Programmabegroting 2011
INHOUD BEGROTING 2011 0
LEESWIJZER
3
1
KERNGEGEVENS
7
2
BESCHOUWINGEN B&W 1 Inleiding 2 Het financieel meerjarenbeeld 2011-2015 3 Mutaties algemene uitkering en daaraan gerelateerde mutaties 4 Mutaties algemene uitkering 2012-2015 5 Nagekomen mutaties 6 Bezuinigingen 7 Opbrengsten verkoop niet strategisch bezit en grondexploitaties 8 Investeringsprogramma 2011-2014 9 Ontwikkeling algemene reserve
11 11 12 12 13 16 23 24 24
BELEIDSBEGROTING 3
4
PROGRAMMA'S 0 Inleiding hoofdstuk 1 Financien 2 Sociale zaken 3 Onderwijs 4 Welzijn en zorg, inclusief volksgezondheid 5 Jeugdzaken
29 31 37 49 61 73
6 7 8 9 10
Milieubescherming, natuur en leefbaarheid Wonen / ISV Economische zaken, media, toerisme en evenementen Cultuur en monumentenzorg Openbare orde en veiligheid, brandweer
85 99 109 123 137
11 12 13 14 15
Bestuurlijke aangelegenheden Sport en recreatie Bouw- en woningtoezicht Bereikbaarheid Ruimtelijke ordening
151 165 177 187 199
16
Beheer openbare ruimte
209
ALGEMENE DEKKINGSMIDDELEN EN ONVOORZIEN
221
5
PARAGRAFEN 0 Inleiding hoofdstuk 1 Lokale heffingen (zowel gebonden als niet-gebonden heffingen) 2 Weerstandsvermogen 3 Onderhoud kapitaalgoederen 4 Financiering 5 Bedrijfsvoering 6 Verbonden partijen 7 Grondbeleid
227 229 235 245 253 257 265 273
FINANCIËLE BEGROTING
6
7
8
OVERZICHT VAN LASTEN EN BATEN 1 2 3 4 5
Financieel overzicht Meerjarenraming 2012-2015 t.o.v. 2011 Investeringsprogramma 2011-2014 Grondslagen begroting Incidentele lasten en baten 2011
281 284 292 296 297
6 7 8 9 10
(Gemeentebrede) overhead inclusief doorberekening Lasten en baten financieringsfunctie Personele lasten en personele sterkte Overige inkomensoverdrachten Algemene uitkering uit het gemeentefonds
298 301 302 303 305
11 12 13 14
Lasten en baten per subfunctie naar programma Lasten en baten per subfunctie naar dienst Lasten en baten per subfunctie naar hoofdfunctie Vergelijkende cijfers CBS 2010
307 314 319 325
FINANCIËLE POSITIE 1 Staat van reserves 2 Staat van voorzieningen 3 Staat van langlopende leningen
332 333 334
EMU-SALDO
337
0 Leeswijzer
0. Leeswijzer De indeling van de programmabegroting 2011 is nagenoeg identiek aan die van 2010. Wel hebben de volgende (kleine) aanpassingen plaatsgevonden: • programma 17 (Samenlevingsgericht werken) is als beleidsdoel 11.4 opgenomen onder programma 11 (Bestuurlijke aangelegenheden); • in programma 8 zijn de acht beleidsdoelen teruggebracht tot vijf; de beleidsdoelen 8.6 (voldoende ruimte voor bedrijvigheid), 8.7 (goed functionerende detailhandel en horeca) en 8.8 (aansluiting onderwijs en arbeidsmarkt) zijn herverdeeld over de eerste vijf beleidsdoelen; • de geprognosticeerde balans hebben we achterwege gelaten; dit omdat de informatiewaarde vanwege de aannames zeer beperkt is; ingevolge het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) is een begrote balans overigens niet voorgeschreven; uiteraard zijn wel de verplicht voorgeschreven staten (reserves, voorzieningen en langlopende leningen) met betrekking tot de financiële positie opgenomen. Om een snelle indruk te krijgen van de sociale, fysieke en financiële structuur van de gemeente Hilversum zijn in hoofdstuk 1 de zogeheten kerngegevens opgenomen. In hoofdstuk 2 geven wij onze beschouwingen over het financiële beeld voor de jaren 2011-2015 in hoofdlijnen weer. Onze beleidsmatige beschouwingen hebben wij verwerkt in het voorstel, waarmee deze begroting aan de raad wordt aangeboden. In hoofdstuk 3 staan de programma’s beschreven. De programma’s zijn steeds volgens een vast stramien uitgewerkt, waarbij het er om gaat de relatie tussen doelen, activiteiten en kosten inzichtelijk te maken. In de inleiding bij hoofdstuk 3 wordt de opbouw van de programma’s verder toegelicht. Hoofdstuk 4, algemene dekkingsmiddelen, laat zien uit welke onderdelen de algemene dekkingsmiddelen bestaan. De algemene dekkingsmiddelen vormen (samen met de mutaties op de reserves en het begrotingssaldo) de dekking van de programma’s 2 tot en met 16. Hoofdstuk 5 bevat de vanuit het BBV verplicht voorgeschreven paragrafen. De paragrafen geven een dwarsdoorsnede van de financiële aspecten van de begroting, bezien vanuit een bepaald perspectief. Het verplichte overzicht van lasten en baten staat in hoofdstuk 6 en geeft in hoofdlijnen weer de mate waarin de programma’s 2 tot en met 16 zichzelf ‘bedruipen’, of anders gezegd hoe groot het beroep op de algemene middelen is. Daarna volgen de mutaties in de reservepositie. Het overzicht van lasten en baten vormt de financiële samenvatting van de programma’s in hoofdstuk 3 en de algemene dekkingsmiddelen in hoofdstuk 4. Voorts zijn in dit hoofdstuk het investeringsprogramma en diverse op de exploitatie van lasten en baten betrekking hebbende specificaties opgenomen. In hoofdstuk 7, financiële positie, zijn de staten van reserves, voorzieningen en langlopende leningen opgenomen. Hoofdstuk 8 gaat in op het EMU-saldo. Gemeenten zijn verplicht deze informatie voor derden in hun begroting op te nemen.
3
4
1 Kerngegevens
6
1. Kerngegevens
sociale structuur
rekening 2009 per 1 januari 84.422 18.842 50.576 15.004
begroting 2010 per 1 januari 84.522 19.223 50.461 14.838
begroting 2011 per 1 januari 84.673 19.000 50.423 15.250
1.335
1.499
1.672
404
391
404
rekening 2009 per 1 januari 4.553 71
begroting 2010 per 1 januari 4.553 71
begroting 2011 per 1 januari 4.553 71
41.868 38.765
42.341 38.878
42.571 38.987
Lengte van de wegen in km waarvan: wegen buiten de bebouwde kom wegen binnen de bebouwde kom
294 34 260
294 34 260
294 34 260
Lengte van recreatieve fiets-, ruiter-, wandelpaden in km
104
104
104
13
13
13
Openbaar groen in ha
303
303
303
financiële structuur
rekening 2009 totaal per inw.
Aantal inwoners waarvan:
0 t/m 19 jaar 20 t/m 64 jaar 65 jaar en ouder
Aantal uitkeringsgerechtigden (WWB en BZ) Aantal tewerkgestelden in sociale gemeenschappen
fysieke structuur Oppervlakte gemeente in hectares waarvan: binnenwater Aantal woonruimten (definitie FVW 1997) waarvan: woningen
Lengte van de waterwegen in km
(x € 1.000)
Exploitatielasten
(x € 1)
begroting 2010 totaal per inw. (x € 1.000)
(x € 1)
begroting 2011 totaal per inw. (x € 1.000)
(x € 1)
215.622
2.554
242.940
2.874
223.194
2.636
Opbrengst belastingen
15.862
188
16.308
193
16.663
197
Algemene uitkering gemeentefonds
86.012
1.019
87.676
1.037
87.129
1.029
Boekwaarde geactiveerde kapitaaluitgaven per 1 januari
300.919
3.564
350.331
4.145
350.414
4.138
Eigen financieringsmiddelen per 1 januari
159.552
1.890
166.119
1.965
165.048
1.949
Vaste schuld per 1 januari
117.706
1.394
147.028
1.740
148.465
1.753
7
8
2 Beschouwingen
10
2. Financiële beschouwingen 2.1 Inleiding Dit onderdeel bevat de financiële ontwikkelingen die resulteren in het financiële meerjarenbeeld van de Programmabegroting 2011-2015. De voornaamste doelstelling is een evenwichtige begroting waarbinnen wij onze ambities uit het collegeprogramma “De bakens verzetten” realiseren. Uitgangspunten bij het opstellen van de programmabegroting zijn: • De financiële uitkomst van de Programmabegroting 2010 en de Zomernota 2010. De financieel onvermijdelijke ontwikkelingen na het vaststellen van de Zomernota zijn in deze begroting meegenomen. Deze ontwikkelingen betreffen onder andere de Algemene uitkering (junicirculaire), verhoging van de pensioenpremie door het ABP, e.d. • Doorvoeren van de financiële mutaties uit de Zomernota 2010 op programmaniveau. • Doorvoeren van forse bezuinigingstaakstellingen die wij in de Zomernota aan u hebben voorgelegd. In paragraaf 2.6 komen wij hierop terug. • Verwerken van de mutaties uit het Investeringsprogramma 2011-2014.
2.2 Het financieel meerjarenbeeld 2011-2015 Deze paragraaf bevat het meerjarenbeeld 2011-2015. Zoals gebruikelijk onderscheiden wij hierbij de totale exploitatie en de reguliere exploitatie. De totale exploitatie is inclusief de grondexploitaties en verkopen van niet strategisch bezit (regel D.0 van tabel 1). Bij de reguliere exploitatie (regel C.0 van tabel 1) worden deze twee componenten buiten beschouwing gelaten. Dit doen wij omdat de opbrengsten uit grondexploitaties en verkopen van niet strategisch bezit ongewis zijn en sterk fluctueren in de loop van de tijd. Het financiële beeld ziet er voor de jaren 2011 tot en met 2015 als volgt uit: Tabel 1
2011
A.0 Stand programmabegroting 2010
2012
2013
2014
2015
-48
-71
-214
565
565
A.1 Mutaties Zomernota 2010
-489
-1.308
-949
-1.334
-1.041
B.0 Stand na Zomernota 2010
-537
-1.379
-1.163
-769
-476
131
131
131
131
131
275
353
185
370
1.310
1.259
1.015
951
1.092
4.866 -3.900
8.094 -4.590
10.826 -5.122
13.557 -5.448
13.557 -5.409
0
-4.890
-5.815
-6.560
-7.795
1.870
-1.100
225
2.047
1.470
-352
0
-4.738
-2.383
0
-700
-700
-700
B.1.a Mutatie algemene uitkering 2011 en daaraan gerelateerde mutaties B.1.b Mutatie algemene uitkering 2012 t/m 2015 B.2 Nagekomen mutaties B.3 Totaal te verwachten bezuinigingen B.4 Eerste bezuinigingsronde B.5 Tweede bezuinigingsronde C.0 Eindstand regulier (excl.grondexploitatie) C.1 Winsten grondexploitatie C.2 Verkopen niet-strategisch bezit D.0 Eindstand inclusief grondexploitatie D.1 Eenmalige inzet algemene reserve gebonden E. Eindstand incl.grondexploitatie en inzet alg.reserve gebonden
1.518
-1.100
-5.213
-1.036
770
-1.518
57
57
57
57
0
-1.043
-5.156
-979
827
(bedragen x € 1.000/ min is voordeel en plus is nadeel)
Uiteraard streven wij naar een structureel sluitende meerjarenbegroting. Echter, wij stellen voor om eenmalig in 2011 – bij wijze van overbrugging – de algemene reserve gebonden in te zetten voor een bedrag van € 1.518.000. Dit omdat wij het niet mogelijk achten om bovenop de reeds geïnventariseerde bezuinigingen uit de eerste bezuinigingsronde (in 2011 € 3,9 mln) nog eens € 1,5 mln extra te bezuinigen. Wij werden in een zeer laat stadium van het begrotingsproces (begin augustus) geconfronteerd met forse lastenverzwaringen (o.a. een korting van € 2,1 mln op het ideel van de Wwb). Overigens, het benutten van de algemene reserve voor € 1,5 mln leidt vanaf 2012 tot een jaarlijkse rentederving van € 57.000 (zie regel D.1 van tabel 1). 11
Het provinciaal toezicht beschouwt iedere aanwending van de algemene reserve in beginsel als een incidentele bate. Structureel inzetten van de algemene reserve is niet toegestaan. In Hilversum is dit niet het geval. Wij voldoen dus aan de regels van het provinciaal toezicht.
2.3 Mutaties algemene uitkering 2011 en daaraan gerelateerde mutaties (regel B.1.a van tabel 1) Het saldo van de mutatie in de algemene uitkering enerzijds en de mutatie in de corresponderende posten anderzijds is relatief gering en bedraagt € 131.000 nadelig. Dit nadeel wordt voor het grootste deel veroorzaakt door de technische aanpassing landelijk en bij ons van de omvang van de verdeelmaatstaven (aantal woonruimten, aantal bijstandsgerechtigden etc.). De junicirculaire 2010 bevat nog geen informatie over de op handen zijnde bezuinigingen van het nieuwe kabinet en de hieruit voortvloeiende kortingen op de algemene uitkering. Ook het accres voor 2011 is niet gewijzigd: in 2009 is immers een bestuursakkoord gesloten tussen het (oude) kabinet en de VNG over de accressen 2009, 2010 en 2011, inhoudende dat het accres voor 2011 vastgezet zou worden op 0,48%. Ten opzichte van de algemene uitkering 2011 zoals opgenomen in de jaarschijf 2011 van de programmabegroting 2010 is er dus geen sprake van een accresontwikkeling. De integratie uitkering Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO) en de decentralisatie uitkering Maatschappelijke opvang, verslavingszorg en geestelijke gezondheidzorg (MO) maken onderdeel uit van de algemene uitkering. De gemeentefondsbeheerders hebben beide – apart op de algemene uitkering zichtbare – uitkeringen vanaf 2011 fors naar beneden bijgesteld. Bij de WMO gaat het zowel om een bezuiniging door het kabinet op de omvang van deze middelen als om een voor onze gemeente nadelige herverdeling van deze middelen. In totaal komt het nadeel op de WMO integratie uitkering in 2011 uit op € 1,7 mln. Wij gaan er in deze begroting van uit dat dit nadeel wordt opgevangen door een evenredige bezuiniging. De decentralisatie uitkering MO komt in 2011 € 164.000 lager uit dan in 2010. Ook hierbij gaan wij er van uit dat dit nadeel binnen de sector wordt opgevangen. Inmiddels is in regionaal verband met de invulling van de herverdeling een begin gemaakt. Zoals te doen gebruikelijk hebben wij de gedetailleerde beleidsnota over de junicirculaire 2010 bij de begrotingsstukken ter inzage gelegd.
2.4 Mutaties algemene uitkering 2012 t/m 2015 (regel B.1.b van tabel 1) De jaarlijkse saldi 2012 tot en met 2014 van de ontwikkeling van de algemene uitkering enerzijds en de hiermee samenhangende corresponderende begrotingsposten anderzijds variëren van € 275.000 nadelig in 2012 tot € 370.000 nadelig in 2015 (beide cumulatief ten opzichte van het nieuwe basisjaar 2011). Dit wordt evenals dat voor 2011 het geval is, nagenoeg geheel veroorzaakt door de technische aanpassing landelijk en bij ons van de verdeelmaatstaven. De fondsbeheerders hebben de hierboven genoemde herverdeling van de WMO in 2011 voor 50% doorgevoerd. Technisch is dit geregeld via een éénmalige suppletie uitkering in 2011van € 465.000. Deze suppletie uitkering vervalt dus in 2012 zodat het structurele nadeel op de beschikbare WMO middelen vanaf 2012 op ruim € 2,2 mln uitkomt. De fondsbeheerders voeren de herverdeling op de MO middelen in vijf jaren (2010 t/m 2014) door. In de jaren 2012, 2013 en 2014 houden wij daarom nog rekening met een nadeel van respectievelijk € 404.000, € 664.000 en € 924.000 (zie regel 5 van tabel 3). Evenals in 2011 hebben wij deze nadelen budgettair neutraal verwerkt.
12
2.5 Nagekomen mutaties (regel B.2 tabel 1) Na de vaststelling van de Zomernota 2010 hebben zich de volgende ontwikkelingen voorgedaan. Tabel 2
2011
1. Stelpost verhoging ABP-premie met 1% (= 0,35% v/d loonsom) 2. Storting in voorziening Stadskantoor
2012
2013
2014
2015
126
126
126
126
126
44
44
44
44
138
3. FLO-kosten Veiligheidsregio
86
4. Verwacht nadeel I-deel Wwb t.o.v. zomernota 2010
500
500
5. Loonkosten 2 strategische adviseurs bij afd.Maatsch.ontwikkeling
156
78
6. Telefonische donderdagavondopenstelling
500
500
500
20
20
20
20
20
7. Lagere rentebijschrijving voorziening planexploitaties
180
180
180
180
180
8. Correctie doorbelasting rente nog niet in exploitatie genomen gronden
147
147
147
147
147
15
15
15
15
15
3
3
3
3
3
9. Correrctie doorbelasting rente overige activa 10. Correctie lagere rentebijschrijving voorziening riolering 11. Proef betaald parkeren Bloemenbuurt
-30
12. Tariefstijging 10% parkeervergunningen
-45
-45
-45
-45
-45
13. Hogere baten parkeergarage Gooiland
-10
-10
-10
-10
-10
14. Hogere baten parkeergarage Gooise Brink
-25
-25
-25
-25
-25
15. Hogere baten fiscale heffingen
-75
-75
-75
-75
-75
572
300
100
0
0
16. Verlaging doorbelasting P&O-kosten aan grondexploitaties 17. Verhoging doorbel.P&O-kosten investeringsproj'n piek wegen en infra
-622
18. Stijging dienstbudget Stad
387
19. Diverse technische correcties
-33
1
35
-15
118
1.310
1.259
1.015
951
1.092
(bedragen x € 1.000/ min is voordeel en plus is nadeel)
Toelichting bij de regels: Regel 1: Stelpost verhoging ABP-premie met 1% Het ABP heeft op 1 augustus 2010 de pensioenpremie tijdelijk verhoogd met 1%. Dit om aan de toekomstige pensioenverplichtingen te kunnen voldoen. Van de premieverhoging komt 0,7% voor rekening van de werkgever. Dat is 0,35% van de loonsom. Bij een loonsom van € 36 mln betekent dit een extra jaarlast van € 126.000. Omdat niet zeker is of de tijdelijke verhoging ook in (heel) 2011 geldt, hebben wij voor genoemd bedrag een stelpost in de begroting opgenomen. Regel 2: Storting in voorziening stadskantoor In de meerjarenraming was een reservering opgenomen voor het onderhoud van het stadskantoor. In de zomernota hebben we onder overige autonome ontwikkelingen (regel 26) deze reservering laten vrijvallen. Abusievelijk heeft de tegenoverstaande last in de vorm van een storting in de voorziening groot onderhoud stadskantoor niet plaatsgevonden. Op grond van een 10 jarig onderhoudsplan beloopt de storting de eerste vijf jaar € 44.000 en de tweede vijf jaar € 138.000. De eerste storting vindt in 2010 plaats. Regel 3: FLO-kosten Veiligheidsregio Via de raadsinformatiebrief nr. 41 (ingekomen stukken voor Het Besluit van 30 juni 2010) hebben wij uw raad geïnformeerd over ons besluit om de FLO reserve van de voormalige gemeentelijke brandweer niet aan de nieuw gevormde Veiligheidsregio over te dragen maar deze bestemmingsreserve ‘in huis’ te houden. Wij hebben met de Veiligheidsregio afgesproken om onze – nu vastgelegde en niet aan nacalculatie onderhevige - bijdragen ter dekking van de ‘hobbel’ aan FLO kosten op jaarbasis aan de Veiligheidsregio te betalen. Door deze jaarlijkse betalingen ontstaat in 2014 een tekort op de bestemmingsreserve van € 86.000. Dit bedrag hebben wij nu in onze meerjarenraming opgenomen. Regel 4: Verwacht nadeel I-deel Wwb Het aantal bijstandsuitkeringen stijgt in 2010 sterker dan waarmee we in de zomernota hebben gerekend. Hierdoor houden wij ook voor 2011 nog rekening met hogere lasten aan bijstand ad € 500.000 dan waarvan eerder nog was uit gegaan. Bij deze aangepaste raming hebben wij als aanname gehanteerd dat het aantal bijstandsuitkeringen zich in het vierde kwartaal van 2010 zal stabiliseren. In de raming voor 2011 is verder nog geen rekening gehouden met een mutatie in 13
het aantal bijstandsontvangers in de loop van het jaar. Dit is in lijn met de raming van de rijksbijdrage voor het I-deel dat immers ook nog gebaseerd is op het laatst bekende cijfer voor 2010. Regel 5: Loonkosten twee strategische adviseurs bij de afdeling Maatschappelijke Ontwikkeling Bij de afdeling Maatschappelijke ontwikkeling van de dienst Inwoners worden twee strategische adviseurs ingezet. Dit om adequaat en tijdig te kunnen inspelen op dit complexe en dynamische werkveld. Uiterlijk vanaf 1 juli 2012, maar zo mogelijk eerder, dient de dienst de loonkosten binnen haar dienstbudget te dekken. Regel 6: Telefonische donderdagavondopenstelling De loketten van Publiekszaken hebben al jaren een avondopenstelling. Dit is echter nooit ingevoerd bij de telefonie. Om aan de klachten en opmerkingen vanuit de burgers tegemoet te komen is dit ingevoerd met de ingebruikname van het nieuwe stadskantoor. Wij stellen voor om voor de hieraan verbonden kosten het benodigde budget beschikbaar te stellen. Regel 7: Lagere rentebijschrijving voorziening planexploitaties In de Actualisatie Grondexploitaties 2010 heeft vanwege het afsluiten van enkele grondexploitaties een vrijval van de voorziening planexploitaties plaatsgevonden ten gunste van het rekeningresultaat 2009. Door deze verlaging van de voorziening is in de zomernota 2010 een voordeel van € 341.000 opgenomen als gevolg van een lagere rentetoerekening. Inmiddels blijkt dat de voorziening toch naar een hoger niveau moet, waardoor het in de zomernota berekende rentevoordeel met € 180.000 moet worden verlaagd. Regel 8: Correctie doorbelasting rente van nog niet in exploitatie genomen gronden De nog niet in exploitatie genomen gronden worden belast met rente, waardoor de boekwaarde van deze gronden toeneemt. Het BBV staat dit toe zolang de boekwaarde de marktwaarde maar niet overstijgt. Inmiddels blijkt dat in een aantal gevallen de boekwaarde te hoog wordt, waardoor de rente (€ 147.000) ten laste van de algemene middelen dient te worden gebracht. Regel 9: Correctie doorbelasting rente overige activa Dit betreft een correctie op de doorbelasting van rente (€ 15.000) bij enkele andere activa. Regel 10: Correctie doorbelasting rente voorziening riolering Bij de zomernota 2010 is als voordeel opgevoerd een lagere rentebijschrijving van € 165.000 op de voorziening riolering. Bij de opstelling van de begroting blijkt dit € 162.000 te zijn. Een nadeel derhalve van € 3.000. Regel 11: Proef betaald parkeren Bloemenbuurt Als gevolg van de proef met uitbreiding van het betaald parkeren gebied in de Bloemenbuurt stijgen de parkeerbaten met € 30.000. Regel 12: Tariefstijging 10% parkeervergunningen Als gevolg van de tariefstijging van de parkeervergunningen met 10% stijgen de parkeerbaten met € 45.000. Regels 13 en 14: Hogere baten parkeergarages Gooiland en Gooise Brink Als gevolg van een betere bezettingsgraad stijgen de parkeerbaten van parkeergarage Gooiland met € 10.000 en die van de Gooise Brink met € 25.000. Regel 15: Hogere baten fiscale heffingen De cijfers laten zien, dat de opbrengst van de fiscale parkeerheffingen blijft stijgen. Voor 2011 is de stijging geraamd op € 125.000, waarvan in de zomernota 2010 al € 50.000 is ingeboekt. In de begroting 2011 is het restantvoordeel van € 75.000 verwerkt.
14
Regel 16 en 17: Doorbelasting P&O-kosten dienst Stad Een deel van het personeel dat in dienst is van de gemeente bij de dienst Stad, wordt niet betaald uit het personeelsbudget, maar wordt doorberekend aan projecten en grondexploitaties waarvoor middelen vaak (grotendeels) extern worden verkregen. Wanneer een dergelijk project afloopt, blijft het personeel met een vast dienstverband werkzaam bij de gemeente en dient doorbetaald te worden. Dit gebeurt uit het personeelsbudget, wat leidt tot een verhoging van deze post bij een gelijkblijvend personeelsbestand. Andersom kan ook het geval zijn. Idealiter volgt de inzet bij het ene project/grondexploitatie de andere naadloos op. In 2011 zal, zoals hieronder toegelicht, sprake zijn van zowel een verlaging als een verhoging van de doorbelasting, welke bedragen grotendeels tegen elkaar wegvallen. a) Verlaging doorbelasting aan grondexploitaties door afname bouwvolume (regel 16) Omdat het volume bouw- en woonrijpmaken afneemt, kunnen minder kosten worden doorbelast. Kon tot nu toe structureel € 1.430.000 worden doorbelast, in 2011 neemt dit af tot € 858.000. Een nadeel van € 572.000. Door bijsturing op de formatie gaan wij ervan uit dat dit nadeel in 2014 zal zijn opgelost. b) Verhoging doorbelasting in investeringsprojecten door piek wegen en infra (regel 17) Bij de opstelling van de begroting 2011 blijkt dat door een eenmalige piek in het Plan Wegen en het Plan Infra er in 2011 een verhoogde doorbelasting zal plaatsvinden (2010: € 1.477.000 en 2011: € 2.099.000). Een voordeel van € 622.000. Regel 18: Stijging dienstbudget Stad Bij bovengenoemde regels 16 en 17 gaat het om een verschuiving van urentoerekening van grondexploitaties naar investeringen in wegen en infra. Een verschuiving dus tussen rendabele activiteiten. Bij regel 18 betreft het een verschuiving van voorheen rendabele activiteiten naar onrendabele activiteiten. Konden we voorheen ook uren kwijt op nieuwe grondexploitaties, nu de stroom grondexploitaties opdroogt, worden die uren toegerekend aan activiteiten (waaronder structuurvisie, Monnikenberg, Philipslocatie) die onrendabel zijn en waarvoor nog geen budgetten in de meerjarenbegroting aanwezig zijn. Regel 19: Diverse technische correcties Diverse technische correcties (rentebijschrijvingen en kleine correcties op kapitaallasten) leveren in 2011 gezamenlijk een voordeel op van € 33.000.
15
2.6 Bezuinigingen (regels B.3 t/m B.5 van tabel 1) In de zomernota 2010 meldden wij u reeds dat om tot een sluitende meerjarenbegroting te komen forse bezuinigingen in de komende jaren noodzakelijk zijn. Voor 2011 voorzagen wij een bezuiniging van € 2.590.000 oplopend tot € 10.056.000 in 2015. De ontwikkelingen na vaststelling van de zomernota leiden tot het volgende bijgestelde bezuinigingsoverzicht: Tabel 3
2011
2012
2013
2014
2015
In de Zomernota voorziene bezuinigingen: 1. Te verwachten korting op algemene uitkering 2. Stelpost bezuiniging WMO 3. Extra ruimte t.b.v. collegeprogramma
2.500
5.000
7.500
7.500
1.665
1.745
1.745
1.745
1.745
925
868
840
811
811
2.590
5.113
7.585
10.056
10.056
Aanvullende bezuinigingen: 4. Aanvullende bezuiniging WMO ingevolge junicirculaire 5. Bezuiniging doeluitkering Maatsch.Opvang ing. junicirculaire 6. Korting i-deel Wwb Bezuinigingsopgave
22
487
487
487
487
164
404
664
924
924
2.090
2.090
2.090
2.090
2.090
4.866
8.094
10.826
13.557
13.557
(bedragen x € 1.000/ min is voordeel en plus is nadeel)
Bij de afzonderlijke regels merken wij ter toelichting het volgende op. Regel 1: Algemene uitkering De bezuiniging in regel 1 hebben wij reeds voorzien in het collegeprogramma “De bakens verzetten”. In de Zomernota schreven wij ons ervan bewust te zijn, dat dit bedrag hoger of lager kan uitpakken, afhankelijk van de bezuinigingsplannen waarmee het nieuw te formeren kabinet komt. Omdat bij de opstelling van de begroting (september 2010) er nog steeds geen nieuw kabinet is, geldt het voorbehoud van een mogelijk hoger of lager bedrag nog steeds. Regels 2 en 4: WMO De aanname in de Zomernota over de bezuiniging op de WMO beliep circa € 1,7 mln. Op basis van de junicirculaire over de algemene uitkering uit het gemeentefonds kan nu het juiste bezuinigingsbedrag worden vastgesteld. Het verschil (tegenvaller) tussen de aanname en de junicirculaire is onder regel 4 gezet. Er is een regionaal plan van aanpak ontwikkeld. Regel 3: Extra ruimte voor collegeprogramma Dit is de bezuiniging om de onderwerpen uit het collegeprogramma te realiseren. Deze is reeds in de Zomernota toegelicht. Regel 5: Bezuiniging doeluitkering Maatschappelijke opvang Deze bezuiniging hebben we al gesignaleerd in de Zomernota, maar nog niet financieel ingevuld. Op basis van de junicirculaire hebben we de bezuinigingsbedragen waarmee vanaf 2011 rekening moet gehouden in beeld gebracht. In 2011 € 164.000 oplopend naar structureel € 924.000 vanaf 2014. Er is een regionaal plan van aanpak ontwikkeld. Regel 6: Korting op i-deel Wwb De minister van sociale zaken en werkgelegenheid heeft eind juli 2010 besloten om de budgetten, die de gemeenten gebruiken voor bijstandsuitkeringen, te korten. Dit omdat volgens de minister de werkloosheid niet zo snel groeit als eerder werd verwacht. De korting beloopt voor onze gemeente circa € 2 mln. In een gezamenlijke brief van de Gewestgemeenten hebben wij protest aangetekend bij de minister. Hierbij is er onder meer op gewezen dat het aantal bijstandsgerechtigden dit jaar in de regio met 10 tot 15% toeneemt. Ook hebben de VNG en andere gemeenten bezwaar aangetekend. Het effect daarvan is nog niet bekend en daarom hebben wij voorzichtigheidshalve de aangekondigde korting doorgevoerd.
16
In de afgelopen maanden hebben wij gewerkt om invulling te geven aan deze omvangrijke bezuinigingstaakstelling. Onderscheid is gemaakt tussen een eerste en tweede ronde bezuinigingen. De bezuinigingen uit de eerste ronde zijn direct te realiseren en hebben wij in de begroting 2011 verwerkt. De bezuinigingen uit de tweede ronde vergen meer tijd. Definitieve besluitvorming over deze bezuinigingen kan bij de Zomernota 2011 en de programmabegroting 2012 plaatsvinden. Dit is mogelijk omdat de effecten hiervan pas in 2012 en verder gaan optreden. Daarnaast merken wij op dat gezien de noodzaak tot forse bezuinigingen er ook geen financiële ruimte is voor het starten van nieuwe initiatieven of voortzetting van bestaande projecten waarvoor nog geen dekking in de begroting is opgenomen. Dit betekent bijvoorbeeld dat de proef met gratis busvervoer in Hilversum niet kan worden voortgezet en dat er niet gestart kan worden met de combinatiefuncties in Hilversum. De uitkomsten van de eerste en tweede bezuinigingsronde zijn in onderstaand overzicht samengevat. Tabel 4
2011
2012
2013
2014
2015
Eerste bezuinigingsronde (vanaf 2011) 1 WMO: maatschappelijke begeleiding
-1.170
-1.250
-1.274
-1.274
-1.274
2 WMO: woon- en vervoersvoorzieningen
-250
-250
-250
-250
-250
3 Kwijtschelding rioolbel. en afvalstoffenheffing verdisconteren in tarieven
-800
-800
-800
-800
-800
-4
-4
-4
-4
-4
-53
-53
-53
-53
4 Afzien van dwanginvordering parkeerboetes buitenlanders 5 Bekostiging Dubbeldekker uit rijksuitk.onderwijsachterstandenbeleid 6 Commerciële huur niet gesubsidieerde instellingen
-23
-102
-182
-248
-262
-105
-105
-105
-105
-105
-40
-81
-81
-81
-81
9 Verlaging budget ov.cultuur, ov.theateraanbod en beeldende kunst
-110
-110
-110
-110
-110
10 Besparing servicepunten bibliotheek
7 Inboeken stelpost jeugdzaken 8 Verlaging kosten Wet Kinderopvang en Kinderopvang SMI
-100
-125
-125
-125
-125
11 Efficiëntere inrichting gemeentelijke kolom rampenbestrijding
-14
-14
-14
-14
-14
12 Beëindiging bijdrage bureau Halt
-15
-30
-30
-30
-30
13 Verhoging opbrengsten evenementenborden
-15
-30
-30
-30
-30
14 Verhoging kostendekkendheid leges huwelijken en uittreksels GBA
-31
-31
-31
-31
-31
15 Beëindiging BOS-project en subsidiëring gezonde sportverenigingen
-50
-50
-60
-60
-60
16 Opheffen budget City Promotie Sport
-22
-22
-26
-26
-26
17 Verbetering effectiviteit handhaving BWT (verbetering naleefgedrag)
-25
-25
-25
-25
-25
18 Verhoging kostendekkendheid leges Wabo en activiteit bouwen
-584
-584
-584
-584
-584
19 Verlaging investerings- en exploitatiebedragen verkeer/mobiliteit
-35
-118
-122
-122
-122
-115
-115
-115
-115
-115
-35
-35
-35
-35
-35
22 Verlaging budgetten klanttevredenheidsonderzoeken
-7
-7
-7
-7
-7
23 Frictiekosten: informatiemanager
92
20 Verlaging onderhoudsniveau groen 21 Halveren wijkbudgetten
24 Frictiekosten: proces welzijn en zorg
100
25 Frictiekosten: proces cultuur
40
26 Frictiekosten: proces projectsturing
180
27 Taakstelling personeelskosten
-260
-260
-260
-260
-260
28 Schrappen wijkveiligheidsplannen
-60
-60
-60
-60
-60
29 Taakstelling stadsbeheer
-75
-75
-75
-75
-75
30 Verschuiving investeringen in personeel
-150
150
31 Korting maatschappelijke opvang
-164
-404
-664
-924
-924
-3.900
-4.590
-5.122
-5.448
-5.409
Totaal eerste bezuinigingsronde (A) Tweede bezuinigingsronde (vanaf 2012) 32 Afbouwen subsidie Pinetum
-25
-50
-50
-50
33 Verlaging subsidie Lokale Omroep
-36
-36
-36
-36
-5
-5
34 Verhoging kostendekkendheid leges horecavergunningen 35 Temporisering vervanging VRI's 36 Frictiekosten: kapitaallasten investeringen digitalisering 37 Stelpost terug te verdienen frictiekosten (onderdeel v/d LT-bezuinigingen)
40 Zoekopdracht programma 3: Onderwijs
17
-5 -17 48
48
48
48
-242
-242
-120 -100
-800
-125
-125
-125
-125
-75
-75
-75
-75
38 Zoekopdracht programma 1: Financiën 39 Zoekopdracht programma 2: Sociale zaken
-5 -17
-1.100
-1.250
-1.300
-1.500
42 Zoekopdracht programma 5: Jeugdzaken
41 Zoekopdracht programma 4: Welzijn en zorg, incl.volksgezondheid
-150
-300
-325
-325
43 Zoekopdracht programma 6:Milieubescherming, natuur en leefbaarheid
-150
-150
-200
-200
44 Zoekopdracht programma 7: Wonen / ISV
-150
-150
-150
-150
-30
-30
-30
-60
46 Zoekopdracht programma 9: Cultuur en monumentenzorg
45 Zoekopdracht programma 8: Econ.zaken, media, toerisme en evenementen
-550
-1.150
-1.350
-1.375
47 Zoekopdracht programma 10: Openbare orde en veiligheid, brandweer
-800
-800
-825
-825
48 Zoekopdracht programma 11: Bestuurlijke aangelegenheden
-350
-350
-350
-650
49 Zoekopdracht programma 12: Sport en recreatie
-150
-150
-150
-150
50 Zoekopdracht programma 13: Bouw- en woningtoezicht
-325
-325
-425
-475
51 Zoekopdracht programma 14: Bereikbaarheid
-250
-250
-350
-400
-200
-200
-425
-425
-425
-425
0
-4.890
-5.815
-6.560
-7.795
-3.900
-9.480
-10.937
-12.008
-13.204
4.866
8.094
10.826
13.557
13.557
966
-1.386
-111
1.549
353
52 Zoekopdracht programma 15: Ruimtelijke ordening 53 Zoekopdracht programma 16: Beheer openbare ruimte Totaal tweede bezuinigingsronde (B) Totaal eerste en tweede bezuinigingsronde (C = A + B) Bezuinigingsopgave conform tabel 3 (D) Verschil tussen C en D
(bedragen x € 1.000/ min is voordeel en plus is nadeel)
Bij de afzonderlijke regels merken wij ter toelichting het volgende op. Regels 1 en 2: Bezuinigingen op de WMO (maatschappelijke begeleiding en woon- en vervoersvoorzieningen) De eerste ronde bezuinigingen op het terrein van welzijn heeft voor het grootste deel betrekking op de subsidiegelden die in het kader van de Wmo waren begroot. Op een deel van de subsidies wordt geen aanspraak gedaan (onderbesteding), een kleiner deel zal niet worden gecontinueerd en een derde deel heeft betrekking op subsidies die verleend werden aan doelgroepen die ook al op andere wijze ondersteund worden. Verder wordt een bezuiniging gerealiseerd door voor de hogere inkomensgroepen meer eigen bijdrage te heffen voor individuele voorzieningen waar aanspraak op wordt gemaakt. Het maatschappelijke effect van deze maatregelen is, dat er minder geld beschikbaar is voor nieuwe initiatieven in het kader van de Wmo, zowel vanuit de bevolking als vanuit de instellingen. Dit betekent dat de faciliterende rol van de gemeente meer beperkt is. Er zal dus vaker een keuze gemaakt moeten worden, waar eerder meerder initiatieven tegelijk gehonoreerd konden worden. Regel 3: Kwijtschelding rioolbelasting en afvalstoffenheffingen verdisconteren in tarieven Inwoners met een krappe beurs komen als zij voldoen aan bepaalde criteria in aanmerking voor kwijtschelding van gemeentelijke belastingen en heffingen. Deze kwijtscheldingen komen nu ten laste van de algemene middelen van de gemeente. Wij stellen voor om bij de afvalstoffenheffing en de rioolheffing de te verwachten kwijtscheldingen te verdisconteren in de tarieven. Dit leidt bij de afvalstoffenheffing tot een besparing van € 410.000 en bij de rioolheffing van € 390.000. De hieruit voortvloeiende tariefsverhogingen belopen respectievelijk € 9 en € 14 (voor een meerpersoons huishouden in een gemiddelde koopwoning). Regel 4: Afzien van dwanginvordering parkeerboetes buitenlanders Aan het innen van parkeerboetes van niet in Nederland wonende parkeerovertreders zijn relatief hoge kosten verbonden. Uit oogpunt van rechtsgelijkheid willen wij niet van algehele invordering afzien. Met een aantal landen bestaan overigens goede afspraken over uitwisseling van de benodigde persoons- en kentekengegevens (o.a. België en Duitsland). Als deze afspraken niet bestaan, blijft de kentekenhouder vaak onvindbaar. Invordering van naheffingsaanslagen kost dan alleen maar geld, terwijl dwanginvordering (de fase na de aanmaning) bijna nooit tot betaling leidt. Wij stellen dan ook voor hier geen geld en energie meer in te steken. Op jaarbasis kan zo € 4.000 worden bespaard. Het plaatsen van wielklemmen blijkt geen goed alternatief te zijn omdat de hieraan verbonden kosten veel hoger zijn.
18
Regel 5: Bekostiging Dubbeldekker uit rijksuitkering onderwijsachterstandenbeleid Kinderen van 6 tot 12 jaar die rechtstreeks uit het buitenland komen en geen Nederlands spreken gaan naar de centrale opvang in de openbare basisschool De Dubbeldekker. Hier leren zij in ongeveer één jaar voldoende Nederlands om door te stromen naar het reguliere onderwijs. De gemeente betaalt hiervoor een jaarlijkse vergoeding van € 53.000. Ongeveer 30 kinderen maken van de voorziening gebruik. De gemeente ontvangt vanaf 1 januari 2011 ingevolge de wet OKE (Ontwikkelingskansen door Kwaliteit en Educatie) een uitkering voor het onderwijsachterstandenbeleid. Wij stellen voor de gemeentelijke bijdrage ten laste van deze rijksuitkering te brengen. Regel 6: Commerciële huur niet gesubsidieerde instellingen In de nota Beheer en exploitatie maatschappelijk vastgoed (vast te stellen door de raad in najaar 2010) stellen wij voor om meer marktconforme huurtarieven aan niet gesubsidieerde instellingen in rekening te brengen. Gefaseerd levert dit een meeropbrengst op van € 23.000 in 2011 oplopend tot € 262.000 in 2015. Fasering is noodzakelijk omdat gelet op de lopende contracten de tarieven vaak alleen maar geleidelijk kunnen worden verhoogd. Regel 7: Inboeken stelpost jeugdzaken Naast de middelen die de gemeente vanuit de brede doeluitkering Centrum voor Jeugd en Gezin krijgt, is er de afgelopen jaren ook een stelpost jeugdzaken in de begroting opgenomen. De stelpost is de laatste jaren evenwel slechts beperkt ingezet omdat de meeste zaken vanuit de doeluitkering konden worden betaald. Wij stellen dan ook voor de stelpost te laten vervallen. Regel 8: Verlaging kosten Wet Kinderopvang en kinderopvang SMI De budgetten voor de Wet Kinderopvang (€ 81.000) en voor kinderopvang met een sociaal medische indicatie (€ 99.000) worden slechts gedeeltelijk besteed. In de praktijk blijkt de doorstroming van SMI-kinderen naar reguliere plaatsen te stagneren. Op basis van onderzoek willen wij de doorstroming bevordering. Dit betekent dat vanaf 2012 structureel € 81.000 op beide budgetten kan worden bespaard. Regel 9: Verlaging budget overige cultuur, overig theateraanbod en beeldende kunst Het totale budget voor deze drie posten is € 182.000. Wij stellen voor om hierop in totaal € 110.000 te bezuinigen, te weten € 40.000 op overig theateraanbod, € 35.000 op overige culturele activiteiten en € 35.000 op beeldende kunst. Regel 10: Besparing servicepunten bibliotheek Momenteel kent de bibliotheek naast de centrale bibliotheek aan de ’s-Gravelandseweg zeven servicepunten op locatie. Uiteraard zijn hiermee de nodige kosten gemoeid. In overleg met de bibliotheek zullen we de kritisch kijken naar de uitgaven voor de servicepunten. Dit moet leiden tot een structurele besparing van € 125.000. Bij wijze van gewenning stellen we voor om het eerste jaar (2011) de besparing te beperken tot € 100.000. Regel 11: Efficiëntere inrichting gemeentelijke kolom rampenbestrijding Onderzoek naar de kosten van de gemeentelijke kolom rampenbestrijding heeft uitgewezen dat op regioniveau € 62.000 bezuinigd kan worden. Voor Hilversum betekent dit een besparing van € 14.000. De bezuinigingen zijn vooral gezocht in verdere samenwerking met de Veiligheidsregio Flevoland. Regel 12: Beëindiging bijdrage bureau Halt Bureau Halt geeft in het kader van preventie jeugdcriminaliteit voorlichting aan kinderen op school in de groepen 6 tot en met 8. De ervaringen tot nu toe zijn niet positief. Als gevolg van een fusie heeft bureau Halt de laatste jaren niet aan zijn verplichtingen voldaan. Bovendien valt tot nu toe niet aan te tonen of de voorlichting effect heeft. Wij stellen dan ook voor om de bijdrage met ingang van 2011 gefaseerd stop te zetten.
19
Regel 13: Verhoging opbrengsten evenementenborden Voor het plaatsen van evenementenborden in het openbare gebied is privaatrechtelijke toestemming van de gemeente vereist (dus geen precario of leges). Het is mogelijk de opbrengst voor het plaatsen van deze borden structureel met € 30.000 te verhogen door enerzijds de tarieven te verhogen en anderzijds het aantal borden uit te breiden van 125 naar 150. Ons voorstel is het niet commerciële tarief te verhogen van € 36 naar € 75 per 10 dagen en het commerciële tarief van € 217 naar € 400 per week. Wij verwachten geen afname van de plaatsingen door de tariefsverhoging want er is nu een wachtrij. In 2011 kan als gevolg van het bestuurlijke besluitvormingsproces maar de helft van de meeropbrengst worden ingeboekt. Regel 14: Verhoging leges huwelijken en uittreksels GBA De komende jaren moet er rekening mee worden gehouden dat het aantal uittreksels GBA afneemt als gevolg van digitalisering en omdat steeds meer instanties gebruik gaan maken van basisregistraties. Ingeschat wordt dat het aantal uittreksels jaarlijks afneemt met 500 (van 10.000 nu naar 7.500 in 2015). Uitgaande van een meeropbrengst van € 13.750 worden de tarieven voor 2011 tot en met 2015: Prijs Aantal
2010 € 10,50 10.000
2011 € 12,50 9.500
2012 € 13,20 9.000
2013 € 14,00 8.500
2014 € 14,85 8.000
2015 € 15,85 7.500
Bij huwelijken willen we een kostendekkendheid van 95% bereiken. Een huwelijk met gereduceerd tarief wordt dan verhoogd van € 84 naar € 190 en een reguliere huwelijksvoltrekking in de trouwzaal kost dan € 385 in plaats van € 305 nu. De voorgestelde verhogingen leiden tot een extra jaaropbrengst van € 17.000. Voor afwijkende tijden en trouwen op locatie geldt nu al een veel hoger tarief (€ 600) en voor een afwijkende tijd op locatie, dan wel een vrije locatie bedraagt het tarief nu € 700. Gelet op het beperkte aantal van deze niet reguliere huwelijksvoltrekkingen stellen wij voor deze tarieven niet te verhogen, te meer omdat de concurrentie voor huwelijkslocaties erg groot is. Regel 15: Beëindiging BOS-project en subsidiëring gezonde sportverenigingen De gemeente zal per 2011 geen middelen meer ontvangen voor het BOS-project. Wij stellen voor ook de gemeentelijke bijdrage voor het project buurt, onderwijs en sport te beëindigen en het budget hiervoor ad € 50.000 als bezuiniging in te boeken. Voorts stellen wij voor met ingang van 2013 geen nieuw project ‘Gezonde sportvereniging’ meer op te starten, waardoor € 10.000 kan worden bespaard. Regel 16: Opheffen budget City Promotie Sport De post City Promotie Sport is indertijd ingesteld om grootschalige sportevenementen naar Hilversum te halen. Het is echter gebleken dat dit niet eenvoudig is. Wij stellen voor om het hiervoor beschikbare budget van € 26.000 geheel te laten vervallen. Omdat met de organisatoren van het NK Ju Jitsu een afspraak is gemaakt om tot en met 2012 jaarlijks € 3.500 subsidie te verstrekken beloopt de bezuiniging in 2011 en 2012 € 22.000. Regel 17: Verbetering effectiviteit handhaving BWT (verbetering naleefgedrag) Per 1 oktober 2010 is de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) van kracht. Met het oog hierop is een nieuwe wijze van handhaving vastgesteld, alsmede signaaltoezicht geïntroduceerd. Door de nieuwe werkwijze kan € 25.000 op de handhavingskosten worden bespaard. Regel 18: Verhoging kostendekkendheid leges Wabo en activiteit bouwen Wij stellen voor de kostendekkendheid van de leges Wabo te verhogen van 48 naar 65% en voor de activiteit bouwen van 54 naar 76%. Hiermee komt Hilversum net iets boven het gemiddelde van de bouwleges in de lijst van de Vereniging Eigen Huis. De structurele meeropbrengst als gevolg van deze verhogingen bedraagt € 584.000 per jaar. Van een verhoging naar 100% kostendekkendheid zien wij op dit moment af. Dit vanwege het mogelijke negatieve effect op bouwplannen in het huidige economische klimaat.
20
Regel 19: Verlaging investerings- en exploitatiebedragen verkeer/mobiliteit Op het gebied van verkeer en mobiliteit stellen wij voor geplande investeringen in het kader van het flankerend beleid te schrappen, alsmede die in het fietspad naar de Hilversumse Meent. Dit levert in 2011 een besparing aan kapitaallasten op van € 3.000 oplopend naar structureel € 6.000 vanaf 2012. Voorts stellen wij voor de advieskosten ad € 20.000 voor piekbelasting met ingang van 2011 te schrappen, alsmede diverse subsidies op het terrein van verkeer (VVN, verkeersbrigadiers) voor in totaal € 12.000. Ook willen wij laten vervallen de vanaf 2012 geraamde budgetten voor onderhoud van het dynamisch busstation (€ 50.000) en het regionaal overleg (€ 30.000). Resumerend beloopt de besparing in 2011 dus in totaal € 35.000 oplopend tot structureel € 122.000 vanaf 2013. Regel 20: Verlaging onderhoudsniveau groen Wij stellen voor het onderhoudsniveau van het groen in de gehele gemeente te verlagen naar het basisniveau met uitzondering van het centrum en de raadhuisomgeving. In deze twee gebieden blijft dus het huidige onderhoudsniveau "goed" gehandhaafd. Bij de beheerkwaliteit "goed" ziet het er verzorgd en netjes uit en bij de beheerkwaliteit "basis" ziet het er redelijk uit. Zeker nog niet "slordig". Dit levert een besparing op van € 115.000 per jaar. Regel 21: Halveren wijkbudgetten Door het wijkbudget te halveren (van € 70.000 naar € 35.000) zullen minder buurtactiviteiten en wijkfestiviteiten kunnen worden ondersteund. Regel 22: Verlaging budgetten klanttevredenheidsonderzoeken In het kader van het Overheidsontwikkelmodel vinden diverse onderzoeken plaats. In totaal geven we hieraan € 69.000 uit. Op dit budget blijkt een besparing mogelijk van € 11.000. Daar staat tegenover dat we wel willen meedoen aan de benchmark ‘Waar staat je gemeente’. De hieraan verbonden kosten bedragen € 4.000 per jaar, zodat de besparing netto uitkomt op € 7.000. Regel 23: Frictiekosten informatiemanager De informatievoorziening en de daarbij toegepaste ICT zijn van cruciaal belang voor de prestaties van de gemeente. Informatie is - naast mensen en middelen - de belangrijkste grondstof voor de werkprocessen en daarmee een kritische succesfactor voor het inrichten van een slanke en hoogwaardige organisatie. Zonder een adequaat opgezette informatievoorziening en de juiste ICT kan Hilversum haar ambities niet waarmaken. In samenwerking met Het Kwaliteitsinstituut Nederlandse Gemeenten (KING), is gekeken naar de stand van zaken in Hilversum. Hierbij is geconstateerd dat het ontbreekt aan strategische sturing ten aanzien van ICT (CIO op concernniveau en een informatiemanager) en er geen samenhangend plan realisatie e-overheid is. Momenteel wordt in samenspraak met de ICT beleidsgroep een beleidsnota (ICT strategie en informatiebeleid) opgesteld waarin het normenkader voor de toekomstige inrichting is vastgelegd. Hierin wordt nadrukkelijk de verbinding gelegd met de externe ontwikkelingen op het gebeid van e-dienstverlening, de ambitie van de gemeente Hilversum en de lopende programma´s (OIP en Zaken voor Elkaar). Voor een goede invulling van de informatiefunctie binnen de gemeente Hilversum is de inzet van een “tijdelijke” informatiemanager noodzakelijk. Binnen de huidige organisatie is hiertoe onvoldoende kennis en vaardigheid aanwezig. Deze frictiekosten worden in de jaren 2012 tot en met 2014 gecompenseerd (zie regel 37 van tabel 4). Regels 24 en 25: Frictiekosten proces welzijn en zorg en proces cultuur De werkterreinen binnen de portefeuille Welzijn en Zorg en de portefeuille Cultuur zullen ingrijpend anders worden ingericht. Voor Welzijn en Zorg geldt daarbij dat dit in regionaal verband uitgewerkt wordt. De opgevoerde kosten zijn nodig voor de tijdelijk extra vereiste capaciteit om de veranderprocessen te kunnen realiseren. Deze frictiekosten worden in de jaren 2012 tot en met 2014 gecompenseerd (zie regel 37 van tabel 4).
21
Regel 26: Frictiekosten proces projectsturing In 2010 is het project ‘Informatiehuishouding projecten’ op basis van het raadsbesluit van december 2007 afgerond. De hieraan verbonden kosten voor licenties, training en inrichtingskosten belopen in 2011 een bedrag van € 120.000. Voor de bemensing van het project moet voor één jaar rekening worden gehouden met een bedrag van € 60.000. Deze frictiekosten worden in de jaren 2012 tot en met 2014 gecompenseerd (zie regel 37 van tabel 4). Regel 27: Taakstelling personeelskosten Bij het ontstaan van vacatures gaan er over het algemeen enkele maanden overheen voordat deze weer bezet zijn. In een enkel geval kost vervulling meer tijd, zodat tot inhuur van derden moet worden overgegaan. Uiteraard wel met de bedoeling om zo snel mogelijk tot een definitieve invulling te komen, omdat inhuur duurder is dan vast personeel. Als generieke bezuinigingsmaatregel stellen wij voor om € 260.000 in te boeken van de vacaturegelden. Dit betekent dat minder snel tot tijdelijke inhuur van derden kan worden overgegaan. Overigens beperkt deze generieke bezuinigingsmaatregel ook de ruimte voor het oplossen van andere personeelsaangelegenheden zoals ziekte, bovenformatieven, overdracht situaties en arbeidsmarkttoelage. Hierbij moet worden opgemerkt dat er voor 2011 al € 300.000 taakstelling op inhuur derden in de begroting is ingeboekt en vanaf 2012 structureel € 400.000. Daarbij komt nog dat er voor de dienst Stad een algemene taakstelling geldt voor 2011 ad € 350.000 als gevolg van verschuiving van werkzaamheden uit de projectensfeer naar gewone dienstverlening. Het totaal aan taakstellingen in de personele sfeer voor 2011 komt hiermee op ruim € 900.000. Vanaf 2012 zal de taakstelling op inhuur worden meegenomen in de zoekopdrachten tweede ronde bezuinigingen. Regel 28: Schrappen wijkveiligheidsplannen Wij willen minder inzetten op wijkveiligheidsplannen. Dit betekent dat meer teruggevallen wordt op het standaardniveau van voorzieningen en diensten. Kleine aanpassingen, zoals bijvoorbeeld het snoeien van groen, extra verlichting e.d. zal dan minder snel plaatsvinden en wordt voortaan meegenomen in het reguliere onderhoud. Halvering van de inzet levert op jaarbasis een besparing op van € 60.000. Regel 29: Taakstelling stadsbeheer De uitbesteding van de werkzaamheden in het kader van stadsbeheer wordt dit najaar (2010) bestuurlijk geëvalueerd. Wij zetten hierbij in op het terugdringen van de kosten. Dat de bezuinigingsopgave waarvoor de gemeente Hilversum staat ook zijn weerslag heeft op de SBS/Tomingroep is reeds met de directie gecommuniceerd. Als eerste bezuiniging boeken wij vanaf 2011 structureel € 75.000 in. Met ingang van 2012 moet een meer substantiële bezuiniging mogelijk zijn. Regel 30: Verschuiving investeringen in personeel In het collegeprogramma hebben wij gezegd te streven naar een slank en hoogwaardig ambtelijk apparaat. Een organisatie die is uitgerust voor het uitvoeren van haar taken, zodat de gemeente minder afhankelijk is van de inzet van externe deskundigheid. Om dat doel te bereiken hebben wij in de zomernota voor 2011 een bedrag van € 685.000 voorzien voor opleidingen, (management) developmenttrajecten, kwaliteitsmanagement en diverse andere P&O-projecten. Omdat niet alles gelijktijdig kan worden gerealiseerd, schuiven wij € 150.000 door naar 2012. Regel 31: Korting maatschappelijke opvang In het plan van aanpak ‘Ombuigen welzijn en zorg’ is als deelproject benoemd ‘maatschappelijke opvang’. Uitgangspunt is dat in regionaal verband aan maatschappelijke opvang niet meer geld wordt uitgegeven dan dat er aan rijksbijdrage wordt ontvangen. Dit betekent in 2011 een bezuiniging van € 164.000 oplopend tot € 924.000 structureel vanaf 2014. Regel 32: Afbouwen subsidie Pinetum Blijdenstein Wij stellen voor om het jaarlijks subsidie voor Pinetum Blijdenstein vanaf 2012 af te bouwen. In het jaarlijkse exploitatietekort van circa € 35.000 (op een begrotingstotaal van € 140.000) zal dan 22
zelf moeten worden voorzien, onder andere door een hogere bijdrage van de Stichting Steunfonds Pinetum Blijdenstein (met een vermogen van € 1,1 mln), hogere entreeprijzen, meer verhuur bezoekerscentrum en hogere sponsorbijdragen. Regel 33: Verlaging subsidie Lokale Omroep In de begroting 2010 is voor de Lokale Omroep € 250.000 subsidie opgenomen. Hiervan komt als bijdrage van UPC € 125.000. In de meerjarenraming is reeds € 89.000 als bezuiniging ingeboekt. Uitgaande van de UPC bijdrage resteert nog een bezuiniging van € 36.000. Regel 34: Verhoging kostendekkendheid leges horecavergunningen Landelijk scoort Hilversum al hoog wat betreft de leges voor de drank- en horecavergunningen. Toch stellen wij voor om de leges iets meer kostendekkend te maken. Met een meeropbrengst van € 5.000 komt de kostendekkenheid op zo’n 15%. 100% kostendekking is niet mogelijk. Dit zou leiden tot exorbitante tariefsverhogingen met als gevolg ongewenste neveneffecten, zoals het niet meer aanvragen van een vergunning. Regel 35: Temporisering vervanging VRI’s Door verkeersregelinstallaties (VRI’s) meer gedifferentieerd te vervangen, dat wil zeggen verschillende levensduren te hanteren voor verschillende typen VRI’s, kan vanaf 2014 structureel € 14.000 worden bespaard. Regel 36: Frictiekosten kapitaallasten investeringen in digitalisering Op het gebied van Sociale Zaken starten we in 2011 met het digitaliseren van de aanvraag levensonderhoud (Sociale Zaken) om daarna de e-dienstverlening vanuit Sociale Zaken verder uit te bouwen. Voor de interne organisatie zetten we in op digitalisering van ondersteunende processen zoals de financiële (facturen) en personele administratie (o.a. personeelsdossiers) en inkomende post. Deze frictiekosten worden in de jaren 2012 tot en met 2014 gecompenseerd (zie regel 37 van tabel 4). Regel 37: Stelpost terug te verdienen frictiekosten De frictiekosten van de regels 23 tot en met 26 en 36 willen wij in de drie volgende jaren terugverdienen door deze deel uit te laten maken van de tweede bezuinigingsronde. Regels 38 tot en met 53: Zoekopdrachten bij de begrotingprogramma’s Wij hebben op programmaniveau zoekopdrachten uitgezet. De bij de programma’s genoemde bedragen zijn in dit stadium nog richtinggevend. In de zomernota 2011 en de programmabegroting 2012 moeten deze zoekopdrachten in concrete bezuinigingsmaatregelen zijn omgezet.
2.7 Opbrengsten verkoop niet strategisch bezit en grondexploitatie Gelijktijdig met de zomernota 2010 is aan u voorgelegd het raadsvoorstel “actualisering grondexploitaties 2010”. Ingevolge dit raadsbesluit kunnen de resultaten van de grondexploitatie en verkopen niet strategisch bezit als volgt worden samengevat. Tabel 5
2011
Winsten grondexploitatie Verkopen niet-strategisch bezit
2012
2013
2014
2015
-352
0
-4.738
-2.383
0
0
0
-700
-700
-700
-352
0
-5.438
-3.083
-700
(bedragen x € 1.000/ min is voordeel en plus is nadeel)
Voor een toelichting hierop verwijzen wij naar het raadsvoorstel en -besluit van 8 juli 2010.
23
2.8 Investeringsprogramma 2011-2014 Bij de zomernota 2010 hebben wij u ter kennisname het investeringsprogramma 2011-2014 voorgelegd. Dit investeringsprogramma maakt nu onder 6.3 deel uit van de programmabegroting 2011. Voor de toelichting verwijzen wij kortheidshalve naar de zomernota 2010.
2.9 Ontwikkeling algemene reserve De algemene reserve bestaat uit een deel gebonden en ongebonden. Het ongebonden deel maakt deel uit van de weerstandscapaciteit in verband met de risico’s die de gemeente loopt. Het gebonden deel maakt hiervan geen deel uit. In tabel 6 is de omvang van beide reserves in 2011 samengevat. Tabel 6
saldo
erbij
eraf
saldo
1 jan. Algemene reserve ongebonden Algemene reserve gebonden
31 dec.
3.501
0
0
3.501
56.983
0
1.518
55.465
60.484
0
1.518
58.966
(bedragen x € 1.000)
Met het oog op de weerstandscapaciteit is de ontwikkeling van de algemene reserve ongebonden in tabel 7 hieronder voor de komende jaren geprognosticeerd. Dat wil zeggen dat de geraamde toekomstige jaarrekeningresultaten (reguliere exploitatie, verkoop niet-strategisch bezit en resultaat positieve grondexploitaties) hieraan zijn toegevoegd. Tabel 7
2010
Na bestedingsvoorstellen jaarstukken 2009
2011
2012
2013
2014
2015
3.501
Resultaat regulier exploitatie
n.b.
1.870
-1.043
282
2.104
Resultaat grondexploitaties
n.b.
-352
0
-4.738
-2.383
0
Resultaat verkoop niet-strategisch bezit
n.b.
-700
-700
-700
10.679
9.852
Eenmalige inzet algemene reserve gebonden in 2011
1.527
-1.518
Prognose algemene reserve ongebonden
3.501
3.501
4.544
9.700
(bedragen x € 1.000)
Bovenstaande tabel laat zien dat het gewenste minimumniveau van € 3,5 mln in alle jaren wordt gehandhaafd. In 2011 door een eenmalige inzet van de algemene reserve gebonden van € 1,5 mln.
24
Beleidsbegroting
26
3 Programma’s
28
3. Programma’s Voor u ligt de programmabegroting 2011. De opzet en indeling van de programma’s is identiek aan die van 2010. In de programma’s staat centraal het inzichtelijk maken van de relatie tussen doelen, activiteiten en kosten, opdat de raad met de begroting zijn kaderstellende en controlerende rol goed kan vervullen. Alle programma’s kennen dezelfde indeling: • Outputeffect-keten. • Missie/programmadoelstelling. • Context en achtergrond. • Kaderstellende beleidsnota’s. • Beleidsdoelen (vanuit de vraag ‘wat willen we bereiken’). • Prestaties (vanuit de vraag ‘wat gaan we doen om het beleidsdoel te bereiken’). • Indicatoren (met behulp waarvan de mate van doelbereiking wordt aangegeven). • Financiën (wat mag het kosten?). Elk beleidsdoel wordt - mét bijbehorende prestaties en indicatoren - op een aparte pagina toegelicht. De beleidsdoelen zijn zo gekozen dat zij bij elkaar opgeteld een totaaloverzicht van het beleidsterrein van een programma bieden. De indicatoren bij de beleidsdoelen beogen de mate van doelbereiking zo goed mogelijk weer te geven. In veel gevallen blijkt dit het best te lukken met een mix van indicatoren (objectieve effectindicatoren, belevingsindicatoren en indicatoren op prestatieniveau). Ten aanzien van de prestaties is er voor gekozen om alleen de voor het begrotingsjaar politiek relevante op te nemen (de zogeheten speerpunten). Het vermelden van alle prestaties, dus ook “going concern”-taken, is praktisch gesproken onmogelijk en zou het zicht op de hoofdlijnen vertroebelen. Bij het kiezen van de beleidsdoelen en daarbij passende indicatoren is zoveel mogelijk aansluiting gezocht bij bestaande beleidsnota’s. Nog niet alle beleidsnota’s bevatten echter voldoende heldere doelstellingen en/of indicatoren en concrete uitvoeringsmaatregelen. Bij het actualiseren van beleidsnota’s zullen wij erop toezien dat dit verbetert. Een belangrijk element in de programma’s is de relatie die gelegd wordt tussen de nagestreefde doelen en de daarvoor beschikbare budgetten. Die relatie komt op diverse plekken in het programma tot uitdrukking: in de outputeffect-keten (in de vakjes met de beleidsdoelen is het budget opgenomen), in de pagina waarop het beleidsdoel is toegelicht én in het financiële overzicht aan het eind van elk programma, waarin het programmabudget is gespecificeerd naar beleidsdoel. Het financiële overzicht aan het eind van elk programma bestaat uit een tweetal pagina’s. Tevens treft u hier de investeringen en de reserves en voorzieningen van het programma aan. Voor een beperkt aantal budgetten ligt de koppeling aan een specifiek beleidsdoel niet voor de hand. Dit is het geval bij de programma’s Financiën (1), Wonen / ISV (7) en Bestuurlijke aangelegenheden (11). Het programma financiën bevat geen beleidsdoelen. Wel is de volgende rubricering aangebracht: • financieringsfunctie; • algemene uitkering en overige baten en lasten; • belastingen; • saldi kostenplaatsen diensten; • mutaties reserves; • saldo na bestemming resultaat. In hoofdstuk 4 wordt in de paragrafen financiering en lokale heffingen overigens uitgebreid ingegaan op de algemene dekkingsmiddelen. Ook voor het budget bouwgrondexploitaties van het programma Wonen/ISV geldt dat dit aan vele beleidsdoelen een bijdrage levert. Dit budget is daarom eveneens niet opgesplitst. 29
Het programma Bestuurlijke aangelegenheden tenslotte kent geen beleidsdoel bij de budgetten voor bestuursondersteuning, omdat deze bestemd zijn voor reguliere bedrijfsvoering. De programma’s worden gecompleteerd met de paragrafen (hoofdstuk 5). Deze bevatten de beleidsmatige uitgangspunten van de beheersmatige activiteiten en geven belangrijke aanvullende informatie over de (meerjarige) financiële positie. Verderop in de begroting (hoofdstuk 6) treft u nog diverse bijlagen aan, onder meer een samenvatting van alle lasten en baten, de meerjarenraming en het investeringsprogramma. In al deze overzichten worden zowel de corresponderende beleidsdoelen als de corresponderende subfuncties genoemd. De overzichten 6.11 tot en met 6.13 fungeren voor de provincie in het kader van het begrotingstoezicht als de productenraming. In tegenstelling tot voorgaande jaren stellen wij pas in december de meer uitgewerkte productenraming vast. Dit is dan te beschouwen als een nadere uitwerking van de programmabegroting in de vorm van afdelingsbladen (in plaats van productbladen). Zo willen wij de werking van de productenraming als managementinstrument in de organisatie versterken. Zodra de productenraming 2011 door ons is vastgesteld (naar verwachting in december 2010) leggen wij deze voor uw raad ter inzage.
30
Programma 1
Financiën
31
32
Programma 1: Financiën Portefeuillehouder: Dienst:
F. van Osch Concern
Context en achtergrond In het programma Financiën worden de algemene dekkingsmiddelen verantwoord (o.m. algemene uitkering en belastingen, waaronder onroerend zaakbelasting), de kosten die gemoeid zijn met de inning van die belastingen en met de financieringsfunctie. Daarnaast bevat het programma een aantal kostenposten en eenmalige budgetten (reserves, voorzieningen, investeringen), die met de organisatie/bedrijfsvoering verband houden. Al deze posten hebben met elkaar gemeen dat ze een - belangrijke - bijdrage leveren aan het functioneren van de gemeentelijke organisatie en het realiseren van de door de organisatie nagestreefde maatschappelijke doelstellingen (beleidsdoelen). Ze zijn echter niet aan een of enkele specifieke doelstellingen te koppelen, zoals dat in de andere programma’s wél het geval is. Dit programma is daarom anders ingericht dan de programma’s 2 tot en met 16. In de paragrafen Lokale Heffingen (1), Weerstandsvermogen (2) en Financiering (4) en in hoofdstuk 4 Algemene Dekkingsmiddelen, is uitgebreide informatie te vinden over de onderwerpen van dit programma. Ook hoofdstuk 6 bevat onder paragraaf 7 (lasten en baten financieringsfunctie) en 10 (algemene uitkering uit het gemeentefonds) relevante informatie voor dit programma.
33
PROGRAMMA 1
1
Financiën Bedragen x 1.000 begr. begr. 2014 2015
rek 2009
begr. 2010
begr. 2011
begr. 2012
begr. 2013
Lasten (excl. toevoegingen reserves) 1.1 Financieringsfunctie 1.2 Algemene uitkering/ov.alg.baten & lasten 1.3 Belastingen 1.4 Saldi kostenplaatsen diensten 1.5 Mutaties reserves 970.1 Saldo voor bestemming resultaat 990.1 Saldo na bestemming resultaat
22 1.355 3.326 1.820 1.933 609
23 962 3.474 749 1.459
19 550 3.451 -496 -
19 -4.030 3.426 -1.202 80 -
19 -4.614 3.392 -1.342 80 -
19 -4.630 3.392 -1.414 80 -
19 -4.984 3.392 -1.320 80 -
Totaal lasten
9.065
6.667
3.524
-1.707
-2.465
-2.553
-2.813
8.731 86.268 16.448 374 7.131 -
8.478 88.711 16.856 644 2.197 -
6.506 88.164 17.291 117 2.778 -
6.449 83.172 17.399 117 1.377 -
6.449 80.241 17.579 117 1.377 -
6.449 77.007 17.759 117 1.377 -
6.449 76.822 17.939 117 1.377 -
Totaal baten
118.952
116.886
114.856
108.514
105.763
102.709
102.704
Saldo (excl. mutaties reserves) 1.1 Financieringsfunctie 1.2 Algemene uitkering/ov.alg.baten & lasten 1.3 Belastingen 1.4 Saldi kostenplaatsen diensten 1.5 Mutaties reserves 970.1 Saldo voor bestemming resultaat 990.1 Saldo na bestemming resultaat
-8.709 -84.913 -13.122 1.446 -5.198 609
-8.455 -87.749 -13.382 105 -2.197 1.459
-6.487 -87.614 -13.840 -613 -2.778 -
-6.430 -87.202 -13.973 -1.319 -1.297 -
-6.430 -84.855 -14.187 -1.459 -1.297 -
-6.430 -81.637 -14.367 -1.531 -1.297 -
-6.430 -81.806 -14.547 -1.437 -1.297 -
-109.887
-110.219
-111.332
-110.221
-108.228
-105.262
-105.517
-
-
-1.522
-4
-4
-4
-4
-109.887
-110.219
-112.854
-110.225
-108.232
-105.266
-105.521
Beleidsdoel
Omschrijving beleidsdoel
Baten (excl. onttrekkingen reserves) 1.1 Financieringsfunctie 1.2 Algemene uitkering/ov.alg.baten & lasten 1.3 Belastingen 1.4 Saldi kostenplaatsen diensten 1.5 Mutaties reserves 970.1 Saldo voor bestemming resultaat 990.1 Saldo na bestemming resultaat
Totaal saldo 1 1
Toevoegingen reserves Onttrekkingen reserves
Totaal saldo incl. reservemutaties
34
Bedragen x 1.000 begr begr 2013 2014
begr 2011
begr 2012
Investeringen I1 concern i&a
895
839
902
577
Totaal
895
839
902
577
Beleidsdoel
Beleidsdoel
Omschrijving beleidsdoel
Omschrijving beleidsdoel
Bedragen x 1.000 31-12eraf 2011
1-12011
erbij
Reserves R1.1 Algemene reserve, gebonden R1.2 Algemene reserve, ongebonden R1.5 Dienstreserve Overige reserves
56.983 3.501 206 245
-
-1.518 -4
55.465 3.501 206 241
Totaal reserves
60.935
-
-1.522
59.413
Voorzieningen Onderhoudsvoorzieningen V1.4 Perspectief voor de Toekomst
1.336 383
1.561 -
-984 -257
1.913 126
Totaal voorzieningen
1.719
1.561
-1.241
2.039
Bedragen x 1.000 3.524 114.856
Te autoriseren lasten en baten Lasten 2011 Baten 2011
35
36
Programma 2
Sociale Zaken
37
Programma 2: Sociale Zaken Maatsch. effecten
Beleidsterreinen
Participatie
Beleidsdoelen
Prestaties
(wat willen we bereiken?)
(wat gaan we doen?)
2.1 Duurzame uitstroom uit uitkering Saldo € 2.159.000
Mensen naar duurzaam werk begeleiden door vraag en aanbod op de arbeidsmarkt beter met elkaar te verbinden.
Integrale dienstverlening
2.2 Integrale dienstverlening werk en inkomen.
- Realiseren van uitstroom naar werk. Plaatsen van nieuwe en bestaande klanten in een traject dat gericht is op werk (m.u.v. klanten die (tijdelijk) vrijstelling van arbeidsverplichtingen hebben). Ondersteunen van nieuwe of bestaande klanten om op een andere manier aan de maatschappij deel te nemen, als afstand tot arbeidsmarkt te groot is. - Inzetten van duale trajecten voor inburgeringsplichtigen en inburgeringsbehoeftigen. - Werven van vrijwillige inburgeraars.
- Verbetering klantgerichtheid werkzoekenden.
Saldo € 259.000 Saldo € 12.533.000
Financiële voorzieningen
2.3 De juiste uitkering, rechtmatig en op tijd. Saldo € 10.115.000
38
- Doorontwikkelen handhavingsaspecten binnen dienstverlening en sturen op doelstellingen van beleidsplan handhaving. - Incasseren van 55% van nieuwe vorderingen WWB. - Bewaken afhandelingstermijnen van aanvragen en rechtmatigheid. - Gebruik maken van beschikbare communicatiemiddelen om klanten en inwoners van Hilversum te wijzen op mogelijkheden van bijzondere bijstand, langdurigheidstoeslag, collectieve zorgverzekering en ondersteuning bij oplossen schuldenproblematiek. - Organiseren van voorlichtingsbijeenkomsten in de 8 wijken van Hilversum.
Programma 2: Sociale Zaken Portefeuillehouder: Dienst:
J.J.M.P. Rensen Inwoners
Missie/programmadoelstelling Het programma heeft als doel mensen naar duurzaam werk te begeleiden door vraag en aanbod op de arbeidsmarkt met elkaar te verbinden. Het aanbod vanuit Sociale Zaken is daarbij: maatwerk voor onze klanten met primaire aandacht voor hun competenties, vaardigheden en wensen in relatie tot de situatie op de arbeidsmarkt . Waar nodig zorgen wij voor tijdelijk inkomen en zorg, als daarop recht bestaat. De klant is zelf verantwoordelijk voor zijn ontwikkeling. De gemeente schept daarvoor de randvoorwaarden en biedt hulp door flankerend beleid zoals schuldhulpverlening, educatie en inburgering.
Context en achtergrond De gemeente heeft een regierol in het aanbod van werk, inkomen en zorg voor de klant en werkt daartoe nauw samen met een aantal partners, zoals het UWV WERKbedrijf, het ROC Amsterdam en Gooi en Vechtstreek, Tomingroep en diverse private aanbieders van re-integratiediensten. De Wet Inburgering geeft de gemeente een grote rol bij de re-integratie van niet-westerse allochtonen. De samenwerking tussen gemeente en UWV WERKbedrijf vindt plaats op het Werkplein. Het Werkplein wordt neergezet als ‘sterk merk’, ofwel dé plek waar werkzoekenden en werkgevers goed worden ondersteund. Het hebben van werk is een cruciale voorwaarde om in onze samenleving te kunnen functioneren. Hierdoor wordt het ontstaan van achterstandsposities voorkomen. Het bevordert het gevoel van zelfvertrouwen en eigen verantwoordelijkheid. Een meerderheid van het klantenbestand heeft een grote afstand tot de arbeidsmarkt, is ouder dan 40, of heeft al gedurende lange tijd een bijstandsuitkering en heeft te maken met complexe problemen. Het is niet realistisch om te verwachten dat voor elk van deze klanten een traject naar werk binnen afzienbare tijd succesvol is. Landelijk wordt steeds meer gesproken over participatie. Voor een deel van de klanten is het hebben van werk het doel, voor een ander deel is zelfredzaamheid het hoogst haalbare doel. Om mensen makkelijker aan een baan te helpen en maatschappelijke participatie te bevorderen zijn met ingang van 1 januari 2009 de gemeentelijke middelen voor Re-integratie (Werkdeel WWB), Inburgering (WI) en Volwasseneneducatie (WEB) gebundeld in het Participatiebudget (Wet Participatiebudget). Dit betekent dat naast re-integratie- en inburgeringsvoorzieningen, taalkennis en opleidingen voor volwassenen, van dit budget ook combinatietrajecten kunnen worden aangeboden. Door de recessie is het klantenaantal in 2009 aanzienlijk opgelopen. Er is medio 2010 sprake van een stabilisatie in de WWB aanvragen, maar er is een sterke toename van jongeren die een aanvraag doen voor een leerwerkaanbod of inkomensvoorziening op grond van de Wet Investeren in Jongeren (WIJ) die op 1 oktober 2009 van kracht is geworden. In het kader van de brede heroverwegingen van het rijk is een aantal voorstellen gedaan om besparingen te realiseren. De betreffende werkgroep denkt dat besparing mogelijk is op het gebied van regelingen voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt (waaronder de WWB), als het gaat om recht, hoogte en duur. Ook ligt er een voorstel om WW-uitkeringen te beperken in duur of werkgevers hier meer verantwoordelijk voor te maken. De landelijke politiek zal hierin keuzes moeten maken. In alle gevallen moet met een effect op Sociale Zaken rekening worden gehouden.
39
Kaderstellende beleidsnota’s • • • • • • • • • • • • • • • • • •
Werken aan Werk, visie op re-integratie, 2008. Re-integratieverordening WWB, 2009. Regionale nota arbeidsmarktbeleid en convenant ‘De oversteek naar Werk’, 2008. Convenant: ‘De oversteek naar Werk voor Jongeren’, 2009. Actieplan jeugdwerkloosheid, 2009. Verordening Werkleeraanbod WIJ, 2010. Toeslagenverordening WWB en WIJ, 2010. Verordening langdurigheidstoeslag WWB gemeente Hilversum 2009. ‘Handhaven met zorg’, handhavingplan voor beleid en uitvoering 2010-2011, 2010. Verordening Handhaving WWB en WIJ, 2010. Afstemmingsverordening WWB, 2010. Verordening WI, 2010. Verordening Cliëntenparticipatie WWB en WIJ, 2010. Verordening Persoonsgebonden budget begeleid werken WSW gemeenschappelijke regeling Tomingroep 2008. Verordening cliëntenparticipatie WSW gemeenschappelijke regeling Tomingroep 2008. Beleidsplan Schulphulpverlening 2009-2011, 2009. Schuldhulpverlening aan (ex)-ondernemers, 2009. Nota bijzondere bijstand, 2004.
Programmaonderdelen Het programma kent de volgende onderdelen: • Participatie. • Integrale dienstverlening. • Financiële voorzieningen.
Subfuncties
• • • • • • • • •
610.1 Bijstand/financiële dienstverlening. 611.1 Sociale werkvoorziening. 612.1 Bijstand/inkomensvoorzieningen. 614.1 Gemeentelijk minimabeleid. 614.4 Kwijtschelding belastingen. 621.1 Vreemdelingen. 623.1 Participatiebudget: Volwasseneneducatie. 623.2 Participatiebudget: Re-integratie. 623.3 Participatiebudget: Inburgering.
40
Participatie Beleidsdoel 2.1.: Iedereen aan bod: iedereen krijgt een aanbod om te re-integreren of te participeren. Sociale Zaken draagt er aan bij dat iedereen die dat kan, aan het werk gaat. Wij ondersteunen en begeleiden onze klanten om economisch zelfstandig te laten zijn door middel van werk, of op een andere manier betekenisvol aan het maatschappelijke verkeer deel te laten nemen. Het blijft de komende jaren van het grootste belang om de arbeidsparticipatie te bevorderen en inactiviteit te verminderen. Iedereen is nodig, iedereen komt aan bod! Op het gebied van arbeidsmarktbeleid werken de gemeenten in de regio Gooi en Vechtstreek samen. Regionaal beleid is nodig, omdat arbeidsvraagstukken zoals het komen tot vraaggerichte reintegratie, een betere aansluiting van vraag en aanbod op de arbeidsmarkt en de bestrijding van jeugdwerkloosheid, vooral in de regio moeten worden opgelost. Hilversum treedt op als voortrekker voor het ontwikkelen van het regionale netwerk met als doel het delen van kennis, ervaringen en initiatieven. Hier ligt een relatie met het programma van Economische Zaken, waarin 3 speerpunten zijn benoemd, te weten Zorg, Media en Toerisme. De in samenwerking met het Regionaal Opleidingscentrum (ROC) en de werkgevers/branches op te zetten re-integratieprojecten in de regio zijn in het bijzonder op deze speerpunten gericht. Vanuit de rijksoverheid wordt sterk gestuurd op de ontwikkeling van (landelijk) 100 Werkpleinen, waarvan 30 zogenoemde ‘plus’ locaties. Het Werkplein Gooi Zuid is een ‘plus’ locatie. UWV WERKbedrijf en Sociale Zaken bieden in de ‘plus’ locaties een uitgebreidere dienstverlening aan werkzoekenden en werkgevers. De dienstverlening aan werkgevers is belangrijk, omdat zij de vacatures kunnen bieden voor werkzoekenden, ook voor de werkzoekenden met een zekere afstand tot de arbeidsmarkt die extra ondersteuning nodig hebben. In september 2009 is het leerwerkloket geopend. Het leerwerkloket is bedoeld voor iedereen, maar met name voor jongeren tussen 15 en 27 jaar. Het leerwerkloket heeft een belangrijke rol in het bestrijden van jeugdwerkloosheid. Er is een regionaal actieplan jeugdwerkloosheid gemaakt en een regionaal convenant afgesloten, met een looptijd tot en met 2011. Vanuit het rijksbeleid voor inburgering ‘Meedoen begint met taal’ richt Sociale Zaken de inzet op het aanbieden van duale trajecten. Migranten kunnen beter inburgeren als ze niet alleen Nederlands leren, maar ook werken of een beroepsopleiding volgen. De effectiviteit van de inburgering neemt daardoor toe, evenals de snelheid en de duurzaamheid van de integratie. Taal wordt ingezet als middel om te participeren; aangevuld met een onderdeel gericht op werk, de toeleiding naar werk of maatschappelijke participatie. Saldo beleidsdoel € 2.159.000 Prestaties in 2011 (speerpunten): 1. Het realiseren van uitstroom naar werk. Het plaatsen van nieuwe en bestaande klanten in een traject dat gericht is op werk, met uitzondering van klanten die (tijdelijk) vrijstelling van de arbeidsverplichting hebben. Het ondersteunen van nieuwe of bestaande klanten om op een andere manier aan de maatschappij deel te nemen (participeren), als de afstand tot de arbeidsmarkt (nog) te groot is. 2. Het inzetten van duale trajecten (taal met werk, ondernemerschap, scholing en opvoedkundige ondersteuning) voor inburgeringplichtigen en inburgeringbehoeftigen, mede via een wijkgerichte aanpak. 3. Het werven van vrijwillige inburgeraars.
41
Indicator Aantal uitstroom naar betaalde arbeid (re-integratiepositie 5/6). Aantal klanten met een hogere re-integratiepositie (re-integratiepositie 1/2/3/4, stand 01-01 ten opzichte van 31-12 in het meetjaar). Duale trajecten inburgeraars als % van het totale aantal inburgeraars. Aantal vrijwillige inburgeraars.
Bron
Referentiewaarde (2009)
2011
2012
2013
2014
GWS4all
139.
150
155
155
155
GWS4all
--
125
125
125
125
GWS4all/ISI
66
80
80
80
80
GWS4all
39
40
40
40
40
42
Integrale dienstverlening Beleidsdoel 2.2.: De klant ervaart de dienstverlening op het gebied van werk, inkomen en zorg als één geheel. De dienstverlening is zoveel mogelijk op de persoon toegespitst en passend bij de persoonlijke situatie, mogelijkheden, behoeften en wensen van de klant. De klant ontvangt een samenhangende dienstverlening en een sluitende aanpak. Er is voldoende informatie beschikbaar en de informatie wordt op een duidelijke manier gepresenteerd en gecommuniceerd. In de persoonlijke contacten tussen medewerkers en klanten ervaren klanten een respectvolle, serieuze en vriendelijke behandeling. De dienstverlening op het Werkplein sluit op elkaar aan. Wij vragen maar één keer de gegevens van de klant. Voor de ketenpartners Werk en Inkomen blijven deze gegevens beschikbaar en actueel. Dubbele en overbodige handelingen worden daarmee voorkomen. De dienstverlening staat open voor alle burgers, waarbij de klant zijn eigen kanaal kiest (internet, post, telefoon, fysiek). Wij handelen afspraken en aanvragen snel af en binnen de toegezegde termijn. De dienstverlening is zo ingericht dat de klant serieus genomen wordt, voldoende aandacht krijgt en voldoende inbreng heeft in het gebruik van de dienstverlening. De klant houdt de regie over het proces. Klanten worden actief geholpen bij het vinden van oplossingen en wij houden ons aan de afspraken. De dienstverlening biedt een goed evenwicht tussen de rechten van de klant (ondersteuning) en de plichten van de klant (zoals het zoeken naar werk en het werken aan competenties). Voor de klant is het duidelijk op welke wijze een beslissing tot stand komt. Wij werken aan het verlichten van de administratieve lasten voor klant en organisatie door zoveel mogelijk gebruik te maken van de gegevens waar wij al over kunnen beschikken. Door optimaal gebruik te maken van het digitaal klantdossier (DKD) en van gegevens die binnen de gemeente al beschikbaar zijn, hoeven we minder bewijsstukken aan de klant te vragen. Dit maakt ook een versnelling mogelijk in de rechtmatigheidcontrole. Formulieren, brieven en processen worden gescreend en aangepast op basis van het principe van lastenverlichting en voldoen aan de Wet Eenmalige Uitvraag (WEU). Online dienstverlening wordt verder mogelijk gemaakt (DigiD, eformulieren en e-WWB). Als onderdeel van administratieve lastenverlichting wordt het digitaal klantdossier (DKD) verder ontwikkeld. Hiermee wordt het DKD nadrukkelijk gepositioneerd als instrument voor integrale dienstverlening in de keten van werk en inkomen. Voor klanten is het onder meer mogelijk om hun eigen gegevens in te zien via een zogenoemd ‘klantbeeld’. Saldo beleidsdoel € 259.000 Prestaties in 2011 (speerpunten): 1. Verbetering van de klantgerichtheid werkzoekenden. Tweejaarlijks wordt door het Bureau Keteninformatisering Werk en Inkomen (BKWI) de klantgerichtheid in de keten gemeten op zes klantprincipes.
Bron
Referentiewaarde (2009) rapportcijfer
2011
2012
2013
2014
Bereikbaarheid en toegankelijkheid.
SUWI-keten
6,7
6,8
6,9
7,0
7,0
Persoonlijke aandacht.
SUWI-keten
6,9
7,0
7,0
7,0
7,0
Maatwerk.
SUWI-keten
6,3
6,5
6,7
6,9
7,0
Indicator
Tijdigheid.
SUWI-keten
6,0
6,3
6,6
6,9
7,0
Duidelijkheid.
SUWI-keten
6,2
6,4
6,6
6,8
7,0
Vaste contactpersoon.
SUWI-keten
6,9
7,0
7,0
7,0
7,0
43
Financiële voorzieningen Beleidsdoel 2.3.: De juiste uitkering, rechtmatig verstrekt, binnen de daarvoor gestelde termijn. In het aanvraagproces werken het UWV WERKbedrijf en Sociale Zaken samen. De werkzoekende dient in dat kader alle inspanningen te verrichten om aan het werk te komen of zijn kansen daartoe te vergroten. De afdeling Sociale Zaken zorgt voor een rechtmatige verstrekking van de uitkering aan de klant. Dat houdt in dat de afdeling ervoor zorgt dat aanvragen voor een uitkering juist zijn (gebaseerd op alle feiten en relevante persoonlijke omstandigheden) en de uitkering tijdig (binnen de wettelijke termijn) verstrekt wordt. Zodra een uitkering onrechtmatig verstrekt is, zal er stevig worden ingezet op het terugvorderen hiervan. De klanten en de inwoners van Hilversum met een minimuminkomen worden met behulp van diverse communicatiemiddelen gewezen op de overige beschikbare voorzieningen, zoals bijzondere bijstand, de langdurigheidstoeslag, deelname aan de collectieve ziektekostenverzekering en de mogelijkheden van ondersteuning bij het oplossen van schuldenproblematiek. De gemeente krijgt naar verwachting in 2010 een wettelijke verantwoordelijkheid voor schuldhulpverlening. Er is een nauwe samenwerking met de Kredietbank Nederland. Medewerkers van de Kredietbank houden spreekuren bij het Informatieloket van Sociale Zaken. Elke nieuwe klant krijgt een individueel informatiegesprek waarin recht en plichten van de uitkering worden uiteengezet. Op deze manier worden rechtmatigheid, doelmatigheid en zorg met elkaar verbonden. Vanwege de toenemende schuldenproblematiek versterken we de samenwerking met externe hulporganisaties, zetten meer instrumenten in en meer preventie. Kern is dat de voorzieningen laagdrempelig, effectief en duurzaam zijn. Meer preventie bestaat o.a. uit signalering (voorlichting en actieve verwijzing), budgetvoorlichting en -lessen op scholen, in buurthuizen en jongerencentra, preventief budgetbeheer, hulp bij belastingteruggave e.d. Ook in 2011 blijven we het gebruik van voorzieningen voor de minima stimuleren. Saldo beleidsdoel € 10.115.000 Prestaties in 2011 (speerpunten): 1. Doorontwikkelen van de handhavingaspecten binnen de dienstverlening en sturen op de doelstellingen van het beleidsplan handhaving. 2. Het incasseren van 55% van de nieuwe vorderingen WWB. 3. Bewaken van termijnen van afhandeling van aanvragen en de rechtmatigheid. 4. Gebruik maken van de beschikbare communicatiemiddelen om klanten en inwoners van Hilversum te wijzen op de mogelijkheden van bijzondere bijstand, langdurigheidstoeslag, de collectieve zorgverzekering en ondersteuning bij het oplossen van schuldenproblematiek. 5. In de acht wijken van Hilversum wordt een voorlichtingsbijeenkomst georganiseerd. Bron
Referentiewaarde (2009)
2011
2012
2013
2014
% tijdige afdoening van werkprocessen aanvraag levensonderhoud.
GWS4all
85
90
90
90
90
% incasso op nieuwe WWB debiteuren.
