke behandelingen plaats moeten vinden en om de behandelingen eventueel op elkaar af te stemmen. Mevrouw Spaans kreeg hierdoor het gevoel dat elke professional goed op de hoogte was van haar situatie.
Verslag van het interview met de huidtherapeute In de zorgsector is het cruciaal dat er een goede communicatie plaatsvindt tussen verschillende zorgprofessionals. In dit verslag wordt een samenvatting gegeven over een interview met een huidtherapeute. Dit interview heeft alles te maken met het onderwerp communicatie. Verder wordt in dit verslag vermeldt of hetgeen de professional zegt met hetgeen wat wij beschreven hebben klopt, geven wij onze eigen mening en visie over het onderwerp communicatie en beschrijven wij of er naar onze mening wel/niet voldoende is gecommuniceerd. Tevens reflecteren wij het gehouden interview beknopt.
Zoals vermeldt zal het interview zich richten op het onderwerp communicatie. Op maandag 23 Maart zijn twee studenten naar de huidtherapeute gegaan voor het afnemen van een interview. Tijdens dit gesprek werd al snel duidelijk dat de huidtherapeute de communicatie als voldoende beschouwd. Echter is de huidtherapeute wel van mening dat er door middel van kleine veranderingen de communicatie verbeterd zal kunnen worden. Ze geeft hier duidelijk enkele verbeterpunten aan waaronder het communiceren via één medium, dit zal zij erg op prijs stellen. De huidtherapeute geeft aan dat wanneer de communicatie via zich verschillende mediums voorplant, de communicatie ingewikkelder en stroever verloopt waardoor eventuele fouten kunnen ontstaan. Des ondanks heeft de huidtherapeute niet met heel veel verschillende zorgprofessionals gecommuniceerd waardoor ze dus de communicatie op een schaal van 1-10 een score geeft van een 7,5. Het gehele interview met antwoorden staat in de bijlage.
Uit het interview blijkt dat de huidtherapeute zeker tevreden is over de communicatie tussen haar en diverse zorgprofessionals. Het is meer dan voldoende. Wij hadden dit anders verwacht, tijdens het interview hebben we onze mening daadwerkelijk bijgesteld maar voorafgaand gingen we ervan uit dat de communicatie tussen verschillende disciplines slechter verliep. Hierdoor zijn wij blij verrast over de antwoorden.
27
Wanneer we het interview gaan reflecteren zijn wij zeer tevreden over de wijze waarop we dit aangepakt hebben. Allereerst hebben we mailcontact en belcontact gehad voor het maken van een afspraak. Uiteindelijk zijn we zoals eerder vermeld op maandag 23 Maart naar de praktijk gereisd waar we het interview afnamen. Dit ging ontzettend goed en zijn hierdoor blij met de antwoorden.
28
Bijlage 1 Behandelplannen
Voorzorg
Behandelplan van de fysiotherapeut Probleem/Hulpvraag
Vermindering van pijn in de borst.
Behandeldoelen
Pijn in de borst laten verdwijnen.
Soort behandeling
-
Locatie behandeling
-
Frequentie behandeling
-
Evaluatie behandeling
-
Medicatie
-
Behandelplan van de huisarts Probleem/Hulpvraag
Achterhalen waar de klachten aan de borst vandaan komen
Behandeldoelen
Achterhalen of verder onderzoek van belang is
Soort behandeling/verrichtingen
Vragenlijst en lichamelijk onderzoek
Locatie behandeling
Huisartsenpraktijk
Frequentie behandeling
Een keer
Evaluatie behandeling
-
Medicatie
-
Behandelplan van de radioloog
29
Probleem/Hulpvraag
Achterhalen waar de klachten aan de borst vandaan komen
Behandeldoelen
Achterhalen of en waar de kanker zit
Soort behandeling
Mammografie en/of echografie
Locatie behandeling
Ziekenhuis
Frequentie behandeling
Afhankelijk of beide behandelingen gedaan moeten worden. Beide behandelingen vinden een keer plaats
Evaluatie behandeling
Evaluatie vindt plaats bij de oncoloog
Medicatie
-
30
Behandelplan van de chirurg Probleem/Hulpvraag
Achterhalen waar de pijn in de borst vandaan komt
Behandeldoelen
Achterhalen of er een goed/slecht aardig gezwel in de borst zit
Soort behandeling
Punctie en/of biopsie
Locatie behandeling
Ziekenhuis
Frequentie behandeling
Beide behandelingen een keer
Evaluatie behandeling
Evaluatie vindt plaats bij de oncoloog
Medicatie
Eventueel pijnstillers
Behandelplan van de oncoloog Probleem/Hulpvraag
Achterhalen waar de pijn in de borst vandaan komt
Behandeldoelen
Duidelijk maken waar de pijn op de borst vandaan komt en het behandelplan bespreken
Soort behandeling
Gesprek
Locatie behandeling
Ziekenhuis, afdeling oncologie
Frequentie behandeling
Een keer
Evaluatie behandeling
-
Medicatie
-
Behandelplan van de verpleegkundige Probleem/Hulpvraag
Duidelijkheid over de operatie en de daar op volgende behandelingen
Behandeldoelen
Voorbereiden op de operatie en behandelingen
31
Soort behandeling
Gesprek
Locatie behandeling
Ziekenhuis
Frequentie behandeling
Minimaal een keer
Evaluatie behandeling
-
Medicatie
-
Hoofdzorg
Behandelplan van de verpleegkundige (voor de operatie): Probleem/Hulpvraag
Duidelijkheid over de operatie
Behandeldoelen
Voorbereiden op de operatie
Soort behandeling
Gesprek
Locatie behandeling
Ziekenhuis
Frequentie behandeling
Eén keer
Evaluatie behandeling
-
Medicatie
Indien noodzakelijk wordt medicatie aangereikt.
Behandelplan van de anesthesist: Probleem/Hulpvraag
Mevrouw Siebel gedurende operatie nauwlettend in de gaten houden.
Behandeldoelen
Voorbereiden op operatie en narcose en tevens gesteldheid mevrouw Siebel blijvend controleren.
Soort behandeling
Infuus zetten
Locatie behandeling
Ziekenhuis (operatiekamer)
Frequentie behandeling
Eén keer
32
Evaluatie behandeling
-
Medicatie
Toedienen narcose
Behandelplan van de operatieassistent: Probleem/Hulpvraag
Het goed laten verlopen van operatie.
Behandeldoelen
Voorbereiding treffen op de operatie en tevens chirurg tijdens de operatie assisteren.
Soort behandeling
Operatie assisteren
Locatie behandeling
Ziekenhuis (operatiekamer)
Frequentie behandeling
Eén keer
Evaluatie behandeling
-
Medicatie
-
Behandelplan van de chirurg: Probleem/Hulpvraag
Mammacarcinoom in de borst verwijderen.
Behandeldoelen
Borst operatief verwijderen en eventuele complicaties vermijden.
Soort behandeling
Operatie
Locatie behandeling
Ziekenhuis (operatiekamer)
Frequentie behandeling
Eén keer (120 minuten)
Evaluatie behandeling
Evaluatie vindt plaats bij chirurg en oncoloog
Medicatie
Eventueel pijnstillers
Behandelplan van de verpleegkundige (na de operatie): Probleem/Hulpvraag
Mevrouw Siebel verzorging bieden en duidelijkheid over de chemotherapie geven.
