PROGRAMMA WONEN 2015‐2025 Een toekomstbeeld op wonen geeft richting aan het gemeentelijke woonbeleid. Het kiezen van een richting is een eerste stap, daarna volgt de invulling. Wat ga je als gemeente doen om dat beeld te bereiken, zeker als die stip aan de horizon steeds weer wat opschuift? Een programma voor de komende jaren dat vanuit het toekomstbeeld een houvast geeft en tegelijkertijd de flexibiliteit biedt om daar waar nodig bij te kunnen stellen, is daarbij van vitaal belang. Om dit programma te kunnen opstellen, is kijken naar het vorige woonbeleid en bijbehorende resultaten een must, samen met de randvoorwaarden die gelden voor toekomstig woonbeleid. Hiermee wordt immers het startpunt bepaald voor het beleid voor de komende periode. Op basis hiervan is het woonprogramma samengesteld voor Vianen op de drie thema’s Vitaliteit & Dynamiek, Wonen & Zorg en Duurzaamheid. Eerst wordt gekeken wat deze aandachtspunten inhouden, om daarna vanuit een terugblik en de belangrijkste randvoorwaarden voor toekomstig beleid, te kijken naar het programma voor wonen in de komende periode 2015‐2025.
Woonvisie Vianen 2015‐2018: Programma Wonen 2015‐2025 (Deel 2)
1
1. Aandachtspunten voor de toekomst: Vitaliteit & Dynamiek, Wonen & Zorg en Duurzaamheid Dynamiek/vitaliteit De gemeente Vianen heeft sinds enkele jaren te maken met een stagnerende bevolkingsgroei. Om de vitaliteit en dynamiek die hoort bij de gemeente te behouden, is een groei in inwonertal noodzakelijk. Het grote uitbreidingsproject Hoef en Haag speelt hierin een prominente rol en moet bijdragen aan een verdere groei van het aantal inwoners in de gemeente. Naast een groei van de bevolking, speelt de bevolkingsopbouw een belangrijke rol. Wil je als gemeente voldoende reuring en voorzieningen blijven houden, dan is het van belang om jongeren en gezinnen te binden aan de gemeente. Voor deze doelgroepen speelt niet alleen de betaalbaarheid en bereikbaarheid van woningen een belangrijke rol, maar ook het voorzieningenniveau en de kwaliteit van de leefomgeving. Dat laatste wordt bepaald door de fysieke en sociale kwaliteit en veiligheid van de omgeving. Hier zijn bijvoorbeeld in de wijk Vijfheerenlanden door een intensieve samenwerking met LekstedeWonen op het gebied van leefbaarheid grote stappen ingezet; het is inmiddels een gewilde wijk om in te wonen met een wachttijd van 8 á 9 jaar voor sociale huurwoningen. Het beleid gericht op betaalbare jongerenhuisvesting en de doorstroming op de woningmarkt is in de afgelopen periode door de perikelen op de woningmarkt niet echt tot uiting gekomen. Om deze jongeren goed te kunnen bedienen op de woningmarkt en hen daar waar mogelijk te behouden voor Vianen, zal het beleid actief ten uitvoer moeten worden gebracht. De samenwerking met andere lokale partijen speelt hierin een essentiële rol. Dit geldt ook voor ‘het merk Vianen’, de pluspunten van het wonen in Vianen moeten meer bewust worden benut en uitgedragen.
Woonvisie Vianen 2015‐2018: Programma Wonen 2015‐2025 (Deel 2)
2
Wonen en Zorg Vanuit de markt is behoefte aan de combinatie van wonen, zorg‐ en dienstverlening. In Vianen is er echter de afgelopen jaren geen specifieke aandacht geweest voor deze combinatie. De combinatie wonen en zorg wordt wel steeds belangrijker omdat de bevolking steeds ouder wordt en langer zelfstandig blijft wonen. Dit komt deels voort uit het rijksbeleid ten aanzien van de zorg en de behoefte onder senioren om langer zelfstandig te blijven wonen. Men voelt zich op een latere leeftijd dan vroeger pas ‘oud’; kijkend naar de ouderen nu is men veel vitaler dan vroeger. Met een vergrijzende bevolking in Vianen, de versobering van de zorg en de stijgende WMO‐kosten voor de gemeente zal er daarom dan ook meer nadruk liggen op het zolang mogelijk zelfstandig blijven wonen van de ouderen, zowel de vitale oudere als de meer zorgbehoevende senioren. Dit betekent dat meer woningen klaar moeten worden gemaakt voor een doelgroep die (licht) zorgbehoevend en minder valide is of in de toekomst zal zijn.
Woonvisie Vianen 2015‐2018: Programma Wonen 2015‐2025 (Deel 2)
3
Duurzaamheid De woningvoorraad in Vianen heeft altijd een prominente rol gehad in het woonbeleid van Vianen. Het aantal en type woningen is immers van grote invloed op de bevolkingskarakteristieken. Als gekeken wordt naar de fysieke karakteristieken van de woningvoorraad en de duurzaamheid hiervan, dan zijn er nog behoorlijk wat stappen te maken voor zowel koop‐ als huurwoningen. Veel woningen in Vianen zijn nog niet voorzien van energiebesparende maatregelen als spouwisolatie en dubbel glas en energieopwekkende maatregelen als zonnepanelen. Deze maatregelen dragen bij aan een beter milieu, een lagere energierekening en een hoger wooncomfort. Daarnaast richt duurzaamheid zich op de houdbaarheid van woningen op de lange termijn. Met andere woorden: is dat wat we nu bouwen ook nog nodig in de toekomst? Bij het bouwen van de woningen is het van belang om die toets vraag te stellen en ervoor te zorgen dat het woonaanbod in Vianen aansluit op de woonwensen, zowel nu als over 20 jaar.
Woonvisie Vianen 2015‐2018: Programma Wonen 2015‐2025 (Deel 2)
4
Terugblik afgelopen periode Om met de beschreven aandachtspunten effectief aan de slag te gaan, is het goed om te weten waar de gemeente Vianen staat en wat er in de afgelopen periodes is gerealiseerd. Kijkend naar de resultaten van uitvoeringsmaatregelen van 2005 tot 2013 kan worden geconcludeerd dat er grote stappen zijn gezet in de ontwikkeling van uitbreidings‐ en herstructureringslocaties zoals Hoef en Haag, Wilhelminastraat en Clarissenhof. De samenwerking met LekstedeWonen is in die periode door middel van prestatieafspraken en de samenwerkingsovereenkomsten verder geïnstitutionaliseerd. Beide partijen zetten zich in om de samenwerking nog verder te verbeteren. Er is dus in de afgelopen periode veel gerealiseerd op het gebied van wonen in Vianen. In een markt die nooit stilstaat, kan echter niet op de lauweren worden gerust. Zo spelen er een aantal belangrijke ontwikkelingen op het gebied van demografie, gezondheidszorg en duurzaamheid die van invloed zijn op de woningmarkt van Vianen. Om deze ontwikkeling het hoofd te bieden, samen met andere ontwikkelingen onder meer op het gebied van leefbaarheid, mobiliteit en lokale economie, is een duurzaam woonbeleid noodzakelijk. Een visie op deze thema’s helpt om goed voorbereid te zijn als gemeente en in te spelen op de veranderingen. In 2005 is de Woonvisie 2005 – 2009 vastgesteld. Daarin is het beleidskader voor die periode weergegeven met daaraan gekoppelde uitvoeringsmaatregelen. De belangrijkste doelgroepen waren jongeren en starters, met daarnaast aandacht voor de algemene doelgroepen zoals gehandicapten en lagere inkomens. Om de door het gemeentebestuur gewenste groei van het inwonertal te bereiken (naar 21.000 inwoners in 2015) is aangegeven dat al voor 2015 een uitbreidingslocatie nodig zal zijn. Het nieuwbouwprogramma ging uit van 500 woningen in de periode 2005 – 2008. Dit woonbeleid heeft geresulteerd in een 16‐tal uitvoeringsmaatregelen in deze periode, gevolgd door een 17‐tal maatregelen van 2009‐2013. De belangrijkste zijn hieronder kort beschreven, het complete overzicht is te vinden in de bijlage. Uitkomsten uitvoeringsmaatregelen 2005‐20013 In 2009 is het woonbeleid en de uitvoering geëvalueerd. Daarbij is gebleken dat de doelgroepen starters/jongeren en de senioren minder aandacht hebben gekregen dan was beoogd. Daarnaast is gebleken dat nieuwe ontwikkelingen een verschuiving nodig maakten naar wonen met welzijn en zorg. In de periode 2005 – 2008 zijn minder woningen gebouwd dan nodig waren. Oorzaak was het denkproces over de exploitatieopzetten voor enkele te ontwikkelen locaties en de planvorming van diverse projecten. In 2008 zijn tenslotte door de raad richtinggevende besluiten genomen. In de periode 2005 – 2008 zijn in totaal 301 woningen gereed gekomen, terwijl er 400 nodig waren. De aandacht voor jongeren is in deze woningen achter gebleven. Geconcludeerd werd dan ook in 2009 dat nog steeds ingezet moet worden op de huisvesting van jongeren en senioren, al dan niet in de combinatie van wonen met welzijn en zorg, om zo de sterke punten van de gemeente Vianen te behouden (kleinschaligheid, historische binnenstad, groen en rust). Om dit te realiseren zijn een 17‐tal nieuwe uitvoeringsmaatregelen benoemd voor de periode 2009‐ 2013. Belangrijkste resultaten zijn de (naderende) realisatie van de drie wijkservicepunten in de gemeente, de realisatie van verschillende appartementencomplexen geschikt voor ouderen en het meer levensloopbestendig bouwen van appartementen. Daarmee samenhangend zijn patiowoningen in de Bleek gebouwd. Daarnaast is in samenwerking met LekstedeWonen de wijk Vijfheerenlanden grotendeels gerenoveerd en zijn de nieuw gebouwde woningen van LekstedeWonen meer 2.