GWS4all
Indicator
55
55
55
55
55
% huishoudens met een minimum inkomen dat gebruik GWS4all/CBS maakt van bijzondere bijstand.
49
60
60
60
60
% tijdige afhandeling aanvraag schuldhulpverlening.
Stadsbank
85
90
90
90
90
SZ
--
8
8
8
8
Aantal voorlichtingsbijeenkomsten.
44
45
PROGRAMMA 2
2
Sociale Zaken Bedragen x 1.000 begr. begr. 2014 2015
rek 2009
begr. 2010
begr. 2011
begr. 2012
begr. 2013
Lasten (excl. toevoegingen reserves) 2.1 Iedereen aan bod (re-integratie en participatie) 2.2 Integrale dienstverlening werk, inkomen en zorg 2.3 De juiste uitkering, rechtmatig en op tijd
9.281 1.107 38.128
8.178 636 38.016
8.111 859 39.044
8.086 859 38.652
8.086 859 38.529
8.086 859 37.809
8.086 859 37.809
Totaal lasten
48.516
46.830
48.014
47.597
47.474
46.754
46.754
Baten (excl. onttrekkingen reserves) 2.1 Iedereen aan bod (re-integratie en participatie) 2.2 Integrale dienstverlening werk, inkomen en zorg 2.3 De juiste uitkering, rechtmatig en op tijd
6.377 605 29.384
5.688 350 30.559
5.952 600 28.929
5.952 600 28.689
5.952 600 28.689
5.952 600 28.689
5.952 600 28.689
Totaal baten
36.366
36.597
35.481
35.241
35.241
35.241
35.241
2.904 502 8.744
2.490 286 7.457
2.159 259 10.115
2.134 259 9.963
2.134 259 9.840
2.134 259 9.120
2.134 259 9.120
12.150
10.233
12.533
12.356
12.233
11.513
11.513
-
-
-
12.150
10.233
12.533
12.356
12.233
11.513
11.513
Beleidsdoel
Omschrijving beleidsdoel
Saldo (excl. mutaties reserves) 2.1 Iedereen aan bod (re-integratie en participatie) 2.2 Integrale dienstverlening werk, inkomen en zorg 2.3 De juiste uitkering, rechtmatig en op tijd
Totaal saldo Toevoegingen reserves Onttrekkingen reserves Totaal saldo incl. reservemutaties
46
Beleidsdoel
Omschrijving beleidsdoel
begr 2011
begr 2012
Bedragen x 1.000 begr begr 2013 2014
Investeringen
Totaal
Beleidsdoel
-
Omschrijving beleidsdoel
1-12011
-
Erbij
-
-
Bedragen x 1.000 31-12Eraf 2011
Reserves
Totaal reserves
-
-
-
-
-
-
-
-
Voorzieningen
Totaal voorzieningen
Bedragen x 1.000 48.014 35.481
Te autoriseren lasten en baten Lasten 2011 Baten 2011
47
48
Programma 3
Onderwijs
49
Programma 3: Onderwijs
Maatsch. effecten
Beleidsterreinen
Onderwijshuisvesting
Beleidsdoelen
Prestaties
(wat willen we bereiken?)
(wat gaan we doen?)
3.1 Voldoende en functionele onderwijshuisvesting. Saldo € 9.972.000
Onderwijsaanbod afstemmen op in Hilversum levende wensen en behoeften, en op een voor de arbeidsmarkt relevante startkwalificatie voor schoolverlaters (MBO v.a. niveau 2, HAVO, VWO).
Onderwijsachterstanden
3.2 Vergroting gebruik voorzieningen onderwijsachterstanden. Saldo € 465.000
Onderwijsaanbod Saldo € 11.540.000
3.3 Onderwijsaanbod afgestemd op behoefte regio.
- Treffen van huisvestingsvoorzieningen (uitbreiding, renovatie, nieuwbouw) die zijn opgenomen in het onderwijs huisvestingsprogramma 2011. - Uitvoeren van onderhoudswerkzaamheden aan schoolgebouwen voor primair onderwijs, die voor 2010 in het meerjaren onderhoudsprogramma zijn opgenomen. - Tijdig beschikbaar hebben van tijdelijke onderkomens voor scholen met nieuwbouwof renovatieplannen.
- Vastleggen doorgaande leerlijn tussen vooren vroegschoolse educatie. - Uitvoeren maatregelen van Raamwerk onderwijsachterstanden beleid 2006-2010, die uiteindelijk moeten leiden tot groter bereik van de doelgroep.
- Bepalen van een definitieve locatie voor de Donnerschool.
Saldo € 959.000
Kwalificatieplicht/ voorkomen voortijdig schoolverlaten
3.4 Afname aantal voortijdige schoolverlaters. Saldo € 144.000
50
- Sluitend registreren en monitoren van voortijdig schoolverlaters. - Trajectbegeleiding voor jongeren zonder startkwalificatie. - Implementeren van verzuimprotocol voor voortgezet onderwijs. - Implementeren digitaal loket verzuim IB-groep.
Programma 3: Onderwijs Portefeuillehouder: Dienst:
E. Boog Inwoners
Missie/programmadoelstelling Het programma Onderwijs richt zich op een onderwijsaanbod, dat is afgestemd op de in de Hilversumse samenleving levende wensen en behoeften en op een voor de arbeidsmarkt relevante startkwalificatie voor iedere leerling die de school verlaat (MBO op minimaal niveau 2, HAVO, VWO).
Context en achtergrond Hilversum kent een divers onderwijsaanbod (basisonderwijs, speciaal basisonderwijs, voortgezet onderwijs, Regionaal Opleidingscentrum ROC). Elk onderwijstype dient voldoende capaciteit te hebben. In 2004 is de gemeentelijke Onderwijsnota vastgesteld. Hoewel de nota een beperkte visie op de toekomst bevat, is hij toch meer dan alleen een inventarisatie van de gemeentelijke taken op het gebied van onderwijs. Zo heeft de gemeente wettelijk geregelde taken uit te voeren en heeft daarnaast eigen beleid. Voorbeelden van wettelijke taken zijn: leerplicht, regionale meld- en coördinatiefunctie, leerlingenvervoer, onderwijshuisvesting, onderwijsachterstanden. Onderwijsbegeleiding is een voorbeeld van eigen/lokaal beleid. Ook de “brede school” is een voorbeeld van eigen/lokaal beleid. De overlegvorm gemeente, schoolbesturen en andere betrokken organisaties op het gebied van onderwijs en jeugd heet Lokaal Educatief Beraad (LEB). Dit LEB bestaat uit schoolbesturen, gemeente en - naar gelang de agenda - andere betrokken organisaties. In het LEB wordt enerzijds op overeenstemming gericht overleg gevoerd (onderwijshuisvesting) en worden anderzijds verplichte of facultatieve onderwerpen besproken (diverse inhoudelijke onderwerpen, zoals onderwijsachterstandenbeleid, wachtlijsten primair onderwijs, jeugdbeleid, brede school, zorg in en om de school). Het onderwijs achterstandenbeleid is per 1 augustus 2006 drastisch veranderd als gevolg van gewijzigd rijksbeleid. Scholen zijn primair verantwoordelijk voor de vroegschoolse educatie (4 tot 6-jarigen). De scholen zijn autonoom: scholen zijn zelf verantwoordelijk voor de zorgtaken en maken dan ook zelf de keus hoe en op welke wijze deze taken worden uitgeoefend. Voorbeelden hiervan zijn: schoolmaatschappelijk werk en onderwijsbegeleiding. De gemeente is verantwoordelijk voor de voorschoolse educatie (2 tot 4-jarigen) van de Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) en voor de schakelklassen. Daarnaast heeft de gemeente een coördinerende rol toebedeeld gekregen. Op 1 augustus 2010 eindigt de planperiode onderwijs achterstandenbeleid. Vanaf genoemde datum komt er een nieuwe planperiode tot 1 augustus 2014. In 2010 zal een nieuw onderwijsachterstandenbeleid worden vastgesteld voor deze periode, gebaseerd op de Wet Ontwikkelingskansen door kwaliteit en educatie (wet OKE). Deze wet treedt op 1 augustus 2010 in werking, met dien verstande dat de oude bekostigingsregeling OAB tot 1 januari 2011 verlengd is en de nieuwe bekostigingsregeling OAB op grond van de wet OKE op 1 januari 2011 in werking treedt. Op grond hiervan moet de gemeente onder meer zorg dragen voor een 100% aanbod van plekken met voorschoolse educatie op de peuterspeelzalen (en eventueel kindercentra) voor doelgroepkinderen. Passend onderwijs betekent dat elk kind onderwijs krijgt dat het beste bij zijn of haar talenten en beperkingen past. Ook de kinderen met een stoornis, ernstige ziekte of handicap. Zij kunnen extra hulp krijgen op een reguliere school of op een school voor speciaal onderwijs. Om te garanderen dat alle leerlingen onderwijs krijgen dat bij hen past, wordt - naar verwachting - per 1 augustus
51
2012 de zorgplicht bij wet ingevoerd. Scholen en schoolbesturen worden dan verplicht te zorgen voor een passende onderwijsplek en passend onderwijs voor elke leerling. Passend onderwijs is dus een verantwoordelijkheid van de schoolbesturen. De rol van de gemeente is volgend en raakt het lokale onderwijsbeleid op punten als huisvesting, jeugdbeleid, leerlingenvervoer, opvangvoorzieningen en het creëren van een dekkend aanbod. Handhaving leerplicht wordt gedaan door repressief optreden, controle op melden verzuim door scholen aan de hand van het verzuimprotocol. Bij verzuim worden de leerlingen zonder startkwalificatie actief opgespoord en begeleid door middel van huisbezoek. Vanaf 1 augustus 2007 is het basisonderwijs verplicht om vorm te geven aan buitenschoolse opvang. De gemeente is hiervoor niet primair verantwoordelijk, maar streeft wel naar samenhang in de voorzieningen. De doelstellingen voor buitenschoolse opvang en brede school staan beschreven in het programma Jeugd. Het programma onderwijs heeft een relatie met de programma’s Jeugd en Sociale Zaken.
Kaderstellende beleidsnota’s • • • • • • • • • •
Convenant onderwijshuisvesting (2006). Actualisering onderwijshuisvesting (2009). Plan van aanpak onderwijshuisvesting (2009). Onderwijsnota (2004). Raamwerk onderwijs achterstandenbeleid 2006-2010. Nota “Voorschool Vooruit”. (Beleidsnota Peuterspeelzaalwerk - verschijnt in 2010). Kadernota Jeugd “Opgroeien en meedoen” 2008. Nota “Breder dan school” 2008. Projectplan Maatschappelijke stage voortgezet onderwijs 2008.
Programmaonderdelen Het programma kent de volgende onderdelen: • Onderwijshuisvesting. • Onderwijsachterstanden. • Onderwijsaanbod. • Kwalificatieplicht/Voorkomen voortijdig schoolverlaten.
Subfuncties
• • • • • • • • • • •
421.2 Openbaar basisonderwijs, onderwijshuisvesting. 423.2 Bijzonder basisonderwijs, onderwijshuisvesting. 432.2 Bijzonder speciaal basisonderwijs, excl. onderwijshuisvesting. 433.2 Bijzonder speciaal basisonderwijs, onderwijshuisvesting. 441.2 Openbaar voortgezet onderwijs, onderwijshuisvesting. 443.2 Bijzonder voortgezet onderwijs, onderwijshuisvesting. 480.1 Onderwijsbegeleiding. 480.2 Centrale gymnastieklokalen. 480.3.Overige voorzieningen t.b.v. onderwijs (o.a. onderwijsachterstandenbeleid). 480.4 Gebouwen met voormalige onderwijsbestemming. 623.1 Participatiebudget: volwassenen educatie.
52
Onderwijshuisvesting Beleidsdoel 3.1.: Voldoende, goed onderhouden, veilige en functionele huisvesting voor het primair en voortgezet onderwijs in Hilversum. Onderwijshuisvesting is een wettelijk geregelde taak voor de gemeente. Voor het uitvoeren van deze taak stelt de gemeente jaarlijks een investeringsbudget beschikbaar voor nieuwbouw, uitbreiding, renovatie, levensduur verlengende voorzieningen van de schoolgebouwen. De gemeente en schoolbesturen hebben in 2006 een convenant onderwijshuisvesting afgesloten. In het convenant zijn afspraken opgenomen over het uitvoeren van de wettelijke taak en deze afspraken zijn vooral gericht op de investeringen in de schoolgebouwen. De afspraken vastgelegd in het convenant worden tweejaarlijks geactualiseerd. De actualisering 2009 geeft inzicht in de ontwikkelingen die gevolgen hebben voor de investeringen tot en met 2017. Het verwachte investeringsbedrag tot en met 2017 is opgenomen in de jaarschijven 2013, 2014 en 2015, waarvan tot en met 2014 in het investeringsprogramma 2011-2014. In het jaar 2010 is gestart met de actualisering van het convenant. Deze actualisering wordt in het eerste kwartaal 2011 afgerond. Deze actualisering heeft, evenals de actualisering 2009, betrekking op het inventariseren en verwerken van nieuwe ontwikkelingen. Het voor nieuwbouw, uitbreiding c.q. benodigde investeringsbudget is verwerkt in het investeringsprogramma. In de exploitatiebegroting is rekening gehouden met het onderhoud van schoolgebouwen. De verdeling van het huisvestingsbudget vindt plaats door het jaarlijks vast te stellen huisvestingsprogramma. De behoefte wordt mede bepaald door nieuw rijksbeleid, maar ook door eigen (lokaal) beleid, zoals de voorzieningen speciaal onderwijs, naschoolse opvang, brede school en -in het geval van renovatie en (vervangende) nieuwbouw van gymnastiekaccommodaties- de behoeften van welzijn en sport. Met de schoolbesturen wordt in het Lokaal Educatief Beraad op overeenstemming gericht overleg gevoerd over de vaststelling van het huisvestingsprogramma. In 2011 zal gestart worden met de nieuwbouw en renovatieproject voor de Mozaïekschool, de renovatie van de schoolgebouwen aan de Buisweg en de Badhuislaan. De 2 scholen aan het Laapersveld zullen opgeleverd worden. Het project Larenseweg is in volle gang. Bovendien zal de realisatie van extra lokalen in het basisonderwijs afgerond worden (zoals bij de Van Rijckenborghschool, de Goudenregenschool, Montessorischool Centrum en De Wilge). In de exploitatiebegroting is rekening gehouden met het onderhoud van schoolgebouwen. Dit budget is gebaseerd op de uitkomst van het meerjarenonderhoudsplan 2010. Het meerjarenonderhoudsplan wordt tweejaarlijks geactualiseerd. Saldo beleidsdoel € 9.972.000 Prestaties in 2011 (speerpunten): 1. Het treffen van de huisvestingsvoorzieningen (uitbreiding, renovatie, nieuwbouw) die zijn opgenomen in het onderwijs huisvestingsprogramma 2011; hiervoor is een investeringsbudget van € 6.123.000,-- gereserveerd. 2. Het uitvoeren van onderhoudswerkzaamheden aan de schoolgebouwen voor primair onderwijs die voor 2011 in het meerjarenonderhoudsprogramma zijn opgenomen (budget 2011: € 600.000,--). 3. Het tijdig beschikbaar hebben van tijdelijke onderkomens voor scholen die nieuwbouw plegen of grootscheeps renoveren (budget 2011 € 912.000,--). Bron
Referentiewaarde (2009)
2011
2012
2013
2014
Afdeling B&E Dienst Inwoners
40
70
80
90
95
Indicator % schoolgebouwen dat voldoet aan de doelstelling convenant onderwijshuisvesting.
53
Onderwijsachterstandenbeleid Beleidsdoel 3.2.: Vergroting van het bereik van de doelgroep allochtone en autochtone kinderen/leerlingen die gebruik maakt van de voorzieningen ter bestrijding van onderwijsachterstanden. De gemeente heeft een wettelijk geregelde taak op het gebied van onderwijsachterstanden en is verantwoordelijk voor de doelgroep nul tot vierjarigen, oftewel voor het voorschoolse gedeelte van de Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE). Basisscholen zijn verantwoordelijk voor de doelgroep vanaf vier jaar. Een goede taalbeheersing is het doel van het onderwijsachterstanden beleid. Dit is immers een voorwaarde voor het goed doorlopen en afronden van de schoolloopbaan. Samen met de betrokken organisaties (peuterspeelzalen, kinderopvang, jeugdgezondheidszorg, onderwijsbegeleidingsdienst) geeft de gemeente invulling aan deze taak door het beschikbaar stellen van middelen, die de gemeente van de rijksoverheid ontvangt. Overleg over actuele ontwikkelingen, activiteiten en besteding van de middelen vindt plaats via de gemeentelijke Regiegroep VVE (een werkgroep van het Lokaal Educatief Beraad). Door een intensivering van het rijksbeleid zijn er meer middelen voor VVE beschikbaar gekomen. Deze middelen worden ingezet voor de realisering van meer voorzieningen (o.a. door méér peuterspeelzalen en mogelijk ook kindercentra gebruik te laten maken van speciale VVE-programma’s) en korting op de ouderbijdrage. De verwachting is dat we ieder jaar - en dus ook in 2011 - tussen de 5 en 10% meer kinderen uit de doelgroep kunnen bereiken. Dit is in de streefcijfers verwerkt. Het aangepaste beleid is vastgelegd in de nota “Voorschool Vooruit” Hierin wordt onder meer extra inzet op autochtone kinderen met taalachterstand voorgesteld. Vanaf 2011 treedt de nieuwe bekostigingsregeling onderwijsachterstandenbeleid (waartoe o.a. VVE behoort) in werking. De gemeente is verder verantwoordelijk voor de (succesvol gebleken) schakelklassen in het basisonderwijs (intensief taalonderwijs voor daarvoor in aanmerking komende leerlingen gedurende een aantal uren per week ) en verstrekt hiervoor subsidie. Daarnaast heeft de gemeente een coördinerende rol ten behoeve van het onderwijsachterstandenbeleid. Sinds jaren wordt voor een specifieke categorie kinderen, namelijk instromende allochtone nieuwkomers, onderwijs aangeboden in de centrale opvangklas. In deze klas (ondergebracht bij De Dubbeldekker) wordt hen een intensief taaltraject aangeboden, dat hen in staat moet stellen binnen een aantal maanden door te stromen naar het reguliere basisonderwijs. Saldo beleidsdoel € 465.000 Prestaties in 2011 (speerpunten): 1. Vastleggen van de doorgaande leerlijn tussen voor- en vroegschoolse educatie (peuterspeelzalen, eventueel kindercentra enerzijds en scholen anderzijds. Er is namelijk een “knip” in verantwoordelijkheden: gemeente is verantwoordelijk voor voorschoolse deel en scholen zijn verantwoordelijk voor vroegschoolse deel). 2. Uitvoeren van de maatregelen van het “Raamwerk onderwijsachterstanden beleid 2006-2010”, de nota “Voorschool Vooruit” en de beleidsnota Peuterspeelzaalwerk (2010), die uiteindelijk moeten leiden tot een groter bereik van de doelgroep VVE-kinderen. Indicator Bereik doelgroep VVE 2/4-jarigen.
Bron
Referentiewaarde (2007)
2011
2012
2013
2014
E
35%
55%
60%
65%
70%
54
Onderwijsaanbod Beleidsdoel 3.3.: Een divers onderwijsaanbod, afgestemd op de behoeften van de regio. Hilversum heeft een divers aanbod van onderwijs voor haar eigen kinderen, maar op het gebied van onderwijsvoorzieningen heeft de gemeente Hilversum ook een regionale functie. In Hilversum zijn een aantal speciale basisscholen gevestigd met een regionale functie. Het tot stand brengen van nieuwe onderwijsvoorzieningen geschiedt in overleg met provincie, regiogemeenten en schoolbesturen. De gemeente verricht ook diverse (deels wettelijke) taken op het gebied van leerlingenvervoer, taalonderwijs buitenlandse kinderen, schoolmaatschappelijk werk, onderwijsbegeleiding. Het grootste deel van het exploitatiebudget is voor deze taken bestemd. Zo wordt vanaf 2010 in het kader van het leerlingenvervoer, de kwaliteit van het leerlingenvervoer bewaakt op het gebied van onder meer veiligheid, faciliteiten, op tijd rijden. Volwasseneneducatie is onderdeel van het Participatiebudget en wordt uitgevoerd door de afdeling Sociale Zaken. Saldo beleidsdoel € 959.000 Prestaties in 2011 (speerpunten): 1. Het bepalen van een definitieve locatie voor de Donnerschool (cluster 4 onderwijs voor kinderen van 4 t/m 12 jaar): deze school heeft zich reeds binnen Hilversum gevestigd. Indicator PM: Tevredenheid ouders en kinderen leerlingenvervoer.
55
Bron
Referentiewaarde (jaar)
2010
2011
2012
2013
--
--
--
--
--
--
Kwalificatieplicht/Voorkomen voortijdig schoolverlaten Beleidsdoel 3.4.: Afname aantal voortijdige schoolverlaters. Elke jongere volgt onderwijs dat past bij zijn/haar individuele mogelijkheden. Binnen de leerplichtwet zijn jongeren volledig leerplichtig tot het einde van het schooljaar waarin ze 16 jaar worden. Alle jongeren die dan nog geen startkwalificatie hebben, zijn daarna tot hun 18e - of tot het moment waarop zij een startkwalificatie hebben behaald - kwalificatieplichtig. Een startkwalificatie is een HAVO of MBO2-diploma. Gemeenten hebben de verplichting om voortijdig schoolverlaten te bestrijden en leerlingen tot 23 jaar te registreren, adviseren en begeleiden naar werk, scholing of een combinatie daarvan. Scholen hebben meldingsplicht. Het aantal voortijdig schoolverlaters moet jaarlijks, conform regeringsbeleid, met 10% verminderen. Het Regionaal Bureau Leerlingzaken (RBL) voert de Regionale Meld- en Coördinatiefunctie (RMC) voortijdig schoolverlaten uit voor Hilversum en de andere 8 gemeenten in Gooi en Vechtstreek en Eemnes. De opdracht is enerzijds te voorkomen dat jongeren tot 23 jaar voortijdig (dus zonder startkwalificatie) het onderwijs verlaten, anderzijds actie te ondernemen om jongeren weer te herplaatsen in een opleiding. De RMC-functie heeft ook tot taak te organiseren dat alle instellingen die betrokken zijn bij het voortijdig schoolverlaten, samenwerken. Jongeren zonder startkwalificatie wordt via RMC-functie een trajectbegeleiding aangeboden. De leerplicht wordt gehandhaafd door repressief optreden, controle op melden van verzuim door scholen aan de hand van het verzuimprotocol. Verbetering aansluiting VMBO-MBO vindt plaats door benaderen en zo vroeg mogelijk begeleiden van risicoleerlingen. Leerlingen zonder startkwalificatie worden bij verzuim actief opgespoord en begeleid door middel van huisbezoek. Totaalbudget beleidsdoel € 144.000 Prestaties in 2011 (speerpunten): 1. Sluitend registreren en monitoren van voortijdig schoolverlaters. 2. Trajectbegeleiding aanbieden aan jongeren zonder startkwalificatie. 3. Implementeren van verzuim protocol scholen voor voortgezet onderwijs. 4. Implementeren van digitaal loket verzuim van de IB-Groep. Indicator
Bron
Referentiewaarde (2008)
2010
2011
2012
2013
Aantal voortijd schoolverlaters.
RBL
220
162
146
132
119
56
57
PROGRAMMA 3
3
Onderwijs rek 2009
begr. 2010
begr. 2011
begr. 2012
begr. 2013
Bedragen x 1.000 begr. begr. 2014 2015
9.533 906 2.124 767
10.071 948 2.092 742
10.060 1.191 1.766 728
9.293 1.191 1.766 728
9.641 1.191 1.766 728
9.141 1.191 1.766 728
9.141 1.191 1.766 728
13.330
13.853
13.745
12.978
13.326
12.826
12.826
Baten (excl. onttrekkingen reserves) 3.1 Voldoende en functionele onderwijshuisvesting 3.2 Vergroting gebruik voorzieningen onderwijsachterstanden 3.3 Onderwijsaanbod afgestemd op behoefte regio 3.4 Afname aantal voortijdige schoolverlaters
1.192 769 1.082 603
88 726 1.057 584
88 726 807 584
88 799 807 584
88 799 807 584
88 799 807 584
88 746 807 584
Totaal baten
3.646
2.455
2.205
2.278
2.278
2.278
2.225
Saldo (excl. mutaties reserves) 3.1 Voldoende en functionele onderwijshuisvesting 3.2 Vergroting gebruik voorzieningen onderwijsachterstanden 3.3 Onderwijsaanbod afgestemd op behoefte regio 3.4 Afname aantal voortijdige schoolverlaters
8.341 137 1.042 164
9.983 222 1.035 158
9.972 465 959 144
9.205 392 959 144
9.553 392 959 144
9.053 392 959 144
9.053 445 959 144
Totaal saldo
9.684
11.398
11.540
10.700
11.048
10.548
10.601
-
-
-125
-125
-125
-125
-125
9.684
11.398
11.415
10.575
10.923
10.423
10.476
Beleidsdoel
Omschrijving beleidsdoel
Lasten (excl. toevoegingen reserves) 3.1 Voldoende en functionele onderwijshuisvesting 3.2 Vergroting gebruik voorzieningen onderwijsachterstanden 3.3 Onderwijsaanbod afgestemd op behoefte regio 3.4 Afname aantal voortijdige schoolverlaters
Totaal lasten
3,00
Toevoegingen reserves Onttrekkingen reserves
Totaal saldo incl. reservemutaties
58
Bedragen x 1.000 begr begr 2013 2014
begr 2011
begr 2012
Investeringen 3.1 Voldoende en functionele onderwijshuisvesting
6.723
6.806
6.900
6.641
Totaal
6.723
6.806
6.900
6.641
Beleidsdoel
Beleidsdoel
Omschrijving beleidsdoel
Omschrijving beleidsdoel
Bedragen x 1.000 31-12Eraf 2011
1-12011
Erbij
Reserves 3.1 Voldoende en functionele onderwijshuisvesting
4.695
-
-125
4.570
Totaal reserves
4.695
-
-125
4.570
Voorzieningen 3.1 Voldoende en functionele onderwijshuisvesting
164
220
-250
134
Totaal voorzieningen
164
220
-250
134
Bedragen x 1.000 13.745 2.205
Te autoriseren lasten en baten Lasten 2011 Baten 2011
59
60
Programma 4
Welzijn en Zorg, inclusief Volksgezondheid
61
Programma 4: Welzijn en Zorg, inclusief Volksgezondheid Maatsch. effecten
Beleidsterreinen
Beleidsdoelen
Prestaties
(wat willen we bereiken?)
(wat gaan we doen?)
4.1 Bevordering sociale samenhang. Saldo € 4.645.000
- Geactualiseerd gemeentelijk beleid woondienstenzones vaststellen. - Uitwerking pilot "Hulp in de buurt" in Oost. - Vaststellen kaderstellend beleid Mantelzorgondersteuning. - Vaststellen kaderstellend Vrijwilligersbeleid.
Maatschappelijke ondersteuning 4.2 De meest passende WMO-voorziening naar tevredenheid uitgedrukt. Saldo € 13.224.000 Voor alle inwoners mogelijk maken om in een gezonde en veilige fysieke en sociale omgeving zo zelfstandig mogelijk te leven en naar vermogen deel te nemen aan het maatschappelijk leven. Motto: iederen doet mee, iedereen voelt zich thuis.
4.3 Begeleiding naar zelfredzaamheid.
- Proces van aanbod naar vraaggericht werken. - Uitvoeren AWBZ-pakketmaatregelen. - Evaluatie huishoudelijke hulpen t.b.v. eventuele nieuwe aanbestedingen in 2011.
- Invulling geven aan besteding van de verlaagde doeluitkering.
Saldo € 3.553.000 Maatschappelijke zorg 4.4 Vermindering overmatig alcoholgebruik < 16.
- Extra aandacht voor handhavingsmaatregelen in Horeca (herhalen mystery shopactie) en extra maatregelen bij evenementen.
Saldo € 404.000 Saldo € 22.878.000
Gezondheidszorg
4.5 Verbetering openbare gezondheidszorg. Saldo € 1.052.000
62
- Huisartsen faciliteren om bestaande huisartsenpraktijken uit te bouwen tot gezondheidscentra, danwel nieuwe gezondheidscentra opzetten, zodat in Hilversum een dekkend aanbod ontstaat voor de hele stad.
Programma 4: Welzijn en Zorg, inclusief Volksgezondheid Portefeuillehouder: Dienst:
E.G.J. van der Want Inwoners
Missie/programmadoelstelling Het voor alle inwoners mogelijk maken om in een gezonde en veilige fysieke en sociale omgeving zo zelfstandig mogelijk te leven en naar vermogen deel te nemen aan het maatschappelijke leven. Motto: iedereen doet mee, iedereen voelt zich thuis.
Context en achtergrond Op 1 januari 2007 is de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) in werking getreden. De WMO heeft als belangrijkste uitgangspunt: “Iedereen moet mee kunnen doen”. Met andere woorden de WMO streeft naar maximale participatie van mensen aan de samenleving. De wet kent vier hoofddoelen: zelfredzaamheid, maatschappelijke participatie, maatschappelijke inzet (hulp en zorg van en voor elkaar), en sociale samenhang (verbetering of instandhouding van een veilig en leefbaar sociaal-maatschappelijk klimaat in buurten en wijken). Binnen de gemeente Hilversum wordt ten aanzien van de inhoudelijke uitwerking van deze wet gewerkt met 9 prestatievelden, te weten: 1. bevorderen van de sociale samenhang; 2. op preventie gerichte ondersteuning van jeugdigen; 3. het geven van informatie, advies en cliëntondersteuning; 4. het ondersteunen van mantelzorgers en vrijwilligers; 5. het bevorderen van deelname aan het maatschappelijke verkeer; 6. het verlenen van voorzieningen aan mensen met een beperking; 7. het bieden van maatschappelijke opvang, waaronder vrouwenopvang; 8. het bevorderen van openbare geestelijke gezondheidszorg; 9. het bevorderen van verslavingsbeleid. De gemeenteraad heeft in december 2007 het beleidsplan WMO “werken aan kwaliteit van leven” vastgesteld. Dit beleidsplan is van kracht tot 2012. Derhalve zal in 2011 een actualisering van dit beleid uitgevoerd worden. Tevens heeft het college forse bezuinigingen aangekondigd op het gebied van welzijn en zorg. Het nieuwe beleid is gericht op vraagsturing en een doelmatige en samenhangende inzet van middelen. Een relevant gegeven is de groeiende trend om zolang als mogelijk zelfstandig te blijven wonen. Steeds meer mensen willen hun zelfstandigheid en zelfredzaamheid zoveel en zo lang mogelijk handhaven en uit onderzoek is gebleken, het liefst in de eigen woonomgeving c.q. eigen wijk. Diverse (landelijke) regelingen, zoals de Wet Maatschappelijke Ondersteuning, woonzorgstimulering, woonzorgvernieuwing, het realiseren van zorgvriendelijke, alsmede leefbare en veilige wijken en het stimuleren van het levensloopbestendig bouwen, onderstrepen de ingeslagen weg van het gemeentelijk beleid t.a.v. de woondienstenzones. Voor hulpverlening in multi probleemsituaties is het Regionaal Kompas Gooi en Vechtstreek bij het Ministerie van VWS is ingediend. Doel is om in de jaren 2008-2014 een “sluitende keten” te organiseren op het gebied van maatschappelijke zorg. De herverdeling van de Rijksdoeluitkering maatschappelijke opvang valt voor de regio Gooi en Vechtstreek zeer negatief uit (korting van ruim € 1 miljoen op een budget van € 3 miljoen). Hierdoor komt de voorgenomen uitvoering van de beleidsdoelen uit het Regionaal Kompas sterk onder druk te staan. In 2010 zal duidelijk worden via een voorstel aan het regionale portefeuillehouderoverleg WWZ/Gezondheidszorg - hoe de afgeslankte doeluitkering Maatschappelijke opvang wordt verdeeld, op basis van nieuw vast te stellen beleid, en welke prioriteiten daarin gesteld worden.
63
Gezondheidszorg: GGD Gooi en Vechtstreek is bezig met een kerntakendiscussie, die vanaf 2012 tot bezuiniging moet leiden. Gemeenten dienen daarbij strakkere regie te gaan voeren met betrekking tot de begroting van de GGD als onderdeel van het Gewest Gooi en Vechtstreek. In 2011 wordt een nieuw lokaal preventief gezondheidsbeleid voor de periode 2012-2016 ontwikkeld. Ten slotte zal een “visie op eerstelijnszorg” ontwikkeld worden, waarin de rol van gemeente en maatschappelijke partners en zorgaanbieders beschreven is. Een aanzet voor deze visie is op 20 september jl. aan de raad gepresenteerd.
Kaderstellende beleidsnota’s • • •
WMO-beleidsplan 2007. Lokale nota preventief gezondheidsbeleid 2007. Regionaal Kompas Gooi- en Vechtstreek 2008.
Programmaonderdelen Het programma kent de volgende onderdelen: • Maatschappelijke Ondersteuning. • Maatschappelijke Zorg. • Gezondheidszorg.
Subfuncties • • • • • • • •
511.1 Vormings- en ontwikkelingswerk. 620.1 Maatschappelijke begeleiding en advisering. 622.1 Wet Maatschappelijke Ondersteuning. 630.1 Sociaal cultureel werk. 650.1 Kinderopvang. 652.1 Wet Maatschappelijke Ondersteuning. 711.1 Ambulancevervoer. 714.1 Openbare gezondheidszorg.
64
Maatschappelijke ondersteuning Beleidsdoel 4.1.: Bevordering van de sociale samenhang in de gemeente c.q. samenleving en het voorkomen en bestrijden van sociaal isolement en maatschappelijke uitsluiting. In het kader van de sociale ondersteuningsstructuur constateren wij dat, als gevolg van o.a. een terugtredende AWBZ, bezuinigingen in de WMO en daardoor een afname van de formele zorg, er meer dan voorheen gebruik zal moeten worden gemaakt van de zogenaamde informele zorg. Het is daarbij van groot belang dat bij de uitvoering van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning, expliciet wordt gekeken naar een hernieuwde visie omtrent deze informele zorg en het organiseren daarvan. Hieraan gekoppeld zal nieuw WMO-beleid worden gemaakt, dat zo veel mogelijk in regionaal verband zal worden opgesteld en dat helder en eenduidig is voor de uitvoering. Hierbij zal zowel het vrijwilligerswerk als de ondersteuning van mantelzorgers specifiek uitgewerkt worden. Beleidsontwikkeling gericht op de ondersteuning van vrijwilligers en mantelzorgers dient plaats te vinden binnen het richtinggevend kader van de basisfuncties vrijwilligerswerk en mantelzorg van het ministerie van VWS. De sociale samenhang komt tot uitdrukking in de manier waarop mensen met elkaar leven en elkaar ondersteunen in de eigen woon- en leefomgeving. Er wordt een vraaggerichte ondersteuningsstructuur ontwikkeld. Het oogmerk daarbij is het vergroten van de zelfredzaamheid van burgers. Saldo beleidsdoel € 4.645.000 Prestaties in 2011 (speerpunten): 1. Een geactualiseerd gemeentelijk beleid woondienstenzones vaststellen. 2. Uitwerking pilot “Hulp in de Buurt” in Oost. 3. Het vaststellen van een kaderstellend beleid Mantelzorgondersteuning. 4. Het vaststellen van een kaderstellend Vrijwilligersbeleid. Indicator
Bron
Referentiewaarde (2010)
2011
2012
2013
2014
Aantal zwaarbelaste mantelzorgers, die worden begeleid.
Versa
301
301
301
301
301
Bemiddeling via vacaturebank.
Versa
500
500
500
500
500
Bemiddeling via thuishulpcentrale.
Versa
400
400
400
400
400
Cliëntkoppelingen via Maatjesproject.
Versa
90
90
90
90
90
Aantallen preventief huisbezoek aan ouderen (75+).
Versa
400
500
600
700
700
Coördinatie/ondersteuning buddyzorg.
Versa
20
20
20
20
20
65
Maatschappelijke ondersteuning Beleidsdoel 4.2.: De meest passende WMO-voorziening naar tevredenheid uitgedrukt. Een van de belangrijkste doelstellingen van de WMO is het laten participeren van de inwoners, zodat zij zo lang mogelijk zelfstandig kunnen blijven wonen en deel kunnen nemen aan maatschappelijke activiteiten. Deze compensatie kan ondermeer bestaan uit voorzieningen of een tegemoetkoming daarin. De voorzieningen zijn huishoudelijke hulp, vervoersvoorzieningen, rolstoelen en woningaanpassingen. Saldo beleidsdoel € 13.224.000 Prestaties in 2011 (speerpunten): 1. De Kanteling. Het proces van aanbod naar vraaggericht werken waarvoor moet worden opgesteld: • nieuwe verordening; • nieuwe beleidsregels; • financieel besluit. Belangrijk bij de kanteling is dat de consulent de instrumenten beheerst die horen bij de werkwijze van de kanteling. Dit zal uiteindelijk, samen met de overige maatregelen moeten leiden tot een vermindering van het aantal toegekende individuele voorzieningen. 2. Uitvoeren van de AWBZ-pakketmaatregelen. Psychosociale begeleiding is verschoven van de AWBZ naar WMO. Dit zal ambtelijk worden uitgewerkt met de verschillende instellingen. 3. Huishoudelijke hulpen (HH) zal in 2010 en (begin) 2011 geëvalueerd worden ten behoeve van eventuele nieuwe aanbestedingen in 2011. Indicator Tevredenheid klanten over de toegang tot de voorzieningen. Tevredenheid klanten over huishoudelijke hulp.
Tevredenheid klanten over hulpmiddelen.
Tevredenheid klanten over het collectief vervoer.
Bron Tevredenheidsonderzoek SGBO Tevredenheidsonderzoek SGBO Tevredenheidsonderzoek SGBO Tevredenheidsonderzoek SGBO
66
Referentiewaarde (2008)
2011
2012
2013
2014
70%
78%
82%
87%
87%
75%
84%
87%
90%
90%
67%
78%
82%
85%
85%
71%
78%
81%
85%
85%
Maatschappelijke zorg Beleidsdoel 4.3.: Mensen kunnen weer zo volwaardig mogelijk en zo zelfredzaam mogelijk meedoen in de samenleving, met een aanvaardbare kwaliteit van leven. De kernwoorden zijn preventie, opvang, toeleiding, doorstroom, rehabilitatie en herstel. De maatschappelijke zorg bestaat uit de beleidsvelden: maatschappelijke opvang (MO), waaronder vrouwenopvang, openbare geestelijke gezondheidszorg (OGGZ) en verslavingszorg. Concreet gaat het om de volgende vormen van zorg of opvang: • vrouwenopvang: het opvangen en begeleiden van vrouwen (met kinderen) in crisissituaties; • crisisopvang: het opvangen en begeleiden van mensen, die in een psychosociale crisis verkeren; • dak- en thuislozenopvang: het opvangen en begeleiden van mensen, die om verschillende redenen dak- of thuisloos zijn; • Openbare Geestelijke Gezondheidszorg (OGGZ): bemoeizorg aanbieden aan zogenaamde “zorgmijders” om hen te bewegen alsnog hulp te zoeken; • verslavingszorg: het helpen en begeleiden van mensen met verslavingsproblemen. Vanaf 2009 wordt er speciale aandacht geschonken aan de problematiek rond daklozen. Bedoeling is om de totale groep van 360 daklozen in de loop der jaren te voorzien van inkomen, van passende woonvoorzieningen (bijvoorbeeld Skaeve Huse), van niet-vrijblijvende zorgtrajecten en van haalbare vormen van werk. De gemeente probeert hier als regisseur alle benodigde instanties goed te laten samenwerken. Hierbij moet worden gedacht aan gesprekken met woningcorporaties, zorgkantoor en andere betrokken organisaties. Doel is om in de jaren 2008-2014 een sluitende keten van maatschappelijke zorg te organiseren (Regionaal Kompas Gooi en Vechtstreek). Door de herverdeling van de rijksuitkering maatschappelijke opvang, die voor deze regio zeer negatief uitvalt, komt dit voornemen onder druk te staan. Saldo beleidsdoel € 3.553.000 Prestaties in 2011 (speerpunten): 1. In 2010 wordt - in overleg met de regiogemeenten - invulling gegeven aan de besteding van de verlaagde doeluitkering en zijn prioriteiten vastgesteld. Bron
Referentiewaarde (2008/2009)
2011
2012
2013
2014
Intraval
2008 (360)
300
240
180
120
2008 (100)
50
75
75
75
2009 (25)
20
15
10
5
Indicator Afname aantal daklozen. Aantal door ACT-teams begeleide cliënten. Afname aantal alcoholverslaafden.
Regionaal Kompas Intraval (éénmeting)
67
Maatschappelijke zorg Beleidsdoel 4.4.: Vermindering van overmatig alcoholgebruik onder Hilversumse jongeren onder 16 jaar. Vermindering van het overmatig alcoholgebruik onder jongeren in Hilversum wordt regionaal opgepakt. In deze regio is de situatie erger dan in de rest van het land. Samen met GGZ Nederland en het Trimbosinstituut wordt daarom in deze regio extra inspanning geleverd om het alcoholgebruik terug te dringen. Het gaat onder meer om het organiseren van theatervoorstellingen op middelbare scholen, door de GGD te organiseren voorlichtingscampagnes, onderzoek alcoholverstrekkingen in sportkantines, aanscherpen handhavingsmaatregelen in horeca, alcoholverstrekkingen in supermarkten/slijterijen aan jongeren onder 16 jaar en extra maatregelen bij evenementen. Medio 2010 zijn de resultaten gepresenteerd van het E-MOVO-onderzoek van de GGD; daaruit blijkt dat het percentage jongeren van 12-16 jaar dat alcohol gebruikt fors verminderd is, namelijk van 33% naar 23%. De extra inspanningen middels het project “samen aan de slag” hebben wel degelijk effect gehad en tonen aan, dat blijvende aandacht noodzakelijk/gewenst is. Saldo beleidsdoel € 404.000 Prestaties in 2011 (speerpunten): 1. Extra aandacht voor handhavingsmaatregelen in Horeca (herhalen “mystery shopactie”) en extra maatregelen treffen bij evenementen. Indicator % jongeren (van 12-16 jaar) dat overmatig alcohol gebruikt.
Bron
Referentiewaarde (2010)
2011
2012
2013
2014
E-MOVOonderzoek GGD
23%
< 23%
< 23%
< 23%
< 23%
68
Gezondheidszorg Beleidsdoel 4.5.: Verbetering van de openbare gezondheidszorg. Openbare gezondheidszorg omvat die delen van de gezondheidszorg en het openbaar bestuur, die zich doelbewust richten op ziektebescherming en bevordering van de gezondheid van de bevolking of groepen daarin. Deze vorm van zorg vindt veelal plaats zonder dat er een individuele vraag aan ten grondslag ligt en komt tot stand onder verantwoordelijkheid van het openbaar bestuur. GGD Gooi en Vechtstreek is voor de regio (en dus ook voor Hilversum) uitvoerder van het gezondheidsbeleid. De regiogemeenten zijn opdrachtgever en middelenverschaffer. Het beleid is met name gericht op het voorkomen van gezondheidsproblemen; het bestrijden van alcoholgebruik, roken en overgewicht is speerpunt van het beleid. De GGD voert eens in de vier jaar epidemiologisch onderzoek uit onder de volgende bevolkingscategorieën: jeugd, volwassenen en ouderen. Het onderzoek, dat betrekking heeft op de jeugd (E-MOVO) is medio 2010 afgerond. Voor de andere twee onderzoeken zijn in 2011 nog geen nieuwe resultaten te verwachten. Verder voert de GGD de ambulancezorg uit. In 2010 is een notitie eerstelijnszorg opgesteld, samen met de huisartsen en het Tergooiziekenhuis, om de aansluiting tussen de eerstelijn (huisartsen) en de tweedelijn (ziekenhuis) beter te laten functioneren. Rol van de gemeente hierin is te faciliteren (bestemmingsplannen, vergunningen, e.d.) en het ondersteunen van overlegsituaties, waardoor samenwerking wordt bevorderd. Saldo beleidsdoel € 1.052.000 Prestaties in 2011 (speerpunten): 1. Huisartsen faciliteren om bestaande huisartsenpraktijken uit te bouwen tot wijkgezondheidscentra, dan wel nieuwe wijkgezondheidscentra op te zetten, zodat in Hilversum een dekkend aanbod ontstaat voor de hele stad. Norm daarbij is een gezondheidscentrum per 10.000 inwoners.
69
PROGRAMMA 4
4
Welzijn en Zorg Bedragen x 1.000 begr. begr. 2014 2015
rek 2009
begr. 2010
begr. 2011
begr. 2012
begr. 2013
Lasten (excl. toevoegingen reserves) 4.1 Bevordering sociale samenhang 4.2 Een tevreden WMO-klant 4.3 Begeleiding naar zelfredzaamheid 4.4 Vermindering overmatig alcoholgebruik < 16 4.5 Verbetering openbare gezondheidszorg
6.280 14.256 4.120 387 954
6.551 14.624 3.481 399 999
5.469 14.694 3.555 404 1.058
5.312 14.771 3.275 404 1.058
5.288 14.771 3.015 404 1.058
5.288 14.771 2.755 404 1.058
5.288 14.771 2.755 404 1.058
Totaal lasten
25.997
26.054
25.180
24.820
24.536
24.276
24.276
Baten (excl. onttrekkingen reserves) 4.1 Bevordering sociale samenhang 4.2 Een tevreden WMO-klant 4.3 Begeleiding naar zelfredzaamheid 4.4 Vermindering overmatig alcoholgebruik < 16 4.5 Verbetering openbare gezondheidszorg
867 1.338 4.014 377 -
779 1.123 949 6
824 1.470 2 6
903 1.470 2 6
983 1.470 2 6
1.049 1.470 2 6
1.063 1.470 2 6
Totaal baten
6.596
2.857
2.302
2.381
2.461
2.527
2.541
Saldo (excl. mutaties reserves) 4.1 Bevordering sociale samenhang 4.2 Een tevreden WMO-klant 4.3 Begeleiding naar zelfredzaamheid 4.4 Vermindering overmatig alcoholgebruik < 16 4.5 Verbetering openbare gezondheidszorg
5.413 12.918 106 10 954
5.772 13.501 2.532 399 993
4.645 13.224 3.553 404 1.052
4.409 13.301 3.273 404 1.052
4.305 13.301 3.013 404 1.052
4.239 13.301 2.753 404 1.052
4.225 13.301 2.753 404 1.052
Totaal saldo
19.401
23.197
22.878
22.439
22.075
21.749
21.735
-
-
-80
19.401
23.197
22.798
22.439
22.075
21.749
21.735
Beleidsdoel
Omschrijving beleidsdoel
Toevoegingen reserves Onttrekkingen reserves Totaal saldo incl. reservemutaties
70
Beleidsdoel
Omschrijving beleidsdoel
begr 2011
begr 2012
Bedragen x 1.000 begr begr 2013 2014
Investeringen
Totaal
Beleidsdoel
-
Omschrijving beleidsdoel
-
-
-
Bedragen x 1.000 31-12Eraf 2011
1-12011
Erbij
Reserves 4.1 Bevordering sociale samenhang 4.2
161 80
-
-80
161 -
Totaal reserves
241
-
-80
161
-
-
-
-
Voorzieningen
Totaal voorzieningen
Bedragen x 1.000 25.180 2.302
Te autoriseren lasten en baten Lasten 2011 Baten 2011
71
72
Programma 5
Jeugdzaken
73
Programma 5: Jeugdzaken Maatsch. effecten
Beleidsterreinen
Jeugd en Meedoen
Beleidsdoelen
Prestaties
(wat willen we bereiken?)
(wat gaan we doen?)
5.1 Vergroting ontplooiingsmogelijkhed en jeugd. Saldo € 61.000
5.2 Minder kinderen in hulpverleningscircuit. Saldo € 1.004.000 Hilversum wil een veilige en leerzame omgeving bieden waarin kinderen zichzelf ontwikkelen en hun talenten een kans krijgen. Waar zij leren omgaan met verschillen, leren tolerant te willen zijn en leren om elkaar en de samenleving te respecteren. Kinderen op laten groeien tot zelfredzame volwassenen met een goed ontwikkelde eigen identiteit. Opgroeien tot sociaal verantwoordelijke burgers, maatschappelijk actief en met respect. Saldo € 4.653.000
Jeugd in Huis
5.3 Meer huurwoningen voor jongeren. Saldo € 0
Jeugd op School of aan het Werk
5.4 Passend onderwijs/werk jongeren. Saldo € 1.164.000
Jeugd in hun Vrije Tijd
5.5 Voldoende fysieke ruimte voor jeugd. Saldo € 2.424.000
74
- Beschikbaar stellen subsidie waarvoor jongeren makkelijk aanvraag kunnen indienen. - Jaarlijks talentenjacht organiseren in Raadhuis. - Actief betrekken van jeugd bij maken en uitvoeren van plannen (jongerenparticipatie). - Uitvoeren tweejaarlijks jongerenonderzoek. - Uitgeven van een nieuwsbrief voor en door jongeren. - Uitgeven van een nieuwsbrief over jeugdzaken. - Uitvoering en doorontwikkeling plan van aanpak Centra voor Jeugd en Gezin. - Opzetten en meefinancieren goed dekkend regionaal systeem van opvoedings- en gezinsondersteuning. - Uitvoeren speerpunten lokale nota gezondheidszorg met aandacht voor jeugd en mee uitvoeren prioriteiten regionaal gezondheidsbeleid jeugd 2008-2011. - Intensiveren op preventie gerichte ondersteuning jeugdigen met opgroeiproblemen en ondersteuning ouders met opvoedproblemen. - Mee uitvoeren regionale projecten jeugdzorg. - Uitvoeren lokale preventieve taken wet op Jeugdzorg. - Aanpakken van schuldproblematiek onder jongeren d.m.v. voorlichting op scholen en aandacht voor mogelijke schulden in het leerwerkloket. - Sluitende aanpak kindermishandeling regisseren door uitvoering vastgesteld plan van aanpak. - Enkele bouwplannen ontwikkelen in Hilversum voor jongeren (bijv. nieuwbouw naast De Vorstin). - Mogelijke locaties voor (tijdelijke) jongerenhuisvesting. - Ondersteunen scholen bij leggen verbindingen met opvoedingsondersteuning, vrijetijdsbesteding en jeugdzorg. - Ondersteuning bij creëren extra plaatsen in buitenschoolse opvang. - Invulling geven aan onderwijsachterstandenbeleid 2010-2014. - Verbeteren doorgaande lijn tussen voor- en vroegschoolse educatie in een convenant. - Opzetten sluitend registratiesysteem schoolverzuim. - Invoering verplichte maatschappelijke stages. - Vergroten mogelijkheden inzet werkgelegenheidsprojecten. - Meer aandacht voor gezondheid en bewegen op scholen. - Meer hoogwaardige speelplekken. - Naleven afspraken met alle betrokkenen over ontmoeten op straat/beperken overlast. - Subsidiëren en investeren in sportactiviteiten en toernooien. - Subsidiëren verschillende sportactiviteiten/toernooien. - Accent verschuiven van accommodatiegebonden jongerenwerk naar meer jongerenwerk op straat. - Vergroten aanbod van multifunctionele voorzieningen voor kinderen en jongeren. - Verminderen armoede van kinderen uit minder draagkrachtige gezinnen.
Programma 5: Jeugdzaken Portefeuillehouder: Dienst:
E. Boog Inwoners
Missie/programmadoelstelling Hilversum wil een veilige en leerzame omgeving bieden waarin kinderen niet alleen zichzelf ontwikkelen en hun talenten een kans krijgen, maar waar zij ook leren omgaan met verschillen, leren om tolerant te willen zijn en leren om elkaar en de samenleving te respecteren. Wij willen kinderen laten opgroeien tot zelfredzame volwassenen met een goed ontwikkelde eigen identiteit, maar we hechten evenveel belang aan opgroeien tot sociaal verantwoordelijke burgers, maatschappelijk actief en met respect.
Context en achtergrond Jeugd heeft de komende jaren hoge prioriteit, zoals ook blijkt uit het collegeprogramma. Het inwoneraantal van Hilversum is per 1 januari 2010: 84.285. Daarvan hebben er 20.515 de leeftijd van 0 t/m 22 jaar; dat is 24,3% van het totale aantal Hilversummers. Jeugd en jongeren moeten kunnen opgroeien tot gezonde, zelfstandige en betrokken inwoners die meedoen in de Hilversumse samenleving. Investeren in jeugd betekent werken aan de toekomst van Hilversum. Opgroeien in Hilversum betekent dat er ruimte moet zijn voor ontmoeten en ontspannen, groeien, vallen en opstaan, veiligheid in spel en ontmoeting. Meedoen in Hilversum betekent je gewaardeerd voelen en je betrokken weten. Actief meewerken, zelf als jongere initiatief nemen is daarbij het uitgangspunt. In eerste instantie zijn de ouders /opvoeders vooral verantwoordelijk voor dit proces van opgroeien. Dat neemt niet weg dat (soms) ondersteuning kan worden geboden door de lokale gemeenschap. Hiervoor is een integraal samenhangend jeugdbeleid onontbeerlijk.
Kaderstellende beleidsnota’s
• • • • • • • • • • • •
Kader integraal jeugdbeleid 2007-2011 (2007). Uitvoeringsprogramma 2007-2011 (2007). Onderwijsnota (2004). Lokaal gezondheidsbeleid 2008-2011 (2007). Nota Speelruimtebeleid “Geef ze de ruimte” 2008-2015 (2008). Beleidsplan Wet Maatschappelijke ondersteuning (2007). Beleidsnota sport en beweegbeleid: Sportieve tijd 2008-2015 (2008). Beleidsregels m.b.t. huisvesting van buitenschoolse opvang 2008-2011 (2008). Passie voor Cultuur 2009-2012 (2009). Breder dan School 2009-2011 (2009). Nota “Voorschool Vooruit” (2009). Beleidsnota Peuterspeelzaalwerk (2010).
Programmaonderdelen Het programma kent de volgende onderdelen: • Jeugd en Meedoen. • Jeugd in Huis. • Jeugd op School of aan het Werk. • Jeugd in hun Vrije Tijd.
75
Jeugd en meedoen Beleidsdoel 5.1.: In Hilversum heeft de jeugd de kans om hun talenten te ontwikkelen. Dit beleidsdoel laat zich niet strak omlijnen, maar moet mede door jongeren zelf worden ingevuld. De gemeente Hilversum wil graag de jeugd een kans geven hun talent aan anderen te tonen. Ook weten wat er onder jongeren leeft geeft de gemeente handvatten om daadwerkelijk in te spelen op de behoeften onder jongeren. € Totaalbudget beleidsdoel € 61.000 Prestaties in 2011 (speerpunten): 1. Subsidie beschikbaar stellen waarvoor jongeren op een makkelijke manier een aanvraag kunnen indienen voor het organiseren van kleine en grote evenementen. 2. Organiseren van één jaarlijkse talentenjacht (in het Raadhuis). 3. Actief betrekken van de jeugd bij het maken en uitvoeren van plannen (jongerenparticipatie) door middel van het organiseren van een bijeenkomst voor jongeren rondom een bepaald thema. 4. Uitvoeren tweejaarlijks jongerenonderzoek. 5. Het uitgeven van een nieuwsbrief voor en door jongeren 4 x per jaar. 6. Het uitgeven van een nieuwsbrief over jeugdzaken 4 x per jaar. Bron
Referentiewaarde (jaar)
2011
2012
2013
2014
Aantal grote evenementen door jongeren.
gemeente
0 (2009)
2
1
1
1
Aantal kleine evenementen geïnitieerd door de jeugd.
gemeente
4 (2008)
min. 6
min. 6
min. 6
min. 6
Indicator
Respons jongerenonderzoek.
Rapportcijfer jongeren voor Hilversum.
jongerenonderzoek ( 1x per 2 jaar) jongerenonderzoek
76
41,4% (2007)
42,4 %
43,4 %
7,46 (2009)
7,5
7,6
Jeugd in huis Beleidsdoel 5.2.: Afname van het aantal kinderen dat gebruik maakt van het hulpverleningscircuit en voorkomen dat kinderen die gebruik maken van het hulpverleningscircuit tussen de mazen van het net doorglippen. Dit programmaonderdeel kent twee doelstellingen omdat het programma Jeugd in Huis zich niet laat vangen in één algemene doelstelling. Het eerste beleidsdoel heeft te maken met een sluitende aanpak jeugdzorg. Het tweede beleidsdoel heeft te maken met de materiele kant: de huisvesting van jongeren. Door het opsporen van haperingen en leemtes in de hulverlening, en afstemmen van zorg waar nodig, wordt de sluitende keten bevorderd, die voorkomt dat kinderen onbeschermd zijn. Hierbij is er een onderscheid tussen geïndiceerde zorg en relatief lichte opvoedingsproblemen. Ouders willen het liefst hulp dichtbij huis, zonder dat ze direct het stigma krijgen dat het slecht met hen gaat. Totaalbudget beleidsdoel € 1.004.000 Prestaties in 2011 (speerpunten): 1. Uitvoering en doorontwikkeling plan van aanpak Centra voor Jeugd en Gezin. 2. Het opzetten en meefinancieren van een goed dekkend, regionaal systeem van opvoedings- en gezinsondersteuning samen met alle belanghebbenden. Gemeente Hilversum is trekker als Centrumgemeente. 3. Uitvoeren speerpunten lokale nota gezondheidszorg met aandacht voor de jeugd en mee uitvoeren prioriteiten regionaal gezondheidsbeleid jeugd 2008-2011, waaronder: • Riskant genotmiddelengebruik (met name riskant alcoholgebruik) Project: Samen aan de slag, waarbij allerlei interventies zijn gericht op de gebruikers, de jongeren, als op de verstrekkers, ouders, sportkantinemedewerkers, caissières van de supermarkt en horecamedewerkers. • Overgewicht/bewegingsarmoede, Project Gooi in beweging, Integrale aanpak preventie overgewicht bij kinderen van 0-19 jaar. 4. Intensiveren op preventie gerichte ondersteuning van jeugdigen met problemen met opgroeien en ondersteuning van ouders met problemen met opvoeden (prestatieveld 2 WMO) door: Subsidiëren naschoolse opvang voor kinderen met een achterstand, scouting groep voor kinderen met gedragsproblemen. 5. Mee uitvoeren regionale projecten jeugdzorg: • Voorkomen van huiselijk geweld door subsidiëren Steunpunt Huiselijk geweld en participeren in de projectgroep. • Subsidiëren Verwijsindex, Triple P en elektronisch kinddossier. 6. Uitvoeren lokale preventieve taken wet op de Jeugdzorg, zoals informatie/advies, signalering, toeleiding, licht pedagogische hulp en coördinatie van zorg. 7. Aanpakken van de schuldenproblematiek onder jongeren door het geven van voorlichting op scholen en aandacht voor mogelijke schulden in het leerwerkloket. 8. Als centrumgemeente een sluitende aanpak kindermishandeling regisseren door het uitvoeren van het vastgestelde plan van aanpak. Indicator
Bron
% jongeren onder 16 jr. met overmatig alcoholgebruik.
Referentiewaarde (jaar)
2011
2012
2013
2014
onderzoek 33 (2006) < 33* < 33 < 33 < 33 GGD Periodiek onderzoek % kinderen met overgewicht 7-18 jr. 8 (2005) < 8** <8 <8 <8 GGD jongeren% jongeren dat hulp krijgt, indien nodig. 92 (2007) 93 % -94 % -onderzoek * Deze cijfers zijn vastgesteld door de GGD. Het is de bedoeling ieder jaar deze cijfers naar beneden bij te stellen aan de hand van de uitkomsten van het Emovo-onderzoek van de GGD. ** Idem.
77
Beleidsdoel 5.3.: Meer huurwoningen voor jongeren. Huisvesting van jongeren in de gemeente Hilversum is een punt dat de laatste jaren meer aandacht vraagt. Het is voor jongeren in Hilversum moeilijk om aan een betaalbare woning te komen, zowel in het koop- als huursegment. In 2010 heeft er een evaluatie woonruimteverdeling plaats gevonden op basis waarvan een nieuwe visie wordt ontwikkeld. Hierdoor zullen ook de indicatoren op worden bijgesteld. Saldo beleidsdoel € 0 Prestaties in 2010 (speerpunten): 1. Enkele bouwplannen in Hilversum voor jongeren, bijvoorbeeld de nieuwbouw naast De Vorstin. 2. Mogelijke locaties voor (tijdelijke) jongerenhuisvesting. Indicator
Bron
Woning30 (2005) corporaties Onder voorbehoud. Wordt gerelateerd aan de uitkomsten evaluatie Woonruimteverdeling
% huurwoningen toegewezen aan jongeren. *
Referentiewaarde (jaar)
78
2011
2012
2013
2014
35
35
35*
35*
Jeugd op school of aan het werk Beleidsdoel 5.4.: Alle jongeren krijgen passend onderwijs of werk. Door het bundelen van expertise, deskundigheid en middelen van zowel de gemeente, schoolbesturen als andere instellingen kan verder gewerkt worden aan het verbeteren van de kansen van de jeugdigen in Hilversum. De voor- en vroegschoolse educatie (VVE) is een geschikt middel om de taal- en ontwikkelingsachterstand te voorkomen. Het vroegtijdig opsporen van kinderen die VVE nodig hebben is van belang. Bij verschillende scholen en instellingen bestaat de behoefte om voorzieningen voor jeugd beter met elkaar af te stemmen en een sluitend netwerk aan activiteiten te creëren. Gemeenten hebben de verplichting om voortijdig schoolverlaten te bestrijden en leerlingen tot 23 jaar te registreren, adviseren en te begeleiden naar werk. Totaalbudget beleidsdoel € 1.164.000 Prestaties in 2011 (speerpunten): 1. Ondersteunen van scholen bij het leggen van verbindingen met opvoedingsondersteuning, vrijetijdsbesteding en jeugdzorg (door middel van de stedelijke coördinator brede school en de locatiecoördinatoren Brede School). 2. Ondersteuning bij het creëren van extra plaatsen in de buitenschoolse opvang. 3. Invulling geven aan het onderwijsachterstandenbeleid 2010-2014, mede door het opleiden van leidsters VVE en uitbreiding van het aanbod VVE voor de doelgroep. 4. Verbeteren doorgaande leerlijn tussen voorschoolse en vroegschoolse educatie, door meer samenwerking kinderopvang, peuterspeelzalen en scholen (o.a. 1 registratiesysteem voeren). 5. Opzetten van een sluitend registratiesysteem schoolverzuim. 6. Invoering verplichte maatschappelijke stages. 7. Vergroten mogelijkheden inzet werkgelegenheidsprojecten o.a. door het project Toezicht door Jongeren. 8. Meer aandacht geven aan gezondheid en bewegen op scholen, oa door het Project Gooi in beweging. Bron
Referentiewaarde (jaar)
2011
2012
2013
2014
Bereik doelgroep VVE 2/4 jarigen.
E
35 % (2007)
55%
60%
65%
70%
Aantal voortijdige schoolverlaters.
RBL
220 (2008)
162
146
132
119
Indicator
79
Jeugd in hun vrije tijd Beleidsdoel 5.5.: Voldoende ruimte voor kinderen en jongeren, zowel binnens- als buitenshuis. Hilversum is een plek voor alle jongeren. Er moeten genoeg plekken zijn waar kinderen en jongeren kunnen spelen. Voldoende mogelijkheden voor jongeren om in georganiseerd en ongeorganiseerd verband hun vrije tijd door te brengen. Voor de oudere jeugd is het ook belangrijk dat er voldoende mogelijkheden zijn om samen te komen en uit te gaan. Saldo beleidsdoel € 2.424.000 Prestaties in 2011 (speerpunten): 1. Werken aan meer hoogwaardige speelplekken, zowel kwalitatief als kwantitatief in de gemeente: plekken voor alle jeugdigen, centraal gelegen met veel speelwaarde en een buurten wijkkarakter. (verdere invulling door Sport en recreatie). 2. Naleven afspraken (vastgelegd in draaiboek spanningen) met jongeren, ouders, instellingen, politie, bewoners en ondernemers over ontmoeten op straat/beperken overlast. 3. Subsidiëren en investeren in sportactiviteiten en toernooien (o.a. meidenvoetbal etc.). 4. Subsidiëren van verschillende sportactiviteiten/toernooien. 5. Accent verschuiven van accommodatiegebonden jongerenwerk naar meer jongerenwerk op straat, continueren inzet project Thuis op straat. 6. Vergroten aanbod van multifunctionele voorzieningen voor kinderen en jongeren. 7. Verminderen armoede van kinderen uit minder draagkrachtige gezinnen. Indicator Rapportcijfer bibliotheek. Rapportcijfer sportvereniging. Rapportcijfer Hobbyclub. Rapportcijfer Jeugdvereniging (b.v. scouting). Rapportcijfer Muziekschool. Rapportcijfer Orkest/harmonie/fanfare. Rapportcijfer Dans- of theatergroep. Gevoel van onveiligheid bij jongeren. Aantal incidenten jeugdoverlast.
Bron jongerenonderzoek jongerenonderzoek jongerenonderzoek jongerenonderzoek jongerenonderzoek jongerenonderzoek jongerenonderzoek burger enquête politiecijfers
80
Referentiewaarde (jaar)
2011
2012
2013
2014
7,3 (2007)
--
7,4
--
7,5
8,6 (2007)
--
8,7
--
8,8
8,6 (2007)
--
8,7
--
8,8
8,3 (2007)
--
8,4
--
8,5
8,3 (2007)
--
8,4
--
8,5
8,3 (2007)
--
8,4
--
8,5
8,8 (2007)
--
8,8
--
8,8
17 (2005)
14
> 14
> 14
> 14
1.034 (2005)
930
930
930
930
81
PROGRAMMA 5
5
Jeugdzaken rek 2009
begr. 2010
begr. 2011
begr. 2012
begr. 2013
Bedragen x 1.000 begr. begr. 2014 2015
Lasten (excl. toevoegingen reserves) 5.1 Vergroting ontplooiingsmogelijkheden jeugd 5.2 Minder kinderen in hulpverleningscircuit 5.3 Meer huurwoningen voor jongeren 5.4 Passend onderwijs/werk jongeren 5.5 Voldoende fysieke ruimte voor jeugd
67 2.214 996 1.824
59 2.535 995 2.680
61 2.580 1.164 3.474
61 2.570 1.094 3.471
61 2.570 1.103 3.467
61 2.570 1.103 3.467
61 2.570 1.103 3.467
Totaal lasten
5.101
6.269
7.279
7.196
7.201
7.201
7.201
Baten (excl. onttrekkingen reserves) 5.1 Vergroting ontplooiingsmogelijkheden jeugd 5.2 Minder kinderen in hulpverleningscircuit 5.3 Meer huurwoningen voor jongeren 5.4 Passend onderwijs/werk jongeren 5.5 Voldoende fysieke ruimte voor jeugd
1.188 -
1.550 63
1.576 1.050
1.576 1.050
1.576 1.050
1.576 1.050
1.576 1.050
Totaal baten
1.188
1.613
2.626
2.626
2.626
2.626
2.626
Saldo (excl. mutaties reserves) 5.1 Vergroting ontplooiingsmogelijkheden jeugd 5.2 Minder kinderen in hulpverleningscircuit 5.3 Meer huurwoningen voor jongeren 5.4 Passend onderwijs/werk jongeren 5.5 Voldoende fysieke ruimte voor jeugd
67 1.026 996 1.824
59 985 995 2.617
61 1.004 1.164 2.424
61 994 1.094 2.421
61 994 1.103 2.417
61 994 1.103 2.417
61 994 1.103 2.417
Totaal saldo
3.913
4.656
4.653
4.570
4.575
4.575
4.575
-
-
-74
-74
-70
-70
-70
3.913
4.656
4.579
4.496
4.505
4.505
4.505
Beleidsdoel
5,00 5,00
Omschrijving beleidsdoel
Toevoegingen reserves Onttrekkingen reserves
Totaal saldo incl. reservemutaties
82
Beleidsdoel
Omschrijving beleidsdoel
begr 2011
begr 2012
Bedragen x 1.000 begr begr 2013 2014
Investeringen
Totaal
Beleidsdoel
-
Omschrijving beleidsdoel
-
-
-
Bedragen x 1.000 31-12Eraf 2011
1-12011
Erbij
Reserves 5.4 Passend onderwijs/werk jongeren 5.5 Voldoende fysieke ruimte voor jeugd
265 2.058
-
-4 -70
261 1.988
Totaal reserves
2.323
-
-74
2.249
-
-
-
-
Voorzieningen
Totaal voorzieningen
Bedragen x 1.000 7.279 2.626
Te autoriseren lasten en baten Lasten 2011 Baten 2011
83
84
Programma 6
Milieubescherming, Natuur en Leefbaarheid
85
Programma 6: Milieubescherming, Natuur en Leefbaarheid Maatsch. effecten
Beleidsterreinen
Beleidsdoelen
Prestaties
(wat willen we bereiken?)
(wat gaan we doen?)
6.1 Waarborging milieukwaliteit. Saldo € 1.116.000
Milieubescherming
- Uitvoeren uitvoeringsprogramma Wabohandhaving 2010-2011. - Reguleren door vergunningen en meldingen en externe integratie bij bouw- en planproces. - Controleren van bedrijven en streven naar zo hoog mogelijk naleefgedrag. - Verminderen van milieuklachten. - Uitvoeringsprogramma Wabo Handhaving 2012-2013 vaststellen.
6.2 Gescheiden inzameling en verwerking huishoudelijk afval. Saldo € -701.000 6.3 Schoon oppervlakte- en grondwater. Saldo € 187.000
6.4 Natuurbehoud en -beheer door GNR. Hilversum wil een schone, veilige en duurzame gemeente zijn.
Saldo € 557.000
- Uitvoeren van het GRP 2009-2014. - Actieplan diffuse bronnen. - Instelling waterloket. - Rapportage effecten afkoppeling hemelwaterriolering. - Opzetten monitoringsnetwerk Masterplan grondwatersanering. - Realisatie natuurverbinding A27, spoorlijn Hilversum-Utrecht, Utrechtseweg. - Realisatie natuurverbinding Ankeveense Plassen-Hilversumse Bovenmeent. - Groenbeleidsplan 2030 opstellen t/m fase 4.
Natuur 6.5 Voldoende capaciteit lijkbezorging.
Saldo € 2.892.000
Saldo € 256.000
Leefbaarheid
6.6 Veilig en leefbaar milieu. Saldo € 1.477.000
86
- Beheren en onderhouden Hilversumse begraafplaatsen. - Uitbreiding urnennis op begraafplaats Zuiderhof.
- Opstellen ISV-bodemsaneringsprogramma 2010-2014. - Uitvoeren duurzaamheidsprogramma. - Subsidiëren van stichting Natuur- en Milieueducatie. - Opstellen saneringsprogramma spoorweglawaai. - Vaststelling "hogere geluidswaardenbeleid". - Vaststelling beleidsnotitie "omgevingslawaai".
Programma 6: Milieubescherming, Natuur en Leefbaarheid Portefeuillehouder: Dienst:
E.G.J. van der Want Stad
Missie/programmadoelstelling Hilversum wil een schone, veilige en duurzame gemeente zijn. Zij doet dit door de milieuwetten en -regels toe te passen en te controleren, op een verantwoorde wijze afval in te zamelen en het in stand houden van een goed werkende riolering. Daarnaast beschermt de gemeente via het GNR de haar omringende natuurgebieden.
Context en achtergrond Met de invoering van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Omgevingsvergunning) en de landelijke deregulering van de milieuwetgeving krijgt de dienstverlening een impuls door de invoering van één loket, één procedure en één besluit waardoor de administratieve lasten voor de klant verminderen. Daarnaast blijft duurzaamheid een speerpunt van het overheidsbeleid. In Hilversum is dat vorm gegeven in het “uitvoeringsprogramma duurzaam Hilversum” (2008) en het flankerende Millenniumprogramma. Voor de overige ontwikkelingen wordt u verwezen naar het wettelijk verplichte Milieu Uitvoeringsprogramma 2010-2011, waar nader wordt ingegaan op de diverse ontwikkelingen op het gebied van de milieuhygiëne.
Kaderstellende beleidsnota’s • • • • • • • • • • •
Gemeentelijk Rioleringsplan (2009-2014). Milieu Uitvoeringsprogramma 2010-2011. Landschapsbeleidsplan Gemeente Hilversum 1992. Groenstructuurplan 1993. Integraal Bereikbaarheidsplan 2005. Uitvoeringsprogramma duurzaam Hilversum 2008. Handhavingsconvenant Buitengebied 2005. Nota Begraafplaatsen nr. IV 2003. ISV Bodemsaneringsprogramma. Handhavingsbeleid Wet Algemene bepalingen Omgevingsrecht (Wabo) 2009. Uitvoeringsprogramma Wabo handhaving 2010-2011.
Programmaonderdelen Het programma kent de volgende onderdelen: • Milieubescherming. • Natuur. • Leefbaarheid.
87
Subfuncties • • • • • • • • • •
550.1 Natuurbescherming. 721.1 Vuilophaal en -afvoer. 722.1 Riolen en rioolgemalen. 722.2 Idem buiten het lozingsrecht. 723.1 Milieubescherming dienst Stad. 723.2 Idem dienst Inwoners. 724.1 Lijkbezorging. 725.1 Baten vuilophaal en -afvoer. 726.1 Baten riool. 732.1 Grafrechten.
88
Milieubescherming Beleidsdoel 6.1.: Waarborging van de milieukwaliteit. De gemeente is verplicht voor een goed leefmilieu te zorgen. Dit doen we door adequaat milieuvergunningen te verstrekken en te handhaven, het afval in te zamelen en te zorgen voor schoon grondwater en een goed rioleringsstelsel. Om de milieukwaliteit in stand te houden zal de gemeente de kerntaken vergunningverlening en handhaving op een hoogwaardig niveau uitvoeren. Daarnaast stimuleert de gemeente een integrale wijze van werken, waarbij gestreefd wordt naar synergie door nauwe samenwerking binnen de organisatie en met externe handhavingpartners, zoals het Hoogheemraadschap/Waternet, de provincie Noord-Holland en de natuurorganisaties. In 2010 wordt de WABO van kracht: hierbij vervangt de “omgevingsvergunning” 25 ‘oude’ vergunningen (waaronder de bouw-, sloop-, gebruiks-, APV-, milieu- en monumentenvergunning). Voor verschillende activiteiten is dan één aanvraag, één bevoegd gezag en één behandelprocedure van toepassing. Dit resulteert voor nieuwe (milieubelastende) activiteiten van bedrijven in één omgevingsvergunning of één melding op basis van het Activiteitenbesluit. Hierop houden we in 2011 integraal toezicht. Al in 2009 is het handhavingsbeleid voor de uitvoering van de Wabo vastgesteld en geeft het uitvoeringsprogramma “Wabo handhaving 2010-2011” de prestaties en maatschappelijk effecten weer. Door integratie van milieuhandhaving in andere handhavingsactiviteiten (bijv. bouw- en woningtoezicht) verhogen we de efficiency van het toezicht. De milieu klachtentelefoon waarborgt verder een goede klachtenbehandeling door een 24-uurs bereikbaarheid op 7 dagen van de week. Daarnaast vertalen we het duurzaamheidbeleid naar het stimuleren van duurzaam ondernemen bij bedrijven door middel van voorlichting en toezicht op energiegebruik. In 2011 onderzoekt Hilversum of ze zal deelnemen aan de oprichting van een regionale uitvoeringsdienst (RUD), eventueel in samenwerking met andere regio’s. Saldo beleidsdoel € 1.116.000 Prestaties in 2011 (speerpunten): 1. Uitvoeren van het uitvoeringsprogramma Wabo handhaving 2010-2011. 2. Reguleren door vergunningen, meldingen, en externe integratie bij het bouw- en planproces. 3. Het controleren van bedrijven met als doel een zo hoog mogelijk naleefgedrag. 4. Het verminderen van milieuklachten. 5. Uitvoeringsprogramma Wabo Handhaving 2012-2013 vaststellen. Indicator Aantal verleende vergunningen en AMvB meldingen. Aantal Milieuklachten.
Aantal controles bij bedrijven. % naleefgedrag bedrijven na 1e controle.
Bron
Referentiewaarde (jaar)
2011
2012
2013
2014
MUP
57 (2009)
60
60
60
60
290 (2006)
<175
< 150
<175
< 150
216 (2009)
300
325
340
350
65% (2006)
75
80
75
80
Uitvoeringbeleid handhaving Wabo Uitvoeringbeleid handhaving Wabo Milieu jaarverslag
89
Milieubescherming Beleidsdoel 6.2.: Gescheiden inzameling en verwerking van huishoudelijk afval. Het betreft hier een wettelijke taak waarvan de realisering is uitbesteed aan het Gewest Gooi en Vechtstreek, dat hiervoor de Gewestelijke Afvalstoffendienst (GAD) inschakelt. Voor de inzameling van de diverse afvalcomponenten volgt men de doelstellingen uit het Landelijk Afvalstoffenplan. Hoofddoelstelling voor de gezamenlijke gemeenten: 53% gescheiden inzameling in 2011. Saldo beleidsdoel € -701.000 Indicator Gescheiden inzameling huishoudelijke afvalstoffen. % tevreden bewoners dienstverlening GAD.
Bron Jaarverslag GAD Burgerenquête
90
Referentiewaarde (jaar)
2011
2012
2013
2014
53,6 (2008)
53%
53%
53%
53%
79% (2009)
≥ 80%
≥ 80%
≥ 80%
≥ 80%
Milieubescherming Beleidsdoel 6.3: Schoon oppervlakte- en grondwater. Het Besluit op de ruimtelijke ordening verplicht gemeenten om een waterparagraaf op te nemen in bestemmingsplannen. In de waterparagraaf van de bestemmingsplannen worden de wateraspecten die invloed hebben op de waterhuishouding van het plangebied en daarbuiten, afgewogen. De status als grondwaterbeschermingsgebied oefent invloed uit op de mogelijke functies en bestemmingen in het plangebied. De Wet milieubeheer verplicht de gemeenten voorts om te zorgen voor de afvoer van afvalwater. Het beleid daarvoor wordt uitgewerkt in het verplicht gestelde “Gemeentelijk Rioleringsplan” (GRP). In 2010 is een nieuw GRP 2009-2014 vastgesteld. Het GRP wordt in het begrotingsjaar 2011 conform plan uitgevoerd. In 2009 is de Waterwet van kracht geworden waarin alle bestaande wetten met “wateraspecten” zijn geïntegreerd. In het kader van de Waterwet worden in 2011 de volgende projecten uitgevoerd: • het actieplan diffuse bronnen (aantasting grondwater door diverse verontreinigende bronnen); • onderzoek naar de effecten van het afkoppelen van hemelwaterriolering op grondwaterkwaliteit; • het inrichten van het waterloket (digitale informatiebalie op het gebied van waterbeheer voor burgers en bedrijven). Ten behoeve van het Masterplan grondwatersanering ‘t Gooi, een pilotproject van de provincie Noord-Holland en de Gooi- en Vechtgemeenten, zijn in de begroting de volgende middelen opgenomen: € 216.000 in 2011 en € 108.000 in de jaren vanaf 2012. In 2011 wordt een begin gemaakt met het opzetten van een monitoringsnetwerk voor het grondwater teneinde de nulsituatie in kaart te brengen. Saldo beleidsdoel € 187.000 Prestaties in 2011 (speerpunten): 1. Uitvoeren van het GRP 2009-2014. 2. Actieplan diffuse bronnen. 3. Instelling waterloket. 4. Rapportage effecten afkoppeling hemelwaterriolering. 5. Opzetten monitoringsnetwerk Masterplan grondwatersanering. Indicator
Bron
Referentiewaarde (jaar)
2011
2012
2013
2014
% afgekoppelde dakafvoeren in gebieden met gemengde stelsels per jaar.
GRP
Niet bekend
5
5
5
5
91
Natuur Beleidsdoel 6.4.: Natuurbehoud en -beheer door de stichting Het Goois Natuurreservaat. De gemeente is medeoprichter van de stichting Het Goois Natuurreservaat (1932), waarin nagenoeg alle gronden buiten de bebouwde kom van Hilversum zijn ondergebracht. Hilversum volgt daarbij het beleid van de stichting die tevens verantwoordelijk is voor het beheer van de natuurgebieden. De gemeente onderschrijft daarbij het beheerplan van deze stichting 2010-2020. De gemeente draagt op basis van een exploitatieovereenkomst bij aan de exploitatielasten van de stichting. Daarnaast betaalt zij de stichting voor het onderhoud van de fietspaden in het buitengebied. Op basis van het bestemmingsplan Hilversum Buitengebied (2003) houdt de coördinator handhaving handhavingsacties in samenwerking met de Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten, de regiopolitie, diverse gemeentelijke afdelingen en de Gewestelijke Afvalstoffendienst. In 2011 is de start voorzien van de natuurverbinding Zwaluwenberg (tussen Hoorneboegse Heide met het Smithuysenbos). Drie natuurbruggen zullen daarbij de A27, de spoorlijn HilversumUtrecht en de Utrechtseweg overkluizen. Groenbeleidsplan 2030 Het groenbeleidsplan 2030 beschrijft alle ambities op het gebied van groen, natuur en landschap voor de komende 20 jaar. Deze beleidsnota wordt in vijf fasen parallel aan de Structuurvisie Hilversum 2030 opgesteld en wordt volgens planning in 2012 vastgesteld. Voor het opstellen van het groenbeleidsplan is een budget beschikbaar dat is verdeeld over drie jaar: in 2010 € 10.000, in 2011 € 8.000 en in 2012 € 7.000. Saldo beleidsdoel € 557.000 Prestaties in 2011 (speerpunten): 1. Realisatie natuurverbinding A27/Spoorlijn Hilversum-Utrecht/Utrechtseweg. 2. Idem natuurverbinding Ankeveense Plassen-Hilversumse Bovenmeent. 3. Groenbeleidsplan 2030 opstellen t/m fase 4 (opstellen uitvoeringsprogramma). Indicator Waardering natuur door Hilversumse burgers.
Bron Burgerenquête
92
Referentiewaarde (jaar)
2011
2012
2013
2014
8 (2008)
85% 7à8
85% 7à8
85% 7à8
85% 7à8
Natuur Beleidsdoel 6.5.: Voldoende capaciteit voor het begraven van personen en het plaatsen van urnen. Hilversum kent 3 gemeentelijke begraafplaatsen: De “Noorder Begraafplaats”, “Zuiderhof” en de “Bosdrift”. Deze begraafplaatsen bieden voldoende capaciteit. Het beheer en onderhoud van de begraafplaatsen gebeurt conform de vastgestelde (milieu-)regels. Saldo beleidsdoel € 256.000 Prestaties in 2011 (speerpunten): 1. Beheren en onderhouden van de Hilversumse begraafplaatsen. 2. Uitbreiding urnennis op begraafplaats “Zuiderhof”. Indicator Aantal graven beschikbaar. Aantal graven bezet. Grafrechten. Aantal begravingen. Aantal bijzettingen urnen.
Bron
Referentiewaarde (jaar)
2011
2012
2013
2014
Nota begraaf13.400 (2006) 13.400 13.400 13.400 13.400 plaatsen Volgens 8.000 (2004 8.060 8.120 8.000 8.000 rekening Volgens € 1.450 € € n.b. n.b. rekening (2005) 1.450 1.450 Volgens 208 (2008) 360 360 360 360 rekening Volgens 184 (2010) 350 350 350 350 rekening
93
Leefbaarheid Beleidsdoel 6.6.: Hilversum is een veilige en leefbare gemeente (schone bodem, goede luchtkwaliteit, veilig transport van gevaarlijke stoffen en aanvaardbare geluidsbelasting). Op basis van het rapport “Our common future” van de commissie Brundtland wil de gemeente haar burgers voor nu en in de toekomst een veilige en vooral duurzame leefomgeving bieden. Zij volgt daarbij de afspraken zoals deze zijn vastgelegd in de klimaatconvenanten tussen Rijk en VNG en tussen de gemeente en de provincie Noord-Holland. Synchroon aan duurzaamheid loopt de door de gemeenteraad gewenste uitwerking van de Millenniumdoelstellingen. De gemeente zet zich voorts in om de veiligheid van zijn burgers te waarborgen. Ten aanzien van de componenten lucht, bodem en geluid worden hierbij de wettelijke normen gevolgd. Naar verwachting zal in 2011 het Besluit Transportroutes Externe Veiligheid, alsmede het Besluit Externe Veiligheid Buisleidingen, van kracht worden, waardoor een wettelijk kader is ontstaan voor de veiligheidsborging van het vervoer van gevaarlijke stoffen in ruimtelijke plannen als gevolg van het vervoer van gevaarlijke stoffen langs (spoor)wegen en buisleidingen. Het in 2008 vastgestelde duurzaamheidsbeleid wordt toegepast op alle planvorming, zowel in- als extern. Natuur- en Milieueducatie maken hiervan onderdeel uit. Speciale aandacht is er voor de geluidssanering langs de spoorlijnen Amsterdam-Amersfoort en Hilversum-Utrecht. In 2010 is hiervoor door het ministerie van VROM een subsidiebedrag toegezegd van € 2.526.000 voor uitvoeringsmaatregelen en € 454.680 voor voorbereidingskosten. In 2010 is reeds een aanvang gemaakt met het uitwerken, hetgeen in 2011 zal zijn afgerond. Met betrekking tot het terugdringen van overlast als gevolg van wegverkeerslawaai zal in 2011 verder worden gewerkt aan het saneren van 336 woningen. Daarnaast zal een “hogere geluidswaardenbeleid” worden ontwikkeld en zal een beleidsnotitie “omgevingslawaai” worden opgesteld. Als gevolg van de verdere uitvoering van het “uitvoeringsprogramma duurzaam Hilversum” zullen in 2011 de bestemmingsplannen op duurzaamheid worden gescreend door toepassing van de DPLmethodiek (duurzaamheidsprestatie op locatie). Saldo beleidsdoel € 1.477.000 Prestaties in 2011 (speerpunten): 1. Opstellen ISV bodem- en geluidssaneringsprogramma 2010-2014. 2. Uitvoeren van het duurzaamheidsprogramma 2008. 3. Subsidiëren van de Stichting Natuur- en Milieueducatie. 4. Opstellen saneringsprogramma spoorweglawaai. 5. Vaststelling “hogere geluidswaardenbeleid”. 6. Vaststelling beleidsnotitie “omgevingslawaai”. Bron
Referentiewaarde (jaar)
2011
2012
2013
2014
Energiebesparing gemeentelijke gebouwen.
--
n.b.
3%
6%
9%
10%
Mobiliteitsmanagement gemeente (afname autokilometers in %).
--
n.b.
2,5%
5%
7,5%
Indicator
Duurzame Inkoop.
--
n.b.
--
80%
85%
Aardgas vulpunten / elektra aansluitingen.
--
0 (2008)
1
2
2
2
NME
0 (2008)
9
15
≥15
≥15
NME/opzetten scholen acties.
94
75%
10%
95
PROGRAMMA 6
6
Milieu, Natuur, Riolering en begr.pl rek 2009
begr. 2010
begr. 2011
begr. 2012
begr. 2013
Bedragen x 1.000 begr. begr. 2014 2015
1.126 7.179 8.672 433 1.407 806
1.111 8.048 8.998 475 1.387 969
1.124 8.029 8.600 557 1.615 1.488
1.122 8.029 8.600 557 1.615 1.379
1.122 8.029 8.600 557 1.615 1.340
1.122 8.029 8.600 557 1.615 1.340
1.122 8.029 8.600 557 1.615 1.340
19.623
20.988
21.413
21.302
21.263
21.263
21.263
24 6.698 8.087 1.091 40
8 7.283 8.249 1.287 36
8 8.730 8.413 1.359 11
8 8.730 8.413 1.405 -33
8 8.730 8.413 1.405 -33
8 8.730 8.413 1.405 -33
8 8.730 8.413 1.405 -5
15.940
16.863
18.521
18.523
18.523
18.523
18.551
Saldo (excl. mutaties reserves) 6.1 Waarborging milieukwaliteit 6.2 Gescheiden verwerking huishoudelijk afval 6.3 Schoon oppervlakte- en grondwater 6.4 Natuurbehoud door GNR 6.5 Voldoende capaciteit lijkbezorging 6.6 Een veilig en leefbaar milieu
1.102 481 585 433 316 766
1.103 765 749 475 100 933
1.116 -701 187 557 256 1.477
1.114 -701 187 557 210 1.412
1.114 -701 187 557 210 1.373
1.114 -701 187 557 210 1.373
1.114 -701 187 557 210 1.345
Totaal saldo
3.683
4.125
2.892
2.779
2.740
2.740
2.712
-
-
-457
3.683
4.125
2.435
2.779
2.740
2.740
2.712
Beleidsdoel
Omschrijving beleidsdoel
Lasten (excl. toevoegingen reserves) 6.1 Waarborging milieukwaliteit 6.2 Gescheiden verwerking huishoudelijk afval 6.3 Schoon oppervlakte- en grondwater 6.4 Natuurbehoud door GNR 6.5 Voldoende capaciteit lijkbezorging 6.6 Een veilig en leefbaar milieu
Totaal lasten Baten (excl. onttrekkingen reserves) 6.1 Waarborging milieukwaliteit 6.2 Gescheiden verwerking huishoudelijk afval 6.3 Schoon oppervlakte- en grondwater 6.4 Natuurbehoud door GNR 6.5 Voldoende capaciteit lijkbezorging 6.6 Een veilig en leefbaar milieu
Totaal baten
Toevoegingen reserves Onttrekkingen reserves Totaal saldo incl. reservemutaties
96
Beleidsdoel
Omschrijving beleidsdoel
Investeringen 6.3 Schoon oppervlakte- en grondwater 6.3a Dekking investeringen riool via tarief 6.5 Voldoende capaciteit lijkbezorging 6.5a Dekking investeringen lijkbezorging via tarief 6.6 Een veilig en leefbaar milieu Totaal
Beleidsdoel
Omschrijving beleidsdoel
begr 2011
begr 2012
2.734 -2.734 80 -80 -
2.693 -2.693 71 -71 -
Bedragen x 1.000 begr begr 2013 2014
2.693 -2.693 100 100
2.693 -2.693 -
Bedragen x 1.000 31-12Eraf 2011
1-12011
Erbij
Reserves 6.2 Gescheiden verwerking huishoudelijk afval
496
-
-457
39
Totaal reserves
496
-
-457
39
Voorzieningen 6.3 Schoon oppervlakte- en grondwater 6.5 Voldoende capaciteit lijkbezorging
20.603 608
2.825 -
-
23.428 608
Totaal voorzieningen
21.211
2.825
-
24.036
Bedragen x 1.000 21.413 18.521
Te autoriseren lasten en baten Lasten 2011 Baten 2011
97
98
Programma 7
Wonen/ISV
99
Programma 7: Wonen/ISV Maatsch. effecten
Beleidsterreinen
Beleidsdoelen
Prestaties
(wat willen we bereiken?)
(wat gaan we doen?)
