Programmabegroting 2011
Programmabegroting 2011
1
Colofon De Programmabegroting 2011 is een uitgave van de gemeente Barneveld. Inhoud Gemeente Barneveld, afdelingen Financiën en Bestuur- en Managementondersteuning Tekst- en eindredactie Gemeente Barneveld, afdeling Bestuurs- en Managementondersteuning (Communicatie) Illustraties Gemeente Barneveld Woudgraaf, H. Woudenberg Van Uffelen Multimedia Vormgeving Interface Communicatie B.V., www.ifcommunicatie.nl Druk VEHA Barneveld Oplage 150 exemplaren Voorzijde Den Olden Florus, Terschuur
Programmabegroting 2011
2
Programmabegroting 2011
Programmabegroting 2011
3
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave 1. Raadsbesluit 2.1 Leeswijzer 2.2 Aanbiedingsbrief 2.3 Samenvatting
pagina 5 6 8 12
3.1 Programma’s 1. Bestuur 2. Veiligheid 3. Verkeer en Openbare Ruimte 4. Economie 5. Onderwijs 6. Cultuur 7. Sport 8. Werk en Inkomen 9. Welzijn en Zorg 10. Milieu 11. Ruimte, Bouwen en Wonen
16 22 28 34 38 42 48 54 60 66 72
3.2 Algemene dekkingsmiddelen en Onvoorzien
78
4. Paragrafen Inleiding 1. Lokale heffingen 2. Weerstandsvermogen 3. Onderhoud kapitaalgoederen 4. Financiering 5. Bedrijfsvoering 6. Verbonden partijen 7. Grondbeleid
82 84 89 91 94 97 101 108
5. Financiële begroting 1. Inhoud 2. Overzicht van baten en lasten 3. Uitkomst van de begroting 4. Prognose meerjarenbegroting 5. Beleidstoevoegingen 6. Bezuinigingen
111 111 112 114 115 116
6. Bijlagen 1. Overzicht reserves en voorzieningen (inclusief toelichting) 2. Overzicht beleidstoevoegingen 2011-2014 3. Extra beleidstoevoegingen 4. Overzicht bezuinigingen 5. Berekening EMU-saldo 6. Overzicht programma’s en producten 7. Overzicht projecten in de programma’s 8. Verschillentabel programma’s Programmabegroting 2011 ten opzichte van 2010 9. Overzicht Indicatoren 10. Memo balansverkorting 11. Afkortingenlijst Programmabegroting 2011
1 7 11 15 19 23 33 37 47 53 57 4
Raadsbesluit
Programmabegroting 2011
5
Leeswijzer
Leeswijzer De programmabegroting bevat veel informatie. Om u wegwijs te maken in de inhoud en opbouw, hebben we een leeswijzer opgenomen.
Aanbiedingsbrief De Ontwerp-Programmabegroting 2011 en de meerjarenbegroting 2012-2014 beginnen met een aanbiedingsbrief, waarin het college van burgemeester en wethouders de belangrijkste zaken uit de begrotingsstukken samenvat. De aanbiedingsbrief vertelt over de noodzaak om te bezuinigen, maar ook over de blijvende ambitie van de gemeente Barneveld om te blijven investeren in een leefbare, toekomstgerichte, vitale gemeente. De aanbiedingsbrief wordt afgesloten met de beslispunten, waarover een uitspraak van de gemeenteraad wordt gevraagd.
Samenvatting In de Ontwerp-Programmabegroting 2011 en de meerjarenbegroting 2012-2014 staat veel informatie – zowel in tekst als in cijfers. Het college van burgemeester en wethouders heeft het goed geacht om de belangrijkste zaken uit de begroting in verhalende vorm te presenteren door middel van een samenvatting. In deze samenvatting ligt de focus – ten opzichte van de aanbiedingsbrief – wat meer op de ontwikkeling van Barneveld in de komende jaren. Welke plannen worden de komende jaren – ondanks de miljoenenbezuiniging – wél doorgevoerd?
Programma’s Op grond van het BBV (Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten) moet ieder programma de doelstelling, in het bijzonder de beoogde maatschappelijke effecten, bevatten, de wijze waarop ernaar gestreefd zal worden die effecten te bereiken en de raming van de baten en lasten. Dit doen wij aan de hand van de 3 W-vragen: ‘Wat willen we bereiken?’ ‘Wat gaan we daarvoor doen?’ ‘Wat gaat het kosten?’ Programmabegroting 2011
Wij geven in de visie aan wat de beoogde maatschappelijke effecten zijn. De (sub)doelen, die vervolgens geformuleerd zijn, zijn in feite middelen om deze beoogde effecten te bereiken. De (sub)doelen en de visie geven het antwoord op de vraag ‘Wat willen we bereiken?’. De (sub)doelen worden vervolgens, waar mogelijk, geconcretiseerd door hier een indicator aan te verbinden. Hier is een waarde aan verbonden, tenzij er nog een nulmeting plaats moet vinden. Hierdoor kan, in de jaarverslaggeving en de bestuursrapportages, concreet over de indicatoren worden gerapporteerd, voorzover de informatie beschikbaar is. In een aantal gevallen is gekozen voor een signaalindicator. De invloed van het gemeentelijk beleid op de waarde is beperkt, maar de indicator betreft wel relevante informatie. De tweede W-vraag “Wat gaan we daarvoor doen” beantwoorden we door prestaties zo ‘smart’ (specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch en tijdgebonden) mogelijk te vermelden. Hierdoor kan ook zo concreet mogelijk, in de jaarverslaggeving en tussentijds, in de bestuursrapportages, over de prestaties worden gerapporteerd. In ieder geval zijn de onderwerpen op de meerjarenraadsagenda en de beleidstoevoegingen, die in 2011 tot een prestatie leiden, ter informatie vermeld.
Toelichting Onder de derde W-vraag worden de kosten per programma uiteengezet. Aan het einde van ieder programma wordt in een tabel aangegeven, wat de gevolgen van het programma financieel zijn. Daarbij wordt een onderscheid gemaakt tussen de beleidstoevoegingen, die al in de vorige begroting waren opgenomen (de Programmabegroting 2010), de extra beleidstoevoegingen en de bezuinigingsmaatregelen. In de programma’s waar geen (extra) beleidstoevoegingen voor zijn opgenomen, zijn de betreffende tabellen niet opgenomen. De tabel met bezuinigingsmaatregelen is voor een verbeterd inzicht meerjarig weergegeven. De bezuinigingen worden op het programma financieel verwerkt 6
Leeswijzer
een aantal specifieke gezichtspunten. In het kader van het duale stelsel zijn de paragrafen bedoeld om de beleidskaders van diverse beheersmatige zaken vast te stellen en om de uitvoering te kunnen controleren.
Bijlagen De bijlagen bevatten vooral achtergrondgegevens die met name in tabelvorm zijn weergegeven. Zo vindt u in de bijlagen een totaaloverzicht van de voorgestelde beleidstoevoegingen en bezuinigingsmaatregelen. Om de informatiewaarde van de indicatoren te vergroten, zijn de behaalde waarden van vorig jaar en, waar mogelijk, benchmarkgegevens in de bijlage vermeld. Ook is de bron vermeld.
zodra deze zijn gerealiseerd. Tot die tijd is het totaal aan maatregelen opgenomen als stelpost onder de algemene dekkingsmiddelen.
Ontwikkelingen en beleid Daarnaast bevat ieder programma nog een opsomming van de ontwikkelingen en een overzicht van het beleid dat al is ontwikkeld of, volgens de meerjarenraadsagenda, op korte termijn wordt voorzien. De bedoeling hiervan is om overzichtelijk weer te geven welk beleid door de gemeente is vastgesteld of wordt onderschreven en dus als uitgangspunt is gehanteerd voor de geformuleerde doelen. Zoals afgesproken in de auditcommissie is hierbij nu vermeld door wie dit beleid is vastgesteld en, indien dit de raad is, is ook de datum vermeld. Dit vergemakkelijkt de vindbaarheid. Verordeningen en beleidsregels zijn via de website te vinden, zodat het vermelden van een datum hiervoor geen informatie toevoegt.
De raad stelt de visie, (sub) doelstellingen en indicatoren vast. Bij iedere nieuwe Programmabegroting en Kadernota actualiseren we deze. Om inzichtelijk te hebben in welk opzicht deze ontwerp-Programmabegroting is gewijzigd ten opzichte van de Programmabegroting 2010 hebben we in een bijlage de wijzigingen op een rij gezet en gemotiveerd. Dit jaar is een uitgebreidere toelichting op de voorgestelde maatregel om de balans te verkorten als bijlage toegevoegd. Hierin zijn de argumenten voor deze maatregel en de financiële effecten ervan weergegeven.
Bezuinigingen De tekst van de programma’s is uitgebreid met een alinea over de bezuinigingsmaatregelen. Dit tekstblok begint met de vermelding wat het totaal te bezuinigen bedrag is en zoomt dan in op de maatregelen die voor 2011 op de rol staan – uiteraard als dat op dit moment al bekend is.
Paragrafen In de paragrafen worden onderwerpen, die op verschillende programma’s betrekking hebben, bij elkaar gebracht. De paragrafen vormen als het ware een dwarsdoorsnede van de programmabegroting vanuit Programmabegroting 2011
7
Aanbiedingsbrief
Aanbiedingsbrief Barneveld, 28 september 2010 Aan de raad,
Inleiding De gemeente Barneveld moet de komende jaren fors bezuinigen. Dat is nodig vanwege de economische omstandigheden en de plannen van de rijksoverheid om minder geld aan gemeenten te geven. Wij hebben de afgelopen periode gekeken op welke wijze deze bezuinigingen kunnen worden vertaald in de ontwerpProgrammabegroting 2011 en de meerjarenbegroting 2012-2014. Wij hebben daarbij ook rekening willen houden met de ambities, die door u zijn vastgelegd in de Strategische Visie Barneveld 2030 en staan beschreven in het Coalitieakkoord 2010-2014 ‘Koers voor de toekomst’: Barneveld is blijvend ondernemend, maar van inwoners en ondernemers wordt meer eigen verantwoordelijkheid en initiatief verwacht. De afgelopen maanden hebben wij intensief gesproken over mogelijke bezuinigingsmaatregelen. Wij hebben een onderscheid gemaakt tussen wettelijke en nietwettelijke taken van de gemeente en rekening gehouden met het ambitieniveau van de gemeente Barneveld. Onze analyses leverden een bezuinigingsbedrag van € 8,2 miljoen op. Dit bedrag is hoger dan in het coalitieakkoord staat, namelijk € 6,5 miljoen. In de afgelopen periode is gebleken, dat dit bedrag onvoldoende is om te komen tot een sluitende meerjarenbegroting.
Gevolgen De bezuinigingen zullen merkbaar zijn, zowel in de gemeentelijke organisatie als daarbuiten. Om met het eerste te beginnen: de gemeentelijke organisatie draagt zelf ruim € 3,2 miljoen bij aan de bezuinigingstaakstelling. Dat gebeurt onder andere door een nóg efficiëntere wijze van werken, door een forse besparing op de inkoop en het personeelsbeleid; vacatures worden niet automatisch opgevuld en door een herschikking van taken en medewerkers wordt aan de bezuinigingstaakstelling bijgedragen. De gevolgen zullen, zoals gezegd, ook buiten het gemeentehuis merkbaar zijn. Wij noemen in het bijzonProgrammabegroting 2011
der de zogenoemde waarderingssubsidies, die de komende twee jaar worden afgebouwd. Verenigingen, organisaties en instellingen zullen hun activiteiten vanaf 2013 in principe zonder een gemeentelijke subsidie moeten voortzetten. Daarnaast zullen de gevolgen van de bezuinigingen ook merkbaar zijn bij onder andere de Muziekschool Barneveld, Museum Nairac, de Bibliotheek Barneveld, onderwijs en welzijn & zorg. Voor een gedetailleerd overzicht van de bezuinigingen verwijzen wij u naar de achterliggende begroting. Overigens is ook bij ieder programma aangegeven wat de belangrijkste bezuinigingsbedragen zijn. Naast verenigingen, organisaties en instellingen zullen ook de zogenoemde ‘verbonden partijen’ de gevolgen van de bezuiniging merken. Dat geldt ook voor andere organisaties en instellingen, waarmee de gemeente Barneveld een subsidierelatie heeft. Bezuinigen brengt kosten met zich mee, denk hierbij aan lopende verplichtingen en contracten, nader onderzoek en begeleiding om de bezuinigingstaakstellingen op diverse beleidsterreinen te kunnen realiseren als ook wachtgeld en bemiddelingskosten voor vertrekkend personeel. Ook kan het zijn dat bepaalde kosten na beëindiging van taken nog enige tijd doorlopen (liquidatiekosten). Al deze kosten worden frictiekosten genoemd. Voor de omvang van de frictiekosten wordt normaliter uitgegaan van 50% van de bezuinigingsdoelstelling. Het voorstel is om een reserve van € 2 miljoen te vormen door een onttrekking aan de algemene reserve.
Blijven bouwen aan een leefbaar en werkbaar Barneveld In het Coalitieakkoord 2010-2014 ‘Koers voor de toekomst’ staat, dat de gemeente Barneveld zich de komende jaren wil ontwikkelen aan de hand van twee ontwikkelingsscenario’s: blijvend ondernemend, maar waarbij van inwoners en ondernemers meer eigen verantwoordelijkheid en initiatief wordt verwacht. Dat past goed bij de in de Strategische Visie Barneveld 2030 uitgesproken ambitie, waarbij als perspectief een groei naar zo’n 70.000 inwoners is genoemd. De bezuinigingstaakstelling betekent niet, dat de ontwikkeling van de gemeente Barneveld tot stilstand komt. Wij willen blijven werken en bouwen aan een 8
Aanbiedingsbrief
leefbaar Barneveld waar het goed wonen, werken en recreëren is. Verschillende ontwikkelingen, die de afgelopen periode in gang zijn gezet, worden voortgezet. Wij doen dat, omdat deze projecten bijdragen aan een leefbaar en werkbaar Barneveld. In de ontwerp-Programmabegroting 2011 en Meerjarenbegroting 2012-2014 is wel uitgegaan van een beperkt aantal nieuwe ontwikkelingen, zoals de nieuwbouw voor het Van Lodensteincollege, de renovatie van de Antoniusschool, de noodzakelijke aanpassingen met betrekking tot de J.H. Donnerschool, wegen- en groenonderhoud en de uitbreiding van museum Nairac. Ook is een extra investering opgenomen voor de instandhouding van de infrastructuur rond het Schaffelaartheater.
Tenslotte We realiseren ons, dat de bezuinigingstaakstelling van € 8,2 miljoen gevolgen zal hebben voor onze gemeente intern voor onze organisatie en extern voor onze samenleving. We zijn genoodzaakt om keuzes te maken. Keuzes voor een leefbare toekomst. In het vervolg van deze aanbiedingsbrief gaan wij nader in op de specifieke onderdelen van deze ontwerpProgrammabegroting 2011 en meerjarenbegroting 2012-2014.
mogelijk) vertaald in deze Programmabegroting. Inhoudelijk verwijzen wij u hiervoor naar de bij de programma’s en paragrafen opgenomen informatie. Per programma en per doel treft u een kolom “prestaties” aan, waarin concrete prestaties worden vermeld die in 2011 plaatsvinden. Hierbij zijn in ieder geval de beleidstoevoegingen verwerkt, maar ook de onderzoeken die plaats zullen vinden en de onderwerpen op de meerjarenraadsagenda. Daar waar nodig zijn de programma’s (met name de ontwikkelingen) geactualiseerd. De doelen en met name de indicatoren zijn (opnieuw) tegen het licht gehouden. Daar waar de doelen en indicatoren, ten opzichte van de Programmabegroting 2010, zijn aangepast, is dit in bijlage 8 vermeld en toegelicht. In een bijlage 9 (indicatorenoverzicht) zijn ook de bron en, indien van toepassing, benchmarkgegevens vermeld. De bezuinigingen zullen mogelijk ook een nadere aanpassing van de visie, doelen en met name de waarde van de indicatoren tot gevolg hebben. Een aanpassing zal plaatsvinden bij de Kadernota 2012-2015 en verder naarmate de taakstellende bezuinigingen nader ingevuld worden.
Financiële uitkomst (meerjaren)begroting Bezuinigingen In de afgelopen maanden zijn de economische ontwikkelingen financieel vertaald. Daarbij zijn de risico’s op een aantal beleidsterreinen in beeld gebracht en zo nodig omgezet in extra beleidstoevoegingen. Ook is gekeken welke omvang aan ombuigingen werkelijk benodigd is en hoe deze bezuinigingen concreet kunnen worden ingevuld. Hierbij is gebruik gemaakt van de binnen Barneveld zelf ontwikkelde begrotingsanalyse. Dit heeft geleid tot een mix van aanvullende dekkingsmaatregelen, waarbij de ombuigingen met een bedrag van bijna € 8,2 miljoen verreweg de grootste post is. Onder het kopje meerjarenbegroting 2011 – 2014 treft u een volledig overzicht van de dekkingsmaatregelen aan. Het voorgaande heeft ertoe geleid, dat wij u hierbij een sluitende meerjarenbegroting kunnen aanbieden. De meerjarenbegroting laat overigens in 2011 nog een tekort zien van € 869.000 maar dit resultaat draait in de loop van de bestuursperiode naar een overschot in het jaar 2014 van € 1.121.000. De afspraken uit het Coalitieakkoord zijn (voor zover Programmabegroting 2011
In de raad van september 2010 heeft u het meest recente begrotingsbeeld, behorend bij de dynamische begroting, behandeld. Dit begrotingsbeeld laat voor het jaar 2011 een verwacht tekort zien van € 295.000. Het basale begrotingsresultaat (zonder extra beleidstoevoegingen en ombuigingen) laat een tekort zien van € 1.642.000. De belangrijkste oorzaken van het tegenvallend resultaat zijn een lagere algemene uitkering van € 850.000 en hogere kosten voor reguliere bijstandsuitkeringen tot een bedrag van € 630.000. In de Financiële begroting 2011 (onderdeel 5 van deze begroting) treft u een gedetailleerd overzicht met toelichting op de belangrijkste afwijkingen ten opzichte van de verwachting.
Meerjarenbegroting 2011-2014 De actuele prognose meerjarenbegroting 2011-2014 treft u aan in het onderdeel Financiële begroting 2011. Normaal beslaat deze prognose 4 jaar. Vanwege de doorloop van een tweetal posten rondom de ombuigingen is gekozen om de relevante posten uit 2015 aan het overzicht toe te voegen. Dit ter verbetering van het totale inzicht. 9
Aanbiedingsbrief
Onderstaand treft u een verkort overzicht van deze prognose aan. Hierin wordt uitgaande van het begrotingsresultaat op basis van bestaand beleid (vastgestelde begroting 2010 inclusief de beleidstoevoegingen 2011 – 2013) de actuele situatie weergegeven. De bedragen in de regels 2) tot en met 7) zijn daarbij cumulatieve bedragen. Jaar 1) Begrotingstekort 2) Korting algemene uitkering
2011 - 1.642
2012 -1.584 -1.050
2013 -1.463 -2.100
2014 -.1.358 -3.150
2015 -1.358 -4.200
3) Invulling extra beleidstoevoegingen Saldo
- 764 - 2.406
- 988 - 3.622
-1.075 - 4.638
-1.075 - 5.583
-1.075 -6.633
120 2.034 275 -892 1.537
120 3.762 248 -892 3.238
120 5.756 220 -892 5.204
120 7.283 193 -892 6.704
120 8.169 165 -892 7.562
N - 869
N - 384
V 566
V 1.121
V 929
Dekkingsmaatregelen 4) Verhoging OZB inflatie 5) Ombuigingen 2011 – 2015 6) Balansverkorting 7) Lopende taakstellingen Saldo dekkingsmaatregelen Resultaat meerjarenbegroting
Hieronder treft u de relevante toelichting hierop aan. Ad1. Begrotingstekort bestaand beleid Het betreft hier het begrotingstekort op basis van bestaand beleid inclusief de vorig jaar al geaccordeerde beleidstoevoegingen voor 2011 – 2013. Alle vorig jaar geaccordeerde beleidstoevoegingen zijn (vooralsnog) intact gebleven. Zo nodig zijn de bedragen geactualiseerd. Ad 2. Korting algemene uitkering Op basis van de nu bekende informatie houden wij rekening met een nog door te voeren korting door het Rijk op het gemeentefonds van 10 %. Dit betekent dat wij verwachten dat de algemene uitkering daalt van € 42 miljoen in 2012 naar € 37,8 miljoen in 2015. Zowel de VNG als andere externe bronnen bevestigen dat dit percentage momenteel reëel is. Ad 3. Invulling extra beleidstoevoegingen De risico’s op een aantal beleidsterreinen zijn in beeld gebracht en omgezet in extra beleidstoevoegingen. In bijlage 3 treft u een integraal overzicht hiervan aan. Verder zijn deze beleidsintensiveringen toegelicht in de betreffende programma’s. Ad 4. OZB verhoging In afwijking van de algemene nullijn stellen wij voor om in 2011 (alleen) de onroerende zaakbelasting met het verwachte inflatiecijfer van 1,5 % te verhogen.
Programmabegroting 2011
Ad 5. Taakstellende ombuigingen voor de periode 2011 – 2015 Het bedrag aan ombuigingen is inmiddels opgelopen tot € 8.169.000. In bijlage 4 treft u een gedetailleerd overzicht van de taakstellingen per programma c.q. onderwerp aan. Ad 6. Balansverkorting In aanvulling op het voorstel in 2009 stellen wij een verdere balansverkorting voor ter hoogte van € 5.000.000 en hiervoor de reserve Nuongelden gedeeltelijk (de reserve groeit aan tot bijna 40 miljoen) aan te wenden. Hiermee kan het rendement op (dit stuk van) de reserve worden vergroot tot rond de 10 % (4,5% rente en 5,5% afschrijving). Uitgaande van een balansverkorting met € 5.000.000 betekent dit een besparing in 2011 van € 275.000. Dit rendement loopt overigens per jaar geleidelijk terug. Zie voor een uitgebreidere toelichting bijlage 10, de memo Balansverkorting. Ad 7. Lopende taakstellingen bezuinigingen De in de begroting 2011 nog resterende taakstelling voor ”oude” bezuinigingen zijn logischerwijs in mindering gebracht op de “nieuwe” taakstelling. Zo wordt voorkomen dat dit dubbel op gaat.
Conclusie Na toepassing van de dekkingsmaatregelen sluit de begroting 2011 met een tekort van € 869.000. Dit tekort wordt afgedekt door een onttrekking aan de algemene reserve. In het jaar 2012 is er nog sprake van een tekort 10
Aanbiedingsbrief
van € 384.000. Vanaf 2013 hebben wij weer een positief resultaat van € 566.000 en is daarmee sprake van een structureel sluitende meerjarenbegroting.
onroerende goederen naar het prijspeil per 1 januari 2010. In 2011 zal een verhoging wegens inflatie met 1,5% worden toegepast. Voor de overige belastingen zal geen tariefsverhoging worden doorgevoerd.
Autorisatieniveau Door middel van de vaststelling van deze programmabegroting geeft u ons de opdracht de doelstellingen te realiseren. Dit in combinatie met de budgetten (en genoemde ombuigingen) per beleidsproduct, die u hiervoor ter beschikking stelt.
Beleidstoevoegingen Ter uitvoering van het coalitieakkoord is ook voor 2011 voorzien in een aantal beleidstoevoegingen. Zo zetten wij de komende jaren in op een verbetering van de dienstverlening, verkeersveiligheid, huisvesting onderwijs, cultuur, sport en zorg. Hiertoe behoren in 2011 investeringen tot een totaalbedrag van ruim € 17.000.000. De beleidstoevoegingen leiden in 2011 tot € 1.803.000 aan extra structurele lasten. In de beschrijving van de verschillende programma’s ziet u de betreffende beleidstoevoegingen voor de komende jaren, waar mogelijk vertaald naar concrete prestaties voor 2011. In bijlage 2 en 3 treft u de volledige lijst met voorstellen tot beleidstoevoegingen aan. Hierbij is onderscheid gemaakt in voorstellen met structurele- en incidentele lasten. De incidentele lasten worden binnen de reguliere exploitatie gedekt vanuit incidentele middelen.
Weerstandsvermogen Wij verwachten een weerstandsvermogen per 1 januari 2011 van 1,6. Dit cijfer geeft aan dat ons vermogen om incidentele tegenvallers op te vangen 1,6 maal groter is dan de actuele risico’s. Het verwachte weerstandsvermogen van 1,6 is lager dan in de begroting van 2010 (1,8) maar bevindt zich nog steeds aan de bovenkant van de gewenste streefwaarde (bandbreedte 1,2-1,6). De daling ten opzichte van vorig jaar is vooral het gevolg van een duidelijke toename van de risico’s. x e 1.000 Weerstandscapaciteit Risico’s
Begroting 2010 21.300 11.900
Begroting 2011 22.300 13.700
Weerstandsvermogen
1,8
1,6
Besluitvorming Wij stellen u voor de programmabegroting 2011 vast te stellen en daarmee: a) opdracht te verlenen aan ons college tot uitvoering van de programma’s en deze vast te stellen met betrekking tot de visie, (sub)doelstellingen en indicatoren; b) de bijbehorende budgetten per beleidsproduct (en per programma) voor 2011 te autoriseren; c) de OZB voor het jaar 2011 te verhogen met 1,5 % wegens inflatie; d) akkoord te gaan met de ombuigingen 2011-2015; e) akkoord te gaan met de voorgestelde balansverkorting in de jaarrekening 2010 ad € 5.000.000 ten laste van de reserve Nuongelden; f) ten laste van de algemene reserve een bestemmingsreserve voor frictiekosten bezuinigingen in te stellen ter grootte van € 2.000.000. Voorts stellen wij u voor om hieruit € 500.000 als budget voor 2011 beschikbaar te stellen. Dit is conform het voorstel in paragraaf 5; g) akkoord te gaan met de beleidstoevoegingen 2011 en de daarbij behorende lasten; h) de geactualiseerde prognose meerjarenbegroting 2012 – 2014 vast te stellen; i) akkoord te gaan met het in paragraaf 1) opgenomen voorstel om voortaan de BTW mee te nemen als kostencomponent bij de gemeentelijke belastingen; j) de voorgestelde aanwendingen van de voorzieningen voor onderhoud en vervanging (zie hiervoor paragraaf 3) te autoriseren; k) de mandaten op het gebied van strategische grond aankopen en instellen van voorbereidingskredieten ten behoeve van het ontwikkelingsbedrijf aan ons college toe te kennen (zie hiervoor paragraaf 7); l) het begrotingstekort ad € 869.000 te dekken door een onttrekking aan de algemene reserve.
Burgemeester en wethouders van Barneveld,
In de paragraaf 2 “Weerstandsvermogen” vindt u aanvullende informatie.
Gemeentelijke belastingen Onroerende zaakbelastingen Voor de aanslagen 2011 geldt de waarde van de Programmabegroting 2011
D. Bakhuizen secretaris
J.A.M.L. Houben burgemeester 11
Samenvatting – Keuzes voor een leefbare toekomst Algemeen De gemeente Barneveld moet de komende jaren fors bezuinigen. In de ontwerp-Programmabegroting 2011 en de meerjarenbegroting 2012-2014 is een bezuinigingsbedrag opgenomen van € 8,2 miljoen. De gevolgen van deze bezuinigingstaakstelling zullen zowel in als buiten het gemeentehuis merkbaar zijn. Op alle beleidsterreinen is gekeken naar mogelijke bezuinigingsmaatregelen. De gemeente Barneveld draagt zelf € 3,2 miljoen bij aan de bezuinigingsmaatregelen. In de achterliggende begrotingsstukken leest u aan welke maatregelen – per programma – wordt gedacht. Een bezuinigingsmaatregel van algemene aard heeft betrekking op de zogenoemde waarderingssubsidies. Deze gemeentelijke bijdrage aan tal van verenigingen, organisaties en instellingen wordt vanaf 2012 in twee fasen afgebouwd. Daarnaast zullen de gevolgen van de bezuinigingen onder andere merkbaar zijn bij de Muziekschool Barneveld, Museum Nairac, de Bibliotheek Barneveld, onderwijs en welzijn & zorg. Voor een gedetailleerd overzicht van de bezuinigingen verwijzen wij u naar de achterliggende begroting. Overigens is ook bij ieder programma aangegeven wat de belangrijkste bezuinigingsbedragen zijn. Naast verenigingen, organisaties en instellingen zullen ook de zogenoemde ‘verbonden partijen’ de gevolgen van de bezuiniging merken. Dat geldt ook voor andere organisaties en instellingen, waarmee de gemeente Barneveld een subsidierelatie heeft. Hieronder vatten wij – per programma – de belangrijkste ontwikkelingen en bezuinigingsmaatregelen samen. Voor een volledig overzicht verwijzen wij u naar de achterliggende programma’s en paragrafen.
Programma 1 | Bestuur Wij vinden het belangrijk, dat inwoners weten wat de gemeente Barneveld doet en wat er in hun omgeving gebeurt. We intensiveren op verschillende manieren het contact tussen inwoners en het gemeentebestuur. Daarvoor is en blijft communicatie van groot belang. Wij besteden in dat traject met name aandacht aan de wijze waarop inwoners en betrokkenen kunnen meepraten en –denken over ontwikkelingen én de raadscommunicatie. Programmabegroting 2011
Wij vinden het erg plezierig, dat inwoners de afgelopen jaren méér vertrouwen hebben gekregen in de gemeente Barneveld. Dat bleek uit het onderzoek Waarstaatjegemeente.nl. We gebruiken de uitkomsten om onze dienstverlening verder te verbeteren. De gemeente Barneveld doet veel taken zelf, maar werkt op verschillende terreinen (nauw) samen met andere overheden en organisaties. In de afgelopen periode is duidelijkheid ontstaan over het nieuwe samenwerkingsverband Regio Food Valley. De komende periode wordt een strategische agenda opgesteld. Wij zijn enthousiast over de kansen, die dit samenwerkingsverband heeft – met name op nationaal en internationaal terrein. In het kader van de bezuinigingen beperken we volgend jaar de wijze waarop de commissie- en raadsvergaderingen worden verslagen. Ook beëindigen we in fasen de subsidies aan de Verenigingen van Plaatselijk Belang en de Oranjeverenigingen.
Programma 2 | Veiligheid We werken in 2011 opnieuw aan een veilige woon-, werk- en verblijfsomgeving. Dat doen we niet alleen, maar samen met inwoners, wijkplatforms, Verenigingen voor Plaatselijk Belang, de politie en onze brandweer. We hebben gemerkt, dat de afgelopen jaren het aantal inbraken in de regio, maar ook in Barneveld, aanzienlijk is gestegen. We ontwikkelen, samen met de politie en andere gemeenten, een nieuw initiatief: Selecta DNA. Hiermee kunnen inwoners waardevolle spullen onzichtbaar merken. Na een onverhoopte diefstal kunnen gevonden goederen snel naar de rechtmatige eigenaar worden teruggebracht. Hoewel de Wet op de Veiligheidsregio’s een feit is, wordt de brandweer niet geregionaliseerd. Het niveau van de brandweerdekking blijft een punt van aandacht. De dekkingseisen geven ruimte om opnieuw naar de aanrijtijden voor de kern Barneveld te kijken. Daarom is het te vroeg om nu al een keuze te maken voor een 12
eventuele extra kazerne aan de oostzijde van Barneveld. De komende jaren wordt ruim twee ton bezuinigd op het programma Veiligheid, onder andere door de subsidie aan Bureau Halt en de regionale brandweervoorlichting te beëindigen. Het overige bezuinigingsbedrag moet nader worden ingevuld.
van 2010, vanwege de economische omstandigheden, sterker gestegen, al ligt het gemiddelde ruim onder het landelijke en provinciale gemiddelde. We houden de vinger aan de pols en ondersteunen, waar mogelijk, ondernemers. De gemeente Barneveld maakt deel uit van de nieuwe Regio Food Valley. Binnenkort wordt een strategische agenda vastgesteld, op basis waarvan de regio aan het werk kan. Het komende jaar bereiden we de (verdere) uitgifte van de nieuwe bedrijventerreinen Briellaerd-Noord, Harselaar-West-West, Columbiz Park, Harselaar-Zuid en Harselaar-Driehoek verder voort. De planning is er nog steeds op gericht om de eerste nieuwe kavels in de tweede helft van 2011 uit te kunnen geven.
Programma 5 | Onderwijs
Programma 3 | Verkeer en Openbare Ruimte De gemeente Barneveld blijft werken aan een bereikbare, veilige en leefbare woon-, werk- en verblijfsomgeving. Een goed onderhouden leefomgeving draagt in belangrijke mate bij aan de tevredenheid van inwoners en bezoekers. Daarvoor is en blijft structureel onderhoud en participatie van bewoners nodig. De bereikbaarheid van Barneveld per openbaar vervoer wordt de komende jaren verder verbeterd. In Veller II bouwen we samen met ProRail het station BarneveldZuid. Ter hoogte van het station Barneveld-Noord wordt het spoor verdubbeld zodat straks ook de bewoners van Veller ieder kwartier met de Valleilijn naar Amersfoort kunnen reizen. In 2011 worden belangrijke voorbereidingen getroffen voor de bouw van de nieuwe tunnel onder de spoorlijn Amersfoort-Apeldoorn. Deze Harselaartunnel wordt één van de majeure projecten van de komende jaren. De tunnel draagt bij aan een betere bereikbaarheid van Barneveld en Harselaar in het bijzonder. Op het programma Verkeer en Openbare Ruimte wordt in totaal e 655.000 bezuinigd, waarvan bijna twee ton in 2011 wordt gerealiseerd, onder andere door hogere parkeertarieven. Daarnaast levert het plan Integraal Beheer Openbare Ruimte een taakstellende bezuiniging op en zijn slechte beperkte middelen beschikbaar om uitvoering te geven aan het Gemeentelijk Verkeer en Vervoerplan (GVVP).
Programma 4 | Economie De werkloosheid in Barneveld is in de eerste maanden Programmabegroting 2011
De gemeente Barneveld gaat, in samenwerking met het onderwijsveld, in 2011 de onderwijsachterstanden tegen. Daarnaast wordt ingezet op de zorg in en om de school, het bieden van passend onderwijs, de ontwikkeling van de brede school-gedachte, de overgang van het primair naar het voortgezet onderwijs en het tegengaan van segregatie en het bevorderen van integratie. In de afgelopen jaren heeft de scholenbouw een forse impuls gekregen. We gaan daar in 2011 en de jaren daarna mee door. In Kootwijkerbroek krijgt de Rehobothschool een nieuw schoolgebouw nabij het Kulturhus, het Van Lodensteincollege krijgt een nieuw schoolgebouw aan de Lunterseweg, hoek Scherpenzeelseweg, de Antoniusschool wordt gerenoveerd en de J.H. Donnerschool in De Glind wordt aangepast. Daarnaast bekijken we hoe we de groei van het Johannes Fontanus College moeten faciliteren. In 2011 wordt onder andere bespaard op de kosten van het schoolzwemmen, het Biologisch Centrum Koetshuis, het beperken van het vervoer van kinderen van de groepen 7 en 8 van het basisonderwijs naar Museum Nairac.
Programma 6 | Cultuur De voorgestelde bezuinigingsmaatregelen hebben met name betrekking op het programma Cultuur. In de komende jaren wordt de (financiële) relatie tussen de gemeente Barneveld en de Bibliotheek Barneveld, het museum Nairac en de muziekschool onderzocht. Het is de bedoeling, dat volgend jaar in ieder geval het 13
gemeentelijke monumentenbeleid wordt versoberd.