Behandeldoelen
Mevrouw Siebel verzorging bieden, de wond van de operatie verzorgen en mevrouw 33
voorbereiden om de chemotherapie. Soort behandeling
Verpleging en wondverzorging
Locatie behandeling
Ziekenhuis (verpleegkundeafdeling)
Frequentie behandeling
Meerdere malen afhankelijk van wondgenezing en gesteldheid mevrouw Siebel.
Evaluatie behandeling
-
Medicatie
Indien noodzakelijk wordt medicatie aangereikt.
Behandelplan van de oncoloog: Probleem/Hulpvraag
Mevrouw Siebel duidelijkheid geven over de chemotherapie
Behandeldoelen
Mevrouw Siebel voorbereiden op de chemotherapie en haar begeleiden in het proces.
Soort behandeling
Gesprek
Locatie behandeling
Ziekenhuis (afdeling oncologie)
Frequentie behandeling
Meerdere malen afhankelijk van het aantal chemokuren.
Evaluatie behandeling
Evaluatie over voortgang chemotherapie
Medicatie
Eventueel pijnstillers
Behandelplan van de radioloog: Probleem/Hulpvraag
Chemotherapie zo goed mogelijk en vertrouwd uitvoeren.
Behandeldoelen
Chemotherapie uitvoeren en mevrouw Siebel hier in begeleiden.
Soort behandeling
Chemotherapie
Locatie behandeling
Ziekenhuis
34
Frequentie behandeling
Drie kuren om de twee weken (indien noodzakelijk, meerdere kuren zullen volgen)
Evaluatie behandeling
Evaluatie vindt zowel bij de radioloog als bij de oncoloog plaats.
Medicatie
Cytostatica
Nazorg
Behandelplan van de verpleegkundige: Probleem/Hulpvraag
Zorg voor mevrouw Siebel na de operatie.
Behandeldoelen
Wondgenezing bevorderen, pijn verminderen, voorlichting geven en begeleiding en ondersteuning bieden.
Soort behandeling/verrichtingen
Wondverzorging, pijnstillers toedienen, drain verwijderen + gesprek.
Locatie behandeling
Ziekenhuis
Frequentie behandeling
Meerder behandelingen een aantal keer per dag. Hoeveel behandelingen nodig zijn is afhankelijk van de gesteldheid van mevrouw Siebel.
Evaluatie behandeling
Na zes weken vindt een controle afspraak plaats in het ziekenhuis.
Medicatie
Eventueel pijnstillers
35
Behandelplan van de thuiszorg: Probleem/Hulpvraag
Thuishulp bij de wondzorg en algemeen dagelijkse levensverrichtingen.
Behandeldoelen
Wondgenezing bevorderen en helpen bij algemeen dagelijkse levensverrichtingen zoals wassen en aankleden.
Soort behandeling/verrichtingen
Wondverzorging en begeleiding.
Locatie behandeling
Thuis
Frequentie behandeling
2 maal per dag zolang als noodzakelijk
Evaluatie behandeling
-
Medicatie
-
Behandelplan van de huisarts: Probleem/Hulpvraag
Vermindering van klachten gerelateerd aan de behandeling van het mammacarcinoom.
Behandeldoelen
Het verminderen van de klachten gerelateerd aan de behandeling van het mammacarcinoom.
Soort behandeling/verrichtingen
Gesprek, lichamelijk onderzoek, doorverwijzing.
Locatie behandeling
Huisartsenpraktijk
Frequentie behandeling
Minimaal één behandeling.
Evaluatie behandeling
-
Medicatie
-
Behandelplan van de fysiotherapeut: Probleem/Hulpvraag
Verminderen van de bewegingsbeperkingen van de schouder.
Behandeldoelen
Verbeteren van de mobiliteit van het schoudergewricht.
36
Soort behandeling/verrichtingen
Gesprek, oefeningen.
Locatie behandeling
Fysiotherapeutische praktijk
Frequentie behandeling
Minimaal één behandeling. Het aantal behandelingen is afhankelijk van de ernst van de klachten en de snelheid waarmee de klachten van mevrouw Siebel verdwijnen.
Evaluatie behandeling
Bij iedere behandeling vindt er een evaluatie plaats. Deze evaluatie zal plaatsvinden bij de fysiotherapeut.
Medicatie
-
37
Behandelplan van de huidtherapeut: Verwijzing en aanmelding
Mevrouw Siebel is op verwijzing van de huisarts gekomen. Er wordt nagegaan of de verwijzing volledig is en de hulpvraag wordt geïnventariseerd. Datum aanmelding, datum intake, verwijsgegevens en patiëntgegevens worden genoteerd en mevrouw Siebel legitimeert zich.
Anamnese
De huidtherapeut neemt een anamnese bij mevrouw Siebel af om de klacht en hulpvraag van de patiënt de verduidelijken.
-Hulpvraag: verminderen van stugheid en verdikking van het litteken als gevolg van de operatie aan de borst.
-Verwachting van de huidtherapeutische zorg: verbeteren van het litteken. -Klacht: stug en verdikt litteken na de operatie van 2 maanden geleden.
-medische voorgeschiedenis: ablatio aan de rechterborst waarbij lymfeklieren middels lymfklierdissectie zijn verwijderd. Mevrouw krijgt nog chemotherapie. -Relatieve contra-indicaties: -
-Medicijngebruik + overgevoeligheden voor medicatie: Mevrouw krijgt chemotherapie -Eerder verleende zorg: Ter verbetering van de mobiliteit van het schoudergewricht staat ze tevens onder behandeling van de fysiotherapeut. -Hulpmiddelen van de patiënt: -
-Leefstijl: -Psychische en sociaal maatschappelijke omstandigheden: -
Huidtherapeutisch onderzoek
De huidtherapeut voert een huidtherapeutisch onderzoek bij mevrouw 38
Siebel uit om de aard en ernst van de problemen bij mevrouw Siebel te achterhalen. Eerst voert ze een inspectie uit waarbij het litteken beoordeeld wordt aan de hand van de efflorescenties. Vervolgens palpeert de huidtherapeut het litteken. Analyse
De huidtherapeut formuleert een huidtherapeutische diagnose/conclusie. Op basis hiervan bepaalt de huidtherapeut of er een indicatie is voor een huidtherapeutische behandeling.
Behandelplan
-Behandelhoofddoel: Verbeteren van het litteken.
-Behandelsubdoel(en): Het litteken mobiliseren, de doorbloeding verbeteren en pijn verminderen. Oedeem verminderen/voorkomen.
Behandelfrequentie: 3 behandelingen per week
-geschat aantal behandelingen: +/- 20. Dit is afhankelijk van de snelheid waarmee de klachten van mevrouw Siebel verdwijnen.
-Geplande huidtherapeutische interventie(s): -Littekentherapie -Manuele lymfe drainage -Zwachtelen Indien oedeem stabiel is kan overgegaan worden op therapeutisch elastische kousen. Behandeling
-
Evaluatie
Bij iedere behandeling vindt er een evaluatie plaats. Dit zal iedere week plaatsvinden. De huidtherapeut geeft mevrouw Siebel adviezen mee en rapporteert terug naar de huisarts over de behandeling, behandeldoelen, behandelresultaten en
Afsluiting
39
gegeven adviezen.
Behandelplan van de psycholoog: Probleem/Hulpvraag
Vermindering van de psychische klachten gerelateerd aan de ziekte en/of behandeling.
Behandeldoelen
Inzicht krijgen in psychische problemen bij mevrouw Siebel en het verbeteren van de psychische gesteldheid van mevrouw Siebel.