7.1 Huisvesting van de doelgroepen. Saldo € 151.000
- Realiseren van gelijke verdeling naar prijsklasse in woningbouw. - Maken van meerjarige investeringsafspraken met woningcorporaties. - Implementeren van nieuw woonruimte verdeelsysteem.
Wonen - Vitale woongemeente. - Realiseren van zo groot mogelijk aanbod goede woonruimte die bruikbaar en bereikbaar is voor alle doelgroepen. - Stedelijke vernieuwing gericht op duurzame ontwikkeling c.q. instandhouding van woonmilieu en woonomgeving. - Grondbeleid met bijbehorend instrumentarium schept voorwaarden om gewenste ruimtelijke ontwikkelingen te kunnen realiseren.
7.2 Ruim aanbod nieuwe/vernieuwde woningen.
- In overleg met provincie en gewest bevorderen van (regionale) woningbouwtaakstelling. - In overleg met corporaties bevorderen van kwaliteitsimpulsen in de bestaande voorraad.
Saldo € 57.000
Stedelijke vernieuwing
7.3 Realisering programma stedelijke vernieuwing. Saldo € 862.000
Saldo € 2.292.000 Grondzaken
Saldo € 3.362.000
100
- Verlenen van subsidie aan woondienstenzone projecten. - Opstellen plan van aanpak voor vernieuwing woonomgeving/openbare ruimte Bloemenbuurt. - Opstellen plan van aanpak vernieuwing woonomgeving/openbare ruimte wijk Over 't Spoor. Producten subfunctie 830: - Rentebijschrijving voorzieningen: € 1.397 - Resultaat algemeen beheer: € 35 - Resultaat beheer panden: € 58 - Verkoop niet-strategisch bezit: € 0 - Resultaat beheer gronden: € -30 - Resultaat voordelige exploitaties: € -352 - Doorbelasting dienst Bestuur: € 732
Programma 7: Wonen/ISV Portefeuillehouder: Dienst:
J.J.M.P. Rensen Stad
Missie/programmadoelstelling Hilversum wil een vitale en leefbare woongemeente zijn. Daarbij wordt gestreefd naar een zo groot mogelijk aanbod van goede woonruimte die bruikbaar en bereikbaar is voor alle doelgroepen, ongeacht hun financiële draagkracht, leeftijd, huishoudenssamenstelling of eventuele fysieke of mentale beperkingen. Gezien de beperkte uitbreidingsmogelijkheden ligt de focus hierbij op de dynamiek van de woningmarkt, het op gang brengen van doorstroming door strategisch woningen toe te voegen en de bestaande voorraad zo efficiënt mogelijk aan te passen en toe te wijzen. De stedelijke vernieuwing is gericht op het creëren en in stand houden van duurzame en evenwichtige wijken, waar het prettig wonen is voor iedereen, ongeacht leeftijd, afkomst of eventuele beperkingen. Het grondbeleid met bijbehorend instrumentarium schept voorwaarden om gewenste ruimtelijke ontwikkelingen te kunnen realiseren. Zie verder paragraaf 5.7.
Context en achtergrond De hoofddoelstelling is om Hilversum als woongemeente vitaal en leefbaar te houden. Stedelijke vernieuwing en grondbeleid leveren daar een belangrijke bijdrage aan. Deze instrumenten worden ook ingezet voor andere beleidsdoelen. Vanwege de ligging in het groen en in de periferie van de Randstad is Hilversum een gewilde woonlocatie en is de woningmarkt structureel gespannen. Uitbreiding van het stedelijk gebied is binnen de huidige beleidskaders niet aan de orde vanwege de omringende beschermde natuurgebieden. Om te kunnen voorzien in de vraag naar voldoende en passende woningen, moeten de noodzakelijke toevoegingen en vernieuwingen binnen het bestaande stedelijk gebied plaatsvinden. Naast een kwantitatieve opgave (het op peil houden van de woningproductie) ligt er een kwalitatieve opgave om de woningvoorraad duurzaam, toegankelijk en bereikbaar te maken c.q. te houden voor alle doelgroepen. Om de programmadoelstelling realiseren treffen we een pakket van samenhangende maatregelen als lokale uitwerking van de Regionale Woonvisie. We bewegen ons daarbij binnen de door Europa vastgestelde kaders voor staatssteun: minimaal 90% van de sociale huurwoningen moet worden toegewezen aan huishoudens met een belastbaar inkomen tot € 33.000. Een groot aantal acties wordt door of in samenwerking met andere partijen, bijvoorbeeld woningcorporaties, uitgevoerd. Met deze partijen worden (investerings)afspraken gemaakt. De stedelijke vernieuwing is gericht op structurele verbeteringen in de (binnenstedelijke) fysieke woon- en leefomgeving, maar heeft ook tot doel om verbeteringen op sociaal gebied te realiseren. Het tot stand brengen van woondienstenzones is hiervan een sprekend voorbeeld. Door de integrale aanpak liggen er veel relaties met andere programma’s, zoals welzijn/zorg (WMO), milieu en stadseconomie/culturele infrastructuur. Stedelijke vernieuwing wordt programmatisch aangepakt. Elke 5 jaar wordt een ontwikkelingsprogramma opgesteld, waarin prioriteiten en concreet te behalen prestaties zijn vastgelegd. Het programma voor de periode 2010 tot 2015 is gericht op de investeringswijken wijken Noord, Over ‘t Spoor, Centrum en Bloemenbuurt. Daarnaast zijn als aandachtswijken benoemd het Van Riebeeckkwartier en de Hilversumse Meent. De ISV-aanpak geschiedt in nauwe samenwerking met de maatschappelijke partners, met name de woningcorporaties en de zorg- en welzijnsinstellingen. Bij de uitwerking van het programma worden de bewoners van de betreffende wijken intensief en in een vroeg stadium van de planvorming betrokken. 101
Op basis van het ontwikkelingsprogramma en de woningbouwplanning worden ISV-subsidies verworven. ISV-middelen zijn bedoeld om een multipliereffect te bereiken, doordat andere partijen ook gaan investeren.
Kaderstellende beleidsnota’s • • • •
Woonvisie Hilversum 2006-2009 (februari 2006). Regionale Woonvisie van de 9 gemeenten uit het Gewest Gooi en Vechtstreek 2007-2020 (2008). Nota Grondbeleid (november 2009). Ontwikkelingsprogramma Stedelijke Vernieuwing 2010-2014 (april 2010).
Programmaonderdelen Het programma kent de volgende onderdelen: • Wonen. • Stedelijke vernieuwing. • Grondzaken.
Subfuncties • • •
820.1 Woningbouw en -exploitatie. 821.1 Investeringsplan Stedelijke Vernieuwing. 830.1 Bouwgrondexploitaties.
102
Wonen Beleidsdoel 7.1.: Huisvesting voor de doelgroepen en een rechtvaardige verdeling van de woonruimte. De regionale Woonvisie definieert als doelgroepen van beleid huishoudens met lagere (midden)inkomens, waaronder met name jongeren, jonge gezinnen en huishoudens die wonen en zorg combineren. Het streven is om de genoemde doelgroepen binnen Hilversum te huisvesten in een geschikte woning qua prijs en typologie. Voor de wijze van verdeling van de woningen worden in 2010 nieuwe regionale afspraken tussen corporaties en gemeenten gemaakt. De nieuwe afspraken zullen in 2011 tot maatregelen leiden. Saldo beleidsdoel € 151.000 Prestaties in 2011 (speerpunten): 1. Realiseren van een gelijke verdeling naar prijsklasse in woningbouw. 2. Maken van meerjarige investeringsafspraken met de woningcorporaties over o.a. betaalbare, toegankelijke en duurzame woningen en alternatieve vormen van huur of koop, en de relatie met de wonen-welzijn-zorg-doelstellingen. 3. Implementeren van het nieuwe woonruimte verdeelsysteem. De onderstaande prijssegmenten in de woningbouw zijn vastgelegd in de Regionale Woonvisie (huur in € per maand per 01.01.2010, koop in WOZ-waarde):
betaalbaar *) middelduur duur
huur
koop
< 548
< 200.000
548-650
200.000-350.000
>650
>350.000
*) tot aftoppingsgrens Huurtoeslag
De onderstaande indicatoren voor realisatiedoeleinden worden berekend op basis van de totale bruto jaarproductie nieuwbouw (zie 7.2); de indicator voor woningtoewijzing op basis van het totale aantal verhuringen per jaar door woningcorporaties in de Gooi en Vechtstreek. Indicator #)
Bron
Referentiewaarde (2009)
2011
2012
2013
2014
% realisatie betaalbaar woningen. 3)
Dienst Stad
20
33
33
33
33
% realisatie middensegment woningen. 3)
Dienst Stad
15
33
33
33
33
% realisatie dure woningen. 3)
Dienst Stad
65
33
33
33
33
% realisatie toegankelijke woningen. 1)
Dienst Stad
70
70
70
80
80
% toewijzing aan doelgroepen tot € 33.000,--. 3) *)
corporaties
85
90
90
90
90
#) *)
Indicator is aangepast op grond van nieuw beleid: 1. Collegeprogramma 2. Regionaal beleid 3. Rijksregelgeving. Bij invoering nieuw woonruimte verdeelsysteem in 2010 zullen de prestaties 2011 en verder worden herijkt.
103
Beleidsdoel 7.2.: Een ruim aanbod van nieuwe en vernieuwde woningen. In het gebiedsdocument Verstedelijkingsafspraken 2010-2020 (Metropoolregio, 2009) is voor de regio Gooi en Vechtstreek een woningbouwopgave opgenomen van 5.000 woningen. Een belangrijk deel daarvan zal gerealiseerd worden als inbreidingsopgave van Hilversum. De programmering zal mede gericht zijn op kwalitatieve impulsen in de woningvoorraad, waaronder wonen en zorg en restauratie/renovatie. Omvangrijke locaties bevinden zich in Hilversum Noord, in het Centrum, in Over ‘t Spoor en in Zuid (Bloemenbuurt). Saldo beleidsdoel € 57.000 Prestaties in 2011 (speerpunten): 1. In overleg met provincie en gewest bevorderen van de (regionale) woningbouwtaakstelling. 2. In overleg met de corporaties bevorderen van kwaliteitsimpulsen in de bestaande voorraad. Indicator # Aantal nieuw gebouwde woningen (bruto productie). Aantal ingrijpend gerenoveerde woningen.
#
Bron
Referentiewa arde (2009)
2011
2012
2013
2014
Dienst Inwoners
180
300
300
150
150
Corporaties
75
75
125
125
75
Indicator is aangepast op grond van nieuw beleid: ISV/BLS periode 2005-2009 is afgesloten, huidige indicator is gebaseerd op ISV-programma 2010-2014.
104
Stedelijke Vernieuwing Beleidsdoel 7.3.: Realisering van het ontwikkelingsprogramma stedelijke vernieuwing. Het ontwikkelingsprogramma stedelijke vernieuwing noemt 11 doelen die in de periode 2010-2014 verwezenlijkt moeten worden: 1. Coproductie en participatie; dit wordt ingevuld via de wijkgerichte aanpak i.s.m. de ISVpartners en via de communicatie met de bewoners en ondernemers uit de wijken. 2. Realiseren van woondienstenzones: met name in Noord, Riebeeck, Meent en Zuid: zie verder programma 4 (Welzijn en Zorg). 3. Vernieuwen en verbeteren van de woningvoorraad door nieuwbouw van 750 woningen en ingrijpende renovatie van 500 woningen (in 5 jaar tijd): zie beleidsdoel 7.2. 4. Stedelijke vernieuwing in Over ‘t Spoor door uitvoering van het project Larenseweg e.o. en door verbetering van de openbare ruimte. 5. Stedelijke vernieuwing in Hilversum Noord door afronding van de lopende projecten. 6. Stedelijke vernieuwing in Bloemenbuurt door woningrenovatie en verbetering van de openbare ruimte. 7. Stedelijke vernieuwing in het Van Riebeeckkwartier door afronding van de lopende projecten. 8. Afronding van de stedelijke vernieuwing in Liebergen. 9. Sanering geluidhinder bij woningen i.v.m. wegverkeerslawaai: zie verder programma 6 Milieubescherming. 10. Sanering en beheersing bodem en grondwater: zie verder programma 6 Milieubescherming. 11. Uitvoering van nog nader te benoemen kansprojecten. Voor de uitvoering van het gehele programma stelt de provincie een investeringsbudget beschikbaar van € 4.138.022 (voor 5 jaar). Saldo beleidsdoel € 862.000 Prestaties in 2011 (speerpunten): 1. Verlenen van subsidie aan woondienstenzone projecten. 2. Opstellen van een plan van aanpak voor de vernieuwing van de woonomgeving/openbare ruimte in de Bloemenbuurt. 3. Opstellen van een plan van aanpak voor de vernieuwing van de woonomgeving/openbare ruimte in de wijk Over ‘t Spoor. Indicator# Investeringen ten laste van de ISV middelen (* € 1000).
#
Bron
Referentiewaarde (2009)
2011
2012
2013
2014
Dienst Stad
3.469
850
850
850
850
Indicator is aangepast op grond van nieuw beleid: ISV2010-2014.
105
PROGRAMMA 7
7
Wonen / ISV Bedragen x 1.000 begr. begr. 2014 2015
rek 2009
begr. 2010
begr. 2011
begr. 2012
begr. 2013
Lasten (excl. toevoegingen reserves) 7.0 Algemeen programma 7 7.1 Rechtvaardige verdeling van woonruimte 7.2 Ruim aanbod nieuwe / vernieuwde woningen 7.3 Realisering programma stedelijke vernieuwing
21.274 272 60 4.023
45.301 224 60 3.586
24.740 165 57 3.862
24.457 165 180 3.862
24.246 165 168 3.862
24.146 165 156 3.862
24.146 165 144 3.862
Totaal lasten
25.629
49.171
28.824
28.664
28.441
28.329
28.317
Baten (excl. onttrekkingen reserves) 7.0 Algemeen programma 7 7.1 Rechtvaardige verdeling van woonruimte 7.2 Ruim aanbod nieuwe / vernieuwde woningen 7.3 Realisering programma stedelijke vernieuwing
14.244 40 3.379
43.992 16 3.000
22.448 14 3.000
22.090 14 3.000
27.523 14 3.000
25.168 14 3.000
22.785 14 3.000
Totaal baten
17.663
47.008
25.462
25.104
30.537
28.182
25.799
Saldo (excl. mutaties reserves) 7.0 Algemeen programma 7 7.1 Rechtvaardige verdeling van woonruimte 7.2 Ruim aanbod nieuwe / vernieuwde woningen 7.3 Realisering programma stedelijke vernieuwing
7.030 232 60 644
1.309 208 60 586
2.292 151 57 862
2.367 151 180 862
-3.277 151 168 862
-1.022 151 156 862
1.361 151 144 862
Totaal saldo
7.966
2.163
3.362
3.560
-2.096
147
2.518
-
-
-
7.966
2.163
3.362
3.560
-2.096
147
2.518
Beleidsdoel
Omschrijving beleidsdoel
Toevoegingen reserves Onttrekkingen reserves Totaal saldo incl. reservemutaties
106
Beleidsdoel
Omschrijving beleidsdoel
begr 2011
begr 2012
Bedragen x 1.000 begr begr 2013 2014
Investeringen
Totaal
Beleidsdoel
-
Omschrijving beleidsdoel
1-12011
-
Erbij
-
-
Bedragen x 1.000 31-12Eraf 2011
Reserves
Totaal reserves
-
-
-
-
Voorzieningen 7.0 Diverse voorzieningen programma 7
41.434
1.521
-
42.955
Totaal voorzieningen
41.434
1.521
-
42.955
Bedragen x 1.000 28.824 25.462
Te autoriseren lasten en baten Lasten 2011 Baten 2011
107
108
Programma 8
Economische Zaken, Media, Toerisme en Evenementen
109
Programma 8: Economische Zaken, Media, Toerisme en Evenementen Maatsch. effecten
Beleidsterreinen
Beleidsdoelen
Prestaties
(wat willen we bereiken?)
(wat gaan we doen?)
8.1 Hilversum sterk als multimediastad. Saldo € 500.000
Multimedia
8.2 Multimedia, katalysator innoverende ontwikkelingen. Saldo € 288.000 Duurzame economische ontwikkeling van de stad. Focus ligt op de sectoren Multimedia, Zorg en Toerisme.
Zorg
8.3 Sterke zorgeconomie in Hilversum. Saldo € -6.000
Saldo € 1.070.000
8.4 Een aantrekkelijk toeristisch product. Saldo € 248.000 Toerisme en evenementen 8.5 Evenwichtig aanbod radio- en Tv-zenders. Saldo € 40.000
110
- Deelnemen aan project Dutch Media Hub. - Deelnemen aan samenwerkingsverband Creatieve As (in Metropoolregio-verband versterken van (inter)nationale concurrentiepositie van de regio op het gebied van de creatieve sector). - Deelnemen aan project Creative Cities (stimuleren en versterken creatieve sector in deelnemende steden). - Participeren in en samenwerken met iMMovator Cross Media Network. - Stimuleren en faciliteren van fysieke vestigingsmogelijkheden voor creatieve sector op ontwikkellocaties Mediapark, Mussenstraat en over 't Spoor. - (Inter)nationale profilering van Hilversum als Multimediastad.
- Uitrol van gemeentedekkend glasvezelnetwerk door marktpartijen voor bedrijfsleven, instellingen en huishoudens. - Realiseren van programma Innovatieve verbindingen in de Noordvleugel.
- Samen met regionaal innovatieplatform iZovator uitvoeren van projecten die bijdragen aan de zorgeconomie. - Uitvoer van acties en maatregelen conform uitvoeringsprogramma, in nauwe samenwerking met iZovator en ondernemers. - Samen met gewest Gooi en Vechtstreek opzetten van regionaal expertisecentrum iTRovator. - Opzetten van Hilversumse en regionale arrangementen, waardoor aanbod van toeristische bedrijven in de gemeente wordt versterk en vernieuwd. - Ontwikkelen van nieuwe producten en activiteiten, waarbij link wordt gelegd tussen sectoren zorg, media en toerisme. - Evalueren en waar nodig actualiseren van evenementenbeleid. - Ondersteuning programmaraad Hilversum, voor evenwichtig en gevarieerd aanbod aan radio-/televisiezenders op de kabel. - Verstrekken van jaarlijkse subsidiebijdrage aan lokale omroep RTi Hilversum.
Programma 8: Economische Zaken, Media, Toerisme en Evenementen Portefeuillehouder: Dienst:
J.J.M.P. Rensen Inwoners/Stad
Missie/programmadoelstelling Het programma Economische Zaken, Media, Toerisme en Evenementen richt zich op een duurzame economische ontwikkeling van de stad. Het is de uitdaging om samen met ondernemers deze duurzame ontwikkeling tot stand te brengen binnen de fysieke ruimte en in harmonie met wonen, voorzieningen, onderwijs en bereikbaarheid.
Context en achtergrond De Economische Visie is in 2007 unaniem vastgesteld door de raad. De focus in het economisch beleid ligt op de sectoren Multimedia, Zorg en Toerisme. Door het benutten van de kansen die deze speerpuntsectoren bieden (innovatie, schone werkgelegenheid, arbeidsmarkt en regionale samenwerking) wordt de economische structuur van de stad versterkt en wordt een stimulerend ondernemersklimaat tot stand gebracht. De focus voor multimedia ligt op behoud en versterking van de positie van Hilversum als Mediastad. De van oudsher sterke lokale en regionale verzorgingsfunctie op het gebied van detailhandel en horeca dient te worden behouden en waar mogelijk versterkt. Met de verschillende voorzieningen en evenementen wil Hilversum de eigen bewoners en bezoekers een plezierige en zinvolle vrijetijdsbesteding aanbieden. Behoud en herstructurering van bestaande werklocaties en uitbreiding op nieuwe locaties is noodzakelijk om tegemoet te komen aan de vraag naar ruimte voor bedrijvigheid. Na de Economische Visie werden in 2008 en 2009 uitwerkingen op het vlak van toerisme, zorg, detailhandel&horeca, arbeidsmarkt&werkgelegenheid en het Havenkwartier (Masterplan) vastgesteld. In 2010 is het Uitvoeringsplan versterking positie Hilversum Mediastad vastgesteld. Voor het uitvoeringsplan is structureel geld vrijgemaakt. Ook werd de nota evaluatie van het evenementenbeleid opgesteld als basis voor de actualisering van het evenementenbeleid. De economische visie biedt mogelijkheden, schept voorwaarden en stelt kaders voor economische ontwikkeling in relatie tot andere beleidsvelden. De economische speerpunten van Hilversum zijn overgenomen door het gewest Gooi en Vechtstreek. De visie van Hilversum sluit ook aan bij het economisch kader van de Metropoolregio, waarbij Hilversum is aangehaakt met een eigen en duidelijk economisch profiel. Het nieuwe College zet de ingeslagen weg verder door. De effecten van de economische crisis zijn nog steeds merkbaar. De beïnvloedingsmogelijkheden van gemeenten zijn weliswaar beperkt, maar niet geheel afwezig. Het belangrijkste is een helder economisch beleid, met een stevig uitvoeringsprogramma. Hierbij ligt er op het vlak van arbeidsmarkt & werkgelegenheid een belangrijke relatie met het programma Sociale Zaken en samenwerking met het UWV. Dit komt onder meer tot uiting in samenwerking op het vlak van het Servicepunt Detailhandel en aanpak van jeugdwerkloosheid. Vanuit voorliggend programma staat de vraag vanuit het bedrijfsleven naar arbeidskrachten centraal.
Kaderstellende beleidsnota’s
• • • • • • •
Kenniscentrum Hilversum, Economische Visie 2007-2020 (2007). Uitvoeringsplan versterking positie Hilversum Mediastad (2010). Uitwerkingsnota Zorg, Economische kansen voor de zorg (2009). Masterplan Havenkwartier (2009). Regio Gooi en Vecht: Innovatieve Verbinding in de Noordvleugel (2007). Uitwerkingsnota Toerisme en Recreatie, Binnenpret & Buitenkansen (2008). Nota Evenementenbeleid 2003. 111
• • • •
Nota Evaluatie van het evenementenbeleid (2010). Instelling en Reglement Programmaraad Hilversum (2005). Uitwerkingsnota Detailhandel en Horeca, Van Kerkstraat tot Biersteeg (2008). Uitwerkingsnota Arbeidsmarkt en Werkgelegenheid, Handen uit de mouwen (2008).
Programmaonderdelen Het programma kent de volgende onderdelen: • Multimedia. • Werklocaties en Zorg. • Detailhandel en Horeca. • Toerisme en Evenementen.
Subfuncties • • • • •
310.1 Markten. 310.2 Economische aangelegenheden. 310.3 Reclame activiteiten. 560.5 Bevordering toerisme. 580.2 Overige recreatieve voorzieningen (ondermeer de lokale omroep).
112
Multimedia Beleidsdoel 8.1.: Een sterke positie van Hilversum als Multimediastad. De multimediasector leverde in 2009 zo’n 20% van de totale werkgelegenheid en is daarmee van groot belang voor de Hilversumse economie. Daarbij is nog geen rekening gehouden met de afgeleide werkgelegenheid in de faciliterende en toeleverende sfeer. De aanwezigheid van de multimedia in Hilversum is echter niet vanzelfsprekend. De marktomstandigheden zijn in de afgelopen jaren sterk gewijzigd. Door onder meer technologische ontwikkelingen en toegenomen concurrentie van andere steden op (inter)nationaal niveau is een actieve opstelling van de gemeente Hilversum noodzakelijk om de positie van Hilversum als Multimediastad te behouden en te versterken. Dit wordt nog versterkt door het feit dat er voor de door het Ministerie van OCW gefinancierde Nederlandse Publieke Omroep bezuinigingen op handen zijn die van invloed zullen zijn op de werkgelegenheid in de Hilversumse multimediasector. Achteruitgang in de multimediasector betekent achteruitgang van de Hilversumse economie in zijn totaliteit. De focus van het gemeentelijk multimediabeleid ligt dan ook op behoud en versterking van de positie van Hilversum. In het gemeentelijk Uitvoeringsplan versterking positie Hilversum Mediastad is een drietal gebieden beschreven waar de gemeentelijke inspanningen zich op dienen te richten: • het scheppen van een klimaat van innovatie; • netwerkvorming; • profilering van Hilversum als Multimediastad. Daarnaast is de beschikbaarheid van fysieke vestigingslocaties, zowel op het Media Park als daar buiten, van belang voor het behoud en de versterking van de multimediasector in Hilversum. Saldo beleidsdoel € 500.000 Prestaties in 2011 (speerpunten): 1. Stimuleren en faciliteren van fysieke vestigingsmogelijkheden voor de creatieve sector (inclusief de multimediasector) op onder meer de ontwikkellocaties Media Park en Mussenstraat. 2. Deelnemen aan het project Dutch Media Hub (DMH). Deze Dutch Media Hub zal als katalysator fungeren voor het behoud en de versterking van de Multimediasector in de Metropoolregio Amsterdam. Voor het Hilversumse mediacluster liggen hier uitgelezen kansen om hun kennis en kunde op grote schaal te exploiteren. Daarnaast zal de gemeente Hilversum de (inter)nationale acquisitiemogelijkheden in het kader van de DMH verkennen. 3. Versterking kennisinfrastructuur in samenwerking met het iMMovator Cross Media Network. 4. Opzet van structureel accountmanagement met betrekking tot de top 25 mediabedrijven. 5. Organisatie van netwerkbijeenkomsten voor media top 100 bedrijven en voor kleinschalige mediabedrijven. 6. Versterking positie in Metropoolregio Amsterdam (MRA) door actieve partcipatie in de uitvoering van de Economische Agenda die in MRA verband is opgesteld door het Platform Regionale Economische Structuur. Hilversum is met name actief betrokken bij het opstellen en de uitvoering van het clusterprogramma m.b.t. de creatieve industrie. 7. Deelnemen aan het project Next Level in business (vervolg op project Creative Cities) dat er op gericht is om de toegevoegde waarde van de creatieve sector in de Noordvleugel van de Randstad te vergroten. 8. (Inter)nationale profilering van Hilversum als Multimediastad.
113
Indicator
Bron
Referentiewaarde (2006)
2011
2012
2013
2014
Aantal bedrijven in de multimedia sector.
LISA
500
540
550
560
570
Aantal arbeidsplaatsen in de multimedia sector.
LISA
9.530
9.380
9.380
9.475
9.570
Aantal startende ondernemers in de multimedia sector.
KvK
75
51
52
53
54
LISA
1.245
1.450
1.480
1.510
1540
LISA
12.910
13.000 13.000 13.130 13.260
KvK
130
Aantal bedrijven in de creatieve sector (incl. de multimedia sector). Aantal banen in de creatieve sector (incl. de multimedia sector). Aantal starters in de creatieve sector (incl. de multimediasector).
114
145
150
155
160
Werklocaties en Zorg Beleidsdoel 8.2.: Ruimte voor bedrijven en versterken van de zorgeconomie. De aanwezigheid van vestigingsmogelijkheden voor bedrijven is een belangrijke voorwaarde voor economische ontwikkeling. Behoud en herstructurering van de bestaande werklocaties is uitgangspunt, naast het faciliteren van Crailo A1 en Arenapark. Het Masterplan Havenkwartier, het regionaal Fonds met Transformatierechten en de regionale samenwerking in iLocator vormen de leidraad. Zorg is één van de drie speerpunten in het economisch beleid en krijgt daarmee bijzondere aandacht. Zorg wordt binnen dit programma bekeken vanuit economisch perspectief. Binnen een integrale benadering liggen economische groeimogelijkheden voor de zorg die uitstekend passen bij de karakteristieken van Hilversum en omgeving. Het uitvoeringsprogramma en de regionale samenwerking in iZovator vormen de leidraad. Saldo beleidsdoel € 288.000 Prestaties in 2011 (speerpunten): 1. Verder uitvoeren van acties en maatregelen conform uitvoeringsprogramma, inclusief projecten op het vlak van arbeidsmarkt&werkgelegenheid, in samenwerking met regionaal innovatieplatform iZovator. 2. Verder uitvoeren van de herstructureringsopgave voor de werklocaties, inclusief realisatie Masterplan Havenkwartier en aanpak van leegstand, in samenwerking met regionaal innovatieplatform iLocator. 3. Ruimtelijk faciliteren van projecten als Crailo A1, het Arenapark, Zorgpark Monnikenberg en Landgoed Zonnestraal. Indicator
Bron
Referentiewaarde (2007)
2011
2012
2013
2014
Aantal bedrijven in de zorgsector.
LISA
550
600
620
640
660
Aantal arbeidsplaatsen in de zorgsector.
LISA
7.064
7.300
7.400
7.500
7.600
Aantal startende ondernemers in de zorgsector.
KvK
17
25
30
35
40
IBIS
0
4
5
0
0
Gemeente
0
15
30
45
60
Aantal netto hectare nieuw uit te geven bedrijventerrein. Aantal netto hectare geherstructureerd bedrijventerrein.
115
Detailhandel en Horeca Beleidsdoel 8.3.: Een goed functionerend regionaal verzorgend aanbod aan detailhandel (inclusief warenmarkt) en horeca. Met een omvangrijk aanbod aan winkels, horeca en een grote warenmarkt vervult Hilversum van oudsher de rol van centrumgemeente. Dit aanbod heeft een belangrijke verzorgende functie voor de eigen inwoners en is een bron van werkgelegenheid. In de uitwerkingsnota Detailhandel&Horeca is de wenselijke structuur beschreven met de binnenstad, de Gijsbrecht en de diverse buurt- en wijkwinkelgebieden. Het uitvoeringsprogramma vormt de leidraad. Saldo beleidsdoel € -6.000 Prestaties in 2011 (speerpunten): 1. Verder uitvoeren van acties en maatregelen conform uitvoeringsprogramma, inclusief projecten op het vlak van arbeidsmarkt&werkgelegenheid, in samenwerking met ondernemers in onder meer de Binnenstad en op de Gijsbrecht. Prioriteiten zijn: a. Voortzetten samenwerking met ondernemers via Binnenstadsoverleg, thema’s zijn marketing & promotie, schoon, heel&veilig en personeel&ondernemen. b. Ondersteunen van Servicepunt Detailhandel, in samenwerking met ondernemers, Sociale Zaken en UWV. c. Ondersteunen samenwerking tussen ondernemers onderling, onder meer via het faciliteren van ondernemersfondsen (experimentenwet BIZ). d. Ruimtelijk faciliteren van projecten als Langgewenst, Stationsgebied Noord en winkelcentrum Kerkelanden. e. Versnelde transformatie van voormalige winkelstraten. Indicator
Bron
Referentiewaarde (jaar)
2011
2012
2013
2014
Koopkrachtbinding in %.
KSO*
93% (2004)
95%
95%
95%
95%
KSO*
77% (2004)
83%
85%
85%
85%
Gemeente
106 (2008)
106
108
108
108
Koopkracht toevloeiing in % van de totale omzet. Aantal horecazaken in horecaconcentratiegebieden.
116
Toerisme en Evenementen Beleidsdoel 8.4.: Een aantrekkelijk toeristisch product op lokaal en regionaal niveau. Toerisme is een van drie speerpunten van het economisch beleid, waarbij in regionaal verband nauw wordt samengewerkt. Het in 2010 opgerichte iTRovator ontwerpt in samenwerking met het Gewest Gooi en Vechtstreek de meest geschikte organisatievorm voor toerisme en recreatie in de regio. iTRovator is een netwerkorganisatie waarin overheid, bedrijfsleven en kennisinstellingen samenwerken ter versterking van de toeristische sector met de nadruk op innovatie en economisch rendement. Het profileren van Hilversum als (multi)mediastad in het groen vormt een belangrijke leidraad voor het toeristisch beleid. De gemeente vervult een voortrekkersrol op het gebied van citymarketing. De activiteiten van Hilversum Goed Bekeken worden - waar mogelijk - ingepast binnen de gemeentelijke activiteiten op dat vlak. Bezien wordt of ook in 2011 - samen met de binnenstad en de verschillende bewoners van het MediaPark - in het kader van Zapp City succesvolle activiteiten georganiseerd kunnen worden, zoals de Open Studiodagen. Getracht zal worden de evenementen (meer dan voorheen) te spreiden over Hilversum, bijvoorbeeld in het gebied bij de Oude Haven en op de Gijsbrecht van Amstelstraat. Saldo beleidsdoel € 248.000 Prestaties in 2011 (speerpunten): 1. Opzetten van nieuwe toeristische organisatie in de regio, ondergebracht bij het regionaal expertisecentrum voor toerisme iTRovator. 2. Het mede-ontwikkelen van Hilversumse en regionale arrangementen, waardoor het aanbod van toeristische bedrijven op dat punt wordt versterkt en vernieuwd. 3. Het ontwikkelen van producten en activiteiten, waarbij dwarsverbanden worden gelegd tussen de sectoren zorg, media en toerisme. Bezien wordt of ook in 2011 - samen met de binnenstad en de verschillende bewoners van het MediaPark - in het kader van Zapp City succesvolle activiteiten georganiseerd kunnen worden, zoals de Open Studiodagen. 4. Het verder vormgeven van het nieuwe evenementenbeleid. Indicator
Aantal arrangementen. Aantal gezamenlijke activiteiten binnenstad en Media Park. Aantal bezoekers aan het Media Park (raming). Aantal toeristische/recreatieve overnachtingen.
Bron Musea, VVV, Hilversum Goed Bekeken Gemeente, Media Park Gemeente, Media Park VVV, hotels
117
Referentiewaarde (2008)
2011
2012
2013
2014
12
18
19
20
21
2
4
4
4
4
350.000
350.000 350.000 350.000 350.000
23.000
23.000 23.000 23.000 23.000
Beleidsdoel 8.5.: Een evenwichtig aanbod van radio- en televisiezenders. De Programmaraad Hilversum brengt regelmatig advies uit aan de kabelexploitant UPC over de samenstelling van het radio- en tv-pakket. Door de samenstelling en de werkwijze van die programmaraad wordt in de advisering zoveel mogelijk rekening gehouden met de wensen van de Hilversumse kijker en luisteraar. In 2009 is de nieuwe lokale omroep RTi Hilversum van start gegaan. RTi Hilversum, gevestigd op het Media Park, zendt het tv-journaal uit op werkdagen. Er zijn concrete plannen in de maak voor vaste programma’s over cultuur, sport en politiek. Ook de radio is kort geleden begonnen met uitzenden. Saldo beleidsdoel € 40.000 Prestaties in 2011 (speerpunten): 1. Ondersteuning van de Programmaraad Hilversum waardoor een evenwichtig en gevarieerd aanbod aan radio- en televisiezenders op de kabel gegarandeerd blijft. De tarieven voor de abonnees worden, conform de overeenkomst met UPC, met maximaal het percentage van de jaarlijkse prijsindex verhoogd. 2. Verstrekken van een subsidiebijdrage aan de lokale omroep RTi Hilversum. Bron
Referentiewaarde (2008)
2011
2012
2013
2014
Kijkt u wel eens naar de lokale televisie?
Gemeente
42%
42%
44%
48%
50%
Luistert u wel eens naar de lokale radio?
Gemeente
8%
10%
11%
12%
13%
Indicator
118
119
PROGRAMMA 8
8
EZ Media, toerisme en evenem. rek 2009
begr. 2010
begr. 2011
begr. 2012
begr. 2013
Bedragen x 1.000 begr. begr. 2014 2015
Lasten (excl. toevoegingen reserves) 8.1 Hilversum sterk als multimediastad 8.2 Ruimte voor bedrijven en versterken zorgeconomie 8.3 Goed regionaal aanbod detailhandel en horeca 8.4 Een aantrekkelijk toeristisch product 8.5 Evenwichtig aanbod radio- en tv-zenders 8.6 Voldoende ruimte voor bedrijvigheid 8.7 Goed functionerende detailhandel en horeca 8.8 Goede aansluiting onderwijs en arbeidsmarkt Totaal lasten
203 59 87 271 291 156 772 52 1.891
175 111 55 230 254 169 645 55 1.694
500 338 558 248 165 1.809
500 212 558 223 129 1.622
500 212 558 198 129 1.597
500 212 558 198 129 1.597
500 212 558 198 129 1.597
Baten (excl. onttrekkingen reserves) 8.1 Hilversum sterk als multimediastad 8.2 Ruimte voor bedrijven en versterken zorgeconomie 8.3 Goed regionaal aanbod detailhandel en horeca 8.4 Een aantrekkelijk toeristisch product 8.5 Evenwichtig aanbod radio- en tv-zenders 8.6 Voldoende ruimte voor bedrijvigheid 8.7 Goed functionerende detailhandel en horeca 8.8 Goede aansluiting onderwijs en arbeidsmarkt Totaal baten
7 123 480 610
125 583 708
50 564 125 739
50 564 125 739
50 564 125 739
50 564 125 739
50 564 125 739
Saldo (excl. mutaties reserves) 8.1 Hilversum sterk als multimediastad 8.2 Ruimte voor bedrijven en versterken zorgeconomie 8.3 Goed regionaal aanbod detailhandel en horeca 8.4 Een aantrekkelijk toeristisch product 8.5 Evenwichtig aanbod radio- en tv-zenders 8.6 Voldoende ruimte voor bedrijvigheid 8.7 Goed functionerende detailhandel en horeca 8.8 Goede aansluiting onderwijs en arbeidsmarkt Totaal saldo
203 59 87 264 168 156 292 52 1.281
175 111 55 230 129 169 62 55 986
500 288 -6 248 40 1.070
500 162 -6 223 4 883
500 162 -6 198 4 858
500 162 -6 198 4 858
500 162 -6 198 4 858
-
-
-
1.281
986
1.070
883
858
858
858
Beleidsdoel
Omschrijving beleidsdoel
Toevoegingen reserves Onttrekkingen reserves Totaal saldo incl. reservemutaties
120
Beleidsdoel
Omschrijving beleidsdoel
begr 2011
begr 2012
Bedragen x 1.000 begr begr 2013 2014
Investeringen
Totaal
Beleidsdoel
-
Omschrijving beleidsdoel
1-12011
-
Erbij
-
-
Bedragen x 1.000 31-12Eraf 2011
Reserves
Totaal reserves
-
-
-
-
-
-
-
-
Voorzieningen
Totaal voorzieningen
Bedragen x 1.000 1.809 739
Te autoriseren lasten en baten Lasten 2011 Baten 2011
121
122
Programma 9
Cultuur en Monumentenzorg
123
Programma 9: Cultuur en Monumentenzorg Maatsch. effecten
Beleidsterreinen
Beleidsdoelen
Prestaties
(wat willen we bereiken?)
(wat gaan we doen?)
9.1 Het gevarieerde cultuuraanbod beter zichtbaar. Saldo € 3.275.000
9.2 Kwaliteitsverbetering binnenschoolse cultuureducatie.
- Binnen beschikbare financiële kaders stimuleren van organisatie van culturele evenementen op beeldpbepalende locaties. - Continuïteit van theaterfunctie in Hilversum door verstrekken van subsidies aan diverse podia, binnen beschikbare financiële middelen. - Stimuleren en binnen beschikbare financiële middelen ondersteunen van het doen organiseren van minimaal 1 activiteit per doelgroep (18-23, 34-45 en 55-65 jaar). - Evaluatie huidige cultuurnota Pasie voor Cultuur. - Implementeren evaluatie www.uitinHilversum.nl.
- Optimaliseren vraag en aanbod en versterken van netwerk van culturele instellingen. - Vertalen evaluatie in bijgestelde doelstellingen.
Saldo € 55.000 Cultuur
9.3 Stimulering en vergroting cultuurparticipatie. Saldo € 413.000 Hilversum wil het cultureel vermogen van de stad zichtbaar maken en daarmee alle inwoners en bezoekers de kans bieden hiervan te genieten en actief mee te doen.
9.4 Uitbreiding informatievoorziening openbare bibliotheek.
- Stimuleren en binnen beschikbare financiële kaders ondersteunen van een breed aanbod podiumkunsten. - Ondersteunen amateurkunst, o.a. door begeleiden platform amateurkunst. - Binnen beschikbare financiële middelen mogelijk maken van een jaarlijkse Dag voor de Amateurkunst. - Binnen beschikbare financiële middelen subsidiëren van activiteiten die cultuurparticipatie stimuleren.
- Analyse rendement i.h.k.v. verstrekte subsidie.
Saldo € 1.675.000
Saldo € 5.861.000
Monumentenzorg en archeologie
9.5 Bescherming cultuurhistorisch erfgoed. Saldo € 443.000
124
- Opstellen beschermende bestemmingsplannen rijksbeschermde dorpsgezichten Hilversum Oost/Kamrad en Zuid. - Uitvoeren cultuur-/bouwhistorisch onderzoek. - Inzetten op restauratie en herbestemming monumenten. - Handhaven hoogwaardig onderhoudsniveau en kwaliteit monumenten. - Vaststellen evaluatienota monumentenbeleid en nieuwe monumentennota. - Verankeren archeologisch beleid volgens nota "De Ondergrondse Stad". - Plaatsing Zonnestraal en raadhuis op werelderfgoedlijst.
Programma 9: Cultuur en Monumentenzorg Portefeuillehouder: Dienst:
L.E.C. Jooren-van der Boor/E.G.J. van der Want Inwoners/Stad
Missie/programmadoelstelling De missie van het cultuurbeleid is erop gericht met kunst en cultuur het leven van de burgers te verrijken. Het zichtbaar maken van en het verder tot ontplooiing brengen van het culturele vermogen van Hilversum is een belangrijke doelstelling om de missie te realiseren. Participatie van alle inwoners en bezoekers aan kunst en cultuur is hierbij een belangrijke factor om het culturele leven verder tot ontwikkeling te brengen. Het cultuurhistorisch erfgoed draagt bij aan de kwaliteit en de leefbaarheid van de stad. Zij vergroot de toeristische aantrekkingskracht en inspireert tot nieuwe ontwikkelingen. Cultuurhistorische archieven en collecties over Hilversum en de regio dragen bij aan de versterking van de culturele identiteit en sociale cohesie.
Context en achtergrond Cultuur heeft een intrinsieke waarde die van belang is voor de ontwikkeling van individuen en voor de gemeente als geheel. Ook draagt een bloeiende cultuur bij aan het creatieve en innovatieve vermogen van onze samenleving, aan ondernemerszin, fysieke inrichting, sociale binding en aan het uitdragen van de identiteit van Hilversum. Verscheidenheid, spreiding en kwaliteit vinden wij daarbij van belang. Uiteraard, zeker onder economisch minder goede omstandigheden, kijken we daarbij kritisch naar hoe omgegaan wordt met subsidie: ondernemerschap, efficiency en - bij substantiële bedragen ook tussentijdse - verantwoording dienen hand in hand te gaan met het ontvangen van subsidie. Dat neemt niet weg dat wij ons ook sterk bewust zijn van de kwetsbaarheid van de culturele sector. Het is deze sector waar vanuit verschillende hoeken de klappen vallen: bezuinigingen door het Rijk, de provincie en een afname van potentiële sponsors. Bij bezuinigingen die ook wij in deze sector zullen moeten doorvoeren, staat daarom het volgende voorop. De bibliotheek is een basisvoorziening met een combinatie van diensten en producten die wij voor de toekomst in haar essentie willen behouden. Daarbij achten wij de hoofdvestiging (centrale ligging en gelegen aan de binnenring (bereikbaarheid)), het belangrijkste onderdeel. Als het gaat om het uitdrukken van de identiteit van Hilversum, achten wij het voortbestaan van een museumfunctie een groot goed, zeker daar waar een combinatie wordt gemaakt met het streekarchief, met cultuureducatie en met vernieuwende ideeën. Die combinaties brengen immers in beeld onze historie en onze toekomst. Bij de verschillende subsidiestromen zal gewerkt worden met een spreiding over het kalenderjaar. Voor het toetsen van subsidieaanvragen, zal een nieuwe lijst van criteria worden opgesteld. Daarin zal in ieder geval worden opgenomen een beoordeling op toegevoegde waarde ten opzichte van hetgeen Hilversum reeds te bieden heeft (dus “meer van het zelfde, als het maar voor een bepaalde datum is aangevraagd” is onvoldoende) en worden cultuureducatie en onderlinge samenwerking als pré aangemerkt. In Hilversum zijn vele kunst- en cultuurinstellingen gevestigd. Het zijn diverse grote en kleine instellingen die het hele spectrum van het culturele leven bestrijken. Een prominent deel van deze culturele instellingen betreft beeldbepalende iconen uit de media, jonge bouwkunst en spelers in de creatieve industrie. In de cultuurnota 2009-2012 Passie voor Cultuur wordt als belangrijk onderwerp genoemd om de inwoners van Hilversum en de bezoekers van culturele evenementen kennis te laten maken met reeds in Hilversum aanwezige beeldbepalende spelers in het culturele veld. Daarnaast wordt gestreefd naar de verdere ontplooiing en inhoudelijke ontwikkeling van het culturele vermogen van Hilversum.
125
De belangrijkste speerpunten voor de periode 2009-2012 zijn: 1. Het zichtbaar maken van het culturele vermogen van Hilversum, via een betere en afgestemde marketing, public relations en communicatie. 2. Het verbeteren van de binnenschoolse educatie. 3. Het ondersteunen van amateurkunst als belangrijk middel voor cultuurparticipatie. De accommodaties van Museum Hilversum, Beeld en Geluid, Filmtheater en Podium De Vorstin zijn afgelopen jaren sterk verbeterd. De accommodaties van Theater Achterom, met name wat locatie en aantal stoelen betreft, Globe Centrum voor Kunst en Cultuur en verschillende amateurverenigingen behoeven nog verbetering. Gestreefd wordt naar een integraal accommodatiebeleid voor onderwijs, welzijn, cultuur en sport. De brede school krijgt meer aandacht, waarin ook cultuur vanaf 2010 gaat participeren. Ook zal gekeken worden naar bredere inzet van Podium De Vorstin als accommodatie met diverse culturele doeleinden. Monumentenzorg en archeologie Kenschets Hilversum onderscheidt zich op (inter)nationaal niveau als dé stad van jonge architectuur en stedenbouw. Hilversum heeft een groot aantal topmonumenten, een uniek en uitgebreid oeuvre van W.M. Dudok, ruim 900 beschermde monumenten en één van de grootste rijksbeschermde dorpsgezichten, het noordwestelijke villagebied. Nog twee dorpsgezichten worden naar verwachting in 2010 aangewezen. Hilversum kent een traditie van hoogwaardige architectuur en een ruimtelijk ontwikkelingsbeleid waarvan natuurbescherming, welstandstoezicht, voorzieningen voor economische activiteiten en sociaal-cultureel élan deel uitmaken. Monumentenzorg In 2007 is beleidsnota Monumenten ‘Van zorg tot kans, Hilversums erfgoed, bron van dynamiek’ 2007-2010 verschenen. Deze nota beschrijft het monumentenbeleid en koppelt daaraan een uitvoeringsprogramma tot 2010. In deze programmabegroting zijn opgenomen de speerpunten die nog in uitvoering zijn, alsmede het verschijnen van een evaluatienota en een nieuwe, geactualiseerde nota voor de periode 2010-2014. In 2010 is het laatste kwart van de ruim 700 gemeentelijke monumenten aangewezen. Hilversum heeft ca. 200 rijksmonumenten en 1 beschermd dorpsgezicht. Twee te beschermen dorpsgezichten zijn in procedure (Hilversum Zuid en Hilversum Oost met Kamrad). Taken die de gemeente heeft in het kader van de aanwijzing en uitvoering zijn de adviserende rol bij de aanwijzing en het opstellen van een beschermend bestemmingsplan. In 2010 adviseert de gemeenteraad naar verwachting aan de ministeries van OC&W en VROM omtrent de aanwijzing. Ook is in 2010 de opstelling van een ruimtelijke visie gepland ten behoeve van de in 2011 op te stellen beschermende bestemmingsplannen. Hilversum neemt een (inter)nationale positie in ten aanzien van de restauratie van jonge monumenten. Grote actuele restauratie- en herbestemmingprojecten betreffen onder meer de St. Vituskerk, Zonnestraal, de Clemenskerk, de tribune op het Sportpark, de Melkfabriek en de voormalige KRO-studio. De cultuurhistorische waarden van Hilversum kunnen worden benut bij het beheer en de transformatie van de stad. Behoud en (her)gebruik van monumenten dragen bij aan duurzame ontwikkeling. Kennis en waardering voor de cultuurhistorische waarden van Hilversum zijn van groot belang om ze als informatie- en inspiratiebron te laten dienen voor ingrepen van stedenbouwkundige en architectonische aard. De invoering van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) betekent dat de behandeling van de vergunningaanvragen ingevolge de Monumentenwet 1988 en de Monumentenverordening in het kader van de Wabo worden behandeld (omgevingsvergunning, zie programma 13). Inspectie en handhaving van monumenten vindt plaats volgens de WABO handhavingsmethode. 126
Op dit moment worden op rijksniveau in het project Modernisering Monumentenzorg (MOMO), voorstellen ontwikkeld om te komen tot een modernisering van het monumentenbestel. Vooralsnog wijzen de voornemens op een toenemende positionering van cultuurhistorie in het ruimtelijke ordeningsproces vanaf het begin en een toename en verzwaring van de verantwoordelijkheden op gemeentelijk niveau. Archeologie De archeologische situatie van Hilversum is in kaart gebracht. De zorg voor het archeologische erfgoed is een wettelijke taak. De gemeente is het bevoegde gezag. De beleidsnota archeologie, “De ondergrondse Stad”, waarin opgenomen de archeologische verwachtingskaart en de archeologische beleidskaart van Hilversum wordt naar verwachting in 2010 vastgesteld. De in het collegeprogramma “De bakens verzetten” genoemde speerpunten voor de periode 20102014 zijn: • Trots zijn op onze (top)monumenten en cultuurhistorische waarden. • Behoud en restauratie van de monumenten, cultuurhistorisch waardevolle panden, gebieden en objecten in Hilversum. • Inzetten op hergebruik en passende functie. • Werk maken van de plaatsing van Zonnestraal en het Raadhuis op de Werelderfgoedlijst. • Bescherming gezichten Hilversum Oost en Kamrad en Hilversum Zuid door het rijk. Opstellen archeologisch beleid om de archeologische waarden beter te beschermen, te verankeren in de ruimtelijke planvorming en invulling te geven aan deze wettelijke taak.
Kaderstellende beleidsnota’s • • • •
Nota cultuurbeleid 2009-2012 “Passie voor Cultuur” (2009). Impuls, Masterplan Beeldende Kunst (2004). Beleidsnota Monumenten “van Zorg tot Kans, Hilversums erfgoed bron van dynamiek” (2007). Beleidsnota Archeologie, “De ondergrondse Stad” (naar verwachting 2010).
Programmaonderdelen Het programma kent de volgende onderdelen: • Cultuur. • Monumentenzorg en Archeologie.
Subfuncties • • • • • • • • • •
510.1 Openbaar bibliotheekwerk / Kunstuitleen. 511.1 Vormings- en ontwikkelingswerk. 540.1 Schouwburg Gooiland. 540.2 Exposities hedendaagse beeldende kunst. 540.3 Overige kunst. 541.2 Museum Hilversum. 541.3 Carillon. 541.4 Streekarchief. 541.5 Monumentenzorg en archeologie. 580.2 Overige recreatieve voorzieningen.
127
Cultuur Beleidsdoel 9.1.: Beter zichtbaar maken van het gevarieerde kunst- en cultuuraanbod. In Hilversum zijn talloze culturele instellingen gevestigd die zich bezig houden met alle disciplines van kunst en cultuur. Van theater, muziek, jeugdtheater en moderne kunst tot beeldende kunst in de openbare ruimte, cultuureducatie en festivals. De culturele activiteiten spelen zich in de talloze instellingen af zoals theaters, musea, Filmtheater en ander culturele instellingen. Ook zijn er activiteiten in de openbare ruimte op prominente (cultuurhistorische) locaties. Naast gesubsidieerde evenementen zijn er ook commerciële en particuliere initiatieven. Het culturele aanbod is dus een breed aanbod dat zich op diverse doelgroepen richt. De huidige cultuurnota Passie voor Cultuur wordt in de eerste helft van 2011 geëvalueerd. Daarbij worden ook de visie en de uitgangspunten ontwikkeld van het cultuurbeleid dat vanaf 2012 zal gelden. Bij het vaststellen van het vanaf 2012 te voeren cultuurbeleid zal rekening worden gehouden met de genomen bezuinigingsmaatregelen. Bij de uitwerking van het nieuwe beleid zal rekening worden gehouden met de de uitkomst van de onderzoeken van de provincie NoordHolland naar cultuureducatie en naar de mogelijkheid om een regionale agenda cultuur te ontwikkelen. Voorts zal voor 2011, in het kader van de bezuinigingen, het budget voor ‘Overige subsidies’ worden heroverwogen. Het culturele aanbod dient beter zichtbaar te worden voor de inwoners van Hilversum. Het deel uitmaken van een samenleving met een rijk leven op gebied van kunst en cultuur wordt door inwoners als positief ervaren. Ook verrijkt de toename van cultuurparticipatie het leven van de inwoners van Hilversum. Om het cultureel aanbod meer zichtbaar te maken wordt een aantal maatregelen genomen. Allereerst wordt, binnen de beschikbare financiële kaders, zoveel als mogelijk het (doen) organiseren van culturele evenementen op beeldbepalende locaties gestimuleerd. Hiertoe wordt een jaarplan opgesteld. Als gevolg van het plaatsvinden van evenementen op beeldbepalende locaties wordt zowel de kenbaarheid vergroot van (jonge) monumenten als de aanwezigheid van het culturele veld. Bij het (doen) organiseren van culturele evenementen op locatie wordt in ieder geval aandacht besteed aan nader bepaalde specifieke doelgroepen uit Hilversum. Ten tweede wordt de zichtbaarheid van het culturele vermogen vergroot door gebruik van moderne communicatiemiddelen die kunnen worden ingezet bij het publieksbereik. Dit is een methode om de (potentiële) bezoekers beter te bereiken. Hiervoor is het noodzakelijk dat de instellingen een gedegen bezoekersonderzoek doen naar het profiel van de bezoekers van de instelling en naar het profiel van de potentiële bezoeker. Indien dit in kaart is gebracht kunnen marketing en prinstrumenten worden gebruikt op het gebied van mobiele telefonie en internet. Het realiseren van moderne marketing en pr-middelen op het gebied van mobiele technieken en ICT doet tevens recht aan de doelstelling van Hilversum om Hilversum Mediastad te zijn. Dit onderwerp wordt meegenomen bij het formuleren van de toekomstige subsidievoorwaarden van structurele subsidies. Sinds 2009 is het aanbod digitaal beschikbaar op www.uitinHilversum.nl. Dit is een eerste hele voorzichtige stap in het digitaliseren van de marketingmiddelen. In 2010 wordt het gebruik van deze site geëvalueerd. Een derde maatregel om het culturele vermogen zichtbaar te maken in het stadsgezicht, is het streven naar de concentratie in of nabij de binnenstad van de reeds bestaande stedelijke culturele voorzieningen. Dit wordt ook wel de cultuuras genoemd. Door het realiseren van deze cultuuras in het centrum, zou een samenspel van culturele voorzieningen en uitgaansleven kunnen ontstaan en wordt de levendigheid van de binnenstad bevorderd. Ook draagt concentratie bij aan de herkenbaarheid van de culturele voorzieningen. Het onderzoek waar de mogelijkheden van deze as zijn onderzocht, is begin 2010 afgerond. De uitkomst van dit onderzoek en de aanbevelingen die hieruit volgen worden begin 2011 aangeboden. Bij het formuleren van het nieuw cultuurbeleid dat vanaf 2012 wordt gehanteerd worden de aanbevelingen van de nota Culturele As meegenomen. Het Streekarchief Gooi en Vechtstreek biedt samen met de andere archiefdiensten in de regio de archieven en collecties digitaal aan via de nieuwe website www.gooienvechthistorisch.nl die begin 2009 is gelanceerd. Uitbreiding van het aanbod en verdere samenwerking met andere erfgoedinstellingen staat voor de komende jaren centraal. 128
Saldo beleidsdoel € 3.275.000 Prestaties in 2011 (speerpunten): 1. Binnen de beschikbare financiële kaders stimuleren van de organisatie van culturele evenementen op beeldbepalende locaties (met name jonge monumenten). Hiertoe wordt een jaarplan opgesteld. 2. Binnen de beschikbare financiële middelen wordt door verstrekken van (beperkte) subsidies aan diverse podia de continuïteit van de theaterfunctie in Hilversum bevorderd. 3. Het stimuleren en binnen de beschikbare financiële middelen ondersteunen van het doen organiseren van in ieder geval één activiteit voor de doelgroepen jongeren 18-23 jaar en de doelgroepen 35-45 jaar en 55-65 jaar. 4. Evaluatie van de huidige cultuurnota Passie voor Cultuur. Daarbij worden ook de visie en de uitgangspunten ontwikkeld voor de inhoud van het cultuurbeleid dat vanaf 2012 zal gelden. Bij het formuleren van het nieuwe cultuurbeleid wordt o.a. meegenomen het financieringsplafond, de aanbevelingen van de nota Culturele As in het kader van accommodaties, cultureel ondernemerschap, subsidiebeleid en subsidievoorwaarden. 5. Implementeren evaluatie van het uitpunt www.uitinHilversum.nl. Indicator Waardering cultuuraanbod door inwoners.
Bron
Referentiewaarde (jaar)
2011
2012
2013
2014
Onderzoek
2008
8
8
8
8
DI
2009
3
3
3
3
DI
3
3
3
3
DI
juli
--
--
--
2011
2012
2013
2014
Culturele evenementen op beeldbepalende locaties. Realiseren drie activiteiten voor specifieke doelgroepen jongeren 18-23 jaar, 35-45 jarigen en 5565 jarigen. Evaluatie huidige cultuurnota en formuleren nieuw cultuurbeleid.
Indicator Streekarchief Indicator
Bron
Aantal klanten digitaal/unieke bezoekers.
Referentiewaarde (jaar)
30.000 (2009) 35.000 40.000 45.000 50.000
Aantal klanten studiezaal.
5000 (2005)
Aantal documenten digitaal op website.
4500
5000
5.000
5.000
16.000 (2009) 23.000 25.000 30.000 33.000
129
Beleidsdoel 9.2.: Verhoging van de kwaliteit van de binnenschoolse cultuureducatie. Het verder ontwikkelen van cultuureducatie is een belangrijk speerpunt van de nota Passie voor Cultuur. Het Bureau Cultuureducatie, onderdeel van Globe Centrum voor kunst en cultuur, is verantwoordelijk voor de uitvoerende en de bemiddelingstaken tussen de vraag van de scholen en het aanbod van de culturele instellingen. Daarnaast onderhoudt en versterkt het bureau het netwerk van culturele instellingen. In 2010 wordt onderzocht op welke wijze de brede school kan bijdragen aan het versterken van de cultuureducatie. In 2011 wordt de evaluatie van dit onderzoek vertaald in bijgestelde doelstellingen. Saldo beleidsdoel € 55.000 Prestaties in 2011 (speerpunten): 1. Optimaliseren van vraag en aanbod en het versterken van het netwerk van culturele instellingen. 2. Vertalen van evaluatie in bijgestelde doelstellingen. Indicator % basisscholen dat deelneemt aan cultuureducatieproject Hilversumse instellingen.
Bron
Referentiewaarde (jaar)
2011
2012
2013
2014
Evaluatieverslag cultuureducatie
2008
90
90
90
90
2009
8,0
8,0
8,0
8,0
Waardering van scholen voor cultuureducatietraject.
130
Beleidsdoel 9.3.: Stimulering en vergroting cultuurparticipatie. Een belangrijk speerpunt uit de nota Passie voor Cultuur is het stimuleren en vergroten van cultuurparticipatie. Door toename van cultuurparticipatie van de inwoners van Hilversum maken meer bewoners kennis met kunst en cultuur. Deze ervaring kan een bindend element in de samenleving vormen en verrijkt het leven van de inwoners. Het stimuleren van de deelname aan culturele activiteiten, zowel actief als passief, is reeds jaren een belangrijk beleidsuitgangspunt van de rijksoverheid en de gemeenten. In Hilversum wordt op verschillende manieren aandacht besteed aan de deelname van publiek waarbij het verder tot ontwikkeling brengen van de amateurkunst een belangrijke factor is. Een andere maatregel die de cultuurparticipatie vergroot is een aantrekkelijke programmering van de verschillende podia die op de verschillende doelgroepen is afgestemd. Hierbij dient tevens aandacht voor diversiteit te zijn. Een brede programmering stimuleert en inspireert tot deelname van alle inwoners van Hilversum aan het culturele leven. Verder wordt, binnen de beschikbare financiële kaders, de ontwikkeling van amateurkunst gestimuleerd door subsidiëring van activiteiten op gebied van amateurkunst. Dit kan bestaan uit subsidiering van diverse culturele activiteiten waar amateurkunst een rol in speelt. Deze maatregelen vergroten eveneens de cultuurparticipatie van de inwoners van Hilversum. Saldo beleidsdoel € 413.000 Prestaties in 2011 (speerpunten): 1. Het stimuleren en binnen de beschikbare financiële kaders ondersteunen van een breed aanbod van podiumkunsten. 2. Ondersteunen en stimuleren van de ontwikkeling van amateurkunst, o.a. door het stimuleren van de ontwikkeling van het platform amateurkunst. Ook worden gezamenlijke projecten van amateurkunstenaars gestimuleerd. 3. Het, binnen de beschikbare financiële middelen, mogelijk maken van een jaarlijkse Dag voor de Amateurkunst. 4. Het, binnen de beschikbare financiële middelen, subsidiëren van activiteiten die de cultuurparticipatie stimuleren. Indicator Aantal bezoeker museum Hilversum. Aantal bezoekers Filmtheater.
Bron Museum
Referentiewaarde (jaar)
2011
2012
2013
2014
16.650 (2009) 20.250 20.250 20.250 20.250
Filmtheater
48.739 (2007)
p.m.
p.m.
p.m.
p.m.
Aantal bezoekers Dag van de amateurkunst.
Evaluatie
1.500 (2009)
2.000
2.250
2.750
2.750
Aantal bezoekers theater Achterom.
Theater Achterom
3.900 (2007)
5.000
5.000
5.000
5.000
DI
17 (2008/2009)
6
6
*
*
DI
5.780
2.100
2.100
*
*
2.300 (2009)
2.300
2.300
2.300
2.300
p.m.
p.m.
p.m.
p.m.
Aantal gesubsidieerde theatervoorstellingen in Theater Gooiland.* Aantal bezoekers gesubsidieerde voorstellingen Theater Gooiland.* Aantal leerlingen/cursisten Globe. Aantal bezoekers De Vorstin.
DI
*Het subsidiëren van theatervoorstellingen in Theater Gooiland in 2012, 2013 en 2014 is niet gepland.
131
Beleidsdoel 9.4.: Uitbreiding informatievoorziening. Nog steeds weten veel lezers de weg naar de bibliotheek te vinden. De nadruk komt naast het uitlenen van boeken steeds meer te liggen op het verstrekken van digitale diensten. Via het openbare bibliotheekwerk wordt informatie in druk, beeld en geluid algemeen toegankelijk. In 2011 zullen de prestaties in het kader van de verstrekte subsidiegelden nader worden geanalyseerd. Tevens wordt nagegaan of in 2011 het huidige aantal servicepunten kan blijven gehandhaafd. Saldo beleidsdoel € 1.675.000 Prestaties in 2011 (speerpunten): 1. Analyse van het rendement in het kader van verstrekte subsidie. Indicator
Bron
Referentiewaarde (jaar)
2011
2012
2013
2014
Aantal leden (hoofdvestiging + servicepunten).
Bibliotheek
18.372 (2007) 20.150 20.250 20.350 20.450
Aantal bezoekers hoofdvestiging.
Bibliotheek
860 gem. per dag (2009)
950
975
1.000
1.025
Aantal uitleningen/reserveringen bij de servicepunten.
Bibliotheek
19.000 (2009)
p.m.
p.m.
p.m.
p.m.
132
Monumentenzorg en archeologie Beleidsdoel 9.5.: Bescherming en instandhouding van cultuurhistorische waarden van internationaal, nationaal en lokaal belang en goed onderhouden gerestaureerde monumenten. Hiervoor wordt een representatief geheel van gebouwen, objecten en gebieden aangewezen dat de architectuur- en cultuurhistorische ontwikkeling van Hilversum leesbaar, beleefbaar en begrijpelijk maakt voor de langere termijn. Dit verschaft uitgangspunten voor behoud, beheer en ontwikkeling, en duidelijkheid aan eigenaren, bestuurders, ontwikkelende en beherende partijen. Door in een vroegtijdig stadium de cultuurhistorische waarden te benoemen en te beschermen zal beter sturing kunnen worden gegeven aan het altijd aanwezige transformatieproces van de stad. Cultuurhistorie moet daarvoor vanaf het begin verankerd zijn in het ruimtelijke ordeningsproces. De kansen die zich hierbij voordoen kunnen dan nadrukkelijker worden benut. Voor ieder monument moet een zorgvuldige afweging met betrekking tot instandhouding bewerkstelligd worden. Eigenaren moeten goed geïnformeerd zijn. Daarnaast kan de restauratie en het hergebruik van een monument grote inspiratie bieden voor de ontwikkeling van haar directe omgeving. Cultuurhistorie heeft een belangrijke rol in de ontwikkeling van de stad: restauratie en herbestemming van erfgoed geven een impuls aan een wijk of zelfs de gehele stad. In 2010 is het rapport van de Erfgoedinspectie, “Instandhouding rijksmonumenten Hilversum”, verschenen. De wijze waarop de aanbevelingen worden opgevolgd is uiteengezet in een nota. De erfgoedinspectie komt begin 2011 terug om de resultaten te bespreken. De gemeente is verplicht zorg te dragen voor het behoud en het onderzoeken van het archeologische erfgoed. Het archeologische beleid van Hilversum wordt mede in de bestemmingsplannen vastgelegd. Archeologisch beleid geeft richting aan het onderzoek en ontwikkeling. Het verspreiden van de informatie die naar aanleiding van de onderzoeken wordt opgedaan is van groot belang voor de kennis en de waardering van de geschiedenis van Hilversum. Saldo beleidsdoel € 443.000 Prestaties in 2011 (speerpunten): 1. Opstellen beschermende bestemmingsplannen voor de rijksbeschermde dorpsgezichten Hilversum Oost met Kamrad en Hilversum Zuid. 2. Uitvoeren cultuurhistorisch/bouwhistorisch onderzoek t.b.v. planontwikkelingen, bescherming en/of restauratie. 3. Inzetten op restauratie en herbestemming monumenten. Verkrijgen subsidies derden. 4. Handhaven hoogwaardig onderhoudsniveau en kwaliteit monumenten. 5. Vaststellen evaluatienota monumentenbeleidsnota en nieuwe Monumentennota 2010-2014 6. Verankeren archeologisch beleid, volgens de nota “De Ondergrondse Stad”. 7. Werk maken van plaatsing Zonnestraal en Raadhuis op Werelderfgoedlijst. Indicator % Hilversummers dat meent dat de cultuurhistorische waarden goed behouden blijven.
Bron
Referentiewaarde (jaar)
2011
2012
2013
2014
Enquête
22
35
40
40
40
25
25
25
25
25
70
85
85
85
85
Aantal inspecties monumenten. % bij inspecties aangetroffen goed onderhouden monumenten.
Enquête
133
PROGRAMMA 9
9
Cultuur en monumentenzorg rek 2009
begr. 2010
begr. 2011
begr. 2012
begr. 2013
Bedragen x 1.000 begr. begr. 2014 2015
Lasten (excl. toevoegingen reserves) 9.1 Gevarieerd kunst- en cultuuraanbod beter zichtbaar 9.2 Kwaliteitsverbetering binnenschoolse cultuureducatie 9.3 Vergroting cultuurparticipatie 9.4 Uitbreiding informatievoorziening openbare bibliotheek 9.5 Bescherming cultuurhistorisch erfgoed
4.145 192 227 1.778 415
3.171 60 435 1.793 539
3.568 55 415 1.675 443
3.568 55 364 1.650 443
3.568 55 391 1.650 443
3.568 55 391 1.650 443
3.568 55 391 1.650 443
Totaal lasten
6.757
5.998
6.156
6.080
6.107
6.107
6.107
Baten (excl. onttrekkingen reserves) 9.1 Gevarieerd kunst- en cultuuraanbod beter zichtbaar 9.2 Kwaliteitsverbetering binnenschoolse cultuureducatie 9.3 Vergroting cultuurparticipatie 9.4 Uitbreiding informatievoorziening openbare bibliotheek 9.5 Bescherming cultuurhistorisch erfgoed
283 25 1 -
278 5 2 -
293 2 -
293 2 -
293 2 -
293 2 -
293 2 -
Totaal baten
309
285
295
295
295
295
295
Saldo (excl. mutaties reserves) 9.1 Gevarieerd kunst- en cultuuraanbod beter zichtbaar 9.2 Kwaliteitsverbetering binnenschoolse cultuureducatie 9.3 Vergroting cultuurparticipatie 9.4 Uitbreiding informatievoorziening openbare bibliotheek 9.5 Bescherming cultuurhistorisch erfgoed
3.862 167 226 1.778 415
2.893 55 433 1.793 539
3.275 55 413 1.675 443
3.275 55 362 1.650 443
3.275 55 389 1.650 443
3.275 55 389 1.650 443
3.275 55 389 1.650 443
Totaal saldo
6.448
5.713
5.861
5.785
5.812
5.812
5.812
-
-
-223
6.448
5.713
5.638
5.785
5.812
5.812
5.812
Beleidsdoel
Omschrijving beleidsdoel
Toevoegingen reserves Onttrekkingen reserves Totaal saldo incl. reservemutaties
134
Beleidsdoel
Bedragen x 1.000 begr begr 2013 2014
begr 2011
begr 2012
Investeringen 9.5 Bescherming cultuurhistorisch erfgoed
631
227
227
227
Totaal
631
227
227
227
Beleidsdoel
Omschrijving beleidsdoel
Omschrijving beleidsdoel
Bedragen x 1.000 31-12Eraf 2011
1-12011
Erbij
Reserves 9.1 Gevarieerd kunst- en cultuuraanbod beter zichtbaar
234
-
-223
11
Totaal reserves
234
-
-223
11
Voorzieningen 9.1 Gevarieerd kunst- en cultuuraanbod beter zichtbaar
18
8
-10
16
Totaal voorzieningen
18
8
-10
16
Te autoriseren lasten en baten Lasten 2011 Baten 2011
Bedragen x 1.000 6.156 295
135
136
Programma 10
Openbare Orde en Veiligheid, Brandweer
137
Programma 10: Openbare Orde en Veiligheid, Brandweer Maatsch. effecten
Beleidsterreinen
Sociale veiligheid
Beleidsdoelen
Prestaties
(wat willen we bereiken?)
(wat gaan we doen?)
10.1 Duurzame sociale veiligheid. Saldo € 741.000
Fysieke veiligheid
10.2 Afname risico's op onveiligheid/zware ongevallen. Saldo € 373.000
Structurele vergroting van veiligheid. Enerzijds door afname van feitelijke onveiligheid, anderzijds door stabilisering van % mensen dat zegt zich onveilig te voelen. Saldo € 9.955.000
Brandweer
10.3 + 10.4 Brandweerzorg repressief en preventief. Saldo € 7.829.000
Handhaving openbare ruimte
10.5 Goed gebruik van de openbare ruimte. Saldo € 1.012.000
138
- Veilig uitgaan. - Aanpak van veelplegers. - Aantal incidenten van jongerenoverlast verminderen. - Veiligheid in winkelgebieden en industrieterreinen. - Persoons- en gebiedsgerichte aanpak van criminaliteit en overlast (Veiligheidshuis).
- Ontwikkeling van netcentrisch werken. - 7 Voorlichtingsacties i.h.k.v. risicocommunicatie. - Organiseren van 13 opleidingen voor sleutelfiguren in de gemeentelijke rampenbestrijdingsorganisatie en het organiseren van 6 procesoefeningen. - Organiseren van 2 bestuurlijke oefeningen bij de gemeentelijke rampenstaf.
- Optimaliseren organisatie preventietaak brandweer in 2011. - In 2011 op ten minste basisniveau advies geven bij infrastructurele projecten, ruimtelijke ontwikkelingsplannen, bouwinitiatieven, nieuwe of tijdelijke risico's en routering gevaarlijke stoffen. - Verdere uniformering planvorming basiszorg. - Standaardisering materieel en materialen. - Herschikking in 2011 van specialistische taken. - In 2011 opstellen van een dekkings- en inzetplan. - Competentiegericht oefenen conform nieuwe leidraad Oefenen d.m.v. voortgangsrapporten. - Jongeren 12-18 jaar op verantwoorde en speelse wijze beginselen van het brandweervak bijbrengen.
- Uitvoeren vastgesteld uitvoeringsprogramma Wabo en APV-handhaving. - Controleren - en indien nodig laten verwijderen - van illegale voorwerpen in de openbare ruimte. - Handhaving van plaatselijke verordeningen van gemeente Hilversum. - Verwijderen en verplaatsen van fietsen, weesfietsen en fietswrakken. - Uitvoeringsprogramma Wabo Handhaving 2012-2013 vaststellen.
Programma 10: Openbare orde en veiligheid, brandweer Portefeuillehouder: Dienst:
E.C. Bakker/F. van Osch Bestuur/Inwoners/Stad
Missie/programmadoelstelling Het doel van het programma Openbare orde en veiligheid is een structurele vergroting van de veiligheid. Enerzijds gaat het om een afname van de feitelijke onveiligheid, anderzijds om stabilisering (en waar mogelijk afname) van het percentage mensen dat zegt zich onveilig te voelen. Met betrekking tot de fysieke veiligheid gaat het om het goed voorbereid en toegerust zijn op incidenten en het zoveel mogelijk voorkomen daarvan. Kortom Hilversum: een veilige stad om te wonen, te werken en uit te gaan.
Context en achtergrond •
•
•
•
•
Het integraal veiligheidsplan heeft als looptijd 2007-2010. In 2010 is een nieuw plan opgesteld en vastgesteld door de nieuwe gemeenteraad. De uitvoering van de prioriteiten vindt plaats in 2011 en verder. Het nieuwe collegeprogramma vormt de basis voor dit nieuwe plan. Daarnaast worden uiteraard bestaande succesvolle projecten in stand gehouden. De wijkgerichte samenwerking op het gebied van sociale veiligheid wordt voortgezet. Over de invoering van Burgernet wordt op basis van ervaringen elders besloten, waarbij met name wordt gelet op de aspecten pakkans, snelheid, subjectieve veiligheid en de verhouding kosten/baten. Het functioneren van het Veiligheidshuis wordt geëvalueerd om eventuele bijsturing inzake kosten en effectiviteit gericht plaats te laten vinden. Fysieke veiligheid: In 2011 wordt verder samengewerkt met andere gemeenten en partners onder de vlag van de Veiligheidsregio Gooi en Vechtstreek. De doelstelling van de Veiligheidsregio is het bevorderen van de kwaliteit van de rampenbestrijding en biedt meer samenwerking, meer daadkracht en minder vrijblijvendheden zodat er slagvaardiger en professioneler opgetreden wordt ten tijde van rampen en crises. De producten van de gemeentelijke kolom zijn in 2011 belangrijk; regionale samenwerking moet een toegevoegde waarde opleveren. De nieuwe Wet op de Veiligheidsregio’s, het convenant met de minister van BZK en de herziene gemeenschappelijke regeling vormen de basis voor verdere slagvaardige samenwerking. Brandweer: De organisatieontwikkeling van de regionale brandweerorganisatie Gooi en Vechtstreek wordt voortgezet en staat in het teken van doelmatigheid en professionaliteit. Verder wordt er invulling gegeven aan de strategische reis van de brandweer met bezinning op kerntaken. Ten slotte wordt de toekomstige fusie met Flevoland verder onderzocht. Handhaving openbare ruimte: Met het invoeren van de omgevingsvergunning in 2010 waarin 25 bestaande vergunningen samengaan, wordt een belangrijke stap gezet in de dienstverlening aan de burgers en bedrijven. Het Omgevingsloket online (OLO) voor de omgevingsvergunning biedt de mogelijkheid digitaal aanvragen in te dienen. Het geheel wordt ondersteund met informatie op het internet. De klant kan via het elektronisch loket zien wat de status van zijn plan is. Handhaving algemeen: (Preventief) toezicht en handhaving op bestaande bouw, leegstaande panden, (illegale) appartementen en kamerbewoning en -verhuur zijn van groot belang voor de bouw - en brandveiligheid, voor het verbeteren van de openbare orde en de sociale veiligheid en voor het terugdringen van overlast in buurten. Verder is de doelstelling de slagkracht en integraliteit bij Bouw- en woningtoezicht, handhaving milieu en APV en handhaving bij Openbare ruimte vergroten door een gebundelde politieke aansturing in één bestuurlijke portefeuille ‘integrale handhaving’.
Dit programma heeft raakvlakken met programma’s “Welzijn en Zorg, inclusief Volksgezondheid” (4), “Jeugdzaken” (5), “Beheer Openbare Ruimte” (16) en “Bouw- en Woningtoezicht” (13).
139
Relevante ontwikkelingen: • Bezuinigingen: Ook binnen het programma ‘Openbare orde en veiligheid, brandweer’ is gekeken naar de mogelijkheden tot bezuinigingen. Voor Bureau Halt wordt gedacht aan het halveren van het budget in 2011 en met ingang van 2012 de bijdrage helemaal stop zetten. Een ander gevolg van de bezuinigingen is het onderzoek naar een efficiëntere inrichting van de Gemeentelijke Kolom (intergemeentelijke samenwerking op gebied van de rampenbestrijding). In principe wordt gedacht aan 10% van het budget. Voor een nadere toelichting verwijzen wij u naar § 2.6 van de algemene beschouwingen. • Gebiedsverboden: Met de wet ‘Maatregelen Bestrijding Voetbalvandalisme en Ernstige Overlast’ (MBVEO) krijgen zowel de burgemeester als de officier van justitie extra bevoegdheden om preventief in te grijpen bij voetbalvandalisme en ernstige overlast. Vanaf eind 2010 kan de burgemeester een gebiedsverbod en/of een meldingsplicht opleggen. Ook krijgen burgemeesters de mogelijkheid een groepsverbod op te leggen en een avondklok in te stellen voor kinderen onder de 12 jaar, die ‘s avonds op straat overlast veroorzaken. • Wijziging Drank- en Horecawet: Het is de bedoeling dat de wetswijziging begin of medio 2011 in werking treedt. Het wetsvoorstel heeft twee doelen: Het terugdringen van alcoholgebruik onder vooral jongeren, om gezondheidsschade en verstoring van de openbare orde te voorkomen en het terugdringen van de administratieve lasten voor ondernemers en vrijwilligers. De gemeente Hilversum zal mogelijk zelf toezicht gaan houden op de naleving van de regels uit de Drank- en Horecawet. Dit houdt in dat de Voedsel- en Warenautoriteit niet langer toezicht houdt op de naleving van de wet. De consequenties voor de gemeente zijn op dit moment nog onvoldoende helder, te meer daar het wetsvoorstel controversieel verklaard is. Behandeling van de wet wordt pas voortgezet na de formatie. • Burgernet: Dit is een manier om burgers te betrekken bij versterking van de veiligheid van hun leefomgeving. Door middel van Burgernet kunnen bewoners worden geïnformeerd over veiligheids- en leefbaarheidsaspecten in hun wijken waarvan een positieve werking uitgaat naar de perceptie van overlast en onveiligheid. Tevens kunnen burgers met behulp van burgernet worden betrokken bij opsporings- en handhavingsactiviteiten van de politie en mede bijdragen aan hun eigen veiligheidssituatie. Burgernet zal in Hilversum naar verwachting in 2011 actief worden en is daarmee de opvolger van SMS-alert. • Wet op de Veiligheidsregio’s: 2011 is het eerste jaar waarin deze wet formeel van kracht wordt. Deze wet regelt de instelling van 25 veiligheidsregio’s. Politie, brandweer en ambulancezorg werken hierdoor in hetzelfde gebied, met dezelfde regiogrenzen. Hierdoor gaat vooral in de crisisbeheersing en rampenbestrijding de bestuurlijke en operationele slagkracht omhoog. Daarnaast regelt het wetsvoorstel de organisatie van de brandweerzorg, de geneeskundige hulpverlening en de organisatie van rampen- en crisisbeheersing. Nadere kwaliteitseisen komen in aparte besluiten. De wet Veiligheidsregio’s zal de Brandweerwet 1985, de Wet geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen (Wghor) en de Wet rampen en zware ongevallen (Wrzo) vervangen. Tijdens een ramp of crisis die meer dan één gemeente tegelijk treft, krijgt de voorzitter van de veiligheidsregio het opperbevel over de hulpverleningsdiensten en de bevoegdheid om knopen door te hakken in de regionale besluitvorming.
Kaderstellende beleidsnota’s
• • • • • • • •
Integraal veiligheidsplan 2010-2014 (2010). Prostitutiebeleid (2000), Coffeeshopbeleid (1997) en Integraal horecabeleid (1998). Brandweerbeleidsplan Gooi en Vechtstreek 2009-2012 (2008). Algemene Plaatselijke Verordening (2011). Samenwerkingsovereenkomst Handhaving Buitengebied Hilversum (2009). Handhavingsbeleid omgevingsrecht (Wabo) (2009). Uitvoeringsprogramma Wabo Handhaving 2010-2011 (2010). Beleidsnota hondenbeleid (2009).
140
Programmaonderdelen Het programma Openbare orde en veiligheid, brandweer kent de volgende beleidsdoelen: • Sociale veiligheid. • Fysieke veiligheid. • Brandweer (repressief). • Brandweer (preventief). • Handhaving openbare ruimte.
Subfuncties • • • • •
120.1 Gemeentelijke brandweer. 120.4 Rampenbestrijding. 140.1 Uitvoering veiligheidsbeleid. 140.2 Handhaving openbare ruimte. 140.3 Vergunningverlening.
141
Sociale veiligheid Beleidsdoel 10.1.: Duurzame sociale veiligheid door effectieve samenwerking met alle betrokken lokale partners onder regie van de gemeente. Tot de sociale veiligheid behoort het handhaven van de openbare orde, het bestrijden van criminaliteit en het bevorderen van de maatschappelijke samenhang. Sociale veiligheid heeft bovendien betrekking op de belevingswaarde van de openbare ruimte. Een sociaal veilige omgeving is een omgeving waarin burgers zich prettig en onbedreigd voelen. Een ‘goed’ lokaal veiligheidsbeleid wordt gekenmerkt door systematiek, samenhang en samenwerking. Dit houdt in: het doorlopen van een beleidscyclus, het onderling afstemmen van maatregelen en het samen met gemeentelijke diensten/afdelingen, politie, brandweer, maatschappelijke organisaties en individuele burgers invullen van veiligheidsbeleid. De sociale veiligheid verbeteren zonder de burgers is onmogelijk en ongewenst. Door burgers (en maatschappelijke organisaties) mee te nemen in de aanpak van onveiligheid, worden de door hen ervaren problemen daadwerkelijk aangepakt. Daarmee wordt het besef bevorderd dat veiligheid de gezamenlijke verantwoordelijkheid is van burgers én gemeente. Saldo beleidsdoel € 741.000 Prestaties in 2011 (speerpunten): 1. Veilig uitgaan is een belangrijk thema binnen het veiligheidsbeleid. Hilversum moet ook aantrekkelijk zijn en blijven voor de (oudere) jeugd. Daarom is een aantrekkelijk en veilig uitgaanscentrum van groot belang. Cameratoezicht wordt alleen daar toegepast waar het een wezenlijke bijdrage aan de veiligheid kan leveren. Tegen alcoholmisbruik wordt opgetreden en de acties worden afgestemd via het project Samen aan de slag (samenwerkingsverband tussen de GGD, Jellinek/Mentrum, GGZ-Symfora, Voedsel en Warenautoriteit, de politie, het Trimbos instituut en gemeente). Verder worden er in 2011 ten minste acht integrale veiligheidscontroles uitgevoerd in de horeca (door politie, brandweer, milieu-inspecteurs en toezichthouders van Bouwen en wonen). 2. Aanpakken van veelplegers. Het aantal meerderjarige veelplegers moet worden teruggebracht. Veelplegers zijn verantwoordelijk voor een bepaald gedeelte van de criminaliteit en deze groep is daarmee een belangrijke bron voor (gevoelens van) onveiligheid. Het gaat met name om autokraken, vernielingen, inbraken, bedreiging, zakkenrollerij en winkeldiefstal, dus veelal vermogensdelicten al dan niet met gebruik van geweld. De aanpak wordt gecoördineerd in het Veiligheidshuis. 3. Verminderen van het aantal incidenten van jongerenoverlast door de overlastgevende groepen beter in beeld te brengen en ze samen met politie en jongerenwerk integraal aan te pakken met behulp van het Hilversumse draaiboek Spanningen (voluit Draaiboek voorkomen en bestrijden spanningen jeugd en volwassenen), in combinatie met de landelijke Shortlist-methodiek van de politie. Het aantal ‘first offenders’ moet worden teruggedrongen. Deze categorie is verantwoordelijk voor de helft van de incidenten die gepleegd zijn door minderjarigen. 4. De projecten in het kader van het Keurmerk Veilig Ondernemen zorgen voor veiligheid in winkelgebieden en industrieterreinen. Deze projecten verlopen in goede samenwerking tussen ondernemers en overheid. De gemeente zorgt voor de coördinatie tussen alle betrokken partijen en vermindering van de onveiligheid, criminaliteit en overlast. Met ondernemers in winkelgebieden en industrieterreinen worden afspraken gemaakt die gaan leiden tot het Keurmerk Veilig Ondernemen (schoon, heel, veilig). De bestaande KVO‘s (kern winkelgebied en Havenkwartier) krijgen een hoger niveau van samenwerking (een extra ‘ster’). 5. In het Veiligheidshuis werken gemeenten, jeugd- en zorginstellingen, politie en justitie samen aan een persoonsgerichte en gebiedsgerichte aanpak van criminaliteit en overlast, waaronder in ieder geval jeugdcriminaliteit, veelplegers en huiselijk geweld. Het Veiligheidshuis Gooi en Vechtstreek is eind 2009 opgericht en zal de meerwaarde in 2011 moeten aantonen. Op het merendeel van de taakgebieden moeten er aantoonbare resultaten zijn behaald.
142
Bron
Referentiewaarde (jaar)
2011
2012
2013
Burgerenquête
10% (2005)
8%
8%
8%
Politiecijfers
7514 (2008)
7.000
7.000
7.000
Aantal first offenders in Hilversum.
Politiecijfers
422 (2009)
400
390
390
Meldingen overlast van / door jeugd.
Politiecijfers
921 (2009)
900
900
900
Burgerenquête
19% (2005)
18%
18%
18%
Politiecijfers
169 (2005)
170
170
170
Indicator % bewoners dat zich doorgaans onveilig voelt in de eigen buurt. Aantal misdrijven in Hilversum.
% inwoners dat slachtoffer is van vandalisme. Aantal veelplegers (minderjarig en meerderjarig, inclusief de zeer actieve veelplegers).
143
Fysieke veiligheid Beleidsdoel 10.2.: Afname van de risico’s op onveiligheid, vermindering van het aantal zware ongevallen en rampen en verdere professionalisering van de Gemeentelijke Kolom in de rampenbestrijding. De fysieke veiligheid omvat het voorkomen en beheersen van risico’s die kunnen ontstaan door branden, zware ongevallen en rampen. De fysieke veiligheid heeft tal van aandachtsgebieden waaronder crisisbeheersing en externe veiligheid (het beheersen van de risico’s die kunnen ontstaan door het gebruik, de opslag en het vervoer van gevaarlijke stoffen). In 2011 zal de gemeente Hilversum in samenwerking met de Veiligheidsregio de bevolkingszorg zoals bedoeld in het nieuwe regionaal crisisplan implementeren. De bevolkingszorg omvat processen zoals Opvang en verzorging, Voorlichting en het Registreren van slachtoffers. Implementatie betekent in ieder geval voldoende oefeningen, trainingen en opleidingen, maar ook het actueel houden van draaiboeken, het investeren in faciliteiten zoals actiecentra en het Gemeentelijk Coördinatiecentrum. En ten slotte aandacht voor goede planvorming en het blijven verbeteren van operationele informatievoorziening, zoals netcentrisch werken. Saldo beleidsdoel € 373.000 Prestaties in 2011 (speerpunten): 1. Ontwikkeling van netcentrisch werken. Zorgen voor een uniform en operationeel informatiesysteem waarmee ROT, GBT, GMT en CoPI adequaat met elkaar communiceren. 2. Het houden van 7 voorlichtingsacties in het kader van risicocommunicatie, waarbij onder andere gebruik wordt gemaakt van bestaande instrumenten zoals de risicokaart op Internet, herhaling van de Denk Vooruit campagne, informatie in de gemeentegids. 3. Het organiseren van 13 opleidingen voor de sleutelfiguren in de gemeentelijke rampenbestrijdingsorganisatie en het organiseren van 6 procesoefeningen. 4. Organiseren van 2 bestuurlijke oefeningen bij de gemeentelijke rampenstaf, met een apart oefendagdeel voor het gemeentelijk beleidsteam en een dagdeel voor het gemeentelijk managementteam. Indicator Aantal GRIP-incidenten. Percentage piketfunctionarissen dat binnen de normtijd reageert en inzetbaar is.