Programma 7 | Sport Het demissionaire kabinet-Balkenende heeft sociale samenhang als één van de speerpunten van deze kabinetsperiode aangemerkt. School, sport en cultuur leveren – ieder op een eigen manier – een bijdrage aan deze gewenste sociale samenhang. De gemeente Barneveld bekijkt hoe de aanleg van (kunst)grasvelden en accommodaties de komende jaren moet worden gefaciliteerd. We merken, dat het scholen steeds moeilijker lukt om bewegingsonderwijs aan te bieden. De gemeente bekijkt of door middel van de zogenoemde combinatiefunctionarissen tóch voldoende bewegingsonderwijs kan worden aangeboden. In 2011 wordt een ombuiging doorgevoerd door de tarieven voor het zwemmen te verhogen. Dat geldt ook voor de tarieven van het gebruik van de kunstgrasvelden.
Programma 8 | Werk en Inkomen De economische omstandigheden hebben hun – negatieve – effect op de arbeidsmarkt. De werkloosheidscijfers in de gemeente Barneveld zijn de afgelopen maanden relatief sterk gestegen. De gemeente ondersteunt – waar mogelijk – mensen als zij worden getroffen door de gevolgen van de economische omstandigheden. Het is en blijft belangrijk, dat mensen aan het werk komen en blijven. In de komende jaren wordt € 456.750 bezuinigd. De regeling voor duurzame gebruiksgoederen wordt afgeschaft. Het handhaven van het van oudsher ruimhartige verstrekkingenbeleid is niet langer realistisch.
Programma 10 | Milieu Eén van de belangrijkste ontwikkelingen is op 1 oktober jongstleden ingegaan: de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht – afgekort: Wabo. Of: de omgevingsvergunning. Meer dan 25 vergunningen zijn nu samengebracht in één vergunning. Inwoners en ondernemers dienen één aanvraag in en krijgen één vergunning. De Regionale Uitvoeringsdiensten (RUD’s) krijgen hun beslag, al is het volgens de zogenoemde Gelderse Maat. De gemeente Barneveld blijft zich inzetten voor een duurzame samenleving. Dat betekent, dat wij uitvoering blijven geven aan het milieubeleidsplan, dat door uw raad is vastgesteld. De komende jaren wordt in totaal € 150.000 bezuinigd, onder andere door het afvalbeleid en de inzameling daarvan te herzien.
Programma 11 | Ruimte, bouwen en wonen De gemeente Barneveld is een prachtige gemeente om te wonen, te werken en te recreëren. Het is belangrijk, dat wij de ruimtelijke kwaliteiten, die bijdragen aan deze plezierige woon-, werk- en leefomgeving, in stand houden en versterken. Dat is niet minder belangrijk vanwege onze gezamenlijke ambitie om de komende jaren te groeien van zo’n 52.000 naar zo’n 65.000 à 70.000 inwoners. Barneveld blijft Barneveld, maar dan een stukje groter. Wij willen de komende jaren woningen blijven bouwen in verschillende prijsklassen. Het moet voor iedereen – starters, senioren en anderen – mogelijk blijven om in Barneveld te blijven wonen. In het kader van de bezuinigingen wordt de welstandscommissie afgeschaft. In de plaats daarvan stellen wij een bouwmeester aan, die bouwplannen op beperkte schaal bekijkt en van advies voorziet.
Programma 9 | Welzijn en zorg Welzijn en zorg hebben de afgelopen jaren al verschillende (rijks)bezuinigingen te verwerken gekregen. We hebben afgesproken, dat de komende jaren nog eens ruim € 255.000 wordt bezuinigd, onder andere (in 2011) door de bijdrage aan het Sociaal Pension in Ede te schrappen. Daarnaast draagt de gemeente niet langer bij aan kleine woningaanpassingen (tot € 300,-). De bijdrage aan de Regiotaxi De Vallei wordt verminderd. Verder worden bijdragen aan welzijnsorganisaties in twee jaar afgebouwd (de zogenoemde en al eerder in deze stukken genoemde waarderingssubsidies). De gemeente Barneveld blijft zich inspannen voor hen die door verschillende omstandigheden ‘te-recht’ een beroep op de gemeente moeten doen. Programmabegroting 2011
14
Programmabegroting 2011
15
Programmabegroting 2011
16
Programma 1 Bestuur
Programma 1 Bestuur Onze visie De gemeente Barneveld vindt het belangrijk, dat inwoners het gevoel hebben dat de gemeente van hén is. De gemeente is zich bewust van haar verantwoordelijke taak en dat zij – om deze opdracht uit te kunnen voeren – soms veel van haar inwoners vraagt en soms ook aanzienlijke beperkingen oplegt. De gemeentelijke organisatie doet er verstandig aan zich altijd in de positie van inwoners te verplaatsen en samen met hen zaken voor te bereiden en uit te voeren. Wijkplatforms fungeren voor de gemeente op het terrein van veiligheid en leefbaarheid als de ogen en oren. De gemeente Barneveld betrekt inwoners in een zo vroeg mogelijk stadium bij (de voorbereiding en uitvoering van) gemeentelijke plannen. Dat betekent bijvoorbeeld concreet: geen presentatie van éénzijdig opgestelde blauwdrukken, maar tijdig overleg met inwoners en overige betrokkenen. Daarin past ook de totstandkoming, vaststelling en uitwerking van een strategische beleidsvisie: een centraal thema dat door alle beleidsterreinen heen speelt. Deze visie biedt voor de komende twintig jaar een beleidskader op grond waarvan richting wordt gegeven aan diverse ontwikkelingen, plannen en projecten die op de gemeente Barneveld afkomen. Het is wel belangrijk om de ingezette lijn van interactieve beleidsvorming te herijken en de spelregels van het beleid opnieuw tegen het licht te houden. Daarnaast realiseert de gemeente Barneveld de vastgestelde beleidsdoelen. Door middel van onder andere een krachtige lobby wil de gemeente in beeld komen en blijven in beleidsvormingsprocessen bij hogere en andere overheden. Ook werkt de gemeente – intensief – samen met diverse maatschappelijke en private organisaties.
Wat zijn de ontwikkelingen? Het lokale bestuur schaalt langzaam maar zeker op. Gemeenten gaan meer en intensiever op steeds meer onderwerpen samenwerken. Een opschalend lokaal bestuur, dat vaker de regionale schaal opzoekt en een rijksoverheid die zich onder druk van Europa ook meer Programmabegroting 2011
is gaan bemoeien met decentrale taken. Provincies zoeken daartussen hun eigen rol. De raad voor het openbaar bestuur heeft hierover in 2010 een advies uitgebracht. Geen “blauwdruk” voor een nieuwe bestuurlijke structuur, maar juist en vooral aandacht voor het verder neerleggen van nieuwe decentrale taken bij de juiste schaal van de bestuurlijke organisatie en aandacht voor bestuurlijke differentiatie. Een meer heldere taaktoedeling tussen de bestuurslagen en een eventuele herpositionering daarvan. Het nieuwe kabinet zal de komende jaren hiervoor de randvoorwaarden moeten aangeven, aldus de raad voor het openbaar bestuur. De discussie over de bestuurlijke inrichting zal ook de komende tijd volop worden gevoerd. Verder blijft – naast het thema van decentralisatie – het thema van deregulering onverminderd actueel. Met niet alleen aandacht voor het terugdringen van regels, maar steeds meer ook het accent op het verbeteren van de dienstverlening door gemeenten, voorbereiden op de nieuwe rol van gemeenten als eerste loket voor inwoners en ondernemers. Dat werkt door op de interne organisatie van gemeenten. Van medewerkers wordt daarbij een andere houding en gedrag gevraagd. Meer samenwerking in de ‘keten’ en meer vertrouwen geven aan de inwoner en ondernemer, zonder dat daarbij de publieke taak in het gedrang komt.
Bezuinigingen Op het programma Bestuur wordt in totaal € 11.000 bezuinigd, met name vanwege het beperken van de verslaglegging van de commissie- en raadsvergadering. Daarnaast worden waarderingssubsidies in twee jaar afgebouwd. Dit heeft in dit programma gevolgen voor de Verenigingen voor Plaatselijk Belang en de Oranjeverenigingen.
Welk beleid is voorhanden? Beleid
Status
• Hoofdlijnennota Communicatiebeleid “Van ingetogen naar dynamisch” (2003).
Raad dec 2003
• Kadernota raadscommunicatie (2006).
Raad 25-04-06
17
Programma 1 Bestuur
•V ernieuwend Besluitvormingsproces Barneveld (2008)
Raad 05-08-08
•N otitie Internet en Communicatie (2008)
B&W-besluit
•B eleidsnotitie interactieve beleidsvoering (2005).
Raad dec 2005
•P rogramma Andere overheid gemeente Barneveld (2007)
Raad 23-01-07
•W GR-overeenkomst regio De Vallei (aangepast in 2005).
Raad 2005
• Intentieovereenkomst instellen regio Food Valley (2009)
Raad dec 2009
•V erordening op de Rekenkamercommissie Barneveld – Leusden 2005.
Raad 25-01-05
• Dienstverleningsconcept (2007)
B&W-besluit
•P rogramma dienstverlening 2009
B&W-besluit
•S amenwerkingsovereenkomst Rekenkamer V-i-P (2005)
Raad jan 2005, verlengd in 2008
• Evenementenbeleid 2009
Besluit Bgm, t.k.n. raad april 2009
• Gedereguleerde APV 2009
Raad jan 2009
•S tartnotitie Promotiebeleid (2009)
Raad 08-07-08
Wat willen we de komende jaren bereiken en wat doen we daarvoor? (Sub)Doelstellingen
Indicatoren
Prestaties
1. Inwoners krijgen voldoende gelegenheid om mee te denken en om hun belangen te behartigen 1.1 Interactieve beleidsvorming
1. Rapportage “Waarstaatjegemeente.nl”, Burgerrol ‘Kiezer’, het oordeel burger over invloed als kiezer, cijfer minimaal een 5,3, het oordeel van de inwoners over het vertrouwen in het bestuur, minimaal een 6,0, waar maken van beloften b&w, minimaal een cijfer 5,2, mening over een goed bestuur, minimaal 5,8 in 2012.
• Nota Communicatiebeleid 2010-2014 • Uitvoeringsplan Communicatiebeleid 2010-2012 • Herijking Interactieve Beleidsvorming • Integratie van interactieve beleidsvorming in het communicatiebeleid • Uitvoering activiteiten Kadernota Raadscommunicatie 2010
2. De gemeente informeert actief de inwoners. Daarbij streeft de gemeente naar begrip voor de gemeentelijke standpunten, vanuit het besef dat er een verschil is tussen “gelijk hebben” en “gelijk krijgen”. 2.1 Tijdig en zorgvuldig informeren. 2.2 Actief informeren van wijkplatforms
1. Rapportage “Waarstaatjegemeente.nl”, Burgerrol ‘klant’, het oordeel van de burgers over duidelijkheid informatie, minimaal een 6,8, toegankelijkheid informatie, minimaal een 6,9, gemeentelijke info via lokale kranten, minimaal 7,2, info via website, minimaal een 6,9 in 2012.
• Uitvoering stappenplan om communicatie nog eerder betrekken bij voorbereiding en uitvoering van beleid • 4 x uitgave Barneveld-Magazine • Wekelijkse e-mailnieuwsbrief en afgeleide e-mailnieuwsbrieven • Intensivering communicatie over majeure beleids- en projectontwikkelingen via nieuwsbrieven intensiveren • Maandelijkse communicatie m.b.t. de kernen onder de noemer “Kernachtig Barneveld” • Organisatie van open dag voor inwoners van de gemeente Barneveld
Programmabegroting 2011
18
Programma 1 Bestuur
3. De gemeente Barneveld maakt het de inwoner zo gemakkelijk mogelijk om invulling te geven aan zijn verplichtingen. 3.1 Omslachtige en tijdrovende procedures worden vermeden, ingedikt of afgeschaft. 3.2 De gemeente is goed bereikbaar, zowel telefonisch, digitaal, fysiek als schriftelijk. 3.3.De gemeente Barneveld houdt zich aan de kaders, zoals vastgelegd in het Programma Andere Overheid
3.1 Rapportage “Waarstaatjegemeente.nl”: burgerrol onderdaan, oordeel burger over duidelijkheid regels, cijfer 6,4 in 2012. 3.2.1 Rapportage “Waarstaatjegemeente. nl” burgerrol klant, cijfer 7,5 in 2012 3.2.2 95 % van de wachttijden is gemiddeld max. 15 minuten 3.2.3 Rapportage “Waarstaatjegemeente. nl”, burgerrol klant, Oordeel bezoekers over openingstijden (voldoende en duidelijk) gemeentehuis: minimaal 7,5 in 2012. 3.2.4 Rapportage “Waarstaatjegemeente. nl”, burgerrol klant, Oordeel bezoekers over bereikbaarheid en parkeergelegenheid gemeentehuis: minimaal resp. 7,8 en 6,4 in 2012. 3.2.5 In 2015 wordt 75 % van alle bij het KCC ingekomen telefoongesprekken wordt direct afgehandeld (door het klantencontactcentrum) 3.3.1 Internetsite van de gemeente Barneveld staat in de top-50 3.3.2 Minimaal 1300 maal gebruik van E-formulieren via digitaal loket gemeente Barneveld
• Doorvoeren van minimaal 4 good practices op terrein van deregulering en vermindering lastendruk • Digitalisering aanvragen in kader van Drank en Horecawet • Uitvoeringsprogramma Andere Overheid 2011 met verantwoordingsrapportage halverwege 2011 • Gerichte promotiecampagne m.b.t. digitale gemeentelijke dienstverlening • Invoering decentrale regelingenbank • Verdere implementatie van 34 digitale aanvragen
4. De inwoner moet erop aan kunnen dat hij of zij op een betrouwbare en deskundige wijze tegemoet wordt getreden 4.1. Bij meeromvattende zaken krijgen verzoekers een integraal antwoord 4.2 De gemeente levert een kwalitatief hoogstaande dienstverlening (Am 20, 03-06-09)
Rapportage “Waarstaatjegemeente.nl” burgerrol klant, oordeel bezoeker deskundigheid, cijfer minimaal 8,4 in 2012
• Invoering WABO met bijbehorend digitaal loket. Tussenrapportages halverwege 2011 • KCC verder uitbouwen en positioneren in organisatie volgens plan van aanpak
Maximaal 4 gegronde klachten over medewerkers. Rapportage “waarstaatjegemeente.nl”, oordeel burgers over kwaliteit dienstverlening, cijfer minimaal 7,2 (= gemiddelde provincie Gelderland) in 2012
5. Samenwerken met andere overheden, 5.1 Rapportage “Waarstaatjegemeente.nl”, het maatschappelijk veld en private burgerrol partner, burgers worden organisaties voldoende betrokken bij de uitvoering 5.1 R egionale samenwerking (WGR-regio). van gemeentelijke plannen, minimaal 5.2 Samenwerking met WERV-gemeenten. 5,3 in 2012. 5.3 Samenwerken met maatschappelijke 5.2 Rapportage “Waarstaatjegemeente.nl”, instanties. burgerrol partner, burgers hebben 5.4 Wijkplatforms inschakelen als “ogen, voldoende invloed op wat gemeente oren en handen” doet, minimaal 4,7 in 2012.
Programmabegroting 2011
• Meervoudige dossiers registreren • Bij lastige, meer complexe dossiers, vooraf een accountmanager aanwijzen
• Uitvoering strategische agenda Valleiregio Food Valley • Integratie van Werv-gemeenten en WGR-regio tot één regio Food Valley • Uitvoering actieplan op wijkniveau (n.a.v. veiligheidsmonitor 2010)
19
Programma 1 Bestuur
Wat zijn de kosten? Prod
Omschrijving
101 102 103 104
(bedragen x € 1.000) Werkelijk 2009
Begroting na wijziging 2010
Bestaand beleid 2011
Bestuursorganen
1.576
1.500
1.068
1.068
Bestuursondersteuning B&W
3.077
2.771
3.529
3.529
Communicatie
471
369
344
344
Publiekszaken
419
440
323
323
105
Bestuurlijke samenwerking
145
131
137
137
106
Verkiezingen totaal lasten
71
80
80
5.759
5.291
5.481
Toelichting Bezuinigingen (bijlage 4) Verslaglegging raadscies en -vergaderingen beperken Afschaffen bezoek 55-jarige huwelijken
Programmabegroting 2011
Nieuw beleid 2011
Totaal begroting 2011
80 0
5.481
(bedragen x € 1.000) bedrag 2011
bedrag 2012
bedrag 2013
bedrag 2014
-10 -1
20
Programma 1 Bestuur
Programmabegroting 2011
21
Programmabegroting 2011
22
Programma 2 Veiligheid
Programma 2 Veiligheid Onze visie De gemeente Barneveld werkt aan een veilige woon-, werk- en verblijfsomgeving, waar inwoners en bezoekers zich prettig voelen. Eigen verantwoordelijkheid waar het kan en handhaven waar het moet. Goede externe en interne samenhang tussen maatregelen om de veiligheid te waarborgen.
Wat zijn de ontwikkelingen? Vanaf najaar 2009 vindt een sterke (districtelijke) stijging van het aantal woninginbraken plaats. Deze stijging zet ook in 2010 door. De gemeente komt, samen met de politie, met een pakket aan maatregelen om deze stijging een halt toe te roepen. Selecta DNA, dat is het digitaal waarmerken van goederen, is hierbij één van de maatregelen, die wordt ingezet. Eind 2010 doet de Strafbeschikking Openbare Ruimte zijn intrede. Dat is een middel waarmee de BOA’s met name kunnen optreden tegen kleine ergernissen in de openbare ruimte. Voor wat betreft hennepkwekerijen wordt gewerkt conform een in 2007 afgesloten convenant, waarin duidelijke afspraken zijn gemaakt over de aanpak en de informatieverstrekking. De politie komt in 2010 met een voorstel dat het ontmantelen van een kwekerij voor rekening van de gemeente komt, waarna de kosten via bestuursdwang op de veroorzaker worden verhaald. Het is nog niet goed in te schatten wat dit (financieel) voor de gemeente betekent. In afwachting van deze regionale ontwikkeling blijft de huidige situatie gehandhaafd. De Wet op de Veiligheidsregio’s is een feit. De datum van invoering is 1 oktober 2010. Er komt geen verplichte regionalisatie van de gemeentelijke brandweerkorpsen. Dit is in overeenstemming met de wens van de raad en het regionaal bestuur. Wel heeft de minister van BZK kenbaar gemaakt dat er op wordt toegezien dat de kwaliteitseisen worden gehaald. Zo niet, dan worden die specifieke gemeenten verplicht om alsnog over te gaan tot regionalisatie. De externe druk om te regionaliseren, blijft voorlopig bestaan. Begin 2010 is door het Veiligheidsberaad en de NederProgrammabegroting 2011
landse Vereniging voor Brandweerzorg en Rampenbestrijding (NVBR) de zogenoemde strategische reis vastgesteld. De conclusie is, dat het bedrijfsmodel van de brandweer en de doelen die brandweerbreed landelijk worden nagestreefd niet meer in balans met de kosten zijn. Als uitvloeisel van deze strategische reis zal de brandweer zich de komende jaren meer moeten richten op maatschappelijke veranderingen en verantwoordelijkheden. Zonder dat er nu al sprake is van een uitgewerkt beeld moet daarbij ondermeer gedacht worden aan elementen als zelfredzaamheid. Een concreet voorbeeld van die veranderende positie is al dicht bij huis te vinden, nl. de First Responder Brandweer en het AED netwerk. Per 1 januari 2010 is een nieuwe rechtspositie vrijwilligers landelijk van kracht geworden. Dit heeft financiële consequenties, die in de Programmabegroting 2011 zijn verwerkt. Zelfredzaamheid en de eigen verantwoordelijkheid krijgen de komende jaren verder gestalte door gerichte voorlichtingsacties onder de noemer “een brandveilig leven”. Deze actie vraagt veel personele inzet. Hier past ook de lijn bij om controle en toezicht meer in te richten op risicodenken in plaats van regelgericht. Het niveau van de brandweerdekking blijft een vraagpunt. Waren hier eerst strikte eisen, nu lijkt er sprake van enige beleidsvrijheid. In 2011 komt hierover meer duidelijkheid. Dat is wel voor ons een reden om het proces betreffende een eventuele extra kazerne voor Barneveld-dorp nu even stil te leggen. Het gemeentelijk beleid om veelplegers van ongewenste automatische brandmeldingen door middel van gerichte handhaving, in combinatie met de dreiging van het opleggen van een dwangsom aan te pakken, lijkt effectief. Er zijn verder initiatieven om op landelijk niveau via wetswijziging te komen tot een verandering van het beleid voor verplichte aansluiting van brandmeldcentrales. De gedachte is om het aantal aansluitingen te verminderen, waarbij de verplichting ontstaat dat gebouweigenaren/exploitanten zelf actie moeten ondernemen. Deze wijziging moet leiden tot een verdere verlaging van het aantal ongewenste alarmeringen. 23
Programma 2 Veiligheid
Bezuinigingen Voor dit programma geldt een taakstellende bezuiniging van € 212.500. In 2011 wordt een bezuiniging doorgevoerd op de regionale voorlichting Brandweer voor een bedrag van € 2.500 en levert de inning van dwangsommen als gevolg van loze meldingen Brandweer een bedrag van € 10.000 op. In 2011 wordt de subsidie (€ 22.000) aan Bureau Halt beëindigd. Dit betreft de voorlichtende taak van Bureau Halt op scholen. De coördinatie van taakstraffen aan minderjarigen gaat onverminderd voort. De resterende taakstelling van € 178.000 die nog grotendeels moet worden ingevuld, wordt gerealiseerd in 2012 (€ 89.000) en 2013 (€ 89.000).
Programmabegroting 2011
Welk beleid is voorhanden? Beleid
Status
• Integraal Gemeentelijk Veiligheidsplan 2007- 2010 (&Uitvoeringsprogramma Integrale Veiligheid 2010)
B&W besluit
• Plan van aanpak keten gemeente Barneveld 2004
Raad 01-04-08
• Nota horecabeleid gemeente Barneveld 2006
Raad 28-02-06
• Organisatie- en Beheersverordening Brandweer Barneveld
B&W besluit
• Rampenplan met deelplannen en toegesneden rampenbestrijdingsplannen 2009
B&W besluit
• Algemene Plaatselijke Verordening • Beleidsplan Brandweer Barneveld 2009 – 2012
B&W besluit
• Onderzoeksrapport naar het dekkingspercentage brandweerzorg (2009)
Nog niet vastgesteld
• Gemeentelijke notitie veiligheidsregio
t/k naar raad
• Rapport onderzoek bluswatervoorziening
B&W besluit
• Convenant Aanpak Hennepkwekerijen
B&W besluit
• Nota ketenbeleid gemeente Barneveld 2008
B&W besluit
• Nota handhaving en regelgeving bij evenementen 2008
B&W besluit
• Beleidsnota wijkplatforms 2008
B&W besluit
• Convenant buurtbemiddeling gemeente Barneveld
B&W besluit
• Besluit tot volledige realisatie van het AED-netwerk
B&W besluit
24
Programma 2 Veiligheid
Wat willen we de komende jaren bereiken en wat doen we daarvoor? (Sub)doelstellingen
Indicatoren
1. D e gemeente heeft de regierol bij veiligheidsvraagstukken
Prestaties
1. Kental oordeel gemeente > 4,3 Rapportage “Waarstaatjegemeente.nl”, Burgerrol ‘onderdaan’, het is in de 1.1 Een veilige woon- en werkomgeving gemeente voldoende veilig op straat , 1.1.1 Vermindering van woninginbraken minimaal een 7,2, reactie gemeente op 1.1.2 Vermindering van diefstallen uit meldingen en klachten over onveiligheid auto’s en overlast, minimaal een 6,0, leefbaar1.1.3 Vermindering van (soft)drugsoverheid in de buurt, minimaal een 7,6 last 1.1.1 het aantal (pogingen) diefstal uit 1.1.4 Minder recidive van ex-gedetineerwoningen < 101 aantal slachtoffers den handhaven op maximaal het huidige 1.1.5 Vermindering parkeeroverlast in niveau van 3 % woonwijken 1.1.2 het aantal diefstallen uit auto’s < 289 1.1.6 Terugdringing van criminaliteit op verlagen van het aantal slachtoffers de industrieterreinen autocriminaliteit met 2 % t.o.v. 1.1.7 De rol van de gemeenteraad bij veiligheidsmonitor 2005, dus het veiligheidsbeleid wordt maximaal 19 %. versterkt. 1.1.6 het aantal inbraken op de industrieterreinen de Briellaerd, de Tolboom en Harselaar < 43
• Invoeren selecta DNA om het sterk stijgende aantal woninginbraken te verminderen. • Actie niets erin, niets eruit, met name rondom hotspots. • Cameratoezicht waar nodig aanpassen aan nieuwe technieken. • Implementatie uitkomst veiligheidsmonitor • Veiligheidsplan 2011-2014 • Invoeren Strafbeschikking Openbare Ruimte. • Projectmatig werken boa’s uitbreiden, waar nodig in de nachtelijke uren. • Hennepconvenant herzien, met name richten op bestuurlijke aanpak daders. • De burgemeester geeft een terugkoppeling van datgene wat is besproken in het regionaal veiligheidsoverleg, voor zover relevant voor de gemeente Barneveld. • De gemeenteraad wordt actief geïnformeerd bij de presentatie, de voortgang en de evaluatie van het veiligheidsplan van de gemeente. • De unitchef van de politie is periodiek aanwezig bij vergaderingen van de commissie Bestuur • Er worden in het kader van het veiligheidsplan bindende afspraken gemaakt tussen de gemeente Barneveld en de politie (bij voorbeeld op het gebied van prioriteiten, inzet van overig lokale politiecapaciteit, gewenste dienstverlening aan burgers, en samenwerking met de gemeentelijke handhavingsorgansiatie).
1.2 Een veilige verblijfsomgeving 1.2.1 V eilige en goed toegankelijke stations. 1.2.2 Gezellige en veilige evenementen 1.2.3 Een veilige en rustige jaarwisseling 1.2.4 E en veilig en schoon recreatiegebied Zeumeren 1.2.5 Veilige winkelgebieden en -centra 1.2.6 O verlast van jongeren rond horecagelegenheden terugdringen
• Cameratoezicht inzetten rond C evenementen (live uitkijken) • Gecoördineerde aanpak jaarwisseling • Uitvoering afspraken, gemaakt in het veiligheidsarrangement Valleilijn • Grote oefening rampenstrijding deelplannen registratie/opvang en verzorging en communicatie • Bestuurlijke oefening rampenbestrijding • KVO (Keurmerk Veilig Ondernemen) Barneveld/Voorthuizen samenvoegen
1.3 S timulering eigen verantwoordelijkheid waar mogelijk 1.3.1 D eskundigheid van bewoners inzetten
1.2 - cijfer 8,2 (schaal 1-10) voor wat betreft algemene evaluatie van de leefbaarheid, in 2009 - resultaten onderzoek Valleilijn minimaal een 7 (schaal 1-10) 1.3.1 jaarlijkse aantal meldingen buurtbemiddeling ( = signaalindicator) en minimaal 60 % opgeloste zaken in 2010 1.4 Van alle oefeningen is de uitslag minimaal voldoende
1.4 D e gemeente is voorbereid op het bestrijden van de gevolgen van rampen
Programmabegroting 2011
25
Programma 2 Veiligheid
2. A dequate brandweerzorg 2.1 Kwaliteitsniveau Handreiking Kwaliteit 2.1 D e ruimtelijke ordening, de infraProactie en Preventie op Niveau 2. structuur en inrichting van de gemeente, de gebouwen (incl. tijdelijke bouwwerken) en evenementen voldoen aan de basiseisen van veiligheid ter voorkoming dan wel beperking van de gevolgen van brand, ongevallen en rampen. De veiligheidsketen blijft als basis in stand en de inzet is gericht op het voorkomen van incidenten
• 50 adviezen ruimtelijke plannen pro actie • 50 gebruiksvergunningen • 25 gebruiksmeldingen en verzoeken voor aansluiting op het OMS-systeem • 250 adviezen bouw-milieuvergunnignen • 150 controles gebruiks-vergunnignen • handhaving (5) ongewenste meldingen automatische brandmeldingen veelplegers • risicocommunicatie (i.s.m. regio) met de thema’s natuurbrand, LPG en explosiegevaar • beoordeling effecten voorlichtingsacties in relatie tot proces van preventievoorlichting naar een brandveilig leven
2.3 D e brandweer is toegerust om de haar opgelegde taken adequaat uit te kunnen voeren. 2.3.1 P ersoneel is opgeleid en geoefend. 2.3.2 D e huisvesting van de brandweer (5 kazernes) voldoet aan de wettelijke voorschriften. 2.3.3 O m veilig en verantwoord op te treden wordt gebruik gemaakt van bluswaterkaarten, bereikbaarheidskaarten, aanvalsplannen en rampenbestrijdingsplannen.
• besluitvorming m.b.t. verbetering dekking (brand) • personeel voldoet aan Besluit Kwaliteitseisen veiligheidsregio’s • evaluatie uitvoering Leidraad Oefenen (2009-2010) en relatie met kwaliteitsmonitoring • afsluiten nieuw contract met Vitens over gebruik en onderhoud brandkranen • uitbreiding aantal AED gebieden met 4
2.4 B ij brand, ongeval, dieren in nood, overige hulpverlening en bij reanimatie wordt er door de brandweer opgetreden.
2.4 - Richtlijn operationele prestaties brandweer en dekkingsplan/zorgnormensystematiek, m.d.v. dat de brandweer bij brand in 64% binnen de norm van 9 minuten op plaats incident aanwezig is. - Bij ongevallen is de brandweer in 100% van de gevallen binnen de norm van 15 minuten aanwezig - De FRB en het AED netwerk zijn bij reanimatie in 100% van de alarmeringen in de verzorgingsgebieden binnen 6 min ter plaatse. - een 100 % dekkend FRB-AED netwerk in 2012 (nu 40%)
Wat zijn de kosten?
(bedragen x € 1.000)
Prod
Omschrijving
201
Brandweer en rampenbestrijding
202
Openbare orde en Veiligheid
Werkelijk 2009
Begroting na wijziging 2010
Bestaand beleid 2011
Nieuw beleid 2011
Totaal begroting 2011
3.591
3.636
3.488
280
3.768
280
4.468
Totaal lasten
728
695
700
4.319
4.331
4.188
700
Toelichting Extra beleidstoevoegingen (bijlage 3)
investering
lasten 2010
Structureel Rechtspositie vrijwilligers brandweer
280
Totaal nieuw beleid Bezuinigingen (bijlage 4)
280 bedrag 2011
Verlaging budget voorlichting regionaal
-2,5
Inning van dwangsommen bij loze meldingen BRW
-10
Taakstellend
-22
Programmabegroting 2011
bedrag 2012
bedrag 2013
-89
-89
bedrag 2014
26
Programma 2 Veiligheid
Programmabegroting 2011
27
De gemeente Barneveld realiseert, samen met ProRail en de provincie Gelderland, de Harselaartunnel. Deze tunnel is belangrijk voor de bereikbaarheid van de gemeente Barneveld in het algemeen en van Harselaar in het bijzonder. De bouw van de Harselaartunnel is één van de majeure projecten, die de komende jaren wordt uitgevoerd.
Programmabegroting 2011
28
Programma 3 Verkeer en Openbare Ruimte
Programma 3 Verkeer en Openbare Ruimte Onze visie De gemeente Barneveld werkt aan een bereikbare, veilige en leefbare woon-, werk- en verblijfsomgeving. Dit staat of valt met een adequaat ingerichte en goed onderhouden infrastructuur en openbare ruimte. Een goed onderhouden leefomgeving draagt in belangrijke mate bij aan de tevredenheid van bewoners en bezoekers. Daarbij is behalve structureel onderhoud op voldoende niveau, participatie van bewoners bij het onderhoud van belang. Door wijkplatforms te betrekken bij het beheer sluit de gemeente beter aan op vragen uit de buurt of de straat. Daarmee vergroot de gemeente ook de betrokkenheid van inwoners bij de gemeente, waardoor de gezamenlijke verantwoordelijkheid van gemeente en bewoners voor de openbare ruimte meer vorm krijgt. Hierbij zijn ‘duurzaam’, ‘schoon’, ‘heel’ en ‘veilig’ de sleutelwoorden. Het Gemeentelijk Verkeers- en Vervoer Plan (GVVP) beschrijft het verkeer- en vervoerbeleid waarmee Barneveld inspeelt op alle recente ontwikkelingen op het gebied van ruimtelijke ordening, economie, milieu en verkeer en vervoer. Het beschrijft het beleid dat nodig is om de gemeente Barneveld ook in de toekomst bereikbaar, leefbaar en verkeersveilig te houden. Het vormt tegelijkertijd de basis voor het opstellen van een Meerjarenuitvoeringsprogramma. Het GVVP is een uitwerkingsplan van de Strategische Visie Barneveld 2030. In deze visie wordt het gebied Barneveld-HarselaarVoorthuizen ontsloten door een rondwegenstructuur. Daarnaast zorgen een intercity-station op de lijn Amersfoort-Apeldoorn en een station Barneveld-Zuid voor een goede bereikbaarheid per openbaar vervoer. Het is belangrijk om de ruimtelijke en economische ontwikkelingen af te stemmen op de aanwezige of te realiseren infrastructuur. Als alternatief voor het groeiende autoverkeer wordt het fietsgebruik gestimuleerd. Het is essentieel om bij de fietsbestemmingen voldoende, kwalitatief goede fietsparkeervoorzieningen te realiseren.
Programmabegroting 2011
De verkeersveiligheid wordt verbeterd door de principes van Duurzaam Veilig toe te passen op het Barneveldse wegennet. De gemeente Barneveld wil onder andere door middel van een krachtige lobby betrokken zijn in beleidsvormingsprocessen bij hogere en andere overheden. Ook werkt de gemeente intensief samen met diverse maatschappelijke en private organisaties.