Woonvisie Vianen 2015‐2018: Programma Wonen 2015‐2025 (Deel 2)
5
levensloopbestendig en duurzaam. Met het door de raad beschikbaar gestelde geld zijn er in de periode 2008‐2013 65 woningen met behulp van een starterslening verkocht. Daarentegen is door de crisis de nieuwbouw van koopwoningen achtergebleven, ondanks de vele plannen. Dit is maar deels gecompenseerd door de plannen van LekstedeWonen die wel zijn uitgevoerd, zoals de renovatie van de Vijfheerenlanden, Wilhelminastraat en de Plataan van Helsdingen. Samenvattend Geconcludeerd kan worden dat het Viaanse woonbeleid stappen heeft gezet als het gaat om het beleid gericht op ouderen en jongeren. Deze lijn zal verder moeten worden doorgezet, voornamelijk door het levensloopbestendig bouwen en renoveren. De achtergebleven groei van het aantal woningen in Vianen zal echter moeten worden ingehaald om zo te kunnen voldoen aan de wens om als gemeente te groeien. Belangrijk hierin is de focus op gezinnen, gezien het belang van een goed voorzieningenniveau in de gemeente.
3. RANDVOORWAARDEN WOONBELEID VIANEN Om met het woonbeleid in zijn algemeenheid en de bijbehorende aandachtspunten in het bijzonder aan de slag te kunnen gaan, moet rekening worden gehouden met een aantal spelregels. Als gemeentelijk beleidsstuk vormt de Toekomstvisie Vianen 2025 het raamwerk waaraan het woonbeleid moet voldoen. Verder vormen het landelijk en provinciaal beleid en het woonwensenonderzoek Vianen 2013 aanvullende kaders voor het woonbeleid in Vianen. Toekomstvisie Vianen 2025 In 2012 heeft de gemeente Vianen samen met de gemeenschap de Toekomstvisie opgesteld voor de toekomst van Vianen. Met als doel het bekrachtigen en verdiepen van de kwaliteiten en waarden van de gemeente en daarmee van de kernen. Daarbij is het van belang dat elke kern zijn eigen identiteit, samenhang en oriëntatie heeft. De kernkwaliteiten van de gemeente Vianen zijn het aantrekkelijke landelijke gebied, de historische binnenstad, de centrale ligging en de rivier en andere waterwegen. De kernwaarden van de gemeenschap zijn betrokkenheid, kritisch, ondernemend en saamhorig. Op basis van deze kernwaarden en kernkwaliteiten zijn drie beleidsthema’s onderscheiden: ‐ wonen ‐ historische en landschappelijke waarde ‐ vitaliteit en dynamiek.
Woonvisie Vianen 2015‐2018: Programma Wonen 2015‐2025 (Deel 2)
6
Wat betreft de ontwikkelingen op het gebied van wonen in Vianen vormt de toekomstvisie de leidraad die richting geeft en het kader vormt. Voor het versterken van de kernkwaliteiten en kernwaarden in Vianen is het wonen immers de basis. Hierbij ligt de nadruk op volumegroei, door het aantrekken van gezinnen, en het creëren van voldoende beschikbaarheid van woningen voor starters en senioren. Uiteraard met de voorwaarde dat kernkwaliteit historische en landschappelijke waarde gehandhaafd blijft en voldaan wordt aan de woonwensen. Nationale en regionale regelgeving: In de nationale en regionale regelgeving zijn er grote veranderingen gaande als het gaat om de rol van de gemeente in het woonbeleid en de huisvesting van zorgbehoevenden. Belangrijke ontwikkelingen in de landelijke wetgeving op het gebied van wonen zijn de komst van de Huisvestingswet 2014 en de Novelle, waarin gemeenten meer mogelijkheden krijgen om in te grijpen in de woonruimteverdeling en de samenstelling van de woonruimtevoorraad. Daarnaast wordt het werkterrein van de corporaties ingeperkt. Het doel is om onevenwichtige en onrechtvaardige effecten van schaarste aan goedkope woonruimte te voorkomen en de leefbaarheid te bevorderen. Op regionaal niveau vormt de Regionale Huisvestingsverordening 2014 van de Bestuur Regio Utrecht het raamwerk. Dit zal, ook vanuit de Huisvestingswet, worden vervangen door een nieuwe regionale huisvestingsverordening. Deze zal per 2015 ingaan en regelt de verdeling van de huurwoningen onder huurders. Volgens de regionale prestatieafspraken is het streven daarbij nog steeds een sociale huurvoorraad van tenminste 30% in 2020 en realisatie van tenminste 25% van de woningproductie als sociale huur en tenminste 10% als sociale of gemengde koop van alle te bouwen woningen. Aanvullend op deze kaders geldt voor sociale woningbouw nog een 30% quotum; op regionaal niveau moet 30% van de woningen sociale huur zijn1. Door het veranderend rijksbeleid voor de zorgsector wordt het scheiden van wonen en zorg stapsgewijs ingevoerd. Dit houdt in dat personen in een zorginstelling zelf betalen voor het wonen (Bron: Aedes). Dit heeft grote gevolgen voor de traditionele rolverdeling gemeente, zorgverlener en woningcorporatie. Voor de zorgbehoevende betekent dit namelijk dat men voor het wonen zelf betaalt en dat de zorg via de een collectieve verzekering, de AWBZ, wordt geregeld. Het scheiden van wonen en zorg kan daarnaast ook in fysieke zin plaatsvinden, dit heet extramuralisering. Hierbij gaat het erom de zorg zoveel mogelijk aan te kunnen bieden bij de mensen thuis in plaats van in het traditionele verzorgingstehuis. Hiermee wordt ingespeeld op de veranderende wetgeving en de wens van ouderen om langer thuis te blijven wonen en hun zorg thuis te ontvangen in plaats van in een intramurale setting. Deze wijziging in het zorgstelsel vraagt aanpassingen in de woningvoorraad, omdat woningen voor mensen met een zorgvraag nog verder aangepast moeten zijn dan op dit moment de norm is. Voorwaarde voor een succesvol woonbeleid is het helder hebben van de woonbehoeftes in Vianen. Om een goed beeld te krijgen van de woonbehoefte van de Vianezen is in 2013 het woonwensenonderzoek uitgevoerd. Het betrof een integraal onderzoek naar het functioneren van de woningmarkt in de gemeente Vianen. Het onderzoek bestond uit een enquête onder alle zelfstandige huishoudens in de gemeente. Daarnaast zijn de nog thuiswonende (toekomstige) starters geënquêteerd en een groot aantal huishoudens die de gemeente Vianen in de afgelopen vijf jaar hebben verlaten. Evenals werknemers die wel in Vianen werken, maar hier niet wonen. 1
Regionale Woonvisie 2030‐ Regio Utrecht
Woonvisie Vianen 2015‐2018: Programma Wonen 2015‐2025 (Deel 2)
7
Naast deze enquêtes is een bronnenonderzoek uitgevoerd en zijn prognoses gemaakt voor de bevolkingsontwikkeling, de inkomensontwikkeling en de vraag naar wonen met zorg. Met deze informatie wordt inzichtelijk gemaakt naar welke woningtypen er vraag is en wat de ontwikkeling is op het gebied van bevolkingsgroei en de woningmarkt. Samen met de data van het CBS geeft dit een duidelijk beeld van de karakteristieken van de Viaanse woningmarkt. Het woonwensenonderzoek vormt samen met de actuele woonbehoefte de leidraad voor het Viaanse woonbeleid. Kort samengevat heeft Vianen te maken met een stabiele autonome bevolkingsomvang en een bevolkingsgroei die voornamelijk van buiten de gemeentegrenzen komt de komende jaren, een vergrijzende bevolking en een kleiner aandeel gezinnen in de gemeente (in de bijlage de belangrijkste uitkomsten van het onderzoek). Samenvattend Vanuit de Toekomstvisie Vianen 2025, het woonwensenonderzoek en landelijke en regionale regelgeving zal volop moeten worden ingezet op het verder levensloopbestendig maken van de Viaanse woningmarkt. Zeker als rekening wordt gehouden met de snel groeiende populatie senioren boven de 75 jaar. Het goed kunnen huisvesten van jongeren, om ze behouden voor Vianen, is vanuit het woonwensenonderzoek en de toekomstvisie een must. Dit draagt, net als het aantrekken van gezinnen naar Vianen, bij aan het behoud van voorzieningen en vitaliteit binnen de gemeente.
Woonvisie Vianen 2015‐2018: Programma Wonen 2015‐2025 (Deel 2)
8
4. Programma Woonbeleid 2014‐2018 De beschreven kaders geven richting aan het Viaanse woonbeleid en vormen hierdoor automatisch het woonprogramma voor Vianen voor de komende periode. Hiermee wordt immers recht gedaan aan de Toekomstvisie Vianen 2025, de actuele woonwensen in Vianen en het wettelijke kader. Per thema is uiteengezet hoe het programma eruit zal zien voor de komende periode. Naast de randvoorwaarden, is een bepaalde mate van flexibiliteit om te kunnen inspringen op een veranderende woningmarkt, een belangrijk uitgangspunt. Programma Vitaliteit en Dynamiek Ontwikkeling bevolking, huishoudens en woningen Zoals aangegeven zal de beoogde bevolkingsgroei en de daaruit volgende toename van het aantal woningen niet alleen vanuit Vianen moeten komen. De ontwikkeling van bestaande locaties/plannen als Vijfheerenlanden, Helsdingen en Sluiseiland zijn voldoende voor de verwachte autonome huishoudensontwikkeling (natuurlijke bevolkingsaanwas) van 475 extra woningen tot 2022. Maar om te groeien naar het beoogde inwoneraantal van 21 duizend inwoners zijn extra woningen nodig. Dat betekent voor de ontwikkeling van Hoef en Haag meer vrijheid, de groei komt immers van buiten de gemeente. De plannen voor Hoef & Haag bieden ruimte voor 1800 woningen en zijn in de PRS (Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie 2013‐2028) van de Provincie Utrecht reeds opgenomen, waardoor ook planologisch de mogelijkheid is geboden deze locatie daadwerkelijk te ontwikkelen. Aan Sluiseiland kan nog geen concreet aantal woningen worden gehangen, aangezien het aantal te bouwen woningen afhangt van de plannen voor dit gebied voor type bebouwing, kwaliteit en huisvesting van doelgroepen. Voor Sluiseiland wordt een nieuw plan opgesteld. Daarnaast zijn er nog een aantal kleinschaligere nieuwbouw‐ en herstructureringsprojecten die bijdragen aan de toename van het aantal woningen. In het hoofdstuk Bouwplannen zijn deze verder beschreven. De bevolkingsgroei hangt logischerwijs samen met de toename van het aantal huishoudens. Door de afnemende huishoudensgrootte zal het aantal huishoudens procentueel harder groeien dan het aantal inwoners. Dit als gevolg van een veranderende samenstelling van de bevolking. Hierdoor verandert ook de samenstelling van de huishoudens. In onderstaande tabel is de uitsplitsing van de groei tot 2032 te zien. Ontwikkeling huishoudenssamenstelling: 2012 2032 verschil Jongeren / 1‐2 pph tot 35 jaar 1031 1066 + 35 won. Kleine huishoudens 35 – 54 jaar 748 675 ‐ 73 won. Gezinnen 3290 3152 ‐ 138 won. Vitale ouderen / 1‐2 phh 55 ‐74 jaar 2169 2373 + 204 won. Senioren / 1‐2 phh vanaf 75 jaar 795 1478 + 683 won. Totale groei aantal huishoudens + 711 won. Hieruit komt naar voren dat de groei in huishoudens voornamelijk wordt gerealiseerd door de groep ouderen.