Soort behandeling
Gesprekken
Locatie behandeling
Psychologische praktijk
Frequentie behandeling
Een keer per week zolang als noodzakelijk. Het aantal behandeling is afhankelijk van de mate waarin mevrouw Siebel verbetering ziet optreden in haar psychische gesteldheid.
Evaluatie behandeling
Bij iedere behandeling vindt er een evaluatie plaats. Deze evaluatie zal plaatsvinden bij de Psycholoog
Medicatie
-
Behandelplan van de chirurg (controle): Probleem/Hulpvraag
Controleren op de aan-/afwezigheid van borstkanker.
Behandeldoelen
Vroegtijdig opsporen van borstkanker.
Soort behandeling
Gesprek, mammogram/echoscopie, lichamelijk onderzoek
Locatie behandeling
Ziekenhuis
Frequentie behandeling
Jaar 1: om de 3 maanden Jaar 2: om de 6 maanden Jaar 3: één keer per jaar.
Evaluatie behandeling
Evaluatie vindt plaats wanneer de uitslag van het onderzoek bekend is. De evaluatie vindt plaats bij de chirurg. 40
Medicatie
-
Bijlage 2 interview met de patiënt Voorzorg 1 Waar startte voor u het zorgpad na de positieve uitslag van het bevolkingsonderzoek?
Na de postieve uitslag van het bevolkingsonderzoek kwam ik als eerste terecht bij de mammapoli van het LUMC. Daar kwam ik eerst bij de mammacareverpleegkundige terecht. Toen werd ik verwezen naar de radioloog voor een echo van de borst. 2 Bij welke zorgprofessionals bent u voor de operatie allemaal langs geweest?
De mammacareverpleegkundige, de radioloog (voor de mammogram van de borst, de echo van de borst, de punctie en de biopsie), de chirurg en de anesthesist voor de narcose. De huisarts is ook nog langs geweest nadat bekend was dat ik borstkanker had. 3 Hoe lang heeft dit traject geduurd?
Het tijdsbestek tussen de echo en de operatie was ongeveer 3 weken. 4 Werd u goed voorgelicht en voorbereid op de operatie? Was het duidelijk wie welke behandeling zou doen?
Ja ik werd heel erg goed voorgelicht. De chirurg en de mammacareverpleegkundige hebben mij uitgebreid voorgelicht over de operatie. Hoe de dag eruit zou zien, hoe de operatie zou verlopen en de procedure na de operatie. Aan het begin van het traject was mij niet helemaal duidelijk wat elke arts/verpleegkundige voor mij kon betekenen. Naarmate ik verder in het proces kwam werd dit steeds duidelijker. 5 Hoe verliep deze voorbereiding?
Allereerst had ik een gesprek met de chirurg en de mammacareverpleegkundige op de polikliniek. Daarna had ik een gesprek met de anesthesist op de polikliniek voor voorlichting over de narcose. Ik werd opgenomen op de afdeling chirurgie op de dag van de operatie. Ik moest nuchter zijn voor de operatie dus ik mocht niet eten, drinken of roken. Tijdens de opname voor de operatie heb ik gepraat met de zaalarts en kreeg ik medicijnen van de verpleegkundige op de afdeling. 41
6 Werd er aan u uitgelegd wat de gevolgen zouden zijn van de operatie?
Ja. Mijn borst werd afgezet, dus ik kreeg na de operatie meteen een drain welke 24 uur moest blijven zitten. Ik wist dat er daarna alsnog wat vocht uit de wond kon komen, wat vanzelf weg moest trekken. Als het teveel werd en het pijnlijk was kon ik het eventueel weer laten draineren (kort na de operatie). Ook werd mij verteld dat er als gevolg van het afzetten van de borst en het verwijderen van de klier in mijn oksel sprake zou zijn van littekenvorming. Daarnaast was me verteld dat ik na de operatie kans had op lymfoedeem, minder gevoel in de arm en het okselgebied en bewegingsbeperkingen van de schouder.
Hoofdzorg 7 Welke professionals zag u het meest tijdens het doorlopen van het zorgpad?
De mammacareverpleegkundige. Zij is een enorme steun voor mij geweest, ook op emotioneel vlak. 8 Wie was de belangrijkste schakel in uw beleving?
De mammacareverpleegkundige. Ik had het idee dat zij de ‘manager’ van het proces was. De chirurg heeft natuurlijk de tumor zelf weggehaald, dus dat is de belangrijkste handeling die uiteindelijk is uitgevoerd. 9 Werkten de zorgprofessionals goed samen met elkaar en waren zij bekend met het zorgpad dat u al doorlopen had?
Ja. Alle betrokken artsen/verpleegkundigen waren goed op de hoogte van de onderzoeken en uitslagen. Er is elke week een groot overleg waarbij alle betrokken specialisten (chirurg, mammacareverpleegkundige, radioloog, en ook bestralingsarts en oncoloog) aanwezig zijn. Daar worden alle patiënten voor en na de operatie besproken om te kijken wat voor behandelingen precies moeten plaatsvinden en worden zo nodig op elkaar afgestemd. Na de operatie wordt dan nog besloten of de patiënten nog aanvullende bestralingen of chemotherapie nodig hebben. Maar gelukkig was dit bij mij niet nodig! Toen ik werd doorverwezen naar de huidtherapeut heeft de huisarts een verwijsbrief geschreven. Zo was ook de huidtherapeut op de hoogte van het doorlopen proces. Nazorg 10 Werd u na de operatie goed opgevangen en door wie?
Ja, vooral door de verpleegkundigen op de afdeling. Aan het einde van de dag kwam de chirurg ook nog langs om te vertellen hoe de operatie was gegaan. De volgende dag mocht ik al naar huis. 11 Met welke zorgprofessionals bent u na de operatie in contact geweest? 42
Mammacareverpleegkundige en de chirurg voor de controles na de operaties en voor de borstkanker. Ook werd ik bijgestaan door mijn huisarts. Ik ben vrij snel na de operatie doorverwezen naar de huidtherapeut. 12 Heeft u een bepaalde manier van zorg gemist, zo ja.. welke?
Nee.
43
Bijlage 3 interview huidtherapeut Voor 1 Via welke weg is mevrouw Van Andel bij u in de praktijk terecht gekomen?
Mevrouw van Andel is bij mij in de praktijk terecht gekomen via een doorverwijzing van de huisarts. In principe zijn wij huidtherapeuten direct toegankelijk maar vanwege de achtergrond van mevrouw van Andel nam zij het zekere van het onzekere en is eerst uit voorzorgmaatregel naar de huisarts gegaan.
2A Was u op de hoogte van het reeds doorlopen zorgpad van mevrouw van Andel?
Ja, ik was grotendeels op de hoogte gesteld van het tot dusver doorlopen zorgpad van mevrouw van Andel. 2B Op welke manier verliep deze communicatie?
Ik ben door de huisarts op de hoogte gesteld middels een terugrapportage. Ook heb ik telefonisch contact gehad. C Is dit vooraf naar uw mening voldoende met u gecommuniceerd?
Naar mijn mening is er voldoende gecommuniceerd tussen de huisarts en ik als huidtherapeute.