Wat zijn de ontwikkelingen? Ontwikkelingen op het gebied van verkeer en vervoer betreffen het rijks-, provinciaal- en regionaal verkeersbeleid. Dit ligt vast in plannen als de Nota Mobiliteit (Rijk) en het Provinciaal Verkeers- en Vervoer Plan (PVVP). Eind 2009 is op basis van de resultaten van de eerste fase MER een voorkeursalternatief voor het knooppunt Hoevelaken vastgesteld. Dit voorkeursalternatief is gebaseerd op het alternatief Verbreden (extra capaciteit aanvoerende wegen en knooppunt), aangevuld met kansrijke elementen uit het alternatief Sorteren (splitsen doorgaand en lokaal verkeer). De voorlopige keuze over het handhaven, verplaatsen of opheffen van de aansluiting Hoevelaken wordt op basis van de resultaten van de vervolgfase, in een Ontwerp-tracébesluit genomen. Een afsluiting kan tot gevolg hebben dat de hoeveelheid verkeer op de Hoevelakenseweg door het dorp Terschuur toeneemt. Wij zetten ons er voor in om de afslag Hoevelaken open te houden. Rijkswaterstaat heeft in het MIRT-overleg van landsdeel Oost toegezegd haar medewerking te verlenen aan de probleemanalyse van de aansluiting A1/A30 en het bedenken van oplossingen voor problemen. Bij Rijk en provincie vragen wij aandacht voor een tijdelijke of structurele oplossing. Het kabinet heeft een standpunt ingenomen over het Programma Hoogfrequent Spoor (PHS) voor onder meer de lijn Utrecht-Arnhem. Dit standpunt betreft 6 intercitystops en enkele stoptreinen in Ede-Wageningen. Om de voor het PHS benodigde spoorcapaciteit op de druk bereden trajecten beschikbaar te krijgen, wordt ook het 29
Programma 3 Verkeer en Openbare Ruimte
goederenvervoer geherrouteerd. Er zal meer sprake zijn van een evenwichtige spreiding van de stromen over Nederland. Op de lijn Amersfoort-Apeldoorn vindt dan minder goederenvervoer per trein plaats. ProRail heeft een studie verricht naar de inpasbaarheid van station Barneveld-Zuid in de dienstregeling van de Valleilijn. Hieruit blijkt dat een spoorverdubbeling van de Valleilijn noodzakelijk is ter hoogte van de aansluiting op het hoofdspoor Amersfoort-Apeldoorn. Dit betekent ook een tweede perron bij station Barneveld-Noord. Provinciaal heeft de realisatie van het Gelders Fietsnetwerk prioriteit. Het doel is om het gebruik van de fiets voor woon-, werk- en recreatieve doeleinden te versterken. Op basis van regionale fietsvisies (o.a. De Vallei) is een fietsnetwerk opgesteld. Er is een inventarisatie opgesteld waar fietsvoorzieningen ontbreken en welke fietsvoorzieningen niet voldoen aan de kwaliteitseisen (veiligheid, doorstroming, aantrekkelijk). De komende jaren worden in regionaal verband fietsprojecten geprioriteerd en gesubsidieerd. Om gebruik te maken van de subsidiemogelijkheden, zijn eigen gemeentelijke bijdragen vereist. De provincie Gelderland maakt in haar wegenplanning een overstap van separate werkzaamheden per thema naar integrale werkzaamheden per wegtraject. Dit betekent dat een provinciaal wegtraject om de ongeveer 9 jaar integraal wordt aangepakt (onderhoud, reconstructie, stil asfalt, verkeersveiligheid, faunamaatregelen, etc.). De provincie betrekt de gemeenten in een vroegtijdig stadium in de voorbereidingen, zodat ook de diverse lokale wensen worden meegenomen. Als eerste wordt de N310 tussen de gemeentegrens met Ede en de Apeldoornsestraat voorbereid voor een aanpak in 2012. De gemeente heeft onlangs met de provincie overeenstemming bereikt over de verdeling van de kosten die gemoeid zijn met de realisering van het weggedeelte tussen de toekomstige rondweg en het door de gemeente voorgestane “Poortje-Noord’ (= de verbinding tussen de Rubensstraat en de Apeldoornsestraat). Op basis van de gemaakte afspraken kan nu verder worden gewerkt aan de voorbereidingen van de aanleg. Vanzelfsprekend zullen in dat verband nadere financiële voorstellen aan de raad voorgelegd worden. Inwoners en belangenverenigingen benaderen de gemeente Barneveld structureel met verzoeken om Programmabegroting 2011
verkeersmaatregelen. Voor verkeersmaatregelen met een grotere omvang en evenredige kosten (b.v. een plateau of aanleg parkeerplaatsen) is het budget Kleinschalige maatregelen niet toereikend. Gelet op de beschikbare middelen is hier slechts in heel beperkte mate ruimte voor.
Bezuinigingen Op het programma Verkeer en Openbare Ruimte wordt in totaal € 655.000 bezuinigd. Een deel hiervan bestaat uit ombuigingen. In 2011 gaat het om een bedrag van € 195.000, dat voornamelijk bestaat uit een stijging van de parkeertarieven en een efficiëntere organisatie van het parkeerbeleid. De gemeente inventariseert de kwaliteit van de onderhoudsniveaus. Met de vaststelling van het plan Integraal Beheer Openbare Ruimte (IBOR) realiseert de gemeente Barneveld een taakstellende bezuiniging. Dit heeft gevolgen voor de kwaliteit van het onderhoud van de openbare ruimte. Hierbij komt ook nog eens dat de te onderhouden openbare ruimte groeit (realisatie woonwijken). Het beschikbare budget groeit voor 50% mee. Dit betekent een impliciete bezuiniging. De gemeente overweegt om met betrekking tot het onderhoud van vijvers e.d. het onderhoudsniveau te verlagen. Door efficiënter om te gaan met openbare verlichting, kunnen we kosten besparen. Daarnaast wordt minder ruimhartig omgegaan met het honoreren van verzoeken van wijkplatforms. De deelname aan de boomplantdag wordt beperkt. Ook aan de inkomstenkant worden maatregelen getroffen. Zo worden leges voor inrit- en duikervergunningen kostendekkend en worden inkomsten gegenereerd uit het plaatsen van reclamezuilen en billboards in de openbare ruimte, langs wegen. Het Gemeentelijk Verkeers en Vervoersplan (GVVP) is dit jaar vastgesteld. In de begroting 2010 zijn beperkte middelen beschikbaar voor de uitvoering van enkele verkeersplannen uit het GVVP. Voor het grootste deel van de verkeersplannen zijn geen extra middelen opgenomen. Bij de voorbereiding van het Meerjarenuitvoeringsprogramma wordt rekening gehouden met de beperkte beschikbare financiële middelen. Er zijn ook geen middelen beschikbaar voor het realiseren van (kleinschalige) verkeersplannen of 30
Programma 3 Verkeer en Openbare Ruimte
–maatregelen, die niet uit het GVVP voortkomen. Nieuwe eigen middelen ontbreken om gebruik te maken van toekomstige subsidiemogelijkheden in het kader van bijvoorbeeld het Gelders Fietsnetwerk. De gemeente blijft kritisch op het zo efficiënt en effectief mogelijk voorbereiden en uitvoeren van verkeersplannen. Zo mogelijk wordt gebruik gemaakt van subsidiemogelijkheden. De gemeente komt met voorstellen om de parkeertarieven te verhogen, afgestemd op vergelijkbare gemeenten in de omgeving. Dit geldt eveneens voor de kosten van parkeervergunningen. Daarnaast worden mogelijkheden onderzocht ten aanzien van de parkeerorganisatie.
Welk beleid is voorhanden? Beleid
Status
• Parkeernotitie Barneveld-Centrum 2009
Raad, 20-01-2009
• Gemeentelijk verkeer en vervoersplan 2010
Raad, 19-01-2010
• Provinciaal Verkeers- en Vervoerplan (PVVP) 2004
P.S., 29-06-2004
• Beter Bereikbaar Vallei 2006
B&W, 11-04-2010
• Speelruimte Beleidsplan (2009)
Raad 24-02-09
• Groenstructuurplan Woonkernen 1991, wordt geactualiseerd
Raad 2011
• Beleidsnota Openbare Verlichtingen 2002-2011 2001
Raad 2011
• Notitie “Beheer en onderhoud van gemeentelijke wegen” 1996
Raad dec 2010
• Structuurvisie “Kompas naar 2015” 2003
Raad, 17-12-02
• Landschapontwikkelingsplan 2005
Raad, 28-2-06
• Groenbeheerplan 2006
Raad, 25-04-2006
• Gladheidbestrijdingsplan 1996
Raad, 1995
• Beheerverordening begraafplaatsen Barneveld 2005
Wat willen we de komende jaren bereiken en wat doen we daarvoor? (Sub)doelstellingen
Indicatoren
Prestaties
1. V erkeersveilige woon-, werk- en verblijfsomgeving
1.3.1 Aantal verkeersslachtoffers per jaar < 150 (gemiddelde van de afgelopen 5 jaar). 1.3.2 Aantal ongevallen per jaar < 680 (gemiddelde van de afgelopen 5 jaar) 1.2.3 Onderzoek Waarstaatjegemeente.nl, de burger als wijkbewoner, Handhaven van de huidige gemiddelde situatie verkeersveiligheid gemeente (6,5) en streven naar verbetering verkeersveiligheid in de wijken (6,1) 1.2.4 Kental verkeersoverlast uit veiligheidsmonitor 2005: < 6% van de inwoners ervaart overlast door aanrijdingen 1.3 Aantal verkeersongevallen-concentraties < 19 (gemiddelde van de afgelopen 5 jaar)
• Aanleg fietspad Renswoudsestraat-weg • Aanleg fietspad Eendrachtstraat • Aanleg fietspad N800 (provincie) • Reconstructie N310 Garderen (provincie) • Voorbereiden bewaakte spoor-overgang thv Binnenveld
1.1 Duurzaam veilige inrichting infrastructuur 1.2 Beperking verkeersslachtoffers en verkeersongevallen 1.3 Reductie gevaarlijke locaties
Programmabegroting 2011
31
Programma 3 Verkeer en Openbare Ruimte
2. B ereikbare woon-, werk- en verblijfsomgeving 2.1 W aarborging bereikbaarheid voor gemotoriseerd verkeer 2.2 V erbetering bereikbaarheid voor langzaam verkeer 2.3 V erbetering bereikbaarheid door openbaar vervoer 2.4 G edifferentieerde parkeeren stallingsvoorzieningen 2.4.1 v oldoende parkeergelegenheid voor langparkeerders 2.4.2 v oldoende betaalde parkeergelegenheid voor kortparkeerders
2.1 Onderzoek Waarstaatjegemeente.nl, de burger als wijkbewoner, Handhaven huidige waardering met betrekking tot de bereikbaarheid van de buurt met de auto (7,8) 2.2 Onderzoek Waarstaatjegemeente.nl, de burger als wijkbewoner: Handhaven van de huidige gemiddelde situatie met betrekking tot de fietsvriendelijkheid (6,9) 2.3 Onderzoek Waarstaatjegemeente.nl, de burger als wijkbewoner: verbeteren waarderingen met betrekking tot de bereikbaarheid van het openbaar vervoer in wijk en gemeente (resp. 6,4 en 6,1) 2.4 - Bezettingsgraad over de parkeervoorzieningen in het centrum van Barneveld blijft beneden 90% - Onderzoek Waarstaatjegemeente.nl, de burger als wijkbewoner , Verbeteren parkeersituatie in de buurt (6,6)
3. L eefbare woon-, werk- en verblijfsomgeving 3.1 D uurzaam onderhouden openbare ruimte 3.2 B etrokken bewoners 3.3 Waardige begraafplaatsen 3.4 E en gevarieerd aanbod aan speelruimte en speelmogelijkheden
Programmabegroting 2011
3 Onderzoek Waarstaatjegemeente.nl, de burger als wijkbewoner, de groenvoorzieningen in de buurt worden goed onderhouden, cijfer minimaal 6,3 in 2012. - De wijk ziet er in het algemeen schoon en opgeruimd uit, cijfer minimaal 6,4. - Onderzoek Waarstaatjegemeente.nl, de burger als wijkbewoner, er zijn voldoende voorzieningen in de directe woonomgeving, score speelmogelijkheden minimaal 6,8 , score straatverlichting minimaal 7,5, score wegen, paden en pleintjes 6,4 in 2012 - 3% van de ruimte in nieuwe wijken is speelruimte - Kental verloedering uit Veiligheidsmonitor 2009: < 25% van de inwoners vindt dat hondenpoep op straat vaak voorkomt < 14 % vindt dat rommel op straat vaak voorkomt < 13% vindt dat vernieling van straatmeubilair vaak voorkomt 3.3.1 Per begraafplaats voldoende begraafplaatsen voor de aankomende 5 jaar. 3.3.2 Geen klachten op een van de gemeentelijke begraafplaatsen
• Uitvoering plannen Gelders Fiets-platform • Realisatie fietstunnel Veller • Voorbereiden reconstructie knooppunt Hoevelaken (Rijkswaterstaat) • Bevorderen aanpak knooppunt A1/A30 • Planvorming omleiding N303 inclusief tak noord-oost Voorthuizen • Voorbereiden spoortunnel Harselaar • Voorbereiden ontsluiting Harselaar-Zuid • Bevorderen intercitystation Barneveld-Noord • Voorbereiden station Barneveld-Zuid • Voorbereiden spoorverdubbeling BarneveldNoord (ProRail) • Kwaliteitsverbetering stationslocaties BarneveldCentrum en –Noord • Realisatie toegankelijke bushaltes • Uitvoeren parkeerbeleid: - uitbreiding voorziening langparkeren - aanleg parkeerverwijssysteem - invoering achteraf betaald parkeren • Parkeren in woonwijken (Motie 45, 03-06-09) • Onderzoek haalbaarheid goederenoverslag Harselaar • onderzoek parkeerbeheer
• Uitvoering beleidsnotitie wegen • Integraal beheer openbare ruimte (IBOR) • Implementatie en uitvoering IBOR • Groenstructuurplan • Nota openbare verlichting • Start uitvoering speelruimtebeleidsplan • Afronding planvorming begraafplaats Terschuur • Uitbreiding parkeerplaats begraafplaats Voorthuizen (zodra grond is verworven) • Voorbereiding plaatsing billboards en reclamezuilen • Onderzoek verzelfstandiging groen/wegen onderhoud • Urnenmuur in Barneveld • Urnengraven in Voorthuizen
32
Programma 3 Verkeer en Openbare Ruimte
Wat zijn de kosten? Prod
Omschrijving
301
(bedragen x € 1.000) Werkelijk 2009
Begroting na wijziging 2010
Bestaand beleid 2011
Nieuw beleid 2011
Totaal begroting 2011
Wegen
7.202
4.646
4.661
187
4.848
302
Verkeer
3.322
1.701
1.693
47
1.741
303
Parkeren
-69
-290
-210
5
-205
305
Natuur en groenbeheer
3.615
3.180
3.314
98
3.412
306
Begraven
337
9.812
Totaal lasten
Toelichting
218
-9
16
14.288
9.228
9.474
16
(bedragen x € 1.000)
Beleidstoevoegingen PB2010 (bijlage 2)
Investering
lasten 2011
2.000
47
100
5
72
10
Structureel Station Barneveld Zuid Parkeervoorzieningen in de wijken Inrichting speelplekken Autonome groei
25
Voorzieningen begraafplaats
40
Extra beleidstoevoegingen (bijlage 3) Structureel Autonome groei groen, wegen
63
Groot onderhoud wegen
187 Totaal nieuw beleid
Bezuinigingen (bijlage 4)
2.212 bedrag 2011
Taakstellend Parkeren (efficiency; tarieven; etc.)
-100
Natuurbescherming Openbaar groen en openluchtrecreatie
337 bedrag 2012
bedrag 2013
-50
-50
-100
-100
-25 -95
-7,5
Billboard in de openbare ruimte
-50
Reclamezuil langs A1
-30
Actief beleid speelplekken (versnellen/vertragen)
Programmabegroting 2011
bedrag 2014
-7,5 -30 -10
33
Programmabegroting 2011
34
Programma 4 Economie
Programma 4 Economie Onze visie Het welvaarts- en voorzieningenniveau in de gemeente blijft op peil. Dat is de primaire doelstelling van de gemeente Barneveld. Belangrijke dragers hiervoor zijn lokale, brede en evenwichtige werkgelegenheid en bedrijvigheid. Speerpunten binnen de economische ontwikkeling van de gemeente zijn de sectoren transport en logistiek, food en toerisme. De gemeente maakt deel uit van een regio met grote economische potentie. Wij doelen daarbij op de ambities van de regio zelf, zoals Food Valley 2020 en de ontwikkelingen in de Randstad en de Flevopolder waaronder de regio Amersfoort, die zonder twijfel invloed uitoefenen op het economisch klimaat in Barneveld.
Wat zijn de ontwikkelingen? Hoewel landelijk het werkloosheidspercentage iets terugloopt, is dat in de provincie Gelderland en in onze gemeente nog niet het geval. Wel is het werkloosheidscijfer in de gemeente Barneveld substantieel lager dan het landelijke (en provinciale) cijfer. Het is de taak van de gemeente om – ook met het oog op de aantrekkende economie in Nederland – zich in te zetten voor versterking van de aansluiting tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt. Het is de ambitie om in nauw overleg met werkgevers te komen tot verbeteringen in het functioneren van de arbeidsmarkt en het voorkomen en terugdringen van langdurige werkloosheid. In 2009 is een initiatiefgroep gekomen met het Ambitiedocument FoodValley 2020. Inmiddels wordt in de regio gewerkt aan een strategische agenda om de regio tot de top 5 van kennisregio’s in de wereld te laten behoren. Voor de gemeente Barneveld met zijn primaire productie en mondiaal belangrijke toeleverende industrie is die ambitie van groot belang. Met de andere regiogemeenten zal de gemeente zich inspannen om qua bedrijfsruimte, infrastructuur en voorzieningenniveau de juiste voorwaarden te scheppen. Met de plannen voor de uitbreiding van bedrijventerreinen in de gemeente Barneveld is goede voortgang gemaakt. In 2011 worden weer nieuwe kavels uitgegeven. De nog in verschillende stadia van voorbereiding zijnde plannen worden zo goed mogelijk aangepast aan de veranderende Programmabegroting 2011
economische en maatschappelijke ontwikkelingen en behoeften. Op het gebied van recreatie en toerisme is in het afgelopen jaar veel gebeurd en heeft in het bijzonder de samenwerking tussen ondernemers een stevige impuls gekregen door het aanjaagteam. De recreatiesector is enthousiast over deze aanpak, die wordt gecontinueerd. Daarnaast blijft de gemeente zich sterk maken voor uitbreiding en verbetering van voorzieningen en infrastructuur. De gemeente streeft – al dan niet in regionaal verband – naar financiering van projecten door het rijk en de provincie.
Bezuinigingen Voor dit programma geldt een taakstellende bezuiniging van € 100.000, te realiseren in de periode 2012-2014. Onderdeel daarvan is een bezuiniging op het subsidie van het Veluws Bureau voor Toerisme (VBT) voor een bedrag van € 40.000. Deze zal gefaseerd worden doorgevoerd: € 20.000 in 2012 en € 20.000 in 2013. Het resterende bedrag van de taakstelling (€ 60.000) moet nog verder worden ingevuld. De waarderingssubsidie ten behoeve van de Wereldeidagen en het Concours Hippique “Het gouden Ei” worden vanaf 2012 in twee jaar afgebouwd. De sponsorbijdrage aan het Ballonfiësta Barneveld stopt na 2012.
Welk beleid is voorhanden? Beleid
Status
• Economisch Actieplan 2007
Raad 03-07-07
• Detailhandelsstructuurvisie 2007
Raad 08-05-07
• Handelsvisie Voorthuizen (nog niet vastgesteld) • Regionale Bedrijventerreinvisie 2006 (Etin)
College
• Toeristisch Recreatief OntwikkelingsPlan 2008
Raad 14-05-08
• Visie transport en logistiek (Logistiek in de Vallei) 2008
College
• Startnotitie Promotieplan (2008)
College
• Behoefte-onderzoek Bedrijventereinen Barneveld 2008
College
35
Programma 4 Economie
•E conomisch programmering- en ontwikkelingsdocument (regio De Vallei) 2009
College
•M ER Harselaar-Zuid & HarselaarDriehoek
Raad 21-04-09
•S trategische visie, balans in ambitie en kwaliteit, 2009
Raad 30-06-09
Wat willen we de komende jaren bereiken en wat doen we daarvoor? (sub)doelstellingen
Indicatoren
Prestaties
1. Informatievoorziening voor en interactie met het bedrijfsleven gericht op wederzijds draagvlak.
Aantal contacten via digitaal of telefonisch ondernemersloket (nulmeting 2010)
• 10 nieuwsbrieven ondernemersloket • 4 keer per jaar regulier overleg met de BIK • 1 keer per jaar overleg met de overige bedrijfsverenigingen • Tevredenheidspeiling over reguliere overlegvormen. • Monitoren van bezoek digitaal ondernemersloket
2. G oede vestigingsvoorwaarden voor zittende en nieuwe bedrijven 2.1 V oldoende uitbreidings- en vestigingsmogelijkheden 2.2 S electieve acquisitie en uitgave bedrijfslocaties 2.3. W aarborgen van aanbod bedrijfskavels voor lokale bedrijven 2.4 G oede kwaliteit, bereikbaarheid en uitstraling van bestaande bedrijventerreinen 2.5 A dequate informatievoorzieningen en serviceverlening aan bedrijven 2.6 Invulling van kleinschalige werklocaties bij (kleine) kernen
2.1/2.2 - Omvang werkgelegenheid algemeen op tenminste het niveau van de hoogconjunctuur in 2007 (4.174 bedrijfsvestigingen en 29.236 werknemers, inclusief uitzendkrachten) - Uitgifte 130 ha bruto nieuw bedrijventerrein in de periode tot 2020 m.i.v. 2011
• Ca 20 hectares bedrijventerrein Briellaerd Noord en Harselaar west-west uitgegeven. • Bestemmingsplan Harselaar-Zuid • Bestemmingplan Harselaar-Driehoek • Uitwerking uitkomsten regionaal onderzoek revitalisering bedrijventerreinen • Afronding revitalisering Harselaar-West
3. E en herkenbare positie als regionaal transport en logistiek centrum met een nadruk op food-logistics
3. • Het aantal bedrijven in de transportsector (signaalindicator) • Minimaal handhaven van het huidige aantal arbeidsplaatsen in de transportsector (1476 werknemers, inclusief uitzendkrachten)
• Uitwerking uitkomsten onderzoek goederenoverslag per spoor
4. D e zakelijke dienstverlening tenminste op het landelijk gemiddelde
4. 14,9% van de werkgelegenheid in de zakelijke dienstverlening in 2012
• 4 promotie publicaties in vaktijdschriften. • Deelname aan minimaal 2 vakbeurzen. • Vervolg gronduitgifte Columbizpark
5. E en aantrekkelijke gemeente voor zowel verblijfs- en dagtoerisme en conferenties 5.1 O p de markt afgestemde kwaliteit van de verblijfsrecreatie 5.2 B reed aanbod van voorzieningen en evenementen 5.3 E en sterk cultuurtoeristisch profiel van Barneveld
5.1 Minimaal 450.000 toeristische overnachtingen per jaar 5.2 Het aantal bezoekers aan attracties en evenementen (nulmeting) 5.2 Minimaal 75 grote en middelgrote evenementen
• Ondersteuning Toeristisch Aanjaagteam Barneveld • Prestatieovereenkomt met Veluws Bureau voor Toerisme • Voortgangsrapportage TROP • Aanleg fase 2 ruiterroute rond De Glind • Uitgifte grond plan Thorbeckelaan-Zuid
Programmabegroting 2011
2.3 Uitgifte 55 ha netto nieuw bedrijventerrein aan lokale bedrijven in de periode tot 2020 m.i.v. 2011
36
Programma 4 Economie
6. Een sterke en innovatieve foodsector
6.1 Minimaal 1.270 arbeidsplaatsen in de foodsector 6.2 Aantal bedrijven in de primaire agrarische productie (2009: 712 bedrijven) (signaalindicator) 6.3 Minimaal 4,1 miljoen dieren in de primaire agrarische productie (signaalindicator) 6.4 Grondgebruik (2009: 10.024 hectare) (signaalindicator)
• Ondersteunen en adviseren Dutch Poultry Center • Financiële ondersteuning Food Valley • Uitvoering strategische agenda Regio Food Valley i.o.
7. K ern Barneveld is een regionaal koopcentrum en in de overige kernen is voldoende en op de behoefte van inwoners en bezoekers afgestemde detailhandel aanwezig 7.1 R egiofunctie voor de kern Barneveld 7.2 V oldoende en op de behoefte van inwoners en recreanten afgestemde detailhandel in de kern Voorthuizen
7 • Verzorgingssindex detailhandel Barneveld hoog, minimaal 2.308 m2 per 1.000 inwoners • Verzorgingssindex detailhandel Voorthuizen gemiddeld, minimaal 1.272 m2 per 1.000 inwoners 7.1 Verzorgingsindex gemeente gemiddeld, minimaal 1.576 m2 per 1.000 inwoners 7.2 De omvang van het totaal winkelvloeroppervlak in Barneveld bedraagt minimaal 65.547 m2 7.3 De omvang van het totaal winkelvloeroppervlak in Voorthuizen bedraagt minimaal 12.338 m2
• Tussenrapportage reclamebelasting • Uitwerken resultaten perifere detailhandelsstudie in bestemmingsplan. • Uitwerking uitkomsten handelsvisie Voorthuizen • Evaluatie verordening reclamebelasting
Wat zijn de kosten? Prod
Omschrijving
401
Economische Zaken
402
Nutsbedrijven
403
Toerisme Totaal lasten
(bedragen x € 1.000) Werkelijk 2009
Begroting na wijziging 2010
Bestaand beleid Nieuw beleid 2011 2011
401
339
350
350
-1.636
-713
-644
-644
483
351
287
-752
-23
-7
Toelichting Bezuinigingen (bijlage 4) Taakstellend
Programmabegroting 2011
Totaal begroting 2011
287 0
-7
(bedragen x € 1.000) bedrag 2011
bedrag 2012
bedrag 2013
bedrag 2014
-25
-50
-25
37
In 2010 opende de nieuwe Vogelhorst de deuren voor de leerlingen. Een markant gebouw aan de Ds. E. Fransenlaan in de nieuwbouwwijk Veller. Onderwijs is in beweging. Ook in 2011 en de jaren daarna worden belangrijke ontwikkelingen op het gebied van het onderwijs voorbereid en uitgevoerd.
Programmabegroting 2011
38
Programma 5 Onderwijs
Programma 5 Onderwijs Onze visie De gemeente wil dat Barneveld, rekening houdend met de maat en schaal van de gemeente, voorbereidend onderwijs en deels eindonderwijs faciliteert. Jongeren moeten een goede startkwalificatie voor de arbeidsmarkt hebben. Daarvoor is bereikbaar en toegankelijk onderwijs een belangrijke voorwaarde. De school moet bij de leerling worden gebracht (niet de leerling naar de school). De gemeente werkt aan een optimale participatie van alle inwoners in de samenleving. De locale educatieve agenda richt zich vooral op een goede zorgstructuur.
Wat zijn de ontwikkelingen?
De gemeente heeft met de schoolbesturen en instellingen op het gebied van onderwijs en jeugd bepaald over welke thema’s afspraken worden gemaakt en verder worden uitgediept. In het overlegplatform Lokale Educatieve Agenda (LEA), voorheen de Denktank Primair Onderwijs, is afgesproken om de komende jaren aan de slag te gaan met de volgende thema’s: • Onderwijsachterstanden (Voor- en vroegschoolse educatie, Schakelklassen en Boekenpret) • Het tegengaan van segregatie en het bevorderen van integratie • Zorg in en om de school • Passend Onderwijs • Brede School • Overgang van primair naar het voortgezet onderwijs • Schoolbegeleiding • Bewegingsonderwijs Prognose groei leerlingen in het totaal basisonderwijs
Het aantal inwoners groeit. Dit betekent ook dat het aantal leerlingen groeit. Het masterplan onderwijshuisvesting primair onderwijs wordt geactualiseerd. Programmabegroting 2011
De Rehobothschool in Kootwijkerbroek kan op de huidige locatie niet verder groeien. Terwijl de groei van het aantal leerlingen wel een uitbreiding noodzakelijk maakt. Uit een door ons gehouden locatieonderzoek blijkt dat de groei van de school het beste kan worden gerealiseerd nabij het Kulturhus “De Essenburcht”. Tegelijkertijd kan daar ook een gymlokaal worden gerealiseerd. De school opteert echter voor een volledige verplaatsing van de huidige school naar de nieuwe locatie. De demissionair staatssecretaris van Onderwijs Cultuur en Wetenschap (OCW) heeft, in het kader van het eventueel realiseren van een school voor voortgezet openbaar onderwijs, in een brief van 23 juni 2010 het college geadviseerd in contact te treden met Gedeputeerde Staten van Gelderland. Het advies van Gedeputeerde Staten moet helderheid verschaffen over de vragen of er voldoende openbaar onderwijs in de regio is en of er voldoende ouders zijn die dit wensen. De groei van het Johannes Fontanus College zet door. Uitbreiden op de huidige locatie is niet mogelijk. Op grond van prognoses en het toekomstperspectief van de school wordt gekeken naar de beste oplossing om de groei te faciliteren. Het Van Lodenstein College moet de huidige tijdelijke locatie verlaten en krijgt een nieuw schoolgebouw aan de Lunterseweg, hoek Scherpenzeelseweg. Het streven is om vanaf 2012 op de nieuwe locatie met de bouw te beginnen.
Bezuinigingen Op het programma Onderwijs wordt in totaal € 400.000 bezuinigd. Voor 2011 gaat het om een taakstellend bedrag van ruim € 100.000. Een deel kan direct ingevuld worden door het verlagen van de indexering op huisvesting en het afschaffen van een bijdrage voor het godsdienstonderwijs. De gemeente onderzoekt de mogelijkheden om te besparen op de kosten van het schoolzwemmen, het Biologisch Centrum Koetshuis, het beperken van het vervoer van kinderen van de groepen 7 en 8 van het basisonderwijs naar Museum Nairac, het verlagen van de subsidie voor schoolbege39
Programma 5 Onderwijs
Welk beleid is voorhanden? leiding en het leerlingenvervoer naar het speciaal basisonderwijs (vergoeden in plaats van vervoeren). De invulling van de taakstellende bezuiniging wordt ook besproken met het Overlegplatform LEA.
Beleid
Status
• Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Barneveld 2010
Raad dec 2009
• Masterplan voor het voortgezet onderwijs
Raad nov 2006
• Masterplan voor het primair onderwijs 2008-2026
Raad juli 2007
• Onderwijshuisvesting programma en overzicht 2010
B&W dec 2009
• Meerjarenonderhoudsplan schoolgebouwen (voortschrijdend)
B&W
• Lokale Educatieve Agenda 2010-2015
B&W 2010
• Nota jeugdbeleid 2007-2010
Raad jan.2007
Wat willen we de komende jaren bereiken en wat doen we daarvoor? (Sub)doelstellingen
Indicatoren
1. A dequate en passende huisvesting primair en voortgezet onderwijs voor alle leerlingen 1.1 D e gemeente voert de regie over onderwijshuisvesting
100% van de leerlingen (teldatum 1-10-2009) zijn gehuisvest volgens de normen van de Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Barneveld: - 6588 leerlingen primair onderwijs - 365 leerlingen speciaal onderwijs - 4896 leerlingen voortgezet onderwijs
2. V oldoende gefaciliteerd onderwijsveld om een goed leerproces en kwalitatief goed onderwijs te kunnen aanbieden (lokale educatieve agenda). 2.1 A dequaat leerlingenvervoer 2.2 Adequate onderwijsbegeleiding 2.3 H et voorkomen en bestrijden van (leer en ontwikkelings-) achterstanden bij kinderen 2.4 V erdere ontwikkeling van de brede school
• Goedkeuring jaarrekening 2010 en 2.3 begroting 2012 van Stichting openbaar Aantal afgegeven indicaties vanuit het onderwijs Eem-Vallei Educatief consultatiebureau aan peuters met een (taal) • 100% van de wettelijk verplichte ritten achterstand (signaalindicator) leerlingen vervoer • Herziening beleid leerlingenvervoer naar Aantal doelgroeppeuters per peuterspeelspeciaal basisonderwijs, onderwijszaal en/of kinderdagverblijf begeleiding, schoolzwemmen, etc. (signaalindicator) • Maximaal 231 VVE plaatsen • Aanpaste subsidiebeschikking VVE Aantal peuterspeelzalen die doelgroeppeu• Onderzoek naar de mogelijkheden van ters “warm” overdragen aan een basisbrede scholen in wijken/kernen (o.a. school (signaalindicator) De Spreng) 100% van de doelgroeppeuters wordt “warm” overgedragen aan de basisschool (signaalindicator)
Programmabegroting 2011
Prestaties
• Progamma huisvesting onderwijs 2012 • Actualisatie masterplan primair onderwijs (po) • Uitvoering programma huisvesting onderwijs 2011 en voorgaande jaren • Vervanging 5 noodlokalen Rehobothschool voor permanent en uitbreiding • Uitbreiding Eben Haëzerschool • Uitbreiding J.H. Donnerschool 100% voldoende lokalen voor bewegingson- • Uitbreiding Ds. J. Fraanjeschool • Start renovatie/bouw Antoniusschool derwijs voor alle leerlingen conform de • Voorbereiding vervangende bouw De normen van de Verordening voorzieningen Spreng huisvesting onderwijs gemeente Barneveld. • Voorbereiding Vellerscholen • De Meerwaarde gereed • Voorbereiding Van Lodenstein college • Voorbereiding Johannes Fontanus College • Voorbereiding uitbreiding gymzaal Kootwijkerbroek. • Verdeling beschikbare ruimte voor bewegingsonderwijs en vaststelling van de roosters
40
Programma 5 Onderwijs
Wat zijn de kosten? (bedragen x € 1.000) Prod
Omschrijving
501
Openbaar onderwijs
502
Huisvesting primair onderwijs
503
Huisvesting speciaal onderwijs
Werkelijk 2009
Begroting na wijziging 2010
Bestaand beleid 2011
9
12
11
4.070
3.006
2.597
562
3.159
381
592
560
57
617
308
3.219
504
Huisvesting bijzonder v.o.
1.991
3.210
2.911
505
Bijzonder basisonderwijs
3
2
2
506
Lokaal Onderwijsbeleid Totaal lasten
Nieuw beleid 2011
Totaal begroting 2011 11
2
4.718
4.798
4.686
47
4.733
11.172
11.620
10.767
974
11.741
Toelichting
(bedragen x € 1.000)
Beleidstoevoegingen PB2010 (bijlage 2)
Investering
lasten 2011
Structureel Onderwijshuisvesting
75
Huisvesting primair onderwijs
251
13
Huisvesting primair onderwijs
3.965
142
Renovatie huisvesting primair onderwijs
934
44
Renovatie huisvesting primair onderwijs
1.286
61
Lodensteincollege
7.378
273
Donnerschool (investering 2010; lasten deels in 2011)
1.160
10
Meerwaarde (investering 2010; lasten deels in 2011)
1.283
35
Vogelhorst (investering 2010; lasten deels in 2011)
1.040
23
Incidenteel Huisvesting primair onderwijs
217
Project voortijdig schoolverlaten
47
Extra beleidstoevoegingen (bijlage 3) Structureel J.H. Donnerschool Totaal nieuw beleid
Bezuinigingen (bijlage 4) Taakstellend
Programmabegroting 2011
1.066
34
18.363
974
bedrag 2011
bedrag 2012
bedrag 2013
-101
-187
-111
bedrag 2014
41
Programmabegroting 2011
42
Programma 6 Cultuur
Programma 6 Cultuur Onze visie Barneveld is een prettige gemeente om te wonen, te werken en te recreëren. Kunst en cultuur dragen bij aan de kwaliteit van de gemeente en zorgen voor een positieve en herkenbare identiteit. Bibliotheek, musea, theater en andere podia in de gemeente, de muziekschool en de volksuniversiteit vervullen daarin een belangrijke functie. Een divers aanbod van culturele voorzieningen maakt de gemeente aantrekkelijk, niet alleen voor inwoners, maar ook voor toeristen en nieuwe inwoners van de gemeente Barneveld. Cultuur en economie kunnen elkaar versterken.
Wat zijn de ontwikkelingen? Het bibliotheekwerk staat de komende jaren voor grote uitdagingen. Belangrijk uitgangspunt van het bibliotheekcharter 2010-2012, waarin het rijk, IPO en VNG afspraken hebben vastgelegd over de toekomst van het bibliotheekwerk, is dat de openbare bibliotheken gaan functioneren als één branche en zich als zodanig gaan presenteren. Zowel als het gaat om het traditionele bibliotheekwerk als om de digitale versie daarvan vormen de bibliotheken in de nabije toekomst één soepel netwerk met één grote collectie, waarvoor de plaatselijke bibliotheek de toegangspoort wordt. De afspraken in het charter waarborgen deze ontwikkeling en maken duidelijk welke overheid voor welk onderdeel verantwoordelijk is. De in 2009 door de minister van OCW gelanceerde Modernisering Monumentenzorg (MoMo) betekent een belangrijke koerswijziging voor het cultureel erfgoed. Het accent van de monumentenzorg verschuift steeds meer naar de ruimtelijke ordening. De gemeente dient bij het opstellen van nieuwe bestemmingsplannen de cultuurhistorie nadrukkelijk te laten meewegen. De regelgeving ten aanzien van beschermde monumenten moet krachtiger en eenvoudiger worden.