Bron
Referentiewaarde (jaar)
2010
2011
2012
2013
Evaluaties
12 (2007)
8
8
8
8
Bereikbaarheids - en beschikbaarheidsoefeningen
100% (2007)
100%
100%
100%
100%
144
Brandweer Beleidsdoelen 10.3.: Brandweerzorg repressief (75%) en 10.4 Brandweerzorg preventief (25%) De brandweer voert haar taken uit op alle schakels van de veiligheidsketen. De brandweer is leidend in de voorbereiding en in de uitvoering van het beleid voor de multidisciplinaire crisisbeheersing en rampenbestrijding en bij het toezicht daarop. Deze multidisciplinaire taak van de brandweer zit verweven in vrijwel alle taken die de brandweer uitvoert. De brandweer heeft meerdere producten, waaronder Risicobeheersing en Incidentbeheersing. Risicobeheersing heeft betrekking op activiteiten die gericht zijn op een vroegtijdige structurele aandacht voor (integrale) veiligheid en het zoveel mogelijk voorkomen van onveilige situaties. Ook de (multidisciplinaire) voorbereiding op het beperken en beheersen van gevolgen van inbreuken op de veiligheid, maakt onderdeel uit van risicobeheersing. Deze activiteiten worden onderverdeeld in preventie en proactie. Incidentbeheersing betekent het daadwerkelijk optreden en afhandelen van incidenten inclusief de voorbereidingen daarop. Het doel is zo groot mogelijke effectiviteit van het optreden te realiseren en tegelijkertijd de veiligheid van de eigen mensen te waarborgen. In het kader van incidentbeheersing legt Brandweer Gooi en Vechtstreek in overleg met andere partijen afspraken en procedures vast, evenals aanvals- en ontruimingsplannen. De zorg van het materiaal, bluswatervoorziening en het opleiden en oefenen behoren tevens tot de reguliere taakuitvoering van de brandweer ter voorbereiding op crises. Binnen incidentbeheersing wordt onderscheid gemaakt tussen Preparatie, Materieel, Repressie en ten slotte Opleiden en Oefenen. Saldo beleidsdoelen 10.3.: €5.872.000/beleidsdoel 10.4.: € 1.957.000 Prestaties in 2011 (speerpunten): 1. Preventie: De organisatie van de preventietaak binnen de brandweer moet in 2011 geoptimaliseerd zijn voor de advisering m.b.t. vergunningverlening en het uitvoeren van toezicht en handhaving. 2. Proactie: In 2011 op ten minste basisniveau advies geven bij infrastructurele projecten, ruimtelijke ontwikkelingsplannen, bouwinitiatieven, nieuwe of tijdelijke risico’s en routering gevaarlijke stoffen. 3. Preparatie: Verdere uniformering van de planvorming basiszorg (opstellen en beschikbaar maken van formats voor bereikbaarheidskaarten, bluswaterkaarten en aanvalsplannen). 4. Materieel: Standaardisering van het materieel en de materialen, waaronder een pakket van standaardeisen opstellen voor voertuigen en overig materieel. Dit moet leiden tot identiek ingerichte voertuigen. 5. Repressie: In 2011 worden de specialistische taken zoveel mogelijk herschikt. De duiktaak wordt door het Hilversumse (beroeps)korps uitgevoerd, rekening houdend met de ontwikkeling van de Herziene Leidraad duiken. 6. Repressie: In 2011 wordt een dekkings- en inzetplan opgesteld op basis van uniforme criteria, registratie van werkelijke opkomsttijden en rekening houdend met afspraken over geaccepteerde overschrijdingen. 7. Opleiden en oefenen: De brandweer volgt de ontwikkeling van competentiegericht oefenen conform de nieuwe Leidraad Oefenen door middel van voortgangsrapporten. Ook wordt het gebruik van schriftelijk vastgelegde evaluaties gestimuleerd. 8. Opleiden en oefenen: Brandweer Gooi en Vechtstreek brengt jongeren tussen 12 t/m 18 jaar op een verantwoorde en speelse wijze de beginselen van het brandweervak bij. De jeugdbrandweer is de kweekvijver voor de (senioren)brandweer. Doel is de huidige omvang van de jeugdbrandweer te behouden en zo mogelijk uit te breiden, waarbij naar een doorstroming van 20% wordt gestreefd. Bron
Referentiewaarde (jaar)
2010
2011
2012
2013
Leidraad
100 (2007)
100
100
100
100
Aantal uitrukken.
Jaarverslag
973 (2008)
960
960
960
960
Opkomstpercentage.
Jaarverslag
85
85
85
85
Indicator Aantal oefeningen.
145
84% (2007)
Vergunningverlening en handhaving openbare ruimte Beleidsdoel 10.5.: Goed gebruik van de openbare ruimte. Om de leefbaarheid, veiligheid en toegankelijkheid van de openbare ruimte te bevorderen, is het nodig om gebiedsgericht toezicht te houden op de APV. In 2009 is het handhavingsbeleid voor de uitvoering van de Wabo en APV vastgesteld. De gemeente Hilversum wil de geformuleerde strategische doelstelling Wabo en APV op gebiedsgericht handhaven d.w.z. het waarborgen en/of versterken van de leefbaarheid en veiligheid halen. De vergunningverlening en handhaving richt zich op het controleren en klachtenbehandeling van verkeerd plaatsen van objecten op en langs de openbare weg zoals terrassen, standplaatsen, uitstallingen, illegaal grondgebruik, fietsen in voetgangersgebied en bij grote evenementen. Het uitvoeringsprogramma Wabo handhaving 2010-2011 voor bouw, milieu, ruimtelijke ordening en openbare ruimte geeft de prestaties en maatschappelijk gewenste effecten aan. Zo zal het wijkgerichte toezicht zich gaan focussen op leefbaarheidproblemen en/of een slecht naleefgedrag door middel van voorlichting, waarschuwen en eventueel sanctioneren op normconform gedrag (zie collegeprogramma 2010-2014). Het uitvoeringsprogramma Wabo en APV wordt wijkgericht in 2011 uitgevoerd zoals thematisch toezicht op verwijdering wees- en fietswrakken in het centrum en bij NS stations, hondenpoep, zwerfafval bij scholen en het integraal toezicht in het buitengebied en industrieterreinen. In 2011 wordt het vastgestelde hondenpoepbeleid verder uitgevoerd door middel van voorlichting en toezicht aan hondenbezitters over de opruim- en aanlijnplicht. Het beleid (voorlichting, voorzieningen en verbaliseren) wordt eind 2011 op zijn werking geëvalueerd (effect monitoring en burgerpanel) en waar nodig aangepast. In 2011 zal signaaltoezicht voor andere handhavingpartners worden uitgevoerd om de toezichtlast bij bedrijven en burgers te verminderen en de effectiviteit te verhogen. Met signaaltoezicht worden geconstateerde overtredingen in het openbare gebied zoveel mogelijk direct opgelost of met een expert. Saldo beleidsdoel € 1.012.000 Prestaties in 2011 (speerpunten): 1. Het uitvoeren van het vastgestelde uitvoeringsprogramma Wabo en APV handhaving. 2. Het controleren en zonodig (laten) verwijderen van illegale voorwerpen in de openbare ruimte. 3. Handhaven van de plaatselijke verordening van de gemeente Hilversum (bijv. hondenpoep en aanhangwagens). 4. Verwijderen en verplaatsen van fietsen, weesfietsen en fietswrakken (in het centrum en bij de stations). 5. Uitvoeringsprogramma Wabo Handhaving 2012-2013 vaststellen. Bron
Referentiewaarde (jaar)
2011
2012
2013
2014
Aantal te verwijderde weesfietsen.
Idem
1950 (2007)
1.800
1.700
1.600
1.600
Klachten illegaal gebruik openbare ruimte (SMP).
Idem
418 (2009)
425
400
375
350
Aantal processen verbaal hondenpoep.
Idem
0 (2009)
100
100
75
75
Indicator
146
147
PROGRAMMA 10
10
Openb. orde, veiligh. en brw. rek 2009
begr. 2010
begr. 2011
begr. 2012
begr. 2013
Bedragen x 1.000 begr. begr. 2014 2015
Lasten (excl. toevoegingen reserves) 10.1 Duurzame sociale veiligheid 10.2 Afname risico's op onveiligheid / zware ongevallen 10.3 Repressieve brandweerzorg 10.4 Preventieve brandweerzorg 10.5 Goed gebruik openbare ruimte
903 309 5.706 1.834 715
876 296 5.751 1.917 1.084
787 391 5.872 1.957 1.073
772 391 5.874 1.955 1.071
772 391 5.874 1.955 1.071
772 391 5.938 1.977 1.071
772 391 5.874 1.955 1.071
Totaal lasten
9.467
9.924
10.080
10.063
10.063
10.149
10.063
Baten (excl. onttrekkingen reserves) 10.1 Duurzame sociale veiligheid 10.2 Afname risico's op onveiligheid / zware ongevallen 10.3 Repressieve brandweerzorg 10.4 Preventieve brandweerzorg 10.5 Goed gebruik openbare ruimte
50 5 5
46 46
46 18 61
51 18 76
51 18 76
51 18 76
51 18 76
Totaal baten
60
92
125
145
145
145
145
Saldo (excl. mutaties reserves) 10.1 Duurzame sociale veiligheid 10.2 Afname risico's op onveiligheid / zware ongevallen 10.3 Repressieve brandweerzorg 10.4 Preventieve brandweerzorg 10.5 Goed gebruik openbare ruimte
853 304 5.706 1.834 710
830 296 5.751 1.917 1.038
741 373 5.872 1.957 1.012
721 373 5.874 1.955 995
721 373 5.874 1.955 995
721 373 5.938 1.977 995
721 373 5.874 1.955 995
Totaal saldo
9.407
9.832
9.955
9.918
9.918
10.004
9.918
-
-
-294
-314
-314
-228
-104
9.407
9.832
9.661
9.604
9.604
9.776
9.814
Beleidsdoel
10,00 10,00
Omschrijving beleidsdoel
Toevoegingen reserves Onttrekkingen reserves
Totaal saldo incl. reservemutaties
148
Beleidsdoel
Omschrijving beleidsdoel
begr 2011
begr 2012
Bedragen x 1.000 begr begr 2013 2014
Investeringen
Totaal
Beleidsdoel
-
Omschrijving beleidsdoel
-
-
-
Bedragen x 1.000 31-12Eraf 2011
1-12011
Erbij
Reserves 10.3 Repressieve brandweerzorg
3.131
-
-294
2.837
Totaal reserves
3.131
-
-294
2.837
-
-
-
-
Voorzieningen
Totaal voorzieningen
Te autoriseren lasten en baten Lasten 2011 Baten 2011
Bedragen x 1.000 10.080 125
149
150
Programma 11
Bestuurlijke Aangelegenheden
151
Programma 11: Bestuurlijke Aangelegenheden Maatsch. effecten
Beleidsterreinen
Bestuurlijke samenwerking
Beleidsdoelen
Prestaties
(wat willen we bereiken?)
(wat gaan we doen?)
11.1 Hilversum op de regionale agenda. Saldo € 665.000
Bestuurlijke samenwerking: Sterke positie van Hilversum/Gooi en Vechtstreek op regionale kaart en regionale articulatie van Hilversumse belangen en ambities.
Dienstverlening
Saldo € 2.497.000
Dienstverlening: Producten en (elektronische) diensten vanuit logica klant aanbieden door 1 gemeentelijke dienstverleningsorganisa tie. Communicatie: Grotere betrokkenheid van alle partijen in Hilversum. Breed draagvlak om projecten in Hilversum te realiseren. Samenlevingsgericht werken: Beleidsvoornemens worden zoveel mogelijk op interactieve wijze samen met bewoners tot stand gebracht.
Saldo € 11.947.000
11.2 Optimalisering dienstverlening Hilversum.
Communicatie
11.3 Verbetering relatie inwoners/bestuur. Saldo € 1.159.000
Samenlevingsgericht werken
11.4 Een meer klant- en samenlevingsgerichte werkwijze van de gemeentelijke organisatie. Saldo € 364.000
- Bestuurlijke en ambtelijke participatie in regionale stuur- en projectgroepen. - Deelname aan gewest Gooi en Vechtstreek en lidmaatschap VNG.
- Constante aandacht voor en sturing op normen uit het kwaliteitshandvest. - Uitvoering geven aan de 5 beloften, m.b.v. de checklist dienstverlening waarin 40 maatregelen zijn opgenomen.
- Door integrale manier van werken communicatie in vroeg stadium bij beleidsontwikkeling betrekken. - Opstellen concerncommunicatieplan dat gericht is op juiste positionering van Hivlersum in de regio. - Bewust bespreken met relevante partners over wijze waarop participatie in project invulling krijgt. - Ontwikkelen gemeentelijke communicatiemiddelen, passend bij veranderende omgeving en ambities. - Verbeteren website, zodat inwoners informatie beter kunnen vinden en de gemeente een website krijgt die past bij de multimediale positionering.
- Verder implementeren van een meer klant- en samenlevingsgerichte werkwijze. - Actieve samenwerkingspartner zijn van welzijnsinstellingen, woningcorporaties, politie, ondernemers, bewoners en andere actieve wijkpartijen en/of instellingen. - Wijkbudgetten beschikbaar stellen voor communicatie- en organisatiekosten van bewoners(groepen). - Wijkbezoeken van wijkwethouders organiseren.
Saldo € 7.262.000 - Ondersteuning diverse bestuurslagen.
152
Programma 11: Bestuurlijke Aangelegenheden Portefeuillehouder: Dienst:
E.C. Bakker/L.E.C. Jooren-van der Boor/J.J.M.P. Rensen/E. Boog/F. van Osch Bestuur/CCFB/Inwoners/Stad
Missie/programmadoelstelling Bestuurlijke samenwerking In het noordelijk deel van de randstad worden in toenemende mate op regionale schaal belangrijke lange termijn afspraken gemaakt, ook richting het rijk. Hilversum is daarbij betrokken. Programmadoelstelling is een sterke positie van Hilversum/Gooi en Vechtstreek op de regionale kaart en regionale articulatie van de Hilversumse belangen en ambities. Dienstverlening De missie van de gemeente Hilversum is sinds 2004: Burgers, bedrijven en bezoekers centraal. Deze missie vormt de basis van het door de raad vastgestelde dienstverleningsconcept “De Klant Centraal”. Hierin worden de producten en (elektronische) diensten vanuit de logica van de klant aangeboden door één gemeentelijke dienstverleningsorganisatie waardoor efficiëntie, effectiviteit en kwaliteit als vanzelfsprekend bij elkaar komen. In 2010 is gewerkt aan een hernieuwde missie die gekoppeld is aan de positionering van de gemeente. De positionering is leidend en luidt: Hilversum, mediastad in het groen. Deze positionering en missie geven voldoende richting om een visie te formuleren voor de ontwikkeling van de dienstverlening van de verschillende klantcontactkanalen. In 2015 willen we bereikt hebben dat onze burgers het meest efficiënte en effectieve kanaal, het digitale loket, gebruiken. Dit betekent dat we de komende jaren de ontwikkeling en het gebruik hiervan stimuleren. Blijft onverlet dat burgers, bezoekers en bedrijven bij de gemeente terecht kunnen via elk gewenst kanaal. Communicatie Het speelveld van communicatie richt zich op het zichtbaar maken van het gemeentebeleid, bijdrage leveren aan het verbeteren van in- en externe reputatie van de gemeenteorganisatie en het bouwen aan het imago van de stad. Door een proactieve advisering, juiste inzet van communicatiemiddelen en het betrekken van relevante stakeholders en partners wordt dit ingevuld. Samenlevingsgericht werken De gemeente Hilversum kent sinds 2005 een (klant- en) samenlevingsgerichte werkwijze van de organisatie. Dat wil zeggen dat beleidsvoornemens zo veel mogelijk op interactieve wijze samen met bewoners tot stand worden gebracht.
Context en achtergrond Bestuurlijke samenwerking In de noordelijke Randstad zijn twee informele, vrijwillige bestuurlijke samenwerkingsverbanden actief, de Metropoolregio Amsterdam (MRA) en de NV Utrecht. De sterk ontwikkelde samenwerking in de MRA in de afgelopen jaren heeft geleid tot een visie op de metropoolregio (2007) en een daarmee samenhangend regionaal actieprogramma (2009) die door de deelnemende overheden breed worden gedeeld. Versterking van de internationale concurrentiekracht en een evenwichtige en duurzame ontwikkeling van de regio is de gezamenlijke ambitie. In de Noordvleugel Utrecht is in 2009 de Ontwikkelingsvisie NV Utrecht 2030 vastgesteld. Daarin ligt het accent met name op het oplossen van de spanning tussen enerzijds de verstedelijkingsdruk en anderzijds behoud van het waardevolle landschap. In beide samenwerkingsverbanden zijn met name afspraken gemaakt met betrekking tot de inspanningen tussen 2015 en 2030 op het gebied van woningbouw (met het accent op binnenstedelijk en overloop naar Almere), economie, landschap en natuur, duurzaamheid en de externe bereikbaarheid via rijksweg en OV. De belangen en intenties zijn eind 2009 opgenomen in de door rijk en regio ten behoeve van de MIRT agenda gezamenlijk vastgestelde gebiedsagenda’s voor Noordwest-Nederland (MRA) en Utrecht. 153
Dienstverlening In 2015 is er één algemene front-office voor de telefoon. De focus ligt in Hilversum bij het digitale loket. De front-office telefonie kan 80% van de eerste klantvragen beantwoorden. Voor overige vragen wordt doorverwezen naar de vakafdelingen en waar mogelijk direct afspraken gemaakt. Dit betekent dat de klant altijd terecht kan bij Publiekszaken, de algemene front-office. En niet van het kastje naar de muur wordt gestuurd. De afdeling Sociale Zaken bemant de meer gespecialiseerde front-office. Hilversum wil de dienstverlening zo goed mogelijk afstemmen op de wensen en behoeften van de inwoners. De klant kan bij de gemeente Hilversum terecht via het kanaal (balie, website, telefoon, mail of brief) dat hij zelf wenst. Elk kanaal moet dan over de benodigde kennis en kwaliteit beschikken. In de basis is dit voor elk kanaal dezelfde informatie; alleen verschillen de kanalen wel in de mogelijkheden om deze informatie te verstrekken. Hierdoor zijn digitaal en fysiek loket niet één op één hetzelfde. Een paspoortaanvraag bijvoorbeeld kan alleen in persoon aangevraagd worden, en niet digitaal. Dit vraagt integraliteit en samenwerking. De informatie moet eenduidig, duidelijk en toegankelijk zijn. In 2009 is het kwaliteitshandvest vastgesteld. Met een kwaliteitshandvest legt de gemeente beloften vast over haar dienstverlening. Daarmee weet de burger wat hij kan verwachten als hij met de gemeente te maken krijgt. De burger kan de gemeente daarop zo direct mogelijk aanspreken. Dit kwaliteitshandvest zijn beloften die de gemeente Hilversum doet aan zijn burgers. Landelijk wordt vanuit de rijksoverheid sterk gestuurd op verbetering van de dienstverlening van gemeenten, met nadruk op de digitale dienstverlening. Vanaf het jaar 2010 wordt hier een impuls aan gegeven met de campagne “de 5 beloften”. Dit zijn beloften die gedaan zijn vanuit de overheid aan de burgers om met minder regels meer te bereiken en om de digitale dienstverlening te verbeteren. Deze beloften bestaan uit 40 maatregelen die elke gemeente eind 2010 moet hebben ingevoerd. Communicatie De verbetering van de relatie tussen burger en overheid is en blijft één van de kernprioriteiten van het college en de gemeenteraad. Daarnaast gaat het erom het gemeentebeleid zichtbaar te maken voor de inwoners van Hilversum en draagvlak daarvoor te creëren. Communicatie is een van de instrumenten om daar een positieve bijdrage aan te leveren. Het krijgt handen en voeten door inwoners, instellingen en organisaties actief op te zoeken. Hen uit te nodigen de dialoog aan te gaan en vooral ook om te luisteren naar elkaar. Communicatie is integraal onderdeel van de projecten die binnen de organisatie worden opgepakt. Op basis van een communicatieadvies wordt de inzet van communicatie middelen bepaald. Het zoeken naar en inzetten van vernieuwende vormen van communicatie wordt bevorderd, naast de inzet van reguliere en traditionele vormen die een belangrijke basis vormen voor de communicatie van de gemeente naar haar inwoners. Samenlevingsgericht werken In het VNG- rapport ‘wil tot - gemeenten in 2015 - verschil’ van de Commissie Toekomst Lokaal Bestuur (eind 2006), wordt het beeld geschetst van een overheid die weinig effectief is en het zicht op ‘de burger’ is verloren. De burger is ook de interesse in de gemeente kwijtgeraakt. Dit terwijl het rapport stelt dat de gemeente van alle overheden het meest in staat is om actief burgerschap mogelijk te maken en ruimte te bieden voor de inbreng van de burger in de beleidsvorming. Tjeenk Willink, vice-voorzitter van de Raad van State, stelt gemeenten op dit punt eveneens als voorbeeld: ‘Versterk de kleinschalige verbanden, ga uit van vragen, oplossingen en capaciteiten van de burgers zelf, accepteer dat uitkomsten per provincie, stad of straat verschillend kunnen zijn, geef burgers zelf zeggenschap over budgetten, wees als overheid normerend en stimulerend en geef vooral vertrouwen’. Vanaf 2007 is er ook vanuit het Kabinet veel aandacht voor dit thema. Met de keuze voor een samenlevingsgerichte werkwijze plaatste Hilversum zich in 2005, vooruitlopend maar voorts geheel in lijn met het genoemde VNG-rapport en het streven van het Kabinet, in de voorhoede van gemeenten die met dit onderwerp breed aan de slag zijn gegaan.
154
Kaderstellende beleidsnota’s Bestuurlijke samenwerking • Hilversum 2015 (1999). • Metropoolregio Amsterdam: Ontwikkelingsbeeld Noordvleugel 2040 (2007). • Metropoolregio Amsterdam op koers (2009). • Ontwikkelingsvisie Noordvleugel Utrecht 2015-2030 Eindbalans (2009). • Rijksnota Randstad Urgent (2007). • Rijksnota Randstad 2040 (2008). Dienstverlening • Perspectief voor de Toekomst (2004). • Dienstverlening, Huisvesting en ICT: De klant centraal (2004). • Checklist Dienstverlening 2010, de 5 beloften (2010). Communicatie • Koersnota communicatie 2007. Samenlevingsgericht werken • Missie ambtelijke organisatie Hilversum (2004). • Perspectief voor Samenlevingsgericht Werken (2005). • Verder met Samenlevingsgericht Werken (2006). • Eindrapportage Samenlevingsgericht Werken (2007). • Collegeprogramma 2010-2014.
Programmaonderdelen Het programma kent de volgende beleidsdoelen: • Bestuurlijke samenwerking. • Dienstverlening. • Communicatie. • Samenlevingsgericht werken.
Subfuncties • • • • • • • • • • • • • • •
001.1 Bestuursorganen. 002.1 Ondersteuning college en organisatie. 002.2 Ondersteuning college. 002.3 Communicatie. 002.4 Samenlevingsgericht werken. 002.8 Bestuursondersteuning gemeentesecretaris. 003.1 Burgerzaken. 004.1 Leges Burgerzaken. 005.1 Bestuurlijke samenwerking (gewest). 006.1 Ondersteuning raad. 006.2 Ondersteuning raad. 214.1 Parkeervoorzieningen. 723.1 Milieubescherming. 822.1 Bouw en Woning toezicht. 940.1 Heffingen en inningen belastingen.
155
Bestuurlijke samenwerking Beleidsdoel 11.1.: Een goede positie van Hilversum/Gooi en Vechtstreek op de regionale agenda. De opgave waar het noordelijk deel van de Randstad de komende decennia voor staat, is een complex samenspel van grote economische dynamiek, het verbeteren van de interne en externe bereikbaarheid (weg en OV), zorg dragen voor een aantrekkelijke leefomgeving, de bouw van 220.000 woningen (waarvan 60.000 in Almere) en de inpassing van de verdere ontwikkeling van Schiphol. Hilversum/Gooi en Vechtstreek is betrokken bij verdere uitwerking en realisering van de regionale ontwikkelingsvisies via lokale, provinciale en nationale planvorming en investeringsafspraken (o.a. structuurvisies, MIRT, verstedelijkingsafspraken en gebiedsagenda’s VROM). Daarbij gaat het voor Hilversum en Gooi en Vechtstreek met name om de toekomstige positie van de media industrie, de toeristische sector, natuurbehoud en versterking, de ‘Schaalsprong Almere’ (Almere moet uitgroeien tot een stad met 350.000 inwoners in 2030), de toekomstige verkeersinfrastructuur (weg en OV) tussen Almere-Hilversum-Utrecht en de verbetering van de bereikbaarheid in de driehoek A1/A27/A28. Het beleidsdoel ‘een goede positie op de regionale agenda’ betekent: bij de verdere uitwerking en besluitvorming door de betrokken nationale, provinciale en lokale overheden komen onze belangen en ambities optimaal tot hun recht. Saldo beleidsdoel € 665.000 Prestaties in 2011 (speerpunten): 1. Bestuurlijke en ambtelijke participatie in de Metropoolregio Amsterdam, de NV Utrecht, Utrechts Verkeers- en Vervoersberaad (UVVB), Regionale Samenwerking Amsterdam, KennisKring Amsterdam, Utrecht Plus. Bestuurlijke en ambtelijke participatie in themagerichte regionale stuur- en projectgroepen die functioneren onder auspiciën van de genoemde overleggen. Daarin steun genereren voor Hilversumse en Gooise belangen die ook regionaal een rol spelen en steun geven aan regionale ambities en ontwikkelingen die voor Hilversum en Gooi en Vechtstreek van belang zijn. 2. Deelname aan gewest Gooi en Vechtstreek en lidmaatschap VNG.
156
Dienstverlening Beleidsdoel 11.2.: Optimalisering van de dienstverlening van de gemeente Hilversum. De klant kan bij de gemeente Hilversum terecht via het kanaal (balie, website, telefoon, mail of brief) dat hij zelf wenst. Het fysieke loket is vanaf 2005 sterk ontwikkeld, eerst gecentraliseerd en daarna geïntegreerd. De klantencontacten van het fysieke loket zijn zoveel mogelijk ondergebracht op een locatie, namelijk het stadskantoor. Dit is het meer algemene loket bij de afdeling Publiekszaken. Hiernaast zijn er specialistische loketten ondergebracht bij Sociale Zaken en het WMO-loket. Het kanaal telefonie is eveneens sterk in ontwikkeling. Van een groeiend aantal producten worden de meest gestelde vragen direct door de front-office telefonie beantwoord. Uit een bereikbaarheidsonderzoek in 2009 blijkt dat de gemeente slecht bereikbaar is. Hiervoor is een verbeterplan vastgesteld dat snel resultaten moet opleveren. Tot eind 2011 ligt de focus op het kanaal telefonie. Dat is het meest logische kanaal om mee te beginnen omdat dat een veelgebruikt kanaal is en daar de meeste achterstand zit. De burger heeft een goed werkend telefonisch kanaal nodig. De ontwikkelingen in het digitale loket staan de afgelopen jaren nagenoeg stil. De ontwikkelingen in het kanaal telefonie geven mede richting voor de verdere ontwikkelingen in het digitale loket. In 2011 wordt een start gemaakt en gaat het digitale loket zich optrekken aan het kanaal telefonie. Vanaf 2012 komt de focus op de ontwikkelingen in het digitale loket te liggen. Sommige zaken kunnen nog niet digitaal door huidige wet- en regelgeving. Het kanaal Post is binnen de gemeente Hilversum de laatste jaren weinig ontwikkeld. Met de implementatie van het kwaliteitshandvest is de postafhandeling een speerpunt geworden. Hiermee wordt de komende jaren een kwaliteitsimpuls gegeven. Voorwaarde hiervoor is de implementatie van een Document management systeem (DMS). In het programma 2 van Sociale Zaken wordt verder ingegaan op de integrale dienstverlening zoals uitgevoerd bij Sociale Zaken. Saldo beleidsdoel € 2.497.000 Prestaties in 2011 (speerpunten): 1. Er is continue aandacht voor, en sturing op, de normen uit het kwaliteitshandvest met in 2011 accent op: • beantwoording telefoon; • wachttijden. 2.
Uitvoering geven aan de 5 beloften met behulp van de checklist dienstverlening waarin 40 maatregelen zijn opgenomen. We zullen de landelijke norm om 10 producten in 2010 online te hebben niet realiseren. Hiervoor hebben we vanwege de invoering van Zaken Voor Elkaar meer tijd nodig. In 2011 ligt het accent op: • digitale dienstverlening; • één centraal telefoonnummer (+14 035).
Indicator
Bron
(landelijke) norm
Referentiewaarde (jaar)
2011
2012
2013
2014
Percentage geslaagde contactpogingen in het bereikbaarheidsonderzoek voor telefonische bereikbaarheid.
Telan
90%
65% (2009)
80%
--
90%
--
Percentage nagekomen terugbelbeloftes.
Telan
90%
69% (2009)
80%
--
90%
--
Telan
90 %
58% (2009)
80%
--
90%
--
TNS NIPO
7,6
6,7 (2008)
--
7,5
--
7,7
--
94% (2009)
96%
98%
100% 100%
--
92 %(2009)
95%
97%
98%
98 %
10
5 (2010)
8
10
10
10
Percentage klanten via de telefoon dat maximaal 30 seconden heeft gewacht. Gemiddelde waardering van de klant voor onze baliedienstverlening. Percentage klanten dat binnen 5 minuten na afgesproken tijdstip is geholpen. Percentage klanten op vrije inloop dat maximaal 20 minuten heeft gewacht. Aantal van de 10 belangrijkste diensten die online zijn aan te vragen (gedefinieerd door rijksoverheid).
Publiekszaken Publiekszaken Dienst bestuur
157
Communicatie Beleidsdoel 11.3.: Verbetering relatie tussen inwoners en bestuur. De gemeente Hilversum wil de relatie tussen inwoners en bestuur verbeteren. Om die reden worden inwoners geregeld uitgenodigd om mee te praten over plannen. Er zijn inspraakavonden, enquêtes, pannel, informatiemarkten en klankbordgroepen. Door standpunten en ideeën uit te wisselen, te luisteren, het gesprek aan te gaan en samen op te trekken, worden plannen gerealiseerd. De gemeente heeft hierin een proactieve houding. Deze aanpak staat al enkele jaren centraal en zal ook verder worden geïntensiveerd. Onderzocht zal worden welke mogelijkheden de digitalisering hiertoe bieden. Een en ander kan bijdragen aan het dichter bij elkaar brengen van gemeentebestuur en de inwoners en instellingen/organisaties in Hilversum. De afdeling communicatie heeft hierin een adviserende en proactieve rol en verkent de nieuwe mogelijkheden om de interactie te optimaliseren. De inwoners van Hilversum hebben recht op een kwalitatief goede informatievoorziening. Vanuit de verschillende beleidsterreinen en programma’s zullen zij worden geïnformeerd. Dat zal op een campagnematige manier gebeuren. De inzet van communicatiemiddelen is een mix van nieuwe en de meer traditionele media, zoals de gemeentepagina en de verschillende offline middelen: folders, nieuwsbrieven en brochures. Daarnaast wordt de internetsite nauwlettend gemonitord, geactualiseerd en gemoderniseerd. In het najaar zal in verband met het project Zaken voor Elkaar een verdere optimalisatie van de informatieverstrekking via het internet plaatsvinden. Saldo beleidsdoel € 1.159.000 Prestaties in 2011 (speerpunten): 1. Integrale manier van werken waarbij de afdeling communicatie in een vroegtijdig stadium van beleidsontwikkeling wordt betrokken. 2. Opstellen concerncommunicatieplan dat gericht is op een juiste positionering van Hilversum in de regio. 3. Bewust bespreken met relevante partners over wijze waarop participatie in een project invulling krijgt. 4. Ontwikkelen van gemeentelijke communicatiemiddelen die passen bij de veranderende omgeving en ambities. 5. Verbeteren van de website zodat inwoners informatie beter kunnen vinden en de gemeente een website krijgt die past bij de multimediale positionering van de gemeente. Indicator Rapportcijfer waardering inwoners van informatie op de gemeentelijke pagina “Raadhuis aan huis”. % inwoners dat informatie gemeentelijke website redelijk tot goed beoordeelt.
Bron TNS/Nipo burgerpanel Burgerenquête
158
Referentiewaarde (2006)
2011
2012
2013
2014
6,8
7,2
7,4
7,4
7,4
16
22
24
24
24
Samenlevingsgericht werken Beleidsdoel 11.4.: Een meer (klant- en) samenlevingsgerichte werkwijze van de gemeentelijke organisatie. Samenlevingsgericht werken is één van de pijlers onder onze organisatie. Het staat voor een werkwijze die zich kenmerkt door een sterke oriëntatie op de samenleving, waarbij de gemeentelijke organisatie continu op elk niveau in elke dienst zich ervan bewust is te werken voor de inwoners van Hilversum. Een goede samenwerking en heldere communicatie zijn daarbij vereist vanaf het moment dat een vraag, een probleem of een idee zich aandient. Niet alleen bij het maken van beleid, maar ook bij de praktische uitvoering van het werk. Hilversummers moeten hierbij snel toegang hebben tot alle lagen van de gemeentelijke organisatie. Ten aanzien van proces en inhoud moet openheid bestaan. Transparantie draagt bij aan de tevredenheid van de burger over de producten en diensten van de gemeente. Om de herkenbaarheid en de rol van de gemeente in de Hilversumse samenleving te vergroten is het ook van belang dat naast de organisatie ook college en gemeenteraad een samenlevingsgerichte werkwijze hanteren. De invoering van een nieuw vergadermodel door/voor de gemeenteraad (2008) is daarvan een goed voorbeeld, evenals de keuze van het huidige college voor een daadkrachtig en open manier van besturen, met als onderdeel daarvan het implementeren van het ‘wijkwethouderschap’ (collegeprogramma 2010-2014). In het kader van de bezuinigingen stellen wij voor de budgetten wijkbeheer met ingang van 2011 te halveren tot een budget van € 35.000. Daarnaast kan structureel € 5.000 worden bezuinigd op het budget “burgerpanel”. Voor een toelichting verwijzen wij u naar § 2.6 van de algemene beschouwingen. Saldo beleidsdoel € 364.000 Prestaties in 2011 (speerpunten): 1. Verder implementeren van een meer (klant- en) samenlevingsgerichte werkwijze. Toelichting: Via de afdeling Communicatie ambtenaren en bestuurders actief blijven adviseren/ondersteunen bij het ontwikkelen van interactieve (beleids- en plan)processen. En via Bureau Wijkzaken de SGW-werkwijze blijven stimuleren, door in te spelen op initiatieven vanuit de samenleving, waar nodig de situatieve wereld van ‘buiten’ goed af te stemmen op de institutionele wereld ‘binnen’ en door medewerkers en bestuurders te adviseren over meer (klant-) en samenlevingsgericht werken in de praktijk van alledag. Daarnaast kunnen worden genoemd: • het ontwikkelen Hilversumse visie op wijkaanpak; • het versterken van met name de interne positie van Bureau Wijkzaken; • het implementeren van de aanbevelingen uit de nota ‘Hilversum in gesprek’ (inspraak• mogelijkheden en betrokkenheid van Hilversummers vergroten); • de onverminderde aandacht voor SGW-vaardigheden bij de werving en selectie van nieuwe medewerkers en in opleidingen voor bestaande medewerkers. 2. Actieve samenwerkingspartner zijn van welzijnsinstellingen, woningcorporaties, politie, ondernemers, bewoners(groepen) en andere actieve wijkpartijen en/of instellingen. Specifiek kan hierbij genoemd de toenemende inzet als gevolg van de toepassing van het ‘Draaiboek spanningen’ (jongerenoverlast). 3. Wijkbudgetten - totaal € 70.000 - beschikbaar stellen voor communicatie- en organisatiekosten van bewoners(groepen). 4. Wijkbezoeken van de wijkwethouders organiseren.
159
Indicator % burgers dat tevreden is over de mate waarin de gemeente burgers tijdig informeert. % burgers dat tevreden is over de mate waarin de gemeente betrouwbare informatie verstrekt. % burgers dat tevreden is over de mate waarin de gemeente luistert naar de inbreng van bewoners over gemeentelijke plannen. % burgers dat weet waar hij/zij terecht kan bij de gemeente voor bepaalde zaken. *
Bron Gemeente, burgerenquête Gemeente, burgerenquête Gemeente, burgerenquête Gemeente, burgerenquête
Referentiewaarde (jaar)
2011
2012
2013
2014
81 (2010)
82
84
N.t.b.
N.t.b.
75 (2010)
74
76
N.t.b.
N.t.b.
42 (2010)
50
55
N.t.b.
N.t.b.
54 (2009)
60
65
N.t.b.
N.t.b.
Voor samenlevingsgericht werken zijn in de andere programma’s ook budgetten geraamd voor projecten met een interactieve aanpak.
160
161
PROGRAMMA 11
11
Bestuurlijke aangelegenheden rek 2009
begr. 2010
begr. 2011
begr. 2012
begr. 2013
Bedragen x 1.000 begr. begr. 2014 2015
7.553 753 4.036 952 -
7.072 864 3.789 920 -
7.264 665 3.908 1.159 364
7.080 581 3.721 1.159 364
6.982 581 3.749 1.159 364
6.900 581 4.214 1.159 364
6.882 581 4.059 1.159 364
13.294
12.645
13.360
12.905
12.835
13.218
13.045
Baten (excl. onttrekkingen reserves) Algemeen programma 11 11.0 Hilversum op de regionale agenda 11.1 Optimalisering dienstverlening Hilversum 11.2 Verbetering relatie inwoners/bestuur 11.3 Hilversum, meer klant en samenlevingsgericht 11.4
294 1.598 -
2 1.380 -
2 1.411 -
2 1.311 -
2 1.311 -
2 1.311 -
2 1.311 -
Totaal baten
1.892
1.382
1.413
1.313
1.313
1.313
1.313
Saldo (excl. mutaties reserves) Algemeen programma 11 11.0 Hilversum op de regionale agenda 11.1 Optimalisering dienstverlening Hilversum 11.2 Verbetering relatie inwoners/bestuur 11.3 Hilversum, meer klant en samenlevingsgericht 11.4
7.259 753 2.438 952 -
7.070 864 2.409 920 -
7.262 665 2.497 1.159 364
7.078 581 2.410 1.159 364
6.980 581 2.438 1.159 364
6.898 581 2.903 1.159 364
6.880 581 2.748 1.159 364
11.402
11.263
11.947
11.592
11.522
11.905
11.732
-
-
-
11.402
11.263
11.947
11.592
11.522
11.905
11.732
Beleidsdoel
Omschrijving beleidsdoel
Lasten (excl. toevoegingen reserves) Algemeen programma 11 11.0 Hilversum op de regionale agenda 11.1 Optimalisering dienstverlening Hilversum 11.2 Verbetering relatie inwoners/bestuur 11.3 Hilversum, meer klant en samenlevingsgericht 11.4
Totaal lasten
Totaal saldo Toevoegingen reserves Onttrekkingen reserves Totaal saldo incl. reservemutaties
162
Beleidsdoel
Omschrijving beleidsdoel
begr 2011
begr 2012
Bedragen x 1.000 begr begr 2013 2014
Investeringen
Totaal
Beleidsdoel
-
Omschrijving beleidsdoel
1-12011
-
Erbij
-
-
Bedragen x 1.000 31-12Eraf 2011
Reserves
Totaal reserves
-
-
-
-
-
-
-
-
Voorzieningen
Totaal voorzieningen
Te autoriseren lasten en baten Lasten 2011 Baten 2011
Bedragen x 1.000 13.360 1.413
163
164
Programma 12
Sport en Recreatie
165
Programma 12: Sport en Recreatie Maatsch. effecten
Beleidsterreinen
Algemeen sportbeleid
Beleidsdoelen
Prestaties
(wat willen we bereiken?)
(wat gaan we doen?)
12.1 Vergroting sportdeelname. Saldo € 73.000
Sportaccommodaties
12.2 Aantrekkelijke en bereikbare sportvoorzieningen. Saldo € 2.490.000
Alle inwoners van Hilversum worden aangemoedigd aan recreatie, nevenactiviteiten en sport deel te nemen, danwel daarbij actief betrokken te zijn.
12.3 Een gezonde leefstijl door sport.
Saldo € 3.535.000 Saldo € 294.000 Sportstimulering 12.4 Levendig sportklimaat door evenementen.
- Optimaliseren van samenwerking en communicatie door organiseren van themabijeenkomsten, uitbrengen van een nieuwsbrief en beheren van interactieve website. - Ondersteunen van sportverenigingen en hun vrijwilligers door deskundigheidsbevordering.
- Verbeteren van staat van onderhoud van sportvoorzieningen. - Verhuren, beheren en exploiteren van sportaccommodaties, waarbij als uitgangspunt geldt dat betaalbare tarieven voor de gebruiker worden gehanteerd. - Verlenen van een financiële bijdrage aan sportaccommodaties die door derden worden beheerd en geëxploiteerd.
- Ondersteunen activiteiten op basisscholen, die erop gericht zijn een gezonde leefstijl te bevorderen. - Ondersteunen verschillende sportieve activiteiten in wijken in samenwerking met welzijnsinstellingen en sportclubs. - Stimuleren van Sport na school. - Ondersteunen van sportverenigingen om een "gezonde sportvereniging" te worden. - Ondersteunen van het provinciaal Jeugd Sport Fonds Noord-Holland.
- Verlenen van bijdragen aan Hilversumse sportverenigingen voor de organisatie van groot aantal speciale activiteiten.
Saldo € 58.000
Recreatie
12.5 Voldoende en veilige speel-/beweegruimte. Saldo € 620.000
166
- Goed onderhouden en waar nodig opwaarderen van openbare speelgelegenheden. - Bestaande voorzieningen in Hilversum Noord en Van Riebeecckkwartier opwaarderen i.h.k.v. stadsvernieuwing.
Programma 12: Sport en Recreatie Portefeuillehouder: Dienst:
E. Boog Inwoners
Missie/programmadoelstelling Alle inwoners van Hilversum worden aangemoedigd in elke fase van hun leven naar eigen voorkeur en op grond van zelf gekozen redenen aan recreatie, beweegactiviteiten en sport deel te nemen dan wel daarbij actief betrokken te zijn.
Context en achtergrond In het Olympisch Plan 2028 wordt er naar gestreefd om Nederland in 2016 op het Olympisch Niveau te brengen. De Alliantie “Olympische Vuur” waarin vele partners waaronder de rijksoverheid en de Vereniging Nederlandse Gemeenten zijn vertegenwoordigd staan achter dit plan. Het Olympisch Plan 2028 formuleert 8 ambities. Die betreffen de topsport, de breedtesport, de sociaalmaatschappelijke effecten, welzijn, economie, ruimtelijke ordening, de organisatie van evenementen en de media-aandacht. De ambities uit het Olympisch Plan 2028 sluiten zeker qua breedtesportambitie, sociaalmaatschappelijke ambitie, welzijnambitie en evenementenambitie prima aan bij onze gemeentelijke doelstellingen. De Hilversumse accenten liggen bij sport, bewegingsachterstand en gezondheid. Voor Hilversum geldt dat breedtesport prioriteit heeft boven topsport. Eind 2008 is de sport- en beweegnota ‘Sportieve tijd’ vastgesteld. In ‘Sportieve tijd’ zijn de ambities vertaald naar diverse maatregelen voor de sport in Hilversum. In 2009 en 2010 zijn de eerste maatregelen tot uitvoer gebracht. In het bijzonder ging het daarbij om modernisering en renovatie van verschillende accommodaties, zoals de atletiekbaan, sportpark Berestein en sportpark Loosdrecht (kunstgrasveld). Hiermee zijn voor een groot deel de basisvoorzieningen gerealiseerd. De in de nota genoemde wenselijke maatregelen zoals de aanleg van twee kunstgrasvelden en een 4e sporthal in combinatie met het onderwijs blijven op het verlanglijstje staan. Voor 2011 staat een bijdrage aan de realisatie van een tweetal kunstgrasvelden aan hockeyvereniging HMHC op de begroting. Het is de kunst om de komende jaren het voorzieningen niveau te handhaven. Op het gebied van recreatie is enige jaren geleden de veiligheid van speelterreinen wettelijk geregeld. Eisen worden gesteld aan de ondergrond van een speelterrein en de veiligheid van speeltoestellen. De laatste jaren is er wat betreft de stedelijke recreatie een inhaalslag gemaakt met de kwaliteitsverbetering en de aanleg van een aantal grote speelterreinen. In 2008 is een nieuw speelruimtebeleid vastgesteld voor de periode 2008-2015. In 2009 en 2010 werden enkele trapvelden voorzien van een hoogwaardige rubber ondergrond. Mede in het kader van het nieuwe jeugdbeleid zal dit beleidsterrein in de komende jaren een belangrijk aandachtsgebied blijven. De jeugd wordt bij de aanleg van speelgelegenheden nauw betrokken. Outdoor beweegtoestellen voor ouderen is een nieuwe ontwikkeling waar in de toekomst mogelijk in beperkte vorm invulling aan zou kunnen worden gegeven. Met een financiële bijdrage aan het Goois Natuur Reservaat worden de natuurlijke en recreatieve waarden van bos- en heidegebieden voor de Hilversumse gebruiker veilig gesteld.
167
Kaderstellende beleidsnota’s
• • • •
‘Sportieve tijd’, beleidsnota sport- en beweegbeleid 2008-2015 (2008). ‘Geef ze de ruimte’, nota speelruimtebeleid 2008-2015 (2008). Verordening op het gebied van tarieven sportaccommodaties 2008 (2008). Nadere regeling sportsubsidies 2007; (jeugdsport, deskundigheidsbevordering kader jeugdsport en sportpromotie - 2007).
Programmaonderdelen Het programma kent de volgende onderdelen: • Algemeen Sportbeleid. • Sportaccommodaties. • Sportstimulering. • Recreatie.
Subfuncties • • • • • •
530.2 Zwembaden. 530.3 Sportzalen en sporthallen. 530.5 Sportbeoefening en overige sportaangelegenheden. 531.1 Sportparken. 560.3 Overige openluchtrecreatie. 560.4 Volksfeesten.
168
Algemeen Sportbeleid Beleidsdoel 12.1.: Vergroten van de sportdeelname. De in 2008 vastgestelde nota ‘Sportieve tijd’ benoemt met tien speerpunten de ambities voor het sport- en beweegbeleid. Die ambities zijn hoog en om die te halen moet er sprake zijn van een goede samenwerking met en communicatie tussen de gemeente, de sportorganisaties en de organisaties onderling (“het veld”). Ook scholen en maatschappelijke instellingen blijken bereid te zijn invulling te geven aan hun maatschappelijke rol door sportactiviteiten op te zetten of er aan deel te nemen. Het gaat erom dat voorzieningen en activiteiten op het gebied van sport en recreatie voor alle inwoners toegankelijk en bereikbaar zijn. Dat geldt voor sportaccommodaties, voorzieningen in wijken en scholen, wandel- en fietspaden en evenementen. Om de deelname aan sport en recreatieactiviteiten te bevorderen zijn financiële middelen in de begroting opgenomen. Met de inzet van de gemeentelijke website en een digitale nieuwsbrief “Sport in Beweging” is de communicatie al verbeterd. Met deze instrumenten kunnen verenigingen worden ondersteund, terwijl organisatoren van sportieve activiteiten in buurten en op scholen op weg geholpen worden. De organisatie van Sportontmoeting Hilversum heeft de toegevoegde waarde bewezen. Naast interessante thema’s en presentaties resulteert Sportontmoeting Hilversum ook in een verbeterde samenwerking tussen de partners op het sportveld. Saldo beleidsdoel € 73.000 Prestaties in 2011 (speerpunten): 1. Optimaliseren van samenwerking en communicatie door het organiseren van Sportontmoeting Hilversum, het uitbrengen van de nieuwsbrief en het beheren van de website. 2. Ondersteunen van sportverenigingen en hun vrijwilligers door deskundigheidsbevordering (subsidiëren van kadercursussen ten behoeve van de jeugdsport). Indicator % Hilversummers dat lid is van een sportvereniging. % Hilversummers dat ongeorganiseerd sport. % Niet-sporters.
Bron Burgerenquête Burgerenquête Burgerenquête
Referentiewaarde (jaar)
2011
2012
2013
2014
25 (2009)
27
28
29
30
33 (2009)
33
33
33
33
42 (2009)
40
39
38
37
Aantal te organiseren Sportontmoetingen Hilversum.
Gemeente
2 (2009)
2
2
2
2
Aantal uit te brengen nieuwsbrieven.
Gemeente
5 (2009)
5
5
5
5
Aantal verenigingen die jeugd sportsubsidie ontvangen.
Gemeente
37(2009)
37
37
37
37
169
Sportaccommodaties Beleidsdoel 12.2.: Een aantrekkelijk, gevarieerd, goed gespreid en betaalbaar aanbod van sportvoorzieningen. In de nota “Sportieve tijd” is een samenhangend beleid voor sportaccommodaties opgenomen. Beleid voor accommodaties is nodig in verband met: • wachtlijsten bij sportverenigingen; • het gegeven dat er meer vraag naar dan aanbod van ruimte in sporthallen is; • toekomstige investeringen in sportaccommodaties. Waar mogelijk worden de accommodaties multifunctioneel ingezet, zodat dwarsverbanden tussen de verschillende beleidsterreinen gerealiseerd kunnen worden. Met behulp van een gedeeltelijke herschikking van sportparken worden de bespelingsmogelijkheden van de voorzieningen voor de gebruikers verbeterd. De aanleg van kunstgrasvelden - al dan niet door derden - vergroot de mogelijkheden voor het gebruik van een en dezelfde speeloppervlakte. Saldo beleidsdoel € 2.490.000 Prestaties in 2011 (speerpunten): 1. Verbeteren van de staat van onderhoud van sportvoorzieningen (bijvoorbeeld door extra grootonderhoud op de sportvelden uit te voeren). 2. Verhuren, beheren en exploiteren van sportaccommodaties, waarbij als uitgangspunt geldt dat betaalbare tarieven voor de gebruiker worden gehanteerd. 3. Verlenen van een financiële bijdrage voor exploitatie en beheer sportaccommodaties aan derden (bijvoorbeeld zwembad De Lieberg en sporthal Dudok Arena). Bron
Referentiewaarde (jaar)
2011
2012
2013
2014
Aantal sporthallen.
gemeente
4 (2009)
3
3
3
3
Aantal verhuurde uren binnensportaccommodaties.
gemeente
9.425 (2009)
9.000
9.000
9.000
9.000
Aantal kunstgrasvelden voetbal.
gemeente
5 (2009)
5
5
5
5
Aantal kunstgrasvelden hockey.
gemeente
7 (2009)
8
9
9
9
Aantal bezoekers zwembad “De Lieberg” (x 1.000).
gemeente
82 (2009)
90
95
100
100
Indicator
170
Sportstimulering Beleidsdoel 12.3.: Een gezonde leefstijl, waaraan sport en bewegen een belangrijke bijdrage leveren. Meer sporten en bewegen draagt bij aan een hogere kwaliteit van leven en aan een betere gezondheid. Steeds meer mensen in Nederland kampen met overgewicht en obesitas en lopen hierdoor een vergroot risico op allerlei chronische ziekten en sociale problemen. Met diverse stimuleringsregelen - in de afgelopen tijd - richt de rijksoverheid zich daarom op het terugdringen van bewegingsarmoede en het voorkomen van overgewicht. Om overgewicht succesvol tegen te gaan is een integrale aanpak noodzakelijk, waarbij meerdere beleidsterreinen (jeugdbeleid, lokaal gezondheidsbeleid) betrokken worden. De gemeente speelt hierbij een belangrijke rol. Uiteraard betreft de doelgroep niet alleen de jeugd. Ook voor ouderen en mensen met een beperking is het noodzakelijk aandacht te geven aan het bestrijden van overgewicht en het bevorderen van een gezonde leefstijl. Daarnaast wordt aandacht gevraagd om sport in te zetten als middel voor het bevorderen van zelfredzaamheid. Om alle kinderen te kunnen laten sporten heeft Hilversum zich aangesloten bij het Jeugd Sport Fonds Noord-Holland. Saldo beleidsdoel € 294.000 Prestaties in 2011 (speerpunten): 1. Ondersteunen van activiteiten op scholen, die gericht zijn op sportstimulering en gezondheidsbevordering. De activiteiten worden deels uitgevoerd in samenwerking met de GGD. Voorbeelden zijn de Sportieve School en Kids for Fit. 2. Ondersteunen van verschillende sportactiviteiten in de wijk, zoals het soccertoernooi, pleinencompetitie (o.a. op het Cruijffcourt). 3. Stimuleren van sportactiviteiten na schooltijd, zoals kennismaking bij sportverenigingen en de school sportkalender. 4. Ondersteunen van sportverenigingen om een “gezonde sportvereniging” te worden. 5. Ondersteunen van het provinciaals Jeugd Sport Fonds Noord-Holland. Bron
Referentiewaarde (jaar)
2011
2012
2013
2014
gemeente
6.200 (2009)
6.250
6.300
6.400
6.500
gemeente
0 (2009)
4
8
10
12
gemeente
280 (2009)
300
320
340
360
gemeente
18 (2009)
18
18
18
18
Aantal deelnemers School sportkalender.
gemeente
6350 (2009)
6350
6350
6350
6350
Aantal deelnemers aan het Jeugd sportfonds.
Prov. JSF
11 (2009)
30
35
40
45
Indicator Aantal gesubsidieerde jeugdleden uit Hilversum. Aantal deelnemende sportverenigingen aan project “gezonde sportvereniging”. Aantal deelnemers aan project “Aangenaam kennismaken met sport”. Aantal deelnemende scholen primair onderwijs Project “De Sportieve School”.
171
Beleidsdoel 12.4.: Hilversum kent een levendig sportklimaat door evenementen met een grote publieke belangstelling. Om de organisatie door verenigingen van bijzondere sportactiviteiten (toernooien, regionale evenementen) te stimuleren wordt - onder voorwaarden - subsidie beschikbaar gesteld. Voor sportevenementen met een regionaal of een landelijk karakter (bijvoorbeeld de Nike Hilversum City Run) bestaan er tegen de achtergrond van stadspromotie eveneens subsidiemogelijkheden. Belangrijk is dat het sportieve evenement veel publieke en publicitaire belangstelling krijgt. De komende jaren is het de bedoeling om het huidige niveau van aantal evenementen te handhaven. Saldo beleidsdoel € 58.000 Prestaties in 2011 (speerpunten): 1. Het verlenen van bijdragen aan Hilversumse sportverenigingen voor de organisatie van diverse sportevenementen (bijvoorbeeld de landelijke roeiwedstrijden Tromp Boat Races, jeugdvoetbaltoernooien, internationaal rugbytoernooi). Bron
Referentiewaarde (jaar)
2011
2012
2013
2014
Aantal ondersteunde sportactiviteiten bij verenigingen.
gemeente
25 (2009)
25
25
25
25
Aantal ondersteunde grote sportevenementen.
gemeente
5 (2009)
6
6
6
6
Indicator
172
Recreatie Beleidsdoel 12.5.: Voldoende en veilige openbare ruimte om te spelen en te bewegen. Een omgeving met veel en goed bruikbare buitenruimte voor sporten, spelen en bewegen draagt bij aan prettig en gezond leven. De omgeving moet dan wel uitnodigend zijn voor fietsen of (sportief) wandelen maar ook voor tuinieren, de hond uitlaten, ‘een korte wandeling maken’ of gewoon lekker buiten spelen. Recreatieve activiteiten komen immers door een uitnodigende omgeving beter tot hun recht. Dat geldt voor speciaal aangelegde voorzieningen, maar ook voor de zogeheten informele ruimte (waterkanten, groenstroken, trottoirs, spelen met natuurlijke materialen e.d.). Bovendien is in de eigen omgeving kunnen bewegen en spelen een belangrijke voorwaarde voor een evenwichtige ontwikkeling van de jeugd. Het is van belang dat er bij stedelijke (her)ontwikkelingen in een vroegtijdig stadium rekening wordt gehouden met recreatieve ruimten. In het buitengebied dienen voldoende wandel- en fietspaden te zijn. Deze voorzieningen moeten goed aansluiten op de wandel- en fietspaden in het stedelijk gebied. Het promoten van de fiets- en wandelroutes blijft een belangrijk aandachtspunt. Saldo beleidsdoel € 620.000 Prestaties in 2011 (speerpunten): 1. Het goed onderhouden en waar nodig en haalbaar opwaarderen van openbare speelgelegenheden (avontuurlijker, hogere gebruikswaarde met toepassing van nieuwe materialen). 2. De bestaande voorzieningen in Hilversum Noord en Van Riebeeckkwartier worden opgewaardeerd in het kader van de stadsvernieuwing. Indicator
Bron
Referentiewaarde (jaar)
2011
2012
2013
2014
680
680
680
155
155
155
155
11 (2009)
11
11
11
11
3 (2009)
5
5
5
5
Totaal aantal speeltoestellen (inclusief basket- en volleybalpalen, zandbakken en goaltjes).
gemeente
676 (2009)
680
Totaal aantal speelplaatsen.
gemeente
153 (2009)
Aantal trapvelden.
gemeente
Aantal velden met verharde ondergrond.
gemeente
173
PROGRAMMA 12
12
Sport en recreatie rek 2009
begr. 2010
begr. 2011
begr. 2012
begr. 2013
Bedragen x 1.000 begr. begr. 2014 2015
Lasten (excl. toevoegingen reserves) 12.1 Vergroting sportdeelname 12.2 Aantrekkelijke en bereikbare sportvoorzieningen 12.3 Een gezonde leefstijl door sport 12.4 Levendig sportklimaat door evenementen 12.5 Voldoende en veilige speel-/beweegruimte
9 2.865 599 85 809
53 3.364 445 105 572
73 3.302 298 58 627
73 3.302 298 58 627
63 3.262 298 54 627
63 3.262 298 54 627
63 3.262 298 54 627
Totaal lasten
4.367
4.539
4.358
4.358
4.304
4.304
4.304
Baten (excl. onttrekkingen reserves) 12.1 Vergroting sportdeelname 12.2 Aantrekkelijke en bereikbare sportvoorzieningen 12.3 Een gezonde leefstijl door sport 12.4 Levendig sportklimaat door evenementen 12.5 Voldoende en veilige speel-/beweegruimte
804 77 8
824 103 7
812 4 7
812 4 7
812 4 7
812 4 7
812 4 7
Totaal baten
889
934
823
823
823
823
823
Saldo (excl. mutaties reserves) 12.1 Vergroting sportdeelname 12.2 Aantrekkelijke en bereikbare sportvoorzieningen 12.3 Een gezonde leefstijl door sport 12.4 Levendig sportklimaat door evenementen 12.5 Voldoende en veilige speel-/beweegruimte
9 2.061 522 85 801
53 2.540 342 105 565
73 2.490 294 58 620
73 2.490 294 58 620
63 2.450 294 54 620
63 2.450 294 54 620
63 2.450 294 54 620
Totaal saldo
3.478
3.605
3.535
3.535
3.481
3.481
3.481
-
-
-
3.478
3.605
3.535
3.535
3.481
3.481
3.481
Beleidsdoel
Omschrijving beleidsdoel
Toevoegingen reserves Onttrekkingen reserves Totaal saldo incl. reservemutaties
174
Beleidsdoel
Omschrijving beleidsdoel
begr 2011
begr 2012
Bedragen x 1.000 begr begr 2013 2014
Investeringen
Totaal
Beleidsdoel
-
Omschrijving beleidsdoel
1-12011
-
Erbij
-
-
Bedragen x 1.000 31-12Eraf 2011
Reserves
Totaal reserves
-
-
-
-
-
-
-
-
Voorzieningen
Totaal voorzieningen
Te autoriseren lasten en baten Lasten 2011 Baten 2011
Bedragen x 1.000 4.358 823
175
176
Programma 13
Bouw- en Woningtoezicht
177
Programma 13: Bouw- en Woningtoezicht
Maatsch. effecten
Zorg dragen voor bebouwde en ruimtelijke omgeving, waarbij veiligheid, gezondheid, bruikbaarheid en leefbaarheid binnen de regelgeving gewaarborgd zijn.
Beleidsterreinen
Vergunningverlening
Prestaties (wat gaan we doen?)
13.1 Toename succesvolle bouwaanvragen. Saldo € 467.000
Handhaven Saldo € 1.623.000
Beleidsdoelen (wat willen we bereiken?)
13.2 Effectievere handhaving. Saldo € 1.156.000
178
- Benodigde informatie makkelijk vindbaar op internet plaatsen. - Haalbaarheid van plannen d.m.v. vooroverleg duidelijk maken. - Brieven begrijpelijker schrijven. - Optimaliseren van behandelproces van omgevingsvergunning.
- Naleefgedrag van omgevingsvergunningen verhogen. - Uitvoeringsprogramma Wabo Handhaving 2012 2013 t t ll
Programma 13: Bouw- en Woningtoezicht Portefeuillehouder: Dienst:
F. van Osch Inwoners
Missie/programmadoelstelling Het waarborgen van een goede basiskwaliteit van de bouwkundige staat en de milieukundige, ruimtelijke en cultuurhistorische kwaliteit van de bebouwde en onbebouwde omgeving en bouwen slooplocaties en juist en veilig gebruik van bouwobjecten.
Context en achtergrond Het gebruik van de omgeving en de manier waarop wordt gebouwd wordt inter- en proactief benaderd. Nieuwe ontwikkelingen zijn mogelijk met behoud van de waardevolle bestaande bebouwde omgeving. Controle gebeurt met minder en eenvoudiger regels. Een omgevingsvergunning voor (bouw)plannen wordt in een kortere tijd behandeld en controle vindt integraal plaats. Dit vraagt een actievere (digitale) benadering van de burger en het bedrijfsleven. We geven vooraf aan welke regels van toepassing zijn. De vraag van de klant komt bij één loket binnen, maar het antwoord komt gebundeld bij verschillende diensten en afdelingen vandaan. Dit vergt van het ambtelijk apparaat samenwerking met in- en externe partijen op verschillende beleidsterreinen. Sinds 2010 werkt de gemeente Hilversum met het “Handhavingsbeleid omgevingsrecht”. Dit beleid geeft invulling aan de eisen van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). Het beschrijft op welke manieren er toezicht wordt gehouden op alle handhaaftaken. Er is onderscheid gemaakt tussen drie vormen van toezicht: ‘vergunnings-’, ‘object-’ en ‘gebiedsgericht’. Daarnaast vindt toezicht plaats op basis van signalen, ‘signaaltoezicht’. Dit biedt de mogelijkheid gecoördineerd en integraal toezicht te houden. Hierdoor vermindert de toezichtdruk en wordt er daadkrachtiger opgetreden. Het handhavingsbeleid is voor 2010 en 2011 uitgewerkt in een uitvoeringspro-gramma. Dit programma geeft aan wanneer en welke voorgenomen activiteiten worden uitgevoerd. Hierbij is rekening gehouden met de in het handhavingsbeleid vastgestelde prioriteiten. De bouw- en brandveiligheid neemt toe nu preventief toezicht op bestaande bouw, kamerverhuur -en appartementen een structurele taak is. Dit programma heeft raakvlakken met de programma’s Openbare Orde, Veiligheid, Brandweer (10) en Bestuurlijke Aangelegenheden (11).
Kaderstellende beleidsnota’s
• • • • • • •
Welstandsnota (2008). Samenwerkingsovereenkomst Handhaving Buitengebied Hilversum (2009). Handhavingsbeleid omgevingsrecht (Wabo) (2009). Uitvoeringsprogramma Wabo Handhaving 2010-2011 (2010). Parkeerbijdrageregeling en mobiliteitsfonds (2009). Procesoptimalisatie Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht (2009). Beleidsregels voor de toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2o Wabo (2010).
Programmaonderdelen Het programma kent de volgende onderdelen: • Vergunningverlening. • Handhaven.
179
Subfuncties • •
822.1 Bouw- en woningtoezicht. 823.1 Leges omgevingsvergunningen.
180
Vergunningverlening Beleidsdoel 13.1.: Toename succesvolle aanvragen omgevingsvergunning door een overzichtelijke procedure. Burgers en bedrijven kunnen hun aanvragen voor de omgevingsverguning digitaal indienen via het Omgevingsloket online (OLO). De bijbehorende informatie is gemakkelijk op internet te vinden. De klant ziet via het elektronisch loket de status van zijn plan. De aanvragen worden integraal getoetst en de klant heeft één aanvraag met één contactpersoon en één procedure. Dit alles wordt ondersteund door begrijpelijke correspondentie met de aanvrager. Zowel zelfbediening met de OLO als geholpen zelfbediening (door assistentie bij digitale indiening) moet leiden tot meer sucessvolle aanvragen en en kortere doorlooptijden. De Wet algemene bepalingen omgevingsrecht kent voor 80 % van alle aanvragen (reguliere procedure) een behandeltijd van 8 weken. Voor de overige 20 % (uitgebreide procedure) is dit 26 weken. Saldo beleidsdoel € 467.000 Prestaties in 2011 (speerpunten): 1. De benodigde informatie gemakkelijk vindbaar op internet plaatsen. 2. Door middel van vooroverleg de haalbaarheid van plannen duidelijk maken. 3. Brieven begrijpelijker schrijven. 4. Het optimaliseren van het behandelproces van de omgevingsvergunning. Indicator Totaal aantal aanvragen. Aantal niet ontvankelijke aanvragen. Aantal ingediende zienswijzen, bezwaar en beroepsprocedures. Aantal vooroverleggen. Aantal ingetrokken aanvragen. Aantal geweigerde aanvragen. Doorlooptijd aanvraag. Aantal verleende vergunningen. Aantal van rechtswege verleende vergunningen.
Bron Gemeente V&H Gemeente V&H Gemeente CB Gemeente V&H Gemeente V&H Gemeente V&H Gemeente V&H Gemeente V&H Gemeente V&H
* als referentie zijn de wettelijke termijnen aangehouden
181
Referentiewaarde (jaar)
2011
2012
2013
2014
(2009): 1600
1400
1400
1400
1400
(2009): 50
45
45
40
40
(2009): 364
360
350
340
330
(2009): 108
125
135
140
150
(2009) 100
100
90
80
70
(2009): 100
100
90
80
70
(2010): 8/26*
7/22
6/20
5/18
5/18
(2009) 1383
1200
1200
1200
1200
(2009): 4
7
5
3
3
Handhaven Beleidsdoel 13.2.: Effectievere handhaving. Hilversum streeft naar een uniform en eenduidig overheidsoptreden. Met de komst van de omgevingsvergunning (1 oktober 2010) is de bestuursrechtelijke handhaving meer gestroomlijnd en geïntegreerd. Ter bevordering van de kwaliteit van de uitvoering van de handhavingstaken zijn kwaliteitseisen gesteld. In 2009 is het “Handhavingsbeleid omgevingsrecht (Wabo)” vastgesteld en het “Uitvoeringsprogramma Wabo Handhaving 2010-2011” geeft de prestaties en gewenste maatschappelijk effecten aan. Integratie van bouwhandhaving met andere kleursporen (minder toezichtlast voor de klant en hogere effectiviteit) is in 2011 een speerpunt. Saldo beleidsdoel € 1.156.000 Prestaties in 2011 (speerpunten): 1. Het naleefgedrag van de omgevingsvergunning verhogen. 2. Uitvoeringsprogramma Wabo Handhaving 2012-2013 vaststellen. Indicator Aantal geconstateerde illegale Wabo activiteiten. Aantal signaalcontroles. Aantal uitgevoerde controles.
Bron Gemeente V&H Gemeente V&H Gemeente V&H
182
Referentiewaarde (jaar)
2011
2012
2013
2014
(2009): 164
200
200
200
200
(2009): 4
30
30
35
35
(2009): 1907
2000
2100
2150
2200
183
PROGRAMMA 13
13
Bouw- en Woningtoezicht rek 2009
begr. 2010
begr. 2011
begr. 2012
begr. 2013
Bedragen x 1.000 begr. begr. 2014 2015
Lasten (excl. toevoegingen reserves) 13.1 Toename succesvolle aanvragen omgevingsvergunning 13.2 Effectievere handhaving
2.459 1.378
2.154 1.518
2.534 1.181
2.532 1.181
2.532 1.181
2.532 1.181
2.532 1.181
Totaal lasten
3.837
3.672
3.715
3.713
3.713
3.713
3.713
Baten (excl. onttrekkingen reserves) 13.1 Toename succesvolle aanvragen omgevingsvergunning 13.2 Effectievere handhaving
1.809 17
1.379 25
2.067 25
2.067 25
2.067 25
2.067 25
2.067 25
Totaal baten
1.826
1.404
2.092
2.092
2.092
2.092
2.092
Saldo (excl. mutaties reserves) 13.1 Toename succesvolle aanvragen omgevingsvergunning 13.2 Effectievere handhaving
650 1.361
775 1.493
467 1.156
465 1.156
465 1.156
465 1.156
465 1.156
Totaal saldo
2.011
2.268
1.623
1.621
1.621
1.621
1.621
-
-
-
2.011
2.268
1.623
1.621
1.621
1.621
1.621
Beleidsdoel
Omschrijving beleidsdoel
Toevoegingen reserves Onttrekkingen reserves Totaal saldo incl. reservemutaties
184
Beleidsdoel
Omschrijving beleidsdoel
begr 2011
begr 2012
Bedragen x 1.000 begr begr 2013 2014
Investeringen
Totaal
Beleidsdoel
-
Omschrijving beleidsdoel
1-12011
-
Erbij
-
-
Bedragen x 1.000 31-12Eraf 2011
Reserves
Totaal reserves
-
-
-
-
-
-
-
-
Voorzieningen
Totaal voorzieningen
Te autoriseren lasten en baten Lasten 2011 Baten 2011
Bedragen x 1.000 3.715 2.092
185
186
Programma 14
Bereikbaarheid
187
Programma 14: Bereikbaarheid
Maatsch. effecten
Bevorderen van verplaatsingen van mensen en goederenvervoer. Het stelt mensen in staat activiteiten te ondernemen en leidt tot economische ontwikkeling. Richten op vlot afwikkelen van vracht- en personenverkeer per auto, openbaar vervoer en langzaam verkeer en een evenwichtige verdeling van verplaatsingen over de verschillende vervoerwijzen. Bevorderen van verkeersveiligheid en beheersing uitstoot geluid en schadelijke stoffen.
Beleidsterreinen
Beleidsdoelen
Prestaties
(wat willen we bereiken?)
(wat gaan we doen?)
14.1 Betere doorstroming autoverkeer. Saldo € 2.973.000 14.2 Toename fietsgebruik. Saldo € 180.000
Bereikbaarheid
14.3 Toename gebruik openbaar vervoer. Saldo € 205.000
14.4 Parkeerruimte beter benut. Saldo € -554.000
Saldo € 2.804.000
188
- Uitvoeren IBP-maatregelen 2011 buitenring Oost. - Uitvoeren projecten infrastructuurplanning. - Monitoren verkeersongevallen. - Participatie in in regionale planvorming. - Voorbereiden diverse fiets infrastructuurprojecten. - Subsidie aanvragen voor verkeerseducatieprogramma's bij de provincie Noord-Holland. - Uitvoeren toegankelijke bushaltes. - Regionale planvorming voor Hoogwaardig Openbaar Vervoer tussen Huizen en Hilversum. - Planvorming voor reizigersinformatie, toegankelijke haltes en plaatsen van abri's.
- Monitoren parkeerdruk in wijken en introduceren systeem vergunninghoudersparkeren en betaald parkeren in wijken met hoge parkeerdruk. - Onderzoek naar uitbreiding parkeercapaciteit in het centrum. - Onderzoek naar mogelijkheden voor beheersing van beheerkosten van parkeergarages.
Programma 14: Bereikbaarheid Portefeuillehouder: Dienst:
E. Boog Stad
Missie/programmadoelstelling Het programma bereikbaarheid maakt verplaatsingen van mensen en goederenvervoer mogelijk. Een goede bereikbaarheid stelt mensen in staat om activiteiten te ondernemen en bevordert economische ontwikkeling. Het programma verbetert de afwikkeling van vracht- en personenverkeer per auto en verbetert de infrastructuur voor het openbaar vervoer en de fiets. Het programma vergroot de verkeersveiligheid en beheerst de uitstoot van geluid en schadelijke stoffen.
Context en achtergrond Het programma bereikbaarheid richt zich ten opzichte van voorgaande begrotingen meer op het uitvoeren van reeds vastgestelde en financieel gedekte plannen, dan op het ontwikkelen van nieuwe plannen en flankerend beleid. De gemeente verbetert in de periode 2010-2014 vooral de fysieke netwerken voor de auto, de fiets en het openbaar vervoer. In 2010 en 2011 geeft de gemeente prioriteit aan het afronden van reeds gestarte infrastructuurprojecten uit Plan Wegen en het Integraal Bereikbaarheidsplan, binnen de daarvoor geraamde financiële middelen. Het sluitstuk is het in gebruik nemen van een dynamisch verkeersmanagementsysteem. De Hilversumse auto-infrastructuur wordt daarmee afgerond. In 2012 legt de gemeente met subsidie uit het programma Fietsimpuls van Noord-Holland een aantal ontbrekende schakels in het fietsnetwerk aan, waaronder enkele stukken van het ‘Rondje Hilversum’. Door het aanleggen van goede en veilige infrastructuur voor fiets en openbaar vervoer, stimuleert de gemeente het gebruik ervan. Het grootste deel van de investeringen wordt gedekt uit verkregen subsidies. In deze begroting zijn geen exploitatiemiddelen opgenomen voor gedrag beïnvloedingsprogramma’s, zoals het gratis busvervoer, het stimuleren van fietsgebruik of mobiliteitsmanagement. Op deze terreinen worden in principe geen activiteiten ondernomen. Het lange termijn verkeersbeleid wordt in 2011 onderdeel van de structuurvisie Hilversum 2030. Met provincie en regio wordt het tracé voor Hoogwaardig Openbaar Vervoer in 2011 verder uitgewerkt. In regionaal verband maakt Hilversum zich sterk voor het vergroten van de capaciteit op de rijkswegen om sluipverkeer in Hilversum tegen te gaan. In tegenstelling tot vorige begrotingen is het beleidsdoel ‘Evenredige verdeling van de mobiliteitsgroei over alle vervoerwijzen’ (14.5) niet meer als afzonderlijk beleidsdoel opgenomen. De verdeling over vervoerwijzen wordt beschouwd als resultaat van de activiteiten die onder de beleidsdoelen 14.1 t/m 14.4 vallen. Omdat voor deze beleidsdoelen minder middelen en personele inzet beschikbaar zijn dan in de vorige jaren, is de verwachting dat de mobiliteitsgroei (jaarlijks zo’n 2 tot 3%) in de komende jaren vooral met de auto wordt opgevangen. Hoewel geen 1-op-1 relatie tussen beschikbare middelen en prestaties kan worden gelegd, wordt de indicator uit de programmabegroting 2010 (52% van de verplaatsingen binnen, van en naar Hilversum wordt met de fiets, lopend of met het OV afgelegd) in de periode 2011-2014 indicatief jaarlijks met 1% naar beneden bijgesteld. Voor het totale programma levert dit het volgende beeld op. Indicator % fiets, lopen en OV in verdeling van verplaatsingen binnen, van en naar Hilversum naar vervoerwijze.
Bron
Referentiewaarde (2007/2008)
2011
2012
2013
2014
Mobiliteitsonderzoek NL
53%
52%
51%
50%
49%
189
In het algemeen moet worden opgemerkt, dat mobiliteit in het algemeen en de vervoerwijzekeuze van personen in het bijzonder van veel factoren afhankelijk zijn: inkomen, gezinssamenstelling, leeftijd, fysieke gesteldheid, beschikbaarheid van vervoermiddelen, totale bevolkingsomvang etc. Veel van deze factoren zijn door de gemeente nauwelijks te beïnvloeden, dan wel nauwelijks afhankelijk van beschikbare budgetten.
Kaderstellende beleidsnota’s • • • • • • • • • •
Plan Wegen (1996). Verder met Wegen (1999). Infrastructuurplanning 2000-2010 (2000). Integraal bereikbaarheidsplan Hilversum e.o. (2005). RegioNet Korte Termijn (2002). Plan van aanpak toegankelijke bushaltes in Hilversum (2006). Geïntegreerd parkeerbeleid (2008). Vastgestelde parkeernormen, de beleidsregels parkeren en de parkeerbijdrageregeling (2009). Aanvullend fietsbeleid (2008). Hilversum Buiten (2006).
Relevante kaderstellende beleidsnota’s van Rijk en provincies zijn o.a. de Nota Mobiliteit, de Structuurvisie Randstad 2040 en het Ontwikkelingsbeeld Noordvleugel 2040, het Provinciaal Verkeer- en Vervoerplan van Noord-Holland, het mobiliteitsplan VERDER van de regio Utrecht en het rijksbesluit RAAM (ontwikkeling Almere)
Programmaonderdelen Het programma kent de volgende onderdelen: • Bereikbaarheid.
Subfuncties • • •
211.1 Verkeersmaatregelen en -onderzoeken. 214.1 Parkeervoorzieningen. 215.1 Baten parkeervoorzieningen.
190
Bereikbaarheid Beleidsdoel 14.1.: Betere doorstroming van het autoverkeer op het hoofdwegennet in Hilversum. De laatste projecten van het Integraal Bereikbaarheidsplan worden in 2011 uitgevoerd. Hierbij gaat het vooral om maatregelen aan kruispunten op de buitenring Oost, waaronder een rotonde met tunnel op het kruispunt Oostereind/Soestdijkerstraatweg, het voorrangspleintje op de kruising Jan van der Heijdenstraat/K. Onnesweg/Oosterengweg en het kruispunt Van Riebeeckweg/Oostereind. Het dynamisch verkeersmanagement (het geven van prioriteit aan verkeersstromen en dynamische informatie aan weggebruikers) wordt voorbereid, zodat dat na het afronden van de laatste infrawerken in gebruik kan worden genomen. Uit Plan Wegen worden projecten A. Fokkerweg, Minckelersstraat, de knoop Oost en de Jan van der Heijdenstraat in 2011 als laatste uitgevoerd. De uit te voeren infrawerken worden grotendeels bekostigd door subsidies van het Rijk en de provincie Noord-Holland. De resterende projecten uit Plan Wegen (Fiets- en Wandelpad Noordelijke Vechtstreek, 30 km-gebied Bosplein en de fietsoversteek Crailo A1) worden bij gebrek aan middelen niet gerealiseerd. Het doel van het herinrichten van de hoofdwegen binnen Hilversum volgens het Plan Wegen, Verder met Wegen en het Integraal Bereikbaarheidsplan (IBP) is een betere doorstroming van het autoverkeer. Een goede doorstroming is belangrijk voor de bereikbaarheid van en de leefbaarheid in de stad. In 2012 kan worden gemeten of de beoogde reductie in filevorming gerealiseerd is. Verbeteren van de Verkeersveiligheid voor automobilisten, fietsers en voetgangers is bij het uitvoeren van projecten randvoorwaarde. Al jaren daalt het aantal slachtoffers in het verkeer, terwijl tegelijkertijd de mobiliteit in Hilversum toeneemt. In het collegeprogramma 2010-2014 is opgenomen dat er geen grootschalige ingrepen voor autoinfrastructuur meer zullen plaatsvinden. Wel worden waar nodig en mogelijk door kleine aanpassingen en een betere afstelling van verkeerslichten de doorstroming en bereikbaarheid verbeterd. Voor dergelijke maatregelen is nog geen budget gereserveerd. Onderzoek van ProRail moet aantonen of de doorstroming en verkeersveiligheid bij de spoorwegovergang Koninginneweg/-Schoolstraat/Hoge Larenseweg verbeterd kan worden. Hilversum zal in regionaal verband een krachtige lobby voeren voor het vergroten van de capaciteit op de rijkswegen, om het sluipverkeer in Hilversum tegen te gaan. Daartoe participeert de gemeente in de planvoorbereiding voor de A1, de A27 en de ontwikkeling van Almere. In de planvorming van Rijkswaterstaat voor de A27 werkt Hilversum actief mee aan een compacte aansluiting voor de afrit Hilversum, waardoor ruimte vrijkomt voor natuurontwikkeling en waterberging. Saldo beleidsdoel € 2.973.000 Prestaties in 2011 (speerpunten): 1. Uitvoeren IBP maatregelen 2011 buitenring Oost. 2. Uitvoeren projecten infrastructuurplanning. Hier is in 2011 een investeringsbudget van € 0,972 mln voor gereserveerd. 3. Monitoren van verkeersongevallen. 4. Participatie in regionale planvorming. Indicator Aantal kilometers file op de Hilversumse buitenring en radialen in de ochtendspits per dag.* Aantal slachtoffers (dodelijk en letsel) onder automobilisten binnen Hilversum per jaar.
*
Bron
Referentiewaarde (jaar)
2011
2012
2013
2014
Gemeente
10,2 (2005)
--
5,2
--
--
Gemeente
16 (2009)
15
14
13
12
In het Integraal bereikbaarheidsplan is de indicator voor 2012 vastgesteld. Pas na evaluatie in 2012 kan een goede prognose voor de daarop volgende jaren worden gemaakt.
191
Beleidsdoel 14.2.: Toename van het fietsgebruik in Hilversum. Al geruime tijd groeit het fietsgebruik in Hilversum en neemt de verkeersveiligheid voor fietsers en voetgangers toe. Dit komt onder andere door het inrichten van verblijfsgebieden (verkeersluwe wijken) en het aanleggen van vrij liggende fietsinfrastructuur langs het hoofdwegennet. Met de nota Aanvullend Fietsbeleid heeft de raad in 2008 het fietsbeleid voor de komende jaren vastgesteld. Voor het uitvoeren van alle maatregelen uit de nota is echter onvoldoende geld beschikbaar. De beschikbare middelen worden met prioriteit ingezet voor knelpunten in het fietsnetwerk van Hilversum. In 2010 heeft de provincie Noord-Holland voor Hilversum hiervoor ca. € 3,8 mln subsidie gereserveerd. De beschikbare middelen in de begroting (€ 13.000 structureel en € 0,5 mln investeringen in 2012) zijn voldoende om de benodigde gemeentelijke bijdrage te dekken. In tegenstelling tot de prognose uit de programmabegroting 2010, wordt verwacht dat het aantal fietsverplaatsingen in 2011 en 2012 niet groeit ten opzichte van 2009. Na 2012 is groei door de aanleg van extra fietsverbindingen wel weer mogelijk. De gemeente vraagt jaarlijks subsidie aan voor verkeerseducatieprogramma’s, gericht op verkeersveiligheid. Voorbeelden zijn de programma’s Verkeersslang en fietslessen. Slechts indien de provincie de aanvraag voor 100% honoreert, worden deze programma’s aan basisscholen aangeboden. In de begroting zijn hiervoor geen gemeentelijke middelen gereserveerd. Saldo beleidsdoel € 180.000 Prestaties in 2011 (speerpunten): 1. Voorbereiden diverse fietsinfrastructuurprojecten. 2. Subsidie aanvragen voor verkeerseducatieprogramma’s bij de provincie Noord-Holland. Indicator Aantal verplaatsingen binnen Hilversum per fiets per jaar. Aantal verplaatsingen binnen Hilversum te voet per jaar. Aantal slachtoffers (dodelijk en letsel) onder (brom)fietsers en voetgangers binnen Hilversum per jaar.
Referentiewaarde (jaar) Mobiliteits24 mln onderzoek NL (2007/2008) Mobiliteits14 mln onderzoek NL (2007/2008) Bron
Gemeente
192
59 (2009)
2011
2012
2013
2014
24
24
25
26
14
14
14
14
58
57
56
55
Beleidsdoel 14.3.: Toename van het gebruik van openbaar vervoer in Hilversum. Het openbaar vervoer is steeds belangrijker voor de bereikbaarheid van de stad. De organisatie van het openbaar vervoer vindt in regionale context plaats. NS (trein) en Connexxion (bus en OV taxi) zijn de belangrijkste aanbieders van openbaar vervoer, in opdracht van resp. het Rijk en de provincie Noord-Holland. De gemeente heeft geen formele rol, maar voert wel bestuurlijk overleg. Medio 2011 start Connexxion met een nieuw lijnennet en nieuwe dienstregeling in Gooi en Vechtstreek. Hilversum bevordert de toegankelijkheid van het openbaar vervoer door het uitvoeren van een meerjarenprogramma voor toegankelijke bushaltes. In 2010 en 2011 worden de haltes langs lijn 1 (Kerkelanden-station) voor alle reizigers toegankelijk gemaakt. In 2010 en 2011 onderzoekt Hilversum met de provincie Noord-Holland de mogelijkheden voor het verbeteren van (dynamische) reisinformatie op het busstation en op bushaltes, het aanleggen van toegankelijke bushaltes op andere buslijnen en het plaatsen van meer abri’s. Uitvoering van dergelijke maatregelen is afhankelijk van het verkrijgen van subsidies. Het experiment met gratis busvervoer in Hilversum is per 31 december 2010 beëindigd. Voor het voorkeurstracé voor Hoogwaardig Openbaar Vervoer tussen Huizen en Hilversum maakt de provincie Noord-Holland in overleg met de gemeente een voorlopig ontwerp en een Milieu effectrapportage. Met HOV is een investering van bijna € 100 mln gemoeid, waarvan de Hilversumse bijdrage totaal € 2,5 mln bedraagt: deze bijdrage is verwerkt in het investeringsprogramma. In regionaal verband wordt het opnemen van HOV als onderdeel van een (light-) railverbinding tussen Almere - Huizen - Hilversum - Utrecht bepleit. Door het beperken van de busdienstregeling en het beëindigen van het experiment met gratis busvervoer, wordt verwacht dat het aantal verplaatsingen met het openbaar vervoer tot 2014 minder sterk groeit dan in de vorige programmabegroting was aangenomen. Tot 2014 wordt alleen (autonome) groei op het spoor verwacht. Indien het HOV Huizen-Hilversum in 2014 gebruik genomen wordt, kan het aantal verplaatsingen met het openbaar vervoer vanaf dat moment weer sterker toenemen. Saldo beleidsdoel € 205.000 Prestaties in 2011 (speerpunten): 1. Uitvoeren toegankelijke bushaltes. In 2010/2011 maakt de gemeente buslijn 1 toegankelijk, met subsidie van Noord-Holland. 2. Regionale planvorming voor Hoogwaardig Openbaar Vervoer tussen Huizen en Hilversum. 3. Planvorming voor reizigersinformatie, toegankelijke haltes en het plaatsen van abri’s. Indicator Aantal verplaatsingen in, van en naar Hilversum per bus en trein per jaar. Aantal reizigers lijn 100 tussen Huizen en Hilversum.
Referentiewaarde (jaar) Mobiliteits7 mln onderzoek NL (2007/2008) Bron
Connexxion
Aantal in/uitstappers op Hilversumse stations gemiddelde werkdag.
NS
2.770 (2009)
2011
2012
2013
2014
7,4 mln
7,8 mln
8,2 mln
9 mln
2.800
2.800
2.800
3.000
26.724 (2008) 27.400 28.100 28.800 29.500
Rapportcijfer voor in-/uitstapgemak door reizigers op de Hilversumse bushaltes.
Klantenbarometer KPVV
8,4 (2009)
8,5
8,5
8,5
8,5
% Hilversummers dat binnen Hilversum wel eens van de bus gebruik maakt.
Gemeente
27% (2010)
27%
27%
27%
28%
193
Beleidsdoel 14.4.: Betere benutting van de beschikbare parkeerruimte in Hilversum. In 2008 heeft de raad de beleidsnota ‘geïntegreerd parkeerbeleid’ vastgesteld, met een maatregelenpakket dat liep tot 2010. De nota blijft ook in 2011 uitgangspunt voor het parkeerbeleid. Het doel is een betere benutting van de beschikbare parkeercapaciteit op straat en in de parkeergarages. Tegelijk wordt de overlast door fout parkeren in woonbuurten en rondom bedrijventerreinen en winkelcentra verminderd door handhaving. In lijn met het collegeprogramma 2010-2014 is in 2010 onderzoek gestart naar het uitbreiden van het systeem van vergunninghoudersparkeren en betaald parkeren in delen van de wijk Over ‘t Spoor, o.a. de Geuzenbuurt. Dit leidt mogelijk tot het invoeren van het systeem in 2011. De proef met vergunninghoudersparkeren in de Bloemenbuurt Noord wordt voortgezet. Wijzigingen die volgen uit de evaluatie van parkeertarieven (najaar 2010) worden in 2011 ingevoerd. Uitgangspunt is dat parkeren in garages wordt gestimuleerd ten opzichte van parkeren op maaiveld. Autonoom wordt rekening gehouden met de tweejaarlijkse tariefstijging van 10% op 1 januari 2011 . Het beheer van de gemeentelijke parkeergarages wordt voortdurend geoptimaliseerd. In 2011 wordt duidelijk of het deelnemen aan een coöperatie van parkeergarages een positief effect heeft op de beheerskosten. In de afgelopen jaren is het percentage Hilversummers dat parkeren als één van de drie grootste buurtproblemen ziet gedaald. Gegeven de verwachte groei van automobiliteit en de tendens van toenemend autobezit, wordt verwacht dat deze daling afvlakt. Saldo beleidsdoel € -554.000 Prestaties in 2011 (speerpunten): 1. Monitoren parkeerdruk in wijken en introduceren systeem vergunninghoudersparkeren en betaald parkeren in wijken met hoge parkeerdruk, in overleg met bewoners en/of bedrijven. 2. Onderzoek doen naar uitbreiding van parkeercapaciteit in het centrum. Als eerste wordt aansluiting gezocht bij de ruimtelijke ontwikkelingen op Langgewenst. 3. Onderzoek naar mogelijkheden voor beheersing van beheerkosten van parkeergarages. Indicator % Hilversummers dat “te weinig parkeermogelijkheden” ziet als een van de drie grootste buurtproblemen.
Bron
Referentiewaarde (jaar)
2011
2012
2013
2014
Gemeente
19% (2010)
18%
17%
17%
17%
194
195
PROGRAMMA 14
14
Bereikbaarheid Bedragen x 1.000 begr. begr. 2014 2015
rek 2009
begr. 2010
begr. 2011
begr. 2012
begr. 2013
6.280 5 501 3.772 -
11.647 81 498 4.031 -
13.973 180 205 4.073 -
14.020 180 125 4.082 -
14.016 180 125 4.082 -
13.999 180 125 4.082 -
13.999 180 125 4.082 -
10.558
16.257
18.431
18.407
18.403
18.386
18.386
Baten (excl. onttrekkingen reserves) 14.1 Betere doorstroming autoverkeer 14.2 Toename fietsgebruik 14.3 Toename gebruik openbaar vervoer 14.4 Parkeerruimte beter benut 14.5 Mobiliteitsgroei evenredig verdeeld
3.432 156 4.525 -
8.500 84 4.392 -
11.000 4.627 -
11.000 4.597 -
11.000 4.597 -
11.000 4.597 -
11.000 4.597 -
Totaal baten
8.113
12.976
15.627
15.597
15.597
15.597
15.597
Saldo (excl. mutaties reserves) 14.1 Betere doorstroming autoverkeer 14.2 Toename fietsgebruik 14.3 Toename gebruik openbaar vervoer 14.4 Parkeerruimte beter benut 14.5 Mobiliteitsgroei evenredig verdeeld
2.848 5 345 -753 -
3.147 81 414 -361 -
2.973 180 205 -554 -
3.020 180 125 -515 -
3.016 180 125 -515 -
2.999 180 125 -515 -
2.999 180 125 -515 -
Totaal saldo
2.445
3.281
2.804
2.810
2.806
2.789
2.789
-
-
-
2.445
3.281
2.804
2.810
2.806
2.789
2.789
Beleidsdoel
Omschrijving beleidsdoel
Lasten (excl. toevoegingen reserves) 14.1 Betere doorstroming autoverkeer 14.2 Toename fietsgebruik 14.3 Toename gebruik openbaar vervoer 14.4 Parkeerruimte beter benut 14.5 Mobiliteitsgroei evenredig verdeeld
Totaal lasten
Toevoegingen reserves Onttrekkingen reserves Totaal saldo incl. reservemutaties
196
Beleidsdoel
Omschrijving beleidsdoel
Investeringen 14.1 Betere doorstroming autoverkeer 14.1a Dekking investeringen infra/IBP via subsidies 14.3 Toename gebruik openbaar vervoer 14.3a Dekking via balanspost openbaar vervoer 14.4 Parkeerruimte beter benut 14.5 Mobiliteitsgroei evenredig verdeeld Totaal
Beleidsdoel
Omschrijving beleidsdoel
begr 2011
begr 2012
16.521 -15.324 80 1.277
35 100 135
1-12011
Erbij
Bedragen x 1.000 begr begr 2013 2014
355 1.250 -232 100 100 1.573
200 1.250 188 1.638
Bedragen x 1.000 31-12Eraf 2011
Reserves
Totaal reserves
-
-
-
-
Voorzieningen 14.1 Betere doorstroming autoverkeer 14.4 Parkeerruimte beter benut
694 81
20
-
694 101
Totaal voorzieningen
775
20
-
795
Te autoriseren lasten en baten Lasten 2011 Baten 2011
Bedragen x 1.000 18.431 15.627
197
198
Programma 15
Ruimtelijke Ordening
199
Programma 15: Ruimtelijke Ordening
Maatsch. effecten
- Kaderstelling voor ruimtelijke ontwikkeling. - Behoud van Hilversum als centrumstad in het Gooi, met compleet en evenwichtig aanbod van woningen, werkgelegenheid en voorzieningen. - Behoud en optimalisatie van bestaande en potentiële ruimtelijke kwaliteiten in stad en buitengebied.