Woonvisie Vianen 2015‐2018: Programma Wonen 2015‐2025 (Deel 2)
9
Bij de ouderen is overigens sprake van een duidelijk onderscheid tussen de jongere, actieve, vaak nog werkzame groep vitale ouderen en de senior die meer is aangewezen op wonen met (mantel‐)zorg. Met name in die laatste groep zal het aantal huishoudens sterk toenemen. Dit heeft ook gevolgen voor de karakteristieken van de aan te bieden woningen voor deze groep senioren (geschikt voor zorg aan huis). Voor de gewenste doorstroming is het van belang dat voor alle doelgroepen wordt gebouwd, al zal de grootste toename te zien zijn bij de senioren. Met een lage verhuisgeneigdheid onder deze groep zijn push‐ en pullfactoren van belang, zodat het voor senioren aantrekkelijk wordt om te verhuizen. Waardoor gezinnen kunnen doorstromen en jongeren de mogelijkheid krijgen om in te stromen. Zo wordt het woonaanbod voor deze twee doelgroepen in Vianen gefaciliteerd. Net als door het te bouwen Hoef en Haag, waarin het woonaanbod gefocust zal zijn op gezinnen met kinderen. De mogelijke toename van het aantal en aandeel gezinnen in Vianen als gevolg van de komst van Hoef en Haag is niet meegenomen in de bovenstaande figuur. Hoef en Haag zal namelijk, zo is de verwachting, bijdragen aan het verminderen van de vergrijzende trend binnen de gemeentelijke grenzen. De losgelaten bindingseis in de startersleningverordening per april 2014 moet verder bijdragen aan de toegankelijkheid van woningen voor jongeren op de woningmarkt en de daarmee samenhangende doorstroom en dynamiek van de Viaanse woningmarkt.
Woonbehoeftes (type woning en woonmilieu) Voor de bevolkingsgroei en toename van het aantal huishoudens en woningen van de komende jaren zijn de aanbevelingen gedaan in het woonwensenonderzoek 2013 voor Hoef & Haag leidend. Waarbij de marktpartijen voor elke fase van het plan opnieuw naar de actuele woonwensen zal moeten kijken, om zo de komst van nieuwe bewoners van buiten de gemeente te stimuleren en te bespoedigen. Het woonwensenonderzoek laat immers zien waar de kansen en bedreigingen liggen voor de Viaanse woningmarkt en welke woontypes kansrijk zijn en aansluiten op de behoefte en welke juist niet. Zo zijn (half/geheel vrijstaande) eengezinswoningen in de koop tot €250.000 het meest kansrijk en woningen vanaf €350.000 het minst. Vanuit die gedachte zullen nieuw te bouwen woningen moeten worden getoetst aan de woonbehoefte van de (beoogde) inwoner; is er voldoende vraag naar een bepaald type woning? Naast de koopwoningen zijn huurwoningen tot € 575,‐ ook gewild. Vanuit de 30% regel zullen er daarbij voldoende sociale huurwoningen moeten worden bebouwd. De gemeente Vianen en LekstedeWonen hebben deze afspraken opgenomen in de prestatieafspraken, de partijen zorgen ervoor dat de woningvoorraad voor minimaal 30 % uit sociale woningbouw blijft bestaan. Ondanks dat de kernvoorraad voor onze autonome huishoudens voldoende is en uitbreiding in sociale huursector voor de autonome groei niet nodig is tot 2022,
Woonvisie Vianen 2015‐2018: Programma Wonen 2015‐2025 (Deel 2)
10
nopen de regionale afspraken ons toch tot het vergroten van het absolute aantal sociale huurwoningen. Op basis van het huidige bestand en de bestaande woningbouwplannen zullen er in de komende jaren nog ruim 200 huurwoningen gebouwd moeten worden om aan de minimale afspraak te kunnen blijven voldoen. Vianen committeert zich aan de percentage eis van 30% voor sociale woningbouw, aangezien het als gemeente bereikbaar wil zijn voor alle doelgroepen. Wel heeft de gemeente de mogelijkheid om te bepalen hoe deze percentage eis wordt verdeeld over de lopende projecten. Zo kan per project worden bepaald of en in welke mate er sprake moet zijn van sociale huur. Het uitgangspunt hierbij is dat per locatie gekeken wordt naar de karakteristieken van de omgeving, welk woonmilieu hierop aansluit en voor welke doelgroep wordt gebouwd. Naast het woontype, speelt het woonmilieu een belangrijke rol in de wensen van de Viaanse woningmarkt. Zo moet in het programma voor Hoef & Haag rekening gehouden worden met de woonmilieus dorpscentrum en dorpsrand. Waarbij de meest uitgesproken woningkenmerken zich richten op veel ruimte en lucht, niet compact gebouwd, een eigen tuin, parkeren op eigen erf of in eigen garage. De voorzieningen om de hoek en een rustige woonomgeving. Daarbij mag jong en oud best door elkaar wonen. Lettend op het programma voor de komende jaren en de beschikbare bouwlocaties zijn er een aantal ontwikkelingen die als leidraad gelden. ‐ Binnen de autonome groei neemt in feite alleen het aantal huishoudens voor senioren fors toe. Maar voor welke senior ga je bouwen? Senioren worden later ‘oud’, zijn langer zelfstandig en voelen zich veel later senior. Hierdoor ontstaat er een tweedeling in de groep senioren, zoals ook al eerder is aangegeven, te weten de jonge vitale ouderen en de oudere senioren. ‐ Met alleen bouwen voor de twee onderscheiden seniorengroepen zal de doorstroming niet voldoende gestimuleerd worden, daarom zijn goedkope koop voor starters en de vitale ouderen noodzakelijk. Voor jongeren gaat het hierbij om een starterswoning en voor de vitale ouderen om een ‘royalere variant’ hierop: zelfde aantal kamers als een starterswoning (wellicht extra kamer voor kleinkinderen), maar met meer m2, luxe en comfort, een grotere keuken en tuin, balkon of terras. Push & Pull‐factoren zijn daarbij belangrijk. Maak het aantrekkelijk voor groepen om te vertrekken/door te stromen en laat jongeren de gezinnen ‘verdrijven’. ‐ Realiseer je daarbij dat er twee soorten starters zijn, woonstarters: veelal jongeren die naar een huurappartement/woning gaan ( en voor het eerst zelfstandig gaan wonen) en koopstarters: iets oudere jongere/startende gezinnen die hun eerste woning kopen. Projecten Naar aanleiding van de huidige woningmarkt, de woonwensen en de toekomstvisie voor Vianen is voor een aantal woningbouwlocaties een specifiek woonbeeld aan te geven. Dit mede ingegeven door de locatie, zoals Sluiseiland en Helsdingen en Hoef & Haag. Voor de andere locaties is het grotendeels over te laten aan de markt om te bepalen welke woningen waar gerealiseerd kunnen worden, waarbij de uitgangspunten, zoals weergegeven in het vorige hoofdstuk, leidend moeten zijn. Woonvisie Vianen 2015‐2018: Programma Wonen 2015‐2025 (Deel 2)
11
Sluiseiland/Stadshof Sluiseiland is gelegen tussen het historische stadscentrum van Vianen en de Hof van Batenstein. Hierdoor zijn zowel de dagelijkse voorzieningen als de zorgvoorzieningen op loopafstand aanwezig. Dat maakt deze locatie uitermate geschikt voor de senioren. Naast de ligging tussen het centrum en de Hof van Batenstein is de locatie omgeven door water (de stadsgracht en het kanaal), waardoor sprake is van een binnenstedelijke toplocatie. Voor een goede invulling van deze toplocatie is het nodig het gewenste aantal woningen op deze locatie te heroverwegen, waardoor Sluiseiland ook daadwerkelijk de mogelijkheid krijgt de uitstraling van een toplocatie te realiseren.