Hoofd 3 Was het voor u direct duidelijk wat u voor mevrouw Van Andel kon betekenen? (behandeling, advies en verwijzing)
Na het afnemen van een zorgvuldige anamnese en de inspectie en palpatie bij mevrouw van Andel uitgevoerd te hebben was het al snel duidelijk wat mijn behandelplan en advies zal worden. Hierbij heb ik natuurlijk gekeken naar de voorgeschiedenis maar heb ook nog diepgaandere informatie vergaard.
4 Welke behandeling voerde u uit bij mevrouw Van Andel? (duur, frequentie)
Mevrouw van Andel is bij mij in de praktijk gekomen vanwege een vastzittend, pijnlijk litteken ten gevolge van een mammacarcinoom, ook is hierbij secundair lymfeoedeem ontstaan wegens het verwijderen van verschillende lymfeknopen in de oksel. De behandeling die ik bij mevrouw van Andel heb uitgevoerd is een pijndempende littekenmassage dit om het litteken in pijn te doen verminderen en de bewegingscapaciteit van mevrouw ietwat te vergroten, deze massage pas ik nu 6 weken toe en merk weldegelijk resultaat. Daarnaast heb ik MLD in combinatie met de lymfapress toegepast voor het ontstane oedeem aan haar arm. Dit voer ik inmiddels 4 weken uit, in verband met het pijnlijke litteken heb ik hier twee weken mee gewacht. 44
5A Is mevrouw van Andel gelijktijdig in behandeling bij andere professionals in diverse disciplines?
Op dit moment is mevrouw van Andel nog onder controle bij de chirurg en de oncoloog. Ook de huisarts speelt altijd een belangrijke schakel in het zorgtraject. Tevens loopt mevrouw van Andel bij de fysiotherapeut om de pijn in haar schouder te doen verminderen. 5B Heeft dit effect op uw behandeling?
Nee, dit heeft geen effect op mijn behandeling. 5C Stemt u uw behandeling af op met andere zorgprofessionals?
Ik stem alleen mijn behandeling af met andere zorgprofessionals indien dat toevoeging biedt voor hen en voor mij. Daarnaast geef ik de huisarts altijd een terugrapportage over de gang van zaken.
6A Meld u de voortgang van de behandeling naar de andere betrokken zorgprofessionals?
Ja, aan de huisarts. 6B Zo ja, naar welke en hoe? ( bellen, faxen)
Dit doe ik middels een terugrapportage en eventueel mocht het schikken bel ik met de huisarts van mevrouw van Andel.
7 Met welke zorgprofessionals die op het pad van mevrouw Van Andel terecht kwamen heeft u allemaal gecommuniceerd?
Ik heb voornamelijk gecommuniceerd met de huisarts, ook communiceer ik af en toe met de fysiotherapeut over de bewegingscapaciteit van mevrouw van Andel en de vooruitzichten daarvan.
Nazorg 8 Welke adviezen zou u mevrouw van Andel geven?
Ik heb mevrouw van Andel in het verleden diverse adviezen meegegeven. Enkele voorbeelden hiervan; voor blijvend resultaat zal na de oedeemtherapie een TEK gedragen moeten worden, daarnaast is het belangrijk dat mevrouw van Andel haar spierpomp blijft gebruiken.
9 Hebt u haar nog geattendeerd op eventuele nazorg die van toepassing kan zijn op haar situatie?
Op het moment is haar situatie vrijwel stabiel en is op dit moment geen eventuele andere nazorg van toepassing.
45
Evaluatie 10 Bent u tevreden over de samenwerking tussen de diverse zorgprofessionals?
Ik ben zeker tevreden over de samenwerking tussen mij en de diverse zorgprofessionals.
11 Zo niet, wat zou er verbetert kunnen worden.
-
12 Hebt u verbeterpunten die aangedragen zouden kunnen worden?
Eventuele verbeterpunten die aangedragen zouden kunnen worden zijn alles via 1 medium te communiceren en niet zowel de telefoon als faxen en door middel van een terugrapportage. Dit maakt het wat ingewikkelder waardoor de communicatie stroever verloopt.
13 Wanneer u de communicatie een score moet geven waarbij 1 heel slecht is en 10 heel goed, welk cijfer zal u de communicatie dan geven?
7,5
46
Bijlage 4 literatuurlijst Aanvullend onderzoek (2015). Opgehaald op 23 maart, 2015, van http://www.borstkanker.nl/aanvullend_onderzoek.
Bezoek aan de huisarts en verder onderzoek (2009). Opgehaald op 23 maart, 2015, van http://www.kankerwiehelpt.nl/over-kanker/onderzoeken-4.html.
Borstkanker: controle en nazorg (2014). Opgehaald op 24 maart, 2015, van https://www.slingeland.nl/poliklinieken-divers/borstkankercontroleennazorg/953/1645.
De functie en werkwijze van de internist in het AMC (2015). Opgehaald op 23 maart, 2015, van https://www.amc.nl/web/Zorg/Patient/Zoek-op-specialisme/MedischeOncologie/Patienteninformatie/De-functie-en-werkwijze-van-de-internist-in-het-AMC.htm.
De fysiotherapeut (2014). Opgehaald op 20 maart, 2015, van http://www.defysiotherapeut.com/de-fysiotherapeut.html.
Het wegnemen van de borst (ablatio) (2015). Opgehaald op 24 maart, 2015, van http://www.umcg.nl/SiteCollectionDocuments/Zorg/Volwassenen/ZOB/Borstkanker/Brochure %20het%20wegnemen%20van%20de%20borst%20(ablatio).pdf.
Mamma Care (2014). Opgehaald op 23 maart, 2015, van https://www.catharinaziekenhuis.nl/files/Patient/Patientenfolders/_ScreensPages/Algemeen/ CHI-043-Mamma_Care.pdf.
Mammacare – nazorg bij borstkanker (2014). Opgehaald op 25 maart, 2015, van http://huidtherapievechtstreek.nl/huidtherapie/mammacare-nazorg-bij-borstkanker/.
47
Mammacarcinoom (2013). Opgehaald op 24 maart, 2015, van http://easy.squareis.com/http/link.springer.com/content/pdf/10.1007/s12632-013-00648.pdf?____x=1484.
Na de behandelingen (2015). Opgehaald op 24 maart, 2015, van http://www.borstkanker.nl/na_de_behandelingen.
Oncologische zorg in de huisartsenpraktijk (2014). Opgehaald op 23 maart, 2015, van https://www.nhg.org/sites/default/files/content/nhg_org/uploads/final_nhgstandpunt_2014_webversie_met_bookmarks_sk_3_juli.pdf.
Oncoloog (2013). Opgehaald op 20 maart, 2015, van https://vacaturesvoorartsen.nl/functieomschrijving/oncoloog/.
Onderzoek en diagnose bij borstkanker (2013). Opgehaald op 23 maart, 2015, van https://www.kanker.nl/bibliotheek/borstkanker/onderzoek-en-diagnose/287-onderzoek-endiagnose-bij-borstkanker.
Operatie bij borstkanker ’(2015). Opgehaald op 23 maart, 2015, van https://www.bernhoven.nl/Operatie_bij_borstkanker.
Opleiding-en-beroep –Doktersassistent (2007). Opgehaald op 20 maart, 2015, van http://mens-en-samenleving.infonu.nl/opleiding-en-beroep/5176-opleiding-en-beroepdoktersassistent.html.
Psycholoog (n.d.). Opgehaald op 02 april, 2015, van http://www.kankerwiehelpt.nl/hulpwijzer/psycholoog-4.html.