Beleidsterreinen
Bestemmingsplannen
Beleidsdoelen
Prestaties
(wat willen we bereiken?)
(wat gaan we doen?)
15.1 Een actueel juridisch ruimtelijk kader. Saldo € 2.322.000
Ruimtelijke visies
15.2 Hilversum, de juiste functie op de juiste plek. Saldo € 838.000
Saldo € 3.160.000
200
- Opstellen ontwikkelingsgerichte bestemmingsplannen t.b.v. gemeentelijke speerpuntprojecten. - Herzien van verouderde bestemmingsplannen (actualisering). - Digitaliseren van bestemmingsplannen volgens wettelijke eisen.
- Voortgang van de structuurvisie. - Beoordelen van bouwplannen van derden.
Programma 15: Ruimtelijke Ordening Portefeuillehouder: Dienst:
L.E.C. Jooren-van der Boor Stad
Missie/programmadoelstelling Het programma ruimtelijke ordening omvat: • Kaderstelling voor ruimtelijke ontwikkeling. • Behoud van Hilversum als centrumstad in het Gooi met een compleet en evenwichtig aanbod van woningen, werkgelegenheid en voorzieningen. • Behoud en optimalisatie van de bestaande en potentiële ruimtelijke kwaliteiten in stad en buitengebied.
Context en achtergrond Hilversum bevindt zich wat haar ruimtelijke ordening betreft in een bijzonder spanningsveld. De stad heeft traditioneel een centrumpositie in het Gooi, maar deze positie staat onder voortdurende druk door haar ligging binnen de invloedssfeer van grotere steden als Amsterdam, Utrecht en Almere. Ook binnen het gewest Gooi en Vechtstreek zorgen aanwezige vestigingsmogelijkheden voor ‘ruimtevragers’ met een regionale functie, zoals bijvoorbeeld perifere detailhandelsvestigingen, voor uitholling van de centrumfunctie van Hilversum. Dit vraagt om keuzes en accenten teneinde een complete stad te blijven. Hiervoor is het nodig om voor de “interne” vraag circa 300 woningen per jaar te bouwen, inclusief vervangende nieuwbouw. Volgens het huidige ruimtelijke beleid dient dit binnen de bestaande stedelijke contour te gebeuren om het kwalitatief hoogwaardige buitengebied te beschermen en te bewaren. Bij de realisatie van het programma binnen de stedelijke contour dient aandacht te zijn om de bijzondere stedenbouwkundige en cultuurhistorische kwaliteit te behouden. Het te realiseren programma aan woningbouw, voorzieningen en werkgelegenheid wordt met name bepaald binnen andere programma’s, zoals Wonen/ISV, Economie, Onderwijs en Welzijn en Bereikbaarheid. Alle ruimtelijke opgaven vinden hun weerslag in de op te stellen structuurvisie Hilversum of andere daaraan gerelateerde beleidsdocumenten, bijvoorbeeld: bestemmingsplannen. Met het vaststellen van een structuurvisie worden ruimtelijke voornemens vastgelegd en wordt bekend gemaakt hoe de gemeente ruimtelijke relevante ontwikkelingen wil sturen en welke ontwikkelingen zij in een gebied juist niet wil. In de vergadering van januari 2010 heeft uw raad ingestemd met het plan van aanpak structuurvisie. De structuurvisie geeft op hoofdlijnen de ruimtelijke voorwaarden voor de ontwikkeling van de hele gemeente. Dit houdt in dat: • Ruimtelijke kwaliteiten worden aangegeven en de wijze waarop deze versterkt dan wel behouden kunnen worden. • Samenhang wordt gebracht in de aanpak van toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen zodat daarmee beter ingespeeld kan worden op kansen en bedreigingen op verschillende locaties. • Onderscheid wordt gemaakt in dynamische gebieden en beheersgebieden. Voor beide wordt het beleid aangegeven. In de dynamische gebieden gaat het bijvoorbeeld op hoofdlijnen om ontwikkelmogelijkheden en verdichtingslocaties. De structuurvisie als ruimtelijk kader op hoofdlijnen heeft betrekking op toekomstbeelden van de gemeente wat betreft structuren, functies en ruimtelijke beelden (vorm en hoogten). Hierbij worden maatschappelijke ontwikkelingen zoals vergrijzing, ontgroening, veranderingen in sociale samenhang en samenleving, economische dynamiek, regionalisering, schaalvergroting dan wel
201
verkleining, trends in mobiliteit en behoefte aan voorzieningen geanalyseerd en de effecten op de ruimte en de mogelijkheden met elkaar afgewogen. Ruimtelijk ordeningsbeleid wordt op verschillende niveaus gemaakt. De gemeente heeft binnen die kaders beleidsvrijheid. Op rijksniveau is de Nota Ruimte het leidend ruimtelijk kader. Daarnaast is voor de ruimtelijke ordening veel sectorale wetgeving van belang die gevolgen heeft voor de ruimtelijke inrichting van onze stad. Hierbij moet gedacht worden aan hinder- en veiligheidswetgeving. Op provinciaal niveau is de provinciale structuurvisie 2040 en de provinciale verordening hét belangrijkste kader voor ruimtelijke ontwikkelingen. De structuurvisie vervangt het streekplan dat voorheen het belangrijkste provinciale beleidsinstrument was. Op bovenregionaal niveau is door NV Utrecht een ontwikkelingsvisie 2015-2030 NV Utrecht gemaakt. NV Utrecht is een samenwerkingsverband van de provincie Utrecht, de gemeenten Utrecht, Amersfoort en Hilversum, de stadsregio Utrecht (BRU), de gewesten Eemland en Gooi en Vechtstreek. Door NV Utrecht is een integrale visie op de toekomst van het gebied -in het bijzonder voor woningbouw, landschap, infrastructuur, natuur en water- opgesteld (de Eindbalans). Tot slot is door Metropoolregio Amsterdam een ontwikkelingsbeeld Noordvleugel 2040 opgesteld. De ‘Metropoolregio Amsterdam’ is de naam waaronder de regionale en lokale overheden in het noordelijke deel van de Randstad samenwerken. Onder de metropoolvlag maken de regionale partners afspraken over woningbouw, werkgelegenheid, infrastructuur en landschap ten einde hun krachten te bundelen om van de Metropoolregio Amsterdam een internationaal concurrerende regio te maken.
Kaderstellende beleidsnota’s • • •
Toekomstvisie Hilversum 2015 (1999). Welstandsnota (2004). Integraal uitvoeringsplan Wro (2009).
Programmaonderdelen Het programma kent de volgende onderdelen: • Bestemmingsplannen. • Ruimtelijke visies.
Subfuncties • •
810.1 Ruimtelijke Ordening. 810.2 Landmeten en vastgoedregistratie.
202
Bestemmingsplannen Beleidsdoel 15.1.: Een actueel juridisch ruimtelijk kader voor Hilversum. Nieuwe WRO: Op 1 juli 2008 is de nieuwe Wet op de ruimtelijke ordening (WRO) in werking getreden. Deze nieuwe wet is een algehele herziening van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO). Doel van de wet is minder regels, decentraal wat kan en uitvoeringsgericht werken. Op 24 juni 2009 heeft de raad het Integraal uitvoeringsplan WRO vastgesteld. In dat plan zijn de vele consequenties van de wet op het bestuurlijke, organisatorische, juridische, technische, personele en financiële vlak verwoord en zijn de te maken keuzes in beeld gebracht. Actualiteit bestemmingsplannen: Het bestemmingsplan is voor de gemeente het belangrijkste instrument om ruimtelijk beleid juridisch vast te leggen. Bestemmingsplannen moeten actueel blijven. Daarom is de gemeente verplicht deze eens in de 10 jaar te actualiseren. Voor het gehele gemeentelijke grondgebied is het verplicht om bestemmingsplannen te maken. De gemeente heeft van het rijk 5 jaar de tijd gekregen (tot 1 juli 2013) om de plannen die ouder zijn dan 5 jaar (gerekend vanaf 1 juli 2008) te actualiseren. Dit betekent dat bijna alle geldende bestemmingsplannen in de gemeente Hilversum voor 1 juli 2013 geactualiseerd moeten worden om aan de wettelijke norm te kunnen voldoen. Hiervoor zijn incidenteel voor een aantal jaren aanvullende middelen beschikbaar gesteld. De bestemmingsplangebieden waarbij sprake is van een samenhangende problematiek worden samengevoegd om te komen tot een reductie van het totaal aantal bestemmingsplannen. Daarnaast wordt gestreefd naar meer globale en flexibelere bestemmingsplannen. Het gaat hierbij om beheerbestemmingsplannen waarin ontwikkelingslocaties niet meegenomen worden. De ervaring heeft geleerd dat ontwikkelingslocaties het proces van de herziening van bestemmingsplannen sterk vertraagt. Standaard set met voorwaarden: Onderdeel van het Integraal Uitvoeringsplan WRO is het maken van een set met voorwaarden die voor ieder bestemmingsplan gebruikt wordt zodat een consequente lijn wordt ingezet en alle bestemmingsplannen op gelijke wijze worden opgesteld. Ontwikkelingsgerichte bestemmingsplannen: Voor ruimtelijke ontwikkelingen en gewenste bouwinitiatieven die niet passen binnen het vigerende bestemmingsplan moet een nieuw (postzegel) bestemmingsplan worden gemaakt. Jaarlijks wordt hiervoor in principe één verzamelprocedure voor herziening van bestemmingsplannen voor gevoerd. Als gevolg van wijzigingen in wet- en regelgeving, bij voorbeeld de Crisis- en herstelwet en de Wabo, wordt nagedacht over een andere vorm van ontwikkelgerichte planologische maatregelen. Dit kan bij voorbeeld een projectbesluit zijn, dat wordt gedragen door een structuurvisie voor een gebied of ontwikkelingslocatie. Digitale beschikbaarheid en uitwisselbaarheid: Naast het actualiseren van bestemmingsplannen eist de wet dat per 1 januari 2010 ruimtelijke visies, plannen en besluiten voor een ieder digitaal beschikbaar zijn. Hoewel de gemeente de afgelopen jaren al bestemmingsplannen digitaal raadpleegbaar heeft gemaakt moeten er om aan alle technische vereisten te voldoen nog stappen worden gezet. Vanaf 2010 wordt elk bestemmingsplan dat ten behoeve van een gewenste ontwikkeling wordt gemaakt dan wel vanwege ouderdom wordt geactualiseerd, volgens het wettelijke vereiste gedigitaliseerd. Saldo beleidsdoel € 2.322.000 Prestaties in 2011 (speerpunten): 1. Opstellen van ontwikkelingsgerichte bestemmingsplannen of andere planologische maatregelen t.b.v. speerpuntprojecten. 2. Herzien van verouderde bestemmingsplannen (actualisering). 3. Digitaliseren van bestemmingsplannen volgens wettelijke vereiste.
203
Indicator
Bron
% gemeentelijk grondgebied dat bedekt is met bestemmingsplannen. Het deel van bovenstaande dat voorzien is van actuele bestemmingsplannen. % gemeentelijk grondgebied dat bedekt is met bestemmingsplannen, die voldoen aan het wettelijk vereiste voor digitalisering.
Geo Informatie Geo Informatie Geo Informatie
Referentiewaarde (2008)
2011
2012
2013
98%
99%
99%
100%
85%
70%
80%
100%
0%
40%
50%
70%
2014
In de begrotingsperiode 2011-2014 worden de meeste bestemmingsplannen herzien. De rechts uitgelijnde bestemmingsplannen zullen opgaan in de 18 links uitgelijnde bestemmingsplannen. Planning actualisering bestemmingsplannen (x = jaar van vaststelling) Bestemmingsplan/ Te herzien in jaar
2010 2011 2012 2013 2014
Noord (1991)
X
Herziening NW- Villagebied Mediapark
X Omroepkwartier (1976) e
e
Een deel van het 1 en 2 plan tot wijziging van het plan van uitbreiding (1956) Kamerlingh Onnesweg (1998) e
X e
Een deel van het 1 en 2 plan tot wijziging van het plan van uitbreiding (1956) Over ‘t Spoor
X Slachthuisplein (1995) Simon Stevinweg-Noorderweg (1996)
Aardjesberg (1975)= bestemmingsplan Crailo
X
Vreelandseweg (1998)
X Gedeeltelijke herziening Vreelandseweg woonboten (2001)
Arenapark
X Sportpark (1991)
Bosdrift (1998)
X Ooster-/ Nieuwstraten (1996)
Monnikenberg (1970)
X
Van Riebeeck/ Bonairelaan
X Van Riebeeck (1994) Bonairelaan (1990)
Binnenstad (2002)
X Kerkbrink e.o. (1995) Spoorstraat-Kampstraat (1995) Langestraat/Koningstraat (1999) Langgewenst (2000)
Utrechtseweg (2001)
X Park Diependaal (1994) RKZ- terrein (1998) Gedeeltelijke herziening Diependaal-Ketelaar (2001)
Buitengebied (2002)
X
Kerkelanden (2001)
X Kerkelanden-zuid/Raaweg (1991)
De Meent (2001)
X De Meent centrale deel (1999)
Anna’s Hoeve (2006) Villa Industria (2007)
204
Ruimtelijke visies Beleidsdoel 15.2.: Een kwalitatief aantrekkelijke fysieke leefomgeving en een evenwichtige en maatschappelijk aanvaardbare verdeling van werkgelegenheid, woningen en voorzieningen over de stad (de juiste functie op de juiste plek). Sinds 1 juli 2008 is de WRO van kracht. Een belangrijk uitgangspunt van de nieuwe WRO is de scheiding tussen beleid en normering. Onder beleid wordt verstaan het maken van structuurvisie en andere ruimtelijke visies en voor normering moet gelezen worden, bestemmingsplannen en beheerverordeningen. Voordat ruimtelijk beleid juridisch kan worden vastgelegd, schrijft de wet voor dat de gemeenteraad voor een goede ruimtelijke ordening voor het gehele grondgebied van de gemeente één of meer structuurvisies vast moet stellen. In 2009 is hiervoor een plan van aanpak gemaakt dat in 2010 is vastgesteld. In vervolg daarop is in 2010 de eerste fase in gang gezet, de zogenoemde kenschets. In het begrotingsjaar 2011 zal de structuurvisie de volgende fasen ingaan: het opstellen van een toekomstvisie en de concept-structuurvisie. Afhankelijk van de toekomstvisie kan een plan-MER deel uitmaken van de structuurvisie. Met name in de fase van het vormgeven van de toekomstvisie zal het participatietraject een belangrijke rol spelen. Dán ook ontstaat een beeld van hoe Hilversum zich naar de toekomst zal ontwikkelen. De structuurvisie kan gekarakteriseerd worden als een strategisch beleidsdocument, dat de uitgangspunten van het ruimtelijke beleid bevat. Onderdeel van de structuurvisie is een uitvoeringsparagraaf, waarin aangegeven wordt hoe het beleid zal worden uitgevoerd. Daarnaast is de structuurvisie een basis voor afstemming van het gemeentelijke ruimtelijke beleid passend binnen beleid van het rijk en de provincie en kan het een basis vormen voor het uitvoeren van projecten, afspraken, convenanten, subsidies, stimuleringsprogramma’s, communicatie en de inzet van normatieve ruimtelijke instrumenten. Bovendien vormt de structuurvisie de grondslag voor de vestiging van een gemeentelijk voorkeursrecht ingevolge de Wet voorkeursrecht gemeenten en voor verevening van kosten van bovenwijkse voorzieningen. De structuurvisie werkt juridisch gezien niet door richting andere overheden. Het bindt echter wel het vaststellende overheidsorgaan, in dit geval de gemeente, zelf. Naast de structuurvisie voor heel Hilversum, en structuurvisies voor sectorale onderwerpen en/of deelgebieden worden op locatie- of gebiedsniveau randvoorwaarden opgesteld voor ruimtelijke ontwikkelingen in het stedelijk en of landelijk gebied. Het vastgesteld Hilversumse ambitieniveau in facetbeleidsnota’s is hierbij vertrekpunt. De randvoorwaarden op locatieniveau dienen als input voor de structuurvisie en de nieuw op te stellen bestemmingsplannen. Saldo beleidsdoel € 838.000 Prestaties in 2011 (speerpunten): 1. De voortgang van de structuurvisie: fase van de toekomstvisie en de concept-structuurvisie. 2. Beoordelen van bouwplannen van derden.
205
PROGRAMMA 15
15
Ruimtelijke ordening rek 2009
begr. 2010
begr. 2011
begr. 2012
begr. 2013
Bedragen x 1.000 begr. begr. 2014 2015
Lasten (excl. toevoegingen reserves) 15.1 Een actueel juridisch ruimtelijk kader 15.2 Hilversum, de juiste functie op juiste plek
2.101 548
1.993 981
2.401 838
2.402 788
2.271 768
2.288 768
2.226 768
Totaal lasten
2.649
2.974
3.239
3.190
3.039
3.056
2.994
Baten (excl. onttrekkingen reserves) 15.1 Een actueel juridisch ruimtelijk kader 15.2 Hilversum, de juiste functie op juiste plek
70 1
79 -
79 -
79 -
79 -
34 -
34 -
Totaal baten
71
79
79
79
79
34
34
Saldo (excl. mutaties reserves) 15.1 Een actueel juridisch ruimtelijk kader 15.2 Hilversum, de juiste functie op juiste plek
2.031 547
1.914 981
2.322 838
2.323 788
2.192 768
2.254 768
2.192 768
Totaal saldo
2.578
2.895
3.160
3.111
2.960
3.022
2.960
-
-
-
2.578
2.895
3.160
3.111
2.960
3.022
2.960
Beleidsdoel
Omschrijving beleidsdoel
Toevoegingen reserves Onttrekkingen reserves Totaal saldo incl. reservemutaties
206
Beleidsdoel
Omschrijving beleidsdoel
begr 2011
begr 2012
Bedragen x 1.000 begr begr 2013 2014
Investeringen 15.1 Een actueel juridisch ruimtelijk kader
-
-
145
-
Totaal
-
-
145
-
Beleidsdoel
Omschrijving beleidsdoel
1-12011
Erbij
Bedragen x 1.000 31-12Eraf 2011
Reserves
Totaal reserves
-
-
-
-
-
-
-
-
Voorzieningen
Totaal voorzieningen
Te autoriseren lasten en baten Lasten 2011 Baten 2011
Bedragen x 1.000 3.239 79
207
208
Programma 16
Beheer Openbare Ruimte
209
Programma 16: Beheer Openbare Ruimte
Maatsch. effecten
Beleidsterreinen
Beheer wegen Samen met bewoners van Hilversum werken aan een schone, hele en veilige stad, waarbij openbare ruimte op juiste wijze wordt gebruikt. Saldo € 13.519.000
Beleidsdoelen
Prestaties
(wat willen we bereiken?)
(wat gaan we doen?)
16.1 Schone, hele en veilige infrastructuur. Saldo € 8.706.000
Beheer groen
16.2 Instandhouding Hilversums groene kwaliteiten. Saldo € 4.297.000
Beheer water
16.3 Instandhouding vijvers en waterwegen. Saldo € 516.000
210
- Beheer van wegen volgens het handboek Beheer Hilversum Buiten. - Evaluatie pilot van een schouw met burgers. - Implementeren digitaal systeem Meldingen Openbare Ruimte (opvolger SMP). - Verder wegwerken onderhoudsachterstand openbare verlichting in Hilversumse Meent.
- Beheer groen volgens handboek Beheer Hilversum Buiten. - Implementeren resultaten van in 2009-2010 uitgevoerde evaluatie uitbesteding SBS. - Evaluatie pilot van schouw met burgers. - Actualiseren Groenbeleidsplan. - Implementeren digitaal systeem Meldingen Openbare ruimte (opvolger SMP). - Implementeren digitaal beheersysteem.
- Beheren vijvers en waterwegen, voornamelijk bestaande uit oplossen van calamiteiten. - In kaart brengen actuele onderhoudssituatie oevers en onderwaterbodems.
Programma 16: Beheer Openbare Ruimte Portefeuillehouder: Dienst:
F. van Osch Stad
Missie/programmadoelstelling De openbare ruimte op een juiste wijze gebruiken door samen met de bewoners van Hilversum te werken aan een schone en veilige stad en ongeschonden straatmeubilair.
Context en achtergrond In dit programma staat het beheer van de openbare ruimte centraal. Daarbij wordt onderscheid gemaakt in de “harde/grijze” infrastructuur (wegen met alles wat daarbij hoort, zoals openbare verlichting etc.), het groen (plantsoenen en bomen) en de waterwegen. In 2004 is de Visie Hilversum Buiten vastgesteld, onderdeel van het project Hilversum Buiten, waarin de visie op de inrichting en het beheer van de openbare ruimte in Hilversum is vastgelegd. Deze visie is uitgewerkt in twee handboeken, namelijk het handboek Inrichting Hilversum Buiten en het handboek Beheer Hilversum Buiten. Beide handboeken zijn in 2009 afgerond. Het handboek Beheer Hilversum Buiten bevat, toegespitst op de verschillende gebieden van de stad, concrete beschrijvingen van beheermaatregelen en beheerkwaliteit, terwijl in het handboek Inrichting de randvoorwaarden voor de toepassing van materialen, etc. zijn aangegeven om naast een kwalitatief goed ontwerp ook een beheerbewust ontwerp te garanderen. Naast deze handboeken zijn er per taakveld afzonderlijke technische randvoorwaarden die sinds jaar en dag bepalend zijn voor het beheer van de openbare ruimte, zoals het programma rationeel wegbeheer voor het beheer en onderhoud van de wegen en het Visual Tree Assessment (VTA) voor de boomverzorging. In het kader van Perspectief voor de toekomst is de uitvoering van het groenonderhoud (inclusief bomen) en het schoonhouden van de stad op 1 juli 2007 overgeheveld naar Stads Beheer Service BV, een onderdeel van de Tomingroep. De gemeente behoudt de opdrachtgever- en regierol. Het beheer van de openbare ruimte komt verderop in deze begroting ook aan de orde in de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen. Het beheer van het rioolstelsel en de begraafplaatsen is ondergebracht in programma 6 Milieubescherming, Natuur en Leefbaarheid. Handhaven van het juiste gebruik van de openbare ruimte is geregeld in programma 10 Openbare orde, Veiligheid en Brandweer en programma 13 Bouwen en wonen.
Kaderstellende beleidsnota’s • • • • • • • • • • •
Visie Hilversum Buiten (2004). Handboek Beheer Hilversum Buiten (2009). Handboek Inrichting Hilversum Buiten (2009). Visie Straat- en Laanbomen (1986). Groenstructuurplan (1994). Nota 4 Begraafplaatsen (2004). Perspectief voor de Toekomst (2005). Plan Wegen (1996). Verder met Wegen (1999). Planning Infrastructuur 2000-2010 (2000). Integraal Bereikbaarheidsplan Hilversum e.o. (2005).
211
Programmaonderdelen Het programma kent de volgende onderdelen: • Beheer Wegen. • Beheer Groen. • Beheer Water.
Subfuncties • • • • • • • • • • • •
210.1 Openbare verlichting. 210.2 Straatreiniging. 210.3 Gladheidbestrijding. 210.4 Onderhoud wegen, straten en pleinen. 211.2 Onderhoud verkeers- en straatnaamborden. 211.3 Verkeersmaatregelen. 221.2 Nieuwe Haven. 221.3 Overige binnenhavens en waterwegen. 221.4 Sluizen. 560.1 Plantsoenen. 560.6 Boomverzorging. 560.9 Dierverzorging.
212
Beheer Wegen Beleidsdoel 16.1.: Duurzame instandhouding en doorontwikkeling van een schone, hele en veilige infrastructuur in Hilversum. Het beheer van de infrastructuur omvat het beheer en onderhoud van de wegen, de openbare verlichting, de verkeers- en straatnaamborden, de straatreiniging, de gladheidbestrijding en de verkeersmaatregelen bij calamiteiten. Het beheer bestaat uit onderhoud en vervanging van wegen, en is gericht op het behoud van kwaliteit en functionaliteit en het tijdig inspelen op wijziging van gebruik en nieuwe kwaliteitseisen. Een andere taak is de zorg voor de begaanbaarheid en bereikbaarheid bij gladheid en calamiteiten. De noodzakelijke maatregelen worden uitgevoerd op basis van een meerjaren onderhoudsplan. De uitgangspunten van dit meerjaren onderhoudsplan zijn getoetst en geactualiseerd in het handboek Beheer Hilversum Buiten dat in 2009 is vastgesteld. De burgers worden betrokken bij de schouw ter toetsing van de afgesproken kwaliteitsniveaus in het handboek beheer Hilversum Buiten. Saldo beleidsdoel € 8.706.000 Prestaties in 2011 (speerpunten): 1. Beheer van de wegen volgens het handboek Beheer Hilversum Buiten. 2. Evaluatie van de pilot van een schouw met burgers. 3. Implementeren digitaal systeem Meldingen Openbare Ruimte (MOR) als opvolger Service Meld Punt (SMP). 4. Verder wegwerken van de onderhoudsachterstand openbare verlichting in de Hilversumse Meent. Indicator % meldingen Servicemeldpunt dat binnen de normtijd afgehandeld wordt. % inwoners, dat ontevreden is over het onderhoud van de verharding. % inwoners, dat ontevreden is over de openbare verlichting.
Bron Gemeente, SMP Gemeente, burgerenquête Gemeente, burgerenquête
213
Referentiewaarde (2007)
2011
2012
2013
2014
80
90
90
90
90
11
8
7
7
6
2
1
1
1
1
Beheer Groen Beleidsdoel 16.2.: Duurzame instandhouding en doorontwikkeling van de groene kwaliteiten van Hilversum. Het beheer van het openbaar groen betreft het onderhoud van gazon, eenjarige beplanting, vaste planten, bollen, heesters en bomen. Het beheer is gericht op het in stand houden van de kwaliteit en de functionaliteit van het openbaar groen en waar mogelijk het verbeteren ervan. Het gebruik van de openbare ruimte is aan verandering onderhevig. Het beheer en de inrichting moeten hierop worden afgestemd. Een belangrijke maatstaf voor de kwaliteit van de omgeving is het oordeel van de Hilversumse bevolking. Na vaststelling van het handboek beheer Hilversum Buiten zullen de burgers worden betrokken bij de schouw ter toetsing van de afgesproken kwaliteitsniveaus in het handboek beheer Hilversum Buiten. In 2009 en 2010 is de periode geëvalueerd van de eerste 2 jaar (juli 2007-juli 2009) waarin de uitvoerende werkzaamheden zijn uitgevoerd door SBS. Rapportage van deze evaluatie vindt plaats in het najaar van 2010. Voor een efficiënt beheer van het openbaar groen wordt een digitaal beheersysteem opgezet. Dit beheerssysteem zou al in 2009 gerealiseerd moeten zijn, maar gezien de wijzigingen aan arealen uit bovengenoemde evaluatie zal het systeem eerst in 2011 operationeel zijn. Aangevangen in 2010 zal in 2011 zal het Groenbeleidsplan geactualiseerd worden, parallel aan en onderdeel van de structuurvisie. Saldo beleidsdoel € 4.297.000 Prestaties in 2011 (speerpunten): 1. Beheren groen volgens het handboek Beheer Hilversum Buiten. 2. Implementeren van de resultaten van de in 2009/2010 uitgevoerde evaluatie uitbesteding SBS. 3. Evaluatie van de pilot van een schouw met burgers. 4. Actualiseren Groenbeleidsplan. 5. Implementeren digitaal systeem Meldingen Openbare Ruimte (MOR) als opvolger Service Meld Punt (SMP). 6. Implementeren van een digitaal beheersysteem. Indicator % meldingen Servicemeldpunt dat binnen de normtijd afgehandeld wordt. % inwoners, dat ontevreden is over het onderhoud van het groen.
Bron Gemeente, SMP Gemeente, burgerenquête
214
Referentiewaarde (2007)
2011
2012
2013
2014
80
90
90
90
90
5
3
3
3
3
Beheer Water Beleidsdoel 16.3: Instandhouding van de vijvers en waterwegen in Hilversum. Naast de toezichtstaken van het Hilversums kanaal en de haven en de bediening van de schutsluis ‘t Hemeltje, bestaat het beheer uit onderhoud en vervanging van oevervoorzieningen (beschoeiingen, kades en damwanden) en het onderhoud van de waterbodem (baggeren) van het Hilversums Kanaal, de haven en de stadsvijvers in Hilversum. Niet tot deze taak behoren de reiniging en het beluchten van het oppervlaktewater en het schoonhouden van de waterkanten. Dat valt onder het waterkwaliteits- en kwantiteitsbeheer dat een taak is van Waternet (de uitvoerende organisatie van het hoogheemraadschap Amstel, Het onderhoud bestaat vrijwel alleen uit werkzaamheden om calamiteiten op te heffen, reden Gooi&Vecht). waarom er geen indicator benoemd is. In paragraaf 5.3. Onderhoud kapitaalgoederen is bij 5.3.4. water de huidige situatie wat betreft het beheer van de oevers en de waterbodems aangegeven. Saldo beleidsdoel € 516.000 Prestaties in 2011 (speerpunten): 1. Beheren van vijvers en waterwegen, voornamelijk bestaande uit het oplossen van calamiteiten. 2. In kaart brengen van actuele onderhoudssituatie oevers en onderwaterbodems.
215
PROGRAMMA 16
16
Beheer openbare ruimte rek 2009
begr. 2010
begr. 2011
begr. 2012
begr. 2013
Bedragen x 1.000 begr. begr. 2014 2015
9.389 5.829 562
8.784 5.584 602
9.137 4.351 579
9.137 4.351 579
9.137 4.351 579
9.137 4.351 579
9.137 4.351 579
15.780
14.970
14.067
14.067
14.067
14.067
14.067
Baten (excl. onttrekkingen reserves) 16.1 Schone, hele en veilige infrastructuur 16.2 Instandhouding Hilversums groene kwaliteiten 16.3 Instandhouding vijvers en waterwegen
1.982 53 68
632 53 63
431 54 63
431 54 63
431 54 63
431 54 63
431 54 63
Totaal baten
2.103
748
548
548
548
548
548
Saldo (excl. mutaties reserves) 16.1 Schone, hele en veilige infrastructuur 16.2 Instandhouding Hilversums groene kwaliteiten 16.3 Instandhouding vijvers en waterwegen
7.407 5.776 494
8.152 5.531 539
8.706 4.297 516
8.706 4.297 516
8.706 4.297 516
8.706 4.297 516
8.706 4.297 516
13.677
14.222
13.519
13.519
13.519
13.519
13.519
-
-
-
13.677
14.222
13.519
13.519
13.519
13.519
13.519
Beleidsdoel
Omschrijving beleidsdoel
Lasten (excl. toevoegingen reserves) 16.1 Schone, hele en veilige infrastructuur 16.2 Instandhouding Hilversums groene kwaliteiten 16.3 Instandhouding vijvers en waterwegen
Totaal lasten
Totaal saldo Toevoegingen reserves Onttrekkingen reserves Totaal saldo incl. reservemutaties
216
Beleidsdoel
Bedragen x 1.000 begr begr 2013 2014
begr 2011
begr 2012
Investeringen 16.1 Schone, hele en veilige infrastructuur 16.2 Instandhouding Hilversums groene kwaliteiten 16.3 Instandhouding vijvers en waterwegen
2.003 450 -
3.128 495 -
4.640 380 -
4.818 938 -
Totaal
2.453
3.623
5.020
5.756
Beleidsdoel
Omschrijving beleidsdoel
Omschrijving beleidsdoel
1-12011
Erbij
Bedragen x 1.000 31-12Eraf 2011
Reserves
Totaal reserves
-
-
-
-
-
-
-
-
Voorzieningen
Totaal voorzieningen
Te autoriseren lasten en baten Lasten 2011 Baten 2011
Bedragen x 1.000 14.067 548
217
218
4 Algemene Dekkingsmiddelen en Onvoorzien
220
4. Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien 4.0. Inleiding De beschrijving van de programma’s 1 tot en met 16 stond hiervoor in hoofdstuk 3. Per saldo zijn de lasten van de inhoudelijke programma’s 2 tot en met 16 groter dan de baten. Programma 1 Financiën bestaat uit de algemene dekkingsmiddelen, de mutaties in de reserves en het saldo op de rekening/begroting. Samen vormen deze de dekking van het negatieve financiële saldo van de programma’s 2 tot en met 16. In dit hoofdstuk beschrijven wij de algemene dekkingsmiddelen. De mutaties in bestemmingsreserves en algemene reserves vallen niet onder de algemene dekkingsmiddelen en worden derhalve niet hier beschreven. In paragraaf 6.1 Financieel overzicht ziet u de (financiële) samenhang tussen programma’s, de algemene dekkingsmiddelen, de mutaties in reserves en het saldo op de begroting/rekening. In paragraaf 7.1. Staat van reserves treft u een specificatie van de mutaties in de reserves aan.
4.1. Ongebonden lokale heffingen Onderdeel van de algemene dekkingsmiddelen zijn de zogeheten ongebonden lokale heffingen. Dit zijn lokale heffingen waarvan de besteding zonder specifieke voorschriften door de gemeente Hilversum zelf kan worden bepaald. Belangrijkste onderdeel van de ongebonden lokale heffingen vormt de OZB opbrengst van € 15,9 mln. Deze opbrengst valt uiteen in het eigenarendeel nietwoningen (€ 4,1 mln), het gebruikersdeel niet-woningen (€ 3,0 mln), en het eigenarendeel woningen (€ 8,8 mln). Onder de ongebonden lokale heffingen vallen ook de honden- en precariobelasting. De belangrijkste gebonden lokale heffingen zijn de afvalstoffenheffing en de rioolrechten. In § 5.1 gaan wij uitgebreider in op zowel de gebonden als ook ongebonden lokale heffingen.
4.2. Algemene uitkering De algemene uitkering vormt verreweg het belangrijkste algemene dekkingsmiddel (circa € 87,1 mln). De junicirculaire + de hierop betrekking hebbende B&W nota liggen bij de begrotingsstukken ter inzage. We gaan hierna op 5 aspecten nader in. Algemene mutaties 2011 Wij hebben de berekening van de algemene uitkering 2011 gebaseerd op de junicirculaire 2010. Het rijk en de VNG hebben in het voorjaar van 2010 een bestuursakkoord afgesloten, onder meer inhoudend dat het accres voor 2011 al definitief is vastgesteld en dus geen wijziging meer zal ondergaan. Er vindt dus ook geen nacalculatie plaats. Vanaf 2012 zijn de accressen in de junicirculaire (ook conform dit bestuursakkoord) op p.m. gezet. Rekenkundig is dit ‘0’. In de junicirculaire zijn geen mededelingen gedaan over het effect van de op handen zijnde bezuinigingen. Taakmutaties 2011 In de junicirculaire zijn geen noemenswaardige nieuwe taakmutaties opgenomen. Integratie uitkeringen Verreweg de belangrijkste integratie-uitkering betreft die van de WMO ad € 7,7 mln. Met ingang van 2007 wordt binnen de algemene uitkering een integratie uitkering verstrekt voor de Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO). Deze uitkering komt met ingang van 2011 fors lager uit door een herverdeling van het landelijk beschikbare budget die voor onze gemeente negatief uitpakt enerzijds en een verlaging van dit landelijke budget anderzijds.
221
Decentralisatie uitkeringen De Financiële verhoudingswet is in 2008 gewijzigd en kent nu ook decentralisatie uitkeringen (in het vervolg: DU uitkering). De achtergrond hiervan is het feit dat er gestreefd wordt naar een (forse) vermindering van het aantal specifieke uitkeringen. Nu worden rijksuitkeringen ‘ondergeschoven’ bij het gemeentefonds en dus in de algemene uitkering opgenomen. Voor 2011 gaat het met name om: • DU uitkering ‘Maatschappelijke opvang, openbare geestelijke gezondheidszorg en verslavingsbeleid (MO)’. Na de herverdeling van deze middelen (tot en met 2009 waren dit 3 afzonderlijke rijksbijdragen) per 1 januari 2010 is / wordt deze niet meer als een afzonderlijke rijksbijdrage maar als DU uitkering verstrekt. Voor 2011 bedraagt de uitkering € 2,6 mln. Ook deze uitkering is onderhevig aan een voor onze gemeente negatief uitvallende herverdeling. De nadelen hiervan zijn in de begroting 2011 en de meerjarenraming t/m 2014 verwerkt; • DU uitkering ‘Vrouwenopvang’ ad € 0,8 mln. Tot en met 2010 is dit een reguliere specifieke uitkering. Het jaar 2011 is een ‘tussenjaar’ in die zin dat het de bedoeling is de landelijk beschikbare middelen met ingang van 2012 in de algemene uitkering te integreren. Voor 2011 wordt de DU uitkering onder dezelfde voorwaarden als de voormalige specifieke uitkering verstrekt. Behoedzaamheidreserve 2011 -2014 Omdat er voor de uitkeringsjaren 2009, 2010 en 2011 geen nacalculatie meer plaatsvindt, is ook voor het jaar 2011 geen sprake van een behoedzaamheidsreserve (BRES). In de meerjarenraming hebben wij daarmee echter op grond van de bestendige gedragslijn wel weer rekening gehouden. Hierbij de kanttekening dat elk kabinet in het jaar van aantreden de bestaande normeringsafspraken evalueert en opnieuw besluit over de wijze van normering van het gemeentefonds. Naar verwachting zullen de gemeenten hierover tegelijk met de informatie over de bezuinigingen worden geïnformeerd. Ontwikkeling 2012-2015 Zoals boven omschreven is het accres voor 2011 vastgezet en zijn de accressen voor 2012 en volgende jaren op p.m. (rekenkundig: ‘0’) gezet.
4.3. Dividenden Het overzicht van de deelnemingen met daarachter de geboekte dividenden in de jaarrekening 2009, de raming in de begroting 2010 en de raming in de begroting 2011 ziet er als volgt uit: Omschrijving Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) Vitens Totaal
Dividend in rekening 2009 171.733 254.933 426.666
Raming 2010 172.000 251.000 423.000
Raming 2011 240.000 251.000 491.000
Tabel 4.3.1 Ontwikkeling dividend
De raming voor het dividend van het waterleidingbedrijf Vitens is ongewijzigd gebleven. Het dividend van de BNG zal in de rekening 2010 uitkomen op € 301.000 (dit betreft het dividend over het boekjaar 2009, zie de N.B. hieronder), dus € 129.000 hoger dan de raming in de oorspronkelijke begroting. De raming voor het dividend van de BNG voor 2011 is bij de zomernota 2010 met € 68.000 verhoogd. In verband met de economische omstandigheden is er bij de raming vanuit gegaan dat het dividend over het boekjaar 2010 lager zal uitkomen dan het dividend over het boekjaar 2009. N.B. Volgens de bestendige gedragslijn worden dividenden over enig jaar verantwoord in het daaropvolgende jaar. De dividenden in de rekening 2009 hebben dus betrekking op de in 2009 ontvangen dividenden over het jaar 2008.
4.4. Saldo van de Financieringsfunctie Dit onderdeel bestaat diverse subonderdelen. Deze worden nader beschreven in § 5.4. Financiering.
222
4.5. Overige algemene dekkingsmiddelen Onder de overige algemene dekkingsmiddelen zijn onder andere opgenomen de lasten van de inning en invordering van de gemeentelijke belastingen en de uitvoering van de Wet WOZ. Daarnaast zijn hierin opgenomen de saldi van de kostenplaatsen van de diensten. Ook vallen hieronder stelposten met nog naar de diensten te verdelen mutaties, loon- en prijsstijgingen in de periode 2012-2015, de kapitaallasten 2012-2015 van het investeringsprogramma 2011-2014, en de vrijval van kapitaallasten in de jaren 2012-2015 van reeds geactiveerde investeringen.
4.6. Onvoorzien Jaarlijks wordt in de begroting een post (begroting 2011: € 134.000) voor onvoorziene lasten opgenomen. Dit maakt het mogelijk om in het begrotingsjaar onvoorziene (dus niet begrote) uitgaven, die onontkoombaar en onuitstelbaar zijn (de 3 o’s), op te vangen. Als deze uitgaven structureel zijn, dienen ze uiteraard in de volgende begroting structureel te worden gedekt. De post onvoorzien maakt onderdeel uit van de weerstandscapaciteit. In § 5.2 Weerstandsvermogen en risico’s kunt u desgewenst meer lezen over de relatie tussen risico’s en weerstandscapaciteit.
4.7. Algemene reserve gebonden Om (inclusief de grondexploitatie) een sluitende begroting aan u te kunnen overleggen wordt eenmalig in 2011 – bij wijze van uitzondering – de algemene reserve gebonden ingezet voor een bedrag van € 1.518.000. Naast de reeds geïnventariseerde bezuinigingen in de eerste ronde (in 2011 € 3,9 oplopend tot € 5,4 in 2015) is het namelijk niet mogelijk op korte termijn nog eens een bedrag van € 1,5 mln extra te bezuinigen, te meer omdat wij in een zeer laat stadium van het begrotingsproces met forse lastenverzwaringen werden geconfronteerd, Ons streven is gericht op een structureel sluitende meerjarenbegroting. Hierbij zullen fundamentele keuzes onvermijdelijk zijn. Naast zorgvuldigheid is tijd hierbij een belangrijke factor. In het kader van het provinciaal toezicht is in beginsel iedere aanwending van de algemene reserve een incidentele bate. Dit kan leiden tot het provinciaal oordeel dat de begroting materieel niet in evenwicht is. Onder voorwaarden is het echter toegestaan middelen uit de algemene reserve in te zetten ter verlichting van de exploitatie. Het gaat dan om het deel van de algemene reserve dat geen deel uitmaakt van de weerstandscapaciteit die noodzakelijk is in verband met de bij de gemeente aanwezige risico’s (in Hilversum is dit de reserve gebonden; de reserve voor de weerstandscapaciteit is de reserve ongebonden). Inzet van deze middelen is mogelijk voor een periode die in principe gelijk is aan de termijn van de meerjarenraming (is maximaal 4 jaar). Daarbij mag er geen sprake zijn van een opschuivend financieel perspectief. Met andere woorden de ingezette middelen moeten worden afgebouwd, zodat aan het einde van de periode structurele middelen zijn gevonden om de wegvallende inzet te compenseren. Omdat wij maar één jaar – bij wijze van overbrugging – een beroep doen op de algemene reserve gebonden, is deze maximalisering voor 4 jaar in Hilversum niet van toepassing.
223
224
5 Paragrafen
226
5. PARAGRAFEN Artikel 7 van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) bepaalt dat in de beleidsbegroting paragrafen moeten worden opgenomen. Doel van de paragrafen is dat onderwerpen die versnipperd in de begroting staan worden gebundeld, waardoor uw raad beter overzicht in deze onderwerpen krijgt. De paragrafen geven derhalve een dwarsdoorsnede van de begroting en zijn daarmee een belangrijke aanvulling op de informatie over de (meerjarige) financiële positie. In de paragrafen worden onderwerpen behandeld die van belang zijn voor het inzicht in de financiële positie van de gemeente Hilversum. De paragrafen bevatten beleidsuitgangspunten van beheersmatige activiteiten en vallen daarom onder de beleidsbegroting. Ingevolge het BBV zijn de volgende 7 verplicht voorgeschreven paragrafen opgenomen: 5.1. Lokale heffingen. 5.2. Weerstandsvermogen en risico’s. 5.3. Onderhoud kapitaalgoederen. 5.4. Financiering. 5.5. Bedrijfsvoering. 5.6. Verbonden partijen. 5.7. Grondbeleid.
227
228
5.1. Lokale heffingen 5.1.1. Inleiding De paragraaf lokale heffingen heeft betrekking op zowel de heffingen waarvan de besteding is gebonden (zoals afvalstoffenheffing en rioolrechten) als waarvan de besteding ongebonden is (onroerende-zaakbelastingen (OZB), precario- en hondenbelasting). In deze paragraaf wordt achtereenvolgens ingegaan op: 5.1.2 overzicht inkomsten uit lokale heffingen en het beleid; 5.1.3 Nieuwe ontwikkelingen: invoering van de BIZ heffing; 5.1.4 overzicht van de lokale lastendruk over de periode 2008-2011; 5.1.5 kwijtscheldingsbeleid; 5.1.6 landelijke woonlastenvergelijking.
5.1.2. Overzicht inkomsten uit lokale heffingen en het beleid jaarstukken 2008 Niet gebonden: Onroerende-zaakbelastingen Hondenbelasting Precariobelasting Gebonden: Rioolrechten Afvalstoffenheffing Marktgelden Graf- en begraafrechten Opbrengsten parkeervoorzieningen + garages Opbrengsten fiscale parkeerheffingen Leges bouwvergunningen c.a. Leges burgerlijke stand (incl. huwelijken/partnerschap) Leges rijbewijzen / paspoorten / identiteitskrt. Leges gemeentelijke basisregistratie Overige leges en heffingen Totaal:
jaarstukken 2009
programma programma begroting begroting 2010 2011
2012
meerjarenraming 2013 2014
2015
14.318 325 297
15.101 436 324
15.541 430 337
15.915 436 312
16.129 436 312
16.343 436 312
16.473 436 312
16.603 436 312
7.849 8.034 216 855 3.260 1.129 1.316 169 1.165 192 193 39.317
7.982 6.698 208 923 3.233 1.243 1.767 104 1.235 249 129 39.632
8.131 7.283 224 1.135 3.395 950 1.382 153 1.032 195 142 40.330
8.290 8.730 224 1.198 3.405 1.175 2.070 170 1.032 209 173 43.339
8.290 8.730 224 1.244 3.405 1.175 2.070 170 982 209 173 43.549
8.290 8.730 224 1.244 3.580 1.175 2.070 170 932 209 173 43.888
8.290 8.730 224 1.244 3.580 1.175 2.070 170 932 209 173 44.018
8.290 8.730 224 1.244 3.580 1.175 2.070 170 832 209 173 44.048
Tabel 5.1.1 Overzicht inkomsten uit belastingen, tarieven en leges
Toelichting: Onroerend zaakbelastingen Voor 2011 is een stijgingspercentage gehanteerd van 1,5 % voor het tarief woningen en 3 % voor de niet – woningen (zie paragraaf 5.1.2). Deze stijgingen leiden voor het jaar 2011 tot de volgende tarieven:
Woning Eigenaar Niet-woning Eigenaar Niet-woning Gebruiker
Tarief 2010 0,0766% 0,1422% 0,1140%
Tarief 2011 0,0808% 0,1495% 0,1198%
Verhoging aanslag 2011 t.o.v. 2010 bij een gemiddelde waarde van € 272.000 + € 11,42 + € 19,86 + € 15,78
Hondenbelasting Voor het jaar 2011 is rekening gehouden met een inflatoire stijging van 1,5 %.
229
Precariobelasting Voor het jaar 2011 is rekening gehouden met een inflatoire stijging van 1,5 %. Rioolheffing Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de riolering. De kosten hiervan worden in de gemeente Hilversum doorberekend via een rioolheffing (tot 1januari 2010 rioolrecht). Tot 1 januari 2010 mocht de opbrengst hiervan enkel worden benut voor het beheren en in stand houden van het rioolstelsel. Hierdoor konden in principe alleen de activiteiten die afzonderlijke belastingplichtigen ten goede komen uit de opbrengst worden bekostigd. Het gemeentelijk waterbeheer omvat echter steeds meer werkzaamheden die niet aan individuele belangen zijn toe te rekenen, zoals het afvoeren van regenwater en het grondwaterbeheer. Daarom is het bestaande rioolrecht met ingang van 2010 omgezet in een rioolheffing. Dit is een bestemmingsheffing waaruit het volledige gemeentelijke waterbeleid mag worden bekostigd. De eis dat de begrote opbrengst de begrote kosten niet overschrijdt blijft bestaan, maar er mogen nu meer kosten uit de heffing worden gedekt. De voorzieningen waarvan de kosten kunnen worden verhaald, sluiten aan bij de maatregelen die de gemeente Hilversum in het kader van het gemeentelijke rioleringsplan (GRP) neemt. De basis voor het tarief 2011 is het (geactualiseerde) GRP 2009-2014 inclusief (met ingang van 2011) de doorberekening van kwijtscheldingslasten in het tarief van de rioolheffing. Voor het jaar 2011 is het uitgangspunt dat het tarief 100% kostendekkend dient te zijn. Dit betekent dat het tarief ten opzichte van 2010 stijgt met 0,78 % en uitkomt op € 202,56. Afvalstoffenheffing Het inzamelen van het afval wordt uitgevoerd door de gewestelijke afvalstoffendienst (GAD), die de kosten in rekening brengt bij de deelnemende gemeenten. De jaarrekening 2009 van de GAD sloot af met een voordeel. Het Hilversumse aandeel in dit voordeel bedraagt € 683.000. Rekening houdend met deze € 683.000 komt de egalisatiereserve afvalstoffen per 1 januari 2011 uit op € 457.000. Dit bedrag kan verrekend worden in het tarief. De afvalstoffenheffing is een kostendekkend tarief. Variabelen die van invloed zijn op dit tarief zijn de kosten (met name de kosten van de GAD), het aantal belastingplichtigen, de mate waarin gebruik gemaakt wordt van de egalisatiereserve afvalstoffen en (met ingang van 2011) de doorberekening van kwijtscheldingslasten in de tarieven van de afvalstoffenheffing. Om het tarief kostendekkend te houden stellen we de gemeenteraad voor om de tarieven voor de afvalstoffenheffing 2011 ten opzichte van 2010 in totaal met 21 %(afgerond) te verhogen. De tarieven voor 1-, 2- en meerpersoons-huishouden bedragen dan respectievelijk € 175,20, € 233,16 en € 290,52. Marktgelden Voor het jaar 2011 is rekening gehouden met een inflatoire stijging van 1,5 %. Graf- en begraafrechten Ter voorkoming van extreme tariefstijgingen is destijds besloten voor de jaren 2010 tot en met 2012 de tarieven jaarlijks geleidelijk (boveninflatoir) te verhogen. Op grond hiervan wordt voorgesteld de tarieven ten opzichte van 2010 te laten stijgen 5,6 % (inclusief inflatie). Door afrondingen kan dit per tariefonderdeel enigszins afwijken. Parkeergelden:
Bij het besluit parkeerbeheer in 1995 is vastgesteld dat de tarieven voor het fiscaal parkeren, met circa 5% per jaar dienen te stijgen. Dit is praktisch vertaald in circa 10% per twee jaar. Overeenkomstig deze regeling zijn de parkeertarieven per 1 januari 2011 met circa 10% verhoogd ten opzichte van 2010. De tarieven voor de vergunningen in de Buitenschil Bloemenkwartier Noord zullen in afwijking van bovenstaande, als proef, twee jaar niet verhoogd worden. 230
Overige leges en heffingen Op basis van het bestaande beleid zullen deze heffingen ook in de hierna volgende jaren zoveel mogelijk kostendekkend worden gehouden c.q. minimaal met het inflatiepercentage worden verhoogd. Met ingang van 1 oktober 2010 zal de Wabo (Wet algemene bepalingen omgevingsrecht) in werking treden. Dit heeft tot gevolg dat vanaf 1 oktober 2010 een aanvrager maar één (bouw)aanvraag voor zijn project hoeft in te dienen. Deze aanvraag wordt door één bevoegd gezag beoordeeld en doorloopt één procedure. Voor de diensten, die in het kader van de Wabo worden verricht, worden conform het VNG model leges geheven.
5.1.3. Nieuwe ontwikkelingen: invoering BIZ-heffing (bedrijven investeringszones) Algemeen: In december 2008 heeft de Tweede Kamer het wetsontwerp “BGV-zones” aangenomen, waarmee een experimentenwet is vastgesteld. In dit wetsontwerp, waarvan de naam gewijzigd is in BIZ (BedrijvenInvesteringsZones) wordt de mogelijkheid gecreëerd om binnen een bepaald gebied in de gemeente een belasting in te voeren. De experimentenwet gaat lopen tot 1 juli 2015 en vóór die datum vindt er een evaluatie plaats. Op grond van bovenstaande wet kunnen de kosten, ter bevordering van de leefbaarheid, veiligheid e.d., binnen een bepaald gebied worden verhaald op de eigenaren of gebruikers van de bedrijfspanden binnen dat gebied. In de wet is een aantal waarborgen opgenomen. Zo moet de gemeente na het besluit tot invoering nagaan of de heffing op voldoende steun van eigenaren kan rekenen voordat deze in werking treedt. Van voldoende steun is sprake als tenminste de helft van de eigenaren heeft deelgenomen aan een schriftelijke stemming en tenminste tweederde van de stemmers voorstemt. Bij de ondersteuning van het ondernemersinitiatief speelt de gemeente dus een belangrijke rol: de gemeente kan op initiatief van ondernemers overgaan tot het instellen van een BIZ. De Experimentenwet BI-zones verplicht de gemeente hierbij tot het vaststellen van een verordening die de heffing van de BIZ – bijdrage en de wijze waarop de bijdrage in de vorm van een subsidie wordt uitgekeerd regelt. BIZ in Hilversum: De winkeliersvereniging van Gijsbrecht van Amstelstraat heeft de gemeente Hilversum gevraagd om het invoeren van een BI-zone in haar gebied met ingang 1 januari 2010. Na een draagvlakmeting, waarbij de benodigde meerderheid voor heeft gestemd, is de BIZ-heffing ingevoerd. De belasting van € 375 per pand wordt vanaf 2010, gedurende een periode van vijf jaren, geheven van de gebruikers en in geval van leegstand van de eigenaar. De totale opbrengst per jaar wordt geraamd op circa € 46.000. Omdat deze opbrengst als subsidie wordt verstrekt aan de Stichting Ondernemersfonds Gijsbrecht, is hiermee in de tabel 5.1.1 geen rekening gehouden. Andere ondernemersverenigingen, zoals de binnenstad en bedrijventerrein Havenkwartier volgen dit proces en willen wellicht in 2011 ook een BI-zone aanvragen.
231
5.1.4. Overzicht van de lokale lastendruk over de periode 2008 t/m 2011 In de navolgende tabel is weergegeven hoe de lokale lastendruk zich in de periode 2008 tot en met 2011 ontwikkelt: 2008 OZB bij een (gemiddelde) waarde van woningen van: - Eigenarendeel - Gebruikersdeel
2009
2010
2011
275.000 207,90 -
282.500 214,77 -
283.438 217,11 -
272.667 220,32
Rioolrecht
194,64
201,00
201,00
202,56
Afvalstoffenheffing, meerpersoonshuishouden
268,92
226,56
239,76
290,52
Totaal Procentuele stijging (+) of daling (-) t.o.v. voorgaand jaar: voor eigenaar én gebruiker van woningen Procentuele stijging (+) of daling (-) t.o.v. voorgaand jaar: voor huurders van woningen
671,46
642,33
657,87
713,40
-4,34%
2,42%
8,43%
-7,77%
3,09%
11,87%
Tabel 5.1.2 Overzicht van de lokale lastendruk
5.1.5. Kwijtscheldingsbeleid Bij de kwijtschelding wordt uitgegaan van een normbedrag van 100% van de bijstandsuitkering. Men komt in aanmerking voor gehele kwijtschelding als de betalingscapaciteit nihil is. De inkomsten (loon, uitkering, studiefinanciering, heffingskorting, enz.) worden verminderd met een aantal (deels genormeerde) uitgaven. Als het resultaat daarvan nihil of negatief is, dan krijgt men kwijtschelding. Kwijtschelding kan worden gevraagd van de volgende heffingen: • rioolheffing; • afvalstoffenheffing; • hondenbelasting 1e hond; • jaarlijks onderhoudsrecht graven; • Zuiverings-/verontreinigingsheffing en watersysteemheffing ingezetenen van Waternet Tot en met 2010 wordt de kwijtschelding betaald uit de algemene middelen. Wij stellen voor de kwijtscheldingslasten voor de afvalstoffen- en rioolheffing met ingang van 2011 te dekken uit de tarieven. Daardoor drukt de kwijtschelding niet meer op de algemene middelen maar wordt preventief gevoegd in de tarieven.
232
Aantal kwijtscheldingsverzoeken - geheel toegekend - gedeeltelijk toegekend - afgewezen -in behandeling % verzoeken afgehandeld < 6 maanden totaalbedrag kwijtschelding aantal beroepschriften % ongegrond beroepschriften % beroepschriften < 8 weken afgehandeld
rekening 2009 3.055 2.284 167 526 78
begroting 2010 2.750 2.000 100 650
begroting 2011 2.750 2.000 100 650
91 % 850.580
80% 864.000
100% 840.000
105 57% 100%
60 85% 100%
60 85% 100%
Tabel 5.1.3 Overzicht kwijtschelding
In het verleden is in een convenant met Waternet te Amsterdam vastgelegd dat de gemeente Hilversum tevens de kwijtscheldingsverzoeken voor aanslagen die het Waternet oplegt (zuiverings/verontreinigingsheffing en watersysteemheffing ingezetenen) behandelt. Hierin is vastgelegd dat voor aanslagen die Waternet oplegt kwijtschelding kan/moet worden aangevraagd op één formulier van de gemeente Hilversum. Dit verzoek wordt door de afdeling Belastingen van de gemeente Hilversum afgehandeld. Met ingang van 1 januari 2005 functioneert een systeem van geautomatiseerde (meerjarige) kwijtschelding. Dit betekent dat sommige burgers gedurende een periode van twee jaren geen kwijtscheldingsformulieren meer hoeven in te vullen en automatisch kwijtschelding van gemeentelijke belastingen en van het Waternet kunnen krijgen. Dit betreft 65-plussers met AOW en bijstands-gerechtigden, die bovendien verder geen inkomen of vermogen hebben. Een nieuwe ontwikkeling is dat de gemeente via het Inlichtingenbureau iemand kan laten toetsen of deze voor automatische kwijtschelding in aanmerking komt. Het inlichtingenbureau is een landelijke voorziening, in samenwerking met de Rijksbelastingdienst, waar (inkomens)gegevens van aanvragers met elkaar vergeleken kunnen worden. Hierdoor hoeven een heleboel gegevens niet meer door de aanvrager aangeleverd te worden. In de loop van het 3e kwartaal van 2010 zal, ter toetsing, aan het Inlichtingenbureau door de gemeente Hilversum een bestand aangeleverd worden. De resultaten hiervan worden door de afdeling Belastingen geëvalueerd waarna besloten wordt of dit een meerwaarde biedt ten opzichte van de huidige werkwijze.
5.1.6. Landelijke woonlastenvergelijking Het Coelo (Centrum voor onderzoek van de economie van de lagere overheden) van de rijksuniversiteit van Groningen vergelijkt onder meer de lokale lasten. Het Coelo brengt hierover jaarlijks twee onderzoeksrapporten uit, te weten: 1. het belastingoverzicht van de 37 grootste gemeenten in Nederland; 2. de Atlas van lokale lasten met daarin informatie over alle gemeenten in Nederland. Uit het Coelo rapport van 2010 blijkt dat Hilversum een relatief laag OZB-tarief voor eigenaren van woningen van 0,0766% heeft. De gemeente Koggenland hanteert het laagste tarief van 0,0328% en de gemeente Appingedam het hoogste tarief van 0,1811%. De OZB-tarieven voor de niet-woningen zijn voor de eigenaar 0,1422% en voor de gebruiker 0,1140%. Hilversum heeft daarmee één van de laagste tarieven voor eigenaren van niet-woningen. Positief punt is dat de gemeente Hilversum in de afgelopen jaren gedaald is in de rangorde van duurste gemeenten. Het enige minpunt in het Coelo rapport is dat Hilversum van de 37 grootste gemeenten het één na hoogste tarief voor het rioolrecht heeft (€ 201,--) en hiermee in de top drie van de hoogste rioolrechten staat. 233
Het overzicht van de gemeenten (nummer 1 heeft de laagste woonlasten) met daarin opgenomen de positie van Hilversum, ziet er als volgt uit: Omschrijving
2007 rangorde bedrag
2008 rangorde bedrag
2009 rangorde bedrag
2010 rangorde bedrag
Belastingoverzicht van de grootste 36 / 37 gemeenten: * Gemeente met de laagste lasten * Gemiddelde van alle 36 / 37gemeenten * Gemeente met de hoogste lasten
1 19 37
483 610 709
1 18 36
493 610 752
1 13 36
474 597 704
1 19 37
479 618 698
Gemeente Hilversum
35
671
31
677
18
609
32
664
Coelo Atlas overzicht van alle gemeenten: * Gemeente met de laagste lasten * Gemiddelde van alle gemeenten * Gemeente met de hoogste lasten
1 237 475
437 627 1.089
1 199 465
455 629 1.121
1 223 447
458 649 1.150
1 223 447
474 671 1.168
Gemeente Hilversum
344
671
307
677
189
597
205
664
Tabel 5.1.4 Coelo overzichten vergelijking gemeenten
De verwachting is dat verschillende gemeenten voor 2011, meer dan in andere jaren hun belastinginstrumentarium tegen het licht zullen houden. Hierdoor zal de ranglijst van het Coelo waarschijnlijk voor veel gemeenten wijzigen. Het is nu dan ook niet te voorspellen hoe deze ranglijst er volgend jaar uit zal zien.
234
5.2. Weerstandsvermogen en risico’s 5.2.1. Inleiding Het weerstandsvermogen bestaat uit de relatie tussen risico’s en weerstandscapaciteit. Voor het beoordelen van het weerstandsvermogen is inzicht nodig in de omvang en achtergronden van de risico’s en de aanwezige weerstandscapaciteit. In deze paragraaf, die is voorgeschreven in de artikelen 11 en 26 van het BBV worden risico’s gesignaleerd die de financiële positie in 2011 en volgende jaren kunnen bedreigen. Het beleidskader, tegen de achtergrond waarvan deze paragraaf is vastgesteld, bestaat uit de door de raad vastgestelde nota's 'reserves & voorzieningen' en 'risicomanagement & weerstandsvermogen'. In aansluiting op die laatste nota zijn in 2008 risicoprofielen voor de gemeentelijke diensten opgesteld die een jaaronafhankelijke onderbouwing geven van de wenselijke hoogte van de algemene reserve ongebonden. Op 3 februari 2010 heeft in de rekeningencommissie een bespreking plaatsgevonden over het bovengenoemde instrumentarium (beleidskader en risicoparagraaf) op het gebied van risico ´s en weerstand. Naar aanleiding hiervan adviseert de rekeningencommissie de raad dit instrumentarium nader te bezien. In deze paragraaf is vooruitlopend op de behandeling van dit advies reeds overgegaan tot de door de commissie gewenste kwantificering van de gesignaleerde risico´s als onderbouwing van de hoogte van de algemene reserve.
5.2.2. Beleid omtrent risico's en weerstandscapaciteit Zoals vermeld in de nota 'risicomanagement & weerstandsvermogen' is het doel van het beleid omtrent risico's en weerstandscapaciteit ervoor te zorgen dat niet elke tegenvaller invloed heeft op de voortzetting van taken op het geldende niveau. Aangezien tegenvallers zich manifesteren in hogere lasten of lagere baten dan waarmee vooraf rekening is gehouden, berust het beleid op twee peilers. Ten eerste wordt er via de inrichting van het begrotingsproces zo goed mogelijk voor gezorgd dat uitgaven die onvermijdelijk op de gemeente afkomen tijdig in de (meerjaren)begroting worden opgenomen. Daartoe worden ieder jaar in het kader van de opstelling van de begroting gemeentebreed autonome ontwikkelingen geïnventariseerd en beoordeeld op (on)vermijdelijkheid. Met algemene kostenontwikkelingen zoals loon- en prijsstijgingen wordt -in relatie tot de verwachte ontwikkeling van de algemene uitkering- in de meerjarenraming rekening gehouden via stelposten. Zo wordt voorkomen dat deze voorzienbare en kwantificeerbare ontwikkelingen leiden tot overschrijdingen van de begroting. In de tweede plaats worden ontwikkelingen die wel voorzien maar nog niet gekwantificeerd kunnen worden (de risico's) in beeld gebracht via het opstellen van de risicoprofielen per dienst en via vermelding in de risicoparagrafen van de begroting en rekening. Doordat de risicoprofielen zijn gebaseerd op een indeling van de gemeentelijke activiteiten naar risicogevoeligheid bieden ze met name zicht op de algemene jaaronafhankelijke risico´s. Daarmee leveren ze een onderbouwing voor de hoogte van de algemene reserve ongebonden die niet te zeer aan fluctuaties onderhevig is. Voorbeelden van activiteiten die in de risicoprofielen zijn meegenomen, zijn de openeindregelingen (m.n. WWB een WMO), de bedrijfsmatige activiteiten (m.n. het parkeren) en de grondexploitaties. In de risicoparagraaf van begroting of rekening worden alleen de bijzondere risico´s die op dat moment spelen vermeld. Dat kan eventueel leiden tot bijstelling van de hoogte van de algemene reserve die is afgeleid uit de risicoprofielen. Risico's kunnen, als ze zich voordoen, leiden tot rekeningstekorten die dan moeten worden opgevangen door de daarvoor aangehouden algemene reserve ongebonden. Door op de hierboven beschreven wijze de kans dat zich onvermijdelijke maar niet begrote uitgaven voordoen, zoveel mogelijk te verkleinen, behoeft de algemene reserve ongebonden niet zo groot te zijn.
5.2.3. Inventarisatie weerstandscapaciteit Volgens de nota ‘risicomanagement & weerstandsvermogen’ worden tot de weerstandscapaciteit van Hilversum gerekend: 235
incidenteel
structureel
reserves a) algemene reserve, ongebonden b) bestemmingsreserves
stille reserves c) winst uit verkoop niet-strategisch bezit d) winsten grondexploitaties
begrotingsruimte e) onvoorzien f) overige ontwikkelingen t.l.v. accres g) behoedzaamheidreserve onbenutte belastingcapaciteit h) onbenutte capaciteit OZB
Van deze weerstandscapaciteit heeft alleen de algemene reserve ongebonden de vooropgezette functie van opvang voor risico’s. De overige onderdelen hebben dat niet, maar kunnen daarvoor in geval van nood wel worden aangesproken als de algemene reserve ongebonden tekortschiet. De omvang van de verschillende onderdelen van de weerstandscapaciteit zoals geraamd in de begroting 2011 is als volgt:
incidenteel
bedragen x € 1.000
reserves a) algemene reserve, ongebonden b) bestemmingsreserves (excl. beklemde)
structureel
bedragen x € 1.000
begrotingsruimte 3.501
e) onvoorzien
1.540
f) overige ontw. t.l.v. accres
134
g) behoedzaamheidreserve
stille reserves
onbenutte belastingcapaciteit
c) winst verkoop nietstrategisch bezit
700
d) winsten grondexploitaties
352
totaal incidenteel
6.093
totaal structureel en incidenteel
h) onbenutte capaciteit OZB
3.479
totaal structureel
3.613
9.706
De in paragraaf 5.2.4 genoemde risico´s leveren bij elkaar opgeteld het volgende beeld op:
De zeven belangrijkste risico´s De overige risico´s totaal
ondergrens 2.164.000
bovengrens 4.763.000
285.000
2.312.000
2.449.000
7.075.000
236
De beschikbare weerstandscapaciteit zoals weergegeven ad € 9,7 mln (incidenteel + structureel) bevindt zich boven de totale bandbreedte.
Hieronder worden de diverse onderdelen van het weerstandsvermogen nader toegelicht. a) Algemene reserve, ongebonden: Deze reserve heeft specifiek de functie van buffer voor het opvangen van risico’s, waarvoor geen maatregelen (verzekeren, voorzieningen treffen, e.d.) kunnen worden getroffen en die derhalve tot uiting komen in het rekeningresultaat van het jaar dat ze zich voordoen. De gewenste hoogte van de reserve voor het opvangen van rekeningstekorten die daardoor kunnen optreden, is in de nota ‘risicomanagement & weerstandsvermogen’ vooralsnog gehandhaafd op € 3,5 mln. In aansluiting op die nota zijn in de loop van 2008 risicoprofielen van de gemeentelijke diensten bepaald, op grond waarvan is geconcludeerd dat er geen aanleiding is tot wijziging van de gewenste hoogte. Derhalve is stand van de reserve per 1 januari 2011 geraamd op € 3,5 mln. Naar aanleiding van het advies van de rekeningencommissie van 3 februari 2010 zijn de in het vervolg van deze paragraaf geïnventariseerde risico´s voorzien van een kwantificering. b) Bestemmingsreserves: Hoewel bestemd voor het doel waarvoor ze zijn ingesteld, vormen bestemmingsreserves -als onderdeel van het eigen vermogen- onbedoeld tóch weerstandscapaciteit die kan worden aangesproken in het geval dat de algemene reserve ongebonden tekort schiet. Dit geldt echter niet voor de beklemde reserves. Dit zijn reserves die zijn bestemd voor de dekking van kapitaallasten (centrale huisvesting/DHI, combinatieschool Hilversumse Meent, Larenseweg, Badhuislaan 10, De Vorstin, brandweerkazerne) cq van de FLO-kosten van het voormalig brandweerpersoneel. De stand van de ´vrije´ bestemmingsreserves per 1 januari 2011 bedraagt circa € 1,5 mln. c) Winst uit verkoop niet-strategisch bezit: De verwachte winsten uit de verkoop van niet-strategisch bezit (en die van de onder d) genoemde grondexploitaties worden niet meegerekend in het saldo van de begroting. Op grond hiervan zijn zowel de winst bij de verkoop van niet-strategisch bezit als de winst op grondexploitaties aan te merken als incidentele weerstandscapaciteit van de gemeente. Bij de jaarrekening komt een en ander tot uitdrukking doordat in de berekening van het gemeentelijk resultaat de gerealiseerde winsten ‘automatisch’ worden gesaldeerd met eventuele tegenvallers als gevolg van opgetreden risico’s. De overwaarde (= het verschil tussen markt- en boekwaarde) op het niet-strategisch bezit wordt verzilverd door de verkoopactie die al enige jaren gaande is. Verwacht wordt dat in 2011 geen verkopen van niet-strategisch bezit plaatsvinden. d) Winsten grondexploitaties: Op grond van de geldende verslaggevingvoorschriften moeten verliezen op grondexploitaties worden afgedekt door een voorziening op het moment dat ze bekend worden en mogen winsten pas genomen worden als ze gerealiseerd zijn. De verwachte winsten uit grondexploitaties, die onderdeel vormen van de weerstandscapaciteit, bedragen volgens de actualisering 2010: € 0,35 mln in 2011, nihil in 2012, € 4,7 mln in 2013 en € 2,4 mln in 2014. e) Onvoorzien: Jaarlijks wordt in de begroting een post (begroting 2011: € 134.000) voor onvoorziene lasten opgenomen. Dit maakt het mogelijk lopende het begrotingsjaar onvoorziene - dus niet begrote uitgaven die onontkoombaar en onuitstelbaar zijn (de 3 o’s) op te vangen. f) Overige ontwikkelingen ten laste van het accres: De stelpost voor overige ontwikkelingen betreft het positieve verschil tussen het verwachte accres van de algemene uitkering enerzijds en de verwachte loon- en prijsstijgingen anderzijds. Vanwege de onzekerheden waarmee de accressen zijn omgeven wordt de overblijvende ruimte op een stelpost gereserveerd en niet als voordeel in de meerjarenbegroting ingeboekt. De stelpost die in de 237
meerjarenraming 2011-2014 voor de jaarschijf 2011 € 1.000.000 bedroeg, is bij de zomernota 2010 volledig ingezet voor dekking van autonome uitgavenstijgingen. De groei van het accres van de algemene uitkering voor 2012 t/m 2015 is, voor zover daar al iets over te zeggen valt, dermate gering dat daaruit geen stelpost overige ontwikkelingen resulteert. g) Behoedzaamheidreserve: Het in het voorjaar tussen rijk en gemeenten voor de jaren 2009, 2010 en 2011 afgesloten bestuurlijk akkoord houdt ook in dat de behoedzaamheidreserve voor die jaren buiten werking is gesteld. De voorheen gebruikelijke raming van met de behoedzaamheidreserve gemoeide weerstandscapaciteit ad € 0,5 mln (€ 1 mln bruto waarvan we de helft tegen raamden) is daarmee in 2011 evenals in 2010 niet meer in de begroting opgenomen. h) Onbenutte capaciteit OZB: De staatssecretaris van binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties heeft in de meicirculaire het normtarief (sinds 2009 uitgedrukt als een percentage van de waarde en niet meer als een bedrag per € 2.500) voor de toelating tot artikel 12 Financiële verhoudingswet gepubliceerd. Het normtarief is een gewogen percentage, te berekenen over de economische waarde van woningen, van nietwoningen eigenaren en van niet-woningen gebruikers, en bedraagt voor 2011: 0,1201%. Het gewogen percentage op basis van de voor 2011 voorgestelde tarieven komt uit op 0,0985926. Onze gemeente zit dus 0,1201% minus 0,0985926% = 0,0215074% onder dit normtarief. Dit verschil vermenigvuldigd met de opgetelde economische waarde voor de drie categorieën (€ 16,2 miljard) geeft een extra OZB ruimte van € 3,5 mln.
5.2.4. Inventarisatie risico’s Onder risico’s verstaan we alle voorzienbare gebeurtenissen met mogelijke financiële gevolgen waarvan niet zeker is dat ze zich daadwerkelijk zullen voordoen en/of wat de omvang van die financiële gevolgen zal zijn als ze zich voordoen. Vanwege deze onzekerheid is met deze gebeurtenissen nog geen rekening gehouden door het opnemen van posten in de meerjarenbegroting of algemene reserve, het vormen van voorzieningen of het afwaarderen van activa. Dit betekent dat als die gebeurtenissen daadwerkelijk optreden de financiële gevolgen zich manifesteren als niet begrote uitgaven (tegenvallers). Als daarbij gelet op de aard en omvang van die gebeurtenissen te verwachten is dat die tegenvallers niet zullen blijven binnen het totaal van min of meer normale over- en onderschrijdingen op de begroting dan komen ze ten laste van de algemene reserve ongebonden. Op basis van de risicogevoeligheid van de diverse door de diensten uitgevoerde activiteiten (bijvoorbeeld open eindregelingen, bedrijfsmatige activiteiten, grondexploitaties,etc) zijn in 2008 risicoprofielen per dienst opgesteld. Geconcludeerd is dat de algemene reserve van € 3,5 mln voldoende is om dit soort tegenvallers op te vangen. Het gaat in deze paragraaf echter om specifieke risico´s die ten tijde van het opstellen van deze begroting 2011 onderkend worden. Vooruitlopend op de behandeling van het advies van de rekeningencommissie dd 3 februari 2010 is reeds over gegaan tot de door de commissie gewenste kwantificering van de gesignaleerde risico´s als onderbouwing van de hoogte van de algemene reserve. Puttend uit de risicoparagrafen van de diensten volgt hierna een beschrijving van de op dit moment bekende belangrijkste risico´s, waarbij de risico´s die te maken hebben met de economische crisis onder die noemer zijn samengevoegd. De overige door de diensten vermelde risico´s van op gemeentelijke schaal gezien geringere importantie krijgen aan het eind van deze paragraaf nog een korte vermelding.
Zeven belangrijke risico´s 1) Economische crisis: grondexploitaties: bandbreedte =1.000.000 – 1.860.000 Als gevolg van de economische crisis is het ook in Hilversum moeilijk in te schatten hoe prijzen zich in de nabije toekomst zullen ontwikkelen. Dit geldt zowel voor de lasten- als voor de batenkant. Bij de Actualisatie grondexploitaties 2010 is hierop geanticipeerd door de lasten met 1% te laten stijgen en de grondprijzen niet inflatoir te corrigeren.
238
Op basis van de verwachtingen van de gehanteerde indexen zijn we bij de berekening van de bandbreedte van dit risico bij de begroting 2011 uitgegaan van de volgende wijzigingen ten opzichte van de Actualisatie grondexploitaties 2010: − 1% extra kostenstijging met een kans van 25% (€ 390.348) (negatieve risico) − 1% opbrengstendaling met een kans van 25% (€ 649.411) (negatieve risico) − 1% opbrengstenstijging met een kans van 25%.(€ 675.117) (positieve risico) De bandbreedte van het risico met betrekking tot de indexering ligt daarmee tussen € 0 en € 360.000. Door uit de risicoscan, zoals opgenomen in de door de Raad op 8 juli 2010 vastgestelde actualisatie grondexploitaties 2010, > de risico´s te elimineren, die naar alle waarschijnlijk in 2010 uit de risicosfeer zullen treden; > de optimalisatievoorstellen (verbetervoorstellen) te elimineren, die naar alle waarschijnlijkheid in 2010 zullen worden gerealiseerd; > en door uit de winsten op toekomstig af te sluiten grondexploitaties de winsten te elimineren, die naar alle waarschijnlijkheid in 2010 zullen worden gerealiseerd; ontstaat een voor de Programmabegroting 2011 best bruikbare risicoscan (zie tabel hieronder). In schema + is last of nadeel - is bate of voordeel
Gezamenlijk risico´s grexen Gezamenlijke kansen grexen Subtotaal Verbetermogelijkheden Totaal risico´s -/- verbetermogelijkheden Winsten toekomstig af te sluiten grexen Benodigd weerstandsvermogen
Actualisatie grexen 2010 m.b.t. 2010 en verder
Waarvan in 2010
Meerjarenraming m.b.t. 2011 en verder
9.900.000 -1.386.533 8.513.467 -1.900.000 6.613.467 -9.301.000 -2.687.533
7.457.500 -540.100 6.917.400 -1.900.000 5.017.400 -2.180.000 2.837.400
2.442.500 -846.433 1.596.067 0 1.596.067 -7.121.000 -5.524.933
In de jaarrekening 2009 hebben wij gerapporteerd dat het negatieve risico over 2010 een bandbreedte heeft van € 3.000.000 tot 5.000.000. Hierbij gingen we ervan uit dat het totale risicobedrag minus de verbetervoorstellen rondom de € 6.000.000 a € 7.000.000 bedroeg en dat deze risico´s zich eerder zouden kunnen voordoen, zij het niet allemaal tegelijk, dan de winsten die we op langere termijn verwachten. De nieuwe raming voor 2011 laat zien dat het totale risicobedrag afgerond € 1.600.000 bedraagt. Ook hier geldt dat er winsten in de toekomst tegenover staan, echter die liggen verder weg dan de geraamde risico´s. Ervan uitgaande dat niet alle gekwantificeerde risico´s (kans maal bedrag) gelijktijdig zullen optreden schatten wij de bandbreedte in op € 1.000.000 a € 1.500.000. 2) economische crisis: opbrengst belastingen leges: bandbreedte risico = 254.000 – 508.000 De economische crisis kan zich ook doen gevoelen bij de heffing van belastingen en leges. Een mogelijke verslechtering van de betalingsmoraal, faillissementen en oninbare vorderingen op onderdelen van de woonlastennota (ozb, hondenbelasting) met 0,5% tot 1% betekent een vermindering van inkomsten met € 83.000 tot € 166.000. Door de verminderde bouwactiviteiten, de impact van vergunningsvrij bouwen in 2011 en tijdige verwerking van de ombuigingen kan de werkelijke opbrengst bouwleges lager uitvallen dan de geraamde € 1.486.000. Dat geldt ook voor de APV-vergunningen (geraamde opbrengst € 11.000. Ingeschat wordt een risico van 10% tot 20% van de geraamde opbrengst, hetgeen een bandbreedte inhoudt van € 149.700 - € 299.400. Door de economische crisis kan er ook een groter beroep worden gedaan op kwijtschelding van gemeentelijke belastingen. Het aantal minima dat hierop een beroep doet wisselt, bovendien stijgen
239
de gemeentelijke heffingen. Als bandbreedte van het risico wordt uitgegaan van een overschrijding van de geraamde kwijtschelding (€ 864.000) met 2,5% (€ 21.600) tot 5% (€ 43.200). 3) economische crisis: Wet Werk en Bijstand: bandbreedte risico = 475.000 – 1.425.000 De Wet Werk en Bijstand is een zogenaamde open einderegeling. Wanneer iemand recht heeft op een uitkering en voor welk bedrag is wettelijk vastgelegd, maar de vergoeding van het rijk daarvoor is op een vast bedrag gebudgetteerd. Juist nu er in deze tijd van economische crisis naar verwachting een groter beroep op uitkeringen wordt gedaan, is budgetoverschrijding een reële dreiging. Deze overschrijding is gemaximaliseerd tot 7,5% van het vastgestelde rijksbudget van € 19 mln voor de gemeente Hilversum., ofwel € 1.425.000. Als ondergrens is 1/3 van de dit bedrag opgenomen. Door de stijging van het aantal uitkeringsgerechtigden door de economische crisis onstaat er ook een hogere werkdruk bij het personeel van de afdeling sociale zaken. Bij een verdere stijging van het aantal bijstandsuitkeringen zullen mogelijk aanvullende personele voorzieningen moeten worden getroffen. 4) economische crisis: minimabeleid: bandbreedte risico = 150.000 – 250.000 In het collegeprogramma 2010-2014 geeft het college expliciet aan, dat zij vinden dat ze de morele plicht hebben om goed te zorgen voor de inwoners van Hilversum die zijn aangewezen op de Wet Werk en Bijstand. Daarom wil het college het bestaande beleid met betrekking tot de bijzondere bijstand niet aanpassen. Doordat de populatie, die gebruik zal maken van Bijzondere Bijstand, door de crisis naar verwachting toe zal nemen, is er een risico dat wij hier een stijging van kosten zullen hebben op het moment dat we het beleid niet aanpassen. Naar schatting ligt dit risico tussen de € 150.000 en € 250.000. 5) Economische crisis: algemene uitkering uit het gemeentefonds: bandbreedte = geen In verband met de kredietcrisis staan de overheidsuitgaven de komende jaren onder druk. Dit heeft ingrijpende gevolgen voor de algemene uitkering uit het gemeentefonds. Hierdoor bedraagt het accres voor 2011 slechts 0,48% (op basis van een afgesloten bestuursakkoord tussen het rijk en de gemeenten over de jaren 2009, 2010 en 2011). De accressen vanaf 2012 zijn op p.m. gezet. Rekenkundig is dit in onze meerjarenraming vertaald als nul. De fondsbeheerders hebben bewust voor p.m. gekozen en niet voor 0 omdat men niet op voorhand niet wilde uitsluiten dat de accressen negatief worden. Na het aantreden van het nieuwe kabinet zal bekend worden welke omvang de bezuinigingen voor het gemeentefonds zal hebben. Hierop is geanticipeerd door een bezuinigingstraject in te zetten met een totale structurele taakstelling van € 2,5 mln in 2012 oplopend tot € 7,5 mln in 2014. Deze taakstelling is nog verhoogd tot structureel € 10 mln om keuzemogelijkheden te hebben. Of deze taakstellingen voldoende zijn voor de dreigende lagere accressen , blijft vooralsnog onzeker. Hierbij gaat het niet alleen om de totale verlaging van het gemeentefonds maar ook over het tijdpad waarlangs deze verlaging tot stand zal komen. 6) onderhoud en huisvesting schoolgebouwen: bandbreedte = 185.000 – 370.000 De gemeente is verantwoordelijk voor het onderhoud aan de buitenkant van de schoolgebouwen van het primair onderwijs en de financiering van de huisvesting van alle onderwijs binnen de gemeente. Voor het planmatig onderhoud is een meerjarenonderhoudsplan opgesteld en financieel vertaald in een jaarlijkse budget (€ 674.000). Hierin zit geen bedrag voor onvoorziene uitgaven. Bij een percentage van 2,5 tot maximaal 5 voor onvoorzien bedraagt de bandbreedte van het risico € 17.000 tot € 34.000. Voor de huisvesting is een meerjarig onderwijs huisvestingsplan opgesteld, dat jaarlijks wordt geactualiseerd. De jaarschijf 2011 bevat een investeringsbedrag van € 6,7 mln. Bij een volgens bouwkundigen te hanteren percentage van 5% voor onvoorzien/prijsstijgingen, is er sprake van een maximaal risico van € 336.000. Uitgaande van een gemiddelde 2,5% is het verwachte risico € 168.000. 7) Wet Maatschappelijke ondersteuning (WMO): bandbreedte = 100.000 – 350.000 De WMO is nog steeds in ontwikkeling. Sinds de invoering zijn er fasegewijs ook steeds meer 240
regelingen en producten (functies) vanuit de AWBZ overgeheveld. Wat betreft de aanvragen voor individuele voorzieningen op basis van de WMO-verordening loopt de gemeente het grootste risico, omdat deze een open einde kennen. Rekening moet worden gehouden met toename van het volume enerzijds en met bezuinigingen vanuit het rijk op het budget anderzijds. In de juni-circulaire is aangegeven dat het budget voor de WMO voor 2011 met € 1.198.000 wordt gekort. Samen met de al bestaande overschrijding (€ 489.000) op de WMO ) leidt dit tot een bezuinigingstaakstelling van € 1.687.000, die tot een bedrag van € 1.420.000 is ingevuld en verwerkt in de begroting 2011. Het risico hierbij is lastig te kwantificeren, maar wort ingeschat op € 100.000 tot € 350.000.
Overige risico´s Subsidies Stedelijke Vernieuwing (ISV): bandbreedte risico: 0 – 337.000 In het kader van de stedelijke vernieuwing ontvangt de gemeente verschillende subsidies van het rijk en van de provincies. De verlening van subsidies is gekoppeld aan het leveren van bepaalde prestaties (bijvoorbeeld woningbouw). Er zijn twee soorten risico's. Ten eerste als de prestatie niet wordt geleverd vervalt de subsidie. De financiële gevolgen blijven in dat geval beperkt tot de eventueel gemaakte voorbereidingskosten. In het andere geval is het denkbaar dat een deel van de prestaties wel geleverd is, met aanwending van de subsidiegelden, maar dat niet alle prestaties volledig worden gerealiseerd of niet tijdig. Bijvoorbeeld als woningbouw door derden onderdeel van het project is en waar ernstige vertraging optreed. Veelal spelen externe factoren een rol die nauwelijks voor de gemeente beïnvloedbaar zijn. Zowel bij het project poppodium / jongerenhuisvesting als bij het project Larenseweg / woningbouw Lucent is dit risico van vertraging van de woningbouw reëel aanwezig. De kans dat het gehele subsidiebedrag (€ 619.000 voor poppodium respectievelijk € 2.752.000 voor Larenseweg) door de provincie zal worden teruggevorderd wordt echter als klein beschouwd. Het risico kan voorts worden beperkt door de subsidiegever periodiek en tijdig te informeren over de voortgang en te betrekken bij het zoeken naar oplossingen van de stagnatie. Bijvoorbeeld door inschakeling van het provinciale aanjaagteam woningbouw. Uitgaande van een minimaal risico van € 0 en een maximaal risico van € 3.371.000 en een kans van 10% komen wij dan op een bandbreedte van € 0 – € 337.000. Sanering waterbodems: bandbreedte: 0 – 180.000 In het jaar 2007 is het destijds beschikbare budget van € 784.000,- voor het baggeren van de waterbodems niet uitgegeven en vrij gevallen in het rekeningresultaat. De reden voor het niet uitgeven was de onduidelijkheid over een eventuele overdracht van het kanaal aan Waternet. Daaropvolgend zijn bij de zomernota 2008 eveneens de investeringen in de jaarschijven 2006, 2007 en 2010 (respectievelijk € 318.000, € 275.000 en € 318.000) uit het investeringprogramma gehaald. Het overleg met Waternet om het beheer van het kanaal, de haven en de sluis over te dragen, is in 2009 beëindigd, omdat het beleid van Waternet gewijzigd is van inzet op overname tot uiterste terughoudendheid om zaken in beheer of eigendom over te nemen. Momenteel vindt nog een verkenning plaats naar mogelijkheden tot overdracht aan het Plassenschap, maar gezien de financiële situatie van het schap is hun beleid om Hilversum weer in het schap deel te laten nemen meer ingegeven door financiële motieven, dan om het onderhoud van het kanaal over te nemen. Mocht ook dit overleg niets opleveren, dan zullen in de komende jaren weer budgetten aangevraagd worden om het noodzakelijke onderhoud (aan oevers en (onder)waterbodem (baggeren)) uit te kunnen voeren. Uitgaande van een minimaal risico van € 0 en een maximaal risico van € 900.000 en een kans van 20% komen wij dan op een bandbreedte van € 0 tot € 180.000. Gemeentewerf: bandbreedte: 0 – 900.000 De gemeente gebruikt de werf aan de Mussenstraat voor huisvesting van de EMG. In het kader van het project herontwikkeling locatie Mussenstraat wordt onderzoek gedaan naar alternatieven voor huisvesting van de EMG op een andere locatie in Hilversum of op de Mussenstraat. Het maximale risico bedraagt naar schatting € 1.800.000 (opgevoerde wens zomernota 2010). 241
Uitgaande van een minimaal risico van € 0 en een maximaal risico van € 1.800.000 en een kans van 50% komen wij dan op een bandbreedte van € 0 tot € 900.000. Baatbelasting: bandbreedte: 0 - 150.000 Met betrekking tot één nog lopend beroepsschrift tegen de baatbelasting Groest/Kerkstraat is belanghebbende in het gelijk gesteld en heeft de Rechtbank de belastingverordening op 15 december 2009 onverbindend verklaard. Tegen deze uitspraak van de Rechtbank wordt hoger beroep aangetekend. De uitslag daarvan zal naar verwachting nog enkele jaren op zich laten wachten. Indien de gemeente uiteindelijk niet in het gelijk wordt gesteld kan het financiële risico gekwantificeerd worden op circa € 150.000,--. (de totale belastingopbrengst van de baatbelasting Groest/Kerkstraat voor de jaren 2010 en 2011). Personeelskosten - afschatting i.h.k.v. herkeuringen WIA: bandbreedte: 140.000 – 375.000 In het kader van de verscherpte (her)keuringen WIA (voorheen WAO) loopt de gemeente een risico. Onbekend is of er nog (ex-)medewerkers van de gemeente Hilversum daadwerkelijk afgeschat gaan worden en zo ja, tegen welk percentage. Een lager percentage leidt tot extra lasten omdat de gemeente zelf de WW-uitkering/ het wachtgeld betaalt. Gelet op de vele onzekerheden (aantal, leeftijd, inschaling, afschattingspercentage, huidige rechten op wachtgeld of WW, enz.) kunnen de werkelijke kosten aanzienlijk variëren. De grootste kans op afschattingen is geweest op het moment van wetswijziging. Tot nu toe hebben er bij voormalige personeelsleden die in een WAO uitkering terecht zijn gekomen, geen daadwerkelijk afschattingen plaatsgevonden. Maar het risico blijft dus nog steeds bestaan, omdat het UWV herkeuringen uitvoert. De afdeling Personeel & Organisatie heeft berekend dat bij een aantal van zes medewerkers het financiële risico bij benadering kan oplopen tot maximaal zo´n € 2,5 mln. Het minimale risico, uitgaande van één afschatting in de lagere salarisschalen, bedraagt € 280.000 (70% * € 40.000 * 10 jaren). De kans op het maximale risico wordt geraamd op 15% en op het minimale risico 50%. Oefenterrein brandweer: bandbreedte: 70.000 – 70.000 In 2008 is de nieuwbouw van de brandweerkazerne gerealiseerd. Het oefenterrein kon niet in de nabijheid van de nieuwe kazerne gesitueerd worden. Momenteel worden de mogelijkheden onderzocht om op het defensieterrein Crailo te gaan oefenen. Hoewel deze locatie door de brandweer als zeer goed wordt gekwalificeerd, dienen wel voorzieningen te worden aangebracht. In dit kader moet worden gedacht aan kosten voor inrichting van een nieuw oefenterrein (bergruimte, toiletten) en aan extra personeelskosten (i.v.m. de afstand tussen de nieuwe kazerne en het oefenterrein). Een eerste schatting gaat uit van € 70.000 structureel. Dit risico blijft bestaan. Zowel het minimale als het maximale risico bedraagt € 70.000. Gov-United (“Zaken voor Elkaar”) 0-100.000 De financiële begroting van het Werkplan 2010 van het samenwerkingsverband GovUnited is gepresenteerd aan de leden tijdens de Programmaraad op 15 februari 2010. Er was binnen de aanbesteding GU-1 nog een tekort van € 300.000 doordat het streefcijfer van in totaal 900.000 inwoners binnen actieve, afnemende gemeenten op dat moment nog niet bereikt werd. Op dit moment wordt binnen de programmaraad de mogelijkheid onderzocht om de looptijd met een jaar te verlengen, waardoor er meer ruimte ontstaat in de exploitatieopzet. Dit lijkt een reële optie waarover de formele besluitvorming nog wel moet plaatsvinden. Het mogelijke risico voor de aan GovUnited deelnemende gemeenten zou daarmee vooralsnog zijn opgelost (op voorwaarde dat gemeenten hun toezeggingen over afname gestand doen). Gebouwenbeheer: bandbreedte: 50.000 – 100.000 Per 1 april 2010 is het project DHI overgedragen van de dienst Inwoners naar de dienst Bestuur. Bij deze overdracht is nadrukkelijk aan de orde gekomen dat er nog diverse knelpunten liggen voor wat betreft het stadskantoor, waarvoor ten tijde van de overdracht nog geen oplossing voorhanden lag. Eén van de knelpunten betreft de arbeidsomstandigheden. Om deze knelpunten op te lossen zijn maatregelen nodig. Hiervoor zijn echter nog geen budgetten beschikbaar gesteld. Vervolgens zijn er bij de jaarrekening 2009 overschrijdingen geconstateerd in de huisvestingslasten van de gemeentelijke gebouwen. Voornaamste oorzaak is het stadskantoor. Met name de kosten 242
van energie zijn nog moeilijk in te schatten. Immers, deze zijn door de leverancier bij de gemeente in rekening gebracht op basis van voorschotnota’s. Samen met de te ontvangen afrekening(en) 2009) zal medio 2010 duidelijk worden of de ramingen van het energieverbruik van het stadskantoor goed zijns ingeschat. Een en ander zou kunnen leiden tot een structurele verhoging van de exploitatiebudgetten vanaf 2010. Daarnaast zijn vooruitlopend op de gereedkoming van de nieuwbouw al structurele besparingen ingeboekt op diverse exploitatielasten als energie, catering en schoonmaakkosten. Het beeld vanuit de jaarcijfers 2009 rechtvaardigt deze aframingen vooralsnog niet. Een inschatting van het minimale risico bedraagt € 50.000, zijnde 5% van de exploitatielasten (energie/onderhoud/ schoonmaak/catering) van afgerond € 1 mln. Het maximale risico wordt ingeschat op € 100.000. Licentiebeheer: bandbreedte: 25.000 – 100.000 Licentiebeheer is gericht op het verkrijgen en behouden van inzicht van de aanwezige (aantal) en typen (vormen) licenties van gebruikte software en het (daadwerkelijke) gebruik hiervan. De gemeente Hilversum beschikt over ongeveer 300 applicaties. Deze applicaties worden veelal decentraal beheerd door functionele applicatie beheerders (bijvoorbeeld voor het aanmaken van gebruikersaccount). In technische zin beheert de afdeling ICT de applicaties centraal (bijvoorbeeld op correcte werking). In de huidige situatie is licentiebeheer echter nog niet (centraal) ingericht. Hierin schuilt een financieel risico. Controles door de “software politie” BSA (Business Software Alliance) kunnen resulteren in boetes indien Hilversum over onvoldoende licenties beschikt. Momenteel loopt er een Microsoft-scan op het aantal besturingssystemen waarvan wij gebruik maken. In de nazomer worden hiervan de resultaten bekend. Een inschatting van het minimale risico bedraagt € 25.000. Het maximale risico wordt ingeschat op € 100.000.