Sluiseiland is bij uitstek geschikt voor de jonge vitale oudere die nog een keer een zelfstandige koopwoning wil realiseren of duur kan huren, op een unieke locatie in de gemeente. Waarbij de mogelijkheid om langer te blijven wonen op het moment dat men echt ouder wordt aanwezig is, vanwege de nabijheid van de Hof van Batenstein en de van daaruit te leveren extramurale zorg. Om de jonge vitale ouderen met meer inkomen te verleiden naar Sluiseiland te verhuizen zal de mogelijkheid onderzocht moeten worden om de aspirant‐bewoners te betrekken bij het ontwikkelen van deze locatie en de woningen die daarop gebouwd kunnen worden. Vanwege de vele voor ouderen geschikte sociale huurwoningen in en achter de Hof van Batenstein (De Bol, De Donjon, de levensloopbestendige appartementen in de Vijfheerenlanden) is het niet nodig op Sluiseiland te bouwen voor de goedkopere huur. Daarnaast biedt het nabijgelegen Stadshof/Hazelaarstraat, een andere A‐locatie de mogelijkheid voor sociale huur. Door het gebied Sluiseiland/Stadshof als één geheel te zien, kunnen er sociale huurwoningen worden gebouwd nabij de Stadshof en koopwoningen op Sluiseiland. Hoef & Haag Hoef en Haag moet concurrerend met en vooral onderscheidend zijn van andere grote nieuwe woningbouwlocaties rondom de stad Utrecht. Gezien de algemene woonaantrekkelijkheid van Vianen en de ligging aan de andere kant van snelweg dan de stad Vianen moet Hoef & Haag als een nieuw dorp geprofileerd worden, nabij de Lek en recreatieplan Everdingen. Zoals reeds eerder aangegeven is deze nieuwe uitleglocatie alleen nodig voor het laten groeien van de gemeente Vianen. Deze groei is weer nodig voor het in stand houden van allerlei voorzieningen in de gemeente. Dat wil niet zeggen dat de toekomstige bewoners alleen van buiten de gemeente zullen komen. Een deel van de nieuwe woningen kan ook gebruikt worden om de doorstroming in de bestaande woningvoorraad in de gemeente op gang te brengen, waardoor daar woningen beschikbaar komen voor o.a. starters.
Woonvisie Vianen 2015‐2018: Programma Wonen 2015‐2025 (Deel 2)
12
De wijk Hoef & Haag kan interessant zijn voor startende en jonge gezinnen, die op zoek zijn naar rust en ruimte. Daarbij is betaalbaarheid een belangrijk motief om de overstap te maken. Voor mensen van buiten de gemeente zal Hoef & Haag iets eigens en speciaals moeten bieden, dat niet ook gevonden kan worden in de nieuwe uitbreidingen in Nieuwegein, Houten of Leidse Rijn bij Utrecht. Hoef & Haag mag dus niet zomaar de zoveelste grote nieuwbouwwijk zijn, maar zal zich moeten onderscheiden als nieuw dorp met eigenschappen die elders niet gevonden worden. Duurzaamheid zou daarbij een ingang kunnen zijn. Evenals de ligging aan de rivier en bij recreatieplas Everstein. Een specifiek woningbouwprogramma is dan ook aan de markt om te ontwikkelen, waarbij er wel aandacht moet zijn voor het mede bouwen van sociale huurwoningen (dat is overigens ook vastgelegd in de overeenkomst met de ontwikkelende partijen). Voor veel potentiële verhuizers is het voorzieningenniveau belangrijk. Daarom zal bij de planontwikkeling en fasering van deze nieuwe wijk, bekeken moeten worden of voorzieningen en zo ja, welke voorzieningen, al in de startfase aangeboden kunnen worden op locatie. Te denken valt daarbij aan een dependance van een basisschool/bredeschool, een huisarts met een, in eerste instantie beperkt aantal dagen in de week, spreekuur, een noodsupermarkt e.d. Hiermee wordt ook ingezet op het aantrekken van een deel van de 6000 mensen die dagelijks van en naar Vianen reizen voor werk maar elders wonen.
Helsdingen Vianen kent twee woonzorgzones, de Hof van Batenstein in het centrum en de Plataan van Helsdingen ten westen van de A2. Door de ligging van de bouwlocatie Helsdingen naast de Plataan van Helsdingen is deze locatie uitermate geschikt voor het realiseren van woningen voor vitale ouderen en senioren. Waarbij een mix van de twee onderscheiden groepen een goede mogelijkheid geeft om de doorstroming in de wijken Amaliastein en Monnikenhof op gang te brengen. Helsdingen is geschikt voor de lage en middeninkomens, waardoor er hier mogelijkheden zijn voor een groter aanbod (sociale) huurwoningen. Samenvattend De vergrijzing in Vianen zorgt voor een grote toename van senioren en vitale ouderen in Vianen, hier moet rekening mee worden gehouden in de woningbouwprojecten. Er moet gebouwd worden voor deze twee doelgroepen en voor de doorstroming, dus de ook bouw voor starters en gezinnen. Waarbij het uitgangspunt voor Sluiseiland de vitale ouderen zijn, voor Helsdingen de vitale ouderen en senioren en voor Hoef en Haag de gezinnen. De autonome bevolkingsgroei kan worden opgevangen door de lopende projecten, Hoef en Haag faciliteert in de bevolkingsgroei van buiten.
Woonvisie Vianen 2015‐2018: Programma Wonen 2015‐2025 (Deel 2)
13
Programma Wonen en Zorg Vraag Als het gaat om wonen en zorg is het kritisch kijken naar de bestaande en nieuw te bouwen woningvoorraad dan ook wenselijker dan alle pijlen te richten op het bouwen van senioren/ouderenwoningen. Dit wordt ook onderschreven door de uitkomsten van het Woonwensenonderzoek, waarin naar voren komt dat de vraag naar levensloopgeschikte woningen (huur en koop) zal toenemen van 950 in 2013 naar 1200 in 2022. Van die 1200 woningen zullen er 500 in het huursegment vallen. Levensloopgeschikte woningen zijn woningen waarvan de primaire vertrekken (keuken, toilet, badkamer, en tenminste 1 slaapkamer) zonder traplopen bereikbaar zijn vanuit de woonkamer in een geschikte woningomgeving (nabijheid voorzieningen). Het gaat hierbij dus niet alleen om de bereikbaarheid van de woning van buitenaf (zonder trappen), maar ook in de woning zelf (gelijkvloerse primaire vertrekken). Dit in tegenstelling tot de genoemde wensen onder de geënquêteerden uit het woonwensenonderzoek, waarin de focus ligt op de bereikbaarheid van buitenaf (Wwo 2013). Hierbij geeft 56% van de huurders en 35% van de eigenaar‐bewoners aan dat men een nultredenwoning bezit. Vaak is het echter zo dat mensen pas realiseren wat de beperkingen zijn als men al slecht ter been is en men bijvoorbeeld met een rollator door het huis moet. Zoals in het onderzoek ook wordt benoemd : ‘kanttekeningen die hierbij geplaatst kunnen worden zijn het daadwerkelijke aanbod en daadwerkelijke mate van toegankelijkheid. Pas wanneer bewoners echt geconfronteerd worden met beperkingen, ervaren zij hoe toegankelijk hun woning echt is’. De kans is dus groot dat de vraag uiteindelijk hoger zal uitvallen als bewoners daadwerkelijk met beperkingen te maken krijgen, zeker als rekening wordt gehouden met, naast de toegankelijkheid buiten de woning, de toegankelijkheid binnen de woning.
Aanbod De toenemende vraag naar levensloopbestendige woningen kan deels worden opgevangen door de 1156 levensloopgeschikte woningen die LekstedeWonen in bezit heeft volgens het Woonwensenonderzoek 2013. De vraag is echter in hoeverre deze woningen ook daadwerkelijk geschikt zijn voor de doelgroep, een vraag die ook wordt gesteld in het onderzoek (Wwo 2013). Navraag bij LekstedeWonen leert namelijk dat slechts een deel van de 1156 woningen als levensloopbestendig kan worden geclassificeerd als wordt uitgegaan van levensloopbestendigheid binnen en buiten de woning. Rond de 400 woningen zijn echt geschikt als seniorenwoning, als zorg‐ of aanleunwoning, levensloopbestendig‐ of nultredenwoning en in het kader van verzorgd wonen. De komende periode zullen, los van de plannen voor Hoef & Haag, een 60‐tal seniorenwoningen worden gebouwd door LekstedeWonen die levensloopbestendig zijn. Daarmee komt het totaalaanbod op 460 woningen die levensloopbestendig zijn bij een vraag van 500 woningen in de (sociale) huursector.
Woonvisie Vianen 2015‐2018: Programma Wonen 2015‐2025 (Deel 2)
14
Naast de sociale sector zal de vraag naar levensloopbestendige woningen ook toenemen in de koopsector tot 700 woningen. Dit betekent niet alleen een verdere aanpassing van de woningen in de huursector om deze meer levensloopbestendig te maken, maar ook de koopsector. En daar waar in de (sociale) huursector LekstedeWonen de belangrijkste partner is en afspraken kunnen worden gemaakt over het aanbod levensloopgeschikte woningen middels prestatieafspraken, zal in de koopsector voornamelijk de samenwerking moeten worden gezocht met de marktpartijen en in moeten worden gezet op voorlichting richting de eigenaren van de woningen. En samen met lokale en regionale partners ( projectontwikkelaars, aannemers, bewonersverenigingen en provincie) optrekken om de bestaande bouw en nieuwbouw verder levensloopbestendig te maken. Voor Vianen zal het hierbij voornamelijk gaan om voldoende levensloopbestendig maken van de woningen, zoals ook beschreven in het pilotproject van de provincie Utrecht2. Doel hierbij is om senioren te stimuleren hun koopwoning aan te passen. Hierbij gaat het om onder meer de volgende activiteiten: geen drempels of treden tot de voordeur, goede verlichting, domotica/automatisering, alarmering, eventuele verplaatsing slaap‐ en badkamer beneden, extra beugels en leuningen en aangepast sanitair. De rol van de gemeente zal hierbij voornamelijk een faciliterende zijn, onder meer door soepeler vergunningsbeleid op het gebied van woningaanpassing, informeren van de bewoners van de koopwoningen en de verschillende partijen met elkaar in contact te brengen. Streven hierbij is om voldoende aanbod in levensloopgeschikte woningen te kunnen creëren, waarbij bewustwording onder de doelgroep een voorwaarde voor succes is. Zo blijkt ook uit het pilotproject van de provincie Utrecht dat een groot deel van de doelgroep (55‐plussers) van mening is, al dan niet terecht, dat hun woning al geschikt is. Daarnaast is het belangrijk om te beseffen dat het onderwerp, het aanpassen van de woning, voor ouderen een gevoelig onderwerp is vanwege het geconfronteerd worden met (toekomstige) beperkingen als gevolg van het ouder worden. Het inzetten op comfort en gemak is daarom een cruciale om de doelgroep te bereiken. Wijkservicepunten & seniorenwoningen Wat betreft de bereikbaarheid van zorg in de gemeente spelen wijkservicepunten een belangrijke rol. Deze servicepunten maken dat zorg voor verschillende hulpbehoevende doelgroepen, waaronder de senioren, in betrekkelijke nabijheid te vinden is. Door onder meer de realisatie van de Hof van Batenstein en de Plataan in zowel De Hagen als Helsdingen kunnen hier zorgbehoevende senioren terecht. In beide wijken wonen rondom de wijkservicepunten namelijk relatief veel zorgbehoevenden, die met de komst van de servicepunten beter bediend kunnen worden, zowel intramuraal als extramuraal. Verder wordt het wijkservicepunt Zijderveld ontwikkeld voor deze groep en zal in het project van de Wilhelminastraat e.o. ook een klein complex voor ouderen gerealiseerd worden. In Zijderveld wordt eveneens een complex voor ouderen gerealiseerd (start bouw 2014). In Helsdingen zijn in de Plataan van Helsdingen al ouderenappartementen gerealiseerd.