48
Richtlijn behandeling van het mammacarcinoom (2005). Opgehaald op 24 maart, 2015, van http://www.oncoline.nl/uploaded/FILES/mammacarcinoom/Richtlijn%20Behandeling%20van %20het%20Mammacarcinoom%20oktober%202005.pdf.
Richtlijn lymfoedeem (2013). Opgehaald op 24 maart, 2015, van http://www.nvpc.nl/uploads/stand/141004DOC-PLRichtlijn_Lymfoedeem_Aangenomen_ALV_NVPC_4_oktober_2014140.pdf.
Studiehandleiding Blok 1.3 De eigen praktijk (2015). Opgehaald op 20 maart, 2015, van, https://blackboard.hhs.nl/webapps/portal/frameset.jsp?tab_tab_group_id=_3_1&url=%2Fwe bapps%2Fblackboard%2Fexecute%2Flauncher%3Ftype%3DCourse%26id%3D_32278_1%2 6url%3D.
Thuiszorg (2015). Opgehaald op 24 maart, 2015, van http://www.borstkanker.nl/thuiszorg.
49
Wat doet de oncologieverpleegkundige (2014). Opgehaald op 23 maart, 2015, van http://www.gezondheidsnet.nl/duidelijkheid-over-kanker/wat-doet-deoncologieverpleegkundige.
Zoeken van medische informatie op internet (2014). Opgehaald op 26 maart, 2015, van http://www.viecuri.nl/viecuri_C01/Modules/PaginaA/PaginaA_Module.asp?modid=648&itemid =0&custid=667&comid=3&time=18272.
Zorglijn (2011). Opgehaald op 20 maart, 2015, van http://www.npcf.nl/index.php?option=com_aiportfolio&view=article&Itemid=2&id=88:Zorglij n%20.
50
Deelproduct 3
Terugrapportage en overdrachtsrapportage
Modulenaam
HDT-A340-14
Groepsleden:
Esther Janssens Mandy van Maasakkers Aïsha Milatz Charlotte van de Moosdijk Aurelie Portier Charlotte Reijm Fatima Zandi
14049600 14052784 14053233 14034565 14052350 14012006 14051621
Klas: HDT-1K Begeleider: Mevr. Drs. R.K.K. Basra
51
Terugrapportage en overdrachtsrapportage De terugrapportage is gericht aan de huisarts, in deelproduct 2 past dit in de nazorg aan het einde van het zorgpad. Als de patiënt is uitbehandeld voor haar litteken en het oedeem, moet er via de huisarts een Therapeutisch Elastische Kous besteld worden om het arm voldoende druk te geven zodat het oedeem niet terugkomt. Vandaar dat de terugrapportage aan de huisarts is gericht. De overdrachtsrapportage is aan een andere huidtherapeut gericht. Hier heb ik voor gekozen omdat de huidtherapeut pas in de nazorg een rol speelt. Ik kan namelijk geen overdrachtsrapportage schrijven aan de chirurg die na een x aantal maanden een controle uit gaat voeren. Daarom is nu net gedaan alsof de patiënt gaat verhuizen en naar een andere praktijk gaat.
52
Naam : L.C Reijm Adres : Vrijheidslaan 6 Postcode en plaats : 2912EB Nieuwerkerk aan den IJssel E-mail :
[email protected] Tel nr : 0622995316 Naam : Mevrouw Siebel Adres : Stationsstraat 16 Postcode en woonplaats : 1234 AB Den Haag Geboorte datum : 03-03-1970 Naam : Dr. I.L Pardijs Adres : De vijf boeken 5b Postcode en plaats : 2914 AB Nieuwerkerk aan den IJssel Den Haag, 26 maart 2015 Betreft : Afsluiting litteken- en ACT behandeling.
Geachte mevrouw I.L Pardijs, Naar aanleiding van het afsluiten van de litteken- en ACT behandeling deze terugrapportage. De behandelingen zijn afgerond en via deze weg wil ik u de resultaten en bevindingen tonen. Aan het begin van het traject had de patiënt last van haar litteken, tevens had de patiënt ook oedeem ontwikkeld aan haar linkerarm. Het hoofddoel was pijn verminderen en mobiliseren van het litteken en het oedeem volledig reduceren. De patiënt heeft achttien behandelingen van 90 minuten gehad, de patiënt kwam drie keer per week in de praktijk. Tijdens deze behandeling heb ik eerst manuele lymfedrainage en littekenmassage uitgevoerd, aan het einde van de behandeling heb ik de linkerarm ingezwachteld. Tijdens de laatste behandeling heb ik geconstateerd dat het oedeem dusdanig verminderd was dat er een Therapeutisch Elastische Kous kon worden aangemeten. Het litteken is gemobiliseerd, de patiënt heeft er nauwelijks last meer van. Ik hoop dat ik u voldoende heb geïnformeerd. Hoogachtend, Charlotte Reijm Huidtherapeut Praktijk De Haagse Hogeschool
53
Naam : Charlotte Reijm Adres : Vrijheidslaan 6 Postcode en plaats : 2912 EB Nieuwerkerk aan den IJssel Email :
[email protected] Tel nr : 0622995316 Naam : Mevrouw Siebel Adres : Stationsstraat 16 Postcode en plaats : 1234 AB Den Haag Geboortedatum : 03-03-1970 Naam : Sanne de With Adres : Keizersgracht 12 Postcode en plaats : 4321 BA Amsterdam Den Haag, 26 maart 2015 Betreft : Overdracht van mevrouw Siebel
Beste Sanne de With, Eerder deze week hebben wij via de telefoon de overdracht van mevrouw Siebel besproken. Vandaar dat ik je nu schriftelijk de overdrachtsrapportage stuur. De patiënt gaat verhuizen van regio Den Haag naar regio Amsterdam. Mevrouw Siebel is nu één maand bij mijn praktijk in behandeling voor het behandelen van haar litteken na borstamputatie en voor het reduceren van het oedeem in haar linkerarm. Tot nu toe heeft ze twaalf behandelingen gehad, drie keer per week. Tijdens deze behandelingen heb ik eerst manuele lymfedrainage gedaan gevolgd door litteken massage en de behandeling afgesloten met het zwachtelen van haar linkerarm. In het behandelplan hebben wij afgesproken dat we het litteken pijndempend en mobiliserend gaan masseren, lymfe drainage uitvoeren en Ambulante Compressie Therapie toepassen op haar linkerarm. De resultaten worden beter als de patiënt drie tot vijf keer per week voor deze behandelingen komt. De hulpvraag van de patiënt was dan ook om de pijn van het litteken te verminderen, en het oedeem te reduceren. Het litteken is goed verbeterd, mevrouw Siebel heeft er na iedere behandeling minder last van maar de pijn is nog niet helemaal weg. Het oedeem is al 5 cm in omvang afgenomen, hier zit dus een goede vooruitgang in. Ik raad aan om nog zeker zes behandelingen te geven voor het litteken, voor de behandeling van het oedeem raad ik aan om door te gaan met ACT en als het oedeem voldoende gereduceerd is een TEK aan te meten voor de patiënt. Als uiteindelijk het oedeem gereduceerd is en de littekens minder pijn doen is het behandeldoel behaald. 54
Ik hoop dat ik je zo voldoende heb geïnformeerd, zo niet, hoor ik het graag van je. Met vriendelijke groet, Charlotte Reijm Huidtherapeut Praktijk De Haagse Hogeschool
55