243
244
5.3. Onderhoud kapitaalgoederen 5.3.1. Inleiding Deze paragraaf gaat conform het Besluit Begroting en Verantwoording over onderhoud. Onder onderhoud vallen die maatregelen waarmee een kapitaalgoed gedurende zijn levensduur op een bepaald kwaliteitsniveau kan worden gehouden. Uitgaven voor onderhoud worden in de begroting opgenomen en / of voor onderhoud wordt via de begroting een onderhoudsvoorziening opgebouwd. Wanneer de levensduur van een (onderdeel van een) kapitaalgoed is beëindigd, het gebruik wijzigt, of toeneemt in intensiteit, wordt het kapitaalgoed vervangen, gerenoveerd of uitgebreid. In die gevallen is er geen sprake van onderhoud, maar van een investering. Hoewel investeringen strikt genomen buiten het onderwerp van deze paragraaf vallen, worden ze -waar relevant - toch genoemd, omdat ze het beeld over de stand van zaken rond kapitaalgoederen completeren. Met het onderhoud van en de investeringen in de kapitaalgoederen wegen, water, openbaar groen, riolering en gebouwen is een substantieel budget gemoeid. Bepalend voor de omvang van die budgetten is het gekozen kwaliteitsniveau en de vertaling daarvan naar de maatregelen die nodig zijn om dat kwaliteitsniveau te realiseren. Per soort kapitaalgoed worden het ambitieniveau, de bijbehorende maatregelen en kosten vastgelegd in een meerjarig programma. De huidige meerjarige programma’s wegen, water en groen hebben hun oorsprong in de artikel 12-periode waarin het inhalen van achterstallig onderhoud, deels door vervanging van afgeschreven kapitaalgoederen, een belangrijke doelstelling was. De achterstalligheid is inmiddels grotendeels ingehaald. De opstelling en periodieke actualisering van het meerjarenprogramma voor de riolering berust op een wettelijke verplichting (Wet Milieubeheer). Het eerste rioleringsplan (GRP) dateert uit 1997. De tweede periode van 5 jaar GRP betreft de jaren 2003-2008. Het huidige GRP beslaat de jaren 2009-2014. Het meerjarenprogramma voor de onderwijshuisvesting vloeit in oorsprong voort uit een inventarisatie uit 2003, die in 2009 opnieuw is geactualiseerd en nu een looptijd heeft tot en met 2015. Voor de overige gemeentelijke gebouwen (raadhuis, kantoorgebouwen en panden met een cultuur-, welzijn, en/of sportbestemming) is in de meeste gevallen een meerjarig onderhoudsplan voorhanden. Het vervolg van deze paragraaf kapitaalgoederen gaat nader in op het actuele beleid ten aanzien van de onderdelen wegen, riolering, water, groen, en gebouwen. Per onderdeel worden de beschikbare uitgavenbudgetten voor onderhoud en investeringen (exclusief apparaatskosten) in beeld gebracht.
5.3.2. Wegen Beleid De in 2001 en 2002 geactualiseerde programma’s onderhoud wegen en inhaal achterstanden openbare verlichting zijn in 2008 opnieuw getoetst bij de uitwerking van het Handboek Beheer Hilversum Buiten (vastgesteld in 2009). In 2010 is in het kader van de bezuinigingen het kwaliteitsniveau van de plus-gebieden in het handboek Beheer Hilversum Buiten terug gebracht naar het basisniveau. Het inhaalprogramma openbare verlichting zal naar verwachting in 2012 worden afgerond. In 2014 start een nieuw vervangingsprogramma voor de armaturen. Het ambitieniveau van het programma onderhoud wegen is gebaseerd op een landelijk gehanteerd normenstelsel voor rationeel wegonderhoud. De investeringen die voortvloeien uit de 245
verkeersplannen Infra en het IBP (Integraal Bereikbaarheid Plan Hilversum e.o.) dragen bij aan het onderhoudsniveau van de Hilversumse infrastructuur. In 2007 is daarnaast een meerjarenprogramma kunstwerken (bruggen en viaducten) opgesteld. Uitvoering onderhoud De meldingen van klachten over het actuele onderhoudsniveau wegen verlopen via het Service Meld Punt (SMP). Door middel van inspecties en met behulp van een geautomatiseerd gegevensbestand kan de besteding van onderhoudsbudgetten bewuster gestuurd worden. Momenteel is er nog een kleine achterstand van ongeveer 5%, voornamelijk in het onderhoud van open verharding (voetpaden), maar dat kan beschouwd worden als een aanvaardbaar percentage. In 2011 is er naast het lopende klein onderhoud op de volgende locaties groot onderhoud gepland: • • • • •
herstel verharding van een hofje in de Hilversumse Meent; herstel verharding in Hilversum-Noord i.c.m. vervangen bomen; herstel verharding in Hilversum-Zuid (o.m. P. Heinstraat/C. Evertsenstraat); onderhoud asfalt Havenkwartier; onderhoud asfalt Kortenhoefsedijk.
Openbare verlichting • vervangen verlichting in een deel van de Hilversumse Meent. Uitvoering investeringen In 2011 zullen op diverse locaties in Hilversum wegen worden vernieuwd. Hierbij is zoveel mogelijk gekozen voor een integrale aanpak door verhardingswerkzaamheden (waaronder IBP en Plan Infra) te combineren met rioleringswerken en projecten in het kader van ISV. Het vervangingsprogramma openbare verlichting is in 2012 afgerond. De volgende wegen zullen worden vernieuwd: • Jan van der Heijdenstraat, i.c.m. GRP en herinrichting ihkv Plan Infra; • Kamerlingh Onnesweg, tussen Oosterengweg en Minckelersstraat, i.c.m. IBP en GRP; • Oosterengweg, tussen Jan van der Heijdenstraat en Oude Amersfoortseweg, icm Infra, GRP en IBP; • Minckelersstraat, tussen Kleine Drift en Jan van der Heijdenstraat; • Heidestraat, icm met GRP; • Fietspad Hilversumse Meentweg (zijde Hilversumse Meent); • voetpaden en parkeervakken in enkele straten in het Schilderskwartier (i.c.m. GRP); • voetpaden en parkeervakken in enkele straten in het Schrijverskwartier (i.c.m. GRP).
Investerings- en onderhoudsbudgetten Wegen Onderhoudslasten Investeringen (inclusief infra)
bedragen x € 1.000
2009 5.034 10.083
2010 5.604 10.438
2011 5.446 17.984
Relevante beleidsnota’s 1. Visie Hilversum Buiten, (2004); 2. Meerjarenprogramma onderhoud kunstwerken (2007); 3. Hilversum Buiten handboek Beheer (2009).
5.3.3. Riolering Beleid Het gemeentelijk rioleringsplan (GRP) bevat de beleidsuitgangspunten voor de exploitatie van het riool en de financiële consequenties daarvan en beslaat steeds een periode van vijf jaar. Het huidige GRP heeft betrekking op de periode 2009-2014. Het opstellen van een rioleringsplan berust op een wettelijke verplichting die is neergelegd in de Wet Milieubeheer.
246
De doelstellingen van het GRP behelzen niet alleen de instandhouding van het rioolstelsel, maar zijn ook gericht op een vermindering van de belasting van het milieu door onder meer de scheiding van vuilwater en hemelwater en het beperken van vuilemissies naar het milieu. Een paar percelen zijn nog niet op de riolering aangesloten. De insteek is om deze percelen op het rioolstelsel van buurgemeenten aan te sluiten. Voor enkele andere percelen is een traject met Waternet (als waterkwaliteitsbeheerder) ingezet om lozingen te beëindigen. De uitvoering van het GRP wordt betaald uit de rioolheffing en belast de begroting niet. Om de exploitatie van de riolering voor de inwoners van Hilversum in de toekomst betaalbaar te houden, is het rioolrecht tot en met 2007 stapsgewijs verhoogd, om een voorziening op te bouwen waarmee op de lange termijn de in het verleden uitgevoerde vervangingsinvesteringen in één keer kunnen worden afgeboekt. Vanaf dat moment zullen de “nieuwe” vervangingsinvesteringen in een jaar direct uit de rioolheffing van dat jaar gedekt worden, in plaats van de kosten ervan over 70 jaar uit te smeren.
Uitvoering onderhoud Het onderhoud van het gemeentelijk rioolstelsel omvat onder meer het reinigen van riolen en kolken, het ontstoppen van riolen en het extra vegen van straten. Ook het opsporen van foutieve aansluitingen op het riool en onjuiste interne koppelingen behoort tot de taken. Het uitvoeringsprogramma om de aangetroffen fouten te herstellen wordt zoveel mogelijk aansluitend aan de resultaten van de inspecties uitgevoerd. In 2011 is er naast dagelijks klein onderhoud onder meer op het volgende onderhoud gepland: • reinigen kolken geheel Hilversum (alle kolken 1à 2 maal per jaar); • reinigen riolering (20% van het areaal, ± 100 km.). Uitvoering investeringen Jaarlijks wordt aan het gemeentebestuur een uitvoeringsprogramma riolering voorgelegd waarin de in dat jaar noodzakelijk uit te voeren maatregelen zijn opgenomen. De hoofdmoot van dit uitvoeringsprogramma betreft de vervanging van afgeschreven rioolbuizen. Hiervoor bestaat weliswaar een afzonderlijke planning, maar de uitvoering van plan Infra en IBP zijn in beginsel leidend. In 2011 zijn onder meer in de volgende straten vervangingsprojecten van de riolering gepland: • Jan van der Heijdenstraat, icm met herinrichting ihkv Plan Infra; • Oosterengweg, tussem de Jan van der Heijdenstraat en de Oude Amersfoortseweg, icm IBP; • Kamerlingh Onnesweg, tussen Oosterengweg en Minckelersstraat, icm Infra, GRP en IBP; • Heidestraat icm Vervangen afgeschreven wegen; • Enkele straten in Villaparken/Trompenberg (relining); • enkele straten in het Schrijverskwartier, icm Vervangen afgeschreven wegen; • enkele straten in het Schilderskwartier, icm Vervangen afgeschreven wegen; • vervangen pompinstallaties van enkele gemalen. Riolering Onderhoudslasten Investeringen Toevoeging voorziening afboeking activa riolen
2009 7.362 3.859 2.835
Relevante beleidsnota’s 1. Gemeentelijk Rioleringsplan 2009-2014.
247
2010 7.663 2.027 2.835
2011 7.338 2.424 2.825
5.3.4. Water Beleid Het baggerprogramma, met als belangrijk aandachtspunt het Hilversums Kanaal, vloeit voort uit de nota ‘achterstallig onderhoud Civieltechnische Werken’ d.d. 19 november 1993. In 1998 is besloten dit programma op een lager niveau uit te voeren (circa € 0,9 mln eens per 4 jaar); Hiervoor waren indertijd een aantal redenen; • • •
De medeverantwoordelijkheid van de provincie en de waterbeheerder; De financiële noodzaak om te bezuinigen; Het temporiseren van de activiteiten zou gezien de omvang van de baggerproblematiek niet onverantwoord zijn.
Bij gelegenheid van de actualisering van de meerjarenonderhoudsprogramma’s in 2001/2002 is besloten de baggercyclus niet te intensiveren. In 2005 heeft de provincie, gezien het zeer beperkte gebruik door vrachtschepen, het vaarwegprofiel van het Hilversums Kanaal naar beneden bijgesteld, waardoor er vrijwel geen nautische noodzaak voor baggeren meer is. In 2011 zal er onderzoek gedaan worden om de stand van zaken wat betreft de baggerproblematiek in kaart te brengen. Het beheer van de bodems van de stadswateren is op orde. Het oeverprogramma is in oorsprong gebaseerd op een inventarisatie van Tauw Civiel en Bouw d.d. 8 februari 1995. Voor beschoeiingen is, gelet op de hiervoor besproken gebruiks- en beheersituatie, eenzelfde cyclus afgesproken als voor het baggeren. De beschoeiingen van de stadswateren zijn met investeringsgelden tot en met 2005 van een nieuwe beschoeiing voorzien. De achterstalligheid zit nog gedeeltelijk in de oeververdediging van het Hilversums Kanaal en in de beschoeiing van het sportpark Loosdrecht, waarvan het beheer in 2007 overgegaan is van de dienst Inwoners naar de dienst Stad. De in het investeringsprogramma 2006 en 2007 opgenomen investeringsbudgetten voor het vervangen van afgeschreven beschoeiingen zijn ingeleverd in verband met de gesprekken over een eventuele overdracht van het Hilversums Kanaal aan Waternet (zie volgende alinea). In de onderhoudsbegroting zijn bedragen opgenomen om kleinschalig onderhoud uit te voeren. In 2011 zal er onderzoek gedaan worden om de stand van zaken wat betreft de kwaliteit van de beschoeiingen van met name het Hilversums Kanaal en het sportpark Loosdrecht in kaart te brengen. Begin 2007 zijn besprekingen met Waternet (de uitvoeringsorganisatie van het Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht) en de provincie Noord-Holland gestart om de mogelijkheden tot overdracht van het Hilversums Kanaal aan Waternet te onderzoeken. In 2008 is een conceptplan van aanpak opgesteld om de overdracht verder uit te werken, maar Waternet heeft inmiddels aangegeven zeer terughoudend te zijn met overnames. Op korte termijn zal er daarom geen overdracht plaatsvinden.
Uitvoering onderhoud (waterbodems en beschoeiingen) Het accent ligt op het opheffen van calamiteiten. De omvang hiervan is niet op voorhand te kwantificeren. In 2011 is er geen structureel onderhoud aan waterbodems en beschoeiingen gepland. Onderzoek zal gedaan worden naar de kwaliteit van de bodem en de beschoeiing van het Hilversums Kanaal en de vijverpartij sportpark Loosdrecht. Uitvoering investeringen (beschoeiingen) Grootschaliger vervanging van beschoeiingen geschiedt via het investeringsprogramma. In 2011 zijn er geen vervangingswerken aan beschoeiingen gepland.
Investerings- en onderhoudsbudgetten
bedragen x € 1.000
Water (baggeren, oevers, sluis) Onderhoudslasten Investeringen
2009 331 136
248
2010 377 285
2011 354 0
Relevante beleidsnota’s 1. Rapport Tauw Civiel en Bouw d.d. 8 februari 1995; 2. ‘Achterstallig onderhoud Civieltechnische Werken’ d.d. 19 november 1993; 3. Rapportage actualisering meerjarig onderhoud water d.d. februari 2002.
5.3.5. Groen Beleid De in 2001 en 2002 geactualiseerde programma’s achterstallig groenonderhoud in de gemeente Hilversum (waarvan de conclusie was dat er van achterstalligheid geen sprake meer was) zijn in 2008 opnieuw getoetst bij de uitwerking van het Handboek Beheer Hilversum Buiten (vastgesteld in 2009). De programma’s omvatten zowel het onderhoud als de herinrichting (investeringen) van het openbaar groen. Aansluiting is gezocht bij de zonering-niveaus van het Handboek Beheer Hilversum Buiten. Op dit moment zijn de budgetten voor groen voldoende voor het onderhoud en noodzakelijke renovatie. Ook het DHV-rapport ‘inventarisatie achterstallig onderhoud bomen Hilversum’ is in 2001/2002 geactualiseerd. Hieruit vloeide dezelfde conclusie voort als ten aanzien van het groenonderhoud, nl. dat de achterstalligheid was opgeheven. Het beleid met betrekking tot bomen is vastgelegd in de Visie Laan- en Straatbomen uit 1989 en in het Handboek Beheer Hilversum Buiten. Het ambitieniveau dat hierbij nagestreefd wordt is een structureel gezond divers bomenbestand. Om dit te bereiken wordt een jaarlijkse VTA inspectie uitgevoerd, waarvan de resultaten worden meegenomen in het programma “ boomverzorging”. Boomverzorging bestaat onder andere uit het rooien van zieke en dode bomen, het planten van bomen, snoeiwerkzaamheden, calamiteiten bij storm en het bij droogte water geven van jonge bomen. Op dit moment zijn de budgetten voor bomen voldoende voor het onderhoud en noodzakelijke renovatie. Begin 2005 is voor de onderhoudstoestand van groen en bomen een nulmeting uitgevoerd in verband met de uitbesteding van dit onderhoud aan SBS/Tomin. In 2009 is op dezelfde wijze als in 2005 gemeten om eventuele significante afwijkingen in het onderhoudsniveau vast te stellen. Over de resultaten van deze metingen zal in de evaluatie SBS 2007-2009, die in het najaar van 2010 gereed is, worden gerapporteerd.
Uitvoering onderhoud In 2011 voert SBS, evenals in voorgaande jaren (vanaf 1-7-2007) de onderhoudswerkzaamheden groen en bomen uit conform het onderhoudsbestek groen. Voor sommige werkzaamheden is een bepaalde frequentie vastgesteld. Andere werkzaamheden worden getoetst op een vooraf overeengekomen beeldkwaliteit. Uitvoering investeringen Bij de uitvoering van investeringen wordt zoveel mogelijk gekozen voor een integrale benadering. Hierbij is het grootonderhoud aan infrastructurele werken (waaronder IBP en Plan Infra) leidend, in combinatie met rioleringswerkzaamheden en projecten in het kader van ISV. Het kan voorkomen dat grotere renovatie werkzaamheden aan groen apart worden uitgevoerd, omdat de levensduur van het groen niet dezelfde is als die van riolen en andere infrastructurele voorzieningen. In 2011 zal het openbaar groen op de volgende locaties worden gerenoveerd: • Omgeving Diependaalselaan ; • Groen aanpassingen in enkele straten in het Schrijverskwartier; • Tjerk Hiddesweg; • Speelplaats Van Linschotenlaan-Jacob van Heemskerkstraat; • Krekelmeent. In 2011 zullen op de volgende locaties bomen worden vervangen: • Heidestraat; • diversen straten zoals Heuvellaan, Vossenstraat.
249
Investerings- en onderhoudsbudgetten
bedragen x € 1.000
Groen en bomen Onderhoudslasten Investeringen
2009 5.068 48
2010 4.765 497
2011 3.853 450
Relevante beleidsnota’s 1. Visie Hilversum Buiten, 2004; 2. Visie Laan- en Straatbomen, 1989; 3. Hilversum Buiten handboek Beheer, 2008.
5.3.6. Gebouwen (kantoorgebouwen, onderwijshuisvesting en overig maatschappelijk vastgoed) Kantoorgebouwen
Beleid De gemeente heeft de volgende gebouwen als kantoor in gebruik: het Raadhuis (Dudokpark 1), het stadskantoor (Oude Enghweg 23) en de twee villa’s aan de Oude Enghweg 21 en Dudokpark 10. De beide villa’s aan de Koninginneweg zijn, c.q. worden verkocht. Voor het raadhuis en het stadskantoor zijn meerjarige onderhoudsplannen opgesteld, de zogenoemde MOP´s. Deze worden periodiek geactualiseerd. Het onderhoudsplan raadhuis is in 2003 ingesteld en wordt in 2010/2011 voor de 2e keer geactualiseerd. Het onderhoudsplan stadskantoor is in 2009 opgesteld en word voor het eerst in 2012 geactualiseerd. Om de kosten van onderhoudsplannen gelijkmatig over de jaren te spreiden zijn voor het Raadhuis en het stadskantoor onderhoudsvoorzieningen ingesteld waaraan jaarlijks een vast bedrag wordt toegevoegd. Hiermee worden enerzijds schommelingen in de exploitatie tegengegaan en kunnen anderzijds de uit het MOP voortvloeiende onderhoudsbedragen rechtstreeks ten laste van de voorziening worden gebracht.
Uitvoering onderhoud Aan de onderhoudsvoorziening wordt in 2011 een bedrag van € 467.000 toegevoegd. In 2011 is onder meer het volgende onderhoud gepland • Onderhoud aan de brandmeldcentrale en de zonwering in het raadhuis; • Kleiner onderhoud, zoals onderhoud aan lichtbronnen. De hiervoor benodigde kosten komen rechtstreeks ten laste van de voorziening en drukken niet op de exploitatie. Zie voor meer informatie de staat van voorzieningen. Uitvoering investeringen Voor 2011 zijn er geen maatregelen in de investeringssfeer gepland. Investerings- en onderhoudsbudgetten
bedragen x € 1.000
Kantoorgebouwen Toevoeging voorziening Investeringen Overig klein onderhoud (direct via exploitatie)
2009 423 0 302
2010 423 0 271
2011 467 0 311
Relevante beleidsnota’s 1. Meerjaren onderhoudsplan Raadhuis: vastgesteld in 2003, geactualiseerd in 2007; 2. Meerjaren onderhoudsplan Stadskantoor: wordt formeel vastgesteld in december 2010.
250
Onderwijsgebouwen
Beleid De gemeente is verantwoordelijk voor onderwijsgebouwen. In december 2003 heeft de gemeenteraad op basis van de Inventarisatie Onderwijshuisvesting 2003 besloten voor de periode 2005-2010 jaarlijks € 5,3 mln te reserveren voor investeringen onderwijshuisvesting. In 2006 is met de scholen een convenant gesloten en is de Inventarisatie Onderwijshuisvesting geactualiseerd. Dit resulteerde in een verlenging van de looptijd met 2 jaar tot 2012 en een uitbreiding met ingang van 2007 van de investeringsbudgetten inclusief jaarlijkse indexering. In 2008 is er € 183.000 van het investeringsbudget afgesplitst voor het vormen van een onderhoudsvoorziening voor klein onderhoud. In het investeringsprogramma 2009 is in de jaarschijven 2009 en 2010 ruimte gereserveerd voor onder andere extra lokalen basisonderwijs, project combinatieschool Hilversum Noord, Klimopschool en het project Laapersveld. Medio 2009 is een geactualiseerd onderwijshuisvestingsplan aan u voorgelegd. Op basis van dit plan is het investeringsbudget ten opzichte van de budgetten 2010 t/m 2012 van het investeringsprogramma 2009 met € 21,3 mln verhoogd. Een bedrag van € 1,95 mln is aan het jaar 2010 toegevoegd voor de 1e fase van de uitbreiding en renovatie van het Comeniuscollege. De resterende € 19,3 mln is onder meer nodig voor de 2e fase uitbreiding en renovatie Comeniuscollege, de nieuwbouw van het St. Aloysiuscollege, nieuwbouw school Anna’s Hoeve en Lieven de Key. Het bedrag is verdeeld over de jaren 2013, 2014 en 2015. Uitvoering onderhoud In 2010 is onder meer het volgende onderhoud gepland: • de Nassauschool, vervangen kozijnen, ramen, deuren en dakbedekking; • de KinderCampus, vervangen kozijnen, ramen, deuren; • en de Mozarthof, dakbedekking en bestrating. Uitvoering investeringen In 2010 zijn onder meer de volgende investeringen gepland (start respectievelijk oplevering): • 1e fase renovatie en uitbreiding Comeniuscollege (start) • Hilversum Noord (oplevering); • de Praktijkschool aan het Laapersveld (oplevering); • de Klimopschool (oplevering).
Investerings- en onderhoudsbudgetten
bedragen x € 1.000
Gebouwen onderwijs Onderhoudslasten Investeringen
2008 283 13.289
2009 229 8.495
2010 266 13.065
Relevante beleidsnota’s: 1. Convenant onderwijshuisvesting Hilversum 2006; 2. Actualisering onderwijshuisvesting 2005-2012; 3. Plan van aanpak 2009 onderwijshuisvesting. Overig maatschappelijk vastgoed
Beleid De gemeente bezit speelgelegenheden en panden voor cultuur-, welzijn, en sportdoeleinden. Het noodzakelijk onderhoud wordt beschreven in een meerjarenonderhoudsplan (MOP) voor de periode 2007-2027 en is erop gericht het maatschappelijk vastgoed in kwalitatief goede staat te houden. Voor de dekking van de kosten is een voorziening ingesteld. Ten tijde van de opstelling van deze begroting wordt het onderhoudsplan geactualiseerd. Uitvoering onderhoud 251
In 2010 is onder meer het volgende onderhoud gepland: • Kunst- en cultuurcentrum Globe (mechanische en natuurlijke ventilatie); • Sportzaal De Meent (buitenschilderwerk); • Reactiveringscentrum ´t Gooi (dakbedekking en verwarmingsinstallatie).
Uitvoering investeringen In 2010 zijn geen investeringen gepland voor overig maatschappelijk vastgoed.
Investerings- en onderhoudsbudgetten
bedragen x € 1.000
Overige panden en speelgelegenheden Onderhoudslasten Investeringen
2008 1.071 0
2009 1.347 0
Relevante beleidsnota’s: 1. Meerjaren onderhoudsplan maatschappelijk vastgoed (2007).
252
2010 1.082 0
5.4. Financiering 5.4.1. Inleiding Naast het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) stelt ook de wet Financiering Decentrale Overheden (wet FIDO), die per 1 januari 2001 in werking is getreden en per 1 januari 2009 voor het laatst is gewijzigd, een financieringsparagraaf verplicht. De financieringsparagraaf in de begroting en rekening is in samenhang met het financieringsstatuut, dat in artikel 212 van de Gemeentewet is voorgeschreven, een belangrijk instrument voor het transparant maken en daarmee voor het sturen, beheersen en controleren van de financieringsfunctie. De verhouding tussen statuut en paragraaf kan daarbij als volgt worden gekenschetst. Het financieringsstatuut geeft regels voor de wijze van dekking van de financieringsbehoefte en regels voor het uitzetten van overtollige middelen (die laatste situatie doet zich in Hilversum niet voor). De hoofduitgangspunten voor het voorzien in de financieringsbehoefte zijn dat de kosten zo laag mogelijk gehouden worden en de risico’s beperkt blijven. In de financieringsparagraaf in begroting en rekening wordt ingegaan op de actuele situatie rond de dekking van de financieringsbehoefte in het betreffende jaar.
5.4.2. Beleid De gemeente hanteert het systeem van integrale financiering. Dit houdt in dat voor de gemeentelijke organisatie als geheel de financieringsbehoefte (= financieringstekort) bepaald wordt; er wordt dus niet voor iedere investering apart geleend. De ontwikkeling van het financieringstekort is afhankelijk van de omvang en het tempo van uitvoering van de investeringsprogramma’s. In Hilversum is sprake van een financieringstekort; de investeringen kunnen niet volledig uit de eigen middelen worden betaald. Er moeten dus financieringsmiddelen van derden worden aangetrokken. Daarbij kan worden gekozen uit financiering met een korte looptijd (< 1 jaar) en financiering met een lange looptijd (> 1 jaar). In de wet Fido is het maximum voor korte schuld gesteld op 8,5% van het uitgaventotaal van een gemeente (= kasgeldlimiet). Is de financieringsbehoefte groter dan deze kasgeldlimiet, dan moet dus langlopende schuld worden aangetrokken. Bij het afsluiten van langlopende leningen wordt de looptijd en het aflossingsritme zodanig gekozen, dat het renterisico onder de daarvoor voorgeschreven norm blijft (zie paragraaf 5.4.4.). Dat betekent dat in het algemeen leningen met een gelijkmatig aflossingsritme de voorkeur verdienen.
5.4.3. Financieringstekort Het financieringstekort is het saldo van de boekwaarde van de vaste activa minus de eigen financieringsmiddelen (reserves en voorzieningen) en de langlopende leningen. Bij de vaste activa zijn de tot en met 2010 geplande investeringen meegenomen op basis van de vastgestelde investeringsprogramma’s. Op 1 januari 2011 komt het financieringstekort uit op € 35 mln. Op 31 december 2011 bedraagt het financieringstekort € 38 mln. De toename van het tekort met € 3 mln wordt uitsluitend veroorzaakt, doordat de aflossing op de langlopende leningen ad € 15 mln hoger is dan de afschrijving op de activa ad € 12 mln.
5.4.4. Omvang korte schuld (leningen < 1 jaar) en renterisico Voor 2011 is de korte schuld gemaximeerd op € 19,0 mln (= de kasgeldlimiet). Dit percentage wordt berekend als 8,5% van de totaallasten van de begroting ad € 224 mln. Met behulp van een liquiditeitsprognose wordt de ontwikkeling van de korte schuld doorlopend bewaakt, om een overschrijding van de kasgeldlimiet te voorkomen en daarmee het renterisico op de korte schuld
253
beperkt te houden. Voor 2011 verwachten wij gemiddeld € 14 mln van het per ultimo 2011 geraamde financieringstekort met kortlopende middelen te financieren.
5.4.5. Omvang vaste schuld (= leningen > 1 jaar) en renterisico Met inachtneming van een in het najaar van 2010 van € 5 mln nog aan te trekken lening zal de vaste schuld per 1 januari 2011 uitkomen op € 148,5 mln. Naar verwachting zal € 20,5 mln van het per ultimo 2011 geraamde financieringstekort worden gefinancierd met langlopende leningen. De boekwaarde van de bestaande leningen is ultimo 2011 € 133,4 mln (zie bijlage 7.3 Staat van langlopende geldleningen). Inclusief het bovengenoemde bedrag van € 20,5 mln van het financieringstekort zal in totaal ultimo 2011 ca.€ 153,9 mln zijn geleend. Voor de beheersing van het renterisico op vaste schuld is een norm ontwikkeld (de renterisiconorm) die is vastgelegd in de wet Fido. Met het renterisico wordt het risico bedoeld dat een gemeente met een hogere rente te maken krijgt in het geval bestaande leningen moeten worden vervangen en/of rente op bestaande leningen wordt herzien. Er is sprake van een groot renterisico als zich in een bepaald jaar een piek voordoet in de herfinanciering van de bestaande langlopende leningen. Dit risico kan beperkt worden door spreiding in de leningenportefeuille (zie ook 5.4.6.). Met behulp van de renterisiconorm uit de wet Fido kan worden berekend welk bedrag aan leningen maximaal geherfinancierd mag worden (inclusief renteherzieningen). Die norm was tot 31 december 2008 20% van de totale vaste schuld, maar is met ingang van 1 januari 2009 gewijzigd in 20% van het uitgaventotaal van een gemeente. Met andere woorden: de renterisiconorm wordt overschreden als een gemeente in een bepaald jaar meer dan 20% van het uitgaventotaal moet herfinancieren (inclusief renteherziening). Voor Hilversum komt de norm voor 2011 en volgende jaren uit op € 44,8 mln (20% x € 224 mln). Het renterisico ligt in de periode 2011 tot en met 2014 rond de € 18 mln. Hilversum blijft dus ca. € 27 mln onder de norm, zoals de berekening hierna laat zien. Berekening renterisico 1 2 3 4 5a 5b
Renteherziening op vaste schuld Te betalen aflossingen Renterisico op vaste schuld (1+2) Renterisiconorm Ruimte onder renterisiconorm (4-3) Overschrijding renterisiconorm
Berekening renterisiconorm Uitgaventotaal jaar T (=begrotingsjaar) 4a Het bij ministeriële regeling vastgestelde percentage 4b Renterisiconorm jaar T (=begrotingsjaar)
2011
2012
2013
2014
3.200.000 15.110.779 18.310.779 44.800.000 26.489.221 -
1.089.073 16.177.446 17.266.519 44.800.000 27.533.481 -
0 17.344.113 17.344.113 44.800.000 27.455.887 -
544.536 17.905.739 18.450.275 44.800.000 26.349.725 -
2011 224.000.000 20% 44.800.000
2012 224.000.000 20% 44.800.000
2013 224.000.000 20% 44.800.000
2014 224.000.000 20% 44.800.000
Tabel 5.1 Berekening renterisico versus renterisico norm
5.4.6. Risicoprofiel leningenportefeuille Het totaalbedrag aan leningen per 1 januari 2011 – inclusief de onder punt 5.4.5 nog aan te trekken lening van € 5 - is geraamd op € 148,5 mln, verdeeld over 37 leningen. Hiervan zijn 34 leningen met een totale boekwaarde van € 141,2 mln verstrekt door de Bank Nederlandse Gemeenten. 3 geldleningen zijn afkomstig van andere geldgevers en hebben een boekwaarde van € 7,3 mln. De rentepercentages variëren tussen de 3,45% en 5,45%. In paragraaf 5.4.5. is aangegeven dat Hilversum ruim binnen de renterisiconorm blijft. Dit komt omdat het aflossingspatroon van de bestaande leningenportefeuille voldoende gespreid is. De onderverdeling van de leningen naar de wijze van aflossing is als volgt:
254
omschrijving soort lening
aantal
looptijd in jaren
lineair aflosbare leningen met renteconversie
3
25
lineair aflosbare leningen met vaste rente
34
10 - 25
totaal 37 Tabel 5.2 Onderverdeling leningen naar wijze van aflossing
boekwaarde per 1-1-2011 in mln.
rentepercentage tussen
5.378.000
3,61 - 5,28
143.087.000
3,45 - 5,45
148.465.000
Aan de hand van deze indeling zijn twee risicoprofielen te onderscheiden: • Het renterisico is het grootst bij de leningen met renteconversie. Bij leningen met een renteconversie heeft een renteherziening betrekking op de totale resterende boekwaarde van de lening, waarbij sprake kan zijn van een negatief of positief risico (al naar gelang de geldende marktrente op het conversiemoment hoger of lager is dan de couponrente). Dit ‘risicovollere’ type leningen is binnen het totaal van de Hilversumse portefeuille van ondergeschikt belang, zowel qua aantal (3) als boekwaarde (3,6% van de totale boekwaarde). • Verreweg het grootste deel van de leningen (34) die 96,4% van de totale boekwaarde vertegenwoordigen heeft een vaste rente en een lineair aflossingspatroon. Bij dit type leningen vindt de aflossing geleidelijk plaats en ontstaat er nooit op één moment een grote herfinancieringsbehoefte; het renterisico is dus beperkt.
5.4.7. Rente Algemeen De rentelasten worden zowel bepaald door de omvang van de schuld als door het rentepeil. Het doen van betrouwbare voorspellingen over de renteontwikkeling voor een komend jaar is eigenlijk niet goed mogelijk; een groot aantal factoren is hierop van invloed, zoals de ontwikkeling van de economische groei en van de inflatie, de verhouding tussen de economische blokken in de wereld (bijvoorbeeld de dollar/eurokoers), de olieprijs en dergelijke. Evenals in 2009 het geval was, wordt de rente in 2010 sterk beïnvloed door de gevolgen van de kredietcrisis. De korte rente is hierdoor nog steeds zeer laag (minder dan 1%). De lange rente – referentie 15 jaar looptijd, met lineaire aflossing – bedroeg per januari 2010 circa 3,9% en bedraagt eind augustus 2010 circa 3,2% en is dus in 2010 met 0,7 %punt verder gedaald. Gevoeligheidsanalyse Voor de begroting 2011 gaan wij uit van een - historisch lage - korte rente van 0,75% en een lange rente van 3,75%. Tabel 5.1 in paragraaf 5.4.5 geeft informatie over de aflossingen op onze bestaande leningen in de jaren 2011 t/m 2014. De navolgende tabel geeft aan wat – uitgaande van herfinanciering van deze aflossingen (met andere woorden: de schuld neemt niet toe of af) - de financiële gevolgen zijn als dit rentepercentage 1% hoger wordt dan deze 3,75% (uiteraard verdubbelen deze bedragen bij een 2% hoger rentepercentage en worden ze drie keer zo hoog bij een 3% hoger rentepercentage): omschrijving
Aflossingsbedrag 2011
Herfinanciering aflossingen 2011 15.100.000 151.000 Herfinanciering aflossingen 2012 16.200.000 Herfinanciering aflossingen 2013 15.100.000 Herfinanciering aflossingen 2014 17.900.000 Totaal extra rentelasten 151.000 Tabel 5.3 Extra rentekosten te herfinancieren aflossingen 2011 - 2014
255
Hogere rentelasten 2012 2013 151.000 162.000
151.000 162.000 151.000
313.000
464.000
2014 151.000 162.000 151.000 179.000 643.000
Kosten Bij de ‘zomernota 2010’ zijn de financieringslasten voor 2011 berekend en is het percentage bepaald op basis waarvan deze lasten over de gemeentelijke producten worden verdeeld, in lijn met de in par. 5.4.3. toegelichte systematiek van integrale financiering. Dit percentage, de renteomslag, komt voor 2011 uit op 3,75% (in 2010: 4,55%). Bij de opstelling van deze programmabegroting zijn de financieringslasten herberekend op basis van de actuele stand van de vaste activa en de aanwezige en nog benodigde financieringsmiddelen. Verder is bepaald welk deel van het financieringstekort met kort- respectievelijk langlopende middelen zal worden gedekt (zie par. 5.4.4. en 5.4.5.). De herberekende financieringslasten (zie overzicht hierna) vallen lager uit. Dit komt tot uitdrukking op de regel ‘totaal lasten’ (zie overzicht). Het voordelige saldo – door de afronding van het renteomslagpercentage op 3,75%, – ad € 117.000 is in de begroting functioneel verwerkt op 960.1. Lasten en baten financieringsfunctie
Rekening 2009
Begroting 2010
Begroting 2011
LASTEN Rente gespecificeerd naar : - rente van bestaande langlopende leningen - rente van nieuw aan te trekken langlopende leningen - rente van kortlopende financieringsmiddelen - toegerekende rente over eigen financieringsmiddelen - boeterente
109.011 7.166.004 13.614
5.998.000 1.142.000 143.000 8.306.000 0
5.895.000 769.000 108.000 6.266.000
9.812.037
11.174.000
11.643.000
23.219.981
26.763.000
24.681.000
Aan diensten doorberekende kapitaallasten
22.917.376
27.080.000
24.798.000
Totaal baten
22.917.376
27.080.000
24.798.000
302.605
-317.000
-117.000
Overige uitgaven: - afschrijvingen Totaal lasten
6.119.315
BATEN
Saldo kapitaallasten Tabel 5.4 Lasten en baten van de financieringsfunctie
256
5.5. Bedrijfsvoering 5.5.1. Inleiding In deze paragraaf wordt ingegaan op de organisatieontwikkeling en de doelstellingen voor de bedrijfsvoering.
5.5.2. Organisatieontwikkeling De volgende ontwikkelingen spelen op het gebied van de bedrijfsvoering: Doorontwikkeling organisatie Het Concern Management Team (CMT) heeft voor haar beleid vooreerst drie speerpunten gedefinieerd bij haar ambitie om ervoor te zorgen, dat elke bestuurs- en managementlaag in de gemeente Hilversum beter in positie komt. 1. Verbetering van de strategische advisering door het ambtelijk apparaat. 2. Verbetering van de externe dienstverlening door het ambtelijk apparaat gemeentebreed. 3. Het op orde krijgen van de bedrijfsvoering. Bovengenoemde speerpunten zijn uitgewerkt in een concernbreed programma. Elke leidinggevende heeft een rol in het realiseren van de projecten die hierbinnen zijn belegd. De uitvoering van het programma beslaat 2 à 3 jaar. Een aantal projecten (Verbetering strategische advisering, Ontwikkelen agendaregie, Verbeteren resultaatsturing met jaarplanning) zijn opgeleverd en worden in 2010 en 2011 geïmplementeerd. Andere projecten zijn nog volop in ontwikkeling (waaronder Rapportagesystematiek projecten, Management Development, Klant Contact Centrum voor de burgers, Invoeren projectmanagement complexe projecten). Hiermee hebben we een belangrijke stap gezet naar ons doel: Een betrouwbare organisatie, die waarmaakt wat ze toezegt. We zijn er nog niet, organisatieontwikkeling is een zaak van lange adem. Inhoudelijke opgave op het terrein van Personeel en Organisatie (P&O) De organisatie komt de komende jaren onder druk te staan. Tevens is het nodig te investeren zoals het collegeprogramma aangeeft. Het P&O beleid is gebaseerd op de volgende pijlers: Pijler investeren in onze organisatie: Invoering van het sectoraal functiewaarderingssysteem gemeenten: De gemeente Hilversum is een van de pilotgemeenten die deelnemen aan de ontwikkeling van het sectoraal functiewaarderingssysteem Gemeenten. Deze pilot is onder auspiciën van het College voor Arbeidszaken van de Vereniging Nederlandse Gemeenten. Het doel voor de gemeente Hilversum is dat zij eind 2011/begin 2012 kan beschikken over een nieuw functiewaarderings-systeem, waarbij het functiegebouw terug is gebracht naar tussen de 40 en 50 generieke functies. Dit nieuwe functiewaarderingssysteem zorgt voor meer transparantie van de functies binnen onze organisatie. Door de beperkte omvang van het aantal functies, is het nieuwe functiewaarderingssysteem minder onderhoudsgevoelig en het geeft meer flexibiliteit. Een functiebeschrijving van beleidsmedewerkers wordt in de toekomst bij alle diensten hetzelfde. Verlaging van het ziekteverzuimpercentage: De gemeente Hilversum heeft in 2010 een hoger ziekteverzuimpercentage dan het landelijke gemiddelde. Om het percentage omlaag te brengen nemen leidinggevende en bedrijfsarts een actievere rol om het verzuimgedrag van de medewerker bespreekbaar te maken. Tevens wordt voor leidinggevenden de ‘Maetis verzuimmonitor’ ingezet, een internettoepassing die hem of haar ondersteunt. Deze nieuwe werkwijze en dit tool zijn in het 4e kwartaal 2010 geïmplementeerd en hier zal vanaf 2011 mee worden gewerkt. Dit moet er toe leiden dat het gemiddelde ziekteverzuimpercentage in 2011 uitkomt ónder het ziekteverzuimpercentage van 5,3%, genoemd in het Dashboard 2011.
257
Pijler investeren in management: MD-programma voor leidinggevenden: In de ontwikkeling waar de organisatie voor staat, spelen leidinggevenden een cruciale rol: er moet worden veranderd, ontwikkeld en bezuinigd. En ondertussen draait de dienstverlening door. Om leidinggevenden hierbij te ondersteunen wordt een Management Development-programma ontwikkeld. De basis hiervoor is een zelf op te stellen en met de leidinggevende te bespreken ontwikkelprofiel. Voor leidinggevenden wordt aan de hand van leerbehoeften een Management Development-programma ontwikkeld. Deelname aan Management Development en het opleidingsprogramma is niet vrijblijvend. De overeengekomen afspraken over persoonlijke ontwikkeling worden toetsbaar en afrekenbaar gemaakt. In het laatste kwartaal van 2010 is een start gemaakt met het Management Development (MD) programma. In 2011 krijgt dit een vervolg met de uitvoering van de diverse modules van het MDprogramma. Verbeteren resultaatgericht sturen: Een van de veranderingstrajecten is het verbeteren van resultaatgericht sturen van leidinggevenden. Om dit inhoud te geven wordt in 2011 de gesprekscyclus tussen leidinggevenden en medewerkers aangepast. De invoering van beoordelingsgesprekken is hiervan het belangrijkste onderdeel. Voordat de werkelijke invoering plaatsvindt, wordt er eerst overleg gevoerd met de medezeggen-schapscommissie (MZ samen). Het doel is, dat iedere medewerker van de gemeente Hilversum per jaar een functioneringsgesprek en een beoordelingsgesprek heeft met zijn leidinggevende. De norm in het dashboard van 95% gehouden functioneringsgesprekken wordt behaald. In de nieuwe gesprekscyclus wordt geïnvesteerd in de kwaliteit van de functioneringsgesprekken en met name in het vergroten van de resultaatgerichtheid van de medewerker. Tevens wordt het beoordelingsgesprek, als sluitstuk van de gesprekscyclus geïntroduceerd. Pijler investeren in medewerkers: Personeelsplanning en monitoring: Het talent binnen de organisatie wordt in beeld gebracht en kansen worden geboden om mensen te binden aan Hilversum. Hilversum moet daarnaast meer doen met eigen mensen en de externe inhuur beperken. Het is belangrijk de organisatie niet “op slot” te zetten door middel van een vacaturestop. De komende jaren krijgt Hilversum te maken met een substantiële natuurlijke uitstroom vanwege (vervroegde) pensionering. Tot 2014 gaat het om ongeveer 40 medewerkers. Daarbovenop komt nog het (overigens dalende) verloop vanwege mobiliteit. Het is de uitdaging om deze uitstroom te matchen met de toekomstige taakvervulling en dit proces goed te begeleiden. Strategische personeelsplanning (afstemmen van toekomstige personele behoefte en huidige bezetting) is een instrument dat ingezet gaat worden om de matching van de mobiliteit en de personele bezuinigingen goed te begeleiden. In augustus 2010 is een nulmeting met betrekking tot personele gegevens opgesteld voor het college.
258
Hilversum academie: Medewerkers worden gestimuleerd eigen initiatief te nemen om zich te ontwikkelen. Dit wordt gefaciliteerd door het opleidingsprogramma, waarbij de medewerker de keuze heeft uit verschillende modules. De opleidingen sluiten enerzijds aan bij de leerbehoefte van de medewerker en anderzijds bij de organisatieontwikkeling. Vanuit de gesprekscyclus tussen leidinggevenden en medewerker worden opleidingsafspraken gemaakt. De overeengekomen afspraken over persoonlijke ontwikkeling worden toetsbaar en afrekenbaar gemaakt. Sturing op organisatie thema’s gebeurt door het opleidingsprogramma, waarin de koers van de organisatie bepalend is. In 2010 wordt gestart met een dergelijke opzet van het opleidingsprogramma. In 2011 zal dit verder worden uitgebouwd. Kwaliteitsbeleid In 2005 en 2006 is organisatiebreed een begin gemaakt met de invoering van kwaliteitsbeleid als structureel onderdeel van het functioneren van de organisatie. Omdat een dergelijk kwaliteitsbeleid op de gehele bedrijfsvoering van toepassing is, hebben wij destijds besloten dat er een kapstok nodig is om de invoering ervan vorm te geven. Daarvoor is het Kwaliteitsmodel Overheidsorganisaties (= KO-model). Het KO-model is in 2009 doorontwikkeld. Het model heet nu Overheidsontwikkelmodel (OOmodel). Door gemeentebreed eenzelfde model te gebruiken, kan meer samenhang en afstemming in de verbeterprocessen van de diverse diensten worden gerealiseerd. Het model bestaat uit een viertal ontwikkelingsfasen: Fase 1: Activiteit georiënteerd: gericht op het uitvoeren van losstaande activiteiten op grond van goed vakmanschap en veel overleg voor afstemming. Fase 2: Proces georiënteerd: processen worden beheerst; er wordt gewerkt conform de afgesproken processen; sturing vindt plaats op grond van prestatie-indicatoren; verbeteringen komen tot stand op grond van systematische analyse. Fase 3: Systeem georiënteerd: gericht op integraal werken van de gehele organisatie; interne en externe doelgroepen hebben aantoonbare invloed op de organisatie; de invloed van doelgroepen is georganiseerd en gesystematiseerd. Fase 4: Keten georiënteerd: er wordt intensief samengewerkt met derden/partners om gezamenlijk beleidsdoelen te realiseren. Onderdeel van het systeem van het hanteren van het kwaliteitsmodel is dat er regelmatig zogenaamde positiebepalingen worden gehouden. Door een positiebepaling wordt de huidige situatie van de bedrijfsvoering (met behulp van het model) in beeld gebracht. In de afgelopen vijf jaar hebben er positiebepalingen plaatsgevonden op concernniveau, op dienstniveau en op het niveau van een aantal afdelingen. Als doelstelling is binnen de Gemeente Hilversum gesteld: In 2012 is de gehele organisatie minimaal proces georiënteerd (fase 2 KO-model). In 2015 is de gehele organisatie systeem georiënteerd (fase 3 KO-model). Wil de organisatie in 2012 fase 2 hebben bereikt, dan is het belangrijk om te meten of we voldoende op de goede weg zijn. In 2011 zal daarom de voorbereiding plaatsvinden van een concernbrede positiebepaling, aan de hand van het genoemde model. Project Zaken voor Elkaar Het programma Zaken voor Elkaar is medio 2010 gestart en loopt tot 1 november 2011. Na de eerste resultaten in 2010 (nieuwe website en intranet, melding openbare ruimte als e-dienst) worden in 2011 een aantal e-diensten opgeleverd: melding openbare ruimte, horecavergunning, omgevingsvergunning, het indienen van een bezwaarschrift, uittreksel GBA, digitaal afspraken maken, verhuizingen, de evenementenvergunning en de WMO-voorzieningen. Voor de burger betekent Zaken voor Elkaar een grote vooruitgang in de dienstverlening: van huis uit, 24 uur per dag en volledig transparant. Voor de organisatie betekent het een flinke stap in de richting van systeemgericht werken: niet meer vanuit verschillende kokers, maar vanuit het proces als geheel werken aan dienstverlening.
259
Het programma vraagt veel van de ondersteunende afdelingen van de Dienst Bestuur (met name de afdeling Facilitaire dienstverlening & Informatiebeheer (denk aan het post- en archiefproces) en de afdeling Informatie en Communicatie Technologie voor de technische ondersteuning). Maar ook van alle andere afdelingen die betrokken zijn bij dienstverlening aan de burger. Veel meer dan een technisch project is Zaken voor Elkaar namelijk in de eerste plaats een organisatieveranderingsproject. Digitalisering en standaardisering Aansluitend op het project Zaken voor Elkaar wil de ambtelijke organisatie in 2011 stappen zetten naar verdergaande digitalisering en standaardisering van ondersteunende processen. De afdeling Facilitaire dienstverlening & Informatiebeheer zal een producten-dienstencatalogus in gebruik nemen en werken aan verbreding van het dienstenpakket met producten van andere afdelingen (o.a. de afdeling Informatie en Communicatie Technologie). De afdeling Personeel & Organisatie stelt informatie en formulieren toegankelijker en gebruikersvriendelijker via intranet digitaal beschikbaar, gecombineerd met een intern loket voor management en medewerkers, waar vragen gesteld kunnen worden. Met de digitalisering zal van de interne klant gevraagd worden om niet meer elke vraag als maatwerk te zien. Alleen dán kan efficiencywinst bereikt worden en kan de klant sneller worden geholpen. Uiteraard is het van belang om via accountgesprekken de interne klant zo veel als mogelijk te betrekken bij de aan te bieden standaard. De digitaliseringslag zal in nauwe samenwerking plaatsvinden tussen de afdelingen Facilitaire dienstverlening & Informatiebeheer en Informatie en Communicatie Technologie, die zowel beschikbare middelen als technische keuzes goed af stemmen met het programma Zaken voor Elkaar. Doorontwikkeling Programmabegroting en productenramingen De programma’s in deze programmabegroting zijn opgesteld volgens het format dat door uw raad is goedgekeurd. Het format is erop gericht per programma de doelstellingen zo concreet mogelijk weer te geven. Een belangrijk element is de relatie die wordt gelegd tussen doelstellingen en de benodigde financiën. Verder zijn bij elke doelstelling indicatoren opgenomen om de mate van doelbereiking te kunnen vaststellen. Het vernieuwingsproces dat vorm kreeg in 2009 en 2010 stopt niet bij de vaststelling van deze begroting. Bij de opstelling van volgende begrotingen en jaarrekeningen wordt steeds gekeken waar verbeteringen kunnen worden aangebracht. Uw suggesties en aanbevelingen, gedaan bij de behandeling van vorige begrotingen en jaarrekeningen, worden daarin meegenomen. De productenramingen zijn bedoeld om voor ons college inzichtelijk te maken hoe de inhoudelijke en financiële kaders verder worden uitgewerkt en doorvertaald naar de organisatie c.q. diensten. Na de vernieuwing van de programmabegroting is het noodzakelijk de productenramingen hierop te laten aansluiten. Daarom is in 2010 gestart met het nadenken over een nieuw format voor de productenramingen. Het nieuwe format stoelt op het uitgangspunt, dat de informatie uit de programmabegroting beter moet worden doorvertaald naar de organisatie, opdat management en medewerkers in staat worden gesteld te sturen op de realisatie van de in de programmabegroting afgesproken doelen en prestaties. Daarom hebben we in het nieuwe model de beleidsdoelen en de prestaties van de programmabegroting gegroepeerd naar afdelingen. Een laag dieper dus dan het huidige dienstniveau. Door op afdelingsniveau het beleidsdoel tot uitgangspunt te nemen, is ook de verbinding tussen productenraming en programmabegroting weer hersteld; deze was verbroken doordat de ‘oude’ productenraming nog naar producten (subfuncties) was ingedeeld en de vernieuwde programmabegroting rondom beleidsdoelen. De in het afdelingsformat opgenomen programmabegroting informatie wordt aangevuld met enige uitvoeringsindicatoren en een overzicht van de beschikbare personele en financiële middelen, gespecificeerd naar beleidsdoel en (deel-)product. In het model is ruimte gereserveerd voor een toelichting op verschuivingen in middelen en de mogelijke gevolgen daarvan voor de prestaties. De productenramingen 2011 zijn opgesteld volgens het nieuwe model dat wij hebben vastgesteld. In 2011 en 2012 zullen we de productenramingen verder aanpassen. Bedrijfsinterne milieuzorg Het Uitvoeringsplan Duurzaam Hilversum 2009 - 2013 is een leidraad voor bedrijfsinterne milieuzorg. De zes thema’s uit dit plan zijn energiegebruik van gemeentelijke gebouwen, 260
luchtkwaliteit, bewustzijn en draagvlak bij medewerkers, duurzaam inkopen en aanbesteden, duurzaamheid in stedenbouwkundige projecten en duurzaamheid in bestaande woningen. Een aantal thema’s is al onderdeel van bedrijfinterne milieuzorg, zoals energiezorg en duurzaam inkopen. Duurzaam inkopen Doelstelling voor de dienstoverstijgende facilitaire inkoop blijft 100% duurzaam. Voor dienstgebonden inkoop is dit percentage niet haalbaar. Op basis van de resultaten van 2010 wordt het streefpercentage voor 2011 vastgesteld. Duurzame inkoop dienstgebonden is naar verwachting in 2011 25%. Voor de Dienst Bestuur zullen minimaal vijf zeer relevante inkoopgroepen worden doorgelicht en zullen duurzame varianten worden voorgedragen om in 2011 75% duurzaam te realiseren. Energiezorg De doelstelling is om tussen 2009 en 2013 jaarlijks 3% energie te besparen ten opzichte van 2008. Van de eigen gemeentelijke panden is het energieverbruik bekend. Pas begin 2011 zal vastgesteld kunnen worden wat de besparing is door het betrekken van het nieuwe stadskantoor. Voor het raadhuis is een eerste stap gezet door het opstellen van een alternatief verlichtingsplan, waarmee 30% bespaard kan worden. De exacte kosten/baten moeten nog met de huisinstallateur worden doorgerekend. Dit plan zal in delen worden uitgevoerd vanaf laatste kwartaal 2010. Eind 2011 zal er een besparing van rond de 10% ten opzichte van 2008 gerealiseerd moeten zijn. Duurzame energie demonstratieproject In het Uitvoeringsduurzaam Hilversum is opgenomen dat de gemeente in een van haar eigen panden duurzame energie gaat opwekken. De Provincie Noord-Holland gaat een subsidieproject starten voor zonnecellen op gemeentelijke gebouwen. Gemeente Hilversum. heeft zich aangemeld voor dit project. Gezien de monumentale status van het raadhuis en omgeving is het lastig om dit op het raadhuiseiland toe te passen. Er zal ook naar alternatieve locaties worden gekeken. Laatste kwartaal 2010 wordt gestart met het onderzoek naar de mogelijkheden. Mogelijk wordt dus in 2011 een duurzaam energieproject gestart. Afval Met afvalscheiding in het stadskantoor is het volume restafval met 40% afgenomen. Doelstelling voor 2011 is afname van het restafval met 40% voor de overige panden, met uitzondering van het grofafval (kapot meubilair, puin etc.). Borging van klimaat en duurzaamheid De adviseurs Duurzaamheid en BIM zijn in het derde kwartaal van 2010 begonnen om op basis van de bestuursagenda alle relevante nota’s (met een duidelijke energie, inkoop- en/of afvalcomponent) te voorzien van een duurzaamheidparagraaf, waarmee college en/of raad een keuze kunnen maken tussen een gangbare of duurzamere variant. Dit moet in 2011 afgerond worden. De actieve vraag vanuit de meeste gemeentelijke afdelingen schiet nu nog te kort. Door een actievere benadering door adviseurs Duurzaamheid en BIM is de doelstelling voor 2011 dat duurzaamheid echt tussen de oren én in afdelingsplannen komt.
5.5.3. Bedrijfsvoering In het gemeentelijk dashboard zijn naast intern gerichte prestatie-indicatoren ook de externe waardering door onze klanten en burgers opgenomen. Het gemeentelijke dashboard bevat effecten prestatie-indicatoren op het niveau van uw raad, ons college en het concern management team. Uitgangpunt hierbij is, dat de twee bestuurlijke niveaus en het management niveau ieder hun eigen specifieke stuurinformatie kennen. De gekozen indicatoren meten tevens de realisatie van de ambtelijke missie (c.q. de benoemde gedragskenmerken). In de aanbiedingsbrieven bij de productenramingen 2011 wordt door de diensten het stramien van het gemeentelijke dashboard gevolgd, dat periodiek aan de hand van bepaalde bedrijfsvoeringsaspecten meet hoe het met de bedrijfsvoering gesteld is. De volgende prestatie261
indicatoren behoren voor het komende jaar tot de beloningssystematiek waarbij diensten bij het behalen van de doelstellingen - onder bepaalde condities - een toevoeging aan de dienstreserve ontvangen. 1. Klanttevredenheid a. Dienst Inwoners: Gemeten wordt (jaarlijks) de klanttevredenheid ten aanzien van het loket & telefonische dienstverlening. b. Dienst Stad: Gemeten wordt (jaarlijks) de tevredenheid van burgers over de mate waarin de gemeente luistert naar de inbreng van bewoners over gemeentelijke plannen en de waardering met betrekking tot het samenlevingsgericht werken door de gemeenteraad, het college en de organisatie. c. Dienst Bestuur: Gemeten wordt (tweejaarlijks) de klanttevredenheid onder de diensten over de dienstverlening van Bestuur. 2. Realisatie begroting (kwantitatieve en kwalitatieve beoordeling) Meet het verschil tussen werkelijke en begrote lasten, respectievelijk baten van een dienst, uitgedrukt als een percentage van de begrote lasten respectievelijk baten. Met begrote lasten en baten wordt bedoeld de laatst bijgestelde begroting. De norm van + of - 3% is gebaseerd op ervaringsgegevens uit de jaren 2006, 2007, 2008 en 2009. 3. Medewerkers tevredenheid Deze indicator meet de tevredenheid van de medewerkers via de tweejaarlijkse enquête (MTO) op intranet. De enquête heeft in 2008 en 2010 plaatsgevonden en zal pas weer in 2012 worden uitgevoerd. 4. Ziekteverzuim Deze indicator meet het percentage in het gemiddelde ziekteverzuim over de verslagperiode. De streefcijfers voor het jaar 2011 zijn per dienst weergeven in onderstaande tabel. Deze zijn gebaseerd op het landelijke gemiddelde van het afgelopen jaar (4,3 % in 2009) en op de gemeentelijk gemiddelde percentages, te weten 6,5 % in 2009 en 5,8 % gedurende januari tot en met augustus 2010. Dit laatste percentage zal nog gaan toenemen gedurende de winter 2010. 5. Functioneringgesprekken Deze indicator meet het percentage gevoerde functioneringsgesprekken met medewerkers, inclusief aangeleverde verslaglegging richting P&O. De streefcijfers voor het jaar 2011 zijn per dienst weergeven in onderstaande tabel. Voor bovengenoemde prestatie indicatoren hebben wij de volgende streefcijfers voor 2011 vastgesteld:
262
Streefcijfers begrotingsjaar 2011 Dienst Inwoners
Dienst Stad
Dienst Bestuur
Afdeling CCFB & GS
7,5 (loketten/telefonische dienstverlening)
46% (% burgers dat tevreden is over de mate waarin de gemeente luistert naar de inbreng van bewoners over gemeentelijke plannen)
N.v.t. in 2011
N.v.t.
Afwijking rekening t.o.v. 2e budgetrapportage
+/-3 %
+/- 3 %
+/- 3 %
+/- 3 %
Medewerkertevredenheid
N.v.t. in 2011
N.v.t. in 2011
N.v.t. in 2011
N.v.t. in 2011
Ziekteverzuim
5,3 %
5,3 %
5,3 %
5,3 %
Functioneringsgesprekken
95 %
95 %
95 %
95 %
Klanttevredenheid
263
264
5.6. Paragraaf Verbonden partijen 2011 Naam verbonden partij
Bank Nederlandse Gemeenten (BNG)
Vestigingsplaats
Den Haag
Programma
Programma 1: Financiën
Dienst
CCFB
Doel en openbaar belang
De BNG is de bank van en voor overheden en instellingen voor het maatschappelijk belang. Met gespecialiseerde financiële dienstverlening draagt de BNG bij aan zo laag mogelijke kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de burger. De Staat is houder van de helft van de aandelen. De andere helft is in handen van gemeenten, provincies en een hoogheemraadSchap. De wethouder Financiën vertegenwoordigt Hilversum in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders (AvA). Binnen de AvA vertegenwoordigt gemeente Hilversum 0,2% van het stemrecht (120.939 van de 55.690.720 aandelen). De relatie met de BNG is niet gewijzigd
Partners
Bestuurlijk belang
Veranderingen in het jaar
Financieel belang van de gemeente
€ 2,0 mld. per 31 december 2008 € 2,3 mld. per 31 december 2009 € 99,4 mld. per 31 december 2008. € 102,2 mld. per 31 december 2009. De nettowinst over het jaar 2009 bedraagt € 278 mln. na belastingen. Daarvan is een bedrag van € 139 mln. door middel van dividend uitgekeerd aan de aandeelhouders (voor Hilversum komt dit neer op afgerond € 301.000). Het restant wordt toegevoegd aan de reserves Dividenduitkering aan de gemeente. In 2010 wordt het dividend 2009 uitgekeerd – € 2,49 per aandeel. Hilversum bezit 120.939 aandelen.
Risico’s
Geen risico. De bank heeft een credit rating AAA van Standard & Poor’s.
Ontwikkelingen
Het behoud van substantiële marktaandelen. Het behalen van een redelijk rendement voor de aandeelhouders. Jaarverslag half maart en halfjaarbericht eind augustus
Eigen vermogen Vreemd vermogen Financieel resultaat van de v.p.
Rapportages
265
Naam verbonden partij
Vitens
Vestigingsplaats
Utrecht
Programma
Programma 1: Financiën
Dienst
CCFB
Doel en openbaar belang
Zie artikel 3 statuten: 3.1 Doel: de uitoefening van een publiek (drink)waterbedrijf, w.o. winning, productie, transport, verkoop en distributie van water etc. Aandeelhouders uit de sector overheid.
Partners Bestuurlijk belang
Veranderingen in het jaar
De wethouder Financiën vertegenwoordigt Hilversum in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders (AvA). Binnen de AvA vertegenwoordigt gemeente Hilversum 1,4% van het stemrecht (89.569 van de 6.363.142 aandelen). De relatie met Vitens is niet gewijzigd
Ontwikkelingen
Eigen vermogen per 31-12-2008: € 342,1 mln. Eigen vermogen per 31-12-2009: € 353,8 mln. Vreemd vermogen per 31-12-2008: € 1.296 mln.. Vreemd vermogen per 31-12-2009: € 1.314,9 mln. De nettowinst over het jaar 2009 bedraagt € 24,9 mln. (2008: € 28,6 mln). Een bedrag van € 12,5 mln. wordt uitgekeerd als dividend aan de aandeelhouders. Het restant ad € 12,5 mln. wordt toegevoegd aan het eigen vermogen. Hilversum bezit 89.569 aandelen op een totaal van 6.363.142 aandelen met elk een verkrijgingsprijs van 1 euro. Het financiële belang is voor € 89.569 gewaardeerd in de jaarrekening 2009 van de gemeente. Het uitgekeerde dividend 2009 bedroeg € 222.332. Geen bijzonder risico. Betreft een bedrijf met een monopoliepositie op het gebied van drinkwater. Betrouwbare levering van veilig drinkwater tegen zo laag mogelijke tarieven.
Rapportages
Begrotingen en jaarverslagen
Eigen vermogen Vreemd vermogen Financieel resultaat van de v.p. Financieel belang van de gemeente
Risico’s
266
Naam verbonden partij
Werkvoorzieningschap Tomingroep
Vestigingsplaats
Hilversum/Almere
Programma
Programma 2: sociale zaken
Dienst
Inwoners
Doel en openbaar belang
Het werkvoorzieningschap is belast met de uitvoering van de Wet sociale werkvoorziening en via Tomingroep BV het bieden van werk voor anderen met een afstand tot de arbeidsmarkt. De Tomingroep voert namens de gemeenten (Almere, Blaricum, Bussum, Eemnes, Hilversum, Huizen, Laren, Muiden, Naarden, Weesp en Wijdemeren) wettelijke taken uit die gericht zijn op het aanbieden van aangepast werk aan anders validen en mensen met een verstandelijke beperking. De wethouder Sociale Zaken is namens de gemeente lid van het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling Tomingroep, welke in werking is getreden op 1 december 1988. In het bestuur hebben alle elf deelnemende gemeenten zitting. Bovendien zijn er twee externe adviseurs aan het bestuur toegevoegd. Geen.
Partners
Bestuurlijk belang
Veranderingen in het jaar Eigen vermogen Vreemd vermogen
Financieel resultaat van de v.p. Financieel belang van de gemeente Risico’s
Ontwikkelingen
Rapportages
31-12-2008: Algemene reserve, bestemmingsreserve, resultaat € 1.525.000 31-12-2009: Algemene reserve, bestemmingsreserve, resultaat € 1.525.000 31-12-2008: Langlopende schulden € 8.256.000 en kortlopende schulden € 2.986.000 31-12-2009: Langlopende schulden € 7.343.000 en kortlopende schulden € 4.098.000 31-12-2009: € 0,7 miljoen winst 31-12-2009: € 0,7 miljoen winst Voor 2011 is een bijdrage begroot van € 158.000. Gelijk aan de jaarlijkse bijdrage, maar met ingang van 2008 is er ook de rijksbijdrage die via de gemeente loopt. Voor 2011 gaat het om een bedrag van € 8,7 miljoen. De uitvoering van de WSW is voor Hilversum een gemeenschappelijke regeling. Met de uitvoering is de Tomingroep belast. Uiteindelijk is de gemeente voor 100% risicodrager voor het aandeel waarmee zij participeert. Inzet van WSW is een instrument om mensen met een arbeidshandicap/verstandelijk gehandicapten te laten participeren (door middel van begeleid werken of beschermd werken) jaarverslag en de begroting.
267
Naam verbonden partij
Regionaal Buro Leerplicht (RBL)
Vestigingsplaats
Hilversum
Programma
Programma 3: onderwijs
Dienst
Inwoners
Doel en openbaar belang
Het Regionaal Bureau Leerplicht (RBL) geeft uitvoering aan de wet Leerplicht en aan de regeling Regionale Meld- en Coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten (RMC). Het RBL is destijds gevormd om o.a. efficiëntiedoeleinden. Het RBL volgt de rechtspositieregeling van de gemeente Hilversum. Het RBL is een gemeenschappelijke regeling waarin alle regiogemeenten (provincie Noord-Holland) en de gemeente Eemnes (provincie Utrecht) samenwerken op het gebied van leerplicht en RMC. De gemeente Hilversum wordt in het dagelijks bestuur vertegenwoordigd door de wethouder Onderwijs en de collega’s uit Huizen en Bussum. Het algemeen bestuur wordt gevormd door de wethouders van alle samenwerkende gemeenten. De gemeenschappelijke regeling is in 2009 herzien wegens invoering van kwalificatieplicht en de regeling ‘last onder dwangsom’, een bestuurlijke boete als instrument tegen schoolverzuim. Per 31-12-2009 een bedrag van € 598.000 (afgerond), waarvan € 154.000 algemene reserve. De rest betreft diverse voorzieningen (bestemmingsreserves). Er zijn geen middelen van financiële instellingen aangetrokken. Wel staan op de balans kortlopende schulden voor een totaal van € 128.000. Negatief resultaat € 24.000 (is per saldo onttrokken aan de algemene reserve en voorzieningen kwaliteitsplicht en RMC -project (bestemmingsreserves)).
Partners
Bestuurlijk belang
Veranderingen in het jaar Eigen vermogen
Vreemd vermogen Financieel resultaat van de v.p. Financieel belang van de gemeente
Risico’s
Ontwikkelingen
Rapportages
Het RBL krijgt als een jaarlijkse voorziening (in 2011 € 120.000) een evenredige financiële bijdrage van alle deelnemende gemeenten. Daarnaast krijgt de gemeente Hilversum als centrumgemeente een rijksbijdrage RMC (in 2011: € 584.000) ten behoeve van voortijdig school verlaten die doorbetaald wordt aan het RBL. In geval van een eventuele opheffing van het RBL is de gemeente Hilversum, naar evenredigheid, verantwoordelijk voor de wachtgelden van de op dat moment uit Hilversum afkomstige leerplichtambtenaren. In 2011 gaat het om twee fulltime leerplichtambtenaren. Bij een eventuele opheffing van het RBL is de gemeente verantwoordelijk voor evenredige wachtgelden en in een dergelijke situatie dient de gemeente zelf de leerplicht weer uit te voeren. Het aantal voortijdig schoolverlaters moet jaarlijks met 10% verminderen. Dit rijksvoornemen wordt ook door het RBL gehanteerd. Voor dit doel wordt de rijksbijdrage voor voortijdige schoolverlaters aanzienlijk verhoogd. Het RBL kan met behulp van extra rijksmiddelen (RMC) preventieve activiteiten in 2011 uitbreiden. Via het jaarverslag en de begroting.
268
Naam verbonden partij
Stichting Goois Natuurreservaat
Vestigingsplaats
Hilversum
Programma
Programma 6: Milieubescherming, Natuur en Leefbaarheid
Dienst
Stad
Doel en openbaar belang
1. Instandhouding van het natuurschoon in het Gooi door de verkrijging van aldaar gelegen terreinen ten einde deze ten eeuwigen dage ongeschonden als natuurreservaat te behouden en 2. aan het publiek door vrije toegang tot die terreinen onder eventueel te stellen bepalingen het genot van dat natuurschoon te verzekeren. Provincie Noord-Holland, Gemeente Amsterdam, Gemeenten Huizen, Bussum, Blaricum, Laren, Hilversum en Naarden. Het dagelijks bestuur bestaat uit 8 zetels waarbij wethouder A.H. Roerig de gemeente Hilversum vertegenwoordigt. Daarnaast is Hilversum in het algemeen bestuur vertegenwoordigd met 4 van de 17 zetels (3 raadsleden en 1 wethouder). Geen
Partners Bestuurlijk belang
Veranderingen in het jaar Eigen vermogen
Per 31 december 2009: € 431.000
Vreemd vermogen
Per 31 december 2009: € 484.000
Financieel resultaat van de v.p.
Het exploitatieresultaat over 2009 bedroeg € 39.000
Financieel belang van de gemeente
De gemeentelijke bijdrage is voor het jaar 2011 op € 527.000. Vervolgens wordt de gezamenlijke bijdrage op grond van art. 4 van de overeenkomst gecorrigeerd door: 1. De stijging van het nadelig saldo die een gevolg is van algemene loonstijgingen. 2. De stijging van het nadelig saldo die een gevolg is van algemene prijsstijging. 3. De stijging van het nadelig saldo die een gevolg is van (periodieke) salarisverhogingen.
Risico’s
Daarnaast zijn vervolgens art. 5 kostenconsequenties van extreme calamiteiten die het gevolg zijn van externe (niet beïnvloedbare) oorzaken partijen bespreekbaar. De bijdrage in 2011 bedraagt € 527.000
Ontwikkelingen
Geen
Rapportages
1. 2. 3.
Begroting Jaarrekening plus Balans Jaarverslag, allen voor te leggen aan de Gemeenteraad.
269
Naam verbonden partij Vestigingsplaats Programma Dienst Doel en openbaar belang
Veranderingen in het jaar
Regionale Brandweer Gooi en Vechtstreek (als onderdeel van de “Veiligheidsregio Gooi en Vechtstreek” ) Hilversum Programma 10: Openbare orde en veiligheid, brandweer Bestuur In de Veiligheidsregio Gooi en Vechtstreek wordt de bestuurlijke verantwoordelijkheid voor crisisbeheersing en rampenbestrijding voor de hulpverleningsdiensten (zo veel mogelijk) op regionale schaal geïntegreerd. Zo kan het beheer en de inzet van deze diensten effectiever en efficiënter worden georganiseerd. De Veiligheidsregio behartigt op de volgende terreinen de gemeenschappelijke belangen van de deelnemende gemeenten: 4. brandweerzorg; 5. geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen; 6. de samenwerking bij de gemeentelijke rampenbestrijding; 7. multidisciplinaire crisisbeheersing; 5. het inrichten en in standhouden van de gemeenschappelijke meldkamer. De gemeenten Blaricum, Bussum, Hilversum, Huizen, Laren, Muiden, Naarden, Weesp en Wijdemeren. Het Algemeen Bestuur bestaat uit de burgemeesters van de gemeenten in de regio Gooi en Vechtstreek. Voorzitter van het bestuur is de burgemeester van gemeente Hilversum. De burgemeester van gemeente Hilversum is tevens portefeuillehouder politie. Het veiligheidsbestuur neemt besluiten bij meerderheid van stemmen en kan zelf de weging van stemmen bepalen. Bij stakende stemmen krijgt de voorzitter een beslissende stem. Er zal in 2011 geen verandering opgetreden in de relatie tussen Hilversum en de Veiligheidsregio.
Eigen vermogen
Per 31 december 2009: € 1.340.000.
Vreemd vermogen
Per 31 december 2009: € 0.
Financieel resultaat van de v.p.
Het resultaat in de jaarrekening 2009 is € 190.000 positief. Dit bedrag wordt toegevoegd aan het eigen vermogen.
Financieel belang van de gemeente
De bijdrage 2011 van Hilversum, zoals opgenomen in de begroting 2011 van Veiligheidsregio Gooi en Vechtstreeek, bedraagt € 7.266.000. Hiervan is € 80.000 beschikbaar voor het project Kamerverhuur. Tenslotte vergoedt Hilversum nog de lasten inzake het functioneel leeftijdsontslag(FLO) aan de Veiligheidsregio. Voor 2011 bedraagt deze vergoeding € 190.000. Ter dekking van deze lasten is een bestemmingsreserve beschikbaar. De deelnemende gemeenten dragen bij in een eventueel tekort op basis van het aantal inwoners.
Partners Bestuurlijk belang
Risico’s
Ontwikkelingen
In de veiligheidsregio Gooi en Vechtstreek wordt gewerkt aan de regionale integratie van bestuurlijke verantwoordelijkheid voor crisisbeheersing en rampenbestrijding voor de hulpverleningsdiensten. Aan de hand van drie uit te werken bezuinigingsscenario´s van 5%, 10% en 15% moet de Veiligheidsregio ingaande 2012 komen tot een taakstellende bezuiniging.
Rapportages
Begroting, rekening conform het Besluit Begroting en Verantwoording.
270
Naam verbonden partij
Gewest Gooi & Vechtstreek
Vestigingsplaats
Bussum (wegens nieuwbouw huisvesting, tijdelijk Hilversum)
Programma
Programma 11: Bestuurlijke Aangelegenheden
Dienst
Bestuur
Doel en openbaar belang
Het gewest heeft als taak belangen van de regio te behartigen op het gebied van een evenwichtige en harmonische ontwikkeling van het samenwerkingsgebied, met inachtneming van het huidige karakter hiervan en zijn relaties met het omliggende gebied. De belangen strekken zich uit tot de gebieden van ruimtelijke ordening, volkshuisvesting, openluchtrecreatie, verkeer en vervoer, natuur en landschap, economische zaken en milieubeheer. Daarnaast verricht het gewest zogenaamde ´doetaken´ door middel van drie voorzieningen: de Regionale Ambulancevoorziening (RAV), de Gewestelijke Gezondheidszorg (GGD) en de Gewestelijke Afvalstoffendienst (GAD). De gemeenten Blaricum, Bussum, Hilversum, Huizen, Laren, Muiden, Naarden, Weesp en Wijdemeren Leden van het algemeen bestuur (de burgemeester, een wethouder en zeven raadsleden) zijn door de gemeenteraad aangewezen. De leden van het DB worden door het AB gekozen uit hun midden. De gemeente Hilversum is vertegenwoordigd in het DB door twee collegeleden (burgemeester en een wethouder). De gemeenten zijn in het bestuur van het gewest vertegenwoordigd via een bepaalde verdeelsleutel. De spelregels voor de samenwerking zijn opgenomen in de Regeling gewest Gooi en Vechtstreek. Daarin is ondermeer opgenomen dat er op de verschillende werkterreinen vaste overleggen zijn van de wethouders van de gemeenten. Deze zogenoemde portefeuillehoudersoverleggen vinden eens in de vier tot zes weken plaats. Tijdens deze overleggen maken de wethouders van de deelnemende gemeenten zonodig beleidsafspraken, zorgen dat er gezamenlijke projecten worden uitgevoerd en stemmen activiteiten in de regio op elkaar af. n.v.t.
Partners Bestuurlijk belang
Veranderingen in het jaar Eigen vermogen
Per 31 december 2009: € 3.666.000.
Vreemd vermogen
Per 31 december 2009: € 11.543.000
Financieel resultaat van de v.p.
Het resultaat in de jaarrekening 2009 is € 2.300.000 positief. Hiervan wordt € 296.000 toegevoegd aan het eigen vermogen. Een bedrag van € 2.000.000 wordt gerestitueerd aan de deelnemende gemeenten. Voor Hilversum is dit een bedrag van € 684.000. De bijdrage 2011 van Hilversum, zoals opgenomen in de begroting 2011 van het gewest Gooi en vechtstreek, bedraagt € 11.620.000. Deze bedragen zijn als volgt onderverdeeld: • Algemene dienst € 753.000; • Regionale ambulance Voorziening € 93.000; • Gewestelijke Gezondheidsdienst € 2.784.000; • Gewestelijke Afvalstoffendienst € 7.990.000. De deelnemende gemeenten dragen bij in een eventueel tekort op basis van het aantal inwoners. Een aantal bijdragen wordt verrekend op basis van geleverde aantallen tegen een (vaste) prijs per eenheid. Meer afname betekent
Financieel belang van de gemeente
Risico’s
271
Ontwikkelingen
Rapportages
dan een hogere bijdrage. De laatste jaren ontstane positieve saldi binnen de GAD worden verrekend met onze egalisatiereserve Afvalstoffenheffing. Deze reserve is de afgelopen jaren vervolgens ingezet in het kader van de tariefsnivellering. In de begroting 2011 geeft het gewest aan dat er geen aanwijsbare risico’s binnen het gewest aanwezig zijn. In het kader van de bezuinigingen heeft het gewest van de deelnemende gemeenten de opdracht gekregen om kritisch te kijken naar de eigen positionering . Hierbij wordt ook het mogelijk in te voeren wethoudersmodel betrokken. Aan de hand van drie uit te werken bezuinigingsscenario´s van 5%, 10% en 15% moet het gewest uiteindelijk komen tot taakstellende bezuinigingen. Begroting, rekening, conform het Besluit Begroting en Verantwoording.
272
5.7 Grondbeleid 5.7.1. Inleiding Grondbeleid is in de eerste plaats van belang vanwege de relatie met de doelstellingen van diverse programma´s, zoals verkeer en vervoer, ruimtelijke ordening, economische ontwikkeling, wonen, cultuur en in de tweede plaats vanwege het financiële belang en ermee samenhangende risico´s.
5.7.2. Grondbeleid in Hilversum Gezien de behoefte aan meer consistentie en transparantie bij de besluitvorming over ruimtelijke projecten en de manier waarop gebruik wordt gemaakt van grondbeleid en de bijbehorende instrumenten is een nota grondbeleid geformuleerd. Deze is op 3 februari 2010 vastgesteld. In deze nota is rekening gehouden met de aanbeveling van de rekenkamercommissie om een strategisch grondbeleid op maat te maken en daarbij een relatie te leggen met de ruimtelijke opgaven van de komende jaren. Tevens dient de nota als beleidskader voor sturing en controle. Grondprijsbeleid De nota grondbeleid gaat in op grondprijsbeleid. Ruimtelijke ontwikkelingen waarbij de gemeente grond in eigendom heeft gaan gepaard met een grondexploitatie. Daarbij is de grondprijsbepaling van belang. Het grondprijsbeleid van de gemeente Hilversum wordt gebaseerd op marktconforme prijzen waarvoor de residuele rekenmethode het meest geëigende instrument is bij woningen. Dit grondprijsbeleid sluit nauw aan bij de bepaling in de nieuwe Grondexploitatiewet dat zowel kosten als opbrengsten ´objectief in de markt bepaald moeten worden´. In specifieke situaties kan een reductie op de marktwaarde worden gehanteerd waarbij altijd getoetst wordt aan de mogelijkheden hiervoor binnen de kaders van (Europese) regelgeving. In de nota grondbeleid is ervoor gekozen om bij een reductie van de grondprijs, de reductie ten laste te brengen van het daartoe bestemde begrotingsprogramma. Het grondprijsbeleid van de gemeente Hilversum wordt met ingang van 2010 in de vorm van een memo Grondprijsbeleid, jaarlijks geactualiseerd. De hoogte van de grondprijzen voor verschillende functies worden daarin opnieuw vastgesteld door de raad. Uitgiftebeleid Onderdeel van grondbeleid is het uitgiftebeleid. Het grondbeleid is erop gericht om locaties in eigendom, die niet als strategisch worden aangemerkt, af te stoten. Gronden en panden die als strategisch worden aangemerkt en waarvoor voor de middellange termijn nog geen planontwikkelingsproces is opgestart, worden voor verhuur beschikbaar gesteld. Gronden waarbij de gemeente door middel van privaatrechtelijke wijze regulerend wenst te blijven, worden in erfpacht uitgegeven. Bij de keuze voor uitgifte in erfpacht wordt bij voorkeur de ´Utrechtse methode´ gehanteerd. Hierbij wordt de grond enkel nog aangeboden door het canon 'voor eeuwig af te kopen'. Hiermee blijft erfpacht als sturingsinstrument wel behouden, maar vervalt het meer ideologische argument dat de waardestijging van de grond aan de gemeenschap moet toevallen. Selectie van marktpartijen Wat betreft de selectie van marktpartijen worden ter verbetering van de transparantie in principe alle plannen in concurrentie aangeboden met uitzondering van de plannen waarvoor bij vaststelling van de nota grondbeleid al een intentieovereenkomst is aangegaan of een andere pré-contractuele relatie. De selectiemethode die we hanteren is afhankelijk van de omvang van het plan en het moment waarop een ontwikkelaar wordt geselecteerd. Er wordt pas tot selectie van marktpartijen overgegaan nadat er duidelijkheid is over de wijze van aanbesteding. Daarnaast vindt selectie plaats op basis van te formuleren selectiecriteria en een grondbod. Keuze type grondbeleid Om de regierol vanuit de gemeente te kunnen waarborgen en publieke doelen te kunnen realiseren is een goed doordachte vorm van grondbeleid en de keuze van het juiste grondbeleidinstrumentarium van belang. Deze keuze is afhankelijk van ambities, tijd, middelen en 273
beschikbare capaciteit. De keuze voor actief strategische grondverwerving zal dan ook selectief moeten worden toegepast. Hiermee wordt aangesloten bij de aanbeveling van de rekenkamercommissie om grondbeleid op maat te maken. De beleidslijn voor het te voeren grondbeleid luidt als volgt: 1. In principe voert de gemeente faciliterend grondbeleid 2. Hilversum kiest voor selectief actief grondbeleid daar waar marktpartijen niet in staat zijn dan wel niet bereid zijn een actieve rol te vervullen. Het voeren van selectief actief grondbeleid geschiedt op basis van de volgende criteria/vragen: Doel: Invloed: Capaciteit: Rendement: Risico: Grondbezit:
Wat wil de gemeente bereiken? Welke betrokkenheid is gewenst? Wat kan de gemeente aan? In hoeverre is het rendement van de ontwikkeling van belang? In welke mate kan de gemeente risico lopen (weerstandsvermogen) Welke grondpositie heeft de gemeente (of kan zij krijgen)?
3. Strategische aankopen in het kader van actief grondbeleid vinden plaats voor zover deze passen binnen de door de Raad vastgestelde kaders. 4. Indien op basis van een zorgvuldige en objectieve afweging, gekozen wordt voor actief grondbeleid voor een bepaalde locatie dan is minnelijke verwerving het beleidsuitgangspunt. 5. Indien het niet mogelijk blijkt om gronden langs de minnelijke weg te verwerven, zijn onteigening of het vestigen van voorkeursrecht op basis van de wet voorkeursrecht ook toe te passen instrumenten. 6. Bij particuliere ontwikkelingen, waarbij de gemeente voorzieningen moet treffen van openbaar nut, zal de gemeentelijke inzet er onverminderd op zijn gericht om met desbetreffende markpartijen realisatieovereenkomsten (anterieur) te sluiten met hierin opgenomen afspraken over de te leveren financiële bijdragen in openbare voorzieningen.
5.7.3. Beleidsontwikkelingen Ruimtelijk beleid en grondbeleid. Voor 1 juli 2008 ontbraken noodzakelijke adequate publiekrechtelijke instrumenten voor verevening van kosten. Het sinds 1 juli 2008 bestaande wettelijke kostenverhaalsstelsel van afdeling 6.4 van de (nieuwe) Wet ruimtelijke ordening (Wro), in de praktijk aangeduid met ´Grondexploitatiewet´, biedt voor het voeren van faciliterend grondbeleid ook actieve sturingskansen. Op grond van de Grondexploitatiewet die deel uitmaakt van de nieuwe Wro heeft kostenverhaal in combinatie met de koppeling aan ruimtelijke plannen en besluiten een verplicht karakter. Tot het moment van vaststelling van een bestemmingsplan kunnen (niet openbare) onderhandelingen plaatsvinden tussen de gemeente en marktpartijen op basis waarvan partijen een anterieure overeenkomst kunnen sluiten over kostenverhaal. Komen partijen er niet uit, dan geldt een verplicht vast te stellen exploitatieplan omdat dan het kostenverhaal niet ‘anderszins verzekerd’ is. Niet alleen bestemmingsplannen maar ook de structuurvisie heeft een directe relatie met grondbeleid. Een structuurvisie kan de basis vormen voor het sluiten van anterieure overeenkomsten. Daarnaast is een structuurvisie verplicht voor verhaalmogelijkheid van ‘bovenplanse’ kosten en vormt het een basis om het voorkeursrecht Wvg te kunnen vestigen. In de structuurvisie moeten ruimtelijke keuzevraagstukken worden behandeld gericht op de komende 20 jaar. De confrontatie en integrale afweging van de verschillende ruimtevragers vindt hier plaats. De structuurvisie bevat de hoofdlijnen van voorgenomen ontwikkelingen en de 274
hoofdzaken van het door de gemeente te voeren ruimtelijk beleid op gebied van wonen, werken, voorzieningen, groen, infrastructuur enz.. De structuurvisie is straks het toetsingskader voor nieuwe ontwikkelingen. Collegeprogramma In het Collegeprogramma ´De bakens verzetten!´ wordt een aantal keuzes gemaakt voor de gemeente. Ten aanzien van grondbeleid is van belang dat het college kiest voor een gedegen financieel beleid. Dit vertaalt zich in het vaststellen van duidelijke financiële spelregels, een zorgvuldige ombuigingsoperatie en het uitgangspunt dat de schulden niet verder zullen stijgen. Er zullen duidelijke keuzes gemaakt worden ten aanzien van de grote/lopende bouwprojecten. De komende jaren wordt gestuurd op een beter resultaat van de grondexploitaties en het beperken van financiële risico´s. Het aantal lopende grondexploitaties wordt daarom teruggebracht. Daarnaast wordt een versnelling aangebracht in enkele openstaande grondexploitaties, een aantal daarvan wordt (gedeeltelijk voortijdig) afgesloten. Bij grondtransacties wordt een erfpachtconstructie in de overwegingen meegenomen. Binnen vooraf vastgestelde, altijd beperkte kaders wordt strategisch grondbeleid geactiveerd, met het doel meer grip en sturing aan te brengen op gewenste processen.