2
‘Draaiboek en Stappenplan: Voor een gemeentelijk project Uw Huis, Uw Toekomst’. Provincie Utrecht, 2011.
Woonvisie Vianen 2015‐2018: Programma Wonen 2015‐2025 (Deel 2)
15
Deze ontwikkelingen sluiten aan op de groeiende vraag naar verzorgd wonen (wonen in een complex met zorg, wonen en zorg wel gescheiden), deze vraag zal toenemen van 120 naar 180 woningen in 2022. Na de realisatie van de wijkservicepunten, moet ook nog gekeken worden naar aanpassingen in de omgeving van servicepunten. Denk hierbij aan het verlagen van trottoirs. Samenvattend De vergrijzing leidt tot een toenemende vraag naar levensloopbestendige woningen in Vianen, waarbij het aanbod in de toekomst niet toereikend zal zijn bij het huidige aanbod. Dit betekent dat bestaande woningbouw verder levensloopbestendig moet worden gemaakt, zowel de particuliere als de sociale woningvoorraad. De gemeente kan hierbij faciliteren door een soepeler vergunningenbeleid op het gebied van woningaanpassingen, te informeren en partijen met elkaar in contact te brengen. De wijkservicepunten in de gemeente dragen verder bij aan de bereikbaarheid van zorg voor de inwoners van Vianen. Programma Duurzaamheid Actueel woonbeleid Om een woonbeleid te hebben dat breed wordt gedragen onder de stakeholders van de Viaanse woningmarkt en aansluit op de praktijk, is afstemming en samenwerking met andere partijen van vitaal belang. De inwoners van Vianen en de ondernemers die opereren op de Viaanse woningmarkt, ervaren immers op dagelijkse basis de ontwikkelingen op de woningmarkt, deels door wat op gemeentelijk niveau wordt besloten. In april 2014 is daarom gestart met een bijeenkomst voor lokale marktpartijen om te kijken naar de starters op de Viaanse woningmarkt, en dan specifiek naar de startersleningverordening. De feedback vanuit de zaal om de bindingseisen in de verordening los te laten, is op korte termijn opgevolgd en aangepast in de verordening. Hier werd enthousiast op gereageerd, net als de uitnodiging voor een vervolgsessie in juli 2014 om te kijken naar de Viaanse woningmarkt in het algemeen. Doel is om jaarlijks met de marktpartijen om tafel te zitten en de actuele ontwikkelingen op de lokale en regionale woningmarkt te bespreken en daar waar nodig op in te springen door middel van aanpassing van beleid en/of activiteiten. Het behouden van het landelijke karakter van de gemeente kan gewaarborgd worden door het buitengebied te behandelen zoals is beschreven in de Landschapsvisie; het volgen van de rode contouren, geen/beperkte bouw in het buitengebied en daar mogelijk een recreatieve invulling. Door inspreekavonden voor bebouwingsprojecten te organiseren, worden belanghebbenden tijdig betrokken bij deze projecten, waardoor het draagvlak wordt vergroot.
Woonvisie Vianen 2015‐2018: Programma Wonen 2015‐2025 (Deel 2)
16
Energieverbruik Door als gemeente een actieve rol te pakken in het verduurzamen van het Viaanse woningaanbod met beperkte (financiële) middelen, is samenwerking met inwoners en ondernemers een must. Met LekstedeWonen zijn prestatieafspraken gemaakt over het verduurzamen van het bestaande woningaanbod en de bouw van duurzame nieuwe woningen. Ondernemers en inwoners die zich inzetten voor het verduurzamen van de woningen kunnen worden gefaciliteerd door de gemeente. Zo worden verschillende bijeenkomsten georganiseerd door lokale marktpartijen voor eigen woningbezitters over het verduurzamen van de woning, gepromoot via de gemeentelijke communicatiekanalen. Daarnaast kunnen inwoners op de gemeentelijke website zelf achterhalen of men een vergunning nodig heeft voor bepaalde energiebesparende maatregelen (zonnepanelen, warmtepompen, isolatie) en wat het oplevert. Dit past binnen de rol van de gemeente als verbinder en facilitator.
Op regionaal niveau wordt intensiever samengewerkt om woningbezitters over te halen om hun woning te verduurzamen. Zo is een regionale samenwerking opgezet om in het kader van het Energieakkoord meer (financiële) middelen te hebben om deze doelgroep te bereiken. Deze regionale samenwerking, samen met de privaat‐publieke samenwerking, zal verder worden uitgebreid. Zo wordt verder gekeken naar het in gebruikstellen van de waterkrachtcentrale Stuw Hagenstein, het inzetten op lokale energie coöperaties en gezamenlijke groene energie inkoop en de promotie van energiescans, zonnepanelen en boilers. Als het gaat om nieuwbouw, dan is het uitgangspunt dat er zo duurzaam mogelijk wordt gebouwd. Bij nieuw te ontwikkelen projecten is een bindende voorwaarde dat er klimaatneutraal wordt gebouwd. Samenvattend
Woonvisie Vianen 2015‐2018: Programma Wonen 2015‐2025 (Deel 2)
17
De programma’s Vitaliteit &Leefbaarheid, Wonen & Zorg en Duurzaamheid schetsen het kader voor de toekomstige woningbouwprojecten, van nieuwbouw tot renovatie. Gericht op een verdere bevolkingsgroei tot 21 duizend inwoners rekening houdend met de identiteit van Vianen en borgen van de vitaliteit van de gemeente. Daarbij per project bekijken wat de actuele behoefte is, nu en in de toekomst, en hierin de samenwerking daar waar mogelijk zoeken met lokale marktpartijen en inwoners. Het verder levensloopbestendig maken en verduurzamen van bestaande woningen en nieuwbouw, het behouden van jongeren voor Vianen en het aantrekken van gezinnen naar Vianen zijn speerpunten hierin.
5. BOUWLOCATIES Wat betekenen deze programma’s voor het bouwen in Vianen? Een vergrijzende bevolking, de wens om als gemeente te groeien en de verschillende doelgroepen goed te kunnen bedienen, hebben ook gevolgen voor de te verwachte projecten. In de autonome bevolkingsgroei van 500 huishoudens tot 2022 zal door de lopende en aankomende projecten worden voorzien, zo is de verwachting. Hoef & Haag is dan in zijn totaliteit beschikbaar voor ‘buitenstaanders’ en de verdere bevolkingsgroei tot 21 duizend inwoners. Er is dan geen overcapaciteit meer voor eventuele nieuwe ontwikkelingen in de kleine kernen Hagestein en Everdingen, of voor herstructurering in de stad Vianen. Dit maakt dat de individuele ontwikkelingen van alle locaties extra aandacht vraagt op het gebied van wat gaan we bouwen en voor wie, om zo te voorkomen dat voor leegstand wordt gebouwd of woningen op voorhand niet verkocht gaan worden. Per project wordt de afweging gemaakt voor welke doelgroep wordt gebouwd en of sociale huur of koop wordt gerealiseerd. Per lopend project wordt een overzicht gegeven van de planning. De peildatum hierbij is augustus 2014 en betreft een prognose, projecten kunnen door veranderende (markt) omstandigheden nog qua omvang of type veranderen. Reeds lopende projecten waarvan de planontwikkeling reeds in een ver gevorderd stadium zijn: Vijfheerenlanden – Sociale huur. Slopen en nieuwbouw gebouw 3 (Goudhaver) capaciteit 34 woningen, prognose start bouw 2016, waarvoor er eerst 58 worden gesloopt (‐/‐ 24 won.) Hogeland – Sociale huur. Wilhelminastraat e.o., slopen 2013‐2014 en nieuwbouw 2014 capaciteit 70 woningen, waarvan 50 vervanging (+ 20 won.) Vijfheerenlanden – Sociale huur. Hoekenstraat, deel I en II. Prognose start bouw 2015 capaciteit 20 woningen en 7 grondgebonden woningen. Zijderveld – Sociale huur en koop. Dorpsweg. Start bouw 2014, vervolg 2015. Capaciteit 30 woningen, waarvan 4 vervanging (+ 26 won.) Zijderveld – Sociale huur. De Boomgaard. Prognose start bouw 2016. Capaciteit 22 woningen Landgoederen Ossenwaard. Prognose start bouw 2016. Capaciteit 12 woningen, waarvan 7 vervanging (+ 5 won.). Hogeland – Sociale huur. Stammershoefstraat e.o., slopen en nieuwbouw. Prognose start bouw 2016. Capaciteit 42 woningen, waarvoor er eerst 54 worden gesloopt (‐/‐ 12 won.) Clarissenhof. Sociale huur en koop. Prognose start bouw 2016. Capaciteit 56 woningen, waarvan 1 vervanging (+ 55 won.) De Bleek. Koop. Prognose start bouw 2015.