Bezuinigingen Op het programma Cultuur wordt in totaal € 890.000 bezuinigd. In 2011 gaat het om een bedrag van Programmabegroting 2011
€ 90.000 als besparing op de monumentenzorg. De gemeente onderzoekt op welke manier het gemeentelijke monumentenbeleid kan worden versoberd. De komende jaren wordt € 750.000 bespaard op de kosten van Museum Nairac, de Bibliotheek Barneveld en de Muziekschool Barneveld. De gemeente onderzoekt op welke wijze deze taakstelling inhoud wordt gegeven. De waarderingssubsidies worden in twee jaar tijd afgebouwd. Het betreft vooral subsidies voor muziek, zangen toneelverenigingen, de 1/3-regeling en subsidies voor culturele evenementen. Dit betekent een herziening van het beleid op het gebied van kunst en cultuur.
Welk beleid is voorhanden? Beleid
Status
• Hart voor cultuur; beleidsnota 2002-2006 (december 2001, wordt herzien in 2009)
Raad 26-2-2002
• Hart voor amateurkunst; deelnotitie Cultuurbeleving (september 2002)
B&W (hernieuwde vaststelling beleidsregels 17 juli 2007)
• Hart voor cultureel erfgoed; deelnotitie Cultuurbehoud (oktober 2003)
B&W
• Hart voor cultuureducatie, deelnotitie Cultuureducatie (februari 2004)
B&W
• Met de muziek mee… (beleidsnota muziekschool 1998-2002)
B&W
• Algemene Subsidie Verordening gemeente Barneveld (2006) • Monumenten in functie; beleidsnota gemeentelijk monumentenbeleid (1997)
Raad 31-3-1998
• Notitie Herijking gemeentelijke monumentenbeleid (2003)
Raad 26-6-2006
• Monumentenverordening van de gemeente Barneveld (2003, gewijzigd mei 2009) • Subsidieverordening cultuurhistorie Barneveld (2009) • Beleidsuitgangspunten bibliotheekwerk gemeente Barneveld (rapport Malschaert 2008)
Raad 14-05-08
43
Programma 6 Cultuur
•H eroriëntatie museumbeleid (in samenhang met de uitbreiding van Museum Nairac (nog vast te stellen)
Raad 28-09-10
•A rcheologienota en Archeologische Beleidsadvieskaart (2008)
Raad 08-07-08
Wat willen we de komende jaren bereiken en wat doen we daarvoor? (Sub)doelstellingen
Indicatoren
Prestaties
1. E en gevarieerd aanbod aan kunst en cultuur afgestemd op de behoeften van onze pluriforme samenleving
1.1 % inwoners dat actief is in amateurkunst (nulmeting in 2010) 1.2 Tevredenheidsindex (nulmeting in 2010) 1.3 Aantal bezoekers Schaffelaartheater (signaalindicator)
• Actualiseren nota Hart voor Cultuur (bezuinigingen en beleid)
2. B ehoud en zichtbaarheid van het cultureel erfgoed
2.1 Behouden museum certificering
• Onderzoek verzelfstandiging Museum Nairac 2011-2014 • Tentoonstellingen in 2011: - Zwart-Wit: een selectie uit de collectie De Heus-Zomer; - Kinderen van Holland: beeld dat Amerika vormde van Nederland; - Meilink, een kunstenaar die o.a. op het Kootwijkerzand werkte. • Burgerlijke Stand door Gemeente Archief (GA) digitaal beschikbaar stellen in 2011 • 1 nieuw lesproduct voor het onderwijs ontwikkelen door GA in 2011 • Project Gelegerd in Gelderland uitvoeren i.s.m. GA Ede in 2011 • Onderzoek versobering monumentenbeleid
2.2 Minimaal 10.000 bezoekers museum Nairac 2.3 600 studiezaalbezoeken 2.4 5000 digitale archiefbezoekers 2.5 Aantal gemeentelijke monumenten van voor 1940 (aantal bekend eind 2010, signaalindicator) 2.6 Bij 100% van de bouwaanvragen waarvoor dit wettelijk verplicht is, wordt archeologisch locatieonderzoek uitgevoerd. 2.7 22 toegekende monumentensubsidies (peildatum 2010, signaalindicator)
Programmabegroting 2011
44
Programma 6 Cultuur
3. H et activeren van het culturele vermogen
3.1 100% van de basisscholen wordt bemiddeld voor cultuureducatie Afgenomen culturele producten (peilperiode schooljaar 2008-2010 eigen bron): Schooljaar: 2008-09 2009-10 Audiovisueel 7 6 Beeldend 69 102 Cultureel erfgoed 69 91 Dans 25 19 Literatuur 85 127 Muziek 26 38 Theater 9 41
• Onderzoek naar mogelijkheid van verzelfstandiging Muziekschool in 2011-2014 • Heroverwegen spreidingsbeleid bibliotheekvoorzieningen in 2011-2014 • Onderzoek profijtbeginsel gebruik bibliotheek 2011-2014 • Afronding onderzoek mogelijkheden huisvesting vestiging Voorthuizen in 2011 • Convenant Schaffelaartheater
3.2 8 % van het aantal kinderen/ jongeren tussen de 8 – 18 jaar volgt in 2009 individueel muziekonderwijs en 12,7 % leerlingen basisonderwijs volgt muziekonderwijs gegeven door docenten van de muziekschool (2008-11,6 %) 3.3 Minimaal 12.632 leden bibliotheek: ( = 24,3 % van de totale bevolking (2008 24,5 %) (peildatum 1-1-2010 52.066 inwoners) 3.4 Minimaal 608.763 (2008:576.095) uitgeleende media (peildatum 1-1- 2010) 3.5 bibliotheek scoort minimaal voldoende voor klanttevredenheid (nulmeting)
Wat zijn de kosten? Prod
Omschrijving
601
Bibliotheekwerk
602 603 604
Oudheidkunde en musea
(bedragen x € 1.000) Werkelijk 2009
Begroting na wijziging 2010
Bestaand beleid 2011
Nieuw beleid 2011
Totaal begroting 2011
1.327
1.339
1.313
9
1.322
Muziekschool
797
804
794
Kunst en cultuur
488
397
610
totaal lasten
Programmabegroting 2011
794 211
821
978
960
948
50
998
3.590
3.500
3.665
270
3.935
45
Programma 6 Cultuur
Toelichting
(bedragen x € 1.000)
Beleidstoevoegingen PB2010 (bijlage 2)
Investering
lasten 2011
1.430,0
50
Structureel Bibliotheek - ontwikkelagenda
9
Uitbreiding museum Nairac Incidenteel Gebiedsgericht cultuurbeleid
8
Stichting Kootwijk Cultureel
3
Extra beleidstoevoegingen (bijlage 3) Structureel Instandhouding infrastructuur Schaffelaartheater Totaal nieuw beleid
Bezuinigingen (bijlage 4)
200 1.430
270
bedrag 2011
bedrag 2012
Bibliotheek
-75
bedrag 2013
bedrag 2014
-75
-150
-150
-150
Kunst
-25
-25
Oudheidkunde - museum Nairac
-75
-75
Muziekschool
Oudheidkunde - monumentenzorg
Programmabegroting 2011
-90
46
Programma 6 Cultuur
Programmabegroting 2011
47
Sportcomplex De Glind, waar ook SV De Glind is gevestigd, wordt het komende jaar onderwerp van onderzoek. De gemeente bekijkt of het complex in deze vorm en op deze locatie moet worden gehandhaafd of dat verplaatsing een betere optie is.
Programmabegroting 2011
48
Programma 7 Sport
Programma 7 Sport Onze visie De gemeente Barneveld streeft naar een kwalitatief goede leefomgeving voor alle inwoners in onze samenleving. Daarom bevordert de gemeente: • Participatie, welzijn en gezondheid; • Gemeenschapszin, waarbij sport een middel is voor versterking sociale cohesie; • Kwalitatief goede accommodaties. Het sportbeleid van de gemeente Barneveld kenmerkt zich door: • Zorg dragen voor sportvoorzieningen van goede kwaliteit voor jong en oud en mensen met een beperking • Inspelen op trends en ontwikkelingen • Behouden en versterken van sportverenigingen als maatschappelijke organisaties • Stimuleren van sportdeelname • Behouden van structureren van communicatie, overleg en samenwerking met sportverenigingen • Een transparant subsidie- en tarievenbeleid • Een integrale benadering van sport, recreatie, onderwijs, welzijnsinstellingen en wijkwerk.
Wat zijn de ontwikkelingen?
Sociale samenhang is een belangrijke doelstelling van het huidige kabinet. Zowel school, sport als cultuur kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan die sociale samenhang. Een samenhangend aanbod van onderwijs, sport en cultuur biedt een rijke leeromgeving waarin kinderen en jongeren de kans krijgen om hun talenten optimaal te ontplooien, sociale vaardigheden op te doen en plezier te hebben. Om kinderen hiervoor de kans te geven, zijn laagdrempelige voorzieningen nodig. Daarbij gaat het deels om activiteiten binnen de school maar ook om activiteiten die plaatsvinden met en bij sportverenigingen en culturele instellingen. Op verschillende scholen voor het primair onderwijs is een tekort aan vakleerkrachten bewegingsonderwijs. Ook het aantal leerkrachten met de bevoegdheden voor het geven van bewegingsonderwijs vermindert. Met de
Programmabegroting 2011
inzet van combinatiefunctionarissen wil de gemeente het bewegingsonderwijs ondersteunen of verstevigen. Voor de veldsporten geldt dat er geen sterke groei in ruimtegebruik valt te verwachten. Dit heeft vooral te maken met de ontwikkelingen op het gebied van kunstgrasvelden. Voetbal heeft verreweg de meeste leden en het ruimtegebruik per sporter is relatief hoog. Het ledental neemt de komende jaren iets toe, maar dat geldt niet voor het ruimtegebruik. Dat wordt veroorzaakt door de ontwikkelingen bij het realiseren van kunstgrasvelden. Deze velden zijn duur in aanleg en moeten na verloop van tijd worden vervangen. Daarom is enige terughoudendheid in het aantal te realiseren kunstgrasvelden gewenst. De KNVB verwacht dat er landelijk in de periode tot 2020 ongeveer 1.200 kunstgrasvelden gerealiseerd gaan worden. Hockey kent de laatste jaren een sterke groei in ledental. De verwachting is dat die groei zich zal doorzetten in de periode tot 2020. Hockey wordt op kunstgrasvelden gespeeld. Korfbal zet in op een sterke ledengroei in de komende periode. Ook voor korfbal geldt – net als voor voetbal - dat de realisatie van kunstgras de ruimtebehoefte beperkt. Inmiddels spelen in de gemeente Barneveld 3 van de 4 korfbalverenigingen op kunstgras. Vanuit de rijksoverheid is er de laatste jaren veel aandacht voor sportstimulering. Ook voor de koppeling sport, school en naschoolse activiteiten is in 2006 een actieplan ontwikkeld. Een belangrijk doel is om sportverenigingen te laten samenwerken met scholen en organisaties voor naschoolse opvang om kinderen op jonge leeftijd in contact te brengen met sport. Er ontstaat (steeds) meer samenwerking tussen de Buiten Schoolse Opvang (BSO) en sportverenigingen. De accommodatie van de sportvereniging is tegelijkertijd BSO-ruimte en de kinderen gebruiken de sportmogelijkheden van de vereniging. De accommodatie dient te voldoen aan de wettelijke eisen. De Chr. korfbalvereniging ODIK is bijvoorbeeld sinds enige maanden actief met BSO op sportcomplex Oosterbos in Barneveld.
49
Programma 7 Sport
Welk beleid is voorhanden?
Bezuinigingen Op het programma Recreatie en Sport wordt in totaal € 238.000 bezuinigd. In 2011 gaat het om een ombuiging van ruim € 40.000, onder andere bestaande uit een verhoging van de zwemtarieven. Dat geldt ook voor de tarieven van de kunstgrasvelden. In twee jaar worden de waarderingssubsidies afgebouwd, o.a. voor jeugdsport, talentontwikkeling en jubilea. En de exploitatiesubsidies voor eigen accommodaties worden afgeschaft. Ter invulling van de resterende taakstelling wordt ondermeer overwogen om investeringen uit te stellen. Hierbij wordt vooralsnog gedacht aan de aanleg van kunstgrasvelden op sportcomplexen De Bosrand te Stroe en De Glind en kleedruimten voor hockey op het sportcomplex Oosterbos.
Beleid
Status
• Sportnota “Wat Sport Beweegt” (1993)
Raad 20-03-03
• Gemeentelijke 1/3 regeling (beleidsregel investeringen sport 2005) • Beleidsregel onderhoudskosten eigen accommodaties • Beleidsregel jeugdwerk, sport en recreatie • Beleidsregel begeleiding jeugdsport • Beleidsregel jeugdleden • Masterplan Buitensportcomplexen 2007-2017
Raad 20-01-08
• Speelruimte Beleidsplan (2008)
Raad 24-02-09
• Kaderstelling sportstimulering 2010-2014
Raad 01-07-10
• Haalbaarheids onderzoek overdekt zwembad Voorthuizen van Smart Sport Solutions (2008)
Raad 08-07-08
Wat willen we de komende jaren bereiken en wat doen we daarvoor? (Sub)doelstellingen
Indicatoren
Prestaties
1. S portbeoefening door alle inwoners
1.2.1 > 85 % van de jongeren in het basisonderwijs en > 75% van de jongeren in het voortgezet onderwijs sporten/bewegen volgens de norm (uur per dag) 1.1.1. > 750 deelnemers (jongeren) aan de sportstimuleringsactiviteiten van de Bosimpuls per week.
• Ontwikkeling van (9) activiteiten teams (inzet combinatiefuncties) voor jeugd 0 tot 18 jaar. • Per activiteiten team aanbod naschoolse en schoolse sportstimulering activiteiten. • Bewegingsactiviteiten voor ouderen organiseren i.s.m. SWOB in diverse dorpskernen. • Samen met stichting G-Sport sportverenigingen toegankelijk maken voor G-sporters. • Organiseren van cursus RSL-A • Sport en bewegingsaanbod op website gemeente Barneveld
1.1. H uidige sport/bewegingsactiviteiten afstemmen op de behoefte. 1.2 Geen sportachterstanden bij jongeren (in de leeftijden van 6 tot 19 jaar) 1.3 Fitte ouderen (55+) 1.4. F itte mensen met een beperking (geestelijk en lichamelijk) 1.5 Deskundigheidsbevordering en versterken van vrijwilligersbeleid 1.6 Bekendheid van sport- en bewegingsaanbod 1.7 F aciliteiten en randvoorwaarden sporttalenten.
Programmabegroting 2011
1.3.0 > 50% van de ouderen beweegt volgens de norm (half uur per dag) in 2014 1.7.1 Aantal teams dat gebruik maakt van het talentontwikkelingsfonds (signaalindicator) 1.7.2 Aantal sporters dat gebruik maakt van het talentontwikkelingsfonds (signaalindicator)
50
Programma 7 Sport
2. E igentijdse, betaalbare en adequate sportvoorzieningen en clubgebouwen
2.3 De periode dat kinderen op een wachtlijst staan is niet langer dan 1 jaar
• Behoeftemeting binnensportactiviteiten: • Concrete prestaties uit masterplan buitensportcomplexen: - Uitvoering 2e gedeelte fase 3 sportcomplex Norschoten; - Nieuwbouw kleedkamers sportcomplex ’t Nieuwe Oost (gestart in 2010); - Onderzoek handhaving of verplaatsing sportcomplex De Glind; - Onderzoek verplaatsing club- en kleedaccommodatie MHCB - Voorbereiding aanleg kunstgrasvelden, bouw kleedruimten en parkeerterrein in 2012 • Herziening masterplan buitensport-complexen: - De investeringsbedragen voor gebouwen en kunstgrasvelden zijn wegens btw-verrekening en de huidige marktsituatie verlaagd. - heroverweging investeringen (uitstel) • Nieuw locatieonderzoek zwembad Voorthuizen
Wachttijd zwemlessen maximaal 6 maanden
• 710 zwemlessen voor kinderen vanaf 5 jaar. • Implementatie notitie uitbreiden leszwemmen in het zwembad Veluwehal oktober 2010
2.1 B eschikbaar stellen sportaccommodaties tegen betaalbare tarieven. 2.2 S preiding en veilige bereikbaarheid (voorzieningen in de kernen) 2.3 N ieuwbouw, uitbreiding en/of renovatie van buitensportvoorzieningen op basis van NOC*NSFnormen 2.4 H et aanbod van binnensportfaciliteiten moet gelijke tred houden met de groei en wensen van de bevolking 2.5 1 /3 regeling voor investeringssubsidies
3. Zelfredzaamheid in het water
Wat zijn de kosten? Prod
Omschrijving
701
Recreatie en sport
(bedragen x € 1.000)
Totaal lasten
Werkelijk 2009
Begroting na wijziging 2010
Bestaand beleid 2011
Nieuw beleid 2011
Totaal begroting 2011
3.078
2.802
2.866
258
3.124
3.078
2.802
2.866
258
3.124
Toelichting
(bedragen x € 1.000)
Beleidstoevoegingen PB2010 (bijlage 2)
Investering
lasten 2011
Structureel Overdekt zwembad Voorthuizen
130
Sportcomplex 't Nieuwe Oost
405
39
Sportcomplex Overhorst (investering 2010; lasten deels in 2011)
317
25
Tenniscomplex De Wulp (investering 2010; lasten deels in 2011)
36
2
Sportcomplex Norschoten 3e fase (investering 2010; lasten deels in 2011)
893
52
Incidenteel Koewei on-ice
10 Totaal nieuw beleid
Programmabegroting 2011
1.651
258
51
Programma 7 Sport
Bezuinigingen (bijlage 4) Taakstellend Verhogen tarieven zwembad 10%
Programmabegroting 2011
bedrag 2011
bedrag 2012
bedrag 2013
bedrag 2014
-4
-4
-98
-95
-38
52
Programma 7 Sport
Programmabegroting 2011
53
Programmabegroting 2011
54
Programma 8 Werk en Inkomen
Programma 8 Werk en Inkomen Onze visie De gemeente Barneveld wil dat inwoners op een zo gelijkwaardig mogelijke wijze aan het maatschappelijke leven deelnemen. “Werk boven uitkering” blijft de komende jaren de belangrijkste leidraad. Als regulier werk niet mogelijk is, dan zet de gemeente zich in om een sociaal isolement te voorkomen of op te heffen door middel van het aanbieden van een sociaal activeringstraject. De eigen verantwoordelijkheid van de burger staat centraal en de concrete inzet van middelen wordt afgestemd op de individuele behoeften en mogelijkheden (maatwerk). De gemeente Barneveld zorgt voor kwetsbare inwoners voor een toegankelijk aanbod en een vangnet van passende ondersteunende voorzieningen. De gemeente bestrijdt actief het zogenaamde niet-gebruik van voorzieningen.
Wat zijn de ontwikkelingen?
De economische omstandigheden gaan gepaard met extra werkloosheid en stijgende aanvragen voor inkomens-ondersteuning. De gemeente volgt de ontwikkelingen in nauwe samenwerking met de ketenpartners in WERKplein. Om mensen gemakkelijker aan een baan te helpen en maatschappelijke participatie te bevorderen zijn de middelen voor inburgering, volwasseneneducatie en re-integratie door het Rijk gebundeld in het zogenoemde Participatiebudget. Het beheersen van de Nederlandse taal is een zeer belangrijke voorwaarde voor participatie. Tot en met 2012 bestaat er een verplichte winkelnering van educatiemiddelen bij de ROC’s. Met ingang van 2013 geldt voor educatie waarschijnlijk marktwerking/aanbesteding. De gemeenten kunnen dan ook met educatiemiddelen participatievoorzieningen inkopen bij andere onderwijsaanbieders dan het ROC.
Programmabegroting 2011
In 2010 zijn in den lande loondispensatie-pilots gestart om de kansen van mensen met een arbeidsbeperking op ‘gewoon’ werk te verbeteren (loondispensatie betekent dat de werkgever minder dan het wettelijk minimumloon mag betalen als de werknemer door zijn arbeidsbeperking verminderd productief is). De financiële consequenties voor de gemeenten worden steeds groter vanwege het uitbreiden van de doelgroep. Een wettelijke regeling voor gemeentelijke schuldhulpverlening zal waarschijnlijk in 2011 in werking treden.
Bezuinigingen Op het programma Werk en Inkomen wordt in totaal e 456.750 bezuinigd. In 2011 gaat het om een bedrag van ruim e 50.000, onder andere bestaande uit het afschaffen van de zogenoemde duurzame gebruiksgoederenregeling. De financiële ontwikkelingen en de stijgende werkloosheid en aanvragen voor inkomensondersteuning zorgen ervoor, dat het beleid omtrent inkomensondersteuning wordt herijkt. Het handhaven van het van oudsher ruimhartige verstrekkingenbeleid is gezien de ontwikkelingen niet langer realistisch. Met betrekking tot minimabeleid zijn daarom aanpassingen gedaan die enerzijds eraan bijdragen dat de prikkel om werk te aanvaarden zo groot mogelijk wordt (gehouden) én waarbij wordt gewaarborgd dat inwoners die zijn aangewezen op een uitkering voldoende inkomen kunnen genereren. Zo kunnen zij zo gelijkwaardig mogelijk deelnemen aan de maatschappij. Aanpassingen in het inkomensbeleid gaan om het wijzigen van de computerregeling (gebruiksduur verlengen) en het verlagen van maximaal uit te keren bedragen binnen het minimabeleid. Wat betreft schuldhulpverlening worden klanten die alleen budgetbegeleiding nodig hebben overgedragen aan bewindvoering. Deze maatregel is al dit jaar ingevoerd.
55
Programma 8 Werk en Inkomen
Welk beleid is voorhanden? Beleid
Status
•V erordening Wet werk en bijstand 2010
Raad, 29-06-10
•V erordening Wet Inburgering 2010
Raad, 29-06-10
• Raamovereenkomsten Inburgering
B&W besluit
•R aam- en productovereenkomsten Wet Educatie- en Beroepsonderwijs
B&W besluit
•O vereenkomsten met re-integratiebedrijven en scholingsinstituten 2007
B&W besluit
•U itvoeringsbesluit re-integratieverordening Wet werk en bijstand 2008
B&W besluit
•G emeenschappelijke regeling Wsw - Permar Werkvoorzieningschap (2010)
B&W besluit
•S trategisch beleidskader modernisering Wsw 2007
B&W besluit
•G emeenschappelijke verordening Permar Persoonsgebonden budget Wsw 2008
Raad, 02-10-07 AB Permar
•G emeenschappelijke verordening Permar Klantenraad Wsw 2008
AB Permar
•S erviceniveau overeenkomst 2005 met CWI
B&W besluit
•S amenwerkingsovereenkomst Platform Onderwijs- Arbeidsmarkt Valleiregio 2008
B&W besluit
•B estuursovereenkomsten regionale uitvoering Bbz 2004
B&W besluit
•C onvenant met het ministerie van SZW: “kinderen doen mee!” 2008
B&W besluit
•P lusprogramma Minimabeleid “SamenWerken aan Meedoen” 2009
B&W besluit
•B eleidsregels bijzondere bijstand 2009
B&W besluit
•V erordening Langdurigheidstoeslag 2010
Raad, 29-06-10
•O vereenkomst collectieve zorgverzekering Agis Zorgverzekeringen 2008
B&W besluit
•V erordening Sociale Kredietverlening
Raad, 16-12-97
•C onvenant schuldhulpverlening en huurachterstand Woningstichting Barneveld 2010
B&W besluit
Programmabegroting 2011
56
Programma 8 Werk en Inkomen
Wat willen we de komende jaren bereiken en wat doen we daarvoor? (Sub)doelstellingen
Indicatoren
Prestaties
1. Bevordering (arbeids-)participatie 1.1 Inburgering, volwasseneneducatie en re-integratie
1.1 • % inburgeringsplichtigen dat het inburgeringexamen binnen de gestelde termijn haalt (nulmeting 2010) • uitstroom uit uitkering naar werk ≥ 10% • % doorstroom uitkeringsgerechtigden op participatieladder (nulmeting 2011)
• Bevorderen maatschappelijke participatie door het aanbieden van inburgeringstrajecten aan inburgeraars • Afronding aanbesteding inburgeringstrajecten • Afsluiten raamovereenkomst met taalaanbieders • Afsluiten productovereenkomst met ROC A12 voor producten in het kader van de Wet Educatie en Beroepsonderwijs • Bevorderen uitstroom naar werk door gerichte inzet re-integratiemiddelen • Afronding aanbesteding instrumenten re-integratie. • Raamovereenkomsten met re-integratiebedrijven zijn afgesloten. • Uitvoeren nulmeting doorstroom re-integratieklanten op ‘participatieladder’ • Vaststellen begroting 2012 van Permar WS; • Aanbieden van voortrajecten aan personen op de wachtlijst
1.2 Sociale werkvoorziening
1.2 • de minimumtaakstelling Wsw van het ministerie SZW wordt gehaald (2010 is 100,76 arbeidsjaren) • aantal voortrajecten t.o.v. aantal personen op de wachtlijst Wsw ≥ 90%
2. Inkomensondersteuning waar nodig 2.1 T ijdige en juiste verstrekking van bijstandsuitkeringen of bijstand aan zelfstandigen
2.1 • klanttevredenheidscijfer ≥ 7,0 • binnen de wettelijke termijn is er een re-integratieaanbod en/of inkomen gerealiseerd • voor inwoners waarvan de draagkracht al is vastgesteld wordt een beslissing op een aanvraag bijzondere bijstand in 75% van de gevallen genomen binnen 2 weken
2.2 O ndersteuning van de minima om deelname aan de samenleving mogelijk te maken
2.2 • bedrag bijzondere bijstand per huishouden met een laag inkomen ≥ € 87,(exclusief langdurigheidstoeslag) • aantal lage inkomens dat deelneemt aan de collectieve zorgverzekering voor minima ≥ 15%
2.3 Schuldpreventie en -hulpverlening
2.3 • intake voor een schuldhulpverleningstraject binnen 4 weken na ontvangst van de aanvraag • slagingspercentage schuldregelingen (signaalindicator) • % aanmeldingen door jongeren beneden de 23 jaar van het totaal aantal aanmeldingen voor schuldhulpverlening (signaalindicator) • % recidive in de schuldhulpverlening (signaalindicator)
Programmabegroting 2011
• afronding implementatie ‘snelbalie’ • implementatie herijking inkomensondersteuningsbeleid. • Implementatie Wet gemeentelijke schuldhulpverlening; • Uitvoering project G€ldwijs: een project voor Barneveldse scholen gericht op het leren omgaan met geld door jongeren en ter voorkoming van problematische schulden
57
Programma 8 Werk en Inkomen
Wat zijn de kosten? Prod
Omschrijving
801
Inkomensvoorziening
802
Werkgelegenheid
(bedragen x € 1.000) Werkelijk 2009
Begroting na wijziging 2010
Bestaand beleid 2011
2.914
2.651
3.474
Totaal lasten
658
550
587
3.572
3.201
4.061
Toelichting Bezuinigingen (bijlage 4)
Verlagen minimabeleid met € 10
bedrag 2011
Afschaffen duurzame gebruiksgoederenregeling
Programmabegroting 2011
3.474 587 0
4.061
bedrag 2012
bedrag 2013
bedrag 2014
-133
-133
-133
-14 -5
Gebruiksduur computerregeling verlengen Museumjaarkaart en CJP niet meer aanbieden
Totaal begroting 2011
(bedragen x € 1.000)
Taakstellend (waaronder de WWB) Klanten overdragen aan bewindvoering
Nieuw beleid 2011
-5 -3 -30
58
Programma 8 Werk en Inkomen
Programmabegroting 2011
59
In de Veluwehal is recent de nieuwe accommodatie van de SWOB en het Rode Kruis geopend.
Programmabegroting 2011
60
Programma 9 Welzijn en Zorg
Programma 9 Welzijn en Zorg Onze visie De gemeente Barneveld wil dat iedereen zo volwaardig mogelijk kan deelnemen aan de samenleving. Respect voor de eigen verantwoordelijkheid en zelfredzaamheid van mensen vormen het uitgangspunt. Omzien naar elkaar en zorgzaamheid zijn daarbij van groot belang. Voor de kwetsbaren in de gemeente draagt de gemeente zo nodig zorg voor een toegankelijk aanbod en een vangnet van ondersteuning en dienstverlenende voorzieningen.
Wat zijn de ontwikkelingen? Vanuit de landelijke overheid zijn op verschillende terreinen van welzijn en zorg bezuinigingen doorgevoerd (in de AWBZ op begeleiding, in de Zorgverzekeringswet op zittend ziekenvervoer en bij de rijksdoeluitkering voor maatschappelijke opvang/openbare geestelijke gezondheidszorg /verslavingszorg). Hierdoor neemt de druk op de lokale overheid toe (Wet maatschappelijke ondersteuning). De landelijke overheid heroriënteert zich op de inrichting van het stelsel van voorzieningen voor gehandicapten. Overwogen wordt om de verantwoordelijkheid voor voorzieningen die nu vanuit de AWBZ worden verstrekt (bijvoorbeeld tijdelijke (uitleen-)voorzieningen) over te hevelen naar gemeenten. Dit zou een uitbreiding van taken betekenen. Hetzelfde geldt ten aanzien van nu nog provinciaal gefinancierde jeugdzorg. Op 1 januari 2011 treedt naar verwachting de Wet meldcodes huiselijk geweld en kindermishandeling in werking. Het concept wetsvoorstel houdt in dat organisaties binnen verschillende sectoren verplicht worden gesteld om over een meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling te beschikken en de kennis en het gebruik daarvan te borgen.
Bezuinigingen Op het programma Welzijn en Zorg wordt in totaal € 255.000 bezuinigd. In de programmabegroting was tot en met 2010 een bedrag van € 12.000 opgenomen Programmabegroting 2011
voor het Sociaal Pension in Ede. Dit bedrag is opgenomen om de gemeente Ede te compenseren voor de kosten in het levensonderhoud wanneer een inwoner van de gemeente Barneveld in het Sociaal Pension in Ede wordt opgevangen. De afgelopen jaren is nooit voor de opvang van een Barneveldse inwoner betaald en daarom wordt dit bedrag geschrapt. Ten aanzien van het verstrekkingenbeleid van individuele voorzieningen in het kader van de Wmo wordt, aanvullend op de al ingevoerde inkomensafhankelijke eigen bijdrageregeling, voorgesteld om kleine woningaanpassingen (< € 300,-) als algemeen gebruikelijk te beschouwen en te veronderstellen dat dergelijke voorzieningen door inwoners zelf te bekostigen zijn. Op basis van jurisprudentie wordt dit bedrag ook voor de minima verantwoord geacht. Verder worden de bijdragen aan welzijnsorganisaties (zoals Vluchtelingenwerk, SWOB of VCB) en het algemeen maatschappelijk werk gekort en worden de waarderingssubsidies in twee jaar afgebouwd. Dit betreft met name subsidies voor ouderen- en gehandicaptenwelzijn, EHBO-verenigingen, bijdragen aan nieuwjaarsvieringen, sociaal-cultureel werk jeugdigen en etnische groepen. De bijdrage voor de regiotaxi wordt verlaagd, leges voor een gehandicaptenparkeerkaart worden verhoogd.
Welk beleid is voorhanden? Beleid
Status
• Algemene subsidieverordening gemeente Barneveld (2006) en subsidiebeleidsregels (2005 e.v.)
Raad, 27-06-06
• Subsidiebeleid dorpshuizen (nog vast te stellen) • Nota Jeugdbeleid 2007-2010
Raad, 23-01-07
• Convenant aansluiting jeugdbeleid/ jeugdzorgbeleid regio West-Veluwe 2009-2012
B&W besluit
• Nota ketenbeleid gemeente Barneveld (2008)
Raad, 03-04-07
• Besluit Handreiking handhaving kwaliteit kinderopvang regio Gelderland Midden
B&W besluit
61
Programma 9 Welzijn en Zorg
•V erordening kwaliteitsregels peuterspeelzalen gemeente Barneveld 2004
Raad, 11-2005
•V erordening Voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Barneveld (2009)
Raad, 28-09-‘09
•B estuursovereenkomst Collectief vervoerssysteem Regiotaxi Gelderland 2006
Raad, 25-01-‘06
•S amenwerkingsconvenant Steunpunt Huiselijk Geweld West-Veluwe/Vallei (2008)
B&W besluit
•C onvenant Openbare Geestelijke Gezondheidszorg “De Valleiregio” 2007-2011
B&W besluit
•W MO- en gezondheidsbeleidsplan 2008-2011
Raad, 18-12-07
•U itvoeringsprogramma Wmo 2010-2011
B&W besluit
•V erordening Burger- en cliëntparticipatie Werk, Zorg en Inkomen (2010)
Raad, 29-06-‘10
•W oonvisie gemeente Barneveld (nog vast te stellen in 2010).
Raad, dec 2010
•G emeenschappelijke regeling Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland - Midden (nog vast te stellen in 2010)
B&W besluit
Wat willen we de komende jaren bereiken en wat doen we daarvoor? (Sub)doelstellingen
Indicatoren
Prestaties
1. B evordering van sociale samenhang en leefbaarheid 1.1 Ondersteunen en/of uitvoeren van sociaal-cultureel, jeugd- en jongerenwerk en welzijnswerk ouderen 1.2 V oorkomen van afzondering en uitsluiting van groepen in de samenleving (bevorderen integratie) 1.3 Beheersbare keten
1. De sociale kwaliteit van de woonomgeving ≥ 7,0 (in 2013)
• Voorbereiding en start uitvoering aanbevelingen onderzoek ‘sociale samenhang’ • Een dekkend netwerk van wijkplatforms met vraaggerichte inzet van Buurtbudgetten • Ondersteuning van Buurthuis Bronveld • Ondersteuning Villa 29 & diverse jeugdhonken en diverse activiteiten voor kinderen & jongeren • Ondersteuning van de Stichting Welzijn Ouderen Barneveld (SWOB) • Ondersteuning van de Molukse Stichting • Inzet Combinatiefunctionarissen om onderwijs, sport en cultuur met elkaar te verbinden • Voortzetting project Buurt-bemiddeling • Uitvoering lokaal meldpunt discriminatie • Uitvoering Duo-projecten • Uitvoering nota ketenbeleid
Programmabegroting 2011
62
Programma 9 Welzijn en Zorg
2. B evordering van probleemloos en gezond opgroeien van jeugdigen in het gezin 2.1 Preventieve ondersteuning van het gezin 2.2 Het bevorderen van schoolbezoek met zo weinig mogelijk verzuim 2.3 Het zo volledig mogelijk terugdringen van ongekwalificeerd en voortijdig schoolverlaten
2.1 * % jeugdigen (0-19 jarigen) dat bereikt wordt door JeugdGezondheidsZorg ≥ 98%
3. B evordering van bekendheid en bereikbaarheid van maatschappelijke voorzieningen 3.1 Informatie en advies over maatschappelijke voorzieningen 3.2 Toeleiding naar maatschappelijke voorzieningen (cliënt-ondersteuning)
3. ≥ 17% van de inwoners is bekend met Servicepunt Werk, Zorg en Inkomen (in 2012)
Programmabegroting 2011
• Afspraken t.b.v. zorgnetwerk 0-4 jarigen. Instandhouding ZorgAdviesTeams (ZAT’s) op scholen. • Subsidiëring School Maatschappelijk Werk 2.2 • Zoveel mogelijk voorkomen en tegen* % leerlingen dat gekwalificeerd het gaan schoolverzuim en vroegtijdig onderwijs verlaat (nulmeting) schoolverlaten. * 20% minder ongekwalificeerd/voortijdig • Straathoekwerk en deelname aan schoolverlaters in 2011 dan in 2005/2006 RisicojongerenOverleg Barneveld (ROB). (Aanval op de uitval) • Subsidiëring pedagogische spreekuren, * 97% van alle leerplichtige leerlingen oudercursussen, sociale vaardigheidsbezoekt een school trainingen, hulp aan kinderen in echtscheidingssituaties, het JeugdPreventie Team (JPT) en het project ‘Home Start’. • In samenwerking met betrokken partijen opening Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG). • Implementatie Digitaal Dossier JeugdGezondheidsZorg en de zogenoemde ‘Verwijsindex’.