5.7.4. Acties 2010/2011 Verkoop niet-strategisch bezit In de raadsvergadering van 7 april 2004 is besloten over te gaan tot het afstoten van het nietstrategische bezit. Het geactualiseerde uitgangspunt is, dat we het niet-strategisch bezit zoals genoemd in het Raadsbesluit voor de periode 2010-2013 zullen verkopen. Het beoogde afstoten van niet-strategisch bezit houdt rekening met prijsvorming en marktontwikkelingen. Ontwikkelingen in de markt hebben er in 2010 toe geleid dat de verkoop van het nog resterende niet-strategische bezit langzaam verloopt. Ten eerste is de algemene situatie op de onroerendgoedmarkt niet uitnodigend. Het is een kopersmarkt. Potentiële kopers wachten af en hebben volop keuze. Ten tweede zijn de resterende panden van de lijst van het niet-strategische bezit, minder courante panden. De onderhoudstoestand vergt behoorlijke investeringen voor nieuwe kopers. Verder worden diverse panden gebruikt door meerdere huurders, hetgeen in zijn algemeenheid de panden minder courant maakt. Een ander deel van het niet-strategisch bezit betreft groenstroken, snippergroen, terreintjes en andere braakliggende gedeeltes van, met name, buitengebied. Ook deze percelen zullen verkocht worden aan de daarvoor meest geëigende partij. Quickscan verkoopwaarden vastgoed Vastgoed (panden en gronden) staan tegen verkrijgingswaarde op de balans. Wanneer dit vastgoed verkocht gaat worden in het kader van de verkoop niet-strategisch bezit, dan dient de geraamde verkoopopbrengst gebaseerd te zijn op een actuele taxatiewaarde. Quickscan geraamde verwervingswaarden vastgoed In grondexploitaties kunnen budgetten opgenomen zijn voor het nog te verwerven vastgoed en gronden in het kader van de planontwikkeling. De betreffende verwervingswaarde is gebaseerd op een actuele taxatiewaarde. Voor de nog te verwerven panden zal een actualisatie van de taxaties worden uitgevoerd. Quickscan raming grondsaneringen In grondexploitaties kunnen budgetten zijn opgenomen voor het saneringen van gronden in het kader van de planontwikkeling. De betreffende raming dient actueel te zijn. Hiervoor zou al zorg gedragen zijn, ware het niet dat prioriteit gegeven is aan de “optimalisatie van projecten”. In 2011 zal een taxatie worden uitgevoerd. Actualisering grondexploitaties Het voeren van grondbeleid brengt risico´s met zich mee. De Gemeente Hilversum heeft haar beleid ten aan zien van risicomanagement en weerstandvermogen opgenomen in haar Nota ´Risicomanagement en weerstandsvermogen Hilversum 8 maart 2007´. Dit beleid is in de Nota Grondbeleid aangevuld door het benoemen van de belangrijkste risicofactoren; het benoemen van 275
de mogelijkheden tot beperken van de risico´s en de bijsturingsmogelijkheden. De gemeente Hilversum kiest hierbij voor een actief risicomanagement door de uitgangspunten van het plan en de bijbehorende grondexploitaties te monitoren en zorgvuldig bij te stellen. Dit kan gedurende het planontwikkelingsproces. De grondexploitatie wordt vervolgens voor gewijzigde vaststelling aan de raad aangeboden. We spreken van een herziening van de grondexploitatie. Het gaat hierbij om de majeure afwijkingen van de vastgestelde uitgangspunten van de plannen. De jaarlijkse vaststelling van het totaal aan grondexploitaties (nieuwe en vastgestelde plannen) is beperkt tot de actualisatie. Jaarlijks resultaat Het jaarlijkse resultaat op de functie grondexploitatie is sterk afhankelijk van het jaar waarin plannen kunnen worden afgesloten, het financiële karakter van de plannen (negatieve of positieve exploitatie) en de mate waarin boekwinsten/-verliezen op verkopen van bezittingen ontstaan. Hierdoor kan het resultaat van jaar tot jaar sterk fluctueren. Parallel aan de 1e Budgetrapportage 2010 zijn alle grondexploitaties geactualiseerd. Extra aandacht is gegeven aan de uniformiteit in de opbouw van de exploitaties en de toelichtingen op de diverse posten. De actualisatie beperkt zich tot technische bijstellingen (planning, prijspeil, marktomstandigheden en overige aanpassingen) op basis van ongewijzigd beleid. In 2011 zullen de volgende grondexploitaties worden afgesloten: Tankstation A. Fokkerweg, 3e woongebouw Kerkelanden en Lage Naarderweg/Crailoseweg. Daarnaast zal in het kader van de bezuinigingsoperatie bezien worden welke grondexploitaties tegen welke kosten vervroegd/voortijdig kunnen worden beëindigd. Voorzichtigheidsprincipe Omdat er in de grondexploitaties forse bedragen omgaan, die een beslag leggen op gemeentelijke middelen, en omdat de grondexploitaties meerdere boekjaren bestrijken gaan we budgettairtechnisch voorzichtig te werk: 1. Het te verwachten verlies van nadelig af te sluiten grondexploitaties nemen we direct in het lopend boekjaar door het verlies tegen contante waarde af te dekken in de voorziening grondexploitaties; 2. de verwachte winst van voordelig af te sluiten grondexploitaties nemen we pas op het moment, dat deze winst zeker is. Dit is niet noodzakelijkerwijs op het moment c.q. in het jaar dat de grondexploitatie wordt afgesloten. Winstneming kan ook tussentijds geschieden. 3. De tussentijdse winstnemingen van de in een boekjaar voordelig af te sluiten of afgesloten grondexploitaties maken geen deel uit van het reguliere resultaat op de gemeentelijke exploitatierekening, evenmin als de winsten op de verkoop van niet-strategisch bezit. De voorziening grondexploitaties Bij de actualisering van de grondexploitaties berekenen we o.a. het totale te verwachten verlies van alle grondexploitaties. Dit verlies moeten we in de komende jaren kunnen dekken op de momenten, dat we de betreffende grondexploitaties afsluiten. Hiertoe hanteren we de volgende werkwijze: Omdat het totale verlies niet in één keer optreedt, maar in de jaren dat we de betreffende verliesgevende grondexploitaties af sluiten, berekenen we dit verlies tegen contante waarde; d.w.z. de waarde van dit verlies in dit boekjaar. Door jaarlijkse rentetoevoegingen stijgt deze waarde tot het vereiste eindwaardeniveau van het verlies op het moment van afsluiten van de betreffende verliesgevende grondexploitatie. Zonder mee- en tegenvallers in de verliesgevende grondexploitaties volstaat dus een jaarlijkse rentetoevoeging aan de voorziening grondexploitaties. Deze rentetoevoeging nemen we jaarlijks in de begroting op.
276
Financiële begroting
278
6 Overzicht van Lasten en Baten
280
6. Overzicht van lasten en baten 6.1. Financieel overzicht Het overzicht van lasten en baten beschrijft in hoofdlijnen de financiële relatie tussen de programma’s, de algemene dekkingsmiddelen en de mutaties in de reservepositie. Het overzicht vormt de financiële samenvatting van drie hoofdstukken van de begroting 2011, te weten de programma’s in hoofdstuk 3, de algemene dekkingsmiddelen in hoofdstuk 4 en de specificatie van de reserves in § 7.1. Achter het overzicht treft u in § 6.2 de in de meerjarenraming 2012-2015 opgenomen mutaties per programma aan. Bedacht moet worden dat het hier alleen de mutaties ten opzichte van de begroting 2011 betreft. Hieronder een korte toelichting op het overzicht van lasten en baten. Blok A Blok A geeft aan in hoeverre de programma’s 2 tot en met 16 zichzelf ‘bedruipen’. Een nadere uitwerking van de programma’s vindt u in hoofdstuk 3. Het nadelige saldo van ruim € 111 mln wordt gedekt door de algemene middelen (€ 108 mln in blok B) en onttrekkingen aan reserves (€ 2,7 mln in blok D). Programma ‘1 Financiën’ ontbreekt in blok A aangezien de lasten en baten van dit programma in het overzicht samenvallen met de algemene dekkingsmiddelen (blok B), de mutaties in de reservepositie (blok D) en het resultaat na mutaties in reserves (blok E). Blok B Blok B geeft weer in hoeverre het nadelige saldo van blok A gedekt wordt door de algemene dekkingsmiddelen (ruim € 108 mln). De belangrijkste algemene middelen zijn de algemene uitkering (€ 87,1 mln) en de opbrengsten lokale heffingen (€ 16,7 mln). In hoofdstuk 4 worden de algemene dekkingsmiddelen nader beschreven. Blok C Het resultaat voor mutaties reserves in blok C volgt uit het verschil tussen blok A en B. Blok D Voor de uitvoering van diverse projecten zijn in het verleden bestemmingsreserves gevormd. Als deze projecten worden uitgevoerd, worden de lasten van de projecten verwerkt in de programma’s in blok A. Dekking ervan vindt plaats (in blok D) door onttrekking aan de betreffende bestemmingsreserves. In 2011 belopen deze onttrekkingen een bedrag van € 1,3 mln. Daarnaast is eenmalig uit de algemene reserve gebonden € 2 mln onttrokken om tot een sluitende begroting 2011 te komen. Een specificatie van de reservemutaties treft u aan in § 7.1. Blok E Het resultaat na mutaties reserves in blok E volgt uit het verschil tussen blok C en D. In 2011 komt het geraamde resultaat precies uit op € 0. Eronder staan de drie componenten vermeld, waaruit het resultaat is opgebouwd: positieve grondexploitaties (€ 0,352 mln voordelig), winst verkoop nietstrategisch bezit (€ 0), en de ‘reguliere exploitatie’ (€ 0,352 mln nadelig). Nadere informatie hierover treft u aan in hoofdstuk 2.
281
282
E=C+D
D
C=A+B
B
A
9.467
10. Openbare Orde en Veiligheid, Brandweer
-
dividend
-720
-609
-5.198
4.589
5.676
-8.537
-427
-86.012
-15.998
-
-105.298
363
13.677
2.578
2.445
2.011
3.478
11.402
9.407
6.448
1.281
7.966
3.683
3.913
waarvan resultaat reguliere exploitatie
216.231
7.131
209.100
825
9.684 19.401
-594 705
215.622
1.933
213.689
6.501
8.559
427
86.012
15.998
-
111.821
7
2.103
71
8.113
1.826
889
1.892
60
309
610
17.663
15.940
1.188
6.596
3.646
12.150
-
109.887
saldo
waarvan resultaat verkoop niet-strategisch bezit
waarvan resultaat positieve grondexploitaties
RESULTAAT NA MUTATIE RESERVES
MUTATIE RESERVES
RESULTAAT VOOR MUTATIE RESERVES
overige algemene dekkingsmiddelen
22
-
algemene uitkeringen
saldo financieringsfunctie
-
lokale heffingen (niet gebonden)
6.523
370
15.780
2.649
onvoorzien
ALGEMENE DEKKINGSMIDDELEN
17. Samenlevingsgericht werken
16. Beheer Openbare Ruimte
15. Ruimtelijke ordening
10.558
3.837
13. Bouw en Woningtoezicht
14. Bereikbaarheid
4.367
12. Sport en Recreatie
13.294
6.757
9. Cultuur en Monumentenzorg
11. Bestuurlijke Aangelegenheden
1.891
25.629
7. Wonen, ISV
8. Economische zaken, Media, Toerisme en evenementen
19.623
6. Milieu, Natuur, Riolering en Begraafplaatsen
5.101
25.997
4. Welzijn en Zorg, inclusief Volksgezondheid
5. Jeugdzaken
13.330
3. Onderwijs
36.366
48.516
97.279
baten
Rekening 2009
207.166
2. Sociale zaken
1. Financien
PROGRAMMA´S
lasten
241.375
-
241.375
4.998
23
-
134
5.155
382
14.970
2.974
16.257
3.672
4.539
12.645
9.924
5.998
1.694
49.171
20.988
6.269
26.054
13.853
46.830
-
236.220
lasten
242.834
2.197
240.637
1.858
8.306
423
87.676
16.373
-
114.636
-
748
79
12.976
1.404
934
1.382
92
285
708
47.008
16.863
1.613
2.857
2.455
36.597
-
126.001
baten
Begroting 2010
-587
-172 -700
-1.459
-2.197
738
3.140
-8.283
-423
-87.676
-16.373
134
-109.481
382
14.222
2.895
3.281
2.268
3.605
11.263
9.832
5.713
986
2.163
4.125
4.656
23.197
11.398
10.233
-
110.219
saldo
223.194
-
223.194
3.371
19
-
-
-
134
3.524
-
14.067
3.239
18.431
3.715
4.358
13.360
10.080
6.156
1.809
28.824
21.413
7.279
25.180
13.745
48.014
-
219.670
lasten
223.194
2.778
220.416
1.462
6.266
491
87.129
16.730
-
112.078
-
548
79
15.627
2.092
823
1.413
125
295
739
25.462
18.521
2.626
2.302
2.205
35.481
-
108.338
baten
Begroting 2011
352
-352 -
-
-2.778
2.778
1.909
-6.247
-491
-87.129
-16.730
134
-108.554
-
13.519
3.160
2.804
1.623
3.535
11.947
9.955
5.861
1.070
3.362
2.892
4.653
22.878
11.540
12.533
-
111.332
saldo
2012
-1.043
-
-
-1.043
-1.297
254
-3.402
-6.190
-491
-82.137
-16.838
134
-108.924
-
13.519
3.111
2.810
1.621
3.535
11.592
9.918
5.785
883
3.560
2.779
4.570
22.439
10.700
12.356
-
109.178
saldo
2013
282
-700
-4.738
-5.156
-1.297
-3.859
-4.160
-6.190
-491
-79.206
-17.018
134
-106.931
-
13.519
2.960
2.806
1.621
3.481
11.522
9.918
5.812
858
-2.096
2.740
4.575
22.075
11.048
12.233
-
103.072
saldo
2014
2.104
-700
-2.383
-979
-1.297
318
-4.248
-6.190
-491
-75.972
-17.198
134
-103.965
-
13.519
3.022
2.789
1.621
3.481
11.905
10.004
5.812
858
147
2.740
4.575
21.749
10.548
11.513
-
104.283
saldo
2015
1.527
-700
-
827
-1.297
2.124
-4.508
-6.190
-491
-75.787
-17.378
134
-104.220
-
13.519
2.960
2.789
1.621
3.481
11.732
9.918
5.812
858
2.518
2.712
4.575
21.735
10.601
11.513
-
106.344
saldo
TOTAAL PROGRAMMA'S Bedragen x 1.000 / min is voordeel en plus is nadeel begr. begr. begr. begr. 2012 2013 2014 2015
rek 2009
begr. 2010
begr. 2011
9.065 48.516 13.330 25.997 5.101 19.623 25.629 1.891 6.757 9.467 13.294 4.367 3.837 10.558 2.649 15.780 370
6.667 46.830 13.853 26.054 6.269 20.988 49.171 1.694 5.998 9.924 12.645 4.539 3.672 16.257 2.974 14.970 382
3.524 48.014 13.745 25.180 7.279 21.413 28.824 1.809 6.156 10.080 13.360 4.358 3.715 18.431 3.239 14.067 -
-1.707 47.597 12.978 24.820 7.196 21.302 28.664 1.622 6.080 10.063 12.905 4.358 3.713 18.407 3.190 14.067 -
-2.465 47.474 13.326 24.536 7.201 21.263 28.441 1.597 6.107 10.063 12.835 4.304 3.713 18.403 3.039 14.067 -
-2.553 46.754 12.826 24.276 7.201 21.263 28.329 1.597 6.107 10.149 13.218 4.304 3.713 18.386 3.056 14.067 -
-2.813 46.754 12.826 24.276 7.201 21.263 28.317 1.597 6.107 10.063 13.045 4.304 3.713 18.386 2.994 14.067 -
Totaal lasten
216.231
242.887
223.194
215.255
213.904
212.693
212.100
Baten 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17
118.952 36.366 3.646 6.596 1.188 15.940 17.663 610 309 60 1.892 889 1.826 8.113 71 2.103 7
116.886 36.597 2.455 2.857 1.613 16.863 47.008 708 285 92 1.382 934 1.404 12.976 79 748 -
114.856 35.481 2.205 2.302 2.626 18.521 25.462 739 295 125 1.413 823 2.092 15.627 79 548 -
108.514 35.241 2.278 2.381 2.626 18.523 25.104 739 295 145 1.313 823 2.092 15.597 79 548 -
105.763 35.241 2.278 2.461 2.626 18.523 30.537 739 295 145 1.313 823 2.092 15.597 79 548 -
102.709 35.241 2.278 2.527 2.626 18.523 28.182 739 295 145 1.313 823 2.092 15.597 34 548 -
102.704 35.241 2.225 2.541 2.626 18.551 25.799 739 295 145 1.313 823 2.092 15.597 34 548 -
216.231
242.887
223.194
216.298
219.060
213.672
211.273
-109.887 12.150 9.684 19.401 3.913 3.683 7.966 1.281 6.448 9.407 11.402 3.478 2.011 2.445 2.578 13.677 363
-110.219 10.233 11.398 23.197 4.656 4.125 2.163 986 5.713 9.832 11.263 3.605 2.268 3.281 2.895 14.222 382
-111.332 12.533 11.540 22.878 4.653 2.892 3.362 1.070 5.861 9.955 11.947 3.535 1.623 2.804 3.160 13.519 -
-110.221 12.356 10.700 22.439 4.570 2.779 3.560 883 5.785 9.918 11.592 3.535 1.621 2.810 3.111 13.519 -
-108.228 12.233 11.048 22.075 4.575 2.740 -2.096 858 5.812 9.918 11.522 3.481 1.621 2.806 2.960 13.519 -
-105.262 11.513 10.548 21.749 4.575 2.740 147 858 5.812 10.004 11.905 3.481 1.621 2.789 3.022 13.519 -
-105.517 11.513 10.601 21.735 4.575 2.712 2.518 858 5.812 9.918 11.732 3.481 1.621 2.789 2.960 13.519 -
-
-
-
-1.043
-5.156
-979
827
Programma's
Lasten 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17
Algemene middelen en bedrijfsvoering Sociale zaken Onderwijs Welzijn en zorg Jeugdzaken Milieu, Natuur, Riolering en begr.pl Wonen / ISV EZ Media, toerisme en evenem. Cultuur en monumentenzorg Openb. orde, veiligh. en brw. Bestuurlijke aangelegenheden Sport en recreatie Bouw- en Woningtoezicht Bereikbaarheid Ruimtelijke ordening Beheer openbare ruimte Samenlevingsgericht werken
Algemene middelen en bedrijfsvoering Sociale zaken Onderwijs Welzijn en zorg Jeugdzaken Milieu, Natuur, Riolering en begr.pl Wonen / ISV EZ Media, toerisme en evenem. Cultuur en monumentenzorg Openb. orde, veiligh. en brw. Bestuurlijke aangelegenheden Sport en recreatie Bouw- en Woningtoezicht Bereikbaarheid Ruimtelijke ordening Beheer openbare ruimte Samenlevingsgericht werken
Totaal baten Saldo 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17
Algemene middelen en bedrijfsvoering Sociale zaken Onderwijs Welzijn en zorg Jeugdzaken Milieu, Natuur, Riolering en begr.pl Wonen / ISV EZ Media, toerisme en evenem. Cultuur en monumentenzorg Openb. orde, veiligh. en brw. Bestuurlijke aangelegenheden Sport en recreatie Bouw- en Woningtoezicht Bereikbaarheid Ruimtelijke ordening Beheer openbare ruimte Samenlevingsgericht werken
Totaal saldo
283
284
1.2L
1.2L
1.2L
1.2L
1.2L
1.2L
1.2L
1.2L
1.2L
1.2L
1.2L
1.2L
1.2L
1.2L
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1.2L
1
1
1.2L
1
1
1.2L
1
1.2L
1.2L
1
1
1.2L
1
1.2L
1.2B
1
1.2L
1.2B
1
1
1.2B
1
1
1.1B
1
922.1
922.1
922.1
922.1
922.1
922.1
922.1
922.1
922.1
922.1
922.1
922.1
922.1
922.1
922.1
922.1
922.1
922.1
922.1
922.1
922.1
922.1
921.1
921.1
921.1
914.1
Progr. Bel.doel Subfie.
ccfb
ccfb
ccfb
ccfb
ccfb
ccfb
ccfb
ccfb
ccfb
ccfb
ccfb
ccfb
ccfb
ccfb
ccfb
ccfb
ccfb
ccfb
ccfb
ccfb
ccfb
ccfb
ccfb
ccfb
ccfb
ccfb
Dienst
2e ronde bezuinigingen: zoekopdracht programma 10
2e ronde bezuinigingen: zoekopdracht programma 9
2e ronde bezuinigingen: zoekopdracht programma 8
2e ronde bezuinigingen: zoekopdracht programma 7
2e ronde bezuinigingen: zoekopdracht programma 6
2e ronde bezuinigingen: zoekopdracht programma 5
2e ronde bezuinigingen: zoekopdracht programma 4
2e ronde bezuinigingen: zoekopdracht programma 3
2e ronde bezuinigingen: zoekopdracht programma 2
2e ronde bezuinigingen: zoekopdracht programma 1
stelpost lonen, prijzen en subsidies (0,5% inflatie)
stelpost Impuls Jeugd en Gezin
IP: reservering vrijval voor onderhoud stadskantoor (922.4)
vrijval kapitaallasten 2010-2013
IP 2010-2013 kapitaallasten
SLOK: corresp.mutatie AU (junicirc.2010) DS
Bibliotheek: corresp.mutatie AU (junicirc.2010) DI
Taalcoaches: corresp.mutatie AU (junicirc.2010) DI
Maatschappelijke stages: corresp.mutatie AU 2012 (junicirc.2010) DI
Ketensamenwerking: corresp.mutatie AU 2012 (junicirc.2010) DI
MO: corresp.mutatie AU 2012 (junicirculaire 2010) DI
WMO: corresp.mutatie AU 2012 (junicirculaire 2010) DI
bezuinigingen op WMO ing. juni-circulaire
korting op algemene uitkering
Ontwikkeling algemene uitkering volgens junicirculaire 2010
Rentederving a.g.v.eenmalige inzet alg.reserve gebonden (3,75%)
Omschrijving
6.2. Meerjarenraming 2012-2015 t.o.v. 2011 2012 t.o.v. 2011
2011
-800
-550
-30
-150
-150
-150
-1.100
-75
-125
325
10
32
-611
1.096
-44
-8
1
-15
-240
-465
545
2.500
1.467
57
Begroting
Begroting
-800
-1.150
-30
-150
-150
-300
-1.250
-75
-125
650
10
79
-1.363
2.230
-44
14
-8
1
-15
-500
-465
545
5.000
1.638
57
2013 t.o.v. 2011
Begroting
-825
-1.350
-30
-150
-200
-325
-1.300
-75
-125
-100
975
10
115
-2.033
3.643
-44
14
-8
1
-15
-760
-465
545
7.500
2.112
57
2014 t.o.v. 2011
Begroting
-825
-1.375
-60
-150
-200
-325
-1.500
-75
-125
-800
1.300
10
115
-2.033
3.643
-44
14
-8
1
-15
-760
-465
545
7.500
2.297
57
2015 t.o.v. 2011
Begroting
(bedragen x € 1.000 / min is voordeel en plus is nadeel)
285
1.3B
1.3B
1.3B
1.3L
1.3L
1.4L
1.4L
1.4L
1.4L
1.4L
1.4L
1.4L
1.4L
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1.2L
1
1.3B
1.2L
1
1.3B
1.2L
1
1
1.2L
1
1.2L
1
1.2L
1
1.2L
1
1.2L
922.1
1.2L
1
1
922.1
1.2L
1
960.2
960.2
960.2
960.2
960.2
960.1
960.1
940.1
930.2
930.1
934.1
932.1
932.1
932.1
932.1
922.1
922.1
922.1
922.1
922.1
922.1
922.1
922.1
922.1
1.2L
1
922.1
1.2L
1
Progr. Bel.doel Subfie.
IP: dekking IP door vrijval en lagere renteomslag
IP: mutaties investeringsprogramma
Vrijval stelpost inhuur derden
Reservering vrijval voor onderhoud stadskantoor
1e ronde bezuinigingen: verschuiving investeringen in personeel
2e ronde bezuinigingen: stelpost terug te verdienen frictiekosten
2e ronde bezuinigingen: zoekopdracht programma 16
2e ronde bezuinigingen: zoekopdracht programma 15
2e ronde bezuinigingen: zoekopdracht programma 14
2e ronde bezuinigingen: zoekopdracht programma 13
2e ronde bezuinigingen: zoekopdracht programma 12
2e ronde bezuinigingen: zoekopdracht programma 11
Omschrijving
bezuiniging Cyclorama vanaf 2013
baatbelasting
bestuur
bestuur
bestuur
bestuur
bestuur
ccfb
ccfb
Proj.leider "Zaken voor elkaar" (afronding proj.in 2011)
prepensioen dienst Bestuur
Frictiekosten (bez.KT): kap.lasten investeringen digitalisering
Frictiekosten (bez.KT): informatiemanager
storting in voorziening Stadskantoor
efficientere inhuur
prepensioen CCFB
inwoners Invulling stelp.inhuur 3-en: dwanginvordering belastingen
inwoners inhuurbudget WOZ
stad
stad
Inwoners OZB - tarief niet-woningen (extra verhoging 0,5%)
inwoners OZB - effect woningbouwplannen
inwoners OZB - tarief niet-woningen (extra verhoging 1%)
inwoners opbrengst OZB (0,5% inflatie)
ccfb
ccfb
ccfb
ccfb
ccfb
ccfb
ccfb
ccfb
ccfb
ccfb
ccfb
ccfb
Dienst 2012 t.o.v. 2011
2011
-52
2
48
-92
-100
-3
-5
-25
0
72
-30
-20
-60
-70
-157
0
100
-32
300
-242
-425
0
-250
-325
-150
-350
Begroting
Begroting
-52
-7
48
-92
-100
-5
-5
-50
-9
72
-60
-40
-120
-140
-151
-1
100
-79
150
-242
-425
0
-250
-325
-150
-350
2013 t.o.v. 2011
Begroting
-52
-18
48
-92
-100
-8
-5
-50
-9
72
-90
-60
-180
-210
-250
2
100
-115
150
-120
-425
-200
-350
-425
-150
-350
2014 t.o.v. 2011
Begroting
-52
-18
48
-92
94
-100
-8
-5
-50
-9
72
-120
-80
-240
-280
-892
1.200
100
-115
150
0
-425
-200
-400
-475
-150
-650
2015 t.o.v. 2011
Begroting
286
1.4L
1.4L
1.4L
1.4L
1.4L
1.4L
1.4L
1.4L
1.4L
1.4L
1.4L
1.4L
1.4L
1.4L
1.4L
1.4L
1.4L
1.4L
1.4L
1.4L
1.4L
1.4L
1.4L
1.4L
1.4L
1.4L
1.4L
1.5B
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
980.1
960.6
960.6
960.6
960.6
960.6
960.6
960.6
960.6
960.4
960.4
960.4
960.4
960.4
960.4
960.4
Overhevelen taakstelling GovUnited (DI > DB)
Invulling stelp.inhuur 3-en Bestuur
Doorontwikkeling e-diensten
Interne communicatie
Opleidingen (naast implementatiebudget GU)
Proj.leider "Zaken voor elkaar" (restant)
Omschrijving
ccfb
stad
stad
stad
stad
stad
stad
stad
stad
Eenmalige inzet algemene reserve gebonden
Dekking proj.leider Philipslocatie (vacatureruimte)
Invulling stelp.inhuur 3-en Stad
prepensioen dienst Stad
Verhoging doorbel.P&O-kosten inv.projecten agv piek plan wegen en infra
Frictiekosten (bez.KT): proces projectsturing (ICT-kosten proj.mgm.systeem)
taakstelling dienst stad
stijging dienstbudget Stad
verlaging doorbel.aan grondexpl's extra pers.lasten bouwplan Stad
inwoners Overhevelen taakstelling GovUnited (DI > DB)
inwoners Invulling stelp.inhuur 3-en: Soza
inwoners Invulling stelp.inhuur 3-en: automatisering BWM (V&H)
inwoners Invulling stelp.inhuur 3-en: Puza
inwoners Invulling stelp.inhuur 3-en: advieskosten MO
inwoners Invulling stelp.inhuur 3-en: P&C
inwoners Stelpost bezuiniging WMO
Lorentzschool: projectleider tbv ontwikkeling Philipsterrein
inwoners terugdraaien taakstelling ZN 2007 GovUnited
Inwoners prepensioen dienst Inwoners
inwoners Frictiekosten (bez.KT): proces cultuur
inwoners Frictiekosten (bez.KT): proces welzijn en zorg
inwoners loonkosten twee strategische adviseurs bij de afd. MO (DI)
bestuur
bestuur
bestuur
bestuur
bestuur
bestuur
Dienst
960.4 Inwoners
960.4
960.4
960.4
960.4
960.4
960.2
960.2
960.2
960.2
960.2
960.2
Progr. Bel.doel Subfie. 2012 t.o.v. 2011
2011
1.518
5
-37
-32
622
-180
350
-522
-215
70
-13
-1
-4
-6
-2
-80
0
-70
-1
-40
-100
-78
-70
-23
-25
-10
-20
-22
Begroting
Begroting
1.518
11
-37
-51
622
-180
350
-522
-215
70
-13
-1
-4
-6
-2
-80
-9
-70
-30
-40
-100
-156
-70
-23
-25
-10
-20
-22
2013 t.o.v. 2011
Begroting
1.518
11
-37
-77
622
-180
350
-522
-215
70
-13
-1
-4
-6
-2
-80
-9
-70
-62
-40
-100
-156
-70
-23
-25
-10
-20
-22
2014 t.o.v. 2011
Begroting
1.518
11
-37
-77
622
-180
350
-522
-215
70
-13
-1
-4
-6
-2
-80
-9
-70
-62
-40
-100
-156
-70
-23
-25
-10
-20
-22
2015 t.o.v. 2011
Begroting
287
2.1L
2.3B
2.3L
2.3L
2.3L
2.3L
2.3L
3.1L
3.1L
3.1L
3.1L
3.1L
3.1L
3.1L
3.1L
3.1L
3.2B
3.2B
4.1B
4.1B
4.1L
4.2L
4.3L
2
2
2
2
2
3
3
3
3
3
3
3
3
3
3
3
4
4
4
4
4
1.5L
1
2
1.5B
1
2
1.5B
1
620.1
652.1
620.1
650.1
630.1
480.3
480.3
Omschrijving
inwoners Cocon
inwoners WMO: incidentele BTW-meevaller (in mindering op bezuiniging maatsch.begel.)
inwoners KT bezuiniging: WMO (maatschappelijke begeleiding)
inwoners KT bezuiniging: commerciële huur niet gesubsidieerde instellingen
inwoners KT bezuiniging: commerciële huur niet gesubsidieerde instellingen
inwoners Oorspr.vst.budg.overh.2009 tbv VVE (voorschool vooruit)
inwoners KT bezuiniging: bekosting Dubbeldekker uit rijksuitk.onderwijsachterst.beleid
Lorentzschool: sloopkosten en ontsluiting Philipsterrein
inwoners 2e BR 2008: tijdelijke huur lokalen gymnasium (4 jaar)
inwoners KL:vrijval kapitaallasten 2014 (afboeken boekwaarde)
inwoners KL:inrichting openb.ruimte oude gebouw € 98.000 (2012)
inwoners Sloop oude gebouw en afboeken boekwaarde
inwoners bijdrage Donnerschool
inwoners ROI AMG aanvullende exploitatie
inwoners onderwijshuisvesting
inwoners voorstel onderwijs op orde: extra beleidsmedewerker
inwoners kwijtscheldingsverzoeken
inwoners Schuldhulpverlening
inwoners toename schuldhulpverlening a.g.v. recessie
inwoners incidentele bijstand
inwoners bijstand I-deel: uitkeringen I-deel
inwoners beëindiging extra bijdrage schuldhulpverlening miv 2012 ing.Bestuursakkoord
inwoners project Stel je voor
inwoners Reserve WMO
inwoners Vrijval reserve SMI (voorschool vooruit)
inwoners lagere onttrekking reserve badhuislaan
Dienst
480.3 Inwoners
480.3
443.2
443.2
443.2
433.2
432.2
42x.x
??
614.4
614.1
614.1
614.1
610.1
614.1
621.1
980.4
980.4
980.4
Progr. Bel.doel Subfie. 2012 t.o.v. 2011
2011
200
77
-157
-51
-28
-73
-6
0
0
0
0
33
-50
-725
-19
0
-50
-50
0
-292
240
-25
80
-121
4
Begroting
Begroting
200
77
-181
-102
-57
-73
-6
-73
0
7
470
33
-50
-725
-75
-28
-50
-100
-50
-287
240
-25
80
-121
4
2013 t.o.v. 2011
Begroting
200
77
-181
-169
-56
-73
-6
-73
-30
7
0
33
-50
-725
-75
-48
-50
-150
-100
-887
240
-25
80
-121
4
2014 t.o.v. 2011
Begroting
200
77
-181
-169
-70
-73
53
-6
-73
-30
7
0
33
-50
-725
-75
-48
-50
-150
-100
-887
240
-25
80
-121
4
2015 t.o.v. 2011
Begroting
288
6.6B
6.6B
6.6B
6.6L
6.6L
6.6L
6.6L
7.0B
7.0B
7.0B
7.0L
7.0L
7.2L
8.2L
8.4L
8.5L
9.3L
6
6
6
6
6
6
6
7
7
7
7
7
7
8
8
8
9
5.5L
5
6.1L
5.4L
5
6.5B
5.4L
5
6
5.4L
5
6
5.2L
5
540.3
580.2
560.5
310.2
830.1
830.1
830.1
830.1
830.1
830.1
723.1
723.1
723.1
723.1
723.1
723.1
723.1
732.1
723.2
540.3
Omschrijving
programma innovatieve verbindingen
stationsgebied Zuid (erfpachtconstructie i.p.v. verkoop woontorens)
Projectleider Philipslocatie 2010-2012
verlaging doorbelasting P&O-kosten aan grondexploitaties
Resultaat verkoop niet strategisch bezit
Actualisatie grondexploitatie 2010
Dekking proj.leider Philipslocatie (SMI dienst Inwoners)
Overheveling Slok budget 2009
Masterplan grondwatersanering 't Gooi
nazorg grondberg Anna's Hoeve
nota duurzaamheid
Corr.meerj.raming BANS-/SLOK-subsidie
Corr.meerj.raming BANS-/SLOK-subsidie
subsidie BANS-regeling
ingroei model in 4 jaar
inwoners theater Achterom
inwoners KT bezuiniging: verlaging subsidie Lokale Omroep
inwoners KT bezuiniging: beëindiging subsidie Pinetum
stad
stad
stad
stad
stad
stad
stad
stad
stad
stad
stad
stad
stad
stad
stad
inwoners Invulling stelp.inhuur 3-en: diensten van derden V&H
inwoners Vorstin: incidenteel subsidie popoefenruimte
Lorentzschool: dekking SMI-budget
inwoners KT bezuiniging: verlaging kosten Wet Kinderopvang en Kinderopvang SMI
inwoners facilitator BSO
inwoners brede school en centra voor jeugd en gezin
Dienst
650.1 Inwoners
650.1
480.3
716.1
Progr. Bel.doel Subfie. 2012 t.o.v. 2011
2011
-1
-36
-25
-126
123
-11
-272
0
352
6
-1
-108
0
0
44
-50
50
-46
-2
-3
6
-41
-35
-10
Begroting
Begroting
26
-36
-50
-126
111
-22
-472
-700
-4.386
11
-40
-108
50
-50
44
-50
50
-46
-2
-7
15
-41
-35
-10
2013 t.o.v. 2011
Begroting
26
-36
-50
-126
99
-22
-572
-700
-2.031
11
-40
-108
50
-50
44
-50
50
-46
-2
-7
15
-41
-35
-10
2014 t.o.v. 2011
Begroting
26
-36
-50
-126
87
-22
-572
-700
352
11
-40
-108
50
-50
-34
0
50
-46
-2
-7
15
-41
-35
-10
2015 t.o.v. 2011
Begroting
289
11.1L
11.2B
11.2L
11.2L
11.2L
11.2L
11.2L
11.2L
12.1L
12.2L
11
11
11
11
11
11
11
11
12
12
10.5L
10
11.0L
10.5B
10
11.0L
10.4L
10
11
10.4L
11
10.3L
10
10
11.0L
10.3L
10
11
10.3L
10
11.0L
10.1L
10
11.0L
10.1B
10
11
9.4L
9
11
9.3L
9
531.1
530.5
004.1
004.1
004.1
003.1
003.1
003.1
004.1
005.1
002.5
002.1
002.1
001.1
001.1
140.2
140.2
120.2
120.1
120.2
120.1
120.1
140.1
140.1
510.1
580.2
Progr. Bel.doel Subfie.
Omschrijving
Veiligheidsregio begr.2010-2014 (preventie 25%)
FLO-kosten veiligheidsregio - preventie
Veiligheidsregio begr.2010-2014 (repressie 75%)
Veiligheidsregio: gevolgen begroting 2009/2010
FLO-kosten veiligheidsregio - repressie
KT bezuiniging: beëindiging subsidie bureau Halt
KT bezuiniging: verhoging kostendekkendheid leges horecavergunningen
G&V: aframen neg.stelp.bezuiniging Gewest (alleen 2011)
personeelslasten concernbrede adviseur
Invulling stelp.inhuur 3-en CCFB
Extra 1% opleidingen
Nieuwe wachtgeldverpl'n vm.wethouders (max.)
kosten B&W en raad
inwoners Onderhoud Dudok tribune (van Stad naar Inw.)
inwoners KT bezuiniging: beëindiging BOS-project en subsidie gezonde sportver'n
Inwoners paspoorten
inwoners legesafdrachten rijbewijs
inwoners legesafdrachten paspoorten
inwoners Verkiezingen
inwoners verkiezingen (2 in 2014: EP en gemeenteraad)
inwoners verkiezingen
inwoners Rijbewijzen
bestuur
bestuur
ccfb
ccfb
bestuur
bestuur
inwoners Invulling stelp.inhuur 3-en: uitbest.werk fietsparkeren (V&H)
inwoners KT bezuiniging: verhoging opbrengsten evenementenborden
bestuur
bestuur
bestuur
bestuur
bestuur
bestuur
bestuur
inwoners KT bezuiniging: besparing steun/servicepunten bibliotheek
inwoners cultuur: 2009-2011
Dienst 2012 t.o.v. 2011
2011
0
0
52
-84
155
-35
-275
100
-84
-20
-3
-57
-79
-25
-2
-15
-2
-6
8
-15
-5
-25
-50
Begroting
Begroting
-40
-10
28
52
-84
155
-35
-275
100
-84
-20
-3
-85
-149
-25
-2
-15
-2
-6
8
-15
-5
-25
-50
2013 t.o.v. 2011
Begroting
-40
-10
28
52
-84
310
275
-275
100
-84
-20
-3
-114
-202
-25
-2
-15
-2
22
-6
8
64
-15
-5
-25
-50
2014 t.o.v. 2011
Begroting
-40
-10
28
52
-84
155
275
-275
100
-84
-20
-3
-114
-220
-25
-2
-15
-2
-6
8
-15
-5
-25
-50
2015 t.o.v. 2011
Begroting
290
14.4L
15.1B
15.1L
15.1L
15.1L
15.2L
14
15
15
15
15
15
14.1L
14
14.3L
14.1L
14
14.4B
14.1L
14
14
13.1L
13
14
12.4L
12
810.1
810.1
810.1
810.1
810.2
214.1
215.1
211.1
211.1
211.1
211.1
822.1
530.5
Progr. Bel.doel Subfie.
Omschrijving
stad
stad
stad
stad
stad
Stad
stad
stad
stad
stad
stad
2012 t.o.v. 2011
2011
waarvan positieve grondexploitaties
-352
352
waarvan regulier
waarvan niet strategisch bezit
-1.043
0
saldi in 2011-2015
-1.043
-1.043
-50
0
0
1
0
9
30
-80
50
-3
-2
Begroting
Begroting
mutaties saldi t.o.v. 2011
Structuurvisie: verschuiving van 2010 naar 2011 en 2012
Actualiseren bestemmingsplannen
Actualiseren bestemmingsplannen (corr.stelp.ext.inhuur)
nieuwe wet Ruimtelijke ordening
Basisregistratie grootschalige topografie
planmatig onderhoud parkeergarages
uitbreiding parkeergebied Bloemenbuurt
KT bezuiniging: verlaging investerings- en expl.bijdragen verkeer/mobiliteit
onderhoud verkeersregelinstallaties
KT bezuiniging: temporisering vervanging VRI's
KT bezuiniging: verlaging investerings- en expl.bijdragen verkeer/mobiliteit
inwoners Invulling stelp.inhuur 3-en: diensten derden bouwen (V&H)
inwoners KT bezuiniging: opheffen budget City Promotie Sport
Dienst
-4.738
-700
282
-5.156
-5.156
-70
0
0
-130
0
9
30
-80
50
-7
-2
-4
2013 t.o.v. 2011
Begroting
-2.383
-700
2.104
-979
-979
-70
2
100
-215
45
9
30
-80
50
-17
-7
-2
-4
2014 t.o.v. 2011
Begroting
0
-700
1.527
827
827
-70
-60
100
-215
45
9
30
-80
50
-17
-7
-2
-4
2015 t.o.v. 2011
Begroting
291
Progr. Bel.doel Subfie.
Dienst
6
14. Bereikbaarheid
-5.891 -5.156
-2.095 -19
Inwoners
3.401
-571
-5.156
0
0
-200
2
-2
-54
-425
-37
-49
-212
-5.458
-152
-78
-63
-492
-300
2.364
2013 t.o.v. 2011
Begroting
-1.043
-1.876
CCFB
Stad
-492 1.344
Bestuur
mutaties per dienst
-1.043
0
17. samenlevingsgericht werken
totaal
0
16. Beheer Openbare Ruimte inclusief samenlevingsgericht werken
-49
-2
13. Bouw en Woningtoezicht
15. Ruimtelijke ordening
0
12. Sport en Recreatie
-355
-37
11. Bestuurlijke Aangelegenheden
10. Openbare Orde en Veiligheid, Brandweer
8. Economische zaken, Media, Toerisme en evenementen
-76
198 -187
7. Wonen, ISV
9. Cultuur en Monumentenzorg
-113
6. Milieu, Natuur, Riolering en Begraafplaatsen
41 -83
5. Jeugdzaken
-840
3. Onderwijs
4. Welzijn en Zorg, inclusief Volksgezondheid
-177
2. Sociale zaken
2012 t.o.v. 2011
2011
631
Begroting
Begroting
1. Financien
mutaties per programma
Omschrijving
-979
-3.629
-3.128
6.327
-549
-979
0
0
-138
-15
-2
-54
-42
49
-49
-212
-3.215
-152
-78
-129
-992
-1.020
5.070
2014 t.o.v. 2011
Begroting
827
-1.348
-3.424
6.158
-559
827
0
0
-200
-15
-2
-54
-215
-37
-49
-212
-844
-180
-78
-143
-939
-1.020
4.815
2015 t.o.v. 2011
Begroting
292
programma
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
portefeuille-houder
Jo. Jo. Jo. Jo. Jo. Jo. Jo. Jo. Jo. Jo. Jo. Jo. Jo. Jo. Jo. Jo. Jo. Jo. Jo. Jo. Jo. Jo. Jo. Jo. Jo. Jo. Jo.
beleidsdoel
I1 I1 I1 I1 I1 I1 I1 I1 I1 I1 I1 I1 I1 I1 I1 I1 I1 I1 I1 I1 I1 I1 I1 I1 I1 I1 I1
subfunctie
960.2 960.2 960.2 960.2 960.2 960.2 960.2 960.2 960.2 960.2 960.2 960.2 960.2 960.2 960.2 960.2 960.2 960.2 960.2 960.2 960.2 960.2 960.2 960.2 960.2 960.2 960.2
db db db db db db db db db db db db db db db db db db db db db db db db db db db
dienst
TOTAAL PROGRAMMA FINANCIËN
1. PROGRAMMA FINANCIËN concern i&a; techn. infra; verv. en uitbr. opslagapp. concern i&a; techn. infra; verv. servers concern i&a; techn. infra; verv. en uitbr. netwerk exploitatielasten technische infrastr. 2011 concern i&a; technische infrastructuur exploitatielasten technische infrastr. 2012 concern i&a; technische infrastructuur exploitatielasten technische infrastr. 2013 concern i&a; technische infrastructuur exploitatielasten technische infrastr. 2014 concern i&a; kernapplicaties exploitatielasten kernapplicaties 2011 concern i&a; kernapplicaties exploitatielasten kernapplicaties 2012 concern i&a; kernapplicaties exploitatielasten kernapplicaties (IBS) 2013 concern i&a; kernapplicaties en e-dienstverlening exploitatielasten kernapplicaties etc. 2014 exploitatielasten dienstverlening 2011 exploitatielasten dienstverlening 2012 concern i&a: communicatie infrastr. (IBS ) exploitatielasten communicatie infrastr. 2011 concern i&a; comm. infra, digitalisering (GU-1) exploitatielasten GU-1 concern i&a; communicatie infrastr. IBS digitalisering Sociale Zaken ondersteunende systemen
INVESTERINGSPROGRAMMA 2011-2014
vastgesteld investeringsprogramma ip 2011 ip 2011 ip 2011 ip 2011 ip 2012 ip 2012 ip 2013 ip 2013 ip 2014 ip 2014 ip 2011 ip 2011 ip 2012 ip 2012 ip 2013 ip 2013 ip 2014 ip 2014 ip 2011 ip 2012 ip 2011 ip 2011 ip 2012 ip 2012 ip 2013 ip 2011 ip 2011
sterretjes-posten
895
100 100
85
370
120 80 40
2011
839
185
390
264
2012
902
185
440
277
577
300
277
2013 2014
investeringen
304
619
18 40 20 20 44 14 0 24 24
18 0 20 20 0 0 24 24
0
88 40 93 48 0
0
29 19 10 12 63 13 0
2013
0
88 40 0 0 0
0
29 19 10 12 0 0 0
2012
868
18 40 20 20 44 14 44 24 24
88 40 93 48 105 20 0
29 19 10 12 63 13 66 14 0
1.080
29 19 10 12 63 13 66 14 66 15 88 40 93 48 105 20 71 60 18 40 20 20 44 14 44 24 24
2014 2015
kapitaallasten cumulatief
rente
5 5 5
5
5
5
5
5
5
5
5
5
5 5 5
afschr.
3,75%
293
6 6 6
Wa. Wa. Wa.
6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6
3 3 3 3
portefeuille-houder
Wa. Wa. Wa. Wa. Wa. Wa. Wa. Wa. Wa. Wa. Wa. Wa. Wa. Wa. Wa. Wa. Wa.
programma
Bo. Bo. Bo. Bo.
subfunctie
beleidsdoel
6.3a 6.3 6.3a 6.3 6.3a 6.3 6.3a 6.3 6.3a 6.5 6.5a 6.5 6.5a 6.5 6.5a 6.6 6.6
722.1 722.1 722.1 722.1 722.1 722.1 722.1 722.1 722.1 724.1 724.1 724.1 724.1 724.1 724.1 723.1 723.1
6.3 722.1 6.3a 722.1 6.3 722.1
480.3 480.3 480.3 480.3
dienst
TOTAAL PROGRAMMA ONDERWIJS
3. PROGRAMMA ONDERWIJS onderwijshuisvesting; actualisatie 2009 onderwijshuisvesting; actualisatie 2009 onderwijshuisvesting; actualisatie 2009 onderwijshuisvesting; actualisatie 2009
stad stad stad stad stad stad stad stad stad stad stad stad stad stad stad stad stad
TOTAAL PROGRAMMA MILIEU
inkomsten rioolrecht GRP 2009-2015 inkomsten rioolrecht GRP 2009-2015 inkomsten rioolrecht GRP 2009-2015 inkomsten rioolrecht vervanging combinatievoertuig EMG inkomsten rioolrecht vervanging John Deere 4 100, nr. 819 inkomsten grafrechten vervanging John Deere 4 100, nr. 820 inkomsten grafrechten vervanging div. machines begraafplaatsen inkomsten grafrechten vervanging luchtmeetnet exploitatielasten luchtmeetnet
6. PROGRAMMA MILIEU stad GRP 2009-2015 stad inkomsten rioolrecht stad GRP 2009-2015
inw inw inw inw
vastgesteld investeringsprogramma ip 2011 ip 2012 ip 2012 ip 2013 ip 2013 ip 2013 ip 2013 ip 2011 ip 2011 ip 2011 ip 2011 ip 2011 ip 2011 ip 2012 ip 2012 ip 2013 ip 2013
ip 2010 ip 2010 ip 2011
ip 2011 ip 2012 ip 2013 ip 2014
*
*
*
sterretjes-posten
0
310 -310 40 -40 40 -40
-1.616
808 -808 1.616
6.723
6.723
2011
0
71 -71
-808 1.616 -1.616
269 -269 808
6.806
6.806
2012
100
100
-269 808 -808 1.616 -1.616
269
6.900
6.900
0
269 -269 808 -808 1.616 -1.616
6.641
6.641
2013 2014
investeringen
0
-83 0 0 0 0 0 0 56 -56 7 -7 7 -7 0 0 0
42 -42 83
462
462 0 0 0
2012
0
-125 83 -83 0 0 0 0 56 -56 7 -7 7 -7 13 -13 0
56 -56 125
930
462 468 0 0
2013
74
-139 125 -125 83 -83 0 0 56 -56 7 -7 7 -7 13 -13 24 50
56 -56 139
1.404
462 468 474 0
74
-139 139 -139 125 -125 83 -83 56 -56 7 -7 7 -7 13 -13 24 50
56 -56 139
1.861
462 468 474 457
2014 2015
kapitaallasten cumulatief
71 71 71 71 71 71 71 7 7 7 7 7 7 7 7 5
71 71 71
32 32 32 32
afschr.
294
14 14 14 14 14 14 14 14 14 14 14 14 14 14 14
15 15 15
Jo. Jo. Jo.
9 9 9 9 9
portefeuille-houder
Bo. Bo. Bo. Bo. Bo. Bo. Ro. Ro. Bo. Bo. Bo. Bo. Bo. Bo. Bo.
programma
Jo. Jo. Jo. Jo. Jo.
beleidsdoel
211.1 211.1 211.1 211.1 211.1 211.1 211.1 211.1 211.1 211.1 214.1 214.1 214.1 214.1 211.1
541.5 541.5 541.5 541.5 541.5
subfunctie
15.1 810.2 15.1 810.2 15.1 810.2
14.1 14.1a 14.1 14.1a 14.1 14.1 14.1 14.1 14.3 14.3 14.4 14.4 14.4 14.4 14.5
9.5 9.5 9.5 9.5 9.5
dienst
TOTAAL PROGRAMMA BEREIKBAARHEID
14. PROGRAMMA BEREIKBAARHEID plan infra bijdrage derden ibp (integraal bereikbaarheids plan) bijdrage derden vervanging verkeersregelinstallaties (VRI's) vervanging verkeersregelinstallaties (VRI's) vervanging verkeersregelinstallaties (VRI's) vervanging verkeersregelinstallaties (VRI's) HOV; investeringsbijdrage dekking via balanspost openbaar vervoer vervanging parkeermeters vervanging parkeermeters vervanging parkeermeters vervanging parkeermeters vervanging verkeersprognosemodel
TOTAAL PROGRAMMA CULTUUR EN MONUMENTENZORG
ip 2011 ip 2011 ip 2011 ip 2011 ip 2011 ip 2012 ip 2013 ip 2014 ip 2013 ip 2013 ip 2011 ip 2012 ip 2013 ip 2014 ip 2013
ip 2011 ip 2011 ip 2012 ip 2013 ip 2014
vastgesteld investeringsprogramma
TOTAAL PROGRAMMA RUIMTELIJKE ORDENING
15. PROGRAMMA RUIMTELIJKE ORDENING stad vervanging 1e one man station met GPS ip 2013 stad vervanging software Geocad ip 2013 stad vervanging dienstauto ip 2013
stad stad stad stad stad stad stad stad stad stad stad stad stad stad stad
stad stad stad stad stad
9. PROGRAMMA CULTUUR EN MONUMENTENZORG Clemenskerk, gemeentelijke bijdrage in restauratie uitvoering monumentenbeleid uitvoering monumentenbeleid uitvoering monumentenbeleid uitvoering monumentenbeleid
0
1.277
80
*
*
*
6.612 -5.640 9.684 -9.684 225
631
404 227
2011
*
sterretjes-posten
0
135
100
35
227
227
2012
145
45 80 20
1.573
100
100
1.250 -232
355
227
227
0
1.638
188
200 1.250
227
227
2013 2014
investeringen
0
0 0 0
95
380 -324 557 -557 25 0 0 0 0 0 14 0 0 0 0
42
27 15 0 0 0
2012
0
0 0 0
117
380 -324 557 -557 25 4 0 0 0 0 14 18 0 0 0
57
27 15 15 0 0
2013
30
8 19 3
257
380 -324 557 -557 25 4 39 0 72 -13 14 18 18 0 24
72
27 15 15 15 0
30
8 19 3
385
380 -324 557 -557 25 4 39 22 144 -13 14 18 18 34 24
87
27 15 15 15 15
2014 2015
kapitaallasten cumulatief
7 5 10
50 50 50 50 14 14 14 14 50 50 7 7 7 7 5
33 33 33 33 33
afschr.
295
programma
16 16 16 16 16 16 16 16 16 16 16 16 16 16 16 16 16 16 16 16 16 16 16 16 16 16
portefeuille-houder
Bo. Bo. Bo. Bo. Bo. Bo. Bo. Bo. Bo. Bo. Bo. Bo. Bo. Bo. Bo. Bo. Wa. Wa. Wa. Wa. Wa. Wa. Wa. Wa. Wa. Wa.
beleidsdoel
16.1 16.1 16.1 16.1 16.1 16.1 16.1 16.1 16.1 16.1 16.1 16.1 16.1 16.1 16.1 16.1 16.2 16.2 16.2 16.2 16.2 16.2 16.2 16.2 16.2 16.2
subfunctie
210.1 210.1 210.3 210.4 210.4 210.4 210.4 210.4 210.4 210.4 210.4 210.4 210.4 210.4 210.4 210.4 560.1 560.1 560.1 560.1 560.1 560.6 560.6 560.6 560.6 560.6
dienst
stad stad stad stad stad stad stad stad stad stad stad stad stad stad stad stad stad stad stad stad stad stad stad stad stad stad
11.979
TOTAAL NETTO INVESTERINGEN 2011-2014
250
315 200
118 274
212 494 178 412
2011
2.453
ip 2013 ip 2014 ip 2012 ip 2010 ip 2011 ip 2010 ip 2011 ip 2012 ip 2013 ip 2014 ip 2010 ip 2011 ip 2012 ip 2013 ip 2014 ip 2010 ip 2010 ip 2011 ip 2012 ip 2013 ip 2014 ip 2010 ip 2011 ip 2012 ip 2013 ip 2014
vastgesteld investeringsprogramma
TOTAAL PROGRAMMA BEHEER OPENBARE RUIMTE
16. PROGRAMMA BEHEER OPENBARE RUIMTE nieuw vervangingsprogramma openbare verlichting nieuw vervangingsprogramma openbare verlichting aanschaf zoutsilo vervanging afgeschreven wegen vervanging afgeschreven wegen vervanging afgeschreven wegen vervanging afgeschreven wegen vervanging afgeschreven wegen vervanging afgeschreven wegen vervanging afgeschreven wegen wegwerkzaamheden bij rioleringen wegwerkzaamheden bij rioleringen wegwerkzaamheden bij rioleringen wegwerkzaamheden bij rioleringen wegwerkzaamheden bij rioleringen auton. budg.uitbreiding openb. ruimte Laapersveld renovatie groenvoorzieningen renovatie groenvoorzieningen renovatie groenvoorzieningen renovatie groenvoorzieningen renovatie groenvoorzieningen instandhouding bomenbestand instandhouding bomenbestand instandhouding bomenbestand instandhouding bomenbestand instandhouding bomenbestand
sterretjes-posten
11.630
3.623
30 220
245
118 274
178 1.946
212
400
2012
14.867
5.020
30 170 24
130 26
118 274
1.050 2.750
448
14.839
5.756
105 164 188
90 183 208
118 274
1.117 2.749
112 448
2013 2014
investeringen
1.048
145
0 0 0 12 28 10 24 0 0 0 7 16 0 0 0 18 16 0 0 0 0 14 0 0 0 0
2012
2.090
367
0 0 31 12 40 10 34 112 0 0 7 23 16 0 0 18 16 19 0 0 0 16 13 0 0 0
2013
3.387
682
49 0 31 12 40 10 34 172 158 0 7 23 23 16 0 18 16 19 10 2 0 16 15 10 1 0
4.568
1.051
61 49 31 12 40 10 34 172 222 158 7 23 23 23 16 18 16 19 17 16 16 16 15 16 10 11
2014 2015
kapitaallasten cumulatief
14 14 25 50 50 50 50 50 50 50 50 50 50 50 50 50 25 25 25 25 25 50 50 50 50 50
afschr.
6.4. Grondslagen begroting 2011 en meerjarenraming 2012-2015 In deze paragraaf staan enkele uitgangspunten op basis waarvan de begroting 2011 en meerjarenraming 2012-2015 opgesteld zijn. Presentatie van het resultaat Om te komen tot een sluitende exploitatie wordt bij wijze van uitzondering in 2011 € 2.038.000 van de algemene reserve gebonden ingezet (zie hiervoor verder de financiële beschouwingen). Met ingang van de begroting 2008 worden conform de planning & controlnota reserves en voorzieningen op begrotingsbasis slechts onttrekkingen aan bestemmingsreserves geraamd. Op grond van deze nota mogen op begrotingsbasis dus geen stortingen in reserves worden gedaan (als uitzondering geldt dat wel stortingen in zogenaamde beklemde reserves mogen worden gedaan, die overigens in deze programmabegroting niet voorkomen). Daarnaast wordt het (geraamde) resultaat gesplitst in 3 componenten: regulier resultaat, winst op grondexploitaties en winst op verkoop niet-strategisch bezit. Grondexploitaties / verkoop niet-strategisch bezit Toekomstige verliezen op negatieve grondexploitaties zijn gedekt middels de voorziening negatieve grondexploitaties. Winsten van positieve grondexploitaties in 2011-2015 zijn geraamd conform het raadsvoorstel “actualisering grondexploitaties 2010” (raadsbesluit 8 juli 2010) en zijn verwerkt in de begroting 2011 en de meerjarenraming 2012-2015. Ook de winsten op verkoop van niet-strategisch bezit zijn verwerkt in de begroting en de meerjarenraming. Met ingang van het jaar 2008 is het tussentijds winst nemen onder strikte voorwaarden toegestaan. Algemene uitkering De ramingen van de algemene uitkering uit het gemeentefonds zijn gebaseerd op de junicirculaire 2010. Voor een meer uitgebreide toelichting wordt verwezen naar onderdeel 4 van deze begroting (algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien). OZB 2011-2015 De OZB stijgt in 2011 voor zowel woningen als niet-woningen met het door het CPB geraamde inflatiepercentage voor 2011 van 1,5 %. Daarnaast worden de tarieven voor niet-woningen met de in de meerjarenraming reeds voorziene extra stijging van 1,5% verhoogd. In de meerjarenraming 2012-2015 is cumulatief rekening gehouden met een budgettair relevante meeropbrengst van 0,5% per jaar voor woningen en 2% voor niet-woningen. Loon- en prijspeil in 2011 Bij de zomernota 2010 zijn de uitgangspunten voor de begroting 2011 vastgesteld. Voor 2011 is conform de in mei 2010 afgesloten CAO uitgegaan van een loonstijging van 2,5%. Voorts hebben we rekening gehouden met een tijdelijke verhoging van de ABP-premie met 1%, wat neerkomt op 0,35% van de loonsom. Gelet op de voor 2011 en volgende jaren voorziene bezuinigingen hebben wij – in navolging van de ontwikkeling van de algemene uitkering – voor prijzen en subsidies de nullijn aangehouden. Dit betekent feitelijk een bezuiniging, omdat het CPB voor 2011 1,5% inflatie voorziet. In de meerjarenraming hebben wij in 2012 tot en met 2015 jaarlijks voor lonen, prijzen en subsidies een stelpost geraamd van 0,5%. Investeringsplanning 2011-2014 De kapitaallasten en exploitatielasten van voorgenomen investeringen zijn opgenomen in het investeringsprogramma 2011-2014. In de systematiek van de gemeente Hilversum worden de kapitaallasten van een investering in jaar t verwerkt als een last in jaar t+1. De kapitaallasten (afschrijvingen en rentelasten) van de in de begroting 2011 opgenomen investeringen zijn als stelposten in programma 1 Financiën in de jaren 2012-2015 verwerkt. De rentelasten zijn berekend tegen een renteomslag van 3,75%.
296
6.5. Overzicht incidentele lasten en baten Het opnemen van het overzicht incidentele lasten en baten is gebaseerd op artikel 19 van het Besluit begroting en verantwoording. In de toelichting op dit artikel staat dat het opnemen van dit overzicht relevant is voor het beoordelen van de financiële positie en de meerjarenraming. Dit zou kunnen worden opgevat als de vraag: in welke mate wordt het resultaat over het jaar 2011 bepaald door incidentele lasten en baten die in volgende jaren niet meer terugkomen? Uit de meerjarenraming (zie paragraaf 6.2) blijkt welke lasten en baten wegvallen dan wel toegevoegd worden aan de begroting 2011 die in de meerjarenraming 2012-2015 als basisjaar dient. In onderstaand overzicht zijn de uitgavenmutaties die verband houden met tegengestelde inkomstenmutaties (bijvoorbeeld: met de algemene uitkering samenhangende taakmutaties en uitgavenmutaties waartegenover een mutatie in een bestemmingsreserve staat) niet opgenomen. Een bedrag met een minteken betekent dat er in 2012 een voordeel ontstaat ten opzichte van de begroting 2011.
Beleids-
Functie
Omschrijving
x € 1.000
doel 1.4
960.2
Frictiekosten bezuinigingen: informatiemanager
-92
1.4
960.2
Projectleider "Zaken voor elkaar"
-74
1.4
960.2
GovUnited: opleidingen, interne communicatie, doorontwikkeling e-diensten
-55
1.4
960.4
Tijdelijke loonkosten strategische adviseurs bij de afdeling MO
1.4
960.4
Frictiekosten bezuinigingen: proces welzijn en zorg
-78
1.4
960.4
Frictiekosten bezuinigingen: proces cultuur
1.4
960.6
Hogere doorbelasting P&O-kosten a.g.v. piek projecten wegen en infra
1.4
960.6
Niet in grondexpl's door te belasten extra personele lasten bouwplan Stad
-215
-100 -40 622
1.4
960.6
Eenmalig nadeel dienstbudget Stad
-172
1.4
960.6
Frictiekosten bezuinigingen: proces projectsturing
-180
1.5
480.3
Overgeheveld budget 2009 t.b.v. VVE (voorschool vooruit)
1.5
980.1
Eenmalige inzet algemene reserve gebonden
-73 2.038
1.5
980.4
Vrijval reserve SMI (voorschool vooruit)
-121
2.3
614.1
Overschrijding post schuldhulpverlening
-50
4.2
652.1
Incidentele meevaller BTW i.h.k.v. de WMO
77
7.0
830.1
Grondexploitatie
352
11.1
005.1
Aframen stelpost bezuiniging Gewest (alleen 2011)
-84
Eindtotaal incidentele lasten en baten
1.755
Conclusie: De jaarschijf 2012 laat ten opzichte van de begroting 2011 een nadeel van ruim € 1,7 mln zien. Dit betekent dat in de begroting 2011 incidenteel meer baten dan lasten zijn opgenomen.
297
6.6. (Gemeentebrede) overhead inclusief doorberekeningen (bedragen in € 1.000) Omschrijving
Totaal
Dienst Bestuur
A. lasten 0 Niet in te delen lasten 1 Salarissen en Sociale lasten 3 Goederen en diensten 4 Overdrachten 6.0 Reserves en voorzieningen 6.1 Kapitaallasten
33738.798 7.476 467 2.466
Totaal lasten (A)
48.870
B. te salderen baten 0 Niet in te delen lasten 1 Salarissen en Sociale lasten 2 Rente en Afschrijving 3 Goederen en diensten 4 Overdrachten 6.3 Externe doorberekeningen (overige) Totaal te salderen baten (B) C. netto door te berekenen overhead (A-B) C. specificatie door te berekenen overhead 6.2 Interne doorberekeningen (dienstoverhead) 6.2 Interne doorberekeningen (dienstoverhead aan investeringen) 6.3 6.3
735 1.154 191
289.568 4.002
Dienst Stad
Dienst Inwoners
11.006 774
30917.310 2.676
467 2.282
28
156
16.291
11.808
19.833
525
92 22
118 1.154 169
CCFB
914 24
938
2.080
525
114
1.441
-
46.790
15.766
11.694
18.392
938
32.623
2.984
10.309
18.392
938
6.551
230
24.943
1.168
1.385
Externe doorberekeningen (concernoverhead) Externe doorberekeningen (concernoverhead aan investeringen)
12.319
Totaal door te berekenen
46.790
1.385
2.212
463
3.326 463
5.196
15.483
Toelichting gemeentebrede overhead Een kostenverdeelstaat bevat lasten en baten die op meer dan één subfunctie betrekking hebben. Voor een belangrijk deel betreft dit algemene apparaatskosten. Deze apparaatskosten worden verzameld in een kostenverdeelstaat en vervolgens verdeeld over (c.q. toegerekend aan) de functies. Andere begrippen, die min of meer in dezelfde richting duiden zijn "kosten van algemeen beheer" en "overhead en indirecte kosten". Direct met deze apparaatskosten verband houdende baten komen in een kostenverdeelstaat apart tot uitdrukking (bruto raming). Alvorens tot verdeling van de apparaatskosten over te gaan worden deze baten hierop in mindering gebracht. Daarom wordt gesproken van "te salderen baten" en "netto door te berekenen overhead". Elke dienst heeft een eigen kostenverdeelstaat, waarvan de netto door te berekenen overhead wordt toegerekend aan de functies van de eigen dienst. Dit wordt op de subfuncties van de diensten zichtbaar als interne doorberekeningen. Voor een belangrijk deel bestaat dit uit salariskosten en bijkomende personeelskosten. Naast deze kostenverdeelstaten van de diensten is er sprake van concernbrede overhead, die de dienst Bestuur verantwoordt. Deze lasten worden aan alle diensten toegerekend en zijn op de subfuncties zichtbaar als externe doorberekeningen. De concernbrede overhead betreft de netto lasten van de financiele administratie, documentaire informatievoorziening, gebouwenbeheer, inkoop, de informatie- en communicatietechnologie en de salaris- en personeelsadministratie. In totaliteit is € 48,9 mln aan lasten in de kostenverdeelstaat opgenomen, waarop de gesaldeerde baten ad € 2,1 mln in mindering worden gebracht, zodat per saldo € 46,8 mln. te verdelen is. Van dit bedrag wordt naast de toerekening aan functies ook een bedrag van € 1,8 mln toegerekend aan investeringen. Er resteert dan een bedrag van € 44,9 mln om door te berekenen aan de functies. Van dit bedrag heeft € 32,6 mln betrekking op de interne doorberekeningen binnen de diensten en € 12,3 mln op de externe doorberekeningen (te verdelen concerbrede overhead binnen dienst bestuur).
298
6.6. (Gemeentebrede) overhead inclusief doorberekeningen
Functienummer en -omschrijving
Beleidsdoel
totaal totaal
Doorberekeningen dienst- en concernbrede overhead dienst dienst Bestuur CCFB Inwoners intern extern intern intern
dienst Stad intern
001.1 002.1 002.2 002.3 002.4 003.1 005.1 006.1 006.2
Bestuursorganen BD Bestuursondersteuning CS Algemene bestuurszaken Communicatie Samenlevingsgericht werken Burgerzaken Bestuurlijke samenwerking Bestuursondersteuning raad Bestuursondersteuning raad
11.0 11.0 11.0 11.3 17.1 11.2 11.1 11.0 11.0
989.000 760.000 1.742.000 1.053.000 63.000 3.016.000 121.000 408.000 271.000
1.282.000 753.000 89.000 145.000
989.000 150.000 460.000 300.000 63.000 793.000 32.000 80.000 126.000
610.000 328.000 -
2.223.000 -
-
120.4 140.1 140.2 140.3
Rampenbestrijding Ov. beschermende maatregelen Handhaving openbare ruimte Vergunningverlening
10.2 10.1 10.5 10.5
219.000 694.000 858.000 148.000
161.000 510.000 -
58.000 184.000 225.000 39.000
-
633.000 109.000
-
210.1 210.2 210.3 210.4 211.1 211.1 211.1 211.2 211.3 214.1 215 221.2 221.3 221.4
Openbare verlichting Straatreiniging Sneeuwruimen en gladheidsbestr. Onderhoud wegen, straten en pl. Verkeersmaatregelen en -onderz. Verkeersmaatregelen en -onderz. Verkeersmaatregelen en -onderz. Onderhoud verkeersborden Verkeersmaatregelen bij evenem. Parkeervoorzieningen Baten parkeervoorzieningen Nieuwe haven Ov. binnenhavens en waterwegen Sluizen
16.1 16.1 16.1 16.1 14.1 14.2 14.3 16.1 16.1 14.4 14.4 16.3 16.3 16.3
114.000 111.000 59.000 428.000 874.000 167.000 100.000 62.000 87.000 631.000 82.00012.000 9.000 116.000
-
29.000 28.000 12.000 109.000 209.000 38.000 23.000 16.000 17.000 161.000 3.000 2.000 28.000
-
-
310.1 310.2 310.2 310.2 310.3
Markten Economische ontwikkeling Economische ontwikkeling Economische ontwikkeling Verhuur grond/reclameborden
8.3 8.1 8.2 8.3 8.3
247.000 195.000 66.000 84.000 65.000
-
65.000 44.000 15.000 19.000 15.000
-
182.000 -
151.000 51.000 65.000 50.000
421.2 423.2 432.2 433.2 443.2 480.1 480.2 480.3 480.3 480.3 480
Openb. Basisonderwijs huisv. Bijzonder basisonderwijs huisv. Bijzonder spec.basisonderwijs Idem onderwijshuisvesting Bijz. voortgez.onderwijs huisvesting Onderwijsbegeleiding Centrale gymnastieklokalen Ov.voorzieningen tbv onderwijs Ov.voorzieningen tbv onderwijs Ov.voorzieningen tbv onderwijs Ov.voorzieningen tbv onderwijs
3.1 3.1 3.1 3.1 3.1 3.3 3.1 3.1 3.2 3.3 3.4
145.000 213.000 19.000 83.000 231.000 1.000 35.000 79.000 77.000 7.000 18.000
-
38.000 56.000 5.000 22.000 61.000 9.000 21.000 20.000 6.000 -
-
107.000 157.000 14.000 61.000 170.000 1.000 26.000 58.000 57.000 1.000 18.000
-
510.1 511.1 530.2 530.3 530.5 531.1 540.2 540.3 541.2 541.4 541.5 550.1 560.1 560.3
Openbaar bibliotheekwerk Vormings- en ontwikkelingswerk Zwembaden Sportzalen en -hallen Sportbeoefening en overige sport Sportparken Exposities moderne kunst Overige kunst Goois museum Streekarchief Monumentenzorg Natuurbescherming Plantsoenen Overige openluchtrecreatie
9.4 9.1 12.2 12.2 12.3 12.2 9.1 9.1 9.1 9.1 9.5 6.4 16.2 12.5
39.000 165.000 23.000 658.000 180.000 236.000 73.000 159.000 589.000 564.000 321.000 75.000 289.000 235.000
-
10.000 43.000 6.000 173.000 47.000 62.000 19.000 42.000 155.000 148.000 73.000 17.000 72.000 62.000
-
29.000 122.000 17.000 485.000 133.000 174.000 54.000 117.000 434.000 416.000 173.000
248.000 58.000 217.000 -
299
85.000 83.000 47.000 319.000 665.000 129.000 77.000 46.000 70.000 470.000 82.0009.000 7.000 88.000
6.6. (Gemeentebrede) overhead inclusief doorberekeningen Functienummer en -omschrijving
Beleidsdoel
totaal
Doorberekeningen dienst- en concernbrede overhead dienst dienst Bestuur CCFB Inwoners intern extern intern intern 21.000 59.000 13.000 36.000 66.000 15.000 43.000 24.000 66.000 15.000 41.000
dienst Stad intern
12.5 8.1 16.2 5.5 9.1 9.3
totaal 80.000 49.000 265.000 58.000 90.000 56.000
Bijstand/financiële dienstverlening Sociale werkvoorziening Gemeentelijk minimabeleid Kwijtscheldingen belastingen Maatsch. begeleiding en advisering Maatsch. begeleiding en advisering Maatsch. begeleiding en advisering huishoudelijke verzorging Participatiebudget: volwassenen educatie Participatiebudget: reïntegratie Participatiebudget: reïntegratie Participatiebudget: inburgering S.C.W./jeugd- en jongerenw. S.C.W./jeugd- en jongerenw. S.C.W./jeugd- en jongerenw. Kinderopvang Kinderopvang Wet voorziening gehandicapten
2.3 2.1 2.3 2.3 4.1 4.3 4.4 4.2 3.3 2.1 2.2 2.1 4.1 5.1 5.5 4.1 5.4 4.2
3.275.000 54.000 956.000 122.000 71.000 123.000 27.000 1.368.000 37.000 1.872.000 306.000 331.000 156.000 11.000 19.000 66.000 175.000 1.021.000
-
860.000 14.000 251.000 32.000 19.000 32.000 7.000 359.000 10.000 492.000 80.000 87.000 41.000 3.000 5.000 17.000 46.000 268.000
-
2.415.000 40.000 705.000 90.000 52.000 91.000 20.000 1.009.000 27.000 1.380.000 226.000 244.000 115.000 8.000 14.000 49.000 129.000 753.000
-
711.1 714.1 714.1 715.1 716.1 722.1 723.1 723.1 723.2 724.1
Ambulancevervoer Openbare gezondheidszorg Openbare gezondheidszorg Jeugdgezondheidszorg (JGZ) Jeugdgezondheidszorg (maatwerk) Riolen en rioolgemalen Milieubescherming stad Milieubescherming stad Milieubescherming inwoners Lijkbezorging
4.5 4.5 5.2 5.2 5.2 6.3 6.6 6.1 6.1 6.5
41.000 61.000 22.000 23.000 148.000 1.086.000 823.000 784.000 279.000 1.184.000
-
11.000 16.000 6.000 6.000 39.000 313.000 187.000 279.000 301.000
-
30.000 45.000 16.000 17.000 109.000 784.000 -
773.000 636.000 883.000
810.1 810.1 810.2 820.1 820.1 821.1 822.1 822.1 830.1
Ruimtelijke ordening Ruimtelijke ordening Landmeten en vastgoed Woningbouw en -exploitatie Woningbouw en -exploitatie Investeringsplan stedelijke vernieuwing Bouw en wongingtoezicht Bouw en wongingtoezicht Bouwgrondexploitaties
15.1 15.2 15.1 7.1 7.2 7.3 13.1 13.2 7.0
676.000 702.000 1.183.000 33.000 57.000 887.000 2.308.000 1.067.000 2.031.000
-
149.000 161.000 308.000 8.000 13.000 197.000 606.000 280.000 452.000
-
1.702.000 787.000 -
527.000 541.000 875.000 25.000 44.000 690.000 1.579.000
930.1 930.2 940.1 940.1 960.2
Uitvoering wet WOZ stad, waardebepalin 1.3 Uitvoering wet WOZ inwoners 1.0 Heffing en inning belastingen 11.0 Heffing en inning belastingen 1.0 Saldo kostenplaats bestuur 1.4
925.000 156.000 789.000 844.000 44.000
44.000
241.000 41.000 207.000 222.000 -
-
115.000 582.000 622.000 -
684.000 -
44.942.000
2.984.000
12.319.000
938.000
18.392.000
10.309.000
560.4 560.5 560.6 580.2 580.2 580.2
Volksfeesten Bevordering toerisme Boomverzorging Ov.aangel. cultuur en recreatie Ov.aangel. cultuur en recreatie Ov.aangel. cultuur en recreatie
610.1 611.1 614.1 614.4 620.1 620.1 620.1 622.1 623.1 623.2 623.2 623.3 630.1 630.1 630.1 650.1 650.1 652.1
TOTALE OVERHEAD OP FUNCTIES Doorberekeningen aan investeringen
1.848.000
TOTALE DOORBEREKENINGEN VIA KVS
46.790.000
463.000 2.984.000
300
12.782.000
199.000 -
1.385.000 938.000
18.392.000
11.694.000
6.7. Lasten en baten financieringsfunctie Lasten en baten financieringsfunctie
Rekening 2009
Begroting 2010
Begroting 2011
LASTEN Rente gespecificeerd naar : - rente van bestaande langlopende leningen - rente van nieuw aan te trekken langlopende leningen - rente van kortlopende financieringsmiddelen - toegerekende rente over eigen financieringsmiddelen - boeterente
6.119.315 109.011 7.166.004 13.614
5.998.000 1.142.000 143.000 8.306.000 0
5.895.000 769.000 108.000 6.266.000
9.812.037
11.174.000
11.643.000
23.219.981
26.763.000
24.681.000
Aan diensten doorberekende kapitaallasten
22.917.376
27.080.000
24.798.000
Totaal baten
22.917.376
27.080.000
24.798.000
302.605
-317.000
-117.000
Overige uitgaven: - afschrijvingen Totaal lasten BATEN
Saldo kapitaallasten
301
302
173,19
599,91
43,00
642,91
stad
Totaal
Bestuursorganen
Totaal incl. bestuursorganen 650,72
43,00
607,72
165,18
289,72
10,23
142,59
7,81
0,00
7,81
-8,01
15,72
0,00
0,10
Verschil in fte 2011 t.o.v. 2010
39.530
1.493
38.037
10.837
17.207
905
9.088
1.632
470
1.162
74
99
9
980
3.720
3.720
262
3.316
142
851
851
344
285
101
121
Budgetten t.b.v inhuur externe deskundigheid (categorie 3.4 BBV)
Begrote lasten 2011 in € 1.000 Salarissen, Salarissen en Budgetten sociale lasten en sociale lasten t.b.v. bijkomende kosten tijdelijk inhuren huidig personeel voormalig personeel personeel (categorie 1 BBV) (categorie 1 BBV) (categorie 3.0 BBV)
In verband met de opheffing van de afdeling BOR is bij de dienst Stad de tegenovergestelde mutatie te zien namelijk een verlaging van 10,61 fte. Daarnaast stijgt de formatie met 2,3 fte door het omzetten van inhuur budgetten. Dit betreft kleine mutaties bij diverse afdelingen.
45.733
1.963
43.770
11.517
20.907
1.015
10.331
(categorie 1 BBV)
Totaal personeelskosten
De formatie van dienst Inwoners stijgt met 10,61 fte door het overhevelen van een aantal fte's van de afdeling BOR (beheer openbare ruimte) van dienst Stad naar de afdeling V&H (vergunningen en handhaven). Het betreft hier de nieuwe sectie OR&Markt (openbare ruimte & markt). De overige wijzigingen binnen de dienst zijn de volgende: afdeling MO: 2,00 fte strategisch beleidsadviseur (budgettair neutraal per 1-7-2012), 1,14 fte tbv CJG (tijdelijk) en -0,65 fte overheveling naar de afdeling SoZa afdeling PuZa: 1,22 tbv receptie/telefonie en 0,36 fte tbv archief afdelingen Belastingen: 1,00 fte tbv bezwaarafhandeling afdelingen V&H: 0,80 fte handhaving OR , 0,80 fte tbv bedrijfsvoering en -0,07 overige mutaties afdeling SoZa: -4,00 fte verlaging van tijdelijke formatie in 2010, 0,65 fte van de afdeling MO, 0,86 fte tbv WWZ en 1,00 fte tbv Beleid
Analyse 2011 versus 2010
10,23
274,00
concerncontrol en financieel beleid
inwoners
142,49
bestuur (excl. Bestuursorganen)
diensten
Toegestane Toegestane formatie in fte formatie in fte productenraming productenraming 2010 2011
6.8 Personele lasten en personele sterkte
6.9. Overige inkomensoverdrachten progr.
doel
dienst
fienr.
functie-omschrijving
2 2 2 2 2 2 2 2
2.1 2.1 2.1 2.3 2.3 2.3 2.3 2.3
inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners
621.1 623.3 623.2 610.1 611.1 612.1 614.1 614.4
Vreemdelingen Wet inburgering participatie inburgering Bijstand/financiele dienstverlening Sociale werkvoorziening Bijstand/inkomensvoorzieningen Gemeentelijk minimabeleid kwijtscheldingen
3 3 3 3 3 3 3 3 3 3
3.1 3.1 3.1 3.1 3.1 3.2 3.3 3.3 3.3 3.4
inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners
421.2 432.2 433.2 443.2 480.1 480.3 480.1 480.3 623.1 480.3
Openbaar onderwijs/huisvesting Bijz. spec. Basisonderwijs Bijz. spec. Basisonderwijs/huisvesting Bijz. voortgezet onderwijs, huisvesting Onderwijsbegeleiding Overige voorzieningen tbv onderwijs Onderwijsbegeleiding Overige voorzieningen tbv onderwijs participatie volwassenen educatie Overige voorzieningen tbv onderwijs
4 4 4 4 4 4 4 4 4 4
4.1 4.1 4.1 4.2 4.2 4.2 4.3 4.4 4.5 4.5
inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners
511.1 620.1 630.1 620.1 622.1 652.1 620.1 620.1 711.1 714.1
5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5
5.1 5.2 5.2 5.2 5.2 5.4 5.4 5.5 5.5 5.5 5.5
inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners
6 6 6 6
6.3 6.3 6.4 6.6
7 7
rekening 2009
begroting 2010
begroting 2011
687 3.282 19.047 9.250 1.493 2.899 851
114 1.207 2.620 21.137 8.823 370 2.797 864
79 1.207 2.525 22.013 8.823 2.597 824
89 75 107 71
33 75 164 -
859 200 723 1.044 720
33 75 131 23 1 980 200 690 781 723
1.114 200 690 781 704
Vormings- en ontwikkelingswerk Maatschappelijke begeleiding en adv. Sociaal Cultureel werk Maatschappelijke begeleiding en adv. Wet maatschappelijke ondersteuning Wet voorziening gehandicapten Maatschappelijke begeleiding en adv. Maatschappelijke begeleiding en adv. Ambulancevervoer Openbare gezondheidszorg
8 3.005 1.536 32 5.777 5.183 4.040 377 92 792
8 3.785 1.566 115 6.496 5.016 3.406 377 95 835
7 2.386 1.562 173 6.576 4.954 3.432 377 95 844
630.1 620.1 714.1 715.1 716.1 650.1 480.3 540.3 580.2 620.1 630.1
Sociaal Cultureel werk Maatschappelijke begeleiding en adv. Openbare gezondheidszorg Jeugdgezondheidszorg, uniform deel Jeugdgezondheidszorg, maatwerk deel Kinderdagopvang Overige voorzieningen tbv onderwijs Overige kunst Overige recreatieve voorzieningen Maatschappelijke begeleiding en adv. Sociaal Cultureel werk
62 9 682 1.101 398 662 22 539 5 1 1.164
55 706 1.097 802 965
50 5 685 1.097 584 904
1.398 5 1 1.087
1.383 5 1 1.096
stad stad stad stad
722.1 722.1 550.1 723.1
Riolen en rioolgemalen bijdrage gemeente Bussum Natuur en landschap Milieubescherming
6 16 404 40
6 17 472 40
7 17 472 40
7.0 7.1
stad stad
830.1 Bouwgrondexploitaties 820.1 Bijdrage Regionaal Urgentie Bureau
397 143
470 88
281 88
8 8 8 8
8.1 8.4 8.5 8.7
inwoners inwoners inwoners stad
560.5 560.5 580.2 310.2
Bevordering toerisme Bevordering toerisme Overige recreatieve voorzieningen Economische zaken
7 224 258
204 250
192 158 41
9 9 9 9 9 9 9 9 9 9
9.1 9.1 9.1 9.1 9.2 9.2 9.3 9.3 9.3 9.4
inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners
511.1 540.2 540.3 580.2 511.1 580.2 511.1 540.3 580.2 510.1
Vormings- en ontwikkelingswerk Exposities hedendaagse beeldende kunst Overige kunst Overige recreatieve voorzieningen Vormings- en ontwikkelingswerk Overige recreatieve voorzieningen Vormings- en ontwikkelingswerk Overige kunst Overige recreatieve voorzieningen Openbaar bibliotheek/kunstuitleen
825 37 6 13 116 74 2 359 67 1.727
628 49 5 23 105 25 358 1 1.724
682 49 35 19 55 7 316 11 1.636
303
progr.
doel
dienst
fienr.
functie-omschrijving
2 10 10 10 10 10
2.1 10.1 10.2 10.3 10.4 10.5
inwoners bestuur bestuur bestuur bestuur inwoners
621.1 140.1 120.4 120.1 120.1 140.3
11 11
11.0 11.1
bestuur bestuur
12 12 12 12 12 12
12.1 12.2 12.2 12.3 12.4 12.5
inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners
530.5 530.2 530.3 530.5 530.5 560.4
13
13.2
inwoners
822.1 Bouw- en woningtoezicht
14
13.1
stad
211.1 Verkeersmaatregelen/onderzoeken
15
13.1
stad
810.2 Landmeten en vastgoed
16 16 16 16
16.1 16.2 16.2 16.3
stad stad stad stad
210.4 560.1 560.9 221.3
rekening 2009
begroting 2010
687 25
Vreemdelingen Openbare orde en veiligheid Rampenbestrijding Regionale brandweer Regionale brandweer Vergunningverlening/APV
006.2 Ondersteuning raad 005.1 Regionale samenwerking Sportbeoefening / overige sportaangelegenheden Zwembaden Sporthallen en zalen Sportbeoefening / overige sportaangelegenheden Sportbeoefening / overige sportaangelegenheden Volksfeesten
Onderhoud wegen, straten en pleinen Plantsoenen Dierverzorging Recognities kunstwerken waterwegen TOTAAL
begroting 2011
5.317 1.708 22
114 30 33 5.358 1.789 25
79 15 105 5.387 1.799 25
536
651
466
53 280
63 277
63 277
152 85 23
181 102 38
53 58 38
-
80
80
11
12
2
15
15
8 1 38
9 1 38 1
9 2 38 1
79.864
82.550
80.582
Toelichting overige inkomensoverdrachten Voor wat betreft het begrip overige inkomensoverdrachten wordt de door het BBV gehanteerde indeling gebruikt. Deze categorie wordt in het BBV ingedeeld in de volgende subcategorieën: a. subsidies aan marktproducenten, b. sociale uitkeringen in geld, c. sociale uitkeringen in natura aan personen, d. overige inkomensoverdrachten aan de overheid (excl. rijk) en e. overige inkomensoverdrachten niet aan overheid. ad. a. Tot de subsidies aan marktproducenten worden gerekend de bijdragen aan professionele marktgerichte organisaties die worden verstrekt met het doel de productie in stand te houden dan wel tegen aanvaardbare prijzen te kunnen aanbieden. In de gemeente Hilversum betreft dit o.a. de subsidies aan zwembaden en sporthallen. ad. b. Sociale uitkeringen zijn inkomensoverdrachten in geld om de financiële lasten te verlichten die voor huishoudens voortvloeien uit een aantal sociale risico's en behoeften. Tot deze subcategorie behoren o.a. de uitkeringen aan personen krachtens de Algemene Bijstandswet. ad. c. Onder sociale verstrekkingen in natura verstaat de BBV bijdragen aan huishoudens om de financiële lasten te verlichten die voortvloeien uit een aantal sociale risico's en behoeften. De besteding van de bijdragen is in dit geval niet ter vrije keuze, maar gebonden, door bijvoorbeeld goederen ter beschikking te stellen of de aanschaf van bepaalde goederen en diensten te vergoeden. Een vergoeding krachtens de Wet Voorzieningen Gehandicapten is een voorbeeld van deze subcategorie. ad. d. De overige inkomensoverdrachten aan de overheid (excl. rijk) betreft overdrachten aan provincies, waterschappen en gemeenschappelijke stichtingen, maar ook aan stichtingen waarvan de exploitatielasten in hoofdzaak bestaan uit overheidssubsidies. ad. e. Inkomensoverdrachten, die niet onder voornoemde categorieën vallen, worden onder de overige inkomensoverdrachten gerangschikt. Voorbeelden hiervan zijn vergoedingen aan schoolbesturen van bijzondere scholen en tegemoetkomingen aan raadsfracties in de kosten van die fracties.