Woonvisie Vianen 2015‐2018: Programma Wonen 2015‐2025 (Deel 2)
18
capaciteit 10 woningen (restant). Nieuwe nog ‘vrij’ te ontwikkelen locaties Hoef & Haag. Sociale huur en koop. capaciteit 1800 woningen tot na 2030, 100 units per jaar. Prognose start bouw 2017. Sluiseiland. Koop/ (Middel)dure huur. capaciteit nog nader te bepalen. Helsdingen. Sociale huur en koop. capaciteit 100 woningen (restant) Monnikenhof – Park De Looch Nog geen aantallen bekend. Zorglandgoed Capaciteit 24 woningen Totale capaciteit in reeds lopende plannen 74 woningen in Vianen 48 woningen in Zijderveld 5 woningen op Ossenwaard ‐‐‐‐‐ 135 woningen (netto) Totale capaciteit in nog ‘vrij’ te ontwikkelen locaties 107 woningen excl. H&H/Sluiseiland 24 woningen op het zorglandgoed ‐‐‐‐‐ 131 woningen excl. Hoef & Haag 300 woningen Hoef & Haag tot 2019 500 woningen Hoef & Haag 2020‐2024 ‐‐‐‐‐ 1058 woningen incl. H&H, excl. Sluis. In bijlage 2 een overzicht van de huidige plannen voor deze woningbouwlocaties, zoals opgenomen in de planmonitor voor de Provincie Utrecht (stavaza juni 2014).
Woonvisie Vianen 2015‐2018: Programma Wonen 2015‐2025 (Deel 2)
19
Literatuurlijst Woonvisie 2005 – 2009 Gemeente Vianen Nota Herijking Woonvisie 2005 – 2009 Gemeente Vianen Regionale Woonvisie 2030 Prestatieafspraken volkshuisvesting regio Utrecht 2005 – 2015 Samenwerkingsovereenkomst Wonen Vianen 2010 – 2014 Woonwensenonderzoek 2013 Vianen Toekomstvisie 2025 CBS‐cijfers uit StatLine, via www.cbs.nl Planmonitor Wonen Provincie Utrecht, volgens gemeentelijke opgave De weg naar woonservicezones
Woonvisie Vianen 2015‐2018: Programma Wonen 2015‐2025 (Deel 2)
SBGO Gemeente Vianen Bestuur Regio Utrecht Bestuur Regio Utrecht BMC Companen Gemeente Vianen CBS LaaglandAdvies
20
BIJLAGE 1 UITVOERINGSMAATREGELEN 2008‐2014 In de periode 2008‐2014 zijn, op basis van het woonbeleid een 17‐tal uitvoeringsmaatregelen uitgevoerd. Zo heeft de gemeente Vianen samen met LekstedeWonen prestatieafspraken gemaakt, ondermeer over de woningtoewijzing, levensloopbestendigheid en duurzaamheid van nieuw te bouwen woningen, zijn er wijkservicepunten gerealiseerd en woningen gebouwd voor ouderen en jongeren in Vianen. Uitvoeringsmaatregel 1: Met behulp van een programmamanager de ambities uit het rapport “De weg naar Woonservicezone…” concreet maken. In 2008 is het onderzoek naar kansen en knelpunten voor woonservicezones afgerond. De toenmalige klankbordgroep werd omgevormd tot een stuurgroep die de aanbevelingen uit het onderzoek begeleidt, de vorderingen bespreekt en waar nodig plannen op elkaar afstemt. In de stuurgroep zitten vertegenwoordigers van lokale aanbieders van organisaties op het gebied van wonen, welzijn en zorg en belangenbehartigers van cliënten. In 2010 kon dankzij subsidie van de BRU een programmamanager worden aangetrokken, die zich vooral heeft bezig gehouden met lacunes in vraag en aanbod in Monnikenhof en Amaliastein. Dat mondde uit in een plan nabuurschap waarbij de ontwikkeling van een wijksteunpunt een belangrijke doelstelling is geworden. Het plan is geadopteerd door de Stichting Bewonersorganisatie Monnikenhof die in het kader van het wijkgericht werken was ontstaan en inmiddels tal van activiteiten in de wijk ontwikkelt en uitvoert en een belangrijke gesprekspartner van de gemeente is geworden. De stuurgroep bespreekt nog steeds tweemaal per jaar een gezamenlijk uitvoeringsprogramma voor wonen, welzijn en zorg. De plannen komen steeds meer in het teken te staan van de landelijke ontwikkelingen die op ons af komen in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning. Vooral de transitie van de AWBZ naar de WMO en het feit dat de toegang tot een verzorgingshuis steeds moeilijker wordt, hebben grote gevolgen voor gemeenten. In de onderhavige periode is het nieuwe Hof van Batenstein gerealiseerd en De Plataan nadert zijn voltooiing. In Zijderveld wordt een wijkservicepunt ontwikkeld. Uitvoeringsmaatregel 2: Aansluiten bij het provinciale programma “Uw huis, uw toekomst” over de toegankelijkheid van woningen en onderzoek doen naar de mogelijkheid van een systeem van “zachte” leningen voor het opplussen van woningen. Vanuit de Provincie Utrecht is een systeem ontwikkeld voor huisbezoeken en aanbrengen van voorzieningen. Het rapport en de handleiding zijn nog niet op de website gezet. Onderzocht moet nog worden of de gemeente hiermee verder wil (beschikbaar stellen van gelden en ondersteuning). Uitvoeringsmaatregel 3: Bij de (her)ontwikkeling van woningbouwprojecten uit gaan van 30 % voor seniorenhuisvesting. In Helsdingen zijn in de Plataan van Helsdingen ouderenappartementen gerealiseerd. In De Bleek zijn patiowoningen gebouwd. Deze zijn niet specifiek bestemd voor senioren, maar daarvoor wel geschikt. In het project Wilhelminastraat e.o. zal ook een klein complex voor ouderen gerealiseerd worden. In Zijderveld wordt eveneens een complex voor ouderen gerealiseerd (start bouw 2014).
Woonvisie Vianen 2015‐2018: Programma Wonen 2015‐2025 (Deel 2)
21
Uitvoeringsmaatregel 4: In de kleine kernen de mogelijkheid onderzoeken van de combinatie senioren‐ en jongerenhuisvesting in de voor hen geschikte woningtypes. Deze maatregel is in de afgelopen jaren niet specifiek toegepast. Wel is er bij elk project aandacht voor de mogelijkheden voor starters en/of senioren. Maar de combinatie is niet gevonden. Uitvoeringsmaatregel 5: Bij de bouw van appartementen uit gaan van woningen, die voldoen aan de criteria van een nultredenwoning. LekstedeWonen past het nultreden‐criterium toe in het PvE voor de appartementen. Dit is o.a. gebeurd bij de Plataan en deels ook bij de aanpak van het groot onderhoud in de Vijfheerenlanden. Bij de appartementen voor de doelgroep voor nultredenwoningen in Zijderveld is dit criterium ook toegepast. Uitvoeringsmaatregel 6: Bij de bouw van eengezinswoningen uit gaan van woningen, die voldoen aan de criteria van aanpasbaar bouwen. GPR‐gebouwen wordt als voorwaarde opgenomen in overeenkomsten. De woningen die LEKSTEDEWONEN bouwt worden getoetst met behulp van het GPR‐gebouwen. Uitgangspunt is dat op alle onderdelen een 7 wordt gehaald. Dat lukt niet altijd. Wel gemiddeld een 7. Daarnaast wordt Woonkeur voor zowel de woning als de woonomgeving toegepast en het Politie Keurmerk Veilig Wonen. LekstedeWonen heeft dit toegepast bij de nieuwbouwwoningen in de Plataan, de Poort, de Bleek en de Wilhelminastraat. Voor extra draagkracht en onderbouwing heeft LekstedeWonen een convenant gesloten met de VAC Wonen Vianen en voeren zij overleg met het gehandicaptenplatform, om zo hun adviezen mee te nemen in het ontwerp. De adviezen worden ook grotendeels door LekstedeWonen opgevolgd. Uitvoeringsmaatregel 7: De combinatie van wonen, zorg‐ en dienstverlening is bij het onderzoek naar de differentiatie van de nieuwbouwcomplexen leidraad. Er is in de afgelopen jaren geen specifieke aandacht geweest voor deze combinatie. Dit wordt overigens wel steeds belangrijker, omdat de bevolking steeds ouder wordt, langer zelfstandig blijft wonen, o.a. als gevolg van het rijksbeleid ten aanzien van de zorg. Uitvoeringsmaatregel 8: Bij de huisvesting van statushouders focussen op de toewijzing van de meest geschikte woning. De achterstand op de taakstelling voor de huisvesting van statushouders in ingelopen. Met ingang van oktober 2012 is de werkwijze van de COA veranderd. Een gemeente hoeft nu niet meer woningen aan te dragen en af te wachten of er verblijfsgerechtigden zijn die in Vianen willen wonen. Dat is omgedraaid. Het COA draagt nu mensen voor, waarbij de gemeente samen met LEKSTEDEWONEN een geschikte woning zoekt. Met LEKSTEDEWONEN is afgesproken dat er geen wijken worden uitgesloten, maar dat de best beschikbare woning wordt gezocht voor de aangedragen personen. Het COA geeft voorrang aan gemeenten die een achterstand hebben opgelopen in de betreffende huisvesting. Tot die laatste categorie behoort Vianen niet.