Groepsreflectie Wij hebben van de zorgverzekeraars de opdracht gekregen een project te maken over zorgketens. Welke disciplines veelal samenwerken rond een aandoening, of deze samenwerking al vastligt in een zorgketen en zo niet of het mogelijk is om een zorgketen rond deze aandoening te vormen. Door middel van drie deelproducten hebben wij onder andere een zorgketen beschreven, een multidisciplinair pad van een patiënt beschreven, een terugrapportage en een overdrachtsrapportage geschreven. Door middel van dit project hopen wij dat het nu duidelijk is voor een zorgverzekeraar hoe een zorgketen tot stand komt, en welke disciplines moeten samenwerken binnen een zorgketen. In periode drie zijn wij allemaal ingedeeld in nieuwe klassen, hierdoor verliep de samenwerking niet altijd even soepel. We hebben namelijk allemaal al twee projecten achter de rug en iedereen heeft zijn eigen manier van werken ontwikkeld. De verdeling voor de deelproducten was snel gemaakt. Halverwege het project is er helaas een medestudent gestopt met de opleiding, wel mochten we haar gemaakte werk nog gebruiken voor ons project. We zijn niet gelijk intensief gestart met het project waardoor we tegen het einde nog veel moesten doen. Ook hebben wij alleen aan ons eigen deelproduct gewerkt, hierdoor wisten we niet veel van andere deelproducten. Dit is pas later in het project opgelost toen we hadden afgesproken om voor de vergaderingen de deelproducten te bekijken op dropbox en feedback op elkaar te geven. Roos van Leary : leidend-afhankelijk. Onze projectgroep bestaat uit leidinggevende studenten en studenten die afhankelijk zijn van een leider. Dit maakt het samenwerken lastig omdat er meerdere leiders zijn. Hierdoor zullen studenten die afhankelijk zijn van een leider ook minder opvallen en minder aan het woord zijn. Teamrollen van belbin : Denken (plant en monitor). Tijdens het project hebben we gemerkt dat wij meer bezig zijn met ideeën bedenken dan het uitwerken van ideeën. De volgende keer kunnen wij de volgende dingen beter doen: -het werk van elkaar beter nakijken -beter communiceren
56
Reflectieverslag Aïsha Milatz Afgelopen blok heb ik gewerkt aan een project over zorgketens. Samen met mijn project groep heb ik voor zorgverzekeraars het zorgpad van een ziekte beschreven. Het project bestond uit drie deelproducten, zelf heb ik aan deelproduct twee gewerkt samen met Aurelie en Mandy. Voor het project heb ik de risicoanalyse en het activiteiten plan voor het projectcontract gemaakt, verder heb ik voor deelopdracht twee de voorzorg van het zorgpad beschreven, en de behandelplannen van de voorzorg gemaakt. De samenwerking verliep niet geheel soepel, dit komt doordat ik dit blok in een nieuwe klas zat. Doordat er weer nieuwe klassen waren, kende we elkaar zijn sterke en zwakken punten nog niet. Dat halverwege het project een van de leden stopte hielp hier ook niet echt aan mee. Halverwege het project tijdens een van de begeleide bijeenkomsten, hadden we een goed gesprek gehad over de samenwerking. Na dit gesprek verliep de samenwerking een stuk beter. Doordat een van de groepsleden opstapte wegens omstandigheden, kreeg mijn deelopdracht groepje opeens veel meer werk. Tijdens de eerste bijeenkomst had ik aangegeven dat mijn zwakke plek is dat ik te veel hooi op mijn vork neem. Tijdens dit project was dat weer het geval. Ik denk dat dit te maken had met een aantal punten. Ten eerste dat een van de projectleden was gestopt, die ook in mijn deelopdracht groepje zit, ten tweede hebben we de verdeling niet aangepast op het vertrek van een project lid en ten derde kenden we elkaar nog niet zo goed. Doordat ik veel van mijn projectleden niet goed kende, vond ik het lastig om te zeggen dat de taakverdeling niet goed was. Uiteindelijk hebben we het wel besproken, dit was echter al te laat omdat het project toen al bijna af was. In volgende projecten wil ik zorgen voor een betere samenwerking. Ook zal ik proberen om minder hooi op mijn vork te nemen. Feedback ontvangen van : Fatima: ik heb tijdens dit project niet direct met jou samengewerkt, mijn feedback is dan ook gebaseerd op wat ik van jou gezien heb tijdens de vergaderingen. Tijdens de vergaderingen was jij vanaf het begin erg betrokken. Verder ben je stratechisch ingesteld en crëeer je overzicht. Soms had ik het gevoel dat je wat teruggehouden was in uiten van je mening binnen de groep. Daarom denk ik dat je een monitor (belbin) en een aanpassend (roos van leary) persoon bent. Mandy: Tijdens de projectvergaderingen was je altijd zeer aanwezig. Je bent erg gedreven en ontzettend betrokken. Je bent organisatorisch sterk en goed in het verkondigen van je mening. Het werpen van een visie gaat je ietwat minder goed af. Ook ben je te perfectionistisch en neem je veel hooi op de vork. Volgens de rollen van Belbin ben jij naar mijn mening een monitor of een voorzitter. Kijkend naar de Roos van Leary vind ik jou eidend maar ook deels helpend en aanpassend.
57
Reflectieverslag Aurelie Portier Afgelopen weken hebben we met alle projectleden gewerkt aan project 1.3. De verschillende taken werden verdeeld over de projectleden. Ik heb tijdens het project meegewerkt aan deelproduct 2 en de volgende taken uitgevoerd: beheersplan geschreven voor het projectcontract, samenwerkingscontract aangepast, nazorg van deelproduct 2 uitgewerkt (inclusief het zorgpad, de professionals en de bijbehorende behandelplannen). Tot slot heb ik een interview afgenomen en in een verslag verwerkt. De samenwerking binnen de groep verliep aan het begin wat moeizamer maar verliep daarna goed. We hadden deze periode een nieuwe klas. Dit is altijd wennen. Vergeleken met mijn oude klas werkt deze klas beter samen. Daarom ben ik (in vergelijking met andere groepsleden) optimistisch over de samenwerking. Ik vond het goed dat er frequent vergaderd werd, iedereen aanwezig was bij de vergaderingen en iedereen deed wat van haar gevraagd werd. Hoewel ik optimistisch ben over de samenwerking, liep de samenwerking niet geheel foutloos. Ten eerste besloot een project lid gedurende het project te stoppen. Toevallig moest ik samen met dit project lid en twee andere projectleden deelproduct 2 verzorgen. Doordat dit project lid wegviel moesten ik en de overige leden van deelproduct 2 extra taken op ons nemen. Hierdoor heb ik veel tijd aan het project besteed. In de toekomst zouden we in zo een situatie wellicht hulp kunnen vragen aan de overige leden van de klas zodat de werklast eerlijker verdeeld wordt. Soms was ik erg lang bezig met het project. Dit komt deels omdat ik perfectionistisch ben en alles (te) uitgebreid doe. Maar dit komt ook deels omdat ik veel en uitgebreide taken op mij nam. Ten tweede verliep de samenwerking aan het begin van het project moeizaam doordat iedereen een eigen manier van werken heeft. De één werkt liever gezamenlijk aan opdrachten op school terwijl de ander liever zelfstandig thuis werkt. Hierdoor