304
6.10 Berekening algemene uitkering 2011 uit het gemeentefonds op basis van de Junicirculaire 2010
aantallen 1.b Waarde woningen eigenaren 1.c Waarde niet woningen gebruikers 1.d Waarde niet woningen eigenaren
2011 tarief / bedrag
11.035.000.000 2.757.233.000 2.819.000.000 13.792.233.000
0,000935 0,001010 0,001253
84.673 2 1.973 19.000 15.250 5.450
132,25 28.180,76 312,00 223,64 83,55 27,63
12.525 8.267,90 1.672 0,82690406 637,111666 5.821 6.050 2.583
86,97 363,27 1.457,79 112.792,26 3.720,71 108,77 328,06 147,72
93.000 90.500
51,45 15,48
2.753,14 5.385,60
315,82 456,36
4.550 4.550 75
32,58 28,70 39,19
336 321 15
478,28 3.322,69 1.646,31
24. Woonruimten * subcategorie woningen * subcategorie recreatiewoningen * subcategorie wooneenheden * subcategorie cap. bijz. woongebouwen 25. Woonruimten * bodemfactor kern
42.571 38.987 1 1.324 2.259 42.571
178,49
29. Woningen in bewoonde oorden 1930
13.746
31,13
0,004610702144 0,003890147890
14.824.166,19 9.316.642,46
100.680 2.365 42,57
63,17
685,00 12.449,75 4 4 5.600
7,15 3,55 9.195,56 14.910,99 114,20
totaal ec. waarde 02. Inwoners Kernen met minstens 500 adressen WOZ waarde niet woningen in miljoenen) 04. Inwoners jonger dan 20 jaar 05. Inwoners ouder dan 64 jaar 02a. Ouderen 75 - 85 jaar 07a. Huishoudens met een laag inkomen 07b. Huishoudens met een laag inkomen (drempel) 08. Bijstandsontvangers dynamisch 08a. ABW schaalnadeel 08b. ABW schaalvoordeel 11. Uitkeringsontvangers 12. Minderheden 02a. Eenouderhuishoudens 13. Klantenpotentieel lokaal 14. Klantenpotentieel regionaal 15d. Leerlingen (V)SO 15e. Leerlingen (VO) 16. Oppervlakte land 18. Oppervlakte land* bodemfactor gemeente 19. Oppervlakte binnenwater 21. Oppervlakte bebouwing 22. Opp. bebouwing in kom * bodemfactor kom 23. Opp. bebouwing buiten kom * bodemfactor buiten kom
31a. ISV (a) 31b ISV (b) 32. Omgevingsadressendichtheid * Factor Omgevings Adressen Dichtheid * Woonruimten (gedeeld door 1.000) 34. Oeverlengte * bodemfactor gemeente 35. Oeverlengte * dichtheid * bodemfactor gemeente 36. Kernen 37. Kernen * bodemfactor buiten bebouwde kom 38. Bedrijfsvestigingen 39. Vast bedrag
27,77
262.040,95
Uitkeringsfactor Verfijningen: 51. Verfijningen riolering
1,5300 11.164,00
305
Inkomstenmaatstaven: 1.b Waarde woningen eigenaren 1.c Waarde niet woningen gebruikers 1.d Waarde niet woningen eigenaren
-8.254.180 -1.949.364 -2.472.545
(A) Totaal inkomstenmaatstaven
-12.676.089
Uitgavenmaatstaven: 02. Inwoners Kernen met minstens 500 adressen WOZ waarde niet woningen in miljoenen) 04. Inwoners jonger dan 20 jaar 05. Inwoners ouder dan 64 jaar nw. Ouderen 75 - 85 jaar
11.198.004 56.362 615.670 4.249.160 1.274.138 150.584
07. Huishoudens met een laag inkomen nw. Huishoudens met een laag inkomen (drempel) 08. Bijstandsontvangers dynamisch nw. ABW schaalnadeel nw. ABW schaalvoordeel 11. Uitkeringsontvangers 12. Minderheden nw. Eenouderhuishoudens
1.089.299 3.003.480 2.437.425 93.268 2.370.508 633.150 1.984.763 381.561
13. Klantenpotentieel lokaal 14. Klantenpotentieel regionaal
4.784.850 1.400.940
nw. Leerlingen (V)SO nw. Leerlingen (VO)
869.497 2.457.772
16. Oppervlakte land 18. Oppervlakte land* bodemfactor gemeente 19. Oppervlakte binnenwater
148.239 130.585 2.939
21. Oppervlakte bebouwing 22. Opp. bebouwing in kom * bodemfactor kom 23. Opp. bebouwing buiten kom * bodemfactor buiten kom 24. Woonruimten 25. Woonruimten * bodemfactor kom 29. Woningen in bewoonde oorden 1930 31a. ISV (a) 31 b ISV (b)
160.702 1.066.583 24.695 7.598.498 1.182.197 427.913 68.350 36.243
32. Omgevingsadressendichtheid
6.359.982
34. Oeverlengte * bodemfactor gemeente 35. Oeverlengte * dichtheid * bodemfactor gemeente 36. Kernen 37. Kernen * bodemfactor buiten bebouwde kom 38. Bedrijfsvestigingen
4.898 44.197 36.782 59.644 639.520
39. Vast bedrag
262.041
B. totaal (uitkeringsbasis van uitg.maatstaven)
57.304.437
Uitkeringsfactor
1,530
(B) Totaal uitgavenmaatstaven
87.675.788
Overgangsregime: 51. Verfijningen riolering Suppletie uitkering aanpassing verdeelstelsel junicirculaire 2010 Correctiebedrag 2003 stadsvernieuwing Suppletie uitkering afschaffing ozb gebruikers Diverse uitkeringen: Integratie uitkering amendement De Pater Integratie uitkering WMO (ZN = stand junicirculaire 2010) Integratie uitkering TSIOC Decentralisatie uitkering aanpak kindermishandeling Decentralisatie uitkering taalcoaches (sept circ 2008) Decentralisatie uitkering SLOK (meicirculaire 2009) Decentralisatie uitkering MO (meicirculaire 2009) Decentralisatie uitkering Spoordoorsnijdingen (septembercirc. 09) Decentralisatie uitkering Peuterspeelzaalwerk (septembercirc. 09) Decentralisatie uitkering Brede scholen (septembercirc.09) Decentralisatie uitkering Vrouwenopvang Decentralisatie uitkering WWIK afronding (C) Totaal overige bijdragen
0 7.733.961 0 0 7.500 44.731 2.619.423 0 135.975 0 975.395 52.480 -17 12.129.300
Totaal algemene uitkering ( A + B + C )
87.129.000
306
11.164 423.045 28.523 97.120
307
1.1 1.1 1.1 1.2 1.2 1.2 1.2 1.3 1.3 1.3 1.3 1.3 1.3 1.3 1.3 1.3 1.4 1.4 1.4 1.4 1.4 1.5 1.5 1.5 1.5 970.1 990.1
2.1 2.1 2.1 2.1 2.2 2.2 2.3 2.3 2.3 2.3 2.3
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2
Progr bel.doel
inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners
ccfb ccfb ccfb ccfb ccfb ccfb inwoners stad inwoners inwoners inwoners stad inwoners inwoners stad inwoners ccfb bestuur bestuur inwoners stad ccfb bestuur inwoners stad ccfb ccfb
dienst
611.2 621.1 623.2 623.3 611.2 623.2 610.1 611.1 612.1 614.1 614.4
911.1 913.1 914.1 330.1 921.1 922.1 922.4 930.1 930.2 931.1 932.1 934.1 937.1 939.1 939.2 940.1 960.1 960.2 960.2a 960.4 960.6 980.1 980.2 980.4 980.6 970.1 990.1
subfie
7.951 1.330 1.107 21.849 9.294 2.122 3.896 967 48.516
2. Sociale zaken
9.065
1. Financiën
bijstand/heroriëntatie vreemdelingen participatiebudget: reïntegratie participatiebudget: inburgering bijstand/heroriëntatie participatiebudget: reïntegratie bijstand / financiële dienstverlening sociale werkvoorziening bijstand / inkomensvoorzieningen minimabeleid kwijtschelding belastingen
22 5 1.350 1.091 357 1.878 307 308 313 892 114 1.819 609
lasten
geldleningen en uitzettingen < 1 jaar overige financiele middelen geldleningen en uitzettingen > 1 jaar nutsbedrijven algemene uitkeringen algemene baten en lasten tijdelijke herhuisvesting uitvoering wet woz dienst stad, waardebepaling uitvoering wet woz dienst inwoners ozb gebruikers ozb eigenaren baatbelasting hondenbelasting precariobelasting dienst inwoners precariobelasting dienst stad lasten heffing en invordering belastingen saldo van de kostenplaats ccfb saldo van de kostenplaats dienst bestuur concernbrede overhead saldo van de kostenplaats dienst inwoners saldo van de kostenplaats dienst stad mutaties reserves ccfb mutaties reserves dienst bestuur mutaties reserves dienst inwoners mutaties reserves dienst stad saldo voor bestemming resultaat saldo na bestemming resultaat
omschrijving
6.11 Lasten en baten per subfunctie naar programma
36.366
5.681 696 605 18.614 9.098 1.459 213 -
118.952
1.565 7.166 255 86.012 1 2.820 12.282 136 436 213 111 450 374 4.640 412 529 1.550 -
rekening 2009 baten
12.150
2.270 634 502 3.235 196 663 3.683 967
-109.887
-1.543 -7.166 -255 -86.012 4 1.350 1.091 357 -2.820 -12.282 -136 -436 -213 -111 1.428 307 308 313 518 -4.640 -298 1.290 -1.550 609
saldo
46.830
168 6.762 1.248 636 22.636 9.002 1.750 3.648 980
6.667
23 33 929 1.073 363 2.038 451 -43 341 1.459
lasten
36.597
50 4.673 965 350 20.429 8.804 1.036 290 -
116.886
172 8.306 251 87.676 784 2.902 12.639 65 430 198 139 483 417 227 104 414 1.679 -
begroting 2010 baten
10.233
118 2.089 283 286 2.207 198 714 3.358 980
-110.219
-149 -8.306 -251 -87.676 -751 929 1.073 363 -2.902 -12.639 -65 -430 -198 -139 1.555 -417 224 -43 341 -104 -414 -1.679 1.459
saldo
48.014
87 6.486 1.538 859 25.628 8.877 3.553 986
3.524
19 550 1.069 312 2.070 140 111 -747 -
lasten
35.481
4.745 1.207 600 19.949 8.665 315 -
114.856
240 6.266 251 87.129 784 2.986 12.929 67 436 201 111 561 117 1.521 298 502 457 -
begroting 2011 baten
12.533
87 1.741 331 259 5.679 212 3.238 986
-111.332
-221 -6.266 -251 -87.129 -234 1.069 312 -2.986 -12.929 -67 -436 -201 -111 1.509 -117 140 111 -747 -1.521 -298 -502 -457 -
saldo
308
3.1 3.1 3.1 3.1 3.1 3.1 3.1 3.1 3.2 3.3 3.3 3.3 3.3 3.3 3.3 3.4
4.1 4.1 4.1 4.1 4.2 4.2 4.2 4.3 4.4 4.5 4.5
3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3
4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4
Progr bel.doel
inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners
inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners
dienst
511.1 620.1 630.1 650.1 620.1 622.1 652.1 620.1 620.1 711.1 714.1
421.2 423.2 432.2 433.2 443.2 480.2 480.3 480.4 480.3 423.2 432.2 480.1 480.3 482.1 623.1 480.3
subfie
4. Welzijn en zorg, inclusief volksgezondheid
vormings- en ontwikkelingswerk maatschappelijke begeleiding en advisering sociaal cultureel werk kinderopvang maatschappelijke begeleiding en advisering huishoudelijke verzorging (wmo) Wet Maatschappelijke ondersteuning (oud WVG) maatschappelijke begeleiding en advisering maatschappelijke begeleiding en advisering ambulancevervoer openbare gezondheidszorg
3. Onderwijs
openbaar basisonderwijs, onderwijshuisv bijzonder basisonderwijs, onderwijshuisv bijzonder speciaal basisonderwijs, excl onderwijshuisv bijzonder speciaal basisonderwijs, onderwijshuisv bijzonder voortgezet onderwijs, onderwijshuisv centrale gymnastieklokalen overige voorzieningen tbv onderwijs gebouwen met voormalige onderwijsbestemming overige voorzieningen tbv onderwijs bijzonder basisonderwijs, onderwijshuisv bijzonder speciaal basisonderwijs, excl onderwijshuisv onderwijsbegeleiding overige voorzieningen tbv onderwijs volwasseneneducatie participatiebudget: volwassenen educatie overige voorzieningen tbv onderwijs
omschrijving
6.11 Lasten en baten per subfunctie naar programma
25.997
8 3.161 2.705 406 107 7.709 6.440 4.120 387 92 862
13.330
1.572 1.727 126 1.200 3.944 110 853 1 906 56 39 213 772 1.044 767
lasten
6.596
154 526 187 1.299 39 4.014 377 -
3.646
40 7 5 30 2 1.106 2 769 34 4 1.044 603
rekening 2009 baten
19.401
8 3.007 2.179 219 107 6.410 6.401 106 10 92 862
9.684
1.532 1.720 126 1.195 3.914 108 -253 -1 137 56 5 213 768 164
saldo
26.054
7 3.463 2.699 382 256 8.418 5.950 3.481 399 95 904
13.853
1.621 1.841 119 1.133 2.777 115 2.465 948 46 51 256 728 1.011 742
lasten
2.857
597 182 1.100 23 949 6
2.455
63 25 726 46 1.011 584
begroting 2010 baten
23.197
7 3.463 2.102 200 256 7.318 5.927 2.532 399 95 898
11.398
1.558 1.841 119 1.133 2.777 115 2.440 222 46 5 256 728 158
saldo
25.180
7 2.461 2.672 329 173 8.386 6.135 3.555 404 136 922
13.745
1.703 2.012 75 1.484 3.069 103 1.614 1.191 56 201 691 818 728
lasten
2.302
620 204 1.200 270 2 6
2.205
63 25 726 26 781 584
begroting 2011 baten
22.878
7 2.461 2.052 125 173 7.186 5.865 3.553 404 136 916
11.540
1.640 2.012 75 1.484 3.069 103 1.589 465 30 201 691 37 144
saldo
309
5.1 5.2 5.2 5.2 5.2 5.4 5.4 5.5 5.5 5.5 5.5
6.1 6.2 6.2 6.3 6.3 6.3 6.4 6.5 6.5 6.6
7.0 7.1 7.1 7.2 7.3
5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5
6 6 6 6 6 6 6 6 6 6
7 7 7 7 7
Progr bel.doel
stad stad stad stad stad
inwoners stad stad stad stad stad stad stad stad stad
inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners
dienst
830.1 820.1 822.7 820.1 821.1
723.2 721.1 725.1 722.1 722.2 726.1 550.1 724.1 732.1 723.1
630.1 620.1 714.1 715.1 716.1 480.3 650.1 540.3 580.2 620.1 630.1
subfie
21.274 272 60 4.023 25.629
7. Wonen, ISV
19.623
6. Milieu, natuur, riolering en begraafplaatsen
bouwgrondexploitaties woningbouw en -exploitatie woonschepen en woonhavens woningbouw en -exploitatie investeringsplan stedelijke vernieuwing (isv)
1.126 7.179 8.568 104 433 1.407 806
5.101
5. Jeugdzaken
milieubescherming dienst inwoners vuilophaal en -afvoer baten vuilophaal en -afvoer riolen en rioolgemalen riolen en rioolgemalen (buiten lozingsrecht) baten rioolrechten natuurbescherming lijkbezorging baten begraafplaatsrechten milieubescherming dienst stad
67 9 706 1.101 398 132 864 539 8 1 1.276
lasten
sociaal cultureel werk maatschappelijke begeleiding en advisering openbare gezondheidszorg jeugdgezondheidszorg, uniform deel jeugdgezondheidszorg, maatwerk deel overige voorzieningen tbv onderwijs kinderopvang overige kunst overige recreatieve voorzieningen maatschappelijke begeleiding en advisering sociaal cultureel werk
omschrijving
6.11 Lasten en baten per subfunctie naar programma
17.663
14.244 26 14 3.379
15.940
24 6.698 105 7.982 168 923 40
1.188
1.029 159 -
rekening 2009 baten
7.966
7.030 246 -14 60 644
3.683
1.102 7.179 -6.698 8.463 104 -7.982 433 1.239 -923 766
3.913
67 9 706 72 239 132 864 539 8 1 1.276
saldo
49.171
45.301 224 60 3.586
20.988
1.111 8.048 8.895 103 475 1.387 969
6.269
59 5 732 1.071 727 85 910 1.412 66 1 1.201
lasten
47.008
43.992 16 3.000
16.863
8 7.283 118 8.131 152 1.135 36
1.613
975 575 63 -
begroting 2010 baten
2.163
1.309 224 -16 60 586
4.125
1.103 8.048 -7.283 8.777 103 -8.131 475 1.235 -1.135 933
4.656
59 5 732 96 152 85 910 1.349 66 1 1.201
saldo
28.824
24.740 165 57 3.862
21.413
1.124 8.029 8.507 93 557 1.615 1.488
7.279
61 5 723 1.120 732 85 1.079 2.295 63 1 1.115
lasten
25.462
22.448 14 3.000
18.521
8 8.730 123 8.290 161 1.198 11
2.626
1.001 575 1.050 -
begroting 2011 baten
3.362
2.292 165 -14 57 862
2.892
1.116 8.029 -8.730 8.384 93 -8.290 557 1.454 -1.198 1.477
4.653
61 5 723 119 157 85 1.079 1.245 63 1 1.115
saldo
310
8.1 8.1 8.2 8.3 8.3 8.3 8.3 8.4 8.5 8.6 8.7 8.7 8.7 8.7 8.8
9.1 9.1 9.1 9.1 9.1 9.1 9.1 9.1 9.2 9.2 9.3 9.3 9.3 9.4 9.5
10.1 10.2 10.3 10.4 10.5 10.5 10.5
8 8 8 8 8 8 8 8 8 8 8 8 8 8 8
9 9 9 9 9 9 9 9 9 9 9 9 9 9 9
10 10 10 10 10 10 10
Progr bel.doel
bestuur bestuur bestuur bestuur stad inwoners inwoners
inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners stad
stad inwoners stad inwoners stad stad inwoners inwoners inwoners stad stad stad stad stad stad
dienst
140.1 120.4 120.1 120.1 140.2 140.2 140.3
511.1 540.1 540.2 540.3 541.2 541.3 541.4 580.2 511.1 580.2 511.1 540.3 580.2 510.1 541.5
310.2 560.5 310.2 310.1 310.2 310.3 311.1 560.5 580.2 310.2 310.1 310.2 310.3 311.1 310.2
subfie
903 309 5.706 1.834 693 22 9.467
10. Openbare orde en veiligheid, brandweer
6.757
9. Cultuur en monumentenzorg
openbare orde en veiligheid rampenbestrijding brandweer (repressie 75%) brandweer (preventie 25%) handhaving openbare ruimte handhaving openbare ruimte vergunningverlening
909 144 69 784 1.305 15 691 228 116 76 3 134 90 1.778 415
1.891
196 7 59 87 271 291 156 324 190 258 52
lasten
vormings- en ontwikkelingswerk schouwburg Gooiland exposities hedendaagse beeldende kunst overige kunst museum hilversum carillon streekarchief overige recreatieve voorzieningen vormings- en ontwikkelingswerk overige recreatieve voorzieningen vormings- en ontwikkelingswerk overige kunst overige recreatieve voorzieningen openbaar bibliotheekwerk / kunstuitleen monumentenzorg
8. Economische zaken, media, toerisme en evenementen
economische aangelegenheden bevordering toerisme economische aangelegenheden markten economische aangelegenheden reclame aciviteiten baten marktgelden bevordering toerisme overige recreatieve voorzieningen economische aangelegenheden markten economische aangelegenheden reclame activiteiten baten marktgelden economische aangelegenheden
omschrijving
6.11 Lasten en baten per subfunctie naar programma
60
50 5 5 -
309
111 172 25 1 -
610
7 123 15 16 241 208 -
rekening 2009 baten
9.407
853 304 5.706 1.834 688 22
6.448
909 144 69 784 1.194 15 519 228 116 51 2 134 90 1.778 415
1.281
196 7 59 87 264 168 156 309 174 17 -208 52
saldo
9.924
876 296 5.751 1.917 960 124
5.998
805 77 275 1.183 15 585 231 55 5 7 316 112 1.793 539
1.694
168 7 111 55 230 254 169 288 84 273 55
lasten
92
46 35 11
285
121 157 5 2 -
708
125 359 224 -
begroting 2010 baten
9.832
830 296 5.751 1.917 925 113
5.713
805 77 275 1.062 15 428 231 55 5 316 112 1.793 539
986
168 7 111 55 230 129 169 288 84 -86 -224 55
saldo
10.080
787 391 5.872 1.957 900 173
6.156
917 122 494 1.154 15 611 255 55 7 316 92 1.675 443
1.809
500 338 325 145 88 248 165 -
lasten
125
46 18 50 11
295
121 172 2 -
739
50 41 299 224 125 -
begroting 2011 baten
9.955
741 373 5.872 1.957 850 162
5.861
917 122 494 1.033 15 439 255 55 5 316 92 1.675 443
1.070
500 288 325 104 -211 -224 248 40 -
saldo
311
11.0 11.0 11.0 11.0 11.0 11.0 11.1 11.2 11.2 11.3 11.4
12.1 12.2 12.2 12.2 12.2 12.3 12.4 12.5 12.5 12.5
13.1 13.1 13.2 13.2
14.1 14.2 14.3 14.4 14.4
11 11 11 11 11 11 11 11 11 11 11
12 12 12 12 12 12 12 12 12 12
13 13 13 13
14 14 14 14 14
Progr bel.doel
stad stad stad stad stad
inwoners inwoners inwoners inwoners
inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners
bestuur ccfb bestuur ccfb ccfb bestuur bestuur inwoners inwoners bestuur bestuur
dienst
211.1 211.1 211.1 214.1 215.1
822.1 823.1 822.1 823.1
530.5 530.2 530.3 530.5 531.1 530.5 530.5 560.2 560.3 560.4
001.1 002.1 002.2 002.5 006.1 006.2 005.1 003.1 004.1 002.3 002.4
subfie
14. Bereikbaarheid
10.558
6.280 5 501 3.772 -
3.837
13. Bouw- en woningtoezicht
verkeersmaatregelen, verkeersonderzoeken verkeersmaatregelen, verkeersonderzoeken verkeersmaatregelen, verkeersonderzoeken parkeervoorzieningen baten parkeervoorzieningen
2.459 1.378 -
4.367
12. Sport en recreatie
bouw- en woningtoezicht bouwvergunningen leges bouw- en woningtoezicht bouwvergunningen leges
9 524 1.087 107 1.147 599 85 9 752 48
13.294
2.783 607 2.084 837 368 874 753 3.535 501 952 -
lasten
sportbeoefening en overige sportaangelegenheden zwembaden sportzalen en -hallen sportbeoefening en overige sportaangelegenheden sportparken sportbeoefening en overige sportaangelegenheden sportbeoefening en overige sportaangelegenheden jachthaven overige openluchtrecreatie volksfeesten
11. Bestuurlijke aangelegenheden
bestuursorganen ondersteuning bestuur en organisatie algemene bestuurszaken bestuursondersteuning gemeentesecretaris bestuursondersteuning raad bestuursondersteuning raad bestuurlijke samenwerking (gewest) burgerzaken leges burgerzaken communicatie samenlevingsgericht werken
omschrijving
6.11 Lasten en baten per subfunctie naar programma
8.113
3.432 156 49 4.476
1.826
59 1.750 17
889
544 260 77 8 -
1.892
8 1 284 1 10 1.588 -
rekening 2009 baten
2.445
2.848 5 345 3.723 -4.476
2.011
2.400 -1.750 1.378 -17
3.478
9 524 543 107 887 522 85 9 744 48
11.402
2.783 599 2.083 553 368 873 753 3.525 -1.087 952 -
saldo
16.257
11.647 81 498 4.031 -
3.672
2.154 1.518 -
4.539
53 412 1.427 1.525 445 105 482 90
12.645
2.799 936 2.024 477 836 864 3.367 422 920 -
lasten
12.976
8.500 84 47 4.345
1.404
22 1.357 25
934
569 255 103 7 -
1.382
2 1.380 -
begroting 2010 baten
3.281
3.147 81 414 3.984 -4.345
2.268
2.132 -1.357 1.518 -25
3.605
53 412 858 1.270 342 105 475 90
11.263
2.799 936 2.024 477 834 864 3.367 -958 920 -
saldo
18.431
13.973 180 205 4.073 -
3.715
2.534 1.181 -
4.358
73 423 1.293 1.586 298 58 486 141
13.360
2.959 977 1.989 499 840 665 3.488 420 1.159 364
lasten
15.627
11.000 47 4.580
2.092
22 2.045 25
823
547 265 4 7 -
1.413
2 1.411 -
begroting 2011 baten
2.804
2.973 180 205 4.026 -4.580
1.623
2.512 -2.045 1.181 -25
3.535
73 423 746 1.321 294 58 479 141
11.947
2.959 977 1.989 499 838 665 3.488 -991 1.159 364
saldo
312
17.1 17.1
16.1 16.1 16.1 16.1 16.1 16.1 16.2 16.2 16.2 16.3 16.3 16.3
16 16 16 16 16 16 16 16 16 16 16 16
17 17
15.1 15.1 15.2
15 15 15
Progr bel.doel
ccfb bestuur
stad stad stad stad stad stad stad stad stad stad stad stad
stad stad stad
dienst
002.4 002.4
210.1 210.2 210.3 210.4 211.2 211.3 560.1 560.6 560.9 221.2 221.3 221.4
810.1 810.2 810.1
subfie
TOTAAL
samenlevingsgericht werken samenlevingsgericht werken (m.i.v. 2011 beleidsdoel 11.4)
16. Beheer openbare ruimte
216.231
7
370 216.231
7 -
2.103
129 1.828 11 14 3 50 4 64
71
70 1
rekening 2009 baten
370 -
15.780
1.413 844 338 6.277 334 183 4.990 801 38 25 327 210
2.649
15. Ruimtelijke ordening
openbare verlichting straatreiniging sneeuwruimen en gladheidsbestrijding onderhoud wegen, straten en pleinen onderhoud bebording verkeerscalamiteiten plantsoenen boomverzorging dierverzorging nieuwe haven overige binnenhavens en waterwegen sluizen
760 1.341 548
lasten
ruimtelijke ordening landmeten en vastgoedregistratie ruimtelijke ordening
omschrijving
6.11 Lasten en baten per subfunctie naar programma
-
363
363 -
13.677
1.284 844 338 4.449 323 169 4.987 751 38 21 327 146
2.578
760 1.271 547
saldo
242.887
382
382
14.970
1.416 931 356 5.590 331 160 4.480 940 164 26 358 218
2.974
519 1.474 981
lasten
242.887
-
-
748
106 515 9 2 53 3 60
79
79 -
begroting 2010 baten
-
382
382
14.222
1.310 931 356 5.075 322 158 4.480 887 164 23 358 158
2.895
519 1.395 981
saldo
223.194
-
-
14.067
1.278 1.827 358 5.155 329 190 3.000 1.258 93 14 341 224
3.239
1.056 1.345 838
lasten
223.194
-
-
548
106 314 9 2 54 3 60
79
79 -
begroting 2011 baten
-
-
-
13.519
1.172 1.827 358 4.841 320 188 3.000 1.204 93 11 341 164
3.160
1.056 1.266 838
saldo
313
Progr bel.doel
subfie
PROGRAMMA'S
dienst
TOTAAL
1. Financien 2. Sociale zaken 3. Onderwijs 4. Welzijn en Zorg, inclusief Volksgezondheid 5. Jeugdzaken 6. Milieu, Natuur, Riolering en Begraafplaatsen 7. Wonen, ISV 8. Economische zaken, Media, Toerisme en evenementen 9. Cultuur en Monumentenzorg 10. Openbare Orde en Veiligheid, Brandweer 11. Bestuurlijke Aangelegenheden 12. Sport en Recreatie 13. Bouw en Woningtoezicht 14. Bereikbaarheid 15. Ruimtelijke ordening 16. Beheer Openbare Ruimte 17. Samenlevingsgericht werken
omschrijving
6.11 Lasten en baten per subfunctie naar programma
118.952 36.366 3.646 6.596 1.188 15.940 17.663 610 309 60 1.892 889 1.826 8.113 71 2.103 7 216.231
216.231
rekening 2009 baten
9.065 48.516 13.330 25.997 5.101 19.623 25.629 1.891 6.757 9.467 13.294 4.367 3.837 10.558 2.649 15.780 370
lasten
0
-109.887 12.150 9.684 19.401 3.913 3.683 7.966 1.281 6.448 9.407 11.402 3.478 2.011 2.445 2.578 13.677 363
saldo
242.887
6.667 46.830 13.853 26.054 6.269 20.988 49.171 1.694 5.998 9.924 12.645 4.539 3.672 16.257 2.974 14.970 382
lasten
242.887
116.886 36.597 2.455 2.857 1.613 16.863 47.008 708 285 92 1.382 934 1.404 12.976 79 748 -
begroting 2010 baten
-
-110.219 10.233 11.398 23.197 4.656 4.125 2.163 986 5.713 9.832 11.263 3.605 2.268 3.281 2.895 14.222 382
saldo
223.194
3.524 48.014 13.745 25.180 7.279 21.413 28.824 1.809 6.156 10.080 13.360 4.358 3.715 18.431 3.239 14.067 -
lasten
223.194
114.856 35.481 2.205 2.302 2.626 18.521 25.462 739 295 125 1.413 823 2.092 15.627 79 548 -
begroting 2011 baten
-
-111.332 12.533 11.540 22.878 4.653 2.892 3.362 1.070 5.861 9.955 11.947 3.535 1.623 2.804 3.160 13.519 -
saldo
314
bestuur bestuur bestuur bestuur bestuur bestuur bestuur bestuur bestuur bestuur bestuur bestuur bestuur bestuur
ccfb ccfb ccfb ccfb ccfb ccfb ccfb ccfb ccfb ccfb ccfb ccfb ccfb ccfb
inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners
1.4 1.4 1.5 10.1 10.2 10.3 10.4 11.0 11.0 11.0 11.1 11.3 11.4 17.1
1.1 1.1 1.1 1.2 1.2 1.2 1.4 1.5 970.1 990.1 11.0 11.0 11.0 17.1
1.2 1.3 1.3 1.3 1.3 1.3 1.3 1.4
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 11 11 11 17
1 1 1 1 1 1 1 1
dienst
1 1 1 10 10 10 10 11 11 11 11 11 11 17
Progr bel.doel
922.4 930.2 931.1 932.1 937.1 939.1 940.1 960.4
911.1 913.1 914.1 330.1 921.1 922.1 960.1 980.1 970.1 990.1 002.1 002.5 006.1 002.4
960.2 960.2a 980.2 140.1 120.4 120.1 120.1 001.1 002.2 006.2 005.1 002.3 002.4 002.4
subfie
tijdelijke herhuisvesting uitvoering wet woz dienst inwoners ozb gebruikers ozb eigenaren hondenbelasting precariobelasting dienst inwoners lasten heffing en invordering belastingen saldo van de kostenplaats dienst inwoners
CCFB
geldleningen en uitzettingen < 1 jaar overige financiele middelen geldleningen en uitzettingen > 1 jaar nutsbedrijven algemene uitkeringen algemene baten en lasten saldo van de kostenplaats ccfb mutaties reserves ccfb saldo voor bestemming resultaat saldo na bestemming resultaat ondersteuning bestuur en organisatie bestuursondersteuning gemeentesecretaris bestuursondersteuning raad samenlevingsgericht werken
Bestuur
saldo van de kostenplaats dienst bestuur concernbrede overhead mutaties reserves dienst bestuur openbare orde en veiligheid rampenbestrijding brandweer (repressie 75%) brandweer (preventie 25%) bestuursorganen algemene bestuurszaken bestuursondersteuning raad bestuurlijke samenwerking (gewest) communicatie samenlevingsgericht werken samenlevingsgericht werken
omschrijving
6.12 Lasten en baten per subfunctie naar dienst
1.350 357 1.878 313
3.125
22 5 307 609 607 837 368 370
16.620
308 114 903 309 5.706 1.834 2.783 2.084 874 753 952 -
lasten
2.820 12.282 436 213 450 -
99.938
1.565 7.166 255 86.012 1 4.640 8 284 7
469
412 50 5 1 1 -
rekening 2009 baten
1.350 357 -2.820 -12.282 -436 -213 1.428 313
-96.813
-1.543 -7.166 -255 -86.012 4 307 -4.640 609 599 553 368 363
16.151
308 -298 853 304 5.706 1.834 2.783 2.083 873 753 952 -
saldo
929 363 2.038 -43
2.928
23 33 1.459 936 477 -
17.116
451 876 296 5.751 1.917 2.799 2.024 836 864 920 382
lasten
2.902 12.639 430 198 483 -
97.606
172 8.306 251 87.676 784 417 -
379
227 104 46 2 -
begroting 2010 baten
929 363 -2.902 -12.639 -430 -198 1.555 -43
-94.678
-149 -8.306 -251 -87.676 -751 -417 1.459 936 477 -
16.737
224 -104 830 296 5.751 1.917 2.799 2.024 834 864 920 382
saldo
312 2.070 111
2.045
19 550 977 499 -
17.123
140 787 391 5.872 1.957 2.959 1.989 840 665 1.159 364 -
2.986 12.929 436 201 561 -
96.308
240 6.266 251 87.129 784 117 1.521 -
364
298 46 18 2 -
baten
begroting 2011 lasten
312 -2.986 -12.929 -436 -201 1.509 111
-94.263
-221 -6.266 -251 -87.129 -234 -117 -1.521 977 499 -
16.759
140 -298 741 373 5.872 1.957 2.959 1.989 838 665 1.159 364 -
saldo
315
1 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 5 5 5
1.5 2.1 2.1 2.1 2.1 2.2 2.2 2.3 2.3 2.3 2.3 2.3 3.1 3.1 3.1 3.1 3.1 3.1 3.1 3.1 3.2 3.3 3.3 3.3 3.3 3.3 3.3 3.4 4.1 4.1 4.1 4.1 4.2 4.2 4.2 4.3 4.4 4.5 4.5 5.1 5.2 5.2
Progr bel.doel
inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners
dienst
980.4 611.2 621.1 623.2 623.3 611.2 623.2 610.1 611.1 612.1 614.1 614.4 421.2 423.2 432.2 433.2 443.2 480.2 480.3 480.4 480.3 423.2 432.2 480.1 480.3 482.1 623.1 480.3 511.1 620.1 630.1 650.1 620.1 622.1 652.1 620.1 620.1 711.1 714.1 630.1 620.1 714.1
subfie
mutaties reserves dienst inwoners bijstand/heroriëntatie vreemdelingen participatiebudget: reïntegratie participatiebudget: inburgering bijstand/heroriëntatie participatiebudget: reïntegratie bijstand / financiële dienstverlening sociale werkvoorziening bijstand / inkomensvoorzieningen minimabeleid kwijtschelding belastingen openbaar basisonderwijs, onderwijshuisv bijzonder basisonderwijs, onderwijshuisv bijzonder speciaal basisonderwijs, excl onderwijshuisv bijzonder speciaal basisonderwijs, onderwijshuisv bijzonder voortgezet onderwijs, onderwijshuisv centrale gymnastieklokalen overige voorzieningen tbv onderwijs gebouwen met voormalige onderwijsbestemming overige voorzieningen tbv onderwijs bijzonder basisonderwijs, onderwijshuisv bijzonder speciaal basisonderwijs, excl onderwijshuisv onderwijsbegeleiding overige voorzieningen tbv onderwijs volwasseneneducatie participatiebudget: volwassenen educatie overige voorzieningen tbv onderwijs vormings- en ontwikkelingswerk maatschappelijke begeleiding en advisering sociaal cultureel werk kinderopvang maatschappelijke begeleiding en advisering huishoudelijke verzorging (wmo) Wet Maatschappelijke ondersteuning (oud WVG) maatschappelijke begeleiding en advisering maatschappelijke begeleiding en advisering ambulancevervoer openbare gezondheidszorg sociaal cultureel werk maatschappelijke begeleiding en advisering openbare gezondheidszorg
omschrijving
6.12 Lasten en baten per subfunctie naar dienst
1.819 7.951 1.330 1.107 21.849 9.294 2.122 3.896 967 1.572 1.727 126 1.200 3.944 110 853 1 906 56 39 213 772 1.044 767 8 3.161 2.705 406 107 7.709 6.440 4.120 387 92 862 67 9 706
lasten 529 5.681 696 605 18.614 9.098 1.459 213 40 7 5 30 2 1.106 2 769 34 4 1.044 603 154 526 187 1.299 39 4.014 377 -
rekening 2009 baten 1.290 2.270 634 502 3.235 196 663 3.683 967 1.532 1.720 126 1.195 3.914 108 -253 -1 137 56 5 213 768 164 8 3.007 2.179 219 107 6.410 6.401 106 10 92 862 67 9 706
saldo 168 6.762 1.248 636 22.636 9.002 1.750 3.648 980 1.621 1.841 119 1.133 2.777 115 2.465 948 46 51 256 728 1.011 742 7 3.463 2.699 382 256 8.418 5.950 3.481 399 95 904 59 5 732
lasten 414 50 4.673 965 350 20.429 8.804 1.036 290 63 25 726 46 1.011 584 597 182 1.100 23 949 6 -
begroting 2010 baten -414 118 2.089 283 286 2.207 198 714 3.358 980 1.558 1.841 119 1.133 2.777 115 2.440 222 46 5 256 728 158 7 3.463 2.102 200 256 7.318 5.927 2.532 399 95 898 59 5 732
saldo 87 6.486 1.538 859 25.628 8.877 3.553 986 1.703 2.012 75 1.484 3.069 103 1.614 1.191 56 201 691 818 728 7 2.461 2.672 329 173 8.386 6.135 3.555 404 136 922 61 5 723
502 4.745 1.207 600 19.949 8.665 315 63 25 726 26 781 584 620 204 1.200 270 2 6 -
baten
begroting 2011 lasten
-502 87 1.741 331 259 5.679 212 3.238 986 1.640 2.012 75 1.484 3.069 103 1.589 465 30 201 691 37 144 7 2.461 2.052 125 173 7.186 5.865 3.553 404 136 916 61 5 723
saldo
316
5 5 5 5 5 5 5 5 6 8 8 8 8 8 9 9 9 9 9 9 9 9 9 9 9 9 9 9 10 10 11 11 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12
5.2 5.2 5.4 5.4 5.5 5.5 5.5 5.5 6.1 8.1 8.3 8.3 8.4 8.5 9.1 9.1 9.1 9.1 9.1 9.1 9.1 9.1 9.2 9.2 9.3 9.3 9.3 9.4 10.5 10.5 11.2 11.2 12.1 12.2 12.2 12.2 12.2 12.3 12.4 12.5 12.5 12.5
Progr bel.doel
inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners
dienst
715.1 716.1 480.3 650.1 540.3 580.2 620.1 630.1 723.2 560.5 310.1 311.1 560.5 580.2 511.1 540.1 540.2 540.3 541.2 541.3 541.4 580.2 511.1 580.2 511.1 540.3 580.2 510.1 140.2 140.3 003.1 004.1 530.5 530.2 530.3 530.5 531.1 530.5 530.5 560.2 560.3 560.4
subfie
jeugdgezondheidszorg, uniform deel jeugdgezondheidszorg, maatwerk deel overige voorzieningen tbv onderwijs kinderopvang overige kunst overige recreatieve voorzieningen maatschappelijke begeleiding en advisering sociaal cultureel werk milieubescherming dienst inwoners bevordering toerisme markten baten marktgelden bevordering toerisme overige recreatieve voorzieningen vormings- en ontwikkelingswerk schouwburg Gooiland exposities hedendaagse beeldende kunst overige kunst museum hilversum carillon streekarchief overige recreatieve voorzieningen vormings- en ontwikkelingswerk overige recreatieve voorzieningen vormings- en ontwikkelingswerk overige kunst overige recreatieve voorzieningen openbaar bibliotheekwerk / kunstuitleen handhaving openbare ruimte vergunningverlening burgerzaken leges burgerzaken sportbeoefening en overige sportaangelegenheden zwembaden sportzalen en -hallen sportbeoefening en overige sportaangelegenheden sportparken sportbeoefening en overige sportaangelegenheden sportbeoefening en overige sportaangelegenheden jachthaven overige openluchtrecreatie volksfeesten
omschrijving
6.12 Lasten en baten per subfunctie naar dienst
1.101 398 132 864 539 8 1 1.276 1.126 7 271 291 909 144 69 784 1.305 15 691 228 116 76 3 134 90 1.778 22 3.535 501 9 524 1.087 107 1.147 599 85 9 752 48
lasten 1.029 159 24 7 123 111 172 25 1 10 1.588 544 260 77 8 -
rekening 2009 baten 72 239 132 864 539 8 1 1.276 1.102 7 264 168 909 144 69 784 1.194 15 519 228 116 51 2 134 90 1.778 22 3.525 -1.087 9 524 543 107 887 522 85 9 744 48
saldo 1.071 727 85 910 1.412 66 1 1.201 1.111 7 230 254 805 77 275 1.183 15 585 231 55 5 7 316 112 1.793 124 3.367 422 53 412 1.427 1.525 445 105 482 90
lasten 975 575 63 8 125 121 157 5 2 11 1.380 569 255 103 7 -
begroting 2010 baten 96 152 85 910 1.349 66 1 1.201 1.103 7 230 129 805 77 275 1.062 15 428 231 55 5 316 112 1.793 113 3.367 -958 53 412 858 1.270 342 105 475 90
saldo 1.120 732 85 1.079 2.295 63 1 1.115 1.124 325 248 165 917 122 494 1.154 15 611 255 55 7 316 92 1.675 900 173 3.488 420 73 423 1.293 1.586 298 58 486 141
1.001 575 1.050 8 224 125 121 172 2 50 11 1.411 547 265 4 7 -
baten
begroting 2011 lasten
119 157 85 1.079 1.245 63 1 1.115 1.116 325 -224 248 40 917 122 494 1.033 15 439 255 55 5 316 92 1.675 850 162 3.488 -991 73 423 746 1.321 294 58 479 141
saldo
317
inwoners inwoners inwoners inwoners
stad stad stad stad stad stad stad stad stad stad stad stad stad stad stad stad stad stad stad stad stad stad stad stad stad stad stad stad stad stad stad stad stad stad stad
13.1 13.1 13.2 13.2
1.3 1.3 1.3 1.4 1.5 6.2 6.2 6.3 6.3 6.3 6.4 6.5 6.5 6.6 7.0 7.1 7.1 7.2 7.3 8.1 8.2 8.3 8.3 8.6 8.7 8.7 8.7 8.7 8.8 9.5 10.5 14.1 14.2 14.3 14.4
1 1 1 1 1 6 6 6 6 6 6 6 6 6 7 7 7 7 7 8 8 8 8 8 8 8 8 8 8 9 10 14 14 14 14
dienst
13 13 13 13
Progr bel.doel
930.1 934.1 939.2 960.6 980.6 721.1 725.1 722.1 722.2 726.1 550.1 724.1 732.1 723.1 830.1 820.1 822.7 820.1 821.1 310.2 310.2 310.2 310.3 310.2 310.1 310.2 310.3 311.1 310.2 541.5 140.2 211.1 211.1 211.1 214.1
822.1 823.1 822.1 823.1
subfie
uitvoering wet woz dienst stad, waardebepaling baatbelasting precariobelasting dienst stad saldo van de kostenplaats dienst stad mutaties reserves dienst stad vuilophaal en -afvoer baten vuilophaal en -afvoer riolen en rioolgemalen riolen en rioolgemalen (buiten lozingsrecht) baten rioolrechten natuurbescherming lijkbezorging baten begraafplaatsrechten milieubescherming dienst stad bouwgrondexploitaties woningbouw en -exploitatie woonschepen en woonhavens woningbouw en -exploitatie investeringsplan stedelijke vernieuwing (isv) economische aangelegenheden economische aangelegenheden economische aangelegenheden reclame aciviteiten economische aangelegenheden markten economische aangelegenheden reclame activiteiten baten marktgelden economische aangelegenheden monumentenzorg handhaving openbare ruimte verkeersmaatregelen, verkeersonderzoeken verkeersmaatregelen, verkeersonderzoeken verkeersmaatregelen, verkeersonderzoeken parkeervoorzieningen
Inwoners
bouw- en woningtoezicht bouwvergunningen leges bouw- en woningtoezicht bouwvergunningen leges
omschrijving
6.12 Lasten en baten per subfunctie naar dienst
1.091 892 7.179 8.568 104 433 1.407 806 21.274 272 60 4.023 196 59 87 156 324 190 258 52 415 693 6.280 5 501 3.772
118.960
2.459 1.378 -
lasten
136 111 374 1.550 6.698 105 7.982 168 923 40 14.244 26 14 3.379 15 16 241 208 5 3.432 156 49
69.302
59 1.750 17
rekening 2009 baten
1.091 -136 -111 518 -1.550 7.179 -6.698 8.463 104 -7.982 433 1.239 -923 766 7.030 246 -14 60 644 196 59 87 156 309 174 17 -208 52 415 688 2.848 5 345 3.723
49.658
2.400 -1.750 1.378 -17
saldo
1.073 341 8.048 8.895 103 475 1.387 969 45.301 224 60 3.586 168 111 55 169 288 84 273 55 539 960 11.647 81 498 4.031
115.478
2.154 1.518 -
lasten
65 139 1.679 7.283 118 8.131 152 1.135 36 43.992 16 3.000 359 224 35 8.500 84 47
64.735
22 1.357 25
begroting 2010 baten
1.073 -65 -139 341 -1.679 8.048 -7.283 8.777 103 -8.131 475 1.235 -1.135 933 1.309 224 -16 60 586 168 111 55 169 288 84 -86 -224 55 539 925 3.147 81 414 3.984
50.743
2.132 -1.357 1.518 -25
saldo
1.069 -747 8.029 8.507 93 557 1.615 1.488 24.740 165 57 3.862 500 338 145 88 443 13.973 180 205 4.073
117.340
2.534 1.181 -
67 111 457 8.730 123 8.290 161 1.198 11 22.448 14 3.000 50 41 299 11.000 47
65.268
22 2.045 25
baten
begroting 2011 lasten
1.069 -67 -111 -747 -457 8.029 -8.730 8.384 93 -8.290 557 1.454 -1.198 1.477 2.292 165 -14 57 862 500 288 104 -211 443 2.973 180 205 4.026
52.072
2.512 -2.045 1.181 -25
saldo
318
14 15 15 15 16 16 16 16 16 16 16 16 16 16 16 16
14.4 15.1 15.1 15.2 16.1 16.1 16.1 16.1 16.1 16.1 16.2 16.2 16.2 16.3 16.3 16.3
Progr bel.doel
215.1 810.1 810.2 810.1 210.1 210.2 210.3 210.4 211.2 211.3 560.1 560.6 560.9 221.2 221.3 221.4
subfie
DIENSTEN
stad stad stad stad stad stad stad stad stad stad stad stad stad stad stad stad
dienst
TOTAAL
bestuur brw ccfb inwoners stad
TOTAAL
Stad
baten parkeervoorzieningen ruimtelijke ordening landmeten en vastgoedregistratie ruimtelijke ordening openbare verlichting straatreiniging sneeuwruimen en gladheidsbestrijding onderhoud wegen, straten en pleinen onderhoud bebording verkeerscalamiteiten plantsoenen boomverzorging dierverzorging nieuwe haven overige binnenhavens en waterwegen sluizen
omschrijving
6.12 Lasten en baten per subfunctie naar dienst
-
16.620 3.125 118.960 77.526 216.231
216.231
77.526
760 1.341 548 1.413 844 338 6.277 334 183 4.990 801 38 25 327 210
lasten
469 99.938 69.302 46.522 216.231
216.231
46.522
4.476 70 1 129 1.828 11 14 3 50 4 64
rekening 2009 baten
16.151 -96.813 49.658 31.004 0
-
31.004
-4.476 760 1.271 547 1.284 844 338 4.449 323 169 4.987 751 38 21 327 146
saldo
17.116 2.928 115.478 107.365 242.887
242.887
107.365
519 1.474 981 1.416 931 356 5.590 331 160 4.480 940 164 26 358 218
lasten
379 97.606 64.735 80.167 242.887
242.887
80.167
4.345 79 106 515 9 2 53 3 60
begroting 2010 baten
16.737 -94.678 50.743 27.198 -
-
27.198
-4.345 519 1.395 981 1.310 931 356 5.075 322 158 4.480 887 164 23 358 158
saldo
17.123 2.045 117.340 86.686 223.194
223.194
86.686
1.056 1.345 838 1.278 1.827 358 5.155 329 190 3.000 1.258 93 14 341 224
364 96.308 65.268 61.254 223.194
223.194
61.254
4.580 79 106 314 9 2 54 3 60
baten
begroting 2011 lasten
16.759 -94.263 52.072 25.432 -
-
25.432
-4.580 1.056 1.266 838 1.172 1.827 358 4.841 320 188 3.000 1.204 93 11 341 164
saldo
319
bestuur ccfb bestuur bestuur bestuur ccfb bestuur ccfb inwoners inwoners bestuur ccfb bestuur
bestuur bestuur bestuur bestuur stad inwoners inwoners
stad stad stad stad stad stad stad stad stad stad stad stad stad stad
11.0 11.0 11.0 11.3 11.4 17.1 17.1 11.0 11.2 11.2 11.1 11.0 11.0
10.3 10.4 10.2 10.1 10.5 10.5 10.5
16.1 16.1 16.1 16.1 14.1 14.2 14.3 16.1 16.1 14.4 14.4 16.3 16.3 16.3
10 10 10 10 10 10 10
16 16 16 16 14 14 14 16 16 14 14 16 16 16
dienst
11 11 11 11 11 17 17 11 11 11 11 11 11
Progr bel.doel
210.1 210.2 210.3 210.4 211.1 211.1 211.1 211.2 211.3 214.1 215.1 221.2 221.3 221.4
120.1 120.1 120.4 140.1 140.2 140.2 140.3
001.1 002.1 002.2 002.3 002.4 002.4 002.4 002.5 003.1 004.1 005.1 006.1 006.2
subfie
Hoofdfunctie 2
20.509
1.413 844 338 6.277 6.280 5 501 334 183 3.772 25 327 210
9.467
Hoofdfunctie 1
openbare verlichting straatreiniging sneeuwruimen en gladheidsbestrijding onderhoud wegen, straten en pleinen verkeersmaatregelen, verkeersonderzoeken verkeersmaatregelen, verkeersonderzoeken verkeersmaatregelen, verkeersonderzoeken onderhoud bebording verkeerscalamiteiten parkeervoorzieningen baten parkeervoorzieningen nieuwe haven overige binnenhavens en waterwegen sluizen
5.706 1.834 309 903 693 22
13.664
2.783 607 2.084 952 370 837 3.535 501 753 368 874
lasten
brandweer (repressie 75%) brandweer (preventie 25%) rampenbestrijding openbare orde en veiligheid handhaving openbare ruimte handhaving openbare ruimte vergunningverlening
Hoofdfunctie 0
bestuursorganen ondersteuning bestuur en organisatie algemene bestuurszaken communicatie samenlevingsgericht werken samenlevingsgericht werken samenlevingsgericht werken bestuursondersteuning gemeentesecretaris burgerzaken leges burgerzaken bestuurlijke samenwerking (gewest) bestuursondersteuning raad bestuursondersteuning raad
omschrijving
6.13 Lasten en baten per subfunctie naar hoofdfunctie
10.163
129 1.828 3.432 156 11 14 49 4.476 4 64
60
5 50 5 -
1.899
8 1 7 284 10 1.588 1
rekening 2009 baten
10.346
1.284 844 338 4.449 2.848 5 345 323 169 3.723 -4.476 21 327 146
9.407
5.706 1.834 304 853 688 22
11.765
2.783 599 2.083 952 363 553 3.525 -1.087 753 368 873
saldo
25.643
1.416 931 356 5.590 11.647 81 498 331 160 4.031 26 358 218
9.924
5.751 1.917 296 876 960 124
13.027
2.799 936 2.024 920 382 3.367 422 864 477 836
lasten
13.671
106 515 8.500 84 9 2 47 4.345 3 60
92
46 35 11
1.382
1.380 2
begroting 2010 baten
11.972
1.310 931 356 5.075 3.147 81 414 322 158 3.984 -4.345 23 358 158
9.832
5.751 1.917 296 830 925 113
11.645
2.799 936 2.024 920 382 3.367 -958 864 477 834
saldo
28.147
1.278 1.827 358 5.155 13.973 180 205 329 190 4.073 14 341 224
10.080
5.872 1.957 391 787 900 173
13.360
2.959 977 1.989 1.159 364 3.488 420 665 499 840
16.121
106 314 11.000 9 2 47 4.580 3 60
125
18 46 50 11
1.413
1.411 2
baten
begroting 2011 lasten
12.026
1.172 1.827 358 4.841 2.973 180 205 320 188 4.026 -4.580 11 341 164
9.955
5.872 1.957 373 741 850 162
11.947
2.959 977 1.989 1.159 364 3.488 -991 665 499 838
saldo
320
inwoners stad stad stad stad stad stad stad stad stad inwoners stad ccfb
inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners
inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners
8.3 8.7 8.1 8.2 8.3 8.6 8.7 8.8 8.3 8.7 8.3 8.7 1.2
3.1 3.1 3.3 3.1 3.3 3.1 3.1 3.3 3.1 3.1 3.2 3.3 3.4 5.4 3.1 3.3
9.4 4.1 9.1 9.2 9.3 12.2 12.2
3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 5 3 3
9 4 9 9 9 12 12
dienst
8 8 8 8 8 8 8 8 8 8 8 8 1
Progr bel.doel
510.1 511.1 511.1 511.1 511.1 530.2 530.3
421.2 423.2 423.2 432.2 432.2 433.2 443.2 480.1 480.2 480.3 480.3 480.3 480.3 480.3 480.4 482.1
310.1 310.1 310.2 310.2 310.2 310.2 310.2 310.2 310.3 310.3 311.1 311.1 330.1
subfie
openbaar bibliotheekwerk / kunstuitleen vormings- en ontwikkelingswerk vormings- en ontwikkelingswerk vormings- en ontwikkelingswerk vormings- en ontwikkelingswerk zwembaden sportzalen en -hallen
Hoofdfunctie 4
openbaar basisonderwijs, onderwijshuisv bijzonder basisonderwijs, onderwijshuisv bijzonder basisonderwijs, onderwijshuisv bijzonder speciaal basisonderwijs, excl onderwijshuisv bijzonder speciaal basisonderwijs, excl onderwijshuisv bijzonder speciaal basisonderwijs, onderwijshuisv bijzonder voortgezet onderwijs, onderwijshuisv onderwijsbegeleiding centrale gymnastieklokalen overige voorzieningen tbv onderwijs overige voorzieningen tbv onderwijs overige voorzieningen tbv onderwijs overige voorzieningen tbv onderwijs overige voorzieningen tbv onderwijs gebouwen met voormalige onderwijsbestemming volwasseneneducatie
Hoofdfunctie 3
markten markten economische aangelegenheden economische aangelegenheden economische aangelegenheden economische aangelegenheden economische aangelegenheden economische aangelegenheden reclame aciviteiten reclame activiteiten baten marktgelden baten marktgelden nutsbedrijven
omschrijving
6.13 Lasten en baten per subfunctie naar hoofdfunctie
1.778 8 909 116 3 524 1.087
13.462
1.572 1.727 56 126 39 1.200 3.944 213 110 853 906 772 767 132 1 1.044
1.322
324 196 59 87 156 190 52 258 -
lasten
1 544
3.646
40 7 34 5 30 2 1.106 769 4 603 2 1.044
735
15 16 241 208 255
rekening 2009 baten
1.778 8 909 116 2 524 543
9.816
1.532 1.720 56 126 5 1.195 3.914 213 108 -253 137 768 164 132 -1 -
587
309 196 59 87 156 174 52 17 -208 -255
saldo
1.793 7 805 55 7 412 1.427
12.927
1.621 1.841 46 119 51 1.133 2.777 256 115 2.465 948 728 742 85 -
1.203
288 168 111 55 169 84 55 273 -
lasten
2 569
1.444
63 46 25 726 584 -
834
359 224 251
begroting 2010 baten
1.793 7 805 55 5 412 858
11.483
1.558 1.841 46 119 5 1.133 2.777 256 115 2.440 222 728 158 85 -
369
288 168 111 55 169 84 55 -86 -224 -251
saldo
1.675 7 917 55 7 423 1.293
13.012
1.703 2.012 75 56 1.484 3.069 201 103 1.614 1.191 691 728 85 -
1.396
325 500 338 145 88 -
2 547
1.424
63 26 25 726 584 -
865
50 41 299 224 251
baten
begroting 2011 lasten
1.675 7 917 55 5 423 746
11.588
1.640 2.012 75 30 1.484 3.069 201 103 1.589 465 691 144 85 -
531
325 500 288 104 -211 -224 -251
saldo
321
inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners stad stad stad inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners stad stad inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners
inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners
12.1 12.2 12.3 12.4 12.2 9.1 9.1 5.5 9.1 9.3 9.1 9.1 9.1 9.5 6.4 16.2 12.5 12.5 12.5 8.1 8.4 16.2 16.2 5.5 8.5 9.1 9.2 9.3
2.3 2.3 2.1 2.2 2.3 2.3 2.3 4.1 4.2 4.3 4.4
2 2 2 2 2 2 2 4 4 4 4
dienst
12 12 12 12 12 9 9 5 9 9 9 9 9 9 6 16 12 12 12 8 8 16 16 5 8 9 9 9
Progr bel.doel
610.1 611.1 611.2 611.2 612.1 614.1 614.4 620.1 620.1 620.1 620.1
530.5 530.5 530.5 530.5 531.1 540.1 540.2 540.3 540.3 540.3 541.2 541.3 541.4 541.5 550.1 560.1 560.2 560.3 560.4 560.5 560.5 560.6 560.9 580.2 580.2 580.2 580.2 580.2
subfie
bijstand / financiële dienstverlening sociale werkvoorziening bijstand/heroriëntatie bijstand/heroriëntatie bijstand / inkomensvoorzieningen minimabeleid kwijtschelding belastingen maatschappelijke begeleiding en advisering maatschappelijke begeleiding en advisering maatschappelijke begeleiding en advisering maatschappelijke begeleiding en advisering
Hoofdfunctie 5
sportbeoefening en overige sportaangelegenheden sportbeoefening en overige sportaangelegenheden sportbeoefening en overige sportaangelegenheden sportbeoefening en overige sportaangelegenheden sportparken schouwburg Gooiland exposities hedendaagse beeldende kunst overige kunst overige kunst overige kunst museum hilversum carillon streekarchief monumentenzorg natuurbescherming plantsoenen jachthaven overige openluchtrecreatie volksfeesten bevordering toerisme bevordering toerisme boomverzorging dierverzorging overige recreatieve voorzieningen overige recreatieve voorzieningen overige recreatieve voorzieningen overige recreatieve voorzieningen overige recreatieve voorzieningen
omschrijving
6.13 Lasten en baten per subfunctie naar hoofdfunctie
21.849 9.294 7.951 1.107 2.122 3.896 967 3.161 107 4.120 387
18.510
9 107 599 85 1.147 144 69 539 784 134 1.305 15 691 415 433 4.990 9 752 48 7 271 801 38 8 291 228 76 90
lasten
18.614 9.098 5.681 605 1.459 213 154 4.014 377
1.381
77 260 111 172 3 8 7 50 123 25 -
rekening 2009 baten
3.235 196 2.270 502 663 3.683 967 3.007 107 106 10
17.129
9 107 522 85 887 144 69 539 784 134 1.194 15 519 415 433 4.987 9 744 48 7 264 751 38 8 168 228 51 90
saldo
22.636 9.002 1.750 3.648 980 3.463 256 3.481 399
18.572
53 445 105 1.525 77 1.412 275 316 1.183 15 585 539 475 4.480 482 90 7 230 940 164 66 254 231 5 112
lasten
20.429 8.804 1.036 290 949 -
1.460
103 255 63 121 157 7 53 125 5 -
begroting 2010 baten
2.207 198 714 3.358 980 3.463 256 2.532 399
17.112
53 342 105 1.270 77 1.349 275 316 1.062 15 428 539 475 4.480 475 90 7 230 887 164 66 129 231 112
saldo
25.628 8.877 3.553 986 2.461 173 3.555 404
18.200
73 298 58 1.586 122 2.295 494 316 1.154 15 611 443 557 3.000 486 141 248 1.258 93 63 165 255 92
19.949 8.665 315 2 -
2.347
4 265 1.050 121 172 7 54 125 -
baten
begroting 2011 lasten
5.679 212 3.238 986 2.461 173 3.553 404
15.853
73 294 58 1.321 122 1.245 494 316 1.033 15 439 443 557 3.000 479 141 248 1.204 93 63 40 255 92
saldo
322
inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners
inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners stad stad stad stad inwoners stad stad stad stad
stad stad stad stad stad stad inwoners inwoners
5.2 5.5 2.1 4.2 3.3 2.1 2.2 2.1 4.1 5.1 5.5 4.1 5.4 4.2
4.5 4.5 5.2 5.2 5.2 6.2 6.3 6.3 6.6 6.1 6.5 6.2 6.3 6.5
15.1 15.2 15.1 7.1 7.2 7.3 13.1 13.2
4 4 5 5 5 6 6 6 6 6 6 6 6 6
15 15 15 7 7 7 13 13
dienst
5 5 2 4 3 2 2 2 4 5 5 4 5 4
Progr bel.doel
810.1 810.1 810.2 820.1 820.1 821.1 822.1 822.1
711.1 714.1 714.1 715.1 716.1 721.1 722.1 722.2 723.1 723.2 724.1 725.1 726.1 732.1
620.1 620.1 621.1 622.1 623.1 623.2 623.2 623.3 630.1 630.1 630.1 650.1 650.1 652.1
subfie
ruimtelijke ordening ruimtelijke ordening landmeten en vastgoedregistratie woningbouw en -exploitatie woningbouw en -exploitatie investeringsplan stedelijke vernieuwing (isv) bouw- en woningtoezicht bouw- en woningtoezicht
Hoofdfunctie 7
ambulancevervoer openbare gezondheidszorg openbare gezondheidszorg jeugdgezondheidszorg, uniform deel jeugdgezondheidszorg, maatwerk deel vuilophaal en -afvoer riolen en rioolgemalen riolen en rioolgemalen (buiten lozingsrecht) milieubescherming dienst stad milieubescherming dienst inwoners lijkbezorging baten vuilophaal en -afvoer baten rioolrechten baten begraafplaatsrechten
Hoofdfunctie 6
maatschappelijke begeleiding en advisering maatschappelijke begeleiding en advisering vreemdelingen huishoudelijke verzorging (wmo) participatiebudget: volwassenen educatie participatiebudget: reïntegratie participatiebudget: reïntegratie participatiebudget: inburgering sociaal cultureel werk sociaal cultureel werk sociaal cultureel werk kinderopvang kinderopvang Wet Maatschappelijke ondersteuning (oud WVG)
omschrijving
6.13 Lasten en baten per subfunctie naar hoofdfunctie
760 548 1.341 272 60 4.023 2.459 1.378
22.349
92 862 706 1.101 398 7.179 8.568 104 806 1.126 1.407 -
75.768
9 1 1.330 7.709 2.705 67 1.276 406 864 6.440
lasten
1 70 26 3.379 59 -
17.128
1.029 159 105 40 24 168 6.698 7.982 923
42.962
696 1.299 526 187 39
rekening 2009 baten
760 547 1.271 246 60 644 2.400 1.378
5.221
92 862 706 72 239 7.179 8.463 104 766 1.102 1.239 -6.698 -7.982 -923
32.806
9 1 634 6.410 2.179 67 1.276 219 864 6.401
saldo
519 981 1.474 224 60 3.586 2.154 1.518
24.042
95 904 732 1.071 727 8.048 8.895 103 969 1.111 1.387 -
75.065
5 1 168 8.418 1.011 6.762 636 1.248 2.699 59 1.201 382 910 5.950
lasten
79 3.000 22 -
18.419
6 975 575 118 36 8 152 7.283 8.131 1.135
40.459
50 1.100 1.011 4.673 350 965 597 182 23
begroting 2010 baten
519 981 1.395 224 60 586 2.132 1.518
5.623
95 898 732 96 152 8.048 8.777 103 933 1.103 1.235 -7.283 -8.131 -1.135
34.606
5 1 118 7.318 2.089 286 283 2.102 59 1.201 200 910 5.927
saldo
1.056 838 1.345 165 57 3.862 2.534 1.181
24.489
136 922 723 1.120 732 8.029 8.507 93 1.488 1.124 1.615 -
75.208
5 1 87 8.386 818 6.486 859 1.538 2.672 61 1.115 329 1.079 6.135
79 3.000 22 -
20.103
6 1.001 575 123 11 8 161 8.730 8.290 1.198
38.558
1.200 781 4.745 600 1.207 620 204 270
baten
begroting 2011 lasten
1.056 838 1.266 165 57 862 2.512 1.181
4.386
136 916 723 119 157 8.029 8.384 93 1.477 1.116 1.454 -8.730 -8.290 -1.198
36.650
5 1 87 7.186 37 1.741 259 331 2.052 61 1.115 125 1.079 5.865
saldo
323
stad inwoners inwoners stad
ccfb ccfb ccfb ccfb ccfb inwoners stad inwoners inwoners inwoners stad inwoners inwoners stad inwoners ccfb bestuur bestuur inwoners stad ccfb ccfb bestuur inwoners stad ccfb
7.1 13.1 13.2 7.0
1.1 1.1 1.1 1.2 1.2 1.2 1.3 1.3 1.3 1.3 1.3 1.3 1.3 1.3 1.3 1.4 1.4 1.4 1.4 1.4 970.1 1.5 1.5 1.5 1.5 990.1
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
dienst
7 13 13 7
Progr bel.doel
911.1 913.1 914.1 921.1 922.1 922.4 930.1 930.2 931.1 932.1 934.1 937.1 939.1 939.2 940.1 960.1 960.2 960.2a 960.4 960.6 970.1 980.1 980.2 980.4 980.6 990.1
822.7 823.1 823.1 830.1
subfie
216.231
9.065
Hoofdfunctie 9
TOTAAL
22 5 1.350 1.091 357 1.878 307 308 313 892 114 1.819 609
32.115
Hoofdfunctie 8
geldleningen en uitzettingen < 1 jaar overige financiele middelen geldleningen en uitzettingen > 1 jaar algemene uitkeringen algemene baten en lasten tijdelijke herhuisvesting uitvoering wet woz dienst stad, waardebepaling uitvoering wet woz dienst inwoners ozb gebruikers ozb eigenaren baatbelasting hondenbelasting precariobelasting dienst inwoners precariobelasting dienst stad lasten heffing en invordering belastingen saldo van de kostenplaats ccfb saldo van de kostenplaats dienst bestuur concernbrede overhead saldo van de kostenplaats dienst inwoners saldo van de kostenplaats dienst stad saldo voor bestemming resultaat mutaties reserves ccfb mutaties reserves dienst bestuur mutaties reserves dienst inwoners mutaties reserves dienst stad saldo na bestemming resultaat
21.274
lasten
woonschepen en woonhavens bouwvergunningen leges bouwvergunningen leges bouwgrondexploitaties
omschrijving
6.13 Lasten en baten per subfunctie naar hoofdfunctie
216.231
118.697
1.565 7.166 86.012 1 2.820 12.282 136 436 213 111 450 374 4.640 412 529 1.550 -
19.560
14 1.750 17 14.244
rekening 2009 baten
-
-109.632
-1.543 -7.166 -86.012 4 1.350 1.091 357 -2.820 -12.282 -136 -436 -213 -111 1.428 307 308 313 518 -4.640 -298 1.290 -1.550 609
12.555
-14 -1.750 -17 7.030
saldo
242.887
6.667
23 33 929 1.073 363 2.038 451 -43 341 1.459
55.817
45.301
lasten
242.887
116.635
172 8.306 87.676 784 2.902 12.639 65 430 198 139 483 417 227 104 414 1.679 -
48.491
16 1.357 25 43.992
begroting 2010 baten
-
-109.968
-149 -8.306 -87.676 -751 929 1.073 363 -2.902 -12.639 -65 -430 -198 -139 1.555 -417 224 -43 341 -104 -414 -1.679 1.459
7.326
-16 -1.357 -25 1.309
saldo
223.194
3.524
19 550 1.069 312 2.070 140 111 -747 -
35.778
24.740
223.194
114.605
240 6.266 87.129 784 2.986 12.929 67 436 201 111 561 117 1.521 298 502 457 -
27.633
14 2.045 25 22.448
baten
begroting 2011 lasten
-
-111.081
-221 -6.266 -87.129 -234 1.069 312 -2.986 -12.929 -67 -436 -201 -111 1.509 -117 140 111 -747 -1.521 -298 -502 -457 -
8.145
-14 -2.045 -25 2.292
saldo
324
Progr bel.doel
subfie
HOOFDFUNCTIES
dienst
TOTAAL
Hoofdfunctie 0 Hoofdfunctie 1 Hoofdfunctie 2 Hoofdfunctie 3 Hoofdfunctie 4 Hoofdfunctie 5 Hoofdfunctie 6 Hoofdfunctie 7 Hoofdfunctie 8 Hoofdfunctie 9
omschrijving
6.13 Lasten en baten per subfunctie naar hoofdfunctie
216.231
13.664 9.467 20.509 1.322 13.462 18.510 75.768 22.349 32.115 9.065
lasten
216.231
1.899 60 10.163 735 3.646 1.381 42.962 17.128 19.560 118.697
rekening 2009 baten
-
11.765 9.407 10.346 587 9.816 17.129 32.806 5.221 12.555 -109.632
saldo
242.887
13.027 9.924 25.643 1.203 12.927 18.572 75.065 24.042 55.817 6.667
lasten
242.887
1.382 92 13.671 834 1.444 1.460 40.459 18.419 48.491 116.635
begroting 2010 baten
-
11.645 9.832 11.972 369 11.483 17.112 34.606 5.623 7.326 -109.968
saldo
223.194
13.360 10.080 28.147 1.396 13.012 18.200 75.208 24.489 35.778 3.524
223.194
1.413 125 16.121 865 1.424 2.347 38.558 20.103 27.633 114.605
baten
begroting 2011 lasten
-
11.947 9.955 12.026 531 11.588 15.853 36.650 4.386 8.145 -111.081
saldo
6.14. Vergelijkende cijfers CBS 2010 Deze bijlage bevat een vergelijkend kengetallenoverzicht met als bron de CBS statistieken gemeentebegrotingen voor het jaar 2010, zoals op internet gepubliceerd in “Begrotingsanalyse 2010” van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) waarin Hilversum wordt vergeleken met andere gemeenten. Deze begrotingsanalyse van BZK geeft een aantal mogelijkheden tot vergelijking van de eigen gemeente met andere gemeenten, namelijk: 1. Vergelijking van de eigen gemeenten met alle gemeenten in dezelfde klasse als het gaat om de grootte van gemeenten uitgedrukt in de aantallen inwoners (voor ons de klasse tussen de 50.000 tot 100.000 inwoners). 2. Vergelijking van de eigen gemeente met alle gemeenten in de klasse van ‘soortgenoten’. Onder ‘soortgenoten’ moeten dan worden verstaan gemeenten die in dezelfde klasse zitten als het gaat om de sociale structuur en de centrumfunctie (voor ons de klasse van gemeenten met een matige sociale structuur en een sterkte centrumfunctie). 3. Vergelijking van de eigen gemeente met een selectie van maximaal 10 gemeenten naar keuze. Tot en met de programmabegroting 2009 is een vergelijking opgenomen van onze gemeente met gemeenten in dezelfde grootteklasse. Er is met ingang van de begroting 2010 voor gekozen om gebruik te maken van de onder punt 3 opgenomen mogelijkheid om een eigen selectie te maken. Hierbij is een combinatie gemaakt van gemeenten die qua ‘soort’ (matige sociale structuur en sterkte centrumfunctie) vergelijkbaar zijn met Hilversum en qua inwonertal het dichtst bij ons liggen 1 . De vergelijking richt zich op de netto lasten (lasten minus baten) per hoofdfunctie en functies, uitgedrukt in een bedrag per inwoner. Deze bijlage bestaat uit twee onderdelen: 1. Het overzicht van de verschillen tussen Hilversum en het gemiddelde van de selectiegroep op hoofdfunctie niveau. 2. Het gedetailleerde overzicht van de kengetallen op functieniveau op basis waarvan het onder punt 1. genoemde overzicht is gemaakt.
1. overzicht van de kengetallen op hoofdfunctie niveau Het gaat om begrotingscijfers 2008, 2009 en 2010 van onze gemeente - en die van het gemiddelde van selectiegemeenten - op basis van de programmabegrotingen. Hierin zijn dus niet verwerkt de in de loop van 2008, 2009 en 2010 door de gemeenteraad vastgestelde begrotingswijzigingen.
1
Het gaat hier voor de cijfers 2008 en 2009 om een vergelijking van Hilversum met de gemeenten Alkmaar, Deventer, Helmond, Hengelo, Gouda, Spijkenisse, Oss, Venlo en Roosendaal. De cijfers voor Venlo zijn in 2010 ‘niet publiceerbaar’ omdat het CBS geen overeenstemming met de gemeente heeft bereikt over de kwaliteit van de geleverde begrotingscijfers dan wel Venlo heeft de begroting niet (tijdig) aan het CBS geleverd. Gelet hierop moest Venlo worden vervangen door een andere gemeente. Om opnieuw Hilversum met negen andere gemeenten te kunnen vergelijken is nu Hoorn inde selectie opgenomen. 325
zonder teken = Hilversum geeft meer uit dan gemiddeld met - teken = Hilversum geeft minder uit dan gemiddeld
Hoofdfunctie
2008 meer minder
0 1 2 3 4 5 6 7 8
Algemeen bestuur Openbare orde en veiligheid Verkeer, vervoer en waterstaat Economische zaken Onderwijs Cultuur en recreatie Soc. Voorzieningen en maatschappelijk werk Volksgezondheid Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting totaal hoofdfunctie 0 t/m 8 per saldo minder uitgaven
2009 meer minder
-1 26
9 Financiering en algemene dekkingsmiddelen saldo
-156 -113
2010 minder
-1 12
-26 -1 -24 -49 -55 5 12 43
meer
-1 24
-26 -5 -19 -54 -27 10 31 53
101 -12
-132 -79
-31 -7 0 -68 -15 33 26 83
-122 -39
33 -46
12 -27
Tabel 6.14.1 Overzicht verschillen tussen Hilversum en selectiegemeenten op hoofdfunctie niveau
2. overzicht kengetallen op functie niveau In dit overzicht zijn de onder punt 1. opgenomen verschillen op hoofdfunctie niveau weergegeven op functieniveau. Hieruit kan worden afgelezen welke functies hebben bijgedragen in de onder punt 1. opgenomen tabel. zonder teken = Hilversum geeft meer uit dan gemiddeld met - teken = Hilversum geeft minder uit dan gemiddeld
sociale structuur: matig, centrumfunctie: redelijk verschil 2008
Functie/omschrijving
verschil 2009
verschil 2010 H'sum landelijk
ALGEMEEN BESTUUR 001 Bestuursorganen 002 Bestuursondersteuning 003. Burgerzaken 004 Baten secretarieleges burgerzaken 005 Bestuurlijke samenwerking 006 Bestuurlijke ondersteuning raad en rekenkamer Totaal hoofdfunctie 0 OPENBARE ORDE EN VEILIGHEID 120 Brandweer en rampenbestrijding 140 Overige beschermende maatregelen Totaal hoofdfunctie 1 VERKEER, VERVOER EN WATERSTAAT 210 Wegen, straten en pleinen 211 Verkeersmaatregelen te land 212 Openbaar vervoer 214 Parkeren 215 Baten parkeerbelasting 221 Binnenhavens en waterwegen 240 Waterkering, afwatering en landaanwinning Totaal hoofdfunctie 2
326
4 -12 4 0 1 2 -1
5 -19 7 0 3 3 -1
33 50 40 -11 10 16 138
29 70 35 -13 8 10 139
4 -20 5 2 2 6 -1
34 -8 26
24 -12 12
94 22 116
65 27 92
29 -5 24
-34 7 -4 14 -6 1 -4 -26
-39 15 -4 15 -9 0 -4 -26
91 49 0 47 -51 6 0 142
133 38 3 30 -40 3 6 173
-42 11 -3 17 -11 3 -6 -31
verschil 2008
Functie/omschrijving
verschil 2009
verschil 2010 H'sum landelijk
ECONOMISCHE ZAKEN 310 Handel en ambacht 311 Baten marktgelden 320 Industrie 330 Nutsbedrijven Totaal hoofdfunctie 3
-3 -1 -3 6 -1
-7 -1 -4 7 -5
10 -3 0 -3 4
17 -2 2 -6 11
-7 -1 -2 3 -7
ONDERWIJS 420 Openbaar basisonderwijs 421 Openbaar basisonderwijs, huisvesting 422 Bijzonder basisonderwijs 423 Bijzonder basisonderwijs, huisvesting 430 Openbaar (voortgezet) speciaal onderwijs 431 Openbaar (voortgezet) speciaal onderwijs, huisvesting 432 Bijzonder (voortgezet) speciaal onderwijs 433 Bijzonder (voortgezet) speciaal onderwijs, huisvesting 440 Openbaar voortgezet onderwijs 441 Openbaar voortgezet onderwijs, huisvesting 442 Bijzonder voortgezet onderwijs 443 Bijzonder voortgezet onderwijs, huisvesting 480 Gemeenschappelijke baten/lasten van het onderwijs 482 Volwasseneneducatie Totaal hoofdfunctie 4
-3 1 -3 -8 0 -3 -1 5 0 -5 -1 12 -12 -6 -24
-3 1 -3 -5 0 -3 -1 5 0 -5 -1 17 -19 -2 -19
0 18 0 22 0 0 1 13 0 0 0 33 47 0 134
2 16 2 27 0 3 2 8 1 10 1 16 45 1 134
-2 2 -2 -5 0 -3 -1 5 -1 -10 -1 17 2 -1 0
CULTUUR EN RECREATIE 510 Openbaar bibliotheekwerk 511 Vormings- en ontwikkelingswerk 530 Sport 531 Groene sportvelden en terreinen 540 Kunst 541 Oudheidkunde/musea 550 Natuurbescherming 560 Openbaar groen en openluchtrecreatie 580 Overige recreatieve voorzieningen Totaal hoofdfunctie 5
-9 -9 -28 -2 -8 0 4 8 -5 -49
-9 -9 -31 -2 -11 1 2 6 -1 -54
21 10 21 15 24 24 6 75 6 202
30 19 56 15 37 26 1 74 12 270
-9 -9 -35 0 -13 -2 5 1 -6 -68
SOCIALE VOORZIENINGEN EN MAATSCHAPPELIJKE DIENSTVERLENING 610 Bijstandsverlening 611 Werkgelegenheid 612 Inkomensvoorzieningen vanuit het Rijk 614 Gemeentelijk minimabeleid 620 Maatschappelijke begeleiding en advies 621 Vreemdelingen 622 huishoudelijke verzorging 623 participatiebudget 630 Sociaal cultureel werk 650 Kinderdagopvang 651 Dagopvang gehandicapten 652 Voorzieningen gehandicapten Totaal hoofdfunctie 6
-26 3 9 -7 4 -3 -2 -18 -6 0 -9 -55
-6 1 9 -5 -5 -1 10 -23 -1 -2 -4 -27
26 2 8 51 79 1 87 31 40 13 0 70 408
54 18 1 50 62 2 83 7 64 17 0 65 423
-28 -16 7 1 17 -1 4 24 -24 -4 0 5 -15
327
verschil 2008
Functie/omschrijving
verschil 2009
verschil 2010 H'sum landelijk
VOLKSGEZONDHEID EN MILIEU 711 Ambulancevervoer 712 Verpleeginrichtingen 714 Openbare gezondheidszorg 715 Jeugdgezondheidszorg, uniform deel 716 Jeugdgezondheidszorg, maatwerkdeel 721 Afvalverwijdering- en verwerking 722 Riolering en waterzuivering 723 Milieubeheer 724 Lijkbezorging 725 Baten reinigingsrechten en afvalstoffenheffing 726 Baten rioolrechten 732 Baten begraafplaatsen Totaal hoofdfunctie 7
1 0 3 -2 0 -15 20 1 9 17 -19 -10 5
1 0 3 -2 1 -36 25 -5 11 37 -15 -10 10
1 0 19 1 2 95 105 24 15 -86 -96 -13 67
0 0 18 3 3 106 78 24 4 -116 -83 -3 34
1 0 1 -2 -1 -11 27 0 11 30 -13 -10 33
1 8 -8 -2 3 10 12
7 8 -4 -1 12 9 31
34 3 7 43 -16 16 87
29 0 10 40 -20 2 61
5 3 -3 3 4 14 26
1 11 6 40 31 6 0 -11 0 -1 0 0 0 1 -2 7 0 9
2 10 -21 8 7 9 -1 -14 0 -1 0 1 0 1 -2 8 0 1
0 -2 -98 -1.039 2 17 -34 -150 0 -1 0 0 -5 0 -4 18 0 1
-1 -7 -61 -1.090 15 9 -30 -131 0 0 0 0 -4 -3 -2 10 0 -12
1 5 -37 51 -13 8 -4 -19 0 -1 0 0 -1 3 -2 8 0 13
98
8
-1.295
-1.307
12
Totaal hoofdfunctie 0 t/m 9 (vóór bestemming)
-15
-71
3
30
-27
980 Mutaties reserves Totaal hoofdfunctie 0 t/m 9 (na bestemming)
3 -12
25 -46
-26 -23
-31 -1
5 -22
RUIMTELIJKE ORDENING EN VHV 810 Ruimtelijke ordening 820 Woningexploitatie/woningbouw 821 Stads- en dorpsvernieuwing 822 Overige volkshuisvesting 823 Bouwvergunningen 830 Bouwgrondexploitatie Totaal hoofdfunctie 8 FINANCIERING EN ALGEMENE DEKKINGSMIDDELEN 911 Geldleningen en uitzettingen korter dan 1 jaar 913 Overige financiële middelen 914 Geldleningen en uitzettingen langer of gelijk aan 1 jaar 921 Algemene uitkering gemeentefonds 922 Algemene baten en lasten 930 Uitvoering Wet WOZ 931 Baten onroerende-zaakbelasting gebruikers 932 Baten onroerende-zaakbelasting eigenaren 933 Baten roerende woon- en bedrijfsruimtenbelastingen 934 Baten baatbelasting 935 baten forensenbelasting 936 Baten toeristenbelasting 937 Baten hondenbelasting 938 Baten reclamebelasting 939 Baten precariobelasting 940 Lasten heffing en invordering gemeentelijke belastingen 941 Lastenverlichting rijk 960 Saldo van kostenplaatsen Totaal hoofdfunctie 9 (vóór bestemming)
Tabel 6.14.2 Overzicht verschillen tussen Hilversum en selectiegemeenten op functieniveau
328
329
330
7 Financiële Positie
7.1 Staat van reserves
Prog.
1 1 1 1 1
omschrijving reserve dienst
Algemene reserve, ongebonden Algemene reserve gebonden Decentrale loonruimte Dienstreserves CCFB, DB, DI en DS
Centrale huisvesting / DHI (beklemd)
Beleids Dienst doel
1.5 1.5 1.5 1.5 1.5
CCFB CCFB DB Alle DI
totaal programma 1 3
Combinatieschool Hilversum Noord (beklemd) Combinatieschool Hilversumse Meent (beklemd)
saldo begin dienstjaar (1)
vermeerderingen dienstjaar (2)
verminderingen dienstjaar (3)
saldo einde dienstjaar (4)
3.501.000 56.983.000 207.000 206.000 38.000
0 0 0 0 0
0 1.518.000 0 0 4.000
3.501.000 55.465.000 207.000 206.000 34.000
60.935.000
0
1.522.000
59.413.000
32.000
1.214.000
3.1
DI
1.246.000
3.1
DI
3.449.000
0
93.000
3.356.000
4.695.000
0
125.000
4.570.000
161.000 80.000
0 0
0 80.000
161.000 0
241.000
0
80.000
161.000
60.000 1.998.000 8.000 257.000 0
0 0 0 0 0
0 70.000 4.000 0 0
60.000 1.928.000 4.000 257.000 0
2.323.000
0
74.000
2.249.000
457.000 39.000
0 0
457.000 0
0 39.000
496.000
0
457.000
39.000
234.000
0
223.000
11.000
234.000
0
223.000
11.000
2.397.000 734.000
0 0
104.000 190.000
2.293.000 544.000
totaal programma 10
3.131.000
0
294.000
2.837.000
totaal programma´s
72.055.000
0
2.775.000
69.280.000
3
totaal programma 3 4 4
Larenseweg (beklemd)
Bestemmingsreserve WMO
4.1 4.2
DI DI
totaal programma 4 5 5 5 5 5
Aanloopverliezen De Vorstin De Vorstin (beklemd) Kapitaallasten Badhuislaan 10 (beklemd) Kinderopvang Kinderopvang (SMI / VVE)
5.5 5.5 5.4 5.4 5.4
DI DI DI DI DI
totaal programma 5 6 6
Egalisatiereserve Afvalstoffenheffing Egalisatiereserve Rioleringen
6.2 6.2
DS DS
totaal programma 6 9
Beeldende kunst
9.1
DI
totaal programma 9 10 Reserve nieuwbouw kazerne (beklemd) 10 FLO Brandweer
10.3 10.3
DB DB
332
7.2 Staat van voorzieningen
progr. beleidsdoel omschrijving voorziening
1 1 1
1.4 1.4 1.4
Bestuur Meerjarenonderhoud Raadhuis Meerjarenonderhoud Stadskantoor Perspectief voor de Toekomst
(sub)Dienst functie
DB DB DB
K.pl. 4 K.pl. 4 K.pl. 6
3.1 9.1 1.4
14.4 6.3 6.5 14.1 7.0 7.0
saldo einde dienstjaar (5)
423.000 44.000
1.331.000
467.000
164.000 18.000 388.000
220.000 8.000 1.094.000
570.000
1.322.000
81.000 20.603.000 608.000 694.000 40.568.000 866.000
20.000 2.825.000
totaal Stad
63.420.000
4.366.000
0
0
67.786.000
totaal alle diensten
65.321.000
6.155.000
0
1.501.000
69.975.000
Inwoners Onderhoud onderwijshuisvesting Onderhoud kunstwerken openbare ruimte Ond. maatschappelijk vastgoed en op. speelgelegenheden
DI DI DI
480.3 540.3 div.
totaal Inwoners
14 6 6 14 7 7
rechtstreekse onttrekkingen (4)
mutaties via de exploitatie vermeerderingen verminderingen (2) (3)
933.000 15.000 383.000
totaal Bestuur
3 9 1
saldo begin dienstjaar (1)
Stad Groot onderhoud parkeergarages Spaarvoorziening rioleringen Groot onderhoud begraafplaatsen Infrawerken binnenstad Planexploitaties Verplichting bouwrijp maken
DS DS DS DS DS DS
214.1 722.1 724.1 830.1 830.1 830.1
333
0
0
454.000 49.000 257.000
902.000 10.000 126.000
760.000
1.038.000
250.000 10.000 481.000
134.000 16.000 1.001.000
741.000
1.151.000
101.000 23.428.000 608.000 694.000 42.089.000 866.000
1.521.000
Benl/begroting/2009/7.2 Staat van voorzieningen 100914.xls
7.3 Staat van langlopende leningen langlopende leningen
stand leningen per 1.1.2011
aflossing 2011
stand leningen per 31.12.2011
BNG-leningen Leningen van andere geldgevers
141.157.000 7.308.000
-14.420.000 -691.000
126.737.000 6.617.000
Totaal
148.465.000
-15.111.000
133.354.000
Toelichting In deze staat zijn de op 1 januari 2011 bestaande langlopende geldleningen verwerkt, incl. een nog in het najaar van 2010 aan te trekken lening van € 5 mln. De in 2011 aan te trekken leingen zijn niet in deze staat verwerkt. Informatie over de financieringsbehoefte in 2011 en de leningen die moeten worden aangetrokken om in de financieringsbehoefte te voorzien is terug te vinden in paragraaf 5.4 Financiering.
334
8 EMU-saldo
336
8. EMU-Saldo In het verdrag van Maastricht is afgesproken dat het EMU-tekort van een aangesloten land bij de Europese Unie maximaal 3% van het Bruto Binnenlands Product (BBP) mag bedragen. Het EMUtekort wordt veroorzaakt door een gezamenlijk tekort van het Rijk, lokale overheden en sociale fondsen. In Nederland is het aandeel van de medeoverheden in het EMU-tekort vastgesteld op 0,5% van het BBP. In verband met de stimuleringsmaatregelen die zijn genomen om de recessie het hoofd te bieden is de EMU-begrenzing voor medeoverheden voor 2009 en 2010 verruimd tot 0,6 resp. 0,7% van het BBP. Op basis hiervan is de voor Hilversum in 2010 geldende grenswaarde bij septembercirculaire gesteld op € 12.372.000. Het EMU-tekort 2010 van Hilversum ad € 11.932.000 blijft daar binnen. De grenswaarden voor de jaren 2011 en verder zijn nog niet bekend. Meer duidelijkheid wordt verwacht indien de voorgenomen Wet tekortreductie Rijk en medeoverheden wordt aangenomen. Om het EMU-saldo te kunnen beheersen moeten overheden informatie over het EMU-saldo in hun begrotingen opnemen over het voorgaande jaar (jaar t-1), het actuele jaar (jaar t) en het volgende jaar (jaar t+1). In onderstaand overzicht is de berekening van het EMU-saldo van de gemeente Hilversum opgenomen.
Berekening EMU-saldo: (+1+2+3-4+5+6a-6b-7b+8a-8b-9-10-11b)
337
x € 1000,Omschrijving
2010 2011 2012 Volgens Volgens Volgens realisatie tot en begroting 2010 meerjarenrami ng in met sept. begroting 2010 2009, aangevuld met raming resterende periode
1 Exploitatiesaldo vóór toevoeging aan c.q. onttrekking uit reserves (zie BBV, artikel 17c)
-1.308
-2.778
-254
2 Afschrijvingen ten laste van de exploitatie
10.468
11.643
11.900
3 Bruto dotaties aan de post voorzieningen ten laste van de exploitatie
5.241
6.155
6.155
4 Investeringen in (im)materiële vaste activa die op de balans worden geactiveerd
24.500
20.583
14.394
1.709
5.640
3.542
1.501
1.501
11 Verkoop van effecten: a Gaat u effecten verkopen? (ja/nee) b Zo ja wat is bij verkoop de verwachte boekwinst op de exploitatie?
nee
nee
nee
Berekend EMU-saldo (+/+ is Emu-overschot, -/- is Emu-tekort)
-11.932
-1.424
1.906
5 Baten uit bijdragen van andere overheden, de Europese Unie en overigen, die niet op de exploitatie zijn verantwoord en niet al in mindering zijn gebracht bij post 4 6 Desinvesteringen in (im)materiële vaste activa: Baten uit desinvesteringen in (im)materiële vaste activa (tegen verkoopprijs), voorzover niet op exploitie verantwoord 7 Aankoop van grond en de uitgaven aan bouw-, woonrijp maken e.d. (alleen transacties met derden die niet op de exploitatie staan) 8 Baten bouwgrondexploitatie: Baten voorzover transacties niet op exploitatie verantwoord 9 Lasten op balanspost Voorzieningen voorzover deze transacties met derden betreffen 10 Lasten ivm transacties met derden, die niet via de onder post 1 genoemde exploitatie lopen, maar rechtstreeks ten laste van de reserves (inclusief fondsen en dergelijke) worden gebracht en die nog niet vallen onder één van bovenstaande posten
338