Woonvisie Vianen 2015‐2018: Programma Wonen 2015‐2025 (Deel 2)
22
Uitvoeringsmaatregel 9: Onderzoeken of “wonen boven winkels” de mogelijkheden voor het wonen op kamers kan vergroten. Door LEKSTEDEWONEN zijn de mogelijkheden onderzocht. Daarbij is geconstateerd dat kamerbewoning boven winkels momenteel nauwelijks haalbaar is als gevolg van wet‐ en regelgeving. In het recent vastgestelde bestemmingsplan voor het centrum van Vianen is het wonen boven winkels wel mogelijk gemaakt. Het is echter aan de eigenaren van de betreffende panden om te bezien hoe ze de etages willen gebruiken. Vaak is er geen gescheiden opgang, wat verhuur van etages lastiger maakt. Uitvoeringsmaatregel 10: Onderzoeken of leegstaande bedrijfs‐ en kantoorruimten in of nabij de bewoonde omgeving alsmede vrijkomende agrarische bebouwing geschikt te maken is voor het wonen als woongroep of als appartementencomplex (eventueel met wooneenheden) voor jongeren. Er zijn in Vianen geen geschikte panden waar het herbestemmen tot woningbouw haalbaar is. Uitvoeringsmaatregel 11: Bij de (her)ontwikkeling van woningbouwprojecten uit gaan van 20% voor jongerenhuisvesting. In de afgelopen periode zijn er in de volgende projecten starterswoningen gebouwd voor jongeren: De Poort (Hagenstein), De Bascule, Wilhelminastraat, De Looch, De Bleek, Helsdingen en Zijderveld. Bij de herstructurering in de Vijfheerenlanden wordt een deel van de woningen specifiek voor jongeren aangepast en gelabeld. LekstedeWonen heeft momenteel 123 woningen gelabeld voor jongeren. De volgende projecten zijn nog in voorbereiding: Clarissenhof, Hoef&Haag, Hoekenstraat (CPO). Om de doorstroming in jongerenwoningen te bevorderen zijn we gestart met een experiment met behoud van inschrijftijd. Hierdoor kunnen jongeren makkelijker weer doorstromen om de volgende stap op de woningmarkt te maken en de specifiek voor jongeren bedoelde woningen weer beschikbaar te maken voor nieuwe starters. Uitvoeringsmaatregel 12: Samen met LEKSTEDEWONEN het concept Koopgarant blijven inzetten en de varianten voor goedkoop bouwen onderzoeken, zoals Collectief Particulier Opdrachtgeverschap en Co‐ontwikkeling, het corporatie alternatief voor particulier opdrachtgeverschap. LEKSTEDEWONEN heeft op dit moment ongeveer 40 Koopgarantwoningen (in Helsdingen, Poort van Hagestein en De Bleek). Het blijkt in de praktijk een duur concept te zijn, vanwege de hoge kosten. Voor de projecten waarvoor concrete afspraken zijn gemaakt zullen deze worden doorgezet (Hoef&Haag, Hoekenstraat CPO). In 2014 zullen nieuwe afspraken gemaakt worden over dit concept. Uitvoeringsmaatregel 13: In het najaar van 2009 starten LEKSTEDEWONEN en de gemeente besprekingen ten behoeve van nieuwe prestatieafspraken. De gemeente heeft met LEKSTEDEWONEN prestatieafspraken vastgelegd voor de jaren 2010 – 2014. In 2012 zijn deze afspraken geëvalueerd en in 2013 zijn de afspraken voor 2013 en 2014 geconcretiseerd en aangevuld. Verder is afgesproken op basis van het woningmarktonderzoek en een nieuw beleid in 2014 nieuwe prestatieafspraken op te stellen.
Woonvisie Vianen 2015‐2018: Programma Wonen 2015‐2025 (Deel 2)
23
Uitvoeringsmaatregel 14: Op grond van de Verordening VROM Startersleningen Vianen de verkoop van goedkopere woningen stimuleren door het verstrekken van startersleningen aan ingezetenen van de provincie Utrecht. De gemeente verstrekt al sinds 2005 startersleningen. Daarbij wordt ingespeeld op ontwikkelingen bij provincie en Rijk. De provinciale regeling is inmiddels vervallen, maar het rijk heeft eind 2012 opnieuw budget beschikbaar gesteld voor de startersleningen. Omdat het aantal aanvragen toeneemt, heeft de raad in januari 2013 nieuw budget beschikbaar gesteld. De regeling staat open voor Vianezen die voor het eerst een woning in de gemeente kopen. Dat kan zowel in de nieuwbouw als in de bestaande bouw zijn. Uitvoeringsmaatregel 15: Differentiatie én variatie zullen leidende begrippen zijn bij de ontwikkeling van nieuwe en bestaande woonlocaties. Deze maatregel is uitgangspunt geweest voor het in 2009 herijkte Masterplan Vijfheerenlanden. Ook in het project Wilhelminastraat e.o. is deze uitvoeringsmaatregel betrokken. Uitvoeringsmaatregel 16: Gemeente en LEKSTEDEWONEN onderzoeken samen of Lokaal Maatwerk ingezet kan worden voor de wijk Monnikenhof. Elk jaar worden nieuwe afspraken gemaakt over het Lokaal Maatwerk. Ook voor de wijk Monnikenhof is het Lokaal Maatwerk ingezet. In 2012 is het o.a. ingezet voor de appartementen in de Plataan van Helsdingen. Daarnaast speciale aandacht voor de herplaatsingen in de Vijfheerenlanden en de kernbinding in de kleine kernen. Uitvoeringsmaatregel 17: Bij de formulering van nieuwe Prestatieafspraken tussen gemeente en LEKSTEDEWONEN rekening houden met de inhoud van de Regionale Prestatieafspraken. De Regionale Prestatieafspraken zijn meegenomen in de vastgestelde prestatieafspraken tussen gemeente en LEKSTEDEWONEN.
Woonvisie Vianen 2015‐2018: Programma Wonen 2015‐2025 (Deel 2)
24
Woningbouw in aantallen: In de periode 2005 – 2012 zijn de volgende woningen gebouwd:
In de periode 2005 – 2009 in totaal 301 woningen. In de periode 2010 – 2011 in totaal 63. In 2012 zijn 61 woningen toegevoegd aan de voorraad, waarvan 57 door nieuwbouw. (Vanwege de overgang naar de BAG = basisadministratie gebouwen, hanteert het CBS vanaf 2012 een nieuwe tabel.)
In de periode 2005 – 2009 is de woningvoorraad toegenomen met 217 woningen. In de periode 2010 – 2011 nog eens met 51 woningen. En in 2012 met 61 woningen (zie vorige pagina) tot een totaal van 8117 woningen.
Woonvisie Vianen 2015‐2018: Programma Wonen 2015‐2025 (Deel 2)
25
Voor de oplettende lezer: Het aantal woningen op 31 december 2011 is in de beide tabellen van het CBS niet hetzelfde (8026 op 31 december 2011 en beginvoorraad 2012 8056). Voor de latere berekeningen over de sociale voorraad gaan we uit van de laatst bekende woningvoorraad bij het CBS (31‐12‐2012 8117 woningen). Woonvisie Vianen 2015‐2018: Programma Wonen 2015‐2025 (Deel 2)
26
Bijlage 2 Samenvatting Uitkomsten Woonwensenonderzoek Resultaten Bevolking Minder een gezinsstad, vergrijzing zet door en stabilisatie bevolkingsomvang Op 1 januari 2013 heeft de gemeente Vianen 8117 woningen op een bevolking van 19670 inwoners. Dat zijn gemiddeld 2,4 bewoners per huishouden en ligt iets boven het landelijk gemiddelde van 2,2 bewoners per huishouden. Bevolkingsontwikkeling, op 31 december:
Uit het woonwensenonderzoek blijkt dat de bevolkingsontwikkeling stabiliseert. De uitstroom is groter dan de instroom, maar dat wordt gecompenseerd door het iets grotere geboorteoverschot. Vianen verliest haar functie als gezinsstad. De jongere mensen en startende gezinnen vertrekken, terwijl het migratiesaldo van senioren wel positief is. De mensen die de gemeente hebben verlaten doen dat meestal om persoonlijke motieven die nauwelijks zijn te beïnvloeden door het woningaanbod. De vertrekkers die zelfstandig zijn gaan wonen zijn mogelijkerwijs te verleiden om weer in Vianen te gaan wonen. Daarbij moet aandacht zijn voor (behoefte aan) rust en het opheffen van het gebrek aan voorzieningen. Ook de betaalbaarheid van de woningen en de aantrekkelijkheid van de ligging kunnen een rol spelen hierbij. Daarbij zet de huishoudingsverdunning ook in Vianen door, evenals de vergrijzing. Op basis van een autonome huishoudensontwikkeling is er de komende tien jaar behoefte aan circa 500 woningen (tot 2022). Deze kunnen voor een aanzienlijk deel op Sluiseiland worden gerealiseerd. Met daarnaast de herstructurering van de Vijfheerenlanden en de uitbreidingslocatie Hoef & Haag. Resultaten Wonen Woonaantrekkelijkheid onder gemiddeld, benodigde kernvoorraad en verschuiving woonwensen Het onderzoek laat zien dat de woonaantrekkelijkheid van de gemeente Vianen onder gemiddeld is. We scoren goed op economie, recreatie, weinig misdaad en bereikbaarheid per auto. Maar, helaas, minder dan gemiddeld op de historische binnenstad, de winkels, overlast, verkeersveiligheid en bereikbaarheid per openbaar vervoer. De Oude Stad is het hoogst gewaardeerd en daarna Hagestein. De wijk Vijfheerenlanden scoort het slechtst. Daarbij moet wel opgemerkt worden dat na afronding van de herstructurering deze score waarschijnlijk hoger zal worden. Door de economische crisis passen de mensen hun woonwensen aan. Er is een verschuiving richting de huurwoningmarkt waarneembaar. Onder starters en senioren is de wens voor een huurwoning meer dan 80 %. Bij de een‐ en tweepersoonshuishoudens en de gezinnen ligt de wens voor een huurwoning net iets boven de 40 %.