3.1 Tevredenheid cliënten m.b.t. aanvraagprocedure voorzieningen ≥ 6,9
• Informatie en advies over voorzieningen middels een breed servicepunt, een digitale sociale kaart en papieren gidsen • Voortzetting van het 75+ huis-bezoekproject • Investering in vraagverduidelijking bij aanvragen voor individuele Wmo-voorzieningen (onderdeel van het project ‘De Kanteling’). • Investering in communicatie met inwoners over het beroep dat wordt gedaan op “eigen kracht” en “eigen verantwoordelijkheid” onder de Wmo • Met organisaties die ook een aanbod hebben op het gebied van informatie, advies of client-ondersteuning worden samenwerkingsafspraken gemaakt • Op basis van signalen zullen leemtes in het aanbod aan informatie, advies en client-ondersteuning in samenwerking met maatschappelijke organisaties worden opgevuld • Informatie, advies en ondersteuning van ‘nieuwkomers’ in de gemeente Barneveld door de Stichting VluchtelingenWerk Midden Gelderland
63
Programma 9 Welzijn en Zorg
4. B evordering van informele inzet (door non-professionals) 4.1 O ndersteuning vrijwilligers(-organisaties) 4.2 Mantelzorgondersteuning
4.1 ≥ 42 % van de inwoners is als vrijwilliger actief (in 2013) 4.2 ≥ 30% van de inwoners is als mantelzorger actief (in 2013)
• Subsidiëring van de Vrijwilligers Centrale Barneveld (VCB) voor taken op het gebied van ondersteuning van vrijwilligers (organisaties) • Subsidiëring voor het Steunpunt Mantelzorg • Ondersteuning van Maatschappelijke stages • In voorkomende gevallen kunnen vrijwilligers een beroep kunnen doen op de door de gemeente afgesloten Vrijwilligersverzekering
5. B evordering van algemene voorzieningen voor mensen met een beperking of een (psychosociaal) probleem 5.1 Bevorderen van de samenhang tussen wonen, welzijn en zorg
5. Score ‘algemene voorzieningen’ ≥ 79%
• Afstemming rondom ‘Wonen met Zorg en Welzijn’-projecten • Verbetering toegankelijkheid van openbare ruimte en gebouwen voor mindervaliden • Subsidiëring van diverse welzijns-activiteiten voor mensen met beperkingen (zoals de Klussendienst, het Maatjesproject, het ‘Maaltijd aan Huis’-project en Vrijwillige Thuishulp) • Subsidiëring Algemeen Maatschappelijk Werk • Uitvoering schuldpreventie en -hulpverlening
6. C ompensatie van individuele beperkingen 6.1 C ompenseren van individuele beperkingen door het aanbieden van collectieve voorzieningen 6.2 Op indicatie toewijzen van individuele voorzieningen
6. Cliënttevredenheidscijfer ≥ 7,8
• Het aanbieden van collectieve voorzieningen • Op indicatie toekennen van individuele voorzieningen • Implementatie nieuwe contractafspraken aanbieder sociaal medische advisering (nieuw contract per 1-1-2011) • Voortzetting monitoring contractafspraken aanbieders hulp bij het huishouden
7. Bevordering aanpak huiselijk geweld 7.1 Vroegsignalering van en hulpverlening bij huiselijk geweld (incl. kindermishandeling)
7. Het percentage volwassen inwoners dat weet waar ze terecht kan voor ondersteuning bij huiselijk geweld ≥ 59% (in 2012)
• Bijdrage aan invoering Wet meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling • Hulpverlening binnen vastgestelde termijnen na melding of huisverbod i.v.m. huiselijk geweld
8. Bevordering zorg en opvang voor zorgwekkende zorgmijders 8.1 Sluitende zorgketen voor bemoeizorgdoelgroep (Maatschappelijke Opvang en Openbare Geestelijke GezondheidsZorg)
8. Aantal inwoners dat opgevangen moet worden in het sociaal pension ≤ 1
• Bevordering nauwe samenwerking tussen betrokken lokale en regionale maatschappelijke organisaties
9. B evordering en bescherming van de gezondheid van inwoners 9.1 Instandhouding GGD 9.2 Ondersteuning gezondheidsbevorderende initiatieven
• Gemiddelde levensverwachting inwoners gemeente ≥ landelijk gemiddelde (80,1 jr)
• Bijdrage aan instandhouding Gemeenschappelijke GezondheidsDienst • Participatie in breed opgezet regionaal project alcoholpreventie en –matiging jeugd (FrisValley) • Gezondheids-bevorderende initiatieven gericht op overbelaste mantelzorgers en eenzame ouderen
Programmabegroting 2011
9.2 * Percentage 2e klassers (VO) dat de afgelopen vier weken alcohol heeft gedronken ≤ 10% * Percentage kinderen met overgewicht tussen 2-12 jaar ≤ 11% (in 2013).
64
Programma 9 Welzijn en Zorg
Wat zijn de kosten?
(bedragen x € 1.000)
Prod
Omschrijving
Werkelijk 2009
901
Vormings- en ontwikkelingswerk
902
Maatschappelijke zorg
903
Vreemdelingen
904
Sociaal-cultureel werk
905
Kinderopvang
906
Voorziening gehandicapten
907
Gezondheidszorg Totaal lasten
Begroting na wijziging 2010
Bestaand beleid Nieuw beleid 2011 2011
Totaal begroting 2011
1 4.224
4.784
5.051
5.051
369
262
267
1.627
1.936
2.044
32
54
70
2.307
2.342
2.093
875
1.034
941
23
964
9.435
10.412
10.466
81
10.547
Toelichting
267 58
2.102 70 2.093
(bedragen x € 1.000)
Beleidstoevoegingen PB2010 (bijlage 2)
Investering
lasten 2011
Structureel Dorpshuis Zwartebroek
2
Electronisch kinddossier
7
Incidenteel Sociaal cultureel werker Rootselaar
29
ViVallei -invoering en impementatie
16
Extra beleidstoevoegingen (bijlage 3) Incidenteel Project Doorstart
27 Totaal nieuw beleid
Bezuinigingen (bijlage 4) Taakstellend
81
bedrag 2011
bedrag 2012
bedrag 2013
bedrag 2014
-5
-32
-32
-32
Korting subs. Welzijnsorganisaties
-43
Korting algemeen maatschappelijk werk
-50
Bijdrage regiotaxi verlagen
-50
Stop bijdrage aan sociaal pension Ede
-12
Programmabegroting 2011
65
Op 1 oktober 2010 is de omgevingsvergunning van kracht geworden. Deze vergunning brengt meer dan 25 vergunningen samen in één nieuwe vergunning: de omgevingsvergunning. Dat is gemakkelijker voor inwoners en ondernemers. De omgevingsvergunning vraagt u aan bij de gemeente – bij het servicepunt (zoals op de foto) of digitaal via www.barneveld.nl.
Programmabegroting 2011
66
Programma 10 Milieu
Programma 10 Milieu Onze visie De gemeente Barneveld streeft naar een duurzame, gezonde en veilige woon- en leefomgeving. De gemeente: - betrekt daarbij burgers en bedrijven, mede door het aanspreken op de eigen verantwoordelijkheid; - spreekt burgers en bedrijven aan op naleving van wet- en regelgeving; - is zich als gemeente bewust van de voorbeeldfunctie; - staat als gemeente open en schept ruimte voor duurzame ontwikkelingen en initiatieven die van buitenaf worden aangedragen.
Wat zijn de ontwikkelingen? Op 1 oktober 2010 wordt de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) van kracht. Met deze wet is vanaf deze datum sprake van één, integrale omgevingsvergunning. Alle vergunningen, die voorheen apart moesten worden aangevraagd, worden nu in één omgevingsvergunning vervat. Voor de burger betekent dit dat hij hiermee integraal wordt bediend. Onderdeel van de Wabo is het Besluit Omgevingsrecht. Dit besluit maakt een verruiming van het vergunningvrij bouwen mogelijk. Met de komst van het Activiteitenbesluit, is ook bij de milieuvergunningen een dergelijke trend zichtbaar. In beide gevallen betekent dit dat er meer nadruk komt te liggen op toezichthoudende en handhavende taken. Met de behandeling van de Regionale Uitvoerings Diensten (RUD) in de Eerste Kamer, is bepaald dat gemeenten in vrijheid moeten kunnen beslissen over eventuele deelname aan deze diensten. De formele, wettelijke verplichting hieraan deel te nemen is hiermee van de baan. De provincie Gelderland is (nog steeds) voorstander van de vorming van RUD’s en inventariseert de mogelijkheden met de Gelderse gemeenten voor de vorming van RUD’s. Dit gebeurt op basis van het document De Gelderse Maat. De ingangsdatum van de RUD’s is 1 januari 2012. Wanneer de RUD’s een feit zijn, betekent dit voor de milieutaken dat ongeveer 85% van de huidige taken hierin worden ondergebracht. Het percentage bij de gemeente achterblijvende milieutaken Programmabegroting 2011
is zodanig gering, dat het in de rede ligt om in die situatie alle taken met betrekking tot vergunningverlening, toezicht en handhaving op het gebied van milieu bij de RUD onder te brengen. Hoe een en ander precies vorm gaat krijgen binnen de regio is nog onderwerp van discussie. Er wordt onder meer gedacht aan een decentrale, dus bij de gemeente, gestationeerde virtuele organisatie. De milieubeleidstaken blijven vooralsnog bij de gemeente. Binnen de reguliere milieutaken wordt gekeken hoe de speerpunten uit het milieubeleidsplan verder kunnen worden geïntegreerd, bijvoorbeeld bij het milieutoezicht bij bedrijven. De gemeente Barneveld zet het komende jaar in op de doelstellingen uit het Klimaatakkoord 2007-2011 waar het gaat om duurzaam inkopen. De landelijke doelstelling hiervoor is dat de gemeente in 2010 75% duurzaam moeten inkopen en in 2015 100%. Omdat klimaat en duurzaamheid ook landelijk belangrijke items blijven, zal er ook aandacht blijven voor duurzaam bouwen en lokale activiteiten waarbij de gemeente de samenwerking zoekt met andere partijen in Barneveld (o.a. via de Denktank Klimaat) en binnen de regio. De afgelopen jaren zijn de landbouwregelgeving en technische ontwikkelingen zodanig uitgebreid dat omgaan met deze materie specialistische kennis vraagt. Ontwikkelingen op het gebied van landbouwwetgeving maken het noodzakelijk om de agrarische handhaving te verstevigen. Daarbij wordt gedoeld op het Actieplan ammoniak veehouderij en het Besluit landbouw activiteiten. Het actieplan moet ertoe leiden dat de middelgrote veehouderijbedrijven emissiearm worden en gaan voldoen aan het Besluit ammoniakemissie huisvesting veehouderij (Besluit huisvesting). Voor een succesvolle uitvoering van het voorgenomen beleid is een adequaat toezicht en een effectieve handhaving onmisbaar. Ook het nieuwe Besluit landbouwactiviteiten (verwacht 1e kwartaal 2011) legt een groter beslag op de toezicht- en handhavingscapaciteit.
Bezuinigingen Op het programma Milieu wordt in totaal € 150.000 bezuinigd. Deze taakstellende bezuiniging moet onder 67
Programma 10 Milieu
meer worden ingevuld door een herziening van het afvalbeleid. Ook wordt onderzocht of en in hoeverre de afvalinzameling kan worden verzelfstandigd. Ten aanzien van de ongediertebestrijding worden uitsluitend nog de wettelijke taken uitgevoerd. Vanwege de bezuinigingen worden verschillende activiteiten uit het milieubeleidsplan naar achteren geschoven. Ook vertraagt de versteviging van een aantal kwetsbare werkvelden, zoals externe veiligheid en geluid. Verschillende handhavingstaken worden opnieuw bekeken. In 2011 wordt gewerkt aan structurele besparingsmogelijkheden, waarbij zowel naar de duurzaamheid als naar de financiën wordt gekeken.
Programmabegroting 2011
Welk beleid is voorhanden? Beleid
Status
• Nota Milieuwethandhaving en Vergunningverleningsnota
Dec ‘09 LNV
• Natuurwaardenkaart en gedragscode
B&W
• Plan van Aanpak Zwerfafval
B&W
• Watervisie 2005 – 2024
Raad 22-11-05
• Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) 2010-2014
Raad 26-10-10
• Baggerplan Bebouwd Gebied Gemeente Barneveld
Raad 2006
• Regio convenant Gezond en Toekomstgericht Bouwen 2005-2007
College 2005 Regio 25-05-05
• Regiocontract 2008-2011
Raad 13-11-07
• Milieu(klimaat)beleidsplan (en uitvoeringsprogramma) 2009-2013
Raad sept. ’09
• Bodemfunctieklassenkaart, 2009
Raad 13-11-07
• Beleidsvisie Externe Veiligheid, 2008
Raad sept. ‘09
• Regionaal Luchtkwaliteitsplan (NSL)
09-08 regio
68
Programma 10 Milieu
Wat willen we de komende jaren bereiken en wat doen we daarvoor? (Sub)doelstellingen
Indicatoren
Prestaties
1. M ilieubelasting bedrijven voldoet aan wet- en regelgeving
1.1 100% van de gecontroleerde bedrijven voldoet binnen de gestelde termijnen aan de voorschriften. 1.2 100% van de aanvragen is binnen wettelijke termijnen beslist. De gemiddelde doorlooptijd van een aanvraag om reguliere omgevingsvergunning bedraagt 8 weken. De gemiddelde doorlooptijd van een uitgebreide aanvraag om omgevingsvergunning bedraagt 26 weken.
• controles conform het handhavingsjaarprogramma • bestuursrechtelijke handhaving conform geldend gemeentelijk handhavingsbeleid. • Herziening handhavingsbeleid
2. D e openbare ruimte in Barneveld is een schone en veilige leefomgeving 2.1 B ij ruimtelijke plannen en ontwikkelingen worden de verschillende milieuaspecten meegewogen 2.2 D oelmatige inzameling en afvoer van huishoudelijke afvalstoffen 2.3 O ptimale inzameling en/of beheer van oppervlakte-, regen-, grond- en afvalwater
2.2.1 Restafval (via minicontainers) < 40 % van de totale ingezamelde hoeveelheid huishoudelijk afval 2.2.2 < 4,1 % herbruikbaar papier in restafval (in 2014) 2.2.3 > 33% van de ingezamelde hoeveelheid huishoudelijk afval is GFT 2.2.4 > 15 % van de ingezamelde hoeveelheid huishoudelijk afval is oud papier 2.2.5 > 4 % van de ingezamelde hoeveelheid huishoudelijk afval is glas 2.2.6 Totale hoeveelheid huishoudelijk afval per inwoner (signaalindicator) 2.2.7 Waarstaatjegemeente.nl, burger als wijkbewoner, tevredenheid burger over afvalinzameling, score minimaal 7,7 (cijfer 2008)
• Inzet milieumonitor Barneveld bij ruimtelijke planvorming en omgevingsvergunning. • Lokaal bodembeleid • Gemeentelijk geluidbeleid: hogere grenswaarden en gebiedsgericht geluidbeleid • uitvoering GRP 2010 – 2015 • uitzetten papiercontainers in wijk in Barneveld • evaluatie inzamelsysteem verpakkingsmateriaal • onderzoek verzelfstandiging afvalinzameling
3. Bevordering duurzame ontwikkeling 3.1 D e gemeente vervult een voorbeeldfunctie op het gebied van duurzaamheid richting inwoners en bedrijven 3.2 Regionaal uitvoeren van duurzaamheidsprojecten die regionaal meerwaarde bieden of alleen uitgevoerd kunnen worden wegens schaalvergroting (kritische massa of kosten vs. baten) 3.3 Duurzaamheid in brede zin binnen de gemeentegrenzen vergroten
3.1.1 Duurzaamheidsscore van minimaal een 6 op de duurzaamheidsmeter (signaalindicator) 3.1.2 100% duurzaam inkopen (in 2015) 3.1.3 3% energiebesparing per jaar voor gemeentelijke gebouwen (SLoK-doelstelling)
• actualiseren website www.barneveldklimaatinitiatief.nl • opzet monitoring duurzaam inkopen • implementatie duurzaam inkopen in inkoop proces (handreiking, borging, educatie medewerkers) • structurele gemeentelijke interne milieuzorg door uitvoering maatregelen die energie en/of materiaal besparen • pilot duurzamer gemeentehuis (o.a. catering, schoonmaak, financieel beheer) • ondersteuning realisatie aardgastankstation door derden • keuze/overweging aanschaf voertuigen op alternatieve brandstoffen, mogelijk i.s.m. regiogemeenten • duurzame verwerking van gemeentelijk groenafval, bijv. voor opwekking energie
Programmabegroting 2011
69
Programma 10 Milieu
Wat zijn de kosten? Prod
Omschrijving
1001
Afvalverwerking
1002
Riolering
1003
Milieu
(bedragen x € 1.000)
Totaal lasten
Werkelijk 2009
Begroting na wijziging 2010
Bestaand beleid 2011
31
-399
-537
Nieuw beleid 2011
Totaal begroting 2011 -537
7
-26
-69
1.560
2.049
1.235
75
1.310
1.598
1.624
629
75
704
Toelichting
-69
(bedragen x € 1.000)
Beleidstoevoegingen PB2010 (bijlage 2)
Investering
lasten 2011
Incidenteel Subsidie regeling energie
50
Algemeen milieubeleid
25 Totaal nieuw beleid
Bezuinigingen (bijlage 4) Taakstellend
Programmabegroting 2011
75
bedrag 2011 -5
bedrag 2012
bedrag 2013
bedrag 2014
-73
-73
70
Programma 10 Milieu
Programmabegroting 2011
71
De toekomstige woonwijk Voorthuizen-Zuid in wintertooi. De gemeente Barneveld is gestart met de voorbereidingen voor de ontwikkeling van de nieuwe woonwijk Voorthuizen-Zuid. Na de Kromme Akker en Blankensgoed wordt Voorthuizen-Zuid ontwikkeld. De komende jaren worden daar enkele honderden woningen gebouwd. Naar verwachting wordt de eerste woning in 2015 gerealiseerd.
Programmabegroting 2011
72
Programma 11 Ruimte, Bouwen en Wonen
Programma 11 Ruimte, Bouwen en Wonen Onze visie De gemeente maakt nieuwe ontwikkelingen mogelijk en houdt tegelijkertijd aanwezige (ruimtelijke) kwaliteiten voor wonen, werken en recreëren in stand of verbetert deze. Een evenwichtige verdeling is van groot belang. Voor nieuwe ontwikkelingen geldt dat deze recht doen aan zowel de economische potentie die een gevolg is van de strategische ligging van de gemeente langs belangrijke vervoersassen, als aan de kwaliteiten van natuur en landschap die een gevolg zijn van de ligging op de flank van de Veluwe en in de verbindingsstrook met de Utrechtse Heuvelrug. Door de groei van de eigen bevolking en overloop uit de Randstad wordt verwacht dat een groei van de huidige 52.800 naar 65.000 à 70.000 inwoners plaatsvindt. Voor de daarvoor toe te voegen aantallen woningen, bedrijfsterreinen en voorzieningen is een beperkt aantal “inbreidinglocaties” beschikbaar en is voorts ruimte gereserveerd in de zogenaamde “zoekzones verstedelijking”; uitbreidingslocaties die vooral in het gebied Barneveld – Harselaar – Voorthuizen zijn gelegen. Voor de toename van woningen geldt een kwalitatief hoogwaardig, duurzaam en gedifferentieerd aanbod. In paragraaf 3.4 van de Strategische Visie is benadrukt dat het verstedelijkingsgebied wordt gekenmerkt door een hoge ruimtelijke dynamiek. In dat gebied prevaleren de ruimtelijke ontwikkelingsbelangen boven de belangen van natuur en landschap. In de gebieden met grote landschap- en natuurwaarden, zoals de Veluwe, ontbreekt die dynamiek en ligt het accent juist op behoud en herstel van die waarden. In het landbouwgebied is sprake van een evenwicht tussen de belangen van ruimtelijke ontwikkeling en de belangen van natuur en landschap. Vooral voor de kernen die buiten het verstedelijkingsgebied Barneveld – Harselaar – Voorthuizen zijn gelegen, weegt het belang van het in stand houden van het “dorps karakter” zwaar.
Programmabegroting 2011
De vertaling van het beleid voor Ruimte, Bouwen en Wonen vindt plaats in actuele plannen en/of programma’s zoals: een recent vastgestelde structuurvisie, actuele bestemmingsplannen, een adequaat handhavingprogramma, etc. Voor de uitvoering van het beleid is het geldende beleid- en juridisch kader maatgevend.
Wat zijn de ontwikkelingen? Op 1 oktober 2010 treedt de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) in werking. Doel van deze wet is dat burgers en bedrijven beter door de overheid worden bediend door het afgeven van één integrale omgevingsvergunning. Deze vergunning bevat alle onderdelen die vanuit verschillende wetten noodzakelijk zijn (bouw, milieu, sloop, aanleg, uitrit, kap, brandveiligheid). Onderdeel van deze wet is het Besluit Omgevingsrecht. Dit besluit maakt een verruiming van het vergunningvrij bouwen mogelijk. Er is een terugloop in de vergunningaanvragen te verwachten, alsmede ook een lagere inkomst bouwleges ten opzichte van de afgelopen jaren. Zonder verruiming van het vergunningvrij bouwen zou het in lijn liggen om een hogere raming bouwleges op te nemen in de begroting gelet op de inkomsten van 2008 en 2009. Dit is nu achterwege gelaten. Met de komst van het Activiteitenbesluit, is ook bij de milieuvergunningen een dergelijke trend zichtbaar. In beide gevallen betekent dit dat er meer nadruk zal komen te liggen op toezichthoudende en handhavende taken. Mede naar aanleiding van een door de Eerste Kamer aangenomen motie is door de rijksoverheid bepaald dat gemeenten in vrijheid moeten kunnen beslissen over eventuele deelname aan de regionale uitvoeringsdiensten, is de formele, wettelijke verplichting hieraan deel te nemen voorlopig van de baan. Echter, de provincie Gelderland is, net als de overige provincies, in gesprek met de gemeenten over het vormen van dergelijke organisaties. Het gaat hier in eerste instantie om een aantal milieutaken, zoals vergunningverlening, toezicht en handhaving.
73
Programma 11 Ruimte, Bouwen en Wonen
Op 1 januari 2011 treedt het nieuwe Bouwwerkbesluit in werking. Dit besluit vervangt het geldende Bouwbesluit en het Gebruiksbesluit. Aanvragen om Omgevingsvergunning binnen de onderdelen bouwen en gebruik worden aan deze nieuwe AMvB getoetst.
Welk beleid is voorhanden? Beleid
Status
• Streekplanuitwerking “zoekzones verstedelijking”
Prov
• Streekplanafwijking “functiewijziging leegkomende bebouwing buitengebied”
Prov
• Reconstructieplannen
Prov
• Bestemmingsplan Buitengebied 2000
Raad, 30-10-2001
• Beleid Nieuwe Landgoederen 2004 en evaluatie 2006
Raad, 26-09-2006
• Landschapsontwikkelingsplan 2005
Raad, 28-02-2006
• Bestemmingsplannen voor (delen van) kernen
Raad div
• Bouwverordening Barneveld 2008 (herziening 2010)
Raad juni 2010
• Nota handhaving ruimtelijke en bouwregelgeving 2007 (herziening 2011)
In raad 2e kw 2011
• Detailhandelsstructuurvisie 2007
Raad 08-05-07
• Welstandsnota 2007, wordt herzien
Raad, juni 2011
• Beeldkwaliteitsplannen
Raad
• Woonvisie Barneveld 2009 (herziening 2010)
In raad dec 2010
Bezuinigingen
• Meerjarenprogramma woningbouw 2008-2017
Raad juni 2007
Op het programma Ruimte, Bouwen en Wonen wordt in totaal € 350.000 bezuinigd. Deze ombuiging wordt in 2011 uitgevoerd, onder andere door de bestemmingsplanleges te verhogen en door de welstandscommissie af te schaffen. Daarvoor in de plaats wordt in beperkte mate een bouwmeester ingezet. Daarnaast herzien we het handhavingsbeleid.
• Huisvestingsverordening gemeente Barneveld, 2006
Raad juni 2006
• Nota aanpak bewoning recreatieverblijven 2004
Raad, 02-03-2005
• Clustervisie Garderen (verblijfsrecreatie)
Raad, 03-01-2007
• Clustervisie Kootwijk 2010
Raad,01-06-2010
• Nota Grondbeleid 2007
Raad, 13-11-2007
• Structuurvisie gemeente Barneveld (2009)
Raad, 20-01-09
• Strategische visie, balans in ambitie en kwaliteit, 2009
Raad, 30-06-09
• Nota van Uitgangspunten Buitengebied (2010)
Raad, 01-06-2010
De Wet ontheffing onrechtmatige bewoning recreatiewoningen regelt, dat bewoners van recreatiewoningen in uitzonderlijke gevallen en onder strikte voorwaarden een persoonsgebonden ontheffing voor het bewonen van het recreatieverblijf kunnen krijgen. Deze wet is nog in het beginstadium van het wetgevingsproces en zal zoals het er nu naar uitziet in (de loop van) 2011 in werking treden. Verwacht wordt dat het aantal verzoeken om functieverandering van agrarische bedrijven/percelen sterk toeneemt. De reden hiervoor ligt in de landelijke wetgeving op het gebied van huisvesting van dieren (m.n. kippen en varkens) Hierdoor zijn agrariërs genoodzaakt in de periode tot 2013 fors te investeren in verbetering van gebouwen. Veel agrariërs die in het bezit zijn van verouderde gebouwen zullen hun bedrijf beëindigen dan wel andere activiteiten willen ontplooien.
Programmabegroting 2011
74
Programma 11 Ruimte, Bouwen en Wonen
Wat willen we de komende jaren bereiken en wat doen we ervoor? (Sub)doelstellingen
Indicatoren
Prestaties
1. V oldoende planologische ruimte en mogelijkheden voor een evenwichtige ontwikkeling van wonen, werken en recreëren 1.1 Uitbreiding wonen primair in zogenaamde zoekzones. 1.2 Kwalitatief gedifferentieerde toename van de woningvoorraad 1.3 Revitalisering en uitbreiding van bedrijventerreinen door clustering en/of aansluiting bij bestaande terreinen. 1.4 Verantwoorde ontwikkeling van het buitengebied, waarbij recht wordt gedaan aan de diverse functies van het buitengebied 1.5 Behoud van natuur en kwalitatieve verbetering van het landschap. 1.6 Voldoende ruimtereservering voor voorzieningen
1.2.1 Toename woningvoorraad van gemiddeld 250 woningen per jaar 1.2.2 Huisvesting van doelgroepen: • Aantal goedkope woningen (huur/ goedkope koop) voor starters ± 33% van nieuwe woningen • Aantal woningen voor senioren/ levensloopbestendig ± 33% van nieuwe woningen • 100% statushouders (taakstelling Rijk) 1.4.1 Bestemmingsplan buitengebied in 2013 aangepast aan het (beleid uit het) Reconstructieplan en aan het beleid Functieverandering 1.4.2. aantal agrariërs dat stopt als gevolg van functieverandering (signaalindicator) 1.4.3. netto gesloopte bebouwing als gevolg van functieverandering (signaalindicator)
• Herziening Nota Grondbeleid • Meerjarenwoningbouwprogramma • Monitor woningbouw • Uitvoering/implementatie Visie op wonen • Structuurvisie stedelijk gebied • Uitvoeringsprogramma structuurvisie • Structuurvisie buitengebied • Bp Voorthuizen-West • Bp Barneveld-Zuid • Bp Barneveld-Oost • Bp Centrum Voorthuizen • Uitvoering Centrumplan • Integraal plan Zeumeren • Verdere realisering De Burgt • Verdere realisering Veller I en II • Afronding Blankensgoed • Ontwikkeling voormalig gasfabriekterrein • Afronding Puurveen • Start inrichting Overgangszone Esvelderbeek
2. Instandhouding van en mogelijk verbeteren van kwaliteit van wonen, werken en recreëren, waarbij voldoende ruimtereservering voor voorzieningen 2.1 Adequate vergunningverlening conform beleid en regelgeving 2.2 E en adequaat niveau van toezicht en handhaving van bouw- en bestemmingsplanregelgeving 2.3 Bijdragen aan een rechtvaardige verdeling van goedkope koop- en huurwoningen 2.4 Actueel beleid- en juridische kader conform eisen wetgeving
2.1.1 Minimaal 90% van de aanvragen is binnen wettelijke termijnen beslist. De gemiddelde doorlooptijd van een aanvraag om reguliere omgevingsvergunning bedraagt 8 weken. De gemiddelde doorlooptijd van een uitgebreide aanvraag om omgevingsvergunning bedraagt 26 weken. 2.1.2 De juridische houdbaarheid van primaire vergunningen (nulmeting) 2.1.3 het aantal bouwplannen dat na maximaal 3 welstandstoetsingen akkoord is, bedraagt minimaal 75%. 2.2.1 85% van de overtredingen beëindigen (permanente bewoning recreatiebedrijven). 2.2.2 90% van de overtredingen beëindigen (bouw- en bestemmingsplanregelgeving) 2.3.1 De sociale kernvoorraad in Barneveld bedraagt 20% van het totale woningbestand. 2.3.2 De gemiddelde doorlooptijd van een urgentieaanvraag voor huurwoningen bedraagt 8 weken; 2.3.3 De gemiddelde doorlooptijd van een bezwaarschrift urgentie bedraagt 10 weken; 2.3.4 De gemiddelde doorlooptijd van een geschil m.b.t. urgentie bedraagt 10 weken. 2.4 100% van de bestemmingsplannen zijn actueel (jonger dan 10 jaar) en digitaal beschikbaar in 2013
• Controles en bestuursrechtelijke handhavingsprocedures conform de Nota aanpak bewoning recreatieverblijven 2004. • Herziening nota handhaving ruimtelijke en bouwregelgeving • Herziening welstandsnota • Aanstellen bouwmeester i.p.v. welstandscommissie • Controles en bestuursrechtelijke handhaving conform het Programma handhaving ruimtelijke en bouwregelgeving 2011 (nog vast te stellen) en het gemeentelijke handhavingsbeleid.
Programmabegroting 2011
75
Programma 11 Ruimte, Bouwen en Wonen
Wat zijn de kosten? Prod
(bedragen x € 1.000)
Omschrijving
Werkelijk 2009
Begroting na wijziging 2010
Bestaand beleid 2011
Nieuw beleid 2011
Totaal begroting 2011
158
2.109
1101
Vastgoed
930
874
850
1102
Ruimtelijke ordening
2.003
2.478
1.951
1103
Volkshuisvesting
1.535
790
1.224
1.224
1104
Grondexploitatie
-533
-423
-1.723
-1.723
3.935
3.719
2.302
Totaal lasten
Toelichting
850
158
2.460
(bedragen x € 1.000)
Beleidstoevoegingen PB2010 (bijlage 2)
Investering
lasten 2011
Structureel Digitaliseren bestemmingsplannen
-107
Kwaliteitsverbetering Lef
115
Incidenteel Bestemmingsplan buitengebied
350
af: uit de algemene reserve
-350
Voorziening agrarische ontwikkeling
50
Inhaalslag bestemmingsplannen
100 Totaal nieuw beleid
Bezuinigingen (bijlage 4)
158
bedrag 2011
Beperkte inzet bouwmeester ipv welstandscie
-100
Bestemmingsplanleges
-250
Programmabegroting 2011
bedrag 2012
bedrag 2013
bedrag 2014
76
Programma 11 Ruimte, Bouwen en Wonen
Programmabegroting 2011
77
Programmabegroting 2011
78
Algemene dekkingsmiddelen en Onvoorzien
Algemene dekkingsmiddelen en Onvoorzien In dit onderdeel van het programmaplan zijn de niet aan de overige programma’s toe te rekenen lasten en baten opgenomen. Het gaat hierbij om treasury, de algemene belastingen (lokale heffingen), de algemene uitkering uit het gemeentefonds, en diverse administratieve stelposten (overige algemene baten en lasten). Opgenomen zijn ook de ramingen van de dekkings-
maatregelen die nodig zijn om een sluitende (meer-) jarenbegroting te houden. Onderstaande tabel geeft een cijfermatig overzicht van de inhoud van het hoofdstuk “algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien”. Daarna is een korte toelichting op de producten opgenomen.
Wat zijn de kosten? Prod
Omschrijving
1201
(bedragen x € 1.000) Werkelijk 2009
Begroting na wijziging 2010
Bestaand beleid 2011
Treasury
-6.116
-5.142
-6.012
-6.012
1202
Belastingen en rechten
-8.933
-8.954
-9.332
-9.332
1203
Algemene uitkering
-41.997
-42.867
-41.608
1204
Overige baten en lasten
-43.715
3.243
-329
99
-230
-100.761
-53.720
-57.281
99
-57.182
totaal lasten
Nieuw beleid 2011
Totaal begroting 2011
-41.608
Toelichting (bedragen x € 1.000) Beleidstoevoegingen PB2010 (bijlage 2)
Investering
lasten 2011
Incidenteel Programma andere overheid
99 Totaal nieuw beleid
Programmabegroting 2011
99
79
Algemene dekkingsmiddelen en Onvoorzien
Toelichting producten Product 1201 Treasury Hier wordt het o.a. het rente resultaat verantwoord. Daarnaast is op dit product de bespaarde rente over de eigen financieringsmiddelen verantwoord. Verder is op deze plek het te ontvangen dividend van de BNG begroot. Inkomstenposten • Het rente resultaat bedraagt € 2.075.000; • De bespaarde rente over de eigen financieringsmiddelen (reserves en voorzieningen) ter hoogte van € 3.900.000; • Dividend over aandelen van de BNG voor € 36.000.
derden voor vervanging bij ziekte, ouderschaps- en zwangerschapsverlof. • Een storting in de voorziening dubieuze debiteuren van € 50.000. Stelposten inkomsten • Een stelpost van € 2.034.000 voor te realiseren ombuigingen 2011 • Een stelpost van € 750.000 voor te realiseren onderuitputting op kapitaallasten (dekkingsplan kadernota 2010) • Een bedrag van € 275.000 voor vrijval kapitaallasten door de inzet van een gedeelte van de Nuon reserve (€ 5.000.000)
N.B. Product 1202 Belastingen en rechten Op dit product worden de lokale belastingen en rechten verantwoord. Deze worden toegelicht in paragraaf 1. Lokale heffingen – inkomsten uit heffingen (excl. parkeergelden; -boetes).
Het grote verschil met de werkelijkheid in 2009 is het gevolg van de incidentele opbrengst in 2009 vanuit de verkoop van de NUON aandelen.
Product 1203 Algemene uitkering (gemeentefonds) Op basis van de junicirculaire 2010 is de uitkering vanuit het gemeentefonds op dit product als inkomstenpost opgenomen.