ontstonden er conflicten binnen de groep. Uiteindelijk is hierover gesproken tijdens een vergadering. Hierna liep de samenwerking beter. In het volgende project wil ik proberen om een zo eerlijk mogelijke taakverdeling te maken en zelf niet te lang aan een opdracht te zitten. Ik moet sneller tevreden zijn met mijn werk. Als mijn taak veel werk blijkt te zijn, dan moet ik om hulp vragen. Feedback ontvangen van: Aisha: Tijdens de projectvergaderingen was je erg rustig, je liet niet veel van je horen. Hierdoor kom je op mij over als een denker (plant en monitor) en iemand die zich aanpast (roos van leary). Je mag wat meer van je laten horen tijdens de project vergaderingen. Soms was het lastig te achterhalen of je het ergens wel of niet mee eens was. Wat ik goed van je vond tijdens het project, was dat je alles op tijd af had en dat het er altijd netjes uitzag. Mandy: Tijdens de projectvergaderingen was je er rustig en niet altijd even oplettend. Ik merkte dat je het af en toe lastig vond om ergens een duidelijk beeld bij te vormen of om ergens een visie over te werpen. Wanneer je aan het woord was verkondigde je wel duidelijk je mening. Jij komt volgens de rollen van Belbin het meest op mij over als een denker (plant) en iemand die zich gemakkelijk aanpast (Roos van Leary). Daarnaast vond ik dat je productief werkt en je werk er uitstekend uitziet. Ook ben je afspraken keurig nagekomen
58
Reflectieverslag Charlotte Reijm Dit project was een extra uitdaging omdat we deze periode nieuwe klassen hebben gekregen. De samenwerking was hierdoor lastiger dan de voorgaande projecten, dit omdat iedereen al een manier van werken heeft en nu moesten we deze samenvoegen tot één manier. Dit ging niet altijd even goed, halverwege het project hebben we over de samenwerking gepraat tijdens een begeleide bijeenkomst. Na deze bijeenkomst is de samenwerking al stukken verbeterd, daarom hoop ik dat het in de volgende periode in één keer goed gaat. Mijn bijdrage was deelproduct 3, ik was de enige die aan dit deelproduct werkte. Hierdoor wist ik weinig tot niets van de andere deelproducten. Halverwege het project had ik het idee om voor de begeleide lessen feedback te geven op de andere deelproducten, zodat ik meer aan het project deed en wist waar iedereen mee bezig was. Dit is goed gegaan, tijdens de begeleide bijeenkomsten was er minder op de deelproducten aan te merken doordat deze al een keer waren nagekeken. In het volgende project wil ik graag meer doen omdat ik nu het idee heb dat ik het minste heb gedaan uit mijn groep. Hierdoor heb ik wel extra kleinere taken op mij genomen zoals : samenwerkingscontract aanpassen en in elkaar zetten, voor elke begeleide bijeenkomst uitgebreid feedback geven op de deelproducten, het project compleet in elkaar gezet en nagelopen op spelling. Feedback ontvangen van : Charlotte van der Moosdijk: Tijdens het project kwam jij bij mij over als een groepswerker (Belbin) en helpend (Roos van Leary). Ik heb je tijdens de vergaderingen niet veel gehoord maar dit lag aan het feit dat je een eigen deelproduct had. Hoewel je een eigen deelproduct had vond ik het toch fijn dat je met het idee kwam om ook naar al onze stukken te kijken. Ik vond dit behulpzaam en je was daardoor toch betrokken bij onze deelproducten. Je eigen taken voerde je daarnaast zorgvuldig en ruim op tijd uit. Aurelie: Tijdens het project kwam jij bij mij over als een groepswerker (Belbin) en helpend (Roos van Leary). Ik heb je tijdens de vergaderingen niet veel gehoord maar dit lag aan het feit dat je een eigen deelproduct had. Hoewel je een eigen deelproduct had vond ik het toch fijn dat je met het idee kwam om ook naar al onze stukken te kijken. Ik vond dit behulpzaam en je was daardoor toch betrokken bij onze deelproducten. Je eigen taken voerde je daarnaast zorgvuldig en ruim op tijd uit.
59
Reflectieverslag Charlotte van der Moosdijk In periode 3 heb ik gewerkt aan project 1.3. Samen met mijn groepje heb ik gewerkt aan deelproduct 1. De samenwerking verliep niet altijd even soepel maar samen zijn we er toch uitgekomen. Ik hoop dat de samenwerking beter word zodat volgende project soepeler verlopen. Tijdens dit project heb ik samen met Fatima en Esther deelproduct 1 gemaakt. Met mijn groepje hebben wij de taken onderling verdeelt. Wij hebben meerdere groepsvergadering gehad maar ook alleen met ons groepje. Ons deelproduct was de eerste die af moest zijn, we zouden hier ook het eerste feedback over krijgen van mevrouw Basra. Tijdens deze feedback kregen wij te horen dat er veel nog niet goed genoeg was. Wij moesten veel verbeteren en kregen nog een kans op feedback over ons deelproduct. Ik denk dat dit te maken heeft gehad met slechte communicatie en het feit dat wij in een nieuwe klas zitten. Ik kende deze mensen nog niet goed en wist niet goed wat ik van hun kon verwachten. Ook kreeg ik te horen dat mijn groepje mijn houding storend vond. Zij vonden dat het leek alsof ik dit niet wilde. Ik schrok hier zelf van want ik wil dit wel. Ik heb de rest van het project geprobeerd mijzelf anders op te stellen en dit zorgde voor een betere samenwerking. Tijdens het volgende feedback moment kregen wij te horen dat wij veel beter op weg waren. We moesten nog slechts kleine aanpassingen maken aan ons deelproduct. In het volgende project hoop ik een betere communicatie en samenwerking. Ook ga ik vanaf het begin mijzelf anders presenteren zodat ik beter overkom op mijn klasgenoten Feedback ontvangen van: Aurelie: Tijdens het project kwam jij bij mij over als een groepswerker (Belbin) en helpend (Roos van Leary). Aan het begin van het project gaf je de indruk dat je niet heel erg betrokken was bij het project. Aan het begin van het project had ik je meer aan de tegen-kant op de Roos van Leary geplaatst. Ik had het idee dat je lastig van je voetstuk te brengen was. Gedurende het project kreeg je feedback vanuit de groep. Ik vond dat je dit heel goed opnam en hier iets mee deed. Vanaf dat moment vond ik dat je goed je best deed voor het project, een eigen mening had maar toch ook open stond voor wat andere vonden. Aïsha: Tijdens het project kwam jij op mij over als een groepswerker een plant (Belbin) en een helper. Tijdens de eerste paar bijeenkomsten liet je niet heel erg veel van je horen. Naarmate de tijd vorderde kwam je meer voor je mening op. Aan het begin van het project kwam je ook een beetje passief over, voor mijn gevoel leek het toen dat je alles wel best vond. Dit werd ook minder in de loop van de tijd.