Woonvisie Vianen 2015‐2018: Programma Wonen 2015‐2025 (Deel 2)
27
De druk op de huurwoningmarkt neemt langzaam toe, terwijl de mutatiegraad lager wordt. De wachttijd voor een huurwoning in Vianen is inmiddels opgelopen tot negen jaar. Ondanks de toenemende druk op de huurwoningmarkt is het aantal mensen dat wil verhuizen naar een huurwoning in Vianen niet zo hard gestegen als in de buurgemeenten. Dit ligt in de lijn met de relatief ontspannen koopmarkt. De verhuisgeneigdheid is het grootst onder starters. Hun wens is ook het meest urgent. De mensen die recent in Vianen zijn komen wonen hebben dat primair gedaan vanwege de beschikbaarheid van woningen, waarbij de aanwezigheid van vrienden en familie, maar ook van natuur, rust en ruimte belangrijk blijken te zijn. De dorpse woonomgevingskenmerken worden het meest gewaardeerd, maar de voorzieningen moeten wel dichtbij liggen. Dit sluit aan bij het gewenste woonmilieu van de verhuisgeneigden, namelijk het dorpscentrum. De beschikbare kernvoorraad in Vianen is in principe toereikend om in de behoefte te voorzien. Het woonwensenonderzoek heeft naast de algemene wensen ook ingezoomd op de ontwikkellocatie Hoef & Haag. De ambitie van gemeente en LEKSTEDEWONEN voor Hoef & Haag is zeer uitdagend te noemen, omdat hier grotendeels voor de bovenlokale vraag gebouwd gaat worden. Daarom zijn bij de ontwikkeling van deze woonwijk de volgende aandachtspunten van belang. Deze punten worden hier kort aangestipt, omdat zij bij de uitwerking van het kader uitgebreider aan bod komen. Aandachtspunten voor Hoef & Haag zijn: ‐ woonaantrekkelijkheid ‐ concurrentie binnen de regio ‐ doelgroepen en populariteit (of het gemis daarvan) onder de huidige inwoners van Vianen ‐ woonmilieu: dorpscentrum en dorpsrand, met veel ruimte en lucht ‐ afzettempo ‐ programma voor de huursector. Speciale aandacht is ook nodig voor de gevolgen van de wijzigingen in de zorg, waardoor de vraag naar alle vormen van wonen met zorg zal toenemen. Daarbij is onderscheid gemaakt tussen verzorgd wonen en levensloopgeschikte woningen. In het kader voor het wonen zal verder worden ingezoomd op de wensen van de verschillende doelgroepen, starters, huishoudens met 1‐2 personen tot 55 jaar, gezinnen en huishoudens met 1‐2 personen vanaf 55 jaar. Daarbij zal ook gekeken worden naar de wensen voor de kleine kernen en de verschillende wijken in Vianen. Huidige woningvoorraad en bevolkingsontwikkeling Vianen In de periode 2005 – 2009 zijn er in totaal 301 woningen toegevoegd aan de woningvoorraad in Vianen. In de periode 2010 – 2011 ging het om een totaal van 63 en in 2012 zijn 61 woningen toegevoegd aan de voorraad, waarvan 57 door nieuwbouw. De totale productie voor 2005‐2012 komt hiermee uit op 424 woningen. Op een totaal van 8117 woningen heeft LEKSTEDEWONEN op 1 januari 2013 24943 sociale huurwoningen in Vianen, waarmee het percentage sociale huur uitkomt op 30,7 %. Daarmee zit de sociale verhuur net boven de in Vianen en in de BRU afgesproken grens van minimaal 30 % sociale huurwoningen. Kijkend naar de sociale koopvoorraad, dan ligt het percentage een stuk lager. Op basis van de WOZ‐ waarde 2013 zijn er 12344 koopwoningen met een WOZ‐waarde < € 200.000. Daarvan hebben 268 woningen een WOZ‐waarde < € 175.000 (koopprijsgrens voor bestaande woningen). 3
Opgave van LekstedeWonen, DAEB (Sociaal), verhuureenheden in exploitatie, woningen.
Woonvisie Vianen 2015‐2018: Programma Wonen 2015‐2025 (Deel 2)
28
Voor het bepalen van de sociale koopvoorraad gaan we uit van deze laatste grens5, dit is immers ook de gehanteerde grens in de Regionale Woonvisie 2030. De sociale koopvoorraad voor bestaande woningen beslaat daarmee slechts 3,3 % van de totale woningvoorraad. Totale sociale voorraad (huur + koop) bedraagt 34% van de totale woningvoorraad in Vianen. De bevolkingsontwikkeling in Vianen blijft, als gevolg van te weinig bouwen en een afnemende gemiddelde woningbezetting achter bij de gewenste groei voor periode 2005‐2012 (zie vorige figuur Bevolkingsontwikkeling). 4
Opgave van Gemeente Vianen, WOZ‐registratie 2013, alle woningen minus de woningen van LekstedeWonen in die prijsklasse. Koopprijsgrens voor bestaande woningen € 175.000, voor nieuwbouwwoningen € 200.000.
5
Woonvisie Vianen 2015‐2018: Programma Wonen 2015‐2025 (Deel 2)
29
Definities/beschrijvingen woningen met zorg Seniorenwoning: Er bestaat niet echt een eenduidige lijst met prestatie‐eisen waaraan een dergelijke woning moet voldoen. Vrijwel alle woningtypen zijn geschikt voor senioren om te wonen, als ze maar voldoen aan een aantal bouwkundige eisen. Als de woning voldoet aan het basispakket van het certificaat WoonKeur is de kwaliteit, ook voor senioren, gewaarborgd en kan men er ook wonen als er gebruik gemaakt wordt van een handbewogen rolstoel. In sommige gevallen is een woning met een binnentrap minder geschikt wanneer een transfer (overstap) van rolstoel naar traplift niet mogelijk is. Nultredenwoning: Dit is een woning die extern en intern toegankelijk is. Extern toegankelijk: de woonkamer is vanaf de straat bereikbaar zonder trappen te hoeven lopen. Intern toegankelijk: de primaire vertrekken (keuken, toilet, badkamer, en tenminste 1 slaapkamer) zijn zonder traplopen bereikbaar vanuit de woonkamer. Bij een nultredenwoning worden geen eisen gesteld aan de afmetingen van de diverse ruimten. Indien de badkamer en de slaapkamer (te) klein zijn kan de bewegingsvrijheid te beperkt zijn en het verlenen van zorg een probleem. In een nultredenwoning kan een trap aanwezig zijn, maar dan moet die wel geschikt zijn voor een traplift, waarbij er bij de eerste en laatste trede voldoende ruimte is voor de transfer. Verder moet er dan wel op beide verdiepingen een toilet aanwezig zijn. Levensloopgeschikte woningen: Dit zijn woningen die voldoen aan drie criteria: • Nultreden toegankelijk, dus extern en intern toegankelijk. In principe zijn zij geschikt voor bewoning in alle levensfasen, dus ook voor ouderen en mensen met een handicap, maar bovendien voldoen zij aan een aantal aanvullende eisen, te weten: ‐ Ze zijn ook intern geschikt, dat wil zeggen er is voldoende ruimte om te manoeuvreren met rollator of rolstoel. ‐ Deze woningen liggen in een geschikte woonomgeving (met essentiële voorzieningen binnen loopafstand: winkels voor dagelijkse levensbehoeften, halte openbaar vervoer, bankfiliaal of postkantoor). Voor nieuwbouw geldt voor levensloopgeschikte woningen als eisenpakket het consumentenkeurmerk WoonKeur (voorheen: Seniorenlabel), als norm voor bestaande woningen geldt het SEV‐ Oppluslabel.
Woonvisie Vianen 2015‐2018: Programma Wonen 2015‐2025 (Deel 2)
30
Verzorgd wonen:
Beschermd wonen:
Intramuraal wonen:
Woningen in deze categorie zijn zelfstandige woningen of wooneenheden die naast de eisen van toegankelijkheid en levensloopgeschiktheid ook voldoen aan de eis van de aanwezigheid van zorginfrastructuur in de directe omgeving. Deze zorginfrastructuur maakt het mogelijk woonzorgarrangementen aan te bieden met zorg op afroep. Voor de zorginfrastructuur wordt momenteel het referentiekader bouwkundige zorginfrastructuur van het College Bouw gehanteerd. Onder deze categorie vallen woon‐zorgcomplexen voor ouderen, begeleide woonvormen voor verstandelijk gehandicapten en Fokuswoningen voor ernstig lichamelijk gehandicapten. Zij hebben gemeen dat op complexniveau gearrangeerde verzorging, begeleiding of dienstverlening wordt aangeboden. Er is echter geen sprake van 24‐ uurszorg met toezicht. Beschermde woonvormen bieden zwaardere vormen van zorg in een zo gewoon mogelijke omgeving. Deze woonvorm bevindt zich in de directe nabijheid van een steunpunt met 24‐uurs‐aanwezige zorg in verband met de mogelijkheid van 24‐uursbegeleiding en toezicht. Naast privéruimten zijn in deze woonvorm ook gemeenschappelijke ruimten en zorgruimten aanwezig. Voor Beschermd Wonen zijn ruimere woningen nodig in groepen geschakeld. Per persoon is ongeveer 60 m2 inclusief algemene ruimte nodig. Dit komt overeen met een halve eengezinswoning. Vandaar dat bij omrekenen naar woningaantallen de woningbezettingsgraad op 2 wordt gesteld. Het traditionele verzorgings‐ en verpleeghuis waar wonen en zorg niet gescheiden zijn en waar zorg, toezicht, welzijn, dienstverlening, maar ook behandeling en (intensieve) verpleging in een integraal pakket worden aangeboden samen met verblijf.
Woonvisie Vianen 2015‐2018: Programma Wonen 2015‐2025 (Deel 2)
31
Toelichting Levensloopbestendig In het kader van wonen met zorg is het nog goed te vermelden dat de zorgzwaarte die nog aan huis geleverd kan worden afhankelijk is van de plattegronden en inrichting van de woningen. In onderstaande figuur is dit uitgebeeld. intramuraal wonen beschermd wonen verzorgd wonen levensloop bestendige woning nultreden woning (extern en/of intern toegankelijk) Hoe hoger in de piramide hoe meer zorg en hoe minder zelfstandig de woonvorm is. In de bijlage is een beschrijving van deze verschillende woonvormen gegeven. Bij het bouwen van woningen voor de oudere senioren is het goed dit onderscheid te maken en daarbij aansluiting te zoeken bij de woonzorgzones in de gemeente. In het algemeen geldt voor alle te bouwen woningen in Vianen dat hoe levensloopbestendiger deze zijn, hoe breder de woningen inzetbaar zijn voor meerdere doelgroepen. Daarmee wordt dan meteen geanticipeerd op de participatiemaatschappij die ons kabinet voorstaat. Want door de inzetbaarheid van de woningen voor meerdere doelgroepen, ontstaat een gemêleerde wijk, waarin nabuurschap/mantelzorg mogelijk wordt.
Woonvisie Vianen 2015‐2018: Programma Wonen 2015‐2025 (Deel 2)
32