Product 1204 Overige baten en lasten Het product overige baten en lasten wordt (in administratief technische zin) gebruikt om bedragen vast te houden (stelposten) die nog niet op functionele posten geraamd kunnen worden. In het bedrag van 2011 zijn de volgende posten opgenomen: Stelposten uitgaven • Kapitaallasten voor de vervangingsinvesteringen en bedrijfsmiddelen volgens een bestendige gedragslijn voor een bedrag van € 126.000. • Uitkering uit het gemeentefonds voor onderwijskundige vernieuwingen € 42.000. • Een stelpost van € 360.000 voor CAO afspraken 2010/2011. • Een stelpost van € 260.000 voor loonontwikkelingen in verband met stijging premie ABP. • Een ruimte voor de structurele beleidstoevoegingen 2010 ad € 1.678.000. Deze posten worden na de vaststelling van de begroting naar de diverse producten overgebracht. • Een post van € 345.000 voor inhuur personeel Programmabegroting 2011
80
Programmabegroting 2011
81
Programmabegroting 2011
82
Paragrafen
Paragrafen Inleiding In het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) is expliciet aangegeven, dat in de programma-begroting, naast de programma’s, ook paragrafen worden opgenomen. Hierin worden onderwerpen, die op verschillende programma’s betrekking hebben, bij elkaar gebracht. De paragrafen vormen als het ware een dwarsdoorsnede van de programmabegroting vanuit een aantal specifieke gezichtspunten. In het kader van het duale stelsel zijn de paragrafen bedoeld om de beleidskaders van diverse beheersmatige zaken vast te stellen en om de uitvoering te kunnen controleren.
Aantal paragrafen Het BBV schrijft voor dat de volgende paragrafen worden opgesteld: 1. Lokale heffingen 2. Weerstandvermogen 3. Onderhoud kapitaalgoederen 4. Financiering 5. Bedrijfsvoering 6. Verbonden partijen 7. Grondbeleid
Programmabegroting 2011
83
Paragraaf 1 Lokale heffingen
Paragraaf 1 Lokale heffingen 1.2 Beleid
1.1 Inleiding In deze paragraaf is informatie opgenomen over de gemeentelijke heffingen. De opbrengsten van deze heffingen zijn geraamd onder de verschillende programma’s. Het (meerjaren)beleid ten aanzien van de lokale belastingen, inclusief het boete- en het kwijtscheldingsbeleid is opgenomen in de op 24 maart 2009 door de raad vastgestelde Nota lokaal belastinggebied Barneveld 2009. Voor zover het beleid van specifieke belastingen afwijkt van de in de nota opgenomen uitgangspunten is dat hieronder bij die belasting aangegeven. In deze paragraaf komen de volgende zaken aan de orde: • het beleid ten aanzien van de verschillende heffingen en de tarieven • de lokale lastendruk • gegevens over kwijtschelding. De lokale heffingen zijn een belangrijk onderdeel van de “eigen” inkomsten van de gemeente. In onderstaande grafiek zijn de verschillende inkomstenbronnen van de gemeente gevisualiseerd.
overige rijksbijdragen: onderwijs en maatschappelijke zaken € 10.886.000
overige inkomsten € 9.743.00
- Algemeen beleid ten aanzien van gemeentelijke heffingen Het beleid voor de lokale belastingen is vastgelegd in de verschillende verordeningen en in de Nota lokaal belastinggebied Barneveld 2009. Het tarievenbeleid wordt jaarlijks geformuleerd bij de vaststelling van de begrotingsuitgangspunten in de kadernota. Voor het jaar 2011 is opnieuw bepaald dat de tarieven niet worden aangepast aan de inflatie met uitzondering van de onroerende-zaakbelastingen. - BTW als kostencomponent In de Gemeentewet is bepaald dat de kosten van gemeenschappelijke diensten voor maximaal 100% mogen worden doorberekend in de tarieven. Tot nu toe is de btw hierbij steeds als kostencomponent buiten beschouwing gelaten. Dit vanuit de gedachte dat deze btw via het compensatiefonds kan worden teruggevraagd. Bij de invoering van het compensatiefonds is echter door het Rijk uitdrukkelijk bepaald dat desondanks de betaalde btw ook bij de kostenberekening mag worden meegenomen. Dit omdat hiermee ook rekening is gehouden bij de uitname uit het gemeente-
inkomsten van derden: dividend, huren en pachten etc € 7.073.000
belastingen € 13.381.000
leges en rechten € 9.395.000
algemene uitkering € 41.608.000
Programmabegroting 2011
84
Paragraaf 1 Lokale heffingen
fonds. Dit is mede de oorzaak geweest voor het aanzienlijke structurele nadeel van onze gemeente bij de invoering van het btw-compensatiefonds. Bij 100% kostendekkende tarieven is de consequentie dat bezuinigingen niet ten goede komen aan de gemeentelijke huishouding maar dat deze moeten worden vertaald in lagere tarieven. Om dit te voorkomen stellen wij voor om de btw in de toekomst als kostencomponent mee te nemen voor het berekenen van de tarieven. Hierbij is het overigens niet de bedoeling om de doorbelasting van btw nu, of in de komende jaren, direct volledig op te voeren. Wel geeft deze wijze van kostentoerekening ruimte om besparingen op “productiekosten” ook daadwerkelijk bij te laten dragen aan de invulling van de bezuinigingstaakstelling. - Onroerende-zaakbelastingen Voor deze belastingen stellen wij voor om de tarieven aan te passen aan het inflatiepercentage. Voor 2011 betekent dit, afgezien van de autonome groei, een stijging van de opbrengst met 1,5%. - Afvalstoffenheffing Voor de afvalstoffenheffing wordt sinds 2006 een kostendekkend tarief gehanteerd. Door de btw als kostencomponent op te voeren loopt de dekking terug. Een gevolg van deze nieuwe kostenberekening is dat de lagere kosten als gevolg van bezuinigingen niet worden vertaald in lagere tarieven. - Rioolheffing Het tarief van het rioolheffing is sinds een aantal jaren kostendekkend. De voor 2011 hoger geraamde opbrengst wordt veroorzaakt door de autonome groei.
2010, extra te verhogen. De meeropbrengst uit deze extra verhogingen is in een bestemmingsreserve gestort waaruit in de toekomst de kosten van parkeervoorzieningen worden gedekt. Het totale parkeerbeleid wordt in 2011 nader onderzocht op het gebied van kostendekkendheid, zowel de parkeerorganisatie als de parkeertarieven. Dit kan als gevolg hebben dat de parkeertarieven verhoogd zullen worden. Naast de parkeergelden kennen we ook rechten voor het verlenen van parkeervergunningen, de tarieven van deze vergunningen zullen ook ten aanzien van hun kostendekkendheid herzien worden. Voor de naheffingsaanslag parkeergeld (in de volksmond ‘parkeerboete’) is een maximumbedrag vastgesteld dat jaarlijks wordt aangepast aan de procentuele wijziging van het prijsindexcijfer van de gezinsconsumptie. Voor 2011 betekent dit een stijging met 2% naar € 52,-. - Leges Voor een aantal leges wordt/is afgeweken van de lijn om de tarieven niet te verhogen. Dit geldt met name voor die leges waarbij de tarieven door rijk of provincie zijn bepaald en voor de leges voor vergunningen op grond van de wet Wabo. Separaat wordt u nog een voorstel gedaan waarin de consequenties van de invoering van de omgevingsvergunning voor de legesverordening worden verwerkt. - Marktgelden In verband met de doorberekening van een aantal kosten die de gemeente moet maken voor de markten en waarvan het niet terecht is dat deze ten laste van de gemeenschap blijven dan wel komen worden de tarieven voor 2011 aangepast.
- Forensenbelasting In principe wordt deze belasting geheven als een percentage van de waarde van de woning. Voor woningen met een waarde van maximaal € 70.000 geldt een minimum tarief en er is een maximum bedrag opgenomen in de verordening. Evenals voor de onroerende-zaakbelastingen zullen wij na afronding van de hertaxaties een voorstel doen voor het tarief 2011 waardoor de opbrengst, afgezien van autonome ontwikkelingen, gelijk blijft. - Parkeergelden/-boetes Bij de besluitvorming over het Centrumplan is ook besloten om de parkeertarieven jaarlijks, tot en met Programmabegroting 2011
85
Paragraaf 1 Lokale heffingen
Tarieven diverse heffingen 2009
2010
20111
0,0781% 0,0957% 0,1214%
0,0781% 0,0944% 0,1197%
0,0793% 0,0958% 0,1215%
Afvalstoffenheffing Meerpersoonshuishoudens Eénpersoonshuishoudens
295 177
295 177
295 177
Rioolheffing Vast recht tot 350 m³ afvalwater
133
133
133
41,00 57,05 70,35 98,05
41,00 57,05 70,35 98,05
41,00 57,05 70,35 98,05
0,88 164,55 164,75
0,88 164,55 164,75
0,88 164,55 164,75
177,30 177,30
177,30 177,30
177,30 177,30
177,30
177,30
177,30
Onroerende-zaakbelastingen Eigenaren van woningen, in % van de waarde Gebruikers van niet-woningen, in % van de waarde Eigenaren van niet-woningen, in % van de waarde
Hondenbelasting 1e hond 2e hond Elke hond boven het aantal van twee Kennels Toeristenbelasting Per overnachting Per seizoenplaats Per jaarplaats Forensenbelasting bij een WOZ-waarde van € 70.000 of minder bij een WOZ-waarde van meer dan € 70.000 vermeerderd met 0,83% van het bedrag waarmee de heffings-maatstaf een bedrag van € 70.000 te boven gaat. Met dien verstande dat per woning een maximumbedrag geldt van € 925. Voor woningen/onderkomens waarvoor geen waarde is vastgesteld op grond van de WOZ bedraagt het tarief
na afronden van de taxaties en vaststelling van het GRP 2010-2014 wordt een voorstel voor de definitieve tarieven 2011 gedaan.
1
Programmabegroting 2011
86
Paragraaf 1 Lokale heffingen
1.3 Inkomsten uit heffingen (bedragen x € 1.000) Omschrijving
2009 rekening
2010 begroting
2011 begroting
Onroerende-zaakbelastingen (gebruikers)
1.423
1.435
1.496
Onroerende-zaakbelastingen (eigenaren)
6.723
6.703
7.047
Hondenbelasting
185
172
178
Toeristenbelasting
431
420
430
Forensenbelasting
1.020
1.093
1.020
Rioolheffing
3.043
3.050
3.088
12.825
12.873
13.259
Overige leges
267
142
123
Leges burgerlijke stand
146
147
161
705
649
758
1.212
1.430
Algemene dekkingsmiddelen
Totaal algemene dekkingsmiddelen Tariefsgebonden heffingen
Leges dienstverlening Leges bouwvergunningen Leges vergunningen Wabo
1.455
Leges bestemmingsplannen
133
270
270
Begrafenisrechten
587
619
610
Afvalstoffenheffing
4.941
4.975
4.986
Parkeergelden
754
820
820
Parkeerboetes
92
100
100
Marktgelden
62
72
112
Totaal tariefsgebonden heffingen
8.899
9.224
9.395
Totaal gemeentelijke heffingen
21.724
22.097
22.654
De meeropbrengst voor 2011 wordt naast de aanpassing van de onroerende-zaakbelastingen aan het inflatiepercentage veroorzaakt door de autonome groei.
Programmabegroting 2011
87
Paragraaf 1 Lokale heffingen
1.4 Lokale lastendruk ting, waarbij wordt uitgegaan van de gemiddelde woningwaarde (zowel landelijk als provinciaal als voor Barneveld), de afvalstoffenheffing en de rioolheffing. De bruto woonlasten van meerpersoonshuishoudens lopen, volgens de COELO Atlas voor 2010 uiteen van € 474 tot € 1.168 per jaar. Landelijk gezien bevindt Barneveld zich op plaats 252 van 431 gemeenten en is een gemeente met een gemiddelde lastendruk.
Om een indruk te hebben wat de “lokale lastendruk” is, wordt berekend wat de huishoudens aan belasting moeten betalen. Daarbij worden de voor huishoudens gebruikelijke heffingen betrokken. Door het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (COELO) wordt jaarlijks een atlas van de lokale lasten opgesteld. Het bedrag van de bruto woonlasten is opgebouwd uit de onroerende-zaakbelasOmschrijving Landelijk
Gemiddelde tarieven in €
Hoogste tarieven in €
Laagste tarieven in €
2009
2010
%
2009
2010
%
2009
2010
%
649
659
+1,5
1.150
1.168
+1,6
458
474
+3,5
841
856
+1,8
458
474
+3,5
Gelderland
651
660
+1,4
Barneveld
671
683
+1,8
Bron: COELO Atlas van de lokale lasten 2010 (www.coelo.nl/digatlas/index)
1.5 Kwijtschelding Inwoners met een laag inkomen kunnen kwijtschelding krijgen voor de aanslag van de afvalstoffenheffing en het rioolrecht. Bij de beoordeling van het verzoek vindt er een toets plaats naar inkomen en vermogen. De gemeente mag alleen kwijtschelding verlenen als het inkomen niet hoger ligt dan 100% van het bijstandsniveau. Mensen die duurzaam een laag inkomen hebben, hoeven geen verzoek om kwijtschelding in te dienen. Hun aanslagen worden automatisch kwijtgescholden. Naar verwachting wordt er in 2011 ongeveer 450 keer kwijtschelding verleend tot een totaal bedrag van € 160.000. De beoordeling van de aanvragen door de Stichting Inlichtingen Bureau heeft geleid tot minder toewijzingen en een lager bedrag aan kwijtschelding. De Stichting Inlichtingen Bureau is een nieuw opgezet onderdeel van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
Programmabegroting 2011
88
Paragraaf 2 Weerstandsvermogen
Paragraaf 2 Weerstandsvermogen 2.1 Inleiding
2.3 Beleid
Informatie over het weerstandsvermogen is van belang om te weten of en in hoeverre financiële tegenvallers kunnen worden opgevangen. Deze tegenvallers kunnen incidenteel en structureel van aard zijn, maar hebben altijd invloed op de financiële positie van de gemeente. Hoe hoog het weerstandvermogen zou moeten zijn, is niet exact aan te geven. De omvang is afhankelijk van de financiële risico’s die de gemeente loopt en de kans dat de risico’s daadwerkelijk effectief worden. De mate van flexibiliteit van de gemeentebegroting speelt een belangrijke rol bij de bepaling van het weerstandvermogen: hoe snel kunnen tegenvallers worden opgevangen door ombuigingen van bestaand beleid al dan niet in combinatie met belastingverhogingen. Ook de omvang van de vrij aanwendbare reserves is daarbij van belang. Vanuit het provinciaal toezicht zijn geen directe normen voor het weerstandsvermogen aangegeven; wel wordt bewaakt dat de algemene reserve een bepaalde minimum omvang heeft.
Bij besluit van 3 juli 2007 inzake de Nota risicomanagement & weerstandsvermogen 2007-2010 heeft de raad de streefwaarde voor het weerstandsvermogen vastgesteld op een bandbreedte van 1,2 - 1,6. Risico’s en reserves zijn continu aan verandering onderhevig, het weerstandsvermogen is dan ook een momentopname. Om schijnnauwkeurigheid te voorkomen is daarom een bandbreedte vastgesteld in plaats van een exact getal.
2.2 Begrippenkader Onder het weerstandsvermogen wordt een kengetal verstaan, namelijk de verhouding tussen de beschikbare en de benodigde weerstandscapaciteit. Beschikbare weerstandscapaciteit Weerstandsvermogen = Benodigde weerstandscapaciteit Met de beschikbare weerstandscapaciteit bedoelen we de middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt om niet-begrote kosten te dekken. Onder benodigde weerstandscapaciteit verstaan we alle risico’s waarvoor nog geen maatregelen zijn getroffen, die van materiële betekenis kunnen zijn in relatie tot de financiële positie. Tot het treffen van dergelijke maatregelen behoren onder andere het instellen van voorzieningen, het afdekken van risicogebieden met verzekeringen dan wel andere risicobeperkende acties.
Programmabegroting 2011
Verder is bij de begrotingsbehandeling van 2008 het besluit genomen tot instelling van een bestemmingsreserve voor infrastructurele werken. De voeding van deze reserve komt tot stand door een afroming van 50 % van het weerstandsvermogen voor zover deze de waarde van 1,7 overschrijdt.
2.4 Weerstandscapaciteit 2.4.1 Berekening weerstandscapaciteit De structurele capaciteit is de mate waarin de gemeente zelf in staat is om niet-begrote kosten te dekken door structurele middelen vrij te maken. Bij incidentele weerstandscapaciteit gaat het om vrij besteedbare middelen die eenmalig kunnen worden ingezet. In het kader van het weerstandsvermogen binnen deze paragraaf zullen wij slechts rekening houden met de incidentele weerstandscapaciteit. In onderstaande tabel is een vergelijkend overzicht gegeven van de geprognosticeerde weerstandscapaciteit per begin/einde van het boekjaar. Tabel weerstandscapaciteit (bedragen x € 1.000) a) Algemene reserves b) Bestemmingsreserve bovenwijkse voorzieningen c) Stille reserves Totaal
Prognose 1 jan 2011
Prognose 31 dec 2011
22.091
16.967
233
233
p.m.
p.m.
22.324
17.200
89
Paragraaf 2 Weerstandsvermogen
2.4.2 T oelichting op Tabel berekening weerstandscapaciteit Meegenomen reserves en voorzieningen (a en b) Voor de berekening van de weerstandscapaciteit worden alleen de vrij besteedbare reserves meegenomen. Deze vrij besteedbare reserves treffen wij aan bij de groep van algemene reserves.Voor bijna alle bestemmingsreserves geldt dat voor wijziging van de bestemming een besluit van de gemeenteraad nodig is, en er aldus geen sprake is van een vrij besteedbare reserve. De reserve bovenwijkse voorzieningen is hierop de enige uitzondering. Voorzieningen zijn niet vrij besteedbaar en behoren daarom niet tot de weerstandscapaciteit.
Stille reserves (c) Stille reserve is het verschil tussen de hogere directe opbrengstwaarden bij verkoop en de boekwaarden van de diverse activa. Hierbij kan worden gedacht aan panden, aandelen en bedrijfsmiddelen. De directe opbrengstwaarde dient bekend te zijn en bovendien moeten de betreffende activa direct verkoopbaar of verhandelbaar zijn. Dit is met de gemeentelijke activa zelden het geval. Mede daarom zijn de stille reserves als een p.m. post opgenomen.
2.5 Benodigde weerstandscapaciteit De inventarisatie van risico’s is onlangs geactualiseerd. Daarnaast zijn, waar mogelijk, maatregelen getroffen om het risico te beperken. Vervolgens is een risicosimulatie uitgevoerd. Deze simulatie resulteert in een totaal risicobedrag van afgerond € 13,7 miljoen. De belangrijkste risico’s (mix van omvang/geld en kans) zijn: • kwaliteit wegen gaat achteruit, ontoereikende voorziening groot onderhoud; • garantstelling/tegenvallers in planontwikkeling bij PPS de Burgt; • geldkraan banken gaat dicht; • rentestijging hoger dan in begroting is voorzien; • dooiperiode na vorst kan wegdek extreem beschadigen; • constatering van asbest bij gemeentelijke gebouwen; • stagnatie in planontwikkeling als gevolg van milieucircels; • achterblijvende vraag naar kantoren. • faillissement ingeval van borgstelling/garanties; • afschaffen forensenbelasting. Programmabegroting 2011
Deze simulatie komt € 2,5 miljoen lager uit dan de vorige simulatie (jaarverslaggeving 2009). Dit is voornamelijk het gevolg van het beperken van het risico op een verlaging van de algemene uitkering. De te verwachten korting is namelijk inmiddels doorvertaald in de actuele meerjarenprognose. Het totaal aantal risico’s is gedaald van 172 naar 161 (7 nieuwe risico’s en 18 vervallen risico’s). Ten opzichte van de begroting 2010 (€ 11,9 miljoen) is sprake van een duidelijke stijging van het risicobedrag.
2.6 Berekening prognose weerstandsvermogen per 1 januari 2011 (bedragen x € 1.000.000) 22,3 Weerstandsvermogen = 13,7
= 1,63
2.7 Afroming weerstandsvermogen Het weerstandsvermogen ontwikkelt zich met een waarde van 1,63 negatief (begroting 2010 was nog 1,79) maar blijft aan de bovenkant van de door de raad vastgestelde streefwaarde van 1,2 – 1,6. De risico’s nemen toe en de weerstandscapaciteit zal gedurende het jaar 2011 verder afnemen. Dit als gevolg van de inzet van een bedrag van € 4.000.000 vanuit de algemene reserve voor het project tunnel Baron van Nagellstraat en de voorgenomen onttrekking ad € 2.000.000 voor frictiekosten als gevolg van de ombuigingen. Op basis van het onder 2.3 genoemde besluit vindt er in deze situatie geen afroming plaats ten gunste van de bestemmingsreserve infrastructurele werken. De feitelijke afroming wordt (steeds) op basis van de jaarrekeningcijfers in het daarop volgende boekjaar geëffectueerd.
90
Paragraaf 3 Onderhoud kapitaalgoederen
Paragraaf 3 Onderhoud kapitaalgoederen Inleiding Het onderhoud van de kapitaalgoederen legt een beslag op een aanzienlijk deel van de financiële middelen van de gemeente Barneveld. Kapitaalgoederen zijn verdeeld naar de categorieën wegen, water, groen en gebouwen. In deze paragraaf wordt ingegaan op het beleidskader, de beheer-plannen en de financiële consequenties. In de beheerplannen legt de gemeenteraad de kaders vast voor de uitvoering van het onderhoud aan de kapitaalgoederen. Het niveau van het onderhoud en de kwaliteit van de kapitaalgoederen zijn bepalend voor het voorzieningenniveau en de jaarlijkse lasten. Met de vaststelling van de programmabegroting machtigt de raad het college van burgemeester en wethouders om de uitgaven ten laste van de betreffende onderhoudvoorzieningen te doen. De voorzieningen worden gevuld door een jaarlijkse storting vanuit de diverse programma’s. De kosten van het onderhoud worden rechtstreeks uit de voorziening gehaald.
3.1 Wegen Beleidskader In het najaar van 2010 wordt het beleidsplan Onderhoud wegen 2011-2020 behandeld. Vaststelling van dit beleidsplan kan leiden tot aanpassing van de cijfers in de programmabegroting 2011. De uitvoering van het groot onderhoud vindt plaats volgens het jaarlijks vast te stellen uitvoeringsplan, dat op basis van een (Crow)methodiek voor wegbeheer tot stand komt. In het voorjaar van 2011 wordt een uitvoeringsplan voor het jaar 2011 gemaakt. Dit plan wordt ter informatie aan de raad gezonden.
Kwaliteitsmeting van de twee wegtypen: Bij het beheer van de wegen wordt onderscheid gemaakt tussen asfaltwegen en wegen met elementverharding (klinkers ed.) De kwaliteit van beide type wegen gaat achteruit. Dit blijkt niet alleen uit het aantal aansprakelijkheidstellingen en/of uit de mening van deskundigen, maar ook uit de jaarlijkse inspecties. Na de laatste inspectie, uitgevoerd direct na de winter, Programmabegroting 2011
zijn de kwaliteitsgegevens, vergeleken met het (door het CROW) geadviseerd streefniveau, als volgt. Totaal areaal Resultaat 2010 Streefniveau
Voldoende
Matig
Onvoldoende
66 %
7%
27 %
77-87 %
9-14 %
4-9 %
Aan de hand van deze uitkomsten kan worden gesteld, dat de gemeentelijke wegen over het algemeen technisch voor 2/3 deel voldoende scoren. Een punt van aandacht is uiteraard het percentage “onvoldoende”.
Beheerplan De gemeente heeft in 2010 ongeveer 481 kilometer verharde wegen (incl. 73 km vrijliggende fietspaden) in haar bezit. Ten opzichte van 2009 is het aantal verharde wegen gegroeid met 3 km weg en 1 km vrijliggend fietspad. De verwachting is dat de groei in de komende jaren in dit tempo doorgaat. De gemeente is voor deze wegen als wegbeheerder verantwoordelijk. Naast het dagelijks onderhoud is groot onderhoud nodig. Het groot onderhoud loopt via de voorziening groot onderhoud wegen. De werkzaamheden die in het kader van groot onderhoud uitgevoerd worden zijn: • Het versterken van asfaltverhardingen door het aanbrengen van nieuw asfalt; • De rehabilitatie van asfaltwegen; • Het aanbrengen van oppervlakbehandelingen van asfaltwegen; • Het aanbrengen van grasbetonblokken langs smalle buitenwegen; • Het hertegelen van voetpaden/woonerven; • Herstraatwerk aan wegen.
Bezuinigingen Bij de invulling van het project IBOR ten behoeve van beheer van de openbare ruimte is een taakstelling meegegeven om een lagere onderhoudslast te realiseren.
91
Paragraaf 3 Onderhoud kapitaalgoederen
Financiële consequenties Het verwachte verloop van de voorziening groot onderhoud wegen. (bedragen x € 1.000) Jaar Stand per 1 januari
2011
2012
2013
2014
0
0
0
0
Toevoeging
1.210
1.210
1.210
1.210
Onttrekking
1.210
1.210
1.210
1.210
0
0
0
0
Saldo 31 december
3.2 Water
waarin ook de gemeente Barneveld deelneemt. Kansrijke projecten voor samenwerking worden in projectgroepen verder uitgewerkt, dit zijn: • Meten en monitoren functioneren rioolstelsels; • Opzet grondwatermeetnet; • Waterloket; • Juridische aspecten en wet- en regelgeving.
Beheerplan De maatregelen zijn opgenomen in het gemeentelijk rioleringsplan 2010-2014.
Financiële consequenties Beleidskader a. Gemeentelijke Rioleringsplan (GRP) In augustus 2009 is begonnen met de voorbereidingen voor het opstellen van een nieuw GRP voor de periode 2010 – 2014. In het plan worden de activiteiten aangegeven, die nodig zijn om de doelstellingen van het GRP te verwezenlijken. Naast de kosten is een overzicht gegeven van de ontwikkeling van de inkomsten, de rioolheffing. De verwachting is dat de gemeenteraad voor de begrotingsbehandeling het GRP 2010 – 2014 vastgesteld heeft. De cijfers in de programmabegroting 2011 zijn op dit nieuwe GRP gebaseerd.
Het verwachte verloop van de voorziening Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP). (bedragen x € 1.000) Jaar
2011
2012
2013
2014
Stand per 1 januari
2.298
1.623
1.087
642
Toevoeging
3.783
3.783
3.783
3.783
Onttrekking
4.458
4.319
4.228
4.066
Saldo 31 december
1.623
1.087
642
359
3.3. Groen Beleidskader
b. Waterplan Barneveld Het Waterplan Barneveld is op 22 november 2005 door de gemeenteraad vastgesteld, waaronder de Watervisie 2004-2025. De voor de gemeente relevante onderdelen zijn opgenomen in het GRP 2010 – 2014.
Voor vervanging van het groen is een voorziening onderhoud groen ingesteld. Vervangingen zijn nodig om naast het reguliere onderhoud het openbaar groen in stand te houden.
Beheerplan c. Toekomst Waterketen Gelderland en Platform Water Vallei & Eem. De stuurgroep Toekomst Waterketen Gelderland heeft initiatieven ontwikkeld om de samenwerking in de waterketen te bevorderen. Veranderingen in het riolering- en waterbeheer vragen om grote personele en financiële inspanningen. Door samenwerking kunnen kostenbesparingen worden bereikt. Tot uitbreiding van deze regionale samenwerking met de Utrechtse gemeenten, gelegen binnen het beheergebied van het waterschap Vallei & Eem, hebben de gemeenten, de provincie Gelderland, de provincie Utrecht en het waterschap Vallei & Eem op 27 maart 2008 besloten. Dit Platform Water Vallei & Eem bestaat uit een ambtelijk platform, een kernteam, een (bestuurlijke) regiegroep en een bestuurlijk platvorm. De beide platformen en de regiegroep worden ondersteund door het kernteam
Programmabegroting 2011
De gemeente heeft ongeveer 436 hectare openbaar groen in haar bezit. Groen heeft een beperkte levensduur. Op basis hiervan is per groentype bepaald wanneer vervanging noodzakelijk is. Daarnaast is de veiligheid van bomen een wettelijke zorgplicht. Hiertoe voeren we in 2010 de ‘visual tree assesment’(VTA)-methodiek in. Vóór 1 januari 2011 wordt een nieuw beheerplan ‘veiligheid bomen’ gemaakt. Vaststelling van dit plan kan leiden tot aanpassing van de cijfers in de programmabegroting 2011. Het beheerplan dient als basis voor de geplande vervangingen van het groen in de komende jaren.
Bezuinigingen Bij de invulling van het project IBOR ten behoeve van beheer van de openbare ruimte is een taakstelling meegegeven om een lagere onderhoudslast te realiseren.
92
Paragraaf 3 Onderhoud kapitaalgoederen
Financiële consequenties
Bezuinigingen
Het verwachte verloop van de voorziening groen. (bedragen x € 1.000) Jaar
2011
2012
2013
2014
0
0
0
0
Toevoeging
153
153
153
153
Onttrekking
153
153
153
153
0
0
0
0
Stand per 1 januari
Saldo 31 december
3.4 Gebouwen Beleidskader Het beleidskader voor de uitvoering van het planmatig onderhoud aan de gemeentelijke gebouwen is de rapportage planmatig onderhoud 2010 - 2029. Hierin wordt inzichtelijk gemaakt welke structurele onderhoudswerkzaamheden noodzakelijk zijn, gekoppeld aan de toekomstvisie voor het gebruik van de gebouwen. Daarnaast zijn de mutaties op het gebouwenbestand en de meest omvangrijke werkzaamheden toegelicht.
Beheerplan Het meerjaren onderhoudsplan gebouwen wordt jaarlijks door burgemeester en wethouders vastgesteld. De gemeente Barneveld heeft ongeveer 120 gemeentelijke gebouwen, variërend van huisvesting van gemeentelijke diensten tot zwembaden en opstallen bij begraafplaatsen, monumentale kerktorens tot parkeergarage Transferium Noord en het Hulpverleningscentrum. Tevens worden de gym- en sportzalen en de sportcomplexen onderhouden en beheerd. Binnen de onderhoudsvoorziening gemeentelijke gebouwen (exclusief schoolgebouwen) beheert de gemeente in totaal circa 67.000 m2 bruto vloeroppervlak. Daarnaast wordt binnen de onderhoudsvoorziening scholengebouwen voor het onderwijs nog circa 9.900 m2 bruto vloeroppervlak beheerd.
Als taakstelling is meegegeven om de toekomstige beheerslast van het vastgoedmanagement te reduceren.
Financiële consequenties Het verwachte verloop van de voorziening onderhoud gemeentelijke gebouwen. (bedragen x € 1.000) Jaar Stand per 1 januari
2011
2012
2013
2014
0
0
0
0
Toevoeging
1.258
1.258
1.258
1.258
Uitvoering werken
1.258
1.258
1.258
1.258
0
0
0
0
Saldo 31 december
Het verwachte verloop van de voorziening onderhoud primair onderwijs. (bedragen x € 1.000) Jaar
2011
2012
2013
2014
Stand per 1 januari
711
999
1.351
1.536
Toevoeging
404
411
418
425
Uitvoering werken
116
59
233
464
Saldo 31 december
999
1.351
1.536
1.497
Het verwachte verloop van de voorziening onderhoud scholencomplexen. (bedragen x € 1.000) Jaar
2011
2012
2013
2014
Stand per 1 januari
470
523
581
640
57
58
59
60
Toevoeging Uitvoering werken Saldo 31 december
4
0
0
299
523
581
640
401
De meerjarenbegroting 2010 – 2029 en het jaarplan zijn opgenomen in de rapportage planmatig onderhoud gebouwen 2010. In deze rapportage wordt een toelichting gegeven op de uitgangspunten, gewijzigde parameters en een toelichting op de meest omvangrijke vervangingen. De beheerplannen zijn in 3 categorieën onderverdeeld: • Gemeentelijke gebouwen • Gebouwen primair onderwijs • Scholencomplexen
Programmabegroting 2011
93
Paragraaf 4 Financiering
Paragraaf 4 Financiering 4.1 Inleiding
geld uitzet. Het treasurystatuut is door de raad per 1 mei 2009 aan de gewijzigde Wet Fido aangepast.
Onder financiering wordt het aantrekken van geldleningen verstaan. Behalve voor investeringen wordt er geld aangetrokken (of uitgezet) voor de exploitatie. Als de inkomsten van de gemeente (vanuit de algemene uitkering en de belastingen) niet gelijk lopen met de uitgaven wordt er zogenaamd kort geld aangetrokken. Dit zijn geldleningen met een looptijd korter dan één jaar. In de meeste gevallen wordt een kasgeldlening met een looptijd van één of enkele maanden aangetrokken.
Bij het aantrekken of uitzetten van geld is het van belang dat slechts beperkt risico wordt genomen bij het oversluiten (consolideren) van kasgeldleningen. Daarom worden vaste geldleningen voor (grote) investeringen aangetrokken op momenten dat de rente gunstig is en wordt het tijdelijk overschot aan liquide middelen zo beperkt mogelijk gehouden. Voor het liquiditeitsbeheer zijn afspraken met de bank gemaakt voor het dagelijkse afromen van overbodige saldi op de rekeningen couranten bij de bank.
In deze paragraaf worden de kansen en risico’s rond financiering in beeld gebracht. Om de financieringsbehoefte zo goed mogelijk in te schatten wordt een liquiditeitsprognose gemaakt die maandelijks wordt geactualiseerd.
4.3 Financiële aspecten 4.3.1 Renteontwikkeling /rentevisie 2010 De rentevisie wordt gebaseerd op de actuele ontwikkelingen op de geld- en kapitaalmarkt. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de renteprognose en berichtgeving van een aantal banken. 2010 kenmerkt zich door een schommelende, maar dalende kapitaalmarkt.
4.2 Beleid Om het renterisico te beheersen en de rentekosten zo laag mogelijk te houden, wordt gebruik gemaakt van de kaders die in het treasurystatuut staan. Het treasurystatuut is gebaseerd op de Wet Fido. De Wet Fido is per 1 januari 2009 op een aantal punten aangepast. De belangrijkste aanpassingen zijn het niet meer toestaan van hypotheekverstrekkingen aan “eigen” personeel en de verplichte rating van instellingen waar de gemeente
2-7-2010
2-1-2010
2-7-2009
2-1-2009
2-7-2008
2-1-2008
2-7-2007
2-1-2007
2-7-2006
2-1-2006
2-7-2005
2-1-2005
2-7-2004
2-1-2004
2-1-1997
0,00
2-7-2003
0,50
2-1-2003
1,00
2-7-2002
1,50
2-1-2002
2,00
2-7-2001
2,50
2-1-2001
3,00
2-7-2000
3,50
2-1-2000
4,00
2-7-1999
4,50
Kasgeld
2-1-1999
percentage’s
5,00
Lang geld
2-7-1998
5,50
2-1-1998
6,00
renteontwikkeling 1997 - juli 2010
2-7-1997
6,50
In 2010 is geanticipeerd op een renteherziening in 2011. Vanwege de gunstige rentestand is vervroegd de rente herzien, van 5,17% naar 3,29% tot 2021. Andere renteherzieningen doen zich in 2011 niet voor.
periode Programmabegroting 2011
94
Paragraaf 4 Financiering
4.3.2 Financieringsbehoefte IIn de onderstaande grafiek is het verwachte verloop van de liquiditeitspositie weergegeven. De grafiek loopt van september 2010 tot en met december 2011. Over de gehele periode wordt het liquiditeitstekort becijferd
op ca. € 13 miljoen. Daarmee is de liquiditeitsbehoefte voor het komend jaar beperkt en binnen onze reguliere rekening-courant afspraken op te lossen. Het verwachte verloop van de leningportefeuille is als volgt:
ontwikkeling liquiditeitspositie 10
(x miljoen)
5 0 -5 -10 -15 -20 sep-10
nov-10
jan-11
mrt-11
(bedragen x 1 miljoen) Stand van de leningen per 1 januari 2011
€
240
Aflossingen in de loop van het jaar
€
20
Aangetrokken nieuwe lening
€
0
Stand van leningen per 31 december 2011
€
220
Het gemiddelde gewogen rentepercentage van de lopende leningen bedraagt 3,80 % (was in 2010: 4,04%). De daling van de gemiddelde rente leidt in 2010 tot een besparing op de rentekosten van afgerond € 500.000.