60
Reflectieverslag Esther Janssens Dit is mijn eerste project en samenwerking met mijn nieuwe klasgenoten. Ik heb samengewerkt met Fatima Zandi en Charlotte van der Moosdijk aan deelproduct één. Wij hadden de taken onderverdeeld in drie opdrachten, maar dit vonden sommige van ons verwarrend en wilde alle opdrachten gezamenlijk maken. In het begin ging de samenwerking heel moeizaam, wij communiceerde heel slecht met elkaar waardoor de samenwerking niet optimaal verliep. Dit was ook goed te zien in ons deelproduct, het leek meer op een klad blaadje. Tijdens de vergadering hebben wij feedback gekregen over het deelproduct en de docent was niet erg enthousiast. Ook is onze samenwerking aanbod gekomen en hebben wij elkaar vertelt wat ons dwarszat. Uiteindelijk hebben wij heel deelproduct één opnieuw gemaakt en de samenwerking ging ook een stuk beter. Dit was ook goed te zien aan het resultaat van het deelproduct, het is met sprongen vooruit gegaan. Ik vind het jammer dat onze samenwerking in het begin erg moeizaam verliep, maar dat komt omdat het onze eerste project samen is na onze nieuwe klassenindeling. Wij hebben elkaar goed leren kennen en weten nu wat onze sterke en minder sterke punten van elkaar zijn. Feedback ontvangen van : Charlotte van der Moosdijk: Tijdens dit project heb ik met jou samengewerkt. Ik vond dat je goed aan het woord kwam en altijd op tijd stukken leverde. Ook luister je goed naar anderen en geeft eventueel je eigen mening/ideeën als dat nodig is. Jij hebt tijdens dit project ook de notulen op je genomen. Ik vond dat je dit heel overzichtelijk en duidelijk hebt gedaan. Ik vind jou daarom een bedrijfsman (Belbin) en meewerkend (roos van Leary) Charlotte Reijm: Tijdens de projectvergaderingen was je meestal erg stil, alleen als iets je echt niet aanstond liet je gelijk van je horen. Hierdoor denk ik dat je een plant (belbin) en een meewerkend (roos van leary) persoon bent. Je kunt goed samenwerken en de rollen verdelen. Ook vond ik dat je het goed hebt gedaan als notulist, de notulen waren overzichtelijk en duidelijk.
61
Reflectieverslag Fatima Zandi Begin blok 3 zijn we met ons nieuwe klas begonnen met het opzetten van een nieuw project. Tijdens een van de eerste bijeenkomsten hebben we afspraken gemaakt over het samenwerken en de planning. In het begin verliep de samenwerking moeizaam. Dit kwam voornamelijk doordat we allemaal een eigen manier van het werken hadden. Vele uit de groep vonden het fijn om thuis aan de opdrachten te werken. Verder verliepen de vergaderingen volgens planning. Halverwege het project verliet een medestudent de opleiding, waardoor haar taak als voorzitter overgenomen moest worden. Ik vroeg aan de groep om voor dit project de taken van de voorzitter over te nemen. Alle leden uit de groep waren het daarmee eens. Verder hebben we ons professioneel opgesteld en zijn we ons afspraken nagekomen. Mijn bijdrage was deelproduct 1, ik heb dit gedaan samen met Esther Janssens en Charlotte van der Moosdijk. Wij hebben onderling de taken van deelproduct 1 verdeeld. Vervolgens hebben we zelf buiten de vergaderingen een paar keer afgesproken om aan de opdrachten te werken. Na de feedback van mevrouw Basra waren er nog onderdelen in het deelproduct veranderd. Vervolgens hebben we weer een nieuwe taakverdeling gemaakt. Ik had de taak als voorzitter op mij genomen. Ik was voor het eerst voorzitter en dat vond ik erg leerzaam. Hierbij moest ik ervoor zorgen dat de vergaderingen doelgericht en gestructueerd verliepen. Verder moest ik de uitvoering van de taken bewaken. In het begin vond ik het moeilijk om als voorzitter niet af te dwalen. Uiteinderlijk heb ik geleerd om als voorzitter bij het onderwerp te blijven. Volgens de theorie van Roos van Leary ben ik nogal leidend in een groep. Daarom wil ik tijdens het project in blok 4 graag een minder leidende rol op mij nemen. Volgens de rollen van Belbin ben ik het meest een plant en op de tweede plaatst een specialist. Beide rollen vind ik wel bij mij passen, want ik stel mezelf vaak onafhankelijk op binnen een groep. Feedback ontvangen van : Charlotte Reijm: Tijdens de projectvergaderingen liet je veel van je horen, soms praat je iets te veel of sta je te lang stil bij een punt waardoor het werk niet snel vordert. Hierdoor denk ik dat je een brononderzoeker (belbin) en een leidend (roos van leary) persoon bent. Als er werk gedaan moet worden kun je het beter gewoon opschrijven en doen dan bedenken hoe je het gaat doen. Esther: Tijdens het samenwerken was je vaak aan het woord, waardoor wij niet echt verder konden gaan aan het project. Ook ben jij heel snel afgeleid en blijf je te l ang bij één punt hangen. Verder ben je erg enthousiast en heb je veel ideeën. Daarom ben jij volgens het Belbin een brononderzoeker. Tijdens de vergaderingen en samenwerking neem jij vaak de leiding en ben je initiatief. Ook ben jij erg overtuigend. Daarom ben volgens Roos van Leary leidingnemend persoon.
62
Reflectieverslag Mandy van de Maasakkers Tijdens blok drie van de opleiding Huidtherapie aan De Haagse Hogeschool, hebben wij als projectgroep de opdracht gekregen een zorgpad van een aandoening te beschrijven en deze te richten aan de zorgverzekeraar. Het project bestond uit drie verschillende deelproducten, ikzelf heb deel uitgemaakt van deelproduct twee en heb voornamelijk samengewerkt met Aurelie Portier en Aïsha Milatz. Algemeen gekeken startten de communicatie tussen de groepsleden moeizaam, de klassenwissel had een slechte invloed. Gaandeweg het project ging dit steeds beter waardoor duidelijk afspraken daadwerkelijk nagekomen werden en de samenwerking werd daardoor sterker en sterker. In de geplande vergadering met de begeleider en de onbegeleide vergaderingen werden de genoteerde punten stapsgewijs gevolgd en uitsproken. Specifiek gekeken naar de samenwerking binnen deelproduct twee verliep dit ontzettend goed. We hadden de taken onderling verdeeld en goed nagedacht over de samenhang. Daarnaast vonden wij het alle drie fijner om individueel te werken en het daarna samen te bundelen om de samenhang goed te versterken. Kijkend naar de theorie van Roos van Leary ben ik ondanks mijn taak binnen dit project nogal leidend en daardoor ietwat te dominant. Dit wil ik graag in project 1.4 veranderen. Volgens de rollen van Belbin ben ik het meest een bedrijfsman en op de tweede plaats een voorzitter. Beide rollen vind ik wel bij mij passen. Feedback ontvangen van: Esther: Tijdens de vergaderingen kwam jij erg ordelijk en taakgericht over. En zet je gemakkelijk plannen en ideeën om in uitvoerbare taken. Je bent realistisch en ziet wat haalbaar is en wat niet. Ook hou jij van duidelijke afspraken. Daarom ben jij volgens het Belbin de bedrijfsman. Ook ben jij heel enthousiast en aanwezig. Over het algemeen ben je initiatiefrijk en vriendelijk. Jij heb oog voor de belangen van de ander en is tegelijkertijd doortastend. Daarom ben jij een leiding nemend persoon volgens Roos van Leary. Fatima: Ik heb tijdens dit project niet direct met jou samengewerkt, mijn feedback is dan ook gebaseerd op wat ik van jou gezien heb tijdens de vergaderingen. Tijdens de vergaderingen ben je niet vaak aan het woord geweest. Alleen als er iets gevraagd werd liet jij je horen. Dit betekend niet dat je niet betrokken was, vaak was jij degene die in staat was om de rest te helpen. Hierdoor denk ik dat jij een zorgdrager (belbin) en een aanpassend (roos van leary) persoon bent.
63