4.4 Risicobeheer In de Wet Fido zijn kaders opgenomen ter beperking van het renterisico op de netto vlottende schuld (kasgeldlimiet) en het renterisico op de vaste schuld (renterisiconorm). Daarnaast kan nog sprake zijn van een kredietrisico van aan derden verstrekte leningen.
4.4.1 Renterisiconorm Renterisiconorm Op grond van de Wet Fido is voor gemeenten de zogenaamde rente risiconorm ingesteld. Doel hiervan is, dat gemeenten hun leningenportefeuille zodanig Programmabegroting 2011
mei-11
jul-11
sep-11
nov-11
spreiden, dat de renterisico’s gelijkmatig over de jaren worden gespreid ingeval van herfinanciering en renteherziening van geldleningen. De renterisiconorm geeft een aanwijzing voor de gevoeligheid van de gemeente voor veranderingen in de rente. De norm is vastgesteld op 20% van de lastenkant van de begroting (€ 94 miljoen) en komt voor Barneveld daarmee op € 18,8 miljoen. Deze norm wordt afgezet tegen de jaarlijkse verplichte aflossingen en de renteherzieningen. Voor 2010 zijn de aflossingen € 19,7 miljoen zodat wij iets boven de norm uitkomen. Bij het uitvoeren van de treasury functie, o.a. bij het aantrekken van nieuwe geldleningen, wordt gelet op een gelijkmatige risicospreiding. Op toekomstige, grote renterisico’s wordt tijdig geanticipeerd.
4.4.2 Kasgeldlimiet Om het risico van kortlopende financiering te beperken is in de Wet Fido de kasgeldlimiet vastgesteld. De kasgeldlimiet is een vastgesteld percentage (8,5%) berekend over de lastenkant van de begroting. Zodra de kortlopende financiering (kasgeldleningen) boven dit bedrag uitkomt, is de gemeente verplicht over te gaan tot consolidatie. De kortlopende schuld moet dan omgezet worden in een langlopende geldlening. Voor 95
Paragraaf 4 Financiering
Ontwikkeling garantstellingen
2011 bedraagt onze limiet € 7,5 miljoen. De provincie Gelderland toetst in het kader van regulier financieel toezicht of wordt voldaan aan de gestelde norm.
Per eind 2010 staat de gemeente Barneveld garant voor een bedrag van € 86 miljoen euro. Op een termijn van 5 jaar lopen 10 van de 20 garantstellingen af en heeft de staat van garantstellingen een omvang van ca. € 35mln. Zeven garantstellingen lopen na 2020 af.
4.5 Garantieverplichtingen De gemeente verstrekt geen garanties, tenzij de gemeenteraad besluit om hiervan af te wijken. Dit kan zij doen om een publiek doel te dienen, waarbij aan randvoorwaarden wordt voldaan. De mogelijkheden om deze garanties af te geven, bepaald in wet Fido en het treasurystatuut, zijn beperkt. In 2010 is in de nota ‘Garantstellingen’ uitgewerkt welke beleidsregels hierbij gehanteerd worden.
Onderstaand is in grafiekvorm het globale verloop van de garantstellingen weergegeven voor de komende jaren. Uiteraard is deze grafiek een momentopname, omdat (zeker vanuit de WSW) de kans aanwezig is, dat er nieuwe garantstellingen zullen ontstaan.
verloop garantstelling 2009 - 2020 100
75
WSW overig
50
25
Programmabegroting 2011
20 20
19 20
18 20
17 20
16 20
15 20
14 20
13 20
12 20
11 20
10 20
20
09
0
96
Paragraaf 5 Bedrijfsvoering
Paragraaf 5 Bedrijfsvoering 5.1 Inleiding In deze paragraaf wordt inzicht gegeven in de hoofdlijnen van de bedrijfsvoering. Via deze paragraaf kan de raad ook beleidsuitgangspunten ten aanzien van de bedrijfsvoering vaststellen. De bedrijfsvoering is door de meer externe gerichtheid van de gemeente zichtbaarder geworden voor de burgers en daarmee een factor voor de waardering door de burgers en het imago van de gemeente.
5.2 Visie De gemeente Barneveld staat een flexibele organisatie voor, die proactief inspeelt op ontwikkelingen in de maatschappij. Met medewerkers, die bereid en in staat zijn om hieraan mede vorm te geven. Er wordt gewerkt vanuit het besef dat de gemeentelijke organisatie dienstverlenend is en vanuit de klant denkt. De bedrijfsvoering is eigentijds, waarin zowel voor de klant als voor de eigen organisatie goed gebruik wordt gemaakt van de mogelijkheden van digitalisering.
5.3 Ontwikkelingen Een aantal trends is van grote invloed op de werkzaamheden en dienstverlening van gemeenten: • Met het project Antwoord © wordt de gemeente in 2015 dé ingang voor alle burgers, bedrijven en instellingen voor nagenoeg alle vragen aan de overheid; • Digitale dienstverlening werkt door in het werk van de ambtenaren en leidt tot aanpassing van werkprocessen en werkmethoden en een andere opleidingsbehoefte; • De gemeentelijke sector vergrijst. De komende jaren neemt de vervangingsvraag naar personeel toe; • Het aanbod van vooral hoger opgeleide personen daalt. Op meerdere beleidsterreinen krijgt de gemeente met grote krapte op de arbeidsmarkt te maken; • De Rijksoverheid kiest ervoor steeds meer lokaal te laten uitvoeren en deels daar ook meer beleidsruimte voor te geven. Er komen dus nieuwe taken bij, zonder dat daar altijd (direct) middelen voor beschikProgrammabegroting 2011
baar worden gesteld. Ook leidt dit deels tot ander werk en meer beleidswerk; • De economische crisis leidt tot teruglopende budgetten en noopt tot heroriëntatie op ambitie en omvang van de gemeentelijke activiteiten.
5.4 Bedrijfsvoering 5.4.1 Bezuinigingen De komende jaren is een bezuinigingsdoelstelling vastgesteld. Naast politieke keuzes in de diverse programma’s, zal ook via bedrijfsvoering een fors aandeel worden geleverd in deze doelstelling. Hierbij worden vier methoden ingezet om deze doelstelling te realiseren, te weten directe oogst, afdelingsscan, diverse onderzoeken en inkoop. Via een inventarisatie vanuit de gehele organisatie is een lijst met direct oogst van bezuinigingsmogelijkheden samengesteld, waarvan een deel in 2011 tot uitvoering zal worden gebracht. Alle afdelingen zullen door de directie in samenwerking met het management middels een afdelingsscan tezamen nader onder de loep worden genomen. Zodoende kan het functioneren van de afdeling worden geoptimaliseerd en kunnen verdere bijdragen aan de bezuinigingsdoelstelling geïnventariseerd worden. Er zal een aantal onderzoeken uitgevoerd worden om helder te krijgen of en hoe kan worden bijgedragen aan de bezuinigingsdoelstelling op de desbetreffende onderwerpen, waaronder verzelfstandigen van parkeerbeheer, organisatie van vastgoedmanagement, verzelfstandiging van museum Nairac en muziekonderwijs en uitbesteden van afvalinzameling. Op het gebied van inkoop en aanbesteding gaan wij mogelijkheden tot besparing concreet benutten. Hiervoor is het totale inkoopproces, de werkwijze, het beleid, de inkooporganisatie in 2010 doorgelicht via een extern bureau en is een leveranciers- en spendanalyse uitgevoerd. De aanbevelingen hiervan worden in 2011 geïmplementeerd. Daarnaast vinden nog enkele maatregelen plaats die niet beleidsinhoudelijk van karakter zijn, maar die efficiencyslag betekenen (zoals het besparen op stort- en verwerkingskosten; efficiënter herwaarderen en taxeren).
97
Paragraaf 5 Bedrijfsvoering
Bezuinigingen realiseren kost tijd en geld. Dit brengt kosten met zich mee, denk hierbij aan lopende verplichtingen en contracten, nader onderzoek en begeleiding om de bezuinigingstaakstellingen op diverse beleidsterreinen te kunnen realiseren als ook wachtgeld en bemiddelingskosten voor vertrekkend personeel. Ook kan het zijn dat bepaalde kosten na beëindiging van taken nog enige tijd doorlopen (liquidatiekosten). Al deze kosten worden frictiekosten genoemd. Voor de omvang van de frictiekosten wordt normaliter uitgegaan van 50% van de bezuinigingsdoelstelling. Het voorstel is om een reserve van € 2 miljoen te vormen door een onttrekking aan de algemene reserve. Het budgetrecht voor deze reserve ligt bij uw raad. Wij stellen voor om in de komende 4 jaar (2011-2014) bij de begroting telkens een budget van 25% aan ons ter beschikking te stellen. Voor 2011 betekent dit een te besteden budget van € 500.000. Via de reguliere planning & controlcyclus zullen wij u informeren over de besteding van dit budget. Eventueel vooruit te maken kosten in 2010 zullen ten laste van het budget 2011 worden gebracht.
5.4.2 Sturingsinformatie De inventarisatie van de operationele sturingsinformatie voor het management van de gehele organisatie is voor 2011 compleet. Op basis van deze inventarisatie, zal een project worden opgestart ten behoeve van ontwikkeling van een (op termijn) volledig geautomatiseerd dashboard met actuele sturingsinformatie voor directie en management. Doelstelling is om met minder gegevens meer informatie te genereren om zodoende adequaat en tijdig te kunnen sturen op, en te kunnen informeren over, realisatie van programmadoelstellingen en verantwoording af te kunnen leggen. De (deels) nieuw te ontwikkelen rapportages worden gekoppeld aan en geïntegreerd in de huidige planning & controlcyclus om efficiënt met informatie om te gaan. In de rapportages kan zowel op programma- als op afdelingsniveau worden gestuurd.
5.4.3 Administratieve organisatie en processen Herontwerp van de fysieke structuur van de financiële administratie. Doelstelling is te komen tot een duidelijke verbetering van de inzichtelijkheid en transparantie van de administratie. Naast de hierdoor optredende vereenvoudiging van de administratie zal ingezet worden op een forse afname van het aantal producten, kostenplaatsen en kostensoorten. Dit leidt tot een duidelijke vermindering van de administratieve last Programmabegroting 2011
binnen de gemeente. De efficiencywinst kan worden ingezet voor verbetering van de kwaliteit (met name informatievoorziening) en voor besparingen. Sinds 2006 worden voor de doorlichting van de organisatie op doeltreffendheid en doelmatigheid, mede in het kader van 213a collegeonderzoeken, diverse werkprocessen volgens de lean-thinking methode doorgelicht. Dit ‘lean werken’ resulteert in een verkorting van de doorlooptijd, meer orde en overzicht, verlaging van het onderhanden werk en verbetering van de productiviteit. Inmiddels zijn 19 processen sterk verbeterd. Voor 2011 staat weer een aantal processen gepland.
5.4.4 Facilitair bedrijf In 2010 is een servicegids ontwikkeld voor de afdeling FDV waarin alle diensten en producten zijn weergegeven. Tevens is een klanttevredenheidsonderzoek uitgevoerd. De aandachtspunten hieruit worden verder uitgewerkt, de focus is kwaliteit, klantgerichtheid, efficiëntie en continuïteit. Er zal o.a. een servicedesk worden ingericht, zodat interne klanten één punt hebben om al hun facilitaire vragen te stellen. Ten aanzien van de Documentaire Informatie Voorziening (DIV) zal de focus liggen bij het digitaliseren en het beheer van informatie. Het postproces en de daarbij behorende archivering zijn daarin het meest belangrijk, zeker nu alle post digitaal wordt en niet altijd meer centraal via het team DIV binnenkomt. De overgang van het huidige postregistratie en -archiefsysteem (Verseon) naar een document management systeem (Suite4Documentmanagement) wordt voorbereid. Dit nieuwe systeem draagt bij tot de mogelijkheid om zaakgericht te kunnen werken.
5.4.5 Dienstverlening KlantenContactCentrum Kerngedachte uit het project Antwoord © is dat burgers en bedrijven één herkenbare ingang hebben voor nagenoeg alle vragen aan de overheid. Het KlantContactCentrum (KCC) is het onderdeel van de organisatie dat nagenoeg alle vragen van burgers, bedrijven en instellingen aan de overheid en ketenpartners via alle kanalen (fysieke loket, internet, balie, telefoon en post) afhandelt. Het goed inrichten en faciliteren van het KCC is hierbij bepalend. Om de doelstellingen en de verdere ontwikkeling van het KCC te kunnen realiseren, wordt verder gewerkt aan de randvoorwaarden, o.a. kwaliteit en kwantiteit formatie, systemen en informatie om de 98
Paragraaf 5 Bedrijfsvoering
systemen te vullen en samenwerking met de overige afdelingen. Doelstelling is dat in 2011 tenminste 50 % van alle via het algemene nummer 14 0342 inkomende telefonisch gestelde vragen door het KCC direct worden afgehandeld. De burger beoordeelt het contact met en de afhandeling door het KCC tenminste met een voldoende. In 2015 wordt 75% van de contacten met burgers direct afgehandeld door het KCC.
5.4.6 Programma e-dienstverlening Het project Antwoord ©, het Programma Andere Overheid en het Nationaal Uitvoeringsprogramma (NUP; voor realisatie van basisvoorzieningen voor de e-overheid) vereist voortgaande digitalisering van de dienstverlening. Opvallend hierbij is de complexiteit in de keten (intern en extern). Daarom is gekozen om alle projecten rondom e-dienstverlening te bundelen in het programma e-dienstverlening. Sturing en verantwoording vindt plaats op basis van dit programma. Doelstelling van het programma e-dienstverlening is een integrale afstemming van de dienstverlening, inrichting van de organisatie en processen, het personeelsbeleid en ICT. Centraal is slimme toepassing van ICT om dienstverlening meer proactief en persoonsgericht te maken. Verbinding van processen en gegevens is de sleutel tot het verbeteren van de bedrijfsvoering. Dit draagt bij aan betere dienstverlening aan burgers, verdere efficiencyverhoging en doelmatiger werken. De burger hoeft maar 1 keer gegevens aan te leveren, deze worden meervoudig gebruikt door diverse afdelingen. Een aantal concrete resultaten in 2011 van het programma zijn: • via ‘Mijn Barneveld’ de Top-34 van meest gevraagde producten digitaal door burgers en instellingen te volgen. • Interne afstemming van administraties op de Basis-registraties Adressen en Gebouwen (BAG) en Personen (GBA) wordt afgerond. • De Basisregistratie Waardering Onroerende Zaken komt tot stand. • De mogelijkheid om zaakgericht te gaan werken (naast klantgericht) door vervanging van het huidige postregistratie- en archiefsysteem Verseon door de Suite4Documentmanagement. Alle informatie over een zaak is daarmee beschikbaar bij het Klant Contact Centrum en andere betrokken afdelingen.
Programmabegroting 2011
5.4.7 Personeel Om zowel nu als in de toekomst over zowel voldoende kwantitatief als kwalitatief goede medewerkers te beschikken, is het van essentieel belang dat de gemeente een aantrekkelijke werkgever is en blijft. Daarom is in 2010 voor het eerst een medewerkerstevredenheidonderzoek uitgevoerd. De aanbevelingen uit dit onderzoek zullen in 2011 verder worden uitgewerkt en geïmplementeerd. Daarnaast wordt een afdelingsfoto gemaakt van elke afdeling. Hiermee wordt de relatie geanalyseerd tussen de doelen van de afdeling, de benodigde capaciteiten en kwaliteiten van de afdeling en de aanwezige individuele kwaliteiten van medewerkers. De resultaten van de afdelingsfoto’s worden gebruikt om de prioriteiten van het strategische personeelsbeleid nader te bepalen. Het jaarlijkse opleidingsplan draagt bij tot behoud van voldoende kennis en kunde, capaciteit en vaardigheden bij de medewerkers. Ook wordt de HRM cyclus (functionerings- en beoordelingsgesprekken) vernieuwd om resultaatgericht werken te bevorderen en de ontwikkeling van medewerkers te ondersteunen. Om ook op termijn een evenwichtig beloningsbeleid en objectief functies te waarderen, wordt een nieuw functiewaarderings en -beschrijvingssyteem geïntroduceerd. Ook hierbij wordt rekening gehouden dat de gemeente een aantrekkelijke werkgever wil zijn en blijven. Het nieuwe werken, oftewel plaats- en onafhankelijk werken evenals flexibele werkplekken wordt verder ontwikkeld en geïmplementeerd. Het programma e-dienstverlening speelt hier ook op in. Een deel van de bezuinigingen wordt gerealiseerd door het verminderen van het aantal medewerkers; deels door het herschikken van taken, efficiënter inrichten van werkprocessen dan wel het vervallen van taken door beleidskeuzes. De intentie is om dit zonder gedwongen ontslagen te effectueren. Het ziekteverzuim bedraagt maximaal 4%. Hiermee gaat Barneveld behoren tot de gemeente met het laagste ziekteverzuim in onze gemeentegrootteklasse. Vorig jaar is begonnen met de inzet van trainees. Dit zal in 2011 verder worden uitgedacht en daarnaast zullen stagiaires worden ingezet. Doelstelling hiervan is o.a. het tijdig opvangen van de uitstroom de komende jaren van oudere werknemers.
99
Paragraaf 5 Bedrijfsvoering
5.4.8 Communicatie De gemeente Barneveld zet het proactieve communicatiebeleid, dat de afgelopen jaren is ingezet, ook in 2011 voort. De gemeente vindt het belangrijk, dat inwoners en betrokkenen weten, wat er in hun omgeving gebeurt en informeert hen daar over. Daarnaast vindt de gemeente het belangrijk, dat inwoners en betrokkenen weten wat de gemeente doet en wat dat voor hen betekent. Het is goed om het communicatiebeleid – waarin de bovenstaande uitgangspunten staan vermeld – van tijd tot tijd te herijken. Zijn de plannen, die we een aantal jaren geleden hebben benoemd, uitgevoerd? Wat moet er op het gebied van communicatie worden ontwikkeld en/of verbeterd? Welke (nieuwe, eigentijdse) communicatiemiddelen gebruiken we daarvoor? Welke rol dichten we de interactieve beleidsvorming toe? Hoe profileren we de gemeente Barneveld in het algemeen en de gemeentelijke organisatie in het bijzonder? Hoe staat het met de interne communicatie? Deze, en andere, vragen worden beantwoord in de Nota Communicatiebeleid 2011-2014, met het Uitvoeringsprogramma 2011-2012. In de nota wordt een aantal uitgangspunten van het communicatiebeleid voor de komende jaren geformuleerd. • Zichtbaarheid van bestuur vergroten en bestuurlijke profilering. • Communicatie is van iedereen, samenwerking met vakafdelingen. • Strategische profilering van de gemeente Barneveld. • Burgers meer betrekken bij beleid en gemeente. • Barneveld is goed voorbereid op rampen en crises.
Programmabegroting 2011
100
Paragraaf 6 Verbonden partijen
Paragraaf 6 Verbonden partijen 6.1 Inleiding De paragraaf verbonden partijen geeft inzicht in de relaties van de gemeente in derde rechtspersonen waarin bestuurlijke invloed wordt uitgeoefend én waarmee financiële belangen gemoeid zijn. Verbonden partijen dienen een publiek belang. De raad ziet erop toe dat de verbonden partijen bijdragen aan de doelstellingen in de programma’s. De functie van de paragraaf verbonden partijen is dat inzicht te bieden. Om aan de vereisten van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten(BBV) te voldoen, is deze paragraaf ten opzichte van de vorige programmabegroting aangepast.
Er zijn twee soorten verbonden partijen: 1) Publiekrechtelijk: de gemeenschappelijke regeling. Afhankelijk van de aard van samenwerking kan wel of geen rechtspersoon worden gecreëerd. Wordt er geen rechtspersoon gecreëerd dan bestaat de samenwerking vooral uit overleg. Wordt er wel een rechtspersoon in het leven geroepen, dan is er sprake van verlengd lokaal bestuur; 2) Privaatrechtelijk: rechtspersoon, zoals een vennootschap (BV, NV of CV), stichting en vereniging.
6.3 Visie op het aangaan van verbonden partijen
Definitie verbonden partij: een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisatie waarin de gemeente een bestuurlijk en een financieel belang heeft.
De gemeente Barneveld wil de beoogde doelen, zoals geformuleerd in kadernota en programmabegroting, optimaal realiseren. In de meeste gevallen betekent dit dat de gemeente zelfstandig taken en resultaten kan realiseren. In een aantal gevallen is samenwerking met derden zinvol.
Bestuurlijk belang: zeggenschap, hetzij uit hoofde van vertegenwoordiging in het bestuur hetzij uit hoofde van stemrecht. Als geen sprake is van bestuurlijke zeggenschap, worden eventuele risico’s in de paragraaf weerstandsvermogen beschreven.
De gemeente Barneveld kan een relatie met een verbonden partij aangaan, indien de voordelen van de samenwerking opwegen tegen de nadelen. Mogelijke voor- en nadelen van verbonden partijen staan beschreven in de nota ‘Verbonden Partijen’ d.d. april 2010.
Financieel belang: een aan de verbonden partij ter beschikking gesteld bedrag dat niet verhaalbaar is indien de verbonden partij failliet gaat onderscheidenlijk het bedrag waarvoor aansprakelijkheid bestaat indien de verbonden partij haar verplichtingen niet nakomt. Als de financiële relatie uitsluitend bestaat uit inkomensen/of vermogensoverdrachten (subsidies), is geen sprake van een financieel belang. Deze relaties worden niet in deze paragraaf beschreven. Als daartoe vanuit de kaderstellende rol aanleiding is, worden deze relaties direct bij de programma’s beschreven. Als er sprake is van financiële risico’s, dan worden deze in de paragraaf weerstandsvermogen beschreven.
De visie en kaders van verbonden partijen moeten geen harnas zijn, maar een werkbaar en helder instrument. De afweging van voor- en nadelen is tenslotte slechts beperkt in cijfers uit te drukken. De beoordeling en weging van factoren is iets dat bij elke verbonden partij opnieuw zorgvuldig dient te gebeuren. Voor het aangaan van een verbonden partij zijn kaders in de nota ‘Verbonden Partijen’ geformuleerd.
6.2 Definities
Programmabegroting 2011
6.4 Inzicht in verbonden partijen De gemeente Barneveld is verbonden aan onderstaande organisaties, in volgorde van de programma’s en paragrafen.
101
Paragraaf 6 Verbonden partijen
Verbonden partij
Regio De Vallei
Veluws Bosbrand Comité
Visie, meerjarig kader en doelstellingen
Een regio zijn, die de belangen en ontwikkelingskansen van het gebied krachtig onder de aandacht kan brengen van belangrijke spelers op diverse terreinen
Ontwikkelingen
Komen tot een krachtige brede Valleiregio waarin WERV-gemeenten en de gemeenten van de wgr-regio De Vallei hun krachten bundelen onder de naam Food Valley.
Het voorkomen en beperken van bos- en natuurbranden op de Veluwe. Het verrichten van alle verdere werkzaamheden, die met het vorenstaande verband houden. Voortzetting van de samenwerking, inhoudende dat bij droogtecode ‘oranje’ vluchten boven de Veluwe worden uitgevoerd.
Beleidsvoornemens 2011
Tot stand brengen van de nieuwe regio Food Valley in al zijn facetten. Daarmee wordt Regio de Vallei opgeheven. Geen.
Risico’s en weerstandsvermogen
Voortzetten van de samenwerking.
Als deelnemende gemeente is Barneveld mede aansprakelijk. 2. Veiligheid
Programma
1. Bestuur
Doelstelling(en)
2. Adequate brandweerzorg
Indicator(en)
5. Samenwerken met andere overheden, het maatschappelijk veld en private organisaties 5.1 Regionale samenwerking (WGR-regio). 5.2 Samenwerking met WERV-gemeenten. Geen.
Beslissingsbevoegd orgaan
Raad
College van B&W
Overgedragen bevoegdheden Juridische vorm
Geen Gemeenschappelijke regeling
Bestuurlijk belang
Ja vertegenwoordiging van college en raad in resp. DB en AB Bijdrage 2011 € 40.612
Geen Stichtingsvorm vanuit overheidsbelang. Aansluiting via regionale kanalen Hulpverlening Gelderland Midden. Bijdrage 2011 in de exploitatielasten € 5.500.
Financieel belang
Programmabegroting 2011
2.4 Richtlijn operationele prestaties brandweer
Hulpverlening Gelderland Midden / Veiligheids- en Gezondheidsregio Realisatie van bovengemeentelijke en/of specialistische taken zoals opgedragen in de Wet veiligheidsregio’s en de Wet Publieke Gezondheid en zoals vastgelegd in de gemeenschappelijke regeling. De Wet veiligheidsregio’s zal naar verwachting in 2010 in werking treden. In 2010 zal daardoor de gemeenschappelijke regeling moeten worden vervangen. In de Wet Publieke Gezondheid treedt in 2010 het artikel over preventieve ouderengezondheidszorg in werking. Proces in gang zetten om te gaan voldoen aan de wettelijke eisen die voortkomen uit de nieuwe wetgeving. Als deelnemende gemeente is Barneveld mede aansprakelijk. 2. Veiligheid 9. Welzijn en Zorg 2. Adequate brandweerzorg 9. Bevorderen en beschermen van de gezondheid van inwoners
2.1 Ondersteuning complexe brandweervraagstukken 2.3 Ondersteuning opleiden en oefenen 2.4 Richtlijn operationele prestaties brandweer 9. Gemiddelde levensverwachting inwoners gemeente College van B&W (gemeenteraad kan zienswijze indienen). Geen Gemeenschappelijke regeling (16 deelnemende gemeenten) Portefeuillehouders Openbare orde & veiligheid en Volksgezondheid zitten in het algemeen bestuur. Bijdrage 2011 € 302.779 (deel brandweer en rampenbestrijding) en € 581.435 (deel volksgezondheid).
102
Paragraaf 6 Verbonden partijen
Verbonden partij
Muziektheater Barneveld (MTB)
Platform Onderwijs Arbeidsmarkt Valleiregio
Permar WS
Visie, meerjarig kader en doelstellingen
Verzorgen van cultureel programma
Het Platform stelt zich ten doel om vraag en aanbod op de arbeidsmarkt met elkaar in evenwicht te brengen door bedrijfsleven, onderwijspartijen, gemeenten en WERKpleinen met elkaar te verbinden.
De visie is dat de WSW-werknemers in de professionele omgeving van Permar het beste uit zichzelf halen richting de best passende functie. Dat doen we door het in stand houden van de uitvoeringsorganisatie Permar WS voor de uitvoering van de Wet sociale werkvoorziening.
Ontwikkelingen
Subsidie provincie Gelderland (€ 0,5 miljoen) wordt verwacht.
De huidige recessie heeft gevolgen voor de werkgelegenheid; een aantal branches wordt geconfronteerd met verder oplopende werkloosheid, wat het vinden van werk- of stageplekken bemoeilijkt. Recent heeft de provincie Gelderland besloten om de subsidie voor werkloosheidsbestrijding te verlagen. Het is nog niet duidelijk wat dit voor (de voortzetting van) het POA betekent.
Landelijke pilots “Werken naar vermogen” in 2010 en 2011 naar aanleiding van het rapport van de Commissie De Vries. Discussie loopt om een landelijke korting op de sociale werkvoorzieningen door te voeren.
Beleidsvoornemens 2011
Geen
Besloten is om middelen beschikbaar te stellen voor de jaren 2009 en 2010. In het derde kwartaal van 2010 wordt het POA geëvalueerd. Afhankelijk daarvan wordt besloten of voortzetting plaatsvindt.
- Professionalisering van mensontwikkelbedrijf naar het arbeidsmarktinstrument voor de onderkant van de arbeidsmarkt in onze regio; - Implementatie van het loonwaardeinstrument Dariuz; - In samenwerking met UWV, gemeenten en stichting Voorwerk komen tot een integrale beleidsvisie voor de onderkant van de arbeidsmarkt. - Realiseren van een taakstelling Wsw van 760 eenheden. - Het streven om alle wachtlijstkandidaten een voortraject aan te bieden.
Risico’s en weerstandsvermogen
Groot exploitatierisico
geen
De gemeenten zijn eindverantwoordelijk voor Permar WS. Verliezen moeten uiteindelijk door de gemeenten worden aangevuld als het weerstandsvermogen ontoereikend is. Op dit moment is voor financiële risico’s een weerstandsvermogen gevormd van ongeveer 2,75 miljoen euro. Het gewenste bedrag is ongeveer 5,4 miljoen euro.
Programma
6. Cultuur
8. Werk en Inkomen
8. Werk en Inkomen
Programmabegroting 2011
103
Paragraaf 6 Verbonden partijen
Doelstelling(en)
1. Een gevarieerd aanbod aan kunst en cultuur afgestemd op de behoeften van onze pluriforme samenleving
1. Bevordering zelfredzaamheid op een duurzame manier 1.1 Duurzame arbeidsparticipatie
1. Bevordering zelfredzaamheid op een duurzame manier 1.1 Duurzame arbeidsparticipatie
Indicator(en)
1.3 Aantal bezoekers Schaffelaartheater (nulmeting 2010)
Geen
- de realisatie van de minimumtaakstelling WSW van het ministerie SZW - het aantal voortrajecten ten opzichte van het aantal personen op de wachtlijst WSW.
Beslissingsbevoegd orgaan
De heer G. Tijmensen is door de gemeente aangedragen.
College
Het college of de gemeenteraad (verordeningen, budgetrecht), conform de bepalingen in de WSW of de GR.
Overgedragen bevoegdheden
Geen
Geen
De uitvoerende taken die tot het domein van het college behoren, conform de bepalingen in de GR Permar.
Juridische vorm
BV
de deelnemende partijen hebben zich verbonden door ondertekening van een samenwerkingsovereenkomst.
Openbaar lichaam op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen.
Bestuurlijk belang
De heer G. Tijmensen zit in de Raad van Bestuur
Wethouder Van den Hengel zit in de Raad van Advies
bestuursfunctie; portefeuillehouders WSW zit in het DB en AB. Het AB wordt aangevuld met een commissaris.
Financieel belang
Deelneming in geplaatst maatschappelijk kapitaal van € 6,1 miljoen. Het aandeel van de gemeente is 32%. De exploitatie van het theater is in handen van de exploitatie BV (Harmonie 100%).
De gemeentelijke bijdrage is afhankelijk van de voortzetting, dit wordt in het 4e kwartaal bekend (2010: € 4.000 per jaar).
De WSW subsidie voor 2011 wordt in november bekend en bedraagt circa € 2,45 miljoen.
Verbonden partij
Afvalverwerking Regio Nijmegen (ARN) Zorg dragen voor een milieuvriendelijke verwerking van restafval tegen zo laag mogelijk tarief. De bij de verbranding vrijkomende energie omzetten in elektrische energie
Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse gemeenten (SVn) Zorgdragen voor de verbetering van de kwaliteit van de volkshuisvesting en de gebouwde omgeving in brede zin.Doelstelling wordt nagestreefd door het verstrekken van leningen. Gemeente heeft via SVn lopen:
Stichting Vernieuwing Gelderse Vallei (SVGV) Realisatie van bovengemeentelijke en/of specialistische taken zoals opgedragen in de Wet veiligheidsregio’s en de Wet Publieke Gezondheid en zoals vastgelegd in de gemeenschappelijke regeling.
Visie, meerjarig kader en doelstellingen
Programmabegroting 2011
104
Paragraaf 6 Verbonden partijen
Ontwikkelingen
De bijdrage van het Ministerie van VROM is per 26 mei 2010 gestopt. Voorlopig neemt de gemeente deze bijdrage over.
Uitwerking Reconstructieplan 2007-2013 van de provincies Gelderland en Utrecht. Samen met de provincies, gemeentelijke partners en belanghebbenden, realiseert SVGV concrete projecten die zorgen voor een leefbaar en genietbaar platteland. Voor flora en fauna, boer en burger.
Beleidsvoornemens 2011
Er is in Nederland een overschot aan verbrandingscapaciteit. Hierdoor staan de verbrandingstarieven onder druk, met mogelijke gevolgen voor de waarde van de aandelen. Dit kan tot inroepen van de garantie leiden, dit laatste achten we op dit moment onwaarschijnlijk. Lagere verwerkingsprijs
Heroverweging VROM Starterslening
Risico’s en weerstandsvermogen
Afname in aandeelhouderswaarde. garantiestelling
Programma
10. Milieu
Doelstelling(en)
2.2 Doelmatige inzameling en afvoer van huishoudelijke afvalstoffen
Het risico dat we lopen is dat huishoudens hun lening niet kunnen aflossen. Het risico is op zich wel als hoog in te schatten maar de kans dat dit gebeurt is heel laag, dus per saldo een laag risico. 11. Ruimte, bouwen en wonen 1.2 Kwalitatief gedifferentieerde toename van de woningvoorraad
In principe gelijk aan 2010; bestuurlijk en organisatorisch wordt nauwe samenwerking, of zelfs samengaan met/ in Food Valley onderzocht. Werkzaamheden vinden plaats onder de paraplu van het PMJP (Provinciaal Meerjaren Programma (landelijk gebied)) dat formeel tot en met 2013 loopt.
Indicator(en)
2.2.1 Restafval (via minicontainers) < 35 % van de totale ingezamelde hoeveelheid huishoudelijk afval
1.2.2 Huisvesting van doelgroepen • Aantal goedkope woningen (huur/goedkope koop) voor starters
Beslissingsbevoegd orgaan
College
Gemeenteraad
Overgedragen bevoegdheden
Nee
Juridische vorm Bestuurlijk belang
BV Via de Regio
Toetsing financiële gegevens bij aanvragen om starterslening Uitkeren van door gemeente toegewezen starterslening. Stichting Lidmaatschap van gemeente
Financieel belang
4,14 % van de aandelen; garantieregeling
Programmabegroting 2011
Het saldo van de uitstaande leningen was per 31-12-2009 € 2.534.481
1 Ruimte, bouwen en wonen 1.4 Verantwoorde ontwikkeling van het buitengebied waarbij recht wordt gedaan aan de diverse functies van het buitengebied. Behoud van natuur en kwalitatieve verbetering van het landschap. 1.4.1 Bestemmingsplan Buitengebied in 2013 aangepast aan het beleid uit het Reconstructieplan en aan het beleid Functieverandering. 1.4.2 aantal verzoeken om functieveranderingen in het buitengebied (signaalindicator) Gemeenteraad. Binnen SVGV is sprake van een vrijwillige samenwerking. Partijen houden zich in principe aan de afspraken die gemaakt zijn in het kader van de Reconstructie (SVGV bestuur is tevens Reconstructiecommissie). n.v.t.
Stichting Bestuursfunctie (wethouder zit in bestuur) Bijdrage per jaar Voor 2011: € 40.790
105
Paragraaf 6 Verbonden partijen
Verbonden partij Visie, meerjarig kader en doelstellingen Ontwikkelingen
PPS De Burgt Ontwikkeling van nieuwbouwwijk De Burgt Als gevolg van marktontwikkelingen stagnatie in woningbouw. Het voornemen van gemeente en Vink Holding is om de samenwerking op termijn en onder nader te bepalen condities te beëindigen.
Beleidsvoornemens 2011
Vooralsnog geen. Doorgaan met plannen tot ontwikkelen. Samenwerking ondergebracht in BV/CV constructie. Juridisch risico is daarmee in principe beperkt tot inbreng maatschappelijk kapitaal in rechtspersonen. 11. Ruimte, bouwen en wonen 1.2 Kwalitatief gedifferentieerde toename van de woningvoorraad
Risico’s en weerstandsvermogen
Programma Doelstelling(en)
Indicator(en)
Beslissingsbevoegd orgaan
Overgedragen bevoegdheden Juridische vorm Bestuurlijk belang
Financieel belang
Programmabegroting 2011
PPS Harselaar-Zuid Ontwikkeling bedrijventerrein Harselaar-Zuid. Gewerkt wordt aan bestemmingsplan / exploitatieplan / uitgiftevoorwaarden etcetera, allemaal ter voorbereiding van feitelijke aanleg en uitgifte. Het voornemen van gemeente en Vink Holding is om de samenwerking op termijn en onder nader te bepalen condities te beëindigen. n.v.t., gaat om feitelijke ontwikkeling Samenwerking ondergebracht in BV/CV constructie. Juridisch risico daarmee beperkt tot inbreng maatschappelijk kapitaal in rechtspersonen. 11. Ruimte, bouwen en wonen 1.3 Revitalisering en uitbreiding van bedrijventerreinen door clustering en/of aansluiting bij bestaande terreinen n.v.t.
Bank Nederlandse Lage tarieven, dividend en overige bancaire faciliteiten n.v.t.
College van burgemeester en wethouders
Deelneming in maatschappelijk kapitaal: € 9.000
Vaststelling bestemmingsplan en exploitatieplan: raad Zeggenschap in rechtspersonen: college via GBO BV geen BV/CV Aandeelhouder en bestuurder van de beherende vennoten Deelneming in maatschappelijk kapitaal: € 90.000.
De gemeente staat borg voor de grondexploitatie voor een bedrag van maximaal € 3,5 miljoen.
Totale grondexploitatie beloopt €160 mln. Gemeentelijk belang gerelateerd aan grondpositie van ca. 60%
1.2.1 Toename woningvoorraad van gemiddeld 250 woningen in de periode 2009-2011 1.2.2 Huisvesting van doelgroepen Vaststelling bestemmingsplan: raad Zeggenschap in rechtspersonen: college via GBO BV geen BV/CV Aandeelhouder en bestuurder van de beherende vennoten
n.v.t. n.v.t.
12. Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien n.v.t.
n.v.t.
n.v.t. Naamloze vennootschap Stemrecht door college
24.570 aandelen van een totaal van 55.690.720 aandelen, i.c. 0,04%. Het dividend wordt geraamd op € 36.855.
106
Paragraaf 6 Verbonden partijen
Verbonden partij Visie, meerjarig kader en doelstellingen
NUON ZOO Voorzien in levering van energie
Ontwikkelingen
NUON is overgenomen door Zweeds energie concern Vattenvall. Onderdeel is dat alle aandelen verkocht worden aan Vattenvall. Dit gebeurt gefaseerd in periode 2010-2015
Beleidsvoornemens 2011
Verdere verkoop van (Barneveldse) aandelen NUON volgens afgesproken verkoopschema Zeer gering risico van faillisement van Vattenvall. 12. Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien n.v.t. n.v.t. Raad College doet vertegenwoordiging namens raad als aandeelhouder NV Ja via aandeelhouderschap Per eind 2010 284.643 aandelen. Preferent dividend van 2% van de overeengekomen verkoopprijs resulteert voor 2011 in € 470.744
Risico’s en weerstandsvermogen Programma Doelstelling(en) Indicator(en) Beslissingsbevoegd orgaan Overgedragen bevoegdheden
Juridische vorm Bestuurlijk belang Financieel belang
NV Alliander Zorgen voor een betrouwbaar en bestendig netwerk t.b.v. transport energie Wetgeving heeft gezorgd voor splitsing van energiebedrijven in een deel leverantie en een apart onderdeel transport/netwerk in handen van overheid. Alliander vervult laatstgenoemde functie
Bestuursacademie Nederland Het verzorgen van gekwalificeerd bestuursdienstonderwijs door de Bestuursacademie Nederland De Bestuursacademie Nederland is in de loop van 2009 veranderd in een BV. Hierdoor vervalt de statutaire grondslag van de vereniging. In onderzoek is het onderbrengen van de missie van de vereniging bij een andere organisatie. Eind 2010 wordt naar verwachting de vereniging ontbonden.
geen
n.v.t. 12. Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien n.v.t. n.v.t. Raad College treedt namens raad op bij aandeelhoudersvergaderingen e.d. NV Ja via aandeelhouderschap 557.962 aandelen Dividend wordt geraamd op € 219.557.
Paragraaf 5, bedrijfsvoering n.v.t. n.v.t. Raad
BV De bijdrage is € 4.000 per jaar.
Bezuinigingen De verbonden partijen krijgen een korting opgelegd van 10% gefaseerd over een periode van vier jaar.
Programmabegroting 2011
107
Paragraaf 7 Grondbeleid
Paragraaf 7 Grondbeleid
7.1 Inleiding Het gemeentelijk grondbeleid is de afgelopen jaren in belangrijke mate bepaald door de vele projecten die in de gemeente Barneveld in uitvoering zijn genomen, zoals Blankensgoed, Puurveen, Harselaar-Centraal, het Centrumplan Barneveld, De Burgt en Veller. Daarnaast zijn belangrijke grondposities ingenomen dan wel samenwerkingsafspraken gemaakt voor de ontwikkeling van toekomstige woningbouwlocaties zoals die onder meer zijn aangegeven in de structuurvisie. Het grondbeleid is een belangrijk instrument bij het bereiken van de doelstellingen die bij elk van de projecten zijn geformuleerd. De projecten worden in verschillende vormen van samenwerking met marktpartijen tot uitvoering gebracht. De afgelopen periode is duidelijk gebleken dat de economische crisis ook zijn invloed heeft op de grote ruimtelijke projecten in onze gemeente. Met name de samenwerking met meerdere marktpartijen verloopt daardoor moeizaam. Om sturing te kunnen geven aan de gewenste invulling van de projecten en om de gemeentelijke kosten vergoed te krijgen en ook te kunnen delen in de revenuen van ontwikkelingen, zijn eigen grondposities voor de gemeente van belang. Waar de gemeente kan, wordt actief en strategisch gehandeld. Dat geldt ook onder de huidige economische omstandigheden, die als gezegd inmiddels ook in Barneveld hun invloed hebben op de gebiedsontwikkelingen. De realiteit is wel dat in de gemeente Barneveld, evenals in geheel Nederland, diverse projectontwikkelaars belangrijke grondposities hebben. Dit vraagt om samenwerkingsmodellen en afspraken waarin de belangen van de gemeente en haar inwoners en die van de marktpartijen een passende plaats moeten krijgen. Op 21 augustus 2006 is de Wet Voorkeursrecht Gemeenten door de gemeenteraad van toepassing verklaard op een groot aantal percelen die van belang zijn voor de ruimtelijke ontwikkeling van Barneveld in de komende jaren. Met de vaststelling van de structuurvisie in december 2008 zijn deze voorkeursrechten bestendigd. Daarmee is bereikt, dat de gemeente bij Programmabegroting 2011
mogelijke grondtransacties in die gebieden als eerste de mogelijkheid heeft om grond te verwerven en daarmee zelf de regie te houden op deze ontwikkelingen. Sinds de vestiging van dit voorkeursrecht is een groot aantal transacties tot stand gekomen. Op andere plaatsen zijn onderhandelingen met grondeigenaren gestart c.q. in een vergevorderd stadium. De conclusie is dan ook, dat de vestiging van het voorkeursrecht de rol van de gemeente als regisseur van de ruimtelijke ontwikkelingen binnen Barneveld inderdaad heeft versterkt. De hierboven verwoorde lijn van actief grondbeleid is verder uitgewerkt in de huidige Nota Grondbeleid, die begin volgend jaar zal worden geactualiseerd. De baten en lasten van de grondexploitatie zijn verantwoord onder programma 11: Ruimte, Bouwen en Wonen (met als beleidsproduct: grondexploitatie). Het projectmatige karakter van de grondexploitatie is duidelijk afwijkend ten opzichte van de rest van de gemeentelijke exploitatie. Het op programma 11 verantwoorde saldo van baten en lasten wordt bepaald door het resultaat op de afgesloten complexen en de voorlopige winst- en verliesnemingen op lopende complexen. De resterende baten en lasten worden geactiveerd en hebben als zodanig geen invloed op het resultaat in het betreffende jaar.
7.2 Beleid In alle projecten – in De Burgt en Harselaar-Zuid via de CV –, voert de gemeente op dit moment zoveel als mogelijk een actieve grondpolitiek. Actieve grondpolitiek betekent kort gezegd, dat de gemeente de benodigde gronden verwerft, bouwrijp maakt en uitgeeft. In dit beleid zijn een actief grondaankoopbeleid, het vestigen van het voorkeursrecht en het zonodig toepassen van de onteigening de uitvoeringsinstrumenten. Bij een passief grondbeleid laat de gemeente de gewenste ruimtelijke ontwikkeling over aan de markt. Een actief grondbeleid maakt sturing door de gemeentelijke overheid op elk beleidsterrein, op het gebied van de ruimtelijke inrichting, de kwaliteit van realisatie, de categorie woningen en de wijze van exploiteren van terreinen en gebouwen eenvoudiger. Bovendien is de mogelijkheid tot het terugverdienen van alle gemaakte 108
Paragraaf 7 Grondbeleid
kosten in dat geval beter mogelijk. Overigens beschikt de gemeente met ingang van 1 juli 2008 over een nieuw instrumentarium, waarbij ook het nieuwe exploitatieplan als basis voor kostenverhaal kan worden ingezet. Om voor toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen geen belemmeringen te hebben, dient, vooruitlopend op vastgesteld ruimtelijk beleid, strategisch grond te worden gekocht. Daarbij dient zeker in de huidige economische omstandigheden behoedzaam geopereerd te worden. In die gevallen waarin reeds door derden speculatief grond is ingekocht, kan bij de aankoop een bouwclaimovereenkomst noodzakelijk zijn. In zo’n overeenkomst wordt kort gezegd de grond bij de gemeente ingebracht in ruil voor de mogelijkheid voor de realisering van woningen. Inzet vanuit de gemeente is naast een scherpe inkoopprijs van de grond het behoud van een deel van de ontwikkelrechten door de gemeente. Deze rechten vertegenwoordigen immers een behoorlijke financiële waarde. Winst wordt in principe eerst genomen als deze is gerealiseerd, dus bij het afsluiten van een complex (realisatieprincipe). Bij realisering van deelplannen of bij sterk positieve plannen kunnen ook tussentijdse (voorlopige) winstnemingen worden gedaan. Het is gewenst ten aanzien van voorlopige winstnemingen een vaste gedragslijn te volgen. Met het oog hierop is voor de volgende methodiek gekozen: • De opbrengsten van het complex overstijgen op de balansdatum de kosten; • Er dient hierbij rekening te worden gehouden met nog te maken kosten; • Het overblijvende saldo moet minstens € 50.000 bedragen. Wanneer voor een, door ons, vastgesteld plan een verlies op eindwaarde wordt voorzien, wordt hiervoor direct een verliesneming gedaan (het zogeheten voorzichtigheidsprincipe).
7.3 Financiële aspecten 7.3.1 Resultaat 2010 Het verwachte resultaat over 2010 van de grondexploitatie bedraagt € 500.000 voordelig. Bij de begroting 2010 is eveneens uitgegaan van een winst van Programmabegroting 2011
€ 500.000. Deze inschatting was gebaseerd op het afsluiten van vijf complexen, te weten de complexen Schoolterrein Hessenweg, Bloemendaallaan, Gelreweg, Voorzieningenstrook De Burgt en Kootwijkerbroek III. De huidige verwachting is echter dat de complexen Schoolterrein Hessenweg, Gelreweg, Voorzieningenstrook De Burgt en Kootwijkerbroek III ultimo 2010 nog niet afgesloten kunnen worden. En het complex Bloemendaallaan is reeds per ultimo 2009 afgesloten. Daarnaast kan echter al wel een tussentijdse winst worden genomen op het complex Blankensgoed van € 500.000 waardoor het verwachte resultaat over 2010 per saldo gelijk blijft. De verwachting is dat er in 2010 geen verliesnemingen getroffen dienen te worden voor verwachte exploitatietekorten.
7.3.2 Financiële positie Reserve grondexploitatie: In het kader van risicomanagement is een gemeentebreed weerstandsvermogen bepaald, waar de grondexploitaties onderdeel van uitmaken. Mede op basis hiervan is in 2008 besloten tot integratie van het weerstandsvermogen voor de grondexploitaties in het gemeentebrede weerstandsvermogen. Dit betekent dat de algemene reserve grondexploitatie is samengevoegd met de algemene reserve. Risicomanagement is immers volledig operationeel. Tweemaal per jaar wordt aan de hand van de herziene risico-inventarisatie het benodigde weerstandsvermogen bepaald. Hierbij loopt de grondexploitatie mee in de concernbrede inventarisatie. In maart van dit jaar zijn in het kader van het risicomanagement alle gemeentelijke grondexploitaties nog eens kritisch bezien op risico’s en toekomstverwachtingen. De resultaten van deze analyse zijn inmiddels ingevoegd in de gemeentebrede risico-inventarisatie.
7.3.3 Toekomstresultaat In het kader van de jaarrekening 2009 zijn per 1 januari 2010 de exploitatiebegrotingen van alle in exploitatie zijnde complexen (onderhanden werken) geactualiseerd. De bouwgrondexploitatie onderhanden werken geeft aan dat op de nu lopende complexen per 1 januari 2010 per saldo een batig resultaat (toekomstresultaat) wordt verwacht van € 15,8 miljoen op startwaarde. Vorig jaar werd een voordelig resultaat verwacht van € 10,1 109
Paragraaf 7 Grondbeleid
miljoen. Dit voordelige verschil wordt in hoofdzaak veroorzaakt door de (hogere) verwachte resultaten in de complexen Thorbeckelaan Zuid, Schoolterrein Hessenweg, Blankensgoed, Harselaar Driehoek, Harselaar Zuid, Harselaar West-West en Puurveen. Daar tegenover staan lagere resultaatverwachtingen (ten opzichte van 2009) bij de complexen Gasfabrieksterrein, Overgangszone Esvelderbeek, Briellaerd Noord, Veller I en Columbiz Park. Omdat de complexen verschillende looptijden hebben, is het resultaat per complex teruggerekend naar 1 januari 2010 (startdatum). De gezamenlijke boekwaarde van de in exploitatie genomen complexen bedraagt € 99,6 miljoen per 1 januari 2010. Het toekomstresultaat van de ‘niet in exploitatie genomen complexen’ telt in dit verband niet mee, omdat de plannen hiervoor (en de berekeningen hiervan) veelal nog te prematuur zijn. De gezamenlijke boekwaarde hiervan bedraagt per 1 januari 2010 € 60,0 miljoen (vorig jaar: € 53,1 miljoen). Wel zijn van deze complexen globale haalbaarheidsberekeningen aanwezig. Daar waar sprake is van (reeds door het college vastgestelde) plannen met een verwacht verlies, is ten laste van het resultaat een verliesneming gedaan. De overige gronden kunnen naar verwachting worden ingebracht in toekomstige, minimaal sluitende, exploitaties. In een beperkt aantal gevallen komt de haalbaarheid, mede door het ontbreken van een toekomstige bestemming en daarmee van de opbrengstpotentie, onder druk te staan. Het is daarom van belang de ontwikkelingen op dit punt nauwlettend te blijven volgen. Waar sprake is van private partijen, worden mogelijkheden onderzocht om te komen tot vormen van samenwerking.
7.4 Kaderstelling Het grondbeleid is uitgewerkt in de Nota Grondbeleid. Dit beleid is in november 2007 door de raad vastgesteld. In het 3e kwartaal van 2008 is een memo opgesteld over de kaderstelling en informatie rondom het Ontwikkelingsbedrijf. Dit memo is behandeld in de auditcommissie en vervolgens ter kennisname aangeboden aan de raad. Ter uitvoering hiervan worden de beleidskaders en beslispunten voortaan in deze paragraaf opgenomen. Het betreft een tweetal beslispunten die het college machtigen tot uitgaven: a) Voorbereidingskredieten Het College wordt door de Raad gemandateerd om in het jaar 2011 voorbereidingskredieten in te stellen tot een maximum van € 500.000 per complex. Het gaat hierbij om complexen die op de nominatie staan om binnen korte tijd in exploitatie te worden genomen. b) Strategische grondaankopen Het College wordt door de Raad gemachtigd om in het jaar 2011 grond aan te kopen tot een bedrag van maximaal € 10 miljoen ten behoeve van strategische verwervingen buiten de in het Streekplan aangewezen zoekgebieden voor woningbouw en bedrijventerreinen. Overigens is het college al bevoegd tot het plegen van aankopen binnen de in het Streekplan aangewezen zoekgebieden voor woningbouw en bedrijventerreinen.
7.3.4 Resultaat 2011 In 2011 is de verwachting dat er zes complexen worden afgesloten die per saldo een winst opleveren van ca. € 1,8 miljoen. Het betreft de complexen Schoolterrein Hessenweg, Gelreweg, Voorzieningenstrook De Burgt, De Regenboog, Kootwijkerbroek III en Stroe IV. Conform de gemaakte afspraken wordt jaarlijks maximaal een genormeerd bedrag van € 500.000 wegens voordelige resultaten uit grondexploitatie ten gunste van het begrotingsresultaat gebracht. Het resterende bedrag ad € 1.300.000 zal via het resultaat aan de algemene reserve worden toegevoegd.
Programmabegroting 2011
110
Financiële begroting 2011
Financiële begroting 2011 1. Inhoud
2. Overzicht van baten en lasten
Het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) schrijft voor, dat er naast de programmabegroting en de paragrafen ook een “financiële begroting” wordt gemaakt. Hierin wordt inzicht gegeven in: • het totaal van de baten en lasten per programma • de uitkomsten van de begroting 2011 op basis van bestaand beleid • de prognose meerjarenbegroting 2011 - 2014 • de beleidstoevoegingen voor de jaren 2011 - 2014
Bij de afzonderlijke programma’s is steeds een overzicht van de baten en lasten opgenomen. In onderstaande tabel treft u een totaaloverzicht van alle programma’s aan. Volgens het BBV mogen de mutaties in de reserves niet meer via de programma’s lopen, maar moeten afzonderlijk zichtbaar zijn. Daardoor ontstaan er twee exploitatiesaldo’s, te weten een saldo voor resultaatbepaling en een saldo na resultaatbepaling. Concreet betekent dit dat er eerst een telling wordt gemaakt van de begroting zonder de mutaties in de reserves (= voor resultaatbepaling). Daarna volgt een telling rekening houdend met stortingen in- en onttrekkingen aan de reserves (na resultaatbepaling).
De overige financiële kaders waarbinnen de begroting wordt uitgevoerd, zijn in de paragrafen opgenomen.
(bedragen x € 1.000) Programma's
Lasten
Baten
Saldo
1. Bestuur
6.412
931
5.481
2. Veiligheid
4.578
110
4.468
11.747
1.935
9.812
979
986
-7
13.177
1.436
11.741
6. Cultuur
4.291
355
3.936
7. Recreatie en Sport
3.651
527
3.124
8. Werk en Inkomen
13.696
9.636
4.060
9. Welzijn en Zorg
12.752
2.205
10.547
10. Milieu
9.827
9.123
704
11. Ruimte, Bouwen en Wonen
6.151
3.691
2.460
Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien
3.751
60.933
-57.182
TOTAAL PROGRAMMA'S
91.012
91.868
3. Verkeer en Openbare ruimte 4. Lokale economie 5. Onderwijs
Resultaat voor resultaatbepaling
856
Mutaties reserves: Stortingen: Parkeren
Programmabegroting 2011
313
111
Financiële begroting 2011
Mutaties reserves
Lasten
Bovenformatieven
Baten
Saldo
260
Exploitatie gronden
1.300
Rente reserves
1.124
Onttrekkingen: Kapitaallasten div. gebouwen
661
Bovenformatieven
219
Huisvesting bijzonder Voortgezet onderwijs
392
Sub-totaal mutaties reserves TOTAAL NA RESULTAATBEPALING Resultaat begroting (nadelig)
De begroting 2011 is opgesteld volgens de vastgestelde richtlijnen en uitgangspunten voor onder andere loonen prijsniveaus en is uitgegaan van een algemene nullijn (geen inflatiecorrectie). In de ramingen van de begroting 2011 zijn alle begrotingswijzigingen over 2010 tot en met de raadsvergadering van 28 september 2010 verwerkt en dat leidt tot een verwacht begrotingsbeeld van (nadelig) € 295.000. Als gevolg van ontwikkelingen komt de opgemaakte begroting op basis van het bestaande beleid werkelijk op een nadelig saldo van € 1.642.000. Hierna zijn de belangrijkste financiële afwijkingen als gevolg van deze ontwikkelingen weergegeven. Begroting 2011 bestaand beleid (X € 1.000) N
295
1. Algemene uitkering
N
850
2. CAO akkoord (1,5 % structureel)
N
360
3. Snellere stijging kosten bijstand
N
631
4. Stijging salariskosten (functiewijziging en
N
220
Belangrijkste ontwikkelingen
periodieken) 5. Lagere opbrengst forensenbelasting
N
73
6. Minder kosten leefvoorzieningen (WVG)
V
-75
7. Minder kosten woonvoorzieningen (WVG)
V
-200
8. Lagere rentekosten
V
-540
9. Hogere opbrengst OZB
V
-168
Diverse kleinere posten
N
196
Resultaat concept begroting 2011 bestaand beleid
N
1.642
Programmabegroting 2011
1.272
94.009
93.140 869
3. Uitkomst van de begroting
Begrotingsbeeld maand september 2010
2.997
Toelichting op de belangrijkste ontwikkelingen: 1. Op basis van de junicirculaire 2010 is de uitkering vanuit het gemeentefonds bijgesteld. Hierbij zijn drie oorzaken die de afwijking in 2011 veroorzaken. Ten eerste is de uitkeringsfactor als gevolg van het definitief worden van kengetallen naar beneden bijgesteld. Als tweede is het meerjarenbeeld bijgesteld, dit leidt tot een meerjarig hogere uitkering, echter in 2011 een lagere uitkering. Als laatste geldt dat het WMO-deel incidenteel lager is. 2. Stijging van de salariskosten als gevolg van het in 2010 gesloten CAO akkoord (1,5% structureel) voor totaal € 360.000 3. Wegens een forse toename van het aantal bijstandsuitkeringen en (beperkte) stijging van de bijstandsprijs, heeft de gemeente hogere lasten aan de bijstandsuitkeringen. 4. Als gevolg van functiewijzigingen en toekenning van periodieken nemen de salariskosten in 2011 met € 220.000 toe. 5. De opbrengst forensenbelasting, na de invoering van de nieuwe tarievenstructuur uit 2009, blijft structureel ongeveer 5 % achter. Verder zijn er effecten vanuit herverkavelingen waardoor de opbrengst bij de forensenbelasting afneemt maar de opbrengst bij de toeristenbelasting stijgt. 6. Vanuit de provincie is een beter inzicht in de kosten geleverd waardoor het budget met € 50.000 naar beneden bijgesteld kan worden. Daarnaast worden geen nieuwe individuele kilometervergoedingen meer verstrekt, wat resulteert in € 25.000 lagere lasten.
112
Financiële begroting 2011
7. Door nadrukkelijkere voorlichting over de eigen bijdrageregeling en de eigen verantwoordelijkheid van inwoners met betrekking tot hun woonsituatie, worden minder aanvragen ingediend. Daarnaast liggen de verwachte kosten per aanpassing lager. 8. Door in 2010 een vijftal leningen aan te trekken onder gunstige rentecondities en een gunstige renteherziening leidt dit tot een structureel lagere rentelast. 9. Toename opbrengst van onroerend zaak belasting als gevolg van een hogere volumegroei en een intensivering van de bestandscontroles. Als gevolg van de autonome ontwikkelingen en de vanaf 2012 te verwachten korting op het gemeentefonds is duidelijk geworden dat een sluitende (meerjaren) begroting niet mogelijk was zonder een ingrijpend dekkingsplan. Na diverse overleggen tussen directie en college is een dekkingsplan opgesteld dat maatregelen beslaat in de periode tot en met 2015 (zie bijlage 4.). Daarbij is ook dekking gevonden voor de risico’s die waar nodig omgezet zijn in extra beleidstoevoegingen. In totaal is in 2011 een bedrag van € 764.000 aan extra beleidstoevoegingen opgenomen. Hiermee ontstaat het volgende begrotingsbeeld 2011: Nadelig begroting 2011 op basis van bestaand beleid
€
1.642.000
€
120.000
Bij: Dekkingsmaatregelen 2011: Verhoging OZB inflatie Ombuigingen 2011 – 2015
€ 2.034.000
Balansverkorting
€
Lopende taakstelling
€ - 892.000
275.000
Af: Extra beleidstoevoegingen 2011
€
764.000
Tekort begroting 2011
€
869.000
Programmabegroting 2011
113
Financiële begroting 2011
4. Prognose meerjarenbegroting Prognose meerjarenbegroting 2011 - 2015 (bedragen x € 1.000,-)
2011
2012
2013
2014
2015
Totaal
A) Mutaties lasten 1
Raming kostenontwikkelingen:
a
- Personeelskosten
b
- Effecten functiewaardering
c
- Energiekosten
0
d
- Overige goederen en diensten
0
2
Stijging kosten WWB (bijstandskosten)
3 4
Verlaging stelpost onderuitputting kapitaallasten (vanaf 2010 e 750.000 opgenomen) Lasten vervanging bedrijfsmiddelen
5
Lasten vervangingsinvesteringen
6
Vrijval kapitaallasten
7
Huurvergoeding Witsius (vanaf 2010 inbouwen in BT) Totaal A) mutaties lasten
0 100
100
270
285
855
300
630
205
210
215
53
54
55
162
-576
-735
-726
-2.037
14
-156
-110
-110 -58
Nullijn, dus geen inflatieaanpassing Nullijn, dus geen inflatieaanpassing Stijging aantal uitkeringen jaarlijks met 10% (kosten 5%)
200
200
0
Nullijn, dus geen inflatieaanpassing
-200
B) Mutaties baten/dekkingsmaatregelen 8
Algemene uitkering gemeentefonds
8b
Verwachte korting uitkering gemeentefonds
100
-92
155
-1.050
-1.050
-1.050
91
91
91
163 -1.050
-4.200
O.b.v. junicirculaire 2010 10% korting op fonds (1,8mld); fasering 2012- 2015
Belastingen: 273
9
Groei Onroerende Zaakbelastingen
10
Verhoging OZB
0
11
Verhoging overige belastingen
0
12
Inzet Nuon gelden
-45
196
13
Verhoging rijksbijdrage WWB
500
500
0
-404
-355
-849
-1.050
-2.658
-1.050
-2.458 729
Totaal B) mutaties baten/dekkingsmaatregelen
106
-45
1.000
C) Saldo mutaties meerjarenbegroting (B-A) Nadelig saldo begroting 2011
0 729
-346
-369
-693
14 15
D1) Invulling beleidstoevoegingen 2010-2013
913
646
560
252
764
224
87
D) Resultaat jaarschijven:
-2.406
-1.216
-1.016
-945
-1.050
E) Prognose resultaat begrotingsjaar
-2.406
-3.622
-4.638
-5.583
-6.633
Resultaat begroting bestaand beleid D2) Invulling nieuwe beleidstoevoegingen 2011-2014
Inzet volgende verkooptranches Stijging WWB budget met in totaal 30%
Is resultaat bestaand beleid
2.371
Beleidstoevoegingen 2010-2013 (Sport aangepast voor BTW en actualisatie)
1.075
Nieuwe beleidstoevoegingen
1.642
-6.633
Ombuigingen 16
F1) Verhoging OZB voor inflatie (cumulatief)
120
120
120
120
120
F2) Taakstelling ombuigingen coalitieakkoord (cumulatief) F3) Effect balansverkorting (cumulatief)
2.034
3.762
5.756
7.283
8.169
275
248
220
193
165
af: Opgenomen in begroting 2011 (taakstelling 400.000 2011 + 492.000 oud)
-892
-892
-892
-892
-892
1.537
3.238
5.204
6.704
7.562
-869
-384
566
1.121
929
F) Saldo nog mee te nemen ombuigingen (cumulatief) G) Prognose resultaat na ombuigingen
Programmabegroting 2011
114
Financiële begroting 2011
Toelichting prognose meerjarenbegroting In de afgelopen maanden zijn de economische ontwikkelingen financieel vertaald. Ook is gekeken welke omvang aan ombuigingen werkelijk benodigd is en hoe deze bezuinigingen concreet kunnen worden ingevuld. Hierbij is gebruik gemaakt van de binnen Barneveld zelf ontwikkelde begrotingsanalyse. In voorgaande tabel is de financiële positie van de gemeente meerjarig verwoord. Normaal beslaat deze prognose 4 jaar. Vanwege de doorloop van een tweetal posten rondom de ombuigingen is gekozen om de relevante posten uit 2015 aan het overzicht toe te voegen. Dit ter verbetering van het totale inzicht. In de prognose worden de elementen van bestaand beleid, de voorgenomen beleidstoevoegingen, dekkingsmaatregelen bij elkaar gebracht om te zien of er sprake is van een sluitende meerjarenbegroting. Hierbij is uitgegaan van de actuele en relevante informatie. Het meerjarenoverzicht laat zien dat wij u hierbij een sluitende meerjarenbegroting kunnen aanbieden. De meerjarenbegroting laat overigens in 2011 nog een tekort zien van e 869.000 maar dit resultaat draait in de loop van de bestuursperiode naar een overschot in het jaar 2014 van e 1.121.000. Over de gehele planperiode wordt circa e 400.000 gestort in de algemene reserve. Bij het opstellen van de meerjarenbegroting zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd: • Een nog te verwachten korting op de algemene uitkering van 10 % of in totaal e 4,2 miljoen (2012-2015). Externe partijen zoals de VNG bevestigen dat dit percentage momenteel reëel is, desalniettemin is het mogelijk dat de korting hoger kan uitpakken. • Een verhoging van het WWB budget op grond van een landelijke stijging van uitkeringsgerechtigden met e 1.000.000 (2012-2013 ongeveer 30 % op basis van budget 2009). Dit bedrag is vorig jaar in de meerjarenprognose opgenomen en is gezien de actuele ontwikkelingen te zien als een risicopost. • Taakstellende ombuigingen voor een totaalbedrag van e 8.169.000. • Een verdere balansverkorting door het vervroegd afschrijven van activa met maatschappelijk nut tot een totaal bedrag van e 5.000.000. • Beleidsintensiveringen opgenomen onder de nieuwe beleidstoevoegingen tot een bedrag van e 1.075.000 • De in de concept begroting 2011 nog resterende Programmabegroting 2011
taakstelling voor ”oude” bezuinigingen zijn in de prognose in mindering gebracht op de taakstelling. Dit ter voorkoming van dubbelingen.
5. Beleidstoevoegingen De vorig jaar bij de programmabegroting 2010 vastgestelde beleidstoevoegingen 2011-2013 zijn ongewijzigd vanuit vorig jaar overgenomen, met uitzondering van : • Bijstelling voor BTW inzake de sportfaciliteiten. Als gevolg van het BTW-optimalisatietraject is met terugwerkende kracht BTW teruggevorderd voor sportfaciliteiten. Voor de beleidstoevoegingen 2011 tot en met 2014 is voor e 170.000 aan lasten verlaagd. • De actualisatie van de beleidstoevoegingen voor sport leidden tot een lastenverlaging van e 75.000 voor de gehele planperiode. • Voor de in 2013 te starten investeringen is de jaarschijf 2014 toegevoegd. In bijlage 2) treft u de geactualiseerde lijst aan. De onder 3) al genoemde risico’s die financieel vertaald zijn in extra beleidstoevoegingen (zie bijlage 3) betreffen de volgende onderwerpen: • Wijziging van de rechtspositie van de vrijwillige brandweer leidt tot een hogere last ter hoogte van e 280.000 • Als gevolg van autonome groei van de gemeente is e 126.000 aan extra beheers- onderhoudslasten voor groen en wegen benodigd, waarbij e 63.000 (50%) als taakstellende opdracht binnen de bestaande budgetten wordt gevonden en waarbij e 63.000 als beleidstoevoeging is opgenomen. • Op basis van nadere inspecties van wegen in het beheersgebied is gebleken dat extra middelen nodig zijn om de constructie en functionaliteit van de wegen te waarborgen. Hiervoor is aanvullend e 187.000 opgenomen in de beleidstoevoegingen en e 250.000 in het u nog voor te leggen nieuwe Gemeentelijk Riolerings Plan. • Voor onderwijs is in totaal e 308.100 aan extra toevoegingen opgenomen, bestaande uit e 183.000 voor de realisatie van het Van Lodenstein College, e 56.900 voor de renovatie van de Antoniusschool en e 68.200 voor de Donnerschool. • Voor de instandhouding van infrastructuur Schaffelaartheater is e 200.000 opgenomen. • Om sociaal cultureel werk op Veller en De Burgt te realiseren in de vorm van een brede school is aanvullend e 30.000 aan lasten opgenomen. • Verhoging van de exploitatiesubsidie aan de Stichting Jongerensociëteit Barneveld ter hoogte van e 7.200 115
6. Bezuinigingen In de afgelopen periode hebben een aantal sessies tussen ons college en directie plaatsgevonden om een analyse te maken welke mogelijkheden er tot bezuinigen zijn. In bijlage 4. is een totaal overzicht van de voorgestelde maatregelen weergegeven, die in concreetheid onderling variëren. Onderstaand tref u daarvan een samenvatting aan. Bezuiniging per onderdeel Algemeen
Totaalbedrag
2011
322.000
2012
2013
161.000
161.000
2014
na 2014
§ 1 Lokale heffingen
363.100
343.100
20.000
§ 3 Onderh. kapitaalgoederen
200.000
100.000
100.000
3.155.500
573.000
457.500
650.000
675.000
800.000
410.000
70.000
85.000
85.000
85.000
85.000
§ 5 Bedrijfsvoering § 6 Verbonden partijen
11.000
11.000
2. Veiligheid
212.500
34.500
89.000
89.000
3. Verkeer en Openbare ruimte
655.000
195.000
262.500
187.500
10.000
25.000
50.000
25.000
101.300
187.350
111.350
1. Bestuur
4. Lokale economie
100.000
5. Onderwijs
400.000
6. Cultuur
890.000
90.000
75.000
325.000
400.000
7. Recreatie en Sport
238.000
41.500
3.500
98.000
95.000
8. Werk en Inkomen
456.750
51.750
138.333
133.333
133.333
9. Welzijn en Zorg
255.000
67.357
124.548
31.548
31.548
10. Milieu
150.000
5.000
72.500
72.500
11. Ruimte, Bouwen en Wonen
350.000
350.000
8.168.850
2.033.507
1.994.231
1.527.381
Totaal
1.728.731
885.000
In de programma’s worden de bezuinigingsmaatregelen voor 2011 toegelicht. Om de bezuinigingsdoelstelling van de bedrijfsvoering te kunnen realiseren, zal iedere afdeling middels afdelingsscans doorgelicht worden. Daarnaast starten diverse onderzoeken om de efficiency van de (beheers) organisatie te vergroten.
Programmabegroting 2011
116
Bijlagen
Programmabegroting 2011
117